RAPPORT VAN BEVINDINGEN
KWALITEITSONDERZOEK BIJ AURUM COLLEGE, VSO, CLUSTER 4
Plaats: Lelystad BRIN-nummer: 23HU Onderzoek uitgevoerd op: 26 mei 2010 Conceptrapport verzonden op: 27 augustus 2010, H2948252 Rapport vastgesteld te Utrecht op: 11 oktober 2010, H2985364
HB2742988/12
Pagina 2 van 13
1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 26 mei 2010 een onderzoek uitgevoerd op het Aurum College, vso, cluster 4, havo/vwo om na te gaan of er sprake is van tekortkomingen in de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende.
Het Aurum College bestaat sinds 1 augustus 2008. De inspectie heeft nog niet eerder een kwaliteitsonderzoek op deze school uitgevoerd. Op 29 januari 2010 heeft de inspectie de school met het bevoegd gezag besproken. Naar aanleiding van dit gesprek is besloten een onderzoek uit te voeren om eventuele tekortkomingen vast te stellen. Onderzoeksopzet Met het oog op de proportionaliteit beoordeelt de inspectie bij dit kwaliteitsonderzoek alleen de normindicatoren en de indicatoren die tot de basisset behoren van de kwaliteitsaspecten uit het Toezichtkader (voortgezet) speciaal onderwijs 2005 aangevuld met kwaliteitsaspect 2 (Voorwaarden voor kwaliteitszorg), en de indicatoren 3.2 (de commissie voor de begeleiding bepaalt bij instroom het ontwikkelingspersperctief van de leerling), 3.4 (het handelingsplan maakt een functionele uitvoering van de handelingsplanning mogelijk) en 8.3 (de leraren gaan na of de leerlingen de uitleg en/of de opdrachten begrijpen). Kwaliteitsaspect 2 en de indicatoren 3.2 en 3.4 zijn op grond van bevindingen tijdens het onderzoek toegevoegd. Indicator 8.3 wordt toegevoegd vanwege het speciale onderwijsconcept van deze school waarbij de uitleg in principe digitaal gebeurt door docenten van de Wereldschool en de mentoren op het Aurum College het proces bewaken. De toegevoegde indicatoren zijn in het kwaliteitsprofiel cursief weergegeven. Naast de schoolgids en het schoolplan zijn voorafgaand aan het onderzoek de volgende documenten opgestuurd: • een document over de zorgstructuur van het Aurum College; • een overzicht van de ontwikkelingen voor de komende vier jaar. De inspectie heeft bij haar analyse van de kwaliteit van het onderwijs op het Aurum College van deze documenten gebruik gemaakt. Er waren geen recente zelfevaluaties die aanleiding gaven om beoordeling van indicatoren over te nemen. Tijdens het bezoek heeft de inspectie de volgende activiteiten uitgevoerd: • Dossiers en individuele handelingsplannen bestudeerd. • Gesprekken gevoerd met de locatiedirecteur, met een delegatie van leraren en met een groep leerlingen. • Een gesprek gevoerd met leden van de commissie voor de begeleiding (CvB) in dit geval: de afdelingsleider, een psycholoog en de directeur. • Lessen geobserveerd. Bij het eindgesprek ten behoeve van de terugkoppeling van de bevindingen was een vertegenwoordiger van het bevoegd gezag aanwezig.
Pagina 3 van 13
Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs 2005. Dit document is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin tekortkomingen worden toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.
Pagina 4 van 13
2. BEVINDINGEN Aurum College 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader (voortgezet) speciaal onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Legenda: 1. 2. 3. 4. 5.
slecht onvoldoende voldoende goed niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten)
Cyclisch proces kwaliteitszorg 1 1.1 De school heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 1.2 De school hanteert een onderwijsconcept dat aansluit bij haar leerlingenpopulatie. 1.3 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten. 1.4 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. 1.5 De school evalueert regelmatig de leerlingenzorg. 1.6 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 1.7 De school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen en de leerlingenzorg. 1.8 De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit van haar onderwijs.
2
3
4
3
4
• • • • • • • •
Voorwaarden kwaliteitszorg 1 2.1 De schoolleiding stuurt de kwaliteitszorg aan. 2.2 De kwaliteitszorg is verbonden met de visie op leren en onderwijzen en de leerlingenzorg zoals geformuleerd in het schoolplan. 2.3 De schoolleiding zorgt voor een professionele schoolcultuur. 2.4 Bij de zorg voor kwaliteit zijn personeel, directie, leerlingen, ouders/verzorgers en bestuur betrokken.
Pagina 5 van 13
2
• •
• •
Systeem van leerlingenzorg 1 3.1 De commissie voor de begeleiding bepaalt de onderwijsrelevante beginsituatie van de leerlingen. 3.2 De commissie voor de begeleiding bepaalt bij instroom het ontwikkelingsperspectief van de leerling. 3.3 De school stelt een handelingsplan vast in overeenstemming met de ouders. 3.4 Het handelingsplan maakt een functionele uitvoering van de handelingsplanning mogelijk. 3.5 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de vorderingen en ontwikkeling van de leerlingen. 3.8 De commissie voor de begeleiding evalueert de uitvoering van het handelingsplan.
2
3
4
•
• •
• • •
Functionaliteit handelingsplanning 1 4.1 De leerinhouden komen overeen met de afspraken in de documenten voor handelingsplanning.
2
3
4
3
4
•
Leerstofaanbod 1 5.1 De school hanteert een leerstofaanbod voor de schoolse vakken. 5.4 Het leerstofaanbod sluit aan op het uitstroomperspectief van de leerlingen. 5.5 Het leerstofaanbod maakt het mogelijk gericht in te spelen op verschillen tussen leerlingen.
2 •
• •
Onderwijstijd 1 6.2 De verdeling van de tijd over de vakken past bij het uitstroomperspectief van de leerlingen. 6.3 De teamleden maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. 6.4 De school stemt de hoeveelheid tijd af op de onderwijsbehoeften van (individuele) leerlingen.
2
3
4
• • •
(Ortho)pedagogisch handelen 1
2
7.2 De teamleden gaan op een respectvolle wijze met de leerlingen om. 7.4 De teamleden handhaven de gedragsregels. 7.6 De teamleden stemmen hun (ortho)pedagogisch handelen af op de onderwijsbehoeften van de leerlingen.
3 • •
4
•
(Ortho)didactisch handelen 1 8.2 De leraren leggen duidelijk uit. 8.3 De leraren gaan na of de leerlingen de uitleg en/of de opdrachten begrijpen. 8.4 De leraren stimuleren de leerlingen tot denken. 8.5 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 8.7 De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de onderwijsbehoeften van de leerling.
Pagina 6 van 13
2 •
3
• • • •
4
Actieve en zelfstandige rol leerlingen 1
2
9.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. 9.2 De leerlingen krijgen inzicht in hun leer- en ontwikkelingsproces. 9.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun leerproces, die past bij hun ontwikkelingsniveau.
3 • •
4
•
Schoolklimaat 1 10.1 De school heeft inzicht in de beleving van de sociale veiligheid door leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op school voordoen. 10.2 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen van incidenten in en om de school. 10.3 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op afhandeling van incidenten in en om de school. 10.4 De leerlingen en de teamleden voelen zich aantoonbaar veilig op school.
2
3
4
• • • •
Opbrengsten 1
2
3
4
11.4 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingen mag worden verwacht.
5 •
Wet- en regelgeving De school heeft de vastgestelde schoolgids aan de inspectie toegestuurd (WEC, artikel 27). De school heeft het vastgestelde schoolplan aan de inspectie toegestuurd (WEC, artikel 27). De onderwijstijd voldoet aan de wettelijke voorschriften (WEC, artikel 11).
Pagina 7 van 13
ja •
nee
• •
2.2 Beschouwing Context Het Aurum College is in augustus 2008 gestart. De school biedt havo en vwo aan voor cluster 4 leerlingen met internaliserende gedragsproblemen. Zij werkt samen met de Wereldschool volgens het principe dat de leerlingen van het Aurum College de schoolvakken volgen met lesmateriaal, toetsen en opdrachten voor werkstukken van de Wereldschool. Vakdocenten van de Wereldschool zijn via internet vraagbaak voor de leerlingen en de mentoren. Bij het lesmateriaal levert de Wereldschool lesbrieven waarin de planning en uitleg voor de te maken lesstof wordt beschreven. De docenten van de Wereldschool corrigeren gemaakte werkstukken en toetsen en voorzien het aangeleverde werk van commentaar. De mentor in de klas begeleidt dit proces, helpt de leerlingen op weg en stuurt aan waar nodig. De mentor is geen vakdocent. Voor gymnastiek en techniek gaan de leerlingen naar een vakdocent. Eén docent met kennis van de vakken natuurkunde, scheikunde en wiskunde helpt de leerlingen met deze vakken. Het Aurum College biedt door deze werkwijze in feite afstandsonderwijs met een mentoraatsysteem. Het streven is om met dit systeem rekening te houden met verschillen in tempo en behoefte aan uitleg bij de leerlingen. Er zijn op het moment honderd leerlingen op de school ingeschreven. De school is in één schooljaar met vijftig leerlingen gegroeid. Algemeen beeld De inspectie stelt vast dat er tekortkomingen zijn bij de leerlingenzorg, de kwaliteitszorg en het onderwijsleerproces. Zij beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs op het Aurum College als zwak. Voor wat betreft de leerlingenzorg stelt de inspectie vast dat de school op twee van de vier normindicatoren onvoldoende kwaliteit levert. De school maakt daarmee onvoldoende zichtbaar dat zij systematisch zorgt voor optimale ontwikkeling van de leerlingen. Ook met haar kwaliteitszorg maakt de school onvoldoende zichtbaar dat zij systematisch en volgens een cyclisch proces werkt aan de kwaliteit van het onderwijs. Bij het leerproces stelt de inspectie vast dat de school haar onderwijs aanbiedt in samenwerking met de Wereldschool, maar dat zij de kwaliteit van het didactisch proces onvoldoende ondersteunt. Er is één docent die alle leerlingen inhoudelijk ondersteunt bij de vakken natuurkunde, scheikunde en wiskunde. Voor de overige vakken zijn er onvoldoende mogelijkheden voor integrale uitleg bij een leerdoel. De mentoren vervullen vooral een administratief-organisatorische rol in het leerproces van de leerlingen. Zij zorgen ervoor dat de leerlingen betrokken blijven bij hun werk en gaan na of zij de opdrachten kunnen maken. Er is sprake van orde en rust op het Aurum College en de leerlingen werken taakgericht aan hun opdrachten. De inspectie signaleert tekortkomingen in de naleving van wet- en regelgeving voor wat betreft de onderwijstijd, de onderwijsinhoud en het vragen van een vrijwillige ouderbijdrage voor boekengeld. Toelichting Het systeem van leerlingenzorg en de functionaliteit van de handelingsplanning Het systeem van leerlingenzorg voldoet deels aan de kwaliteitseisen die daaraan gesteld worden. De school besteedt aandacht aan de beginsituatie van de leerlingen en zij stelt twee keer per jaar voor alle leerlingen het handelingsplan vast. De ouders/verzorgers worden daarbij betrokken.
Pagina 8 van 13
Het systeem van leerlingenzorg heeft ook een aantal zwakke punten, namelijk het geformuleerde ontwikkelingsperspectief in het handelingsplan geeft weinig informatie over het traject dat de leerling zal volgen en vormt daardoor nauwelijks een basis voor de handelingsplanning. De inspectie stelt ook vast dat de school de ontwikkeling van de leerlingen onvoldoende volgt en dat de evaluatie van de uitvoering van de handelingsplannen tekort schiet. Voor wat betreft het volgen van de ontwikkeling van de leerlingen stelt de inspectie vast dat de school de leerprestaties van de leerlingen consequent volgt via de toetsen van de Wereldschool. Echter, voor het volgen van de sociaal-emotionele ontwikkeling gebruikt de school niet systematisch een daarvoor bestemd instrument. Dit heeft gevolgen voor de kwaliteit van de hulp die zij kan bieden voor de sociaal-emotionele ontwikkeling omdat zij de hulp niet kan laten aansluiten op problemen die met het instrument zijn gesignaleerd. De inspectie stelt ook vast dat de school de sociaal-emotionele ontwikkeling niet systematisch stimuleert waarbij zij gebruik maakt van een methode of een leerlijn. Voor wat betreft de evaluatie van de uitvoering van de handelingsplanning stelt de inspectie vast dat de school (de CvB) onvoldoende zichtbaar maakt dat zij bij de vaststelling van de vorderingen nagaat in hoeverre deze volgens verwachting zijn. Zij spreekt zich ook niet uit over de mate waarin het handelingsplan en de uitvoering daarvan hebben bijgedragen aan de verdere ontwikkeling van de leerling. In het verlengde hiervan stelt de inspectie vast dat de school (de CvB) ook niet duidelijk maakt welke consequenties de vorderingen van de leerling hebben voor het vervolg van het onderwijs dat nodig is om de leerling het komende jaar vooruitgang te laten boeken. Dit is wel de wettelijke taak van de commissie voor de begeleiding (CvB). Een gebrekkige evaluatie kan het onderwijs aan de leerling in negatieve zin beïnvloeden. De inspectie beoordeelt de functionele uitvoering van de handelingsplannen als onvoldoende omdat de leerinhouden voor met name de sociaal-emotionele ontwikkeling nauwelijks beschreven zijn in het handelingsplan. De aan te bieden leerinhouden voor de cognitieve vakken zijn voor de leerlingen in de bovenbouw indirect af te leiden bij de vermelde uitstroomrichting en de te behalen (deel)certificaten. Daarnaast werken de leerlingen met een individuele dag- of weekplanning die de mentor opstelt aan de hand van de geplande deelcertificaten. Daarmee bewaakt de school dat de leerinhouden en het werktempo overeenkomen met de planning voor de deelcertificaten. De streefdoelen bij de sociaalemotionele ontwikkeling echter zijn onvoldoende concreet en meetbaar beschreven. Ze worden bovendien niet consequent gerelateerd aan de geïndiceerde problemen. Bij gebrek aan concrete leerdoelen en duidelijke leerinhouden voor de sociale en emotionele ontwikkeling kan de school niet zichtbaar maken dat de afspraken over de stimulering van sociale en emotionele vaardigheden worden nageleefd. Kwaliteitszorg en voorwaarden voor kwaliteitszorg De school maakt niet zichtbaar dat zij systematisch en volgens een cyclisch proces werkt aan de kwaliteit van het onderwijs. Er ontbreekt naar het oordeel van de inspectie een onderwijskundig beleid dat nadrukkelijk uitgaat van de onderwijskundige en pedagogische behoeften van de leerlingenpopulatie. Daarvoor ontbreekt een analyse van de samenstelling van de daadwerkelijke leerlingenpopulatie voor wat betreft de onderwijskundige en pedagogische behoeften. Zonder deze analyse is het voor de school niet mogelijk om verantwoorde keuzen te maken voor het onderwijsleerproces. Vervolgens beschikt de school niet over systematische zelfevaluaties van het leerproces, de leerlingenzorg en de opbrengsten waaruit de behoefte aan verbeteracties of de wenselijkheid van borgen van huidige werkwijzen blijkt.
Pagina 9 van 13
Er zijn verbeteractiviteiten gestart, maar de streefdoelen en de wijze waarop de school werkt aan de verbeteractiviteiten zijn vaak onvoldoende beschreven. Dit betekent dat de school niet zichtbaar maakt dat zij planmatig werkt aan het realiseren van de verbeteractiviteiten. Enkele gemaakte afspraken over de werkwijze bij het onderwijsleerproces en de leerlingenzorg worden vastgelegd en deels verwerkt in modelformulieren. Dit gebeurt echter nog onvoldoende systematisch. De directie bewaakt bovendien onvoldoende of alle teamleden handelen conform de afspraken. De school rapporteert in de schoolgids en in andere beleidsdocumenten onvoldoende over de resultaten van verbeteractiviteiten. Voor wat betreft de voorwaarden voor kwaliteitszorg stelt de inspectie vast dat de directie de teamleden stimuleert om te werken aan kwaliteitsverbetering. Dit gebeurt echter nog weinig beleidsmatig. De gemaakte keuzen en gewenste effecten worden namelijk niet verantwoord en de werkwijze en taakverdeling worden niet systematisch vastgelegd. De sterke en zwakke punten van de school en verbeteractiviteiten waar zij aan werkt, zijn niet geïnventariseerd. Positief is dat de teamleden regelmatig intervisiegesprekken hebben waarmee het eenduidig handelen wordt gestimuleerd. Onderwijsleerproces Bij het onderwijsleerproces is het (ortho)pedagogisch handelen van voldoende niveau. De leerlingen werken taakgericht aan hun opdrachten. De benutting van de onderwijstijd en het (ortho)didactisch handelen zijn verbeterpunten. De inspectie stelt tevens vast dat de school geen muzieklessen verzorgt. De school heeft nog geen duidelijke inhoud gegeven aan het vak techniek/tekenen. De inspectie stelt vast dat er sprake is van inefficiënt benutten van de onderwijstijd omdat de school het eten in de ochtend en de middag als onderwijstijd rekent terwijl het activiteiten zijn zonder een duidelijk onderwijskundig doel met een verantwoorde leerlijn. Het (ortho)didactisch handelen wordt overwegend als onvoldoende beoordeeld omdat door het schoolconcept er nauwelijks sprake is van een integrale uitleg bij een leerdoel. Er is bij de uitleg namelijk geen sprake van een cyclisch proces waarbij leraren een uitleg beginnen met het formuleren van het leerdoel en dit relateren aan reeds bekende kennis. De leerlingen krijgen op eigen verzoek hulp bij opdrachten via internet van de docent van de Wereldschool of van klasgenoten en in enkele gevallen van de mentor. Voor de vakken natuurkunde, scheikunde en wiskunde heeft de school wel een docent aangesteld die alle leerlingen inhoudelijk kan ondersteunen. Daar is wel sprake van een integrale uitleg. Er is sprake van verschil in niveau van het aanbod en in tempo waarin leerlingen door de leerstof (mogen) gaan. Echter, de school verantwoordt het niveau van het leerstofaanbod maar niet het tempo waarin de leerling door de leerstof gaat. De school maakt ook onvoldoende zichtbaar dat de manier waarop de leerlingen uitleg krijgen voldoet aan hun behoefte. Vanwege het gebrek aan verantwoording van de differentiatie beoordeelt de inspectie de indicator met betrekking tot de afstemming van instructie en verwerking als onvoldoende. De leerlingen krijgen voldoende ruimte om zelf verantwoordelijkheid te nemen voor het leren. Dit houdt onder meer in dat zij worden uitgedaagd om zelf een tijdsindeling te maken voor week- of dagtaken die binnen een periode gemaakt moeten worden. Zij worden, met name in de bovenbouw, ook gestimuleerd om hun vorderingen op de (deel)examens bij te houden.
Pagina 10 van 13
Schoolklimaat De school streeft naar een sociaal veilig schoolklimaat, maar doet dat onvoldoende beleidsmatig. Het feit dat zij geen systematisch aanbod voor de sociaal-emotionele ontwikkeling heeft en de ontwikkelingen van de leerlingen op dit gebied niet objectief volgt, betekent dat het onderdeel van een sociaal veiligheidsbeleid met betrekking tot het voorkomen van incidenten ontbreekt. Anderzijds geeft de school wel therapeutische hulp op het gebied van sociaal-emotionele ontwikkeling aan leerlingen waarvan blijkt dat zij dat nodig hebben. De school werkt aan een beleid voor de afhandeling van incidenten. Hiervoor zijn protocollen in ontwikkeling. Zij heeft nog geen peiling gedaan van de beleving van sociale veiligheid bij leraren en leerlingen. Leraren en leerlingen geven in een gesprek met de inspectie aan dat zij zich (sociaal) veilig voelen op school. Opbrengsten De inspectie kan de resultaten van het onderwijs niet beoordelen. Dit komt doordat de school nog niet nagaat of leerlingen zich naar verwachting ontwikkelen. Bovendien ontbreken voor de inspectie standaarden waaraan de opbrengstgegevens kunnen worden afgemeten.
Pagina 11 van 13
Pagina 12 van 13
3. TOEZICHTARRANGEMENT Belangrijke tekortkomingen in de onderwijskwaliteit De kwaliteit van het onderwijs vertoont belangrijke tekortkomingen en is als zwak beoordeeld. Om deze reden kent de Inspectie van het Onderwijs aan het Aurum College, vso, cluster 4 een aangepast arrangement toe. Het Aurum College valt onder intensief toezicht. Met het bevoegd gezag is afgesproken dat de onderwijskwaliteit in september 2011 weer van voldoende niveau is. De inspectie voert in het vierde kwartaal van 2011 opnieuw onderzoek uit om na te gaan of de tekortkomingen zijn opgeheven. In aanvulling hierop maakt de inspectie nadere afspraken met het bevoegd gezag over te bereiken tussenresultaten en eventueel tussentijdse onderzoeken naar bereikte verbeteringen. Het bevoegd gezag dient binnen zes werkweken gerekend vanaf de vaststelling van het rapport een plan van aanpak aan de inspectie te sturen. De inspectie beziet of het plan van aanpak voldoet aan de volgende kenmerken: • de voorgenomen activiteiten sluiten aan bij de geconstateerde kwaliteitsproblemen; • de activiteiten zijn voldoende concreet beschreven en gepland zodat de inspectie er in het vervolg van het toezicht op kan aansluiten; • het is aannemelijk dat het plan van aanpak leidt tot een verbetering van de geconstateerde kwaliteitsproblemen. Tekortkomingen in de naleving Er zijn tekortkomingen in de naleving van wettelijke voorschriften, namelijk: • De school verzorgt geen muzieklessen (WEC, artikel 14). • De school verzorgt minder dan het wettelijk vastgestelde minimum van 1000 uur onderwijs per schooljaar (WEC, artikel 11, 4e lid). Dit komt omdat de school in de ochtend meer pauzes binnen de onderwijstijd plant dan de vooralsnog toegestane vijftien minuten. Bij het onderwijsleerproces constateert de inspectie tevens dat er sprake is van onderbenutting van de geplande onderwijstijd, vanwege pauzes die als onderwijstijd worden gerekend. • De school vraagt ten onrechte een vrijwillige ouderbijdrage voor een boekenfonds. Om deze reden geeft de Inspectie van het Onderwijs de volgende opdracht aan het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag dient de geconstateerde tekortkomingen in de naleving van wettelijke voorschriften per 1 september 2010 op te heffen en de inspectie hierover te berichten.
Ontwikkelingen op de school met betrekking tot de opheffing van tekortkomingen Voor wat betreft de tekortkomingen in de naleving geeft het bevoegd gezag in een reactie op het conceptrapport van dit kwaliteitsonderzoek aan dat zij voor het schooljaar 2010/2011 voldoende onderwijstijd heeft gepland. Zij vermeldt tevens voornemens te zijn een leergang muziek in te voeren. De vraag aan ouders/verzorgers om een vrijwillige bijdrage voor boekengeld is uit de schoolgids gehaald.
In het vierde kwartaal van 2010 bespreekt de inspectie de ontwikkelingen rondom de naleving van de wet- en regelgeving op bovengenoemde punten met het bevoegd gezag.
Pagina 13 van 13