“PROTECT” Migranten en vrijwilligerswerk Een onderzoek naar de huidige situatie en behoeften m.b.t. participatie en deskundigheidsbevordering van migranten en uitwisseling met migranten in de wijkgerichte activiteiten van vrijwilligersorganisaties in Amsterdam
Uitgevoerd door: Ipek Ay: 500527718 Cher Steinfeld: 500603814 In opdracht van: Hogeschool van Amsterdam |Migranten en vrijwilligerswerk 25-05-2012
INHOUD
Inhoud 1. Inleiding 4 2. Theoretische verkenning
5
3. Probleemanalyse
11
4. Methodische verantwoording
15
5. Beschrijving van de resultaten
17
6. Conclusie
22
7. Aanbevelingen
24
8. Literatuurlijst
25
Bijlage 1: Vragenlijsten
26
Bijlage 2: Tabel CBS
30
Bijlage 3: Tabel Sociaal Cultureel Planbureau
31
Bijlage 4: Beschrijving van de resultaten (uitgebreide versie)
32
Summary (english)
40
3
| „PROTECT” MIGR ANTEN EN VRI JWILLIGERSWE RK
INLEIDING
1. Inleiding Voor u ligt het onderzoek ‘Migranten en vrijwilligerswerk’. Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Vrijwilligersacademie Amsterdam. De Vrijwilligersacademie biedt cursussen voor iedereen die zich wil oriënteren op vrijwilligerswerk, vaardigheden wil ontwikkelen en kennis wil verdiepen. De Vrijwilligersacademie heeft contact met een groot aantal organisaties in Amsterdam die vrijwilligers in dienst hebben en geven cursussen voor hun vrijwilligers. Het onderzoek is uitgevoerd door Ipek Ay en Cher Steinfeld, vierdejaars excellente studenten Maatschappelijk Werk & Dienstverlening aan de Hogeschool van Amsterdam. Dit is hun afstudeeronderzoek. Het is een verkennend onderzoek naar de bestaande situatie betreffende participatie en deskundigheidsbevordering van migranten en kennisuitwisseling tussen migrantenorganisaties en vrijwilligersorganisaties in de wijkgerichte activiteiten in Amsterdam. Hiervoor zijn door middel van een sneeuwbaleffect personen vanuit verschillende groepen belanghebbenden geïnterviewd. De hoofdvraag is: Wat is de bestaande situatie m.b.t. maatschappelijke participatie en deskundigheidsbevordering van migranten en uitwisseling met migranten in de wijkgerichte activiteiten van vrijwilligersorganisaties in Amsterdam? Bij de beantwoording hiervan worden de meningen van vier verschillende belangengroepen onderscheiden: Stakeholders/experts, vrijwilligersorganisaties, migrantenorganisaties en migranten. Dit rapport poogt een verkennend beeld neer te zetten van de bestaande situatie betreffende migranten en vrijwilligerswerk in Amsterdam en de behoeften van migranten wat betreft vrijwilligerswerk, deskundigheidsbevordering en kennisuitwisseling. De opdrachtgever wil met dit onderzoek een bijdrage leveren aan het Europese project PROTECT, dat als doel heeft om maatschappelijke betrokkenheid van migranten te vergroten en sociale cohesie te versterken. Ten tweede wil de opdrachtgever met dit onderzoek een goede basis hebben om hun project, de Buurtacademie, in de komende tijd op te starten, dat als doel heeft om deskundigheidsbevordering en kennisuitwisseling tussen vrijwilligersorganisaties en migrantenorganisaties te bevorderen door middel van een wijkgerichte aanpak. Het rapport heeft een logische opbouw, beginnend met de theoretische verkenning. Binnen dit hoofdstuk zal een beeld gegeven worden van de belangrijkste literatuur en onderzoeksresultaten binnen ons onderzoeksgebied. Dit hoofdstuk is onderverdeeld in paragrafen over: Vrijwilligerswerk en vrijwilligersorganisaties in Amsterdam, Deskundigheidsbevordering van vrijwilligers, Migranten en migrantenorganisaties in Amsterdam en Migranten en vrijwilligerswerk. Hierna volgt het hoofdstuk ‘Probleemanalyse’, waarin de probleemstelling, de doelstelling, de hoofd- en deelvragen en belangrijke begrippen worden beschreven. Dit hoofdstuk wordt opgevolgd door de ‘Methodische verantwoording’. Binnen dit hoofdstuk worden de onderzoeksaanpak, onderzoekstechnieken en onderzoekseenheden beschreven. Hierna volgt het tweede gedeelte van het onderzoeksrapport: De verwerking van de data. Hoofdstuk vijf vormt een beschrijving van de belangrijkste resultaten die voortkomen uit de verzamelde data, onderverdeeld in de drie belangrijkste pijlers in ons onderzoek: Deskundigheidsbevordering van en kennisuitwisseling met migranten, bereik en werving van migranten voor vrijwilligerswerk en beeldvorming van migranten rond vrijwilligerswerk. Binnen deze thema’s worden steeds de resultaten beschreven per eerder genoemde belangengroep. Hoofdstuk zes is de conclusie van ons onderzoek, waarin de deelvragen en uiteindelijk de hoofdvraag van ons onderzoek beantwoord worden. Dit onderzoek streeft ernaar om een eerste verkennend beeld te kunnen geven van de bestaande situatie betreffende migranten en vrijwilligerswerk in Amsterdam en de behoeften van migranten wat betreft vrijwilligerswerk, deskundigheidsbevordering en kennisuitwisseling.
„PROTECT” MIGRANTE N EN VRIJWIL LIGERSWERK |
4
THEORETISCHE VERKE NNING
2. Theoretische verkenning Hieronder volgt de theoretische verkenning, oftewel een literatuuronderzoek omtrent de belangrijkste thema’s binnen dit onderzoek. Met name de thema’s vrijwilligerswerk, vrijwilligersorganisaties, migranten, migrantenorganisaties en deskundigheidsbevordering zijn hierbij van belang en zullen dus aan bod komen. Dit schept een helder kader om de onderzoeksresultaten en analyse binnen te plaatsen en te interpreteren. 2.1 Vrijwilligerswerk en vrijwilligersorganisaties in Amsterdam Vrijwilligerswerk wordt steeds meer een onmisbaar onderdeel van de Nederlandse samenleving. Vrijwilligers nemen steeds meer en nieuwe taken op zich. In deze paragraaf zullen de belangrijkste aspecten worden besproken betreffende beleid, ontwikkelingen en typeringen van vrijwilligerswerk. 2.1.1 Vrijwilligerswerk in Nederland Maatschappelijke participatie, bijvoorbeeld d.m.v. vrijwilligerswerk, en (meer) eigen verantwoordelijkheid van de burger zijn op dit moment belangrijke onderwerpen, niet alleen in Nederland, maar ook in het buitenland. Participatie wordt steeds meer gezien als een manier om welzijn en gezondheid te vergroten en in het bijzonder om sociale cohesie te bevorderen. Daarnaast wordt het door beleidsmakers gezien als een middel om in zorgbehoeften te voorzien en om aan bezuinigingseisen te voldoen. De huidige regering heeft het vergroten van de eigen verantwoordelijkheid van burgers in het beleid opgenomen. Ook in wetgeving is het toenemende belang van maatschappelijke participatie terug te zien, bijvoorbeeld bij de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning in januari 2007. Deze wet heeft als doel participatie van de hele bevolking te laten toenemen, in het bijzonder van mensen met een beperking. Tevens besteedt deze wet aandacht aan ondersteuning van mantelzorg en vrijwilligerswerk (Houwelingen, P. van, Hart, J. de & Dekker, P., 2011, p.185-200). Het Sociaal en Cultureel Planbureau gebruikt sinds 1975 dagboekjes voor tijdbestedingonderzoek. Volgens deze boekjes schommelt het percentage vrijwilligers onder de bevolking al jaren rond de 45%. Dit spreekt het heersende beeld tegen dat steeds minder mensen bereid zijn om vrijwilligerswerk te verrichten. Ook volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek is het percentage vrijwilligers aardig stabiel door de jaren heen. Dit is te zien in de tabel, in bijlage 2, waarin ook het geschatte percentage informele hulp te zien is (dus niet in organisationeel verband uitgevoerd). In de tabel in bijlage 3, van het Sociaal en Cultureel Planbureau is te zien hoe vrijwilligers in Nederland zijn verdeeld over verschillende sectoren. Het Sociaal en Cultureel Planbureau heeft tevens een typologie van de vrijwilliger geïntroduceerd, gericht op het motief om vrijwilligerswerk te doen: 1 Vrijwillige inzet in de meest absolute zin kent geen beloning en geen beperking van de keuzevrijheid van de vrijwilliger. 2 Tot vrijwillig geleid vrijwilligerswerk behoren vormen van inzet die nog steeds gebaseerd zijn op vrijwillige keuze. Individuen stappen dus vrijwillig over de drempel, maar als de keuze om mee te doen eenmaal is gemaakt, is er sprake van verplichting. Hiertoe kan bijvoorbeeld een verplichte stage in het kader van een keuzevak tijdens de opleiding worden gerekend, of het toetreden tot een sportclub op basis van vrije keuze, waarna de vrijwillige inzet verloopt volgens de strakke regels van de club. 3 Dwingend geleid vrijwilligerswerk, opgelegd of afgedwongen door derden, waarbij sprake is van onbetaalde, maatschappelijk georiënteerde vormen van inzet in georganiseerd verband (drie essentiële dimensies van vrijwilligerswerk), maar waarbij de vierde dimensie, namelijk de vrijwilligheid, heel soepel wordt geïnterpreteerd. Voorbeelden zijn alternatieve straffen,
5
| „PROTECT” MIGR ANTEN EN VRI JWILLIGERSWE RK
THEORETISCHE VERKE NNING
gedwongen werkloosheid onder dwang van korting op de uitkering, opgelegde maatschappelijke stages voor scholieren, sociale dienstplicht. Naarmate de keuzevrijheid van de vrijwilliger sterker wordt ingeperkt, en de mate van verplichting en beloning toenemen, verschuift het vrijwilligerswerk van absoluut naar geleid (zie figuur 1). We kunnen dus veronderstellen dat naarmate deze nieuwe initiatieven meer opschuiven naar de verplichte kant van het continuüm, er in de toekomst steeds minder sprake zal zijn van vrijwilligerswerk in de strikte zin van het woord. Recent landenvergelijkend onderzoek wijst namelijk uit dat in de beoordeling van wie al dan niet een vrijwilliger is, mensen vrij eensgezind uitgaan van een strenge definitie (Handy et al. 2000; Meijs et al. 2003). Vooral de dwingend geleide vormen van vrijwilligerswerk staan op gespannen voet met wat mensen doorgaans als vrijwilligerswerk beschouwen. Voorlopig situeren deze initiatieven zich nog ‘in de marge’ van het vrijwilligersgebeuren, maar de verdere institutionalisering van dergelijke initiatieven kan mogelijk tot een versoepeling of aanpassing van de perceptie en beleving van vrijwilligerswerk leiden (Dekker, P., Hart, J. de, 2009). Enkele belangrijke feiten betreffende vrijwilligerswerk in Nederland:
In vergelijking met inwoners van andere Europese landen zijn Nederlanders vaak lid vaneen vereniging en doen zij vaker vrijwilligerswerk. Hogeropgeleiden zijn doen vaker dan lageropgeleiden vrijwilligerswerk Nederlanders die minstens een keer per maand naar de kerk gaan, doen vaker vrijwilligerswerk Jongeren zijn veel minder vaak vrijwilliger dan ouderen Politiek geïnteresseerden doen vaker vrijwilligerswerk (Houwelingen, P. van, Hart, J. de & Dekker, P., 2011, p.185-200)
2.1.2 Vrijwilligersorganisaties De meest gebruikte en klassieke indeling om vrijwilligersorganisaties te typeren is die van Handy (1988). Bij de keuze voor de sectoren en organisaties voor dit onderzoek is getracht rekening te houden met deze typologie. In Handy’s typologie verschillen organisaties met name in hun doel. Hierin zit een impliciete assumptie over de aard van organisaties (Handy, 1988). De typologie is handig om zicht te krijgen op de grote variatie in vrijwilligerswerk . Handy (1988) onderscheidt drie typen organisaties. Het eerste type betreft voor-ons-door-ons organisaties. Bij voor-ons-door-ons organisaties zijn mensen bijeen vanwege een gedeelde situatie, ervaringen en belangen. Samen doen, betrokkenheid en gezelligheid zijn van belang. Te denken valt aan bijvoorbeeld een sportvereniging of lotgenotengroepen. Het tweede type betreft dienstverlenende organisaties. Deze zijn van een heel andere aard. Er worden specifieke diensten verleend aan anderen. Er wordt professioneel, klantgericht en effectief gewerkt tegen lage kosten. Kwaliteit en effectiviteit zijn belangrijker dan saamhorigheid. Tot slot zijn er campagnevoerende organisaties. Dit zijn vooral belangen- en actiegroepen. Het bindende element is het eigen ideaal en specifieke waarden. Een opmerking bij deze typologie is dat het ideaaltypen zijn. In de praktijk hebben organisaties vaak kenmerken van verschillende typen (Vaart, I van der, 2010). Binnen de gemeente Amsterdam is het bevorderen en ondersteunen van vrijwilligerswerk een belangrijk onderwerp dat ook terug is te zien in de begroting voor 2012. Vrijwilligerswerk wordt steeds belangrijker, maar de subsidie ervoor neemt over het algemeen niet toe (Gemeente Amsterdam, 2012). De gemeente Amsterdam heeft verschillende subsidiemogelijkheden gericht op maatschappelijke participatie, welke worden ingedeeld in de volgende categorieën: vrijwilligersorganisaties bewonersinitiatieven actieve burgers mantelzorgers makelaars in vrijwilligerswerk. (Vrijwillig Amsterdam, 2012)
„PROTECT” MIGRANTE N EN VRIJWIL LIGERSWERK |
6
THEORETISCHE VERKE NNING
Vrijwilligersorganisaties in Amsterdam worden ingedeeld in de volgende categorieën, welke kunnen overlappen: Natuur en dieren Scholen Sport Kunst en cultuur Zorg en welzijn Taalcoaches en mentoren Buurt en wijk Belangenbehartiging en goede doelen (Vrijwillig Amsterdam, 2012) 2.2 Deskundigheidsbevordering vrijwilligers Deskundigheidsbevordering van vrijwilligers is tot nu toe opgenomen in het beleid van de overheid. Er zijn vele vormen van deskundigheidsbevordering ontstaan in de loop der jaren. Deze paragraaf zal de belangrijkste aspecten behandelen betreffende beleid, ontwikkelingen en typeringen van deskundigheidsbevordering van vrijwilligers. 2.2.1 Deskundigheidsbevordering vrijwilligers: beleid en typologie Het meest recente beleidsstuk op het gebied van deskundigheidsbevordering van vrijwilligers is het Beleidskader landelijke deskundigheidsbevordering vrijwilligers 2011. Hierin worden de volgende criteria uitgewerkt voor subsidie van deskundigheidsbevordering voor vrijwilligers: Om in aanmerking te komen voor subsidie, dient aan een aantal criteria te worden voldaan. Op 31 maart 2006 heeft VWS een nieuw model gepresenteerd voor het verlenen van subsidies ten behoeve van deskundigheidsbevordering van vrijwilligers. Aan de hand van een rapport dat Verwey Jonker in 2006 heeft uitgebracht, is dat model verder geconcretiseerd. Het moet gaan om deskundigheidsbevordering: a. op landelijk niveau, b. gericht op beperkte en specialistische deskundigheid en c. van hoge kwaliteit, zowel qua inhoud, als organisatie. ad a. landelijk niveau Het model van deskundigheidsbevordering gaat ervan uit dat gemeenten primair verantwoordelijk zijn voor alle lokale en regionale activiteiten op het terrein van deskundigheidsbevordering van vrijwilligers. Wanneer het belang of het effect van deskundigheidsbevordering slechts in één enkele gemeente of regio neerslaat, is er -ook al wordt voldaan aan het gestelde onder b en c- sprake van een (inter) gemeentelijk beleid. Het model is gericht op vrijwilligers die werkzaam zijn voor landelijk werkzame vrijwilligersorganisaties, voor lokale of regionale afdelingen van landelijk werkzame vrijwilligersorganisaties of voor instellingen die zijn aangesloten bij een landelijke vrijwilligersorganisaties. In alle gevallen geldt dat de subsidie wordt toegekend aan de landelijke organisatie. ad b. beperkte en specialistische vraag Om de maatschappelijke participatie te bevorderen, is het model met name gericht op de beleidsprioriteiten gezondheidszorg en maatschappelijke ondersteuning. Wat de gezondheidszorg betreft kan bijvoorbeeld gedacht worden aan palliatieve zorg. Wat maatschappelijke ondersteuning betreft, wordt in het bijzonder gedacht worden aan het verhogen van de leefbaarheid en de versterking van de sociale hulpverlening. De leefbaarheid is bijvoorbeeld gediend met opbouwwerk en sociale hulpverlening is bijvoorbeeld gericht op allochtonen en risicojongeren. Activiteiten op andere terreinen zoals levensbeschouwing, religie, natuur, milieu of sport komen dus niet voor subsidie in aanmerking. Om als vrijwilligersorganisaties en als vrijwilliger op adequate wijze op voornoemde terreinen te kunnen functioneren, zijn specifieke vaardigheden, kennis en inzicht noodzakelijk. Het gaat om inhoudelijke deskundigheid die onontbeerlijk is om de verantwoordelijkheid van vrijwilligers in de
7
| „PROTECT” MIGR ANTEN EN VRI JWILLIGERSWE RK
THEORETISCHE VERKE NNING
zorg en de maatschappelijke ondersteuning waar te kunnen maken. Vrijwilligers in de gezondheidszorg en de maatschappelijke ondersteuning werken immers veelal voor kwetsbare groepen in de samenleving. Gedacht kan daarbij worden aan de volgende aandachtsgebieden: het geven van informatie en advies, persoonlijke raadgeving, persoonlijke verzorging, groepen begeleiden, 1 op 1 contacten. Meer algemene deskundigheid die van belang is voor vrijwilligersorganisaties of vrijwilligerswerk, komt niet voor subsidie in aanmerking. Het gemeentelijk domein is daarvoor geëigend. Hierbij kan gedacht worden aan zaken als algemene bestuurstrainingen en generieke trainingen voor het opstellen van beleidsnota ‘s, vergadertechnieken of het opzetten van een organisatie. ad c. kwaliteit Mede gelet op de kwetsbare groepen waarvoor en waarmee vrijwilligers vaak werken, is het van groot belang dat de deskundigheidsbevordering en de organisatie daarvan van een hoge kwaliteit is. Een belangrijk aspect daarvan is dat de deskundigheidsbevordering is afgestemd op de behoefte van de vrijwilligersorganisaties en de vrijwilligers alsmede op de specifieke kenmerken van de cliënten en doelgroepen van de gezondheidszorg en de maatschappelijke ondersteuning waarvoor de vrijwilligersorganisaties en de vrijwilligers werkzaam zijn. Eén en ander dient de landelijk werkzame vrijwilligersorganisatie tot uitdrukking te brengen in een visie op deskundigheidsbevordering. Verder dient gebruik gemaakt te worden van instrumenten om de kwaliteit van de deskundigheidsbevordering te monitoren en te verhogen. Dat kan bijvoorbeeld door voor trainingen eindtermen te bepalen waaraan voldaan moet worden om te kunnen vaststellen dat de deskundigheid inderdaad verbeterd is. Indien zo'n training met succes doorlopen is, kan ter afsluiting een certificaat worden verstrekt. Een ander belangrijk instrument is een tijdige evaluatie van de deskundigheidsbevordering. Er dient bij de vrijwilligersorganisaties en de vrijwilligers nagegaan te worden of de deskundigheidsbevordering inderdaad optimaal is afgestemd op de behoefte (Rijksoverheid, 2010). 2.2.2 Deskundigheidsbevordering in Amsterdam Er zijn vele vormen van en initiatieven voor deskundigheidsbevordering in Amsterdam. Het kan door de vrijwilligersorganisatie zelf worden gegeven of door een organisatie gespecialiseerd in deskundigheidsbevordering voor vrijwilligers of een organisatie gespecialiseerd in een bepaalde doelgroep. 2.3 Migrantenorganisaties in Amsterdam Dit hoofdstuk richt zich op de migrantenorganisaties en is onderverdeeld in de volgende paragrafen; migrantenorganisaties in Nederland, migrantenorganisaties in Amsterdam en migranten en migrantenorganisaties. 2.3.1 Migrantenorganisaties in Nederland De hieronder beschreven literatuur geeft een weergave van de migrantenorganisaties in Nederland en de manier waarop zij functioneren. Daarnaast word er een onderscheid gemaakt tussen vijf verschillende migrantengroepen afhankelijk van afkomst, en vluchtelingenorganisaties. De meest voorkomende migrantenorganisatie is de Turkse migrantenorganisatie (1125 Turkse migrantenorganisaties). Ook bestaan er migrantenorganisaties voor verschillende subgroepen, dat wil zeggen dat er een aparte organisatie is, bijvoorbeeld gebaseerd op leeftijd. Voorbeelden hiervan zijn: studentenverenigingen, ouderenorganisaties, vrouwenorganisaties, arbeidersorganisaties of organisaties voor ondernemers. Overigens zijn er duidelijk grote verschillen in het organisatiegedrag van de etnische groepen. Hiernaast wordt er weergegeven dat de integratie van migranten bevorderd kan worden wanneer een migrant lid is van een migranten-organisatie. Veelal zal er gedacht worden, dat de integratie juist stagneert, wat volgens dit onderzoek niet het geval is. Zo wordt er gezorgd dat migranten participeren in de samenleving, op welk terrein dan ook. (Heelsum, A. van, 2004, p. 5-35). 2.3.2 Migrantenorganisaties in Amsterdam Hierboven is een beschrijving gegeven van de migrantenorganisaties in Nederland. Omdat het onderzoek wordt uitgevoerd in Amsterdam, wordt er gekeken naar de hoeveelheid en de etniciteit van de migrantenorganisaties in Amsterdam. Hieronder staat een opsomming van de
„PROTECT” MIGRANTE N EN VRIJWIL LIGERSWERK |
8
THEORETISCHE VERKE NNING
migrantenorganisaties in Amsterdam. In Amsterdam bestaan er in totaal tweeënvijftig migrantenorganisaties, zonder onderscheid in etniciteit en de doelgroep waarvoor de migrantenorganisaties zijn opgericht. Hieronder staat een overzicht van de bestaande migrantenorganisaties in Amsterdam, gebaseerd op etniciteit: Antilliaans, Chinees, Ethiopisch, Indisch, Iraans, Italiaans, Kaapverdisch, Koerdisch, Portugees, Somalisch, Spaans, Surinaams, Hindoestaans, Marokkaans en Turks. De laatste vier migrantengroepen, zijn het meest vertegenwoordigd met migrantenorganisaties in Amsterdam. 2.3.3 Migranten en migrantenorganisaties Aan de hand van de informatie die hierboven is gegeven, wordt er een koppeling gemaakt naar de migranten en hun organisaties. Hierbij wordt er gebruik gemaakt van een artikel van Ewoud Butter, ‘De zin en onzin van migrantenorganisaties’. Ewoud Butter komt sinds 1990 bij migrantenorganisaties over de vloer. In 1991 (Ondersteuningsvragen van migrantenorganisaties) en 2006 (Pijlers voor Bruggenbouwers) deed hij onderzoek naar de positie van deze organisaties (Butter, E., 2010). In Nederland is het mogelijk dat migranten zelf vrijwilligersorganisaties oprichten, die in veel opzichten lijken op de organisaties van autochtone vrijwilligersorganisaties. De organisaties worden in stand gehouden door burgers die zich vrijwillig, onbetaald inzetten voor anderen of voor de samenleving als geheel. Wel is er een verschil van de bestaansgrond van migrantenorganisaties, het gaat voornamelijk om de behoefte van de leden, om elkaar op te zoeken voor het uitwisselen van kwesties op gemeenschappelijke etnische of religieuze achtergrond. De krachten van migrantenorganisaties zijn dat ze activiteiten ontwikkelen op het gebied van cultuur, religie en vrije tijd en daarnaast hebben ze de rol om de maatschappelijk participatie van hun achterban te bevorderen. Voor migrantenorganisaties is het immers gemakkelijker toegang te krijgen tot hun achterban, dan reguliere instellingen. Migrantenorganisaties beschikken over de netwerken binnen hun eigen gemeenschap en hebben kennis van de culturele en religieuze codes. Daarnaast weten ze wie ze op welke wijze moeten aanspreken en kunnen ze door deze toegang tot hun groep, eventuele problemen eerder signaleren. 2.4 Migranten en vrijwilligerswerk Deze paragraaf richt zich op migranten en vrijwilligerswerk, waarbij gebruik gemaakt wordt van literatuur. Het werken met migranten vrijwilligers heeft een andere benadering nodig, volgens het project ‘Zorg Beter met Vrijwilligers’. Uit dit project is een handreiking voortgekomen over allochtone vrijwilligers. Hierin staat beschreven dat organisaties bewust of onbewust te maken krijgen met migranten vrijwilligers, waarbij ze deze handreiking kunnen gebruiken als handvat voor het werven en behouden van migranten. De organisaties moeten letten op de afstemming van de doelgroep betreft de werving, selectiecriteria, taakomschrijving, begeleiding en scholingsmogelijkheden (Zorg Beter Met Vrijwilligers, 2011, p.1-5). 2.4.1Werving Om allochtone vrijwilligers te bereiken moet er rekening worden gehouden met de manier waarop deze worden benaderd. Dit kan via organisaties of via persoonlijke netwerken, waarbij meestal gebruik wordt gemaakt van een combinatie van verschillende kanalen en middelen. Wel is het belangrijk dat er rekening meer wordt gehouden dat alleen het inzetten van bijvoorbeeld folders, niet voldoende is voor de doelgroep. Daarom moet er aandacht besteed worden aan het maken van speciaal op de doelgroep afgestemd voorlichtingsmateriaal of voorlichtingsbijeenkomsten op plekke waar allochtonen veelal komen. Hierbij is het van belang dat er een directe, persoonlijke benadering wordt gehanteerd, wat meer tijd kost, maar wat de sfeer en de aard van het contact versterkt. Ook bij het inzetten van persoonlijke netwerken om allochtone vrijwilligers te bereiken, kan de houding van de gehele gemeenschap ten opzichte van vrijwilligerswerk beïnvloed worden. Hierbij is het dus van belang dat er een positieve houding en een veilige omgeving worden gecreëerd, zodat er een vertrouwensband of een ‘klik’ ontstaat (Zorg Beter Met Vrijwilligers, 2011, p.1-5).
9
| „PROTECT” MIGR ANTEN EN VRI JWILLIGERSWE RK
THEORETISCHE VERKE NNING
2.4.2 Associaties met vrijwilligerswerk Allochtonen kunnen andere associaties met vrijwilligerswerk hebben dan autochtone vrijwilligers, er lijken onduidelijkheden te bestaan bij allochtonen over vrijwilligerswerk. Dit kan wellicht komen doordat ‘vrijwilligerswerk’ niet zoals we het in Nederland kennen, bestaat in veel landen waar migranten vandaan komen. Veelal wordt er informeel hulp verleend binnen de gemeenschap, waarbij er geen sprake is van vrijwilligerswerk voor een organisatie. Voor een deel van de mensen verloopt de eerste kennismaking met vrijwilligerswerk via het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI). Als langdurig werkzoekende ‘moeten’ ze vrijwilligerswerk gaan doen, anders wordt hun uitkering gekort. Echt ‘vrijwillig’ is dat dan ook niet. Ook wordt het vrijwilligerswerk als middel ingezet naar betaald werk. Vrijwilligerswerk wordt dan ook gezien als vervanging voor betaald werk, maar dan zonder betaling (Zorg Beter Met Vrijwilligers, 2011, p.1-5).
„PROTECT” MIGRANTE N EN VRIJWIL LIGERSWERK |
10
PROBLEEMANALYSE
3. Probleemanalyse 3.1 Probleemstelling aan de hand van de 6W vragen De probleemstelling van dit onderzoek is aangedragen door de Vrijwilligersacademie Amsterdam. De Vrijwilligersacademie biedt cursussen voor iedereen die zich wil oriënteren op vrijwilligerswerk, vaardigheden wil ontwikkelen en kennis wil verdiepen. Zij hebben contact met een groot aantal organisaties in Amsterdam die vrijwilligers in dienst hebben. Hieronder bevinden zich (nog) niet veel migrantenorganisaties. De Vrijwilligersacademie wil graag weten wat de behoeften zijn van migrantenorganisaties in het kader van vrijwilligersondersteuning en wat de partnerorganisaties eraan kunnen doen om meer aansluiting te vinden bij deze doelgroepen. De Vrijwilligersacademie vindt het gebrek aan sociale cohesie en samenwerking tussen migranten(organisaties) en Nederlandse vrijwilligers(organisaties) een probleem. Hierdoor blijft er een gebrek aan sociale cohesie in de Nederlandse samenleving en aan maatschappelijke betrokkenheid van migranten bij de Nederlandse samenleving, aldus de Vrijwilligersacademie. Uit de theoretische verkenning blijkt echter dat het actief zijn binnen een migrantenorganisatie wel degelijk de integratie bevordert. Het contact tussen migrantenorganisaties en Nederlandse organisaties is echter zeer beperkt, ondanks dat er in Nederland zeer rijk is aan migrantenorganisaties, zoals blijkt uit de theoretische verkenning. Ook de Vrijwilligersacademie heeft moeite met het bereiken en werven van migranten voor vrijwilligerswerk. Uit de theoretische verkenning blijkt dat migranten zich vaak veiliger voelen binnen een migrantenorganisatie. Uit de theoretische verkenning blijkt dat het doen van vrijwilligerswerk in Nederland opgenomen is in de cultuur en een onderdeel is van participatie en burgerschap. Ongeveer 45% van de Nederlanders doet vrijwilligerswerk via een organisatie. Bij migranten is dit percentage minder helder, vanwege het vele ‘onzichtbare’ vrijwilligerswerk, bijvoorbeeld binnen migrantengroepen in de wijk. Dit onderzoek richt zich op de bestaande situatie en behoeften van migranten en vrijwilligerswerk in Amsterdam. Het gaat hierbij om de participatie en deskundigheidsbevordering van migranten binnen het vrijwilligerswerk en kennisuitwisseling tussen migrantenorganisaties en vrijwilligersorganisaties. Daarbij richten wij ons met name op drie pijlers: Deskundigheidsbevordering van en kennisuitwisseling met migranten Bereik en werving van migranten voor vrijwilligerswerk Beeldvorming van migranten rond vrijwilligerswerk Deze drie pijlers omvatten de problematiek zoals deze door de opdrachtgever ervaren wordt. Zij hebben namelijk moeite met tot stand brengen van (langdurige) contacten met migrantenvrijwilligers en migrantenorganisaties. De opdrachtgever vindt het belangrijk dat er deskundigheidsbevordering en kennisuitwisseling ontstaat tussen migrantenorganisaties en vrijwilligersorganisaties. Zij vragen zich daarnaast af of het gebrek aan contact tussen migranten(organisaties) en vrijwilligersorganisatie te maken heeft met de beeldvorming van migranten rondom vrijwilligerswerk. Er zijn twee aanleidingen voor dit onderzoek. De eerste is een Europees programma: project PROTECT, waar de Vrijwilligersacademie aan deelneemt. Het uitgangspunt van het project is om de motivatie van migranten om gebruik te maken van vrijwilligerswerk te laten toenemen, door middel van het ontsluiten van deskundigheidsbevordering en kennisuitwisseling voor vrijwilligerswerk. Het doel is om maatschappelijke betrokkenheid van migranten te vergroten en sociale cohesie te versterken. Het eerste werkpakket is een situationele analyse van de behoeften. Voor elk deelnemend land, beschrijven de partners hun regionale context voor een bijgewerkte analyse van de context, situatie en behoeften van de doelgroep en de
11
| „PROTECT” MIG RANTEN EN VR IJWILLIGERSW ERK
PROBLEEMANALYSE
mogelijkheden van de vrijwilligersorganisaties. Het tweede gedeelte van de aanleiding komt van de Vrijwilligersacademie zelf. Men heeft namelijk Het concept "Buurtacademie"(NL) ontwikkeld en zal dit in 2012 implementeren in enkele stadsdelen, in ieder geval Zuid en West. Dit project draait om deskundigheidsbevordering voor migranten en vrijwilligersorganisaties en wil hiervoor een samenwerkingsverband aangaan tussen lokale allochtone organisaties en lokale (Nederlandse) vrijwilligersorganisaties. Men streeft zo naar een meer wijkgerichte, persoonlijke aanpak. 3.2 Doelstelling van het onderzoek Dit onderzoek streeft ernaar om een helder verkennend beeld te geven van de bestaande situatie betreffende migranten en vrijwilligerswerk in Amsterdam en de behoeften van migranten wat betreft vrijwilligerswerk, deskundigheidsbevordering en kennisuitwisseling. De uitgedragen visie van de opdrachtgever is dat het van belang is om migranten te betrekken bij de samenleving en zo sociale cohesie te bevorderen. Het streven is om dit onderzoek bruikbaar te maken voor de Vrijwilligersacademie, zodat deze en andere vrijwilligersorganisaties migranten en migrantenorganisaties beter kunnen bereiken en dat deskundigheidsbevordering en kennisuitwisseling kunnen plaatsvinden, waar nodig aangepast aan de doelgroep. De opdrachtgever heeft meerdere motieven voor dit onderzoek en dus ook een aantal uiteenlopende wensen en verwachtingen. Ten eerste wil de opdrachtgever met dit onderzoek een bijdrage leveren aan het voorgenoemde project PROTECT, dat als doel heeft om maatschappelijke betrokkenheid van migranten te vergroten en sociale cohesie te versterken. Ten tweede wil de opdrachtgever met dit onderzoek een goede basis hebben om de voorgenoemde Buurtacademie in de komende tijd op te starten, die als doel heeft om deskundigheidsbevordering en kennisuitwisseling tussen vrijwilligersorganisaties en migrantenorganisaties te bevorderen door middel van een wijkgerichte aanpak. Een algemeen doel is het verkrijgen van een breed verkennend beeld van de huidige situatie betreffende migranten en vrijwilligerswerk in Amsterdam. 3.3 Hoofdvraag en deelvragen Hieronder volgen de hoofd- en deelvragen, zoals deze zijn opgesteld door de onderzoekers naar aanleiding van de vraag van de opdrachtgever. Hierbij hebben wij rekening gehouden met de uitkomsten van ons eigen vooronderzoek, de theoretische verkenning. Hoofdvraag: Wat zijn de huidige situatie en behoeften m.b.t. maatschappelijke participatie en deskundigheidsbevordering van migranten en uitwisseling met migranten in de wijkgerichte activiteiten van vrijwilligersorganisaties in Amsterdam? Deelvragen: - Wat zijn de huidige situatie en behoeften qua deskundigheidsbevordering van en kennisuitwisseling met migranten(organisaties) in Amsterdam? - Wat zijn de huidige situatie en behoeften en wat zijn belangrijke speerpunten m.b.t. bereik en werving van migranten voor vrijwilligerswerk in Amsterdam? - Wat is de beeldvorming van migranten wat betreft vrijwilligerswerk? Bij de beantwoording hiervan worden de meningen van vier verschillende belangengroepen onderscheiden: Stakeholders, vrijwilligersorganisaties, migrantenorganisaties en migranten.
„PROTECT” MIGRANTE N EN VRIJWIL LIGERSWERK |
12
PROBLEEMANALYSE
3.4 Belangrijke begrippen Hieronder volgen de binnen dit onderzoek aangehouden definities van de belangrijkste begrippen uit de hoofd- en deelvragen. Huidige situatie Begin 2012 is dit onderzoek van start gegaan en het is afgerond in juni. De ‘huidige situatie’ geeft de tijd tussen het starten en het beëindigen van het onderzoek aan. Vrijwilliger ‘Een vrijwilliger doet onbetaald en onverplicht werk, voor anderen of voor de samenleving.’ (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 2011). Een andere veelgebruikte definitie is de volgende: ‘Vrijwilligerswerk is werk dat in enig georganiseerd verband, onverplicht en onbetaald wordt verricht ten behoeve van anderen of de samenleving.’ (Vlasman, 2002, p. 177). Binnen dit onderzoek wordt de voorkeur gegeven aan de eerste, bredere definitie, omdat vrijwilligerswerk niet altijd in georganiseerd verband plaats hoeft te vinden. Vrijwilligerswerk ‘Vrijwilligerswerk is werk dat men onbetaald en onverplicht doet, voor anderen of voor de samenleving.’ (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 2011). Vrijwilligersorganisatie ‘Een vrijwilligersorganisatie is een met naam en adres genoemd, formeel of informeel georganiseerd verband van verschillende mensen dat met enige regelmaat bijeenkomt en/of activiteiten organiseert in het algemeen belang, waarbij alle inkomsten worden ingezet ten gunste van de doelstelling van de organisatie en waarbij de uitvoering van het primaire proces door vrijwilligers wordt gedaan en er geen verband bestaat tussen de verrichte werkzaamheden en de verdiensten van de vrijwilligers’ (Movisie, 2011). Wijkgerichte activiteiten Met wijkgerichte activiteiten wordt de meer wijkgerichte aanpak bedoeld die de Vrijwilligersacademie wil gaan hanteren en die inhoudt dat er (meer) contacten ontstaan tussen lokale migrantenorganisaties en vrijwilligersorganisaties. Hiervoor hebben zij het concept Buurtacademie (beschreven in paragraaf 3.1) ontwikkeld, dat binnen dit onderzoek aangeduid wordt door de meer algemene term ‘wijkgerichte activiteiten’. Maatschappelijke participatie Participeren binnen de samenleving betekent naar vermogen deelnemen aan die samenleving:
Meedoen door werk Meedoen door re-integratie dienstverlening Meedoen door arbeidsparticipatie Meedoen door je bijdrage aan de wijk, in de school van de kinderen of door hulp aan de buren Meedoen door inburgering Meedoen door educatie en persoonlijke ontwikkeling . Meedoen door werk in de sociale werkvoorziening Meedoen door het verrichten van mantelzorg of vrijwilligerswerk
Dit onderzoek richt zich voornamelijk op het laatste punt: Meedoen door het verrichten van vrijwilligerswerk (Rijksoverheid, 2008). Deskundigheidsbevordering Alle activiteiten die de deskundigheid van mensen met betrekking tot de uitoefening van een vrijwilligersfunctie verbeteren (Thesaurus Zorg & Welzijn, 2011).
13
| „PROTECT” MIG RANTEN EN VR IJWILLIGERSW ERK
PROBLEEMANALYSE
Kennisuitwisseling Kuznets (1962) beschrijft dat kennisuitwisseling plaatsvindt in dichtbevolkte intellectuele omgevingen.Hoe meer intellectueel contact plaatsvindt, hoe meer kennis toegevoegd wordt aankennisbronnen. Het doel is het vergroten van de aanwezige hoeveelheid kennis (Overbeek, S. et al, 2006, p.2-3). Dit onderzoek richt zich met name op kennisuitwisseling tussen vrijwilligersorganisaties en migrantenorganisaties in Amsterdam. Migrant Een migrant is een persoon die vanuit een ander land naar Nederland komt om er een bestaan op te bouwen. Hiervoor kunnen zij verschillende motieven hebben. Enkele voorbeelden hiervan zijn: Kennismigranten, arbeidsmigranten, huwelijk/gezinsmigranten en seizoensmigranten. Dit onderzoek richt zich voornamelijk op niet-westerse migranten, die reeds vijf jaar of langer in Nederland verblijven en hun leven in Nederland hebben opgebouwd (Ay, I.&Steinfeld, C., 2012). Migrantenorganisatie Zelforganisatie opgezet voor en/of door migranten, meestal gericht op een bepaalde migrantengroep, bijvoorbeeld Turkse of Antilliaanse migranten, met als doel het ondersteunen van de doelgroep en het bevorderen van de participatie in de Nederlandse samenleving (Ay, I.& Steinfeld, C., 2012). Stakeholder Een stakeholder (belanghebbende) is een persoon of organisatie die invloed ondervindt (positief of negatief) of die zelf invloed kan uitoefenen op een onderneming, organisatie of doelgroep (MVO, 2010). Binnen ons onderzoek zijn stakeholders ook experts op het onderzoeksgebied.
„PROTECT” MIGRANTE N EN VRIJWIL LIGERSWERK |
14
METHODISCHE VERANT WOORDING
4. Methodische verantwoording 4.1 Onderzoekstechnieken Ter voorbereiding op dit onderzoek is een theoretische verkenning uitgevoerd door middel van een literatuuronderzoek. Hiervoor zijn onder andere wetenschappelijke onderzoeken, documenten van het Sociaal Cultureel Planbureau en van de Rijksoverheid bestudeerd. De belangrijkste resultaten hiervan zijn terug te vinden in hoofdstuk 2. De literatuur is bij het analyseren van de data en het formuleren van de conclusie in verband gebracht met de onderzoeksresultaten. Hierdoor kunnen de verkregen gegevens vergeleken worden met bevindingen uit onderzoek elders. Er is kwalitatief onderzoek uitgevoerd. Kwalitatief onderzoek is gericht op het verkrijgen van betrouwbare informatie over wat er leeft onder een bepaalde doelgroep en waarom. Het begrijpen van de belevingswereld van de onderzochten in een bepaalde situatie staat centraal (Thesaurus Zorg&Welzijn, z.j.). Hiervoor is gekozen, omdat het een verkennend onderzoek is, waarover nog niet veel bekend is. De vraag van de opdrachtgever was ook om een breed beeld te geven van de bestaande situatie en om ervaringen en meningen van personen te beschrijven. Hiervoor is kwalitatief onderzoek het meest geschikt. Binnen dit onderzoek is gebruik gemaakt van semigestructureerde interviews. Dit houdt in dat de formulering van de vragen, de volgorde van de onderwerpen en de formulering van de antwoorden niet van tevoren zijn vastgelegd. Dit heeft de interviewers de mogelijkheid gegeven om door te vragen en flexibel in te kunnen spelen op de onderzoekssituatie. (Bryman, A., 2008) De vragen, zie hiervoor bijlage 1, zijn niet exact in deze volgorde gesteld. Hierdoor kon ingegaan worden op onderwerpen die de respondenten zelf ter sprake brachten. Om de gegevens echter enigszins met elkaar te kunnen vergelijken is ervoor gekozen om tijdens de interviews wel een lijstje met vaste vragen en onderwerpen aan te houden. In de praktijk bleek dit voornamelijk noodzakelijk bij de interviews met de migranten. Sommige geïnterviewden wilden hun hart graag luchten en dwaalden van de geformuleerde vragen af. De vaste, vooraf geformuleerde, onderwerpen gaven hierbij houvast en zorgden ervoor dat toch alle benodigde informatie verzameld werd. Alle interviews zijn opgenomen en getranscribeerd. Aan het begin van elk interview is er toestemming gevraagd voor het opnemen van de gesprekken. Ook is er voorafgaand bevestiging gevraagd voor het gebruik van de gegevens voor het onderzoek. Elke geïnterviewde had de mogelijkheid om anoniem te blijven, dit om de privacy te kunnen waarborgen. Ten slotte zijn de getranscribeerde interviews teruggestuurd naar de geïnterviewde met de vraag of hij/zij het interview wilde nakijken op (interpretatie)fouten en/of aanvullingen, waarna zij hun toestemming gaven voor eventuele publicatie. Door middel van het sneeuwbaleffect zijn personen vanuit verschillende groepen belanghebbenden geïnterviewd, beginnend bij de stakeholders en eindigend bij de migranten zelf. De onderzoeker begint bij het sneeuwbaleffect met het opsporen van één persoon. Daarna vraagt de onderzoeker of deze persoon nog anderen weet of kent die aan het onderzoek mee zouden willen werken. De onderzoeker blijft net zolang doorgaan totdat de steekproef voldoende groot is. (Zee, F. van der, 2004) De data-analyse is een kwalitatieve analyse, uitgevoerd op basis van de Gefundeerde Theorie benadering (‘Grounded Theory’) en de methode die hierbij hoort: ‘Mind Mapping’. Grounded Theory is als volgt opgebouwd: Het coderen van ieder aspect van de verzamelde gegevens in zo veel mogelijk categorieën Het integreren van categorieën en hun eigenschappen Het afbakenen van de theorie Het schrijven van de theorie Hierbij hebben wij het volgende stappenplan aangehouden: Inventarisatie van belangrijkste termen
15
| „PROTECT” MIG RANTEN EN VR IJWILLIGERSW ERK
METHODISCHE VERANT WOORDING
Evalueer de gebruikte termen op “waarde” Termen groeperen. Gezamenlijke betekenis voor gegroepeerde termen coderen Hiërarchie aanbrengen in gecodeerde begrippen Verbanden tussen begrippen zoeken Dit alles samenbrengen in model (theorie) Is er nu een antwoord op de centrale vraag? Niet: verdere cases analyseren (‘saturatie’)
(Bichbich, F., 2012) 4.2 Onderzoekseenheden De onderzoekseenheden zijn in te delen in vier groepen: Stakeholders, sleutelfiguren vanuit vrijwilligersorganisaties, sleutelfiguren vanuit migrantenorganisaties en migranten. Door middel van het sneeuwbaleffect is de volgende verdeling ontstaan: Drie interviews met sleutelfiguren vanuit vrijwilligersorganisaties, drie interviews met sleutelfiguren vanuit migrantenorganisaties, vier interviews met stakeholders en vijf interviews met migranten. De doelstelling van de opdrachtgever was om vijftien interviews van ongeveer een uur af te nemen en dit is gelukt. De interviews zijn allemaal semigestructureerd en afgenomen bij de desbetreffende instelling of bij de geïnterviewde thuis, door de onderzoekers samen. Hierdoor kon één persoon in de gaten houden of alle vragen en onderwerpen aan bod kwamen en één persoon vragen stellen en doorvragen. De plek werd altijd gekozen door de geïnterviewde, de onderzoekers stelden zich flexibel op om de situatie voor de geïnterviewde zo prettig mogelijk te maken en om de drempel voor de potentiële geïnterviewden om deel te nemen zo laag mogelijk te maken. Tijdens de interviews zijn de gesprekstechnieken zoals beschreven in het boek van Verhoeven gehanteerd: Leiding over het gesprek nemen, onafhankelijk en objectief opstellen, invoelend/empathisch zijn, open vragen stellen, doorvragen en parafraseren (Verhoeven, N., 2011, p.236-238). In bijlage 1 zijn de vragenlijsten te vinden. In bijlage 2 is de uitwerking te vinden van de vijftien interviews. 4.3 Betrouwbaarheid en validiteit Het onderzoek is kwalitatief van aard. Er wordt hierbij gebruik gemaakt van semigestructureerde interviews met de vier belangengroepen. Hierdoor zijn er zwakheden te benoemen in de betrouwbaarheid en validiteit. Vooral de externe validiteit is beperkt, er kan namelijk niet of nauwelijks gegeneraliseerd worden. Toch is er getracht deze aspecten te waarborgen. De betrouwbaarheid van dit onderzoek wordt gewaarborgd door de verschillende stappen die worden genomen zorgvuldig te beschrijven. Tevens worden de semigestructureerde interviews afgenomen met behulp van een vragenlijst, welke de repliceerbaarheid verhoogt. Er is rekening mee gehouden dat de externe validiteit zwak is, omdat er geen aselecte steekproef is getrokken om de geïnterviewden te selecteren. Ook zijn de opinies gepeild van een beperkt aantal personen, verzameld door middel van een sneeuwbaleffect. Hier is rekening mee gehouden door niet te proberen om generalisatie toe te passen en door de conclusies en aanbevelingen te limiteren tot een kwalitatieve analyse van de data zoals deze uit de interviews naar voren komen en een opsommingen van de belangrijkste aanbevelingen die naar voren komen. Er wordt geen generaliserend eindoordeel gegeven. De interne validiteit is tevens getracht te waarborgen. Door middel van de interviews zijn de hoofd- en deelvragen geïnventariseerd. In de vragenlijsten zijn vragen opgenomen die dit doel dienen. Naast de interviews is er zelf verkennend onderzoek gedaan naar de verschillende instellingen, soms, indien mogelijk, door de georganiseerde activiteiten te bezoeken en soms door middel van literatuuronderzoek. Hiermee is getracht een zo compleet mogelijk beeld te geven van de bestaande situatie betreffende migranten en vrijwilligerswerk in Amsterdam met inachtneming van de implicaties van de op sommige vlakken gelimiteerde validiteit die de gekozen onderzoeksstrategie- en methoden met zich meebrengen. De mogelijkheden om adviserende en beoordelende uitspraken te doen zijn beperkt (Verhoeven, N., 2011, p.36-38).
„PROTECT” MIGRANTE N EN VRIJWIL LIGERSWERK |
16
BESCHRIJVING VAN D E RESULTATEN
5. Beschrijving van de resultaten In dit hoofdstuk zullen de resultaten worden beschreven die voortkomen uit de data. Per deelvraag zullen de resultaten worden beschreven per geïnterviewde groep. Dit maakt de analyse betrouwbaarder en sterker, omdat er vergelijkingen tussen belangengroepen kunnen worden gemaakt. Dit is een verkorte versie van de analyse, de gehele analyse is te vinden in bijlage 4. 5.1 Deskundigheidsbevordering en kennisuitwisseling In deze paragraaf zullen de belangrijkste resultaten worden beschreven die betrekking hebben op de deelvraag: 'Wat zijn de huidige situatie en behoeften qua deskundigheidsbevordering van en kennisuitwisseling met migranten(organisaties) in Amsterdam?' 5.1.1 Stakeholders De stakeholders of experts zijn het erover eens dat een wijkgerichte aanpak, zoals in de opzet van de Buurtacademie, een goede manier is om in contact te komen met lokale migranten (organisaties). Twee geïnterviewden merken op, dat het van belang is dat er geen kortdurende projecten worden opgezet.Een zijdelingse opmerking van één van de geïnterviewden is, dat het idee van de Buurtacademie op zich goed is, maar dat stadsdeel Zuid daarvoor een slechte locatie is, vanwege het relatief lage percentage migranten. De meeste stakeholders geven aan dat zij het belangrijk vinden dat er kennisuitwisseling tussen migrantenorganisaties en vrijwilligersorganisaties plaatsvindt. Een andere geïnterviewde geeft aan dat vrijwilligersorganisaties teveel aanbodgericht werken. Zij zouden eerst meer vraaggericht en in termen van uitwisseling moeten denken. Als thema's voor kennisuitwisseling wordt gedacht aan sociaal-culturele kennis vanuit de migrantenorganisaties, tegenover kennis over Nederland en over bepaalde doelgroepen binnen vrijwilligerswerk vanuit vrijwilligersorganisaties. De meeste geïnterviewden geven aan dat trainingen/ deskundigheidsbevordering aangepast zou moeten worden aan de (migranten)doelgroep. Mogelijke thema's voor de trainingen die worden genoemd zijn: De winst van vrijwilligerswerk laten zien Nederlandse cultuur, welke obstakels kun je tegenkomen binnen Nederlandse vrijwilligersorganisaties. 5.1.2 Vrijwilligersorganisaties Deskundigen vanuit de vrijwilligersorganisaties blijken wel degelijk bezig te zijn met diversiteit en migranten. Drie van de vier geïnterviewden geeft aan interculturele uitwisseling zeer belangrijk te vinden en dat men van elkaar kan leren. Een andere geïnterviewde geeft aan dat diversiteit goed is voor de beeldvorming en het imago van organisaties. Mensen willen zich herkennen in de informatie en het beeld dat een organisatie uitstraalt. De geïnterviewden zijn eensgezind over de inhoud van de deskundigheidsbevordering: Deze zou qua taal en thema's moeten worden aangepast op de doelgroep. Er wordt gesproken over bijeenkomsten in simpele taal of de eigen taal en met dichtbijstaand thema'sOok wordt opgemerkt dat het van belang is om bij de migranten(organisaties) zelf te rade te gaan en zo hun behoeften te inventariseren en daar de trainingen op aan te passen. Kortom, de taal, uitstraling en het aanbod qua deskundigheidsbevordering zou meer afgestemd moeten worden op de doelgroep dan nu het geval is. 5.1.3 Migrantenorganisaties Binnen migrantenorganisaties wordt iets terughoudender gedacht over samenwerking met vrijwilligersorganisaties. Tevens wordt aangegeven dat uitwisseling tussen migrantenorganisaties onderling ook al goed kan werken, maar dat dit nog te weinig gebeurt. Enkele geïnterviewden geven aan dat het juist vruchtbaar kan zijn om multiculturele bijeenkomsten of trainingen te organiseren, dus met mensen met meerdere afkomsten bij elkaar. Slechts één
17
| „PROTECT” MIG RANTEN EN VR IJWILLIGERSW ERK
BESCHRIJVING VAN D E RESULTATEN
geïnterviewde karakteriseert interculturele uitwisseling als een onbereikbaar ideaal. Men vindt veelal dat de trainingen moeten worden afgestemd op de doelgroep. Men is het erover eens dat dit het beste kan worden gedaan in samenwerking met de doelgroep zelf. Belangrijke thema's die worden genoemd voor deskundigheidsbevordering voor migranten(organisaties) zijn: Assertiviteit, wetgeving, sociale kaart, zelfstandig werken, onafhankelijkheid, netwerken. 5.1.4 Migranten De migranten zelf staan over het algemeen open voor kennisuitwisseling, wanneer dit van twee kanten komt. Vooral onderlinge acceptatie en het leren kennen van elkaars gewoonten en cultuur om respect te bevorderen worden als belangrijke beweegredenen hiervoor genoemd. Over deskundigheidsbevordering wordt uiteenlopend gedacht. Twee geïnterviewden geven aan dat het ervoor zorgt dat men zich ontwikkelt in het (vrijwilligers)werk. Het is noodzakelijk, omdat men verstand moet hebben van het werk dat men verricht. Thema's voor trainingen die worden genoemd zijn basistraining, EHBO en communicatie. Uitgelicht moet worden wat de immateriële waarde van het werk is. De meeste geïnterviewden geven aan het prettig te vinden als de taal en inhoud wel worden aangepast aan de doelgroep naar aanleiding van hun behoeften en cultuur, wanneer de trainingen in de buurt plaatsvinden en zij erbij betrokken worden. 5.2 Werving en bereik van vrijwillige migranten In deze paragraaf zullen de belangrijkste resultaten worden beschreven die betrekking hebben op de deelvraag: 'Wat zijn de huidige situatie en behoeften en wat zijn belangrijke speerpunten m.b.t. bereik en werving van migranten voor vrijwilligerswerk in Amsterdam?' 5.2.1 Stakeholders Een stakeholder geeft aan dat het openstellen van vrijwilligersorganisaties voor migranten belangrijk is, een motor voor integratie en het zorgt voor sociaal contact. Tweemaal wordt aangegeven dat de meeste vrijwilligersorganisaties eigenlijk geen migrantenbeleid hebben. Zolang het werk maar gedaan wordt, door migranten of niet, denken de vrijwilligersorganisaties volgens een stakeholder. Ook geven geïnterviewden aan dat de meeste vrijwilligersorganisaties vrij bureaucratisch en gesloten van aard zijn. Betreffende het vrijwilligersbeleid binnen instellingen, zijn de meningen verdeeld. Enkele geïnterviewden zijn van mening dat er wel degelijk migrantenbeleid zou moeten zijn. Anderen geven aan de migranten niet als aparte doelgroep moeten worden aangesproken in vrijwilligersbeleid. De stakeholders zijn het erover eens dat een wijkgerichte aanpak met korte lijnen van belang is, waarbij men directe contacten legt met migranten(organisaties) in de wijk en een aantal maal wordt het in dienst nemen van allochtone werknemers genoemd, zodat de organisatie een afspiegeling van de samenleving. Een andere geïnterviewde merkt op de vrijwilligersorganisaties meer naar media en ontmoetingsplekken voor migranten zouden moeten gaan. Het gebruikmaken van sleutelfiguren/rolmoddelen/ambassadeurs binnen de migrantengroep is van vitaal belang om migranten te bereiken en/of te werven voor vrijwilligerswerk. In het contact met migranten wordt door alle geïnterviewden genoemd dat het van belang is dat er persoonlijk en vertrouwelijk contact is, dus geen post of e-mail. Als belemmeringen voor het bereik en de werving van migranten worden genoemd: het werk is onbetaald, vaak onder het niveau van de migrant, beperkte taalbeheersing en het gebrek aan budget ervoor binnen vrijwilligersorganisaties. Men is het erover eens dat het van belang is om migranten te betrekken en te bereiken, maar dat dit nog steeds een probleem is. Een geïnterviewde stelt dat vrijwilligersorganisaties en migrantenorganisaties in Amsterdam totaal gescheiden werelden zijn. 5.2.2 Vrijwilligersorganisaties Als werkzame factoren voor het bereik en de werving van vrijwillige migranten noemen vertegenwoordigers van vrijwilligersorganisaties: Korte lijnen en persoonlijk, vertrouwelijk, informeel, flexibel contact, niet afstandelijk en individualistisch, waardering tonen. Benadrukt moet worden dat vrijwilligerswerk een motor kan zijn voor integratie en taalontwikkeling. Ook binnen deze groep wordt meerdere keren genoemd dat het inzetten van sleutelfiguren goed werkt. Verder wordt aangeraden om naar ontmoetingsplekken van migranten te gaan en zo buurtnetwerken op te zetten, zodat lokale organisaties verbindingen kunnen maken. Als
„PROTECT” MIGRANTE N EN VRIJWIL LIGERSWERK |
18
BESCHRIJVING VAN D E RESULTATEN
belemmeringen worden genoemd: Taalbeheersing, cultuurverschillen, focus op de problematische kant van migranten in plaats van hun krachten. 5.2.3 Migrantenorganisaties De geïnterviewden vanuit migrantenorganisaties vinden het van het grootste belang dat er geluisterd wordt naar de behoeften van migranten. Hiervoor moeten vrijwilligersorganisaties streven naar een goede bereikbaarheid en een informele, actieve benadering, aldus een geïnterviewde. Dit contact komt volgens een andere geïnterviewde makkelijker tot stand met iemand die zelf ook allochtoon is en bij een lokale, buurtgerichte aanpak. Advies dat wordt gegeven door bijna alle geïnterviewden, is dat migrantenvrijwilligers over het algemeen de voorkeur geven aan een persoonlijke, vertrouwde en onafstandelijke relatie met contactpersonen en vrijwilligersorganisaties. Hiervoor zijn een open houding, een luisterend oor en geduld van belang, aldus een geïnterviewde. Het inzetten van sleutelfiguren en flexibel werk worden ook hier als belangrijke factoren genoemd. Als belemmering wordt genoemd dat de cultuur binnen vrijwilligersorganisaties gesloten is en te Nederlands. De drempel voor migranten is gewoonweg te groot, aldus een geïnterviewde. De organisaties zijn vergrijsd en de sfeer verouderd. 5.2.4 Migranten De migranten zelf blijken vooral eensgezind over het feit dat zij vooral behoefte hebben aan waardering. Verder vinden zij het belangrijk dat er binnen Nederlandse vrijwilligersorganisaties rekening wordt gehouden met hun taal en cultuur. Een migrant geeft aan dat de drempel voor migranten om naar een Nederlandse vrijwilligersorganisatie te stappen hoog ligt. Het verschil met migrantenorganisaties is groot. Een migrant geeft aan dat migranten die al vrijwilligerswerk doen, gebruikt kunnen worden om andere migranten aan te zetten tot het doen van vrijwilligerswerk. Verder vinden geïnterviewden het belangrijk dat er meer allochtone medewerkers aanwezig zijn binnen Nederlandse vrijwilligersorganisaties. Het kan het helpen om sleutelfiguren uit de gemeenschap in te zetten, dit geven de meeste geïnterviewden aan. Een andere migrant heeft via een folder/advertentie vrijwilligerswerk gevonden. Twee andere migranten geven aan vanuit hun eigen intrinsieke motivatie in contact te zijn gekomen met vrijwilligerswerk. In het contact met migranten zijn oprechte sympathie, persoonlijk contact en vertrouwen noodzakelijk, aldus alle geïnterviewden. Verder geven twee geïnterviewden aan dat zij het fijn vinden wanneer de werktijden en werksoorten zelf bepaald kunnen worden binnen vrijwilligersorganisaties. 5.3 Beeldvorming van migranten rondom vrijwilligerswerk In deze paragraaf zullen de belangrijkste resultaten worden beschreven die betrekking hebben op de deelvraag: ‘Wat is de beeldvorming van migranten wat betreft vrijwilligerswerk?’. 5.3.1 Stakeholders De stakeholders delen de mening dat vrijwilligersorganisaties een onzichtbare drempel hebben voor migranten en dat het woord ‘vrijwilligerswerk’ de migranten niet aanspreekt. Onderling helpen is vaak vanzelfsprekend en wordt niet gekoppeld aan het woord ‘vrijwilligerswerk’. De stakeholders geven aan dat de migranten geen onderscheidt kennen tussen het woord ‘mantelzorger’ en ‘vrijwilligerswerk’. Deze taken worden volgens de stakeholders onbewust vervuld door migranten. Daarnaast wordt er vrijwilligerswerk verricht door migranten in migrantenorganisaties, maar ook dit wordt niet met het woord ‘vrijwilligerswerk’ benoemd. Een aantal van de stakeholders geeft aan dat vrijwilligerswerk in het algemeen een suf imago heeft, conservatief is, oubollig over kan komen en dat vrijwilligersorganisaties weinig open minded zijn en een gesloten karakter hebben. Daarnaast geeft een stakeholder aan dat vrijwilligersorganisaties een afspiegeling behoren te zijn van de bevolkingssamenstelling. 5.3.2 Vrijwilligersorganisaties De geïnterviewden geven aan dat het woord en de inhoud van het woord ‘vrijwilligerswerk’ onduidelijk zijn en dat het woord anders geïnterpreteerd wordt door migranten(vrijwilligers). De geïnterviewden merken dat er verwarring en afstand tot het woord bestaat. Naast het woord ‘vrijwilligerswerk’ en de inhoud hiervan, geven de geïnterviewden vanuit
19
| „PROTECT” MIG RANTEN EN VR IJWILLIGERSW ERK
BESCHRIJVING VAN D E RESULTATEN
vrijwilligersorganisaties aan dat er een grote motivatie en vanzelfsprekendheid bestaat bij migranten om naasten te helpen. De geïnterviewden zijn van mening dat gedwongen of verplicht vrijwilligerswerk, in verband met uitkering en de sociale dienst, ervoor zorgen dat vrijwilligerswerk een negatief imago krijgt. Hierdoor schiet vrijwilligerswerk zijn doel voorbij, want het werk moet immers vrijwillig worden verricht. 5.3.3 Migrantenorganisaties Een aantal geïnterviewden geeft aan dat de termen ‘vrijwilligerswerk’ en ‘mantelzorg’, onbekend of raar zijn voor migranten. Er is veel onwetendheid over vrijwilligerswerk bij migranten. Ook gratis werk verrichten voor organisaties zorgt voor verwarring en onbegrip. De geïnterviewden geven aan dat mensen helpen vanzelfsprekend is voor migranten en dat hierbij de term vrijwilligerswerk niet ter sprake komt. Wel geeft een geïnterviewde aan dat verplicht vrijwilligerswerk bij een uitkering, een averechts effect heeft op de beeldvorming rondom vrijwilligerswerk. Geïnterviewden zijn van mening dat diversiteit in de Nederlandse samenleving vaak slechts geproblematiseerd wordt, zonder de positieve kanten ervan te zien. Daarbij wordt aangegeven dat een interculturele samenwerking tegenwicht kan bieden voor de negatieve beeldvorming rond migranten. 5.3.4 Migranten In de geïnterviewden groepen kwam naar voren dat migranten vrijwilligerswerk als vanzelfsprekend zien, maar het niet zo benoemen. De geïnterviewde migranten geven zelf ook aan dat zij vrijwilligerswerk, in de zin van naasten helpen, vaak vanzelfsprekend vinden. Ook wordt er aangegeven dat vrijwilligerswerk weinig ter sprake komt binnen de migrantengroepen. De geïnterviewden geven aan meer vertrouwen te hebben in elkaar en dat zij elkaar liever onderling helpen. Men wil plezier hebben en zich gewaardeerd voelen in het werk dat men doet. Men voelt zich vaak niet gewaardeerd binnen Nederlandse vrijwilligersorganisaties. Daarom is de keuze om bij migrantenorganisaties vrijwilligerswerk te verrichten makkelijker en veiliger. Een taalbarrière speelt niet in een migrantenorganisatie, omdat de eigen taal wordt gesproken en men bekend is met de eigen cultuur. 5.4 Overigen In deze paragraaf zullen meningen van de verschillende geïnterviewde groepen benoemd worden, die niet gecategoriseerd konden worden in de voorgaande categorieën. Desalniettemin zijn deze meningen ook van belang in het onderzoek. 5.4.1 Stakeholders Een van de stakeholders geeft aan dat migrantenorganisaties een aantal behoeften hebben die door omstanders niet worden gezien. Hierbij geeft geïnterviewde aan dat migrantenorganisaties behoefte hebben aan een goede administratie, werving en publiciteit en budget om bepaalde activiteiten te organiseren. 5.4.2 Vrijwilligersorganisaties Een geïnterviewde geeft aan opgemerkt te hebben dat Nederlandse vrijwilligers vaak wat meer afstand houden en migrantenvrijwilligers bijna mantelzorgers zijn als het gaat om het vrijwillig werken met mensen. Ook geeft een geïnterviewde aan dat er knelpunten binnen migrantenorganisaties zijn betreffende aansturing en financiering. Tevens geeft geïnterviewde aan dat er weinig structuur bestaat binnen migrantenorganisaties, waardoor het lastig is om contact te blijven houden. 5.4.3 Migrantenorganisaties Een aantal geïnterviewden geeft aan dat vrijwilligers binnen migrantenorganisaties zich niet gewaardeerd voelen door de Nederlandse samenleving. Ook wordt er aangegeven dat er weinig beleid en cursussen voor vrijwilligers binnen migrantenorganisaties zijn. Dit betekent dat de deskundigheidsbevordering stagneert. Tevens geeft een geïnterviewde aan dat migrantenorganisaties nog onvoldoende de weg in de Nederlandse samenleving kennen. Hierbij vormen taal en cultuur een barrière.
„PROTECT” MIGRANTE N EN VRIJWIL LIGERSWERK |
20
BESCHRIJVING VAN D E RESULTATEN
5.4.4 Migranten Bijna alle migranten geven aan moeite te hebben gehad met het wennen aan Nederland. De eigen groep opzoeken en elkaar onderling te helpen om te overleven, heeft geholpen om in Nederland te blijven. Ze hebben behoefte om contact te hebben met landgenoten, de eigen taal te spreken en wat voor elkaar te betekenen.
21
| „PROTECT” MIG RANTEN EN VR IJWILLIGERSW ERK
CONCLUSIE
6. Conclusie In dit hoofdstuk wordt op basis van de beschrijving van de resultaten, de hoofdvraag beantwoord: Wat zijn de huidige situatie en behoeften m.b.t. maatschappelijke participatie en deskundigheidsbevordering van migranten en uitwisseling met migranten in de wijkgerichte activiteiten van vrijwilligersorganisaties in Amsterdam? Hierbij zullen koppelingen worden gemaakt naar de theoretische verkenning. Over het algemeen kan worden gesteld dat men het erover eens is dat het gunstig zou zijn wanneer er meer maatschappelijke participatie van migranten en kennisuitwisseling tussen vrijwilligersorganisaties en migrantenorganisaties plaats zou vinden dan nu het geval is. Dit wordt bevestigd door de huidige ontwikkelingen vanuit de overheid, zoals in het literatuuronderzoek benoemd is: “Ook in wetgeving is het toenemende belang van maatschappelijke participatie terug te zien, bijvoorbeeld bij de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning in januari 2007. Deze wet heeft als doel participatie van de hele bevolking te laten toenemen, in het bijzonder van mensen met een beperking. Tevens besteedt deze wet aandacht aan ondersteuning van mantelzorg en vrijwilligerswerk. “ (Houwelingen, P. van, Hart, J. de & Dekker, P., 2011, p.185-200). Vrijwilligerswerk wordt door de geïnterviewden gezien als een middel voor integratie en empowerment van migranten. Het is belangrijk dat men aansluit bij de leefwereld en behoeften van migranten en dat vrijwilligersorganisaties een afspiegeling zijn van de samenleving. Er zijn een aantal belemmeringen te noemen betreffende maatschappelijke participatie van migranten en uitwisseling. Binnen de samenleving is er op dit moment sprake van negatieve beeldvorming rondom migranten, wat het onderlinge wantrouwen en het wij-zij gevoel versterkt. Men werkt liever in de bekende, vertrouwde omgeving van een migrantenorganisatie, waar de eigen taal en cultuur geen barrière vormen. Binnen migrantenorganisaties is weinig kennis over de Nederlandse samenleving, over beleid en over deskundigheidsbevordering. Onder migranten spelen er onduidelijkheden omtrent de beeldvorming rond vrijwilligerswerk. De term is onbekend of onduidelijk en er spelen misverstanden. Dit sluit aan op het literatuuronderzoek: “Er lijken onduidelijkheden te bestaan bij allochtonen over vrijwilligerswerk. Dit kan wellicht komen, doordat vrijwilligerswerk niet zoals we het in Nederland kennen, bestaat. Veelal wordt er informeel hulp verleend, waarbij er geen sprake is van vrijwilligerswerk voor een organisatie.” (Zorg Beter met Vrijwilligers, 2011, p.1-5). Daarnaast geeft men aan dat onbetaald werk voor een organisatie als vreemd wordt ervaren. Onderling helpen is onder migranten vaak vanzelfsprekend en er is een grote motivatie, maar dit wordt niet gezien als vrijwilligerswerk en te weinig opgemerkt binnen de Nederlandse samenleving. Vrijwilligerswerk kampt tevens met een conservatief imago. Het karakter van vrijwilligersorganisaties wordt door geïnterviewden beschreven als bureaucratisch, gesloten, vergrijsd en weinig divers. Daarnaast ontbreekt er meestal migrantenbeleid en is er weinig budget voor het aantrekken van vrijwilligers. Succesfactoren die worden genoemd zijn: Wijkgericht werken met korte lijnen, naar ontmoetingsplekken toegaan, langdurige projecten opzetten, vraaggericht werken, flexibel werk bieden, diversiteit uitdragen en sleutelfiguren vanuit de migrantengemeenschap inzetten. Voor bereik en werving van migranten is een informele, persoonlijke en vertrouwde benadering belangrijk, waarbij men waardering toont voor de vrijwilliger. Verder is het belangrijk dat de migrant intrinsiek gemotiveerd is, gedwongen vrijwilligerswerk wordt door de meeste geïnterviewden afgekeurd. Een aantal van deze succesfactoren komt terug in het literatuuronderzoek: “Hierbij is het van belang dat er een directe, persoonlijke benadering wordt gehanteerd, wat meer tijd kost, maar de sfeer en de aard van het contact versterkt. Ook bij het inzetten van persoonlijke netwerken om allochtone vrijwilligers te bereiken, kan de houding van de gehele gemeenschap ten opzichte van vrijwilligerswerk beïnvloed worden. Hierbij is
„PROTECT” MIGRANTE N EN VRIJWIL LIGERSWERK |
22
CONCLUSIE
dus van belang dat er een positieve houding en een veilige omgeving wordt gecreëerd, zodat er een vertrouwensband of een ‘klik’ ontstaat.” (Zorg Beter Met Vrijwilligers, 2011, p.1-5). Wanneer het gaat om deskundigheidsbevordering, is men het er in het algemeen over eens dat trainingen aangepast moeten worden aan de doelgroep, met name qua taal, cultuur en behoeften. Dit wordt ook door het literatuuronderzoek bevestigd: “Een belangrijk aspect van deskundigheidsbevordering, is dat deze is afgestemd op de behoeften van de vrijwilligersorganisaties en de vrijwilligers, alsmede op de specifieke kenmerken van de cliënten en doelgroepen van de maatschappelijke ondersteuning waarvoor de vrijwilligersorganisaties en de vrijwilligers werkzaam zijn. “ (Rijksoverheid, 2010). Verder zouden de term en de beeldvorming rond vrijwilligerswerk meer uitgelicht kunnen worden voor migranten, volgens de geïnterviewden. Deskundigheidsbevordering en interculturele kennisuitwisseling worden over het algemeen belangrijk gevonden door de geïnterviewden. In het kader van tweezijdige kennisuitwisseling, zouden vanuit migrantenorganisaties trainingen kunnen worden gegeven aan Nederlandse vrijwilligersorganisaties over sociaal-culturele onderwerpen. Thema’s voor trainingen voor migranten die worden genoemd zijn: kennis over Nederlandse samenleving en over doelgroepen, winst van vrijwilligerswerk, oriëntatie op vrijwilligerswerk, assertiviteit, wetgeving, sociale kaart, netwerken, communicatie.
23
| „PROTECT” MIG RANTEN EN VR IJWILLIGERSW ERK
AANBEVELINGEN
7. Aanbevelingen Hieronder volgen de belangrijkste adviezen en aanbevelingen die uit dit onderzoek voortkomen en die hopelijk als handvatten kunnen dienen voor de opdrachtgever bij bereik en werving van migranten, bij het opzetten van gerichte deskundigheidsbevordering en kennisuitwisseling met migranten(organisaties) en bij het opzetten van de Buurtacademie. Dit onderzoek bevestigt dat een wijkgerichte aanpak met korte lijnen, zoals in de opzet van de Buurtacademie, een goede manier is om in contact te komen met lokale migrantenorganisaties. Wel is het van belang dat een dergelijk project langdurig van aard is en geen kortdurend project, zoals nu vaak wordt opgezet. Belangrijk hierbij is dat men aansluit bij de leefwereld en behoeften van migranten en de migranten hiervoor zelf consulteert. Om contact te leggen met migranten(organisaties), is het aan te raden om naar media en ontmoetingsplekken van migranten toe te gaan en hen persoonlijk te benaderen, dus niet via post of folders. Voor bereik en werving van migranten is een informele, persoonlijke en vertrouwde benadering belangrijk, waarbij men waardering toont. Het inzetten van sleutelfiguren/ambassadeurs vanuit de migrantengemeenschap is een goede methode om migranten te bereiken, in te zetten voor vrijwilligerswerk en te overtuigen van het belang van deskundigheidsbevordering en/of kennisuitwisseling. Deze zijn bijvoorbeeld te vinden binnen migrantenorganisaties, buurthuizen en kerkelijke organisaties. Verder zou de beeldvorming rondom vrijwilligerswerk meer uitgelicht kunnen worden voor migranten, volgens de geïnterviewden. Hieromtrent bestaat veel verwarring en onwetendheid bij migranten. Een informatiebijeenkomst rondom de inhoud en introductie van vrijwilligerswerk in Nederland zou een optie hiervoor zijn. Tevens is het van belang dat vrijwilligersorganisaties meer diversiteit en openheid uitstralen en een afspiegeling zijn van de bevolkingssamenstelling. Op dit moment is de drempel voor veel migranten namelijk hoog om binnen te stappen bij een vrijwilligersorganisatie, dankzij het gesloten, ouderwetse en ondiverse karakter van veel van dit soort instellingen. Wanneer het gaat om het karakter van het werk, is het voor veel migranten belangrijk dat de werktijden flexibel zijn en dat het werk past bij hun niveau en behoeften. Daarnaast geven migranten aan het prettig te vinden wanneer er kennis is van hun taal en/of cultuur binnen de vrijwilligersorganisatie. Gedwongen vrijwilligerswerk wordt door de meeste migranten afgekeurd, dit sluit namelijk niet aan bij hun beeld van vrijwilligerswerk, dat vanuit het hart hoort te komen. Voor de migrant is intrinsieke motivatie dus meer dan gemiddeld van belang. Verder wordt aangeraden om nieuwe vrijwillige migranten persoonlijk te begeleiden in de beginperiode en waardering en erkenning te geven. Wanneer het gaat om deskundigheidsbevordering, is men het er in het algemeen over eens dat trainingen aangepast moeten worden aan de doelgroep, met name qua taal, cultuur en behoeften. In het kader van tweezijdige kennisuitwisseling, zouden vanuit migrantenorganisaties trainingen kunnen worden gegeven aan Nederlandse vrijwilligersorganisaties over sociaalculturele onderwerpen. Thema’s voor trainingen voor migranten die worden genoemd zijn: kennis over Nederlandse samenleving en over doelgroepen, winst van vrijwilligerswerk, oriëntatie op vrijwilligerswerk, assertiviteit, wetgeving, sociale kaart, netwerken, communicatie. Belangrijk is dat er vraaggericht wordt gewerkt, dus gericht op de behoeften, leefwereld en wensen van de migrant en dat men niet automatisch uitgaat van de eigen assumpties.
„PROTECT” MIGRANTE N EN VRIJWIL LIGERSWERK |
24
LITERATUURLIJST
8. Literatuurlijst Bichbich, F. (2012). Studentenkenniskring: Kwalitatieve analyse: Werkcollege 19-03-2012. Bijl, R., Boelhouwer, J., Cloïn, M. & Pommer, E. (red.). (2011). De sociale staat van Nederland 2011. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau Bryman, A., 2008. Social Research Methods. New York: Oxford University Press. Butter, E. (2010). De zin en onzin van migrantenorganisaties. Verkregen via: www.republiekalochtonie.nl op 21-03-2012. CBS. (2012). Sociale monitor. CBS: Den Haag/Heerlen. Dekker, P. & Hart, J. de. (2009). Vrijwilligerswerk in meervoud. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Gemeente Amsterdam. (2012). Begroting 2012. Amsterdam: Joh. Enschedé. Handy, F. (1988). Understanding voluntary organizations, how to make them function effectively. London: Penguin Books. Handy, F., R.A. Cnaan, J.L. Brudney, U. Ascoli, L.C.P.M. Meijs en S. Ranade (2000). Public perception of “Who is a volunteer?”: An examination of the net-cost approach from a cross-cultural perspective. In: Voluntas: International Journal of Voluntary and Nonprofit Organizations, jg. 11, nr. 1, p. 45-65. Heelsum, A. van. (2004). Migrantenorganisaties in Nederland. Utrecht: FORUM, Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling. Meijs, L.C.P.M., F. Handy, R.A. Cnaan, J.L. Brudney, U. Ascoli, S. Ranade L. Hustinx, S. Weber en I. Weiss (2003). All in the Eyes of the Beholder? Perceptions of Volunteering Across Eight Countries. In: P. Dekker en L. Halman (red.), The value of volunteering: Cross-cultural perspectives (p. 19-34). New York: Kluwer/Plenum. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. (2011). Wat is vrijwilligerswerk. Verkregen via: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/vrijwilligerswerk/vraag-enantwoord/wat-is-vrijwilligerswerk.html op 13-02-2012 Movisie. (2011). Wat is een vrijwilligersorganisatie. Verkregen via: http://www.movisie.nl/smartsite.dws?ch=def&id=128154 op 13-02-2012 MVO (2010). Wat is stakeholderdialoog. Verkregen via: http://www.mvonederland.nl/thema/stakeholderdialoog op 13-02-2012 Overbeek, S., Bommel, P. van, Proper, E. & Rijsenbrij, D. (2006). Grondslagen en toepassingen voor intelligente kennisuitwisseling. Nijmegen: Radboud Universiteit Nijmegen. Rijksoverheid. (2010). Beleidskader landelijke deskundigheidsbevordering vrijwilligers 2011. Den Haag: Rijksoverheid. Rijksoverheid (2008). Niemand aan de kant: Strategisch visiedocument maatschappelijke participatie. Verkregen via: http://www.rijksoverheid.nl/bestanden/documenten-enpublicaties/verslagen/2008/04/01/strategisch-visiedocument-maatschappelijkeparticipatie-niemand-aan-de-kant/niemand-aan-de-kant.pdf Op 21-03-2012 Thesaurus Zorg & Welzijn. (2011). Definitie deskundigheidsbevordering. Verkregen via: http://www.thesauruszorgenwelzijn.nl/deskundigheidsbevordering.htm op 21-03-2012 Thesaurus Zorg en Welzijn (z.j.). Geraadpleegd op 28 september 2011 via: http://www.thesauruszorgenwelzijn.nl/kwalitatiefonderzoek.htm Vaart, I. van der. (2010). Motivaties voor vrijwilligerswerk: Wat maakt het verschil? Utrecht: Universiteit Utrecht Verhoeven, N. (2011). Wat is onderzoek? : Praktijkboek methoden en technieken voor het hoger onderwijs. Den haag: Boom Lemma Uitgevers. Vlasman, G.W. (2002). Aansprakelijkheid bij vrijwillige hulpverlening; de rechtspositie van deVrijwilliger. NJB. Vrijwillig Amsterdam. (2012). Verkregen via: www.amsterdam.nl/vrijwillig Op 28 maart 2012. Zee, F. van der. (2004). Kennisverwerving in de Empirische Wetenschappen: De methodologie van wetenschappelijk onderzoek. Groningen: BMOOO Zorg Beter Met Vrijwilligers. (2011). Handreiking allochtone vrijwilligers. Utrecht: Vilans.
25
| „PROTECT” MIG RANTEN EN VR IJWILLIGERSW ERK
BIJLAGE 1: VRAGENL IJSTEN
Bijlage 1: Vragenlijsten Wie: Omschrijving organisatie: Functie:
Thema’s: o
Ervaringen, positief en negatief
o
Wensen/ blokkades
o
Oplossingen
o
Werven
o
Netwerk
o
Migranten
o
Buurtacademie
Bereikt u migranten? Zo ja, welke groepen? Wat zijn uw ervaringen met deskundigheidsbevordering van vrijwillig werkende migranten? 1. Wat zijn uw ervaringen met kennisuitwisseling met migrantenorganisaties? 2. Wat zijn de positieve en negatieve ervaringen in het werken met vrijwillig werkende migranten? 3. Zijn er doelstellingen binnen uw organisatie met betrekking tot migranten? Zo ja, welke? 4. Welke functie zou interculturele uitwisseling met migrantenorganisaties voor uw organisatie kunnen hebben? (of: welke functie heeft het?) 5. Ondervindt u barrières als organisatie om meer migranten te bereiken en in te zetten voor vrijwilligerswerk? 6. Wat zijn succesfactoren in de ondersteuning van migranten die vrijwilligers werk verrichten? 7. Wat zijn de belemmeringen in de ondersteuning van migranten die vrijwilligerswerk verrichten? 8. Welke verwachtingen heeft de organisatie van de vrijwilligers? • Welke taken hebben vrijwilligers? • Zijn er eisen wat betreft het opleidingsniveau? • Welke leeftijdsgroep? 9. Wat zijn de ervaringen met het gebruik van methoden voor deskundigheidsbevordering en uitwisseling met migranten? Wat zijn enkele voorbeelden van goede praktijk? 10. Welke middelen zijn beschikbaar in de organisatie om meer migranten aan te trekken voor het vrijwilligerswerk? 11. Welke middelen zijn beschikbaar om migranten te begeleiden bij het vrijwilligerswerk?
„PROTECT” MIGRANTE N EN VRIJWIL LIGERSWERK |
26
BIJLAGE 1: VRAGENL IJSTEN
12. Welke mogelijkheden tot werving en/of uitwisseling met migrantenorganisaties ziet u om meer migranten te bereiken? 13. Wat vindt u van het concept 'Buurtacademie'? (hiervoor volgt uitleg hierover) 14. Heeft u zelf nog tips of ideeën om meer migranten en/of migrantenorganisaties te bereiken? 15. Heeft u nog tips of ideeën voor deskundigheidsbevordering en kennisuitwisseling met migranten(organisaties)? 2.
Migranten
Wie: Omschrijving functie: Omschrijving organisatie:
Thema’s:
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13.
27
o
Motieven om vrijwilligerswerk te doen
o
Ervaringen, positief en negatief
o
Blokkades, wensen
o
Oplossingen: vorm en organisatie vrijwilligerswerk
Wat is uw afkomst? Hoe bent u in aanraking gekomen met vrijwilligerswerk? Wat was uw motivatie om vrijwilligerswerk te doen? Welke organisatie heeft u hierbij geholpen? Wat zijn uw ervaringen met vrijwilligerswerk? Wat is positief/ negatief aan het vrijwilligerswerk dat u verricht? Wat zijn uw ervaringen met de vrijwilligersorganisaties waar u voor werkt (gewerkt heeft)? Is er rekening gehouden met uw culturele achtergrond bij de vrijwilligerswerk organisatie? Worden uw behoeften ten opzichte van het vrijwilligerswerk worden meegenomen? Heeft u behoefte aan deskundigheidsbevordering/ begeleiding? Zo ja, welke? Wat zou u motiveren om door te gaan met vrijwilligerswerk? Wat denkt u dat andere migranten er van weerhoudt om vrijwilligerswerk te verrichten? Wat zijn u verwachtingen en wensen betreft vrijwilligerswerk in de toekomst? Wat vind u van het concept van de “Buurtacademie”? Denkt u dat dit van waarde kan zijn?
| „PROTECT” MIG RANTEN EN VR IJWILLIGERSW ERK
BIJLAGE 1: VRAGENL IJSTEN
3.
Migranten organisaties
Wie: Omschrijving organisatie: Functie:
Thema’s:
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.
o
Ervaringen, positief en negatief
o
Wensen/ blokkades
o
Oplossingen
o
Werven
o
Netwerk
o
Migranten
o
Buurtacademie
Zijn er doelstellingen binnen uw organisatie betreft vrijwilligerswerk? Zo ja, welke? Welke migrantengroepen bereikt u? Wat zijn succesfactoren in de ondersteuning van migranten die vrijwilligers werk verrichten? Wat zijn de belemmeringen in de ondersteuning van migranten die vrijwilligerswerk verrichten? Wat zijn uw ervaringen met deskundigheidsbevordering van vrijwilligwerkende migranten? Wat zijn uw ervaringen met kennisuitwisseling met vrijwilligersorganisaties? Wat zijn de positieve en negatieve ervaringen in het werken met vrijwillig werkende migranten? Welke verwachtingen heeft de organisatie van de vrijwilligers? • Welke taken hebben vrijwilligers? • Zijn er eisen wat betreft het opleidingsniveau? • Welke leeftijdsgroep? Ondervind u barrieres als organisatie om meer migranten te bereiken en in te zetten voor vrijwilligerswerk? Welke middelen zijn beschikbaar in de organisatie om meer migranten aan te trekken voor het vrijwilligerswerk en deze hierbij te begeleiden? Hoe belangrijk is het voor uw organisatie om zich open te stellen voor uitwisseling met vrijwilligersorganisaties? Heeft u als organisatie hier de benodigde kennis en ervaring voor? Wat hebben migranten nodig betreft deskundigheidsbevordering en begeleiding bij vrijwilligerswerk? Heeft u hier ervaring mee? Zo ja, welke? Welke mogelijkheden tot samenwerking en/ of uitwisseling met vrijwilligersorganisaties om migranten in te zetten voor vrijwilligerswerk? Wat vind u van het concept “Buurtacademie”? Heeft u advies voor vrijwilligersorganisaties om meer migranten te bereiken en in te zetten voor deskundigheid en uitwisseling voor vrijwilligerswerk?
„PROTECT” MIGRANTE N EN VRIJWIL LIGERSWERK |
28
BIJLAGE 1: VRAGENL IJSTEN
4.
Stakeholders
Wie Omschrijving organisatie: Functie:
Thema’s:
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
29
o
Ervaringen
o
Deskundigheidsbevordering en uitwisseling
o
Nieuwe werkvelden voor migranten ontsluiten
o
Succesfactoren in werving
o
Overdragen van goede voorbeelden
Wat voor werkervaring heeft u met migranten? Wat zijn uw ervaringen met het inzetten van migranten voor vrijwilligerswerk? Wat zijn belemmeringen/ wat zijn succesfactoren? Wat is uw ervaring met deskundigheidsbevordering en kennisuitwisseling met migrantenorganisaties? Met welke benaderingen en technieken in deskundigheidsbevordering en begeleiding van migranten in het vrijwilligerswerk, heeft u ervaring? En welke zijn volgens u effectief? Hoe kan men vrijwilligerswerk onder migranten en migrantenorganisaties introduceren? Welke mogelijkheden zijn er om nieuwe werkvelden in vrijwilligerswerk voor migranten open te stellen? Wat zijn de belangrijkste succesfactoren in de werving van migranten voor vrijwilligerswerk? Wat zijn de voorwaarden en mogelijkheden van kennisoverdracht en deskundigheidsbevordering van migranten? Hoe belangrijk vind u het dat vrijwilligersorganisaties zich open stellen voor een interculturele uitwisseling met migrantenorganisaties? Wat zijn de ervaringen met het gebruik van nieuwe methoden in deskundigheidsbevordering en uitwisseling met migranten? Wat zijn enkele voorbeelden van goede praktijk? Welke mogelijkheden tot samenwerking en/ of uitwisseling met migrantenorganisaties ziet u om meer migranten te bereiken? Wat vind u van het concept “Buurtacademie”? Heeft u zelf andere ideeen om meer migranten te bereiken en in te zetten voor deskundigheid en uitwisseling voor vrijwilligerswerk?
| „PROTECT” MIG RANTEN EN VR IJWILLIGERSW ERK
BIJLAGE 2: TABEL
CBS
Bijlage 2: Tabel CBS Onderwerpen
Onbetaalde arbeid Georganiseerd vrijwilligerswerk
Informele hulp
Geslacht
Perioden
% v.d. bevolking van 18 jaar en ouder
Totaal personen/huishoudens
1990
.
.
1991
.
.
1992
.
.
1993
.
.
1994
.
.
1995
.
.
1996
.
.
1997
46
31
1998
44
31
1999
45
32
2000
45
35
2001
43
33
2002
42
35
2003
42
34
2004
43
35
2005
.
.
2006
.
.
2007
44
28
2008
42
30
2009
.
.
2010
.
.
2011
.
.
(CBS, 2012)
„PROTECT” MIGRANTE N EN VRIJWIL LIGERSWERK |
30
BIJLAGE 3: TABEL
SOCIAAL CULT UREEL PLANBU REAU
Bijlage 3: Tabel Sociaal Cultureel Planbureau
(Houwelingen, P. van, Hart, J. de & Dekker, P., 2011, p.185-200)
31
| „PROTECT” MIG RANTEN EN VR IJWILLIGERSW ERK
BIJLAGE 4: BESCHRI JVING VAN DE RESULTATEN (UITGEBREIDE VERS IE)
Bijlage 4: Beschrijving van de resultaten (uitgebreide versie) Dit is de uitgebreide versie van de resultaten, ingedeeld per deelvraag en per belangengroep. 5.1 Deskundigheidsbevordering en kennisuitwisseling In deze paragraaf zullen de belangrijkste resultaten worden beschreven die betrekking hebben op de deelvraag: 'Wat zijn de huidige situatie en behoeften qua deskundigheidsbevordering van en kennisuitwisseling met migranten(organisaties) in Amsterdam?' 5.1.1 Stakeholders De meningen van de stakeholders of experts betreffende deskundigheidsbevordering en kennisuitwisseling lopen niet ver uiteen. Zij zijn het erover eens dat een wijkgerichte aanpak, zoals in de opzet van de Buurtacademie, een goede manier is om in contact te komen met lokale migranten(organisaties). Twee geïnterviewden merken hierbij wel op, dat het van belang is dat er geen kortdurende projecten worden opgezet, zoals vaak gebeurt, maar dat men een langlopend project opzet en veel geduld heeft. Voor uitwisseling is een lange adem nodig, aldus een geïnterviewde. Op dit moment wordt er nog niet voldoende wijkgericht gewerkt of de projecten zijn te kortdurend. Een zijdelingse opmerking van één van de geïnterviewden is, dat het idee van de Buurtacademie op zich goed is, maar dat stadsdeel Zuid daarvoor een slechte locatie is, vanwege het relatief lage percentage migranten. De meeste stakeholders geven aan dat zij het belangrijk vinden dat er kennisuitwisseling tussen migrantenorganisaties en vrijwilligersorganisaties plaatsvindt, wel wordt opgemerkt dat het een ideaal is en dat zij er niet zeker van zijn dat het in de recente toekomst tot uitwerking zal komen. Een van de geïnterviewden vertelt dat dit proces in ieder geval moet verlopen van coöperatie tot cocreatie: Eerst geruime tijd besteden aan het leggen van contacten en het opstarten van samenwerking, veel later zal er pas ruimte zijn voor uitwisseling en het gezamenlijk opzetten van bijvoorbeeld trainingen. Een andere geïnterviewde geeft aan dat vrijwilligersorganisaties teveel aanbodgericht werken. Zij zouden eerst meer vraaggericht en in termen van uitwisseling moeten denken. Over de inhoud van de trainingen wordt verschillend gedacht. Als thema's voor kennisuitwisseling wordt gedacht aan sociaal-culturele kennis vanuit de migrantenorganisaties, tegenover kennis over Nederland en over bepaalde doelgroepen binnen vrijwilligerswerk vanuit vrijwilligersorganisaties. Drie geïnterviewden geven aan dat trainingen/deskundigheidsbevordering aangepast zou moeten worden aan de (migranten)doelgroep. Twee geven er aan dat de trainingen inhoudelijk niet zozeer aangepast zouden hoeven worden, slechts qua vorm: taal en casuïstiek die de doelgroep aanspreekt. Slechts één geïnterviewde geeft aan dat de trainingen in het geheel niet aangepast hoeven te worden aan de doelgroep en dat de trainingsgroepen beter gemengd kunnen zijn. Mogelijke thema's voor de trainingen die worden genoemd zijn: De winst van vrijwilligerswerk laten zien (Wat heb je eraan?), Nederlandse cultuur, welke obstakels kun je tegenkomen binnen Nederlandse vrijwilligersorganisaties. 5.1.2 Vrijwilligersorganisaties Deskundigen vanuit de vrijwilligersorganisaties blijken wel degelijk bezig te zijn met diversiteit en migranten. Drie van de vier geïnterviewden geeft aan interculturele uitwisseling zeer belangrijk te vinden en dat men van elkaar kan leren. Migrantenorganisaties en vrijwilligersorganisaties zouden volgens een geïnterviewde veel meer moeten kijken naar wat zij elkaar te bieden hebben dan nu wordt gedaan. Kennisuitwisseling werkt goed om elkaar te versterken, geeft een andere geïnterviewde aan.
„PROTECT” MIGRANTE N EN VRIJWIL LIGERSWERK |
32
BIJLAGE 4: BESCHRI JVING VAN DE RESULTATEN (UITGEBREIDE VERS IE)
Een andere geïnterviewde geeft aan dat diversiteit goed is voor de beeldvorming en het imago van organisaties. Mensen willen zich herkennen in de informatie en het beeld dat een organisatie uitstraalt. De geïnterviewden zijn eensgezind over de inhoud van de deskundigheidsbevordering: Deze zou qua taal en thema's moeten worden aangepast op de doelgroep. Er wordt gesproken over bijeenkomsten in simpele taal of de eigen taal en met dichtbijstaand thema's. Twee geïnterviewden denken aan een algemene training over vrijwilligerswerk, een oriëntatietraining. Een ander thema dat vaker wordt genoemd is assertiviteit. Dit is volgens enkele geïnterviewden een moeilijk punt voor veel migranten. Ook wordt opgemerkt dat het van belang is om bij de migranten(organisaties) zelf te rade te gaan en zo hun behoeften te inventariseren en daar de trainingen op aan te passen. Twee geïnterviewden vertellen dat zij ervaren hebben dat de trainer goed moet kunnen afstemmen of iedereen het begrijpt, omdat er al snel verwarring ontstaat in contact tussen mensen met verschillende talen/culturen. Kortom, de taal, uitstraling en het aanbod qua deskundigheidsbevordering zou meer afgestemd moeten worden op de doelgroep dan nu het geval is. 5.1.3 Migrantenorganisaties Binnen migrantenorganisaties wordt iets terughoudender gedacht over samenwerking met vrijwilligersorganisaties. Twee geïnterviewden geven aan dat uitwisseling tussen migrantenorganisaties en vrijwilligersorganisaties van belang is. Tevens wordt aangegeven dat uitwisseling tussen migrantenorganisaties onderling ook al goed kan werken, maar dat dit nog te weinig gebeurt. Enkele geïnterviewden geven aan dat het juist vruchtbaar kan zijn om multiculturele bijeenkomsten of trainingen te organiseren, dus met mensen met meerdere afkomsten bij elkaar. Dit creëert verbondenheid en men herkent zich vaak in elkaar, als migrant maakt iedereen soortgelijke zaken mee. Slechts één geïnterviewde karakteriseert interculturele uitwisseling als een onbereikbaar ideaal. Men vindt veelal dat de trainingen moeten worden afgestemd op de doelgroep. Men is het erover eens dat dit het beste kan worden gedaan in samenwerking met de doelgroep zelf. Belangrijke thema's die worden genoemd voor deskundigheidsbevordering voor migranten(organisaties) zijn: Assertiviteit, wetgeving, sociale kaart, zelfstandig werken, onafhankelijkheid, netwerken. 5.1.4 Migranten De migranten zelf staan over het algemeen open voor kennisuitwisseling, wanneer dit van twee kanten komt. Vooral onderlinge acceptatie en het leren kennen van elkaars gewoonten en cultuur om respect te bevorderen worden als belangrijke beweegredenen hiervoor genoemd. Over deskundigheidsbevordering wordt uiteenlopend gedacht. Twee geïnterviewden geven aan dat het ervoor zorgt dat men zich ontwikkelt in het (vrijwilligers)werk. Het is noodzakelijk, omdat men verstand moet hebbe van het werk dat men verricht. één geïnterviewde geeft tevens aan dat alleen een basistraining niet voldoende is, men moet ook een training volgen gericht op het te verrichten werk, geeft ook een andere migrant aan. Een andere geïnterviewde geeft aan dat dit tevens een opstap kan zijn naar betaald werk. Andere thema's voor trainingen die worden genoemd zijn EHBO en communicatie. Uitgelicht moet worden wat de immateriële waarde van het werk is, dus waarom men het zou moeten doen, ook al is het geen betaald werk. Een migrant geeft aan dat de trainingen juist in het Nederlands zouden moeten zijn, zodat men de taal leert. Drie andere geïnterviewden geven aan het prettig te vinden als de taal en inhoud wel worden aangepast aan de doelgroep naar aanleiding van hun behoeften en cultuur. Eensgezind zijn de geïnterviewden over het feit dat zij het prettig vinden wanneer de trainingen in de eigen buurt worden georganiseerd en wanneer zij worden betrokken bij de organisatie en inhoud van de training. Een andere geïnterviewde beaamt dit en zegt dat
33
| „PROTECT” MIG RANTEN EN VR IJWILLIGERSW ERK
BIJLAGE 4: BESCHRI JVING VAN DE RESULTATEN (UITGEBREIDE VERS IE)
migrantenvrijwilligers het zelf best aan kunnen geven wanneer zij behoefte hebben aan een training. 5.2 Werving en bereik van vrijwillige migranten In deze paragraaf zullen de belangrijkste resultaten worden beschreven die betrekking hebben op de deelvraag: 'Wat zijn de huidige situatie en behoeften en wat zijn belangrijke speerpunten m.b.t. bereik en werving van migranten voor vrijwilligerswerk in Amsterdam?' 5.2.1 Stakeholders De meningen van stakeholders betreffende vrijwilligersbeleid en bereik en werving van migranten lopen enigszins uiteen. Men is het erover eens dat een wijkgerichte aanpak met korte lijnen van belang is, waarbij men directe contacten legt met migranten(organisaties) in de wijk. Een stakeholder geeft aan dat het openstellen van vrijwilligersorganisaties voor migranten belangrijk is, een motor voor integratie en het zorgt voor sociaal contact. Een andere stakeholder geeft echter aan dat er in de praktijk geen 'nieuwe' migranten te vinden zijn binnen vrijwilligersorganisaties. Degenen die er zijn, zijn volgens hem al zeer geïntegreerd. Tweemaal wordt aangegeven dat de meeste vrijwilligersorganisaties eigenlijk geen migrantenbeleid hebben. Zolang het werk maar gedaan wordt, door migranten of niet, denken de vrijwilligersorganisaties volgens een stakeholder. Ook de vrijwilligers binnen deze organisaties zijn vooral met hun eigen werk bezig. Ook geven geïnterviewden aan dat de meeste vrijwilligersorganisaties vrij bureaucratisch en gesloten van aard zijn. Er is volgens een geïnterviewde geen sprake van discriminatie binnen vrijwilligersorganisaties, slechts van desinteresse. Betreft het vrijwilligersbeleid binnen instellingen, zijn de meningen verdeeld. Enkele geïnterviewden zijn van mening dat er wel degelijk migrantenbeleid zou moeten zijn. Anderen geven aan de migranten niet als aparte doelgroep moeten worden aangesproken in vrijwilligersbeleid. Cultureel doelgroepbeleid is een middel om te participeren in de samenleving maar het is geen doel op zich, aldus een geïnterviewde. De stakeholders hebben vele adviezen betreffende bereik en werving van vrijwilligers. Een aantal maal wordt het in dienst nemen van allochtone werknemers genoemd, zodat de organisatie een afspiegeling van de samenleving. Dit zou de drempel voor migranten om binnen te komen verkleinen. Een geïnterviewde noemt het verplicht stellen van een bepaald percentage migranten binnen organisaties als middel, maar anderen vinden dit nutteloos of niet effectief. Een andere geïnterviewde merkt op de vrijwilligersorganisaties meer naar media en ontmoetingsplekken voor migranten zouden moeten gaan. Het gebruikmaken van sleutelfiguren/rolmoddelen/ambassadeurs binnen de migrantengroep is van vitaal belang om migranten te bereiken en/of te werven voor vrijwilligerswerk. In het contact met migranten wordt door alle geïnterviewden genoemd dat het van belang is dat er persoonlijk en vertrouwelijk contact is, dus geen post of e-mail. Een geïnterviewde stelt voor om maatjes aan te stellen voor de begeleiding van migrantenvrijwilligers in hun beginperiode binnen vrijwilligersorganisaties. Als belemmeringen voor het bereik en de werving van migranten worden genoemd: het werk is onbetaald, vaak onder het niveau van de migrant, beperkte taalbeheersing en het gebrek aan budget ervoor binnen vrijwilligersorganisaties. Het is tevens van belang voor migranten dat het werk flexibel en niet-claimend is, volgens enkele geïnterviewden. Dit is en cultuurverschil, aangezien het werk bij veel vrijwilligersorganisaties op vaste tijden wordt gedaan en er zelfs een contract wordt afgesloten. Men is het erover eens dat het van belang is om migranten te betrekken en te bereiken, maar dat dit nog steeds een probleem is. Een geïnterviewde stelt dat vrijwilligersorganisaties en migrantenorganisaties in Amsterdam totaal gescheiden werelden zijn.
„PROTECT” MIGRANTE N EN VRIJWIL LIGERSWERK |
34
BIJLAGE 4: BESCHRI JVING VAN DE RESULTATEN (UITGEBREIDE VERS IE)
5.2.2 Vrijwilligersorganisaties De geïnterviewden binnen deze categorie zijn redelijk eensgezind. Als werkzame factoren voor het bereik en de werving van vrijwillige migranten noemen zij: Korte lijnen en persoonlijk contact, niet afstandelijk en individualistisch. Migranten hebben graag een veilige haven, waar ze waardering krijgen. Het contact moet vertrouwelijk zijn, informeel en flexibel. Benadrukt moet worden dat vrijwilligerswerk een motor kan zijn voor integratie en taalontwikkeling. Slechts één geïnterviewde noemt advertenties en folders als middel voor het werven van migrantenvrijwilligers. Ook binnen deze groep wordt meerdere keren genoemd dat het inzetten van sleutelfiguren goed werkt. Verder wordt aangeraden om naar ontmoetingsplekken van migranten te gaan en zo buurtnetwerken op te zetten, zodat lokale organisaties verbindingen kunnen maken. In dit contact is het van belang om op zoek gaan naar gemeenschappelijke noemer, stelt een geïnterviewde, verschillen worden hierdoor kleiner, men begrijpt een ander. Verder is het van belang om een open houding te hebben, zodat men elkaar makkelijk kan aanspreken en samen een juiste aanpak kan bepalen. Een geïnterviewde merkt op dat men zeker niet vanuit politieke correctheid meer migranten in moet willen zetten. Als belemmeringen worden genoemd: Taalbeheersing, cultuurverschillen, focus op de problematische kant van migranten in plaats van hun krachten. Deze aspecten vergroten de kloof en zijn een belemmering bij het leggen van verbindingen, aldus geïnterviewden. 5.2.3 Migrantenorganisaties De geïnterviewden vanuit migrantenorganisaties vinden het van het grootste belang dat er geluisterd wordt naar de behoeften van migranten. Hiervoor moeten vrijwilligersorganisaties streven naar een goede bereikbaarheid en een informele, actieve benadering, aldus een geïnterviewde. Dit contact komt volgens een andere geïnterviewde makkelijker tot stand met iemand die zelf ook allochtoon is en bij een lokale, buurtgerichte aanpak. Advies dat wordt gegeven door bijna alle geïnterviewden, is dat migrantenvrijwilligers over het algemeen de voorkeur geven aan een persoonlijke, vertrouwde en onafstandelijke relatie met contactpersonen en vrijwilligersorganisaties. Hiervoor zijn een open houding, een luisterend oor en geduld van belang, aldus een geïnterviewde. Bereik en werving van migranten voor vrijwilligerswerk, werkt het beste door middel van het inzetten van sleutelfiguren vanuit de migrantengroepen, hier zijn de geïnterviewden het over eens. Het karakter van het werk moet meer flexibel zijn en minder gepland. Geïnterviewden denken dat vrijwilligerswerk van belang kan zijn voor integratie en het kan mensen uit hun isolement halen. Een belangrijke belemmering is echter dat de cultuur binnen vrijwilligersorganisaties gesloten is en te Nederlands. De drempel voor migranten is gewoonweg te groot, aldus een geïnterviewde. De organisaties zijn vergrijsd en de sfeer veroudert. 5.2.4 Migranten De migranten zelf blijken vooral eensgezind over het feit dat zij vooral behoefte hebben aan waardering. Deze waardering ontbreekt volgens hen nogal eens binnen Nederlandse organisaties. Verder vinden zij het belangrijk dat er binnen Nederlandse vrijwilligersorganisaties rekening wordt gehouden met hun taal en cultuur. Een migrant geeft aan dat de drempel voor migranten om naar een Nederlandse vrijwilligersorganisatie te stappen hoog ligt. Het verschil met migrantenorganisaties is groot. Een migrant geeft aan dat migranten die al vrijwilligerswerk doen, gebruikt kunnen worden om andere migranten aan te zetten tot het doen van vrijwilligerswerk. Een andere migrant geeft bijvoorbeeld aan op advies van een goede vriendin in aanraking te zijn gekomen met vrijwilligerswerk. Verder vinden geïnterviewden het belangrijk dat er meer allochtone medewerkers aanwezig zijn binnen Nederlandse vrijwilligersorganisaties.
35
| „PROTECT” MIG RANTEN EN VR IJWILLIGERSW ERK
BIJLAGE 4: BESCHRI JVING VAN DE RESULTATEN (UITGEBREIDE VERS IE)
Om migranten te bereiken raadt een geïnterviewde huisbezoeken en motiveringsgesprekken aan. Verder kan het helpen om sleutelfiguren uit de gemeenschap in te zetten, dit geven de meeste geïnterviewden aan. Een andere migrant heeft via een folder/advertentie vrijwilligerswerk gevonden. Twee andere migranten geven aan vanuit hun eigen intrinsieke motivatie in contact te zijn gekomen met vrijwilligerswerk. Vrijwilligers komen dan ook vrijwillig naar een organisatie als ze gemotiveerd zijn, zegt één van hen. Vrijwilligerswerk dient voor twee van de geïnterviewden als dagbesteding. 'Dan zit ik niet thuis'. In het contact met migranten zijn oprechte sympathie, persoonlijk contact en vertrouwen noodzakelijk, aldus alle geïnterviewden. Verder geven twee geïnterviewden aan dat zij het fijn vinden wanneer de werktijden en werksoorten zelf bepaald kunnen worden binnen vrijwilligersorganisaties. 'Werk dat je leuk vindt is leuker om te verrichten'. Het is moeilijk om werk te vinden naar behoefte, geeft een migrant aan. De generatie migrantenkinderen moet gemotiveerd worden om vrijwilligerswerk te doen, vind een van de geïnterviewden. Een andere migrant zegt dat juist oudere migranten moeilijk te bereiken en te motiveren zijn voor vrijwilligerswerk. Een migrant geeft aan dat de taalbarrière migranten er niet van moet weerhouden om vrijwilligerswerk te verrichten. 5.3 Beeldvorming van migranten rondom vrijwilligerswerk In deze paragraaf zullen de belangrijkste resultaten worden beschreven die betrekking hebben op de deelvraag: ‘Wat is de beeldvorming van migranten wat betreft vrijwilligerswerk?’. 5.3.1 Stakeholders De meningen van de stakeholders betreft het onderwerp beeldvorming van migranten op vrijwilligerswerk, lopen weinig uiteen. De stakeholders delen de mening dat vrijwilligersorganisaties een onzichtbare drempel hebben voor migranten en dat het woord “vrijwilligerswerk” de migranten niet aanspreekt. Onderling helpen is vaak vanzelfsprekend en wordt niet gekoppeld aan het woord “vrijwilligerswerk”. De stakeholders geven aan dat de migranten geen onderscheidt kennen tussen het woord “mantelzorgers” en “vrijwilligerswerk”. Deze twee begrippen worden volgens de stakeholders onbewust vervult door migranten. Daarnaast wordt er vrijwilligerswerk verricht door migranten in migrantenorganisaties, maar ook dit wordt niet met het woord “vrijwilligerswerk” benoemd. Een aantal van de stakeholders geeft aan dat vrijwilligerswerk in het algemeen een suf imago heeft, conservatief is, oubollig over kan komen en dat vrijwilligersorganisaties weinig open minded en een gesloten karakter hebben. Daarnaast geeft een stakeholder aan dat vrijwilligersorganisaties een afspiegeling horen te zijn van de bevolkingssamenstelling. Dit betekent dat er meer “kleur”, migranten of allochtonen, moet komen in vrijwilligersorganisaties. Deze ontwikkeling kan ervoor zorgen dat migranten sneller naar een vrijwilligersorganisatie toe kunnen stappen. Als laatst geeft een stakeholder aan dat vrijwilligerswerk een middel kan zijn tot “empowerment”. Hiermee wordt bedoelt dat de migrant mee doet in de samenleving, sneller zou kunnen integreren en zichzelf kan ontwikkelen. 5.3.2 Vrijwilligersorganisaties De meningen van de geïnterviewden van vrijwilligersorganisaties betreft de onwetendheid van het woord ‘vrijwilligerswerk’ zijn enigszins samenhangend. De geïnterviewden geven aan dat het woord en de inhoud van het woord ‘vrijwilligerswerk’ onduidelijk is en dat het woord ander geïnterpreteerd wordt door migrantenvrijwilligers. De geïnterviewden merken dat er verwarring en afstand tot het woord bestaat. Een geïnterviewde geeft tevens aan dat dit vooral onder Turkse en Marokkaanse migranten bestaat. Deze verwarring wordt versterkt door de uitspraak van een geïnterviewde dat migranten denken dat vrijwilligers geld krijgen voor het werk dat door hen wordt verricht. Naast het woord ‘vrijwilligerswerk’ en de inhoud hiervan, geven de geïnterviewde van vrijwilligersorganisaties aan dat er een grote motivatie en vanzelfsprekendheid bestaat bij migranten om mensen, naasten te helpen.
„PROTECT” MIGRANTE N EN VRIJWIL LIGERSWERK |
36
BIJLAGE 4: BESCHRI JVING VAN DE RESULTATEN (UITGEBREIDE VERS IE)
Een aantal geïnterviewden geven aan dat migranten eerder vrijwilligerswerk binnen een migrantenorganisatie verrichten, omdat deze veilig en bekend is. Migranten gaan liever naar een vertrouwde plek in de eigen omgeving, waarbij er geen taalbarrière speelt, omdat de eigen taal wordt gesproken. Tevens zorgt een migrantenvrijwilliger voor de empowerment voor de eigen groep en positie in de samenleving. Daarnaast moet er volgens een geïnterviewde aandacht worden besteed aan het gevoel van wantrouwen naar de Nederlanders toe. De geïnterviewden zijn van mening dat gedwongen of verplicht vrijwilligerswerk, in verband met uitkering en de sociale dienst, ervoor zorgt dat vrijwilligerswerk een negatief imago krijgt. Hierdoor schiet vrijwilligerswerk zijn doel voorbij, want het werk moet immers vrijwillig worden verricht. 5.3.3 Migrantenorganisaties De geïnterviewden van de migrantenorganisaties hebben in zeker mate dezelfde mening over de beeldvorming van vrijwilligerswerk. De geïnterviewden werken immers met de migranten binnen de organisatie en kunnen een goede weergave geven betreft de beeldvorming. Een aantal geïnterviewden geven aan dat de termen ‘vrijwilligerswerk’ en ‘mantelzorg’, onbekend of raar zijn voor migranten. Er is veel onwetendheid over vrijwilligerswerk bij migranten, verteld een geïnterviewde. Ook gratis werk verrichten voor organisaties zorgt voor verwarring en onbegrip. De geïnterviewden geven aan dat mensen helpen vanzelfsprekend is voor migranten en hierbij de term vrijwilligerswerk niet ter sprake komt. Wel geeft een geïnterviewde aan dat verplicht vrijwilligerswerk bij een uitkering, een averechts effect heeft op de beeldvorming rondom vrijwilligerswerk. Geïnterviewden zijn van mening dat diversiteit in de Nederlandse samenleving vaak slechts geproblematiseerd wordt, zonder de positieve kanten ervan te zien. Daarbij wordt aangegeven dat een interculturele samenwerking tegenwicht kan bieden voor de negatieve beeldvorming rond migranten. Enerzijds geven de geïnterviewden aan dat migrantenvrijwilligers zich niet gewaardeerd voelen in Nederlandse vrijwilligersorganisaties en migranten wantrouwend zijn door discriminatie en vooroordelen, anderzijds geeft een geïnterviewde aan dat volgens hem migranten vrijwilligerswerk niet zo serieus nemen. 5.3.4 Migranten De geïnterviewde migranten hebben enigszins overeenkomende meningen betreft de beeldvorming van vrijwilligerswerk. De geïnterviewden zijn immers zelf migrant. In de geïnterviewden groepen kwam naar voren dat migranten vrijwilligerswerk als vanzelfsprekend zien, maar het niet zo benoemen. De geïnterviewden migranten geven zelf ook aan dat zij vrijwilligerswerk, in de zin van naasten helpen, vaak vanzelfsprekend vinden. Ook wordt er aangegeven dat vrijwilligerswerk weinig ter sprake komt binnen de migrantengroepen. Tevens geven ze aan dat er binnen hun eigen migrantenkring, weinig vrijwilligerswerk wordt verricht voor organisaties. Zo geeft een migrant aan geen migrant in de nabije omgeving te kennen die vrijwilligerswerk verricht. Een andere migrant geeft aan in eigen land ook vrijwilligerswerk te hebben gedaan op eigen initiatief, dus niet binnen een organisatie. De geïnterviewden geven aan dat naast het verrichten van vrijwilligerswerk, andere verplichtingen zijn die ze moeten verrichten. Tijd en geld spelen een grote rol om niet als vrijwilliger te werken, het is daarom niet vanzelfsprekend om vrijwilligerswerk te verrichten. Onder de geïnterviewde migranten werkt een groot deel als vrijwilliger, zij geven aan dat vrijwilligerswerk vrijheid en flexibiliteit moet bieden en dat vrijwilligerswerk is een bezigheid is waarbij men zelf kan bepalen hoeveel tijd en energie men erin wil stoppen. Geïnterviewde geeft aan dat vrijwilligerswerk kan dienen als dagbesteding. Een andere migrant geeft aan dat thuis zitten na afgekeurd te zijn door de sociale dienst voor hem geen optie was en vrijwilligerswerk voor hem een uitkomst was. Daarnaast geven een aantal
37
| „PROTECT” MIG RANTEN EN VR IJWILLIGERSW ERK
BIJLAGE 4: BESCHRI JVING VAN DE RESULTATEN (UITGEBREIDE VERS IE)
geïnterviewden aan dat door migranten die gedwongen vrijwilligerswerk doen, andere migranten niet serieus worden genomen door vrijwilligersorganisaties. Migrant geeft aan dat vrijwilligerswerk wel belangrijk is in de samenleving. Het moet wel uit je hart komen, wordt aangegeven. Gedwongen vrijwilligerswerk is volgens een andere migranten dan ook geen echt vrijwilligerswerk. De geïnterviewden geven aan meer vertrouwen te hebben in elkaar en elkaar liever helpen. Men wil plezier hebben en zich gewaardeerd voelen in het werk dat men doet. Men voelt zich vaak niet gewaardeerd binnen Nederlandse vrijwilligersorganisaties. Migranten hebben weinig vertrouwen in Nederlanders en Nederlandse organisaties, aldus een migrant. Daarom is de keuze om bij migrantenorganisaties vrijwilligerswerk te verrichten makkelijker en veiliger. Een taalbarrière speelt niet in een migrantenorganisatie, omdat de eigen taal wordt gesproken en men bekent is met de eigen cultuur. Aangegeven wordt dat informatiebijeenkomsten zouden kunnen helpen om migranten bewust te maken van vrijwilligerswerk en de inhoud hiervan. 5.5 Overigen In deze paragraaf zullen meningen van de verschillende geïnterviewde groepen benoemd worden, die niet gecategoriseerd konden worden in de voorgaande categorieën. Desalniettemin zijn deze meningen ook van belang in het onderzoek. 5.5.1 Stakeholders Een van de stakeholders geeft aan dat migrantenorganisaties een aantal behoeften hebben die door omstanders niet worden gezien. Hierbij geeft geïnterviewde aan dat het gaat om een goede administratie, werving en publiciteit en budget om bepaalde activiteiten te organiseren. 5.5.2 Vrijwilligersorganisaties Een geïnterviewde geeft aan opgemerkt te hebben dat Nederlandse vrijwilligers vaak wat meer afstand houden en migrantenvrijwilligers bijna mantelzorgers zijn als het gaat om het vrijwillig werken met mensen. Ook geeft een geïnterviewde aan dat er knelpunten binnen migrantenorganisaties zijn betreft aansturing en financiering. Tevens geeft geïnterviewde aan dat er weinig structuur bestaat binnen migrantenorganisaties, waardoor het lastig is om contact te blijven houden. Het is daarom handig om één aanspreekpunt te behouden voor contact, aldus geinterviewde. Daarnaast wordt er aangegeven dat er een gebrek bestaat aan lange termijn projecten in Nederland. 5.5.3 Migrantenorganisaties Een aantal geïnterviewden geven aan dat vrijwilligers binnen migrantenorganisaties zich niet gewaardeerd voelen door de Nederlandse samenleving. Hun kracht wordt vaak niet gezien, geeft een andere migrantenorganisatie aan. Daarentegen hebben migrantenorganisaties vaak een veilige omgeving en helpen migrantenorganisaties mensen uit hun isolement komen. Wel wordt er aangegeven dat er weinig beleid en cursussen voor vrijwilligers in migrantenorganisaties zijn. Dit betekent dat de deskundigheidsbevordering gestagneerd wordt. Tevens geeft een geïnterviewde aan dat migrantenorganisaties nog onvoldoende de weg in de Nederlandse samenleving kennen. Hierbij vormen taal en cultuur een barrière. Desalniettemin moet de kracht van de migranten in acht worden genomen, zij hebben de moed gehad om hier te komen en een heel nieuw leven te beginnen in een vreemd land, aldus geïnterviewde. 5.5.4 Migranten Bijna alle migranten geven aan moeite te hebben gehad met het wennen aan Nederland. De eigen groep opzoeken en elkaar onderling te helpen om te overleven, heeft geholpen om in Nederland te blijven. Ze hebben behoefte om contact te hebben met landgenoten, de eigen taal te spreken en wat voor elkaar te betekenen. Volgens een geïnterviewde zijn migranten bang om hun mening te geven.
„PROTECT” MIGRANTE N EN VRIJWIL LIGERSWERK |
38
BIJLAGE 4: BESCHRI JVING VAN DE RESULTATEN (UITGEBREIDE VERS IE)
Een migrant geeft aan dat zij graag iets wilde betekenen voor de samenleving en de ontwikkeling van de migrantengroep in de samenleving en daarom vrijwilligerswerk ging doen. Volgens een geïnterviewde speelt een goede ontvangst door de organisatie van groot belang voor de migrant om zich welkom, gewaardeerd te voelen.
39
| „PROTECT” MIG RANTEN EN VR IJWILLIGERSW ERK
SUMMARY (ENGLISH)
Summary (english) Needs Analysis NL (Summary) Migrants and voluntary work 1. Description of the results In this chapter the results will be described arising from the data. As part of the question, the results will be described for each group interviewed. This makes the analysis more reliable and more, because there are comparisons between the interests can be made. This is an abridged version of the analysis, the entire analysis can be found in Annex 4. 1.1 Expertise and knowledge In this section the main results are described which relate to the sub-question: "What are the current situation and needs in terms of expertise and knowledge with migrants (organizations) in Amsterdam?" 1.1.1 Stakeholder Stakeholders and experts agree that a community-based approach, as in the design of the Neighborhood Academy, a good way to get in touch with local migrants (organizations). Two interviewees observe that it is important that there is no short-term projects are opgezet.Een incidental remark by one of the interviewees is that the idea of the Neighborhood Academy in itself is good, but a bad location for this southern district, because of the relatively low percentage of migrants. Most stakeholders indicate that they find it important that knowledge between migrant organizations and voluntary organizations place. Another interviewee indicated that voluntary excess supply oriented industry. They would get more demand-oriented and should think in terms of exchange. If themes for knowledge is thought to socio-cultural knowledge from migrant organizations, compared knowledge about the Netherlands and certain groups within volunteer from voluntary organizations. Most interviewees indicated that training / professional development should be adapted to the (immigrant) audience. Possible topics for the courses mentioned are: The benefits of volunteering to show Dutch culture, what obstacles you encounter in Dutch volunteer organizations. 1.1.2 Volunteer Organizations Experts from the voluntary organizations have indeed preoccupied with diversity and migrants. Three of the four interviewees indicates intercultural exchange is very important to find and that one can learn from each other. Another interviewee indicates that diversity is good for the imaging and image of organizations. People want to identify with the information and the image that radiates an organization. The interviewees are unanimous about the content of expertise: This would be in terms of language and themes should be adapted to the audience. There is talk of meetings in simple language or the native language and with nearby standing thema'sOok noted that it is important to the migrant (companies) to refer to as their needs and to identify and take the training on to fit. In short, language, appearance and choice in terms of expertise would be more attuned to the audience than it is today.
„PROTECT” MIGRANTE N EN VRIJWIL LIGERSWERK |
40
SUMMARY (ENGLISH)
1.1.3 Migrant Organizations Within migrant organizations is somewhat more thought about working with voluntary organizations. It also indicates that exchange between migrant organizations themselves even if it can work, but that too little happens. Some interviewees indicated that it is fruitful to multicultural meetings or training sessions organized, so people with multiple origins together. Only one interviewee characterizes intercultural exchange as an unattainable ideal. One often finds that the training should be tailored to the audience. It is agreed that this can best be done in collaboration with the target itself. Major themes listed for professional development for migrants (organizations) are: Assertiveness, legislation, social card, working independently, independence, networks. 1.1.4 Migrants The migrants themselves are generally open to knowledge when it comes from two sides. Especially mutual acceptance and getting to know each other's customs and culture to promote respect as important reasons mentioned above. About ranging expertise is expected. Two interviewees indicated that it ensures that develops in the (voluntary) work. It is necessary, because one must have understanding of the work they performed. Themes for courses mentioned are basic training, first aid and communication. Highlights should be what the intangible value of the work. Most interviewees indicated the to like the language and content may be adapted to the audience response to their needs and culture, where the courses take place in the neighborhood and they are involved. 2 Recruitment and range of voluntary migrants In this section the main results are described which relate to the sub-question: "What are the current situation and needs and what are important priorities regarding coverage and recruitment of migrants to volunteer in Amsterdam?" 2.1 Stakeholder A stakeholder indicates that the opening up of voluntary organizations for migrants is important, an engine of integration and provides social contact. Twice indicated that most voluntary organizations actually have no immigration policy. As long as the job gets done by migrants or not, think of the voluntary organizations in a stakeholder. Interviewees also indicate that most voluntary organizations are free and closed bureaucratic in nature. Regarding the volunteer policy within institutions, the opinions are divided. Some interviewees believe that there is migration policy should be. Others give the migrants not as a separate target group must be addressed in volunteer policy. The stakeholders agree that a community-based approach with short lines of interest, where one directly makes contact with migrants (organizations) in the district and a number of times the employment of immigrant workers called, so that the organization reflects society. Another interviewee notes the voluntary organizations to more media and meeting places for immigrants should go. The use of key figures / role models / ambassadors in the immigrant group is vital for migrants to reach and / or recruiting volunteers. In contact with migrants by all interviewees said that it is important that personal and confidential contact, so no mail or e-mail. Obstacles to the range and the recruitment of migrants are: the work is unpaid, often below the level of the migrant, limited language proficiency and lack of budget sure within voluntary organizations. It is agreed that it is important to involve migrants and to achieve, but this is still a problem. One interviewee states that voluntary organizations and migrant organizations in Amsterdam totally separate worlds.
41
| „PROTECT” MIG RANTEN EN VR IJWILLIGERSW ERK
SUMMARY (ENGLISH)
2.2 Volunteer Organizations If effective factors for the range and the recruitment of voluntary migrants as representatives of voluntary organizations: Short lines and personal, confidential, informal, flexible contact, not aloof and individualistic, show appreciation. It should be emphasized that volunteering can be an engine for integration and language development. Within this group several times mentioned that the deployment of key figures properly. It is further recommended to haunts of migrants and to develop neighborhood networks, so that local organizations can make connections. If barriers are: Literacy, cultural differences, focus on the problematic side of migrants rather than their strengths. 2.3 Migrant Organizations The interviewees from migrant organizations find it extremely important that we listen to the needs of migrants. This requires voluntary organizations strive for good accessibility and an informal, active approach, said one interviewee. This contact according to another interviewee easier to stand with someone who also foreigners and a local, neighborhood-oriented approach. Advice offered by almost all interviewees, is that migrants volunteers generally prefer a personal, trusted and independent state with significant contacts and relationship voluntary organizations. This requires an open attitude, a listening ear and patience is important, said one interviewee. The deployment of key figures and flexible work are also mentioned as important factors here. If obstruction is called the closed culture within voluntary organizations and Dutch. The threshold for migrants is simply too large, said one interviewee. The organizations are aged and obsolete the atmosphere. 2.4 Migrants The migrants themselves appear united primarily on the fact that they especially need to be appreciated. Furthermore, they find it important that within Dutch volunteer organizations into account their language and culture. A migrant indicates that the threshold for migrants to a Dutch volunteer organization to step high. The difference with migrant organizations is great. A migrant indicates that migrants already volunteer, can be used for other migrants to turn to volunteering. Interviewees also feel it important that more ethnic minority employees are present within Dutch volunteer organizations. It may help to key figures from the community engagement, this show most interviewees. Another migrant via a leaflet / advertisement volunteer found. Two other migrants to give from their own intrinsic motivation to have come into contact with volunteering. In contact with immigrants are sincere sympathy, personal contact and trust necessary, according to all interviewees. Furthermore, giving two interviewees said that they like it when the working hours and types of self can be determined within voluntary organizations. 3 Imaging of migrants around volunteering In this section the main results are described which relate to the sub-question: "What is the image of migrants in terms of volunteering? 3.1 Stakeholder The stakeholders share the view that voluntary organizations have an invisible barrier for migrants and that the word 'voluntary' migrants does not appeal. Mutual help is often obvious and is not linked to the word 'volunteering'. Stakeholders indicate that the migrants do not know distinguishes between the word 'carer' and 'volunteering'. These tasks are performed according to the stakeholders unconsciously by migrants. In addition, volunteer work by migrants in migrant organizations, but this is not the word 'volunteer' appointed. A number of stakeholders indicates that volunteering in general image has a dull, conservative, old-fashioned about can come and volunteer organizations that little open minded and a closed nature. In addition, a stakeholder that voluntary organizations are supposed to be a reflection of the population.
„PROTECT” MIGRANTE N EN VRIJWIL LIGERSWERK |
42
SUMMARY (ENGLISH)
3.2 Volunteer Organizations The interviewees indicated that the word and the content of the word 'volunteering' are unclear and that the word differently interpreted by migrants (volunteers). The interviewees noted that there is confusion and distance to the word. Besides the word 'voluntary' and all its contents, the interviewees from voluntary organizations that there is a great motivation and naturalness consists in migrants to relatives to help. The interviewees believe that forced or compulsory volunteering, in relation to benefits and social services, ensure that volunteering gives a negative image. This fires volunteering have failed, because the work must be done voluntarily since. 3.3 Migrant Organizations A number of interviewees indicated that the terms 'voluntary' and 'care', unknown or strange for migrants. There is much ignorance about volunteering for migrants. Also free, work for organizations creates confusion and misunderstanding. The interviewees indicated that help people take for granted, and that international migrants for the term volunteer is not mentioned. However, it gives an interviewee that mandatory volunteering at a benefit, an adverse effect on the perception of volunteering. Interviewees believe that diversity in Dutch society often problematized only, without seeing the positive side of it. It is indicated that intercultural cooperation to counterbalance the negative image of migrants. 3.4 Migrants In the interviewed groups showed that migrants volunteering for granted, but not so appoint. The interviewed migrants give themselves that they volunteer, within the meaning of family help, often take for granted. There is also shown that volunteering is little discussed in the immigrant groups. The interviewees indicated more confidence in each other and that they mutually help each other better. They want to have fun and feel valued in the work one does. It often feels unappreciated in Dutch volunteer organizations. Therefore, the choice to migrant organizations in volunteer work easier and safer. A language barrier does not play in a migrant organization, because the language is spoken and be familiar with their own culture. 4. Other In this section, the opinions of various groups interviewed appointed, who could not be categorized in the preceding categories. Nevertheless, these opinions are also important in the study. 4.1 Stakeholder One of the stakeholders indicates that migrant organizations have some needs that are not seen by bystanders. This indicates that migrants interviewed organizations in need of a good administration, recruitment and publicity and budget for certain activities to organize. 4.2 Volunteer Organizations One interviewee noted indicates that Dutch volunteers often a bit more distance and migrant volunteers almost carers when it comes to voluntary work with people. It also gives an interviewee that there are problems within immigrant organizations on management and financing. It also gives interviewees that there is little structure exists within organizations of migrants, making it difficult to keep in touch.
43
| „PROTECT” MIG RANTEN EN VR IJWILLIGERSW ERK
SUMMARY (ENGLISH)
4.3 Migrant Organizations A number of interviewees indicated that volunteers within immigrant organizations do not feel appreciated by the Dutch society. There is also shown that there is little policy and training for volunteers within immigrant organizations. This means that the stagnant expertise. It also gives an interviewee that migrant organizations still lack the know way in Dutch society. This form language and culture barrier. 4.4 Migrants Almost all migrants indicate have had trouble getting used to the Netherlands. The group's own look and mutually help to survive, has helped to stay in the Netherlands. They need to have contact with fellow countrymen, their own language to speak and what each other mean. 5. Conclusion This chapter is based on the description of the results, the main question answered: What are the current situation and needs regarding social participation and expertise and exchange of migrants with migrants in the neighborhood-based activities of voluntary organizations in Amsterdam? These links will be made to the theoretical exploration. Generally can be said that a consensus is that it would be beneficial if more social participation of migrants and knowledge between voluntary organizations and migrant organizations would take place than it is today. This is confirmed by the current developments from the government, as in the literature is named: "In law, the increasing importance of social participation can be seen, for example the introduction of the Social Support Act in January 2007. This law aims at participation of the entire population to increase, in particular people with disabilities. It also pays attention to support this act of care and voluntary. "(Houwelingen, P., Hart, J. & Dekker, P., 2011, p.185-200). Volunteering is seen by interviewees as a means for integration and empowerment of migrants. It is important that they reflect the realities and needs of migrants and that voluntary organizations are a reflection of society. There are a number of obstacles to call on social participation of migrants and exchange. Within the society there is currently talk of negative stereotypes about migrants, which the mutual distrust and the we-they feel strengthened. One prefers to work in the familiar comfort of a migrant organization, where the native language and culture are not a barrier. Within migrant organizations is little knowledge of Dutch society, about policy and expertise. Among migrants play ambiguities about the image of volunteering. The term is unknown or unclear and play misunderstandings. This is consistent with the literature: "There seem to exist among immigrants ambiguities about volunteering. This might be because not volunteering in the Netherlands as we know exists. Often there is informal assistance granted where there is no question of volunteering for an organization. "(Make Better with Volunteers, 2011, p.1-5). In addition, you indicate that unpaid work for an organization is perceived as foreign. Mutual help among migrants often obvious and there is a big motivation, but this is not seen as voluntary work and too little noted in the Dutch society. Volunteering also struggling with a conservative image. The nature of voluntary organizations by interviewees described as bureaucratic, closed, gray and little varied. Additionally missing mostly immigrant policy and there is little budget to attract volunteers. Success factors mentioned are: Neighbourhood related work with short lines, draw near to meeting places, long-term development projects, demand-oriented work, offer flexible working, diversity and propagate key figures from the immigrant community commitment. Reach and employment of immigrants is an informal, personal and familiar approach is important, which one shows
„PROTECT” MIGRANTE N EN VRIJWIL LIGERSWERK |
44
SUMMARY (ENGLISH)
appreciation for the volunteer. It is also important that the migrant is intrinsically motivated, forced volunteering by most interviewees disapproved. A number of these success factors are addressed in the literature: "It is important that there is a direct, personal approach is taken, which takes more time, but the atmosphere and the nature of the contact increased. Also with the use of personal networks for immigrant volunteers to reach, the attitude of the entire community towards volunteering affected. It is therefore important that a positive attitude and a safe environment is created so that a trust or a 'click' occurs. "(Make Better With Volunteers, 2011, p.1-5). When it comes to professional development, it has also been generally agreed that training shoul be adapted to different audiences, particularly in terms of language, culture and needs. This is also the literature review confirmed: " An important aspect of expertise is that it is tailored to the needs of voluntary organizations and volunteers, and the specific characteristics of the clients and target groups of social support which the voluntary organizations and volunteers are employed. "(Central Government, 2010). Furthermore, the term and the image of volunteering can be highlighted more for migrants, according to the interviewees. Intercultural knowledge and expertise are generally considered important by the interviewees. In the framework of bilateral exchange of knowledge, from migrant organizations training would be given to voluntary organizations about Dutch social-cultural issues. Themes for training for migrants who are named are: knowledge of Dutch society and on targets, profit of volunteering, volunteer orientation, assertiveness, legislation, social software, networking, communications. 6. Recommendations The following are the most important advice and recommendations in this study come and hopefully as handles can serve the client to reach and recruitment of migrants, in the design of specific expertise and knowledge with migrants (organizations) and with the establishment of the Neighborhood Academy. This study confirms that a neighborhood-oriented approach with short lines, as in the design of the Neighborhood Academy, a good way to get in touch with local migrant organizations. It is important that such a project of long duration and no short-term project, as is often established. It is important that they reflect the realities and needs of migrants and the migrants themselves above giver. To make contact with migrants (organizations), it is advisable to media and meeting places of migrants to go and approach them personally, not via mail or leaflets. Reach and employment of immigrants is an informal, personal and familiar approach is important, which one shows appreciation. The deployment of key figures / ambassadors from the immigrant community is a good method for migrants to reach, to work for volunteering and to understand the importance of expertise and / or knowledge. These can be found within migrant organizations, community centers and church organizations. Furthermore, the image of volunteering can be highlighted more for migrants, according to the interviewees. About here is much confusion and ignorance among immigrants. A briefing about the contents and introduction of volunteering in the Netherlands would be an option for this. It is also important that voluntary organizations more diversity and openness radiate and reflect the population composition. At present, the threshold for many migrants to high ie to step in a voluntary organization, thanks to the closed, outdated and ondiverse character of many of these institutions. When it comes to the character of the work, it is important for many migrants working hours are flexible and the work that suits their level and needs.
45
| „PROTECT” MIG RANTEN EN VR IJWILLIGERSW ERK
SUMMARY (ENGLISH)
In addition, migrants to like it when there is knowledge of their language and / or culture within the volunteer organization. Forced volunteering by most migrants rejected, this does not meet with their image of volunteering, is supposed to come from the heart. For the migrant's intrinsic motivation is more important than average. It is further recommended that new voluntary migrants personally assist in the initial period and to give recognition and appreciation. When it comes to professional development, it has also been generally agreed that training should be adapted to different audiences, particularly in terms of language, culture and needs. In the framework of bilateral exchange of knowledge, from migrant organizations training would be given to voluntary organizations about Dutch social-cultural issues. Themes for training for migrants who are named are: knowledge of Dutch society and on targets, profit of volunteering, volunteer orientation, assertiveness, legislation, social software, networking, communications. It is important that question is being addressed, so focused on the needs, environment and needs of the migrant and that one does not automatically go out of their own assumptions.
„PROTECT” MIGRANTE N EN VRIJWIL LIGERSWERK |
46
Project: "Protect – Learning and helping in volunteering" Ref. 518134-LLP-1-2011-1-DE - GRUNDTVIG-GMP Project coordination: BGZ Berliner Gesellschaft für internationale Zusammenarbeit mbH (BGZ Berlin International Cooperation Agency GmbH) Pohlstr. 67, D 10785 Berlin Tel.: +49 (30) 809941-0 Fax: +49 (30) 809941-20
[email protected] www.bgz-berlin.de Managing Director: Dr. Hilde Hansen Chairman of the supervisory board: Jürgen Wittke Associates: State of Berlin, Berlin Chamber of Small Business and Skilled Craft Registration court: Amtsgericht Berlin, AG Charlottenburg Register number: HRB 21 292
Project partnership: BGZ Berliner Gesellschaft für internationale Zusammenarbeit mbH Senatsverwaltung für Inneres und Sport Berlin (DE) Hochschule für Wirtschaft und Recht Berlin (DE) Deutsches Rotes Kreuz / Landesverband Berliner Rotes Kreuz e.V. (DE) Österreichisches Rotes Kreuz / Landesverband Wien (AT) Freiwilligenakademie Amsterdam (NL) Malteser Hilfsdienst e.V. / Diözesangeschäftsstelle Berlin (DE) Spanisches Rotes Kreuz, Ortsverband Mataró (ES) Stadtverwaltung Mataró (ES)
Further information: http://bgz-protect.eu © Amsterdam, May 2012
This publication reflects the views only of the author, and the Commission cannot be held responsible for any use which may be made of the information contained therein.
„PROTECT” MIGRANTE N EN VRIJWIL LIGERSWERK |
48