Reflectieverslag “Ambtenaren op Stage” 15 maart 2013
Ambtenaren op Stage 15 maart 2013
Reflectieverslag “Ambtenaren op Stage” 15 maart 2013 BAJK
Ambtenaren op Stage 15 maart 2013
Inhoud reflectieverslag: 1) Inleiding 2) Deelnemers 3) Programma a. Ondernemers b. Discussie 4) Verslag per locatie 5) Conclusie
Ambtenaren op Stage 15 maart 2013
1) Inleiding Vrijdagochtend 15 maart 2013 heeft de praktijk ochtend voor Gedeputeerde en Provinciale Staten plaats gevonden. Deze ochtend is een initiatief van het BAJK om wederzijds begrip te creëren tussen agrarische ondernemers en provinciebestuurders. Er heeft op twee locaties een discussie plaats gevonden over de toekomst van de landbouw en agrofoodsector en de overneembaarheid van agrarische bedrijven in Noord-Brabant in de toekomst. Statenleden en de Gedeputeerde Johan van den Hout van provincie Noord-Brabant konden nieuwe inzichten verkrijgen door het contact met de agrarische ondernemers en de BAJK leden en vice versa. Het unieke aan deze bijeenkomst is dat in de week opvolgend aan deze bijeenkomst een besluit genomen wordt over de toekomst van de veehouderij in de provincie Noord Brabant. De uitkomst van de discussie en inbreng van de jonge agrariërs kan wellicht kunnen nog van invloed zijn hierop. Door het moment waarop deze bijeenkomst is gehouden, was de belangstelling om aan deze bijeenkomst deel te nemen van Gedeputeerden en Statenleden groot. In totaal waren een 15-tal provinciebestuurders vertegenwoordigd. Hiervan is een helft naar de varkenshouderij van de Familie van Duijnhoven in Oss geweest en de andere helft naar de melkveehouderij van de Familie Jaspers in Boerdonk (Erp). Op beide locaties zijn zij vergezeld door leden van BAJK en het dagelijks bestuur van BAJK. Thema’s die aan bod kwamen waren: opvolging van agrarische bedrijven door jongeren, wat de drijfveer van jongeren is om boer te willen worden, dialogen met de omgeving en invloed van overheidsbeleid op bedrijfsontwikkeling. Uit de discussie is gebleken dat dezelfde problemen door zowel ondernemers als provinciebestuurders worden erkend; Onduidelijk regelgeving zorgt voor onzekerheid die jonge ondernemers in een bedrijfsovername traject niet kunnen gebruiken.
Ambtenaren op Stage 15 maart 2013
2) Deelnemers Deelnemers aan “Ambtenaren op Stage” Gedeputeerde: Johan van den Hout, gedeputeerde SP ecologie en handhaving Statenleden: Herman Mondriaan, (50+) Tineke Klitsie, (D66) Bart Verhees, (VVD) Jeffrey van Agtmaal, (CDA) Alexander van Hattem, (PVV) Veerle Sleegers, (SP) Anke van Extel, (CDA) Margrietha Prins, (VVD) Karel Burger Dirven, (VVD) Joyce Kardol, (PVV) Paul Smeulders, (GroenLinks) Antoinette Knoet, Michels (PvdA) Ambtenaren: Hans van Dommelen, coördinator Peelhorst Frans Post, adviseur Gedeputeerde Johan van den Hout Loes Mooren, contactpersoon BAJK bij de provincie Noord-Brabant BAJK: Anne Huijbers, voorzitter Pieter Delisse, vice-voorzitter Han van Kilsdonk, Werkgroep Dierlijk – Intensief Lins Keijzers, bestuurslid Dirk van Asseldonk, werkgroep Multifunctioneel Niek van den Broek, medewerker Nicky van Veghel, medewerker Ambtenaren op Stage 15 maart 2013
3) Programma Ondernemers In overleg met de provincie is er gekozen voor twee locaties. Provinciebestuurders en ambtenaren konden voorkeur voor bedrijfstype aangeven. Familie van Duijnhoven, varkenshouderij te Oss. Vader Ad van Duijnhoven en zoon Robert van Duijnhoven namen deel aan deze ochtend omdat ze binnen enkele jaren het bedrijfsovernametraject in zullen gaan. Zij moeten hun onderneming in de komende jaren klaar maken voor bedrijfsovername. Hiervoor zullen zijn zowel gemeente- als provinciebestuurders regelmatig nodig hebben. Zij nemen deel aan deze dag om begrip te creëren bij bestuurders voor hun bedrijfsorganisatie en ondernemersvisie. Daarnaast willen zij van bestuurders te weten komen op welke wijze zij hun besluitvorming tot stand brengen. Familie Jaspers, melkveehouderij te Boerdonk (Erp). Pieter Jaspers heeft zijn bedrijf aangemeld voor “Ambtenaren op Stage” omdat hij wil uitbreiden en zijn bedrijf gereed moet maken voor de toekomst. Echter ondervindt hij problemen in het vergunningstraject, dit wordt veroorzaakt door de unieke ligging van zijn bedrijf. Aan de rechter kant van het bedrijf ligt het dorp op 40 meter afstand. Aan de andere kant woont zijn samenwerkingspartner en AJK-lid Dirk van Asseldonk. Daarom is er maatwerk gevraagd bij de besluitvorming in het vergunningstraject. Pieter Jaspers hoopt door deelname aan deze dag begrip te creëren voor zijn unieke situatie. Discussie De discussie ging in grote lijn over de volgende punten: -
Statenvoorstel 22 maart aanstaande
-
Onderzoek BAJK; belemmering door overheidsbeleid
-
Dialoog met de omgeving
Ambtenaren op Stage 15 maart 2013
4) Verslag per locatie Verslag Melkveehouderij Japsers, Boerdonk: Doel van de ochtend: Er is gekeken naar hoe de regels in het dagelijks leven/-werk worden toegepast en uitgevoerd. Wat zijn kansen en wat zijn belemmeringen? Discussie: Na een rondleiding op het bedrijf van Pieter, zijn BAJK-leden met de Statenleden de discussie aangegaan over de wet- en regelgeving die eraan zit te komen. Jongeren geven aan dat maatwerk gewenst is, bijvoorbeeld bij een situatie zoals bij Pieter. De buren hebben geen bezwaar tegen de uitbreiding, daarnaast wordt de situatie op de woningen verbeterd door de uitbreiding doordat de nieuwe stal verder van het dorp af gezet wordt. In dit soort situaties zou het mogelijk gemaakt moeten worden om een vergunning te krijgen. De Statenleden konden dit beamen. Ze willen geen megastallen, maar zijn voor het gezinsbedrijf. Daarnaast moet rekening gehouden worden met het effect op de omgeving bij uitbreiding van meerdere veehouderijbedrijven in een gebied. Ook kwam aan bod dat het vergunningenproces momenteel veel te ingewikkeld en te lang duurt. Boeren moeten vaak verouderde technieken gebruiken, terwijl ze graag de nieuwe technieken zouden plaatsen wat vaak ook beter voor mens en natuur is. Verder moet de jeugd de kans krijgen: jonge boeren hebben zware financiële lasten bij het overnemen. De overheid zou moeten kijken hoe ze hierin bedrijfsovername moeten stimuleren. De laatste jaren zijn er namelijk weinig bedrijven overgenomen. In 2008 was 31% van de veehouders 50 jaar en ouder en hadden geen opvolger. Dit percentage wordt alleen maar hoger door de jaren heen. Duidelijkheid over de wet- en regelgeving is hierbij van belang. Het moet niet zo zijn dat over een aantal jaar weer de wet- en regelgeving wijzigt door politieke gevoeligheid, waardoor agrarisch ondernemers opnieuw investeringen moeten doen. Jonge boeren zijn hiervan de dupe. Statenleden geven aan dat er een “maatlat” komt, namelijk de Brabantse Zorgvuldigheidsscore (BVZ). Bij uitbreidingen moet getoetst worden aan de BZV, daarnaast is een voorwaarde dat boeren het dialoog met de omgeving aangaan. Deze maatlat moet een blijvend iets worden, maar zal van tijd tot tijd aangescherpt worden met hogere eisen. Vanuit Groenlinks wordt aangegeven dat zij zorgen hebben over de houdbaarheid van de BZV met betrekking tot het dialoog. Het risico bestaat dat bestuurders in exact dezelfde (technische) situatie een ander besluit nemen op basis van Ambtenaren op Stage 15 maart 2013
het dialoog dat is aangegaan. Het kan namelijk voor komen dat bij de ene boer geen problemen met de buurt zijn en bij de andere boer iemand fel tegen de uitbreiding is. Er is een bestuurder met lef nodig om een goede afweging te maken. De vraag blijft of dit houdbaar is bij de rechter. BAJK verzoekt om bedrijven die zich niet aan de regels te houden hard aan te pakken. Zij refereren naar het nieuwsbericht dat een boer mest in de sloot had laten lopen. Dit is geen paradepaardje voor de sector en raakt ook de boeren die het wél goed doen. Goede handhaving hierop is belangrijk. De provincie onderkent het economische belang van de agrarische sector. De vraag is hoe ze ruimte kunnen bieden aan een gezinsbedrijf zonder allemaal megastallen te creëren. Volgens het BAJK moet men niet denken dat (melkvee)houders stoppen met groeien. Door de jaren heen zijn de bedrijven gegroeid in grootte, mede om het bedrijf door te kunnen zetten, het is niet aannemelijk dat de groei nu ineens stopt. Daarnaast was vroeger een bedrijf met 20 koeien een gezinsbedrijf, later een bedrijf met 50 koeien en tegenwoordig is een bedrijf met 150 koeien een gezinsbedrijf. Ze zijn het er wel mee eens dat hele grote bedrijven niet hoeven. Wat precies een heel groot bedrijf is, is even de vraag (als voorbeeld werd een bedrijf met 1.200 koeien aangehaald). Vanuit de Statenleden wordt de vraag gesteld hoe de BAJK-leden over weidegang denken. Bij de meeste komen de koeien niet buiten of er wordt een kleine groep koeien (bijvoorbeeld koeien die net voor afkalven zitten; ookwel “droge koeien” genoemd) buiten gedaan. Door de koeien op stal te houden kan er preciezer gevoerd worden waardoor meer productie gehaald kan worden en het land preciezer bemest kan worden. De BAJK-leden zijn het erover eens dat de weidegangregeling van FrieslandCampina een goed initiatief is. Om het imago in stand te houden zouden meer boeren de koeien buiten moeten doen. Daarbij zijn ze van mening dat niet alle koeien naar buiten moeten, maar bijvoorbeeld een groepje koeien die net voor afkalven zitten. Er werd ook kort ingegaan op de retail en het Verbond van Den Bosch. Het moet niet zo zijn dat vanuit de overheid (te) veel eisen worden gesteld die de boeren op veel kosten jaagt, terwijl daar niets tegenover staat. Dit is voor jonge boeren funest. BAJK-leden gaven aan dat de consument aan moet haken. Als de consument duurzaamheid eist dan gaat de retail mee. BAJK-leden hebben zorgen over de tussenstand van het Verbond van Den Bosch. De retail trekt er nog niet heel hard aan. Statenleden beaamde deze zorgen.
Ambtenaren op Stage 15 maart 2013
Verslag varkenshouderij van Duijnhoven, Oss: Doel van de ochtend: BAJK-leden hebben vaak veel ideeën in het traject van bedrijfsovername. De jongeren willen graag boer worden omdat zij toekomst in hun bedrijf zien. Echter valt het niet altijd mee om out of the box ideeën tot werkelijkheid te brengen omdat het overnametraject ook gepaard gaat met een overname som. Het zou voor de jonge ondernemers een goede uitgangssituatie zijn als zij zich gesteund en begrepen voelen door overheidsbestuurders. Het bedrijf: Na het ontvangst op de locatie van Familie van Duijnhoven en een introductie door Anne Huijbers (voorzitter BAJK) stelde Ad en Robert van Duijnhoven zichzelf en hun bedrijf voor. Uit de getoonde bedrijfsfilm blijkt dat familie Van Duijnhoven zich gereed maakt voor de toekomst; een gesloten bedrijf met drie locaties (Oss (fokkerij), Odiliapeel (mesterij) en één bedrijf in provincie Zeeland (mesterij)) wat hard werkt aan antibioticareductie. Zoon Robert, slechts 19 jaar, geeft aan dat hij het bedrijf over wil nemen van zijn ouders omdat hij veel plezier beleefd aan het werken met de varkens en toekomst ziet in de varkenshouderij; “mensen blijven vlees eten”. Ondanks dat er soms tegenslagen kunnen zijn, blijft hij positief over het vak van varkenshouder in Nederland. Discussie: Vragen en stellingen die ingebracht werden in de discussie varieerden: -
Hoe houden jonge agrariërs zich staande in de maatschappij?
-
Hoe kunnen zij produceren zonder de directe omgeving tot last te zijn?
-
Wat heb je nodig om dialoog met omgeving aan te gaan?
-
Wat zijn veranderingen in denkwijze m.b.t. de bedrijfsvoering?
-
Goed dat er nog bedrijfsopvolgers zijn!
-
Wij willen graag een stukje goed Brabants vlees.
-
Belangrijk bij het nemen van beslissingen: volksgezondheid, leefbaarheid, dierwelzijn en milieu.
-
Kunnen wij op tegen intensivering van veehouderij in Oostblok en Zuid-Amerika?
-
Jonge boeren moeten worden gesteund om bestaansrecht te behouden.
Jongeren zijn bereid om te investering in een duurzame veehouderij, maar willen ook een goede boterham. Daarom zijn zij gebaat bij duidelijkheid en zekerheid. Ons zorgen maken over de vleesproductie in Nederland hoeft niet. Hier is kennis, vakmanschap en goede infrastructuur. Provinciebestuurders kunnen zorgen voor een beleid waarin jonge agrariërs zich gesteund zien. Ambtenaren op Stage 15 maart 2013
De vraag is wanneer krijg je dat goede Nederlandse vlees? Hiervoor moet de Retail mee werken en niet langer voor goedkoop gaan. Er zijn voorbeelden in buitenland te over, zie Groot Brittannië en Duitsland. Er zijn diverse initiatieven voor vernieuwing, deze kunnen we samenvoegen tot één concept. Hierin dienen alle marktpartijen samen te werken. Het probleem is het verschil tussen consument en burger. De consument wil goedkoop en burger wil dierwelzijn e.d. De ondernemers kunnen niet produceren voor die 5% die bereid zijn om meer te betalen. Kwaliteit en herkenbaarheid van producten speelt hierin een grote rol. Taak van de provincie hierin is het promoten van Brabantse producten. Iedereen is het er over eens dat er op 22 maart een besluit moet komen. Uiteindelijk is niemand gebaat bij onduidelijkheid. Maar houdt voor ondernemers rekening met keuze van vrijheid, maakwerk en ruimte om vooruit te komen. Een bouwstop kan funest zijn voor overnametraject. Het zou jammer zijn dat hierdoor ondernemers genoodzaakt zijn dit traject te staken. Zorg ook voor duidelijkheid over de invulling en handhaving van de Brabantse Zorgvuldigheidsscore (BZV).
5) Conclusie De provinciebestuurders hebben deze dag als zeer prettig en nuttig ervaren. Het is goed om de boer op een praktische manier te spreken op zijn eigen bedrijf. Zaken worden zo heel duidelijk. Voor politicussen is het ook prettig om eens op een informele manier bij elkaar te zitten en te discussiëren. Mensen uit de praktijk geven daarbij heel waardevolle input. De drive en ambitie van de jonge ondernemers deed de provinciebestuurders goed. Provinciebestuurders snappen de ondernemers, maar hebben ook begrip voor de burger. Van belang is om hierin een goed evenwicht te vinden. Duidelijkheid en zekerheid voor alle partijen is hierin een must. Ondernemers vonden het met name interessant dat provinciebestuurders met “dezelfde” problemen worstelen. Maar verzoeken dringend om de bouwstop niet van kracht te laten worden. Daarnaast verwachten zij een beleid waarin beslissingen sneller genomen kunnen worden, zodat vergunningstrajecten e.d. beter verlopen. Op dit moment word je door de techniek ingehaald. BAJK dankt alle provinciebestuurders voor hun bereidwilligheid om te luisteren naar de ondernemers en wenst hen alle wijsheid toe voor 22 maart aanstaande. Ambtenaren op Stage 15 maart 2013