serie: richard strauss tros klassiek avro klassiek vier jubilarissen 7 maart 2014, 20.15 uur muzikale meesterwerken inleiding Kees Arntzen 19.30 uur ton koopman & peter eötvös tros vocaal Residentie Orkest Christian Zacharias dirigent & pianist Sergej Prokofjev Symfonie nr. 1 in D ‘Klassieke’ (1917) 1891-1953 Allegro con brio Larghetto Gavotte: Non troppo allegro Finale: Molto vivace
Wolfgang Amadeus Pianoconcert nr. 23 in A KV488 (1786) Mozart Allegro 1756-1791 Adagio Allegro assai PAUZE
Joseph Haydn Symfonie nr. 104 in D ‘Londense’ (1795) 1732-1809 Adagio-Allegro Andante Menuetto & Trio: Allegro Finale: Allegro spiritoso
de concertseries van
2
Nieuw seizoen ZaterdagMatinee 2014-2015 Voor het nieuwe seizoen van de ZaterdagMatinee bestelt u brochures via: ➜ WWW.RADIO4.NL/
Nieuw seizoen 2014-2015
Goed nieuws voor de liefhebbers van klassieke muziek in Utrecht en omgeving: de nieuwe seizoensbrochure van De Vrijdag van Vredenburg is uit. ➜ WWW.RADIO4.NL/DEVRIJDAGVANVREDENBURG
ZATERDAGMATINEE
Vrijdag van Vredenburg in het Concerthuis
Drankje na afloop
Hebt u het nieuwe seizoen van De Vrijdag van Vredenburg al gezien? Om alvast in de mood te komen, bracht Radio 4 Concerthuis concertregistraties uit de voorbije seizoenen bijeen, als muzikale illustratie bij enkele hoogtepunten in 2014-2015 – opnamen van het Groot Omroepkoor bijvoorbeeld. De Nederlandse componisten Joey Roukens en Theo Verbey schrijven nieuwe werken voor koor en orkest ter ere van het openingsseizoen. Van de internationaal gevierde Schotse componist James MacMillan gaat de wereldpremière van zijn nieuwe Slagwerkconcert. De oude muziek wordt vertegenwoordigd door ensembles als Lautten Compagney & Ensemble Amarcord, en Frans Brüggen viert met zijn Orkest van de Achttiende Eeuw en Cappella Amsterdam zijn 80e verjaardag. U vindt al dit moois in de Orkestzaal ➜ WWW.RADIO4.NL/CONCERTHUIS
Na het concert is er gelegenheid om een drankje te nuttigen.
Nieuw seizoen Zondagochtend Concert 2014-2015 Voor brochures van het nieuwe seizoen van het Zondagochtend Concert zie ➜ WWW.RADIO4.NL/ZONDAGOCHTENDCONCERT
Live-uitzending De AVROTROS zendt dit concert vanuit Vredenburg Leidsche Rijn live uit op Radio 4. Denkt u eraan dat uw mobiele telefoon uitstaat en dat uw horloge geen geluid kan maken? Dan kan iedereen in de zaal en bij de radio volop genieten van het concert. Presentatie voor Radio 4 vanuit de zaal door Mark Brouwers. ➜ WWW.RADIO4.NL
vrijdag 7 maart 2014, 20.15 uur
Prokofjev kijkt om naar Haydn en Mozart Hoe vaak zal het zijn voorgekomen dat Nederland binnen één maand werd bezocht door drie componisten van internationale allure? In december 1929 was dat het geval. Darius Milhaud kwam naar Nederland, Paul Hindemith, en ook een componist uit het verre Rusland, Sergej Prokofjev – al woonde die toen al geruime tijd in het Westen. Prokofjev vond dirigent Pierre Monteux aan zijn zijde, die de Nederlandse première van zijn Eerste symfonie dirigeerde, de ‘Klassieke symfonie’ die Prokofjev had geschreven ten tijde van Februarirevolutie van 1917. Aan de muziek zelf was echter niets revolutionairs, integendeel. Met de titel verwees Prokofjev naar de stijl van zijn achttiende-eeuwse collega Joseph Haydn. Maar daar werd indertijd in Nederland aan getwijfeld. “Het komt mij voor”, zo schreef recensent Herman Rutters in 1929 na Prokofjevs concert in het Algemeen Handelsblad, “dat de bedoeling van deze Symphonie classique meer een grap, om niet te zeggen een charge is. De klassieke vorm – overigens een zeer rekbaar begrip! – is niet zo maar een dood vat, waarin men ad libitum de
Sergej Prokofjev
een of andere vloeistof kan storten, en als Prokofjev met hoofd- en neventhema’s, expositie, doorwerking, recapitulaties, reprises, met kwint- en tertsverwantschappen werkt en zo’n beetje à la Haydn, à la Mozart en wie meer eigenlijk parodieert, dan begint men te twijfelen of Prokofjev het klassicisme wel ‘au sérieux’ neemt.”
3
4
Tegen de haren in gestreken Het classicisme niet serieus nemen – dat was nogal een aantijging! Nota bene aan de vooravond van de brede culturele beweging die later neoclasscisme zou gaan heten, als reactie op decennia van experimenteerzin en compromisloze vernieuwing. Neo– classicisme was een soort adempauze voor het publiek, dat veel voor de kiezen had gekregen. Eindelijk weer eens herkenbaarheid en speelsheid, tonaliteit en consonanten – tot aan de jaren ’50 van de twintigste eeuw was het en vogue om deze stijl te omhelzen. Je zou kunnen zeggen dat Prokofjev met zijn Eerste symfonie een wegbereider daarvan was.
niet-geoefende oren konden waarderen en dat bovendien een aantrekkelijke titel had, dan met complexe opera’s als Maddalena en De Speler of zijn prikkelig-moderne eerste twee pianoconcerten. Een combinatie van pragmatisme en kunstenaarschap. Vandaar de stilistische eenvoud in deze Eerste symfonie en de verwijzing naar de klassieke tijd. Dat werd overigens door het Amsterdamse muziekpubliek indertijd best gewaardeerd: “Het publiek had schik in dit beknopt, luchtig en vlot geschreven werk, dat nog geen kwartier duurt en waarin de componist op het stramien van de klassieke symfonie-vormen allerlei muzikale speelsheden borduurt. Het
Het classicisme niet serieus nemen – dat was nogal een aantijging! Nota bene aan de vooravond van de brede culturele beweging die later neoclasscisme zou gaan heten, als reactie op decennia van experimenteerzin en compromisloze vernieuwing. Neoclassicisme was een soort adempauze voor het publiek, dat veel voor de kiezen had gekregen. Maar Rutters kon natuurlijk niet in de toekomst kijken. Voor hem golden de artistieke maatstaven van een Schönberg, Bartók of Ravel als avant-gardisme. Met zijn suggestie dat Prokofjevs symfonie een grap was, een parodie, sloeg hij de plank echter flink mis. Prokofjev had dit werk wel degelijk als een serieuze compositie gelanceerd. Wel besefte hij dat hij als componist gemakkelijker in de schijnwerpers zou komen met een licht verteerbaar werk dat ook
tintelende, ietwat bizarre en vluchtige hielden de toehoorders aangenaam bezig en ik geloof, dat Monteux met een en ander da capo menigeen een plezier zou hebben gedaan”, schreef een krant. Vluchtig, speels, vlot – zo is het werk ook nu nog bekend. Al voorzag Prokofjev zijn symfonie, ondanks het terugblikken op het verleden, wel degelijk ook van zijn eigen handtekening, en wel door middel van een uiterst kleurrijke orkestratie, typisch
Russische ritmische en harmonische verrassingen en allerlei aanstekelijke, burleske toevoegingen. Zo werd het, om een criticus van die dagen aan te halen, “traditionele muziek tegen de haren in gestreken”. Haydn en Mozart – aan hen refereerde Prokofjev. Daarom is een combinatie van deze symfonie met topstukken van deze meesters heel passend.
Mozart: pianist & dirigent Het Pianoconcert KV 488 van Mozart is het concert met ‘het’ langzame deel. Dat eerbiedwaardige langzame deel dat een feest der herkenning is voor vrijwel elke muziekliefhebber, al was het maar omdat het herkend wordt van films of documentaires waarover
Wolfgang Amadeus Mozart
deze klanken vaak als een melancholieke deken worden uitgespreid. De beroemde gepuncteerde melodie in fis-klein voor piano-solo, waarmee het opent, is van een ultieme eenvoud. Elke noot is een onmisbare parel aan een fonkelende ketting. Hoor bijvoorbeeld die magistrale overgang in de tweede maat van een hoge gis in de rechterhand (staccato!) naar een lage eis in de bas: waar andere componisten dit zouden hebben ‘aangekleed’ heeft Mozart geen sprankje franje of opsmuk nodig. ‘Adagio’ is een tempo dat Mozart niet zo vaak voorschrijft, maar dat hier wonderen doet: weinig noten, uiterst langzaam (een gejaagde uitvoering is funest), en dan toch die ondoorgrondelijke uitdrukkingskracht die tot het einde van het deel wordt volgehouden. Deze dialoog tussen piano en orkest behoort tot de meest expressieve die de westerse muziek heeft voortgebracht. Nergens klinkt iets van een conflict of protest, eerder is er sprake van troost. Alsof het orkest een bemoedigende arm om de schouder slaat van de pianist, die stem geeft aan een in gepeins verzonken, lijdend individu. Maar dat is al interpretatie. Mozart was meer iemand voor het spel met de materie, misschien had hij zelf wel een heel ander ‘gevoel’ bij deze klanken. Het tweede deel maakt vooral zoveel indruk, omdat het een welkome verpozing vormt na het lange en uitbundige openingsdeel. Hier geen pauken en trompetten, zoals in het voorafgaande Pianoconcert KV 466, maar eerder
5
6
een kamermuziek-achtige intimiteit. Bovendien zijn de traditionele hobo’s vervangen door klarinetten, waarvan de warme klank de intieme sfeer nog versterkt. Het openingsdeel kent lange, gedragen thema’s, een rijke blazerskleuring en hier en daar gewaagde modulaties. In de finale, een vrolijk Allegro assai, laat Mozart de teugels vieren. In dit Rondo wordt het artistieke niveau opgetild met verfijnde harmonische nuances, met name in het tweede intermezzo. Er zijn lange, sierlijke spanningsbogen en ook enkele passages met virtuoos vertoon. Het is alsof Mozart zegt: behalve de liefhebber ook nog even de kenner aan zijn of haar gerief laten komen. Want het veelgeciteerde zinnetje van hem aan zijn vader over zijn pianoconcerten mag ook hier niet ontbreken: “[de concerten vormen] een middenweg tussen wat te moeilijk en wat gemakkelijk is; ze zijn heel briljant en liggen goed in het gehoor, zijn natuurlijk van klank maar niet hol; hier en daar zijn
passages die alleen kenners zullen plezieren, maar ze zijn zo geschreven dat ook niet-kenners er van kunnen genieten, zonder dat ze weten waarom.”
Haydns laatste De laatste Symfonie nr. 104 van Joseph Haydn heeft ooit de bijnaam ‘Salomon’ gehad, maar die is in onbruik geraakt. Nu heet het werk wat saai ‘London’. Salomon was de man die Haydn diverse keren naar Engeland haalde. Op het manuscript staat: ‘The 12th which I have composed in England’ – een ietsjepietsje Engels was Haydn kennelijk wel meester. In elk geval is dit het bewijs dat dit daadwerkelijk Haydns allerlaatste was. Haydn dirigeerde zelf de première op 4 mei 1795 en het is duidelijk waarom het publiek er destijds zo enthousiast over was. Haydn maakte namelijk zijn reputatie waar dat in elk nieuw werk iets onverwachts, opzienbarends of sensationeels gebeurde. In dit geval was dat een dramatische langzame inleiding, een dermate somber en
“[de concerten vormen] een middenweg tussen wat te moeilijk en wat gemakkelijk is; ze zijn heel briljant en liggen goed in het gehoor, zijn natuurlijk van klank maar niet hol; hier en daar zijn passages die alleen kenners zullen plezieren, maar ze zijn zo geschreven dat ook niet-kenners er van kunnen genieten, zonder dat ze weten waarom.”
silhouet Joseph Haydn
plechtstatig Adagio van tweeënhalve minuut, dat het leek alsof er een belangrijk persoon was overleden. Had een ander zo’n introductie gecomponeerd, dan was de kritiek vast niet van de lucht geweest. Haydn kon echter wel een potje breken bij de Engelsen, hij gold als de wijze oude meester die ieder ander tot voorbeeld strekte. Zelf verzweeg Haydn maar dat hij het eigenlijk niet zo naar zijn zin had in ‘dat land waar ze alles anders doen’.
De naargeestige inleiding van Symfonie nr. 104 werd hem vergeven, temeer omdat het aansluitende optimistische Allegro alles goedmaakte. Het Andante, het tweede deel, bestaat uit een lange, gedragen melodie waarvan het einde op Schubertiaanse wijze wordt uitgesteld tot ruim drie en een halve minuut. Maar dan is het ineens voorbij met de liefelijkheid: de zonnige idylle wordt door een duister intermezzo verstoord, alsof de luisteraar moet worden wakker geschud. Het derde deel is een menuet dat tegen het ritme van een wals aanleunt. Haydn heeft zich nooit gegeneerd voor dit soort quasi-meezingers, omdat hij ze als materiaal gebruikte om zijn technische en compositorische kwaliteiten te ontplooien én omdat hij besefte dat hij ook een minder onderlegd deel van zijn publiek moest behagen. Na dit speelse Menuetto, met een centrale sectie waarin de blazers zich in de kijker mogen spelen, volgt de uitbundige finale in rondovorm vol folkloristische elementen. Zo eindigt de lange symfonische carrière van Haydn met een ‘zwanenzang’ vol variatie en passie. Meesterwerken als Die Schöpfung, Die Jahreszeiten en de Nelson-Messe zouden nog volgen. Jos van der Zanden
7
8
uitvoerenden
Christian Zacharias, pianist & dirigent Christian Zacharias maakte eerst naam als pianist en treedt in die hoedanigheid nog steeds wereldwijd op. Hij concerteert met vele orkesten en dirigenten en geeft zelf leiding aan diverse orkesten. Veel van zijn cdopnamen ontvingen internationale prijzen. Sinds 2000 is Zacharias chefdirigent van het Orchestre de Chambre de Lausanne, waarmee hij pianoconcerten opname van onder meer Mozart, Schumann, Chopin en Michael Haydn. Vooral de cyclus met de complete pianoconcerten van Mozart ontving veel waardering. Sinds 2002 is Zacharias eerste gastdirigent van het Symfonieorkest van Göthenborg, en sinds 2009 ‘Artistic Partner’ van het St. Paul Chamber Orchestra. Verder heeft hij lang lopende verbintenissen met het Los Angeles Philharmonic Orchestra, het New York Philharmonic en het Scottish Chamber Orchestra. Recentelijk dirigeert Zacharias ook opera’s, onder meer La clemenza di Tito, Le nozze di Figaro en Offenbachs La belle Hélène. Sinds 1990 was Christian Zacharia te zien in drie films, Domenico Scarlatti in Sevilla, Robert Schumann – der Dichter spricht en Zwischen Bühne und Künstlerzimmer. Christian Zacharias ontving
Christian Zacharias
onder meer de Midem Classical Award ‘Artist of the Year’ in Cannes in 2007 en de titel Officier dans l’Ordre des Arts et des Lettres van de Franse regering. Vanwege zijn zestigste verjaardag organiseerde de Alte Oper in Frankfurt in 2010 een artistiek portret van Zacharias. In december 2011 trad hij op in de Carnegie Hall in New York, en afgelopen seizoen in onder meer Rome, Parijs en Londen. Verder concerteerde hij met het Boston Symphony Orchestra, het Hallé Orchestra in
Manchester, het Deutsche Symphonie Orchester Berlin, het Orquesta Nacional de España en het Orchestre National de France als dirigent en pianist. Sinds 2011 doceert Christian Zacharias aan de Akademie voor Muziek en Drama in Göthenborg.
Residentie Orkest (The Hague Philharmonic) Sinds het eerste concert in 1904 heeft het Residentie Orkest zich ontwikkeld tot een van de gerenommeerde symfonieorkesten van Nederland. In de beginjaren stond het Residentie Orkest onder leiding van oprichter dr. Henri Viotta. Al snel was het orkest een pleisterplaats voor componisten als Richard Strauss, Igor Stravinsky, Max Reger, Maurice Ravel, Paul Hindemith en Vincent d’Indy. Als gastdirigenten traden onder anderen Arturo Toscanini, Bruno Walter, Leonard Bernstein en Hans Knappertsbusch op. Na de Tweede Wereldoorlog werd Willem van Otterloo aangesteld. Hij was chef-dirigent van 1949 tot 1973 en bouwde een bijzondere reputatie op door de hoge speelkwaliteit te koppelen aan een avontuurlijke programmering. Na Van Otterloo voerden achtereenvolgens Jean Martinon, Ferdinand Leitner, Hans Vonk, Jevgeni Svetlanov en Jaap van Zweden het orkest aan als chefdirigent. Tot de zomer van 2012 was Neeme Järvi chef-dirigent van het Residentie Orkest. Het Residentie Orkest bewijst dat symfonische muziek ook in de 21e eeuw nog altijd de kracht en schoonheid
bevat om een groot publiek te ontroeren. Het Residentie Orkest wordt gerekend tot de beste orkesten van Europa en is daarmee een boegbeeld voor Den Haag als internationale stad van recht, vrede en cultuur. Het orkest verzorgt concertseries en projecten in zijn thuishaven de Dr Anton Philipszaal en is te horen op diverse grote podia in binnen- en buitenland. Daarnaast geeft het orkest (openlucht)concerten in Den Haag, zoals het Nieuwjaarsconcert en het Zuiderparkconcert. Jaarlijks terugkerende hoogtepunten zijn onder andere het Hofvijverconcert tijdens het Haagse Festival Classique en de begeleiding van operaproducties van De Nederlandse Opera. In 2008 ontving het Residentie Orkest lovende kritieken voor Messiaens zelden uitgevoerde opera Saint François d’Assise. In 2009 werd het Residentie Orkest enthousiast onthaald tijdens een negendaagse tournee door China waar concerten werden gegeven in Xiamen, Shanghai en Beijing. In 2011 was het orkest te gast op het vermaarde George Enescu Festival in Boekarest en maakte het een tiendaagse tournee langs de belangrijkste concerthuizen van Duitsland. Het Residentie Orkest zet zich sterk in voor klassieke muziekeducatie, en heeft daartoe een programma ontwikkeld voor alle leeftijden. De concertbezoekers worden bediend met inleidingen op de programma’s. Voor amateurmuzikanten worden masterclasses en orkestweekends georganiseerd waarbij zij respectievelijk les krijgen van en
9
10
meespelen met professionele musici uit het orkest. Voor het onderwijs zijn speciale activiteiten ontwikkeld voor basisscholen en het voortgezet onderwijs. Van schoolconcerten en repetitiebezoeken tot een nascholingscursus voor leerkrachten en een intensief driejarig muziekonderwijstraject voor Haagse basisscholen. Zo draagt het orkest bij aan het vergroten van de kennis over klassieke muziek. In 2011
ging The Residents van start, een project waarin Haagse basisschoolleerlingen de kans krijgen hun muzikale talenten te ontdekken en de mogelijkheid krijgen zelf een muziekinstrument te bespelen. Het Residentie Orkest is initiatiefnemer van dit project en werkt samen met onder andere het Koorenhuis en Theater Dakota. ➜ WWW.RESIDENTIEORKEST.NL
Residentie Orkest EERSTE VIOOL Lucian-Leonard Raiciof Pei Pei Zhu Ilya Warenberg Momoko Noguchi Naomi Bach Orges Caku Jan Paul Tavenier Ronald Touw Pieter Verschuijl Myrte van Westerop Sergey Arseniev TWEEDE VIOOL Janet Krause Faïna Makhtina Justyna Briefjes Hanneke Jeltema - Kerremans Barbara Krimmel Margot Leger Vasilica Mihailescu - Popa Cato Went
ALTVIOOL Mikhail Zemtsov Jacomine Punt Jan Buizer Jan van Munster Georg Pudill Tanja Trede CELLO Roger Regter Justa de Jong Miriam Kirby Tom van Lent Sven Weyens CONTRABAS Frank Dolman Jos Tieman Jasper Tjallingii Quirijn van Regteren Altena FLUIT Martine van der Loo Claire Chabrier
HOBO Theo Peeters KLARINET Ab Vos Tom Sieuwerts FAGOT Peter Gaasterland Erik Reinders HOORN Rene Pagen Edward Stephen Peeters TROMPET Robert-Jan Hoffman PAUKEN Martin Ansink
KOMENDE CONCERTEN IN
11 SERIE MUZIKALE MEESTERWERKEN /
SERIE AVRO KLASSIEK
21 maart 2014, 20.15 uur 14 maart 2014, 20.15 uur inleiding Huib Ramaer 19.30 uur inleiding Peter-Jan Wagemans 19.30 uur RICHARD STRAUSS
Schat en de Fransen Droefenis en blijmoedigheid
philharmonie zuidnederland
Amsterdam Sinfonietta o.l.v. Candida Thompson viool
Kees Bakels dirigent Roger Muraro piano
Alexander Melnikov piano Peter-Jan Wagemans Drie Vlinderdansen voor strijkorkest en piano Mozart Pianoconcert nr. 9 KV271 ‘Jeunehomme’ Strauss Metamorphosen
Debussy La Mer Franck Variations symphoniques Schat Etudes voor piano en orkest Ravel Suite Daphnis et Chloé nr. 2
Kees Bakels
Candida Thompson
CONCERTEN IN DE
12
SI 4 8 maart 2014, 14.15 uur Concertgebouw Amsterdam
Het stuk is een en al joie-de-vivre, met een breekbaar, uiterst verstild ‘Andante religioso’ in het midden. Het KonzertDutilleux en Midden-Europa stück van Schumann begint met een omfloerste samenspraak tussen solist Radio Filharmonisch Orkest en begeleiders, waarna de pianist, Otto Tausk dirigent ondanks luide onderbrekingen door het Dezsö Ránki piano orkest, aan zijn poëtische stijl blijft vasthouden. In zijn Tweede symfonie Beethoven Ouverture Coriolan ‘Le double’ zet Henri Dutilleux geen Bartók Derde pianoconcert solist op het podium, maar plaatst hij Schumann Introduktion und Allegro een kleurrijk ensemble van twaalf appassionato (Konzertstück) musici rondom de dirigent. Dit kamerDutilleux Tweede symfonie ‘Le double’ orkest vormt als het ware een spiegeling, een ‘double’ van het grote orkest. Twee keer soleert de Hongaarse pianist Er ontstaat een ruimtelijk spel van actie Dezsö Ránki tijdens dit concert. Het en reactie, waarbij elk van de drie Derde pianoconcert is het laatste werk delen met een vraag eindigt. dat zijn landgenoot Béla Bartók voltooide.
colofon PROGRAMMERING
RANDPROGRAMMERING AVROTROS RADIO4
REDACTIE PROGRAMMABOEK
Astrid in ’t Veld
Thea Derks en Victor Striker
Clemens Romijn
PRODUCTIE
EINDREDACTIE RADIO4 AVROTROS
EINDREDACTIE
Sandra Eil en Manon Tuynman
Tim Moen
Onno Schoonderwoerd
PUBLICITEIT & PRODUCTIE JONG TALENT
CASTING DIRECTOR
VORMGEVING
Anne Marie van Doorn
Mauricio Fernández
Dorine Verharen
ADMINISTRATIE EN FINANCIËN
ARTISTIEK LEIDER
DRUK
Anneke de Vries
Kees Vlaardingerbroek
Van der Weij BV Hilversum
PRESENTATIE RADIO 4
PROGRAMMATOELICHTING
OMSLAGILLUSTRATIE
Mark Brouwers, Ab Nieuwdorp en Maartje Stokkers
Jos van der Zanden
Gustav Klimt, schets voor een fries in Palais Stoclet, Brussel, 1908-10.