Rijkswaterstaat-Waterdienst
Verslag Kennisarena 'Leven met Water' 19 mei 2010
Witteveen+Bos Leidenlaan 16 postbus 1080 6201 BB Maastricht telefoon 043 328 12 22 telefax 043 325 37 99
Rijkswaterstaat-Waterdienst
Verslag Kennisarena 'Leven met Water'
Witteveen+Bos Leidenlaan 16
referentie
projectcode
status
RW1899-77/chae/005
RW1899-77
definitief
projectleider
projectdirecteur
datum
ir. J.H. Spaans
ir. Th. Witjes
28 mei 2010
autorisatie
naam
paraaf
goedgekeurd
ir. Th. Witjes
Het kwaliteitsmanagementsysteem van Witteveen+Bos is gecertificeerd op basis van ISO 9001.
postbus 1080 6201 BB Maastricht telefoon 043 328 12 22 telefax 043 325 37 99
© Witteveen+Bos Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van Witteveen+Bos Raadgevende ingenieurs B.V., noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.
INHOUDSOPGAVE
blz.
1. DE KENNISARENA 1.1. Inleiding 1.2. Doel 1.3. Deelname
1 1 1 1
2. OCHTENDPROGRAMMA 2.1. Presentaties 2.2. Paneldiscussie
3 3 4
3. MIDDAGPROGRAMMA 3.1. Presentaties 3.2. Weergave rondetafeldiscussies
5 5 5
4. DOELREALISATIE KENNISARENA 4.1. Doelen 4.2. Realisatie
8 8 8
5. AANBEVELINGEN 5.1. Inleiding 5.2. Kennisvragen of beleidsvragen 5.3. De geringe betrokkenheid van de kennisvragers 5.4. Van agenderen naar programmeren
10 10 10 10 10
laatste bladzijde
11
bijlagen I Programma kennisarena ‘Leven met Water’ d.d. 19 mei 2010 II Presentaties ochtendsessie III Presentaties middagsessie IV Samenvattende tabel rondetafel discussies V Verslagen rondetafel discussies
Witteveen+Bos RW1899-77 Verslag Kennisarena 'Leven met Water' definitief d.d. 28 mei 2010
aantal bladzijden
1. DE KENNISARENA 1.1. Inleiding Op 19 mei 2010 is de derde kennisarena ‘Leven met Water’ gehouden. Hieronder volgt het verslag van de dag, en onze aanbevelingen voor de actualisatie van het proces en de inhoud van de Nationale Kennis en Innovatieagenda Water. Het programma van de kennisarena is als bijlage I bij dit verslag gevoegd. 1.2. Doel De kennisarena ‘Leven met Water’ wordt georganiseerd door het Kennisplatform Water (KPW). Het KPW zorgt voor het opstellen en actueel houden van de Nationale kennis- en innovatieagenda Water (NKIAW). Dit doet zij ondermeer door het jaarlijks organiseren van de kennisarena ‘Leven met Water’. Doel van de kennisarena is: - impuls geven aan een gezamenlijke uitvoering van het NKIAW; - vergroten van draagvlak voor (uitwerking van) de kennisagenda; - aanvulling van de kennisagenda met kennisbehoeftes uit het Deltaprogramma en van LNV, VROM en STOWA; - inzicht krijgen in de manier waarop de aansluiting van de onderzoeksprogrammering op de kennisagenda op zijn minst in kwalitatieve zin kan worden getoetst. 1.3. Deelname Onderwerp van het ochtendprogramma was de ‘verbinding’ tussen de verschillende kennisagenda’s, incasu de agenda’s van het Deltaprogramma, VROM, LNV, Stowa en het NKIAW. Voor de ochtendsessie waren vertegenwoordigers van kennisvragers en-aanbieders uitgenodigd die zich bezig houden met bestuur, strategieontwikkeling en organisatievraagstukken rondom innovatie en onderzoek. Hieronder is een overzicht opgenomen van het aantal aanschrijvingen en deelnemers.
kennisvragers kennisaanbieders
aangeschreven 48 28
deelnemers 23 21
percentage 48 75
De ochtendsessie was hiermee goed bezet, met de kanttekening dat relatief veel kennisvragers hebben afgezegd. Daarbij valt met name de grote afwezigheid van de provincies als kennisvragers op, evenals gemeenten en het bedrijfsleven. De middagsessie ging over de inhoudelijke verbinding tussen kennisvraag en-aanbod. Doelgroep van de middagsessie waren vertegenwoordigers van kennisvragers en - aanbieders die zich bezig houden met coördinatie, implementatie of uitvoering van wateronderzoek en -innovatie.
Witteveen+Bos RW1899-77 Verslag Kennisarena 'Leven met Water' definitief d.d. 28 mei 2010
1
De opkomst was als volgt:
kennisvragers kennisaanbieders
aangeschreven 177 125
deelnemers 34 49
percentage 19 39
Opvallend is de zeer lage opkomst van de kennisvragers. Daarbij valt ook op dat vrijwel geen vertegenwoordigers van waterschappen, VROM, LNV en provincies, gemeenten en het bedrijfsleven aanwezig waren. Een grote deelname was er vanuit RWS Waterdienst en Deltares.
Witteveen+Bos RW1899-77 Verslag Kennisarena 'Leven met Water' definitief d.d. 28 mei 2010
2
2. OCHTENDPROGRAMMA 2.1. Presentaties Hieronder volgt puntsgewijs een samenvatting van de gehouden presentaties. De presentaties zelf zijn als bijlage II bij dit verslag gevoegd. Aan de inleiders is gevraagd om in te gaan op: - de achtergronden en de totstandkoming van de kennisagenda’s; - het type onderzoek (wetenschappelijk onderzoek, strategisch of toegepast onderzoek); - een voorbeeld van een kennisbehoefte die aansluit/aan kan sluiten bij de NKIAW; - mening over de verbinding met de NKIAW: opname in NKIAW, noodzaak tot nadere afbakening met NKIAW, of voorkeur voor zelfstandige uitvoering. Annemieke Nijhof, DG Water: Introductie KNIAW - oproep om de verschillende kennisagenda’s met elkaar te verbinden, zeker ook door informele samenwerkingen; - aandacht voor aansluiting van de kennisagenda’s met de praktijk; - noodzaak voor paradigmaverschuivingen en creativiteit, ook in het licht van beschikbare financiën; - nu uitvoeren. Paul Thewissen, LNV: de kennisagenda LNV - de LNV kennisagenda is in voorbereiding; - input en integratie vanuit drie kenniskamers; - LNV geeft richtinggevende kaders voor de inhoud van het strategisch onderzoek; - DLO is verantwoordelijk voor de inhoudelijke invulling van de programma’s; - pleidooi voor samenwerking tussen departementen; - LNV doet aanbod om onderzoek ZW-Delta en Wadden uit het Deltaprogramma samen met andere partners uit te werken; - het thema Waterkwaliteit uit de NKIAW zal door LNV beter worden ingevuld; - LNV hecht veel waarde aan de monitoring van de benutting van de kennis. Jos van Alphen, DGW: de kennisagenda van het Deltaprogramma: - er zijn al veel kennisvragen benoemd. Deze zijn gesorteerd in 9 thema’s, in totaal circa 300 items; - nu wordt deze lijst verder geclusterd en geordend; - er is aandacht nodig voor de verbinding van korte- en langetermijn; - de aansluiting met NKIAW moet nog uitgewerkt worden. Margot de Cleen, VROM: de kennisagenda van VROM: - vanuit de directie bodem en water is het initiatief genomen om de vraagsturing en afstemming van onderzoek te verbeteren, ook met het oog op kostenefficiëncy; - versterking van de internationale positie van instituten is belangrijk; die moet gestalte krijgen via de strategische onderzoeksagenda van het Dutch Soil Platform (DSP); - presentatie van de kennisagenda Ondergrond; - oproep om van elkaars kennisnetwerken gebruik te maken. Michelle Talsma, STOWA: de kennisagenda van STOWA: - bij onderzoek van de STOWA staat vraagsturing voorop, vanuit de eigen opdrachtgevers, in-casu de regionale waterbeheerders. Het gaat veelal om toegepast onderzoek; - daarbij kennismakelen en proeftuinen initiëren, waarbij samenwerking wordt gezocht met universiteiten, instituten, ministeries, ingenieursbureaus, agentschap NL, deltaprogramma etc; - ziet voor STOWA een belangrijke rol bij de vertaling van NKIAW en het Deltaprogramma naar de regio.
Witteveen+Bos RW1899-77 Verslag Kennisarena 'Leven met Water' definitief d.d. 28 mei 2010
3
2.2. Paneldiscussie Aan de paneldiscussie namen deel: Margot de Cleen (VROM), Roel Feringa (DGW, voorzitter KPW), Jan Ploeger (IPO), Ludolph Wentholt (STOWA), Paul Thewissen (LNV). De belangrijkste statements tijdens de paneldiscussie waren: - er is behoefte aan focus; daarbij moet het Deltaprogramma centraal staan; - de afstemming tussen de verschillende agenda’s moet niet worden geformaliseerd of ‘beheerst’ maar er moet gebruik gemaakt worden van informele netwerken, samenwerkingen en bijeenkomsten. Hiervoor ligt bij allen een taak; - provincies zien geen heil in het opstellen van de eigen agenda’s, maar wel in aansluiting bij de bestaande; - gepleit wordt voor het aangaan van verbindingen met het onderwijs: de school als kenniscentrum; - vooral ook denken vanuit praktijkoplossingen, en vanuit langetermijn-problematiek. Vanuit de zaal wordt opgemerkt dat het jammer zou zijn als het Deltaprogramma met focus op waterveiligheid, ertoe leidt dat andere wateritems weinig aandacht krijgen.
Witteveen+Bos RW1899-77 Verslag Kennisarena 'Leven met Water' definitief d.d. 28 mei 2010
4
3. MIDDAGPROGRAMMA 3.1. Presentaties Hieronder volgt puntsgewijs een samenvatting van de presentaties die gehouden zijn tijdens de middagsessie. Aan de inleiders was gevraagd om in te gaan op de volgende items. - terugkoppeling ochtendprogramma; - rol KPW; - uitvoering en monitoring van de kennisagenda Water. De presentaties zijn als bijlage III bij dit verslag gevoegd. Maarten Scheffers, senior beleidsmedewerker DG Water: - Maarten Scheffers geeft een samenvatting van de presentaties van het ochtendprogramma en de conclusies uit de paneldiscussie; - over de rol van het KPW: Het Kennisplatform heeft in 2008 en 2009 bijeenkomsten georganiseerd van kennisvragende (nationale en regionale overheid, marktpartijen) en kennisaanbiedende organisaties (Deltares, DLO, KNMI, PBL, RIVM); - het Kennisplatform is belast met de coördinatie van vraagsturing op strategisch onderzoek; - de Raad voor Deltaonderzoek adviseert over de onderzoeksprogramma’s van o.a. Deltares en DLO; - aan de hand van een voorlopige tabel schetst Maarten Scheffers hoe de mogelijke afstemming tussen de verschillende kennisagenda’s, thematisch, kan worden vormgegeven. Henk Senhorst, secretaris Kennisplatform Water: - op basis van vraagarticulatie is in 2008/2009 de kennisagenda Water samengesteld; - Deltares en DLO krijgen nu de kennisagenda mee in het Programma van Eisen voor onderzoeksprogramma’s; - de Raad voor Deltaonderzoek bespreekt de programma’s op hoofdlijnen; - het Kennisplatform is nu belast met de uitvoering, onder ander het opsporen van witte vlekken in programmering; - uitvoering en monitoring van de kennisagenda Water. 3.2. Weergave rondetafeldiscussies In de middag zijn 12 rondetafel gesprekken gevoerd tussen kennisaanvragers en aanbieders. De 6 verschillende thema’s van het NKIAW (in-casu waterveiligheid, gebruik en verdeling van water, waterkwaliteit, water in ruimtelijke processen, water in integrale gebiedsvragen, en rollen en verantwoordelijkheden in het waterbeheer) werden 2 maal bediscussieerd. In bijlage IV is een tabel opgenomen, waarin per thema en per rondetafel gesprek de belangrijkste bevindingen zijn weergegeven. Deze tabel is gebaseerd op de verslagen van alle gesprekken. Deze zijn als bijlage V bij dit verslag gevoegd. In de tabel is onderscheid gemaakt in: - opmerkingen over de kennisvraag; - opmerkingen over het kennisaanbod; - opmerkingen over de verbindingen tussen vraag en aanbod; - aanduiding van nieuw onderzoek dat volgens de deelnemers zou moeten worden uitgevoerd; - witte vlekken in het NKIAW; - de relatie met het Deltaprogramma; - functie van de kennisagenda.
Witteveen+Bos RW1899-77 Verslag Kennisarena 'Leven met Water' definitief d.d. 28 mei 2010
5
De kennisvraag Door verschillende deelnemers wordt geconstateerd dat de meeste vragen kennisvragen zijn, maar een aantal vragen zijn beleidsvragen. Deze laatste zijn nog niet vertaald naar specifieke onderzoeksvragen Het gevolg daarvan is dat onderzoekers zich in deze laatste vragen vaak niet herkennen, omdat die te breed of te veel samengesteld zijn. Ook kennisvragers herkennen vaak niet de vraag, al moet daarbij wel worden opgemerkt dat dit vermoedelijk deels ook te maken heeft met de lage opkomst van kennisvragers. Degene die de vraag heeft gesteld zat vaak niet aan tafel. Er is een algemeen geuite behoefte om de kennisvragen verder uit te werken. Kennisaanbod Henk Senhorst gaf in zijn presentatie aan dat uit de monitoring blijkt dat circa 80 % van de kennisvragen al wordt gedekt door onderzoek. In de middagsessies wordt dit beeld bevestigd. In alle 12 gesprekken werd aangegeven dat er al veel onderzoek wordt verricht. Op een aantal punten werd aangegeven dat aanvullend onderzoek gewenst is, zie hieronder. De verbinding tussen kennisvraag en aanbod Ten aanzien van de verbinding tussen kennisvraag en aanbod formuleren veel deelnemers wensen. De meest genoemde zijn: - kennisaanbieders geven aan de behoefte te hebben om directer met kennisvragers aan tafel te kunnen zitten; - eindgebruikers moeten eerder worden betrokken bij onderzoek; - intermediairs zoals ingenieursbureaus kunnen helpen bij het vertalen van kennisvraag naar kennisaanbod, vanuit hun praktijkervaring. Nieuw onderzoek en witte vlekken in het NKIAW Bij een aantal thema’s formuleren deelnemers de behoefte aan nieuw onderzoek. Dit zijn: - thema veiligheid: behoefte aan onderzoek ten aanzien van duurzaamheid, ecologie en meerlaagsveiligheid; - thema gebruik en verdeling van water: door sommige deelnemers werd sterk gepleit naar fundamenteel onderzoek naar de werkelijke problemen die optreden bij klimaatwijziging. Andere onderzoekers gaven aan dat er al veel bekend is; - thema Waterkwaliteit: behoefte aan onderzoek naar ingreep-effectrelaties, kennis over nieuwe (farmaceutische) stoffen in water, en vertaling van kennis naar uitvoeringspraktijk; - thema Water in ruimtelijke processen: vertaling van kennis naar uitvoeringspraktijk; - thema water in integrale gebiedsvragen: integrale onderzoeken (helaas niet verder gespecificeerd); - thema Rollen en verantwoordelijkheden: er is behoefte aan empirisch onderzoek, ontwerpend onderzoek, onderzoek naar de wijze waarop gebiedsprocessen kunnen worden georganiseerd, experimenteel onderzoek en onderzoek naar bestuurlijke vernieuwing. Geen van de deelnemers heeft aangegeven of daarmee ook witte vlekken zijn geïdentificeerd in het NKIAW. Dit hangt samen met de eerdere conclusie dat de kennisvragen in het NKIAW daarvoor niet specifiek genoeg zijn. De relatie met het Deltaprogramma Het is evident dat het Deltaprogramma sterke samenhang heeft met het NKIAW, en daarom vinden veel deelnemers het jammer dat door de verschillende inleiders van de dag nog niet kan worden aangegeven hoe deze samenhang verder wordt vormgegeven. Omdat er daarnaast alleen nog een voorlopige kennisagenda van het Deltaprogramma beschikbaar is, was het voor veel deelnemers moeilijk om concrete meningen te geven over de relatie met het Deltaprogramma. Functie van de kennisagenda De exitpoll laat een eenduidig beeld zien van de meningen van de deelnemers: - de aanwezigen vinden het op elkaar afstemmen van kennisvraag en kennisaanbod een belangrijke functie van de kennisagenda. Meer dan 90 % van de aanwezigen was die mening toegedaan;
Witteveen+Bos RW1899-77 Verslag Kennisarena 'Leven met Water' definitief d.d. 28 mei 2010
6
-
vrijwel iedereen geeft aan de kennisagenda actief te gaan gebruiken voor de programmering van onderzoek. Op de vraag of kennisaanbod en kennisvraag goed op elkaar afgestemd zijn, blijken de meningen verdeeld. Ca 33% was de mening toegedaan dat de vragen en aanbod goed op elkaar zijn afgestemd. De overige deelnemers gaven aan hier op dit moment niet goed over te kunnen oordelen. Tenslotte vinden de meeste deelnemers dat de kennisarena nog onvoldoende informatie heeft verschaft over de uitvoering van de kennisagenda (circa 90 % score).
Witteveen+Bos RW1899-77 Verslag Kennisarena 'Leven met Water' definitief d.d. 28 mei 2010
7
4. DOELREALISATIE KENNISARENA 4.1. Doelen Vooraf zijn voor deze derde kennisarena de volgende doelen geformuleerd: - impuls geven aan een gezamenlijke uitvoering van het NKIAW en vergroten van draagvlak voor (uitwerking van) de kennisagenda; - inzicht in aansluiting tussen kennisvragen en –onderzoek; - Inzicht krijgen in de resultaten van de huidige monitoringsacties met bijbehorende verbetervoorstellen; - aanvulling van de kennisagenda met kennisbehoeftes uit het Deltaprogramma en van LNV, VROM en STOWA. Hieronder evalueren wij in hoeverre de doelen zijn gehaald. 4.2.
Realisatie
Draagvlak en impuls geven aan een gezamenlijke uitvoering van het NKIAW Door de deelnemers aan de kennisagenda werd vrijwel unaniem aangegeven de kennisagenda van groot belang te vinden, en men gaf aan de kennisagenda in de toekomst actief te gaan gebruiken. Hiervoor is het echter wel nodig dat de kennisagenda verder wordt uitgewerkt in onderzoeksprogrammering (zie onze aanbevelingen in hoofdstuk 5). De verdeling tussen kennisaanbieders en kennisvragers was scheef tijdens de kennisarena: er was onvoldoende deelname vanuit de kennisvragers. Aan de kant van de kennisaanbieders was de deelname groter, maar ook hier waren belangrijke partijen, zoals universiteiten en adviserende bedrijfsleven, grotendeels afwezig. Het is een aanbeveling om te onderzoekzoeken wat de verschillende belangen zijn en wat mensen gemotiveerd heeft om al of niet aanwezig te zijn. De behoefte werd gevoeld om kennisvragers en kennisaanbieders meer dan in de kennisarena is gebeurd 1-op-1 aan elkaar te koppelen. Inzicht in aansluiting tussen kennisvragen en –onderzoek Uit de middagsessies bleek dat een (beperkt) deel van de kennisvragen eigenlijk beleidsvragen zijn, en dat een deel van de vragen als ‘opgebost’ werden ervaren. Hiervoor werden deze te breed en te meervoudig geacht om een onderzoeksproject te definiëren. De aansluiting tussen de overige kennisvragen en onderzoek kwam niet goed uit de verf, omdat er weinig kennisvragers aanwezig waren. Er was tijdens de kennisarena nogal wat verwarring over het begrip ‘strategisch onderzoek’. Strategisch onderzoek is het onderzoek dat nu moet worden opgestart om (bijvoorbeeld) over 5 jaar de juiste kennis te hebben om de dan relevante strategische beleidsvragen te kunnen beantwoorden. Voorbeelden van strategisch onderzoek zijn: - onderzoek naar ontbrekende proceskennis en ingreep-effectrelaties om de effecten van KRW-maatregelen op de KRW-maatlatten te kunnen inschatten. Deze kennis is nodig om het volgende stroomgebiedsbeheerplan (SGBP) op te kunnen stellen. Dit onderzoek moet nu worden gestart, anders is het te laat voor het volgende SGBP; - onderzoek naar kosten- en batenkentallen voor de MKBA naar peilverhoging van het IJsselmeer. De MKBA zelf is een beleidsanalyse. Om de MKBA op te kunnen stellen zijn kentallen nodig. Een deel van die kentallen is beschikbaar, maar een deel ook niet. Het is strategisch om nu onderzoek op te starten naar ontbrekende kentallen om over 5 jaar een goede MKBA te kunnen maken. - de ontwikkeling van het Deltamodel ten behoeve van het Deltaprogramma.
Witteveen+Bos RW1899-77 Verslag Kennisarena 'Leven met Water' definitief d.d. 28 mei 2010
8
Inzicht krijgen in de resultaten van de huidige monitoringsacties met bijbehorende verbetervoorstellen Kennisaanbieders en –vragers hebben op dit moment nog onvoldoende zicht op de inhoud van de kennisagenda en de monitoring daarvan. De kennisarena heeft (te) beperkt bijgedragen aan het vergroten van het inzicht. Aanvulling van de kennisagenda met kennisbehoeftes uit het Deltaprogramma en van LNV, VROM en STOWA Uit de presentaties van de deelnemers en ook uit de paneldiscussie bleek dat er weliswaar vijf kennisagenda’s bestaan waarin in meerdere of mindere mate watergerelateerde kennisvragen zijn geformuleerd, maar dat het niet nodig wordt geacht om te komen tot een overkoepelende agenda. Ook werd het onwenselijk geacht om de afstemming tussen de agenda’s te formaliseren. Algemeen wordt ervoor gepleit om verder te gaan op het ingeslagen pad, en naar een -niet-geïnstitutionaliseerde samenwerking te blijven zoeken. Dat het Deltaprogramma hierbij een belangrijke rol zal vervullen, kan kansen bieden voor een dergelijke samenwerking. Wel moet hierbij aandacht uitgaan naar mogelijke knelpunten. In de ochtendsessie werden genoemd het mogelijk ‘ondersneeuwen van de NKIAW’ en het risico dat andere watergerelateerde kwesties (anders dan veiligheid en zoetwatervoorziening) minder aandacht krijgen. Het KPW zal in deze afstemmingen een belangrijke rol kunnen vervullen.
Witteveen+Bos RW1899-77 Verslag Kennisarena 'Leven met Water' definitief d.d. 28 mei 2010
9
5. AANBEVELINGEN 5.1. Inleiding Op basis van de presentaties, de paneldiscussie, de rondetafeldiscussies en gesprekken met een groot aantal deelnemers aan deze dag komen wij tot de volgende aanbevelingen. Wij spitsen deze toe op het vorm geven aan de verdere afstemming tussen kennisvragen en kennisaanbod, dit in het licht van vraagsturing. Het is verheugend dat de deelnemers aan de dag vrijwel unaniem te kennen hebben gegeven de kennisagenda Water belangrijk te vinden. Een grote meerderheid gaf ook aan de kennisagenda actief te gaan gebruiken voor hun eigen werk. De vraag is hoe verdere afstemming tussen kennisvragen en kennisaanbod vorm te geven. 5.2. Kennisvragen of beleidsvragen Omdat tijdens de arena verschillende malen erop gewezen is dat sommige kennisvragen opgebost leken te zijn, en dus nadere specificatie behoeven, dan wel meer beleidsmatig van aard zijn, hebben wij in het onderstaande kader- een eigen oordeel gevormd over de mate waarin sprake zou zijn van kennisvragen dan wel beleidsvragen. Dit verschil bepaalt naar onze mening mede de marsroute naar de volgende kennisarena.
kennisvragen beleidsvragen ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Waterveiligheid: 8 (73 %) 3 (27 %) Gebruik en verdeling van water 15 (79 %) 4 (21 %) Waterkwaliteit 14 (93 %) 1 (7 %) Water in ruimtelijke processen 17 (76 %) 4 (24 %) Water in integrale gebiedsvragen 10 (43 %) 13 (57 %) Rollen en verantwoordelijkheden in het waterbeheer 6 (86 %) 1 (14 %) ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Totaal 70 (73 %) 26 (27 %)
Uit deze screening en de middagsessies leiden wij af dat: - kennisvragen de overhand hebben, maar dat er toch relatief veel beleidsvragen zijn; - met name bij integrale gebiedsvragen veel beleidsvragen zijn geformuleerd en weinig specifieke kennisvragen; - het thema waterkwaliteit nog het meest van de vijf thema’s gericht is op kennis; - er bij de uitwerking van de kennisagena deels een vertaalslag nodig is van beleidsvraag naar kennisvraag, en dat er vervolgens voor veel kennisvragen een behoefte is aan een verdere specificatie. 5.3. De geringe betrokkenheid van de kennisvragers Tijdens de kennisarena bleek dat er weinig kennisvragers aanwezig waren. Wij bevelen aan om een (telefonisch) onderzoek te houden onder genodigden over de beweegredenen, en met name onder diegenen die een kennisvraag uit de kennisagenda water hebben geformuleerd. Dit onderzoek kan mede dienen ter verificatie van het draagvlak van een alternatieve aanpak van de kennisarena (zie hieronder). 5.4. Van agenderen naar programmeren Wij adviseren dat het KPW tussen nu en de volgende arena de kennisagenda Water verder uitwerkt van ‘ agenda naar programma’. De bestaande kennisagenda water, eventueel aangevuld met vragen uit andere programma’s, behoeft daarvoor naar onze mening op zich niet te worden aangepast. De kennisagenda Water is al heel lang (170 vragen). Verdere specificatie van de vragen zal leiden tot een
Witteveen+Bos RW1899-77 Verslag Kennisarena 'Leven met Water' definitief d.d. 28 mei 2010
10
nog langere lijst en dat lijkt ons niet wenselijk. Wij bevelen aan om de verdere uitwerking van de agenda vorm als volgt vorm te geven: 1. benoem op basis van de kennisagenda specifieke kennisvragen, waarvoor een concreet onderzoeksprogramma (in-casu specificatie van de vraag, specificatie van het noodzakelijke onderzoek, specificatie van kennisvragers en aanbieders) wordt opgesteld. Wij hebben begrepen dat hier voor een aantal vragen al aan wordt gewerkt. Daar kan mogelijk bij worden aangesloten; 2. wij adviseren om daarvoor meer gebruik te maken van ‘intermediairs’ tussen kennisvragers en kennisaanbieders (in casu beleidsadviseurs, ingenieursbureaus, agentschappen etc.). Deze waren overigens tijdens de dag vrijwel niet aanwezig. Het KPW zal deze actief moeten benaderen; 3. wij stellen een arena voor die door het KPW wordt voorbereid in een aantal separate ‘kennismakel’-bijeenkomsten, op specifieke vragen of clusters van vragen gericht en in kleinere gezelschappen. In deze voorbereidende gerichte bijeenkomsten kunnen kennisvragen worden vertaald in onderzoeksprogrammering. 4. in de voorbereidende bijeenkomsten kan de volgende werkwijze worden gehanteerd: a. identificeer een aantal ‘short term wins’, in-casu kennisvragen met een hoge urgentie en grote betrokkenheid van kennisvragers en -aanbieders; b. zoek een aantal kennisvragers die zich actief willen verbinden aan de verdere uitwerking van de kennisagenda, en die genoeg daadkracht en reputatie hebben om de successen hiervan uit te dragen; c. inventariseer bij beleidsmakers welke strategische beleidsvragen over 5 jaar van belang zijn. Laat dit doen door beleidsadviseurs; d. inventariseer voor deze ‘short term wins’ welke informatie beleidsmakers nodig denken te hebben om de beleidskeuzen te kunnen maken. Laat dit ook doen door beleidsadviseurs; e. laat inhoudelijke deskundigen inventariseren welke informatie beschikbaar is, welke kennis wel bestaat, maar nog niet ontsloten is en welke kennis nog ontbreekt (de kennishiaten); f. laat de inhoudelijke deskundigen onderzoeksvoorstellen maken om kennis te ontsluiten en om de kennishiaten in te vullen en zo de modellen, rekenregels, kentallen en dergelijke van de toekomst te ontwikkelen; g. Presenteer de resultaten hiervan tijdens de kennisarena 2011.
Witteveen+Bos RW1899-77 Verslag Kennisarena 'Leven met Water' definitief d.d. 28 mei 2010
11
BIJLAGE I
Programma kennisarena ‘Leven met water’ d.d. 19 mei 2010
Witteveen+Bos RW1899-77 Verslag Kennisarena 'Leven met Water' definitief d.d. 28 mei 2010
BIJLAGE II
Presentaties ochtendsessie
Witteveen+Bos RW1899-77 Verslag Kennisarena 'Leven met Water' definitief d.d. 28 mei 2010
BIJLAGE III
Presentaties middagsessie
Witteveen+Bos RW1899-77 Verslag Kennisarena 'Leven met Water' definitief d.d. 28 mei 2010
BIJLAGE IV
Samenvattende tabel rondetafel discussie
Witteveen+Bos RW1899-77 Verslag Kennisarena 'Leven met Water' definitief d.d. 28 mei 2010
BIJLAGE V
Verslagen rondetafel discussies
Notulen Kennisarena ‘Leven met Water’ 19 mei 2010 Thema 1 ‘Waterveiligheid’ Moderator: Henk Senhorst, Notulist: Jilles Schippers Sessie 1 De vraag die het deltaprogramma betreft (S1-1) wordt gekozen door de aanwezige kennisvragers. De vragers diepen de vraag op de volgende manier uit: RSW is geïnteresseerd in de schaaleffecten die optreden nu we op landelijke schaal werken waar voorheen vooral op regionale schaal werd gewerkt. De kennis die ze nodig heeft is ten behoeve van het deltamodel en voor governance doeleinden. Vereniging van Waterbouwers wil meer weten over de lange termijn effecten van zgn. no-regret acties die nu gaan worden uitgevoerd (suppetie etc). Deze kennis is nodig omdat zij ook worden geacht om mee te denken over de kosten en baten van verschillende alternatieven. De aanbieders geven aan dat ze met de volgende onderzoeksprogramma’s tegemoet komen aan deze behoeften: Deltares werkt binnen de roadmap waterveiligheid aan een modelinstrumentarium dat grotere domeinen beslaat dat voorheen. Op het gebied van governance loopt een programma ‘duurzame gebiedsontwikkeling’. Deltares werkt ook aan het inzichtelijk maken van de effecten van suppleren (meerjarig, en o.a. ecologische effecten). In een toets-poging geven de vragers aan dat ecologie en duurzaamheid naar hun inzicht te weinig aan bod komen. Dit wordt wellicht ook veroorzaakt door afwezigheid van DLO aan de tafel. Bij de exit poll wordt aangegeven dat: To the point komen lastig is in deze setting De vraag te breed was om goed te behandelen Niet alle partijen aanwezig waren (m.n. regionale partijen ontbreken) De kennisaanbieders geven aan dat ze wel behoeften hebben aan het terugkoppelen van hun onderzoek met de vragers. Het mandaat van de agenda’s duidelijker moet Deze soort gesprekken in klankbordgroepen moeten worden gevoerd Er verdieping nodig is in het behandelen van de behoeften
Witteveen+Bos RW1899-77 Verslag Kennisarena 'Leven met Water' definitief d.d. 28 mei 2010
Notulen Kennisarena ‘Leven met Water’ 19 mei 2010 Thema 1 ‘Waterveiligheid’ Moderator: Henk Senhorst, Notulist: Jilles Schippers Sessie 2 De vraag die inzicht in effecten van nieuwe normering op RO vraagstukken betreft (nr??) wordt gekozen door de aanwezige kennisvragers. De vragers diepen de vraag op de volgende manier uit: Stowa en UvW willen inzicht in de effecten/ uitwerking van de implementatie van nieuwe normen op de fysieke en sociale (acceptatie) omgeving. RWS wil aandacht voor demografische ontwikkelingen en daarmee samenhangend strategisch bouwen en slopen. Stowa wil meer weten over de effecten van meerlaagveiligheid in de praktijk Allen geven aan dat het ontbreken van betrouwbare voorspellingen moet worden aangepakt, bijvoorbeeld door het werken met kansverwachtingen die meespelen in het bepalen van de normering. De aanbieders geven aan dat ze met de volgende onderzoeksprogramma’s tegemoet komen aan deze behoeften: Deltares werkt met de roadmap nieuwe normering (zowel SO als TO). Laag 2 uit meerlaagsveiligheid komt hierin ook aan bod. Verder heeft deltares de roadmap wv21. PBL heeft een afgeronde studie ‘Nederland later’ waarin ze demografische effecten meenemen. In een toets-poging geven de vragers aan dat: Er aanknopingpunten zijn in het aanbod Er geen overzicht is in de activiteiten van verschillende actoren in deelprogramma’s van het deltaprogramma Er wat meerlaagsveiligheid (nog) niet gestuurd wordt op andere lagen dan 1. Wel zijn hier voorbeelden van te vinden in de regio’s. In de exit poll wordt de afwezigheid van PBL en het deelprogramma Waterveiligheid van het deltaprogramma opgemerkt.
Witteveen+Bos RW1899-77 Verslag Kennisarena 'Leven met Water' definitief d.d. 28 mei 2010
Notulen kennisarena ‘Leven met Water’ 19 mei 2010 Thema 2 ‘Gebruik en verdeling water’ Moderator: Jaap Spaans Notulist: Wiegert Dulfer Sessie 1 We hebben in de sessie vooral gesproken over welke vragen nu eigenlijk het belangrijkste zijn voor dit thema. We hebben dus niet geoefend met de dialoog tussen kennisaanvragers en aanbieders over de aanpak van een specifieke vraag uit de Kennisagenda. Men vindt de vragen in de Agenda namelijk over het algemeen niet helder genoeg geformuleerd. De kernvraag voor dit thema is eigenlijk het klimaateffect op het aanbod van zoetwater, met daarachter vooral de vraag hoe groot dat probleem nu eigenlijk werkelijk is. Ook voor het Deltaprogramma is dit echt een kernvraag. Sommigen zeggen dat het huidige watergebruik een einde kent in 30-100 jaar, maar anderen vinden dat het vooral een politieke vraag is over de inrichting van Nederland en het bijbehorende grondgebruik. Landbouw heeft liever droogteschade dan nat schade en daarom is het land nu zo ingericht dat het te snel afwatert. Er is hierover al heel veel kennis. Daarna ontstond een uitgebreide discussie over de aanpak van het Deltaprogramma. De problemen die moeten worden opgelost spelen pas over minimaal 30 jaar. Dan hoef je ook pas besluiten te nemen. Maar de politiek heeft vastgesteld dat de grote Deltabesluiten al in het volgende kabinet in 2014 genomen moeten worden. Daardoor ontstaat er nu zo'n tijdsdruk dat we geen tijd meer hebben vast te stellen hoe groot de problemen werkelijk zijn en gaan we direct naar grootschalige en dure infrastructurele oplossingen zoeken. Daarmee zou je kunnen zeggen dat het deltaprogramma zijn eigen probleem is en dat de belangrijkste vraag voor dit thema is: Hoe organiseer je op de meest effectieve en efficiente wijze een grootschalig programma als het Deltaprogramma?
Witteveen+Bos RW1899-77 Verslag Kennisarena 'Leven met Water' definitief d.d. 28 mei 2010
Notulen kennisarena ‘Leven met Water’ 19 mei 2010 Thema 2 ‘Gebruik en verdeling water’ Moderator: Wiegert Dulfer Notulist: Jaap Spaans Sessie 2 Aantal kennisvragers: 1 Aantal kennisaanbieders: 9 In deze sessie is niet gesproken over een specifieke kennisvraag, maar over de wijze waarop kennisvragers en aanbieders met elkaar in gesprek kunnen komen over de kennisagenda. In de discussie wordt het volgende bediscussieerd: Over de kennisvragen in de kennisagenda - De kennisvragen moeten worden voorzien van een aantal extra ‘kolommen’ om de kennisagenda hanteerbaar te maken. Deze kolommen zouden een beschrijving moeten bevatten van achtergronden van de vraag, de bedoeling van de vraag, specificatie van de kennisbehoefte, partijen die betrokken moeten worden …etc. Op dit moment zijn deze kolommen nog ‘leeg’. Voor sommige onderzoeksvragen zijn deze al wel ingevuld; - Kennisaanbieders geven aan dat de kennisvragen voor een deel beleidsvragen zijn en voor een deel kennisvragen. Dit maakt het moeilijk om de relatie te leggen tussen de kennisvraag (die feitelijke nog moet worden geformuleerd) en het kennisaanbod; - De indruk bestaat dat als de bovengenoemde kolommen worden ingevuld, dat dan 10 tot 20% van het onderzoek afvalt, aangezien er al volop aan wordt gewerkt, of het beoogde onderzoek al is uitgevoerd. - Het is nodig om een goede discussie te entameren tussen kennisvragers en aanbieders: van idée naar onderzoeksplan; - De kennisagenda is een inhoudelijke agenda. Het vereenvoudigen van het proces (ic. Vraaggestuurd onderzoek) moet niet tot agendapunt van de kennisagenda worden gemaakt; - Als probleem wordt gezien dat kennisvragers niet hun regierol nemen, en de kennisaanbieders zijn daardoor ‘footlose’. Dit wordt ondermeer veroorzaakt doordat kennisvragers hun kennisvragen niet willen specificeren, omdat zij daarmee speelruimte verliezen. Coaching van de kennisvragers is eigenlijk gewenst. - Ingenieursbureau’s kunnen helpen om kennisvragen specifieker te maken, vanuit hun praktijkervaring Over het verschil tussen strategisch onderzoek en toegepast onderzoek - Bij toegepast onderzoek blijkt het een stuk eenvoudiger om kennisvragers en –aanbieders bij elkaar te brengen. Er zijn tal van voorbeelden van succesvolle samenwerkingen, zoals bij voorbeeld het Leven met Water Programma Bouw- en Woonrijpmaken. Strategisch onderzoek kan hiervan leren;. Ook de samenwerking van kennisvragers en aanbieders in het project zoetwaterverdeling is een voorbeeld van succesvolle samenwerking op TO gebied; - In het algemeen wordt opgemerkt dat de vertaling van strategisch onderzoek naar de uitvoering moeizaam is. Ook de markt speelt hier niet goed op in. - Veel strategisch onderzoek stagneert of stopt na een eerste min of meer wetenschappelijk onderzoek en een eerste pilot. Dit komt omdat de link naar de uitvoeringspraktijk niet wordt gemaakt.
Witteveen+Bos RW1899-77 Verslag Kennisarena 'Leven met Water' definitief d.d. 28 mei 2010
Over de dag De dag word als zeer waardevol gezien, maar de afwezigheid van kennisvragers is een zorgpunt. Verder geeft men aan veel gehoord te hebben over ‘wat te doen’ maar weinig of ‘hoe het te doen’.
Witteveen+Bos RW1899-77 Verslag Kennisarena 'Leven met Water' definitief d.d. 28 mei 2010
Notulen kennisarena ‘Leven met Water’ 19 mei 2010 Thema 3 ‘Waterkwaliteit’ Moderator: Rob Nieuwkamer Notulist: Sessie 1 Aanwezig: Kennisvragers (2x) Kennisaanbieders (18x)
Noodzaak tot systematiek voor ontwikkeling tbv stroomgebieds beheersplannen (SGB) vanuit de kennis opbouw. De Provincie Noord Brabant (Kennisvrager) (Karla Niggebregge?) stelt dat kennis nodig is voor het nemen van maatregelen en inzicht te verwerven over de effectrelatie; robuuste methoden. Hoe kunnen de maatlatten beter worden, zodat bestuurders beter inzicht hebben bij het nemen van maatregelen. Welke gevolgen heeft dit voor de provincies? De 1e centrale vraag: Wat zijn de maatregel: effect relaties? Wat is de invloed van klimaatverandering via waterkolom en waterbodem op de ecologische waterkwaliteit en KRW maatlatten? Een 2e belangrijke vraag is; Hoe begrijpelijk is bovenstaande vraag voor het publiek. Hoe communiceer je dit op een strategische wijze? Annemarie van Wezel (KWR): Vanuit KWR hebben drinkwaterbedrijven kennis nodig om te communiceren over nieuwe chemische stoffen en farmaceutische stoffen. Er is een toename zichtbaar van gebruik van dergelijke stoffen zodat met name in het buitenland het belang hiervan wordt gezien bijvoorbeeld voor zuiveringsrendementen bij RWZI’s . Er is vanuit de media veel belangstelling naar deze problematiek voor veilige drinkwater vraagstukken. Het ontbreekt aan proceskennis van maatregel:effect relaties. Welke nutriënten en stoffen emitteren vanuit de bodem naar oppervlaktewater onder invloed van klimaatverandering. Adaptatie aan ecosystemen is bij Radboud Universiteit een belangrijk onderzoeksveld. Een aantal deelnemers vindt deze 1e vraag uit de Kennisarena een super opgeboste vraag die weinig zinvol is om te beantwoorden. Harm Otterdoom (RWS); In de SGB signaleren we dat de chemie niet meer een probleem is , maar juist de morfologie. Jasper griffioen (Deltares) pleit dat er wel problemen zijn vanuit de landbouw. Echter ruimtelijk is de morfologie in NL het grootste probleem. De ecologische waterkwaliteit is voor provincies juist lastig in te vullen om verbetering te verkrijgen. De opgestelde KRW maatlatten in NL heeft gemaakt dat de causaliteit lastig is aan te tonen. De vragen van beleid en beheer is veelvuldig het herkauwen van kennis en er is spraken van weinig nieuwe kennis (John Schobben) opbouw. Nieuwe programma’s zijn vereist om inzicht te verkrijgen over ingreep: effect relaties. Kennis opbouw is een langduig proces, dat gedegen wetenschappelijk onderzoek vereist, waar lange termijn visie en strategisch ontwikkeling nodig is. De kennisvragers dienen hier meer bij stil te staan. Bij universiteiten is vanuit de kennis kant weinig inzet benut om aansluiting te vinden en zoeken bij de beleids- en beheervelden. De kennisvragers moeten hier meer bij stil te staan. Deze 1e vraag kan wellicht beter door de kennisaanbieders worden beantwoord. De kennisbasis vereist dat we heel gedetailleerd antwoord kunnen geven op de kennisvraag. Hoe kunnen we de kennis dan aanboren zodat de deze kennis door de kennisvragers ook werkelijk wordt gebruikt. Er wordt onvol-
Witteveen+Bos RW1899-77 Verslag Kennisarena 'Leven met Water' definitief d.d. 28 mei 2010
doende door de Waterschappen en Provincies gebruikt gemaakt van de beschikbare kennis bij de kennisinstituten. Veelal is het een financieringsvraag, laat geen AIOs kennisvragen op korte termijn invullen. De kennisinstituten zullen hiermee meer rekening mee moeten houden. Laat AIOs’ een deeltijd aanstelling bij een provincie (detachering) volgen, zodat de link universiteit-Provincie beter is gekoppeld. Kennisvalorisatie is in Nl weinig ontwikkeld doordat de verbinding ontbreekt tussen kennis velden.
Witteveen+Bos RW1899-77 Verslag Kennisarena 'Leven met Water' definitief d.d. 28 mei 2010
Notulen kennisarena ‘Leven met Water’ 19 mei 2010 Thema 3‘Waterkwaliteit’ Moderator: Rob Nieuwkamer Notulist: Tessa van der Wijngaart Sessie 2 Kennisvragers 1x (Wim Zeeman (LNV/DLG) Kennisaanbieders 11x Centrale vraag 2 Methoden om watersystemen veerkrachtiger te laten zijn met het oog op de waterkwaliteit en de ecologie. Kennisvragen zijn bijvoorbeeld: Grondwaterkwaliteit heeft leemtes in kennis. Namelijke wanneer ingrepen in de ondergrond worden gemaakt ontstaan veranderde stromingsprocessen. Waar ecosysteem meest gevoelig is qua ecologische doelstelling, is niet bekend dat de inrichting aangepast moet worden. Kennis nodig over de relatie dosis: effect. Ad hoc vragen worden snel bij ingenieursbureaus neergelegd. Lange termijn vragen worden in het proces gelanceerd. Bereiken jullie deze vragen als ingreep: effectrelaties? Deze bereiken ons frequent zoals AIO onderzoek bij Deltares naar laagveen gebieden. Joop Harmsen (WUR) stelt dat veel vraagstukken niet worden ingevuld aangezien er ander prioritering liggen. Op meerdere vraagstukken zal niet direct volledig antwoord kunnen worden gegeven. Terreinmedewerkers/beheerders hebben vaak eenvoudigere oplossingen nodig om antwoord op vraag te krijgen, zoals praktische instrumenten die echter ontbreken. Kennis die nodig is om een stap verder te komen ontbreekt feitelijk. Praktische LNV organisaties hebben minder bestuurlijke kracht dan Beleidsdirecties. Effluent behandeling in de tuinbouw zoals de hoge waterkwaliteit om water te kunnen hergebruiken. Wie financiert deze projecten, bijvoorbeeld WUR en TNO. Productschap Tuinbouw is in overleg met tuinders, WUR en TNO. Deze onderwerpen liggen niet op de kennisagenda water. De oorsprong van de vragen zijn acute vragen die nodig zijn omdat er nieuwe wetgeving komt waar tuinders een sprong voorwaarts willen maken. Wat opvalt, is dat de tuindersector hier aan tafel in de Kennisarena ontbreekt. De beleidsambtenaren hebben minder kennis zodat de productschappen juist veel belang hebben zelf initiatief te nemen om een probleem technisch op te lossen. Gebruikers zijn vaak minder betrokken bij het opstellen van de kennisagenda. Korte termijn onderzoek zijn typisch toegepastonderzoek. Lange termijn onderzoek is typisch strategisch onderzoek, maar dit kan ook als kennisbasis worden gezien om over 5-10 jaar marktvragen te kunnen beantwoorden. Heeft het zin om de kennis aan kennisaanbieders te vragen? Belangrijk is dat kennisvragers een probleem over lange termijn kunnen beschrijven. De kennisagenda bevat een waslijst aan vragen, terwijl het meer een kerstboom aan prioriteiten zou moeten zijn. Waterkwaliteit is voordurend in ontwikkeling, soms is technologie nodig voor verbetering. Water hergebruik in industrie is onduidelijk wat de kwaliteit nodig is. Omslag van oppervlaktewater en afvalwater gebruik. Elk bedrijf zoek zijn eigen waterkwaliteit. Dus afhankelijk van je eisen dient maatwerk worden gekozen. Strategische onderzoeksvragen hangen samen met het beleid. Technologische ontwikkeling horen niet thuis in de kennisarena. Hoort bijvoorbeeld de waterketen nog thuis in het Wateragenda? De wateragenda is op systeemniveau gedefinieerd. Moeten we de Nationale Wateragenda uitbreiden, aangezien er nog vragen aan toegevoegd moet worden (bijvoorbeeld de waterketen)? Wat is het nut om de waterketen onder te brengen in de Kennisarena? Het is een machtstrijd tussen VROM en V&W. Water moeten we koppelen aan de aard van het watergebruik en het watersysteem. De onderzoeksagenda moet meer integraaal onderdeel zijn van ruimtelijke inrichting.
Witteveen+Bos RW1899-77 Verslag Kennisarena 'Leven met Water' definitief d.d. 28 mei 2010
Notulen kennisarena ‘Leven met Water’ 19 mei 2010 Thema 4 ‘Water in ruimtelijke processen’’ Moderator: Ad Dijkstra Notulist: Hilde Westera Sessie 1 Er zijn vier vragers en verder aanbieders. Het “script” is behoorlijk goed gevolgd. De vragers kiezen om te praten over de volgende kennisbehoefte: “Kennis in samenhang brengen tbv de ontwikkeling van streefbeelden voor de duurzame stad (vanuit de context van de bestaande stad en vanuit de context van de nieuwe stad).” De vragers spitsen de vraag als volgt toe: - Kun je een energieneutrale en een waterneutrale (gesloten waterketen) stad bouwen? En welke impact heeft dat op de leefomgeving van de stad. - Wordt er gewerkt aan een lange termijn visie op de nieuwe stad (en op de bestaande stad na herstructurering) uitgewerkt op basis van een gezamenlijke aanpak van water, mobiliteit en ruimtegebruik, waarbij 1. de stappen in beeld worden gebracht, die achtereenvolgens nodig zijn om deze visie te verwezenlijken 2. de no-regret acties geïdentificeerd worden 3. bruikbare samenwerkingsconstructies worden geïdentificeerd 4. bruikbare financieringsconstructies worden geïdentificeerd De aanbieders krijgen het woord. Er blijkt op dit terrein heel veel te gebeuren: - TNO is bezig met het ontwikkelen van decentrale technologieën op het vlak van waterkwaliteit, waterhergebruik en water en energie (restwaterstromen uit gemeenten koppelen aan restwarmtestromen uit de industrie) - TNO werkt in het kader van ‘de vitale stad’ aan het op decentraal niveau sluiten van water- en energiekringlopen. Het gaat hier om technisch/inhoudelijk onderzoek. De sectorale insteek vanuit de rijksoverheid is hierbij een probleem. Vraag is welke partijen er nodig zijn om een en ander in praktijk te brengen. - Deltares ontwikkelt kennis op het vlak van strategie, samenwerking en financiering. Verder wordt gewerkt aan concepten als de gesloten stad, hergebruik van regenwater en het gebruik van oppervlaktewater als zonnecollector en als koelsvloeistof. Ook wordt gewerkt aan gezondheidsaspecten van klimaatverandering - Aqua-Terra Nova heeft zich gespecialiseerd in waterketenoplossingen in de glastuinbouw. Voor glastuinbouwgebieden wordt onderzocht of en op welke manier een gezamenlijke energievoorziening en een gezamenlijke afvalwaterzuivering kan worden gerealiseerd. - Aqua-Terra Nova ziet goede mogelijkheden om een gesloten watersysteem aan te leggen door het combineren van glastuinbouw met visteelt. Het waterschap is in de voorbereiding van dergelijke innovaties vaak het conservatiefst. - KNMI onderzoekt de gevolgen van verschillende klimaatscenario’s voor de stad. Klimaatverandering blijkt grote gevolgen te hebben voor de (normering voor de) riolering. Het is nog niet zo duidelijk hoe zaken als temperatuurverandering invloed hebben op de stad. Reactie van de vragers: Vragers geven te kennen interessante nieuwe informatie gekregen te hebben, waarmee ze niet bekend waren. Wel wordt daarbij aangetekend, dat het allerlei lossen elementen betreft, waar ‘de eindgebruiker’ maar op éen of andere manier ‘soep van moet koken’. Verder is er nog een hele weg te gaan met het in praktijk brengen van de gepresenteerde concepten.
Witteveen+Bos RW1899-77 Verslag Kennisarena 'Leven met Water' definitief d.d. 28 mei 2010
Notulen kennisarena ‘Leven met Water’ 19 mei 2010 Thema 4 ‘Water in ruimtelijke processen’’ Moderator: Ad Dijkstra Notulist: Hilde Westera Sessie 2 Er zijn zes vragers en veel aanbieders. De voorzitter besluit de enige vrager, die niet afkomstig is van een rijksinstelling, de gelegenheid te geven haar vraag te specificeren en het kennisaanbod dat daarbij hoort te inventariseren. Gekozen wordt om te praten over de volgende kennisbehoefte: “Realistische adaptatiestrategieën op verzilting met aandacht voor mogelijkheden om verzilting als kans te gebruiken.” De vrager(s) spitst(en) de vraag als volgt toe: “Welke nieuwe mogelijkheden biedt de verzilting.” De aanbieders krijgen het woord: - De Radboud Universiteit werkt aan de kennisintegratie vanuit de thema’s natuur, water en gebiedsontwikkeling, op basis waarvan een nieuw (ontwikkelings)perspectief wordt ontwikkeld. Vwb de tijdschaal zijn er nog deelonderwerpen, waarvoor nog fundamenteel onderzoek nodig is. - De Radboud Universiteit werkt ook aan de bruikbare procesaanpak voor het maken van nieuwe gebiedsontwerpen. - De Radboud Universiteit is ook aanbieder van best practices in governance. - Imares werkt in Zeeland aan zoute/brakke aquacultuur (mosselen / wadpieren / tong) De vrager komt met een aanvullende vraag over dit onderwerp: “Als je aan de slag gaat met het onderzoeken van de mogelijkheden voor brakke/zoute aquacultuur in Zeeland, ontmoet je dan ook veel weerstand?” Imares antwoordt dat het in dit geval gaat om cultures in de Oosterschelde, niet om alternatieven voor de huidige landbouw. Alterra (PL niet aanwezig) doet wel onderzoek naar brakke/zoute alternatieven voor de huidige landbouwgewassen, zoals lamsoor. Een discussie ontstaat of het nodig is alternatieven te zoeken voor huidig landgebruik, of dat de verziltingsdreiging juist een motor is voor innovatie in het huidige landgebruik. De WUR constateert dat de toenemende verziltingsdreiging in de glastuinbouwsector de creativiteit en de innovatie stimuleert. Telers worden steeds onafhankelijker van oppervlaktewater. Er moet niet te gauw gezegd worden dat verzilting het huidige gebruik onmogelijk maakt. Een volgende discussiepunt gaat over de vraag of er grootschalige verzilting zal gaan optreden. De aanbieders geven aan dat het verziltingsprobleem niet moet worden overschat. De verzilting zal zich beperken tot relatief smalle stroken langs de kust en de landbouw hoeft niet of nauwelijks te veranderen. Daarbij is er ook nog ruimte om te schuiven van gevoeliger naar wat minder zoutgevoelige teelten. Een derde onderwerp betreft de constatering dat de (water-, eco-, andere) systeembenadering en de gebiedsaanpak niet (altijd) goed “op elkaar passen”. Hier wordt slechts over aangegeven, dat er wel onderzoek op dit vlak plaatsvindt. Er ontspint zich een gesprek over governance: niet alleen participatieve werkwijzen zijn van belang. Als land moet je je ook oriënteren op de richting waarin je je wilt ontwikkelen. Je hebt als Nederland, met zijn internationaal bekende sterke landbouwsector, ook wel wat te verliezen. Als er een reoriëntatie op de landbouw nodig is, dan moet je als land de ambitie hebben om dat als versterking van de sector neer te zetten.
Witteveen+Bos RW1899-77 Verslag Kennisarena 'Leven met Water' definitief d.d. 28 mei 2010
Ten slotte wordt aangegeven dat de Erasmus Universiteit (niet aanwezig!?) werkt aan governancevraagstukken. In het governance dossier valt op dat Deltares en Alterra weinig in beeld zijn. In reactie op deze opmerking wordt aangegeven, dat de knikpuntenanalyse die door Deltares is uitgevoerd van belang is voor governancevraagstukken, omdat daarin wordt aangegeven wanneer er besluiten genomen moeten worden om op tijd maatregelen te kunnen nemen vanwege de klimaatverandering. Reactie van de vragers: Vragers geven aan dat er weinig strategisch aanbod is gedaan. Er lijkt een mismatch te zijn tussen vraag en aanbod. Verder wordt geconstateerd, dat deze bijeenkomst een mooi begin kan zijn om een proces tussen vragers en aanbieders op gang te brengen, een proces waarin de vraag gespecificeerd / gearticuleerd moet worden. De vragen lijken namelijk wat te veel “opgebost”. Verder krijgen de vragen tijdens het gesprek al snel een technisch karakter.
Witteveen+Bos RW1899-77 Verslag Kennisarena 'Leven met Water' definitief d.d. 28 mei 2010
Notulen kennisarena ‘Leven met Water’ 19 mei 2010 Thema 5 ‘Water in integrale gebiedsvragen’ Moderator: Mark de Bode Notulist: Tessa van der Wijngaart Sessie 1 De volgende vraag is gekozen door de kennisvragers: Methoden voor stimuleren nieuwe, duurzame zoutwatereconomie ZW-Delta Opmerkingen bij kennisvraag (vooral Nico Landsman van Provincie Zeeland was als kennisvrager aan het woord): - Hoe ga je om met de gebruiksruimte en hoe kan je deze ruimte creëren? - Optimale situatie creëren voor teelt van schelpdieren; - Naast ruimtelijke vragen, ook vragen over veiligheid, economische haalbaarheid en technische vragen; - Sterk een RWS vraag; - Provincie wil ook wel verbreding, alleen binnendijks is het niet een groot oppervlak dat zout is en kleinere wil tot verandering. De provincie geeft ruimte voor verzilting, economie moet de kansen zien; Opmerkingen van kennisaanbieders: - WUR: de vraag naar zoutwatereconomie kan je opdelen in drieen: ⋅ Telen tong en schelpdieren, nutriëntrijke water weer gebruiken; ⋅ Zilte teelt op schorren, bv zeekraal; ⋅ In water, in zeearmen telen van zeewier. Bij dit onderzoek is de provincie Zeeland een belangrijke trekker en is LNV ook nauw betrokken. - Opmerking naar kennisvragers: niet alleen antwoorden krijgen op directe vragen. Maar ook bredere vragen stellen rond dit vraagstuk; wat is het effect op recreatie bijvoorbeeld. Bij elke oplossing kan ook een indirect probleem zitten. Niet alleen focussen op technieken etc. - Het is een ruimtelijk vraagstuk: land en water; - Deltares: wij kijken ook naar een combinatie van veiligheid en zoutwatercultuur, verbinding van functies; - Deltares: er gaat een project lopen vanuit Nederland boven Water over het Volkerak Zoomeer. Hieruit zal een voorbeeldenboek komen van mogelijkheden m.b.t. de zoutwatereconomie. er worden ook praktijkcases gedaan met experimenteertechnieken. Wij merken dat er stapels onderzoeksrapporten zijn maar dat er weinig gebeurt. Ook omdat het Volkerak Zoomeer nog niet zout wordt. - Geld voor integrale onderzoeken is moeilijk te verkrijgen. Reactie moderator: deze vraag staat in de kennisagenda, dus wordt het opgenomen in de onderzoeksprogramma’s. - Alterra: internationale component? Reactie Zeeland: relaties liggen er, wel wat te winnen! Wij kiezen voor een aantal landen, daar willen we kennis brengen en meenemen. Reactie Deltares: Vietnam als prioriteit in Partners for Water. Terug naar de kennisvragers: - Positief over onderzoeken, 1 ervan was onbekend (nl. Volkerak Zoommeer); - Versterking en geen overlap. - Belangrijk: kennisaanbieders betrekken in beleidsvorming. Anders blijven onderzoeksresultaten liggen en gebeurt er niks mee. Dit moet binnen de opdracht passen. Reactie LNV: LNV doet dit al jaren, er moet ruimte zijn in het projectbudget vanaf de start-up, om mee te denken voor het beleid.
Witteveen+Bos RW1899-77 Verslag Kennisarena 'Leven met Water' definitief d.d. 28 mei 2010
Reactie: De relatie tussen DGWater en Deltares moet directer en ze moeten samen kennisuitwisseling organiseren. Reactie: De kennisvragers moeten om deze rol vragen! Niet alle onderzoekers kunnen dit, de vragers en aanbieders moeten beiden dit belang zien. Discussie aan het einde: DLG: Zie je na al dit onderzoek wel een progressie die hoopgevend is (m.b.t. de zoutwatereconomie)? Er zijn vooral technische vragen, maar gaat het wel gebeuren? Zie je de doorbraak dichterbij komen? Zeeland: Geen doorbraak nog, wel voortgang en ook nieuwe vragen die ontstaan. Nu alleen in de fase van proefbedrijf. De massa komt pas als de vraag naar de producten toeneemt (duurzame producten uit zoutwatereconomie). Er moet belang voor groei ontstaan. Verbinding met Nederland boven water!
Witteveen+Bos RW1899-77 Verslag Kennisarena 'Leven met Water' definitief d.d. 28 mei 2010
Notulen kennisarena ‘Leven met Water’ 19 mei 2010 Thema 5 ‘Water in integrale gebiedsvragen’ Moderator: Mark de Bode Notulist: Tessa van der Wijngaart Sessie 2
De volgende vraag is gekozen door de kennisvragers: Onderzoek zoetwatervoorziening specifiek voor hoog-Nederland (herstel sponswerking, hergebruik gezuiverd afvalwater, herstel bestaande zoetwatervoorziening) Opmerkingen bij de kennisvraag: - De vraag willen we iets ruimer behandelen; adaptatiestrategieen voor gebieden die grondwaterafhankelijk zijn. Inclusief de ruimtelijke aspecten: voorraadvorming; - Het wordt droger (klimaatscenario’s), droge zomers, extremen van droogte voor landbouw en natuur; - Hoe kan je het zoete water goed gebruiken en je voorraad aanvullen? - Hoe kan je functies combineren? - Relatie grond- en oppervlaktewater? Bergen in ondergrond, vertragen in ondergrond? - Welke functies vragen minder water of op een ander moment in het jaar? - Aanbod passen op functies. Ruimtelijker! Opmerkingen van kennisaanbieders: - Tijd geleden is bij Interreg onderzoek gedaan naar de verbeterde sponswerking; - Kennis voor Klimaatproject door WUR, Alterra en Deltares in Noord-Brabant: hotspots droge rurale gebieden. Binnen dit project zijn 100 voorbeelden van multifunctioneel landgebruik doorgerekend. Kaart met probleemgebieden en mogelijke oplossingen en aansluitend een workshop (hoe kan dit gaan werken?). Resultaat: business cases. - Deltares/ Alterra: NHI instrumentarium! Gekoppelde regionale systemen, landgebruik kan worden doorgerekend. Het vernieuwde NHI model komt in Deltamodel. - Businessconcepten voor agrariërs, ander vraagstuk dan verdelingsvraagstuk. Samenwerken met mensen in gebieden. Dit wordt waarschijnlijk door Alterra opgepakt in lopend onderzoek; - Deltares: buitenland? Reactie provincie Brabant, er loopt een project met andere landen, er is Europese uitwisseling. - Vindt er onderzoek plaats naar de effecten van grondwateronttrekking op natuur en zoetwatervoorziening? Kennisvrager: Zijn er instrumenten om een overall afweging te maken voor het kiezen van oplossingen? Reactie WUR: Ruimtelijke optimalisatieinstrumenten zijn beschikbaar. Bijvoorbeeld model Waterwijs. Je moet wel goed weten wat je doet om de uitkomsten te interpreteren! Reactie: Een Leven met Water project was ‘MKBA in de regio’. Dit kan evt. worden gebruikt. Het is nog niet specifiek voor watervoorraad, maar een goed begin wellicht. De volgende vraag is daarna gekozen door de kennisvragers: Onderzoek noodzakelijke c.q. gewenste peilverhoging IJsselmeer, de daarvoor benodigde maatregelen en de effecten op IJsselmeergebied en IJsselmonding. Opmerkingen bij de kennisvraag (staf Deltacommissaris): - Hoe groot moet de peilopzet zijn? ⋅ Zoetwatervoorziening ⋅ Zeespiegelstijging - Hoe waardeer je verschillende belangen (stadsaanzichten, natuur, visserij)?
Witteveen+Bos RW1899-77 Verslag Kennisarena 'Leven met Water' definitief d.d. 28 mei 2010
-
IJsselmeer totaal en lokaal, hoe pak je de impasse aam tussen verschillende schaalniveaus?
Opmerkingen van kennisaanbieders: - Deltares: voorverkenning IJsselmeergebied. Er is al veel verkend, ook conceptafwegingskader. Dit heeft geleid tot deze bijdrage aan de kennisagenda. - Nu is onderzoek vaak alleen gericht op waterveiligheid en zoetwatervoorziening, integrale kijk is nog niet goed ontwikkeld; - Het gaat nu vaak teveel om het Deltabesluit (malen of niet?) Dit komt doordat er weinig tijd is en weinig geld om te beslissen; - De integrale vragen worden niet uitgezet bij de aanbieders. Binnen het Deltaprogramma moet hiervoor wel aandacht zijn. Terug naar de kennisvragers: Lastig is dat er een besluit moet worden genomen en dit kan niet te lang duren. Het besluit is belangrijker dan het uitgebreide integrale onderzoek door tijd en geld.
Witteveen+Bos RW1899-77 Verslag Kennisarena 'Leven met Water' definitief d.d. 28 mei 2010
Notulen kennisarena ‘Leven met Water’ 19 mei 2010 Thema 6 ‘Rollen en verantwoordelijkheden in waterbeheer’ Moderator: Gerard Blom Notulist: Marcel Bottema Sessie 1 Indrukken notulist bij beide groepen: Tamelijk levendige discussies waar iedereen wel betrokken was; wel was men soms erg zoekende. Besproken kennisvraag: Onderzoek ten behoeve van uitwerken van samenhang integraliteit, basiswaarden en consistentie in het Deltaprogramma Opmerkingen bij de kennisvraag : • JvA: Samenhang is niet alleen waterstaatkundig maar ook bestuurlijk en tussen evrschillende thema’s (veiligheid vs zoetwatervoorziening) • BS Samenhang betreft ook actoren: Hoe breng je de actoren in de invloedsfeer van het Deltaprogramma in beeld, en hoe ga je met die actoren om. Opmerkingen over kennisaanbod: • HV: Er loopt een PBL-Deltaresonderzoek Basiswaarden Deltaprogramma in opdracht van Pieter Bloemen. • HV pleit ook voor ontwerpend onderzoek om (integrale) gebiedsopgaven aan te pakken. MP stelt dat er een spanningsveld is tussen gebiedsontwikkeling en systeembenadering (stroomgebied, EHS, ..) • NA Leer ook van andere/eerdere gebiedsprojecten • JK Er is meer bestuurkundig onderzoek naar multiactor/multilevel governance nodig. Mbt communicatie/participatie is her en der al veel onderzoek gedaan. • JvA heeft de indruk dat (specifiek) op bestuurskunde Alterra en Deltares elkaar nog onvoldoende vinden; HV stelt dat het Deltaprogramma (DP) deze kennis nog onvoldoende benut en dat het DP ipv proefondervindelijk meer wetenschappelijk onderbouwd het gebiedsproces in moet gaan • De voorzitter concludeert dat er al veel kennis is. • JK voegt toe dat complexe opgaven vaak toch kennis vraagt voor organiseren (gebieds)proces. Ontwerpend onderzoek is één tool; test ook andere tools. • BS pleit ook voor reflectief onderzoek; leren uit/van de praktijk • JS stelt dat DP nieuwe LT onderzoekbehoeften zal genereren en vraagt of/hoe DP fundamenteel onderzoek faciliteert. JvA geeft aan dat DP vooral binnen 1-2 jaar te beantwoorden vragen genereert; MP wijst op meekoppelkansen Fundamenteel vs kortlopend onderzoek; HV verwijst naar het rapport “Samen Werken met Kennis” dat de kennisinstellingen n.a.v. Veerman opstelden. • De voorzitter stelt hierop voor dat NWO en het DP samen gaan overleggen. Voorzitter: Samenvatting kernpunten: Faciliteer leren van andere (gebiedsprocessen) Laat kennisaanbieders in (gebieds)project/proces participeren Toets de diverse instrumenten (w.o. ontwerpend onderzoek) voor gebiedsprocessen in de praktijk
Antwoorden betreffen het besproken thema/ de besproken vraag. Bijkomende opmerkingen:
Witteveen+Bos RW1899-77 Verslag Kennisarena 'Leven met Water' definitief d.d. 28 mei 2010
• •
JK Kennisaanbod is er wel maar the theoretisch, te weinig empirie. NA De Kennisagenda heeft een belangrijke rol in het helder krijgen van de kennisvragen.
Witteveen+Bos RW1899-77 Verslag Kennisarena 'Leven met Water' definitief d.d. 28 mei 2010
Notulen kennisarena ‘Leven met Water’ 19 mei 2010 Thema 6 ‘Rollen en verantwoordelijkheden in waterbeheer’ Moderator: Gerard Blom Notulist: Marcel Bottema Sessie 2 Besproken kennisvraag: Concepten voor een duurzame aanleg, beheer en onderhoud van het watersysteeem en de waterketen, waaronder governanceinstrumementen.
Observatie notulist : Deelnemers zijn vermoedelijk niet/beperkt degenen die twee jaar terug de vragers bij deze kennisvraag waren. Opmerkingen bij de kennisvraag : • LvD vraagt om welke watersystemen het gaat. Hij wil inperken tot wijk/stad. MT niet (zij wil ook landelijk). NL noemt gebieden rond Volkerak Zoommeer als casus. • AV vraagt of verband watersysteem-waterketen helder (in beeld) is. • JK verwijst naar bestaande en nieuwe principes: verevening vs. resilience • AW haalt technische concepten glastuinbouw aan, wie door complexe regelgeving moeilijk realiseerbaar blijken; BvdV voegt toe: Hoe kennis van systemen in processen inbrengen? • EM vindt de vraag onvoldoende richtinggevend; wat zijn de achterliggende vragen? • MT: Probeer samen iets nieuws van de grond te krijgen. BvdV: Zoals BWN; hoe kom je eigenlijk met je omgeving tot nieuwe concepten? • AW: Ziet duurzaamheid als vasttimmeren en belemmering voor creativiteit. • Voorzitter merkt op dat de vraag breed bedoeld lijkt, samengesteld van karakter is, en daardoor minder herkenbaar; casussen lijken hier meer aan te spreken. De vraag lijkt ook een algemene oproep tot nieuwe ideeën. Opmerkingen over kennisaanbod: • BvdV: Er ligt al veel op de plank, maar dat moet nog inzichtelijk gemaakt worden • AW pleit ervoor eindgebruikers vroeg te betrekken in kennis- en innovatiepropjecten • EM pleit voor experimenteerruimte en naar trekken lessen uit innovatieprojecten; BvdV verwijst voor het laaste naar de Netwerken Delta- en Watertechnologie. • JK: Hoe als (behoudende) overheid omgaan met (vernieuwende) markt; haar AIO onderzoekt barrières bij adaptatie. • NL: als overheid anderen meer laten meekijken in eigen keuken • LvD Welke bestuurlijke vernieuwing is nodig om maatschappelijke ambities te realiseren? • Diverse mensen: Hoe zaken zó organiseren dat vernieuwing niet meer hangt op individuen maar geborgd is; hoe borgen dat pilots ook naar de praktijk worden opgeschaald. Voorzitter: Samenvatting kernpunten: Het betreft een samengestelde vraag waarbij in algemene zin al veel kennis aanwezig is; alleen via concretisering kom je bij nieuwe concepten. Technologische concepten hebben vaak last van bestuurlijk juridische belemmeringen; er zijn nog weinig bestuurlijk-juridische concepten/experimenten Er wordt gepleit voor experimenteerruimte, maar ook om deze niet te gauw tot blauwdruk voor de praktijk te verklaren Welke bestuurlijke vernieuwing is nodig om ruimte voor nieuwe concepten / maatschappelijke vernieuwing te realiseren?
Witteveen+Bos RW1899-77 Verslag Kennisarena 'Leven met Water' definitief d.d. 28 mei 2010