Vrijwilligerswerk is geen containerbegrip De veranderende politieke en maatschappelijke verhoudingen resulteren in minder overheid en meer burger. Door de terugtredende overheid ontstaat er meer ruimte voor burgerinitiatieven. Groepen burgers die met elkaar allerlei initiatieven en voorzieningen opzetten en in stand houden. We spreken daarbij van burgerparticipatie, actief burgerschap, burgerinitiatieven, doe-democratie en tegenprestatie naar vermogen. Zijn dit allemaal nieuwe vormen van vrijwilligerswerk? Genoemde burgerinitiatieven vinden plaats op allerlei terreinen: in de zorg, de sociale zekerheid, wijkvoorzieningen, de kinderopvang, voedselverstrekking, energielevering en nog veel meer. Vrijwilligerswerk van vroeger Dat burgers zelf initiatief nemen is niet nieuw. Ook in het verleden hebben burgers initiatief genomen en zich verenigd rond charitatieve doelen, belangenbehartiging of ontspanningsactiviteiten. Dit gebeurde vanuit de eigen motivatie om de samenleving vooruit te helpen zonder dat mensen daartoe verplicht of betaald zijn. Het zogenoemde vrijwilligerswerk. De vraag is of de nieuwe vormen van burgerparticipatie tot het vrijwilligerswerk gerekend kunnen worden. Goede definitie is belangrijk De discussie over wat vrijwilligerswerk is, is niet nieuw. De veelheid aan verschijningsvormen laat zich niet makkelijk in een definitie vangen, terwijl daar wel behoefte aan is. Bijvoorbeeld vanuit de overheid. Een goede definitie is noodzakelijk voor beleidsvorming en regelgeving rondom vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties. Het moet duidelijk zijn wie er gebruik kunnen maken van fiscale voordelen. Een goede omschrijving van vrijwilligerswerk is ook handig voor het doen van onderzoek. Wie wordt er wel tot het vrijwilligerswerk gerekend en wie niet? Voor bedrijven is het van belang voor hun MVO doelstellingen. Ten slotte vinden ook de vrijwilligersorganisaties zelf het belangrijk of ze gerekend worden tot het vrijwilligerswerk of niet. Criteria vrijwilligerswerk Zoals gezegd: het vrijwilligerswerk kent veel verschijningsvormen. Om deze beleidsmatig in te kaderen worden vier criteria gehanteerd: onverplicht, onbetaald, in georganiseerd verband en voor anderen of de samenleving. In een recent artikel van Meijs en Van Baren (2013) proberen deze auteurs aan te tonen dat ook de nieuwe vormen van burgerparticipatie onder de omschrijving van het vrijwilligerswerk te vatten zijn. Zelfs mensen die voor het behoud van hun uitkering ‘verplicht’ een tegenprestatie naar vermogen leveren, kunnen volgens de auteurs tot het vrijwilligerswerk gerekend worden. Vrijwilligerswerk voorgesteld als continuüm Om dit aan te tonen wordt het vrijwilligerswerk als continuüm gepresenteerd. De beleidsmatige kaders waarmee het vrijwilligerswerk wordt omschreven, worden voorgesteld als geleide schalen. Dat resulteert in onderstaande matrix:
Criteria alleen niet genoeg Echter deze voorstelling van zaken is te beperkt en doet geen recht aan al die vrijwilligers die zich vanuit hun intrinsieke motivatie belangeloos inzetten voor de samenleving. Door alleen naar de beleidsmatige criteria te kijken en deze voor te stellen als geleide schalen, wordt het begrip vrijwilligerswerk een containerbegrip. En dat is het zeker niet. Er zijn wel degelijk grenzen aan het vrijwilligerswerk. Maatschappelijke stage is vrijwilligerswerk, maar waarom? Bij de introductie van de maatschappelijke stage is er uitgebreid gediscussieerd over de verplichting en beloning (studiepunten) in relatie tot het vrijwilligerswerk door leerlingen. Uiteindelijk zijn twee totaal andere zaken doorslaggevend geweest bij de algemene beoordeling of maatschappelijke stage vrijwilligerswerk is. Dat het een bijdrage levert aan de civil society en dat het plaatsvindt in het kader van kennismaking met het vrijwilligerswerk en het leren wat vrijwilligerswerk inhoudt. Die twee dingen hebben voor velen de doorslag gegeven om maatschappelijke stage onder het vrijwilligerswerk te scharen. Werknemersvrijwilligerwerk: betaald, maar toch vrijwillig Het fenomeen ‘werknemersvrijwilligerswerk’, waarbij werknemers met behoud van salaris in de tijd van de baas vrijwilligerswerk doen, is door vrijwilligersorganisaties dankbaar omarmd. Dit heeft de discussie of dit nog wel vrijwilligerswerk is, niet in de weg gestaan. Het feit dat mensen hun salaris doorbetaald krijgen, maakt dat het niet meer onbetaald is. Uiteindelijk is hier de intrinsieke motivatie van de vrijwilliger om een bijdrage te leveren aan de civil society doorslaggevend. Het feit dat een werknemer ook buiten de gangbare werktijden en er vanuit zichzelf voor kiest, heeft bijgedragen aan de acceptatie als vrijwilligerswerk. Bijdrage civil society en intrinsieke motivatie belangrijk Bovenstaande voorbeelden geven aan dat vrijwilligerswerk meer is dan alleen de beleidsmatige kaders. Vooral de bijdrage aan de civil society en de intrinsieke motivatie van mensen om te willen bijdragen aan de civil society zijn criteria die de grenzen van het vrijwilligerswerk bepalen. Veel nieuwe vormen van burgerparticipatie komen voort uit en zijn gericht op de civil society, waardoor ze ook tot vrijwilligerswerk behoren. Let op: niet alles is vrijwilligerswerk
De grootste twijfel zit bij de tegenprestatie naar vermogen. Ook wanneer het werk in dienst is of ten goede komt aan de civil society, blijft het belangrijk dat de persoon vanuit zichzelf gemotiveerd is om die bijdragen te leveren. Als het niet de eigen keuze is, wordt het werk ervaren als een opdracht waartegenover een betaling staat. De persoon zal dit zelf zo ervaren en zich ook niet als vrijwilliger zien. Niet alles valt onder vrijwilligerswerk: er zijn wel degelijk grenzen. We moeten van vrijwilligerswerk daarom geen containerbegrip maken, maar de nuance blijven zien.
Verschil tussen Mantelzorg en vrijwilligers Omschrijving Vrijwilligerswerk en mantelzorg zijn in één prestatieveld opgenomen, hoewel ze in een aantal opzichten van elkaar verschillen. Zo is er een verschil in de activiteiten die vrijwilligers en mantelzorgers uitvoeren, en ook in de motivatie waarom ze dit doen. Maar er is ook een d uidelijke overeenkomst, namelijk dat het in beide gevallen gaat om een vorm van inzet voor de (naaste) omgeving. Bovendien staan mantelzorg en vrijwilligerswerk niet los van elkaar. en mantelzorg niet los van elkaar. Iemand die mantelzorg krijgt, ontvangt daarnaast ook vaak hulp door vrijwilligers. En de ondersteuning van (overbelaste) mantelzorgers wordt ook vaak gegeven door vrijwilligers. Vrijwilligerswerk In Nederland zijn zo’n 5,5 miljoen vrijwilligers actief. Vrijwilligers Zij n het sociale cement in onze samenleving. De talloze clubs en verenigingen, waar mensen elkaar ontmoeten en samen actief bezig kunnen zijn, zouden zonder de inzet van de vele vrijwilligers niet kunnen draaien. Vrijwilligers dragen bij aan de participatie en zelfredzaamheid van anderen, maar ook aan onderlinge betrokkenheid. Vrijwilligerswerk is voor burgers een manier om verantwoordelijkheid te nemen en niet alles van een ander of de overheid te verwachten. Denk daarbij niet alleen aan vrijwilligerswerk in georganiseerd verband (binnen clubs en verenigingen), maar ook aan informele en ongeorganiseerde vormen van vrijwilligerswerk (kleinschalige burgerinitiatieven). Mantelzorg Bij het verlenen van mantelzorg gaat het om het bieden van iets extra 's dat qua duur en qua intensiteit de geschetste 'normale gang van zaken' overstijgt. Vaak is er - in tegenstelling tot 'normale' situaties in het huishouden - sprake van een situatie die wordt gekenmerkt door het in de knel komen van maatschappelijke verplichtingen en persoonlijke voorkeuren. Mantelzorg kan daarmee omschreven worden als langdurende zorg die niet in het kader van een hulpverlenend
beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt. Vrijwilligersbeleid De vrijwillige inzet van burgers, zowel informeel en ongeorganiseerd (kleinschalig burgerinitiatief) als in georganiseerd verband (vrijwilligersorganisaties en bijvoorbeeld sport), vormt een onmisbaar deel van de ‘civil society’. Vrijwilligerswerk is ook bij uitstek het voertuig voor burgers om verantwoordelijkheid te nemen en niet alles van een ander of de overheid te verwachten. Met zijn vrijwillige inzet is de burger niet slechts consument van publieke diensten, maar levert hij actief een bijdrage. Hij geeft niet alleen zijn eigen ‘meedoen’ vorm, maar draagt ook bij aan het ‘meedoen’ van kwetsbare groepen. Belangenorganisaties van vrijwilligers wezen erop dat de formulering van dit prestatieveld de indruk wekt dat het vooral zou gaan om vrijwillige inzet in de zorg. Dit is echter niet de bedoeling. De doelstelling van de Wmo is ‘meedoen’ in de brede zin van het woord en het vereist dat vrijwillige inzet op alle terreinen van de samenleving ondersteund kan worden. Mantelzorg neemt in Nederland een belangrijke plaats in binnen het geheel van de zorg en welzijn. Uit gegevens van het SCP blijkt dat er 3,4 miljoen mensen zijn die zich wel op een of andere manier voor een ander inzetten. Natuurlijk zijn deze mensen niet allemaal even langdurig en intensief bezig. VWS richt zich beleidsmatig met name op de groep mensen waarvoor dit wel geldt. Daarbij wordt uitgegaan van een zorgperiode van tenminste 3 maanden en een intensiteit van tenminste 8 uur per week. Niet dat andere varianten minder belangrijk zijn, maar langdurige en intensieve zorgverlening gaat vaak gepaard met overbelasting en ontwrichting van de eigen leefsituatie. Belangrijkste doelen binnen het huidige beleid zijn: voorkomen van overbelasting, bieden van adequate ondersteuning, bevorderen van de emancipatie en participatie van mantelzorgers. 1
De belangrijkste verschillen samengevat: Mantelzorg (familieparticipatie) Extra zorg voor iemand in eigen kring/sociaal network Niet afdwingbaar door de overheid, in principe vrije keus, maar wel sprake van morele plicht (Meestal) geen bewuste keuze, het overkomt iemand Motivatie: uit liefde, verantwoordelijkheid, behulpzaamheid
Honorering: onbetaald Ongedifferentieerd, alle taken die zich voordoen Ongeorganiseerd Doorlopend, soms 24 uur per dag, 7 dagen per week Ondergewaardeerd, als vanzelfsprekend beschouwd Beperkend qua contacten Geen feedback Risico van overbelasting (fysiek en psychisch) en isolement zelf juridisch aansprakelijk voor hun activiteiten.
Vrijwillige zorg
Zorg/hulp naast of i.p.v. professionele zorg Niet afdwingbaar door overheid, wel stimulerend vrije keus Bewuste keuze Motivatie: uit liefde, verantwoordelijkheid, behulpzaamheid, maatschappelijke betrokkenheid, ervaring opdoen, verrijking van het eigen leven Honorering: onbetaald, mogelijk vergoeding Eigen keuze voor type werk Vanuit georganiseerd verband Afgebakend in tijd Waardering, wordt "mooi"gevonden Collegiale contacten Coördinatie, deskundigheidsbevordering Mogelijke druk vanwege vervaging van de grens tussen professionele en vrijwillige zorg de organisatie waar mee de vrijwilligers een overeenkomst heeft is aansprakelijk voor de activiteiten van de informele zorgverleners