Ritme van de eclipsen -‐ deel I George Bode Dit is het eerste deel van een vijfdelige artikelenreeks over het ritme van de eclipsen, waarbij wordt ingegaan op de astrologie van eclipsen en de ritmische verschijnselen hierin. Eclipshoroscopen, met daarin de zwartelichten-‐assen en het knopenkruis, zijn van grote waarde voor mundane astrologie, waarbij beschouwing plaatsvindt van ge-‐ beurtenissen en ontwikkelingen in de wereld. Eclipshoroscopen staan niet op zichzelf. Zij zijn onderdeel van een wijder geheel. In deze reeks wordt dit nader uitgelegd.
Niets is zonder voorgeschiedenis en achter niets wat gebeurt, schuilt slechts één oorzaak – dat zouden middelmatige wetenschappers wel willen. Binnen een universeel stelsel als de astrologie is het zeker zaak niet te vervallen in dat isolerende focus, ook wel oogkleppen opzetten genoemd. Het astrologisch interpreteren van een gebeurtenis op grond van het horoscopische moment ervan is om die reden slechts een zeer beperkte benadering. Inte-‐ ressant, zeker, en vaak wonderwel kloppend, maar men moet zich dan wel realiseren dat alleen maar gekeken wordt naar een weerspiegeling van het feit en dat het oorzakelijk weinig of niets oplevert. Een gebeurtenis komt al in een groter veld te liggen bij een beschouwing vanuit de meest recente eclipshoroscoop van de plek waar het feit optrad of, beter nog en dit zeker wanneer de impact groot is, die van de hoofdstad van de betreffende natie(s). Inder-‐ daad ook eventueel in meervoud: zo is de ramp met MH17, zij het op verschillende wijzen, duidelijk zichtbaar in de horoscopen van Moskou, Kiev, Amsterdam en Singapore. Kort ge-‐ zegd, eclipshoroscopen zijn geaard, die van geïsoleerde feiten niet! Gebeurtenissen zijn veelal onderdeel van een groter geheel, laten we dat een situatie noemen. Op dat vlak laten ook de afzonderlijke eclipsen, hoewel zij op verschillende manieren altijd wel verbonden zijn met de eraan voorafgaande en de erop volgende eclips, het afweten wat betreft het tonen van achtergrond en oorzaak van de situatie, en zijn zij duidelijk eerder een weerspiegeling van wat voorvalt. Een actueel voorbeeld daarvan is de toename van de vluchtelingenstroom. Want wat laat de eclipshoroscoop van 20 maart 2015 zien inzake dit onbeheersbare probleem dat zowel politiek als economisch Europa op haar achterste benen zet? Er zitten twee vierkanten in, beide tussen traag lopende planeten en die traagheid is inzake eclipsen altijd belangrijk, want zij kan inhouden dat hetzelfde aspect ook in voor-‐ gaande of volgende eclipsen aanwezig is. Het gaat om Uranus-‐90°-‐Pluto (orb 8’), dat sinds 5 juli 2009 al verschillende malen binnen een orb van 5° aan de hemel was en dit volhoudt tot 13 april 2017, en Saturnus-‐90°-‐Neptunus (orb 3°12’), waarvan de looptijd van de 5°-‐orb relatief kort is maar dat zich wel nog exacter, en dus scherper, manifesteert in de eclips-‐ horoscoop van 1-‐9-‐2016 (orb 39’) en daartussen – eclipsen 13-‐9-‐2015 en 9-‐3-‐2016 – wel aanwezig is maar met een orb van ±7°. Saillant detail: de eclips van 9-‐3-‐2016 valt vierkant VZLA — oktober 2015
1/10
Ritme van de eclipsen -‐ deel I George Bode
Saturnus, en zo ook die van 1-‐9-‐2016, die voorts oppositie Neptunus staat. Er zullen ver-‐ moedelijk in de komende twaalf maanden alleen maar inadequate oplossingen uit de bus komen. Dat de vluchtelingenstroom ook te maken heeft met het Uranus/Pluto-‐vierkant kan worden verbonden met het aanzienlijke deel ervan dat uit Syriërs bestaat; de oorlog daar is al jaren levensbedreigend. Maar in zijn totaliteit weerspiegelt het verschijnsel veeleer het andere vierkant: een Neptuniaans probleem, gebrek aan handvatten, dat zich op Saturnale wijze, dus hyperconcreet, manifesteert. Alle Europese hoofdsteden tussen ongeveer 11 en 25 graden oosterlengte hebben Neptunus met een orb van plus of min zes graden op de midhemel, een misschien wat wijde orb, maar dat is zeker gewettigd gezien het hier om een midhemel in Vissen gaat, een van zijn eigen tekens. De eclips viel in 29°27 Vissen, Neptunus stond op 20 maart in 8°54 Vissen en Saturnus in 4°54 Boogschutter, met als bijzonderheid dat hij bij alle betrokken Europese landen in huis VI staat, dat op grond van de verschillende eraan toegekende levensgebieden met recht het gebied van het meest concrete mag worden ge-‐ noemd, wat nog wordt benadrukt door zijn positie tegenover het twaalfde huis, het gebied van het minst vatbare, het gebied ook waarvan Neptunus een van de twee mundane heersers is. Onderstaand in tabel 1.1 een greep uit de hoofdsteden van de landen waarin het probleem van de vluchtelingenstroom duidelijk speelt.
Tabel 1.1: Eclipshoroscopen verschillende hoofdsteden op 20 maart 2015 (09.38 GMT)
Hoofdstad
Oosterlengte (OL)
Midhemel (MC) Ascendant (Asc.)
Rome
12°30’
02°23’ Vissen
27°28’ Tweelingen
Berlijn Wenen Boedapest Athene
13°23’ 16°22’ 19°03’ 23°43’
03°18’ Vissen 06°31’ Vissen 09°16’ Vissen 14°20’ Vissen
08°25’ Kreeft 06°28’ Kreeft 08°01’ Kreeft 04°49’ Kreeft
Bijzonderheden Mercurius, heer I in X, -‐0°-‐Neptunus Eclips-‐90°-‐Asc. MC-‐90°-‐Saturnus MC-‐90°-‐Saturnus MC-‐90°-‐Saturnus MC-‐90°-‐Saturnus Asc.-‐150°-‐Saturnus
Dat Neptunus tegelijkertijd driehoek op de ascendanten staat, positief dus, geeft eerder aan dat de repercussies op het horizontale vlak, zoals agressie tegen immigranten, binnen de per-‐ ken blijven. En misschien ook dat de omvang van het probleem onderschat blijft. Tegenover deze gunstige invloed voor de Kreeftascendanten, ten opzichte van Italië, staat echter het anderhalfvierkant van Jupiter (13°11’ Leeuw), heer X, op de Maan, heer I. Maar ik wil het allereerst over iets anders hebben, het gegeven dat ook eclipshoroscopen niet op zichzelf staan maar onderdeel zijn van een wijder geheel. Elke eclipshoroscoop behoort namelijk tot één van de Sarosseries, series die zich kenmerken door een duidelijk eigen rit-‐ mische voortschrijding gedurende gemiddeld 1262 jaar. De eclipsen van elke serie liggen VZLA — oktober 2015
2/10
Ritme van de eclipsen -‐ deel I George Bode
weliswaar zonder uitzondering 18 jaar en 10 dagen uit elkaar, maar de series verschillen bijvoorbeeld in ‘leeftijd’; er lopen constant achtendertig series, allemaal van verschillende leeftijd. Elke serie doorloopt in haar leven tweemaal de zodiak; elke serie levert op middel-‐ bare leeftijd totale eclipsen op en die zijn altijd zonder begeleidende maaneclipsen; elke serie begint met een eclips nadat er een maaneclips aan is voorafgegaan en eindigt met maaneclip-‐ sen die er op volgen. Als een serie ten einde loopt, is zijn opvolger al begonnen, waarbij de periodes van overlapping sterk uiteenlopen, variërend van 54 tot 270 jaar; zo’n dubbele serie kenmerkt zich doordat er dan twee opeenvolgende eclipsen zijn binnen een maand. Zo direct meer informatie over het ritmische dat de series kenmerkt. Er is namelijk nog een tweede opeenvolging van eclipsen, de meest voor de hand liggende, namelijk de chronologische volgorde. Ook daarin valt een ritme te ontdekken, en wel een ritme dat in zekere zin verstorend werkt; het leidt namelijk tot het overslaan van tekens en soms van hele tekenassen door de eclipsen. Normaal treden eclipsen op met een tussentijd van 175 tot 177 dagen, maar eens in de ruim drieënhalf jaar is die sprong kleiner, circa 147 dagen. In de periode 2000-‐2018 betreft het de jaren 2000, 2003/4, 2007/8, 2011, 2014/5 en 2018, waarbij het in 2000 en 2018 om eclipsen uit dezelfde Sarosserie gaat, wat inhoudt dat ook verstoringen zich ritmisch voordoen en dat zij een eigenschap zijn van bepaalde series. Qua data gaat het in deze jaren om 5/2/2000 en 15/2/2018, het Sarosinterval van exact 18 jaar en 10 dagen.
Ritmische verschijnselen Daar is allereerst de ritmische sprong in sterrentijd van de elkaar opvolgende eclipsen in een serie – een belangrijk gegeven want de sterrentijd is direct gekoppeld aan de positie van de midhemel. Het heeft tot gevolg dat de midhemels van de eclipshoroscopen van een bepaalde serie voor elke plek op aarde soms gedurende twee eeuwen in hetzelfde element vallen. In tabel 1.2 het voorbeeld van de serie Z/12, met de sterrentijd, ascendant en midhemel voor Greenwich. De tussentijd van de opeenvolgende eclipsen blijkt zeer traag te veranderen: in ruim honderd jaar van 08.23.12 (1902>1920) naar 08.04.09 (2010>2028) om dan weer te stijgen naar 08.16.13 (2082>2100). De gedurende circa anderhalve eeuw ritmisch in de watertekens vallende midhemels zijn een gevolg van het verschil van de ±8 uur in sterrentijd wat van eclips tot eclips een voortschrijding van circa 120° oplevert. Er zijn uiteraard ook plekken op aarde waar ze juist met dezelfde regelmaat in een ander element vallen. Moskou bijvoor-‐ beeld, dat op 37°42’ oosterlengte ligt, heeft in de periode 1902-‐2064 steeds vuurtekens op de midhemel. Het ritmische bij de ascendant is facultatief in de tijd, zelfs bij het verschil van ±8 uur, doordat van breedtegraad tot breedtegraad de hoek tussen ascendant en midhemel verschilt, waardoor er andere tekens op de ascendant kunnen vallen. Op de meridiaan van Greenwich, maar dan op 40° noorderbreedte, ligt de ascendant voor de eclips van 7-‐5-‐1902 al ruim in Steenbok en voor de eclips van 14-‐9-‐2118 komt er een einde aan het kenmerk VZLA — oktober 2015
3/10
Ritme van de eclipsen -‐ deel I George Bode
‘hoofdtekens’, terwijl dat er voor Greenwich nog decennia lang is. Het verschijnsel is dus hetzelfde, alleen gedurende een iets andere periode. In lang niet alle series is er zo’n mooie sprong van circa 8 uur. In de tweede helft van de vorige eeuw lagen de sprongen tussen 09.28.33 (Z/18) en 07.11.59 (N/18). Ook de voortschrijdingen van de sprongen lopen per serie uiteen en liggen in dezelfde periode tussen 00.00.14 (N/11) en 00.12.02 (N/4). Wat al dit gecijfer echter duidelijk maakt, zijn de verbluffende ritmes zowel qua sprong als qua toename of afname ervan. Maar het in kaart brengen van gelijke of vergelijkbare wereld-‐ ontwikkelingen om de achttien jaar is naar mijn idee niet aan astrologen maar aan archief-‐ delvers als historici en journalisten.
Tabel 1.2: Serie Z/12 met sterrentijd, midhemel en ascendant voor Greenwich. Datum
Sterrentijd
Midhemel (MC)
Ascendant (Asc.)
07-‐05-‐1902
13.44.00 08.23.12 + 22.07.12 08.18.12 +
20°00’ Weegschaal
23°46’ Boogschutter
29°42’ Waterman
4°20’ Kreeft
06.25.24 08.13.11 + 14.38.35 08.09.10 + 22.47.45 08.07.10 + 06.54.55 08.05.11 + 15.00.06 08.04.09 + 23.04.15 08.07.10 + 07.11.25 08.07.10 + 15.18.35 08.12.10 + 23.30.45 08.16.13 + 07.46.58
5°50’ Kreeft
18-‐05-‐1920 29-‐05-‐1938 08-‐06-‐1956 20-‐06-‐1974 30-‐06-‐1992 11-‐07-‐2010 22-‐07-‐2028 02-‐08-‐2046 12-‐08-‐2064 24-‐08-‐2082 04-‐09-‐2100
12°05’ Schorpioen
MC in watertekens
Asc. in hoofdtekens
4°49’ Weegschaal
6°19’ Steenbok
10°26’ Vissen
12°47’ Kreeft
12°38’ Kreeft
9°41’ Weegschaal
17°29’ Schorpioen
11°54’ Steenbok
14°52’ Vissen
16°02’ Kreeft
16°28’ Kreeft
12°35’ Weegschaal
22°03’ Schorpioen
17°06’ Steenbok
22°02’ Vissen
21°07’ Kreeft
24°49’ Kreeft
18°50’ Weegschaal
VZLA — oktober 2015
4/10
Ritme van de eclipsen -‐ deel I George Bode
Al even ritmisch zijn de kleine verschuivingen in de snelheden van Zon en Maan tijdens de eclipsen uit een serie, en zo ook de tussentijden tussen zoneclipsen en eventuele maaneclip-‐ sen. In tabel 1.3 als voorbeeld deze gegevens voor de serie N-‐3.
Tabel 1.3: Snelheden serie N-‐3.
Soort
Datum
Zoneclips Maaneclips Zoneclips Maaneclips Zoneclips Maaneclips
20-‐05-‐1947 03-‐06-‐1947 30-‐05-‐1965 14-‐06-‐1965 11-‐06-‐1983 25-‐06-‐1983
Tijd (GMT)
Snelheid Maan
Snelheid Zon
Tussentijd
13.44 19.27 21.13 02.00 04.38 08.33
14°39’ 12°04’ 14°30’ 12°09’ 14°35’ 12°07’
0°57’46’’ 0°57’27’’ 0°57’34’’ 0°57’18’’ 0°57’23’’ 0°57’12’’
14 dagen, 5 uur, 43 minuten 14 dagen, 4 uur, 47 minuten 14 dagen, 3 uur, 55 minuten
Snelheden, vooral die van de zon, bepalen de tussentijd: in de zomerhelft altijd traag (zie hierboven N-‐3), in de winterhelft steeds snel. In het laatste geval is de tussentijd dus over het algemeen langer. De snelheidsvariatie van de zon is elk jaar dezelfde en geldt voor enorm lange periodes, doordat de Zwarte Zon nauwelijks voortschrijdt. Bij de maan wordt de snel-‐ heid uiteraard bepaald door haar positie ten opzichte van de Zwarte Maan. En, hoewel zij al haar snelheidsvariaties binnen een maand doorloopt, blijft de snelheid bij de opeenvolgende eclipsen van een Sarosserie ook vrijwel constant. Dit is een gevolg van het feit dat de as van de Zwarte Maan (voortschrijding ruim 40° per jaar vooruit) en de knopen-‐as (voortschrijding krap 20° per jaar achteruit) zich jaarlijks bijna exact 60° van elkaar verwijderen, dat is 360° in zes jaar en 3x360° in 18 jaar. De afstand tussen de Zwarte Maan en de knopen-‐as neemt daardoor in het Sarosritme van 18 jaar en 10 dagen nauwelijks af of toe. Daardoor kan de conjunctie tussen eclips en een van de polen van de Zwarte Maan-‐as wel een krappe eeuw lang de eclipsen uit een bepaalde serie kenmerken. In de twintigste eeuw vinden wij dit verschijnsel bij vier series, waarvan het verschijnsel zich in bij één ervan geheel binnen die eeuw afspeelt. Wat verder opvalt, is dat de gecorrigeerde Zwarte Maan altijd dichter bij de eclips staat dan haar niet-‐gecorrigeerde zuster – logisch, want rond alle conjuncties en oppo-‐ sities tussen de Zon en laatstgenoemde is dit het geval. Daarom houd ik een orb van 6 à 7 graden aan wat betreft de conjuncties tussen de Zon en de niet-‐gecorrigeerde Zwarte Maan; de orb tussen de Zon en de gecorrigeerde Zwarte Maan ligt dan maximaal rond 5°. Er zijn uiteraard vier mogelijkheden in verband met de drievoudige conjuncties: Nkp-‐0°-‐ eclips-‐0°ZM (type 1), Nkp-‐0°-‐eclips-‐0°Priapus (type 2), Zkp-‐0°-‐eclips-‐0°-‐ZM (type 3) en Zkp-‐ 0°-‐eclips-‐0°-‐Priapus (type 4) – wel, deze vier treden in chronologische volgorde op. Type 1 via de serie N-‐18, lopende van 1907 naar 1979 bereikt de scherpste conjunctie in 1943, het midden van WO-‐II. Type 2 start binnen de serie N-‐15 in 1868, stopt in 1958 en bereikt in 1904 en 1922 zijn kleinste orb, een tijdvak waarin WO-‐I plaatsvond. Type 3 piekt via de serie VZLA — oktober 2015
5/10
Ritme van de eclipsen -‐ deel I George Bode
Z-‐08 in 2024 en loopt van start naar finish tussen 1970 en 2060. Type 4, ten slotte, doet dit via de serie Z-‐05 in 2003 en loopt, begonnen in 1967, door naar 2039. Je zou kunnen zeggen dat een serie, die in haar 1262 jaar uiteraard meer dan één ontmoeting heeft met de Zwarte Maan, in de vetgedrukte jaren zijn uniciteit toont. Een ander gegeven dat toch even moet worden genoemd is dat de tweede as van het knopenkruis in dit verband niets oplevert: een Nieuwe Maan in conjunctie met Draak en Beest levert geen eclips op!
Tabel 1.4: Sarosseries N-‐18, N-‐15, Z-‐08 en Z-‐05.
N-‐18 (type 1)
Eclipsgraad
Nkp graad
ZM (nc)
ZM (c)
ZM (nc) > Ecl.
10-‐07-‐1907 20-‐07-‐1925 01-‐08-‐1943 11-‐08-‐1961 22-‐08-‐1979 02-‐09-‐1997
17°12’ Kreeft 27°37’ Kreeft 08°03’ Leeuw 18°31’ Leeuw 29°01’ Leeuw 09°34’ Maagd
23°45’ Kreeft 05°03’ Leeuw 16°17’ Leeuw 27°35’ Leeuw 08°53’ Maagd 20°08’ Maagd
10°18’ Kreeft 23°54’ Kreeft 07°36’ Leeuw 21°12’ Leeuw 04°47’ Maagd 18°30’ Maagd
12°01’ Kreeft 24°41’ Kreeft 07°41’ Leeuw 20°21’ Leeuw 03°02’ Maagd 16°05’ Maagd
− 06°54’ − 03°43’ − 00°27’ + 02°41’ + 05°46’ + 08°56’
N-‐15 (type 2)
Eclipsgraad
Nkp graad
Priapus (nc)
Priapus (c)
Pri (nc) > Ecl.
18-‐08-‐1868 29-‐08-‐1886 09-‐09-‐1904 21-‐09-‐1922 01-‐10-‐1940 12-‐10-‐1958
25°29’ Leeuw 06°04’ Maagd 16°42’ Maagd 27°25’ Maagd 08°11’ Weeg. 19°01’ Weeg.
25°52’ Leeuw 07°10’ Maagd 18°30’ Maagd 29°45’ Maagd 11’03’ Weeg. 22°27’ Weeg.
17°52’ Leeuw 01°25’ Maagd 15°07’ Maagd 28°49’ Maagd 12°25’ Weeg. 25°47’ Weeg.
15°19’ Vissen 28°23’ Vissen 11°07’ Ram 23°11’ Ram
− 08°37’ − 04°39’ − 01°35’ + 01°24’ + 04°14’ + 06°46’
Z-‐08 (type 3)
Eclipsgraad
Zkp graad
ZM (nc)
ZM (c)
ZM (nc) > Ecl.
31-‐08-‐1970 11-‐09-‐1988 22-‐09-‐2006 02-‐10-‐2024 14-‐10-‐2042
08°04’ Maagd 18°40’ Maagd 29°20’ Maagd 10°04’ Weeg. 20°52’ Weeg.
02°28’ Maagd 13°43’ Maagd 25°01’ Maagd 06°19’ Weeg. 17°34’ Weeg.
29°36’ Leeuw 13°19’ Maagd 26°54’ Maagd 10°30’ Weeg. 24°12’ Weeg.
01°40’ Maagd 14°43’ Maagd 27°24’ Maagd 10°10’ Weeg. 23°16’ Weeg.
− 08°28’ − 05°21’ − 02°26’ + 00°26’ + 03°20’
Z-‐05 (type 4)
Eclipsgraad
Zkp graad
Priapus (nc)
Priapus (c)
Pri. (nc) > Ecl.
21-‐10-‐1949 02-‐11-‐1967 12-‐11-‐1985 23-‐11-‐2003 02-‐12-‐2021 15-‐12-‐2039
28°20’ We 09°07’ Schorp. 20°08’ Schorp. 01°14’ Boog. 12°22’ Boog. 23°32’ Boog.
15°56’ Weeg. 27°10’ Weeg. 08°28’ Schorp. 19°46’ Schorp. 01°01’ Boog. 12°19’ Boog.
20°49’ Weeg. 04°32’ Schorp. 18°07’ Schorp. 01°43’ Boog. 15°25’ Boog. 29°00’ Boog.
22°34’ Ram 05°22’ Stier 18°31’ Stier 01°19’ Tweel. 14°30’ Tweel. 27°20’ Tweel.
− 07°31’ − 05°35’ − 02°01’ + 00°29’ + 03°03’ + 05°28’
Dat de eclipsen in de door de Zwarte Maan gebrandmerkte series voornamelijk in het derde kwartaal vallen, wordt veroorzaakt doordat de conjuncties tussen haar en de knopen-‐as gedurende zeer lange tijd in de maand september vallen. En dat wordt dan weer veroorzaakt door de al genoemde jaarlijkse 60°-‐verwijdering tussen deze as en de Zwarte Maan. Verder is het interessant om de overlappingen van een oude naar een nieuwe serie eens te bekijken. In tabel 1.5 staan de vijf series waarvan ik de tijdsduur heb kunnen achterhalen. VZLA — oktober 2015
6/10
Ritme van de eclipsen -‐ deel I George Bode
Tabel 1.5: Begindat, einddata en tijdsduur Sarosseries N-‐09, Z-‐09, Z-‐13, N-‐17 en N-‐02.
N-‐09
Begin/einde
Tijdsduur serie
Tijdsduur (overlapping)
8 augustus 528 21 augustus 1664 5 januari 1935
begin begin nieuw einde oud
1407(6) jaar
271(0) jaar
Z-‐09
Begin/einde
Tijdsduur serie
Tijdsduur (overlapping)
23 juni 727 19 juli 1917 22 juli 1971
begin begin nieuw einde oud
1244 jaar
54 jaar
Z-‐13
Begin/einde
Tijdsduur serie
Tijdsduur (overlapping)
24 mei 803 1 juli 2011 15 juli 2083
begin begin nieuw einde oud
1280 jaar
72 jaar
N-‐17
Begin/einde
Tijdsduur serie
Tijdsduur (overlapping)
1 juli 680 28 juli 1870 12 augustus 1942
begin begin nieuw einde oud
1262 jaar
72 jaar
N-‐02
Begin/einde
Tijdsduur serie
Tijdsduur (overlapping)
24 juni 792 17 juni 1928 3 augustus 2054
begin begin nieuw einde oud
1262 jaar
126 jaar Aangegeven data vroeger dan 1600 zijn Juliaans
Wel zijn alle gemeten trajecten een veelvoud van 18. De 1407 jaar van N-‐09 zijn er 1406 vanwege de einddatum begin januari. Dezelfde variatie kenmerkt de overlappingsperiodes zoals in tabel 1.5 te zien is. Opvallend is het grote aantal begin-‐ en eindjaren van series in de periode 1917-‐1942. Aan de vier bovenstaande moet 12 september 1931 nog worden toege-‐ voegd: daar eindigt een Z-‐05 serie waarvan de start mij niet bekend is en waarvan de opvol-‐ ger op 26 juli 1805 van start was gegaan. Dat zijn vijf wisselpunten in slechts vijfentwintig jaar en precies in de periode waarin de Verenigde Staten zich in snel tempo ontwikkelen tot wereld-‐macht en die aanvangt in het jaar van de Russische revolutie. Voorgaande perioden die sterk afweken in dit opzicht waren, met een score van vier, 1776-‐1805 en 1837-‐1859. De eerste start in het jaar waarin de Amerikaanse onafhankelijkheid wordt uitgeroepen en dekt verder de Franse revolutie, de vele mislukte opstanden elders, en de eerste helft van de Napoleontische periode. Gedurende de tweede ontstaat de natiestaat en aan het einde ervan ligt de start van de Darwinistische wereldbeschouwing, die zich thans verpopt heeft tot het atheïstische ‘meten is weten’. En rond 1848, het middenjaar van de periode, speelden zich dreigende, maar allen mislukte, revoluties af in Europa en publiceerde Karl Marx zijn ‘Communistisch Manifest’, net als het werk van Darwin een geschrift met een ellenlange invloed. Voor 1750 heb ik geen informatie over de einddata van series; desondanks springt VZLA — oktober 2015
7/10
Ritme van de eclipsen -‐ deel I George Bode
de periode 1613-‐1653 er heel duidelijk uit met de begindata 19/5/1613 (N-‐12), 17/4/1624 (Z-‐04), 12/10/1624 (N-‐05), 4/1/1639 (N-‐01), 21/9/1653 (Z-‐16) en 21/8/1664 (N-‐09), zes stuks in zo’n vijftig jaar. Qua langdurig invloedrijke geschriften komen de namen van Descartes, Galilei, Spinoza en, op de staart van de periode, ook Newton naar voren. In de ge-‐ schiedenis springen onder meer het einde van de godsdienstoorlogen, de vrede van Munster in 1648, en onze eigen Gouden Eeuw in het oog.
Een cruciale veldslag Om even op adem te komen van die lawine aan cijfers, een gebeurtenis uit het verloop van WO-‐II, die ingrijpende oorlog waar ook nog andere opvallende eclipsverschijnselen naar ver-‐ wijzen, die in deel II van dit artikel aan de orde zullen komen. Het is tevens een mooie illustratie die toont dat eclipshoroscopen ook kunnen worden gebruikt voor het laten horen van positieve geluiden. Rusland tijdens WO-‐II biedt daar een fraai voorbeeld van als we één van de twee cruciale veldslagen onder de loep nemen: de slag om Moskou (oktober/novem-‐ ber 1941). Het scheelde niet veel of de Duitsers hadden gewonnen, wat een totaal andere wending aan het verdere verloop van de geschiedenis zou hebben ingehouden, zeker van-‐ wege het op apegapen liggend Engeland, na de verwoestende bombardementen op Londen in het derde kwartaal van 1940, en de nog niet bij de oorlog betrokken Amerikanen. De yankees deden pas mee vanaf december 1941, na de verraderlijke Japanse aanval op Pearl Harbour, die overigens in dezelfde eclipsperiode plaatsvond, waarover later meer. Voor de slag om Moskou hebben we allereerst de zoneclips van 21/9/1941 (04.39 GMT) nodig, voorafgegaan door een maaneclips op 5/9/1941 (17.36 GMT). Zonder hem nog te enten op hoofdsteden valt op dat de eclips zeer nauw conjunct Neptunus staat, maar tevens driehoek de conjunctie tussen Uranus en Saturnus waardoor hij één van de cyclische aspecten tussen de langzame planeten faciliteert. Opvallend dat Berlijn de eclips op de ascendant heeft terwijl Moskou met Kreeft op de midhemel deze aspecten via de Maan, heer X, oppakt. Onderstaand een overzicht van de belangrijkste aspecten uit de manifeste ladingen van de horoscopen voor beide hoofd-‐ steden, met vetgedrukt de aspecten die duidelijk strijd en oorlog aangeven.
Tabel 1.6: Bijzonderheden zoneclips 21-‐09-‐1941 (04.39 GMT) voor Duitsland en Rusland.
Hoofdstad
Ascendant
Midhemel
Aspecten
Berlijn
24°59’ Maagd
23°23’ Tweelingen
Mercurius (H. I/X)-‐180°-‐Mars (H. VIII)-‐120°-‐Jupiter Asc.-‐120°-‐Saturnus Eclips, Nkp, Neptunus-‐0°-‐Asc.-‐90°-‐MC Vulcanus (H. I/X in VIII)-‐90°-‐Pluto (H. VIII), -‐0°-‐ZM(c)
Moskou
11°19’ Weegschaal
15°41’ Kreeft
Venus (H. I/VIII)-‐90°-‐Pluto, -‐180°-‐ZM(c) Asc.-‐60°-‐Persephone (H. I); MC-‐45°-‐Uranus Mercurius (in I)-‐180°-‐Mars (in VII), -‐120°-‐ Jupiter Maan (H. X)-‐0°-‐Neptunus, -‐120°-‐Uranus, Saturnus
VZLA — oktober 2015
8/10
Ritme van de eclipsen -‐ deel I George Bode
Ondanks het verschil in tekens op zowel ascendant als midhemel is de ene horoscoop niet per se gunstiger dan de andere, want wat zou sterker werken: Mercurius (heer I/X) driehoek Jupiter, met een orb van slechts 8’, of Mercurius in I met dezelfde driehoek? In ieder geval was het Duitse leger verreweg superieur: ruim vier maanden na de inval in Rusland stond het op 25 oktober, maar wel totaal uitgeput, voor de poorten van Moskou. Oorzaken van de uitputting: (a) gebrekkige fourrage – Neptunus (heer IV)! – veroorzaakt door zowel de (te) snelle opmars als het vroegtijdige begin van het modderseizoen en buiten hun oevers tre-‐ dende rivieren; (b) de weigering van Hitler om winterkleding naar het front te sturen, mis-‐ schien vanuit vals optimisme, gewekt door Mars, heer VIII in VIII exact sextiel de Draak in IX, die conjunct Jupiter staat, maar zeker door Mercurius, heer I en X, in nauwe conjunctie met Priapus (nc), een te veel vertrouwen op de herhaling van eerdere snelle overwinningen en de daaruit ontstane routine; (c) Russische partizanen die een onverwacht obstakel voor de Duitse legers vormen, een twaalfde-‐huis gegeven weerspiegeld door Mercurius, heer XII voor Moskou, driehoek Jupiter. Nu was er voorafgaand aan de eclips een maansverduistering geweest. Het is in mijn ervaring zo dat zo’n voorafgaande verduistering meer effect heeft dan één die op een zoneclips volgt. Zeker in het geval dat de eclips geen of weinig uitslag geeft, moet de horoscoop van zo’n maansverduistering worden bekeken. Hieronder op dezelfde wijze een overzicht.
Tabel 1.7: Bijzonderheden maaneclips 05-‐09-‐1941 (17.36 GMT) voor Duitsland en Rusland.
Hoofdstad
Ascendant
Midhemel
Aspecten
Berlijn
09°54’ Vissen
22°29’ Boogschutter
Asc.-‐0°-‐Maan, -‐180°-‐Zon MC-‐180°-‐Jupiter (H. I/X), -‐90°-‐Neptunus, -‐0°-‐Beest
Moskou
01°44’ Stier
14°46’ Steenbok
Asc.-‐60°-‐Maan, -‐120°-‐Zon, -‐0°-‐ZM(c) MC-‐0°-‐Diamant, -‐60°-‐Maan, -‐120°-‐Vulcanus Saturnus, Uranus (in I)-‐ 120°-‐Neptunus
Bij de maansverduistering komt Moskou duidelijk gunstiger uit de bus met een verbluffende reeks harmonische aspecten, terwijl Berlijn vooral spanningsaspecten scoort. En dan dient verder te worden gekeken naar de op de eclips volgende Nieuwe Maan van 20/10/1941 (14.20 GMT), die zoals alle nieuwe manen binnen een eclipsperiode kan worden beschouwd als een nuancering, met soms als effect de druppel die de emmer doet overlopen. Dat laatste is hier zeker het geval want deze Nieuwe Maan repeteert de voorafgaande maaneclips, een weinig voorkomend verschijnsel. Hieronder de voornaamste aspecten in beide horoscopen: voor Moskou betreft de herhaling in eerste instantie de conjunctie van de midhemel met de Diamant en de driehoek van Vulcanus erop, vanuit huis XII bij de maaneclips, maar vanuit huis I bij de Nieuwe Maan. VZLA — oktober 2015
9/10
Ritme van de eclipsen -‐ deel I George Bode
Tabel 1.8: Bijzonderheden Nieuwe Maan 20-‐10-‐1941 (14.20 GMT) voor Duitsland en Rusland.
Hoofdstad
Ascendant
Berlijn
29°07’ Waterman
Midhemel 18°04’ Boogschutter
Aspecten Asc.-‐90°-‐Uranus, Saturnus (orb: 26’) MC-‐180°-‐Jupiter (H. X), -‐0°-‐Draak, -‐120°-‐Mars Maan (H. I, V en VI)-‐150°-‐Saturnus (orb: 24’) Priapus(nc) (H. I, V en VI)-‐180°-‐Saturnus
Moskou
01°44’ Stier
10°11’ Steenbok
Venus (H. I)-‐120°-‐Mars Persephone (H. I)-‐120°-‐Mars MC-‐120°-‐Vulcanus (in I), -‐0°-‐Diamant Asc.-‐120°-‐Zon (H. X) met een orb van 8’!
Verder pikt de Russische hoofdstad weer voornamelijk harmonische aspecten eruit en vallen de spanningsaspecten opnieuw Berlijn toe. En dan spelen natuurlijk de Zwarte Manen mee. Bij de maaneclips omvatten ze de ascendant van Moskou, met de gecorrigeerde driehoek op de midhemel. En bij de Nieuwe Maan blijven zij in huis I waarbij de niet-‐gecorrigeerde drie-‐ hoek Neptunus staat en de gecorrigeerde driehoek de Noorderknoop. Dit laatste aspect wordt transitair exact op 27 oktober, de dag dat het Duitse front tot stilstand komt, in de geschie-‐ denis genoteerd als het einde van de eerste slag om Moskou – opvallend want twee dagen na de zoneclips stond de niet-‐gecorrigeerde Zwarte Maan exact driehoek op de Noorderknoop, opnieuw een element van herhaling. De genoemde driehoeken zijn duidelijk een zesde-‐huis gegeven, het meest aan de praktijk van het leven verwante huis, want de knoop en Neptunus bevinden zich in dat huis en de Zwarte Maan heerst erover. Het komt er dus op neer dat het al sinds half mei spelende sextiel tussen de zwarte lichten-‐ assen, dat rond de dag van de Duitse inval vanuit de niet-‐gecorrigeerde Zwarte Maan exact is (positie van de Zwarte Zon op 2 juli ±11°10’ Kreeft), sowieso de vier hoekpunten van de maaneclips voor Moskou dekt. Moeten we hier spreken van een door het klimaat gereguleerde kosmische ingreep, want niet alleen het regenseizoen begon eerder dan normaal maar ook het winterseizoen, of zoals de voetballer Maradona het zou noemen: de hand van God? Van de redactie Zonder toestemming van de auteur en de VZLA-‐redactie mag er niets van dit artikel overgenomen of gebruikt worden. De redactie is niet verantwoordelijk voor de juistheid van de inhoud van dit artikel.
VZLA — oktober 2015
10/10