RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK P.C.B.S. DE VAART
School Plaats BRIN-nummer Onderzoeksnummer
: : : :
p.c.b.s. De Vaart Hoogersmilde 05TN 71803
Datum schoolbezoek Datum vaststelling
: 7 maart 2006 : 25 april 2006
INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING ................................................................................................... 5 2 KWALITEITSPROFIEL................................................................................... 7 3 BESCHOUWING ......................................................................................... 11 4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT................................................................. 17
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek p.c.b.s. De Vaart - 7-3-2006
3
1 INLEIDING Het periodiek kwaliteitsonderzoek Op 7 maart 2006 bezocht de Inspectie van het Onderwijs p.c.b.s. De Vaart in het kader van een periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO). Daarbij heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de kernindicatoren van een aantal kwaliteitsaspecten, op grond van het door de inspectie gehanteerde toezichtkader primair onderwijs 2005. Bij dit PKO doet de inspectie onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs door zich te richten op de kern van goed onderwijs op de school. Het gaat hierbij om kernindicatoren die betrekking hebben op het aanbod, de onderwijstijd, het pedagogisch handelen van leraren, het didactisch handelen van leraren, de afstemming op de onderwijsbehoeften van leerlingen, de actieve en zelfstandige rol van leerlingen, het schoolklimaat, de begeleiding, de zorg, de resultaten en de ontwikkeling van leerlingen. In de brochure 'Toezichtkader PO 2005' vindt u achtergrondinformatie over de indicatoren die de inspectie bij haar toezicht in ogenschouw heeft genomen. U kunt deze brochure downloaden van de website van de inspectie: www.onderwijsinspectie.nl. Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn of afspraken die met de school zijn gemaakt, of op basis van de informatie die door de school is toegestuurd kan de inspectie besluiten om niet alleen de kernindicatoren te onderzoeken maar meer indicatoren bij het onderzoek te betrekken. Dit is bij uw school niet aan de orde geweest. Wel heeft de inspectie besloten indicator 1.7 "De school waarborgt de sociale veiligheid voor leerlingen en personeel" toe te voegen, omdat zij deze nieuwe indicator vanaf 1 januari 2006 op alle scholen beoordeelt. De toegevoegde indicator staat cursief vermeld in het kwaliteitsprofiel van hoofdstuk 2. Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan in overleg tussen school en inspectie besloten worden om de oordelen uit de zelfevaluatie alleen te verifiëren en deze niet zelf opnieuw te onderzoeken. Zo sluit de inspectie niet alleen aan bij de specifieke situatie van de school, maar wordt de school bovendien niet onnodig belast. Uw school heeft naast de schoolgids en het schoolplan geen documenten ingestuurd die op uw zelfevaluatie-activiteiten betrekking hebben. Wel heeft zij enkele andere documenten opgestuurd.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek p.c.b.s. De Vaart - 7-3-2006
5
De opzet van het onderzoek Het periodiek kwaliteitsonderzoek bestond uit de volgende activiteiten. • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. • Analyse van documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd. Ook de vragenlijst periodiek kwaliteitsonderzoek is bij de analyse betrokken. • Schoolbezoek, waarbij in alle groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. • Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de kernindicatoren gesprekken gevoerd met de directie en de intern begeleider. • Op uw school is verder een gesprek gevoerd met leerlingen. Ook zijn vragenlijsten ingevuld door leraren en ouders en door de inspectie geanalyseerd. • Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de kwaliteitsoordelen en de conclusies van het schoolbezoek besproken met directie en team. Daarbij was een vertegenwoordiging van het bevoegd gezag aanwezig. De inhoud van het rapport Het onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs levert een kwaliteitsprofiel op van de school (hoofdstuk 2). In hoofdstuk 3 wordt een beschouwing gegeven over de geconstateerde kwaliteit en wordt deze onder andere bezien in relatie tot de context of uitgangssituatie van de school. Indien van toepassing worden in deze beschouwing ook de toegevoegde indicatoren betrokken. In hoofdstuk 4 is het vervolgtoezicht aangegeven en worden, indien noodzakelijk, afspraken vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek p.c.b.s. De Vaart - 7-3-2006
6
2 KWALITEITSPROFIEL Het kwaliteitsprofiel geeft een overzicht van de waarderingen die de inspectie heeft toegekend aan kernindicatoren die betrekking hebben op belangrijke kenmerken van goed onderwijs. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs. In de waardering is tot uitdrukking gebracht in welke mate de indicatoren bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs: 1. draagt niet of nauwelijks bij; 2. draagt onvoldoende bij; 3. draagt voldoende bij; 4. draagt in hoge mate bij; 5. niet te beoordelen (alleen bij Resultaten en Ontwikkeling van leerlingen). Deze waardering is gegeven indien de school over bepaalde indicatoren geen betrouwbare en valide gegevens beschikbaar heeft. Het kwaliteitsprofiel van p.c.b.s. De Vaart Kwaliteitszorg
1.7 De school waarborgt de sociale veiligheid voor leerlingen en personeel.
Leerstofaanbod 3.1 De aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde zijn dekkend voor de kerndoelen. 3.4 De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. 3.5 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan. 3.6 De leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde zijn afgestemd op de onderwijsbehoeften van individuele leerlingen. 3.8 De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlingengewicht biedt leerinhouden aan bij Nederlandse taal die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.
Tijd 4.4 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. 4.5 De school stemt de hoeveelheid tijd voor leren en onderwijzen bij Nederlandse taal en rekenen en wiskunde af op de onderwijsbehoeften van leerlingen.
Pedagogisch handelen 5.3 De leraren zorgen ervoor dat leerlingen op een respectvolle manier met elkaar omgaan.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek p.c.b.s. De Vaart - 7-3-2006
1
2
3
4
3
4
l
1
2
l l l l
l
1
2
3
4
l l
1
2
3
4
l
7
Didactisch handelen
1
6.1 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 6.3 De leraren leggen duidelijk uit. 6.5 De leraren geven expliciet onderwijs in strategieën voor denken en leren.
1
2
3
4
l l
Actieve en zelfstandige rol leerlingen
1
8.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. 8.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun eigen leerproces die past bij hun ontwikkelingsniveau.
2
3
4
l l
Sfeer op school 9.3 De ouders/verzorgers tonen zich betrokken bij de school door de activiteiten die de school daartoe onderneemt. 9.5 De leerlingen en het personeel voelen zich aantoonbaar veilig op school.
Begeleiding 10.1 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
Zorg
1
2
3
4
l l
1
2
3
4
l
1
11.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 11.3 De school voert de zorg planmatig uit. 11.4 De school gaat de effecten van de zorg na.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek p.c.b.s. De Vaart - 7-3-2006
4
l
7.1 De leraren volgen de vorderingen van hun leerlingen systematisch. 7.3 De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
12.1 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 12.2 De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.
3 l
l
Afstemming
Resultaten
2
2
3
4
4
5
l l l
1
2
3 l
l
8
Ontwikkeling van leerlingen 13.1 De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 13.2 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. 13.3 De leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de verwachte periode van 8 jaar.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek p.c.b.s. De Vaart - 7-3-2006
1
2
3
4
5
l l l
9
3 BESCHOUWING In dit hoofdstuk wordt een beschouwing gegeven over de kwaliteit van het onderwijs op de school. De inspectie typeert de school, geeft aan welke ontwikkeling de school doormaakt, legt zo mogelijk verbanden tussen de kernindicatoren en geeft de relatie aan met de uitgangspositie van de school. Uitgangssituatie De Vaart viel tot 1 augustus 2005 samen met twee andere scholen onder het bevoegd gezag van de Vereniging voor christelijk basisonderwijs te Smilde. Sinds 1 augustus is deze vereniging opgegaan in de Christelijke Onderwijsgroep Drenthe (COG). In totaal vallen 21 scholen onder het bevoegd gezag van deze vereniging. De directeur geeft aan dat de voorbereiding op deze fusie haar veel tijd heeft gekost, hetgeen ten koste is gegaan van de schoolontwikkeling. Het functioneren van het team is de afgelopen tijd een punt van aandacht geweest. In dit kader is er een onderzoek naar de interne communicatie op school uitgevoerd. Binnenkort wordt dit afgerond en zullen eventuele vervolgstappen duidelijk worden. Het team probeert door het volgen van een Dalton-cursus en het uitvoeren van diverse projecten op het gebied van taalstimulering haar onderwijs te verbeteren. Een succesvolle invoering van dergelijke vernieuwingen vraagt om een goede aansturing. De inspectie constateert dat aan deze voorwaarde op dit moment niet wordt voldaan. Het team bestaat uit zes leraren. De dagelijkse leiding is in handen van de directeur. Het leerlingenaantal is stabiel. Op de teldatum 1 oktober in 2004 bezochten 71 leerlingen de school. Ongeveer zeven procent van de leerlingen heeft een extra gewicht voor de formatie. De inspectie constateert dat de school geen speellokaal voor de groepen 1 en 2 heeft, hierdoor is het moeilijk om deze groepen kwalitatief goed bewegingsonderwijs te bieden. Tot slot noemt het team de onveilige verkeerssituatie rond de school als punt van zorg. Eerdere inspectiebezoeken In 2000 is de school in het kader van een regulier schooltoezicht (RST) bezocht. Sindsdien is drie keer over de school gerapporteerd. In 2003 en 2005 is de school bezocht in het kader van een jaarlijks onderzoek, waarbij de kwaliteitszorg en opbrengsten zijn beoordeeld. Tijdens het jaarlijks onderzoek in 2003 is één indicator op het gebied van de kwaliteitszorg beoordeeld en van onvoldoende niveau bevonden, namelijk: het planmatig werken aan de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. In 2005 zijn vier van de zes indicatoren met betrekking tot de kwaliteitszorg als onvoldoende beoordeeld. In 2004 heeft de inspectie schriftelijk onderzoek gedaan naar de opbrengsten van de school. Tijdens alle genoemde onderzoeken waren de resultaten van de leerlingen van voldoende niveau.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek p.c.b.s. De Vaart - 7-3-2006
11
Tijdens het onderzoek in 2000 zijn enkele indicatoren negatief beoordeeld. Dit betrof het beredeneerd aanbod in de groepen 1 en 2, de afstemming van het aanbod en de instructie op verschillen tussen leerlingen, activerende werkvormen, het toetsinstrumentarium en de aanwezigheid en kwaliteit van documenten voor handelingsplanning. Ook had de school destijds te weinig onderwijstijd geprogrammeerd. Periodiek kwaliteitsonderzoek Het huidige kwaliteitsonderzoek laat zien dat de school een aantal van de bovengenoemde punten heeft verbeterd, al is nog niet alles op het gewenste niveau. Zo is het aanbod in de groepen 1 en 2 nu duidelijk beschreven en in het jaar gepland. Het is echter onvoldoende inzichtelijk dat dit aanbod ook daadwerkelijk gedaan wordt, daarom wordt indicator 3.5 "de leerinhouden in de verschillende jaren sluiten op elkaar aan" negatief beoordeeld. Het leerlingvolgsysteem is uitgebreid en voldoet nu aan de eisen. De school heeft haar leerlingenzorg verbeterd, desondanks zijn ook hier nog verbeteringen noodzakelijk. Kritisch is de inspectie over de traditionele aard van de lessen en de kwaliteit van de uitleg. Dit komt tot uitdrukking in de oordelen op enkele indicatoren met betrekking tot het didactisch handelen, de afstemming en de actieve en zelfstandige rol van leerlingen. De resultaten van de leerlingen zijn van voldoende niveau, het valt echter op dat met name de taal- en leesprestaties van relatief veel leerlingen achter blijven bij de verwachtingen. De school programmeert voldoende onderwijstijd. De inspectie licht de oordelen onderstaand nader toe. Onderwijsleerproces De school beschikt over een actueel methodisch aanbod voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde dat aan de kerndoelen voldoet. De doorgaande lijn van de leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde ligt voor de groepen 3 tot en met 8 verankerd in de gebruikte methoden. Afspraken over de wijze waarop de methoden gehanteerd worden, zijn echter niet vastgelegd. De methoden bieden voldoende aanbod voor minder en meer begaafde leerlingen. Daarnaast beschikt de school over diverse materialen in haar orthotheek. De school stemt de hoeveelheid tijd voldoende af op de behoeften van haar leerlingen. Zij biedt onder andere extra hulp in de groep en in incidentele gevallen buiten de groep. Daarnaast maakt zij gebruik van huiswerk. In de meeste groepen heerst een prettige, rustige en ontspannen sfeer. Leerlingen en leraren gaan op een positieve en respectvolle wijze met elkaar om. Het team vindt dit heel belangrijk en een punt dat constante aandacht blijft vragen. Uit het gesprek met de leerlingen blijkt dat leraren dit daadwerkelijk serieus nemen. De positieve sfeer maakt dat leerlingen in voldoende mate taakgericht werken en actief betrokken zijn. Een belangrijk verbeterpunt ligt bij het uitleggen van de leerstof. Het is belangrijk dat leraren de voorkennis van leerlingen activeren, het doel van de les en de opbouw toelichten en controleren of alle leerlingen de stof begrepen hebben. Ook een duidelijke afsluiting van de les, waarbij met de leerlingen wordt teruggekeken op het leerproces is van belang. Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek p.c.b.s. De Vaart - 7-3-2006
12
Een ander verbeterpunt betreft de aandacht die de leraren geven aan het aanleren van strategieën voor denken en leren, waarbij de leerlingen door open vragen uitgenodigd worden om hun oplossingen en denkwijzen te verwoorden, te verantwoorden en te vergelijken met andere mogelijkheden. Nu zijn de leraren voornamelijk zelf aan het woord. Tot slot kunnen de leraren meer een beroep doen op de eigen verantwoordelijkheid van leerlingen passend bij hun ontwikkelingsniveau. Leerlingen zouden stapsgewijs moeten leren zelfstandig te werken en vervolgens zelfstandig leren-leren en plannen, op een niveau en met een verantwoordelijkheid die bij de leeftijd van de leerlingen past. De groepsmappen zijn weinig uniform van opzet en in een aantal groepen van onvoldoende kwaliteit. De leraren volgen de vorderingen en de ontwikkelingen van leerlingen systematisch. Met ingang van dit jaar gaan zij ook de sociaalemotionele ontwikkeling van alle leerlingen volgen. Dit gebeurt nu nog in geen enkele groep. Of ook een analyse van de toetsresultaten wordt gemaakt is onduidelijk, in de meeste groepsmappen worden aantekeningen, die hierop betrekking hebben, niet of nauwelijks gemaakt. Een dergelijke analyse is echter voorwaarde voor een afgewogen afstemming van de instructie. Nu is de instructie in de meeste groepen gericht op de hele groep en deze duurt voor alle leerlingen even lang. De afstemming van instructie kan in de meeste groepen verder verbeteren door gerichter gebruik te maken van verkorte, voor- of herinstructie voor die leerlingen die dit nodig hebben. Leerlingen en leraren geven aan dat er geëxperimenteerd wordt met een stiltehoek, waarin leerlingen die geen uitleg nodig hebben aan het werk gaan. Tijdens het inspectiebezoek is het gebruik hiervan niet geobserveerd. Bij de verwerking van de leerstof wordt al wel enigszins ingespeeld op de verschillen tussen leerlingen. Ten aanzien van de bovengenoemde verbeterpunten (indicatoren 6.3, 6.5, 7.3 en 8.3) merkt de inspectie op dat een schoolbrede visie en aanpak ontbreekt. Hierbij benadrukt de inspectie ook het belang van groepsbezoeken door de directeur en van leraren onderling. Uit de lesobservaties, het gesprek met leerlingen, de gegevens uit de vragenlijsten ingevuld door leraren en ouders en het nagesprek met het team blijkt dat het schoolklimaat door alle geledingen positief gewaardeerd wordt. Leerlingen uiten nadrukkelijk hun waardering voor de vele (buitenschoolse) activiteiten op school. Verder geven zij aan dat leraren overwegend adequaat tegen pestgedrag optreden. Wel vinden zij dat duidelijke sancties ontbreken. Uit de vragenlijsten, die zijn ingevuld door ouders, blijkt dat enkele ouders onbekend zijn met de wijze waarop de school omgaat met pesten. Ook zijn enkelen kritisch over de wijze waarop de school pestgedrag aanpakt. Het team geeft aan dat ouders veel betrokkenheid bij de school tonen. Zij verrichten veel hand- en spandiensten. Dit wordt zeer gewaardeerd. Alhoewel leraren en leerlingen zich veilig voelen binnen de school, ontbreekt het de school nog aan beleid in relatie tot het waarborgen van de sociale veiligheid van leerlingen en personeel (indicator 1.7 onder kwaliteitszorg).
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek p.c.b.s. De Vaart - 7-3-2006
13
De school heeft onvoldoende inzicht in de beleving van sociale veiligheid door leerlingen en personeel. De school doet niet systematisch navraag via gesprekken of vragenlijsten of leerlingen zich veilig voelen. Wel heeft zij zicht op de beleving hiervan door de leraren. Ook voert de school geen incidentenregistratie. Daarnaast ontbreekt het de school aan een uitgewerkt veiligheidsbeleid gericht op preventie en het afhandelen van incidenten. Enige eerste aanzetten zijn wel aanwezig, in de vorm van een gedragsprotocol van het COG en een pestprotocol. Zorg en begeleiding De inspectie is van oordeel dat de school over voldoende methodeonafhankelijke toetsen beschikt, waarmee zij de leerprestaties van alle leerlingen aan de hand van een toetskalender meet. Met deze instrumenten zijn de leraren in staat tijdig zorgleerlingen te identificeren. De school heeft afspraken over het gebruik van haar observatie- en registratie-instrumenten. Voor de werkzaamheden in het kader van de leerlingenzorg heeft de intern begeleider een halve dag per week beschikbaar. De school houdt regelmatig leerlingenbesprekingen, waarbij leerlingen door de leraren kunnen worden ingebracht. De administratie van de leerlingenzorg is op orde. Inzichtelijke leerlingendossiers zijn aanwezig en de verslaglegging van de leerlingenbesprekingen is kwalitatief goed. De school beschikt over een beknopte beschrijving van de wijze waarop zij haar zorg geregeld heeft. Dit document kan nader uitgewerkt worden, waarbij het van belang is de taken en verantwoordelijkheden van de verschillende betrokkenen te beschrijven. Tot slot gebruikt de school een formulier voor handelingsplanning, waarop ter zake doende onderwerpen vermeld staan. Toch is de inspectie van oordeel dat het zorgsysteem van de school op onderdelen verbeterd kan worden. Zo zijn de criteria voor in-, door en uitstroom, het instellen van individuele leerlijnen en dergelijke niet vastgelegd of onvoldoende concreet uitgewerkt. De inspectie constateert dat voor diverse leerlingen die uitvallen geen extra zorg in de vorm van een handelingsplan aanwezig is. Ook laat de kwaliteit van de handelingsplannen en eigen leerlijnen van leerlingen te wensen over. Op een uitzondering na bevatten deze doelen die onvoldoende meetbaar zijn, waardoor ook moeilijk bepaald kan worden of een handelingsplan voldoende effect heeft gehad. Verder heeft de school het wettelijke verplichte handelingsplan voor een leerling met leerlinggebonden financiering niet opgesteld. Tot slot is het van belang dat de school de wijze waarop zij individuele leerlijnen beschrijft herziet. Het is belangrijk dat de school een ontwikkelingsperspectief voor deze leerlingen formuleert en op basis hiervan het onderwijsaanbod inricht en de prestaties volgt. Resultaten Om een oordeel te kunnen geven over de opbrengsten aan het einde van de basisschool gebruikt de inspectie de resultaten van landelijk genormeerde eindtoetsen van de afgelopen drie jaren. Na correctie voor leerlingen die uitstromen naar het leerwegondersteunend onderwijs zijn de resultaten naar verwachting voor de betreffende leerlingenpopulatie.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek p.c.b.s. De Vaart - 7-3-2006
14
De beoordeling van de prestaties van leerlingen gedurende de schoolperiode gebeurt door de resultaten op landelijk genormeerde toetsen van het afgelopen schooljaar voor technisch lezen in de groepen 3 en 4, rekenen en wiskunde in de groepen 4 en 6 en begrijpend lezen in groep 6 te analyseren. Ook deze resultaten liggen op het verwachte niveau. Opgemerkt wordt dat deze conclusie gebaseerd is op kleine leerlingenaantallen en daardoor mogelijk minder betrouwbaar is. De mate waarin de leerlingen sociale vaardigheden beheersen kan de inspectie niet beoordelen, omdat de school niet over resultaten op genormeerde toetsen beschikt. Onder de sociale vaardigheden vallen het zelfbeeld, het kunnen samenwerken, de zelfstandigheid en de zelfredzaamheid van de leerlingen. De school gaat vanaf dit schooljaar de sociaal-emotionele ontwikkeling van haar leerlingen volgen. Daarnaast heeft zij hiervoor recent een nieuwe methode aangeschaft. Over de vraag of individuele leerlingen zich naar verwachting ontwikkelen doet de inspectie geen uitspraak. Wel merkt zij op dat de school over onvoldoende uitgewerkte leerlijnen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften beschikt. Het aantal leerlingen dat blijft zitten of een verlengde kleuterperiode krijgt is klein. Ook de uitstroom naar het speciaal onderwijs en het leerwegondersteunend onderwijs wijkt niet ongunstig af van het landelijk beeld.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek p.c.b.s. De Vaart - 7-3-2006
15
4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT Bij dit PKO heeft de inspectie ook een onderzoek gedaan naar de naleving van een aantal wettelijke voorschriften. Dit onderzoek betrof de wettelijke voorschriften over de geplande onderwijstijd en over een door het bevoegd gezag vastgestelde schoolgids en schoolplan. Op basis van dit onderzoek concludeert de inspectie dat de school aan deze wettelijke bepalingen voldoet. De bevindingen van dit PKO leiden tot het volgende arrangement voor het vervolg van het toezicht (toezichtarrangement): De aangetroffen kwaliteit van het onderwijs op de school vraagt geen aanpassing van de reguliere onderzoeksplanning van de inspectie. In beginsel volgt over vier jaar opnieuw een periodiek kwaliteitsonderzoek. In de tussenliggende periode vindt jaarlijks een onderzoek plaats, waarbij de school eenmaal wordt bezocht.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek p.c.b.s. De Vaart - 7-3-2006
17