Relaties; lust of last(ig)? Transformatie van hardnekkige patronen in relaties
-
-
-
Iedereen heeft relaties, met partners, met collega’s, met vrienden, met kinderen. En in deze relaties worden we regelmatig geconfronteerd met problemen, veroorzaakt door patronen die lastig zijn en die maar niet willen veranderen. Voorbeelden zijn er te over: - Je bent bijvoorbeeld bang om je te uiten, steeds weer leef je je eigen energie niet, en ontstaat er frustratie die vervolgens leid tot fysieke klachten, gevoelens van depressie of afgeslotenheid. Je voelt je niet begrepen door je partner, de communicatie loopt stroef en, jij voelt je afgewezen en wil zijn aandacht, hij is niet te bereiken en verdwijnt en dan ineens ontplof je, hij daarna ook en zijn de poppen aan het dansen. Dan ebt het weg, of je vrijt het af, en twee dagen later weer het zelfde. Je wilt graag uitreiken naar iemand omdat je hem of haar leuk vind, maar je durft de eerste stap niet te nemen, omdat je bang bent om afgewezen te worden en dan laat je het maar zitten, en uiteindelijk blijf je alleen achter. Je krijgt in elke baan het aan de stok met je baas of “ de organisatie”, je voelt je niet gehoord, en wisselt dan maar weer omdat je je ei niet kwijt kunt. Je voelt je zo afhankelijk van de ander dat je je steeds weer aanpast zodat hij/zij het maar goed heeft en jij nooit een keer je eigen weg kan volgen.
Allemaal voorbeelden waarin we uiteindelijk ons teleurgesteld, gefrustreerd, eenzaam en onbegrepen voelen. Patronen die zich keer op keer herhalen en een destructief karakter hebben. We zouden het wel anders willen maar we vallen steeds weer terug in dezelfde valkuil met alle gevolgen van dien. Vaak snappen we niet waar zo’n patroon vandaan komt en hebben we geen gereedschap om ermee om te gaan. In dit artikel wordt dieper in gegaan op dit soort patronen: hoe ze ontstaan zijn, wat de symptomen zijn, hoe ermee om te gaan en hoe je op termijn zo’n patroon uiteindelijk kan veranderen.
1
1. Waar komt het vandaan? Allereerst gaan we wat dieper in op de vraag waar dit soort patronen vandaan komen. Als je wat meer tijd gaat nemen en dieper gaat kijken dan hebben deze patronen hun oorsprong in het verleden. Het zijn de wonden die we als kind hebben opgelopen die deze patronen aansturen. Het zijn de trauma’s uit de kindertijd die we steeds weer herhalen, en dat is niet iets dat je bewust doet, het is namelijk de aard van trauma, dat het zich blijft herhalen totdat het is opgelost. Daar waar in onze kindertijd onze essentiële basis behoeften niet werden herkent, erkent en vervult ontstaat er een wond. Deze wond is fysiek, emotioneel en energetisch voelbaar en merkbaar als gedachten en overtuigingen. Voor jou als kind waren het ervaringen die zeer overweldigend waren, ervaringen die te veel, te vroeg, te snel, en soms langdurig overweldigend waren. Om deze wonden niet meer te hoeven ervaren zorgen de hersenen ervoor dat deze ervaringen in een bepaald deel worden opgeslagen en vervolgens worden afgeschermd, zodat ze niet steeds aan de oppervlakte komen en telkens weer voor overweldiging zorgen. Verder ontwikkeld het brein manieren om ervoor te zorgen dat we niet meer dezelfde overweldiging hoeven mee te maken, en manieren dat wanneer de ervaring toch wordt getriggert, de energie die erin zit wordt omgezet in gedrag dat voorkomt dat jij de wond voelt.
Je zou er ook naar kunnen kijken als een ui met drie lagen. Laag 1, de buitenste laag, de laag van persoonlijkheid Laag 2, de middelste laag, de laag van wonden en gekwetstheid Laag 3, de binnenste laag, de kern met pure kwaliteiten. De afbeelding op de volgende pagina geeft je een model.
2
De Ui, de 3 lagen.
Persoonlijkheid Wonden
Kern
Persoonlijkheid: laag van de overlevingsstrategieën, onderdrukt, vermijd en reguleert de gekwetstheid met: verwijten, eisen, verwachtingen, afsluiten, controleren, manipuleren, aanpassen, pleasen, verslavingen, magisch denken, etc.
De kern met wezenlijke kwaliteiten. Hierin zitten alle spontane en wezenlijke menskwaliteiten. Herkenning en erkenning van die kwaliteiten zorgt voor groei en bloei. Als kind waren dit de essentiële behoeften die vervulling nodig hadden.
Laag van wonden en gekwetstheid: Hierin zitten de kindervaringen die door de strategieën worden vermeden ervaringen van angst voor verlating, overweldiging, schaamte, schuld, verwaarlozing, etc. Hierin zit sterk geladen energie gekoppeld aan de vecht vlucht respons van het lichaam, maar ook de bevriezing van deze energie omdat je als kind niet kon vluchten of vechten.
3
De Buitenste Laag: de persoonlijkheid Dit is de laag van je persoonlijkheid. Dit is de verdedigingslaag waarin alle overlevingsstrategieën zitten die ervoor zorgen dat jij de wond niet meer ervaart, maar ook niet meer in contact bent met de meer spontane, pure en wezenlijke delen van jezelf. De overlevingsstrategieën van de buitenste laag hebben de smaak van de 3 primitieve reactiepatronen van elk levend wezen wanneer overleven in het geding is: - vechtrespons gerelateerde strategieën: zowel het uitleven van de vechtreactie maar ook het vermijden van de agressie en de onmacht, zoals: reactief zijn, verwijten, beleren, de les lezen, woede aanvallen, aanpassen, manipuleren en controleren, eisen en dwingen. - vluchtrespons gerelateerde strategieën: zowel daadwerkelijke vluchten, maar ook het vermijden van de angst en verlamming, zoals: afsluiten, niet in beweging komen, aanpassen, rationaliseren, weglopen van het probleem. - Bevriezingsrespons: strategieën die je weg houden bij het leven, het aan gaan van het leven, waarin je niet verbonden bent, zoals: verslavingen, magisch denken, verstoppen. De middelste laag: de wonden laag (het gekwetste kind). Deze laag is de laag van de wonden en het gekwetste kind. In deze laag zitten alle ervaringen die voor ons als kind te overweldigend waren. Deze ervaringen hebben zich in ons brein en lichaam opgeslagen en worden afgesloten door de buitenste laag. Hier komen we in contact met onze gekwetstheid. Deze laag is voelbaar in het lichaam als spanning, beursheid, pijn, leegte, onprettige fysieke sensaties, die verder gevoeld en ervaren worden als emoties. Deze emoties hebben veel verschillende vormen; angst, pijn, woede, schaamte, verdriet, eenzaamheid, radeloosheid, onmacht, etc., etc. Maar de laag kan ook niet voelbaar of doof zijn. Voor iedereen is dit anders, waarbij het van belang is dat iedereen zijn eigen unieke ervaringen daarin leert kennen en onderzoeken. Voor sommigen zal te voorschijn komen als sterke gevoelens voor anderen als diepe shock ,verlamming ,niet in staat om te spreken, verdoofd en niet in staat om iets te voelen. De binnenste laag; de essentiële kern. Dit is de laag van onze wezenlijke menselijke kernkwaliteiten. De laag van natuurlijke levendigheid en spontaniteit. Het is de laag waar onze energie vrijelijk stroomt van de een naar de ander door wat wordt uitgedaagd door mensen of het leven zelf. Onze vitale energieën zijn niet ingeperkt en we kunnen ze uitbundig beleven. We ervaren onszelf als thuis in onszelf, eigen, echt, ontspannen, vol zelfvertrouwen, krachtig, en in contact met anderen en de omgeving, met mededogen en nieuwsgierig naar onszelf en het leven. Als we met deze laag in contact zijn, functioneert ons systeem, lichaam en brein optimaal.
4
2. Hoe weet ik nou dat ik in een patroon vast zit?
Nu we weten waar het vandaan komt, kunnen we gaan kijken hoe je nou weet dat je in een patroon vast zit. Wat zijn als het ware de alarmsignalen. Er zijn een groot aantal signalen die jou laten weten dat je in een patroon vast zit. 1. We richten ons naar buiten op de trigger. In een patroon zijn we niet meer in contact met onszelf maar richten we op datgene buiten ons, de trigger, met als doel de trigger te beïnvloeden. 2. Het heeft een hardnekkig, volhardend bijna obsessief karakter waarbij het ligt aan “ de ander” of “iets” buiten onszelf. 3. Er is een specifieke set aan overtuigingen die aangaat, er kan een ondertoon meelopen van onzekerheid, angst, schaamte, minderwaardigheid. 4. Het is herhalend en erg hardnekkig. Wanneer zo een patroon is aan staat ben je in feite overgenomen door jou gekwetste kind. Echter in het begin hebben we dat helemaal niet door. We zijn zo geïdentificeerd met ons patroon en de fixatie op de ander dat we niet door hebben dat er intern een wond is geraakt die ons heeft overgenomen. We noemen dit “de bel” of “de trance”. Als je gekwetste kind het overneemt is het alsof je in een bel zit waarin je de realiteit niet meer ziet. Je kijkt en beleefd alles als het ware als door de ogen van dit gekwetste kind. De overtuigingen, gedachten en verwachtingen zijn die van het kind. De fysieke, emotionele en energetische toestand is die van het gekwetste kind. Iedereen heeft zijn of haar eigen unieke bellen, met elk een eigen unieke set van overtuigingen, verwachtingen en reacties die een specifieke toestand van het gekwetste kind laten zien. Het kan immense schaamte of schuld zijn, of onzekerheid, of shock en angst, of onmacht, wantrouwen en eenzaamheid. Of zelfs allemaal tegelijk. Deze bel kan op ieder moment getriggert worden, waarbij we allemaal op onze eigen manier reageren vanuit deze bel.
5
Een voorbeeld; Je wilt heel graag iets voor jezelf gaan doen, bv met een vriend of vriendin naar de film, of sauna. Maar de kinderen zijn er ook, en de boodschappen, en de was, en je partner, en je werk en..... Kortom er is veel wat moet, en je wilt ook niemand teleurstellen. Dus je gaat aan de slag en slooft je uit met eten maken, ruimte alles op, in de hoop dat je partner dat ziet en zal zeggen, o wat geweldig ga maar eens wat voor jezelf doen. Dat gebeurt niet want iedereen komt thuis, zegt nog wel lekker eten, maar ziet de rest niet, en al zeker jou diepe behoefte naar ruimte voor jezelf niet. Uiteindelijk parkeer je je behoefte, en gaat door je moppert nog wat, en sluit je af in jezelf of in je I-pad op Facebook. ’s Avond probeert je partner nog toenadering te vinden met wat gefriemel en dat is dan de druppel, en helemaal gefrustreerd roep je; “jij denkt ook nooit aan iets anders en er is nooit eens ruimte voor mij”. Dit is je kind in actie die een behoefte heeft, namelijk ruimte en tijd. Het kind heeft echter geleerd in het verleden dat het uiten van behoeften, of het hebben van behoefte niet OK was. Ruimte en tijd waren niet van zelfsprekend maar moesten verdient worden. Je herinnert je ineens dat als je eens niets deed dat je vader of moeder kwam en kwaad op je werd en met luide stem schreeuwde: hey luiwammes, ga eens wat doen, wordt eens nuttig. Dit heeft impact op jou gehad, de schrik heeft zich opgeslagen in je zenuwsysteem. OM een volgende woede aanval te voorkomen heeft het kind geleerd ruimte en tijd te verdienen met aanpassen en hard werken. Deze ervaring zit diep geworteld in jij systeem wat nog steeds op dezelfde manier probeert de situatie te beïnvloeden. Maar dit is een set up voor falen. De trigger is de behoefte. De behoefte verbind intern met de angst uit de kindertijd en de specifieke overtuiging dat je er geen recht op hebt, dat je het niet expliciet mag uiten, en dat je het dus moet verdienen. Van dit deel zijn we op dat moment niet bewust. Het patroon is je best gaan doen, de anderen gaan pleasen, en hopen dat ze het zien en je toestemming geven. De reflectie is, je wordt niet gezien, en daarmee wordt het interne gevoel dat jij geen recht hebt op ruimte en tijd bevestigd. Samengevat ziet het er zo uit: 1. Het gedrag aan de buitenkant, wordt gedreven door angst, gekoppeld aan overleven van het kind, de energie erachter is overlevingsangst. Als we niks doen gebeurt er iets vreselijks. Tijd tussen trigger en reactie is een fractie van een seconde. En als we allebei in deze bel zitten....... dan probeert het kind de ander te beïnvloeden om van het ongemak af te komen. Gevolg: Conflicten, miscommunicatie, machtspelletjes en pijn. 2. Het gekwetste kind wil dat de behoeften onmiddellijk worden vervuld en dat alle ongemak, pijn en angst wordt weggenomen. Wanneer dat niet gebeurt, wordt het gekwetste kind nog reactiveren. De trauma vecht/vlucht energie neemt het over.
6
3. Vervolgens is er een laag van schaamte, angst en onzekerheid over alle gevoelens die getriggerd zijn die we dan proberen te reguleren met aanpassen. 4. Al deze gevoelens van binnen (emotioneel, fysiek, energie) zijn hooggeladen en lastig te tolereren en sturen gedrag aan gericht op het reguleren van het nare gevoel. Hierbij kan dit gedrag zeer obsessief worden (bv verslavingen om ons te troosten (iedereen heeft het) 5. Diep van binnen hoopt ons gekwetste kind nog steeds dat er iemand is die hem/haar komt redden, die de pijn, angst, eenzaamheid wegneemt en al onze onvervulde behoeften vervuld. Het Kind wil nog steeds een onvoorwaardelijk liefhebbende volwassene, en hiermee is de coafhankelijkheid in de relatie een feit. Het kind projecteert dit droombeeld op de partner met alle gevolgen van dien.
Het gekwetste kind. Gedrag aan de buitenkant
Reactiviteit en
Verwachtingen en eisen
controle
Gevoelens van binnen: 1.Angst en shock 2. Schaamte en onzekerheid compromitteren 3. Behoeftigheid en leegte 4. Diep verdriet 5. Wantrouwen en woede Verslavingen
Magisch denken
Het overlevingsgedrag van het kind kan makkelijker gezien worden dan de laag eronder. De laag eronder zit diep verankerd in ons systeem en stuurt deze impliciete patronen aan. Patronen die ons overnemen en volledig vullen waardoor we ons bewustzijn en onderscheidend vermogen kwijtraken. Als je dit voor de eerste keer hoort kun je je niet voorstellen dat dit de situatie is dat we eigenlijk heel vaak door ons emotionele kind worden overgenomen en dan het leven vanuit deze identificatie leiden. 7
3. De weg uit de bel naar transformatie. De weg uit de bel naar transformatie bestaat uit 3 stappen: • • •
Stap 1: De bel gaan herkennen Stap 2: Ruimte en tijd nemen voor de wonden van je gekwetste kind Stap 3: Je levensenergie aan wakkeren en risico’s gaan nemen
We gaan nu kort de stappen toelichten. Stap 1: het herkennen van de bel. Het eerste wat nodig is om bekend te raken met de anatomie van de bel. Wat gebeurt er als ik in een bel zit, uit welke elementen bestaat de bel, hoe herken die elementen bij mijn specifieke bel(len). Als het emotionele kind aan het roer staat zitten we in een bel of trance. Je zit gevangen in de energie, de emotie, verwachtingen en overtuigingen van dit emotionele kind. We zien de realiteit niet meer, we kijken door het gordijn van dit gekwetste kind. In deze bel voelen we ons afgesloten van de werkelijkheid en zijn we zeer diep geïdentificeerd met het kind. Het mooie van een bel is dat hij ook zo doorgeprikt kan worden. Als je erin zit denk je dat de bel de werkelijkheid is, we zijn geïsoleerd van de buitenwereld in de bel, maar hij kan ook zomaar klappen. En als je eruit bent kun je je niet voorstellen dat je erin zat...... totdat je er weer inzit en dan begint het drama opnieuw. Begrip van dit fenomeen is nodig, dan kun je gaan herkennen wanneer je erin zit en wanneer niet, en kan het langzaam beginnen te dagen dat je niet alleen een belbewoner bent. Je partner zit in hetzelfde schuitje Elke trance of bel heeft de volgende elementen: 1. Allereerst is er een trigger. Datgene wat het patroon aanzet. In het begin hebben we niet door wat de trigger is. Vaak worden we wakker op het moment dat je kind in volle reactie zit en al voor alle reactiviteit heeft gezorgd. Als de bom is ontploft als het ware en de rook is op getrokken gaat er ineens een lampje branden. Als we vaker en met meer bewustzijn naar binnen gaan als het patroon aanstaat of afgelopen is, kun je het startpunt van het patroon vinden, de trigger. En die kunnen triviaal lijken, maar voor je gekwetste kind is juist die trigger, datgene wat zo kwetsend is geweest 2. De reactie uit de bel; Dit is het meest zichtbaar, en duidelijk. Dit is de ingang terug naar jezelf. Het reactiepatroon gaan zien en veroordelen maar met acceptatie en openheid tegemoet treden is hierbij de sleutel. De energie in dit reactie patroon vormt “de brandstof” voor de weg naar binnen. Het geheel van fysieke, emotionele en energetische ervaringen neemt je rechtstreeks mee naar binnen naar de wondenlaag van het kind
8
3. Het 3e element is Hoe jij jezelf ziet vanuit de bel. In de bel ervaren we ons al tekortschietend, minderwaardig, niet vaardig, falend, onzeker en vaak ook vol schaamte en schuld. We zien onszelf niet meer als volwassen en capabel, als in controle. 4. Het 4e element zijn de overtuigingen die we over onszelf en anderen hebben. Bij elke bel is dit heel persoonlijk. 5. Het 5e element is het geheel aan fysieke, emotionele en energetische ervaring in het lichaam. Dit patroon opent je voor de wond en geeft ook de mogelijkheid tot transformatie. 6. Hoe anderen op jou reageren in de bel is het laatste element. Immers de ervaring in de bel wordt gespiegeld door de omgeving en heef een versterkend en in stand houdend effect. Een voorbeeld. Als je in de ”schaamte-bel” zit dan reageer bv door steeds weer uit te zijn op bevestiging, je blijft maar trekken aan mensen (onbewust), en vervolgens krijg je dit niet vanuit de omgeving, of je ziet niet dat je het krijgt omdat je door de bril van schaamte kijkt, waardoor de schaamte alleen maar meer wordt verstrekt, met alle gevolgen van dien. Werken met De Bel: Elementen 1. Wat triggert de bel
3. Hoe zie jij jezelf vanuit deze bel. 4.Wat zijn je overtuigingen over anderen en jezelf
6. Hoe reageren anderen op jou in deze bel
2. Hoe reageer je uit de bel
5. Wat ervaar je, gevoelens, fysiek in de bel.
Stap 2: Ruimte en tijd nemen voor de wonden van je gekwetste kind Door ruimte en tijd te nemen voor onze traumatische ervaringen openen we onszelf voor het gekwetste kind in ons. We binnen dan ook meer en meer de overeenkomst te zien tussen wat in het heden gebeurt en wat ons in het verleden is overkomen. Een belangrijke vaardigheid hierbij is het bewust worden en leren tolereren van onze lichaamssensaties, met name op het moment als we iets meemaken wat ons raakt en verstorend is. Het lichaam laat op dat moment de gevoelens naar boven komen die we in het verleden hebben ervaren. 9
Hierbij gebruiken we de metafoor van “het gekwetste kind” om ons te helpen in contact te komen met dit deel van ons. Dit betekend breken met een patroon van vermijding van het voelen van deze nare ervaringen. Het is het nemen van een volwassen besluit om niet meer je gekwetste kind weg te duwen of uit te schakelen maar, in het hier en nu de volle omvang van de ervaring uit het verleden gaan ervaren. Dit betekend dat wanneer het leven ons in aanraking brengt met deze lastige gevoelens, we ervoor kunnen kiezen deze ervaring er te laten zijn, het te voelen, te ervaren, met een liefdevolle, open en accepterende houding. Het moment dat we meer en meer tijd nemen om aanwezig te zijn met onze lichaamssensaties en lastige gevoelens, geven we het trauma de kans om los te weken. Hierdoor komt de in het trauma gebonden energie vrij in golven van lichaamssensaties en gevoelens en weekt op deze manier het gedragspatroon los en komen we weer in contact met de diepere kern laag. In deze laag vinden we onszelf terug als krachtig, open, vervuld en veilig, en krijgen we op deze manier weer de teugels in handen, en worden we weer onze eigen baas in het leven. Stap 3: Je levensenergie aan wakkeren en risico’s gaan nemen We hebben allemaal vastgeroeste gewoontes om gevoelens en het nemen van risico te vermijden. Wanneer we hierin blijven hangen verliezen we het contact met onze kracht en eigenwaarde. Op een bepaald moment ben je klaar om risico te nemen, en in het nieuwe te stappen, net als een kind dat ervoor kiest om de wereld te gaan ontdekken. Deze eerste risico’s moeten klein zijn, babystapjes, kleine stapjes in het nieuwe. En neem hierbij voldoende ruimte neemt om fouten te maken. Het hele punt is niet succes maar het laten ontvlammen van de levensenergie. Het is zeer bekrachtigend om dit soort “risico” experimenten te doen: ze bouwen interne hulpbronnen en eigenwaarde op. Het nemen van het risico, het aangaan van het experiment, en niet het resultaat, zorgt voor de verandering. Wanneer we een risico nemen, bv het risico om ander gedrag te ontwikkelen, en dingen anders te gaan doen, zal er angst en waarschijnlijk ook schaamte en schuld naar boven komen. Immers in het verleden hebben we ons aangeleerd om onze levensenergie te dempen om goedkeuring te krijgen en straf te voorkomen. Maar blijven zitten in de angst en niet in beweging komen is geen optie meer, kom uit die “gevangenis”. Zoek naar mogelijkheden waar we iets nieuws kunnen proberen, zoals bv een grens zetten, tijd nemen voor jezelf, onze verslavingen onder ogen gaan zien en daarin een besluit nemen, of onze creativiteit tot uiting laten komen. De levensenergie en capaciteit voor risico ontwikkeld zich ook wanneer we tijd nemen om energie met het lichaam in beweging te zetten. Fysieke activiteiten zoals dansen, sport, yoga, lichaamswerk, of gewoon fitnessen, helpen hierbij.
10
4. Conclusie. Transformatie van hardnekkige patronen vraagt allereerst om inzicht de lagen van de ui. Vervolgens om inzicht in hoe jou patronen werken, en welke gekwetstheid er achter een patroon zin. Dit vraagt om de bereidheid om jou trance bel te onderzoeken, te ontleden en uiteindelijk door te prikken. De bel kan uiteindelijk op lossen door tijd te nemen voor onze wonden uit de kindertijd, en deze traumatische ervaring te leren tolereren, en tegelijker tijd kleine risico’s te nemen. Het is onze ervaring dat er geen gemakkelijke of snelle weg is om een diepe en vergaande verandering in deze patronen te bewerkstelligen. Er zijn geen omwegen, er is geen toverstaf en ook geen magische geneeswijze. We zullen geduld moeten hebben. We zullen vaardigheden en capaciteiten moeten ontwikkelen om meer in contact komen met onze lichaamssensaties, waardoor we beter in staat kunnen zijn om in dit moment te zijn, met al deze gevoelens. Dan kunnen we onze overtuigingen, gedachten, en gedragspatronen gaan zien die ons leven hebben bestuurd, en gaan we begrijpen en ervaren hoeveel pijn en doodsangst we als kind hebben ervaren en nog steeds in onszelf meedragen, en leren we stap voor stap deze traumatische ervaringen te tolereren en helen. Met deze capaciteit van in het lichaam zijn met helderheid en zicht op het patroon, wetend dat het een oude wond is, kunnen we risico’s gaan nemen, die we eerder niet durfden te nemen omdat ze te beangstigend waren en we onvoldoende begrepen waar het patroon vandaan kwam. Elke relatie is een reis, een mogelijk tot groei. Groei naar autonomie en verbinding. Het is reis die je meer en meer in contact brengt jezelf, in contact met de ander in realiteit van het nu, waarbij je los komt van je oude patronen en gedrag.
11