RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ AMARANTIS ONDERWIJSGROEP GROEPSDIRECTIE UTRECHT Opleidingen Medewerker marketing en communicatie
Plaats: BRIN: Onderzoeksnummer: Onderzoek uitgevoerd op: Conceptrapport verzonden op: Rapport vastgesteld te Utrecht op:
Amsterdam 04EM 122254 7 en 18 april 2011 1 juli 2011 3 oktober 2011
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/9
Documentnr: H3165460 pagina 1/11
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3165460 pagina 2/11
1.
INLEIDING
De Inspectie van het Onderwijs heeft op 7 en 18 april 2011 een onderzoek uitgevoerd op Amarantis Onderwijsgroep, groepsdirectie Utrecht bij de opleidingen Medewerker marketing en communicatie op niveau 4 naar de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. De aanleiding voor dit onderzoek is de volgende. Uit analyses die de inspectie heeft uitgevoerd kwam naar voren dat zich mogelijke tekortkomingen voordoen zowel in de kwaliteit van het onderwijs. Tijdens het bestuursgesprek dat de inspectie met het college van bestuur voerde in november 2010 is afgesproken dat een kwaliteitsonderzoek zal worden uitgevoerd op de locatie Utrecht. In de periode dat het onderzoek werd voorbereid, ontving de inspectie een klacht van deelnemers van de opleiding Medewerker Marketing en Communicatie over de locatie Maarssen. Vervolgens is besloten om de opleiding van deze locatie ook in het onderzoek te betrekken. In dit kader zijn de volgende opleidingen onderzocht: • crebocode 10036 / 90530 / 90531 / 90532, Commercieel Medewerker Marketing en Communicatie / Medewerker marketing en communcatie / Medewerker marketing en communicatie (Assistent communicatiemedewerker) / Medewerker marketing en communicatie (Marketing medewerker), niveau 4 • crebocode 10036 / 90530 / 90532, Commercieel Medewerker Marketing en Communicatie / Medewerker marketing en communcatie / Medewerker marketing en communicatie (Marketing medewerker), niveau 4 Onderzoeksopzet Deze rapportage is gebaseerd op: • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de instelling en de opleidingen die bij de inspectie aanwezig zijn. • Onderzoek op locatie, waarbij schooldocumenten zijn bestudeerd; de onderwijspraktijk is geobserveerd; gesprekken met de directie, teamcoördinator, docenten en deelnemers zijn gehouden. Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruikgemaakt van cijfers uit BRON, schooljaar 2009-2010 met de erbij behorende onderstaande normen. Niveau 4: jaarresultaat 64,7 en diplomaresultaat 67,3 procent. De oordelen hebben betrekking op beide locaties. Het gaat om verwante opleidingen maar het aanbod in beide locaties is enigszins verschillend. In Utrecht worden in een driejarig traject niet alleen de kerntaken van de opleiding Assistent communicatiemedewerker aangeboden maar ook de vakken van het eerste jaar van de hbo-opleiding Journalistiek & Communicatie (mhbo-variant). Dit traject geeft mogelijkheden tot instroom in het tweede jaar van het hbo. De opleiding Marketing
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3165460 pagina 3/11
medewerker met de reguliere duur van 3 jaar komt uitsluitend in Maarssen voor. Beide locaties kennen versnelde trajecten, Excellent genaamd. De opleiding Commercieel Medewerker Marketing en Communicatie (crebocode 10036) wordt niet meer aangeboden; wel zijn er nog enkele examendeelnemers bij deze opleiding ingeschreven. Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve 2009 en de Aanvulling voor 2010 op het Toezichtkader bve 2009. Deze zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften weergegeven. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin tekortkomingen worden toegelicht en waar mogelijk de ontwikkeling van de opleiding in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3165460 pagina 4/11
2.
BEVINDINGEN
2.1
Bevindingen opleidingen Medewerker marketing en communicatie
2.1.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie tot welke bevindingen per opleiding het onderzoek heeft geleid. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate het betreffende criterium gerealiseerd is. De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten)
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3165460 pagina 5/11
Scores van de opleidingen: • crebocode 10036 / 90530 / 90531 / 90532, Commercieel Medewerker Marketing en Communicatie / Medewerker marketing en communcatie / Medewerker marketing en communicatie (Assistent communicatiemedewerker) / Medewerker marketing en communicatie (Marketing medewerker), niveau 4 • crebocode 10036 / 90530 / 90532, Commercieel Medewerker Marketing en Communicatie / Medewerker marketing en communcatie / Medewerker marketing en communicatie (Marketing medewerker), niveau 4
1.1 Naleving wettelijke vereisten 1.1.1 Naleving wettelijke vereisten 2.1 Opbrengsten van opleidingen 2.1.1/2.1.2 jaarresultaat en diplomaresultaat 3.1 Programma 3.1.1 Samenhang 3.1.2 Maatwerk 3.1.3 Programmatijd 3.1.4 Voorzieningen 3.2 Leerproces 3.2.1 Leertijd 3.2.2 Didactisch handelen 3.2.3 Begeleiding in de instelling 3.2.4 Beroepspraktijkvorming 3.3 Trajectbegeleiding 3.3.1 Intake 3.3.2 Studieloopbaanbegeleiding 3.3.3 Zorg deelnemers specifieke behoeften 3.3.4 Samenwerking 3.4 Omgang en veiligheid 3.4.1 Bejegening/omgang 3.4.2 Veiligheid 4.1 Kwaliteitszorg 4.1.1 Systematische Kwaliteitszorg 4.1.2 Beoordeling
2.1.2
1
2
3 ●
4
1
2 ● 2 ● ●
3
4
3
4
1
5
● 1
1
● 2
● 2 ●
1
2 ●
1
2 ● ●
3 ● ● ●
4
3
4
● ● ● 3
4
● 3
4
Beschouwing
Algemeen beeld De opleidingen Medewerker marketing en communicatie kennen zowel onvoldoende opbrengsten als substantiële tekortkomingen in het onderwijsleerproces en zijn daarom van zeer zwakke kwaliteit. De opbrengsten zijn al een aantal jaren onvoldoende maar vertonen wel een stijgende lijn. In het onderwijsleerproces zijn diverse verbeteringen gaande, maar zijn veel criteria – waaronder de beroepspraktijkvorming, de samenhang in het programma en het maatwerk – onvoldoende. Op de locatie Maarssen is het team onvoldoende tegemoetgekomen aan terechte klachten van deelnemers over zowel het reguliere als het versnelde traject. Deze zijn ook voor het onderzoek van de inspectie geventileerd. Hieronder ligt de inspectie de belangrijkste bevindingen toe.
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3165460 pagina 6/11
Wettelijke vereisten Voor zover onderzocht wordt voldaan aan de wettelijke vereisten op het gebied van zorg- en informatieplicht, rechtsbescherming en het gebruik van crebonamen. Over de aanvullende onderzoeken naar voortijdig schoolverlaten, onderwijstijd en beroepspraktijkvorming wordt separaat gerapporteerd. Deze kennen een positieve uitslag. Opbrengsten De opbrengsten in 2009-2010 van de opleidingen Medewerker marketing en communcatie / Medewerker marketing en communicatie (Assistent communicatiemedewerker) / Medewerker marketing en communicatie (Marketing medewerker) zijn geclusterd onvoldoende: het jaarresultaat bedraagt 58,4 procent, het diplomaresultaat 60,1 procent. Daarmee ligt zowel het jaarresultaat als het diplomaresultaat onder de landelijke norm. Programma De samenhang, het maatwerk en de voorzieningen van het programma zijn onvoldoende, de programmatijd voldoende. Het gebrek aan samenhang in het programma doet zich het sterkst voor bij het mhbo-traject in Utrecht. Dat traject is sterk in ontwikkeling en deelnemers hebben mede daardoor onvoldoende inzicht en overzicht in het programma. Verder zijn in alle opleidingsvarianten in beide locaties projecten gestart om de samenhang tussen de vakken te verbeteren, maar ten tijde van het inspectieonderzoek wordt die samenhang als te beperkt ervaren. Bij de mhbo-variant in Utrecht behoeft ook de inhoudelijke relatie tussen de hbo- en mbo-onderdelen versterking. Overigens is bij alle trajecten de aandacht voor de ontwikkeling van de leer- en burgerschapscompetenties voldoende. In beide onderzochte locaties bestaan twee- en driejarige trajecten, maar is de tussentijdse overstap tussen de trajecten niet of onvoldoende mogelijk. Dat zorgt ervoor dat deelnemers die duidelijk in het verkeerde traject zitten, daar toch (geruime tijd) in moeten blijven. Ook is het maatwerk in de leersituaties binnen de trajecten vrij beperkt, al zijn op onderdelen vormen van extra ondersteuning aangetroffen en ook enkele bijzondere routes voor deelnemers uitgezet. Trajecten voor deelnemers met studievertraging vormen eveneens een aandachtspunt, aangezien voor hen geen programma-aanpassingen worden overeengekomen en deelnemers gebruik moeten maken van de bestaande roosters. De spreiding van de studielast over de verschillende jaren is redelijk en de programma's worden goed gevuld. De informatievoorziening is onvoldoende waardoor deelnemers geen zicht hebben op het geheel van het opleidingstraject. De opleiding is bezig met het ontwikkelen van studiegidsen en deze zijn op het moment van het onderzoek nog niet af. In de locatie Maarssen is de informatievoorziening over de examens in het lopende schooljaar gebrekkig geweest, hetgeen heeft geleid tot grote verwarring over de
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3165460 pagina 7/11
afronding van de opleiding; op het moment van het onderzoek is daarop ingegrepen, maar was er voor deelnemers nog geen volstrekte duidelijkheid. In Utrecht bestaat een tekort aan ict-voorzieningen voor de uitvoering van het programma. Voor het volgende schooljaar heeft de locatie overigens wel een oplossing in voorbereiding. Leerproces De leertijd, het didactisch handelen en de begeleiding van het leerproces zijn voldoende, de beroepspraktijkvorming onvoldoende. Hoewel verzuim van deelnemers in beide locaties een hardnekkig probleem is, wordt veel en van verschillende kanten tijdig actie ondernomen. De docenten zijn doorgaans consistent in het optreden tegen absentie en te laat komen. Het didactisch handelen is voldoende omdat docenten voldoende variëren in werkvormen en deze passen bij de inrichting van het programma. Docenten houden de studievoortgang bij en bespreken deze periodiek met de deelnemers. In Maarssen wordt bij het traject Excellent te veel verwacht dat deelnemers al zelfstandig kunnen leren waardoor een deel van de deelnemers de ondersteuning als mager ervaart of te weinig productief is. De opdrachten in het aangeschafte handboek beroepspraktijkvorming (bpv) zijn vaak niet passend of concreet genoeg voor de praktijkplaats van de deelnemers en voor het ingaan van de bpv worden deze nauwelijks toegelicht. Daardoor verloopt de bpv onvoldoende effectief. Dit probleem wordt onderkend en er wordt gezocht naar een alternatief. Zowel in Utrecht als in Maarssen spannen de teams zich overigens voldoende in om alle deelnemers tijdig van een praktijkplaats te voorzien en frequent te begeleiden. Trajectbegeleiding De studieloopbaanbegeleiding, de zorg voor deelnemers met specifieke behoeften en de samenwerking zijn voldoende, de intake is onvoldoende. De loopbaanbegeleiding is voldoende. De teams hebben de begeleiding goed georganiseerd en de aandachtsgebieden helder vastgelegd waardoor alle relevante punten structureel aan bod komen. In de praktijk ervaren de deelnemers de aandacht voor hun loopbaan ook als zinvol en intensief. Zorg en samenwerking zijn voldoende. Er wordt tijdig doorverwezen naar Deelnemersdienstverlening bij persoonlijke problemen of als deelnemers van opleiding willen veranderen. De intake is echter onvoldoende. De mogelijkheden en beperkingen van deelnemers zijn tot nu toe bij de start van de opleiding onvoldoende scherp in beeld gebracht en het streven is daarom volgend jaar de intake te intensiveren en de uitkomsten van de testen beter te benutten. De AMN-test zal daarbij tijdig bij alle aanmelders worden ingezet. Aldus kan bewaakt worden dat de plaatsing in een opleiding of
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3165460 pagina 8/11
opleidingsvariant weloverwogen geschiedt en bij de start van de opleiding goed in beeld is waar maatwerk op zijn plaats is. Omgang en veiligheid De bejegening van deelnemers is onvoldoende, de veiligheid voldoende. In Utrecht is sprake is van een prettige sfeer, goede omgangsvormen en aandacht voor kritische opmerkingen van deelnemers. In Maarssen is dat onvoldoende het geval. Daar is te weinig gedaan met eerdere negatieve signalen van deelnemers over bovengenoemde kritische punten. Daarnaast is ook is niet adequaat omgegaan met opmerkingen van deelnemers over de bejegening door een docent. Ook zijn en worden toetsen soms veel te laat nagekeken. Inmiddels is een aantal verbetermaatregelen genomen of in voorbereiding om hierin verandering te brengen. Kwaliteitszorg De kwaliteitszorg is onvoldoende systematisch, de beoordeling geschiedt onvoldoende met betrokkenheid van onafhankelijke deskundigen. Hoewel de door Amarantis Onderwijsgroep aangereikte instrumenten gebruikt worden, functioneert de beoogde kwaliteitszorgcyclus nog in onvoldoende mate. Het team in Maarssen analyseert en evalueert de kwaliteit van het onderwijsproces te weinig waardoor de noodzaak van verbeteringen niet helder in beeld is en verbeteringsinitiatieven ook achterwege blijven. Ook is er te weinig besef van mogelijke oorzaken van voortijdige uitval die men zou kunnen beïnvloeden. In Utrecht is de kwaliteitszorg ook onvoldoende maar daar ziet de inspectie wel dat het team serieus aan de slag gaat met die verbeterpunten die door deelnemers worden aangedragen. Deze worden echter niet omgezet in meetbare doelen en wordt alleen het verbeterproces bewaakt. Toetsing of het beoogd effect is bereikt, komt niet aan de orde. Deelnemers zijn betrokken bij de beoordeling van de kwaliteit, externe deskundigen niet.
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3165460 pagina 9/11
3.
TOEZICHTARRANGEMENT
De kwaliteit van het onderwijs van de volgende opleidingen vertoont tekortkomingen en is als zeer zwak beoordeeld: • crebocode 10036 / 90530 / 90531 / 90532, Commercieel Medewerker Marketing en Communicatie / Medewerker marketing en communcatie / Medewerker marketing en communicatie (Assistent communicatiemedewerker) / Medewerker marketing en communicatie (Marketing medewerker), niveau 4 • crebocode 10036 / 90530 / 90532, Commercieel Medewerker Marketing en Communicatie / Medewerker marketing en communcatie / Medewerker marketing en communicatie (Marketing medewerker), niveau 4 Om deze reden kent de Inspectie van het Onderwijs aan deze opleidingen een aangepast arrangement toe. De opleidingen vallen onder intensief toezicht. Met het bevoegd gezag is afgesproken dat de onderwijskwaliteit in september 2012 weer voldoende is. De inspectie voert in september 2012 opnieuw onderzoek uit om na te gaan of de tekortkomingen zijn opgeheven. In aanvulling hierop worden nadere afspraken met het bevoegd gezag gemaakt over te bereiken tussenresultaten en eventueel monitoringsgesprekken over de bereikte verbeteringen. Deze afspraken legt de inspectie vast in een toezichtplan. Het bevoegd gezag dient binnen zes werkweken gerekend vanaf de vaststelling van het rapport een plan van aanpak aan de inspectie te sturen. De inspectie beziet of het plan van aanpak voldoet aan de volgende kenmerken: de voorgenomen activiteiten sluiten aan bij de geconstateerde kwaliteitsproblemen; de activiteiten zijn voldoende concreet beschreven en gepland zodat de inspectie er in het vervolg van het toezicht op kan aansluiten; het is aannemelijk dat het plan van aanpak leidt tot een verbetering van de geconstateerde kwaliteitsproblemen.
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3165460 pagina 11/11