© 2015 – Everstory Books
ROBIN ROOVER & HET SCHIP DAT TWEEMAAL ZONK Johan Vandevelde & Martin Muster De onderstaande tekst is auteursrechtelijk beschermd en strikt bedoeld voor persoonlijk gebruik. Het vermenigvuldigen, verspreiden en/of publiceren van deze tekst onder eender welke vorm zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de auteur, is verboden.
1. Welkom aan boord De verblindend witte scheepsromp vulde het hele blikveld, zodat je door de ramen van het gangpad alleen maar een witgeverfde wand met kleine ronde raampjes kon zien. Robin drukte zijn neus tegen het glas en zag helemaal bovenaan een blauwe lijn die van de boeg tot aan de achtersteven liep. Onder de lijn, aan de zijkant van de spitse boeg, was met sierlijke letters de naam van het schip geschilderd: Jan Vermeer. Robin voelde de hand van zijn vader op zijn schouder. ‘De Jan Vermeer is niet zo groot als de beroemde luxecruiseschepen’, sprak de stem van zijn vader, ‘Maar ze heeft alles aan boord wat bij een echte cruise past.’ ‘Ze is gigantisch’, zei Robin en hij strekte zijn hals tot hij de grote, blauwe schoorstenen bovenop het schip kon zien. ‘En hoog!’ ‘Tien verdiepingen’, zei zijn vader. ‘Het schip heeft tien dekken boven elkaar; ze is dus ook zo hoog als een flatgebouw van tien verdiepingen. Eerlijk gezegd was ik 1
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
altijd bang dat zulke grote schepen bij een hoge golf zouden kapseizen.’ Robin keek zijn vader verschrikt aan en Ludovic Roover lachte. ‘Maak je geen zorgen, Robin. Alle passagiersschepen zijn zo gebouwd dat ze niet kunnen omslaan.’ ‘Oké’, zei Robin, maar de bezorgdheid klonk door in zijn stem. ‘Zo’n schip is ook veel te zwaar om te kapseizen’, legde zijn vader uit. ‘De Jan Vermeer weegt vijfentwintigduizend ton. Dat is nog zwaarder dan de Eiffeltoren.’ Robin rolde met zijn ogen. ‘Papa, in zee zou de Eiffeltoren toch gewoon zinken?’ Zijn vader trok zijn wenkbrauwen op en het leek alsof hij zich een zinkende Eiffeltoren probeerde voor te stellen. ‘Nou ja, dat is misschien ook niet zo’n goed voorbeeld.’ Er verscheen een brede glimlach op zijn gezicht. ‘Kom op, knul! We gaan op reis met een echt cruiseschip! We gaan ons rot amuseren en ons laten verwennen in luxe!’ Robin dacht aan wat zijn moeder hem had gezegd toen zijn vader hem zo onverwachts voor deze cruise had uitgenodigd. Hij heeft een slecht geweten, had ze gezegd. Een heel jaar heeft hij niet naar je omgekeken. Hij heeft zelfs niet eens gebeld. En dat wil hij nu in tien dagen allemaal weer goedmaken! Robins ouders waren gescheiden. Zijn vader woonde al een paar jaar in Parijs met een vrouw die eigenlijk zijn secretaressa was. Robin en zijn moeder waren achtergebleven in het saaie Antwerpen, waar ze altijd gewoond hadden. ‘Nou, wat denk je ervan?’ vroeg Ludovic Roover. ‘Gaan we binnen een kijkje nemen?’ Robin knikte vurig en tilde met beide handen zijn bagage op: een grote nylon rugzak met rode en zwarte patronen. 2
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
‘Zal ik een handje helpen?’ bood Ludovic aan. Robin schudde zijn hoofd. ‘Het is niet zwaar.’ Ludovic Roover keek verbaasd toe hoe zijn twaalfjarige zoon een rugzak schouderde die haast net zo groot was als hijzelf. Robin wankelde even terwijl hij zijn evenwicht zocht. ‘Wat heb jij allemaal meegebracht? Je weet toch wel dat je aan boord geen tent nodig hebt en geen slaapzak?’ Robin schoot zijn vader een meewarige blik toe. Ludovic Roover haalde zijn schouders op en liep toen achter zijn zoon verder door het gangpad. Hij trok zelf een stevige grijze Samsonite koffer op wieltjes achter zich aan. Robin en zijn vader schenen niet echt bij elkaar te passen. Robin leek veel meer op zijn moeder dan op zijn vader. Hij had halflang donkerbruin haar, dat hip voor zijn ogen hing en met zijn kleren kon hij zo gaan skateboarden. Ludovic Roover had daarentegen lichtbruin millimeterkort haar, dat overeind stond als een borstel. Hij droeg een klein, dun metalen brilletje en was gekleed alsof hij op zakenreis vertrok. Het gangpad naar het schip was voorzien van ramen, waardoor je de kade en het grote witte schip kon zien. Bij de brede deur van het schip stond een stewardess, die de passagiers glimlachend begroette. Ludovic stopte en draaide zich naar Robin. ‘We verlaten nu Belgische bodem. Het schip is immers officieel buitenland. Ben je er klaar voor?’ ‘Papa, ik ben al vaak in het buitenland geweest hoor’, zei Robin en hij dacht aan de talloze vakanties samen met zijn moeder in de gammele camper. ‘Maar op cruise ben je toch nog nooit geweest, of wel soms?’ Robin zuchtte. ‘Nee, papa.’ ‘Nou’, zei Ludovic en stapte vastberaden over de drempel 3
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
aan boord van de Jan Vermeer. ‘Een kleine stap voor een mens, maar een grote sprong voor... nou ja, vader en zoon.’ ‘De New Amsterdam Lines heet u van harte welkom aan boord van de Jan Vermeer’, zei de stewardess. Robin bleef echter op de metalen vloer van het gangpad staan. Zijn vader en de stewardess keken hem afwachtend aan. Het leek wel alsof de jongen plots argwaan gekregen had. ‘Is dit een Hollands schip?’ vroeg Robin, want de stewardess had hen met een opvallende Nederlandse tongval begroet. ‘Ja... natuurlijk’, antwoordde zijn vader. ‘Dat merk je toch ook aan de naam, Jan Vermeer? Dat was een bekende Nederlandse kunstschilder. Bevalt het je soms niet? We kunnen met iedereen gewoon Nederlands praten. Dat is toch makkelijk?’ Robin was het gewend om op vakantie Engels te spreken of zich uit te drukken in een mengeling van woorden uit verschillende talen die hij in de loop van de jaren had opgepikt. Hierdoor was Nederlands voor hem een soort codetaal geworden, die hij kon gebruiken wanneer iets tegen mams wilde vertellen dat niemand anders mocht horen. ‘Euh... ja, cool’, zei hij uiteindelijk en betrad Nederlandse bodem. Binnen was de Jan Vermeer net een viersterrenhotel. Alleen was alles een beetje kleiner en smaller. Er was een lobby met een balie, waar zijn vader een keycard kreeg, een soort bankkaart die als sleutel diende voor de kamer. Vanuit de lobby van het schip kon je de trap nemen of de lift naar de hoger gelegen dekken. Het gelakte hout en het gepolijste metaal blonk en schitterde onder de felle lampen. Het personeel droeg een uniform, dat bestond uit een zwarte broek, een wit hemd of blouse met een klein zwarte strikje 4
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
en daarover een blauw vest. Als je goed keek, kon je ook een dunne, oranje boord ontwaren aan de zakken van het vest, zodat het personeel als het ware in de Nederlandse driekleur was getooid. Robin probeerde zich zijn moeder voor te stellen in zo’n uniform. Wanneer ze samen op vakantie gingen werkte Stella Roover immerrs steeds in een hotel of restaurant om wat bij te verdienen. Maar deze keer zou Robin niet samen met het personeel in de keuken moeten eten; deze keer zou hij zelf een van de hotelgasten zijn en zich naar hartenlust laten bedienen. Hij waande zich zelfs een beetje als een oplichter, die na afloop de rekening niet zou kunnen betalen. Zijn vader wiegde de keycard met het nummer 338 voor Robins neus heen en weer. ‘Kom je nog? Onze kamer is hier op dek nummer drie.’ Robin zag nu dat er een onderscheid was tussen de kamers, naargelang het dek waar ze gelegen waren. Helemaal beneden, op dek één, waren de kleinste en goedkoopste cabines en daar verbleef ook het personeel. Hoe hoger je ging in het schip, hoe duurder de kamers werden. Tenminste, als je de luxeappartementen even buiten beschouwing liet, die helemaal voorin lagen met uitzicht op de boeg. Kamer 338 op het derde dek lag ongeveer in het midden. Die keuze was dan ook weer typisch voor paps. Hij wilde natuurlijk niet krenterig overkomen, maar ook niet als iemand die het geld over de balk gooide. En dus koos hij meestal iets dat het midden hield tussen spotgoedkoop en pokkeduur, ongeacht of hij een das kocht of een maaltijd bestelde in een restaurant. Kamer 338 zag er net zo uit als een typische hotelkamer; ze was alleen een beetje kleiner. Er was een groot raam, dat een mooi uitzicht zou geven op zee eenmaal ze uit de 5
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
haven vertrokken waren. Aan weerskanten van het raam stond een enkel bed. ‘Gelukkig’, zei Robin zacht. ‘Geen dubbel bed!’ Zijn vader grinnikte. ‘Wees maar niet bang, kerel. Onze bedden zijn gescheiden. Zo ver ik weet, zijn alle kamers hier zo ingericht. Dat neemt een klein beetje minder plaats in als een dubbel bed.’ ‘Nou, zo erg zou het nu ook weer niet geweest zijn. Je bent toch mijn pa. Maar het zou wel een beetje vreemd geweest zijn.’ Ludovic gaf zijn zoon een beminnelijke blik. ‘Ik weet dat je geen kind meer bent, Robin. Je bent op een leeftijd gekomen dat... euh...’ ‘Jaja, ik weet het’, kreunde Robin en hij liet zijn enorme rugzak van zijn schouders glijden. ‘De puberteit en zo! Dat krijg ik van mama ook voortdurend te horen. Ze zegt dat het door de puberteit komt dat mijn cijfers slechter worden, door de puberteit draag ik voortdurend vuil ondergoed en omwille van de puberteit heeft ze me ook nog zalf tegen puistjes gekocht!’ Robin liet zich op het bed rechts van het raam vallen en koos daarmee ook meteen de plek waar hij wilde slapen. ‘Dat gaat wel voorbij’, poogde zijn vader hem gerust te stellen. ‘Maar ik heb helemaal geen puberteit!’ antwoordde Robin stuurs. ‘Ik heb geen puistjes! En ik had maar één cijfer op mijn rapport dat niet zo goed was! Maar één! En dat met dat ondergoed, nu ja,... dat was een vergissing!’ Ludovic Roover moest zich beheersen om niet te lachen. In de plaats daarvan trok hij zijn wenkbrauwen op tot boven de rand van zijn kleine brilletje. Robin kreunde: ‘Mama beweert altijd dat ik puberteit heb, maar ik heb geen puberteit!’ 6
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
‘Eigenlijk ben je in de puberteit’, corrigeerde zijn vader de grammatica van zijn zoon. ‘Neee-eeh! Ben ik niet!’ riep Robin verstoord. ‘Oké, je bent niet in de puberteit!’, verbeterde Ludovic zichzelf. ‘Precies!’ zei Robin tevreden en kruiste zijn armen. ‘En we zullen dat vreselijke woord ook niet meer uitspreken.’ ‘Goed’, zei Robin nog tevredener. ‘Jij slaapt daar en ik slaap hier en ik zal mijn best doen om niet te snurken.’ ‘Perfect’, zei Robin opgelucht. ‘Dan zal het vast wel een aangename, ontspannende cruise worden.’ Terwijl zijn vader de inhoud van zijn grijze koffer netjes in de kleerkast opborg, bestudeerde Robin de kaart die naast de deur hing. Daarop stonden aanwijzingen hoe je de reddingsvesten moest aantrekken, die bovenin de kleerkast lagen, en waar je heen moest om bij de reddingssloepen te komen. Toen hij zich omdraaide merkte hij dat het schip was losgemaakt van de kade en heel langzaam in beweging kwam. Zonder de minste trilling of geluid begon de Jan Vermeer aan zijn reis naar de Golf van Biskaje. Robins vader schoof zijn lege koffer onder het bed en klemde een zwarte laptop onder zijn arm. Robin deed alsof hij de spullen die in zijn rugzak zaten eveneens in de kleerkast wilde opbergen, maar toen zijn vader even niet keek schoof hij de volle tas in de kast en sloot de deur. Hij keek argwanend naar de computer onder zijn vaders arm. Die had hij beslist niet meegebracht om te gamen. Zijn vader merkte Robins blik niet op en zei: ‘Aan dek kunnen we vast wel zien hoe het schip de haven uit vaart.’ 7
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
Toen opende hij de kamerdeur en deinsde geschrokken weer terug toen iemand hem aansprak. ‘Oooh! Wat een verrassing!’ riep een schelle vrouwenstem. ‘Ik geloof dat we buren zijn!’ Robin loerde voorzichtig om het hoekje van de kleerkast. Voor de deur van de kamer stond een niet zo grote, maar wel ontzettend brede dame. Met haar lange, bontgekleurde jurk met ruches en tierlantijntjes en haar even bontgekleurde tulband op haar hoofd, leek ze uitgedost alsof ze naar het carnaval van Rio ging. Het magere lijf van papa stond nog in de deuropening en zocht wanhopig naar een manier om deze brede, bontgetooide hindernis te passeren. Aarzelend schudde hij een klein, dik handje met lange, rozegelakte nagels. ‘Euh ja... aangenaam’, glimlachte Robins vader gemaakt. ‘Dit is al mijn vierde cruise met dit schip’, kakelde de dame. ‘En ik moet toegeven, dat ik er helemaal aan verslaafd geworden ben. Weet u, de meeste mensen gaan op reis met het vliegtuig om zich dan wekenlang in een hotel te zitten vervelen. Maar hier ben je al meteen in het hotel en het brengt je vanzelf naar de mooiste plekken die je je maar kun inbeelden. En iedere dag valt er wel wat nieuws te zien of te beleven. Is dit uw eerste cruise?’ ‘Euh’, zei Ludovic terwijl hij nadacht. ‘Nou, ik ben er zeker van dat we het op deze reis zo ont-zettend naar onze zin zullen hebben, dat u nooit weer op een andere manier zult willen reizen!’ ‘O ja, zeker’, zei Ludovic. ‘Euh... aangezien u dit schip reeds zo goed kent, zou u mij misschien kunnen vertellen waar we hier aan boord het beste uitzicht hebben?’ ‘Maar overal natuurlijk, mijn beste!’ antwoordde de dame en nam een houding aan die haar omvang nog meer benadrukte. ‘Maar waarom gaat u niet naar het restaurant? 8
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
Het is toch haast middag en daar heeft u een fan-tas-tisch uitzicht.’ De dame benadrukte haar zin door met haar lichtblauw beschilderde oogleden te knipperen. ‘O ja?’ zei Ludovic Roover en hield zijn computer als een schild voor zich uit, alsof hij daarmee de langzaam oprukkende bontgeklede massa van de dame probeerde af te weren. ‘Bedankt voor de tip. Ik zal het zeker onthouden.’ Toen zette hij een stap achteruit en maakte aanstalten om de kamerdeur weer dicht te doen. ‘Toedels!’ zong de dame op een verleidelijke toon. Ludovic sloeg de deur dicht en drukte zijn rug ertegen. Hij leek te luisteren of de bonte buurvrouw de gang uitging. ‘Wat was dat?’ fluisterde Robin stil. Zijn vader keek om, alsof hij zich plots weer realiseerde dat hij niet alleen was. ‘Waarop ben je mij niet uit de brand komen helpen?’ ‘Ik?’ fluisterde Robin. ‘Hoe zou ik je hebben kunnen helpen?’ ‘Nou...’, begon zijn vader en hij zocht naar de juiste woorden. ‘Je snapt toch wel, dat ik niet op cruise ben om vrouwvolk aan de haak te slaan. Dit is onze mannenreis! En als de... dames zien, dat ik hier met mijn zoon ben...’ ‘O’, zei Robin en liet zijn schouders zakken. ‘Je bedoelt dat ik de dames wegjaag, als ik erbij ben.’ ‘Nou... nee... zo bedoel ik het ook niet’, stamelde Ludovic. ‘Maar ik begrijp het wel hoor’, zei Robin met een knikje. ‘Het staat mij ook niet aan wanneer iemand mijn papa probeert te versieren. Vanaf nu ben ik je officiële damesverschrikker.’ ‘Goed’, lachte Ludovic Roover. ‘Maar overdrijf nu ook weer niet. Zeg gewoon papa tegen me. Dat zou moeten volstaan als afschrikking.’ ‘Oké, papa’, grijnsde Robin. 9
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
2. Erwtensoep De Belgische kust was nog slechts een grijze streep aan de horizon toen Robin en zijn vader in het restaurant aan een tafeltje zaten bij het grote panoramische raam. De Jan Vermeer liet een breed wit schuimspoor achter in de grijze Noordzee. ‘Nooit gedacht dat we zo snel op de open zee zouden zijn’, zei Robin. ‘Hoe snel varen we eigenlijk?’ ‘Zeventien knopen’, antwoordde zijn vader. Robin keek hem een beetje idioot aan. Hij wist natuurlijk wel dat de snelheid van een schip in knopen werd uitgedrukt, maar hij had geen flauw idee hoe snel dat nu precies was. ‘Dat is ongeveer dertig kilometer per uur’, verduidelijkte zijn vader. ‘Maar dertig?’ vroeg Robin verbaasd. ‘Ik ga nog sneller op mijn fiets! Hoe gaan wij aan een slome dertig kilometer per uur ooit tot in de Golf van Biskaje geraken?’ ‘Denk maar eens na! Vergeet niet dat dit schip dag en nacht vaart zonder te stoppen. Hoe ver geraken we dan in vierentwintig uur?’ Ludovic Roover trok een gezicht alsof hij plotseling Robins wiskundeleraar geworden was. Hij verwachtte warempel een antwoord! ‘Wat?’ mompelde Robin alleen maar. Wanneer hij zomaar uit het niets een wiskundeopgave moest oplossen, was het net alsof het licht in zijn hoofd plots uitging. Zelfs wanneer het een redelijk gemakkelijke opgave was. Het deel van zijn hersenen dat zich met wiskunde moest bezighouden, gaf op zulke momenten geheid de geest. ‘Robin! Dertig kilometer maal vierentwintig uur! Dat is toch niet zo moeilijk?’ ‘Euh...’, stamelde Robin. ‘Nemen we er even je computer 10
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
bij?’ Ludovic legde zijn handen op zijn gesloten laptop. ‘Drie maal vierentwintig! En achter de uitkomst hang je nog een nul!’ Een paar tellen bleef Robin met open mond wachten tot het rekencentrum in zijn hersenen een teken van leven gaf. Uiteindelijk zei hij nukkig: ‘Papa! Ik heb vrijaf! We zijn met vakantie!’ Zijn vader zuchtte. ‘Zevenhonderdtwintig. De Jan Vermeer vaart zevenhonderdtwintig kilometer in vierentwintig uur. Binnen twee dagen zijn we in Biskaje. Ik denk niet dat je dat met de fiets kunt.’ Robin liet zich een beetje dieper in zijn stoel zakken. Zijn vader klapte de computer open en zette hem aan. ‘Haal je ons wat te eten? Het buffet zal al wel open zijn.’ ‘Oké,’ zei Robin en hij keek naar het midden van het restaurant, waar reeds een groot aantal passagiers met dienbladen in de handen stond aan te schuiven. ‘Wat wil je eten?’ Ludovic schokschouderde zonder van het scherm op te kijken. ‘Maakt niet uit. Kies jij maar.’ ‘Oké’, zei Robin opnieuw en stond op. Toen hij met zijn dienblad bij het buffet kwam, stond Robin echter voor een probleem. Hij kon het gebraden vlees en de saus wel ruiken, maar hij kon er niets van zien. Tussen hem en het buffet stond immers een muur van de brede achterwerken. Al sorry zeggend probeerde hij zich ertussen te wringen, maar steeds kwam er weer een ander achterwerk voor hem staan. Robin voelde een onweerstaanbare drang om de brutale bipsen een flinke mep met zijn lege dienblad te verkopen. 11
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
Plotseling zag hij een stukje van het buffet dat blijkbaar verwaarloosd werd. Er stonden verschillende stapels met soepterrines en een grote ketel met misselijk groene erwtensoep. Iew! dacht Robin en zelfs het rekencentrum in zijn hersenen, dat zich ondertussen voorzichtig weer uit zijn schuilplaats had gewaagd, trok zich met afschuw een beetje terug. Geen wonder dat niemand aan dit buffet aanschoof. Robins moeder maakte nu en dan erwtensoep uit blik klaar, wanneer ze weer eens een dag als armemensendag had uitgeroepen. Erwtensoep was immers goedkoop en zo werd er weer wat geld uitgespaard voor andere dingen. Maar papa had gezegd dat het voor hem niets uitmaakte en dus vulde Robin een terrine met de papperige brij en plaatste ze, samen met een paar sneden stokbrood, op zijn dienblad. Toen hij weer naar zijn vader wilde terugkeren om hem te vertellen dat het vandaag armemensendag was, kwam er eindelijk een opening in de massa. Even weken de brede achterwerken uiteen, zodat Robin warempel het grote buffet kon zien. Het was bijna helemaal geplunderd, maar op een ronde, zilveren schotel, lagen nog twee kippenbouten! Eentje voor papa en eentje voor Robin. Armemensendag is geschrapt, dacht Robin en hij wilde de kippenbouten pakken. Maar een andere arm was sneller. Een wat mollige, bruingebrande hand griste de kippenbouten met twee snelle bewegingen weg en legde ze op een reeds flink gevuld bord. ‘Hmm, kippenboutjes!’ zei een verrukte stem. ‘Ik ben dol op kippenboutjes!’ Robin ontwaarde alleen maar een schreeuwerig Hawaïhemd, dat bij de mollige hand en het overvolle bord hoorde en zag toen dat in het hemd een zwartharige 12
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
jongen zat, die al meteen zijn tanden in een van de bouten zette. Geïrriteerd stelde Robin vast dat op zijn dienblad nog steeds alleen maar een bord met fletsgroene erwtensoep stond. ‘Getver! Ga je dat eten?’ vroeg iemand met vole mond. De jongen in het hawaiihemd had Robin opgemerkt en keek kauwend naar de soepterrine op zijn dienblad. Robin voelde zich stilaan het kookpunt bereiken en klemde zijn tanden op elkaar. ‘Nee, ik ben alleen op zoek naar iemand bij wie ik die groene drek over zijn kop kan gieten!’ antwoordde hij driftig. Even keken de jongens elkaar zwijgend aan. Ze konden allebei wel zien dat ze ongeveer even oud waren en wisten dat er aan boord van de Jan Vermeer niet veel andere mensen waren waar Robins dreigement op van toepassing zou kunnen zijn. Uiteindelijk grijnsde de jongen met het Hawaïshirt. ‘Hehe, cool!’ grinnikte hij. ‘Dat zou wel ontzettend gaaf zijn als je die derrie hier uitgiet en er dan nog een passend geluid bij maakt: Beuwaark!’ Hij deed alsof hij op zijn overvolle bord kotste. ‘Dan denk ik dat al die sukkels hier ons netjes uit de weg zullen gaan.’ Dat joch snapt niet eens dat hij die kippenbouten van voor mijn neus heeft weggekaapt! dacht Robin, terwijl hij de jongen in het Hawaïshirt nog steeds woest aankeek. Waarschijnlijk lag het aan Robins ogen. De mensen zeiden altijd dat hij dezelfde hertenogen had als zijn moeder, die zo lief en vertederend konden kijken, alsof ze nooit een vlieg kwaad zouden doen. ‘Nee, serieus’, mompelde de jongen met de kippenbouten. ‘Lust je dat echt?’ 13
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
‘Hoe zou ik iets anders moeten eten als iedereen hier als een bende losgeslagen geiten het hele buffet leegvreet?’ ‘Wil je mijn lasagne?’ vroeg de andere jongen opeens. ‘Ik ben dol op lasagne!’ Hij hield Robin een bord van zijn dienblad voor. ‘Als je... euh... ja!’ ‘Jij bent echt wel een groentje’, grinnikte de zwartharige jongen en zette de lasagne naast de erwtensoep op Robins dienblad. ‘Je bent vast nog nooit op cruise geweest? Ik bedoel, zoals jij hier aan het buffet aanschuift... Als je niet voorkruipt, krijg je alleen maar de restjes te pakken. Of de groene derrie...’ Robin wist niet wat hij daarop moest antwoorden en vertrok zijn gezicht. ‘Ik zou je natuurlijk wel een paar tips kunnen geven, ik ben immers al heel vaak op cruise geweest’, ging de jongen verder en wipte zijn wenkbrauwen op en neer, alsof hij een of andere dubbelzinnige opmerking had gemaakt. ‘Je zou zelfs kunnen zeggen dat ik een echte professional ben.’ Eigenlijk zag de jongen eruit alsof hij al zijn hele leven op cruise was, vond Robin. Hij was bruingebrand van het zwembad, een beetje mollig van de kip en de lasagne en hij droeg een Hawaïshirt, een bermuda en open sandalen. ‘En hoe heet jij,... professional?’ vroeg Robin. ‘Pieter-Jan’, zei de jongen. ‘Maar mijn vrienden noemen me Pinkie. Jij mag me natuurlijk ook Pinkie noemen, als je dat wilt.’ ‘Oké, Pinkie. Ik ben Robin.’ ‘Leuk. Hoi, Robin. Wij komen uit Utrecht, m’n moeder en ik. En jij?’ ‘Antwerpen’, antwoordde Robin. ‘Uit Vlaanderen, dus. Ik ben hier met mijn pa.’ ‘Laat me raden, je ouders zijn ook gescheiden?’ 14
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
‘Nou... ja’, mompelde Robin. Eigenlijk wilde hij er niet over praten en al zeker niet terwijl de lasagne en de erwtensoep op zijn dienblad langzaam koud aan het worden waren.’ ‘Is toch normaal?’ zei Pinkie. ‘Mijn moeder is al twee keer gescheiden. Één keer van m’n vader en de tweede keer van een oude vent met veel geld. Daardoor kunnen we ons al deze cruises veroorloven.’ Robin luisterde niet echt, want hij had gemerkt dat aan de tafel, waaraan zijn vader zat, een kleine, dikke dame in een bonte jurk en met een even bonte tulband op het hoofd was opgedoken. Dat was de dame met de schelle stem die arme papa in de gang voor hun kamer had aangesproken en waarvoor Robin hem eigenlijk moest beschermen. ‘Ik moet mijn vader even gaan helpen’, zei Robin en liep met zijn dienblad naar de tafel. Pinkie liep met hem mee en taterde ondertussen verder. ‘En dus, om eerlijk te zijn, vind ik het eigenlijk best wel goed zoals het is. Ik ben dol op echtscheidingen!’ ‘Luister!’, zei Robin en hij bleef abrupt staan. ‘Als het voor jou toch allemaal eender is, kun je me misschien helpen.’ ‘Ja?’ ‘Zeg papa tegen mijn vader, zodat het lijkt alsof hij twee zonen heeft. Jij en ik.’ ‘Oké, geen probleem’, zei Pinkie. ‘Daar ben ik een echte professional in.’ ‘Super!’ zei Robin, terwijl hij zich afvroeg of deze jongen in het Hawaïshirt echt meende dat hij een professional was in het papa zeggen tegen vreemde mannen. Hij liep naar de tafel en zette zich naast Ludovic Roover. ‘Dag papa’, zei hij luid en duidelijk tegen zijn vader en wierp daarbij een zijdelingse blik op de bontgeklede dame. ‘Hoi, mam’, zei Pinkie. ‘Wat? Nee!’ zei Robin. 15
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
‘Dag mijnheer papa van Robin’, zei Pinkie tegen Ludovic Roover. ‘Oooh, wat een verrassing’, kakelde de dikke dame. ‘U heeft ook een zoontje!’ Ze bracht verrukt haar handen samen. ‘Twee’, voegde Robin eraan toe. ‘Wat?’ vroeg Ludovic Roover, want hij begreep er natuurlijk niets van. ‘Euh...’, begon Pinkie hoofdschuddend en fluisterde toen snel in Robins oor: ‘Dat is m’n moeder.’ Toen ging hij naast de bontgeklede dame zitten. ‘Boing!’ zei Robin. ‘Pieter-Jan, mijn zoon uit mijn eerste huwelijk’, stelde de dame de jongen in het Hawaïshirt voor. ‘Hij is in zekere zin een jeugdzonde... En ik ben Helena. Helena Swartenbroeckx.’ ‘Aangenaam’, zuchtte Ludovic en klapte zijn computer dicht. ‘Wil je lasagne, papa?’ vroeg Robin een beetje sip. Zijn vader sloeg er geen acht op en nam zwijgend de terrine met groene erwtensoep van het dienblad en sopte er een stuk stokbrood in. ‘Dat is Robin. Mijn zoon – geen jeugdzonde.’ ‘Hihi’, giechelde Pinkie en kloof verder aan de kippenbotjes. Het leek hem helemaal niet te deren dat zijn moeder hem als een jeugdzonde had bestempeld. ‘Kijk eens aan, ze zijn al vriendjes geworden!’ riep Helena Swartenbroeckx vertederd. ‘Ach, wat hebben kinderen het toch goed! Ze hebben maar tien minuten nodig om nieuwe mensen te leren kennen. Geniet ervan, kinderen! Want eens jullie volwassen zijn, wordt het allemaal zo vreselijk ingewikkeld. Nietwaar, mijnheer Roover?’ Ludovic gluurde over de rand van zijn brilletje en zei: ‘Ik zou zelfs durven zeggen dat het soms bijna onuitstaanbaar is.’ 16
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
Helena Swartenbroeckx leek de toespeling niet te snappen, maar lachte tevreden en friemelde aan de rushes die de diepe décolleté van haar jurk omzoomden. Het verbaasde Robin dat de dikke laag roze make-up op haar lippen niet barstte wanneer ze lachte. ‘Moet ik nog steeds papa tegen je vader zeggen?’ fluisterde Pinkie snel tegen Robin. ‘Pieter-Jan, wat zit je daar te smoezen?’ kwam zijn moeder tussen. ‘Wat ben je nu weer van plan? Breng me niet in verlegenheid hoor!’ ‘Het was Robins idee! Ik moest... nou, laat maar’, antwoordde Pinkie. ‘Euh...’, begon Robin en hij keek naar de anderen, maar niemand leek op een verklaring van hem te wachten. Hij fluisterde toen haast onhoorbaar tegen Pinkie: ‘Het had een grapje moeten zijn, maar het is de mist in gegaan.’ Toen sneed hij de lasagne op zijn bord met zijn lepel in kleinere stukken. ‘Eet u niets?’ vroeg Ludovic aan Helena. ‘Ik moet op mijn lijn letten’, antwoordde ze en knipperde met haar zwarte mascarawimpers. ‘Op die cruises krijg je altijd zo veel te eten, dat het sporen op mijn heupen heeft achtergelaten. Ik moet iedere dag een maaltijd overslaan, anders maak ik geen schijn van kans tegen de kilo’s.’ ‘En te drinken krijg je ook altijd meer dan genoeg op een cruise’, voegde Pinkie er kauwend aan toe. ‘Pieter-Jan!’ zei zijn moeder op vermanende toon. ‘Breng me niet in verlegenheid! Je spreekt niet met volle mond!’ Ze keek naar Ludovic en zei, opnieuw aardiger: ‘Gaat u vanavond ook naar de show kijken, mijnheer Roover?’ Ludovic slikte een guts erwtensoep door en antwoordde verrast: ‘Is er dan een show hier aan boord?’ ‘O ja. Ieder cruiseschip heeft wel een show en dus ook de 17
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
Jan Vermeer. Het is een variété met zangers, komieken en goochelaars. Wie op cruise is en niet naar de show gaat kijken, die mist toch wel iets. Zeg niet dat u al plannen heeft voor vanavond!’ ‘Nou ja’, zei Ludovic peinzend en hij wierp een blik op zijn dichtgeklapte computer. ‘Even kijken...’ Ook Robin wierp een peinzende blik op de computer, maar dan vooral omdat hij het ding meer en meer ging wantrouwen. Wilde zijn vader op deze cruise de tijd soms verdrijven door te werken?’ ‘Maar jij wilt toch vast wel de show zien?’ vroeg Pinkie aan Robin. ‘Ja, waarom niet’, antwoordde Robin. ‘Cool!’ grijnsde Pinkie. ‘Je zult het echt wel gaaf vinden! Ik ben dol op shows!’
18
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
3. Showtime Later die middag zat Robin op zijn bed in kamer 338 en bestudeerde de folder die met kleurige foto’s de faciliteiten aan boord van de Jan Vermeer in de verf zette. ‘Er is een game room. En helemaal boven is er een sportdek, en ze hebben er een FlowRider, papa!’ Ludovic Roover keek wat verward op van zijn laptop. ‘Een wat-voor-draaier?’ ‘Rider! Een FlowRider! Daar kun je op surfen, net als in het echt!’ Robin stak de folder op en wees naar de foto. ‘O, ja, mooi, mooi’, zei zijn vader met een vluchtige blik. ‘Vind je dat dan leuk? Ik bedoel, jij kunt toch al surfen op een echt surfboard en dat riderding is toch meer iets voor beginnelingen?’ ‘Nou ja,’ gaf Robin toe, ‘maar het is toch altijd beter dan hier zitten roesten op de kamer. Mag ik?’ ‘Vergeet niet dat we een afspraak hebben om zes uur’, zei Ludovic, terwijl zijn vingers over het toetsenbord van zijn computer ratelden. ‘We gaan met Helena en Pinkie dineren en daarna gaan we...’ ‘Ja, daarna gaan we naar de show kijken, weet ik’, zei Robin. ‘Maar dat is pas vanavond! Ik ben op tijd weer terug!’ Zonder meer sprong Robin op van zijn bed, schoof zijn rugzak uit de kast en kleedde zich om. ‘Neem toch maar een dekplan mee’, zei Ludovoc en hij stak een vouwblaadje met een doorsnede van de Jan Vermeer omhoog. ‘Waar moet ik dat stoppen?’ vroeg Robin en hij wees naar zijn zwembroek, die hoegenaamd geen zakken had. ‘Pap, zo gigantisch is dit schip nu ook weer niet hoor!’ ‘Ik wil alleen maar vermijden dat ik je moet gaan zoeken’, zei zijn vader. ‘Zorg dat je ten laatste om vijf uur weer hier 19
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
bent, oké?’ ‘Vijf uur?’ ‘Ja, vijf uur. Je kunt toch niet in je zwemshort op restaurant en daarna naar de show gaan kijken?’ Robin zuchtte, maar papa zat alweer met zijn neus in zijn computer. Helemaal bovenaan, tien verdiepingen boven de blauwe, fonkelende zee, lagen de cruisepassagiers in lange rijen naast elkaar te zonnen op de dekstoelen. In het midden van het dek lag een klein zwembad, waar het reeds wemelde van het volk. De opbouw van het schip en de hoge glazen wanden, hielden de koele wind tegen. Op het dak van de achterste opbouw lag het sportdek met de FlowRider. Robin stormde de trappen op en terwijl hij een blik in de diepte wierp, beeldde hij zich in wat er zou gebeuren wanneer je een bal over het doel trapte en hij tien verdiepingen lager in zee zou belanden. Op het sportdek van de Jan Vermeer was er dan ook geen tennis- of basketbalveld, maar wel een soort golfsimulator met donkergroen kunstgras en daarnaast een klimmuur die Robin niet bijzonder uitdagend leek. Daarachter lag de FlowRider. Die leek te zijn toegevoegd om toch een klein beetje actie op het anders behoorlijk saaie sportdek te brengen. Hij was aangelegd in een ondiep, licht hellend zwembad, waarin het water voortdurend in beweging was. Onder hoge druk werd het over de schuine bodem van het zwembad naar boven gestuwd, waar het weer in het circuit verdween. Wie genoeg lef had, kon proberen om met een klein surfboard over deze sterke stroming te rijden. Dat was echter meer te vergelijken met een poging om bij een rodeo op de rug van een wild paard te blijven zitten. Natuurlijk belandden de meeste mensen al na een paar 20
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
seconden in het kolkende water, onder het spottende gelach van de toeschouwers aan de kant. Als ervaren surfer was Robin vastbesloten om niemand ook maar het minste leedvermaak te gunnen. Geduldig ging hij in de rij wachtenden staan aanschuiven. De andere jongens en meisjes leken echter allemaal een paar jaar ouder dan hij. Iedereen die in de rij stond om de FlowRider uit te proberen, kreeg hulp van een man in een zwart rubberpak, die helemaal bovenaan stond. Hij hielp je om op het kleine surfboard te staan en hield je even vast. Toen Robin eindelijk zelf op het board stond, snapte hij waarom de meeste mensen zo snel in het water belandden. Het surfboard danste in de wilde stroming en het voelde eerder als een snowboard bij een wilde afdaling. Robin ging een beetje door de knieën en probeerde op die manier verbeten zijn evenwicht te bewaren. Toen hij het min of meer gewend was, begon hij voorzichtig op het kolkende water heen en weer te glijden in slalom. Door de omstanders ging een verbaasde zucht. In de hoek van zijn oog zag Robin een bekend gezicht. Pinkie stond tussen de toeschouwers met een ijsje in zijn hand, maar Robin weerhield zich ervan om te knipogen, omdat hij daarmee geheid zijn concentratie en bijgevolg ook zijn evenwicht zou verliezen. Niettemin kwam de helper in rubberpak naar hem toe en tilde hem van het surfboard. ‘Zo is het wel genoeg, jongman’, zei hij. ‘Laat de andere mensen ook aan de beurt.’ Uit de toeschouwers klonk hier en daar handgeklap, maar het was moeilijk te zeggen of het voor Robins kunsten was, dan wel voor het ingrijpen van de man in gummipak. ‘Hoi!’ groette Pinkie, toen Robin uit de FlowRider klom. ‘Ik wist helemaal niet dat jij zo goed kon surfen!’ 21
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
‘Tuurlijk kan ik surfen’, pochte Robin. ‘Maar dat ding heeft eigenlijk niet veel met surfen te maken.’ ‘Het ziet er toch wel moeilijk uit’, zei Pinkie, terwijl een oudere blonde tiener op de FlowRider zijn evenwicht probeerde te bewaren. ‘Bangerik’, plaagde Robin. ‘Probeer het maar eens!’ Pinkies bruingebrande snoet kreeg een schijn van paniek. ‘Wat? Ik?’ ‘Tuurlijk, kijk maar. Die vent in zijn rubberpak zet je op het surfboard. Er kan je niets gebeuren.’ Pinkie, die nog een eindje van zijn ijshoorntje tussen zijn vingers klemde, leek op zoek naar een of andere uitvlucht. Langzaam duwde hij het laatste stukje in zijn mond en kauwde besluiteloos. Toen de blonde tiener in het water plonsde en het honende gejoel uitbarstte, slikte Pinkie door. Robin duwde hem resoluut naar de wachtrij. ‘Ik ga wel met je mee.’ ‘Euh... o, dank je’, zei Pinkie mat. ‘Je zei dat je uit Antwerpen komt, niet?’ Robin knikte. ‘Heb je daar altijd gewoond? Ik bedoel, ben je daar geboren?’ ‘Ja’, antwoordde Robin verbaasd en hij vroeg zich af of het uiterlijk aan hem te merken was dat hij een echte Antwerpenaar was. ‘Dacht ik al’, zei Pinkie. ‘Jij spreekt anders dan de andere Belgen, die ik al ben tegengekomen.’ Hoewel Robins Antwerpse tongval niet zo overduidelijk was als bij de meeste mensen uit zijn geboortestad, verbaasde hij zich erover dat Pinkie het verschil kon horen. ‘Hopelijk heb je geen ondertitels nodig om me te verstaan! Het is aan jou!’ zei Robin en hij duwde Pinkie voor zich uit 22
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
tot bij de man in het rubberpak. ‘Probeer het eerst op je buik, dan verlies je minder snel je evenwicht.’ Dat vond Pinkie een goed idee en ondanks het feit dat verschillende toeschouwers hem schenen uit te lachen, deed hij een eerste schuchtere surfpoging terwijl hij op zijn buik op de plank lag. Weldra ervoer Pinkie ook hoe leuk het was om op de wilde waterstroom te rijden en dat het hoegenaamd geen pijn deed als hij van het board viel. Net zoals Robin ging hij steeds opnieuw in de rij staan en na een paar pogingen, durfde hij zelfs om min of meer rechtop op het board te gaan staan. Beide jongens hadden geen flauw benul van de tijd, tot Robin iemand in de rij hoorde zeggen dat het half zes was. ‘Shit! Ik heb mijn vader beloofd om vijf uur terug te zijn!’ ‘Nou, dan moet ik ook door!’ zei Pinkie ontgoocheld. Natuurlijk was Robin het nummer van de kamer vergeten, maar aangezien ze buren waren, hoefde hij Pinkie maar te volgen. Robin hoefde ook niet naar de kamer te zoeken, want hij zag zijn vader al met gekruiste armen in de deuropening staan. Met een vluchtig tot straks namen Robin en Pinkie afscheid van elkaar. ‘Ik stond net op het punt om je te gaan zoeken!’ zei Ludovic Roover bits terwijl hij zijn kletsnatte zoon binnenliet. ‘Droog je af en kleed je aan! Binnen twintig minuten moeten we in het restaurant zijn.’ Bij het binnengaan keek Robin snel naar het nummer op de deur: 338. ‘Drie drie acht’, herhaalde hij zacht om het nummer te onthouden. ‘Drie drie... nee!’ Hij bleef ontzet voor de kledingstukken staan die op zijn bed lagen uitgestald. ‘Papa, dat meen je niet!’ ‘Zo hoort het nu eenmaal op een cruise’, zei Ludovic Roover. ‘Iedereen zal in avondkledij zijn. Als jij absoluut een 23
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
short en een T-shirt wilt dragen, dan mag je alleen maar in het selfservicerestaurant binnen... en erwtensoep eten.’ Op het bed lag Robins zwarte pak. Hij wist heel zeker dat hij het niet had ingepakt. Zijn vader had het vast stiekem in zijn eigen bagage meegebracht. Het hemd dat hij in juli nog in Lingerton Cove had gekocht lag erbij. Er was dus geen enkele kans dat er iets te groot of te klein zou zijn. Waar Robin wel zeker van was, was dat het aan alle kanten zou schuren en prikken alsof hij een binnenstebuiten gekeerde cactus aan had. Het kon hem niet schelen dat volwassenen hem er knap of sjiek mee vonden staan; hij haatte dat pak als de pest. Voor het diner had Ludovic het restaurant op het negende dek uitgekozen, niet te goedkoop, en ook niet te chic, net zoals de kamer. Het was een restaurant met bediening, zodat Robin deze keer beslist niet met een kom erwtensoep zou opgezadeld worden. Helena en Pinkie waren er nog niet en een dienster kwam Ludo en Robin vragen of ze een aperitiefje wensten. Hoewel Robin wel wist dat daarmee een drankje werd bedoeld, staarde hij de dienster alleen maar verbaasd aan. Ze was nog jong – misschien voorin de twintig en haar lange blonde krullen vielen op haar schouders. Op het naamkaartje dat op haar blauw uniformvest was gespeld, stond: Vanessa. Ze beantwoordde Robins verbaasde blik met een glimlach en stak met een aansteker het theelichtje aan dat op tafel stond. Ludovic Roover bestelde een porto voor hem en voor Robin sinaasappelsap. Even later stond een hoog glas voor Robins neus met een sinaasappelschijfje op de rand, een klein parapluutje en twee rietjes. ‘Ik geloof dat je indruk op dat meiske hebt gemaakt’, zei 24
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
paps en gaf zijn zoon een knipoogje. Robin kreeg een kleur en grinnikte verlegen. Zijn vader hief het glas. ‘Laat ons toosten op een aangename reis!’ Robin tikte het glas van zijn vader voorzichtig aan met zijn enorme glas sinaasappelsap en zoog aan het rietje. ‘Papa?’ vroeg hij toen hij zijn glas weer had neergezet. Ludo proefde smakkend de smaak van zijn porto. ‘Hmm. Die komt beslist niet uit de Aldi.’ ‘Papa!’ herhaalde Robin een beetje harder. Ludovic keek hem glimlachend aan. ‘Toen je me deze ochtend thuis kwam ophalen... het was net... nou...’ Robin keek zijn vader aarzelend aan. ‘Jullie deden net alsof alles weer koek en ei was tussen jullie.’ Ludo schokschouderde. ‘Daar is toch niets mis mee?’ ‘Maar dat is toch niet zo?’ zei Robin met een boze blik. Zijn vader nam opnieuw een slokje van zijn porto en zuchtte. ‘Had je dan liever dat je moeder en ik elkaar de huid vol scholden? We zijn niet gescheiden omdat we elkaar haten. Ik ben gewoon... verliefd geworden op een andere vrouw. Jij wordt toch ook af en toe verliefd?’ Robin keek naar zijn grote glas sinaasappelsap. ‘Je had op z’n minst... iets kunnen zeggen!’ Het voelde net alsof er een hard stukje in zijn keel zat. ‘Het spijt me Robin. Is het dat wat je wilt horen? In ieder geval heb ik er geen spijt van dat ik met je moeder getrouwd ben geweest en ik heb er absoluut geen spijt van dat we jou gekregen hebben. Absoluut niet! Ik hou nog steeds van je moeder en ik ben ontzettend trots op jou!’ Robin veegde snel zijn ogen droog aan zijn mouw. Ludovic zag het en boog een beetje over de tafel naar zijn zoon toe. ‘Het liefst van al zou ik willen dat ik me in twee kon splitsen 25
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
en dat ik twee verschillende levens kon leiden. Eentje voor jou en je moeder en eentje voor mij en Isabel. Maar dat kan ik niet en je kunt je niet inbeelden hoe jammer ik dat vind. Het spijt me, Robin.’ Hij pakte opnieuw zijn portglas op, aarzelde even en zette het toen opnieuw neer op het witte tafellaken. ‘Maar op deze reis ben ik er alleen voor jou, knul. Deze tien dagen zijn van ons en niemand zal ze voor ons verknoeien.’ ‘Niemand?’ antwoordde Robin bits. ‘Wat moet je dan met die stomme computer?’ Voordat zijn vader kon antwoorden, kwam een niet te negeren vrouwenstem tussenbeide: ‘Oh! Wat verrukkelijk! Twee uitgedoste heren!’ Bij de aanblik van de Roovers bracht Helena Swartenbroecks haar hand naar haar decolleté, alsof ze het benauwd kreeg. Ze droeg een zwarte avondjurk en had haar donkere haar in een grote knoet op haar hoofd gedraaid. Pieter-Jan leek er, in tegenstelling tot Robin, geen enkel probleem mee te hebben dat hij een net pak en een strikje moest dragen, maar hij was dan ook een professionele cruiser. Met gel had hij zijn zwarte haar warempel in een spuuglok gekruld. Ludovic wisselde een verontschuldigende blik uit met Robin, aangezien hun gesprek onder vier ogen hiermee natuurlijk abrupt werd afgebroken. Hij stond op en bood Helena galant een plaats aan. ‘De show wordt weer heel speciaal vanavond’, wist Helena. ‘Ze hebben een acrobaat van Cirque du Soleil én een Oostenrijkse illusionist. Da’s een soort goochelaar.’ Door haar te vragen wat ze wilde drinken, wist Ludovic Helena het zwijgen op te leggen. ‘Oh, u wilt me blijkbaar verleiden, Ludo! Maar we gaan het vanavond niet al te bont maken’, zei Helena 26
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
Swartenbroeckx en bestelde voor haar een gin-tonic cocktail en voor Pinkie een cola. Robin nam een slok van zijn sinaasappelsap, dat met zijn kleurrijke parapluutje net zo bont leek als Helena. Toen de knappe blonde Vanessa de drankjes had gebracht, bracht Helena een toost uit op nieuwe vriendschappen. De blik van paps liet eerder uitschijnen dat hij perfect gelukkig was zonder nieuwe vriendschappen, maar hij hief toch het glas. Bij het menu dat Helena bestelde, leek ze haar belofte om het niet te bont te maken alweer vergeten en alles was dan ook min of meer in verhouding met haar enorme omvang. Ook Pinkie bestelde schaamteloos een tweede en een derde portie. Helena en haar zoon waren dan ook nog volop aan het eten toen Ludovic Roover al beduusd in zijn kopje cappuccino roerde en Robin van een glaasje thee sipte. Pas toen het aanvangsuur van de show naderde, waren Helena en Pinkie gedwongen om de menukaart links te laten liggen. Dat was maar voor even, want de Prinsenzaal, op een van de hogere dekken van de Jan Vermeer, had ook een bar. De toeschouwers zaten er aan kleine tafeltjes en konden tijdens de show wat te drinken bestellen. ‘We zitten vlakbij het podium!’ zei Pinkie opgewonden en hij ging zitten aan een tafeltje op de eerste rij. Helena bestelde ook maar meteen drankjes voor iedereen. Robin merkte een beetje bezorgd hoe zijn vader reeds aan zijn vierde glas porto zat, maar hij kon hem ook geen ongelijk geven. Helena was een schat van een mens, maar ze kon zelfs een dove onder tafel kletsen. Gelukkig hield ze haar mond zodra de show begon. Het was een variété-show met dansnummers, een komiek die flauwe grappen kwam vertellen en die geweldige 27
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
acrobaat uit Cirque du Soleil, die ook weer niet zo geweldig was. Robin kon zich niet van de indruk ontdoen dat de man bij Cirque du Soleil aan de deur was gezet en nu aan de kost kwam door op te treden op cruiseschepen. De avond werd afgesloten door de Oostenrijkse illusionist, waar Helena zo naar uitkeek. Hij werd aangekondigd als De fantastische Christian Wahnfried. Hij was een lange, magere man met een glanzende zwarte smoking en een flinterdun snorretje, waardoor hij eerder op een of andere krankzinnige professor leek. Robin noemde hem Dokter Waanzin, hetgeen Pinkie dan weer hilarisch vond. Dokter Waanzin werd vergezeld door een wat mollige assistente, die Heidi heette en die af en toe met een tandpastaglimlach attributen moest aanreiken. De trucs van deze illusionist had Robin al minstens een stuk of zes keer gezien en van de meeste wist hij zelfs precies hoe ze in elkaar zaten. Pinkie, daarentegen, zat met open mond te kijken en klapte enthousiast toen de man een ei uit het oor van zijn assistente tevoorschijn toverde. Wat deze zogenaamde illusionist deed, had Robin ook al op kinderpartijtjes zien opvoeren – en vaak zelfs beter, maar hij wilde de anderen, en in het bijzonder Pinkie, de avond niet verpesten door te verklappen hoe de trucs in hun werk gingen. Toen Robin reutelend de laatste restjes van zijn cola opzoog, werd het geluid overstemd door bombastische filmmuziek. Het klonk alsof een aanval van tienduizend orcs was ingezet, maar de muziek diende vooral om de aandacht af te leiden van Wahnfrieds amateurisme. De man met het fijne snorretje pakte een microfoon en zei met een diepe, mysterieuze stem: ‘Voor mijn volgende truc, dames en heren, jongens en meisjes, heb ik een vrijwilliger nodig!’ 28
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
Natuurlijk gingen er in het publiek geen vingers omhoog, want de meeste mensen hier in de zaal waren bejaarden die een rustig avondje wilden doorbrengen zonder al teveel opwinding. ‘De jongeman daar!’ Robin kreeg een benauwd gevoel toen zijn vader hem aanporde. Het volgende moment scheen een felle volgspot in zijn gezicht, terwijl hij het rietje van zijn lege colaglas nog steeds tussen zijn lippen klemde. Robin kneep zijn ogen tot spleetjes en zag dat Christian Wahnfried naar hem wees. Iedereen in de zaal keek naar hem. ‘Jeuj! Robin!’ riep Pinkie enthousiast en klapte in zijn handen. Robin overwoog even om gewoon te blijven zitten, maar dat zou natuurlijk nog gênanter geweest zijn. En dus zette hij zijn glas neer en stond op. ‘Een applaus voor deze moedige jongeman!’ riep Wahnfriend in de microfoon. Het publiek klapte opgelucht terwijl Robin een smal trapje naar het podium op liep. Onder de verblindende spots kneep hij er een pijnlijk glimlachje uit, hoewel hij zenuwachtige vlinders in zijn buik voelde. Door het felle licht op het podium waren de mensen in de donkere zaal haast niet te onderscheiden en dat hielp Robin een klein beetje om zijn zenuwen te bedwingen. ‘Kom maar even hier, jongeman’, zei Wahnfried. ‘Hoe heet je?’ Hij duwde Robin een microfoon onder de neus. ‘Ro-Robin’, stamelde Robin nerveus en hij hoorde zijn stem akelig ver in de zaal weergalmen. ‘Zo, Rorobin!’ herhaalde Wahnfried plagerig en hij wachtte het gegniffel uit het publiek af. Robin voelde zich rood worden. 29
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
‘En waar kom je vandaan, Rorobin? Uit Frafrankrijk?’ ‘Uit België!’ ‘O, uit Bebelgië!’ Robin wenste vurig dat hij ergens anders was. Eender waar in de wereld, maar niet hier. ‘Ik plaag je maar wat, Robin’, sprak Wahnfried op een verzoenende toon in zijn microfoon. ‘Zeg eens, hou je van puzzelen?’ Robin knikte alleen maar, want als hij zijn mond zou openen, zou Wahnfried hem toch weer belachelijk maken. ‘Dat komt goed uit! Ga daar maar zitten!’ zei Wahnfried en hij wees naar een zilverkleurig krukje dat Heidi voor de tafel met goochelspullen had neergezet. De mollige assistente trippelde daarna als een ballerina over het podium en reikte de goochelaar twee glanzende stalen ringen aan. ‘Deze ringen zijn van massief roestvrij staal’, vertelde Dokter Waanzin. Hij toonde ze aan het publiek en sloeg ze rinkelend tegen elkaar aan. Robin zuchtte in zichzelf, want die truc was één van de oudste en simpelste trucs die er bestonden. De legendarische illusionist en ontsnappingskoning, Harry Houdini, had de truc zelfs nog opgevoerd nadat hij hem had geleerd van een Franse goochelaar. Natuurlijk waren deze ringen niet uit één stuk gemaakt. In de meeste gevallen hadden ze een haarfijne diagonale insnijding die zo goed als onzichtbaar was met het blote oog. Wahnfried sloeg de ringen een tweede maal tegen elkaar, maar deze keer bleef de ene ring in de andere haken, als schakels in een ketting. ‘Oh!’ zei Wahnfried met geveinsde verbazing. ‘Dat gebeurt me nou iedere keer weer!’ Hij draaide zich naar het krukje waar Robin zat. 30
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
‘Wat denk je, Rorobin? Kun jij ze weer uit elkaar krijgen?’ Hij wierp hem de stalen ringen toe, zodat ze rinkelend in Robins handen vielen. Natuurlijk vertrouwde de goochelaar erop dat zijn vrijwilliger uit het publiek de ringen uiteen zou proberen te trekken, een methode waarmee je de dunne inkeping natuurlijk niet kon vinden. Alleen wanneer men beide ringen tegen elkaar aan duwde, zodat de ene als een hefboom werkte, kon de verborgen insnijding opengaan. Wahnfried draaide zich grijnzend naar het publiek en streek met zijn lange vingers door zijn protserige snorretje. Robin draaide de ringen tegen elkaar en zocht naar een opening. Maar het glanzende staal was bijzonder stevig. Waarschijnlijk had Wahnfried iemand uit het publiek gekozen die hem niet zo sterk leek. De goochelaar keek demonstratief op zijn horloge. ‘Bestelt u gerust nog maar een longdrink, mevrouw’, grapte hij in het publiek. Het daaropvolgende gelach werkte Robin nog meer op zijn zenuwen. Hij wilde Dokter Waanzin geen enkele kans meer geven om hem belachelijk te maken. ‘Nou, Rorobin, je geeft de ringen maar beter terug’, zei Wahnfried in zijn microfoon. ‘Alstublieft’, zei Robin en hij gaf de goochelaar een van de ringen. Wahnfried hield de ring omhoog en merkte toen pas dat de tweede ring ontbrak. Geschokt keek hij om. Robin hield de andere ring in zijn handen en grijnsde schalks. Het publiek in de zaal lachte en de magere goochelaar realiseerde zich dat Robin de truc door had. ‘Maak dat je wegkomt!’ siste Wahnfried in Robins oor en griste de tweede ring onzacht uit zijn handen. Toen draaide hij zich met een geforceerde lach naar zijn publiek en zei: 31
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
‘Een applausje voor deze kleine... pientere jongeman uit België!’ Robin liep snel het trapje af en probeerde de op hem gerichte volgspot te ontwijken. Wahnfried maakte een buiging alsof het applaus voor hem was bedoeld. Robin zette zich weer op zijn plaats tussen zijn vader en Pinkie en hoopte dat hij daar voor de rest van het publiek niet meer te zien was. ‘Hoe heb je dat gedaan?’ riep Pinkie stomverbaasd. ‘Ik leg het je wel eens uit’, antwoordde Robin. ‘Deugniet!’ fluisterde de stem van zijn vader in zijn oor. Robin haalde zijn schouders op. Kon hij het helpen dat die kerel geen betere trucs op zijn repertoire had staan? Wahnfried haspelde zijn voorstelling op een drafje af. Hij haalde een wit konijn tevoorschijn en liet het weer verdwijnen, voordat hij een diepe buiging maakte en met een laatste donkere blik in de richting van de pientere jongeman uit België, rondde hij zijn show af. Met de huppelende Heidi op de hielen, verdween hij in de coulissen. ‘Magisch!’ bracht Helena Swartenbroeckx verrukt uit en ledigde haar cocktailglas. ‘Deze show moet ik absoluut nog een keer zien! Liefst meteen al morgenavond!’ Robin was opgelucht toen hij merkte dat zijn vader haar enthousiasme niet echt deelde. ‘Eén keer is genoeg voor ons’, zei hij op zoetgevooisde toon. ‘Er zijn ook zo ontzettend veel dingen te beleven aan boord.’ Ze namen samen de lift naar beneden, naar dek drie. Daar wensten de Swartenbroeckx en de Roovers elkaar goedenacht. Helena bleef steeds maar verleidelijk knipogen. Robin vond dat niet eens zo verwonderlijk, 32
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
gezien het aantal cocktails dat ze vanavond soldaat gemaakt had. Ludovic sloot de kamerdeur achter zich en ademde opgelucht uit. Robin en zijn vader keken elkaar een paar tellen aan en proestten het toen uit. Toen Robin uit de badkamer kwam, zat zijn vader weer over zijn laptop gebogen in de blauwe schijn van het beeldscherm. ‘Heb je eigenlijk, buiten de show, al iets gezien aan boord?’ vroeg Robin bits. Ludovic wreef bedenkelijk over zijn kin en zei: ‘Blijkbaar lijk je toch meer op je moeder. Je klinkt net zoals zij.’ Even speelde Robin met het idee zijn vader te vragen of hij binnenkort ook naar een andere zoon op zoek wilde gaan; maar hij hield zich in. In de plaats daarvan vroeg hij: ‘Waar is eigenlijk jouw... Isabel?’ Ludovic pakte zijn gsm en blikte naar het schermpje. ‘Mijn gsm heeft bereik hier aan boord. Ik kan haar bellen. Ze is thuis in Parijs. Wil je haar spreken?’ Robin trok een gezicht alsof zijn vader hem net een glas rodebietensap had aangeboden. ‘Nee.’ ‘Jammer’, zei zijn vader en legde zijn gsm weer neer. ‘Isabel wil je graag leren kennen. Maar ze denkt dat je een beetje boos op haar bent.’ Dat kun je wel zeggen, dacht Robin. Hij kon zich voorstellen dat zijn vader haar op deze cruise had willen meebrengen om Robin te leren kennen. Isabel had hiervoor bedankt en Robin vond het ook maar beter zo. Hij had er echt geen zin in om zijn vakantie door te brengen met de vrouw die er de oorzaak van was geweest dat zijn ouders gescheiden 33
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
waren. Bovendien zou hij nooit aan de verleiding hebben kunnen weerstaan om haar vakantie grondig te vergallen. Robin ging op zijn bed zitten. Ludovics vingers ratelden zacht over het toetsenbord. ‘Je gaat toch niet de hele reis met je neus op dat ding zitten?’ vroeg Robin. Ludovic zuchtte en draaide zich om. ‘Je weet hopelijk toch wel wat voor werk ik doe?’ Robin beantwoordde deze vraag met een wat idiote blik. ‘Euh... student?’ Zijn vader lachte. ‘Nee, jongen, het is niet omdat ik aan de universiteit werk, dat ik student ben. Ik ben vorser.’ Robin deed zijn best om zijn lach in te houden, maar dat lukte niet echt. Ludovic keek zijn giechelende zoon hoofdschuddend aan. ‘En dat heeft niets met kikkers te maken. Het betekent dat ik onderzoek verricht... in bibliotheken en archieven.’ ‘O... een beetje zoals een detective!’ snapte Robin en er schitterde iets in zijn ogen. Ludovic knikte langzaam. ‘Ja, een detective moet ook onderzoek verrichten. Maar ik onderzoek geen misdaden.’ ‘Wat dan wel?’ vroeg Robin, want hij kon zich nauwelijks voorstellen dat er nog andere zaken waren die net zo interessant waren. ‘Economische grafieken, statistische gegevens, wetenschappelijke studies’, somde zijn vader op. De schittering in Robins ogen was meteen weer verdwenen. ‘O’, zei hij alleen maar en zuchtte. ‘Binnen een paar dagen moet ik hiermee klaar zijn en ik kan het echt niet uitstellen. Je moeder moet toch ook steeds werken wanneer jullie samen op vakantie gaan? Dat wil niet zeggen dat we samen geen lol kunnen beleven. Morgen 34
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
leggen we aan in Le Havre en dan gaan we met z’n tweetjes de stad verkennen, goed?’ ‘Alleen als je je computer hier laat’, zei Robin. Ludovic lachte en zei toen met een knipoogje: ‘Beloofd.’
35
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
4. Een pakje voor de goochelaar Robin werd gewekt door de warmte van de zon op zijn gezicht. Het was nog behoorlijk vroeg, maar de zon scheen reeds oranje over de golven. Even overwoog Robin om de gordijnen te sluiten, zodat hij nog wat kon slapen, maar hij vond de zonsopgang te mooi om zomaar de rug toe te keren. Zijn vader sliep nog vast. Zonder zijn bril en met een stoppelbaard, zag hij er heel anders uit dan gewoonlijk. Robins blik viel op de laptop, die afgesloten op de tafel lag. Hij had veel zin om het ding te verstoppen. Robin wist echter ook wel dat zijn vader dan voor de rest van de reis niet te genieten zou zijn en dan zou hun vakantie pas goed naar de haaien zijn. Dus stond Robin zachtjes op en glipte de badkamer binnen om te douchen. Daarna trok hij zijn T-short, shorts en gympen aan en ging stil de kamer uit. Het zelfbedieningsrestaurant was gelukkig al open en er zaten al een paar vroege vogels te ontbijten. Robin gapte twee krentenbollen van het buffet en schonk zich een glas melk. Vervolgens zocht hij een plekje bij het raam, waar hij naar de voorbijsuizende golven kon kijken. Het was helder weer en de rijzende zon deed de Noordzee glinsteren als goud. In de verte kon Robin de Franse kust ontwaren. Tenminste, hij dacht toch dat het Frankrijk was, aangezien ze reeds binnen een paar uur in Le Havre zouden aanleggen. Toen hij een slok melk nam, zag Robin over de rand van zijn glas iemand met blond haar de tafels vegen. De blonde lokken waren in een lange vlecht gevlochten, maar Robin herkende toch meteen de jonge dienster die Vanessa heette. Even kruisten hun blikken elkaar en Robin tilde zijn 36
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
glas verder op. Toen hij het eindelijk weer neerzette, merkte hij dat Vanessa nog steeds naar hem keek en ze glimlachte. Robin glimlachte verlegen terug. De dienster maakte een vreemd gebaar, alsof ze met haar wijsvinger en snor op haar bovenlip tekende. Robin snapte er niets van. Wat probeerde ze hem te vertellen? Dat ze alleen maar omging met mannen die een snor hadden? Vanessa staarde hem aan met grote ogen en streek opnieuw met haar vinger langs haar bovenlip. Verward bootste Robin haar beweging na en voelde de natte melksnor op zijn bovenlip. Met rode wangen veegde hij snel zijn mond aan het papieren servetje, maar toen hij weer opkeek zag hij Vanessa net achter het buffet verdwijnen. Toen hij klaar was, bleef hij nog even wachten en keek toe hoe de gasten stilaan het restaurant begonnen te vullen. Vanessa was nergens meer te bekennen en een jonge kerel in een uniform van de rederij veegde nu de tafels schoon. Robin stond op en viste uit zijn broekzak het dekplan dat hij uit de kamer had meegenomen. Het was tijd om op verkenning te gaan. Helemaal achterin het schip, net onder het sportdek, waren een aantal faciliteiten voor kinderen en jongeren. Er was een knutsel- en speelhoek voor de allerkleinsten en voor de tieners was er een internetcafé en een Game Room, waar je computerspelletjes kon spelen op de nieuwste consoles. Op dit vroege uur had Robin de Game Room voor zich alleen en hij probeerde in zijn eentje alle spelletjes uit. Daar was hij echter snel op uitgekeken en hij zocht de bibliotheek op die voorin het schip moest liggen. Die was niet zo groot en er was maar één rek met jeugdboeken. Er was een casino, maar een bordje bij de deur vertelde dat je er onder de achttien niet binnen mocht. Ernaast was een bar met een snookertafel, die bezet werd door twee oude mannetjes. 37
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
Toen Robin er nieuwsgierig bij kwam staan, gaven ze hem zo’n boze blik, dat hij er stilletjes van onder muisde. Op zo’n cruiseschip viel bitter weinig te beleven als je niet ouder was dan twintig, vond Robin. Hij keek dan ook meer dan ooit uit naar de halte in Le Havre. Hoewel ze maar een vier uur aan land zouden mogen gaan, snakte hij ernaar om vaste grond onder zijn voeten te hebben. Toen Robin na zijn tocht door het schip weer bij het zelfbedieningsrestaurant kwam, zag hij zijn vader zitten in het gezelschap van een kop dampende koffie, een croissant en zijn computer. Ludovic keek even op toen iemand over hem aan tafel ging zitten, kneep er een glimlachje uit en ging toen weer verder met zijn werk. ‘Je weet toch nog wel wat je beloofd hebt?’ benadrukte Robin. ‘Wees gerust’, antwoordde zijn vader. ‘Maar als je wilt dat we straks samen de stad verkennen, dan moet ik nu wel een beetje doorwerken, begrijp je?’ Robin zuchtte, want hij begreep het helemaal niet. Tegen het middaguur werd de aankomst in Le Havre over de luidsprekers aangekondigd. Robin haastte zich naar het promenadedek, vanwaar hij het aanmeren van het schip kon gadeslagen. Natuurlijk was hij niet de enige en hij moest zich een weg banen door de mensenmassa tot hij eindelijk een plekje bij de reling kon bemachtigen. Van hieruit kon hij de Franse havenstad met zijn merkwaardige witte seintoren langzaam dichterbij zien komen. Paps hield woord. Toen hij met Robin voet aan land zette, had hij zijn computer niet bij. In de plaats daarvan haalde hij een kleine resigids uit zijn jasje en bladerde naar een van de bladwijzers, die uit het boekje staken. 38
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
Hij schraapte zijn keel en zei: ‘Le Havre betekent ook letterlijk de haven. Hier mondt de Seine uit in zee. Dat is de rivier die door Parijs stroomt.’ Hij keek naar zijn zoon en liet zijn reisgids zakken. ‘Je kunt Le Havre ook niet met Parijs vergelijken. Parijs is veel groter en ook veel ouder. Je moet me toch eens komen bezoeken in Parijs, jongen. Dan kan ik je de mooiste stad ter wereld tonen.’ ‘Euh, oké, pap, maar we zijn nu in Le Havre.’ ‘O, ja’, zei Ludovic en hij keek weer in zijn boekje. ‘Het bijzondere aan deze stad is dat er nauwelijks oude gebouwen te zien zijn. De stad is in 1944, bij een bombardement tijdens de slag om Normandië, nagenoeg volledig verwoest en daarna in moderne stijl weer opgebouwd.’ Robin trok een weinig enthousiast gezicht. Zijn vader klapte het boekje dicht en zei: ‘Laat ons eerst wat te eten zoeken.’ In het stadscentrum kochten ze belegde broodjes, die ze opaten op een bank in het Square Saint Roch park, dat op het eerste gezicht het enige groene plekje was in het centrum. Overal waar je keek zag je moderne betonnen gebouwen. ‘Het lijkt hier een beetje op... mijn school’, merkte Robin zuur op. ‘Tja. Maar alles is in dezelfde stijl. Geloof me, dat is bijzonder interessant voor architecten.’ ‘Vind jij dat dan ook interessant?’ Ludovic glimlachte. ‘Nou, niet echt, nee. Maar we kunnen wel de Notre Dame du Havre kathedraal gaan bezichtigen. Die is meer dan driehonderd jaar uit en niet van beton.’ Hoewel hij kerken niet bijzonder boeiend vond, deed het brede barokke gebouw Robin tenminste niet aan school en het naderende einde van zijn vakantie denken. 39
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
Binnen was het natuurlijk veel stiller en vooral koeler dan buiten op straat. Tussen de zuilen en de houten banken van de kathedraal liepen nog toeristen rond, waaronder ook een aantal mensen die Robin op de Jan Vermeer had gezien. In een hoek van de kathedraal stond een hele groep te luisteren naar een gids die honderduit aan het vertellen was over de geschiedenis van het gebouw. Robin vond de Antwerpse Onze-Lieve-Vrouw kathedraal toch wel groter, zoals het een echte kathedraal betaamde. ‘Een kathedraal is niet zomaar een grote kerk’, legde zijn vader uit. ‘De naam heeft eigenlijk niets met de grootte te maken. Wanneer een kerk de hoofdkerk van een bisdom is, dan wordt ze kathedraal genoemd. Deze kathedraal is met opzet heel laag gebouwd omdat de bodem in Le Havre onstabiel is. De Onze-Lieve-Vrouw kathedraal van Antwerpen zou hier gewoonweg omvallen.’ Robin en Ludovic keken een poosje zwijgend omhoog naar het gewelf en dachten aan omvallende kathedralen. ‘En de Eiffeltoren zou hier natuurlijk ook omvallen’, voegde Ludovic eraan toe. ‘Pap, we zijn in Le Havre, niet in Parijs!’ ‘Oh ja’, zuchtte Ludovic en bladerde weer door zijn reisgids. ‘Het orgel is een geschenk van Kardinaal Richelieu. Dat is een van de beroemdste kardinalen aller tijden. Hij heeft zelfs oorlog gevoerd!’ Ludovic liet zijn reisgids zakken en keek in een rijkelijk opgemaakt gezicht. ‘Ludo! Wat een toeval!’, zei het opgemaakte gezicht met de stem van Helena Swartenbroeckx. Robins vader neigde een beetje terug en zei toen: ‘Wanneer je als toerist de stad verkent, ontmoet je elkaar geheid op deze plek.’ Robin zocht naar Pinkie en zag hem in de buurt van het altaar. Met zijn bontgekleurde Hawaiihemd, zijn bermuda 40
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
en zijn sandalen zag hij er als een echte toerist uit. Hij leek de kerk bijna uitsluitend te bewonderen via het display van zijn fototoestel. ‘Hoi, Robin’, zei hij toen Robins hoofd voor de lens van zijn fototoestel opdook. ‘Hoi!’ ‘Waar is je vader?’ ‘Waar je moeder is’, antwoordde Robin. Hoewel ze probeerde te fluisteren, was Helena’s stem doorheen de hele kerk te horen. Ze zei iets over het eten. Robin voelde zich een klein beetje schuldig omdat het zijn taak was als damesverschrikker om zijn vader te beschermen. Maar Helena Swartenbroeckx liet zich door Robins aanwezigheid niet van de wijs brengen. ‘Zou je niet...?’ begon Pinkie, die vermoedelijk hetzelfde dacht. ‘Tja, maar wat moet ik dan doen?’ antwoordde Robin. ‘We kunnen het samen proberen’, stelde Pinkie voor en zette zijn fototoestel uit. De jongens liepen naar hun ouders, maar kwamen te laat. Helena had reeds plannen gemaakt. ‘Ludo en ik gaan nog een beetje deze prachtige stad verkennen’, zei ze met een brede glimlach. ‘Keren jullie maar alvast terug naar het schip.’ Robin bespeurde een panische uitdrukking op het gezicht van zijn vader. Ook hij leek te vermoeden dat het verkennen van de stad niet haar enige plan was met Ludovic. Robin zocht naar een manier om Helena Swartenbroeckx van haar voornemen af te brengen. ‘Maar... zonder papa vind ik de weg niet terug’, probeerde hij uiteindelijk. Helena lachte. ‘Maak je maar geen zorgen. Mijn PieterSnuitje is hier al vaak geweest. Hij kent de stad als zijn 41
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
broekzak.’ Pinkie rolde met zijn ogen toen hij hoorde dat zijn moeder haar koosnaampje voor hem zomaar gebruikte in het openbaar. Robin haalde verontschuldigend zijn schouders op naar zijn vader, maar Ludovic gaf hem dapper een knipoogje en stopte hem de plastic keycard toe waarmee hij aan boord van de Jan Vermeer de kamer kon openmaken. ‘Ik zie je wel weer aan boord’, zei hij en werd toen door Helena naar de uitgang van de kerk getrokken. Robin schoot een guitige blik naar Pinkie. ‘Zullen wij ook maar gaan, Pieter-Snuitje?’ ‘Hou je mond!’ snauwde Pinkie, maar hij moest er zelf ook om lachen. Toen ze de kerk uit kwamen, waren Ludovic en Helena lang uit het zicht verdwenen. ‘Ik geloof dat de haven... die kant op is’, zei Pinky. ‘Of misschien was het toch naar ginds?’ ‘Je kent de stad dus als je broekzak, hè?’ merkte Robin schamper op. ‘Ik weet waar je hier lekkere pannenkoeken kunt eten’, zei Pinkie terwijl hij over zijn kin wreef. ‘Nou, fantastisch! Hoe vinden we de haven dan terug?’ ‘Er moet hier vast wel ergens een stadsplan ophangen.’ Pinkie en Robin liepen door de straten op zoek naar een stadskaart. Die vonden ze niet meteen en uiteindelijk kwamen ze opnieuw uit bij het Saint Roch park. ‘Kijk daar!’ wees Robin. ‘Heb je een kaart gevonden?’ Maar nu zag Pinkie ook de man die Robin aanwees. Hij was lang en mager en had een dun snorretje. ‘Dat is toch die goochelaar!’ fluisterde Robin. ‘Huh? Welke goochelaar?’ 42
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
‘Die illusionist van gisteren in de show! Die Christian Wahnfried!’ ‘O, Dokter Waanzin!’ riep Pinkie een beetje te luid. Maar de magere Oostenrijker leek niets gehoord te hebben. ‘Als we hem volgen komen we vanzelf weer bij het schip!’ ‘Goed idee!’ De jongens liepen het park binnen en volgden de goochelaar van op afstand. Natuurlijk wilden ze niet dat hij hen opmerkte, want hij zou het vast niet op prijs stellen dat hij gevolgd werd door twee snotneuzen, waarvan er eentje gisteren zijn show had verknoeid. Bovendien gedroeg Dokter Waanzin zich erg vreemd. Hij keek onrustig in het rond, alsof hij naar iemand op zoek was. Toen hij zich omdraaide trok Robin Pinkie achter een struik. Dokter Waanzin bleef staan naast een lege parkbank en leek op iets te wachten. Had hij misschien gemerkt dat iemand hem volgde? Gehurkt achter de struik sloegen Robin en Pinkie hem gade. Wahnfried bleef als geworteld staan. Na een hele poos kwam er een man aan, gekleed in een deftige grijze regenjas. Hij klemde een opgerolde krant onder zijn arm en stapte haastig door. Met stevige passen beende hij voorbij de parkbank en gooide zijn krant in de papiermand naast de bank. Met Wahnfried wisselde hij een korte, bijna onmerkbare blik uit en liep gehaast verder. Wahnfried wachtte een poosje en keek om zich heen, alsof hij zich ervan wilde vergewissen dat niemand hem in het oog hield. Toen liep hij naar de papiermand en viste de krant er weer uit. Even konden Robin en Pinkie heel duidelijk zien dat er iets in de krant was gewikkeld; een pakje in bruin papier, dat Dokter Waanzin snel en soepel in zijn jas liet verdwijnen, alsof hij een van zijn trucs uitvoerde. De krant gooide hij 43
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
opnieuw in de papiermand. Robin en Pinkie wisselden zwijgend een korte blik uit. Pas toen de goochelaar zich naar de uitgang van het park haastte, waagden ze zich uit hun schuilplaats. ‘Snel! We mogen hem niet kwijtraken!’ zei Robin. Gelukkig was Christian Wahnfried een grote man en hij viel goed op in de drukte. Aangezien hij zich zo merkwaardig had gedragen en het bruine pakje zo geniepig had weggestopt, bleven Pinkie en Robin hem zo onopvallend mogelijk volgen. Robin had al heel wat ervaring met het schaduwen van mensen. Auto’s, reclameborden, dikke mensen... alles kon helpen om de verdachte zo onopvallend mogelijk te volgen. Na een poosje bereikten ze inderdaad de aanlegkade met de witte toren, waar de Jan Vermeer lag. Dokter Waanzin droeg vermoedelijk nog steeds dat geheimzinnige pakje onder zijn jas en wilde het aan boord smokkelen. Nu ze zo dicht bij het schip waren, zou de goochelaar het niet meer verdacht vinden dat de jongens hem volgden. Pinkie en Robin deden dan ook geen enkele moeite om stil te zijn, maar renden de goochelaar op het gangpad wild voorbij. ‘Pff, laat ons wat gaan drinken!’ zuchtte Pinkie. Robin hield de goochelaar echter nog steeds in het oog en volgde hem langs een trapje naar het benedendek. Pinkie liep met tegenzin achter hem aan. Ze zagen nog net hoe Dokter Waanzin achter een witgeschilderde stalen deur verdween, waarop met rode letters Crew Only geschilderd was. ‘Enkel bemanning’, vertaalde Robin en hij bleef voor de deur staan. Net zoals de deur van hun kamer, had ook deze een elektronisch slot, dat alleen maar kon geopend worden met de juiste chipkaart. Boven de sleuf waarin de kaart 44
www.robinroover.be
© 2015 – Everstory Books
paste, brandde een rood lampje. ‘Natuurlijk is ze op slot’, zuchtte Robin. ‘Nu weten we nog steeds niet wat er in dat pakje zit!’ ‘Nou, en?’ zei Pinkie onverschillig. ‘Het is vast iets dat hij nodig heeft voor zijn optreden.’ ‘Waarom doet hij er dan zo geheimzinnig over? Je hebt toch ook die man in de regenjas gezien?’ ‘Ja, net een of andere geheimagent!’ ‘Juist!’ knikte Robin. ‘Dan is het vast een supergeheime truc, die hij aan het voorbereiden is!’ bedacht Pinkie. Robin rolde met zijn ogen. ‘Ik denk eerder aan drugs of misschien wel explosieven!’ Pinkie keek hem even verbaasd aan en proestte het toen uit. ‘Jij bent knettergek, Robin Roover!’ ‘Denk je dat? En wat als ik het nu eens bij het rechte eind heb?’ ‘Daar is de politie voor? Daar hebben wij niets mee te maken.’ ‘Zie jij hier soms politie?’ Pinkie beet zwijgend op zijn lip, want Robin had natuurlijk gelijk. Aan boord van een schip was geen politie. Alleen de kapitein was hier de baas, maar Robin betwijfelde of die twee jongens van twaalf zou geloven die beweerden dat de fantastische Christian Wahnfried een verdacht pakje aan boord had gesmokkeld. ‘We moeten die kerel in het oog houden’, zei Robin. ‘Dit kan wel eens belangrijk zijn.’
45
www.robinroover.be