? m a a z n e e s m o s n e d 2 Zijn paar 1. “Ha, die Bles!” “Hé, Beauty! Lang geleden dat ik je nog eens gezien heb!” “Je kent mij toch nog!” “Natuurlijk, met mijn paardengeheugen is nog niets mis, hoor.“ ”Inderdaad,‘vergeten’ staat niet in ons woordenboek.” “Wat mensen ons eenmaal geleerd hebben, vergeten wij nooit meer.” “Ja, maar als ze ons slecht behandelen, onthouden wij het ook voor altijd!”
2. “Ha, die Bles! Ben ik blij je nog eens te zien! Ik voel mij echt eenzaam, helemaal alleen in de stal en de weide. Gelukkig vertroetelt mijn baas me dagelijks met een stevige borstelbeurt. En dan vertelt hij er maar op los. Niet echt zaken waar wij, paarden, van wakker liggen, maar dan ben ik toch eventjes niet alleen!” “Ja, Beauty, mensen vergeten vaak dat wij gewoon zijn om in een kudde te leven. Ik kan mij best voorstellen dat jij je een beetje eenzaam voelt, zo zonder gezelschap. Ik heb wel meer geluk dan jij, want mijn baasje heeft voor gezelschap gezorgd. Zo is er een pony voor de kinderen, en ook de kippen en schapen die in de weide rondlopen zorgen voor een welkome afleiding.”
14 Grasspriet 14 – Paarden
3.
Als je schrik hebt, loop je toch weg ...
“Bles, je ziet er zo ongelukkig uit! Problemen met je baas?” “Ja, gisteren op een wandeling langs de vaart is hij van mijn rug gevallen!”
5. Paardenfluisteren voor beginnelingen: hinniken = begroeten of waarschuwen voor dreigend gevaar
“Wat heb je nu weer uitgespookt? Was je kwaad op hem? Of prikte hij te hard met zijn sporen in je flank?” “Neen, ik kon er niets aan doen. We waren beiden aan het genieten van een leuke wandeling toen er plotseling twee vliegtuigen met veel lawaai overvlogen.”
snuiven = ik ben bang
“Daar ben je natuurlijk van geschrokken...” “...En op de vlucht geslagen. Dat had mijn baas niet verwacht... met het gekende gevolg...”
gesloten mond en opengesperde neusgaten = ik ben bang en gespannen
“Wat had hij dan wel verwacht? Als je schrik hebt, loop je toch weg...” oren staan naar voor = ik ben goed gezind, attent 4. “Amai, Beauty, je ziet er nogal uit! Slaag gekregen?” “Zwijg, gisteren is er een nieuw paard bij ons gekomen. Die ging me daar eens de baas beginnen spelen. Maar dat heb ik niet zomaar laten gebeuren. Na een robbertje vechten wist hij dat er met mij niet te sollen valt. Ik heb daarbij zelf wel een paar rake trappen moeten incasseren, maar dat hoort er nu eenmaal bij.” “Hopelijk denkt je baas nu niet dat je een vechterspaard geworden bent!” “Neen hoor, Bles. Die weet heus wel dat ik vriendelijk ben. Maar ze mogen mij niet op stang jagen...”
oren staan een beetje slap naar achteren = ik ben aan het wegdoezelen, niet aandachtig
oren plat in de nek = ik ben erg kwaad
15 Grasspriet 14 – Paarden
1. Paard-en-titels Elk verhaaltje vertelt iets over de persoonlijkheid van het paard. Kan je elke eigenschap vatten in een titel bij elk verhaaltje? 1. 2. 3. 4.
2. De stokmaat van pony- en paardenrassen a) Rangschik de volgende pony- en paardenrassen van klein naar groot. Belangrijk hierbij is dat je weet dat pony’s een stokmaat hebben tot 148 cm. Daarboven wordt het een paard genoemd. Begin eerst met de pony’s van klein naar groot te rangschikken en vervolgens de paarden. Schrijf bij elk ras de stokmaat! Je vindt de stokmaat terug in de betere paardenboeken of op internet. Zoeken maar!!! b) Plaats de gegevens die je vond op een grafiek (kies zelf: staafdiagram of lijndiagram).
240 cm 220 cm 200 cm 180 cm 160 cm 148 cm 140 cm
1. Belgische Rijpony (BRP) Stokmaat:
cm
120 cm 100 cm 80 cm 60 cm 40 cm 20 cm 0 cm
2. Haflinger Stokmaat:
cm
Stokmaat:
3. Belgische Warmbloedpaard (BWP)
5. Andalusiër
Stokmaat:
Stokmaat:
cm
Grasspriet 14 – Paarden
7. Shetlandpony cm
6. Hannoveraan
4. Shire Stokmaat: 16 Grasspriet 1416 – Paarden
9. Dartmoorpony
cm
Stokmaat:
Stokmaat:
11. Fries cm
Stokmaat:
Stokmaat:
cm
12. Falabella
8. Fjordenpaard cm
cm
cm
Stokmaat:
cm
3. De aftekeningen op het hoofd van een paard In de eerste kolom zie je de verschillende aftekeningen die je bij paarden kan zien. Kan jij nu in de tweede kolom de juiste naam van elke aftekening noteren? Probeer in de derde kolom maar eens juist na te tekenen.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
Kies uit: - brede bles - kol en sneb - ster - melkmuil - vlammetje - witkop
- onregelmatige bles - smalle bles - onderbroken ster - bloempje - doorlopende bles - wigvormige ster 17 Grasspriet 14 – Paarden
1. Paard-en-ondeugden Als paarden te lang op stal staan of eenzaam zijn, gaan ze soms afwijkend gedrag vertonen. Stalondeugden noemen kenners dat. Ga eens op zoek naar enkele stalondeugden. Schrijf ze op en verklaar ze. Je vindt ze in elk goed paardenboek of op internet (tip: zoeken via www.google.be). Welke ondeugden vertoon jij als je te lang in de klas moet stilzitten?
2. Hoe ga ik paarden bekijken? Ga naar een weide in de buurt waar verschillende paarden lopen: - Hoe staan ze ten opzichte van elkaar: ver of dicht? - Hoe raken de paarden elkaar aan? - Geef ze wat gras te eten. Hoe verdelen ze dit onder elkaar? - Welk geluid maken de paarden? - Praat tegen de paarden en let hierbij op de houding van hun hoofd en de stand van hun oren. - Hoe lopen de paarden weg als je ze laat schrikken: rustig, springend of bokkend? - Probeer het silhouet van een paard na te tekenen. Wat is het moeilijkst?
3. Paard en bewegingen De wijze van voortbewegen is alleen te bestuderen door momentopnames. De eerste die dit deed was de Brit Edward Muybridge. Door een weddenschap rond de vraag of bij draf een paard op een bepaald moment met alle 4 de poten van de grond is of niet, ontwikkelde hij een nieuwe manier van fotograferen zodat het bewijs kon worden geleverd. Meteen werd hij een van de voorlopers van onze hedendaagse cinema. De kinderen knippen dit uit en plakken het op een ronde plaat (bv. kaasdoosje). In het middenpunt zit een gat. Met een nagel of speld wordt het doosje op een stokje genageld. Er worden gleufjes uitgespaard bovenaan waardoor we kunnen gluren. De kijker houdt het doosje met de tekeningen naar de spiegel gericht. Door het doosje te laten draaien en door de gluurgaten te kijken ontstaat het optisch effect van een bewegend paard.
18 Grasspriet 14 – Paarden