Rapport van bevindingen NVAO-panel aanvullende beoordeling afstudeerwerken Hogeschool Thim van der Laan 22 november 2012
Inhoud
pagina 2
1
Korte samenvatting
3
2
Inleiding
4
3
Verantwoording en gevolgde werkwijze
5
4
Bevindingen, oordeel, conclusie en aanbevelingen
8
Bijlage 1:
Korte CV’s panelleden
14
Bijlage 2:
Taakomschrijving panel
16
Bijlage 3:
Lijst van afstudeerwerken d.d. 15 september 2012
18
Bijlage 4:
Beoordelingscriteria van het panel
19
Bijlage 5:
Programma locatiebezoek
20
Bijlage 6:
Overzicht bestudeerde documentatie
21
NVAO | Rapport van bevindingen NVAO-panel aanvullende beoordeling afstudeerwerken THIM | 22 november 2012 |
1 Korte samenvatting Het Dagelijks Bestuur van de NVAO heeft bij de behandeling van de accreditatieaanvraag voor de hbo-bacheloropleiding tot fysiotherapeut van Hogeschool Thim van der Laan in mei 2012 vastgesteld dat de score ‘voldoende’ van het Certiked-panel voor standaard 16 (Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties) niet in overeenstemming was met de kritische bevindingen van het panel over het niveau van de aangetroffen afstudeerwerken. In verband daarmee heeft het na overleg met de directie van de betrokken hogeschool in juni 2012 zelf een panel van domeindeskundigen ingesteld met als taak zich een oordeel te vormen over de afstudeerwerken van het studiejaar 2011/2012. De directie van de hogeschool had de stellige verwachting geuit dat deze afstudeerwerken een goede afspiegeling zouden vormen van de verbeterslag die in het afstudeerniveau had plaatsgevonden sinds het bezoek van het Certiked-panel. Aan de taakstelling werd, als afgeleide van de hoofdtaak, toegevoegd het geven van een oordeel over de organisatie van het afstudeerproces. Het NVAO-panel dat voor deze aanvullende beoordeling werd ingesteld, voerde zijn voorbereidend overleg bij de NVAO in Den Haag op 11 oktober 2012. Daarbij heeft het zijn werkwijze besproken en heeft het in oriënterende zin gesproken over het per 15 september 2012 ontvangen informatiedossier van Hogeschool Thim van der Laan. Op verzoek van het panel heeft de hogeschool een locatiebezoek georganiseerd waarbij de panelleden in de gelegenheid zijn geweest om met verschillende geledingen van staf en studenten te spreken. Dit bezoek heeft plaatsgevonden op 7 november 2012. Ter voorbereiding daarop heeft het panel alle 30 afstudeerwerken van de lijst van afstudeerwerken van het studiejaar 20112012 opgevraagd en bestudeerd. De meeste zijn bestudeerd door individuele panelleden; de zes meest recente door alle panelleden. De conclusie van het panel is dat het afstudeerniveau van de 30 bestudeerde werken voldoende tot goed is. Het plaatst daarbij wel enkele kanttekeningen maar deze laten de genoemde eindconclusie onverlet. De ontvangen documentatie over de organisatie van het afstudeerproces laat zien dat de opleiding het afgelopen jaar hard heeft gewerkt aan een verander- en verbeterproces. Het panel acht de organisatie van het afstudeerproces, zoals op papier beschreven, in principe toereikend maar meent dat de opleiding zou moeten werken aan enkele niet onbelangrijke verbeterpunten. Het heeft daartoe in zijn rapport enkele aanbevelingen gedaan in de verwachting dat deze zullen bijdragen aan de verdere kwaliteitsverbetering van het afstudeerniveau aan deze opleiding.
pagina 3
NVAO | Rapport van bevindingen NVAO-panel aanvullende beoordeling afstudeerwerken THIM | 22 november 2012 |
2 Inleiding
Het door de NVAO ingestelde panel voor een (beperkte) aanvullende beoordeling , aansluitend bij de taakomschrijving zoals verwoord in de brief van de NVAO aan Hogeschool Thim van der Laan d.d. 10 juli 2012, is tot de eenduidige conclusie gekomen dat het niveau van aangeboden afstudeerproducten voldoende tot goed is. De hbo-bacheloropleiding Thim van der Laan te Nieuwegein heeft in het afgelopen jaar bewezen dat zij de kritische kanttekeningen van het Certiked-panel ter harte heeft genomen. Er is stevig orde op zaken gesteld om de kwaliteit van het afstudeerproces en de afstudeerproducten te garanderen. De eerste slag is daarmee gemaakt. Het panel stelt ook vast dat in de komende jaren veel van het team Thim van der Laan gevraagd zal worden om zich verder te ontwikkelen en de verbeterslag van de opleiding samen te maken. Gezien het enthousiasme van het team Thim van der Laan, verwacht het panel dat in nauwe samenwerking (met studenten, de examencommissie, de opleidingscommissie, zo mogelijk een beroepenveldcommissie en andere externe stakeholders) de opleiding vanuit een gezamenlijk gedragen toekomstperspectief, de kwaliteit verder zal verbeteren. De in deze rapportage beschreven bevindingen, oordelen en aanbevelingen zijn met het management van de opleiding kort besproken. De aanbevelingen bieden handvatten voor de toekomst van Thim van der Laan. Tot slot: De voorbereidingen voor de aanvullende beoordeling waren intensief. De gesprekken met de verschillende geledingen van de opleiding verliepen in goede sfeer. Het panel wil alle betrokkenen daarvoor dank zeggen.
W.F.A. Remkes MPM panelvoorzitter
pagina 4
NVAO | Rapport van bevindingen NVAO-panel aanvullende beoordeling afstudeerwerken THIM | 22 november 2012 |
3 Verantwoording en gevolgde werkwijze
3.1
Aanleiding onderzoek en onderzoeksopdracht De NVAO heeft bij brief van 21 december 2011 een aanvraag ontvangen van de Internationale Hogeschool voor fysiotherapie Thim van der Laan te Nieuwegein voor verlenging van de accreditatie van de hbo-bacheloropleiding Opleiding tot Fysiotherapeut (Crohonummer 34570). Bij de aanvraag was een visitatierapport gevoegd van een panel van domeindeskundigen, ingesteld door het evaluatiebureau Certiked. Conform de gebruikelijke werkwijze werd op het bureau van NVAO een analyse gemaakt van de aanvraag met het oog op behandeling ervan door het Dagelijks Bestuur van NVAO. In deze analyse werden kritische kanttekeningen geplaatst bij een tweetal aspecten van het meegezonden visitatierapport: de formele positie van de twee buitenlandse vestigingen van de opleiding en de bevindingen van het Certiked-panel ten aanzien van het niveau van de bestudeerde afstudeerwerken. Het eerstgenoemde aspect valt buiten het bereik van dit rapport en komt daarin verder niet meer aan de orde. In de analyse van het NVAO-bureau werd vastgesteld dat de argumentatie op een cruciale standaard (t.w. standaard 16 (Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties)) niet overtuigend was. Het relatieve aandeel van onvoldoende bevonden scripties bij de Nederlandse opleiding was fors: 5 op de 29 (voor de voltijdse variant van de opleiding) en 2 op de 17 (voor de deeltijdse variant van de opleiding). De NVAO gaat er in haar ‘Richtlijn beoordeling afstudeerwerken’ van 8 juli 2011 van uit dat het percentage door een panel onvoldoende bevonden afstudeerwerken de 10% niet overstijgt. De beslisregels uit de Beoordelingskaders accreditatiestelsel hoger onderwijs d.d. 22 november 2011 beklemtonen bovendien de cruciale positie van standaard 16 bij de eindafweging over de opleiding als geheel: wanneer deze standaard onvoldoende is, kan geen accreditatie plaatsvinden. Het Dagelijks Bestuur van NVAO heeft op 1 mei 2012 besloten de accreditatieaanvraag om deze redenen aan te houden en om zowel de directie van Hogeschool Thim van der Laan als een vertegenwoordiging van het Certiked-panel uit te nodigen voor een toelichtend gesprek. Deze (afzonderlijke) gesprekken hebben plaatsgevonden op resp. 8 juni 2012 en 31 mei 2012. Op grond van deze gesprekken heeft het Dagelijks Bestuur op 26 juni besloten tot het organiseren van een aanvullende beoordeling door domeindeskundigen van het afstudeerniveau van de hbo-bachelor Opleiding tot Fysiotherapeut van Internationale Hogeschool voor Fysiotherapie Thim van der Laan te Nieuwegein op basis van de meest recente afstudeerwerken. Uitdrukkelijk ging het hierbij niet om een herbeoordeling van Standaard 16 (Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties) in zijn geheel maar om een aanvullende beoordeling van het afstudeerwerk. Deze aanvullende beoordeling zou gericht moeten zijn op het nemen van een besluit over de accreditatieaanvraag voor de Nederlandse variant van de opleiding nog voor afloop van de huidige accreditatieperiode op 31-12-2012. Als uitvloeisel van deze besluitvorming heeft de NVAO bij brief van 10 juli 2012 de directie van Hogeschool Thim van der Laan hiervan op de hoogte gesteld. In de brief (zie bijlage 2) is ook de taakomschrijving van het voor de
pagina 5
NVAO | Rapport van bevindingen NVAO-panel aanvullende beoordeling afstudeerwerken THIM | 22 november 2012 |
beoordeling in te stellen panel neergelegd. Deze taakomschrijving heeft niet alleen betrekking op het niveau van het afstudeerwerk maar ook op de organisatie van het daaraan voorafgaande afstudeerproces. De reden daarvoor was dat de beschikbare documentatie en de genoemde gesprekken (met opleidingsmanagement en panel) op dit punt niet in alle opzichten consistent waren met elkaar. De taakomschrijving van het panel is in de NVAO-brief van 10 juli 2012 als volgt beschreven: “ Het panel zal worden gevraagd om een advies aan het NVAO-bestuur uit te brengen met als onderdelen: a. een beoordeling van het niveau van een door het panel te maken selectie van 25 uit de meest recente lichting afstudeerwerken (op basis van de NVAO-richtlijn van 8 juli 2011) en b. een oordeel over de kwaliteit van de organisatie van het afstudeerproces op basis van een door Hogeschool Thim van der Laan aan te leveren beschrijving van de inrichting van het afstudeerproces. Met het oog daarop vraagt de NVAO per 15 september a.s. de volgende gegevens:: ad a) een lijst van afstudeerscripties uit de periode 1 september 2011 – 15 september 2012 (met datum van afstuderen en inclusief ingevulde beoordelingsformulieren) waaruit het beoogde panel een selectie van 25 titels zal maken; ad b) een beschrijving van de organisatie van het afstudeerproces waarbij in ieder geval de volgende elementen aan de orde komen: - uit hoeveel onderdelen bestaat het afstudeertraject ? - hoe worden de verschillende onderdelen gewogen bij de beslissing over wel/niet afstuderen ? - op basis van welke criteria worden deze onderdelen beoordeeld ? - wie zijn betrokken bij de beoordeling en wat zijn hun taken en verantwoordelijkheden ? - welke kwaliteitsborging is er dat het afstudeerproces verloopt (en zal blijven verlopen) zoals het is beoogd ? ”
3.2
Instelling panel Het Dagelijks Bestuur van NVAO heeft in zijn vergadering van 11 september 2012 met het oog op de voorgenomen aanvullende beoordeling een ‘panel aanvullende beoordeling afstudeerwerken Hogeschool Thim van der Laan’ (hierna: ‘het panel’) ingesteld bestaande uit: - dr. H.J.M. Hendriks (docent/onderzoeker Centre of Evidence Based Physiotherapy Universiteit Maastricht); - W.F.A. Remkes MPM (manager Gezondheidscentrum Hogeschool van Arnhem en Nijmegen); - R.A. Steenbruggen MBA (hoofd zorgteam fysiotherapie en voorzitter therapiegroep Isala Klinieken, Zwolle).
pagina 6
NVAO | Rapport van bevindingen NVAO-panel aanvullende beoordeling afstudeerwerken THIM | 22 november 2012 |
Dhr. Steenbruggen maakte ook deel uit van het eerder genoemde Certiked-panel van domeindeskundigen. Dhr. Remkes heeft op verzoek van de NVAO het voorzitterschap van het NVAO-panel vervuld. Het panel werd vanuit het bureau van NVAO ondersteund door drs. G.H. Lansink als procescoördinator en secretaris.
3.3
Werkwijze Het panel heeft zijn startoverleg gehouden op 11 oktober 2012 in het bureau van NVAO te Den Haag. Daarbij heeft het de per 15 september 2012 van Hogeschool Thim van der Laan ontvangen documentatie voor de eerste maal besproken, de invulling van de taakomschrijving besproken en de werkwijze vastgesteld. Het panel heeft op grond daarvan besloten om alle 30 scripties uit de aangeleverde lijst d.d. 15 september 2012 (zie bijlage 3) op te vragen. Ook werd tijdens het startoverleg besloten om Hogeschool Thim van der Laan te verzoeken om de organisatie van een locatiebezoek waarbij het panel van gedachten zou kunnen wisselen met een aantal gespecificeerde gespreksgroepen (opleidingsmanagement, docenten, afstudeerders, Examencommissie). Hogeschool Thim van der Laan heeft daarop positief gereageerd. Als uitvloeisel daarvan heeft het panel op 7 november 2012 een locatiebezoek afgelegd aan de hogeschool, gevestigd te Nieuwegein. Het programma van het bezoek is bijgevoegd als bijlage 5. De zes meest recente scripties uit de aangeleverde lijst van afstudeerwerken werden gezamenlijk beoordeeld en bediscussieerd om de beoordeling op elkaar af te stemmen. Hierna werden de overblijvende 24 scripties verdeeld onder de drie leden van het visitatiepanel in drie groepen van acht werken voor elk panellid. Op 6 november heeft het panel in een bijeenkomst de kwaliteit van alle afzonderlijke afstudeerwerken en de bijbehorende beoordelingen besproken. Bij twijfel hebben de collega-panelleden deze producten ook gelezen. Aansluitend is het panel tot een gezamenlijke conclusie gekomen. Het panel heeft kennis genomen van het beoordelingsformulier van de opleiding voor het afstudeerwerk. Naar zijn oordeel is dit formulier onvoldoende geschikt voor een kwalitatieve beoordelingswijze en is het veeleer een instrument voor procesbewaking. Om die reden heeft het panel de opgevraagde scripties beoordeeld op basis van een eigen beoordelingsformat. Daarvoor zij verwezen naar bijlage 4.
pagina 7
NVAO | Rapport van bevindingen NVAO-panel aanvullende beoordeling afstudeerwerken THIM | 22 november 2012 |
4 Bevindingen, oordeel, conclusie en aanbevelingen 4.1 Het niveau van het afstudeerwerk Bevindingen Het panel heeft in het informatiedossier van Hogeschool Thim van der Laan d.d. 15 september 2012 de volgende informatie aangetroffen over het afstudeerwerkstuk als onderdeel van het afstudeertraject. Het afstudeertraject als geheel wordt beschreven onder Bevindingen in par. 4.2. In het beroepsprofiel van de fysiotherapeut (KNGF, 2005) is beschreven dat de fysio therapeut moet kunnen functioneren als hulpverlener, manager en beroepsontwikkelaar. In de laatste fase van de opleiding (de klinische fase) maakt iedere student een afstudeerwerkstuk waarmee hij/zij demonstreert de vaardigheid te hebben, om een voor de praktijk relevant vraagstuk te onderzoeken. Het gaat hierbij om het op een methodische wijze beantwoorden van een fysiotherapeutisch relevante onderzoeksvraag. Ook de bacheloropleiding tot fysiotherapeut van Hogeschool Thim van der Laan kent een dergelijk onderdeel. De klinische fase, die het gehele vierde studiejaar omvat (60 EC), onderscheidt naast stage, arbeidsproef en eindportfolio ook een afstudeerwerkstuk ter grootte van 15 EC ofwel 420 uur. Om te voldoen aan de eisen voor diplomering moet de student alle toetsen met een voldoende afsluiten. Het is niet mogelijk om toetsen onderling te compenseren. Het panel heeft vastgesteld dat directie en opleidingsmanagement in het studiejaar 20112012 een intensief veranderproces in gang hebben gezet om de kwaliteit van de afstudeerwerkstukken te verbeteren (zie ook par. 4.2). Enkele kernelementen daarvan die de aard van het afstudeerwerk betreffen, zijn: - het aanpassen van het format van het afstudeerwerkstuk naar literatuurstudie (d.w.z. geen andere eindproducten meer); - aanpassing van het schrijven van het afstudeerwerkstuk in twee- of drietallen naar individueel schrijven. Het panel heeft alle 30 afstudeerwerken opgevraagd die waren opgenomen in het onderdeel ‘Lijst afstudeerwerkstukken’ uit het informatiedossier van Hogeschool Thim van der Laan. De lijst betreft de 30 meest recente afstudeerwerken per peildatum 15 september 2012. Daarin zijn afstudeerwerken opgenomen van zowel de voltijdse als de deeltijdse variant van de opleiding die tot stand zijn gekomen in de periode november 2011- september 2012.
Oordeel Op grond van zijn analyse van de 30 meest recente afstudeerwerken is het panel van oordeel dat het niveau daarvan voldoende tot goed is, zij het in sommige gevallen met één of meerdere kanttekeningen. Er is sprake van een duidelijk stramien qua opzet en uitvoering. Dit leidt tot een hoge mate van uniformiteit in de afstudeerwerken. Het panel vindt dit
pagina 8
NVAO | Rapport van bevindingen NVAO-panel aanvullende beoordeling afstudeerwerken THIM | 22 november 2012 |
een goede zaak waar het gaat om (de borging van) het bereiken van een adequaat eindniveau. Wel plaatst het hierbij enkele kanttekeningen en wel de volgende. a. De exclusieve keuze voor het literatuuronderzoek als format voor het afstudeerwerkstuk biedt geen mogelijkheden tot diversificatie naar andere vormen van onderzoek, hetgeen kan gaan werken als een verschraling. b. Verder kent de opleiding haar beperkingen waar het gaat om de mogelijkheden die zij de studenten kan bieden voor het verrichten van literatuuronderzoek. De huidige afstudeerwerken betreffen namelijk in het algemeen onderzoek op basis van literatuur 1 die gemakkelijk toegankelijk is (op basis van de zgn. ‘Pedro-schaal’ ). Gegeven de gemaakte keuze voor het literatuuronderzoek als format zou de opleiding haar studenten naar de mening van het panel ook bredere toegang moeten kunnen bieden tot recente full-text (wetenschappelijke) publicaties op het vakgebied. Dat is nu niet het geval. c. De waardering van de inhoud van het afstudeerwerk komt niet of nauwelijks uit de verf. De huidige wijze van beoordeling vindt, gezien de gekozen vorm voor het beoordelingsformulier, overwegend plaats op basis van een procesbeoordeling. Wanneer die beoordeling positief uitvalt, krijgt het afstudeerwerk de waardering ‘voldoende’. Het panel meent enerzijds dat meer recht gedaan moet worden aan de inhoudelijke weging van de scriptie en anderzijds dat daarin meer differentiatie mogelijk dient te zijn dan het binaire onderscheid ‘voldoende/onvoldoende’. Zo kunnen niveauverschillen beter tot hun recht komen, hetgeen ook tegemoet komt aan de gerechtvaardigde verwachtingen van de studenten. Ten aanzien van (onderdelen van) één afstudeerwerkstuk heeft het panel overigens vastgesteld dat het illustreert dat directie en opleidingsmanagement er verstandig aan doen om over te gaan tot de aanschaf van programmatuur ter opsporing van plagiaat. Naar de mening van het panel, zou ieder afstudeerwerkstuk met zo´n programma gescreend moeten worden. Het panel heeft de indruk gekregen dat directie en opleidingsmanagement eind 2011 “aan de noodrem hebben getrokken” en een ingrijpend veranderproces in gang hebben gezet. Het heeft tijdens zijn bezoek vastgesteld dat dit proces voor veel afstudeerders heeft betekend dat zij in gezamenlijkheid zijn gestart in een afstudeergroep maar vervolgens gevraagd werden om hun afstudeerwerkstuk op individuele wijze af te ronden, e.e.a. conform de nieuwe opzet. Het panel heeft van deze studenten begrepen dat zij deze overgang in veel gevallen als abrupt en onbevredigend hebben ervaren. Het betekende soms dat werk opnieuw gedaan moest worden. Maar verschillende studenten hebben tegenover het panel toch ook te kennen gegeven dat zij met het eindresultaat uiteindelijk zeker niet ontevreden zijn. Zij hebben het gevoel duidelijke begeleiding en structuur ontvangen te hebben en een individueel product te hebben afgeleverd. Het panel zelf is van oordeel dat de bestudeerde afstudeerwerkstukken in het algemeen getuigen van een adequate inhoud, structuur en opbouw, en dat de beoordeling ervan duidelijk is te koppelen aan de prestaties van de individuele student. Door de personele unie met het Certikedpanel dat de opleiding in 2011 heeft bezocht, kon het panel vaststellen dat de opleiding binnen een jaar tijd een significante kwaliteitsslag heeft gerealiseerd.
1
Physiotherapy Evidence Database (PEDro): Free database of randomised (randomized) trials (RCTs), systematic reviews and practice
guidelines for evidence-based physiotherapy or physical therapy. Zie www.pedro.org.au/
pagina 9
NVAO | Rapport van bevindingen NVAO-panel aanvullende beoordeling afstudeerwerken THIM | 22 november 2012 |
Conclusie Het panel acht het niveau van de afstudeerwerken van de opleiding adequaat en passend bij het niveau van een hbo-bacheloropleiding op het vakgebied van de fysiotherapie. Aanbevelingen Het panel is van mening dat directie en opleidingsmanagement er verstandig aan doen om na deze belangrijke stap ook te gaan nadenken over het gewenste ontwikkelperspectief voor de langere termijn voor de opleiding. Dat is naar zijn mening mede gewenst om de gemaakte kwaliteitsverbetering te consolideren, uit te bouwen en voor te bereiden op c.q. bestand te maken tegen ontwikkelingen in het vakgebied fysiotherapie en de gezondheidszorg in het algemeen. Mede onder verwijzing naar de hierboven genoemde punten a t/m c betekent dit volgens het panel dat de opleiding zich zou moeten beraden over de volgende aspecten: - het mogelijk maken van verschillende soorten afstudeerwerkstukken; - het daartoe uitzetten van (multidisciplinaire) onderzoekslijnen; - het aangaan van allianties met verwante opleidingen in hbo en wo; - het aangaan van allianties met strategisch sterke organisaties in de gezondheidszorg om aldaar in multidisciplinaire onderzoekslijnen onderzoek voor studenten mogelijk te maken; - het bieden van de mogelijkheden aan studenten om toegang te krijgen tot actuele (wetenschappelijke) publicaties op het vakgebied; - het geven van een cijfer aan afstudeerwerken (d.w.z. in plaats van de voldoende c.q. onvoldoende) waarbij de inhoudelijke elementen op passende manier worden gewogen en beoordeeld en in schriftelijke bewoordingen/waarderingen worden vastgelegd; - het aanschaffen van anti-plagiaat-programmatuur. Verder wijst het panel op zijn aanbevelingen in par 4.2 waarin de organisatie van het onderwijsproces aan de orde komt. Het is ervan overtuigd dat verbeteringen op dat terrein uiteindelijk zullen doorwerken in de kwaliteit van het afstudeerwerk.
4.2 De organisatie van het afstudeerproces Bevindingen Het panel heeft in het informatiedossier van Hogeschool Thim van der Laan d.d. 15 september 2012 de volgende informatie aangetroffen over de organisatie van het afstudeerproces. Het afstudeertraject is een onderdeel van de klinische fase van de opleiding (60 EC, samenvallend met het programma van het vierde studiejaar) en bestaat uit drie onderdelen: • stage en arbeidsproef • afstudeerwerkstuk • eindportfolio Deze onderdelen worden afzonderlijk van elkaar getoetst. Om te voldoen aan de eisen voor diplomering moet de student alle toetsen met een voldoende afsluiten. Het is niet mogelijk om toetsen onderling te compenseren. Tijdens de klinische fase doorloopt de student drie stageperiodes in een fysiotherapeutische
pagina 10
NVAO | Rapport van bevindingen NVAO-panel aanvullende beoordeling afstudeerwerken THIM | 22 november 2012 |
setting (afgerond met een arbeidsproef). Daarnaast werkt de student aan het afstudeerwerkstuk en bouwt hij /zij het portfolio op. Voor iedere fase is een procedurebeschrijving beschikbaar. Deze zijn gevoegd bij het informatiedossier. De procesbeschrijving voor de totstandkoming van het afstudeerwerkstuk onderscheidt de volgende fasen: Fase 1: Fase 2: Fase 3: Fase 4: Fase 5: Fase 6: Fase 7:
Het opstellen van het startdocument Het schrijven van de inleiding en de methode De resultaten van het literatuuronderzoek Het schrijven van de discussie en het beschrijven van de conclusie Het schrijven van de achtergrondhoofdstukken en het schrijven van de samenvatting Het opmaken van het einddocument voor oplevering en het schrijven van het proces/reflectieverslag Presentatie en verdediging van het afstudeerwerkstuk
Het panel heeft vastgesteld dat directie en opleidingsmanagement in het studiejaar 20112012 een intensief veranderproces in gang hebben gezet om de kwaliteit van de afstudeerwerkstukken te verbeteren (zie ook par. 4.1). Enkele kernelementen daarvan die de organisatie van het afstudeerproces betreffen, zijn: -
het professionaliseren van het team van begeleiders bij het afstudeerwerkstuk; het intensiveren van het teamoverleg; het aanpassen van de fasering en begeleiding; het maken van onderscheid bij de beoordeling tussen kwaliteit en kwantiteit van de inzet van de student; het aanhouden van strakke deadlines; ondersteunend onderwijs voor studenten in de vorm van werkbijeenkomsten; interne afstemming tussen management en begeleidingsteam; aanpassing bezetting en taken Examencommissie.
Oordeel Het panel heeft tijdens zijn locatiebezoek met de verschillende gespreksgroepen ook gesproken over verschillende aspecten van de organisatie van het afstudeerproces. Enerzijds heeft het daarbij kennis genomen van de toelichting van directie en opleidingsmanagement over de ingrijpende wijzigingen die sinds ultimo 2011 op dit gebied in gang zijn gezet. Anderzijds heeft het panel in de andere gespreksgroepen kennis kunnen nemen van de wijze waarop de afgesproken regelingen in de praktijk functioneren. Op grond van een en ander heeft het panel de indruk gekregen dat directie en opleidingsmanagement zinvolle aanpassingen in de organisatie van het afstudeerproces hebben aangebracht. De concrete effectuering daarvan begint vorm te krijgen maar het panel ziet op verschillende punten ruimte voor verdere verbetering. Allereerst herhaalt het panel zijn advies om het gehanteerde beoordelingsformulier aan te passen, dit keer vanuit het perspectief van de organisatie van het afstudeerproces. Dit formulier draagt, zoals eerder gezegd, overwegend het karakter van een beoordeling van het proces en het doorlopen van de verschillende fasen. Het leerproces van de student is er in
pagina 11
NVAO | Rapport van bevindingen NVAO-panel aanvullende beoordeling afstudeerwerken THIM | 22 november 2012 |
de ogen van het panel mee gediend dat de student ook in de loop van het afstudeerproces formeel en op transparante wijze inhoudelijke terugkoppeling krijgt. Daarmee wordt ook de kwaliteit van het uiteindelijke eindproduct gestimuleerd. Het beperken van de formele beoordeling tot het louter afvinken van de verschillende fasen van het afstudeerproces is weinig functioneel en ook niet bevredigend. De ingevulde beoordelingsformulieren die het panel heeft aangetroffen, waren daarvan een illustratie. Deze boden nauwelijks handvatten voor een inhoudelijke beoordeling van het afstudeerwerk of voor een inhoudelijke terugkoppeling naar de student. Studenten hebben expliciet te kennen gegeven dat zij hechten aan een inhoudelijke beoordeling van hun afstudeerwerk en bovendien aan een daarop gebaseerd eindcijfer (in plaats van de tamelijk vlakke waardering ‘voldoende’). Fase1, het opstellen van een startdocument voor het onderzoek omvat onder andere het formuleren van een vraag voor het maken van een plan. Deze fase is cruciaal en overstijgt soms het niveau van de bachelor als het gaat om het formuleren van een goede vraagstelling. Tijdens de visitatie bleek dat het startdocument bij één student wel was goedgekeurd door de begeleider, maar dat aan het einde van het proces de beoordelaar alsnog aangaf dat opnieuw gestart moest worden bij fase1. Verder heeft het panel ook onduidelijkheid bij de studenten vastgesteld over de functie van de presentatie en verdediging van het afstudeerwerk. Dit onderdeel is weliswaar opgenomen in de handleiding voor het afstudeerwerk maar voor de studenten is onduidelijk wat de functie ervan is en hoe zwaar het meeweegt in de eindbeoordeling. In een enkel geval was bij de student zelfs niet bekend dat de eindpresentatie en verdediging zou meewegen bij de eindbeoordeling van het afstudeerwerk of dat de beoordeling ervan had plaatsgevonden. Het panel denkt dat betere communicatie met de student hierin een belangrijke rol kan spelen, bijvoorbeeld in de opleidingscommissie. Het is het panel ook opgevallen dat studenten de presentatie eerder hebben ervaren als “een overhoring” dan als een gelegenheid om tegenover een groter publiek hun afstudeerwerk toe te lichten. Het panel pleit ervoor dat presentaties in het vervolg openbaar van karakter zijn en dat de opleiding deze aangrijpt om ook vertegenwoordigers uit het werkveld hiervoor uit te nodigen. Daarmee wordt ook de band met het relevante werkveld aangehaald. Het panel heeft vastgesteld dat versterking van (de functie van) de Examencommissie als onderdeel is opgenomen van het in gang gezette veranderproces. Tegelijkertijd stelt het vast dat deze commissie pas zeer recent aan haar werkzaamheden is begonnen. Het panel meent dat de directie voldoende faciliteiten ter beschikking zou moeten stellen zodat de Examencommissie zich kan gaan ontwikkelen tot het eigenstandige, onafhankelijke orgaan zoals is voorzien in de WHW en in het veranderplan van de opleiding zelf. Het panel is van mening dat de commissie op die wijze kan en moet uitgroeien tot een onafhankelijke sleutelspeler in het kwaliteitsbeleid van de opleiding als geheel. Tenslotte heeft het panel de indruk dat de organisatie van het afstudeerproces althans op papier duidelijk lijkt te zijn maar ook in dit opzicht heeft het nog enige onduidelijkheden aangetroffen. Zo wordt op een plek vermeld dat het afstudeerproces formeel bestaat uit 3 onderdelen en op een andere plek uit 4 onderdelen. Ook wordt het afstudeerwerk op een plek vermeld als zelfstandig onderdeel van het afstudeerproces en op een andere plek als onderdeel van het eindportfolio. Het panel is van mening dat de formele structuur van het afstuderen voor studenten en staf transparant en niet voor meerdere uitleg vatbaar zou moeten zijn.
pagina 12
NVAO | Rapport van bevindingen NVAO-panel aanvullende beoordeling afstudeerwerken THIM | 22 november 2012 |
Conclusie Het panel acht de organisatie van het afstudeerproces, zoals op papier beschreven, in principe toereikend maar meent dat de opleiding zou moeten werken aan enkele niet onbelangrijke verbeterpunten. Aanbevelingen Het panel doet in het kader van de hierboven beschreven conclusie de volgende aanbevelingen aan de opleiding: - het opnemen in het afstudeerproces van een formeel beoordelingsmoment bij fase1, aangezien de onderzoeksvraag soms het bachelorniveau overschrijdt en de haalbaarheid van het plan door een niet ervaren onderzoeker mogelijk niet te overzien valt; - het aanpassen van het beoordelingsformulier voor het afstudeerwerk zodanig dat er sprake is van een transparante, inhoudelijke beoordeling en weging van (onderdelen van) het afstudeerwerk; - het laten uitmonden van de inhoudelijke beoordeling van het afstudeerwerk in een cijfer in plaats van in een ‘voldoende’; - het verhelderen van de rol van de presentatie en verdediging van het eindexamenwerkstuk als onderdeel van het afstudeerproces; - het verbeteren van de communicatie met de student over het afstudeerproces en over de weging van de verschillende onderdelen; - het stimuleren van studentparticipatie in de opleidingscommissie bij de communicatie met studenten; - het bieden van de gelegenheid aan de Examencommissie om zich te ontwikkelen tot het wettelijk voorziene orgaan; - het aanhalen van de contacten met het werkveld, bijvoorbeeld door het instellen van een beroepenveldcommissie en door samenwerkingsverbanden met strategisch sterke organisaties in de gezondheidszorg in de regio. Zie bijvoorbeeld op: http://www.srof.nl/images/Downloads/Beleidsdocumenten/Agenda%20HGZO%204.pdf; - het openbaar maken van de presentaties van het afstudeerwerk waarvoor ook externe gasten uitgenodigd worden; - het elimineren van enkele onduidelijkheden in de formele beschrijving van de organisatie van het afstudeerproces.
pagina 13
NVAO | Rapport van bevindingen NVAO-panel aanvullende beoordeling afstudeerwerken THIM | 22 november 2012 |
Bijlage 1: Korte CV’s panelleden Voorzitter W.F.A. Remkes MPM Wienand Remkes is ingezet vanwege zijn deskundigheid op het gebied van fysiotherapie en vanwege zijn inzicht in de (inter)nationale ontwikkelingen in dit werkveld. Hij heeft naast het verzorgen van onderwijs binnen de fysiotherapie opleiding een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de beroepspraktijk en is betrokken geweest bij de herstructurering van de bacheloropleiding Fysiotherapie. Hij heeft vele bijdragen geleverd aan publicaties, onderwijsmateriaal (landelijk), symposia en richtlijnen. Wienand Remkes heeft bestuurlijke ervaring binnen het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie en is momenteel actief als toezichthouder in de zorg bij 2 organisaties (Progez en Attent WWZ) Wienand Remkes heeft auditdeskundigheid opgedaan tijdens de visitatie van de opleiding Fysiotherapie bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en de toets nieuwe opleidingen: Master Neurorevalidatie en Master Musculoskeletale Revalidatie. Tevens is hij voorzitter geweest van NQA-panels die hbo-bacheloropleidingen tot fysiotherapeut hebben beoordeeld.
Lid
Dr. H.J.M. Hendriks Erik Hendriks is ingezet vanwege zijn deskundigheid op het gebied van fysiotherapie, epidemiologie en bewegingswetenschappen en vanwege zijn inzicht in de internationale ontwikkelingen in dit werkveld en EBP. Hij is als gastdocent bij een aantal hbo-bachelor en vrijwel alle master opleidingen / specialisten betrokken. Hij heeft de afgelopen vijf jaren onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van zorg, implementatie en evaluatieonderzoek; psychometrisch onderzoek; evaluatieonderzoek (RCT’s); longitudinaal onderzoek en predictie onderzoek. Van Erik Hendriks zijn de afgelopen vijf jaren talloze publicaties verschenen.
Lid
R.A. Steenbruggen MBA Rudi Steenbruggen is afgestudeerd als fysiotherapeut. Hij heeft vanaf 1987 onderzoek gedaan op het gebied van de fysiotherapie en daarover artikelen geschreven die in vooraanstaande tijdschriften in Nederland zijn gepubliceerd. Vanaf 2003 is hij lid van commissies van het Koninklijk Nederlands Genootschap Fysiotherapie waaronder de commissie Onderzoeksbegeleiding en de commissie Markt Organisatie en Bedrijfsvoering. Ook maakte hij in 2005 deel uit van de begeleidingscommissie bij het opstellen van het actuele beroepsprofiel fysiotherapeut. Hij gaf tussen 1999 en 2003 als geaccrediteerd bij- en nascholingsdocent college in een aantal modules van het Koninklijk Nederlands Genootschap Fysiotherapie. Hij trad op als deskundige bij beoordelingen voor de accreditatie van opleidingen
pagina 14
NVAO | Rapport van bevindingen NVAO-panel aanvullende beoordeling afstudeerwerken THIM | 22 november 2012 |
fysiotherapie, zowel op bachelor- als op masterniveau. De heer Steenbruggen is momenteel hoofd zorgteam fysiotherapie en voorzitter therapiegroep van de Isala Klinieken in Zwolle.
Procescoördinator en secretaris Drs. G.H. Lansink Ed Lansink is beleidsmedewerker bij de NVAO. Hij studeerde politieke wetenschappen aan de Katholieke Universiteit Nijmegen (1979) en werkte vervolgens bij de Academische Raad, de Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten (VSNU) en de Stichting Quality Assurance Netherlands’ Universities (QANU). Sinds 1988 is Ed Lansink betrokken geweest bij projecten rond kwaliteitsbewaking van onderwijs en onderzoek aan de Nederlandse universiteiten.
pagina 15
NVAO | Rapport van bevindingen NVAO-panel aanvullende beoordeling afstudeerwerken THIM | 22 november 2012 |
Bijlage 2: Taakomschrijving panel Tekst brief NVAO aan Hogeschool Thim van der Laan d.d. 10 juli 2012
Thim van der Laan Hogeschool voor Fysiotherapie T.a.v. de directie Newtonbaan 6 3439 NK NIEUWEGEIN
Geachte directie, Bij brief van 21 december 2011 heeft u bij de NVAO accreditatie aangevraagd voor de hbobacheloropleiding tot Fysiotherapeut (000100). Bij uw aanvraag was gevoegd het rapport van het Certiked-panel dat uw opleiding heeft beoordeeld. Op 8 juni jl. hebben wij met u overleg gevoerd enerzijds over de buitenlandse varianten van uw opleiding en anderzijds over de kritische bevindingen en oordelen van het Certikedpanel ten aanzien van een aantal door het panel bestudeerde afstudeerscripties van uw opleiding. Inmiddels heeft het Dagelijks Bestuur van de NVAO uw accreditatieaanvraag besproken. Daarbij is vastgesteld dat de buitenlandse varianten van uw opleiding in hun huidige vorm niet voldoen aan de eisen die het Ministerie van OC&W hanteert op grond van de beleidsnotitie d.d. maart 2007 over Nederlands hoger onderwijs in het buitenland. U heeft inmiddels langs andere weg aangegeven dat u inmiddels in gesprek bent met vertegenwoordigers van het ministerie over mogelijke aanpassingen van de varianten waardoor deze wel zouden kunnen voldoen aan de geldende eisen. Wij nodigen u uit om uiterlijk 1 oktober 2012 aan te geven hoe u de vormgeving van de buitenlandse varianten van uw opleiding zodanig heeft aangepast dat deze voldoen aan de OC&W-eisen. Uitgaande van deze planning zou de NVAO in staat zijn om de accreditatieaanvraag voor deze varianten nog voor de afloop van de huidige accreditatieperiode op 31 december 2012 af te wikkelen. Wat betreft de Nederlandse variant van uw opleiding hanteren wij de volgende aanpak. De NVAO stelt een nieuw panel samen dat voor een deel overlap vertoont met het Certikedpanel dat uw opleiding in oktober/november 2011 heeft bezocht en beoordeeld. Wanneer de samenstelling van het panel is afgerond, zullen wij u daarvan op de hoogte stellen. Het panel zal worden gevraagd om een advies aan het NVAO-bestuur uit te brengen met als onderdelen: a. een beoordeling van het niveau van een door het panel te maken selectie van 25 uit de meest recente lichting afstudeerwerken (op basis van de NVAO-richtlijn van 8 juli 2011) en b. een oordeel over de kwaliteit van de organisatie van het afstudeerproces op basis van een door Hogeschool Thim van der Laan aan te leveren beschrijving van de inrichting van het afstudeerproces.
pagina 16
NVAO | Rapport van bevindingen NVAO-panel aanvullende beoordeling afstudeerwerken THIM | 22 november 2012 |
Met het oog daarop zouden we graag per 15 september a.s. van u willen ontvangen: ad a) een lijst van afstudeerscripties uit de periode 1 september 2011 – 15 september 2012 (met datum van afstuderen en inclusief ingevulde beoordelingsformulieren) waaruit het beoogde panel een selectie van 25 titels zal maken; ad b) een beschrijving van de organisatie van het afstudeerproces waarbij in ieder geval de volgende elementen aan de orde komen: - uit hoeveel onderdelen bestaat het afstudeertraject ? - hoe worden de verschillende onderdelen gewogen bij de beslissing over wel/niet afstuderen ? - op basis van welke criteria worden deze onderdelen beoordeeld ? - wie zijn betrokken bij de beoordeling en wat zijn hun taken en verantwoordelijkheden ? - welke kwaliteitsborging is er dat het afstudeerproces verloopt (en zal blijven verlopen) zoals het is beoogd ? Over de praktische werkwijze bij deze aanvullende beoordeling zijn nog nadere afspraken met u nodig. We geven er de voorkeur aan dit te doen op het moment dat de samenstelling van het panel is afgerond zodat ook de panelvoorzitter hierbij betrokken kan worden. Graag zouden wij van u vernemen wie wij als contactpersoon van uw kant voor de verdere invulling van deze aanvullende beoordeling kunnen benaderen. De naam van onze contactpersoon treft u aan in de voettekst van deze brief.
Met vriendelijke groet,
Paul Zevenbergen (bestuurder)
cc: Certiked-vbi
pagina 17
NVAO | Rapport van bevindingen NVAO-panel aanvullende beoordeling afstudeerwerken THIM | 22 november 2012 |
Bijlage 3: Lijst van afstudeerwerken d.d. 15 september 2012
Nr
Titel afstudeerwerk
Datum goedkeuring
Nummer Titel afstudeerwerkstuk Datum goedkeuring 1 Het effect van krachttraining op de snelheid van traplopen bij patiënten met knieartrose 2 Krachttraining en knieartrose, onderzoek naar het effect van krachttraining bij knieartrose 3 Fysieke inspanning bij astma. Onderzoek naar de effecten van fysieke inspanning bij kinderen met astma op longfunctie en quality of life 4 Whole Body Vibration bij patiënten met multiple sclerose 5 Acromiclaviculaire luxatie graad III. Conservatief versus operatief behandelen 6 Constraint-Induced Movement Therapy. Het effect van Constraint Induced Movement Therapy (CIMT) na een CVA 7 Fysiotherapie en posttraumatisch stress syndroom 8 Multipele sclerose en krachttraining 9 Onderzoek naar effecten van statisch rekken op de blessure incidentie en range of motion 10 Ongewild urineverlies onderzoek naar de meerwaarde van de toevoeging van biofeedback aan oefentherapie bij stressincontinentie 11 Effect van whole body vibration bij mensen met multiple sclerose 12 Achillespees tendinopathie, effectiviteit van excentrisch trainen en shockwave therapie. 13 Bewegen met Morbus Bechterew. Het effect van oefentherapie op mobiliteit. 14 De verschillen in effectiviteit van behandelingen bij fantoompijn. Het verschil tussen Spiegeltherapie, Transcutaneous Electrical Nerve Stimulation en Eye Movement Desensitization and Reprocessing 15 Excentrisch trainen. Onderzoek naar de effectiviteit van excentrisch trainen bij een jumper's knee. 16 Massage en Vibration-treatment als interventie tegen Delayed onset Muscle soreness. Een literatuurvergelijking 17 Spiegeltherapie & Mental Imagery. Revalidatietherapie na CVA 18 Stretching bij fasciitis plantaris. Onderzoek naar de effectiviteit van een conservatieve behandelmethode. 19 Wat is het effect van manuele lymfedrainage, bandage en oefentherapie in de reductie van lymfoedeem bij vrouwen met borstkanker? 20 Wat is het verschil in effect tussen krachttraining en duurtraining, op de kwaliteit van leven, bij patiënten met chronisch hartfalen 21 De effectiefste behandeling voor het Subacromiaal Impingement Syndroom. 22 De Epley-methode en BPPD. Onderzoek naar de effecten van fysiotherapeutisch behandelmethoden op Benigne Paroxysmale Positie Duizeligheid. 23 Looptraining bij CVA. Mechanisch gewichtsondersteuning weinig effectief. 24 Whole Body Vibration therapie en de ziekte van Parkinson. 25 Borstkanker en lichamelijke training. Onderzoek naar de effecten van lichamelijke training gericht op vermoeidheid en kwaliteit van leven. 26 Graded Activity versus Graded Exposure "De behandeling van patiënten met chronische aspecifieke lage-rugpijn en kinesiofobie. 27 Developmental Coordination Desorder. Neuromotor Task Training of Cognitive Orientation to daily Occupationel Performance. 28 Hydrotherapie en knieartrose. Onderzoek naar effecten van oefentherapie in het water. 29 Bewegen tegen vermoeidheid. Wat is het effect van fysieke activiteit op depressie en vermoeidheidsklachten bij MS-patiënten ? 30 Het effect van kracht training van de onderste ledematen op de balans van ouderen.
pagina 18
sep-12
aug-12
aug-12
aug-12 jul-12 jul-12
jul-12 jul-12 jul-12
jul-12
jul-12 jun-12
jun-12 jun-12 jun-12 jun-12
jun-12 jun-12
jun-12
jun-12
mei-12 mei-12 mei-12 mei-12 apr-12 apr-12
mrt-12 dec-11
nov-11 jul-12
NVAO | Rapport van bevindingen NVAO-panel aanvullende beoordeling afstudeerwerken THIM | 22 november 2012 |
Bijlage 4: Beoordelingscriteria van het panel Het panel heeft de beschikking gekregen over het door de opleiding gebruikte beoordelingsformulier voor de beoordeling van het afstudeerwerkstuk. Het was van oordeel dat het formulier meer een instrument voor procesbewaking is dan een instrument voor een kwalitatieve beoordeling. Tijdens de voorbereiding van de aanvullende beoordeling besloot het panel daarom om zelf een aantal wegings- en beoordelingscriteria op te stellen en te hanteren. Als basis dienden de Dublin-descriptoren op bachelor-niveau en dan m.n. de descriptor betreffende het thema “oordeelsvorming”: “De student is in staat om relevante gegevens te verzamelen en interpreteren (meestal op het vakgebied) met het doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaal-maatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten.” Binnen dit kader heeft het panel de volgende aspecten van de eindwerkstukken beoordeeld: -
Aanleiding tot het onderwerp Relevantie voor het vakgebied Maatschappelijke relevantie, inclusief kostenoverwegingen Relevantie voor patiëntengroep Samenvatting Opbouw Methodologie Reproduceerbaarheid Plagiaat Kwantiteit Inhoudelijke verdieping Betrouwbaarheid Taalgebruik Logica in beredenering Kwaliteit van vraagstelling, discussie en conclusie Individuele bijdrage van de student
Het panel heeft bij zijn beoordeling van de afstudeerwerkstukken de volgende beoordelingsschaal gehanteerd: O (onvoldoende) – M (matig) – V (voldoende) – G (goed) – U (uitmuntend).
pagina 19
NVAO | Rapport van bevindingen NVAO-panel aanvullende beoordeling afstudeerwerken THIM | 22 november 2012 |
Bijlage 5: Programma locatiebezoek Aanvullende NVAO-beoordeling afstudeerwerk Hogeschool THIM Hbo-bacheloropleiding Opleiding tot Fysiotherapeut Instelling: Hogeschool voor Fysiotherapie Thim van der Laan te Nieuwegein Programma locatiebezoek op 7 november 2012
Locatie:
pagina 20
Newtonbaan 6-8, Nieuwegein (werkkamer in gebouw nummer 5)
08.45u - 09.00u
Ontvangst en kennismaking - Andre an Haack (coördinator) en Jeroen van der Laan (directeur)
09.00u - 09.15u
Korte rondleiding - Jeroen van der Laan
09.15u - 10.45u
Intern voorbereidend overleg NVAO-panel
10.45u - 11.15u
Sessie 1 - gesprek met opleidingsmanagement en directie - Andre an Haack en Jeroen van der Laan
11.30u - 12.15u
Sessie 2 - gesprek met 6 afstudeerders - Meerten Dekker, Karlijn van Leeuwen, Marlous Vlemmix, Danielle Schaap, Eric Vrolijk, Mark Milius ( Reserve Patricia Tetteroo)
12.30u - 13.15u
Lunch (besloten)
13.15u - 14.00u
Sessie 3 - gesprek met 3 begeleiders en 3 beoordelaars - Eelko Barnhoorn, Marijn Post, Lotte Wevers (begeleiders), - Wim Jansen, Reinko Kuipers en Marijn Ulrich (beoordelaars)
14.15u - 15.00u
Sessie 4 - gesprek met leden Examencommissie - Ronald van Eck (intern lid EC), Ad Zuidgeest en Lea Oudmaijer (externe leden EC)
15.15u - 15.30u
Sessie 5 – gesprek met opleidingsmanagement en directie - Andre an Haack en Jeroen van der Laan
15.30u - 16.15u
Paneloverleg (besloten) - (voorlopige) oordeelsvorming
NVAO | Rapport van bevindingen NVAO-panel aanvullende beoordeling afstudeerwerken THIM | 22 november 2012 |
Bijlage 6: Overzicht bestudeerde documentatie
Het panel heeft bij zijn activiteiten de beschikking gekregen over de volgende aangeleverde c.q. ter inzage gekregen documentatie: a)
Aangeleverd
*
Informatiedossier d.d. 15 september 2012 met als onderdelen: - Procesbeschrijving afstudeerwerkstuk - Lijst afstudeerwerkstukken 2011-2012 - Examencommissie / Thim is getoetst - Beoordelingsformulier afstudeerwerkstuk - FOR beoordeling fase 6 scriptie totaal - Thim is kritisch (zelfevaluatie augustus 2011) - Toetsen en Beoordelen in Share - Handboek klinische fase herzien augustus 2011 - FOR Maandelijks beoordelingsformulier stage - FOR Stagebeoordeling - Afstemming landelijke toetsing en borging eindniveau
*
De 30 scripties van de Lijst afstudeerwerkstukken 2011-2012 zowel in gedrukte als in elektronische vorm
*
De bij de scripties behorende ingevulde beoordelingsformulieren
b)
Ter inzage tijdens locatiebezoek
- Portfolio’s van afgestudeerde studenten - Elektronische leeromgeving
pagina 21
NVAO | Rapport van bevindingen NVAO-panel aanvullende beoordeling afstudeerwerken THIM | 22 november 2012 |
Het rapport van bevindingen van het ‘panel voor de aanvullende beoordeling afstudeerwerken Hogeschool Thim van der Laan’ is tot stand gekomen in opdracht van de NVAO met het oog op de afhandeling van de accreditatieaanvraag van deze hogeschool voor de hbobacheloropleiding tot fysiotherapeut (000100).
Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) Parkstraat 28 Postbus 85498 | 2508 CD DEN HAAG T 31 70 312 23 30 F 31 70 312 23 01 E
[email protected] W www.nvao.net
Dossiernummer: 000100
pagina 22
NVAO | Rapport van bevindingen NVAO-panel aanvullende beoordeling afstudeerwerken THIM | 22 november 2012 |