Zijn ze er niet, of zie je ze niet?
Vrijwilligerswerk van migranten is vaak onzichtbaar 28 Het initiatief van Europa om meer aandacht aan vrijwilligerswerk te geven en 2011 tot het Europese Jaar van de Vrijwilliger uit te roepen is geweldig. In het kader hiervan worden overal bijeenkomsten georganiseerd en komt vrijwilligerswerk of vrijwillige inzet weer uitgebreid op de agenda van gemeenten en provincies. Het gaat om waardering, maar ook om werving. Punt van zorg is het lage aantal niet-westerse allochtonen binnen het vrijwilligerswerk. Doen migranten minder vrijwilligerswerk of is het een kwestie van kijken? Met de Hasan Kaynak Prijs die sinds 2009 jaarlijks wordt uitgereikt (zie kader) wil Elan inspirerende projecten van migrantenorganisaties in het spotlicht zetten. Bij de clubs die meedingen naar de prijs is enorm veel inzet en enthousiasme te vinden: de meest interessante initiatieven komen langs. De portretten van de genomineerden van 2010 en de winnaar van 2009 laten migranten zien die op vrijwillige basis heel veel voor elkaar krijgen.
We zien ze niet Traditioneel zijn migranten vooral verenigd in de zogenaamde zelforganisaties. Vroeger legden deze organisaties zich toe op belangenbehartiging ten behoeve van de eigen gemeenschappen. De eerste arbeidsmigranten stichtten vooral organisaties die in poli-
tiek, religieus en cultureel opzicht gericht waren op de eigen wereld. Toen had men weinig behoefte zich buiten de eigen groep te profileren. De migrantenvrijwilligersorganisaties hebben zich in de loop der jaren in hun activiteiten ontwikkeld, maar ook in de eigen organisatie. Bestuursleden doen aan deskundigheidsbevordering en volgen trainingen en cursussen om meer kennis en ervaring op te doen. Op deze manier kunnen zij de eigen organisaties nog beter ondersteunen. Veel groepen zijn dan ook uitgegroeid tot organisaties die integratie, participatie en emancipatie van de migrantengemeenschappen stimuleren om op die manier een bijdrage te leveren aan de multiculturele Nederlandse samenleving. Die bijdrage is echter niet altijd even zichtbaar. Omdat migrantenvrijwilligersorganisa-
De Hasan Kaynakprijs In de visie van Elan vervullen migrantenvrijwilligersorganisaties een belangrijke rol in het verbeteren van de positie van migrantengroepen. Zij hebben een brugfunctie bij de integratie, participatie en emancipatie van hun groepen en een sociale functie om thema’s als de positie van migranten op de agenda te zetten van overheden en instellingen. Sinds 2009 reikt Elan de Hasan Kaynakprijs uit aan een migrantenvrijwilligersorganisatie. De prijs is vernoemd naar de in oktober 2007 plotseling overleden collega Hasan Kaynak, die zich sterk inzette voor de emanciperende rol van migrantenorganisaties. Met deze prijs wil Elan extra aandacht genereren voor projecten van migrantenvrijwilligersorganisaties en hen een podium bieden om zich te profileren. Daarnaast is het een blijk van waardering en bedoeld als stimulans voor migrantenvrijwilligersorganisaties. Alle migrantenvrijwilligers die door een of meerdere projecten en activiteiten een belangrijke bijdrage leveren aan integratie, participatie en emancipatie van etnische groepen in Gelderland kunnen in aanmerking komen voor de prijs. Een onafhankelijke jury beoordeelt of de ingezonden projecten of activiteiten voldoen aan de criteria van de prijs. Bij de eerste prijsuitreiking heeft Elan gepleit om het woord migrantenvrijwilligersorganisaties te gebruiken in plaats van ‘zelforganisaties’. Niet omdat het zo’n prachtig woord is, maar de term zelforganisatie suggereert een naar binnen gekeerde houding. Zeker voor de genomineerden en winnaars gaat dat niet op.
ties vaak intern gericht zijn op de eigen gemeenschappen en gebruik maken van eigen en andere netwerken dan Nederlandse vrijwilligersorganisaties zijn zij daarbuiten niet in beeld. Te weinig informatie stroomt door naar buiten. Maar dit behoeft ook nuancering: vaak wordt, zowel landelijk als door gemeenten, contact gezocht met sleutelfiguren en migrantenvrijwilligersorganisaties bij het oplossen van multiculturele vraagstukken in de samenleving. Migrantenvrijwilligersorganisaties komen ook in beeld wanneer hen gevraagd wordt informatie of voorlichting te geven. De kracht van de migrantenvrijwilligersorganisatie wordt niet altijd ten voordele van de groep benut.
Visieverschil Zoals in Nederland, zeker in bepaalde streken, het ‘naoberschap’ oftewel burenhulp nog heel gebruikelijk is, kennen ook veel niet-westerse culturen soortgelijke vormen van burenhulp. In de Molukse cultuur en samenleving zijn van oudsher de vormen van wederzijdse hulpverlening bekend zoals Muhabbat en Masohi. Bekend is de hulp bij sterfgevallen, waarbij altijd een groot aantal vrijwilligers ingeschakeld worden. Migranten vinden hulp aan personen in de nabije omgeving (familie, buren, vrienden e.d.) volstrekt vanzelfsprekend. Ook hulp aan families en projecten in landen van herkomst vormt een belangrijk onderdeel: doorgaans verlenen migrantengroepen in Nederland zowel individueel als collectief hulp aan landen van herkomst. Dit aspect van vrijwilligerswerk van migranten en hun organisaties is heel onzichtbaar voor de Nederlandse samenleving. Even vanzelfsprekend is het vrijwilligerswerk binnen de eigen migrantenorganisaties. Dat doe je ‘gewoon’ voor je eigen gemeenschap. Maar de visie op het reguliere Nederlandse vrijwilligerswerk is soms wezenlijk anders. Volgens Penninx en Slijper zien sommige migranten het Nederlandse vrijwilligerswerk als ‘gratis werken’. Iets wat over het algemeen afgekeurd wordt en absurd wordt gevonden. Zij zien het Nederlandse geformaliseerde en georganiseerde vrijwilligerswerk als een uitdrukking van het berekenende karakter van de Nederlandse samenleving. Hierin is geen plaats meer voor spontane wederzijdse hulp die zij voor hun verwanten en eigen etnische groep hebben. Lees verder op pagina 30 >
Visies is een uitgave van elan expertisecentrum Nummer 2|2011 BLZ 28
Francy Leatemia - Tomatala
29
Demokratik Halk Derneği (Democratische Volksvereniging) Winnaar Hasan Kaynakprijs 2009 DHD Nijmegen is een vereniging die sinds 1993 in de huidige vorm bestaat. De geschiedenis voert echter veel verder terug. Met haar voorgangers meegerekend is er al dertig jaar sprake van een verenigingsleven en is er veel opgebouwd. Op dit moment heeft de vereniging 55 leden, twee werknemers in dienst via Wijkwerk en vijf vaste bestuursleden die dit op vrijwillige basis doen. Bestuurslid zijn is een drukke functie, er valt namelijk altijd wel iets te doen voor de vereniging en er is altijd tijd tekort. Aynur Yıldırım is de voorzitter. Ondanks het vele werk haalt Aynur veel voldoening uit haar vrijwilligerswerk en vindt zij dat zij een taak heeft. “Als mens moet je wat teruggeven aan de maatschappij. Niet alleen aan de Turkse gemeenschap, maar aan de hele Nederlandse gemeenschap en dus aan de wereld.” Ze is dan ook niet voor niets al 25 jaar vrijwillig actief. De maatschappelijke betrokkenheid van het bestuur is duidelijk. De doelstelling van het bestuur is de achterban informeren ten behoeve van integratie, participatie en emancipatie. Gezelligheid is wel het bindmiddel binnen de vereniging, maar als DHD gezien wordt als een veredeld theehuis, dan is dat een grote misvatting. “We zijn er niet alleen voor de gezelligheid: eten en drinken, maar we proberen de leden bewust te maken.” Er vindt minimaal een keer per maand een inhoudelijke activiteit plaats. Dat kan zijn een voorlichting over eerwraak, een discussie rondom de burka in Nederland of voorlichtingen over gezondheidsvraagstukken.
In 2009 won DHD Nijmegen als eerste de Hasan Kaynakprijs voor bijeenkomsten over homoseksualiteit. Samen met COC Nijmegen organiseerden zij deze bijeenkomsten en het werd een groot succes: “Het was een goede discussie, er werd goed geluisterd en de homoseksuelen die voorlichting gaven voelden zich erg op hun gemak en gerespecteerd”. Door dertig jaar verenigingsleven zijn de leden gewend om (gezamenlijk) mee te doen en mee te denken en daardoor zijn de leden geëmancipeerd, zowel mannen als vrouwen. Het geld dat DHD met de Hasan Kaynakprijs won, hebben ze gegeven aan een goed doel in Turkije, Çağdas Yaşamı Destekleme Derneği. Een organisatie die de emancipatie van meisjes en vrouwen in Turkije wil bevorderen. Nu kunnen twee meisjes van het prijzengeld een jaar naar de universiteit, iets wat in Nederland voor hetzelfde bedrag niet mogelijk is. DHD blijft ook in de toekomst aan de weg timmeren met haar activiteiten. Verder hebben ze het erg druk met het zoeken naar een nieuwe locatie en het vinden van nieuwe bestuursleden. Ook blijven zij binnen de gemeente actief en zijn ze een serieuze gesprekspartner. “Als de gemeente je uitnodigt dan ga je en geef je advies over je ‘eigen’ kwaliteiten en inzichten. Als je inspraak hebt dan pak je je kans. Zo voeg je iets toe aan de maatschappij en kun je er richting aan geven.” Verantwoordelijkheid nemen, dat is volgens Aynur Yıldırım de sleutel.
Anja Slendebroek (adviseur bij Elan)
∏∏ Enkele bestuursleden van DHD, rechts Aynur Yıldırım. DHD ontvangt van de gemeente Nijmegen een subsidiebedrag voor de inhoudelijke activiteiten die ze organiseren. Overige inkomsten komen uit contributie van €30,- en betaling koffie/ thee.
Visies is een uitgave van elan expertisecentrum Nummer 2|2012 BLZ 29
Mudanthe Nominatie 2010
30
Toen Charles Dickson als vluchteling uit Liberia in Nederland kwam had hij geen contact met mensen. Hij was juist erg nieuwsgierig naar die maatschappij waar zoveel mensen bij elkaar kunnen wonen met zoveel verschillende achtergronden. De vraag was en is hoe je in Nederland, een individualistisch ingestelde samenleving, met elkaar in contact kunt komen? Charles vond de oplossing in muziek: “Er is geen leven zonder muziek en geen leven zonder eten, voor die twee dingen zijn we nooit bang. Dit zijn hele goede middelen om in deze complexe maatschappij contact met elkaar te maken.” In 1996 zette hij met 350 gulden Stichting Mudanthe op, een vrijwilligersorganisatie uit Apeldoorn die in die 15 jaar gegroeid is naar drie beroepskrachten, vijftig al dan niet vaste vrijwilligers en met op dit moment 150 actieve deelnemers. De organisatie heeft als doel de sociale cohesie door muziek, dans en theater te bevorderen. Waar ligt het succes van de projecten van Mudanthe? De projecten zijn altijd laagdrempelig en sluiten aan bij de behoeften uit de buurt. Met als gevolg dat ze geen enkel probleem hebben met het vinden van vrijwilligers in tegenstelling tot vele andere vrijwilligersorganisaties. Charles: “Eerst vraag je de buurt of er behoefte is aan een activiteit, of ze de activiteit ook willen. Dan kun je mensen uit de buurt ook vragen en is men bereid om mee te doen”. Mudanthe verdiende de nominatie voor de Hasan Kaynakprijs (én de Appeltjes van Oranje 2009) met het project Het Buurtrestaurant. Buurtbewoners worden uitgenodigd om samen te koken en te eten, omlijst door een muzikaal optreden door Mudanthe-musici, waaronder ook bewoners uit de buurt: een plek van ontmoeting zodat de sociale cohesie wordt bevorderd. Mudanthe krijgt een basissubsidie van de Gemeente Apeldoorn en wordt daarnaast onder andere gefinancierd door fondsen zoals Oranje Fonds, VSB-fonds of het Prins Bernhard Cultuurfonds. Charles is niet bang voor de toekomst en de bezuinigingen. Ook in geldzaken moet je creatief zijn en blijven. Door het vragen van bijdragen voor de activiteiten die ze verzorgen en het geven van workshops genereert Mudanthe zelf namelijk ook inkomsten. Voor Het Buurtrestaurant is bijvoorbeeld inmiddels contact gelegd met bedrijven en organisaties om gebruik te maken van buurtrestaurants om zo in contact te komen met bewoners van verschillende buurten. Hen wordt gevraagd te betalen voor de diensten die geleverd worden tegen een reële prijs. Naast een financieel gezonde opzet probeert Mudanthe elk project ook op een duurzame manier op te zetten. Zo is er een contract getekend met twee woningcorporaties in Apeldoorn om de buurtrestaurants echt een vast onderdeel van de buurten te laten zijn. Verder wordt er naar aanleiding van de enorme belangstelling voor het project Buurtrestaurant een miniconferentie georganiseerd voor geïnteresseerde vrijwilligersorganisaties uit andere steden zoals Lelystad, Doetinchem en Utrecht. Mudanthe staat er namelijk voor altijd hun ideeën te willen delen en anderen te helpen met de uitvoering. Mijn Wijk Mijn Muziek is een van de nieuwe projecten van het team van Mudanthe. Aan kinderen die financieel niet de mogelijkheid hebben om naar de muziekschool te gaan biedt Mudanthe tegen een kleine vergoeding muzieklessen in de wijk aan. De buurt staat er helemaal achter, er staan al honderd kinderen klaar om hun eerste muziekles te krijgen. Aan muziektalenten uit de wijk wordt gevraagd of ze ook een bijdrage willen leveren door hun talent te delen met anderen uit hun straat. Zo is er iemand die goed dwarsfluit speelt, een ander cello en weer een ander viool. Het is de bedoeling dat zij lessen gaan verzorgen, dat kan een uur per maand zijn of elke week een uur. Het Gelders Orkest, Markant, Centrum voor Kunsteducatie Apeldoorn en het NJO (jeugdorkest) gaan ondersteuning bieden. Charles: “Niet ieder kind wil Beethoven of Mozart worden. Ze willen gewoon muziek maken. Cultuur is een middel om het welzijn te bevorderen.”
De kennis over de omvang van al het onbetaalde werk dat door migranten gedaan wordt is betrekkelijk; het zou wel eens om hogere percentages kunnen gaan dan in de statistieken terugkomen. Het aantal eigen organisaties en hun verscheidenheid (variëteit) is waarschijnlijk groter dan wordt verondersteld. En, zoals hierboven uitgelegd, veel vrijwillige inzet wordt niet als zodanig benoemd en gezien.
Ze zijn er niet Aan de keuze om vrijwilligerswerk te doen kunnen verschillende motieven ten grondslag liggen bijvoorbeeld uit idealistische overwegingen, affiniteit met of betrokkenheid bij een groep mensen of een specifiek thema, uit liefdadigheid, vanuit culturele en traditionele standpunten, of om te leren en ervaring op te doen. Kortom, een scala van redenen waarom mensen vrijwilligerswerk doen. Waarom zijn migranten dan zo spaarzaam vertegenwoordigd bij Nederlandse vrijwilligersorganisaties? Zoals gezegd: sommige migranten kijken er anders tegenaan en vinden dat het om activiteiten gaan die betaald zouden moeten worden. Maar er zijn meer redenen. Vooral voor de eerste generatie is de Nederlandse taal een probleem en dit geldt met name voor oudere vrouwen die het Nederlands niet geleerd hebben of analfabeet zijn. Zij vormen de minst bereikbare groep van migrantenvrijwilligers.
Uitgebreide informatie over de projecten is te vinden op www.mudanthe.nl
Anja Slendebroek
Visies is een uitgave van elan expertisecentrum Nummer 2|2011 BLZ 30
Lees verder op pagina 32 >
Zijn ze er niet, of zie je ze niet? 31
Stichting Multiculturele Vrouwen Arnhem Nominatie 2010 Participatie daar draait het om bij Stichting Multiculturele Vrouwen Arnhem (MVA). Deze vrijwilligersorganisatie is voortgekomen uit het project Politica Allochtona, een van de projecten die de voorlopers van Elan, Enzovoort en Osmose, gezamenlijk hebben uitgevoerd. Door het project kregen vrouwen de kans zich maatschappelijk en politiek te ontwikkelen. Deze vrouwen hebben de stichting opgericht, die inmiddels ongeveer vijf jaar bestaat. Door activiteiten te organiseren waarbij vrouwen elkaar kunnen ontmoeten, motiveren en activeren levert deze vrijwilligersorganisatie een grote bijdrage aan ‘participatie’. De deelnemende vrouwen komen overal vandaan. Ook het bestuur en de vaste groep vrijwilligers van inmiddels dertig personen is heel divers. Bij de jaarlijkse activiteit wordt er stilgestaan, geproefd en geleerd van elkaars cultuur. Ongeveer honderd vrouwen doen jaarlijks mee aan de activiteit. In 2010 was dat het Zomerfestijn, met als doel het organiseren van een ontmoeting tussen vrouwen door middel van spellen uit verschillende landen. Voor deze activiteit werden ze genomineerd voor de Hasan Kaynakprijs 2010. Voor de tweede keer. In 2009 waren ze ook al genomineerd; toen voor het organiseren van een Vrouwenpodium, waar vrouwen vertelden over bijvoorbeeld hun talenten, (vrijwilligers)werk en idealen. De jaarlijkse activiteit wordt gezamenlijk bepaald. Deze overleggen vonden altijd bij iemand thuis plaats, maar inmiddels is de vaste groep zo groot geworden, dat dat niet meer mogelijk is. De ene neemt de buurvrouw mee, de ander haar moeder; zo komen steeds meer vrouwen buiten de deur en worden zij actief. Zaynab Elkhannji, de voorzitter van de stichting, is blij met deze ontwikkeling. Ze zegt vaak benaderd te worden door vrouwen, ze kennen haar en willen graag meer informatie. “Vaak durven ze niet, dan zeg ik het is voor álle vrouwen, óók voor jou!”. Ook gaat ze zelf op vrouwen af. Als Zaynab op het schoolplein een vrouw ziet die alleen de kinderen naar school brengt en dan weer naar huis gaat dan stapt ze erop af voor een praatje. Deze vrouwen zijn altijd wel geïnteresseerd en willen ook graag meedoen. Zaynab:
“Het is heel speciaal om vrouwen buiten de deur te krijgen en vrijwilligerswerk te laten doen, dat moeten we met z’n allen niet onderschatten.” Ze doelt hier op het maatschappelijk belang dat ook deze vrouwen gaan participeren. Er zijn nu al vrouwen uit het bestuur die door het vrijwilligerswerk een vaste baan hebben gevonden. En ook vrouwen uit de vrijwilligersgroep volgen nu opleidingen. Ze zijn empowered door wat ze zien en horen, ze worden gestimuleerd door de vrouwen om hen heen om verder te gaan en zich te ontwikkelen. Zaynab is gedreven, ze zegt dat ze niet zonder vrijwilligerswerk kan. Het zit in haar bloed. “Er is geen dag dat ik niet aan vrijwilligerswerk doe. Door vrijwilligerswerk te doen voel ik me van binnen heel erg goed, het is een soort medicijn en het geeft me heel veel voldoening.” Al twintig jaar is ze actief. Ze begon als 22-jarige bij het Internationale Vrouwen Centrum in Arnhem bij de naaiclub. Al gauw bleek dat ze niet zo getalenteerd was. Ze werd dan ook snel gevraagd of ze niet mee wilde denken met het bestuur en zo heeft zij zich verder ontwikkeld. Nu probeert ze anderen te overtuigen en deelgenoot te maken van wat participatie en vrijwilligerswerk voor je kan betekenen en waar het je kan brengen. Daarnaast is zij ook vertrouwenspersoon huiselijk geweld, ook op vrijwillige basis. Een druk bestaan als je ook nog een baan en een gezin hebt, maar bij zoveel voldoening is dat het zeker waard.
Anja Slendebroek
∏∏ Zayneb Elkhannji tussen twee bij MVA betrokken vrouwen.
Stichting Multiculturele Vrouwen Arnhem krijgen, zodra de activiteit bekend is, een bedrag uit het Arnhems Fonds Samenlevingsbeleid van de gemeente Arnhem.
Visies is een uitgave van elan expertisecentrum Nummer 2|2012 BLZ 31
32
Als je wilt laten zien wat jouw organisatie bijdraagt aan integratie en emancipatie, moet je wel zichtbaar zijn en jezelf profileren Culturele achtergronden en het hanteren van andere culturele normen en waarden vormen eveneens reden om zich niet aan te sluiten bij Nederlandse vrijwilligersorganisaties of verenigingen. Een veel gehoord argument bij migrantenvrijwilligers is dat Nederlandse vrijwilligersorganisaties zo wit zijn. De migrantenvrijwilligers voelen zich er minder thuis en vinden geen aansluiting, zodat er een vicieuze cirkel ontstaat. Van verschillende kanten wordt er wel gewerkt aan het werven van migranten voor vrijwillige inzet. De overheid zet vrijwilligerswerk in als instrument om de sociale cohesie en de maatschappelijke participatie te vergroten - denk aan de mensen die actief zijn in de prachtwijken. Migrantenvrouwen worden rechtstreeks aangesproken om vrijwilligerswerk te doen door projecten als Duizend en één Kracht. Lokaal zijn er eveneens tal van initiatieven. Dat vrijwillige inzet een manier kan zijn om je talenten te benutten, je wereld te vergroten of je kans op werk te verbeteren, wordt door migranten steeds meer gezien. Jongeren maken kennis met vrijwilligerswerk door de maatschappelijke stage.
Interculturalisatie vrijwilligerswerk Zowel vanuit het nagestreefde ideaal dat alle burgers zich inzetten voor de samenleving, als uit de praktische overweging dat veel organisaties kampen met een tekort aan vrijwilligers, is het van belang dat migranten en Nederlandse vrijwilligersorganisaties elkaar beter leren vinden. Daarvoor zullen organisaties ook naar hun eigen cultuur moeten kijken en werken aan interculturalisatie van de organisatie of vereniging. Sommige verenigingen en organisaties zijn bewust of onbewust ontoegankelijk voor ‘mensen van buiten’. Dit betekent dat besturen van Nederlandse organisaties zich meer zouden moeten verdiepen in de culturele achtergronden van migranten en contacten leggen met migrantenvrijwilligersorganisaties.
Omgekeerd zullen migrantenvrijwilligersorganisaties eveneens contacten moeten leggen met Nederlandse vrijwilligersorganisaties. Er kunnen op deze manier bruggen gebouwd worden tussen diverse etnische groepen in de samenleving. De ervaring is dat migranten alleen gevraagd of uitgenodigd worden bij de invulling van een programma of activiteit. Het is beter om migrantenvrijwilligers vanaf het begin te vragen mee te denken en mee te doen. De betrokkenheid bij het gehele proces is dan ook groter. Belangrijk is ook de zienswijze en mening van de migranten over een bepaald onderwerp. Nederlanders hebben nogal eens de neiging om bevoogdend te zijn ten opzichte van de migrantenvrijwilligers, ook binnen het vrijwilligerswerk. Gelijkwaardigheid is erg belangrijk; het bevordert de samenwerking en brengt een goed resultaat voort.
De wil om te veranderen Interculturalisatie en diversiteit in het vrijwilligerswerk betekent veranderingen teweegbrengen. Veranderingen in vastgeroeste denkpatronen en denkwijzen en benaderingswijzen. Dan kan er op den duur sprake zijn van uitwisseling van ervaringen tussen Nederlandse en migrantenvrijwilligersorganisaties en kunnen ook de besturen van verenigingen verkleuren. Vrijwilligers kunnen van elkaar leren en zelf diversiteit in het vrijwilligerswerk teweegbrengen. Sommige vrijwilligersorganisaties zijn daar hard mee bezig, maar er zijn er ook veel die niet staan te popelen om hun clubcultuur te veranderen. Gemeenten kunnen hier stimulerend beleid op voeren en natuurlijk ondersteunt ook de provinciale Stuurgroep Sterk in Vrijwilligerswerk het proces van interculturalisatie. Om op een positieve manier samen te leven in een multiculturele samenleving is interculturele communicatie een must. Nederlandse organisaties en verenigingen moeten daarvoor bereid zijn naar hun cultuur te kijken,
maar dat geldt ook voor migrantenvrijwilligersorganisaties. In hoeverre staan zij open voor samenwerking? Migrantenvrijwilligersorganisaties hebben zelf de verantwoordelijkheid om veel zichtbaarder te zijn en zich te profileren, als ze willen laten zien wat hun bijdrage is aan integratie, participatie en emancipatie. Ook kunnen zij bijdragen aan het bewustzijn dat vrijwilligerswerk een belangrijke manier is om ervaring op te doen en je netwerk te vergroten. Om gezien te worden, moet je jezelf ook laten zien. l
Francy Leatemia-Tomatala is adviseur bij Elan
Bronnen - Rinus Penninx & Boris Slijper, Voor elkaar? Integratie, vrijwilligerswerk en organisaties van migranten. Amsterdam (IMES) 1999. - Verslagen en notities, Werkgroep Interculturalisatie Vrijwilligerswerk, Arnhem 2009-2011.
Visies is een uitgave van elan expertisecentrum Nummer 2|2011 BLZ 32
Zijn ze er niet, of zie je ze niet? 33
The Brothers Timisela
Winnaar Hasan Kaynakprijs 2010
Henry en Joshua Timisela noemen zichzelf The Brothers Timisela. Deze twee enthousiaste en positief ingestelde broers wonnen met hun no-budgetfilm STERK de Hasan Kaynakprijs 2010. Vanuit hun drive om iets goeds te doen voor de samenleving, de Molukse jongeren in Tiel een leerzame en leuke vakantiebesteding te geven en gewoon omdat het leuk is, gingen zij in de zomer van 2010 met vele vrijwilligers aan de slag. De film werd een groot succes en sinds ze de prijs hebben gewonnen is alles in een stroomversnelling gekomen. Landelijk is er grote belangstelling en plaatselijk kloppen verschillende welzijnsorganisaties, woningcorporaties en overheden bij hen aan om samen te werken. Want hoe krijgen ze al die jongeren toch zover om te participeren? Henry zegt hierover dat ze vernieuwend willen zijn in de zin dat er nu vaak negatief over jongeren wordt gesproken en zij hen juist positief in beeld willen brengen. Positief in beeld, maar ook positief doordat de jongeren zelf laten zien wat ze allemaal kunnen en doen. Het vrijwilligerswerk is de beide broers met de paplepel ingegoten. Ze zijn al vanaf hun veertiende actief, door het maken van nieuwsbrieven en het organiseren van sportactiviteiten vanuit de vrijwilligersorganisatie Buah Hati. Na het succes van STERK hebben de broers weer
grootse plannen. Opnieuw gaan ze een film maken, nu een speelfilm van anderhalf uur, met als titel Vrij. Daarvoor hebben ze echter financiering nodig en kunnen ze de begroting niet rond krijgen met alleen het verkopen van eten, wat ze bij de film STERK wel is gelukt. Ze willen zich dan ook officieel als organisatie registreren, zodat ze bij potentiële geldschieters professioneel over komen en ze eerder serieus worden genomen. De pijlers voor de nieuw op te richten organisatie zijn: richten op jongeren, talentontwikkeling en educatieve vorming. Zoals Henry Timisela het zo mooi verwoordt: “Iedere jongere heeft een talent, onze taak is het om het talent te ontsluiten”. Niet alleen Molukse jongeren zullen bij deze nieuwe film betrokken worden, maar alle jongeren uit Tiel. “Het wordt een Tielse film met Tielse jongeren. Het is niet van deze tijd om de verschillen te benoemen; het gaat juist om de overeenkomsten”. Zo vervullen de broers een brugfunctie tussen allerlei verschillende jongerengroepen uit Tiel. Ze hebben zelfs afspraken met het Veiligheidshuis in Tiel om ook deze jongeren bij het project te betrekken. Verder slaan ze twee vliegen in een klap door afspraken te maken met het Centrum voor Kunstzinnige Vorming De Plantage in Tiel. De jongeren die anders nooit in dit centrum komen kunnen acteerlessen krijgen en het centrum komt in contact met voor hen nieuwe jongerengroepen. Ambitieuze plannen die door hard werken en een enorme motivatie vast gaan lukken: “Positieve energie, daar gaat het om!” Alles over de film STERK is te vinden op www.sterkdefilm.nl, verder zijn de broers te volgen via http://thebrotherstimisela.blog.com
Anja Slendebroek
Visies is een uitgave van elan expertisecentrum Nummer 2|2012 BLZ 33