RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK P.C.B.S. MARANATHA
School Plaats BRIN-nummer Onderzoeksnummer
: : : :
p.c.b.s. Maranatha Kornhorn 05QF 55808
Datum schoolbezoek Datum vaststelling
: 8 maart 2005 : 9 mei 2005
INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING ................................................................................................... 5 2 KWALITEITSPROFIEL................................................................................... 7 3 BESCHOUWING ......................................................................................... 11 4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT................................................................. 15
PKO rapport p.c.b.s. Maranatha, 8 maart 2005
3
1 INLEIDING
Op 8 maart 2005 bezocht de Inspectie van het Onderwijs p.c.b.s. Maranatha in het kader van een pilot periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO). Daarbij heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de kernindicatoren van een aantal kwaliteitsaspecten, op grond van het door de inspectie gehanteerde concept van het nieuwe waarderingskader. Bij dit PKO doet de inspectie onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs door zich te richten op de kern van goed onderwijs op de school. Het gaat hierbij om kernindicatoren die betrekking hebben op kwaliteitszorg, leerstofaanbod, onderwijstijd, onderwijsleerproces (pedagogisch handelen, didactisch handelen, afstemming, actieve rol leerlingen), sfeer, leerlingenzorg en opbrengsten. Op grond van het kwaliteitsoordeel dat bij een vorig inspectiebezoek is gegeven of op basis van de informatie die door de school is toegestuurd, kan de inspectie besluiten om bij bepaalde kwaliteitsaspecten niet alleen de kwaliteit van de kernindicatoren te onderzoeken maar alle indicatoren die betrekking hebben op dat kwaliteitsaspect. Dit is bij uw school niet aan de orde geweest. Indien de school over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende valide en betrouwbare gegevens heeft verzameld in het kader van zelfevaluatie kan in overleg tussen school en inspectie besloten worden om de oordelen uit de zelfevaluatie alleen te verifiëren. Zo sluit de inspectie niet alleen aan bij de specifieke situatie van de school, maar wordt de school bovendien niet onnodig belast. Uw school heeft naast de schoolgids en het schoolplan relevante documenten ingestuurd die op uw zelfevaluatie-activiteiten betrekking hebben: • • •
ouderenquête 2003; enquête personeel 2003 als onderdeel van kwaliteitsmeter; protocol vroegtijdige signalering van leesproblemen en dyslexie.
De opzet van het onderzoek Het periodiek kwaliteitsonderzoek bestond uit de volgende activiteiten. 1. Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. 2. Analyse van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd. 3. Schoolbezoek waarbij in alle groepen van de school de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Deze lesbezoeken vonden plaats in de groepen 1/2, 3/4, 5/6 en 7/8. 4. Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de kernindicatoren gesprekken gevoerd met de directie, de interne begeleider en het team. PKO rapport p.c.b.s. Maranatha, 8 maart 2005
5
5. Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de kwaliteitsoordelen en de conclusies van het schoolbezoek besproken met directie en team. Daarbij was een vertegenwoordiging van het bevoegd gezag aanwezig. De inhoud van het rapport. Het onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs levert een kwaliteitsprofiel van de school op (hoofdstuk 2). In hoofdstuk 3 wordt een beschouwing gegeven over de geconstateerde kwaliteit en wordt deze onder andere bezien in relatie tot de context of uitgangssituatie van de school. In hoofdstuk 4 is het vervolgtoezicht aangegeven en worden, indien noodzakelijk, aanwijzingen vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet.
PKO rapport p.c.b.s. Maranatha, 8 maart 2005
6
2 KWALITEITSPROFIEL
Het kwaliteitsprofiel geeft een overzicht van de waarderingen die de inspectie heeft toegekend aan kernindicatoren die betrekking hebben op de belangrijke kenmerken van goed onderwijs. In de waardering is tot uitdrukking gebracht in welke mate de indicatoren bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs: 1. 2. 3. 4. 5.
draagt niet of nauwelijks bij; draagt onvoldoende bij; draagt voldoende bij; draagt in hoge mate bij; niet te beoordelen.
In het kader van dit onderzoek is de inspectie nog niet in staat om een gefundeerd oordeel te geven over de sfeer op school. Adequate inspectieinstrumenten ontbreken daartoe op dit moment. Op grond van de gegevens uit de ouderenquête die door de school in 2003 is afgenomen, heeft de inspectie de indicator die de betrokkenheid van de ouders bij de school aangeeft echter wel (positief) gewaardeerd. Kwaliteitsaspect: Kwaliteitszorg 1.3 De school evalueert systematisch de kwaliteit van leren, onderwijzen en begeleiden. 1.5 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 1.7 De school borgt de kwaliteit van het toetssysteem.
Kwaliteitsaspect: Leerstofaanbod 3.1 Het feitelijke leerstofaanbod is dekkend voor de kerndoelen. 3.4 Het leerstofaanbod wordt aangeboden tot en met het niveau van groep 8. 3.6 Het leerstofaanbod maakt afstemming mogelijk op de onderwijsbehoeften van individuele leerlingen. 3.8 De school heeft een leerstofaanbod bij Nederlandse taal dat past bij de onderwijsbehoeften van taalzwakke leerlingen.
PKO rapport p.c.b.s. Maranatha, 8 maart 2005
1
2
3
4
l l l
1
2 l
3
4
l l l
7
Kwaliteitsaspect: Tijd 4.1 De geplande onderwijstijd voldoet aan de wettelijke vereisten. 4.5 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. 4.6 De school varieert de hoeveelheid tijd voor leren en onderwijzen bij Nederlandse taal en rekenen en wiskunde, afhankelijk van de onderwijsbehoeften van leerlingen.
Kwaliteitsaspect: Pedagogisch handelen 5.2 De leraren gaan op een respectvolle wijze met de leerlingen om.
Kwaliteitsaspect: Didactisch handelen 6.1 De leraren realiseren een productieve werksfeer. 6.3 De leraren geven een duidelijke uitleg.
Kwaliteitsaspect: Afstemming 7.1 De leraren bepalen systematisch de vorderingen van hun leerlingen. 7.3 De leraren stemmen de instructie af op de verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 7.4 De leraren stemmen de verwerking af op de verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
Kwaliteitsaspect: Actieve en zelfstandige rol leerlingen 8.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de lessen. 8.4 De leerlingen leren verschillende leerstrategieën te gebruiken.
Kwaliteitsaspect: Sfeer op school 9.3 De ouders tonen zich betrokken bij de school. 9.5 De leerlingen en het personeel voelen zich veilig op school.
PKO rapport p.c.b.s. Maranatha, 8 maart 2005
1
2
3
4
l l l
1
2
3
4
l
1
2
3 l l
4
1
2
3
4
l l l
1
2
3 l l
4
1
2
3 l
4
8
Kwaliteitsaspect: Begeleiding 10.1 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
Kwaliteitsaspect: Zorg
12.1 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 12.2 De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 12.4 De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.
PKO rapport p.c.b.s. Maranatha, 8 maart 2005
2
3
4
l
1
11.2 De school analyseert de aard van de zorg die de zorgleerlingen nodig hebben, op basis van de verzamelde gegevens. 11.3 De school voert de zorg planmatig uit.
Kwaliteitsaspect: Opbrengsten
1
2
3
4
l l
1
2
3
4
5
l
l l
9
3 BESCHOUWING
In dit hoofdstuk wordt een beschouwing gegeven over de kwaliteit van het onderwijs op de school. De inspectie typeert de school, geeft aan welke ontwikkeling de school doormaakt, legt zo mogelijk verbanden tussen de kernindicatoren en geeft de relatie aan met de uitgangspositie van de school. Uitgangssituatie De Maranathaschool in Kornhorn is samen met zes andere christelijke basisscholen aangesloten bij De Vereniging voor Christelijk Basisonderwijs in de gemeente Grootegast. Eén van de zeven schooldirecteuren is verantwoordelijk voor het bovenschools management. Het leerlingenaantal lag op de teldatum in 2004 op 90. Slechts enkele leerlingen hebben een extra gewicht voor de formatie onder wie twee leerlingen met een Leerlinggebonden Financiering. Naast directietaken en een lesgevende taak, begeleidt de directeur dit schooljaar een nieuwe collega-directeur van een andere school uit de vereniging. Twee leraren zijn met langdurig ziekteverlof. Doordat de school beschikt over goede vervanging heeft dit geen negatieve consequenties. Onlangs heeft een interne verbouwing plaatsgevonden waardoor een geschikte directiekamer en personeelsruimte zijn ontstaan. Tijdens de verbouwing zijn de kleuters voor de gymnastieklessen enkele maanden uitgeweken naar de plaatselijke gymnastiekruimte, omdat het eigen speellokaal niet beschikbaar was. Op initiatief van de gemeente gaat de school samen met de andere basisscholen in de gemeente werken aan een taalbeleidsplan. Eerdere inspectiebezoeken In 2000 (integraal schooltoezicht) en 2003 (jaarlijks toezicht) heeft de inspectie de school bezocht. In 2000 constateerde de inspectie dat het onderwijsleerproces op de Maranathaschool overwegend sterke punten kende. Ook de leerresultaten van de leerlingen waren van voldoende niveau. Wel zijn toen enkele knelpunten geconstateerd bij het leerstofaanbod en het werken met ICT. De school beschikte nog niet over een aanbod voor begrijpend lezen dat voldeed aan de kerndoelen en een ICT-plan. In 2003 constateerde de inspectie dat de school niet in voldoende mate gericht werkte aan de verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs. De leerresultaten van de leerlingen waren evenals in 2000 van voldoende niveau. Wel bleken de resultaten op tussentijdse toetsen voor technisch lezen in groep 3 en 4 en voor rekenen in groep 6 onvoldoende te zijn. De resultaten voor begrijpend lezen groep 6 waren niet te waarderen daar de school voor dit onderdeel nog geen gebruik maakte van een methodeonafhankelijke toets. De school weet de onvoldoende prestaties bij het lezen in de groepen 3 en 4 aan de thuissituatie en de resultaten van groep 6 aan de samenstelling van de groep, die bestond uit overwegend zwakke presteerders.
PKO rapport p.c.b.s. Maranatha, 8 maart 2005
11
In 2004 heeft de inspectie een jaarlijks onderzoek gedaan naar uitsluitend de leerresultaten van de leerlingen. Destijds is een verbetering geconstateerd bij de resultaten voor het lezen in de groepen 3 en 4. De eindresultaten in 2004 waren wederom van voldoende niveau. Toelichting op het kwaliteitsprofiel · Kwaliteitszorg Voor wat de betreft de kwaliteitszorg is ten opzichte van het jaarlijks onderzoek in 2003 geen verbetering te constateren; de planning voor het huidige schooljaar geeft in grote lijnen de verbeteronderwerpen aan. De te bereiken doelen zijn niet 'smart' omschreven. Ook evalueert de school de kwaliteit van haar onderwijs en leren en van haar opbrengsten nog niet systematisch. De school heeft hier wel een begin mee gemaakt. Maar doordat het instrument waar de school mee werkte niet aan de verwachtingen voldoet, is de school hiermee gestopt en bezint zij zich op een eventuele andere werkwijze (ander instrument). Ondanks dat het planmatige karakter nog ontbreekt, werkt de school wel degelijk aan verbeteringen van haar onderwijs. Zo heeft zij door het invoeren van een nieuwe taalmethode, het tutorlezen en het werken volgens een protocol voor leesbegeleiding en dyslexie de resultaten van het lezen verbeterd. Voor het tutorlezen heeft het team begeleiding gehad van de onderwijsbegeleidingsdienst. Leerlingen van groep 3 en 4 lezen met een ouder. De school besteedt aandacht aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen en pestgedrag. Het team bemerkt een toenemend negatief gedrag van leerlingen onder elkaar. Om deze reden bezint de school zich op haar methode voor de sociaal-emotioneel ontwikkeling, herziet zij de schoolregels en probeert door nieuwe klassenregels een positieve mentaliteitsverandering teweeg te brengen. Voor de ICT-lessen beschikt de school inmiddels over vatsgelegde leerlijnen en is een apart computerlokaal ingericht. In 2001 heeft de school een natuurgebied van Staatsbosbeheer geadopteerd. Van dit gebied maakt de school gebruik voor haar natuur-en milieuonderwijs. Het afgelopen schooljaar is in een projectbeschrijving onder andere een lessenschema voor deze lessen vastgelegd. De kwaliteit van de toetsing heeft de school voldoende gewaarborgd doordat zij gebruik maakt van een landelijk genormeerde eindtoets. Gedurende de schoolloopbaan maakt de school gebruik van zowel methodegebonden als methodeonafhankelijke toetsen en observatie-instrumenten. Ook voor de leerlingen van groep 1 en 2 worden genormeerde toetsen gebruikt voor de wiskundige oriëntatie en de taalontwikkeling. Ten opzichte van eerdere inspectiebezoeken is een verbetering waar te nemen bij begrijpend lezen omdat de school hiervoor nu ook een methodeonafhankelijke toets gebruikt.
PKO rapport p.c.b.s. Maranatha, 8 maart 2005
12
· Leerstofaanbod De school hanteert eigentijdse materialen en methoden waarmee de kerndoelen voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde worden gerealiseerd. Dit biedt voldoende waarborg dat leerlingen adequaat worden voorbereid op het vervolgonderwijs. Voor begrijpend lezen beschikt de school sinds dit jaar over een methode die voldoet aan de kerndoelen. Bij de implementatie van de methode heeft de school er echter voor gekozen om dit eerste jaar deel 5 te gebruiken voor de combinatiegroep 5/6 en deel 7 voor de combinatiegroep 7/8. Dit betekent dat het feitelijke aanbod voor de groepen 6 en 8 niet voldoet aan de kerndoelen, hetgeen tevens impliceert dat het leerstofaanbod voor begrijpend lezen dit schooljaar nog niet wordt aangeboden tot en met het niveau van groep 8. Om deze redenen zijn de indicatoren 3.1 en 3.2 als onvoldoende gewaardeerd. · Tijd De school heeft voldoende onderwijstijd gepland. Zowel de groepen 1 tot en met 4 als de groepen 5 tot en met 8 voldoen aan het wettelijke minimumaantal uren van respectievelijk 3520 en 4000 uren. Om de resultaten van de leerlingen voor lezen te verbeteren, heeft de school naast extra aanbod in de vorm van onder andere een spel- en boekenplan, ook extra tijd voor lezen gepland. Vanaf groep 4 krijgen de leerlingen tweewekelijks een woordpakket mee naar huis. Voor de leerlingen van de groepen 5 tot en met 8 wordt incidenteel huiswerk meegegeven. Daarnaast krijgen leerlingen die moeite hebben met rekenen, taal of lezen in overleg met de ouders werk mee naar huis. De school voorziet in een zorgvuldige registratie van schoolverzuim. Hierdoor voorkomt zij het onnodig verloren gaan van onderwijstijd van individuele leerlingen. · Pedagogisch en didactisch handelen Uit de geobserveerde lessen komt naar voren dat de werkomstandigheden in de klassen ordelijk zijn en dat leerlingen geconcentreerd werken. De uitleg door de leraren is duidelijk, beknopt en doelmatig. Wel kunnen sommige leraren meer aandacht besteden aan het voor leerlingen verduidelijken van het doel van de les, aan het activeren van voorkennis en aan een duidelijke afsluiting. Leraren gaan op een respectvolle wijze met leerlingen om. De leerlingen tonen over het geheel genomen voldoende betrokkenheid bij de activiteiten en werken gericht aan hun opdrachten. · Afstemming De leraren bepalen systematisch, met behulp van methodegebonden en methodeonafhankelijke toetsen de vorderingen van de leerlingen. De toetsgegevens zijn toegankelijk vastgelegd. Tijdens de lessen wordt door het geven van bijvoorbeeld extra instructie ingespeeld op verschillen tussen de leerlingen. Bij de verwerking is sprake van differentiatie door het aanbieden van extra stof vanuit de methoden en andere materialen. Door het zelfstandig werken is er de mogelijkheid te differentiëren in werktempo. Bij het zelfstandig werken gebruiken de leerlingen dag- of weektaken. In de kleutergroepen wordt gewerkt met een planbord.
PKO rapport p.c.b.s. Maranatha, 8 maart 2005
13
· Zorg en begeleiding Op p.c.b.s. Maranatha is de zorg en begeleiding structureel georganiseerd. De school heeft haar afspraken en werkwijze met betrekking tot de begeleiding van (zorg)leerlingen vastgelegd in een zorgprofiel. De school beschikt over een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. Naar aanleiding van dagelijkse observaties en de gegevens uit het leerlingvolgsysteem probeert de school problemen bij leerlingen vroegtijdig te signaleren. Deze leerlingen worden vervolgens besproken tijdens zorgvergaderingen. Indien nodig wordt een handelingsplan opgesteld. De school maakt hiervoor gebruik van correcte modelformulieren die concreet en volledig worden ingevuld. Als uitgangspunt hanteert de school dat de eigen groepsleraar in eerste instantie de leerling binnen de klas de benodigde extra aandacht biedt. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat de remedial teacher tijdelijk buiten het klassenverband een leerling begeleid. · De opbrengsten Voor het beoordelen van de resultaten aan het einde van de schoolperiode maakt de inspectie gebruik van gegevens van landelijk genormeerde toetsen over een periode van drie schooljaren, waarbij deze gegevens worden afgezet tegen die van scholen met een soortgelijke leerlingenpopulatie. Over een periode van drie jaar gezien liggen de resultaten rond het verwachte niveau. In 2005 blijven de resultaten achter. In 2003 constateerde de inspectie al dat deze groep (destijds groep 6) achter bleef. De maatregelen die de school heeft genomen (aanpassing tempo, leerstof, veel remedial teaching, hulpprogramma's en individuele leerlijnen) hebben echter niet geleid tot voldoende eindresultaten in 2005. Bij het bepalen van de opbrengsten gedurende de basisschool baseert de inspectie zich op scores op landelijk genormeerde toetsen voor technisch lezen in de groepen 3 en 4, rekenen en wiskunde in de groepen 4 en 6 en begrijpend lezen in groep 6. Daar drie van de vijf toetsmomenten op een voldoende niveau liggen, waardeert de inspectie de resultaten gedurende de schoolperiode eveneens als voldoende. De resultaten van begrijpend lezen groep 6 en technisch lezen groep 3 scoren nog onvoldoende. Over de vraag of leerlingen aan het einde van de basisschool sociale vaardigheden beheersen op een niveau dat mag worden verwacht, spreekt de inspectie geen oordeel uit. De school beschikt niet over genormeerde gegevens waarop een oordeel kan worden gebaseerd.
PKO rapport p.c.b.s. Maranatha, 8 maart 2005
14
4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT
Bij dit PKO heeft de inspectie ook een onderzoek gedaan naar de naleving van een aantal wettelijke voorschriften. Dit betrof in ieder geval het voldoen van de geplande onderwijstijd aan de wettelijke voorschriften en het kunnen beschikken over een door het bevoegd gezag vastgestelde schoolgids en schoolplan. Op basis van dit PKO is er geen sprake van een aanwijzing met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet. De bevindingen in dit pilotbezoek PKO leiden tot de volgende conclusie over het vervolg van het toezicht (toezichtarrangement). Het volgende bezoek van de inspectie zal plaatsvinden volgens de reguliere planning.
PKO rapport p.c.b.s. Maranatha, 8 maart 2005
15