Rapport naar aanleiding van het Thematisch Toezichtbezoek aan Bureau Jeugdzorg Groningen en GGZ Groningen Zuid, afdeling Jeugd op 10 oktober 2005
Rijswijk, februari 2006
Inhoudsopgave
1
Inleiding
3
2
Resultaten inspectiebezoek
4
2.1
Inleiding
4
2.2
Aanmelding en screening
4
2.3
Diagnostiek binnen BJz
6
2.4
Indicatiebesluit BJz
8
2.5
Aanmelding bij J-GGZ/uitvoering indicatiebesluit
9
2.6
Opstellen hulpverleningsplan binnen de J-GGZ
10
2.7
Uitvoeren en volgen van de geïndiceerde zorg door BJz
11
3
Beschouwing
13
3.1
Inleiding
3.2
Aanvang behandeling J-GGZ start na relatief lang traject
13
3.3
Uiteenlopende verwachtingen omtrent functie casemanagement
14
3.4
Verdere verheldering van positionering kan druk op samenwerking voorkomen
14
13
Bijlage: Bijlage 1: Toelichting score-classificaties Bijlage 2: Overzicht gebruikte documenten
2
Inleiding
1
Deze rapportage omvat de resultaten van het thematisch toezichtbezoek dat op 10 oktober 2005 door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) samen met de Inspectie voor de Jeugdzorg (IJZ) aan BJz Groningen, locatie Groningen stad en aan GGZ Groningen Zuid, afdeling Jeugd is gebracht. Het bezoek is uitgevoerd door mevrouw drs. M. Hordijk (Senior inspecteur IJZ) en mevrouw drs. M.A. Schippers (inspecteur IGZ). Dit bezoek is verricht met als doel om zowel BJz als de J-GGZ-instelling te scoren op de kwaliteit van hun beider samenwerking. Het inspectieonderzoek is toegespitst op de toegangsfunctie waarlangs jeugdigen met GGZproblematiek via BJz worden doorgeleid naar de J-GGZ. In dit licht zijn de volgende zes thema’s bij het BJz Groningen én bij GGZ Groningen Zuid, afdeling Jeugd onderzocht: 1.
aanmelding bij BJz/screening;
2.
diagnostiek (basis/indicatiediagnostiek);
3.
indicatiebesluit;
4.
aanmelding bij de J-GGZ-instelling/uitvoering indicatiebesluit;
5.
opstellen hulpverleningsplan/behandelplan;
6.
uitvoeren en monitoren van de verleende GGZ-zorg door BJz.
Om tot een oordeel te komen maken de inspecties gebruik van het instrument ‘thematisch toezicht samenwerking Bureau Jeugdzorg – J-GGZ 2005’. Dit instrument is gebaseerd op bepalingen uit de Wet op de Jeugdzorg, het Uitvoeringsbesluit, het Referentiewerkmodel, het HKZ-certificatieschema Jeugdzorg/J-GGZ, de Wet BIG en de Kwaliteitswet Zorginstellingen. Deze rapportage is gebaseerd op: a.
Gesprekken met: -
een unithoofd, een voordeurmedewerker, een GZ-psycholoog, een gedragsdeskundige/lid van de
-
het hoofd van de afdeling Jeugd, drie kinderpsychiaters, een maatschappelijk werker, de directeur
indicatiecommissie, een beleidsmedewerker en de voorzitter van de Raad van Bestuur van BJz; behandelzaken en de directeur algemene zaken van GGZ Groningen Zuid; b.
Documenten zoals weergegeven in bijlage 2.
Op geleide van de bezoekronde langs in totaal 15 koppels van BJz en J-GGZ-instellingen stellen de inspecties een geaggregeerde rapportage op. Op grond van de scores die zijn opgenomen in deze rapportage op instellingsniveau wordt de regionale samenwerking tussen BJz Groningen en GGZ Groningen Zuid in de geaggregeerde rapportage getypeerd en vergeleken met samenwerkingsrelaties die elders in het land operationeel zijn. In de geaggregeerde rapportage worden - naast de presentatie van vergelijkingsmateriaal - conclusies en aanbevelingen geformuleerd en gemeenschappelijke aandachtspunten nader toegelicht. Zowel deze rapportage op instellingsniveau als de geaggregeerde rapportage zijn openbaar.
3
2
Resultaten inspectiebezoek
2.1
Inleiding
In dit hoofdstuk leest u hoe BJz Groningen en GGZ Groningen Zuid, afdeling Jeugd scoren op de kwaliteit van hun beider samenwerking, toegespitst op de toegangsfunctie waarlangs jeugdigen met GGZ-problematiek via BJz worden doorgeleid naar de J-GGZ. Per thema treft u telkens eerst een beschrijving van de streefsituatie en vervolgens een tabel met scores, die in de tekst worden toegelicht. Zie bijlage 1 voor de gehanteerde score-classificaties.
2.2
Aanmelding en screening
Streefsituatie Een adequate werking van de keten begint bij voldoende toegankelijkheid van de jeugdzorg voor alle doelgroepen en een goede relatie met en dienstverlening aan verwijzers. Onder voldoende toegankelijkheid voor alle doelgroepen wordt verstaan: heldere informatie aan potentiële cliënten, zoveel mogelijk één toegangspoort (geringe omvang rechtstreekse verwijzingen naar de J-GGZ), voldoende deskundige bejegening en beoordeling van de problematiek bij de aanmelding/screening, voldoende snelheid in handelen. Artsen/verwijzers mogen bij het vermoeden van ernstige psychiatrische problematiek rechtstreeks naar de J-GGZ verwijzen. Het gaat hierbij om huisartsen of artsen naar wie de huisarts doorverwijst, een BIG-geregistreerde behandelaar of een arts verbonden aan een JJI ten behoeve van strafrechtelijk geplaatste jongeren. Ook dient de J-GGZ of de verwijzer gegevens over die rechtstreekse verwijzingen aan te leveren aan BJz (de aard van de vermoedelijke stoornis en de reden van het vermoeden). Daarnaast heeft BJz de taak om 7 x 24 uur bereikbaar te zijn. Onder een goede relatie met en dienstverlening aan verwijzers in de fase van aanmelding wordt verstaan: heldere informatie aan mogelijke verwijzers over de actuele procedures en wachttijden, accurate terugkoppeling van informatie (wettelijk vereist voor huisartsen). Aanmelding
Score a:
Score b:
Score c:
Score d:
√
Vormgeving voordeur
Bekendheid met gedeeld/gebruik van √
aanmeldingsformulieren of procedures √
Bereikbaarheids/crisis dienst
Deskundigheid voor beoordeling √
psychiatrische problematiek bij de voordeur √
Informatie en terugkoppeling naar de verwijzers Omlegging cliëntenstroom/
√
zij-instroom J-GGZ Terugkoppeling gegevens naar BJz over rechtstreekse aanmeldingen bij J-
√
GGZ 4
Vormgeving voordeur Uitgangspunt is dat jeugdigen in principe via BJz worden aangemeld bij GGZ Groningen. Overigens is deze doorgeleidingsroute in Groningen pas per 01 juli 2005 geformaliseerd. In de praktijk betekent dit dat vrijwel alle toeleiding naar de J-GGZ nog via de (huis)arts verloopt. Een psychiater van GGZ Groningen neemt deel aan Voordeurteamoverleg, waarbij alle (nieuwe) aanmeldingen worden besproken. Bekendheid met/gedeeld gebruik van aanmeldingsprocedure BJz Groningen werkt met een vaste procedure uitgewerkt aan de hand van het referentiewerkmodel. Hierin wordt standaardinformatie verstrekt, ook over de mogelijkheid van het verkrijgen van AWBZ-zorg na indicatie. De medewerkers van GGZ Groningen vinden dat zij weinig inspraak hebben gehad in de totstandkoming van de aanmeldingsprocedure. In die zin wordt niet gewerkt met een gezamenlijk (tot stand gebracht) product. Bereikbaarheids/crisisdienst BJz Groningen heeft een eigen 7 x 24-uurs bereikbaarheidsdienst georganiseerd, die tevens uitrukt als crisisdienst. Deze dienst beschikt niet over specifieke kennis omtrent psychiatrische crises; hiertoe wordt buiten kantooruren samengewerkt met de crisisdienst van GGZ Groningen. Ook binnen kantoortijden wordt in geval van crisis de expertise van GGZ Groningen in voorkomende gevallen ingeschakeld. De medewerkers zijn positief over de contacten die tussen de beide crisisdiensten bestaan; de crisisdiensten werken aanvullend op elkaar, op een wijze die helder is voor de medewerkers van beide organisaties. Deskundigheid voor beoordeling psychiatrische problematiek bij de voordeur Kinder- en jeugdpsychiaters van GGZ Groningen nemen sinds juli jl. deel aan de Multidisciplinaire Vergadering van het Voordeurteam. In genoemde vergadering worden alle aanmeldingen van BJz besproken. In een relatief klein aantal van gevallen is inbreng van de psychiater relevant. In dergelijke gevallen levert de psychiater zijn bijdrage aan het overleg, hetgeen de kruisbestuiving tussen BJz en de J-GGZ wel degelijk ten goede komt. Nadat is geconstateerd dat een cliënt wellicht voor hulp van de J-GGZ in aanmerking komt, wordt de standaardprocedure geëffectueerd; een medewerker van BJz voert het vervolg van de indicatie uit. Deze werkwijze roept vragen op over de positionering van de psychiater. Het kan voordelen bieden om deze hoog gekwalificeerde ggz-professional ‘aan de voordeur’ te positioneren, maar dan moet een meer discriminerend effect ten aanzien van de vervolgroute kunnen uitgaan van zijn beoordeling. Informatie en terugkoppeling naar verwijzers Er is gezamenlijke actie van BJz en GGZ Groningen ter verstrekking van informatie over ieders rol aan verwijzers, vooral aan huisartsen. BJz en GGZ Groningen hebben een brief met de geldende verwijsroutes verspreid onder alle huisartsen. GGZ Groningen pleit in dit verband overigens voor een brede interpretatie van het begrip ‘verdenking op een psychiatrische stoornis door huis- of kinderarts’, zodat rechtstreekse verwijzing via de huisarts of kinderarts zonder belemmering kan blijven bestaan. Conform de afspraken worden de huisartsen middels afschrift van het indicatiebesluit geïnformeerd mits de cliënten toestemming geven.
5
Omlegging cliëntenstroom/zij-instroom J-GGZ De instroom van GGZ Groningen is de afgelopen drie maanden gedaald en die van BJz is niet evenredig gestegen. GGZ Groningen kampt met een terugval in vraag die zij toeschrijft aan onvoldoende doorgeleiding vanuit BJz en/of onduidelijkheid over verwijsroutes bij de huisarts, waardoor de cliëntenstroom stokt. e
Dit blijkt nog niet uit de ontvangen gegevens, want die zijn beperkt tot 1 helft 2005. In elk geval nu nog meer dan 90% aanmeldingen via de (huis)arts. In een recente notitie schat BJz Groningen dat in 2006 ongeveer 50% via BJz zal (kunnen) verlopen. Ter illustratie: In de eerste helft van 2005 werden door BJz 14 cliënten naar GGZ Groningen jeugd verwezen. Terugkoppeling gegevens naar BJz over rechtstreekse aanmeldingen bij J-GGZ De afspraak is dat GGZ Groningen periodiek terugkoppelt aan BJz welke cliënten zich via de huis- of kinderarts hebben gemeld. De medewerkers van BJz hebben niet de indruk dat zij een volledig zicht hebben op de zijinstroom bij GGZ Groningen. Er zijn geen afspraken over vervolgacties als het aantal rechtstreekse verwijzingen naar GGZ Groningen hoger is dan verwacht. GGZ Groningen geeft aan dat het aantal verwijzingen vanuit BJz minimaal is, wel geregistreerd wordt en dat de zij-instroom naar BJz teruggekoppeld wordt. Dit laatste zal binnenkort voor het eerst formeel gebeuren.
2.3
Diagnostiek binnen BJz
Streefsituatie Een adequate werking van de keten vergt een goede en gedegen beoordeling van de problematiek. Daarvoor is voldoende diagnostische kennis en vaardigheden van de professionals nodig en voldoende mogelijkheden om diagnostiek uit te voeren. Wanneer BJz niet voldoende mogelijkheden heeft voor (specialistische) toegangsdiagnostiek van psychische problematiek en indien op voorhand al een sterk vermoeden is dat GGZ is geïndiceerd, dan kan het voor die taak ook een J-GGZ-instelling inhuren. Ook kunnen hiervoor medewerkers van de J-GGZ gedetacheerd worden bij BJz. Volgens het Referentiewerkmodel is sprake van een specialistische diagnose als voor het bepalen van het diagnostisch beeld gebruik wordt gemaakt van een specialistisch classificatiesysteem. In deze definitie is het stellen van een specialistische diagnose voorbehouden aan een gedragswetenschapper/BIG-geregistreerde professional. De specialistische diagnose van BJz is ter ondersteuning van het bepalen van het diagnostisch beeld. Indien de aard van de problematiek dit vergt, vindt multidisciplinaire beoordeling (dat wil zeggen dat de gedragswetenschapper/BIG-geregistreerde professional wordt ingeschakeld) van de gegevens plaats conform vastgestelde afspraken. Diagnostiek Uitvoering diagnostiek
Score a:
Score b:
Score c:
Score d:
√
Bekendheid met gedeeld/gebruik van diagnostische instrumenten
√
Deskundigheid voor beoordeling psychiatrische problematiek
√
Multidisciplinaire beoordeling
√
Positionering toegangsdiagnostiek
√
en behandeldiagnostiek 6
Uitvoering diagnostiek Deze functie wordt, voor zover het de ‘standaardprocedure’ betreft, uitgevoerd door medewerkers van BJz. Ook nadat in de het overleg van het Voordeurteam is geconstateerd dat een cliënt wellicht voor hulp van de J-GGZ in aanmerking komt, wordt de standaardprocedure geëffectueerd. Een medewerker van BJz voert de noodzakelijke, gestandaardiseerde ‘toegangsdiagnostiek’ uit (= fase van analyse en diagnostisch beeld). Momenteel wordt wel gewerkt aan het implementeren van een ‘verkort traject’ ten behoeve van evidente, enkelvoudige J-GGZ problematiek aan de poort. GGZ Groningen pleit ervoor om ook in geval van complexere J-GGZ problematiek een traject te realiseren dat sneller dan momenteel het geval is, toeleidt naar de J-GGZ. In de standaardprocedure, die betrekking heeft op de analyse en de totstandkoming van het diagnostisch beeld, heeft de J-GGZ in principe geen rol. Wel wordt de J-GGZ door BJz betrokken voor consultatie en als, vanwege de complexiteit, indicatiediagnostiek noodzakelijk is om het diagnostisch beeld te kunnen verwerven. In dit geval wordt diagnostische expertise door BJz ingehuurd, bijvoorbeeld bij GGZ Groningen. Bekendheid met/gedeeld gebruik diagnostische instrumenten Het grootste deel van het diagnostisch onderzoek dat wordt verricht ten behoeve van doorgeleiding naar de J-GGZ maakt onderdeel uit van de standaardprocedure en wordt door BJz-medewerkers verricht. De BJz-medewerkers zijn of worden bijgeschoold en getraind in het herkennen van psychopathologische beelden. Medewerkers van GGZ Groningen zijn niet expliciet betrokken geweest bij de implementatie van gebruikte diagnostische instrumenten, behalve waar het elementen uit de voormalige screeningsprocedure betreft. Deze procedure is in het verleden uitgeschreven door BJz en J-GGZ medewerkers samen. De diagnostiek binnen de toegangsfase van BJz is nog altijd relatief beperkt en onderbouwt vooral de keuze voor de sector Jeugdhulpverlening of J-GGZ en beschrijft diverse probleemgebieden, die voor de (start van de) behandeling bij de J-GGZ niet direct relevant zijn. Deskundigheid voor beoordeling psychiatrische problematiek De BJz-medewerkers die de toegangsdiagnostiek uitvoeren, werken gestandaardiseerd en er is expliciet aandacht voor de vergroting van de kennis van psychische en psychiatrische problematiek. Dit neemt niet weg dat de medewerkers van GGZ Groningen van mening zijn dat (een deel van de) BJz-medewerkers aanvullend geschoold en getraind moeten worden om de doorgeleiding naar de J-GGZ te optimaliseren. Multidisciplinaire beoordeling Er is sprake van criteria voor multidisciplinaire beoordeling in de toegangsfase van BJz en deze is bekend bij de medewerkers van J-GGZ. De gedragswetenschappers van BJz zijn nagenoeg allen tevens GZ-psycholoog en dus BIG-geregistreerd. Zij fiatteren per definitie elke doorgeleiding naar de J-GGZ. Positionering toegangsdiagnostiek en behandeldiagnostiek De beoordeling die binnen de BJz-toegang plaatsvindt, leidt feitelijk toch vooral tot een sectorkeuze, waar nodig met ingehuurde indicatiediagnostiek. Behandeldiagnostiek voor J-GGZ-cliënten vindt grotendeels plaats binnen de J-GGZ-setting.
7
2.4
Indicatiebesluit BJZ
Streefsituatie In de zorgketen is het indicatiebesluit een kerndocument. Het vat samen wat er aan de hand is, motiveert de keuze voor jeugdzorg en stuurt de uitvoering van de hulp door de zorgaanbieder (o.a. J-GGZ) aan. De zorgaanbieder legt de manier waarop hij de geïndiceerde zorg gaat verlenen vast in een hulpverleningsplan/behandelplan. Op basis van het diagnostische beeld en de wensen en verwachtingen van de cliënt stelt BJz in het kader van de indicatiestelling vast welke zorg nodig is. BJz heeft de taak te indiceren voor onder meer bepaalde vormen van AWBZ-zorg (bijv. J-GGZ). Dit wordt vastgelegd in een indicatiebesluit dat voldoet aan de eisen die de Wet op de Jeugdzorg hieraan stelt (beschrijving van de problemen; ernst en mogelijke oorzaken; beschrijving benodigde zorg; beschrijving korte en lange termijn doelen van die zorg; termijn gedurende welke de aanspraak geldt nadat de in het besluit voorziene zorg is aangevangen; termijn waarbinnen de aanspraak tot gelding moet zijn gebracht; een advies wie de zorg kan verlenen; oordeel over zorgcoördinatie; aanduiding van eventuele vervangende zorg). Voorts wordt in het indicatiebesluit beschreven hoeveel en op welke wijze hulp moet worden uitgevoerd (thuissituatie, bij zorgaanbieder, individueel of in groepsverband, benodigd aantal contacturen, inclusief bandbreedte). Om goed te kunnen vaststellen welke zorg nodig is, dient BJz te beschikken over voldoende deskundigheid over de wijze waarop psychische problematiek kan worden aangepakt. Om deze deskundigheid te verhogen kunnen medewerkers van de J-GGZ hiervoor worden gedetacheerd naar BJz. BJz neemt geen indicatiebesluit voordat een gedragswetenschapper het ontwerpbesluit heeft beoordeeld. Indicatiestelling/indicatiebesluit Organisatie proces indicatiestelling
Score a:
Score b:
Score c:
√
√
Vertrouwen in kwaliteit indicatiestelling
Specifiteit uitkomst indicatiestelling
√
Tevredenheid samenwerking
√
Gemiddelde doorlooptijd BJz
Score d:
onbekend
Organisatie proces indicatiestelling Wekelijks wordt een aantal uitslagen ter bespreking voorgelegd aan de indicatiecommissie van BJz. De voorzitter van deze commissie is een BIG-geregistreerd GZ-psycholoog. Ook cases waarvan op basis van het voortraject blijkt dat het evident gaat om J-GGZ, worden binnen de indicatiecommissie besproken. De Multidisciplinaire Vergadering (MDV) waar het indicatiebesluit wordt besproken bestaat uit een gedragswetenschapper, een aantal maatschappelijk werkers en (op afroep) het unithoofd. De rol van de J-GGZ-medewerkers is niet geïntegreerd in deze fase van de toegangsketen. Vertrouwen in kwaliteit indicatiestelling Binnen BJz Groningen wordt aangegeven dat het indicatieproces met de invoering van de Wjz behoorlijk verzwaard is. Bovendien moet het indicatiebesluit aan bepaalde voorwaarden voldoen, Cliënten kunnen er immers rechten aan ontlenen. Bovendien stellen de diverse jeugd GGZ aanbieders verschillende eisen. BJz indiceert JGGZ op functies, waarvan een overzicht aan de procedure beschrijving is toegevoegd. GGZ Groningen jeugd geeft de voorkeur aan globale indicaties (mede door de lange doorlooptijd) want, de cliënt staat niet stil, het gewenste aanbod hoeft al niet meer passend te zijn. 8
Specificiteit uitkomst indicatiestelling De indicatiecommissie geeft in verreweg de meeste gevallen – naar de inschatting van betrokkenen in 80% van de gevallen - een indicatie voor de sector GGZ (functie: behandeling GGZ). De indicatiestelling is hiermee vooral een bepaling van de sectorkeuze. Het indicatiebesluit is meestal redelijk globaal van opzet; de te volgen modulen zijn in de meeste gevallen niet gespecificeerd. Overigens streeft BJz wel degelijk naar verdere specificering van de indicatiebesluiten. De onderbouwing bestaat verder uit een beschrijving van probleemgebieden, die uitermate relevant zijn voor de jeugdhulpverlening. Adagium van de J-GGZ is dat vooral de beschrijving van de problematiek zo scherp mogelijk moet zijn. De kwaliteit van de beschrijving van de problematiek in het indicatiebesluit en de vaardigheid van het klachtgericht uitvragen is naar de mening van de medewerkers van GGZ Groningen nog te wisselend. BJz-medewerkers dienen op deze onderwerpen extra en herhaaldelijk geschoold te worden. Tevredenheid samenwerking BJz lijkt meer tevreden over de gerealiseerde samenwerking dan GGZ Groningen. BJz ziet de huidige werkwijze evolueren naar een situatie waarin specifieke indicatiebesluiten worden afgegeven, terwijl GGZ Groningen lijkt te opteren voor een situatie waarbij in kortere tijd globale indicatiebesluiten worden gegenereerd. Gemiddelde doorlooptijd BJz De gemiddelde doorlooptijd van de toegangsfunctie van BJz Groningen, gerekend van datum aanmelding tot datum afgifte indicatiebesluit, was in de eerste helft van 2004 113 werkdagen in de 2e helft: 163. In de eerste helft van 2005 is de gemiddelde doorlooptijd altijd nog 147 werkdagen. Deze doorlooptijd is naar de mening van beide partijen (veel) te hoog en is deels te wijten aan gebrek aan capaciteit. BJz zet onder andere via de Doorbraakprojecten in op bekorting van wachtlijsten en doorlooptijden. Het ontbreekt aan voldoende betrouwbare landelijke gegevens over doorlooptijden. Daarom is geen score afgegeven die de Groningse situatie afzet tegen het landelijke gemiddelde.
2.5
Aanmelding bij J-GGZ/uitvoering indicatiebesluit
Streefsituatie Een adequate werking van de keten voorziet in een soepele overgang van indicatiestelling naar hulpverlening door de zorgverlenende instelling. De indicatiesteller ondersteunt de cliënt bij het verkrijgen van die zorg en de uitvoerende instelling accepteert het indicatiebesluit. Het terugverwijzen van cliënten naar de indicatiesteller komt slechts bij uitzondering voor. Bij aanmelding van de cliënt bij J-GGZ moet er een indicatiebesluit zijn zoals bedoeld in de Wet op de Jeugdzorg. Op grond van het indicatiebesluit kan een cliënt aanspraak maken op de zorg die daarin is genoemd. BJz dient de cliënten bij te staan/te motiveren voor het tot gelding brengen van het indicatiebesluit. Alleen als de instelling aan de cliënt kan aantonen dat het verlenen van de zorg niet binnen de opdracht/missie van de instelling past, kan de instelling de cliënt terugverwijzen naar de indicatiesteller. In alle andere gevallen wordt door de instelling met de cliënt een gesprek gehouden waarbij tot een overeenkomst wordt gekomen. Het zorgkantoor toetst de indicatiebesluiten aan de wettelijke vereisten (niet inhoudelijk), zorgt ervoor dat de cliënt de geïndiceerde AWBZ-zorg kan verzilveren en registreert de geïndiceerde en uitgevoerde hulp.
9
Aanmelding J-GGZ uitvoeren
Score a:
Score b:
Score c:
Score d:
indicatiebesluit Afspraken BJZ en J-GGZ over
√
overdracht van informatie en cliënten Wachttijd tussen aanmelding bij J-GGZ en eerste face-to face
onbekend
contact Terugverwijzingen
√
Afspraken BJz en J-GGZ over overdracht van informatie en cliënten Volgens het convenant van april 2005 neemt BJz Groningen in het indicatiebesluit één van in principe 8 functies van de GGZ. Voor GGZ Groningen afdeling jeugd betreft dit met name de ambulante functie behandeling. BJz Groningen geeft daarbij als advies aan de cliënt een of enkele modules. In principe vindt de toets op de aansluiting op het indicatiebesluit plaats aan de hand van het behandelplan van GGZ Groningen, dat uiterlijk binnen 6 weken aan de casemanager wordt toegezonden. De medewerkers van BJz Groningen geven aan dat op moduleniveau overleggen met de cliënt makkelijker is. Bij vragen consulteren zij GGZ Groningen. Er moet ruimte blijven voor hun specificatie van de behandeling. Medewerkers BJz kennen wel (een aantal) behandelplannen, maar het toezenden is nog te afhankelijk van personen. De praktijk moet nog groeien. Wachttijd tussen aanmelding bij J-GGZ en eerste face-to-face contact Na aanmelding bij GGZ Groningen kan momenteel binnen 1 à 2 weken het eerste face-to-face contact gerealiseerd worden. Dit is volgens de medewerkers het gevolg van de vraagafname waarmee de J-GGZ zich de afgelopen maanden geconfronteerd ziet. Volgens de schriftelijke opgave bedroeg de wachttijd in 2004: 1e helft 25 werkdagen, 2e helft: 32 werkdagen. In de eerste helft van 2005 weer 25 werkdagen. Het ontbreekt aan voldoende betrouwbare landelijke gegevens over wachttijden. Daarom is geen score afgegeven die de Groningse situatie afzet tegen het landelijke gemiddelde. Terugverwijzingen Het komt vrijwel niet voor dat cliënten na aanvang van J-GGZ worden terugverwezen naar BJz.
2.6
Opstellen behandelplan binnen de J-GGZ
Streefsituatie Voor een adequaat werkende zorgketen is continuïteit in de aanpak van de problematiek van cliënten van belang. In het verlengde van de inhoud van het indicatiebesluit, dient de zorgaanbieder i.c. J-GGZ instelling een hulpverleningsplan op te stellen voor de cliënt (zie ook thema 3). BJz heeft de taak dit te bevorderen. Het hulpverleningsplan is afgestemd met eventuele andere zorg- of hulpverleners en op eventuele andere hulpverleningsplannen. Daarnaast legt hij het plan voor aan de cliënt en BJz. Nadat hij hun fiat heeft gekregen start de zorgaanbieder de zorg.
10
Opstellen behandelplan
Score a:
Score b:
Score c:
Score d:
J-GGZ √
Afstemmen behandelplan op indicatiebesluit Overleg/toetsing behandelplan door
√
BJz
Afstemmen behandelplan op indicatiebesluit De medewerkers van GGZ Groningen zijn regelmatig niet content met de door BJz afgegeven indicatiebesluiten. Bij globale indicatiebesluiten is het behandelplan geen ‘vertaling’ van het indicatiebesluit omdat hiervoor te weinig aanknopingspunten zijn. Bij specifiekere indicatiebesluiten wordt de invulling van de vervolgcontacten soms onnodig beperkt (cliënt wenst de specifiek geïndiceerde zorg terwijl de J-GGZ op basis van voortschrijdend inzicht tot de conclusie komt dat dit niet het beste aanbod is). Overleg/toetsing hulpverleningsplan door BJz Thans zijn er geen structurele contacten tussen GGZ Groningen en BJz ter toetsing van het behandelplan door BJz. De medewerkers van BJz hebben nog weinig behandelplannen van J-GGZ gezien. Dit maakt feedback op de mate van aansluiting tussen het indicatiebesluit en het behandelplan onmogelijk. De afspraken zijn echter formeel pas in juli 2005 gestart er is nog veel voorlichting en implementatie in de praktijk nodig.
2.7
Uitvoeren en volgen van de geïndiceerde zorg door BJz
Streefsituatie Een adequate zorgketen wordt door een casemanager gevolgd en vanuit het perspectief van de situatie/problematiek bij aanmelding geëvalueerd. De J-GGZ instelling doet aan BJz mededeling van de aanvang en de beëindiging van de zorg conform het indicatiebesluit. J-GGZ houdt BJz op de hoogte van de voortgang van de zorg, geeft wijzigingen in het zorgaanbod door en kondigt aan wanneer de zorg zal worden beëindigd. BJz kan hierdoor de zorg volgen en de zorg bij beëindiging evalueren (samen met de cliënt en de zorgaanbieder). Op vooraf vastgestelde momenten wordt door BJz bij de J-GGZ instelling en bij de cliënt geïnformeerd hoe de verleende zorg verloopt. De cliënt wordt door BJz bijgestaan bij vragen over de inhoud van deze zorg, alsmede de evaluatie van de zorg. In het kader van de monitoring registreert BJz een aantal vaste gegevens per cliënt (datum van aanvang van de zorg; datum van einde van de zorg; reden van beëindiging van de zorg; gegevens over het wachten na het indicatiebesluit tot de zorg is gestart; gebruik van vervangende zorg; gegevens over het behalen van het in het indicatiebesluit omschreven doel). De tussenevaluatie wordt uitgevoerd conform afspraken tussen het BJz en de aanbieder en in overeenstemming met het indicatiebesluit. Resultaten van de (tussen)evaluatie worden geregistreerd. Uitvoeren en monitoren van zorg
Score a:
Score b:
Score c:
Score d:
Verstrekken van vervolggegevens door J-GGZ aan BJz
√
Evaluatie J-GGZ door BJz
√
11
Verstrekken van vervolggegevens door J-GGZ aan BJz Momenteel verstrekt GGZ Groningen nog geen gegevens over aanvang behandeling en behandelbeloop aan BJz. Er zijn wel afspraken gemaakt over het standaard verstrekken van het behandelplan aan BJz, maar in de praktijk worden deze afspraken nog niet goed nageleefd. Er is discussie over casemanagement. In een recente notitie is sprake van een lichte en een zwaardere variant, met name voor complexe (gezins) problematiek. Naar schatting kan 60% van de J-GGZ cliënten toe met de lichte variant: casemanager ondersteunt de cliënt bij bemiddeling naar zorg, het plaatsingsgesprek, (tussentijdse) evaluatie en nazorg. Daarnaast is vastgelegd, dat GGZ Groningen de zogenoemde beleidsinformatie levert over aanvang, soort zorg en dergelijke. Er zijn geen afspraken over het melden van bijvoorbeeld kindsignalen bij cliënten die via het huisartsenprotocol binnenkomen bij GGZ Groningen. Evaluatie J-GGZ door BJz De samenwerking en vooral de meerwaarde van de relatie tussen BJz en de J-GGZ-instelling na aanvang van JGGZ zijn (nog) niet periodiek geëvalueerd; de afspraken ter intensivering van deze samenwerking zijn van recente datum.
12
3
Beschouwing
3.1
Inleiding
Uit de mate van samenwerking tussen BJz Groningen en GGZ Groningen, afdeling Jeugd blijkt dat er, met het oog op de implementatie van de Wet op de Jeugdzorg per 01 januari jl. nog geen lang traject van afstemming is doorlopen. Inhoudelijk was in het verleden wel sprake van uitwisseling en een zekere inhoudelijke afstemming – de gezamenlijk uitgeschreven screeningsprocedure is hiervan een voorbeeld – echter het samenwerkings-convenant dat bij uitstek gaat over majeure veranderingen per 01 januari jl. dateert van april 2005. De doorgeleiding via BJz naar GGZ Groningen is pas per 01 juli jl. geformaliseerd. Er is geen uitwerking gegeven aan gezamenlijke procedures en gedeelde werkwijzen gedurende de toegangsfase. Men is er nog onvoldoende in geslaagd om de (culturele) barrières te slechten. De fase van ‘vooroordelen en contraproductieve beeldvorming over en weer’ lijkt nog niet geheel doorlopen. Het genereren van deskundigheid, en het creëren van bekendheid met en vertrouwen in elkaars competentie is nog geen vanzelfsprekendheid. Het overleg op bestuurlijk niveau, met het convenant als geleidekoord, kan wel degelijk een fundament leggen voor succesvolle samenwerking, maar vereist verdere vertaling naar middle-management en uitvoerend niveau. Er zal meer gehandeld moeten worden in de geest van de samenwerkingsafspraken en er zal actief gezocht moeten worden naar efficiëntere werkwijzen en cliëntroutes (terugdringen doorlooptijden, implementeren verkorte routes) om wederzijds vertrouwen in een adequaat resultaat te genereren.
3.2
Aanvang behandeling J-GGZ start na relatief lang traject
Relevant is dat het indicatiebesluit dat BJz afgeeft, in het merendeel van de gevallen een onderbouwing is van de keuze voor een sector, de J-GGZ. De doorlooptijd in de toegang (tot het indicatiebesluit binnen BJz bedraagt (in 2004) gemiddeld 138 werkdagen, voor de eerste helft van 2005 is dit: 147 werkdagen. Bij aanmelding van een cliënt bij GGZ Groningen kan in veel gevallen de behandeling na 2-5 weken starten; de beschikbare globale informatie moet in een vervolgtraject binnen de J-GGZ worden gespecificeerd. Dit levert voor de cliënt een weinig acceptabele oplossing op; men moet (gemiddeld genomen) een lang traject door om hoogst waarschijnlijk een globale indicatiestelling te ontvangen, waarmee men in de J-GGZ alsnog een intake moet ondergaan bij het begin van de behandeling. De inzet op meer differentiatie binnen de toegangsfunctie (‘uitwerken van een concept van verschillende snelheden’) biedt perspectief. Via het implementeren van verkorte routes kan evident psychiatrische problematiek sneller worden doorgeleid. Daarbij lijkt er sprake van uiteenlopende verwachtingen over de mate van specificiteit van de indicatiebesluiten. BJz streeft via ontwikkeling van expertise en verfijning van werkwijzen naar het genereren van specifieke indicatiebesluiten (op moduleniveau) terwijl de J-GGZ specifiekere indicatiebesluiten als te beperkend beschouwt. Naast de inzet op versnelde routes voor sommige cliëntgroepen lijkt het noodzakelijk om tot overeenstemming over de mate van specificiteit te komen ten aanzien van de indicatiebesluiten die de toegangsfunctie van BJz via de standaardprocedure doorlopen.
13
3.3
Uiteenlopende verwachtingen omtrent functie casemanagement
Andere verwachtingen lijken eveneens te bestaan ten aanzien van de functie casemanagement. Het onderscheid dat in het convenant wordt gemaakt over de inbreng van de casemanager en die van de zorgcoördinator kan aanleiding zijn voor taakverwarring. Verdere aanscherping en doorvertaling middels discussie over de notitie van BJz Groningen over casemanagement naar de praktische consequenties voor de betrokken medewerkers lijkt noodzakelijk.
3.4
Verdere verheldering van positionering kan druk op samenwerking voorkomen
Op het niveau van de Raden van Bestuur is er formeel overleg en is een convenant van samenwerking ondertekend. Het algemene, landelijke beleid, zoals bijvoorbeeld het afschaffen van de verplichting voor de huisarts om bij verwijzing naar de J-GGZ de GAS score in te vullen stimuleert eerder de zij-instroom dan dat hij wordt omgelegd. De landelijk ervaren onduidelijkheid over de invulling van casemanagement en zorgcoördinatie maakt de posities van de onderscheiden partners onduidelijk. Goed overleg en afspraken over doorlooptijd in de toegang, specificiteit indicatiebesluit, het casemanagement en de onderlinge consultatie kunnen de posities verhelderen en de samenwerking versterken.
14
Bijlage 1: Toelichting score-classificaties Aanmelding en screening Aanmelding
Score a:
Score b:
Score c:
Score d:
Organisatie voordeur
Er zijn feitelijk twee voordeuren; er zijn geen op elkaar afgestemde afspraken tussen BJ en J-GGZ over
BJz en J-GGZ hebben onderling afspraken over uitvoering van aanmeldingsfunctie. Ieder neemt grotendeels aanmeldingen voor de ‘eigen’ sector voor eigen rekening.
BJz en J-GGZ hebben de werkwijze t.a.v. aanmelding grotendeels geïntegreerd.
De vormgeving van de voordeur wordt volledig gedragen door BJz en J-GGZ samen; deskundigheid van beide deelsectoren is voldoende aanwezig.
Er wordt gebruik gemaakt van elkaars of gezamenlijke aanmeldings-formulieren en procedures.
Eén team beoordeelt a.d.h.v. een vastgesteld en door medewerkers van BJz en J-GGZ gedragen werkproces alle aanmeldingen.
aanmelding. Bekendheid met/gedeeld gebruik van aanmeldingsformuliere n of –procedures Bereikbaarheids/crisisdienst
Men kent de Men kent het bestaan van gebruikte de gebruikte aanmeldingsaanmeldingsformulieren en formulieren en/of –procedures over en weer procedures over en maar maakt geen gebruik weer niet of van elkaars of gezamennauwelijks. lijke producten. BJz en J-GGZ beschikken niet over een gezamenlijke bereikbaarheids/crisisdienst Onvoldoende deskundigheid bij BJz maar bij twijfel wordt incidenteel overlegd met J-GGZ.
BJz en J-GGZ beschikken over een gezamenlijke bereikbaarheids/crisisdienst Nog niet voldoende deskundigheid bij BJz maar bij twijfel (aan beide kanten) wordt overlegd. Mede door bijdrage JGGZ neemt deskundigheid bij BJz toe.
Deskundigheid voor beoordeling psychiatrische problematiek bij de voordeur
Onvoldoende deskundigheid bij BJz.
Informatie en terugkoppeling naar verwijzers
BJz en J-GGZ hebben geen gezamenlijke voorlichting en informatie verstrekt aan mogelijke verwijzers; huisartsen krijgen (nog geen) standaard terugkoppeling van hun verwijzing naar BJz.
BJz en J-GGZ hebben gezamenlijke voorlichting op dit punt verstrekt o.a. door actieve benadering van externe verwijzer (uitleg rol BJz en mogelijkheid rechtstreekse verwijzingen).
Omlegging cliëntenstroom/
Vaak melden cliënten zich bij BJz en J-GGZ zelf aan. Zij-instroom: >80% aan-meldingen bij J-GGZ.
Cliëntenstroom is grotendeels omgelegd Zij-instroom: tussen 10-40% aanmeldingen bij J-GGZ.
zij-instroom J-GGZ
Cliëntenstroom is onvoldoende omgelegd. Zij-instroom: 40-80% aanmeldingen bij JGGZ.
Op dit punt vindt geen structurele terugkoppeling Terugkoppeling gegevens naar BJz over plaats. rechtstreekse aanmeldingen bij JGGZ
Voldoende deskundigheid bij BJz o.a. door uitwisseling en/of detachering van medewerkers over en weer.
Vrijwel alle J-GGZ-cliënten komen via de integrale toegangspoort bij BJz binnen. Zij-instroom: <10% aanmeldingen bij J-GGZ.
Op dit punt vindt structureel terugkoppeling plaats.
15
Diagnostiek binnen BJz Diagnostiek
Score a:
Score b:
Score c:
Score d:
Uitvoering diagnostiek
Er zijn geen op elkaar afgestemde afspraken tussen BJz en J-GGZ over de uitvoering van toegangs-diagnostiek.
BJz en J-GGZ hebben onderling afspraken gemaakt over de manier waarop diagnostiek wordt gepleegd, waarbij ieder de aan-meldingen die voor de ‘eigen’ sector lijken te zijn, voor de rekening neemt.
BJz en J-GGZ hebben de (eerder bestaande) werkwijzen t.a.v. diagnostiek besproken en op elkaar afgestemd.
De diagnostiekfunctie is georganiseerd en ingevuld door BJz en J-GGZ gezamenlijk aan de hand van een vastgesteld en door medewerkers van BJz en JGGZ gedragen werkproces
Bekendheid met/gedeeld gebruik diagnostische instrumenten
Men kent de (voorheen) gehanteerde diagnostische instrumenten over en weer niet of nauwelijks.
Men kent het bestaan van gebruikte diagnostische instrumenten over en weer, maar men maakt geen gebruik van elkaars/gezamenlijk ontwikkelde of gekozen instrumenten.
Er wordt gebruik gemaakt van elkaars of van gezamenlijk ontwikkelde/ gekozen diagnostische instrumenten.
Eén team behandelt aan de hand van een vastgesteld en door medewerkers van BJz en J-GGZ gedragen werkproces de diagnostiek voor alle cliënten in de toegangsfase.
Deskundigheid voor beoordeling psychiatrische problematiek
Geen specifieke deskundigheid bij BJz.
Geen specifieke deskundigheid bij BJz maar wordt incidenteel ingehuurd door BJz bij JGGZ.
Toenemende deskundigheid bij BJz; aanvullend inhuren van J-GGZ medewerkers of diagnostiek.
Voldoende specifieke deskundigheid bij BJz (mede door inzet J-GGZ in het verleden).
Multidisciplinair e beoordeling
Adequate uitwerking van criteria voor multidisciplinaire beoordeling in de toegangsfase van BJz, maar deze is niet bekend bij de medewerkers van J-GGZ.
Positionering toegangsdiagnostiek en behandeldiagnostiek
Binnen BJz beoordeling die leidt tot ‘sectorkeuze’, diagnostiek voor GGZ-cliënten vinden grotendeels plaats binnen J-GGZ.
Adequate uitwerking van criteria voor multidisciplinaire beoordeling in de toegangsfase van BJz en deze is bekend bij de medewerkers van J-GGZ.
Binnen BJz toegangsdiagnostiek. Evt. behandeldiagnostiek binnen J-GGZ. Soms doet J-GGZ diagnostisch onderzoek t.b.v. de toegangs-functie over.
16
Indicatiebesluit BJz Indicatiestelling/
Score a:
Score b:
Score c:
Score d:
Organisatie proces indicatiestelling
Binnen BJz worden vrijwel geen of weinig indicatiebesluiten afgegeven voor J-GGZ.
Er is deelname van J-GGZ aan proces van indicatiestelling binnen BJz, waarbij ieder vooral aan-meldingen voor de ‘eigen’ sector beoordeelt.
Er is deelname van J-GGZ aan het proces van indicatiestelling binnen BJz. Er wordt in feite gezamenlijk een indicatiebesluit genomen.
Het proces van indicatiestelling binnen BJz is door BJz en J-GGZ samen voorbereid en wordt gezamenlijk gedragen. BJz voert het uit.
Vertrouwen in kwaliteit indicatiestelling
J-GGZ heeft geen of weinig vertrouwen in indicatiestelling BJz.
J-GGZ heeft – onder bepaalde condities – vertrouwen in indicatiestelling BJz.
Specificiteit uitkomst indicatiestelling
--
Beoordeling leidt tot ‘sectorkeuze’: zeer globaal geformuleerde indicatiebesluiten.
Er worden globale tot redelijk specifieke indicaties voor J-GGZ gesteld.
Tevredenheid samenwerking
Geen of stagnerende samenwerking, weinig wederzijdse affiniteit.
Samenwerking op papier geregeld, wel kennis werkwijze wederpartij, geen gedeelde werkprocessen.
Intensieve ‘technische’ Gedeelde werkprocessen, integrale teams. ver-bindingen tussen (voorheen) eigen werkprocessen.
Gemiddelde doorlooptijd BJz
Beduidend hoger dan het landelijke gemiddelde
Hoger dan het landelijke gemiddelde.
Op het landelijke gemiddelde.
indicatiebesluit
Er worden specifieke indicaties voor J-GGZ gesteld.
Lager dan het landelijke gemiddelde.
Aanmelding bij J-GGZ/uitvoering indicatie Aanmelding
Score a:
Score b:
Score c:
Score d:
Geen afspraken
Afspraken zijn vooral gericht op zo vroeg mogelijke overdracht van cliënten/niet of minder gericht op informatieoverdracht. Hoger dan het landelijke gemiddelde.
Afspraken zijn gericht op soepele overdracht van informatie en ondersteuning van cliënten bij het verzilveren van indicatiebesluit.
J-GGZ/uitvoeren indicatiebesluit Afspraken BJz en J-GGZ over overdracht van informatie en cliënten Wachttijd tussen aanmelding bij J-GGZ en eerste face-to-face contact
Beduidend hoger dan het landelijke gemiddelde van beide sectoren.
Terugverwijzingen
Terugverwijzing komt regelmatig voor; aantal (beduidend) hoger dan het landelijke gemiddelde.
Op het landelijke gemiddelde.
Lager dan het landelijke gemiddelde.
Terugverwijzing komt vrijwel niet voor; aantal lager dan het landelijke gemiddelde.
17
Opstellen hulpverleningsplan binnen de J-GGZ Score a:
Score b:
Score c:
Afstemming hulpplan op indicatiebesluit
Geen afstemming...
Afstemming maar indicatiebesluit is zeer globaal en biedt veel ruimte.
Overleg/toetsing hulpverleningsplan door BJz
Geen toetsing
Ad hoc/in voorkomende gevallen.
Afgestemd op indicatiebesluit: geaccepteerd als uitgangspunt voor hulpplan. Meningsverschillen worden in structureel overleg besproken en leiden tot hernieuwde afspraken. Structureel, aan de hand van geïmplementeerde werkafspraken hieromtrent.
Opstellen hulpverleningsplan
Score d:
J-GGZ Intentie om altijd af te stemmen. Maar soms wordt beoordeling aanpak problematiek overgedaan. BJz wordt hiervan dan op de hoogte gebracht.
Uitvoeren en volgen van de geïndiceerde zorg door BJz Uitvoeren en monitoren van zorg
Score a:
Score b:
Score c:
Score d:
Verstrekken van volggegevens door
Worden niet verstrekt.
Worden verstrekt en worden gerapporteerd door BJz.
Wordt niet geëvalueerd.
Wordt incidenteel geëvalueerd.
J-GGZ aan BJz Evaluatie J-GGZ door BJz
Wordt structureel geëvalueerd.
18
Bijlage 2: Overzicht gebruikte documenten -
Een procesbeschrijving van het traject van aanmelding tot en met het afgeven van het indicatiebesluit Bureau Jeugdzorg Groningen o
Aanmelding en acceptatie
o
Analyse en diagnostisch beeld
o
Vaststellen indicatiebesluit
-
Convenant van samenwerking Bureau Jeugdzorg Groningen en GGZ Groningen, april 2005
-
Huisartsenbrief Bureau Jeugdzorg Groningen en GGZ Groningen, juni 2005
-
Schema: Differentiatie voor indicatie en casemanagement vanaf 01-07-2005
-
Hoofdlijnennotitie Bureau Jeugdzorg Groningen, oktober 2004
-
Notitie Bureau Jeugdzorg Groningen, Capaciteit, inzet en keuzes, juni 2005
19