Reflectieverslag Gastcolleges periode 2
Naam: Lisanne Schapendonk Studentennummer: 2078571 Klas: 48BK1BV Opleiding: Bestuurskunde Fase: Jaar 1, propedeuse, periode 2 Plaats: ‘s-Hertogenbosch Datum: 23 december 2013
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Inleiding Hoofdstuk 2: Jorrit Jongbloed 2.1 De lezing 2.2 Het beroep van een bestuurskundige 2.3 Agendavorming Hoofdstuk 3: Chiel Timmermans 3.1 De lezing 3.2 Het beroep van een bestuurskundige 3.3 Agendavorming Hoofdstuk 4: Werkgroep ‘Behoud de Bieb’ 4.1 De lezing 4.2 Het beroep van een bestuurskundige 4.3 Agendavorming Hoofdstuk 5: Jasper Ragetlie 5.1 De lezing 5.2 Het beroep van een bestuurskundige 5.3 Agendavorming Hoofdstuk 6: Conclusie
Bladzijde 2 3 3 3 3 4 4 4 4 5 5 5 5 6 6 6 6 7
1
Hoofdstuk 1 Inleiding Periode twee van leerjaar één staat geheel in teken van de agendavorming van de politieke agenda. Om de leerstof tot leven te brengen heb ik deze periode vier gastcolleges bijgewoond. Deze vier gastsprekers hebben ieder op een andere manier te maken met de agendavorming. Voor de gastcolleges wist ik niet precies wat agendavorming te maken had met het beroep van een bestuurskundige. Ik dacht dat een bestuurskundige hier niet veel mee te maken had. Dat kwam omdat ik onvoldoende kennis had over hoe problemen op de politieke agenda komen en wat er verder allemaal bij komt kijken. Ik wist wel dat de media, pressiegroepen en sociale bewegingen een grote invloed hebben op de agendavorming. Ook heb ik begrepen dat je je als burger beter kan groeperen, omdat je met meer mensen sneller de politieke agenda bereikt. Ik heb van iedere gastcollege een verslag gemaakt met een korte samenvatting van de lezing en mijn inzichten over het beroep van een bestuurskundige en de agendavorming. Daarnaast vermeld ik bij twee gastsprekers kort wat ik voor mijn beroepsproduct gehad heb aan het gastcollege.
2
Hoofdstuk 2 Jorrit Jongbloed Raadsadviseur Amsterdam-West 2.1 De lezing Jorrit Jongbloed heeft tijdens zijn lezing met name veel verteld over de inspraak van de burgers tijdens het opstellen van beleid. Dit onderwerp wordt erg belangrijk gevonden door de gemeente Amsterdam. Het betrekken van burgers kan wettelijk verplicht zijn, zoals bij het opstellen van een bestemmingsplan. Echter is dit niet de enige reden waarom de gemeente de burgers de kans geeft om inspraak te kunnen doen. Het verkleint namelijk ook de kloof tussen de burger en de politiek, waardoor de burgers van mening zijn dat de politiek weet wat er in de samenleving speelt. Daarnaast vinden de burgers het prettig om inspraak te leveren. Wanneer de burger mee mag beslissen zijn ze sneller tevreden. Daardoor creëer je meer draagvlak en ontstaan er nieuwe goede ideeën. Dat maakt dat het een grote meerwaarde heeft voor de gemeente. Wanneer een burger inspraak doet hoort de gemeente hier correct mee om te gaan. Hierdoor is de kans groot dat de burger zich vrij voelt om vaker inspraak te doen. Zo is het noodzakelijk om de burger uit te leggen hoe het beleidsproces werkt en wat er met zijn inspraak gedaan wordt. De gemeente hoort over een informatievoorziening te beschikken om hen op de hoogte te stellen. Door deze terugkoppeling laat de gemeente zijn waardering blijken. Verder hoort een gemeente alle belanghebbenden te betrekken bij het opstellen van beleid. Hierdoor voelen de burgers zich betrokken en zijn ze sneller tevreden. Tenslotte vinden burgers het prettig om te kunnen kiezen. Wanneer enkele burgers inspraak doen op een nieuw speeltuintje, waarderen zij het als ze uit verschillende speeltoestellen kunnen kiezen. Na de inspraak komt er meespraak. Dit ontstaat wanneer de burger toch niet tevreden is over de uitkomst van het politieke systeem. Daardoor gaan de burgers vaak naar de raad om hun verhaal te mogen doen. Zij hopen dan dat hier iets mee gedaan wordt en dat ze op de hoogte gesteld worden. Daarnaast behoort de samenwerking tussen het dagelijkse bestuur (College B&W) en de raad ook tot de meespraak. Wanneer de raad het niet eens is met de politieke uitkomsten kunnen zij kaders op stellen. Dit kan op de financiële manier en via beleidskaders. 2.2 Het beroep van een bestuurskundige Jorrit Jongbloed heeft mij in laten zien waarom het zo belangrijk is om burgers te betrekken bij het opstellen van beleid. De belangrijkste reden hiervan is dat je zonder de inspraak van burgers geen draagvlak kan creëren. Je kan je als bestuurskundige je niet verschuilen achter de computer. Je moet contact gaan leggen met burgers. Echter hebben we het verder niet direct over zijn beroep gehad. De gehele presentatie stond in teken van de inspraak van de burgers. Wel kan ik deze informatie goed gebruiken voor mijn beroepsproduct. Met het autonome probleem hebben verschillende burgers namelijk gebruik gemaakt van het inspraakrecht. Nu begrijp ik hoe dit in zijn werk gegaan is en waarom de gemeente hen dit recht geeft. 2.3 Agendavorming Met behulp van het inspraakrecht geven burgers initiatieven en klachten door aan de gemeente. Soms komen deze initiatieven en klachten op de politieke agenda. Dat betekent dat de gemeente er iets mee wil doen.
3
Hoofdstuk 3 Chiel Timmermans Regiojournalist bij Eindhovens Dagblad 3.1 De lezing Tijdens deze lezing heeft Chiel Timmermans met name veel verteld over hoe nieuws de journalisten precies bereikt. Dit is namelijk erg belangrijk voor een bestuurskundige. Chiel Timmermans vertelde dat er verschillende manieren zijn waarop het nieuws de krant bereikt. De eerste manier is via een verschillende bewoners of groepen bewoners. Deze actoren ondernemen actie tegen een bepaald besluit van de gemeente en vragen om aandacht. Hierdoor ontstaat er ophef, waardoor het nieuws terecht komt bij de krant. Ook kan het nieuws door de overheid bij de journalisten terecht komen. Wanneer de landelijke politiek een besluit neemt over de rest van Nederland, ontstaat er vaak veel ophef. Deze reacties bereiken vaak de krant. Daarnaast kan iedereen een anonieme brief schrijven aan de redactie. De anonieme brieven worden vaak erg interessant gevonden door de journalisten. Er staat namelijk niet voor niks geen naam onder de brief. Over de inhoud van de brief wordt een artikel geschreven over de krant. Het nieuws bereikt niet alleen de krant, de krant zoekt natuurlijk ook naar nieuws. Zo wordt bijvoorbeeld de besluitenlijst van B&W onder de loep genomen. Ieder interessant besluit wordt tot in detail onderzocht. Ook alle moties en raadsvragen worden nauwkeurig bekeken. Wanneer het besluit, motie of raadsvraag interessant genoeg is wordt het nieuws in de krant geplaatst. Verder wonen de journalisten vergaderingen van de gemeenteraad en commissies vaak bij. Deze worden erg interessant gevonden door de media. Tenslotte probeert een journalist aan informatie te komen door een casual praatje te maken met bijvoorbeeld een politicus. Politici wil dat er over hen geschreven wordt. Chiel Timmermans gaf hierover de tip om, als toekomstig politicus, geleidelijk je standpunten te verwoorden aan de journalist. Anders overval je de journalist, waardoor diegene niet over je gaat schrijven. 3.2 Het beroep van een bestuurskundige Nieuws blijkt erg belangrijk te zijn voor een bestuurskundige. Journalisten houden op allerlei manieren in de gaten wat de gemeente, provincie en overheid precies uitvoert. Chiel Timmermans heeft me laten inzien hoe journalisten precies te werk gaan. Ik wist voor het college niet precies hoe het nieuws de journalisten bereikt en hoe een bestuurskundige het nieuws moet bereiken. 3.3 Agendavorming Het nieuws is erg belangrijk voor de agendavorming. Door het nieuws wordt het probleem vaak op de politieke agenda gebracht. De media kan een poortwachter zijn. De gemeente gaat een probleem vaak pas echt beschouwen als een probleem, als er in de krant over geschreven wordt. Dat betekent namelijk dat een grote groep bewoners wil dat een probleem opgelost wordt, waardoor het probleem meer prioriteit krijgt.
4
Hoofdstuk 4 Werkgroep ‘Behoud de Bieb’* Thijs Remmerswaal en Hans Flapper uit de Gemeente Deurne 4.1 De lezing Deze lezing werd gehouden door de twee vertegenwoordigers van de werkgroep ‘Behoud de Bieb’ uit de gemeente Deurne. In deze lezing werd in het begin met name veel achtergrondinformatie over de werkgroep gegeven. Daarnaast werd verteld welke acties de werkgroep uitgevoerd heeft. De vertegenwoordigers vertelden dat de gemeente Deurne wil gaan bezuinigen op de bibliotheek. De gemeente wil het budget voor de bibliotheek gaan verlagen van €640.000,- naar €250.000,-. Dit kwam erg hard aan bij de bewoners. De gemeente had namelijk vlak voor deze aankondiging een grote blunder gemaakt. Er was een stuk gemeentegrond verkocht aan een particulier voor 12 miljoen euro, die vervolgens direct doorverkocht werd voor 16 miljoen euro. Deze vier miljoen euro heeft de gemeente zelf hard nodig. De gemeente Deurne wil de bezuinigingen opvangen door de bibliotheek te sluiten. De boeken worden dan verspreid over de basisscholen in de gemeente Deurne. Deze theorie worden ‘BoSsen’ genoemd. Voor de ouderen zal er een bus met boeken komen. Een groep bewoners was het niet eens met deze oplossingen. De gemeente investeert hierdoor vooral in de jeugd, terwijl ouderen juist grotere leesproblemen hebben. Ook is de bibliotheek niet alleen een gebouw met boeken. Het is ook een ontmoetingsplek die door de bezuinigingen zal verdwijnen. Om deze plannen van de gemeente tegen te gaan, besloot de groep bewoners een werkgroep op te richten. De werkgroep heeft verschillende acties ondernomen om hun standpunten duidelijk te maken. Allereerst hebben ze een petitie gestart die uiteindelijk door ruim 800 mensen is ondertekend. Ook is er een brief gestuurd naar de directeuren en een manifest georganiseerd. Tijdens het manifest kreeg de werkgroep twee verzoeken van de politieke partijen. Zo moest uitgezocht worden of het budget van de gemeente haalbaar is en waar de bibliotheek volgens hen (goedkoop) gevestigd kan worden. De werkgroep is aan de slag gegaan met deze verzoeken. De uiteindelijke uitkomsten is gedeeld met de raadsfracties. Zij waren over het algemeen erg enthousiast over de plannen. Vervolgens gingen de leden een gesprek met de wethouder. Hij adviseerde de werkgroep om in gesprek te gaan met de Bibliotheek Organisatie. Samen met de Bibliotheek Organisatie probeert de werkgroep momenteel tot een collectieve oplossing te komen. Er is dus nog geen besluit genomen. 4.2 Het beroep van een bestuurskundige Een bestuurskundige kan te maken krijgen met werkgroepen (of actiegroepen) die de plannen van de gemeente tegenwerken. Na deze lezing begrijp ik hoe een werkgroep zich precies ontwikkelt. Daarnaast onderzoek ik voor het beroepsproduct ook een werkgroep. Het valt me op dat er opvallend veel overeenkomsten zijn op de manier waarop zij in actie komen. 4.3 Agendavorming Een werkgroep kan invloed hebben op de politieke agenda. Een werkgroep levert namelijk vaak onderzoeken en bezwaren in bij de gemeente. Ook voert een werkgroep actie, waardoor er aandacht getrokken wordt. Deze aandacht wordt soms door de gemeente zelf opgemerkt, maar ook de krant kan erbij betrokken worden. * Ze noemden zichzelf een werkgroep, geen actiegroep.
5
Hoofdstuk 5 Jasper Ragetlie Wethouder van de gemeente Deurne 5.1 De lezing Jasper Ragetlie heeft tijdens zijn lezing erg veel verteld over de agendavorming. Hij begon met een verhaal over zichzelf en de gemeente Deurne. Daarna legde hij de belangrijkste actoren uit bij de agendavorming en vertelde hij waarom de verkiezingen invloed hebben op de agendavorming. Jasper Ragetlie is direct na zijn middelbare school bij de defensie gaan werken. Na enkele jaren besloot hij bestuurskunde te gaan studeren in Nijmegen. Direct na zijn studie is hij bij de ministerie gaan werken. Vier jaar later stapte hij over naar de gemeente Deurne. Hij heeft hier verschillende functies gehad en is uiteindelijk terecht gekomen bij zijn huidige baan. De gemeente Deurne is een middelgrote gemeente. Deze gemeente heeft diverse problemen momenteel hoog op de politieke agenda staan. Het grootste probleem zijn de financiën. De gemeente moet namelijk veel bezuinigen, waardoor er moeilijke keuzes gemaakt moeten worden. Aan het milieu wordt ook veel aandacht geschonken. Zo is er momenteel een landbouwontwikkelingsgebied gecreëerd om de milieubelasting terug te dringen. Tenslotte staan de vergroeiing en de vergrijzing hoog op de politieke agenda. Doordat er minder kinderen geboren worden en er steeds meer ouderen zijn ontstaat er verschillende problemen. Een probleem komt pas op de politieke agenda als verschillende actoren aandacht besteden aan het probleem. Er zijn zeven actoren die hierbij een bepalende rol hebben. De media is de belangrijkste actor. Door de media wordt er veel aandacht aan een probleem geschonken, waardoor de gemeente het probleem opmerkt. Ook de rijksoverheid heeft veel invloed op de politieke agenda. Zij hebben macht over een groot deel van de financiën en kunnen gemeenten taken opleggen. Daarnaast hebben zowel de gemeenteraad als het College van B&W erg veel invloed. Zij hebben vele bevoegdheden, waardoor zij ook zaken op de politieke agenda kunnen zetten. Ook (groepen) inwoners kunnen problemen op de politieke agenda zetten. Dit doen zij vaak door middel van het spreekrecht. Hoe groter de groep inwoners, hoe meer kans dat het hen lukt. Verder kunnen bedrijven invloed hebben. Zo worden er vaak platformen opgericht, waar de gemeente veel contact mee heeft. Tenslotte heeft de ambtelijke organisatie ook invloed. Hierbij gaat het namelijk om wat in de gemeentelijke organisatie zelf gebeurt. De verkiezingen hebben ook effect op de agendavorming. Wanneer de verkiezingen er aankomen veranderen veel politieke partijen van hun standpunt. Als een politieke partij meegaat in een beslissing waar de inwoners het niet mee eens zijn, zullen zij stemmen verliezen. 5.2 Het beroep van een bestuurskundige Jasper Ragetlie heeft me laten zien hoe de agendavorming verloopt vanuit het perspectief van een wethouder. Daarnaast behoorde ik ook tot de groep mensen die dacht dat een wethouder individueel erg machtig is. Dit blijkt niet zo te zijn. Een wethouder kan alleen samen met de burgemeester en andere wethouders een beslissing nemen. 5.3 Agendavorming Jasper Ragetlie heeft erg goed uitgelegd hoe een probleem op de politieke agenda komt. Hij heeft mij verschillende nieuwe kennis bijgebracht. Zo wist ik niet dat er zoveel actoren invloed hebben op de politieke agenda en dat de verkiezingen meespelen bij de agendavorming.
6
Hoofdstuk 6 Conclusie Alle vier de gastcolleges vond ik erg interessant. Ieder vertelde een compleet ander verhaal over de agendavorming, waardoor ik vanuit vier verschillende invalshoeken kennis heb gemaakt met het onderwerp. Na het volgen van de gastcolleges zijn de raakvlakken tussen de agendavorming en een bestuurskundige iets duidelijker geworden. Zo is het belangrijk dat de burger gebruikt maakt van het inspraakrecht, zodat dat de kloof tussen de politiek en de burger verkleind. Daardoor voelt de burger zich vrijer om een probleem bij de gemeente aan te kaarten. Ook begrijp ik nu hoe burgers weerstand bieden tegen de plannen van de gemeente en hoe zij willen dat een bestuurskundige daarmee omgaat. Tenslotte weet ik nu welke actoren en zaken invloed hebben op de agendavorming van de politieke agenda.
7