RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK p.c.b.s. De Windroos
School Plaats BRIN-nummer Onderzoeksnummer
: : : :
p.c.b.s. De Windroos Zuidhorn 12PJ 53824
Uitvoerend inspecteur(s): Mw. I. van Ammers
Datum schoolbezoek Datum vaststelling
: 22 en 24 februari 2005 : 9 mei 2005
Handtekening eerstverantwoordelijke inspecteur:
INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING ................................................................................................... 5 2 DE UITGANGSSITUATIE.............................................................................. 7 3 HET KWALITEITSPROFIEL ........................................................................... 9 4 BESCHOUWING ......................................................................................... 11 5 VERVOLG VAN HET TOEZICHT................................................................. 17 BIJLAGE I ...................................................................................................... 19 BIJLAGE II ..................................................................................................... 23
PKO rapport p.c.b.s. De Windroos - 22 en 24 februari 2005
3
1 INLEIDING Op 22 en 24 februari 2005 bezocht de Inspectie van het Onderwijs p.c.b.s. De Windroos in het kader van een periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO). Daarbij heeft een onderzoek plaatsgevonden naar kwaliteitsaspecten, op grond van het door de inspectie gehanteerde waarderingskader. In de u toegezonden brochures 'Veranderend toezicht' en 'Toezichtkader Primair Onderwijs; inhoud en werkwijze van het inspectietoezicht conform de WOT' is dit waarderingskader alsmede de achtergronden beknopt weergegeven. Bij een PKO doet de inspectie onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs op de school. Daarbij komen alle acht kwaliteitsaspecten aan de orde: kwaliteitszorg, toetsing, leerstofaanbod, tijd, onderwijsleerproces, schoolklimaat, zorg en begeleiding en opbrengsten. Na overleg met de school, kan de inspectie specifieke accenten leggen. Bij uw school was dat niet het geval. Zoals in het toezichtkader is vastgelegd, gaat de inspectie zoveel mogelijk uit van de gegevens die de school reeds zelf over de eigen kwaliteit heeft verzameld. Zo sluit de inspectie aan bij de specifieke situatie van de school en wordt de school bovendien niet onnodig belast. Uw school heeft relevante documenten ingestuurd die op uw zelfevaluatieactiviteiten betrekking hebben, namelijk: • • • •
Kwaliteitskaarten leerlingenzorg, contacten met ouders en didactisch handelen; Beleidsonderzoek samenwerkend leren; Zorgprofiel; Doorgaande lijn in de taal-, lees- en schrijfontwikkeling van groep 1 tot en met 3.
De opzet van het onderzoek Het periodiek kwaliteitsonderzoek bestaat uit de volgende activiteiten: 1. Analyse van, indien beschikbaar, zelfevaluatiedocumenten en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd. 2. Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. 3. Schoolbezoek: a. gesprekken met de directie b. gesprekken met leraren c. gesprekken met de coördinatie leerlingenzorg d. gesprekken met leerlingen e. gesprekken met ouders f. lesbezoeken. De inhoud van het rapport Het onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs levert een kwaliteitsprofiel van de school op. Na een korte beschrijving van de uitgangssituatie van de PKO rapport p.c.b.s. De Windroos - 22 en 24 februari 2005
5
school (hoofdstuk 2), wordt in hoofdstuk 3 dat profiel in een schema op hoofdlijnen weergegeven. Dit profiel bestaat uit waarderingen die allemaal tijdens dit inspectiebezoek zijn gegeven. In hoofdstuk 4 wordt een beschouwing gegeven over de geconstateerde kwaliteit en wordt deze onder andere bezien in relatie tot de context of uitgangssituatie van de school. In hoofdstuk 5 is het vervolgtoezicht aangegeven en worden, indien noodzakelijk, aanwijzingen vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet. Bijlagen Bij het rapport zijn twee bijlagen gevoegd. Bijlage 1 geeft de waardering per kwaliteitsaspect en op de onderliggende indicatoren. Bijlage 2 beschrijft kort ieder kwaliteitsaspect.
PKO rapport p.c.b.s. De Windroos - 22 en 24 februari 2005
6
2 DE UITGANGSSITUATIE Christelijke basisschool De Windroos in Zuidhorn maakt samen met zeven andere christelijke basisscholen deel uit van De Vereniging voor Protestants Christelijk Basisonderwijs in de gemeente Zuidhorn. Het leerlingenaantal lag op de teldatum in 2004 op 195. De school kent al meerdere jaren een groei van het aantal leerlingen. Om deze reden is het gebouw verschillende malen uitgebreid. Ook op dit moment is het gebouw te klein voor het aantal leerlingen. Daarom wordt het speellokaal tevens als leslokaal gebruikt voor een kleutergroep en is groep 8 gehuisvest in een andere basisschool in het dorp. Volgend schooljaar zal daar nog een groep aan worden toegevoegd. Om het aantal leerlingen niet verder te laten groeien heeft de school een leerlingenstop. Een aanvraag voor uitbreiding van het schoolgebouw ligt bij de gemeente. De leerlingen zijn verdeeld over acht groepen. Groep 3 tot en met 8 zijn aparte groepen. Om de kleutergroepen (relatief) klein te houden heeft de school daar extra formatie ingezet en zijn de kleuters verdeeld over drie combinatiegroepen van circa 20 leerlingen. Slechts enkele leerlingen hebben een extra gewicht voor de formatie waaronder één leerling met een Leerlinggebonden Financiering. Aan de school zijn naast de directeur zestien leraren verbonden onder wie vakleraren voor creatieve handvaardigheid en gymnastiek en een conciërge.
PKO rapport p.c.b.s. De Windroos - 22 en 24 februari 2005
7
3 HET KWALITEITSPROFIEL Het kwaliteitsprofiel van p.c.b.s. De Windroos bestaat uit waarderingen die op acht kwaliteitsaspecten zijn gegeven, welke in onderstaand schema zijn weergegeven. De kwaliteit van p.c.b.s. De Windroos is beoordeeld op 8 kwaliteitsaspecten, geordend in drie domeinen te weten Zorg voor kwaliteit, Onderwijs en leren en Opbrengsten. De oordelen zijn in het onderstaande schema samengebracht. De waarderingen worden op de volgende wijze uitgedrukt: 1. Slecht
2. Onvoldoende 3. Voldoende 4. Goed 5. NTB
Voor alle of vrijwel alle indicatoren geldt dat ze niet of nauwelijks bijdragen aan het realiseren van het kwaliteitsaspect. Eén of meer normindicatoren dragen onvoldoende bij aan het realiseren van het kwaliteitsaspect. De normindicatoren dragen in voldoende mate bij aan het realiseren van het kwaliteitsaspect. De kwaliteit van sommige indicatoren kan worden verbeterd. Alle indicatoren dragen in voldoende of hoge mate bij aan het realiseren van het kwaliteitsaspect. Dit kwaliteitsaspect is niet te beoordelen.
In bijlage 1 bij het rapport is een overzicht opgenomen van alle indicatoren met de waarderingen door de inspectie. In bijlage 2 is een korte beschrijving opgenomen van ieder kwaliteitsaspect. In de eerder genoemde brochure vindt u daarover nog meer informatie.
PKO rapport p.c.b.s. De Windroos - 22 en 24 februari 2005
9
Kwaliteitsprofiel p.c.b.s. De Windroos Domein: Zorg voor kwaliteit 1. Kwaliteitszorg 2. Toetsing
Domein: Onderwijs en leren 3. Leerstofaanbod 4. Tijd 5. Onderwijsleerproces 6. Schoolklimaat 7. Zorg en begeleiding
Domein: Opbrengsten 8. Opbrengsten
PKO rapport p.c.b.s. De Windroos - 22 en 24 februari 2005
1
1
2
3 l l
4
1
2
3 l l l l l
4
4
5
2
3 l
10
4 BESCHOUWING In dit hoofdstuk wordt een beschouwing gegeven over de kwaliteit van het onderwijs op de school. De inspectie typeert de school, geeft aan welke ontwikkeling de sc hool doormaakt, legt zo mogelijk verbanden tussen de kwaliteitsaspecten en geeft de relatie aan met de uitgangspunten van de school. De inspectie heeft in december 1999 p.c.b.s. De Windroos bezocht met een Regulier Schooltoezicht. Zij heeft toen geconstateerd dat de elementen die tot de kern van goed basisonderwijs behoren in voldoende mate voorkwamen. Ook bij de Jaarlijkse Onderzoeken in 2003 en 2004 scoorde de school voldoende. Nu bij het Periodiek Kwaliteitsonderzoek 2005 constateert de inspectie dat de resultaten van de leerlingen wederom structureel op het verwachte niveau liggen en dat ook de andere zeven aspecten van voldoende niveau zijn. Kwaliteitszorg Uit gesprekken die de inspectie op school heeft gevoerd en uit documenten die zij heeft kunnen bestuderen, is gebleken dat de school beschikt over een systeem van kwaliteitszorg waarmee ze de kwaliteit bewaakt en waar nodig verbetert. Op grond van onder andere een interne sterkte-zwakte analyse en een ouderenquête heeft de school voor de komende jaren haar beleidsvoornemens geformuleerd. De voornemens zijn op globale wijze opgenomen in het schoolplan in een meerjarenplanning. Om op een systematische wijze de kwaliteit van haar opbrengsten en van het onderwijs en leren te evalueren maakt de school gebruik van een instrument met kwaliteitskaarten. Voor het huidige schooljaar heeft de school aan de hand van haar verbeteronderwerpen uit de meerjarenplanning, punten die naar voren zijn gekomen uit met name de kwaliteitskaart didactisch handelen en uit evaluatiegegevens van het jaarplan van afgelopen schooljaar, een concreet uitgewerkt jaarplan opgesteld. In het jaarplan is een duidelijk tijdpad aangegeven evenals momenten voor tussentijdse evaluatie en de eindevaluatie. Door deze wijze van werken maken de kwaliteitszorgactiviteiten deel uit van een cyclus waarbij de betrokkenheid van de ouders en het personeel gewaarborgd zijn. De leerlingen zijn hier nog niet bij betrokken. De school verantwoordt zich jaarlijks naar het bovenschools management door middel van een voortgangsgesprek en een managementrapportage. Verbeteronderwerpen waar de school aan werkt zijn onder andere het zelfstandig werken, het geven van effectieve instructie, het samenwerkend leren en de ICT. Bij het zelfstandig werken en de effectieve instructie is de school bezig met het implementatieproces. Bij het samenwerkend leren verkeert zij nog in een oriëntatiefase, waar scholing deel vanuit maakt. In het document "samenwerkend leren" heeft de directeur in het kader van haar schoolleidersopleiding het beleid omtrent samenwerkend leren op p.c.b.s. De Windroos vastgelegd.
PKO rapport p.c.b.s. De Windroos - 22 en 24 februari 2005
11
Verschillende verbeteronderwerpen vallen onder het STAP-traject (Stimulering Adaptief Proces) dat de school volgt onder begeleiding van een externe organisatie. Om ervoor te zorgen dat de onderwerpen die tijdens het STAPtraject aan de orde komen, ook daadwerkelijk in de praktijk worden gebracht, zijn de teamleden gestart met het maken van Persoonlijke Ontwikkelingsplannen (POP's). Inmiddels hebben alle teamleden een POP geschreven. Om voldoende begeleiding en feedback te krijgen in dit ontwikkelingsproces heeft de school aan het POP het "duoleren"gekoppeld; elke leraar heeft een maatje waarmee wederzijdse lesobservaties worden gedaan. Om ouders goed op de hoogte te houden van de ontwikkelingen die deel uit maken van het traject, maakt de informatievoorziening naar de ouders toe, expliciet deel uit van het STAP-traject. De doelen die de school zichzelf stelt voor onderwijs en leren en voor voorzieningen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften heeft zij onder andere vastgelegd in respectievelijk het schoolplan en het zorgprofiel. Voor het onderdeel opbrengsten zijn nog geen doelen gesteld.
Toetsing De kwaliteit van de toetsing is voldoende. De school maakt gebruik van een landelijk genormeerde eindtoets. Wat betreft de kwaliteit van de toetsing gedurende de schoolloopbaan maakt de school gebruik van zowel methodegebonden als methode-onafhankelijke toetsen en observatie-instrumenten. Ook voor groep 1 en groep 2 worden genormeerde toetsen gebruikt voor de wiskundige oriëntatie en de taalontwikkeling. Een overzicht en planning van de toetsen zijn opgenomen in een overzichtelijke toetskalender. De toetsgegevens zijn opgenomen in een toegankelijk leerlingvolgsysteem. Leerstofaanbod De kwaliteit van het leerstofaanbod is voldoende. De school hanteert eigentijdse materialen en methoden waarmee de kerndoelen voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde worden gerealiseerd. Dit biedt voldoende waarborg dat leerlingen adequaat worden voorbereid op het vervolgonderwijs. De methoden worden integraal gebruikt. Zonodig maakt de school voor leerlingen die extra hulp nodig hebben gebruik van specifieke leerstof. Om het niveau van technisch lezen te verbeteren werkt de school sinds enkele maanden met een methode voor het voortgezet technisch lezen. De ICTlessen worden gegeven aan de hand van een (bovenschools) vastgelegde leerlijn. Bij de lessen wordt voor sommige groepen gebruik gemaakt van ondersteuning door de ouders. Door de methoden die de school gebruikt sluit het leerstofaanbod van de groepen 3 tot en met 8 op elkaar aan. De school beschikt voor de groepen 1 en 2 nog niet over een eigentijds, beredeneerd en vastgelegd onderwijsaanbod voor taal en wiskundige oriëntatie dat aansluit bij de leerstof in groep 3. Daarom is de derde indicator die te maken heeft met de samenhang en de doorgaande lijn in het aanbod als onvoldoende gewaardeerd. De school is al wel begonnen met het vastleggen van een doorgaande lijn voor de taal-, lees- en schrijfontwikkeling.
PKO rapport p.c.b.s. De Windroos - 22 en 24 februari 2005
12
De inspectie constateert dat de school de inhoudelijke samenhang binnen en tussen de vakken waarborgt door onder andere een beredeneerde aanpak van het werken aan projecten en thema's, waarbij maatschappelijke, actuele en ook culturele onderwerpen aan de orde komen. Tweemaal per jaar werken de leerlingen aan een schoolbreed project. Actuele onderwerpen komen regelmatig aan de orde aan de hand van het t.v.-weekjournaal, krantenartikelen, spreekbeurten en kringgesprekken. Tijd De school heeft voldoende onderwijstijd gepland. Zowel de groepen 1 tot en met 4 als de groepen 5 tot en met 8 voldoen aan het wettelijke minimumaantal uren van respectievelijk 3520 en 4000 uren. Als richtlijn geldt dat in de groepen 3 tot en met 8 tenminste 40 procent van de tijd besteed zou moeten worden aan Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. De school voldoet aan deze richtlijn. De school voorziet in een zorgvuldige registratie van schoolverzuim. Hierdoor voorkomt zij het onnodig verloren gaan van onderwijstijd van individuele leerlingen. Onderwijsleerproces De inspectie oordeelt dat vier van de zeven indicatoren in voldoende mate bijdragen tot de kwaliteit van het onderwijs, één indicator in hoge mate en twee nog in onvoldoende mate. De school zorgt voor een adequate leeromgeving voor de leerlingen waarbij de leer- en hulpmiddelen het proces voldoende ondersteunen. In nagenoeg alle lessen zijn de werkomstandigheden voor de leerlingen ordelijk en overwegend doelmatig. De lessen vertonen een duidelijke opbouw en alle leraren geven de onderwijsleersituaties een duidelijke structuur waarbij expliciet aandacht besteed wordt aan het doel van de les en het actualiseren van voorkennis. De uitleg van de leerstof is doelmatig, helder en beknopt waarbij gebruik wordt gemaakt van concrete voorbeelden. Om deze redenen is deze indicator als "goed" gewaardeerd. De leraren hebben een positieve, ondersteunende houding ten opzichte van de leerlingen en weten hen goed te motiveren door het uitspreken van positieve verwachtingen. Leerlingen zijn actief gericht op leren door gevarieerde werkvormen en zelfstandig werken. Bij het zelfstandig werken wordt in de groepen 3 tot en met groep 8 gebruik gemaakt van dag- of weektaken. In de kleutergroepen wordt gewerkt met een planbord en dagritmekaarten. Met het omgaan met uitgestelde aandacht hebben leerlingen in sommige groepen nog moeite. In andere groepen gaat dat juist heel goed door de duidelijke en consequente benadering door de leraar. Vormen van doelmatig samenwerken zijn tijdens de geobserveerde lessen nauwelijks waargenomen. In bijna alle lokalen is een instructietafel aanwezig. Toch kenmerken te veel lessen zich nog door een te klassikale aanpak waarbij bij het geven van de instructie nog in onvoldoende mate rekening wordt gehouden met het verschil in behoefte van de leerlingen. Dit betreft zowel leerlingen die behoefte hebben aan extra instructie als leerlingen die met minder instructie toekunnen. Wel is er buiten de klas aandacht voor deze leerlingen door middel van remedial teaching of de hulpklas voor meerbegaafde leerlingen. PKO rapport p.c.b.s. De Windroos - 22 en 24 februari 2005
13
Een ander aandachtspunt voor het team is het geven van inhoudelijke feedback en het stimuleren leerlingen zelf te laten reflecteren op hun leerproces en dat te verbeteren. Bij het opstellen van de dag- en weektaken is hier al wel rekening mee gehouden. Leerlingen kunnen hierop aangeven hoe zij de taak hebben ervaren. Alleen wordt op dit moment door de leraren hier geen vervolg aan gegeven. De leraren volgen de ontwikkelingen en vorderingen van de leerlingen en hebben de gegevens opgenomen in een toegankelijke leerlingenadministratie. Schoolklimaat Uit gesprekken die de inspectie op school heeft gevoerd en uit een oudertevredenheidsonderzoek blijkt dat zowel de leerlingen als de ouders en de teamleden de school als positief ervaren. Ouders worden goed geïnformeerd over de algemene gang van zaken op school door de schoolgids, de maandelijkse ouderbrief en schoolkranten. Om de ouders op de hoogte te stellen van de ontwikkelingen binnen de school zoals bijvoorbeeld het STAP-traject houdt de school informatie-avonden. Op deze bijeenkomsten wordt over de onderwijskundige visie van de school gesproken. Daarnaast heeft de directeur wekelijks een spreekuur voor ouders die vragen of opmerkingen over de school hebben. Ouders worden betrokken bij verschillende activiteiten zoals de ICT- lessen en de creamiddag. Voor ouders van leerlingen in de onderbouw, die graag willen zien waar hun kind tijdens de lessen mee bezig is, zijn voor de start van de lessen 's morgens of 's middags inloopmomenten, hetgeen door hen bijzonder op prijs wordt gesteld. Voor de verkeersveiligheid rond de school is dit jaar voor het eerst een ouder aangesteld, die fungeert als contactpersoon voor de ouders en de gemeente. De leerlingen geven aan dat zij graag naar school gaan omdat ze het een leuke school vinden, waar voldoende activiteiten worden georganiseerd en kinderen op een aangename manier met elkaar omgaan. Er is niet vaak ruzie. Behalve bij het opstellen van de klassenregels worden leerlingen niet actief betrokken bij de schoolorganisatie. De school- en klassenregels zijn helder en worden door betrokkenen ook gehandhaafd. Om te zorgen dat leerlingen op een prettige manier met elkaar omgaan, besteedt de school aandacht aan het gedrag en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Het afgelopen schooljaar heeft de school op dit gebied verschillende zaken vastgelegd bijvoorbeeld in een pestprotocol. Omdat er op De Windroos niet voldoende ruimte is voor alle leerlingen, krijgen de leerlingen van groep 8 les in een andere basisschool. Dit is goed met de betreffende ouders gecommuniceerd. De leerlingen zelf vinden het leuk en ervaren het als positief. Om toch voldoende binding te houden met de andere leerlingen zijn zij geregeld bij vieringen op de hoofdlocatie en wonen zij hier ook elke week de weekopening bij die door de leerlingen van één klas wordt verzorgd. De leraren zijn zeer tevreden over de samenwerking en de openheid binnen het team en ervaren de ondersteuning vanuit de directie als goed. Het STAP-traject levert ook hierbij een waardevolle toevoeging. Aan het Persoonlijk Ontwikkelingsplan heeft de school het "duoleren" gekoppeld; elke leraar heeft een maatje met wie hij of zij bij elkaar in de klas gaan kijken. Zorg en begeleiding PKO rapport p.c.b.s. De Windroos - 22 en 24 februari 2005
14
Op p.c.b.s. De Windroos is de zorg en begeleiding van leerlingen structureel georganiseerd. De school heeft haar werkwijze met betrekking tot de begeleiding van (zorg)leerlingen vastgelegd in een procedure en beschreven in een zorgprofiel. Onderdeel van het zorgprofiel zijn de toetskalender en een overzicht van leer- en onderzoeksmiddelen. Ook beschikt de school over een overzichtelijk en compleet leerlingendossier, waarin de toetsresultaten en observaties van alle individuele leerlingen op overzichtelijke wijze worden bijgehouden. Voor de interne begeleiding zijn dit schooljaar drie dagdelen per week beschikbaar. Het is de bedoeling dat de interne begeleider naast de coördinerende taak, ook een coachende functie krijgt door aandacht te besteden aan bijvoorbeeld het werken met de instructietafel in de groep. Doordat de remedial teaching voornamelijk buiten de groep plaatsvindt, zijn hier relatief veel uren voor beschikbaar (vier dagdelen, verdeeld over vijf leraren). Bij het maken van het RT-rooster wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met het lesrooster van de klas. Leraren verschillen wel in de mate waarin zij hun eigen verantwoordelijkheid in het zorgproces onderkennen. Vaak wordt te gemakkelijk de hulp van een remedial teacher ingeroepen om zorgleerlingen buiten de klas te begeleiden, waar via een goed klassenmanagement ondersteuning in de klas door de groepsleraar meer voor de hand ligt. Het is wel de bedoeling van de school om op termijn een omslag van remedial teaching buiten de klas naar in de klas te maken. De sc hool volgt van de kleuters de sociaal-emotionele ontwikkeling. Voor de andere leerlingen is de school zich op een leerlingvolgsysteem aan het oriënteren. De leraren bepalen de vorderingen van de leerlingen aan de hand van observaties en methodegebonden en methode-onafhankelijke toetsen. De resultaten zijn op groepsniveau in de klassenmappen vastgelegd. Indien daar aanleiding toe is, worden leerlingen aan de hand van een aanmeldingsformulier besproken tijdens de reguliere zorgbesprekingen. Op grond hiervan wordt, indien nodig, een handelingsplan opgesteld. De school beschikt over correct opgestelde modelformulieren, die meestal door de remedial teacher worden ingevuld en door de ouders worden ondertekend. Bij het invullen van het handelingsplan kan nog extra aandacht besteed worden aan een concretere beschrijving van het geconstateerde probleem of achterstand. Voor leerlingen met dyslexie werkt de school sinds kort volgens het protocol "Leesproblemen en dyslexie". De procedures en criteria rond de overgang zijn voor zowel de kleuters als de leerlingen van groep 3 tot en met groep 7 vastgelegd in protocollen. Zonodig maakt de school bij de zorg voor leerlingen gebruik van externe deskundigen zoals bijvoorbeeld een orthopedagoog, logopedist, een fysiotherapeut of iemand van maatschappelijk werk. Voor één leerling met een LGF krijgt de school ambulante begeleiding. Deze leerling krijgt intensieve begeleiding en maakt hierdoor dusdanige goede vorderingen dat de school verwacht dat de volgende aanvraag voor een extra budget mogelijk niet meer wordt gehonoreerd. Opbrengsten
PKO rapport p.c.b.s. De Windroos - 22 en 24 februari 2005
15
Voor het beoordelen van de resultaten aan het einde van de schoolperiode maakt de inspectie gebruik van gegevens van landelijk genormeerde toetsen over een periode van drie schooljaren (2003, 2004 en 2005), waarbij deze gegevens worden afgezet tegen die van scholen met een soortgelijke leerlingenpopulatie. Ook is gekeken of correctie van de eindresultaten nodig was voor leerlingen die uitgestroomd zijn naar het leerwegondersteunend onderwijs of praktijkonderwijs. Over een periode van drie jaar gezien liggen de resultaten alle jaren rond het verwachte niveau. Een herberekening in verband met uitstroom naar het LWOO was niet nodig/mogelijk aangezien er geen leerlingen naar het LWOO zijn uitgestroomd. Bij het bepalen van de opbrengsten gedurende de basisschool baseert de inspectie zich op scores op landelijk genormeerde toetsen voor technisch lezen in de groepen 3 en 4, rekenen en wiskunde in de groepen 4 en 6 en begrijpend lezen in groep 6. Daar alle toetsmomenten op een voldoende niveau liggen, waardeert de inspectie de prestaties gedurende de schoolperiode eveneens als voldoende. Op grond van de resultaten van de eindtoets voor het onderdeel informatieve vaardigheden (het hanteren van informatiebronnen, het hanteren van teksten, tabellen en schema's en kaartlezen) oordeelt de inspectie dat deze op het verwachte niveau liggen. Over de vraag of leerlingen aan het einde van de basisschool sociale vaardigheden beheersen op een niveau dat mag worden verwacht, spreekt de inspectie geen oordeel uit. De school beschikt niet over genormeerde gegevens waarop een oordeel kan worden gebaseerd. Op dit moment is de inspectie nog niet in staat om een geobjectiveerd oordeel te geven over de vraag of leerlingen zich naar verwachting ontwikkelen. Daarom waardeert zij deze indicator thans nog niet. De inspectie neemt momenteel alleen kennis van het aantal leerlingen met een versnelde of vertraagde schoolloopbaan en van het aantal leerlingen dat verwezen is naar het speciaal basisonderwijs. Uit informatie van de school blijkt dat het percentage leerlingen dat doubleert, met 1,6 procent onder het landelijk gemiddelde ligt van 2,4 procent. De afgelopen twee jaren zijn er geen leerlingen verwezen naar het speciaal basisonderwijs. De school hanteert een zorgvuldige procedure voor de advisering naar het vervolgonderwijs en uit de gegevens waarover de school beschikt, blijkt dat leerlingen in het algemeen met succes hun schoolloopbaan vervolgen in het voortgezet onderwijs.
PKO rapport p.c.b.s. De Windroos - 22 en 24 februari 2005
16
5 VERVOLG VAN HET TOEZICHT
De bevindingen in dit PKO leiden tot de volgende conclusie over het vervolg van het toezicht (toezichtarrangement). Het volgende toezichtcontact van de inspectie zal bestaan uit een jaarlijks onderzoek. Dit onderzoek zal plaatsvinden in 2006.
PKO rapport p.c.b.s. De Windroos - 22 en 24 februari 2005
17
BIJLAGE I Overzicht waardering indicatoren Bij elk kwaliteitsaspect (hoofdstuk 3) zijn indicatoren geformuleerd. Deze bijlage geeft een overzicht van die indicatoren met de waardering die de inspectie daaraan heeft toegekend. In de waardering is tot uitdrukking gebracht in welke mate de indicatoren bijdragen aan de kwaliteit van het desbetreffende kwaliteitsaspect: 1 draagt niet of nauwelijks bij; 2 draagt onvoldoende bij; 3 draagt voldoende bij; 4 draagt in hoge mate bij. 5 Bij het domein 'Opbrengsten' is ook de categorie '5' (betekent 'niet te beoordelen') toegevoegd. In sommige gevallen kan de inspectie hier namelijk geen gefundeerd oordeel geven. Bij elk kwaliteitsaspect is een beslisregel geformuleerd. Deze beslisregel geeft aan welke indicatoren ten minste in voldoende mate van toepassing moeten zijn voor een waardering 'voldoende' voor het kwaliteitsaspect. Dit vormt de onderbouwing van het kwaliteitsprofiel van de school, zoals dat is gepresenteerd in hoofdstuk 3. Onder iedere tabel is een ruimte voor toelichting. De inspectie geeft hier een toelichting als zij afwijkt van de beslisregel.
PKO rapport p.c.b.s. De Windroos - 22 en 24 februari 2005
19
Overzicht van p.c.b.s. De Windroos Domein 'Zorg voor kwaliteit' Kwaliteitsaspect: Kwaliteitszorg De school bewaakt systematisch de kwaliteit van het onderwijs en neemt maatregelen om de kwaliteit te behouden en zo nodig te verbeteren.
1
2
3
4
l
1 2 1.1 De school heeft inzicht in de eigen uitgangssituatie. 1.2 De school heeft haar doelen geformuleerd. 1.3 De school evalueert systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten en van het onderwijs en leren. 1.4 De school werkt gericht aan verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs. 1.5 De school legt verantwoording af aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit. 1.6 De zorg voor kwaliteit is systematisch. Beslisregel: Voor een waardering 'voldoende' dragen ten minste de volgende indicatoren 'voldoende' bij: indicator 1.4 en twee van de andere indicatoren.
3 l l
4
l l l l
Toelichting: Kwaliteitsaspect: Toetsing De school waarborgt de kwaliteit van de toetsing.
1
2
3 l 3
4
3
4
1 2 2.1 De school waarborgt de kwaliteit van de toetsing aan het l einde van het primair onderwijs. 2.2 De school waarborgt de kwaliteit van de toetsing gedurende l de schoolloopbaan van leerlingen. Beslisregel: Voor een waardering 'voldoende' dragen ten minste de volgende indicatoren 'voldoende' bij: één van de twee indicatoren.
4
Toelichting:
Domein 'Onderwijs en leren' Kwaliteitsaspect: Leerstofaanbod Het leerstofaanbod stelt leerlingen in staat zich optimaal te ontwikkelen en voor te bereiden op het vervolgonderwijs.
1
2
1
2
l
3 3.1 Het leerstofaanbod bereidt leerlingen voor op het l vervolgonderwijs. 3.2 De school voorziet in een breed aanbod gericht op de l verwerving van kennis, inzicht, vaardigheden en houdingen. 3.3 Het leerstofaanbod vertoont samenhang. l 3.4 Het leerstofaanbod is afgestemd op de onderwijsbehoeften l van de leerlingen. Beslisregel: Voor een waardering 'voldoende' dragen ten minste de volgende indicatoren 'voldoende' bij: indicatoren 3.1 en 3.4.
4
Toelichting:
PKO rapport p.c.b.s. De Windroos - 22 en 24 februari 2005
20
Kwaliteitsaspect: Tijd Leerlingen krijgen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod eigen te maken.
1
2
1
2
1
2
1
2
3
4
l
3 4.1 De school programmeert voldoende onderwijstijd. l 4.2 De leertijd is voor leerlingen voldoende om zich het l leerstofaanbod eigen te maken. 4.3 De tijd voor onderwijs en leren is afgestemd op de l onderwijsbehoeften van leerlingen. Beslisregel: Voor een waardering 'voldoende' dragen ten minste de volgende indicatoren 'voldoende' bij: indicatoren 4.1 en 4.2.
4
Toelichting: Kwaliteitsaspect: Onderwijsleerproces De onderwijsleersituaties bieden leerlingen voldoende gelegenheid, uitdaging en ondersteuning voor het leren.
3
4
l
5.1 De school zorgt voor een functionele en uitdagende leeromgeving. 5.2 De onderwijsactiviteiten zijn gestructureerd en doelmatig. 5.3 Leraren zorgen voor voldoende ondersteuning en uitdaging van de leerlingen. 5.4 Leraren begeleiden op een systematische en stimulerende l wijze onderwijsleerprocessen. 5.5 Leerlingen zijn actief gericht op leren. 5.6 Leraren volgen de vorderingen en ontwikkeling van hun leerlingen. 5.7 Leraren zorgen ervoor dat het onderwijsleerproces is l afgestemd op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Beslisregel: Voor een waardering 'voldoende' dragen ten minste de volgende indicatoren 'voldoende' bij: indicatoren 5.2, 5.3, en 5.6 en één van de andere indicatoren.
3
4
l l l
l l
Toelichting: Kwaliteitsaspect: Schoolklimaat De school zorgt voor een veilig, ondersteunend en uitdagend schoolklimaat.
1
2
1 2 6.1 Personeelsleden en leerlingen gaan op een positieve manier met elkaar om. 6.2 De school zorgt voor een aangename, motiverende omgeving voor leerlingen. 6.3 De school zorgt voor een aangename, stimulerende werkomgeving voor personeelsleden. 6.4 De school stimuleert de betrokkenheid van ouders en verzorgers. 6.5 De school speelt een functionele rol binnen de lokale en regionale gemeenschap. 6.6 De school zorgt voor veiligheid. Beslisregel: Voor een waardering 'voldoende' dragen ten minste de volgende indicatoren 'voldoende' bij: indicatoren 6.1, 6.2 en 6.6 en één van de andere indicatoren.
3
4
l 3
4
l l l l l l
Toelichting:
PKO rapport p.c.b.s. De Windroos - 22 en 24 februari 2005
21
Kwaliteitsaspect: Zorg en begeleiding
1
De school begeleidt leerlingen systematisch tijdens hun schoolloopbaan en bij de keuze voor vervolgonderwijs en zorgt voor een systematische begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften.
2
3
4
l
1 2 7.1 De school kent gunstige voorwaarden voor de begeleiding van leerlingen. 7.2 De school begeleidt leerlingen systematisch tijdens hun schoolloopbaan. 7.3 De school kent gunstige voorwaarden voor de begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. 7.4 De school zorgt voor begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. 7.5 De school betrekt ouders/verzorgers bij de zorg en begeleiding van de leerlingen. Beslisregel: Voor een waardering 'voldoende' dragen ten minste de volgende indicatoren 'voldoende' bij: indicatoren 7.2, 7.3 en 7.4.
3
4
l l l l l
Toelichting:
Domein 'Opbrengsten' Kwaliteitsaspect: Opbrengsten
4
5
1 2 3 4 8.1 De resultaten liggen ten minste op het niveau dat mag l worden verwacht. 8.2 De leerlingen beheersen aan het einde van de opleiding l vaardigheden op een niveau dat mag worden verwacht. 8.3 Leerlingen ontwikkelen zich naar verwachting. 8.4 Leerlingen vervolgen met succes hun schoolloopbaan. l Beslisregel: Voor een waardering 'voldoende' dragen ten minste de volgende indicatoren 'voldoende' bij: indicatoren 8.1 en 8.3.
5
De prestaties van leerlingen liggen ten minste op het niveau dat op grond van hun kenmerken mag worden verwacht.
1
2
3 l
l
Toelichting:
PKO rapport p.c.b.s. De Windroos - 22 en 24 februari 2005
22
BIJLAGE II
Kwaliteitsaspect 1: Kwaliteitszorg Toelichting: Scholen zijn primair zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van het gegeven onderwijs. In de Wet op het primair onderwijs wordt voorgeschreven dat scholen een kwaliteitszorgbeleid dienen te voeren. Dit beleid moet ook in het schoolplan beschreven zijn. Kwaliteitszorg betreft activiteiten die erop gericht zijn de kwaliteit van het onderwijs te bepalen, te bewaken, te borgen en te verbeteren. Elke school zal daartoe, rekening houdend met de kenmerken van de leerlingen en met de wensen van belanghebbenden uit de omgeving van de school, dienen aan te geven wat zij onder kwalitatief goed onderwijs verstaat. Ze zal die opvattingen dienen te vertalen in doelen en zal systematisch moeten nagaan of zij die doelen ook bereikt. Op basis daarvan zal zij zich doelen voor verdere verbetering moeten stellen, die worden opgenomen in een meerjarig schoolontwikkelingstraject. Ze zal vervolgens dienen na te gaan wat de effecten van die verbeteractiviteiten zijn en zal daarover dienen te communiceren met de betrokken geledingen. Het geheel kenmerkt zich door een cyclische aanpak. Kwaliteitsaspect 2: Toetsing Toelichting: Regelmatig nagaan of leerlingen de aangeboden leerstof beheersen en/of bepaalde leerdoelen bereikt hebben, is belangrijk. Bovendien kan uit de opbrengsten van het onderwijs worden afgeleid hoe een school haar functies vervult en haar doelstellingen bereikt. Derhalve gaat de inspectie na in hoeverre de school de kwaliteit van toetsinstrumenten en het juiste gebruik ervan garandeert. Kwaliteitsaspect 3: Leerstofaanbod Toelichting: Het leerstofaanbod, dat de kennis, vaardigheden en houdingen bepaalt die leerlingen door het onderwijs kunnen verwerven, dient leerlingen in staat te stellen zich optimaal te ontwikkelen en voor te bereiden op het vervolgonderwijs. Daarom behoort het te voldoen aan de kerndoelen en te voorzien in een breed aanbod van kennis, vaardigheden en houdingen. Bovendien dient het voldoende structuur en samenhang te vertonen en afgestemd te zijn op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Kwaliteitsaspect 4: Tijd Toelichting: Een noodzakelijke voorwaarde voor leren is dat leerlingen ook de tijd hebben om zich het leerstofaanbod eigen te maken. Een school behoort daarom voldoende onderwijstijd te programmeren en deze evenwichtig over de vakken te verdelen. Daarnaast dient de onderwijstijd efficiënt te worden ingezet en te worden afgestemd op de onderwijsbehoeften van leerlingen.
PKO rapport p.c.b.s. De Windroos - 22 en 24 februari 2005
23
Kwaliteitsaspect 5: Onderwijsleerproces Toelichting: De onderwijsleersituaties dienen leerlingen voldoende gelegenheid, uitdaging en ondersteuning te bieden voor het leren. Daartoe behoort er sprake te zijn van een functionele en uitdagende leeromgeving, waarbinnen gestructureerde en doelmatige onderwijsactiviteiten plaatsvinden. De leerlingen dienen zich ondersteund en uitgedaagd te voelen. Er behoort sprake te zijn van een systematische en stimulerende begeleiding van onderwijsleerprocesse n en van leerlingen die actief zijn gericht op leren. Bovendien dienen leraren de vorderingen en ontwikkeling van leerlingen te volgen en het onderwijsleerproces af te stemmen op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Kwaliteitsaspect 6: Schoolklimaat Toelichting: De school hoort voor een veilig, ondersteunend en uitdagend schoolklimaat te zorgen. Dit dient tot uiting te komen in de positieve manier waarop personeelsleden en leerlingen met elkaar omgaan, in een aangename en motiverende omgeving voor leerlingen en leraren, in een goede betrokkenheid van ouders bij de school, in de functionele rol die de school speelt in de gemeenschap en in de zorg die er is voor veiligheid. Kwaliteitsaspect 7: Zorg en begeleiding Toelichting: De school behoort leerlingen systematisch te begeleiden tijdens hun schoolloopbaan en bij de keuze voor vervolgonderwijs. Daarnaast dient ze te zorgen voor een systematische begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Daartoe is het nodig dat de school gunstige voorwaarden kent voor de begeleiding van leerlingen, dat er duidelijke procedures zijn voor in-, door - en uitstroom en dat er functionele contacten zijn met scholen waar leerlingen vandaan komen of naartoe gaan. Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften behoren tijdig te worden gesignaleerd en ook op planmatige wijze hulp te krijgen. De school behoort ouders in voldoende mate bij de begeleiding te betrekken. Kwaliteitsaspect 8: Opbrengsten Toelichting: Bij het kwaliteitsaspect opbrengsten wordt nagegaan of de prestaties van leerlingen ten minste het niveau hebben dat op grond van de kenmerken van de populatie leerlingen verwacht mag worden. Dit betreft zowel de leerresultaten aan het einde als gedurende de schoolperiode, alsook de beheersing van een aantal vaardigheden die voor maatschappelijk functioneren gewenst zijn. Daarnaast is er aandacht voor aantallen zittenblijvers en verwijzingen in relatie tot het totaal aantal leerlingen van de school. Ten slotte worden ook de adviezen voor het voortgezet onderwijs en het functioneren van de leerlingen in het voortgezet onderwijs hierbij betrokken.
PKO rapport p.c.b.s. De Windroos - 22 en 24 februari 2005
24