inhoud
lente
zomer
herfst
winter
Reizen
6 | 7
32 | 33
58 | 59
84 | 85
Wonen
8 | 9
34 | 35
60 | 61
86 | 87
Koken & genieten
10 | 11
36 | 37
62 | 63
88 | 89
Cultuur & vermaak
12 | 13
38 | 39
64 | 65
90 | 91
Mode & schoonheid
14 | 15
40 | 41
66 | 67
92 | 93
Sport
16 | 17
42 | 43
68 | 69
94 | 95
Beroepen
18 | 19
44 | 45
70 | 71
96 | 97
Winkelen
20 | 21
46 | 47
72 | 73
98 | 99
Vrije tijd
22 | 23
48 | 49
74 | 75
100 | 101
Lifestyle
24 | 25
50 | 51
76 | 77
102 | 103
Landschap & natuur
26 | 27
52 | 53
78 | 79
104 | 105
Familie & feesten
28 | 29
54 | 55
80 | 81
106 | 107
30
56
82
108
Spelletjes & horoscoop Bijlagen
Woordenschat Oplossingen Namenregister Illustratieverantwoording
PONS_LuG_ESP_final NL.indd 4
110 – 121 122 – 123 124 – 125 127
15-04-2010 10:22:37
Madrid
Lente Waar wonen de Spanjaarden?
Tapas – Spaanse lekkernijen Muziekfestival met flair
Kleurrijke mode De pieken van Europa
Wanneer eet je welk maal? Flamenco El Rastro – de grootste rommelmarkt Wellnesseiland Gran Canaria Het nationale park Doñana De koninklijke familie 4|5
PONS_LuG_ESP_final NL.indd 5
15-04-2010 10:22:45
Madrid het kloppende hart van spanje – Madrid ligt als een spin in het web in het
geografische centrum van Spanje. Hiervandaan kunt u gemakkelijk het hele land bereizen, maar het is de moeite waard om eerst van de atmosfeer van deze levendige metropool te genieten. Madrid is een stad voor ingewijden. Als een magneet trekt ze intellectuelen, kunstenaars en nieuwsgierigen van over de hele wereld. Overdag een heksenketel, ’s nachts een opwindende schoonheid. Belangrijke zinnetjes om mee te beginnen bij een verblijf in Spanje:
1
Buenos días. ¡Hola! Buenas tardes. Me llamo Mónica, ¿y usted? ¡Hasta luego! ¡Adiós!
PONS_LuG_ESP_final NL.indd 6
Goedendag. (wordt tot ca. 14 uur gebruikt) Hallo! Goedendag. (wordt vanaf ca. 14 uur gebruikt) Ik heet Mónica, en u? Dag! Tot ziens!
persoonlijke voornaamwoorden
In het Spaans zijn de persoonlijke voornaamwoorden yo, tú, él … ik, jij, hij … niet per se nodig. De persoon blijkt uit de uitgang van het werkwoord: Tomo un taxi. – Ik neem een taxi. Het is natuurlijk niet fout om het persoonlijke voornaamwoord te gebruiken; het gevolg is dat de betreffende persoon wordt benadrukt: Yo tomo un taxi. – IK neem een taxi.
15-04-2010 10:22:46
Na een wandeling door de stad hebt u last van uw voeten. Dan is er maar één oplossing: het openbaar vervoer transporte público! Bekijk de foto's, luister naar de zinnetjes en zeg ze na:
Reizen lente
2
tomar un taxi een taxi nemen
ir en bus met de bus gaan
tomar el metro de metro nemen
ir en tren met de trein gaan
paseo del arte
De promenade van de kunst verbindt drie van de belangrijkste musea in Europa met elkaar. Het eerste hoogtepunt is het Museo Thyssen-Bornemisza . Daarna komt u bij het wereldberoemde Prado . Hier moet u zeker ‘De naakte Maja’ van Goya bekijken. Het sluitstuk is het Centro de Arte Reina Sofia met werken van moderne kunstenaars als Dalí, Miró en Picasso.
Werkwoorden op -ar: tomar – nemen, drinken (yo) tomo ik neem (tú) tomas jij neemt (él/ella, usted) toma hij/zij neemt, u neemt (nosotros/-as) tomamos wij nemen (vosotros/-as) tomáis jullie nemen (ellos/ellas, ustedes) toman zij nemen, u neemt 6|7
PONS_LuG_ESP_final NL.indd 7
15-04-2010 10:22:53
Waar wonen de Spanjaarden? De meeste Spanjaarden wonen in huizenblokken bloques de viviendas. Maar weinig mensen huren, 85 procent van de bevolking heeft een eigen woning. De woning el piso neemt niet zo’n heel belangrijke plaats in het leven van de Spanjaard in, want dat speelt zich voornamelijk buiten af. Bovendien hebben veel Spaanse gezinnen ook nog een weekendhuisje una casa para pasar el fin de semana op het platteland en el campo of aan zee en la costa.
PONS_LuG_ESP_final NL.indd 8
15-04-2010 10:22:58
Wonen Hoofd- en rangtelwoorden In het Spaans zijn er slechts rangtelwoorden tot en met het getal 10. Daarna wordt het hoofdtelwoord gebruikt.
Spaanse zelfstandige naamwoorden zijn mannelijk (m) of vrouwelijk (v). Het bepaalde lidwoord in het enkelvoud: el piso (m) – de woning la casa (v) – het huis en in het meervoud: los pisos (m) – de woningen las casas (v) – de huizen
3
0 – cero 1 – uno 2 – dos 3 – tres 4 – cuatro 5 – cinco 6 – seis 7 – siete 8 – ocho 9 – nueve 10 – diez
1º/1ª – primero,-a 2º/2ª – segundo,-a 3º/3ª – tercero,-a 4º/4ª – cuarto,-a 5º/5ª – quinto,-a 6º/6ª – sexto,-a 7º/7ª – sé(p)timo,-a 8º/8ª – octavo,-a 9º/9ª – noveno,-a 10º/10ª – décimo,-a
lente
Woorden die u kunnen helpen bij het huren alquilar van een appartement apartamento:
4
el (cuarto de) baño la cocina el dormitorio el salón el balcón ¿Hay un televisor? ¿Hay un teléfono? ¿Hay aire acondicionado?
het bad de keuken de slaapkamer de woonkamer het balkon Is er een televisie? Is er een telefoon? Is er airconditioning? meervoudsvormen
geen naambordjes
Op de bordjes naast de bel bij de ingang van een Spaans huis staan geen namen, maar alleen de etage planta en het nummer van het appartement número del apartamento. Bijvoorbeeld: 5ª A (5e etage, apt. A – quinta planta, apartamento A).
Algemeen geldt: woorden die op een klinker eindigen, krijgen in het meervoud een -s aan het eind; woorden die op een medeklinker eindigen, krijgen -es: el coche – de auto los coches – de auto’s el tren – de trein los trenes – de treinen Let op: in de meervoudsvorm vervalt het accent! el avión – het vliegtuig los aviones – de vliegtuigen 8|9
PONS_LuG_ESP_final NL.indd 9
15-04-2010 10:23:01