Regeling salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen Brandweer Brabant-Noord De werkgever van Brandweer Brabant-Noord gelet op het voorstel van de Regionaal Commandant d.d. 17 december 2015 gelet op het bepaalde in hoofdstuk 1, 3 en 20 Rechtspositieregeling BBN; gelet op het bepaalde in de werktijdenregeling Brandweer Brabant-Noord; gelet op de van het Georganiseerd Overleg verkregen instemming d.d. 19 november 2015; BESLUIT vast te stellen de navolgende Regeling salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen Brandweer Brabant-Noord Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen en toepassing Voor de toepassing van deze regeling wordt tenzij in enig artikel anders is bepaald, verstaan onder: a. werkgever: de werkgever Veiligheidsregio Brabant-Noord; b. ambtenaar:
de ambtenaar in de zin van artikel 1:1 CAR;
c. salaris:
het salaris als bedoeld in artikel 1:1 CAR;
d. salarisschaal:
de schaal als bedoeld in artikel 1:1 CAR;
e. functieschaal:
de salarisschaal zoals die volgens de regeling functiebeschrijving en functiewaardering is vastgesteld;
f.
conversietabel:
g. aanloopschaal:
h.
de salarisschaal die één schaal onder de feitelijke salarisschaal waarin de betreffende functie is ingeschaald, ligt;
uitloopschaal:
-
-
-
i.
de vertaling van de gevonden rangorde, volgens de procedureregeling functiewaardering, naar salarisschalen;
de salarisschaal die direct volgt op de functieschaal. Ten aanzien van de uitloopschaal gelden onderstaande bepalingen. Hiermee dient rekening te worden gehouden bij de toepassing van deze regeling. Bepalingen met betrekking tot de uitloopschaal zijn alleen onverkort van toepassing op ambtenaren die vòòr 1 januari 2011 in dienst waren bij de gemeente ’s Hertogenbosch of bij de Veiligheidsregio Brabant-Noord. Ambtenaren die op 1 januari 2011 in dienst zijn getreden bij de Veiligheidsregio BrabantNoord (Brandweer) en vallen onder de definitie “Ambtenaar” zoals opgenomen in het Sociaal Plan 2011, behouden het recht op bevordering naar de uitloopschaal conform de hiervoor geldende bepalingen in de organisatie waar zij tot genoemde datum werkzaam waren. Ambtenaren die na 1 januari 2011 in dienst zijn getreden bij de Veiligheidsregio BrabantNoord (Brandweer) en daarmee niet vallen onder de definitie “Ambtenaar” zoals opgenomen in het Sociaal Plan, hebben geen recht op bevordering naar de uitloopschaal.
periodieken:
de stappen waaruit een salarisschaal is opgebouwd, waarbij de
salarisopbouw tussen het minimum- en maximumbedrag behorend bij de betreffende salarisschaal in bijlage II en IIa van de CAR-UWO is opgenomen; j.
salaristoelagen:
k. maximumsalaris:
l.
functie:
de toelagen als bedoeld in artikel 1:1 CAR; het hoogste bedrag van de salarisschaal behorend bij een betreffende functie; het samenspel van werkzaamheden door de medewerker te verrichten krachtens artikel 3:1 CAR en overeenkomstig hetgeen door de werkgever is opgedragen;
m. beoordeling:
een schriftelijk oordeel met betrekking tot de wijze van functievervulling van de ambtenaar volgens een door de werkgever vastgesteld model;
n. beoordelingsresultaat:
de uitkomst van de beoordeling uitgedrukt in één van de navolgende kwalificaties:
- goed: - zeer goed: - onvoldoende:
een functievervulling waaruit voldoende bekwaamheid, geschiktheid en ijver blijkt; een functievervulling waaruit buitengewone bekwaamheid, geschiktheid en ijver blijkt; een functievervulling waaruit onvoldoende bekwaamheid, geschiktheid en/of ijver blijkt.
o. Bevordering - per 1 januari:
- per een andere datum:
In deze regeling wordt hiermee bedoeld een salaris bevordering. toekenning van een hoger salaris in een salarisschaal waaraan een hoger maximum is verbonden dan de tot dan gehanteerde salarisschaal, waarbij, ingeval het maximum salaris nog niet bereikt is, eerst één periodieke verhoging in de oude salarisschaal wordt toegekend en pas daarna vanuit het aldus vastgestelde oude salaris inschaling plaatsvindt en vervolgens de inschaling in de nieuwe salarisschaal altijd zodanig moet zijn dat het verschil tussen het oude en het nieuwe salaris meer is dan 75% van de daaropvolgende periodieke verhoging in de oude salarisschaal; toekenning van ten minste het naast hogere salaris in een salarisschaal waaraan een hoger maximum is verbonden dan de tot dan gehanteerde salarisschaal, tenzij het verschil tussen het oude salaris en dat naast hogere bedrag minder bedraagt dan 75% van de eerstvolgende periodieke verhoging in de oude salarisschaal, in welk geval inschaling in de nieuwe salarisschaal plaatsvindt op ten minste het bedrag dat direct volgt op dat naast hogere bedrag.
p. aanwezigheidsdienst:
een aaneengesloten tijdruimte van ten hoogste 24 uren waarin de medewerker, zo nodig naast het verrichten van de bedongen arbeid, verplicht is op de arbeidsplaats aanwezig te zijn om op oproep zo spoedig mogelijk de bedongen arbeid te verrichten;
q. beschikbaarheiddienst:
een periode waarin de medewerker verplicht is zich buiten de voor hem geldende werktijden ter beschikking te houden ten behoeve
van de brandweerdienst; r.
24-uursdienst:
een aanwezigheidsdienst van 24 uur aaneengesloten te beginnen om 08.00 uur, tijdens welke dienst de medewerker volgens rooster wordt geacht te werken;
s. aanwezigheidsuur:
een uur binnen een aanwezigheidsdienst;
t.
een dienst waarop hoofdstuk 4 CAR-UWO van overeenkomstige toepassing is.
dagdienst:
Paragraaf 2 Salaris Artikel 2 Salarisverhoging en bevordering 1 Aan een ambtenaar die het maximum van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, wordt jaarlijks per 1 januari bij voldoende functioneren, binnen de voor hem geldende salarisschaal één periodieke verhoging toegekend, tenzij door de leidinggevende anders is bepaald. 2 De ambtenaar die is ingeschaald in de aanloopschaal behorende bij zijn functie en die voldoende functioneert, wordt bevorderd naar de functionele schaal. 3 Indien ten aanzien van de ambtenaar die is ingeschaald in de aanloopschaal op basis van een beoordeling is vastgesteld dat hij "zeer goed" functioneert en daardoor sneller dan normaal is te achten groeit naar een volledige en goede functievervulling kent de werkgever hem extra periodieke verhogingen toe dan wel bevordert hem versneld naar de functionele schaal. 4 Indien ten aanzien van de ambtenaar gesalarieerd in de functionele schaal, middels beoordeling, is vastgesteld dat hij "zeer goed" functioneert kent de werkgever hem één of meer extra periodieken toe, dan wel bevordert hem naar de uitloopschaal. 5 Indien ten aanzien van de ambtenaar gesalarieerd in de uitloopschaal middels beoordeling is vastgesteld dat hij "zeer goed" functioneert, worden hem één of meer extra periodieken toegekend indien althans het maximum van de uitloopschaal niet overschreden wordt. 6 Tijdens verhindering door ziekte wordt de ambtenaar voor de toekenning van de jaarlijkse periodiek, bedoeld in het eerste lid, geacht "goed" te functioneren, behoudens het bepaalde in lid 9. 7 In het geval van een indiensttreding of overplaatsing kan de werkgever, aan de hand van opleiding, ervaring en overige gegevens die de werkgever van belang acht, besluiten nemen omtrent de toekenning van periodieke verhogingen, dan wel de bevordering naar de functionele of de uitloopschaal, waarin de werkgever andere gevolgen verbindt aan de op grond van een beoordeling vast te stellen beoordelingsresultaten dan de gevolgen die op grond van artikel 1, onderdeel n, aan het beoordelingsresultaat verbonden zijn. 8 Een oordeel met betrekking tot de functievervulling bedoeld bij bevordering danwel toekennen van extra periodiek(en) in lid 2 tot en met 5, is voor wat betreft de zittende ambtenaar gebaseerd op een beoordeling, omschreven in artikel 1 onderdeel m. 9 In geval van ziekte kan het opstellen van een beoordeling met maximaal drie maanden worden uitgesteld. Zo lang geen beoordeling is opgesteld, vindt geen bevordering naar een andere salarisschaal of toekenning van extra periodieke verhogingen plaats. Zodra mogelijk wordt alsnog een beoordeling opgesteld op grond waarvan toekenning van een andere schaal of extra periodieken mogelijk is, zonodig met terugwerkende kracht. 10 Indien om redenen welke de ambtenaar niet verwijtbaar zijn geen beoordeling is opgemaakt, wordt gehandeld alsof beoordeeld is met een gelijk resultaat als bij de laatst vastgestelde beoordeling, tenzij de ambtenaar aannemelijk maakt dat deze handelwijze ten aanzien van hem een onredelijk resultaat oplevert.
Artikel 3 Onvoldoende functioneren 1 Aan de ambtenaar die gesalarieerd wordt volgens een aanloopschaal of de functionele schaal en - gelet op het bepaalde in artikel 3:4 lid 1 CAR/UWO en artikel 2 van deze regeling- niet voldoet aan de normale vereisten met betrekking tot zijn functievervulling te stellen, wordt de jaarlijkse periodieke verhoging of een bevordering, zoals bedoeld in artikel 2, niet toegekend. Het niet voldoen aan de normale vereisten met betrekking tot de functievervulling dient te blijken uit een vastgestelde beoordeling. 2 Van een besluit tot toepassing van het eerste lid wordt de ambtenaar zo spoedig mogelijk en in ieder geval vóór de datum waarop anders de salarisverhoging zou zijn ingegaan mededeling gedaan. De leidinggevende bevestigt deze mededeling schriftelijk binnen 30 dagen. 3 De werkgever kan beslissen de salarisverhogingen welke op grond van het eerste lid achterwege zijn gebleven, nadien alsnog toe te kennen. 4 Het inhouden van een periodieke verhoging kan eenmaal per jaar toegepast worden, tijdens de eindejaarsronde en dient ter besluitvorming aan het KMT te worden voorgelegd. Paragraaf 3
Salaristoelagen
Artikel 4 Functioneringstoelage 1 De werkgever kan een ambtenaar een functioneringstoelage toekennen door schriftelijk te motiveren dat aan de in artikel 3:8 lid 1 CAR genoemde voorwaarden voldaan wordt. 2 Is de grond waarop de toelage is toegekend vervallen, dan wordt de toelage direct –zo nodig tussentijds–- stopgezet. 3 Bij een salarisverhoging, niet zijnde het gevolg van een generieke salarismaatregel of een normale periodieke verhoging, wordt de toekenning van de toelage opnieuw getoetst. De toelage kan worden stopgezet of het percentage kan worden aangepast naar evenredigheid van de salarisverhoging. 4 De functioneringstoelage wordt per maand uitgekeerd. Artikel 5 Arbeidsmarkttoelage 1 De werkgever kan, indien voldaan wordt aan en conform de in artikel 3:9 CAR genoemde voorwaarden, een ambtenaar een arbeidsmarkttoelage toekennen. 2 Is de grond waarop de toelage is toegekend vervallen, dan wordt de toelage direct –zo nodig tussentijds–- stopgezet. 3 De arbeidsmarkttoelage wordt per maand uitgekeerd. Artikel 6 Toelage Onregelmatige dienst 1 Voor de ambtenaar die als centralist bij de meldkamer werkzaam is in een dienstrooster conform artikel 4:8 CAR, geldt op basis van het rooster een vaste toelage onregelmatige dienst van 22,25% van het voor de ambtenaar geldende salaris per uur, met dien verstande dat dit percentage ten hoogste wordt berekend over het salaris per uur dat is afgeleid van het maximum van salarisschaal 6. Wijziging van het dienstrooster leidt tot aanpassing van dit percentage. 2 Voor de in artikel 3:11 CAR genoemde morgen- en avonduren wordt de toelage slechts verleend indien de arbeid is aangevangen vóór 7.00 uur, respectievelijk is beëindigd nà 19.00 uur. Artikel 7 Toelage beschikbaarheidsdienst 1 Voor de ambtenaren die zich beschikbaar houden voor een aangewezen functie binnen de crisisorganisatie, geldt artikel 5 van de Werktijdenregeling Brandweer Brabant-Noord en geldt een toelage beschikbaarheidsdienst die afwijkt van artikel 3:13 lid 2 CAR.
2
3 4
5
6 7
De honorering van deze wekelijkse beschikbaarheiddiensten is gestoeld op de “Vergoeding piketdienst beroepsbrandweer” die deel uitmaakt van de landelijke Uitwerkingsovereenkomst (UWO) en bedraagt 16% van het 1/156 gedeelte van het maandsalaris voor elk uur, waarin betrokkene zich beschikbaar moet houden, voor zover deze uren vallen op zondag, nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, de beide Kerstdagen, de dag waarop de verjaardag van de koningin wordt gevierd en 5 mei en 10% van dat salarisgedeelte voor elk uur, waarin hij zich beschikbaar moet houden, indien deze uren vallen op andere dagen. De daartoe aangewezen ambtenaar, die structureel en volgens rooster wekelijkse beschikbaarheiddiensten verricht, ontvangt deswege een toelage. De, op basis van het tweede lid berekende, beschikbaarheiddiensttoelage wordt uitgedrukt in een percentage van het maandsalaris van de ambtenaar. De vigerende percentages zijn vastgelegd in Bijlage D van de “Rechtspositieregeling BBN”. Voor de ambtenaar die als centralist bij de meldkamer werkzaam is in een dienstrooster conform artikel 4:8 CAR is de in lid 4 genoemde Bijlage D niet van toepassing en geldt een vaste pikettoelage van 2,75% van het voor de ambtenaar geldende maandsalaris, tenzij individueel anders is bepaald. Wijziging van het dienstrooster leidt tot aanpassing van dit percentage. Incidentele extra wekelijkse beschikbaarheiddiensten worden op basis van een declaratie achteraf de ambtenaar uitbetaald. Ingeval de extra beschikbaarheiddiensten echter een dusdanige omvang hebben dat deze met een roosterwijziging gepaard gaan, wordt de toelage voor de periode van de roosterwijziging herberekend.
Artikel 8 Verschuivingsvergoeding 1 De werkgever kan bepalen dat bij verschuiving van de vastgestelde werktijden per week van de ambtenaar als bedoeld in artikel 4:8 CAR anders dan op verzoek van de ambtenaar aanspraak op een vergoeding ontstaat. 2 Met inachtneming van het bepaalde in lid 1 heeft de ambtenaar als bedoeld in de artikelen 4:8 CAR recht op een vergoeding, indien binnen 72 uur voor aanvang van de oorspronkelijk vastgestelde werktijd, de werktijden worden verschoven. 3 Het bepaalde in het tweede lid is van overeenkomstige toepassing in geval een verschuiving van de oorspronkelijk vastgestelde arbeidsduur per week en/of de oorspronkelijk vastgestelde werktijd plaatsvindt zonder dat het dienstbelang dit vereist, gedurende de periode gelegen tussen een maand en 72 uur voor aanvang van de betreffende week dan wel de werktijd. 4 De hoogte van deze vergoeding bedraagt voor elk verschoven uur 25% van het uurloon. Artikel 9 Garantietoelage 1 De garantietoelage van artikel 3:15 CAR wordt verrekend met de inschaling in de hogere functie danwel uitloopschaal op het moment dat de ambtenaar, aan wie een garantietoelage is toegekend, promotie maakt. Nadien toegekende periodieke verhogingen worden op de resterende garantietoelage in mindering gebracht. 2 Op individueel niveau worden afspraken gemaakt over de gevolgen voor de in het eerste lid genoemde garantietoelage bij verkleining van de aanstellingsomvang en cao indexatie. Artikel 10 Beloning uitstekend functioneren en/of bijzondere prestatie 1 Met toepassing van artikel 3:20 CAR kan de werkgever op basis van een schriftelijke motivatie van de leidinggevende, een beloning toekennen aan een ambtenaar of een groep ambtenaren. 2 De beloning bestaat uit:
a. Gratificatie-Boter-bij-de-Vis, deze gratificatie kan worden toegekend aan ambtenaren die een (eenmalige) bijzondere prestatie hebben geleverd of een waardering verdienen. Voor deze gratificatie geldt een maximum van € 100,-- netto. b. Beloning in geld, deze gratificatie kan worden toegekend aan ambtenaren die een uitzonderlijke prestatie hebben geleverd. De hoogte van de gratificatie is maximaal € 1000,-- netto. c. Een beloning in natura, het maximum bestedingsbedrag is € 500,-. d. Een cursus/training als beloning, maximaal € 1.500,-- (excl. BTW). e. Groepsgratificatie, aan een groep ambtenaren die gezamenlijk een bijzondere prestatie hebben geleverd, kan ten behoeve van een “uitje” een gratificatie worden toegekend van € 50,-- per persoon. f. Teambuilding, voor deze beloningsvorm geldt een bedrag van € 50,-- per deelnemer. Paragraaf 4 Artikel 11 Overgangsrecht ambtsjubileumgratificatie 1 Ambtenaren die binnen 5 jaar (tot 31 december 2020) recht zouden hebben op een ambtsjubileumgratificatie als de lokale regeling niet was vervallen, behouden dat recht. Het gaat hierbij om de datum van het ambtsjubileum en de hoogte van de ambtsjubileumgratificatie. 2 Artikel 12 komt per 31 december 2020 automatisch te vervallen. Zie bijlage 2 voor het overgangsrecht. Paragraaf 5 Artikel 12 Hardheidsclausule Namens de werkgever van de Veiligheidsregio is de Regionaal Commandant bevoegd in gevallen waarin deze regeling niet, of niet in redelijkheid voorziet, nadere regelingen te treffen. Artikel 13 Citeertitel en inwerkingtreding Deze regeling kan worden aangehaald als de “Regeling salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen Brandweer Brabant-Noord ” en treedt in werking met ingang van 1 januari 2016. Aldus besloten in de vergadering van de werkgever van de Veiligheidsregio Brabant-Noord op 17 december 2015
de secretaris,
de voorzitter,
dr. ir. P. Verlaan MCDM
mr. dr. A.G.J.M. Rombouts
Bijlage 1 Notitie flexibele beloning (een nadere uitwerking en toelichting voor toepassing van de bepalingen in deze regeling die zien op toekennen van (extra) periodieke verhoging, bevordering, functioneringstoelage, arbeidsmarkttoelage en beloning uitstekend functioneren en/of bijzondere prestatie)
Mogelijkheden van flexibele beloning Flexibele beloning is bedoeld voor medewerkers die zich in hun functioneren onderscheiden. Het kan hierbij gaan om het onderscheiden in positieve zin door iets extra’s toe te voegen aan het functioneren of op een unieke wijze een bijdrage te leveren aan het realiseren van doelen, maar ook in negatieve zin zoals het weinig of niet gemotiveerd oppakken van taken en het onvoldoende presteren. Gelukkig heeft het aantal positieve beloningsvormen de overhand en worden deze vormen ook het meest toegepast. Hieronder passeren de verschillende mogelijkheden de revue. Deze mogelijkheden zijn niet allemaal nieuw. In veel gevallen is alleen sprake van een aanscherping of een nieuwe benaming.
Vormen van structurele flexibele beloning 1 Toekennen periodieke verhoging Aan een medewerker die het maximum van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, wordt bij voldoende functioneren één periodieke verhoging toegekend. Binnen BBN wordt deze periodieke verhoging automatisch toegekend per 1 januari van ieder kalenderjaar, tenzij door de leidinggevende anders is bepaald. 2 Toekennen extra periodieke verhoging Als duidelijk is dat een medewerker die het maximum van de functionele of uitloopschaal nog niet heeft bereikt, zeer goed en boven verwachting functioneert en dus sneller dan normaal te verwachten zou zijn, doorgroeit naar een brede en volwaardige functievervulling, kunnen aan hem één of meerdere extra periodieke verhogingen worden toegekend. Deze vorm van flexibele beloning wordt eenmaal per jaar, tijdens de eindejaarsronde, ter besluitvorming aan het KMT voorgelegd. De invoering zal altijd per 1 januari zijn. 3 Versnelde Bevordering Functionele Schaal Een medewerker die is ingeschaald in de aanloopschaal behorende bij zijn functie en die voldoende functioneert, groeit door naar de functionele schaal. Om te kunnen worden bevorderd naar de functionele schaal, hoeft de medewerker niet eerst het maximum van de aanloopschaal te hebben bereikt. Hoewel dit niet rechtspositioneel is vastgelegd, mag het duidelijk zijn dat er een beperking geldt voor de periode dat een medewerker volgens de aanloopschaal wordt bezoldigd. Er kunnen bijzondere omstandigheden zijn, maar over het algemeen geldt de stelregel dat een medewerker zich binnen een periode van ca. twee jaar zodanig ontwikkeld moet hebben, dat sprake is van een volledige en goede functievervulling. Wordt het gewenst niveau niet binnen deze periode bereikt, dan is er wellicht sprake van de mismatch tussen medewerker en functie en moeten andere maatregelen worden getroffen. Een medewerker die is ingeschaald in de aanloopschaal en die zeer goed functioneert waardoor hij sneller dan zou mogen worden verwacht groeit naar een volledige en goede functievervulling, kan versneld worden bevorderd naar de functionele schaal. Deze vorm van flexibele beloning kan heel het jaar door toegekend worden. De leidinggevende dient ter besluitvorming het voorstel aan het desbetreffende sectorhoofd voor te leggen.
4 Bevordering Uitloopschaal Indien ten aanzien van een medewerker die wordt bezoldigd in de functionele schaal is vastgesteld dat hij zeer goed functioneert, kan hij worden bevorderd naar de uitloopschaal. Een dergelijke bevordering vindt alleen plaats als de medewerker het maximum van de functionele schaal heeft bereikt. Tot dat moment kan gebruik gemaakt worden van de mogelijkheden tot andere vormen van flexibel belonen binnen de functionele schaal. Het mag duidelijk zijn dat een bevordering naar de uitloopschaal alleen van toepassing is op medewerkers die hierop vanuit hun vorige arbeidsorganisatie recht hebben gebaseerd op het Sociaal Plan 2011. Deze vorm van beloning wordt eenmaal per jaar, tijdens de eindejaarsronde, ter besluitvorming aan het KMT voorgelegd. De invoering zal altijd per 1 januari zijn.
Vormen van incidentele flexibele beloning 1 Inhouden periodieke verhoging Ten aanzien van een medewerker die niet voldoet aan de normale eisen die aan het functioneren gesteld mogen worden, kan worden besloten dat geen periodieke verhoging wordt toegekend. Er moeten wel goede argumenten zijn om deze voor de medewerker zeer vervelende maatregel toe te passen. Er moet in ieder geval sprake zijn van onvoldoende functioneren over een langere periode, ondanks het treffen van maatregelen zoals extra begeleiding en het voeren van voortgangsgesprekken. Het onthouden van een periodieke verhoging is niet zinvol als geconstateerd moet worden dat een medewerker, ondanks zijn inzet, echt geen betere prestaties kan leveren. Verstandiger is het dan om met de medewerker samen te bekijken of hij wel op de juiste functie zit. Het onthouden van een periodieke verhoging is altijd een eenmalig besluit. Zodra het functioneren van de medewerker is verbeterd en op het juiste niveau is, wordt de toekenning van periodieken hervat. Het is zelfs mogelijk om de ingehouden periodiek(en) dan alsnog toe te kennen. Het inhouden van een periodieke verhoging kan eenmaal per jaar toegepast worden, tijdens de eindejaarsronde, en dient ter besluitvorming aan het KMT te worden voorgelegd. 2 Functioneringstoelage - Is de grond waarop de toelage is toegekend vervallen, dan wordt de toelage direct –zo nodig tussentijds–- stopgezet; - Bij een salarisverhoging, niet zijnde het gevolg van een generieke salarismaatregel of een normale periodieke verhoging, wordt de toekenning van de toelage opnieuw getoetst. De toelage kan worden stopgezet of het percentage kan worden aangepast naar evenredigheid van de salarisverhoging. Deze situatie doet zich alleen voor in uitzonderlijke gevallen. Immers, aan de toekenning van een persoonlijke toelage is een maximale termijn van één jaar gekoppeld. - Indien een medewerker voor het tweede jaar wordt voorgedragen voor een persoonlijke toelage vindt overleg plaats tussen de leidinggevende en de medewerker. In dit gesprek zal gekeken worden of de medewerker op de juiste plek zit. Wellicht is de medewerker te hoog gekwalificeerd en dient er gekeken te worden naar een andere functie binnen of buiten de organisatie. - Indien een medewerker die in het maximum van zijn/haar uitloopschaal zit en hij/zij wordt voorgedragen voor een persoonlijke toelage vindt overleg plaats tussen de leidinggevende en de medewerker. Ook in dit gesprek zal gekeken worden of medewerker op de juiste plek zit. Wellicht is de medewerker te hoog gekwalificeerd en dient er gekeken te worden naar een andere functie binnen of buiten de organisatie.
Deze vorm van beloning wordt eenmaal per jaar, tijdens de eindejaarsronde, ter besluitvorming aan het KMT voorgelegd. 3 Gratificatie Het hele jaar door kunnen onderstaande gratificaties toegekend worden. Het toekennen van een gratificatie sluit het toekennen van andere vormen van flexibele beloning in hetzelfde jaar niet uit. Mogelijkheden voor een gratificatie: 1. Gratificatie-Boter-bij-de-Vis Deze gratificatie kan worden toegekend aan medewerkers die een (eenmalige) bijzondere prestatie hebben geleverd of een waardering verdienen. Voor deze gratificatie geldt een maximum van € 100,-- netto. 2. Beloning in geld Deze gratificatie kan worden toegekend aan medewerkers die een uitzonderlijke prestatie hebben geleverd. De hoogte van de gratificatie is maximaal € 1000,-- netto. Tot € 500,-- netto kan de leidinggevende het voorstel indienen bij het verantwoordelijke afdelingshoofd. Alles boven € 500 netto dient ter instemming aan het KMT te worden voorgelegd. Het bedrag hoeft niet voor iedereen hetzelfde te zijn en moet in verhouding staan tot de geleverde prestatie. 3. Een beloning in natura Door een aantal medewerkers zal een beloning in de vorm van een presentje meer gewaardeerd worden dan een uitkering in geld. Alles is mogelijk: denk aan een bloementje, een boekenbon, een diner voor twee, een weekendje weg, een concertkaartje, een jaar lang een abonnement op een vakblad et cetera. Bij de beloning in natura is er een maximum bestedingsbedrag van € 500,4. Een cursus/training als beloning Er zijn medewerkers die het leuk vinden om een cursus/training te volgen die niet helemaal is afgestemd op de functie en waarvoor BBN normaliter geen vergoeding verstrekt. Het zelf betalen behoort voor velen niet tot de mogelijkheden. Het overnemen van deze kosten, kan voor de medewerker gelden als een extra beloning. Waarde: maximaal € 1.500,-- (excl. BTW). 5. Groepsgratificatie Aan een groep medewerkers die gezamenlijk een bijzondere prestatie hebben geleverd, kan ten behoeve van een “uitje” een gratificatie worden toegekend van € 50,-- per persoon. 6. Teambuilding Het is goed regelmatig aandacht te besteden aan de samenwerking binnen groepen medewerkers. Vandaar dat we de mogelijkheid noemen om een teambuildingsactiviteit te organiseren. Dit kan een gezamenlijke activiteit zijn voor een team, maar ook voor een groep medewerkers uit diverse organisatieonderdelen met hetzelfde vakgebied. Het gaat hierbij niet simpel om een afdelingsuitje maar om een bijeenkomst om een blijvende positieve samenwerking of groepsontwikkeling te stimuleren. Te denken valt in dit kader aan een excursie naar een andere organisatie of een bijzonder (landelijk) project. Voor deze beloningsvorm geldt een bedrag van € 50,-- per deelnemer.
Te hanteren normen Het uitgangspunt is dat goed functioneren wordt beloond in de vorm van een maandelijks salaris. Bij toekenning van iets extra’s bovenop het salaris, zal er dus ook sprake moeten zijn van een extra prestatie. Het beoordelen van prestaties is en blijft mensenwerk en zal daarmee nooit 100% objectief zijn. Ook de uitspraak “gelijke monniken, gelijke kappen” gaat hier maar ten dele op. Ambtenaren op verschillende plaatsen in de organisatie werken met verschillende onderwerpen en onder andere omstandigheden, en daarom zullen prestaties nooit exact te vergelijken zijn.
Flexibele beloning betekent bij uitstek het maken van onderscheid. Onderscheid tussen ambtenaren die net iets meer doen dan verwacht wordt en ambtenaren die dit niet doen. Flexibele beloning vraagt dan ook lef van de leidinggevenden; lef om dit onderscheid te maken en lef om je besluit uit te leggen aan degenen die niet extra worden beloond. Om niet helemaal terecht te komen in de situatie van vrijheid-blijheid en 5-december-gevoelens, is het toch goed om bij flexibele beloning de volgende stelregel te hanteren: de geleverde prestatie op grond waarvan de beloning wordt toegekend, is/kan door collega’s worden waargenomen en wordt in het algemeen beschouwd als bijzonder de reden waarom een beloning wordt toegekend is aan iedereen uit te leggen. Voorbeelden van zeer goed functioneren en extra / buitengewoon presteren zijn: het uitvoeren van een bijzondere opdracht op gelijkwaardig of zelfs hoger functieniveau het verrichten van werkzaamheden onder abnormale werkomstandigheden hoge mate van flexibele inzetbaarheid qua taken of qua tijd een bijzonder positieve arbeidshouding en voorbeeldfunctie voor collega’s het meedenken in de lijn van de belangen van de organisatie het initiëren of ondersteunen van ontwikkelingen in de organisatie. Uiteraard is het niet de bedoeling dat de reden waarom aan een ambtenaar een extra beloning wordt verstrekt binnen de organisatie breed bekend wordt gemaakt. Veel ambtenaren zouden dit niet op prijs stellen. Voor henzelf is de geleverde prestatie vaak niet zo bijzonder. Maar het is goed als de leidinggevende die de beloning verstrekt, het hierboven genoemde meeneemt in zijn overwegingen.
Procedure De meest ultieme toepassing van flexibele beloning is dat door het hele jaar heen allerlei extra beloningen aan ambtenaren kunnen worden verstrekt. Toch kiezen wij hier niet voor. Gebleken is dat er behoefte bestaat aan onderling overleg en de mogelijkheid tot onderlinge vergelijking van voorstellen, om zoveel als mogelijk te komen tot een parallelle toepassing van flexibele beloning over de diverse organisatieonderdelen. De werkwijze is tweeledig: 1. Het hele jaar door Enkele vormen van flexibele beloning vragen vanwege de gewenste snelheid van handelen of vanwege het specifieke karakter ervan, dat hierover door de leidinggevende op elk gewenst moment een besluit genomen kan worden. Dit betreft: o gratificaties: toe te kennen op momenten dat sprake is van prestaties die extra aandacht en waardering verdienen. Omdat registratie van alle verstrekte gratificaties vanwege de geldende fiscale bepalingen noodzakelijk is, wordt hiervan melding gemaakt bij P&O door middel van het bijgevoegde formulier flexibel belonen. o versnelde Bevordering Functionele Schaal: op basis van een recente personeelsbeoordeling 2.
Eindejaarsronde o toekennen periodieke verhoging o toekennen extra periodieke verhoging: op basis van een recente personeelsbeoordeling o functioneringstoelage: op basis van een recente personeelsbeoordeling o inhouding periodieke verhoging: op basis van een recente personeelsbeoordeling o bevordering uitloopschaal: op basis van een recente personeelsbeoordeling
Met een recente personeelsbeoordeling bedoelen we niet ouder dan drie maanden.
Ter uitvoering van de flexibele beloningen zoals bedoeld onder 1 en 2, dient gebruik gemaakt te worden van het formulier Flexibele Beloning. Voor de Eindejaarsronde verzoekt P&O in september van ieder kalenderjaar alle leidinggevenden om voorstellen tot Flexibele Beloning in te dienen. Er dient gebruik te worden gemaakt van het formulier zoals hierboven genoemd. De voorstellen worden uiterlijk in de maand oktober ingediend bij het team P&O. P&O zet de ingediende voorstellen tot flexibele beloning op een overzicht en legt deze uiterlijk in november ter besluitvorming aan het KMT voor. Uitbetaling van een gratificatie in geld/boter bij de vis tijdens de eindejaarsronde, wordt uitbetaald in de maand december van dat jaar, mits de voorstellen op tijd binnen zijn. De andere vormen van flexibel belonen worden uitbetaald in de maand januari volgend op het moment dat het besluit is genomen. Tevens krijgt het KMT met het voorstel voor de eindejaarsronde een overzicht van alle flexibele beloningen die door het jaar heen zijn verstrekt. Voorstellen in de salarissfeer worden na besluitvorming uitgevoerd door P&O, zodat (ten behoeve van de financiële controle/accountant) voor de ambtenaar een besluit kan worden opgesteld. P&O overhandigt de besluiten aan de afdelingshoofden/leidinggevenden die voor uitreiking ervan aan de ambtenaren zorgdragen. Een kopie van het besluit wordt opgenomen in het persoonsdossier van de ambtenaar. Van de voorstellen, zoals de gratificaties: beloning in natura, groepsgratificatie en teambuilding wordt geen officieel besluit gemaakt aan de ambtenaar. Het formulier flexibel beloning wordt als bewijsstuk gehanteerd voor de financiële afwikkeling en in het persoonsdossier van de ambtenaar vastgelegd. De Regionaal Commandant beslist over de toepassing van flexibele beloning voor de sectorhoofden. Het KMT kan de Regionaal Commandant voordragen voor een flexibele beloning.
FORMULIER FLEXIBELE BELONING ☐
Melding Gratificatie
Naam ambtenaar Bedrijfsonderdeel Team Soort gratificatie ☐ Boter bij de Visº Bedrag ☐ In geld ¹ Bedrag ☐ In natura ² ☐ Cursus/Training ³ 4 ☐ Groepsgratificatie ☐ Teambuilding Motivatie
☐
€
netto
€
netto
4
Melding Bevordering
Naam ambtenaar Bedrijfsonderdeel Team ☐ Versnelde Bevordering Functionele 5 Schaal 5 ☐ Bevordering Uitloopschaal Motivatie
Met ingang van: Met ingang van:
º Maximumbedrag € 100,- netto. Wordt uitgekeerd met de eerstvolgende salarisbetaling. ¹ Maximumbedrag € 1.000,- netto. Tot € 500,- netto akkoord van het verantwoordelijke afdelingshoofd. Tussen € 500,- en 1000,- netto akkoord nodig van het KMT. Wordt uitgekeerd met de eerstvolgende salarisbetaling. ² Maximum bestedingsbedrag € 500,- netto. Kosten declareren via P&O met vermelding dat het flexibele beloning betreft. ³ Soort cursus/training bepalen in overleg met ambtenaar. Maximale waarde € 1.500,- (excl. BTW). Kosten declareren via P&O met vermelding dat het gaat om flexibele beloning. 4 Bedrag € 50,- per persoon. kosten declareren via P&O met vermelding dat het flexibele beloning betreft. 5 Recente personeelsbeoordeling van betreffende ambtenaar meesturen.
☐
Voorstel Eindejaarsronde Naam ambtenaar Bedrijfsonderdeel 5 ☐ Extra Periodieke Verhoging ☐ Inhouden Periodieke Verhoging ☐ Bevordering Uitloopschaal ☐ Functioneringstoelage 5 Of Arbeidsmarkttoelage ⃰
5
Met ingang van 1 januari a.s. 5
Met ingang van 1 januari a.s. Met ingang van 1 januari a.s. Periode van: Tot: Percentage:
Motivatie
Datum Naam Leidinggevende
Naam Sectorhoofd
Handtekening
Handtekening
------------------------
-----------------------------
⃰ Per maand uitgekeerd, gedurende de afgesproken periode (maximaal één jaar). 5 Recente personeelsbeoordeling van betreffende ambtenaar meesturen. 6 Voorstellen voor sectorhoofden dienen ondertekend te worden door de Regionaal Commandant.
6
Bijlage 2 Berekening ambtsjubileumgratificatie, indien artikel 12 van de Regeling Salaris en salaristoelagen Brandweer Brabant-Noord van toepassing is. Artikel 3:5:1 (Rechtspositieregeling BBN geldend voor 1-1-16) 1 De gratificatie, bedoeld in artikel 3:5, is gelijk aan een tot Een veelvoud van vijf euro naar boven afgerond bedrag, overeenkomende met de bezoldiging over: a ½ maand onderscheidenlijk 1 maand, indien de ambtenaar 25 onderscheidenlijk 40 of 50 jaren in overheidsdienst werkzaam is geweest; b 1 maand onderscheidenlijk 2 maanden, indien de ambtenaar 25 onderscheidenlijk 40 of 50 jaren uitsluitend in dienst van de gemeente 's-Hertogenbosch werkzaam is geweest. Indien de ambtenaar eerder een gratificatie, genoemd onder a,heeft ontvangen, mag de som der gratificaties naar de onder a en b gegeven onderscheidingen, het bedrag bedoeld onder b, niet overschrijden. Over de gratificatie door de ambtenaar verschuldigde premies ingevolge sociale verzekeringswetten en loonbelasting worden voor rekening van de gemeente genomen. De belastingwetgeving sluit niet aan bij onze regeling als het gaat om de vrijstelling van belasting van afscheidsgratificaties en jubileumgratificaties. Daarom is geregeld dat de eventueel te betalen loonheffing en premies voor rekening van de werkgever komt. Voorbeeld: Iemand heeft recht op een gratificatie van 3.000 euro. Volgens de loonbelastingwetgeving kan deze niet onbelast worden uitbetaald. De premie voor de Zorgverzekeringswet is 7% en het percentage loonheffing voor betrokkene is 42%. In dat geval wordt het volgende bedrag via de salarisadministratie uitbetaald: Bruto gratificatie € 5.448,60 Werkgeversbijdrage Zorgverzekeringswet€ 381,40 Loon voor de Loonheffingen € 5.830,00 Inhouding premie Zorgverzekeringswet € 381,40 Inhouding Loonheffingen € 2.448,60 Netto te betalen € 3.000,00 Voor eventuele gevolgen in de privé-sfeer, zoals de inkomstenbelasting, zorgtoeslag, huurtoeslag e.d. vindt er geen herrekening/compensatie plaats. 2 Aan de ambtenaar, die wordt ontslagen: op grond van artikel 8:1, in verband met volledig ABP keuzepensioen op grond van artikel 8:3, eerste lid; op grond van artikel 8:4 of artikel 8:5; op grond van artikel 8:10; op grond van artikel 8:11, eerste lid; en die indien het ontslag niet had plaatsgevonden het voor een gratificatie vereiste aantal dienstjaren binnen vijf jaar na de ontslagdatum had kunnen vervullen, wordt een proportionele gratificatie toegekend. Deze proportionele gratificatie wordt berekend door het bedrag waarop recht zou hebben bestaan indien het vereiste aantal dienstjaren zou zijn vervuld, te vermenigvuldigen met een breuk. Daarvan wordt de teller gevormd door het feitelijk geheel of gedeeltelijk vervulde aantal dienstjaren, waarbij naar boven wordt afgerond op hele maanden; de noemer is het aantal dienstjaren dat vervuld had moeten zijn om voor de gratificatie in aanmerking te komen. Bij de bepaling van het aantal dienstjaren binnen vijf jaar na de ontslagdatum, wordt de tijd na de AOW-gerechtigde leeftijd buiten beschouwing gelaten. Bij de berekening van ambtsjubileumgratificatie voor ambtenaren met FLO-rechten, dient rekening gehouden te worden met de bepalingen in hoofdstuk 9 van de Rechtspositieregeling BBN. 3 Bij ontslag op grond van artikel 8:3, tweede lid wordt de in het vorige lid bedoelde proportionele
4
5
6
7
8
9 10
ambtsjubileumgratificatie berekend naar rato van het aantal uren waarvoor ontslag wordt verleend. De bezoldiging, bedoeld in het eerste lid, is, behoudens het in de leden vijf tot en met zeven van dit artikel vermelde, gelijk aan de som van het salaris en de toelagen, zoals zij per maand voor de ambtenaar gelden op de dag van zijn ambtsjubileum. Ingeval aan de ambtenaar een herplaatsingstoelage als bedoeld in het pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP is toegekend, worden voor wat betreft de berekening van de gratificatie twee perioden onderscheiden: - De bezoldiging in de periode van overheidsdienst gelegen vóór de datum van herplaatsing is gelijk aan de som van het salaris en de toelagen, zoals zij in de maand voorafgaand aan de herplaatsing golden, vermeerderd met nadien toegekende algemene salarisverhogingen. - De bezoldiging in de periode van overheidsdienst vanaf de datum van herplaatsing is gelijk aan de som van het salaris en de toelagen, zoals zij per maand voor de ambtenaar gelden op de dag van zijn ambtsjubileum. Tot de toelagen worden niet gerekend de waarnemingstoelage en de vergoeding onder welke benaming dan ook voor overwerk. Evenmin worden als toelagen beschouwd vergoedingen van en tegemoetkomingen in kosten. Voor wat betreft de toelagen wordt voor de vaststelling van de bezoldiging uitgegaan van een bedrag dat overeenkomt met hetgeen in de twaalf kalendermaanden voorafgaande aan de dag van het ambtsjubileum gemiddeld per maand aan die toelagen is toegekend. Voor zover de ambtenaar op evenbedoelde datum minder dan twaalf kalendermaanden zijn betrekking heeft vervuld, wordt gerekend met het bedrag dat hem gemiddeld per maand over dat tijdvak is toegekend. Als overheidsdienst geldt de tijd, die als diensttijd in de desbetreffende paragraaf van de vigerende “Regeling gratificatie bij ambtsjubileum” van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt aangemerkt. Bij de berekening van de duur van de in dit artikel bedoelde overheidsdienst dienen een maand en een jaar gesteld te worden op respectievelijk 30 en 360 dagen. Het in de vorige leden bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de ambtenaar, die gebruik maakt van de mogelijkheid tot deeltijdontslag, als bedoeld in artikel 8:11, tweede lid, met dien verstande dat de (proportionele) gratificatie eerst wordt toegekend op het tijdstip waarop de ambtenaar de gemeentedienst volledig verlaat. Bepalend voor de berekening is de bezoldiging die de ambtenaar voorafgaand aan het eerste deeltijdontslag genoot, vermeerderd met nadien toegekende algemene salarisverhogingen en salarisverhogingen in de vorm van toekenning van periodieken en/of bevorderingen.