RUP ‘Zonevreemde bedrijven fase 1’, Berlaar Plan-MER Screening: Ontheffingsaanvraag plan-MER SCRPL 12224 4 december 2012
1
RUP Zonevreemde bedrijven – fase 1 Plan-MERscreening: Ontheffingsaanvraag plan-MER SCRPL 12224 4 december 2012
Opdrachtgever Gemeente Berlaar Markt 1 2590 Berlaar Contactpersoon Werner van den Broeck,
[email protected]
Opdrachthouder IGEMO Schoutetstraat 2 2800 Mechelen Contactpersoon Katrien De Mets,
[email protected]
2
INHOUD
1.
2.
3.
4.
5.
RUP Zonevreemde bedrijven – fase 1
5
1.1.
Aanleiding
5
1.2.
Doelstelling, reikwijdte en detaillering van het plan
5
1.2.1. Doelstelling
5
1.2.2. Reikwijdte
5
1.2.3. Detaillering
5
MER-SCREENINGSPLICHT
6
2.1.
Onderzoek Plan-MER-plicht
6
2.2.
Onderzoek Passende beoordeling
6
2.3.
Onderzoek naar mogelijke milieueffecten
6
2.3.1. Doelstelling
6
2.3.2. Referentiesituatie
7
2.3.3. Disciplines
7
ADVIESRONDE
8
3.1.
Algemeen advies
8
3.2.
Verantwoording en argumentatie opmerkingen adviesinstanties
8
SITUERING PLANGEBIED
9
4.1.
Gewestplan
9
4.2.
Watertoets
10
4.3.
Biologische waardering
10
4.4.
Landschap
11
4.5.
Zoneringsplan
12
4.6.
Luchtkwaliteit
13
4.7.
Buurt- en voetwegen (Wijziging 1)
13
TOELICHTING RUP
14
5.1.
Algemeen
14
5.2.
Toelichting bedrijven
14
5.2.1. Julien Cannaerts bvba
14
5.2.2. Bad Weelde nv
16
5.2.3. Varosan bvba
18
5.2.4. Jos Leys & Zonen
20 3
5.3.
7.
22
5.3.1. Zone voor lokale bedrijven
22
5.3.2. Zone voor bedrijfswoning
23
5.3.3. Tuinzone
23
5.3.4. Brandweg
23
5.3.5. Planologische correctie tuinzones
23
5.4.
6.
Ontwikkelingsperspectief RUP
Beschrijving mogelijke milieueffecten
24
5.4.1. Juridische toestand en autonome ontwikkeling
24
5.4.2. Beschrijving milieufactoren
25
CONCLUSIE
30
6.1.
Cumulatieve effecten ten gevolge van het RUP
30
6.2.
Grensoverschrijdende effecten
30
6.3.
Milieueffecten
30
BIJLAGEN
31
4
1.
1.1.
RUP Zonevreemde bedrijven – fase 1
Aanleiding
De gemeente Berlaar heeft tijdens de gemeenteraad dd 12/01/2012 beslist om een ruimtelijk uitvoeringsplan ‘zonevreemde bedrijven’ op te maken. Dit RUP moet een oplossing bieden voor de problematiek van zonevreemde bedrijven in de gemeente. In het RUP wordt onderzocht welke zonevreemde bedrijven op hun huidige locatie kunnen blijven en verder kunnen ontwikken, en welke bedrijven op termijn moeten worden geherlocaliseerd worden naar een KMO-zone. Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Berlaar werd op 28 januari 2010 goedgekeurd door de deputatie van de provincie Antwerpen. Het RUP geeft uitvoering aan bindende bepaling nr. 39. Dit wordt omschreven als actiepunt “E.1.01 Opmaken van een RUP zonevreemde bedrijven”. (GRS Berlaar deel 3 Bindende bepalingen pag. 209) Deze bindende bepaling valt binnen het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan onder beleidslijn 3: “te ondernemen acties en maatregelen”.
1.2.
Doelstelling, reikwijdte en detaillering van het plan
1.2.1. Doelstelling Bestaande lokale bedrijfsfuncties die niet in overeenstemming zijn met hun huidige bestemmingszone worden planologisch bestendigd.
1.2.2. Reikwijdte Het RUP Zonevreemde bedrijven fase 1 bestaat uit 1 deelplan en bestrijkt een totale oppervlakte van 4ha (inclusief woongebied). Ongeveer 1ha van het oorspronkelijke agrarische gebied wordt herbestemd naar een zone voor lokale bedrijven, 0,8 ha wordt omgezet naar zone voor tuinen.
1.2.3. Detaillering Het RUP voorziet in aangepaste bestemmingsvoorschriften voor de verschillende bestemmingszones met het oog op het vastleggen van functies, bebouwings- en verhardingsmogelijkheden, bouwtypologie, ontsluiting en groeninrichting.
5
2.
2.1.
MER-SCREENINGSPLICHT
Onderzoek Plan-MER-plicht
Alle ruimtelijke uitvoeringsplannen vallen onder de definitie van plan of programma volgens het D.A.B.M. Ruimtelijke uitvoeringsplannen vormen het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project en vallen dus eveneens onder het toepassingsgebied volgens het D.A.B.M. De project-m.e.r.-plicht wordt afgetoetst op basis van het besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectenrapportage, meer bepaald de bijlagen I en II aan het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004, en projecten bedoeld in de bijlage bij Omzendbrief LNE 2011/1. Het RUP vormt niet het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I of bijlage II van het project-m.e.r.-besluit van 10 december 2004, of voor een project opgesomd in de bijlage bij Omzendbrief LNE 2011/1, en is derhalve screeningsgerechtigd.
2.2.
Onderzoek Passende beoordeling
Het Decreet Natuurbebehoud, Afdeling 3 bis,
Artikel 36ter § 3, bepaalt dat een vergunningsplichtige
activiteit die, of een plan of programma dat, afzonderlijk of in combinatie met één of meerdere bestaande of voorgestelde activiteiten, plannen of programma's, een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een speciale beschermingszone kan veroorzaken, dient onderworpen te worden aan een passende beoordeling wat betreft de betekenisvolle effecten voor de speciale beschermingszone. (…) De initiatiefnemer is verantwoordelijk voor het opstellen van de passende beoordeling. Geen enkel deelplan van dit RUP is gesitueerd in of in de nabijheid van een bijzonder beschermingsgebied (Vogel- en Habitatrichtlijngebieden). De passende beoordeling is bijgevolg niet van toepassing.
2.3.
Onderzoek naar mogelijke milieueffecten
2.3.1. Doelstelling Deze screeningsprocedure heeft tot doel de voorgenomen planontwikkelingen af te toetsen op vlak van te verwachten milieueffecten. Deze confrontatie kan aanleiding geven tot het implementeren van zogenaamde ‘milderende maatregelen’, die mogelijke milieueffecten kunnen afzwakken of tegengaan. De voorgestelde milderende maatregelen voorgesteld in dit onderzoek worden opgenomen of verwerkt in het ontwerp van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
6
2.3.2. Referentiesituatie De toestand van het milieu in de referentiesituatie wordt altijd gebaseerd op de bestaande vergunde situatie van het milieu, samen met de gevolgen van de zogenaamde autonome ontwikkeling op het terrein en in de onmiddellijke omgeving.
2.3.3. Disciplines Volgens het besluit van de Vlaamse Regering betreffende de milieurapportage (d.d. 12/10/2007) dienen verschillende disciplines te worden onderzocht. Sommige van deze disciplines zijn echter irrelevant, aangezien redelijkerwijs kan gesteld worden dat de doelstellingen van dit RUP geen vermeldenswaardige impact zullen hebben. Volgende disciplines worden bijgevolg niet besproken:
Atmosfeer en klimaat
Energie en grondstoffenvoorraden
7
3.
ADVIESRONDE
De screeningsnota werd verstuurd naar de onderstaande adviesinstanties op 18 oktober 2012. Op 22 november 2012 werd een herinneringsbrief verstuurd.
3.1.
Algemeen advies
Onderstaande tabel geeft een overzicht van alle aangeschreven adviesinstanties. Van een aantal adviesinstanties
werden
geen adviezen verkregen. De ontvangen adviezen en de verstuurde
herinneringsbrieven zijn integraal opgenomen als bijlage. Adviesinstantie
Ontvangst
Advies
Provinciebestuur Antwerpen
16/11/2012
Opmerkingen
RWO Antwerpen
23/11/2012
Gunstig
Agentschap Ondernemen
/
/
Agentschap Onroerend Erfgoed Antwerpen
21/11/2012
Gunstig
Agentschap Wonen-Vlaanderen
15/11/2012
Gunstig
Departement Landbouw en Visserij
19/11/2012
Gunstig
3.2.
Verantwoording en argumentatie opmerkingen adviesinstanties
1. Buurt- en voetwegen De Dienst Ruimtelijke Planning vraagt om na te gaan welke buurt- en voetwegen zich in en in de omgeving van het plangebied bevinden. Antwoord: De atlas van de buurtwegen werd toegevoegd aan het dossier. (wijziging 1)
8
4.
SITUERING PLANGEBIED
In de 1 fase van het RUP worden vier bedrijven opgenomen. Deze bedrijven zijn ruimtelijk geclusterd in een binnengebied tussen de Aarschotsebaan en de Heidestraat te Berlaar-Heikant. Elk bedrijf bevindt zich achter de (bedrijfs-)woning in agrarisch gebied.
BERLAAR-HEIKANT
4.1.
Gewestplan
Volgens het gewestplan Mechelen is de bedrijfsinfrastructuur gelegen in agrarisch gebied. De (bedrijfs-) woningen sluiten aan bij het (landelijk) woongebied. 1 JULIEN CANNAERTS BVBA 2 BAD WEELDE NV 3 VAROSAN BVBA 4 JOS LEYS & ZONEN
3
4
1 2
9
4.2.
Watertoets
Het plangebied is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied. De dichtstbijzijnde open waterloop is de e
noordwestelijk gelegen Heerebeek, een waterloop van 3 categorie. Binnen het plangebied zijn geen grachten gelegen. Langs beide zijden van de Heidestraat zijn baangrachten aanwezig.
4.3.
Biologische waardering
Binnen de contouren van de plangebieden en in de onmiddellijke omgeving zijn geen biologisch waardevolle elementen aanwezig.
10
4.4.
Landschap
Landschap In de omgeving van de plangebieden zijn geen beschermde monumenten gelegen. Evenmin is er sprake van ankerplaatsen, relictzones, punt- of lijnrelicten in de onmiddellijke omgeving. Ter hoogte van de Smidstraat is de Kapel Heilige Familie “ Jezus Maria Jozef sta ons bij” opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed. Provinciale landschapskaart (http://gis.provant.be)
Plaggenbodem Steenweg 1775-1850 Verbindingsweg
Op de kaart wordt aangegeven dat een deel van het plangebied en de omliggende agrarische gebieden worden aangeduid als plaggenbodems. Deze bodems worden gekenmerkt door een dikke humusrijke bovengrond als gevolg van eeuwenlange bemesting met stalstrooisel afkomstig van plaggen (zoden) uit heidevelden. 11
De Aarschotsebaan is een steenweg ontstaan in de periode 1775-1850. De Smidstraat is een verbindingsweg.
4.5.
Zoneringsplan
1
Volgens het geoloket van de Vlaamse Milieumaatschappij zijn de bedrijven gelegen in de groene zone, het collectief te optimaliseren buitengebied. In dit gebied is momenteel nog geen rioolaansluiting voor afvalwater aanwezig op een operationele waterzuiveringsinstallatie. In dat geval zijn er 3 mogelijke situaties:
lozing in een riool (vaak een ingebuisde gracht) die nog niet is aangesloten op een zuiveringsinstallatie;
lozing in een gracht;
indirecte lozing in de bodem (sterfput).
In deze zone wordt op termijn wel een collectieve zuivering van het afvalwater (via riolering) voorzien. In afwachting van deze collectieve afvalwaterzuivering moet het afvalwater gezuiverd worden in een septische put.
1
http://geoloket.vmm.be/zonering/map.phtml
12
4.6.
Luchtkwaliteit
2
Volgens het geoloket van de Vlaamse Milieumaatschappij heeft de totale luchtkwaliteitsindex in het gebied waarde 4, wat overeenstemt met een vrij goede kwaliteit.
4.7.
Buurt- en voetwegen (Wijziging 1)
3
Volgens het geoloket van de Provincie Antwerpen werden geen buurtwegen vastgesteld in het plangebied. Volgende wegen ontsluiten het plangebied:
2 3
Chemin nr 7 (Smidstraat)
Chemin nr 10 (Heidestraat)
Route de Lierre a Aerschoot (Aarschotsebaan)
http://geoloket.vmm.be/RUP/map.phtml http://gis.provant.be
13
5.
TOELICHTING RUP
5.1.
Algemeen
Binnen de contouren van het RUP Zonevreemde Bedrijven – fase 1 zal de huidige gewestplanbestemming van een aantal bedrijven worden omgezet naar een aangepaste bestemmingszone. In de eerste fase van het RUP worden 4 bedrijven opgenomen:
Julien Cannaerts bvba
Bad Weelde nv
Varosan bvba
Jos Leys & Zonen
Gezien de geclusterde ligging zullen de vier bedrijven opgenomen worden in één deelplan. De toekomstmogelijkheden voor deze bedrijven zullen voor de volledige zone worden bekeken i.p.v. per bedrijfsperceel. Op die manier krijgen de bedrijven meer ruimtelijke flexibiliteit m.b.t. uitbreiding of inkrimping.
5.2.
Toelichting bedrijven
5.2.1. Julien Cannaerts bvba Adres
Aarschotsebaan 156
Kadastrale ligging
Afdeling 1, Sectie C, kadnrs. 790B - 790F
Gewestplanbestemming
Woongebied – agrarisch gebied
Activiteit
Aluminium buitenschrijnwerk
Sector
Bouwmaterialen, productie
Nacebel
Vervaardiging van metalen constructiewerken en delen daarvan
Milieuklasse
3 (meldingsplicht)
Oprichting huidig bedrijf
12/10/1988 (overname)
Oprichting oorspronkelijk bedrijf
1963
Ondernemingsnummer
BE 0435.454.873
14
15
Beschrijving bestaande activiteit De schrijnwerkerij werd opgericht in 1963 en overgenomen door de huidige zaakvoerder in 1988. Het bedrijf bevindt zich achter in een agrarisch binnengebied tussen het woongebied langs de Aarschotsebaan en het woongebied met landelijk karakter langs de Heidestraat. De bedrijfssite heeft een oppervlakte van ruim 5000m² waarvan het overgrote gedeelte echter als tuinzone wordt gebruikt. De site is via toegankelijk via twee inritten: een verharde hoofdinrit ter hoogte van de woning en een bijkomende onverharde inrit, zo’n 60 meter verderop tussen twee woonpercelen. Deze inrit dienst tevens dienst als brandweg voor het bedrijf VAROSAN. Op de site bevinden zich 4 bedrijfsgebouwen en 1 woongelegenheid. Het kantoorgebouw is gelegen in het verlengde van de bedrijfswoning (in woongebied), bestaat uit 1 bouwlaag (3.5m), heeft een vloeroppervlakte van ca 100m² en is opgetrokken uit rode baksteen. De rechthoekige werkplaats is eveneens gelegen in het verlengde van de woning (in agrarisch gebied), bestaat uit 1 bouwlaag (5m), heeft een vloeroppervlakte van 440m² en is opgetrokken uit witte baksteen een met licht hellend zadeldak. Aan deze werkplaats werd een aanbouw gezet in dezelfde materialen met een oppervlakte van 60m². Achter deze werkplaats ligt een kleinere bouwvallige opslagruimte met een oppervlakte van 60m², opgetrokken uit bruine aluminiumplaten en golfplaten. Langs de zij- en achterkanten van de werkplaats wordt bouwmateriaal, stoofhout en bouwafval opgeslagen in open lucht. Aan de zuid- , west- en oostzijde van de werkplaats is betonverharding aangelegd. Het onbebouwde binnengebied wordt gebruikt als een niet ingerichte tuinzone met een aantal voorzieningen voor het houden van pluimvee. Over een groot gedeelte van de ruimte werden reeds bomen (sparren) aangeplant. De perceelsranden van de bedrijfssite zijn ter hoogte van het woongebied strak afgezet met een middelhoge tot hoge wintergroene haagbeplanting of betonplaten. Eén van de perceelsgrenzen wordt gevormd door het bedrijfsgebouw van de firma VAROSAN (Heidestraat109).
5.2.2. Bad Weelde nv Adres
Aarschotsebaan 140
Kadastrale ligging
Afdeling 1, Sectie C, kadnrs. 798G2 – 798K2 – 798H2
Gewestplanbestemming
Woongebied – agrarisch gebied
Activiteit
Ontwerp en verkoop van zwembaden en wellness
Sector
Bouwmaterialen, distributie en verkoop
Nacebel
ng
Milieuklasse
ng
Oprichting huidig bedrijf
2009 (overname Garage Budts)
Oprichting oorspronkelijk bedrijf
1963
Ondernemingsnummer
BE 0439.253.216
16
Beschrijving bestaande activiteit Op de site van de voormalige Grage Budts zijn momenteel het tankstation Avia en sinds 2009 de winkel/showroom van Bad Weelde nv gevestigd.
17
De site heeft een totale oppervlakte van ca 2000m². De showroom bevindt zich ongeveer op dezelfde voorbouwlijn (20m) als de omliggende woningen. Het tankstation bevindt zich 5 meter voor de showroom. De vrije parkeerzone ligt achter de gebouwen in agrarisch gebied. Op de site bevindt zich 1 winkelpand met 2 aanbouwen (showroom en bergruimte) en woning. De winkel heeft een oppervlakte van 365m², is opgetrokken uit rode baksteen (1 bouwlaag) en heeft een licht hellend zadeldak. Aan de noordgevel is een laad- en loskade voorzien. De showroom is een lichte transparante constructie (hoogte 5m) met een oppervlakte van ong. 85m². De woning (2 bouwlagen) is een sterk verouderde jaren ’50 woning (80m²) met witte en bruine gevelsteen en een zadeldak. Achter de woning werden verschillende bijgebouwen gerealiseerd (200m²). De parkeerzone is bereikbaar via een halfverharde toegangsstrook ten westen van het winkelpand. De oprit is over de volledige breedte vanaf de rooilijn tot een diepte van 20 meter verhard met betonstraatstenen. De perceelsranden zijn aan de west- en noordzijde afgezet met een middelhoge semi-transparante afsluiting. Langs de oostzijde is een hoge draadafsluiting geplaatst met haagbeplanting.
5.2.3. Varosan bvba Adres
Heidestraat 109
Kadastrale ligging
Afdeling 1, Sectie C, kadnrs. 788M - 788P-799C-789F-789E2
Gewestplanbestemming
Woongebied met landelijk karakter – agrarisch gebied
Activiteit
Loodgieterij
Sector
Installatie, overige of meer dan één speciliteit
Nacebel
Loodgieterswerk
Milieuklasse
Klasse 3
Oprichting huidig bedrijf
30/10/1974
Oprichting oorspronkelijk bedrijf
1963 (Smidstraat)
Ondernemingsnummer
BE 0414.601.358
18
19
Beschrijving bestaande activiteit Het loodgietersbedrijf Varosan bvba werd opgericht in 1963 en was oorspronkelijk gelegen in de Smidstraat. In 1968 verhuisde het bedrijf naar de huidige locatie langs de Heidestraat, waar het in verschillende fasen werd uitgebreid tot de huidige morfologie. Het bedrijf is gelegen in een verkaveling. Het magazijn bevindt zich achter de woning. De site heeft een totale oppervlakte van ca 2000m² Op de bedrijfssite bevindt zich 1 magazijn met 2 luifels, een tuinhuis en een bedrijfswoning met kantoorruimte (aanbouw). Het magazijn, inclusief de luifels, heeft een oppervlakte van ong. 520m² en strekt zich uit over nagenoeg de volledige perceelsbreedte. De constructie is opgebouwd uit witte aluminiumplaten (1 bouwlaag) en heeft een plat dak. Zowel de voor- als achterzijde van het magazijn is bereikbaar met de wagen, respectievelijk via de Heidestraat en de Aarschotsebaan. Het tuinhuis (opp 40m²) wordt gebruikt als refter voor het personeel. De volledige oppervlakte van het perceel, m.u.v. de tuinzone (300m²), is verhard met beton. De perceelsranden zijn aan de west- en noordzijde afgezet met een middelhoge semi-transparante afsluiting. Langs de oostzijde is een hoge draadafsluiting geplaatst met haagbeplanting.
5.2.4. Jos Leys & Zonen Adres
Aarschotsebaan 136
Kadastrale ligging
Afdeling 1, Sectie C, kadnrs. 656A2-656E2-656F2-656Z
Gewestplanbestemming
Woongebied – agrarisch gebied
Activiteit
Ambachtelijke schrijnwerkerij
Rechtsvorm
ng
Sector
Schrijnwerk (hout, metaal, PVC,…)
Nacebel
Schrijnwerk (43320)
Milieuklasse
3
Oprichting huidig bedrijf
01/11/1956
Ondernemingsnummer
BE
20
Beschrijving bestaande activiteit Het familiebedrijf Leys & Zonen werd in 1956 opgericht door Jos Leys. De bedrijfssite heeft een totale oppervlakte van 6330m². Aan de straatzijde bevindt zich een open woning met achterbouw (250m²). Op ca 40m in het verlengde van de woning ligt de schrijnwerkerij (500m²). Daarnaast zijn twee overdekte stapelruimten (ca 240m²) geplaatst. 21
De schrijnwerkerij is opgetrokken in witte gipsstenen en heeft een zadeldak. De stapelruimten zijn houten constructies met golfplaten. De perceelsranden zijn ter hoogte van de woning afgezet met een strakke middelhoge haagstructuur. Achterin het perceel werden bomen (sparren, populieren) ingeplant langs de perceelsgrens.
5.3.
Ontwikkelingsperspectief RUP
(1) Ruimtelijke flexibiliteit De geclusterde ligging van de 4 bedrijfssites geeft de bedrijven meer ruimtelijke flexibiliteit. In het verleden werden reeds eigendommen herschikt om bepaalde ontwikkelingen mogelijk te maken en er werden ook afspraken gemaakt tussen de bedrijven onderling i.v.m. toegankelijkheid. In het RUP zal deze ruimtelijke potentie van het gebied verder versterkt worden door de herbestemming van de vier bedrijfssites naar één globale bedrijvenzone. De ontwikkelingsmogelijkheden worden dus niet afgestemd op de individuele behoeften van elk bedrijf, maar worden bepaald in functie van de draagkracht van het gebied. Het is echter helemaal niet de bedoeling dat het volledige gebied wordt kan worden ingenomen door 1 groot bedrijf. De maximale grootte van een bedrijf zal in die zin worden beperkt in de voorschriften. (2) Maximale verwevenheid De bedrijven zijn volledig ingebed in een woonomgeving. De bedrijfssites zijn ruimtelijk goed geïntegreerd en zorgen niet voor overlast naar de omwonenden toe. Deze situatie is een positief voorbeeld van maximale verwendheid, een functionele mix van wonen en werken. Om dit te behouden moeten de bedrijven in het binnengebied hun essentiële verbondenheid met de woonomgeving behouden. Naast het opnemen van maatregelen voor de ruimtelijke integratie van gebouwen, zal de bedrijfsinfrastructuur ook gekoppeld worden aan de bedrijfswoning die zich ter hoogte van het woongebied bevindt. (3) Beperken van activiteiten Door de onmiddellijke nabijheid van residentiële functies is de draagkracht beperkt. De kans op overlast of gevaar voor omwonenden is immers reëel indien hinderlijke bedrijfsactiviteiten zich in het binnengebied zullen manifesteren. Daarom worden bepaalde activiteiten uit het gebied geweerd of slechts beperkt toegelaten:
Sterk verkeersgenererende functies zoals overslagbedrijven of transportbedrijven;
Opslag van gevaarlijke materialen en stoffen;
Sterk geluidsgenererende functies zoals de industriële verwerking van metalen of bouwmaterialen.
5.3.1. Zone voor lokale bedrijven Het binnengebeid wordt voorbehouden voor de vestiging van 4 bedrijven. De oppervlakte van deze zone bedraagt +/- 1 ha. De huidige bebouwde oppervlakte bedraagt ca. 2800m². In het RUP worden mogelijkheden gecreëerd voor de uitbreiding van gebouwen en verhardingen. Bedrijven mogen maximaal 1000m² bebouwde oppervlakte hebben (exclusief bedrijfswoning). Daardoor wordt de mogelijkheid voorzien om in totaliteit maximaal 1200m² bij te bouwen. Het bedrijfsperceel (= eigendom in zone voor lokale bedrijven) mag maximaal 60% worden bebouwd.
22
De niet-bebouwde ruimte mag maximaal voor 70% verhard worden, inclusief circulatie en eventuele parkeergelegenheid. De maximale hoogte van bedrijfsgebouwen bedraagt 5m. De afstand van gebouwen tot de zonegrens is minstens gelijk aan de hoogte van het gebouw, m.u.v. de bestaande gebouwen van Varosan die momenteel tot op 1m van de huidige perceelsgrens zijn ingeplant. Ten opzichte van de aangrenzende tuinen en woningen wordt (indien mogelijk) een groene bufferstrook aangelegd van minstens 1.5m breedte. 5.3.2. Zone voor bedrijfswoning De bedrijfspercelen zijn tot ca 50 meter diepte vanaf de Aarschotsebaan / Heidestraat voorbehouden voor de bedrijfswoning, m.u.v. Bad Weelde, waar bedrijf en bedrijfswoning geïntegreerd dienen te worden. De inrichting van kantoren is toegelaten op voorwaarde dat de kantoren een rechtstreekse band met het (achterliggende) bedrijf hebben. Uitgezonderd de woning, mag maximaal 75m² ingenomen worden door bijgebouwen. De niet-bebouwde ruimte mag maximaal voor 30% verhard worden, inclusief circulatie en eventuele parkeergelegenheid. In deze zone is eveneens de hoofdontsluitingsweg naar het achterliggend bedrijf voorzien. Deze ontsluitingsweg moet minstens 4 meter breed zijn. De maximale kroonlijsthoogte voor de woning bedraagt 7m; de maximale nokhoogte bedraagt 10.5m. Kantoorgebouwen en tuinhuisjes mogen maximaal 3m hoog zijn. 5.3.3. Tuinzone Een aantal oppervlakten worden bestemd als tuinzone. Verhardingen, tuinhuisjes of bergruimten mogen maximaal 5% van de volledige oppervlakte bedekken. De maximale hoogte van constructies bedraagt 3m en deze dienen een minimale afstand tot de perceelsgrens te respecteren van 1m, tenzij het akkoord van de buur kan worden bekomen.
5.3.4. Brandweg Er wordt een brandweg voorzien ter hoogte van de Aarschotsebaan en ter hoogte van de Heidestraat.
5.3.5. Planologische correctie tuinzones Aangezien een aantal woningen diepe tuinzones hebben in agrarisch gebied zullen deze zones eveneens herbestemd van agrarisch gebied naar zone voor tuinen.
23
Structuurschets 5.4.
Beschrijving mogelijke milieueffecten
5.4.1. Juridische toestand en autonome ontwikkeling 1. Julien Cannaerts bvba Vergunningstoestand De woning, het kantoor en de werkplaats zijn vergund. De aanbouw en de opslagruimten zijn niet vergund. Het bedrijf kan als hoofdzakelijk vergund beschouwd gezien de voor een normale bedrijfsvoering noodzakelijke constructies vergund of vergund geacht zijn. De activiteit behoort tot milieuklasse 3 (minst hinderlijke activiteit) en zijn meldingsplichtig. Het agrarische gebied waarin het bedrijf is gelegen werd herbevestigd
Autonome ontwikkeling De gewestplanbestemming woongebied laat harde functies toe tot op een diepte van 50 meter. Het agrarische gebied is bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Gezien de nabijheid van het woongebied is de vestiging van agrarische bedrijven hier niet toegestaan. 2. Bad Weelde nv Juridische toestand De constructies bevinden zich hoofdzakelijk in woongebied en zijn dus niet zonevreemd. Alle constructies dateren van voor 1962 en kunnen als vergund geacht worden beschouwd. Het agrarische gebied waarin een deel van de bedrijfsite is gelegen werd herbevestigd. Autonome ontwikkeling De gewestplanbestemming woongebied laat harde functies toe tot op een diepte van 50 meter. Het agrarische gebied is bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Gezien de nabijheid van het woongebied is de vestiging van agrarische bedrijven hier niet toegestaan. 3. Varosan bvba Juridische toestand Het bedrijf is gelegen in een verkaveling uit 1968 (gewijzigd in 2004). De bestaande constructies zijn geregulariseerd. De activiteit behoort tot milieuklasse 3 (minst hinderlijke activiteit) en is bijgevolg meldingsplichtig. Het agrarische gebied waarin een deel van de bedrijfsite is gelegen werd herbevestigd
Autonome ontwikkeling De (gewijzigde) verkavelingsvergunning laat de bedrijfsfunctie toe.
24
3. Jos Leys & Zonen Juridische toestand De woning dateert uit de periode 1919-1930. De schrijnwerkerij werd vergund in 1978. De vergunning was gekoppeld aan een aantal voorwaarden: lichte gevelkleur, gekleurde asbestcementgolfplaten en parkeerplaatsen op min. 3m van de perceelsgrens. De opslagplaatsen zijn niet vergund. Voor de gevelwerken aan de woning en de plaatsing van een publiciteitsbord werd in 2002 een vergunning verleend. De activiteit behoort tot milieuklasse 3 (minst hinderlijke activiteit) en is bijgevolg meldingsplichtig. Het agrarische gebied waarin een deel van de bedrijfsite is gelegen werd herbevestigd. Autonome ontwikkeling De gewestplanbestemming laat de bedrijfsfunctie toe tot op een diepte van 50 meter. Het agrarische gebied is bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Gezien de nabijheid van het woongebied is de vestiging van agrarische bedrijven hier niet toegestaan. De aanwezige onvergunde constructies kunnen in het kader van het handhavingsbeleid worden verwijderd.
5.4.2. Beschrijving milieufactoren 1. Effecten op de mens Referentie Het plangebied is gelegen op ca. 400 meter ten westen van de kern Berlaar-Heikant ter hoogte van de Aarschotsebaan (N10), een secundaire weg met overwegend verzamelende functie en de Heidestraat, een lokale verbindingsweg. De bedrijven wordt omringd door eengezinswoningen en agrarisch gebied. Beschrijving effect Ruimtelijke ordening Het gebied zal planologisch omgezet worden naar zone voor lokale bedrijven in functie van de verdere ontwikkeling
van
de
bedrijven.
De
bedrijven
krijgen
hierdoor
rechtszekerheid
en
ruimtelijke
ontwikkelingsmogelijkheden. Ten opzichte van de omliggende woningen wordt de bedrijfssite gebufferd door een ruime tuinzone, of een groenbuffer van minstens 1.5 meter ter hoogte van de perceelsgrens. De bedrijfswoningen in het gebied worden gekoppeld aan de achterliggende bedrijven. Daardoor wordt de verweving in het gebied maximaal behouden. De aard van de activiteiten wordt beperkt tot lokale bedrijvigheid, met name productie, bewerking, verwerking, opslag en herverdeling van goederen. SEVESO-activiteiten of bedrijven gericht op transport, logistiek en distributie zijn niet toegelaten. Veiligheid In de huidige situatie kan de omgeving van deze zone veilig en gezond beschouwd worden. Er zijn geen activiteiten binnen of in de onmiddellijke omgeving van het plangebied die de gezondheid en/of de veiligheid van de mensschaden. De dichtst bijzijnde SEVESO-inrichtingen bevinden zich op ca. 9 km. Het betreft de bedrijven Ipextraco in Heist-op-den-Berg en De Ceuster uit Sint-Katelijne Waver. Dit zijn alle laagdrempelinrichtingen. 25
Conclusie Vanuit de discipline mens zijn geen aanzienlijke negatieve milieueffecten te verwachten. 2. Effecten op de fauna en flora Referentie De percelen en de omgeving worden op de biologische waarderingskaart aangeduid als biologisch minder waardevol. De percelen zijn niet gelegen in of nabij een habitatrichtlijngebied, GEN-gebied of natuurreservaat. De dichtstbijzijnde Grote Eenheid Natuur is de “De Vallei van de Grote Nete benedenstrooms” te Heist-op-denBerg op ruim 5km van het plangebied. Beschrijving effect In vergelijking met de referentiesituatie zijn er geen betekenisvolle negatieve effecten op fauna en flora te verwachten. In het RUP worden bovendien een aantal positieve maatregelen voor fauna en flora opgenomen:
Minstens 25% van de totale terreinoppervlakte moet ingericht worden als kwalitatieve groenzone;
Verplichte buffervoorzieningen moeten voor minstens 75% uit streekeigen soorten bestaan.
Conclusie Vanuit de discipline fauna en flora zijn geen aanzienlijke negatieve milieueffecten te verwachten, indien de maatregelen in het RUP worden toegepast. 3. Effecten op het water Referentie Het plangebied behoort tot het Netebekken, meer bepaald tot het Benedengebied ‘Grote Nete’. Het plangebied grenst niet aan een waterloop. De dichtstbijzijnde waterloop is de Heerebeek, een waterloop e
van 3 categorie op ca 500 meter ten noordwesten van het plangebied. Het plangebied is niet overstromingsgevoelig. Beschrijving effect Het RUP realiseert een bestemmingswijziging die verharde inrichtingen en bebouwing in functie van bedrijfsvoering mogelijk maakt. In het RUP wordt bebouwing en verharding toegelaten tot maximaal 65% van de volledige terreinoppervlakte. Het verlenen van een stedenbouwkundige vergunning impliceert dat de gewestelijke verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater moet worden nageleefd.
26
Verhardingen moeten aangelegd worden in waterdoorlatende verhardingen, tenzij dit om redenen zoals draagkracht, milieu of hygiëne niet gewenst is. De onbebouwde en onverharde zone dient worden ingericht als kwalitatieve groenzone. Conclusie Vanuit de discipline water zijn geen aanzienlijke negatieve milieueffecten te verwachten, indien de maatregelen in het RUP worden toegepast. 4. Effecten op het landschap en cultureel erfgoed Referentie Binnen het plangebied zijn geen beschermde monumenten gelegen. Het plangebied maakt evenmin deel uit van een beschermd landschap. Er zijn tot op heden geen archeologische vindplaatsen gekend. De bedrijven bevinden zich in een binnengebied, bijna volledig begrensd door woningen. Beschrijving effect Het RUP zal de bestaande morfologie van gebouwen en volumes niet aanzienlijk wijzigen. Bijkomende bebouwing in het zuidelijke gedeelte van het plangebied (vanaf > 50m rooilijn) worden beperkt; minimaal 30% van de onbebouwde zones dienen worden ingericht als groenzone. Conclusie Vanuit de discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie zijn geen aanzienlijke negatieve milieueffecten te verwachten. 5. Effecten op de mobiliteit Referentie Het plangebied is enerzijds bereikbaar voor gemotoriseerd verkeer via de Aarschotsebaan (N10), een 2x1 gewestweg, die ter hoogte van het plangebied kan beschouwd worden als ‘hoofdweg’. De weg is langs beide zijden voorzien van gescheiden inrichtingen voor fietsers. De Aarschotsebaan heeft een theoretische capaciteit van 1800 PAE/u/richting. Er zijn geen parkeermogelijkheden langs de Aarschotsebaan. 4
Voor de Aarschotsebaan werd een streefbeeldstudie gemaakt Ter hoogte van Berlaar Heikant wordt voorgesteld een omleiding aan te leggen rond de kern van Heikant, dit in functie van een verbetering van de verkeersleefbaarheid. Er wordt geopteerd om het profiel van de Aarschotsebaan in Berlaar Heikant compact te houden. Het plangebied is eveneens bereikbaar voor gemotoriseerd verkeer via de Heidestraat, een lokale toegangsweg met een smal profiel. De Heidestraat heeft een theoretische capaciteit van 1000 PAE/u/richting. Langs de zijde van de bebouwing is een parkeerstrook voorzien. Beschrijving effect 4
Opmaak Streefbeeld - Drager van stedelijk netwerk Lier – Aarschot, Eindraport (2004), Provincie Antwerpen - dienst Ruimtelijke
Planning en Mobiliteit, Langzaam Verkeer, Stramien.
27
De bedrijven hebben globaal een lage tot gemiddelde verkeersgenererende werking. Aangezien het om bestaande bedrijven gaat, zal de herbestemming van het gebied in principe geen impact hebben op het aantal vervoersbewegingen. De toegestane activiteiten worden ook in de toekomst beperkt. Bedrijven met grote verkeersgenererende werking (zoals logistieke bedrijven of overslagbedrijven) zijn niet toegestaan. De parkeerdruk moet volledig worden opgevangen binnen de contouren van het plangebied. Conclusie Vanuit de discipline mobiliteit zijn geen aanzienlijke negatieve mobiliteitseffecten te verwachten. 6. Effecten op licht en geluid Referentie Ter hoogte van het plangebied is momenteel straatverlichting aanwezig langs de Aarschotsebaan en de Heidestraat. In het plangebied zelf is buitenverlichting aanwezig. De bestaande activiteiten geeft geen aanleiding tot lichthinder of geluidsoverlast. Beschrijving effect De herbestemming zal geen geluids- of lichthinder genereren. Een visuele groenbuffer zal de bedrijfsinfrastructuur scheiden van de omliggende woonomgeving. Conclusie Vanuit de discipline hinder zijn geen aanzienlijke negatieve milieueffecten te verwachten. 7. Effecten op de bodem Referentie De bodem van het plangebied wordt gedeeltelijk aangeduid als antropogeen (woongebied) en gedeeltelijk als matig natte licht zandleembodem met dikke antropogene humus A horizont (agrarisch gebied) met textuur P en drainageklasse D. Het profiel van de zandleembodem is matig geschikt voor waterinfiltratie. De bodem is matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2). Indien er in type 2 gebied een ondergrondse constructie gebouwd wordt met een diepte van meer dan 5m en een horizontale lengte van meer dan 100m dient advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie. Beschrijving effect Het RUP voorziet in bijkomende bouwmogelijkheden ten opzichte van de referentiesituatie. Aangezien de bodem reeds verstoord is en de bouw- en verhardingsmogelijkheden beperkt worden zal het negatief effect op de bodem beperkt zijn. Conclusie Vanuit de discipline bodem zijn geen aanzienlijk negatieve milieueffecten te verwachten. 8. Effecten op de landbouw
28
Referentie Hoewel het plangebied gedeeltelijk is gelegen in herbevestigd agrarisch gebied, zijn er geen landbouwactiviteiten terug te vinden. Beschrijving effect De herbestemming heeft geen invloed op bestaande landbouwstructuren. Conclusie Vanuit de discipline landbouw zijn geen aanzienlijke negatieve milieueffecten te verwachten. 9. Effecten op de samenhang tussen voornoemde factoren Geen effecten.
29
6.
6.1.
CONCLUSIE
Cumulatieve effecten ten gevolge van het RUP
De bedrijven zijn sinds lange tijd in de omgeving aanwezig en in grote mate geïntegreerd in hun woonomgeving. Ze veroorzaken geen overlast naar omwonenden. Het RUP beoogt de bestendiging van deze bedrijven en laat in beperkte mate bijkomende gebouwen of verhardingen toe. De dynamiek van de bedrijven zal hierdoor echter niet gevoelig wijzigen, waardoor er geen aanzienlijke cumulatieve effecten te verwachten zijn. 6.2.
Grensoverschrijdende effecten
Gelet op de ligging van het plangebied (op 900m van de grens met Heist-op-den-Berg), de schaal van de beoogde ontwikkeling en het ontbreken van aanzienlijke milieueffecten kan geconcludeerd worden dat er geen grensoverschrijdende effecten zullen optreden n.a.v. het RUP Zonevreemde bedrijven – fase 1.
6.3.
Milieueffecten
Op basis van de beschikbare informatie kan worden besloten dat ten gevolge van het RUP Zonevreemde bedrijven – fase 1 geen aanzienlijk negatieve milieueffecten te verwachten zijn. Het RUP valt bijgevolg niet onder de plan-MER-plicht zoals voorzien in het plan-MER-decreet van 17/04/2007. De voorgestelde milderende maatregelen voorgesteld in dit onderzoek worden opgenomen of verwerkt in het ontwerp van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
30
7.
BIJLAGEN
31