Publieke perceptie van CCS en communicatie
Dancker Daamen over werk van: De Best-Waldhober et al. (2006, 2008) Ramirez et al. (2005) Ter Mors et al. (2005, 2008) Terwel et al. (2006, 2008) Daamen et al. (2006)
Veel Nederlanders zijn niet of nauwelijks op de hoogte van CCS Voorbeeld: 7% zegt “redelijk wat” te weten van e-centrales met CCS 42% “een beetje” 51% “nooit van gehoord” MC tests zware onvoldoende Voorbeelden: meerderheid Nederlanders weet niet wat CO2 is, dat elektriciteitsopwekking mbv kolen of aardgas bijdraagt aan het broeikaseffect enz. enz
Representatieve steekproeven (N=995 en N=971) De BestWaldhober et al. (2006, 2008)
Ongeinformeerde meningen zijn waardeloze voorspellers voor publieke steun/verzet
Geinformeerde publieke opinies over CCS Information-Choice Questionnaire (ICQ) Respondenten verwerken informatie over belangrijkste gevolgen van inzet opties voordat ze opties beoordelen. Die informatie komt van experts, wordt gechecked op validiteit, belang en evenwichtigheid, vertaald voor leken, getest op begrijpelijkheid, opnieuw gechecked op validiteit en evenwichtigheid
Information-Choice Questionnaire 2007, N=971 Opties: 2 X efficientie, wind op zee, biomassa, kernenergie, 2 x CCS CCS optie kolen/gaselektriciteit aardgaswaterstof
evaluatie(1-10) M=5,3 M=5,9
Recente studie ICQ opinies zijn stabiel
onaanvaardbaar 11 % 7%
Information-Choice Questionnaires Conclusie 1 Partijen als Shell, Greenpeace, TNO, ECN, overheid kunnen consensus bereiken over feitelijke gevolgen van CCS opties (waar, belangrijk, evenwichtig) Ook recente kennisbasis www.co2afvangenopslag.nl leert dat deskundigen uit milieuorganisaties, bedrijfsleven, wetenschap en overheid het eens kunnen worden over welke informatie over CCS juist en evenwichtig is
Information-Choice Questionnaires Conclusie 2 Geinformeerde meningen over CCS: niet enthousiast maar ook niet afwijzend (89-93%: géén afwijzing) ICQ resultaten weerspiegelen niet huidige publieke steun voor CCS maar potentiele, toekomstige publieke steun nadat Nederlander grondig geinformeerd is. Gaat om algemeen publiek, niet om omwonenden CCS projecten
Internet enquête (N=597) naar waargenomen geloofwaardigheid van 13 partijen betrokken bij CCS Wat minder geloofwaardig -olie/gas maatschappijen (Gasunie, NAM, Shell m=4 op schaal 1-7) -energiebedrijven (Nuon, Essent) -overheden (rijksoverheid m=3,8) Meer geloofwaardig -universiteiten (m=5,6) -milieuorganisaties (Greenpeace en met name WNF m=5,6)
Vertrouwen in partijen betrokken bij CCS en effectieve communicatie -een weinig geloofwaardige bron die CCS promoot werkt averechts (attitude wordt negatiever) -communicatie over CCS succesvoller wanneer twee partijen die verschillen in geloofwaardigheid en belangen (bv oliemaatschappij en milieuorganisatie) samen (i.p.v. apart) informatie verschaffen. NB: Reputatie geloofwaardige partij niet geschaad door samenwerken
Vertrouwen in partijen betrokken bij CCS en effectieve communicatie -bevestig publieke verwachtingen over motieven van partij (bedrijf wil winst) naast onverwachte motieven (ook vanwege milieu). Alleen strategische (sociaal wenselijke) informatie wekt wantrouwen. -zorg ervoor dat meer organisaties met verschillende belangen betrokken zijn bij het besluitvormingsproces en maak duidelijk aan het publiek dat dit inderdaad het geval is (‘onwetenden’: publieksinspraak is niet nodig)
Vertrouwen in partijen betrokken bij CCS en effectieve communicatie
Deze communicatie effecten gevonden bij simulaties. • Verwachting: in echte situaties bij gewone mensen zijn effecten zelfde of sterker • Interventies en onderzoek onder bewoners dichtbij CCS activiteiten is nodig om te monitoren of de (sterkere) effecten inderdaad optreden CATO-2
Conclusies Overgrote meerderheid van de Nederlanders is onbekend met CCS en het algemeen publiek heeft geen echte opinie over CCS (i.i.g. tot 2008) Geinformeerde meningen over CCS: niet enthousiast (rapportcijfers net niet of net wel voldoende) maar ook niet afwijzend (89-93%: niet afwijzend) Samenwerking van partijen met verschillende belangen bij CCS wekt vertrouwen en maakt publieke communicatie over CCS effectiever