Eenzaam maakt onzichtbaar, onzichtbaar maakt eenzaam. Interventiebundel Studiegebied Gezondheidszorg Opleiding Bachelor in de Ergotherapie Academiejaar 2014-2015 Module Bachelorproef
Promotor(s) Mevrouw Leen Vandenborre Ergotherapeut WZH Ter Meersch Student Rebecca Hove
Howest – departement Professionele Bachelors Kortrijk, Campus RDR, Renaat De Rudderlaan 6, 8500 Kortrijk
Eenzaam maakt onzichtbaar, onzichtbaar maakt eenzaam. Interventiebundel Studiegebied Gezondheidszorg Opleiding Bachelor in de Ergotherapie Academiejaar 2014-2015 Module Bachelorproef
Promotor(s) Mevrouw Leen Vandenborre Ergotherapeut WZH Ter Meersch Student Rebecca Hove
Howest – departement Professionele Bachelors Kortrijk, Campus RDR, Renaat De Rudderlaan 6, 8500 Kortrijk
WOORD VOORAF Deze interventiebundel maakt deel uit van het onderzoek naar de meerwaarde van eenzaamheidsinterventies op het emotioneel en het sociaal welbevinden bij de bewoners van een WZH. De eenzaamheidsinterventies die beschreven staan in deze bundel, horen bij de bachelorproef met titel “Eenzaam maakt onzichtbaar, onzichtbaar maakt eenzaam”. Voor een correcte interpretatie van de beschreven interventies, is het aangewezen om er de volledige scriptie bij te nemen. Rebecca Hove, Kortrijk, mei 2015.
INHOUDSOPGAVE Woord vooraf .......................................................................................................................................... 3 Inhoudsopgave ........................................................................................................................................ 4 Algemeen................................................................................................................................................. 5
1
Interventietype: algemene voorlichting en mentaliteitsverandering ....................................... 6 1.1
2
3
4
PowerPointpresentatie ........................................................................................................... 6
Interventietype: sociaal-culturele activering .......................................................................... 8 2.1
Quiz.......................................................................................................................................... 8
2.2
Bewegingsactiviteit ............................................................................................................... 10
2.3
Fruitsalade maken ................................................................................................................. 12
Interventietype: persoonlijke activering .............................................................................. 14 3.1
Individueel voorlezen “Sloeberke” ........................................................................................ 14
3.2
Bezoek aan de papegaai ........................................................................................................ 16
3.3
Gelaatsverzorging/ handverzorging ...................................................................................... 18
3.4
Afstandsbediening van televisie leren bedienen .................................................................. 20
Interventietype: cursussen, gespreksgroepen en therapie .................................................... 22 4.1
Reminiscentie-activiteit omtrent wonen en leven van vroeger............................................ 22
4.3
Reminiscentie-activiteit: memoryspel met foto’s van vroeger en nu ................................... 25
4.4 Reminiscentie-activiteit aan de hand van een fotospel omtrent voorwerpen uit de eigen kamer ............................................................................................................................................... 27 4.5
Reminiscentie-activiteit levensloopspel ................................................................................ 29
4.6
Eenzaamheidsganzenbord .................................................................................................... 32
4.7
Individueel gesprek aan de hand van foto’s.......................................................................... 34
4.8
Individueel gesprek aan de hand van foto’s.......................................................................... 36
4.9
Individueel gesprek aan de hand van vraagkaarten.............................................................. 38
4
ALGEMEEN In deze bundel vindt u de uitgeschreven eenzaamheidsinterventies terug die uitgevoerd werden tijdens het praktijkgericht toetsingsonderzoek. Sommige interventies behoren tot meerdere types eenzaamheidsinterventies. Om herhaling te voorkomen worden ze telkens maar bij één type uitgeschreven. Daarbovenop worden enkel de eenzaamheidsinterventies uitgeschreven die verdere uitleg nodig hebben. Sommige interventies spreken voor zich en hoeven geen verdere uitleg. Deze bundel dient dus louter om een idee te krijgen over de opstelling van de eenzaamheidsinterventies. De volgende interventietypes komen aan bod:
-
algemene voorlichting en mentaliteitsverandering
-
sociaal-culturele activering
-
persoonlijke activering
-
cursussen, gespreksgroepen en therapie
Alle interventies behoren tot het domein van de geriatrie (WZH Ter Meersch). De interventies zijn geschikt voor de doelgroep volwassenen en ouderen. De overkoepelede hoofddoelstelling van de interventies luidt als volgt: De bewoner bevordert zijn sociaal en emotioneel welbevinden.
5
1 INTERVENTIETYPE: ALGEMENE VOORLICHTING EN MENTALITEITSVERANDERING 1.1 PowerPointpresentatie
Domein: Geriatrie (WZH Ter Meersch)
Functiegebied: Intrapersoonlijk-interpersoonlijk
Handelingsgebied: (LW) Werken-leren
Doelgroep: Volwassenen & ouderen
Doelstelling(en): -
De bewoner verkrijgt kennis over eenzaamheidsgevoelens.
-
De bewoner geeft zijn eigen inbreng rond het onderwerp “eenzaamheid”, waardoor eenzaamheid bespreekbaar wordt. De bewoner kan dus van zich afspreken.
De bewoner treedt in contact met de andere deelnemers.
Context -
Middel- methodiek: PowerPointpresentatie: algemene voorlichting en mentaliteitsverandering
-
-
Tijdstip- duur o
Datum: 13/02/’15
o
Moment van de dag: voormiddag: 10u-11u
o
Voorziende duur: 1 uur
Locatie o
De activiteit gaat door in de cafetaria van WZH Ter Meersch op het gelijkvloers (De Coupure).
-
Individueel of in groep: o
De activiteit vindt plaats in groep, maar kan ook individueel worden aangeboden. Er nemen maximum tien bewoners aan deel. De activiteit wordt geleid door één ergotherapeut
-
-
Didactisch materiaal en materieel: o
Verbruiksmateriaal: niet van toepassing
o
Gebruiksmateriaal: een beamer, een pc en de afgedrukte PPT
o
Hulpmiddelen: niet van toepassing
Extra begeleiding of bijzonderheden: Er is geen extra begeleiding in de vorm van vrijwilligers of logistieke hulp nodig. 6
Verloop -
Inleiding: Alle deelnemende bewoners worden begeleid naar de cafetaria. De ergotherapeut verwoordt kort over welk onderwerp de interventie handelt en hoe lang de interventie duurt.
-
Midden: De ergotherapeut geeft een PowerPointpresentatie over het onderwerp “ouder worden en eenzaamheid”. Er wordt gebruik gemaakt van felle kleuren en sprekende afbeeldingen. Tijdens de PowerPointpresentatie worden vragen gesteld aan de deelnemers. Indien de interactie moeizaam verloopt, duidt de ergotherapeut telkens een deelnemer aan die moet antwoorden. Zo wordt er interactie gecreëerd met en tussen de deelnemers onderling. In de PowerPointpresentatie komen de volgende zaken kort aan bod: o
Ouder worden doorheen een roze bril: de noodzaak van een positieve houding.
o
De minder goede kanten van ouder worden en wat je er zelf aan kan doen.
o
Het activiteitenaanbod van WZH Ter Meersch en het belang van deelnemen aan deze activiteiten.
o -
Een bezinningstekst over eenzaamheid.
Slot: o
Afronden van de activiteit door middel van een Youtube video af te spelen: “Film over eenzaamheid (Coalitie Erbij)”.
o
Evaluatie van de activiteit: Wat vinden de bewoners van de activiteit? Is de activiteit volgens hen voor herhaling vatbaar? Wat verloopt goed en wat kan beter? De student bedankt de bewoners voor hun komst.
7
2 INTERVENTIETYPE: SOCIAAL-CULTURELE ACTIVERING 2.1 Quiz
Functiegebied: interpersoonlijk
Handelingsgebied: (SO) Spel-Ontspanning
Doelstelling(en):
-
De bewoner treedt in contact met de andere deelnemers.
-
De bewoner heeft een zinvolle dagbesteding.
Context -
Middel- methodiek: quiz
-
Tijdstip- duur
-
o
Datum: 03/04/’15
o
Moment van de dag: voormiddag: 10u tot 11u
o
Voorziende duur: 1 uur
Locatie o
De activiteit gaat door in de living ‘t Lijsternest van het WZH Ter Meersch op de fysieke zorgafdeling (De Coupure).
-
Individueel of in groep: o
-
-
De activiteit verloopt in groep en wordt geleid door één ergotherapeut. Er nemen maximum tien personen aan deel.
Didactisch materiaal en materieel: o
Verbruiksmateriaal: balpennen en papier
o
Gebruiksmateriaal: quiz vraagkaarten
o
Hulpmiddelen: niet van toepassing
Extra begeleiding of bijzonderheden: Er is geen extra begeleiding in de vorm van vrijwilligers of logistieke hulp nodig.
Verloop -
Inleiding De ergotherapeut verdeelt alle deelnemers in 2 groepen. Hierbij wordt er rekening gehouden met de mentale capaciteiten van de deelnemers, zodat de groepen aan elkaar gewaagd zijn. Er wordt ook voor gezorgd dat er in iedere groep 1 persoon aanwezig is die kan schrijven.
8
De ergotherapeut legt kort en krachtig het verloop en het doel van het spel uit. Ze deelt mee hoe lang de activiteit zal duren, wanneer er pauze wordt gehouden en hoe de puntenverdeling wordt bijgehouden. -
Midden De quizvragen worden één voor één gesteld en worden meermaals herhaald indien er bewoners zijn die de vraag niet duidelijk gehoord hebben. Wanneer iedere groep zijn antwoord heeft neergeschreven, geeft de ergotherapeut luidop het correcte antwoord. Indien dit antwoord werd neergeschreven, krijgt de groep het aantal punten die bij de vraag horen. Beide groepen zitten aan een afzonderlijke tafel. Op beide tafels wordt de puntenscore duidelijk zichtbaar genoteerd op blad papier. Uiteindelijk wordt de winnende groep bekend gemaakt.
-
Slot o
Evaluatie van de activiteit: Wat vinden de bewoners van de activiteit? Is de activiteit volgens hen voor herhaling vatbaar? Wat verloopt goed en wat kan beter? De student bedankt de bewoners voor hun komst en biedt hen nog een drankje aan.
9
2.2 Bewegingsactiviteit
Functiegebied: Intrapersoonlijk-interpersoonlijk
Handelingsgebied: (SO) Spel-Ontspanning
Doelstelling(en):
-
De bewoner treedt in contact met de andere deelnemers.
-
De bewoner heeft een zinvolle dagbesteding.
-
De bewoner behoudt zijn fysieke mogelijkheden.
Context -
Middel- methodiek: bewegingsactiviteit
-
Tijdstip- duur
-
o
Datum: 31/03/’15
o
Moment van de dag: voormiddag: 15u tot 15u30
o
Voorziende duur: 30 min.
Locatie o
De activiteit gaat door in De Living ‘t Lijsternest van het WZH Ter Meersch op de fysieke zorgafdeling (De Coupure).
-
Individueel of in groep: o
De activiteit verloopt in groep en wordt geleid door één ergotherapeut. Er nemen maximum tien personen aan deel.
-
-
Didactisch materiaal en materieel: o
Verbruiksmateriaal: niet van toepassing
o
Gebruiksmateriaal: twee ballen, zandzakjes, een hoepel, een parachute en kegels
o
Hulpmiddelen: niet van toepassing
Extra begeleiding of bijzonderheden: Er is geen extra begeleiding in de vorm van vrijwilligers of logistieke hulp nodig.
Verloop -
Inleiding De deelnemers plaatsen zich in een kring (krijgen hier de nodige begeleiding bij). De ergotherapeut deelt kort het verloop en de duur van de activiteit mee.
-
Midden De volledige bewegingsactiviteit bestaat uit 4 spelen:
10
o
(1) Er wordt gestart met een bal. De bal wordt doorgegeven in de kring. Halverwege moet de bal in tegenovergestelde richting verder worden doorgegeven. Vervolgens wordt er een tweede bal opgenomen in de kring en moeten beide ballen worden doorgegeven. Hierna wordt de bal op de grond geplaatst. De bal mag niet uit de kring worden geschopt. Een volgende baloefening is om de bal 10 keer achtereensvolgens naar een andere bewoner te gooien, zonder dat hij hierbij de grond raakt.
o
(2) Iedere deelnemer krijgt een zandzakje. De hoepel wordt in het midden van de kring geplaatst. Iedere deelnemer gooit elk om beurt zijn zandzakje in de hoepel. Dit spel wordt twee keer herhaald.
o
(3) Iedere deelnemer houdt een lus/de rand van de parachute vast. De ergotherapeut plaatst een bal op de parachute. De bal moet zo snel mogelijk doorheen het gat, dat zich in het midden van de parachute bevindt, rollen. Vervolgens moet de bal zo snel mogelijk op het kleur rood gebracht worden. Dit spel wordt twee keer herhaald.
o
(4) De kegels worden in het midden van de kring geplaatst. Om de beurt gooit iedere deelnemer met een bal. De bedoeling is om zo snel mogelijk alle kegels omver te gooien. Dit spel wordt twee keer herhaald.
-
Slot o
Evaluatie van de activiteit: Wat vinden de bewoners van de activiteit? Is de activiteit volgens hen voor herhaling vatbaar? Wat verloopt goed en wat kan beter? De student bedankt de bewoners voor hun komst en biedt hen nog een drankje aan.
11
2.3 Fruitsalade maken
Functiegebied: interpersoonlijk
Handelingsgebied: (SO) Spel-Ontspanning + (LW) Leren-Werken
Doelstelling(en):
-
De bewoner treedt in contact met de andere deelnemers.
-
De bewoner heeft een zinvolle dagbesteding.
Context -
Middel- methodiek: fruitsalade maken
-
Tijdstip- duur
-
o
Datum: 01/04/’15
o
Moment van de dag: voormiddag: 10u tot 11u
o
Voorziende duur: 1 uur
Locatie o
De activiteit gaat door in de living ‘t Lijsternest van het WZH Ter Meersch op de fysieke zorgafdeling (De Coupure).
-
Individueel of in groep: o
De activiteit verloopt in groep en wordt geleid door één ergotherapeut. Er nemen maximum tien personen aan deel.
-
-
Didactisch materiaal en materieel: o
Verbruiksmateriaal: +/- 30 stukken fruit + 1 citroen, 30 plastiekbekertjes
o
Gebruiksmateriaal: 6 snijmessen en snijplanken, borden
o
Hulpmiddelen: niet van toepassing
Extra begeleiding of bijzonderheden: Er is geen extra begeleiding in de vorm van vrijwilligers of logistieke hulp nodig.
Verloop -
Inleiding De ergotherapeut verdeelt de taken onder de bewoners. Waar nodig wordt begeleiding gegeven bij het snijden van het fruit. Er wordt telkens getoond hoe het fruit moet gesneden worden.
-
Midden De bewoners snijden het fruit in stukken en krijgen hierbij de nodige begeleiding. Ondertussen wordt er een babbeltje geslagen tussen de bewoners onderling. 12
-
Slot o
Evaluatie van de activiteit: Wat vinden de bewoners van de activiteit? Is de activiteit volgens hen voor herhaling vatbaar? Wat verloopt goed en wat kan beter? De student bedankt de bewoners voor hun komst en biedt hen nog een drankje aan.
13
3 INTERVENTIETYPE: PERSOONLIJKE ACTIVERING 3.1 Individueel voorlezen “Sloeberke”
Functiegebied: Intrapersoonlijk-interpersoonlijk
Handelingsgebied: (SO) Spel-Ontspanning
Doelstelling(en): -
De bewoner is op de hoogte van de actualiteit van de voorziening waardoor zijn participatie toeneemt.
-
De deelnemer verkrijgt een positief gevoel door herinneringen aan vroeger op te halen.
-
De bewoner heeft een zinvolle dagbesteding.
Context -
Middel- methodiek: individueel voorlezen van het “Sloeberke”
-
Tijdstip- duur
-
o
Datum: 31/03/’15
o
Moment van de dag: voormiddag: 10u tot 10u30
o
Voorziende duur: 30 min.
Locatie o
De activiteit gaat door op de kamer van de bewoner. Dit vormt een vertrouwde en rustige omgeving voor de persoon.
-
Individueel of in groep: o
-
-
Het gaat om een individuele activiteit die geleid wordt door de ergotherapeut
Didactisch materiaal en materieel: o
Verbruiksmateriaal: niet van toepassing
o
Gebruiksmateriaal: het “Sloeberke” (maandelijks krantje van het woonzorghuis)
o
Hulpmiddelen: niet van toepassing
Extra begeleiding of bijzonderheden: Er is geen extra begeleiding in de vorm van vrijwilligers of logistieke hulp nodig.
Verloop -
Inleiding De bewoner wordt naar zijn kamer begeleid.
14
-
Midden De gewenste delen van het “Sloeberke” worden voorgelezen door de ergotherapeut. Dit omdat de persoon in kwestie niet meer in staat is om zelf te lezen. Er wordt in interactie getreden met de bewoner. De ergotherapeut stelt vragen.
-
Slot o
Evaluatie van de activiteit: Wat vindt de bewoonster van de activiteit? Is de activiteit volgens haar voor herhaling vatbaar? Wat verloopt goed en wat kan beter?
15
3.2 Bezoek aan de papegaai
Functiegebied: Intrapersoonlijk-interpersoonlijk
Handelingsgebied: (SO) Spel-Ontspanning
Doelstelling(en): -
De bewoner heeft een zinvolle dagbesteding.
-
De bewoner verkrijgt een verantwoordelijkheidsgevoel door het verzorgen van de papegaai. Dit draagt bij aan het eigenwaardegevoel van de persoon.
Context -
Middel- methodiek: bezoek aan de papegaai
-
Tijdstip- duur
-
o
Datum: 09/04/’15
o
Moment van de dag: namiddag: van 14u tot 14u30
o
Voorziende duur: 30 min.
Locatie o
-
Individueel of in groep: o
-
-
De activiteit gaat door in de gangen en de inkomhal van WZH Ter Meersch.
Het gaat om een individuele activiteit die geleid wordt door de ergotherapeut.
Didactisch materiaal en materieel: o
Verbruiksmateriaal: voedsel
o
Gebruiksmateriaal: niet van toepassing
o
Hulpmiddelen: niet van toepassing
Extra begeleiding of bijzonderheden: Er is geen extra begeleiding in de vorm van vrijwilligers of logistieke hulp nodig.
Verloop -
Inleiding De bewoner wordt arm in arm begeleid naar de inkomhal.
-
Midden Onder begeleiding van de ergotherapeut vult de bewoner de voederbakjes van de papegaai.
-
Slot o
Evaluatie van de activiteit: 16
Wat vindt de bewoonster van de activiteit? Is de activiteit volgens haar voor herhaling vatbaar? Wat verloopt goed en wat kan beter?
17
3.3 Gelaatsverzorging/ handverzorging
Functiegebied: Intrapersoonlijk-interpersoonlijk
Handelingsgebied: (SO) Spel-Ontspanning
Doelstelling(en): -
De bewoner heeft een zinvolle dagbesteding. De bewoner ontspant zich mentaal volledig. De bewoner verhoogt zijn eigenwaardegevoel.
Context -
Middel- methodiek: gelaatsverzorging/ handverzorging
-
Tijdstip- duur
-
o
Datum: 05/04/’15
o
Moment van de dag: namiddag: van 14u tot 14u30
o
Voorziende duur: 30 min.
Locatie o
De activiteit gaat door op de kamer van de bewoner. Dit vormt een vertrouwde en rustige omgeving voor de persoon.
-
Individueel of in groep: o
-
Het gaat om een individuele activiteit die geleid wordt door de ergotherapeut.
Didactisch materiaal en materieel: o
Verbruiksmateriaal: gezichtscrème, wattenschijfjes, make-up, wattenstaafjes, nagelknipper en nagellak
-
o
Gebruiksmateriaal: handdoek, washandje, radio
o
Hulpmiddelen: niet van toepassing
Extra begeleiding of bijzonderheden: Er is geen extra begeleiding in de vorm van vrijwilligers of logistieke hulp nodig.
Verloop -
Inleiding De ergotherapeut legt kort het verloop van de activiteit uit en luistert naar de wensen van de bewoner.
-
Midden Terwijl achtergrondmuziek voor de nodige sfeer zorgt, wordt de bewoner in een comfortabele houding geplaatst. De verschillende deelhandelingen worden uitgevoerd. 18
-
Slot o
Evaluatie van de activiteit: Wat vindt de bewoonster van de activiteit? Is de activiteit volgens haar voor herhaling vatbaar? Wat verloopt goed en wat kan beter?
19
3.4 Afstandsbediening van televisie leren bedienen
Functiegebied: Intrapersoonlijk-interpersoonlijk
Handelingsgebied: (SO) Spel-Ontspanning
Doelstelling(en):
-
De bewoner kan de afstandsbediening van de televisie zelfstandig bedienen.
-
De bewoner heeft een zinvolle dagbesteding.
-
De bewoner verhoogt zijn eigenwaardegevoel.
Context -
Middel- methodiek: afstandsbediening van de televisie leren bedienen
-
Tijdstip- duur
-
o
Datum: 05/04/’15
o
Moment van de dag: namiddag: van 14u tot 14u30
o
Voorziende duur: 30 min.
Locatie o
De activiteit gaat door op de kamer van de bewoner. Dit vormt een vertrouwde en rustige omgeving voor de persoon.
-
Individueel of in groep: o
-
-
Het gaat om een individuele activiteit die geleid wordt door de ergotherapeut.
Didactisch materiaal en materieel: o
Verbruiksmateriaal: niet van toepassing
o
Gebruiksmateriaal: televisie, afstandsbediening, foto met uitleg bij de toetsen
o
Hulpmiddelen: niet van toepassing
Extra begeleiding of bijzonderheden: Er is geen extra begeleiding in de vorm van vrijwilligers of logistieke hulp nodig.
Verloop -
Inleiding De ergotherapeut legt kort het verloop van de activiteit uit.
-
Midden Aan de hand van de foto, verduidelijkt de ergotherapeut hoe de bewoner met de afstandsbediening te werk moet gaan. De ergotherapeut demonstreert iedere handeling, terwijl zij deze luidop verwoordt. Ze herhaalt dit nogmaals en stelt vragen aan de bewoner om na te gaan of de bewoner de stappen begrijpt en meevolgt. Daarna wordt 20
de handeling opnieuw uitgevoerd, waarbij de ergotherapeut aan de bewoner vraagt te verwoorden welke stappen doorlopen worden. Vervolgens voert de bewoner nu zelf de stappen uit, terwijl hij luidop verwoordt wat hij doet. Deze stap wordt een paar keer herhaald tot de bewoner dit onder de knie heeft en de handeling volledig zelfstandig kan uitvoeren.
-
Slot o
Evaluatie van de activiteit: Wat vindt de bewoonster van de activiteit? Is de activiteit volgens haar voor herhaling vatbaar? Wat verloopt goed en wat kan beter? Wanneer kan de interventie herhaald worden? Er wordt een dag vastgelegd.
21
4 INTERVENTIETYPE: CURSUSSEN, GESPREKSGROEPEN EN THERAPIE 4.1 Reminiscentie-activiteit omtrent wonen en leven van vroeger
Functiegebied: Intrapersoonlijk-interpersoonlijk
Handelingsgebied: (SO) Spel-Ontspanning
Doelstelling(en):
-
De bewoner treedt in contact met de andere deelnemers.
-
De bewoner verkrijgt een positief gevoel door herinneringen aan vroeger op te halen.
-
De bewoner kan van zich afspreken.
-
De bewoner heeft een zinvolle dagbesteding.
Context -
Middel- methodiek: reminiscentie-activiteit omtrent wonen en leven van vroeger
-
Tijdstip- duur
-
o
Datum: 20/02/’15
o
Moment van de dag: voormiddag: 10u-11u
o
Voorziende duur: 1 uur
Locatie o
De activiteit gaat door in de living ‘t Lijsternest van het WZH Ter Meersch op de fysieke zorgafdeling (De Coupure).
-
Individueel of in groep: o
De activiteit verloopt in groep en wordt geleid door één ergotherapeut. Er nemen maximum tien personen aan deel.
-
-
Didactisch materiaal en materieel: o
Verbruiksmateriaal: niet van toepassing
o
Gebruiksmateriaal: het spelbord, een dobbelsteen met kleuren en vraagkaarten
o
Hulpmiddelen: niet van toepassing
Extra begeleiding of bijzonderheden: Er is geen extra begeleiding in de vorm van vrijwilligers of logistieke hulp nodig.
Verloop -
Inleiding De ergotherapeut legt kort het verloop en het doel van het spel uit. Ze toont aan hoe het spel werkt door middel van een korte demonstratie. Ze overloopt het volledige spelbord 22
en de verschillende kleuren die erop staan. Om zich ervan te verzekeren dat de deelnemers begrijpen hoe het spel werkt, stelt de ergotherapeut een aantal vragen aan de deelnemers over het verloop van het spel. Iedere bewoner krijgt zijn eigen spelbord. Zo kan de bewoner het spelbord duidelijk zien, wat zijn aandacht verhoogt. -
Midden Het spel wordt gespeeld: Het spelbord heeft de vorm van een huis, waarbij iedere kamer een andere kleur heeft. Iedere speler gooit om beurt met de dobbelsteen. De kleur die de dobbelsteen aantoont, correspondeert telkens met een bepaalde kamer op het spelbord en de bijhorende vraagkaarten. De deelnemer neemt een kaart in het kleur dat de dobbelsteen aangeeft. De vraag handelt over de kamer op het spelbord die hetzelfde kleur heeft.
Bv. groen-tuin: “Bracht u vroeger veel tijd door in de tuin?“ geel-slaapkamer: “Had u vroeger als kind een eigen slaapkamer?” blauw-badkamer: “Had u vroeger een wasmachine?” roze-living: “Had u een kolenkachel? Waar werden de kolen bewaard?” rood-keuken: “Wat vindt u een echt menu voor op zondag?” bruin-zolder: “Bent u wel eens op een hooizolder geweest?”
23
-
Slot o
Evaluatie van de activiteit: Wat vinden de bewoners van de activiteit? Is de activiteit volgens hen voor herhaling vatbaar? Wat verloopt goed en wat kan beter? De student bedankt de bewoners voor hun komst en biedt hen nog een drankje aan.
24
4.3 Reminiscentie-activiteit: memoryspel met foto’s van vroeger en nu
Functiegebied: Intrapersoonlijk-interpersoonlijk
Handelingsgebied: (SO) Spel-Ontspanning
Doelstelling(en):
-
De bewoner treedt in contact met de andere deelnemers.
-
De bewoner verkrijgt een positief gevoel door herinneringen aan vroeger op te halen.
-
De bewoner heeft een zinvolle dagbesteding.
Context -
Middel- methodiek: reminiscentie-activiteit: memoryspel met foto’s van vroeger en nu
-
Tijdstip- duur
-
o
Datum: 09/03/’15
o
Moment van de dag: voormiddag: 9u30-10u30
o
Voorziende duur: 1 uur
Locatie o
De activiteit gaat door in de living ‘t Lijsternest van het WZH Ter Meersch op de fysieke zorgafdeling (De Coupure).
-
Individueel of in groep: o
De activiteit verloopt in groep en wordt geleid door één ergotherapeut. Er nemen maximum tien personen aan deel.
-
-
Didactisch materiaal en materieel: o
Verbruiksmateriaal: niet van toepassing
o
Gebruiksmateriaal: memorykaarten met foto’s van vroeger en nu
o
Hulpmiddelen: niet van toepassing
Extra begeleiding of bijzonderheden: Er is geen extra begeleiding in de vorm van vrijwilligers of logistieke hulp nodig.
Verloop -
Inleiding Als inleiding op het memoryspel, overloopt de ergotherapeut alle foto’s van vroeger en nu. Aan de hand van de foto’s wordt er een gesprek op gang gebracht tussen de bewoners en met de ergotherapeut.
25
-
Midden Het spel wordt gespeeld: Op de fysieke zorgafdeling: Iedere bewoner mag om beurt 2 foto’s omkeren. Hierbij is het de bedoeling om de foto van vroeger en de foto van nu aan elkaar te koppelen. Dit gebeurt 4 keer met +/- een 6-tal kaarten. De bewoner die het grootste aantal foto’s aan elkaar weet te koppelen, wint. Op de extra zorgafdeling: zie inleiding.
-
Slot o
Evaluatie van de activiteit: Wat vinden de bewoners van de activiteit? Is de activiteit volgens hen voor herhaling vatbaar? Wat verloop goed en wat kan beter? De student bedankt de bewoners voor hun komst en biedt hen nog een drankje aan.
26
4.4 Reminiscentie-activiteit aan de hand van een fotospel omtrent voorwerpen uit de eigen kamer
Functiegebied: Intrapersoonlijk-interpersoonlijk
Handelingsgebied: (SO) Spel-Ontspanning
Doelstelling(en):
-
De bewoner treedt in contact met de andere deelnemers.
-
De bewoner verkrijgt een positief gevoel door herinneringen aan vroeger op te halen.
-
De bewoner kan “van zich afspreken”.
-
De bewoner heeft een zinvolle dagbesteding.
Context -
Middel- methodiek: reminiscentie-activiteit aan de hand van een fotospel omtrent voorwerpen uit de eigen kamer
-
-
Tijdstip- duur o
Datum: 16/03/’15
o
Moment van de dag: voormiddag: 15u-16u
o
Voorziende duur: 1 uur
Locatie o
De activiteit gaat door in de living ‘t Lijsternest” van het WZH Ter Meersch op de fysieke zorgafdeling (De Coupure).
-
Individueel of in groep: o
De activiteit verloopt in groep en wordt geleid door één ergotherapeut. Er nemen maximum tien personen aan deel.
-
-
Didactisch materiaal en materieel: o
Verbruiksmateriaal: niet van toepassing
o
Gebruiksmateriaal: fototoestel, printer, foto’s
o
Hulpmiddelen: niet van toepassing
Extra begeleiding of bijzonderheden: Er is geen extra begeleiding in de vorm van vrijwilligers of logistieke hulp nodig.
Verloop -
Inleiding
27
Als inleiding wordt het verloop van de activiteit uitgelegd. Hierbij wordt er verteld dat er bij elke deelnemer foto’s werden gemaakt van voorwerpen die hen dierbaar zijn. Deze foto’s werden afgedrukt en zullen nu één voor één getoond worden. -
Midden Indien iemand de foto denkt te herkennen, raadt hij aan wie de foto toebehoort. Wanneer de correcte persoon uiteindelijk geraden wordt, vertelt deze iets over zijn foto. De persoon in kwestie vertelt wat er op de foto te zien is en waarom hij voor deze foto kiest. Andere deelnemers mogen hierop reageren en de ergotherapeut pikt hierop in, waardoor er interactie ontstaat. De deelnemers leren elkaar op een andere manier kennen.
-
Slot o
Evaluatie van de activiteit: Wat vinden de bewoners van de activiteit? Is de activiteit volgens hen voor herhaling vatbaar? Wat verloopt goed en wat kan beter? De student bedankt de bewoners voor hun komst en biedt hen nog een drankje aan.
28
4.5 Reminiscentie-activiteit levensloopspel
Functiegebied: Intrapersoonlijk-interpersoonlijk
Handelingsgebied: (SO) Spel-Ontspanning
Doelstelling(en):
-
De bewoner treedt in contact met de andere deelnemers.
-
De bewoner verkrijgt een positief gevoel door herinneringen aan vroeger op te halen.
-
De bewoner kan van zich afspreken.
-
De bewoner heeft een zinvolle dagbesteding.
Context -
Middel- methodiek: reminiscentie-activiteit levensloopspel
-
Tijdstip- duur
-
o
Datum: 17/03/’15
o
Moment van de dag: voormiddag: voormiddag: 10u-11u
o
Voorziende duur: 1 uur
Locatie o
De activiteit gaat door in de living ‘t Lijsternest van het WZH Ter Meersch op de fysieke zorgafdeling (De Coupure).
-
Individueel of in groep: o
De activiteit verloopt in groep en wordt geleid door één ergotherapeut. Er nemen maximum twaalf personen aan deel.
-
-
Didactisch materiaal en materieel: o
Verbruiksmateriaal: niet van toepassing
o
Gebruiksmateriaal: dobbelsteen, spelbord, spelkaarten en puzzelondergronden
o
Hulpmiddelen: niet van toepassing
Extra begeleiding of bijzonderheden: Er is geen extra begeleiding in de vorm van vrijwilligers of logistieke hulp nodig.
Verloop -
Inleiding Op de fysieke zorgafdeling: De ergotherapeut legt kort het verloop en het doel van het spel uit. Ze toont aan hoe het spel werkt door middel van een korte demonstratie. Ze overloopt het volledige spelbord en de verschillende thema’s (geloof, vrije tijd, liefde, opvoeding, school en werk) en de kleuren die er op staan. De 12 deelnemers worden door de ergotherapeut onderverdeeld in 6 groepen van telkens 2 personen. Iedere groep 29
krijgt een puzzelondergrond in hetzelfde kleur als het thema waarover hij vraagkaarten wenst. Op de extra zorgafdeling: Er wordt niet gewerkt met de dobbelsteen, omdat dit voor verwarring en rustratie zou zorgen. Wanneer een deelnemer aan beurt is neemt/krijgt hij meteen een kaart volgens de kleur van zijn puzzelondergrond. Elke deelnemer is hierdoor even snel klaar met het maken van zijn puzzel. -
Midden Iedere bewoner mag om beurt met de dobbelsteen gooien (per ronde wordt er dus twee keer gegooid per groep). Enkel wanneer het kleur van de eigen puzzelondergrond gegooid wordt, mag de persoon een vraagkaart nemen in hetzelfde kleur. Er wordt over de vraag gesproken met alle deelnemers. De achterzijde van iedere vraagkaart vormt een genummerd puzzelstuk. De groep die als eerste alle vraagkaarten, en dus alle puzzelstukken van zijn kleur verzameld heeft, wint.
Bv. lichtblauw-opvoeding: “Had je broers/zussen? Had je er een goede band mee?” geel-geloof: “Moest je de catechismus kennen?” groen- vrije tijd: “Luisterde je vroeger naar muziek? Kan je me een liedje noemen?” roze-liefde: “Hoe vroeg je man je ten huwelijk?” donkerblauw-school: “Welke straffen gaven ze vroeger bij u op school?” paars-werk: ”Welk beroep heb je uitgevoerd? Hoeveel jaar?” 30
-
Slot o
Evaluatie van de activiteit: Wat vinden de bewoners van de activiteit? Is de activiteit volgens hen voor herhaling vatbaar? Wat verloopt goed en wat kan beter? De student bedankt de bewoners voor hun komst en biedt hen nog een drankje aan.
31
4.6 Eenzaamheidsganzenbord
Functiegebied: Intrapersoonlijk-interpersoonlijk
Handelingsgebied: (SO) Spel-Ontspanning
Doelstelling(en): -
De bewoner kan “van zich afspreken” en kan eenzaamheidsgevoelens bespreekbaar maken.
De bewoner treedt in contact met de andere deelnemers. De bewoner heeft een zinvolle dagbesteding.
Context -
Middel- methodiek: reminiscentie-activiteit eenzaamheidsganzenbord
-
Tijdstip- duur
-
o
Datum: 18/03/’15
o
Moment van de dag: voormiddag: 10u-11u
o
Voorziende duur: 1 uur
Locatie o
De activiteit gaat door in de living ‘t Lijsternest van het WZH Ter Meersch op de fysieke zorgafdeling (De Coupure).
-
Individueel of in groep: o
De activiteit verloopt in groep en wordt geleid door één ergotherapeut. Er nemen maximum twaalf personen aan deel.
-
-
Didactisch materiaal en materieel: o
Verbruiksmateriaal: niet van toepassing
o
Gebruiksmateriaal: dobbelsteen, spelbord
o
Hulpmiddelen: niet van toepassing
Extra begeleiding of bijzonderheden: Er is geen extra begeleiding in de vorm van vrijwilligers of logistieke hulp nodig.
Verloop -
Inleiding De ergotherapeut legt kort het verloop en het doel van het spel uit. Ze toont aan hoe het spel werkt door middel van een korte demonstratie
32
-
Midden Elke bewoner gooit om beurt met de dobbelsteen. De bewoner gaat evenveel vakjes vooruit als hij ogen gooit. Ieder nummer correspondeert met een vraag omtrent ouder worden en/of eenzaamheid.
Bv. “Wat doe je wanneer je je wat minder goed voelt?” “Ben je liever alleen of zit je graag in gezelschap?” “Denk je nog vaak aan vroeger?” “Heb je veel mensen waarop je volledig kan vertrouwen?” “Had je graag zelf nog huisdieren gewild? Zo ja, welke?” “Voelt iedereen zich wel eens eenzaam in het leven?” “Wat kunnen we doen wanneer we ons eenzaam voelen?” “Kan iemand alleen zijn zonder eenzaam te zijn?” -
Slot o
Evaluatie van de activiteit: Wat vinden de bewoners van de activiteit? Is de activiteit volgens hen voor herhaling vatbaar? Wat verloopt goed en wat kan beter? De student bedankt de bewoners voor hun komst en biedt hen nog een drankje aan.
33
4.7 Individueel gesprek aan de hand van foto’s (door middel van een PowerPointpresentatie)
Functiegebied: Intrapersoonlijk-interpersoonlijk
Handelingsgebied: (SO) Spel-Ontspanning
Doelstelling(en): -
o
De deelnemer verkrijgt een positief gevoel door herinneringen aan vroeger op te halen. De bewoner heeft een zinvolle dagbesteding.
Context -
Middel- methodiek: individueel gesprek aan de hand van foto’s (door middel van een PowerPointpresentatie)
-
-
Tijdstip- duur o
Datum: 16/03/’15
o
Moment van de dag: voormiddag: 15u30-16u
o
Voorziende duur: 30 min.
Locatie o
De activiteit gaat door op de kamer van de bewoner. Dit vormt een vertrouwde en rustige omgeving voor de persoon.
-
Individueel of in groep: o
-
-
Het gaat om een individuele activiteit die geleid wordt door de ergotherapeut.
Didactisch materiaal en materieel: o
Verbruiksmateriaal: niet van toepassing
o
Gebruiksmateriaal: laptop
o
Hulpmiddelen: niet van toepassing
Extra begeleiding of bijzonderheden: Er is geen extra begeleiding in de vorm van vrijwilligers of logistieke hulp nodig.
o
Verloop -
Inleiding De bewoonster wordt begroet en wordt begeleid naar haar kamer.
-
Midden Aan de hand van een PowerPoint worden foto’s en filmpjes van Parijs (een stad waar de bewoonster al geweest is) overlopen. Deze vormen voor haar een trigger voor het ophalen van herinneringen aan vroeger. De ergotherapeut stelt vragen en geeft bij elke 34
foto wat uitleg. Er worden foto’s getoond van bekende toeristische plaatsen in Parijs zoals Montmartre, de Eifeltoren, de Sacre coeur, de Champs Elysées, de Notre Dame, … Als einde wordt het liedje “Paris ‘s éveille” afgespeeld. -
Slot o
Evaluatie van de activiteit: Wat vinden de bewoners van de activiteit? Is de activiteit volgens hen voor herhaling vatbaar? Wat verloopt goed en wat kan beter?
35
4.8 Individueel gesprek aan de hand van foto’s
Functiegebied: Intrapersoonlijk-interpersoonlijk
Handelingsgebied: (SO) Spel-Ontspanning
Doelstelling(en):
-
De deelnemer verkrijgt een positief gevoel door herinneringen aan vroeger op te halen.
-
De bewoner kan “van zich afspreken”.
-
De bewoner heeft een zinvolle dagbesteding.
Context -
Middel- methodiek: individueel gesprek aan de hand van foto’s
-
Tijdstip- duur
-
o
Datum: 17/03/’15
o
Moment van de dag: voormiddag: 15u30-16u
o
Voorziende duur: 30 min.
Locatie o
De activiteit gaat door op de kamer van de bewoner. Dit vormt een vertrouwde en rustige omgeving voor de persoon.
-
Individueel of in groep: o
-
-
Het gaat om een individuele activiteit die geleid wordt door de ergotherapeut.
Didactisch materiaal en materieel: o
Verbruiksmateriaal: niet van toepassing
o
Gebruiksmateriaal: de afgedrukte foto’s
o
Hulpmiddelen: niet van toepassing
Extra begeleiding of bijzonderheden: Er is geen extra begeleiding in de vorm van vrijwilligers of logistieke hulp nodig.
Verloop -
Inleiding De bewoonster wordt begroet en wordt begeleid naar haar kamer.
-
Midden Foto’s van dieren in de zoo worden overlopen. Deze foto’s vormen voor de bewoonster triggers voor het ophalen van herinneringen aan vroeger. De bewoonster gaf eerder aan dat ze graag nog eens naar de zoo zou willen, maar dat dit fysiek niet meer mogelijk is. 36
De ergotherapeut stelt vragen en geeft bij elke foto wat uitleg. De foto’s zijn afgedrukt op A4 formaat en zijn dus duidelijk zichtbaar voor de bewoner. -
Slot o
Evaluatie van de activiteit: Wat vindt de bewoonster van de activiteit? Is de activiteit volgens haar voor herhaling vatbaar? Wat verloopt goed en wat kan beter?
37
4.9 Individueel gesprek aan de hand van vraagkaarten
Functiegebied: Intrapersoonlijk-interpersoonlijk
Handelingsgebied: (SO) Spel-Ontspanning
Doelstelling(en):
-
De deelnemer verkrijgt een positief gevoel door herinneringen aan vroeger op te halen.
-
De bewoner kan van zich afspreken.
-
De bewoner heeft een zinvolle dagbesteding.
Context -
Middel- methodiek: Individueel gesprek aan de hand van vraagkaarten
-
Tijdstip- duur
-
o
Datum: 10/03/’15
o
Moment van de dag: voormiddag: 10u tot 10u30
o
Voorziende duur: 30 min.
Locatie o
De activiteit gaat door op de kamer van de bewoner. Dit vormt een vertrouwde en rustige omgeving voor de persoon.
-
Individueel of in groep: o
-
-
Het gaat om een individuele activiteit die geleid wordt door de ergotherapeut.
Didactisch materiaal en materieel: o
Verbruiksmateriaal: niet van toepassing
o
Gebruiksmateriaal: vraagkaarten
o
Hulpmiddelen: niet van toepassing
Extra begeleiding of bijzonderheden: Er is geen extra begeleiding in de vorm van vrijwilligers of logistieke hulp nodig.
Verloop -
Inleiding De ergotherapeut begroet de bewoner en begeleidt hem naar zijn kamer.
-
Midden De vraagkaarten dienen als leidraad voor het opbouwen van een gesprek met de bewoner.
38
-
Slot o
Evaluatie van de activiteit: Wat vindt de bewoonster van de activiteit? Is de activiteit volgens haar voor herhaling vatbaar? Wat verloopt goed en wat kan beter?
39
40