RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK P.C. "DE VUURVOGEL"
School Plaats BRIN-nummer Onderzoeksnummer
: : : :
p.c. "De Vuurvogel" Amersfoort 27NX 92382
Datum schoolbezoek Datum vaststelling
: 3 april 2007 : 11 juli 2007
INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING ................................................................................................... 5 2 KWALITEITSPROFIEL................................................................................... 7 3 BESCHOUWING ......................................................................................... 11 4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT................................................................. 17
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek p.c. "De Vuurvogel" - 3-4-2007
3
1 INLEIDING Het periodiek kwaliteitsonderzoek Op 3 april 2007 bezocht de Inspectie van het Onderwijs p.c. "De Vuurvogel" in het kader van een periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO). Daarbij heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de kernindicatoren van een aantal kwaliteitsaspecten, op grond van het door de inspectie gehanteerde toezichtkader primair onderwijs 2005. Bij dit PKO doet de inspectie onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs door zich te richten op de kern van goed onderwijs op de school. Het gaat hierbij om kernindicatoren die betrekking hebben op het aanbod, de onderwijstijd, het pedagogisch handelen van leraren, het didactisch handelen van leraren, de afstemming op de onderwijsbehoeften van leerlingen, de actieve en zelfstandige rol van leerlingen, het schoolklimaat, de begeleiding, de zorg, de resultaten en de ontwikkeling van leerlingen. In de brochure 'Toezichtkader PO 2005' vindt u achtergrondinformatie over de indicatoren die de inspectie bij haar toezicht in ogenschouw heeft genomen. U kunt deze brochure downloaden van de website van de inspectie: www.onderwijsinspectie.nl. Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn of afspraken die met de school zijn gemaakt, of op basis van de informatie die door de school is toegestuurd kan de inspectie besluiten om niet alleen de kernindicatoren te onderzoeken maar meer indicatoren bij het onderzoek te betrekken. Dit is bij uw school wel aan de orde geweest. De inspectie heeft alle indicatoren meegenomen van het kwaliteitsaspect kwaliteitszorg, omdat dit kwalititsaspect niet volledig is meegenomen bij het Jaarlijks Onderzoek (2004). De toegevoegde indicatoren staan cursief vermeld in het kwaliteitsprofiel van hoofdstuk 2. Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan in overleg tussen school en inspectie besloten worden om de oordelen uit de zelfevaluatie alleen te verifiëren en deze niet zelf opnieuw te onderzoeken. Zo sluit de inspectie niet alleen aan bij de specifieke situatie van de school, maar wordt de school bovendien niet onnodig belast. Uw school heeft naast de schoolgids en het schoolplan documenten ingestuurd die op uw zelfevaluatie-activiteiten betrekking hebben. Het betrof de volgende documenten: ·Jaarplanning zorg 2006-2007; ·Observatie / signaleringskalender groep 1-2 en toetskalender groep 3-8; ·Groepsbesprekingen; ·Verslagen leerlingenraad; ·Borging klassenbezoeken; ·Plan van aanpak overblijven; ·Schoolplan zorgstructuur sociaal-emotioneel; ·Evaluatie en planning workshops; ·Plusklas Spaans; ·Uitgangspunten t.a.v. meerbegaafdenbeleid; Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek p.c. "De Vuurvogel" - 3-4-2007
5
·Vierjarenplanning zorgstructuur; ·Traject coaching nieuwe leerkrachten; ·Schoolplanjaarverslag cursus 2003-2004, 2004-2005 en 2005-2006; ·Kwaliteitsbeleid (verschillende onderwerpen); ·Overzicht van positiebepaling "Quickscan schoolplan"; ·Conclusies vanuit de evaluatie gehouden onder het team; ·Ouderenquête en eerste conclusies; ·Samenvatting enquête techniekonderwijs; ·Verslag en conclusies bespreking CITO uitslagen groep 3-8 (15 maart 2007); ·ICT op de Vuurvogel (maart 2007); ·Conclusie muziekenquête van de Vuurvogel (februari 2007); ·Samenwerking met SBO school 'de Opmaat'; ·Herziene update van het cultuurplan n.a.v. de evaluaties; ·Doelen en lessenseries, Workshops 2006-2007. De gegevens die uit deze documenten naar voren kwamen, zijn voor de inspectie aanleiding geweest om de door u verkregen oordelen op de volgende kernindicatoren alleen te verifiëren: 9.3 'De ouders/verzorgers tonen zich betrokken bij de schooldoor de activiteiten die de school daartoe onderneemt'. De opzet van het onderzoek Het periodiek kwaliteitsonderzoek bestond uit de volgende activiteiten. • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. • Analyse van, indien beschikbaar, documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie-activiteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd. Ook de vragenlijst periodiek kwaliteitsonderzoek is bij de analyse betrokken. • Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde en waarbij ook workshops zijn bezocht. • Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de kernindicatoren gesprekken gevoerd met de directie en de intern begeleiders. • Op uw school is verder een gesprek gevoerd met de leerlingen en de leraren. • Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de kwaliteitsoordelen en de conclusies van het schoolbezoek besproken met directie en team. Daarbij was de algemeen directeur aanwezig namens het bevoegd gezag. De inhoud van het rapport Het onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs levert een kwaliteitsprofiel op van de school (hoofdstuk 2). In hoofdstuk 3 wordt een beschouwing gegeven over de geconstateerde kwaliteit en wordt deze onder andere bezien in relatie tot de context of uitgangssituatie van de school. Indien van toepassing worden in deze beschouwing ook de toegevoegde indicatoren betrokken. In hoofdstuk 4 is het vervolgtoezicht aangegeven en worden, indien noodzakelijk, afspraken vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet. Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek p.c. "De Vuurvogel" - 3-4-2007
6
2 KWALITEITSPROFIEL Het kwaliteitsprofiel geeft een overzicht van de waarderingen die de inspectie heeft toegekend aan kernindicatoren die betrekking hebben op belangrijke kenmerken van goed onderwijs. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs. In de waardering is tot uitdrukking gebracht in welke mate de indicatoren bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs: 1. draagt niet of nauwelijks bij; 2. draagt onvoldoende bij; 3. draagt voldoende bij; 4. draagt in hoge mate bij; 5. niet te beoordelen (alleen bij Resultaten en Ontwikkeling van leerlingen). Deze waardering is gegeven indien de school over bepaalde indicatoren geen betrouwbare en valide gegevens beschikbaar heeft. Het kwaliteitsprofiel van p.c. "De Vuurvogel" Kwaliteitszorg
1.1 De school heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 1.2 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten. 1.3 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. 1.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 1.5 De school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen. 1.6 De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit van het onderwijs. 1.7 De school waarborgt de sociale veiligheid voor leerlingen en personeel. 1.8 De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van sociale integratie en actief burgerschap, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit in de samenleving.
Leerstofaanbod 3.1 De aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde zijn dekkend voor de kerndoelen. 3.4 De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. 3.5 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan. 3.6 De leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde zijn afgestemd op de onderwijsbehoeften van individuele leerlingen. 3.8 De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlingengewicht biedt leerinhouden aan bij Nederlandse taal die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek p.c. "De Vuurvogel" - 3-4-2007
1
2
3
4
l l l l l l l l
1
2
3
4
l l l l
l
7
Tijd 4.4 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. 4.5 De school stemt de hoeveelheid tijd voor leren en onderwijzen bij Nederlandse taal en rekenen en wiskunde af op de onderwijsbehoeften van leerlingen.
Pedagogisch handelen 5.3 De leraren zorgen ervoor dat leerlingen op een respectvolle manier met elkaar omgaan.
Didactisch handelen 6.1 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 6.3 De leraren leggen duidelijk uit. 6.5 De leraren geven expliciet onderwijs in strategieën voor denken en leren.
Afstemming 7.1 De leraren volgen de vorderingen van hun leerlingen systematisch. 7.3 De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
Actieve en zelfstandige rol leerlingen 8.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. 8.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun eigen leerproces die past bij hun ontwikkelingsniveau.
Sfeer op school 9.3 De ouders/verzorgers tonen zich betrokken bij de school door de activiteiten die de school daartoe onderneemt. 9.5 De leerlingen en het personeel voelen zich aantoonbaar veilig op school.
Begeleiding 10.1 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
Zorg 11.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 11.3 De school voert de zorg planmatig uit. 11.4 De school gaat de effecten van de zorg na.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek p.c. "De Vuurvogel" - 3-4-2007
1
2
3
4
l l
1
2
3
4
l
1
2
3 l l
4
l
1
2
3
4
l l
1
2
3
4 l
l
1
2
3
4
l l
1
2
3
4
3
4
l
1
2 l
l l
8
Resultaten 12.1 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 12.2 De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.
Ontwikkeling van leerlingen 13.1 De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 13.2 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. 13.3 De leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de verwachte periode van 8 jaar.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek p.c. "De Vuurvogel" - 3-4-2007
1
2
3
4
5
l l
1
2
3
4
5
l l l
9
3 BESCHOUWING Dit hoofdstuk beschrijft het oordeel van de inspectie over de kwaliteit van het onderwijs op de basisschool 'De Vuurvogel' in de wijk Vathorst te Amersfoort en geeft een toelichting op het kwaliteitsprofiel uit het vorige hoofdstuk. Daarbij legt de inspectie zo mogelijk verbanden tussen de verschillende indicatoren onderling en voor zover relevant tussen de indicatoren en de schoolcontext en de specifieke doelstellingen van 'De Vuurvogel'. Tot slot bevat dit hoofdstuk een aantal aandachtspunten voor de toekomst. 3.1 Algemeen beeld De kwaliteit van het onderwijs op de basisschool 'De Vuurvogel' ligt op een voldoende niveau. Dit oordeel stoelt in de eerste plaats op een waardering van de eind- en tussenresultaten van de leerlingen. Hoewel de resultaten van de leerlingen, zowel aan het eind van de basisschoolperiode als op tussenmomenten nog niet geheel het gevolg zijn van het onderwijs op 'De Vuurvogel', liggen deze opbrengsten wel op een voldoende niveau volgens de criteria die de inspectie hierbij hanteert. Enige alertheid is echter wel op zijn plaats. Tot voldoende kwaliteit dragen de positieve oordelen op de meeste indicatoren binnen het aanbod en het pedagogisch en didactisch handelen vervolgens bij. De actieve betrokkenheid van de leerlingen bij de onderwijsactiviteiten is de inspectie daarbij nog in het bijzonder opgevallen en deze beoordeelt zij dan ook met het predicaat goed. Een actieve en zelfstandige rol van de leerlingen en gevarieerde werkvormen passen binnen het schoolconcept van 'De Vuurvogel'. 'De Vuurvogel' is een nieuwe en sterk groeiende school, waar een heel eigen schoolconcept richtinggevend is voor de dagelijkse onderwijspraktijk. Belangrijke pijlers binnen het concept zijn: de portfolio's, het coöperatief leren, dag- en weektaken, workshops en de plusklassen. Dit zijn belangrijke items voor de school om een goed appel te doen op de eigen activiteit van de leerling en deze actviteiten heeft de inspectie ook waargenomen binnen de dagelijkse onderwijspraktijk. De uitgangspunten van het schoolconcept zijn dan ook goed geborgd binnen 'De Vuurvogel'. Beginnende leraren en ook leraren die de start van de school niet hebben meegemaakt zijn daarin gecoacht. Minder goed geborgd zijn enkele cruciale onderdelen van onderwijzen en leren. Hoewel de opbrengsten voldoende zijn, ontleent de inspectie deze conclusie aan de wat tegenvallende resultaten vanuit de methodegebonden toetsing en voor enkele leerjaren vanuit de genormeerde toetsing. Veel leerlingen stromen tussentijds in en de school brengt de beginsituaties van deze leerlingen niet nauwkeurig genoeg in kaart om daar vervolgens binnen het onderwijs voldoende adequaat op te reageren. Daarom behoeft de implementatie van de nieuwe methodes meer tijd en kunnen, binnen het systeem van zorg en begeleiding, de analyses op individueel niveau en groepsniveau zorgvuldig zijn om het planmatig handelen te versterken. Bovendien zal de directie binnen de kwaliteitszorg systematische evaluaties van de opbrengsten en van onderwijzen en leren een aantoonbare plaats moeten geven.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek p.c. "De Vuurvogel" - 3-4-2007
11
3.2. Toelichting Context Om het algemeen beeld goed te plaatsen is enig inzicht nodig in de context van de school. 'De Vuurvogel' is op 1 augustus 2002 gestart. Sinds kort is de school, na vier verhuizingen, definitief gevestigd in de wijk "De Laak". Deze laatste verhuizing is niet zonder problemen verlopen. Rond het gebouw worden nu huizen gebouwd en nog steeds wordt er in de school gewerkt aan foutieve constructies en dat zorgt voor de nodige overlast. De school is gestart met 4 leerlingen en telt momenteel ruim 380 leerlingen, verdeeld over 18 groepen en onder begeleiding van 34 leraren. Er zijn twee directieleden en drie intern begeleiders. Deze intern begeleiders zijn niet vanaf het begin betrokken geweest bij de opzet van het systeem van zorg en begeleiding. De huidige opzet is twee jaar geleden gestart. Een sterk groeiende school vraagt veel van zowel de directie en de intern begeleiders als van de teamleden die vanaf het eerste uur bij de school zijn betrokken. Daarom is voor het inwerken van nieuwe teamleden een traject 'coaching nieuwe leerkrachten' opgesteld. De nieuwe leraren bevestigen dat het mentorsysteem, zoals hierin is aangegeven, goed werkt. Veel beginnende leraren zijn aan het team toegevoegd en voor hen zijn goede inwerktrajecten van cruciaal belang. Het is dan ook een goede zaak dat de directie deze inwerktrajecten voldoende heeft uitgelijnd en ook het schoolconcept van 'De Vuurvogel' daarmee borgt. Zo zijn voor alle belangrijke pijlers die deel uitmaken van het concept van de school documenten opgesteld. Kortom er is zeer veel in ontwikkeling, maar begrijpelijk dat nog niet alles is geïmplementeerd. Een teamlid, die vanaf het eerste uur bij de nieuwe school was betrokken, is enkele weken voor het inspectiebezoek plotseling overleden. De wijze waarop de directie en het team hiermee zijn omgegaan dwingt respect af. Het overlijden van deze leraar heeft veel impact gehad op de leerlingen en het team. Zo wordt een dag na het inspectiebezoek tijdens een gezamenlijke dienst de eerste fase van verdriet en rouw afgesloten. Om de dagelijkse gang van zaken weer op te pakken, met de nodige inspanning en zorg voor het welzijn van de leerlingen en de leraren, heeft de directie besloten om het inspectiebezoek toch gewoon door te laten gaan. Opbrengsten In het inspectierapport van 2004 zijn de opbrengsten niet beoordeeld. Voor het eerst in 2006 en nu in 2007 doet de inspectie een uitspraak over de opbrengsten op 'De Vuurvogel'. De voldoende waardering van de eindopbrengsten baseert de inspectie op de resultaten van drie achtereenvolgende schooljaren waarin de eindtoets is afgenomen. Het ruime aantal leerlingen dat in 2006 en 2007 heeft deelgenomen aan de toets verhoogt bovendien de validiteit en betrouwbaarheid in vergelijk met het geringe aantal leerlingen in de beginjaren. Wat opvalt is dat de studievaardigheid in 2007 hoog scoort, maar aan de uitslag van één toets mag en kan nog geen conclusie worden getrokken. Daarvoor zijn meerdere toetsuitslagen nodig. Een hoge score voor dit onderdeel past overigens wel binnen het schoolconcept van 'De Vuurvogel'.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek p.c. "De Vuurvogel" - 3-4-2007
12
De voldoende waardering op de tussentijdse resultaten baseert de inspectie op vijf toetsen. Het zijn de toetsen technisch lezen in de groepen 3 en 4, de toetsen rekenen en wiskunde in de groepen 4 en 6 en de toets begrijpend lezen in groep 6. Waakzaamheid is echter geboden, omdat de resultaten in enkele andere leerjaren, niet behorend tot deze tussenmomenten, wel een zorgelijk beeld geven. Daarbij tekent de inspectie vervolgens aan dat de resultaten van de leerlingen niet altijd het gevolg zijn van het onderwijs op 'De Vuurvogel'. Veel leerlingen stromen immers tussentijds in. Tot de opbrengsten van de school rekent de inspectie ook de doorstroming van de leerlingen. Het percentage leerlingen van de Vuurvogel (zonder tussentijdse instroom) met een extra kleuterjaar wijkt niet af van het landelijk percentage en hetzelfde geldt voor de verwijzing naar speciale scholen voor basisonderwijs en het percentage leerlingen dat blijft zitten. Daarom heeft de inspectie de indicator (13.3) met een voldoende gewaardeerd. De kwaliteit van onderwijzen en leren Positief oordeelt de inspectie over de onderdelen bij de kwaliteitsaspecten 'leerstofaanbod', 'tijd', 'pedagogisch en didactisch handelen', 'actieve en zelfstandige rol van de leerlingen' en 'sfeer op school'. 'De Vuurvogel' werkt met verantwoorde methodes. De methodes voldoen aan de kerndoelen, bevatten mogelijkheden tot differentiatie en de taalmethodes hebben bovendien een NT 2 leerlijn. Om het aanbod voor zowel taal als rekenen en wiskunde een goede kans van slagen te geven, zet het team voldoende onderwijstijd in voor deze vakken. De leraren beginnen voor zover mogelijk op tijd, al blijkt dit soms lasig doordat niet alle leerlingen op tijd worden gebracht. Zij geven goed gestructureerd les en leggen duidelijk uit. Dat laatste bevestigen ook de leerlingen. Voorts heerst er voldoende rust in de groepen, waardoor de leerlingen geconcentreerd kunnen werken. De actieve en zelfstandige rol van de leerlingen binnen het onderwijsleerproces krijgt volop aandacht, zowel binnen de reguliere lessen als binnen de workshops. Vooral door een goede implementatie van coöperatief leren zijn de werkvormen gevarieerd en wordt de actieve deelname van de leerling gestimuleerd. Vervolgens hebben de leerlingen hun dag- en weektaken, waarin ook keuzemomenten zijn opgenomen. Variatie in leertijd zit min of meer hierin opgesloten. Het zelfstandig werken van de leerlingen is duidelijk zichtbaar tijdens de lesbezoeken. Binnen de workshops hebben zij vervolgens mogelijkheden om hun interesses te verbreden en/of te verdiepen en worden zij geactiveerd tot zelfstandig leren. De leerlingen zijn door de gevarieerde werkvormen actief en tonen zich betrokken bij de verschillende activiteiten. Daarom heeft de inspectie 8.1 met een goed gewaardeerd. Het is een compliment aan de school dat ze wat zij aangeeft in het schoolconcept, ook tracht waar te maken in de praktijk. Over de sfeer op school laten de ouders zich in de ouderenquête positief uit en de leerlingen doen dit in het gesprek met de inspectie. De leerlingen vinden dat er weinig wordt gepest en als dat wel het geval is grijpen de leraren en de directie in. De omgeving van de school vinden de leerlingen niet uitdagend, omdat het nog één grote kale speelplaats is.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek p.c. "De Vuurvogel" - 3-4-2007
13
Een kritische kanttekening plaatst de inspectie bij de doorgaande lijn in het aanbod. Enerzijds omdat een doorgaande lijn ontbreekt voor rekenen en wiskunde vanaf de groepen 1 en 2 in afstemming op groep 3. Deze leerlijn is er wel voor ontluikende geletterdheid, mede in afstemming op het aanbod voor aanvankelijk lezen. Anderzijds omdat de doorgaande leerlijn niet voldoende is gewaarborgd voor individuele leerlingen en voor groepen leerlingen. Zowel vanuit de methodegebonden toetsing als in enkele leerjaren vanuit de genormeerde toetsing blijkt, dat het aanbod niet altijd voldoende aansluit bij de beginsituatie van de leerlingen. Deze toetsen laten zien dat bij een aantal leerlingen ofwel de leerstof niet wordt beheerst (methodegebonden toetsing), ofwel niet is beklijfd (genormeerde toetsing). Kennis van de methodeopbouw is daarom onontbeerlijk. Een belangrijke vraag is 'hoe zijn de basale vaardigheden in voorgaande jaren aan de leerlingen aangeboden en hoe bouwt de methode deze uit'? Een lastig probleem is wel dat veel leerlingen de basale vaardigheden en de daarbij behorende didactiek vanuit andere methodes aangeboden hebben gekregen. Dat vraagt van leraren nog meer kennis rondom methodegebruik en van de intern begeleiders een goede aanduiding van de beginsituaties, om binnen de lessen de aansluiting te optimaliseren en de doorgaande lijn in leerstofopbouw te waarborgen. Ook zal meer gerichte feedback nodig zijn op het gemaakte leerlingenwerk. De leerlingen kijken nu hun eigen werk na en dat bevordert de zelfstandigheid, maar bij fouten is een foutenanalyse en procesgerichte feedback onontbeerlijk. Een aandachtspunt binnen onderwijzen en leren is het nader uitbouwen van het expliciet geven van onderwijs in denk- en leerstrategieën. Hoewel de inspectie vanuit de lessen heeft waargenomen dat verschillende denk- en leerstrategieën aan bod komen door open vragen en leerlingen hardop te laten verwoorden hoe zij tot een oplossing komen, kunnen transfer en feedback nog sterker een rol spelen. Een concreet voorbeeld daarbij is om de schrijfvaardigheden vanuit de taalmethode als basis te hanteren voor de workshop verhalen schrijven. Vervolgens kan de eigenaar, oftewel leraar van de workshop, in de feedback gericht op deze vaardigheden terugkomen. Voor de workshops zijn de doelen beschreven, maar nog niet de leerlijnen. Binnen de beschrijving van de leerlijnen attendeert de inspectie de school erop om de transfer en feedback vanuit de reguliere lessen een goede plaats te geven. Daarmee bevordert de school 'het leren leren' van de leerlingen. Hetzelfde geldt voor het aanbod in de plusklas.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek p.c. "De Vuurvogel" - 3-4-2007
14
De kwaliteit van het systeem van zorg en begeleiding 'De Vuurvogel' heeft voor het volgen van de ontwikkeling en de leerprestaties van de leerlingen voor de groepen 3 tot en met 8 voldoende instrumenten ingezet. De resultaten bespreken de intern begeleiders met de leraren en zij leggen de bevindingen en vervolgstappen vast. Voor de leerlingen, waarvoor het nodig is, stellen de leraren zelf een handelingsplan op en zij voeren het handelingsplan uit binnen de klas. De leerlingen geven aan dat wanneer leerlingen extra hulp nodig hebben, zij ook geholpen worden binnen en buiten de groep. Tot zover is de leerlingenzorg goed opgezet. Er zijn echter wel de nodige knelpunten binnen de leerlingenzorg. Zo zijn er geen genormeerde toetsen voor de kleuters en daardoor is het instrumentarium niet compleet. Vervolgens ontbeekt het aan een goede analyse van de signaleringsgevens. Het betreft zowel een analyse op individueel niveau als op groepsniveau en op schoolniveau. Omdat een goede analyse ontbreekt op individueel niveau, blijft de hulpvraag vaag in de handelingsplannen en kunnen nauwelijks, na een effectieve periode van zes weken, de resultaten in waarneembare effecten worden weergegeven. Het weergeven van de effecten heeft ook nog geen rol gespeeld, waardoor de hulpvraag is afgesloten en eventueel een nieuwe hulpvraag is geformuleerd. Analyses op groeps- en schoolniveau zijn ook nodig om te voorkomen dat alleen wordt uitgegaan van kindkenmerken en dat specifieke kenmerken vanuit de didactiek en/of vanuit het leerstofaanbod onderbelicht blijven. Deze analyses zijn, gezien de resultaten, nodig op 'De Vuurvogel'. De school heeft dit zelf ook onderkend bij de leergang spelling. Teveel leerlingen laten zien dat zij de leerstof niet beheersen. Individuele handelingsplannen zijn dan geen optie meer. Ten slotte plaats de inspectie een opmerking bij de verslaglegging van de leerlingbespekingen. Deze is beschrijvend van aard en veelal zijn korte karakteristieken van de leerlingen weergegeven. Er ontbreekt een probleemanalyse en vervolgmaatregelen zijn niet vastgelegd. Kwaliteitszorg Over een goed systeem van kwaliteitszorg beschikt de school nog niet. Wel voldoet de school aan één onderdeel van de kwaliteitszorg en dat is het werken aan de kwaliteitsverbetering van het onderwijs. Daaraan besteedt de directie gericht aandacht. Om de bereikte kwaliteit te borgen heeft de directie de nodige documenten vastgesteld. Het zijn vooral de documenten die het schoolconcept beschrijven en de borging hiervan is georganiseerd door regelmatig klassenbezoek. De overige onderdelen van de kwaliteitszorg zijn echter nog onvoldoende uitgewerkt. Zo heeft de school niet vastgelegd wat de specifieke kenmerken van de leerlingenpopulatie zijn en welke consequenties deze kenmerken hebben voor de inrichting van het onderwijs. Helaas beschikt de school ook niet over genormeerde gegevens in de kleutergroepen waarmee zij de kenmerken van de leerlingenpopulatie enigszins in beeld kan brengen. Een voorbeeld daarbij is om de scores van de leerlingen, bij binnenkomst of na het verblijf van een jaar, op de genormeerde toetsen te totaliseren en daaruit conclusies te trekken voor de inrichting van het onderwijs. Daarnaast zijn andere gegevens nodig, bijvoorbeeld over het opleidingsniveau van de ouders. Vervolgens wordt er op schoolniveau nog niet systematisch aandacht besteed aan een goede evaluatie van de opbrengsten en van leren en onderwijzen.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek p.c. "De Vuurvogel" - 3-4-2007
15
Nog belangrijker is dat de school de losse elementen van het systeem van kwaliteitszorg met elkaar in verband brengt. Dit kan bijvoorbeeld door het leggen van een relatie tussen de specifieke kenmerken van de leerlingpopulatie en de evaluatiegegevens van de eind- en tussenopbrengsten. Zo zijn de totale eindopbrengsten, volgens de criteria die de inspectie hanteert, van een voldoende niveau, maar passen deze opbrengsten ook bij de verwachtingen die de school heeft van deze leerlingenpopulatie. Welk niveau moeten de leerlingen aan het einde van groep 3 behalen om met succes het aanbod in groep 4 te volgen. Verbeteracties vloeien voort uit deze kwaliteitsanalyses. Zover is de directie nog niet en zij wil voor een goed systeem van kwaliteitszorg ook wachten op de bovenschoolse aanst uring en afstemming. Twee onderdelen bij de kwaliteitszorg zijn nieuw (1.7 en 1.8). 'De Vuurvogel' heeft om tot een sociaal veiligheidsbeleid te komen al goede stappen gezet en de inspectie beoordeelt daarom 1.7 positief. In de preventieve sfeer zijn gedragsregels schoolbreed vastgesteld en deze gedragregels zijn goed bekend bij de leerlingen. Ook hanteert de school een stappenplan bij pestgedrag. Het bevragen van de leerlingen en het personeel is gerealiseerd. Sinds 2006 wordt van de school verwacht dat zij een systematische bijdrage levert aan het bevorderen van actief burgerschap en de sociale integratie van alle leerlingen. Dit lijkt een tamelijk nieuw thema, maar behelst natuurlijk ook de grondgedachte van het onderwijs om een bijdrage te leveren aan de opvoeding van kinderen. Scholen doen dan ook al veel aan dit onderwerp, maar dit gebeurt veelal impliciet. 'De Vuurvogel' heeft in haar schoolconcept al een visie hierop weergegeven. Ook is één van de workshops ingericht met het thema actief burgerschap en sociale cohesie. In het nieuwe schoolplan zal dit onderdeel nader zijn uitgewerkt. Omdat de school geen waarneembare risico's ziet in de houding en vaardigheden van de leerlingen waardeert de inspectie deze indicator positief.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek p.c. "De Vuurvogel" - 3-4-2007
16
4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT Bij dit PKO heeft de inspectie ook een onderzoek gedaan naar de naleving van een aantal wettelijke voorschriften. Dit onderzoek betrof de wettelijke voorschriften over de geplande onderwijstijd en over een door het bevoegd gezag vastgestelde schoolgids en schoolplan. Op basis van dit onderzoek concludeert de inspectie dat de school aan deze wettelijke bepalingen voldoet. De inspectie heeft de school er wel op geattendeerd dat het aantal onderwijsuren net op het wettelijk minimum ligt. Daar kan geen uur meer van af. De bevindingen van dit PKO leiden tot het volgende arrangement voor het vervolg van het toezicht (toezichtarrangement): De aangetroffen kwaliteit van het onderwijs op de school vraagt voorlopig geen aanpassing van de reguliere onderzoeksplanning van de inspectie. In beginsel volgt over vier jaar opnieuw een periodiek kwaliteitsonderzoek. In de tussenliggende periode vindt jaarlijks een onderzoek plaats, waarbij de school eenmaal wordt bezocht.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek p.c. "De Vuurvogel" - 3-4-2007
17