PROJECTPLAN FAN MEAR NEI BETTER DEMOGRAFISCHE ONTWIKKELINGEN 2013-2015 Provincie Fryslân
april 2013
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1. Aanleiding en context ................................................................................. 1 Hoofdstuk 2. Opdrachtomschrijving: wat willen we bereiken ........................................... 2 Hoofdstuk 3. Inzet en resultaten: wat gaan we hiervoor doen ......................................... 3 3.1. Kennis, agendering en bewustwording ................................................................. 3 3.2. Planmatige aanpak ............................................................................................... 6 3.3. Demografische ontwikkelingen in provinciaal beleid .......................................... 10 3.3.1 Wonen 3.3.2 Verkeer en vervoer 3.3.3. Zorg en leefbaarheid 3.3.4 Onderwijs 3.3.5 Arbeidsmarkt en economie 3.4. Provinciale rol in de experimenten ...................................................................... 19 Hoofdstuk 4. Projectorganisatie ..................................................................................... 21 Hoofdstuk 5. Communicatie........................................................................................... 22 Hoofdstuk 6. Bestuurlijke inbedding .............................................................................. 22 Hoofdstuk 7. Budgetraming 2013 e.v. .......................................................................... 22
Bijlagen organisatie ‘Fan mear nei better‘:..................................................................... 23 Bijlage I. Kernteam en Intern Afstemmingsoverleg demografische ontwikkelingen Bijlage II. Ambassadeursoverleg ‘Fan mear nei better’ Bijlage III. Fries Team Demografische ontwikkelingen Bijlage IV. Communicatieplan
Hoofdstuk 1.
Aanleiding en context
Nadat Provinciale Staten in november 2009 bij motie een aanvalsplan hadden gevraagd, is in januari 2010 zowel de ‘Prognose Fryslân 2009 - 2030’, als het rapport ‘Krimp en Groei: demografische feroaring yn de provinsje Fryslân’ uitgebracht. Vervolgens is gewerkt aan de notitie ‘Beleidsopgave 2010-2020 Fan mear nei better’; hierin zijn de opgaven, die gezamenlijk met de partners zijn verwoord, vastgelegd. Tijdens een conferentie in november 2010 hebben de verschillende samenwerkingspartners de noodzaak van een gezamenlijke aanpak onderschreven en zich verbonden aan een actieve inbreng, binnen de eigen taken en verantwoordelijkheden. Hiermee werd de Friese krimpbeweging ‘Fan mear nei better’ in gang gezet. Op basis van de bestuurlijke ambities en de bovengenoemde beleidsopgave is in augustus 2011 de provinciale inzet nader bepaald en vastgelegd in de ‘Aanpak demografische ontwikkelingen’ waarin opgenomen de ‘Menukaart 2011-2013’. Dit uitvoeringsprogramma beschrijft de inzet van de provincie Fryslân, naast een aantal algemene uitgangspunten en randvoorwaarden voor de uitvoering van de gezamenlijke beleidsopgave. De menukaart is opgesteld vanuit de procesmatige rol van de provincie als regisseur en verbinder. Inmiddels zijn er verschillende acties in gang gezet. Op basis van de ervaringen en de actuele ontwikkelingen is dit projectplan voor 2013 t/m 2015 opgesteld. Hierin geven we verdere invulling aan de provinciale rol binnen de gezamenlijke beleidsopgave voor de demografische ontwikkelingen.
1
Hoofdstuk 2.
Opdrachtomschrijving: wat willen we bereiken
Demografische ontwikkelingen is een thema dat dwars door alle beleidsvelden en afdelingen heen loopt. Immers het onderwerp heeft zowel een fysieke (wonen, ruimtelijke kwaliteit, erfgoed, plattelandsontwikkeling, mobiliteit) als economische (vraag-aanbod arbeidsmarkt, vestigingsmilieu voor bedrijven) en sociale component (plattelandsbeleid, sociaal beleid en voorzieningenniveau). In het Coalitieakkoord 2011-2015 zijn op deze beleidsvelden doelstellingen opgenomen die sterke raakvlakken hebben met de gezamenlijke beleidsopgave. Het gaat daarbij om de volgende doelstellingen: het borgen van het voorzieningenniveau op het platteland, op vernieuwende en creatieve wijze, gebruikmakend van digitale ontwikkelingen; het verbeteren en verduurzamen van de bestaande woningvoorraad; het verbeteren van bestaande bedrijventerreinen en het beperken van de aanleg van nieuwe; het verbeteren van de kwaliteit van het basis- en hoger onderwijs, en de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt; het versterken van de Friese economie over de volle breedte het verbeteren van de bereikbaarheid van Fryslân met nieuwe concepten voor het openbaar vervoer. Provincie, gemeenten en maatschappelijke organisaties hebben gezamenlijk de beleidsopgave demografische ontwikkelingen in beeld gebracht en het gewenste perspectief geschetst. Partijen werken samen in de Koöperaasje Fryslân. Demografische ontwikkelingen, afname van groei en zelfs krimp, worden als onvermijdelijk en onontkoombaar beschouwd. Het doel van de opgave is om: negatieve effecten te verzachten te voorkomen dat samenhangende ontwikkelingen elkaar in een negatieve spiraal versterken te anticiperen op de mismatches die dreigen te ontstaan kansen te benutten om de economie en het niveau van welvaart en welzijn, met minder mensen, op peil te houden en zo mogelijk te versterken. Doelstellingen moeten hiervoor worden omgebogen van groei naar kwaliteit: fan mear nei better. De provincie vervult een rol als regisseur en verbinder en richt zich op het begeleiden van deze demografische transitie. Hierbij is de regisserende rol van de provincie sterker naarmate de provincie zelf een plannings- of uitvoerende verantwoordelijkheid heeft, dit betreft de beleidsterreinen wonen, bedrijventerreinen en openbaar vervoer .
2
Hoofdstuk 3.
Inzet en resultaten: wat gaan we hiervoor doen
Bij de uitvoering van de provinciale taken maken wij onderscheid in de volgende onderdelen. Deze sluiten aan bij de eerder genoemde menukaart: 1. faciliteren bij vergroting en verspreiding van kennis, agendering en bewustwording 2. faciliteren adequate planmatige aanpak (proces) 3. opname van demografische ontwikkelingen in beleidsagenda`s, uitvoeringsprogramma`s en –regelingen van de thema`s: a. wonen (transformatie en herstructurering bebouwd gebied) b. verkeer en vervoer (bevorderen bereikbaarheid platteland in relatie tot demografische ontwikkelingen) c. zorg en leefbaarheid d. onderwijs e. arbeidsmarkt en economie 4. rol van de provincie bij Rijks- en andere experimenten In dit hoofdstuk wordt ingegaan op bovenstaande onderdelen, zowel tekstueel als schematisch. 3.1.
Kennis, agendering en bewustwording Eén loket en een onderzoeksagenda, van en voor Noord-Nederland, om kennis over demografische veranderingen samen te brengen, te delen en draagvlak te ontwikkelen voor een regionale aanpak. (bron: menukaart)
Kennis en agendering Als provincie faciliteren we bij vergroting en verspreiding van kennis, agendering en bewustwording. Informatie en kennis over de demografische ontwikkeling is belangrijk voor de agendering en bewustwording. Het onderzoek ‘Krimp en Groei’ van de provinciale dienst heeft hier in 2009/2010 een belangrijke rol in gespeeld. Bij de afdeling BGI van de provinciale dienst wordt kennis over bevolkingsprognoses en woningmarktonderzoek, leefbaarheid en werkgelegenheid verzameld, geanalyseerd, toegankelijk gemaakt en gecoördineerd. Deze informatie en onderzoeksgegevens worden vanaf medio 2013 via www.fryslan.databank.nl openbaar gemaakt. Tevens vindt afstemming en uitwisseling met andere kennisinstellingen binnen Fryslân plaats via het Kennis- en Informatie Netwerk Fryslân (KINF). Op de provinciale site www.fryslan.nl/fanmearneibetter zijn de relevante provinciale documenten en informatie over de provinciale aanpak te vinden. Nieuwsfeiten en nieuw verschenen publicaties gericht op Fryslân worden door Partoer samengebracht op de website www.IKPFryslan.nl. Daarnaast is een digitale kaart ontwikkeld met projecten die betrekking hebben op demografische ontwikkelingen in verschillende beleidssectoren. Voorts zetten we Partoer en Doarpswurk in voor het informeren en ondersteunen van maatschappelijke organisaties en inwoners bij vraagstukken over demografische ontwikkelingen. Het kan daarbij ook gaan om incidenteel onderzoek in aanvulling op onze eigen onderzoeken op het terrein van demografie, of om monitoring van specifieke aspecten in het sociale domein. Voor de actieve verspreiding van kennis over Fryslân organiseert het Fries Team Demografische Ontwikkelingen (FTDO) themagerichte masterclasses. Wij maken actief deel uit van het FTDO, samen met de VFG, Doarpswurk, Partoer, Elkien en KKNN (bijlage III). 3
De ontwikkelingen in Fryslân staan niet op zich. Naast het vergroten van kennis over Fryslân is dit ook in noordelijk verband van belang. Hierin speelt het Kennisnetwerk Krimp Noord Nederland (KKNN) een grote rol. Het KKNN is een initiatief van de drie noordelijke provincies, de Rijksuniversiteit Groningen en de Hanzehogeschool, Friese kennisinstituten haken hierbij aan. Het KKNN verzamelt informatie over de demografische ontwikkelingen in Noord-Nederland en stelt dit beschikbaar via de website www.kennisnetwerkkrimp.nl. De actieve verspreiding van deze kennis gaat via expertmeetings en krimpcafé’s. Daarbij is door het KKNN een noordelijke onderzoeksagenda ontwikkeld. Wij zijn 1 van de 5 initiërende stakeholders van het KKNN. In de Stuurgroep van het KKNN wordt het jaarlijkse activiteitenprogramma van het KKNN vastgesteld. Gedeputeerde Konst vertegenwoordigt dit jaar (tot april 2013) de drie noordelijke provincies in de Stuurgroep. Via de Stuurgroepvergaderingen en de projectteamplus vergaderingen (met de 3 noordelijke projectleiders demografische ontwikkelingen) hebben we zeggenschap in de expertmeetings en krimpcafé’s en scherpen wij de onderzoeksvragen aan. Recent (maart 2013) is de evaluatie van het KKNN van de eerste twee jaar verschenen en op de website gepubliceerd. Naast het kennisnetwerk in Noord-Nederland is er ook een landelijk kennisnetwerk. Het Nationaal Netwerk Bevolkingsdaling (NNB) heeft verschillende thematische werkgroepen. Wij zorgen voor een goede afvaardiging vanuit Fryslân in het NNB en de werkgroepen en voor een actieve terugkoppeling naar belanghebbenden en geïnteresseerden. Daarnaast is er een Kennisplatform Demografische Transitie, die o.a. bestaat uit het kennisloket waaronder de website www.vanmeernaarbeter.nl en de landelijke kennisagenda, hier hebben wij indirect via het NNB invloed op. Lobby Op provinciaal niveau zijn er ambassadeurs van de Friese krimpbeweging ‘Fan mear nei better’. Deze ambassadeurs zijn bestuurders van gemeenten en van koepelorganisaties die te maken hebben met de gevolgen van de demografische ontwikkelingen. Ambassadeurs hebben een aanjagende en verbindende rol. Van hen wordt verwacht dat zij aandachtspunten signaleren en agenderen in regio’s, in de VFG en andere overlegplatforms. Wij organiseren en faciliteren het overleg van en tussen deze ambassadeurs. Gedeputeerde Konst is voorzitter van het ambassadeursoverleg (bijlage II). Samen met andere provincies en de regio’s lobbyen wij voor agendering van de begeleiding van de gevolgen van de bevolkingsontwikkelingen in zowel Den Haag als Brussel. We maken hiervoor gebruik van bestaande overlegstructuren. De focus van de lobby ligt bij de drie noordelijke provincies op digitalisering. Als provincie met twee door het Rijk erkende anticipeerregio`s onderhouden we regelmatig contact met het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) voor agendering van actuele ontwikkelingen en de voortgang van de planmatige aanpak in de anticipeerregio’s. We participeren in het Interbestuurlijk Programmateam Bevolkingsdaling (IPB) waarin het actieplan demografische ontwikkelingen wordt gecoördineerd en een gezamenlijke strategie wordt bepaald. Landelijk gezien zijn nauwere verbinding van de krimpregio`s met de anticipeerregio`s, en samenwerking en bestuurlijke vertegenwoordiging van de anticipeerregio`s aandachtspunten voor nadere uitwerking. Monitoring Om de effectiviteit van de aanpak van de demografische ontwikkelingen te kunnen volgen, zetten we een monitoringssysteem op. We willen daarbij zoveel mogelijk gebruik maken van de hiervoor al genoemde informatiebronnen, de monitor voor de streekagenda`s, de landelijke 4
krimpbarometer en de startnotities die binnen de planmatige aanpak ontwikkeld worden (als nulmeting). Dit willen we aanvullen met specifieke indicatoren gericht op de aanpak die we kiezen met betrekking tot de demografische ontwikkelingen.
Schema inzet en resultaten: Onderwerp/project Faciliteren/beïnvloeden Kennisontwikkeling en 1 -deling DO in Noord Nederland
Kennisontwikkeling en -deling DO gericht op Fryslân
Resultaat Informatie op www.vanmeernaarbeter.nl/kknn
Planning 2 à 3 keer per jaar stuurgroepoverleg KKNN
Selectie, aanscherping onderzoeksvragen Kennisagenda Noord-Nederland
4 x ambtelijke voorbereiding stuurgroepoverleg (projectteam plus)
(Thematische) expertmeetings
3 à 5 keer per jaar
(Thematische) krimpcafé`s
6 à 10 keer per jaar Ontwikkeling naar behoefte
Informatie: www.fryslan.nl/fanmearneibetter www.IKPFryslan.nl www.fryslan.databank.nl (per medio 2013)
Uitvoering Lidmaatschap KKNN, Ged. Konst vertegenwoordigt vanaf 2012 de provincies. Projectleider neemt deel aan stuurgroepoverleg ter ambtelijke ondersteuning van ged. Konst en aan projectteam plusoverleg. In opdracht van Kernteam door BGI, Partoer, marktpartijen
Monitor leefbaarheid en bevolkingsontwikkeling Projectenkaart Masterclasses Informeren en ondersteunen maatschappelijke organisaties en inwoners bij vraagstukken over DO
Ontwikkeling naar behoefte
Lobby Den Haag en Brussel
Agendering van de begeleiding van de gevolgen van de bevolkingsontwikkelingen
Continu
Bestuurlijke afstemming in noordelijk verband: noordelijk overleg gedeputeerden DO Deelname Interbestuurlijk
Afstemming, gezamenlijke lobby specifiek gericht op digitalisering
2 x per jaar
Coördinatie beleidsagenda en bepalen gezamenlijke strategie
1x per 6 weken
1
DO= demografische ontwikkelingen 5
In opdracht van Kernteam door Partoer en Doarpswurk, onderzoek en monitoring in afstemming met BGI Kernteam voedt lobbyisten Kernteam zoekt actief samenwerking met vergelijkbare regio’s in bijv. Overijssel en Drenthe. Gedeputeerde DO, projectleider
Projectleider neemt deel aan dit
Programmateam Bevolkingsdaling (IPB) Organiseren en faciliteren overleg van en tussen de ambassadeurs Opzetten en uitvoeren monitoring gericht op effectiviteit aanpak DO Deelname vanuit Fryslân aan het NNB
3.2.
structureel overleg Kennisdeling en afstemming tussen ambassadeurs
4 keer per jaar
Monitoring en rapportage effectiviteit aanpak
Operationeel juni 2013
Een sterke vertegenwoordiging voor de thema’s die in Fryslân van belang zijn. En een adequate terugkoppeling.
1x per 2 maanden
Gedeputeerde is voorzitter van het overleg Voorbereiding FTDO Kernteam met BGI
Projectleider neemt deel aan dit structureel overleg. Daarnaast is er vertegenwoordiging in de werkgroepen.
Planmatige aanpak Verschillende regionale partners werken, ieder vanuit de eigen verantwoordelijkheid, op een slimme manier samen aan een toekomstgerichte, planmatige aanpak per regio en voor Fryslân als geheel, opdat kwaliteit van leven voor de huidige inwoners goed blijft. (bron: menukaart)
Als provincie faciliteren we een adequate planmatige aanpak. Dit betekent dat we gemeenten en belanghebbende regionale partners faciliteren en ondersteunen bij bewustwording, diagnose van de demografische ontwikkelingenopgave, opstellen van regionale, integrale plannen en vormen van coalities voor leefbare dorpen en steden. De processen van het opstellen en uitvoeren van de streekagenda`s en het opstellen en uitvoeren van plannen/projecten in het kader van de opgave demografische ontwikkelingen zijn nauw met elkaar verweven en gaan voor een belangrijk deel gezamenlijk op. Inhoudelijk gaat het voor een groot deel om dezelfde thema`s en wat het proces betreft gaat het veelal om dezelfde partijen. De uiteindelijke regionale aanpak demografische ontwikkelingen zal deel uitmaken van de streekagenda’s per regio. De regio’s Noordwest en Noordoost Friesland hebben vanuit het Rijk de status anticipeerregio gekregen. Dit betekent dat het Rijk de regio’s mede ondersteunt. In deze regio’s wordt vanaf het voorjaar van 2011 gewerkt aan een uitvoeringsprogramma om te anticiperen op de demografische ontwikkelingen. Voor de hele provincie geldt dat geanticipeerd moet worden op demografische ontwikkelingen. De ontwikkeling van regionale plannen doorloopt in grote lijnen de volgende fasen: 1. bewustwording in de regio 2. visievorming 3. benoemen krimpgerelateerde thema’s in de streekagenda i.v.m. bestuurlijke borging 4. startdocument/werkdocument, als onderdeel van de streekagenda, waarin kansen en bedreigingen worden geïdentificeerd in een proces met de stakeholders 5. benoemen thema’s voor uitvoeringsprogramma en zoeken van trekkers voor de diverse onderdelen 6. bestuurlijke borging van het startdocument/werkdocument en de thema’s in de streekagenda’s 7. plan van aanpak inclusief financiële dekking 8. uitvoering 6
In bovengenoemd proces is van belang dat de integraliteit van de thema’s wordt bewaakt. Een hulpmiddel kan hierbij zijn de door het ministerie van BZK ontwikkelde transitieatlas. In de anticipeerregio’s is een gezamenlijk startdocument opgesteld. Hierin wordt de huidige situatie beschreven en vindt de diagnose plaats van de mogelijke mismatches op basis van de demografische ontwikkelingen. Het startdocument is bedoeld als gezamenlijk uitgangspunt voor het vervolgproces. Afhankelijk van het stadium waarin de ontwikkeling zich bevindt, leggen wij de afspraken met de regio’s vast in de streekagenda’s. Deze afspraken kunnen verschillen per regio. De overheden hebben de regie op het proces rond de startdocumenten. De belanghebbende partijen en de overheden zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de realisering van de gezamenlijk geformuleerde ambities. Los van de ontwikkeling van de regionale plannen nemen de verschillende partners in het gebied initiatieven voor projecten of ontstaan deze van onder op. Via het Fries team demografische ontwikkelingen, waaraan medewerkers van een aantal partners deelnemen, stroomlijnen we deze projecten en stemmen we die af op de ontwikkeling van de regionale plannen. Waar gewenst zetten wij het ruimtelijk kwaliteitsteam in bij de ontwikkeling van visies en herstructureringsplannen Naast afstemming kunnen sommige ontwikkelingen financieel of procesmatig gesteund worden. Tot en met 2013 kunnen deze projecten hun weg nog vinden via de loketten van Plattelânsprojekten. Het kernteam gaat na hoe bottom-up initiatieven ondersteund en beoordeeld kunnen worden na de laatste tender in 2013. De middelen vanuit de diverse beleidsafdelingen en de nog te ontwikkelen werkwijze voor de bottom-up projecten in het kader van de streekagenda worden hierbij betrokken. De ambassadeurs van de beweging ‘Fan mear nei better’ worden bij het proces in de regio`s betrokken en spelen een grote rol bij de bewustwording en agendering en de vorming van nieuwe samenwerking en slimme coalities.
Schema planmatige aanpak: Onderwerp/project Faciliteren en ondersteunen van gemeentenen regionale stakeholders bij opstellen van regionale, integrale plannen voor integrale aanpak demografische uitdagingen leefbare dorpen en steden.
Resultaat In 5 regio’s zijn er integrale plannen voor leefbare dorpen en steden, in een fysiek aantrekkelijke omgeving en met adequate spreiding van voorzieningen. Zorg, economie, onderwijs, bereikbaarheid, regionale woningbouw afspraken etc…. De thema’s kunnen per regio sterk verschillen: er zijn plannen voor die thema’s die regionaal niveau spelen om te anticiperen op de demografische ontwikkelingen. In de Streekagenda’s worden 7
Planning
Uitvoering Leden Kernteam actief in de regio als verbinder, ondersteuner Faciliteren proces en subsidiëren proceskosten. Inzet Partoer en Doarpswurk Afstemming binnen Kernteam. Processen streekagenda`s en demografische ontwikkelingen zijn met elkaar verweven, dit
hierover afspraken gemaakt.
betekent actieve deelname over en weer.
Plan NO Fryslân, anticipeerregio
2011: Aanpak demografische uitdaging in streekagenda 2012: Startdocument 2013: Opstellen uitvoeringsprogramma 2014: Uitvoering
Plan NW Fryslân, anticipeerregio
2013: Werkdocument anticipeerregio NW Fryslân, bouwstenen voor de streekagenda. 2013: Vaststellen streekagenda met daarin ontwikkelingsprojecten waarin de bouwstenen verwerkt zijn. 2014: Uitvoering
Plan Waddenregio
2012: Thema is benoemd in voorbereiding streekagenda 2013: Startdocument per eiland d.m.v. ‘fluchschrift’ 2014: Streekagenda inclusief aanpak demografische ontwikkelingenthema’s 2015: Uitvoering
Plan ZW Fryslân
2012: Gebiedsanalyse als voorbereiding op streekagenda, demografische ontwikkelingen meegenomen in deze analyse. Begin 2013: Verkenning inzet van het werkdocument aanpak demografische veranderingen PP ZW Fryslân Begin 2013: Mogelijk opstellen voorgenoemd werkdocument 2013: 8
ontwikkelprojecten demografische ontwikkelingen opnemen in de streekagenda Plan ZO Fryslân
Onderzoek methoden voor planmatige aanpak incl. raming benodigde financiën. Inzetten provinciaal ruimtelijk kwaliteitsteam bij ontwikkelen van visies en plannen met ruimtelijke kwaliteit. Bestuurlijke ambassadeurs vervullen voorbeeldfunctie, zorgen voor bewustwording en agendering Faciliteren Fries team Demografische ontwikkelingen. Deelnemers zijn medewerkers van provincie, VFG, Partoer, Doarpswurk, KKNN, en (op ad hoc basis) externe samenwerkingspartners Bottom-up initiatieven faciliteren
Methoden voor planmatige aanpak
2012: Bewustwording (geen thema in voorbereiding naar streekagenda) 2012: Deelname aan werkgroep “wonen” voorbereiding op de streekagenda 2012: Informeren naar behoefte aanpak startdocument Indien gewenst: 2013: Opstellen startdocument 2014: Uitvoering Ontwikkelen naar behoefte regio’s
Kernteam (faciliteert, signaleert)
Visies en herstructureringsplannen waarin bestaande waarden en kwaliteiten en de ontwikkelingsgeschiedenis van de kernen centraal staat. Zie bij I.
2013 e.v. Ontwikkelen naar behoefte regio’s
Kernteam signaleert behoefte en schakelt Provinciaal ruimtelijk kwaliteitsteam in.
initiëren en stroomlijnen projecten en programmering van verschillende partners.
Demografische ontwikkelingenteam komt 1x per 6 weken bijeen..
Kernteam organiseert overleg. Projectleider is voorzitter
Duidelijke richtlijnen om initiatieven te beoordelen. Afgestemd met de bestaande loketten voor subsidie en de betreffende beleidsafdelingen.
2013
Kernteam zorgt voor interne afstemming en duidelijke afwegingscriteria en zo mogelijk financiële mogelijkheden.
9
3.3.
Demografische ontwikkelingen in provinciaal beleid
We willen het provinciale beleid ‘krimpproof’ maken. Dat wil zeggen dat in alle relevante provinciale beleidsdocumenten, uitvoeringsprogramma’s en -regelingen rekening wordt gehouden met de toekomstige demografische ontwikkelingen. De beleidsopgave demografische ontwikkelingen manifesteert zich op de volgende beleidsterreinen: a. wonen b. verkeer en vervoer c. zorg en leefbaarheid d. onderwijs e. arbeidsmarkt en economie In het intern afstemmingsoverleg wordt de voortgang bewaakt. In onderstaand overzicht geven we per beleidsterrein aan: - het gewenste perspectief - de rol van de provincie op het beleidsterrein, - de bestaande kaders: beleidstukken, programma’s en subsidieregelingen; - het krimpproof maken van de beleidsinstrumenten; en - de beoogde (deel)resultaten, planning en uitvoering
3.3.1 Wonen Het gewenste perspectief is een goede balans op de woningmarkt op provinciaal, regionaal en gemeentelijk niveau en versterking van de ruimtelijke kwaliteit van dorpen en steden. De demografische veranderingen in Fryslân kunnen bepaalde ontwikkelingen op de woningmarkt in negatieve zin versterken. De beleidsopgave is: Het voorkomen van een overaanbod aan woningen (niet bouwen voor de leegstand). Het voorkomen van onevenredige concurrentie (kannibalisme) tussen gemeenten. Het definitief verleggen van de focus van woningbouw op uitleglocaties naar (vervangende) woningbouw binnen dorpen en binnenstedelijke locaties, waarbij rekening wordt gehouden met de waarden en kwaliteiten in en aan de randen van dorpen en stedelijke gebieden; Het in gang zetten van een transformatieopgave voor voldoende betaalbare woningen, afgestemd op de nieuwe vraag (met name senioren), naast het aanpakken van de noodzakelijke reguliere herstructurering van de woningvoorraad. Het betrekken van duurzaamheid en energiebesparing bij de transformatieopgave. Het bieden van mogelijkheden aan mensen om zo lang mogelijk zelfstandig in hun eigen woning te kunnen blijven wonen. Het zoeken naar nieuwe financieringsconstructies voor de aan demografische ontwikkelingen gerelateerde herstructureringsopgave (verantwoordelijkheid van ondermeer gemeenten en corporaties). De kwaliteit van het bebouwde gebied, inclusief de duurzaamheid daarvan, is van groot belang voor het leefmilieu voor de Friezen én als recreatief milieu voor de toerist of recreant. De provincie heeft daarbij een agenderende, mogelijk regisserende rol. Vanuit dat oogpunt kan ook gedacht worden aan financiële inzet van de provincie (stimulering lokale partijen). Plattelandsbewoners zijn zich bewust van de bevolkingsontwikkeling in hun eigen dorp en omgeving. Behoud en ontwikkeling van karakteristieke gebouwen.
10
Rol provincie De provincie ondersteunt en faciliteert de bij het wonen betrokken partijen en neemt waar nodig een regisserende rol. De provincie stimuleert versterking van ruimtelijke kwaliteit en behoud en ontwikkeling van cultuurhistorische kernkwaliteiten. Beleidsstukken / uitvoeringsprogramma’s De basis voor het provinciaal woonbeleid ligt in het Coalitieakkoord voor de huidige GS-periode, en de notitie Regionale Woningbouwafspraken, waarin ingezet wordt op neerwaartse bijstelling van nieuwbouwprogrammering en regionale afstemming tussen gemeenten. In het voorjaar van 2012 is verder het Beleidskader Stedelijke Vernieuwing 2012-2015 door PS vastgesteld, waarin de nadruk wordt gelegd op de noodzakelijke kwaliteitsslag in de bestaande woningvoorraad in Friesland. Een kwaliteitsslag die zich richt op betaalbare en energiezuinige woningen en op voldoende geschikte woningen voor kleinere (ouderen) huishoudens. Tevens is in 2012 het Aanvalsplan herstructurering van de naoorlogse Friese woningvoorraad door PS vastgesteld, waarmee een uitwerking voor de langere termijnopgave in de woningvoorraad is beoogd (na 2015). Deze uitwerking zal in 2013 van start gaan. In 2013 zal een Uitvoeringsprogramma Wonen worden opgesteld. Voorts is de Beliedsnota Plattelân 2012-2017 aan de orde. In de Uitvoeringsagenda streekplan 2011-20, programma ruimtelijke kwaliteit en de visie Grutsk op ’e Romte wordt ingezet op het stimuleren van ruimtelijke kwaliteit. In de Nota Erfgoed 2010-2013 wordt ingezet op behoud en ontwikkeling van karakteristieke bebouwing. In het Coalitieakkoord is als resultaat benoemd dat de achteruitgang van karakteristieke gebouwen is gestuit en herbestemming van vrijkomende karakteristieke gebouwen is gestuit. Subsidieregelingen Diverse duurzaamheidsregelingen (afd. K&E) Subsidieregeling Stedelijke vernieuwing (gekoppeld aan beleidskader stedelijke vernieuwing) Subsidieregeling Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (2013 laatste jaar) Restauratie en herbestemming van monumenten Krimpproof maken Om onevenredige concurrentie tussen gemeenten te voorkomen, werkt de provincie al enige jaren met een maximale regionale woningbouwruimte, waarbinnen gemeenten de vrijheid hebben onderling afstemming te zoeken over de meest gewenste programmering van nieuwe woningen. Daarbij wordt de prioriteit verlegd van kwantiteit naar kwaliteit, en van bouwen op uitleglocaties naar bouwen binnen bestaand bebouwd gebied. Nieuwbouw op uitleglocaties dient zich vooral te richten op het afronden van dorps- en stadsranden (ruimtelijke kwaliteit). Uitgangspunt is dat bij herstructurering, transformatie en herbestemming bestaande stedenbouwkundige, landschappelijke en cultuurhistorische waarden als uitgangspunt worden genomen en waar mogelijk worden versterkt. De provincie faciliteert en ondersteunt, o.a. door het inzetten van het provinciale ruimtelijke kwaliteitsteam, de ontwikkeling van visies en plannen waarin de identiteit van dorpen en steden en de kernkwaliteiten van het landschap worden versterkt. Dorpsgezichten of buurten met specifieke waarden zijn in beeld gebracht op de Cultuurhistorische Kaart (www.fryslan.nl/chk). Als uitwerking van de CHK worden alle karakteristieken van de Friese nederzettingen in kaart gebracht (Atlas fan de Fryske Doarpen en Stêden).
11
Beoogde resultaten, planning, uitvoering Verwerking van toekomstige huishoudensontwikkeling in gemeentelijke en regionale woonvisies heeft reeds plaatsgevonden. Een actualiseringsslag n.a.v. de crisis op de woningmarkt en actuele bevolkingsprognoses is in 2012-2013 nodig. Uitwerking van het Aanvalsplan Herstructurering Friese Woningvoorraad vindt in 2013 plaats, inclusief de uitwerking van mogelijke financiële instrumenten. De uitvoering van maatregelen gericht op de noodzakelijke kwaliteitsslag van de woningvoorraad is erg afhankelijk van de financiële mogelijkheden die gemeenten en woningcorporaties de komende jaren hebben. De invloed van de recente kabinetsplannen maken deze uitvoering zeer onzeker (risicofactor). Herbestemming: - financieel stimuleren restauratie en herbestemming in het perspectief 2015: 15 herbestemde karakteristieke gebouwen; - noordelijke strategie herbestemming (erfgoedparels), uitvoering via het uitvoeringsplan Kenniscentrum herbestemming noord met als resultaten: gemeenten hebben een herbestemmingsbeleid ontwikkeld en relevante partijen zijn op regionale schaal met elkaar in verbinding gebracht. Oplevering website waarin vraag en aanbod met elkaar in verbinding worden gebracht; -in herstructurerings- en transformatieplannen is rekening gehouden met de cultuurhistorische en stedenbouwkundige waarden van de dorpen en steden. 3.3.2 Verkeer en vervoer Bevorderen bereikbaarheid platteland in relatie tot demografische ontwikkelingen Een duurzaam, veilig en goed toegankelijk vervoersnetwerk, dat verschillende vervoersstromen met elkaar verbindt en voldoet aan de verplaatsingsbehoefte van individuen, grote en kleine groepen in de provincie. In relatie tot de demografische ontwikkelingen, is de beleidsopgave voor het thema mobiliteit en infrastructuur het bereikbaar houden van voorzieningen en werkgelegenheid. Daarnaast is het gewenste perspectief om te komen tot een Fryslânbrede hoogwaardige en toekomstvaste ICTinfrastructuur ten behoeve van de toegang tot een breed scala van (toekomstige) digitale diensten. Rol provincie De provincie is opdrachtgever van het openbaar vervoer in Fryslân (vervoersautoriteit), zowel per bus als per trein. Hier gelden drie sporen: Spoor Dik (de ruggengraat van het Openbaar Vervoer), spoor Plattelân (diverse vervoerinitiatieven) en spoor Infrastructuur (met name stations en halten in provinciaal eigendom). Daarnaast spelen de twee enablers ICT en Duurzame Brandstof een belangrijke rol in het komen tot een totaal concept Duurzaam (Openbaar) vervoer in Fryslân Tenslotte is de provincie regisseur van Fietsbeleid, Verkeersveiligheidsbeleid en Mobiliteitsmanagement. Beleidsstukken / uitvoeringsprogramma’s Belangrijke documenten zijn het PVVP 2006 dat in 2011 geëvalueerd en partieel herzien is. Daarnaast is het Programmaplan Duurzaam Openbaar Vervoer een richtinggevend document. Jaarlijks verschijnt een Uitvoeringsprogramma.
12
Subsidieregelingen Financiële bijdragen aan projecten zijn afkomstig uit de Brede Doel Uitkering (BDU) Verkeer en Vervoer. Op korte termijn gaat deze doeluitkering op in het provinciefonds. Daarnaast bestaat er een Stimuleringsregeling Vervoer Plattelân die (investerings-) bijdragen kan leveren aan lokale vervoerprojecten. Krimpproof maken Om het vervoer op het platteland houdbaar te laten zijn, is het streven gericht op het laten rijden van kleine vervoereenheden daar waar er geen bundeling van groepen of stromen van reizigers mogelijk is. Kleine vervoereenheden, fietsen en carpoolen (Digitale Duim) kunnen werken als voeding (feederen) van de dikke lijnen van het openbaar vervoer. We faciliteren verschillende initiatieven die veelal door vrijwilligers worden uitgevoerd, zoals Skewiel Mobiel en Omnibus Burdaard. Beoogde resultaten, planning, uitvoering De uitvoering van het Programmaplan Duurzaam OV in de jaren 2012 t/m 2015. 3.3.3. Zorg en leefbaarheid Het onderdeel zorg en leefbaarheid richt zich op de volgende beleidsopgaven: Een kwalitatief goed basisaanbod van zorg- en welzijnsvoorzieningen is beschikbaar en bereikbaar voor alle inwoners van Friesland. Dorpsgemeenschappen blijven aan zet om zelf leefbaarheid handen en voeten te geven. De visie, kennis en werkkracht bij de dorpsgemeenschappen worden benut bij het in beeld brengen van toekomstperspectieven voor voorzieningen en activiteiten in dorpen en steden. Zorg en welzijn worden de grootste werkgever in Friesland en dat vraagt om voldoende en kwalitatief goed personeel en creatieve oplossingen om zorg en welzijn te kunnen blijven bieden. Het stimuleren van sociale steunstructuren, zodat door informele zorg mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen, als aanvulling op de formele zorg. Creatieve verbindingen blijven maken tussen zorg, onderwijs (hogeschool/Regionale Opleidingscentra en University Campus), economie en wonen. Kansen voor vestiging en/of uitbreiding van kleinschalige bedrijvigheid verzilveren, mits passend in ruimtelijk en milieubeleid. Dorpen hebben een gevarieerde bevolkingsopbouw, een bereikbaar voorzieningenniveau, voldoende toegang tot werk, een goede woning en woonomgeving, participerende bewoners, een goed organiserend vermogen en voldoende aandacht van een goed georganiseerd wurkfermidden. Rol provincie De provincie heeft op het terrein van sociaal beleid, zorg en plattelandsbeleid beperkte wettelijke taken. Voor sociaal beleid en zorg is de wettelijke taak het ondersteunen van gemeenten via inzet van de steunfuncties. In het Coalitieakkoord 2011-2015 is gesteld dat de provincie geen zelfstandig autonoom beleid op het terrein van sociaal beleid en zorg zal ontwikkelen. Deze onderwerpen dienen als een integraal onderdeel binnen de wettelijke kerntaken van de provincie te worden meegenomen. Voor de uitwerking hiervan is een Plan van aanpak Transitie sociaal beleid en zorg door PS vastgesteld.
13
Volgens dit plan stelt de provincie zich vanuit de veranderde rol en taakopvatting ten doel dat er een goede kwaliteit, spreiding, bereikbaarheid en toegankelijkheid van welzijn- en zorgvoorzieningen en functies zijn binnen een passende woon- en leefomgeving, waarbij alle inwoners in de gelegenheid zijn om in sociale verbanden te leven en deel te nemen aan de samenleving. Dat wordt via vijf ‘pijlers’ gerealiseerd: 1) Samenwerking met gemeenten en andere stakeholders (o.a. via de wettelijke taak) 2) Een ‘Sociale Spiegel’ bieden aan Fryslân (gemeenten en andere stakeholders) 3) Bij uitzondering: sociale katalysator (tijdelijke aanjaagrol) 4) Injectie van sociale kwaliteit in beleid op onze kerntaken 5) Sociale interventies koppelen aan uitvoering van kerntaken Vanuit de Beliedsnota Plattelân 2012-2017streeft de provincie er naar om een mooi en leefbaar platteland te hebben. Daar moet het voor de bewoners goed wonen en recreëren zijn, in een prettige omgeving, in of bij een dorp met een groot saamhorigheidsgevoel, met voldoende voorzieningen en werk op een bereikbare afstand en met het dorpshuis op de goede plaats als huiskamer van het dorp. Hiervoor zetten we op verschillende thema’s in: wonen, leven, werken en beleven. Beleidsstukken / uitvoeringsprogramma’s De komende jaren wordt nadere uitwerking gegeven aan het plan van aanpak transitie sociaal beleid en zorg. Voor de uitvoering van het thema plattelandsbeleid vormt de Beliedsnota Plattelân 2012-2017 het raamwerk. Subsidieregelingen Voor sociaal beleid en zorg zijn voor de periode 2013-2015 middelen (budget ‘Sociale kwaliteit’) beschikbaar. De Subsidieverordening PMJP, provincie Fryslân 2009, is tot en met 2013 uitgangspunt voor regelingen op het terrein van plattelandsbeleid. Na 2013 wordt een verordening voor plattelandsbeleid ontwikkeld. Krimpproof maken De veranderende samenstelling van de bevolking (meer ouderen, meer kwetsbare ouderen en minder jongeren) heeft onder meer grote gevolgen voor de behoefte naar zorg, de vraag naar personeel in de zorg, de afstemming formele en informele zorg, de sociale cohesie in dorpen, de bereikbaarheid en toegankelijkheid van voorzieningen en diensten. Er wordt al via diverse projecten hierop geanticipeerd, bijvoorbeeld via experiment Frieslab en de oprichting van de Friese Zorgacademie. Beoogde resultaten, planning, uitvoering Uitwerking Plan van aanpak transitie sociaal beleid en zorg. Voor plattelandsbeleid is een beoogd resultaat dat groepen van dorpen de leefbaarheid in het perspectief 2020 op elkaar afstemmen, 8 spreidingsplannen voor voorzieningen zijn opgesteld en elk dorp heeft een (fysiek dan wel digitaal) bereikbaar dorpshuis. 3.3.4 Onderwijs De beleidsopgave laat zich voor het thema onderwijs als volgt verwoorden: Een kwalitatief goed en bereikbaar onderwijs, aan te tonen met goede opbrengsten, een goede sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen en laagdrempeligheid. Een regionaal spreidingsplan van onderwijsvoorzieningen, op initiatief van besturen van kindercentra en instellingen voor primair onderwijs in overleg met de gemeenten. Daarin 14
geven de partijen - naast concrete vormen van samenwerking of fusie - ook aan welke (kleine) instellingen zullen worden gesloten. Samenwerking of fusies van lokale educatieve voorzieningen met lokale instellingen van een andere denominatie. Samenwerking tussen ketenpartners in het kader van passend onderwijs en zorg in en om de school. Zorgen voor een goed functionerend systeem van leerlingenvervoer als een noodzakelijk proces van regionale schaalvergroting daarom vraagt, inclusief toezicht en begeleiding tijdens het vervoer. Rol provincie Strikt genomen heeft de provincie geen eigenstandige positie in het gesprek over onderwijs. Kort door de bocht gaat het Rijk over de middelen en de gemeenten over de huisvesting. Uiteraard waakt de provincie wel voor het belang van kwalitatief goed en bereikbaar onderwijs. Dit is essentieel voor het vestigingsklimaat in de provincie en daarnaast is het onderwijs een belangrijke speler in de cultuur- en taaloverdracht. Wij hebben ook het regionaal overzicht en willen vanuit die rol schoolbesturen en gemeenteraden stimuleren om op een pro- actieve manier om te gaan met de demografische ontwikkelingen. Beleidsstukken / uitvoeringsprogramma’s Ontgroening van de bevolking en de trend tot verstedelijking zetten het primair en het voortgezet onderwijs in Fryslân onder druk. De kleine scholen staan onder druk en in sommige kleine kernen zijn de basisscholen al gesloten. Onder deze druk wordt vooral naar opheffingsnormen gekeken vanuit de gedachte dat opheffing zo lang mogelijk voorkomen moet worden. De zorg voor leefbaarheid speelt in deze discussie een belangrijke rol. Hierdoor is de bereikbaarheid van de school vaak onderwerp van discussie, terwijl wij vinden dat juist de kwaliteit van het onderwijs (opbrengsten en pedagogische kwaliteit) alle aandacht verdient. Dit is het belang van het kind, maar heeft uiteraard ook te maken met de borging van resultaten van de investering die wij in het kader van het project Boppeslach in het primair onderwijs doen. Op een aantal uitzonderingen na kijken schoolbesturen en gemeenteraden in veel regio's nog afwachtend naar elkaar en is er sprake van verschillende belangen (leefbaarheid versus betaalbaar en kwalitatief goed onderwijs). Er is een gezamenlijke aanpak nodig om te zorgen voor kwalitatief goed, duurzaam en betaalbaar onderwijs. In de beleidsnota Cultuur, Taal en Onderwijs, Grinzen Oer, is het volgende vastgesteld: “Effekt: in duorsum en kwalitatyf goed basisûnderwiis yn Fryslân as basis foar meartalich ûnderwiis. Doel: wy fasilitearje it ûnderwiis om te kommen ta minder swakke en tige swakke skoallen en soargje der foar dat dêr wêr nedich de gefolgen fan Krimp by skoalbestjoeren en harren tafersjoch ûnder de oandacht brocht wurdt. Aksje: wy meitsje it projekt Boppeslach ôf oant en mei 2014. En wy nimme dêr wêr nedich in fasilitearjende rol om te kommen ta in goede ûnderwiissprieding”. Krimpproof maken Subsidieregelingen op het gebied van onderwijs richten zich op kwaliteitsverbetering en integraal taalbeleid en het realiseren van een doorgaande leerlijn Fries. In deze regelingen zitten geen mogelijkheden om een combinatie met krimp te maken. Beoogde resultaten, planning, uitvoering De problematiek rondom Krimp en onderwijs staat vast op de agenda bij het overleg van de gedeputeerde onderwijs met de vertegenwoordigers van de koepels primair en voortgezet 15
onderwijs. In samenwerking met de vereniging Friese gemeenten en Partoer hebben we in juni 2012 een masterclass krimp en onderwijs georganiseerd. Deze was bedoeld voor gemeentebestuurders en schoolbesturen. Partoer heeft een projectplan geschreven voor een vervolg van de masterclass. Hierbij gaat het om gemeenteraden, toezichthouders en dorpsbelangen bewust te maken van de problematiek. Ook in het voortgezet onderwijs loopt op dit moment het project anticiperen op krimp. In het kader van dit project worden prognoses gemaakt van leerlingenpopulaties en wordt over de denominaties heeft gekeken naar de mogelijkheden voor het realiseren van een duurzame spreiding van voortgezet onderwijs. Dit gebeurt binnen de projecturen van Partoer. 3.3.5 Arbeidsmarkt en economie De demografische veranderingen hebben ook hun invloed op de arbeidsmarkt en op de economie. Enerzijds negatief, anderzijds biedt het uitdagingen. Als gevolg van de demografische verandering zal het arbeidspotentieel dalen. In bepaalde sectoren zullen bedrijven dan moeilijker aan geschikt personeel kunnen komen (o.a. techniek en de zorg). Het zal een flinke uitdaging zijn om de oudere werknemers te vervangen. Het belang van bedrijven en instellingen om extra te investeren in personeel wordt groter: zonder mensen geen productie. In een krappe arbeidsmarkt is het dus van belang dat het beschikbare personeel effectief wordt ingezet. Dit kan zowel door technische als door sociale innovatie. Als gevolg van de toename van het aantal ouderen zal de vraag naar zorg toenemen. Dit biedt kansen voor de ontwikkeling van nieuwe producten en diensten, bijvoorbeeld in de zorgsector. Verder bieden ICT en innovatie kansen waarbij de noodzaak van fysieke nabijheid tussen arbeidspotentieel en werk wordt doorbroken. Daarnaast kan economische ontwikkeling mogelijk de leefbaarheid en de attractiviteit van krimpgebieden verbeteren. In het bijzonder denken we hierbij aan de sector Recreatie en Toerisme. De sector Recreatie en Toerisme (R&T) neemt in meerdere opzichten een bijzondere plaats in. R&T is van groot belang voor de Friese economie . De R&T sector en met name de watersport is sterk ontwikkeld in Fryslân en heeft een sterke uitgangspositie mede dankzij omvangrijke investeringen in het kader van Het Friese Merenproject . In relatie tot de arbeidsmarkt biedt de sector R&T relatief veel werkgelegenheid aan de “onderkant” van de arbeidsmarkt (laaggeschoold, deeltijd). Mede hierdoor biedt de sector goede kansen voor behoud van leefbaarheid, voorzieningen en economische vitaliteit. Tot slot wordt ook vanuit het perspectief van R&T groot belang gehecht tot behoud en verbetering van de ruimtelijke kwaliteit en een optimale , landschap- en natuur beleving door toeristen, recreanten en watersporters. Overheden hebben echter een bescheiden rol in de ontwikkeling van de economie en arbeidsmarkt. Wel kan de overheid, uiteraard in nauwe samenwerking met de markt, er aan bijdragen dat randvoorwaarden worden gecreëerd waarin een transformatie van de Friese economie en arbeidsmarkt mogelijk is. De inzet van de provincie draagt er tevens aan bij dat de Friese economie en arbeidsmarkt de demografische veranderingen beter aankunnen. Het gaat dan om doelen als: Bevorderen aantrekkelijk vestigingsklimaat, regiopromotie en acquisitie. Jong talent behouden in het bijzonder hoogopgeleide kenniswerkers en technisch geschoold personeel. Verbeteren van de kwantitatieve en kwalitatieve aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. 16
Verhoging van de arbeidsparticipatie en arbeidsproductiviteit. Versterken van de netwerkeconomie (ook over provinciegrenzen heen). Inspelen op de toenemende behoefte aan en mogelijkheden van digitalisering. Versterken van het toeristisch profiel en het bevorderen van bestedingen. Stimuleren van ontwikkeling van innovatieve producten, diensten en toepassingen die mensen ondersteunen bij het zo lang mogelijk zelfstandig wonen en/of behandeling en verzorging op afstand mogelijk maken. Rol provincie Het (mede) realiseren en in de markt zetten van financieringsinstrumenten voor programma’s en projecten. Actieve projectverwerving. Het stimuleren van het organiserend vermogen, bijvoorbeeld door het realiseren van samenwerkingsverbanden (clustervorming) tussen de vier o’s: ondernemers, onderwijsinstellingen, onderzoeksinstellingen en overheden. Waar mogelijk actief als gelijkwaardige partner participeren in netwerken door de inbreng van kennis, inzet en contacten. Een podium bieden aan succesvolle samenwerkingsverbanden, innovaties, etc. Aanjager en medefinancier regiopromotie, waaronder Fan Fryslân en Kulturele Haadstêd 2018. Aanjager en medefinancier breedband. Beleidsstukken/ uitvoeringsprogramma’s Economische beleidsvisie provincie Fryslân 2012; Groen, Slim en grensverleggend. Actieplan aansluiting economie en arbeidsmarkt 2013 Beliedsnota Plattelân 2012-2017 Subsidieregelingen Budget SEB (structureel) Fryslân Fernijt III (t/m 2013) Toerisme beleid / topattractie (t/m 2015) Plattelânsbelied (2013 t/m 2017 is in ontwikkeling) Krimpproof maken Het krimpproof maken van arbeidsmarkt en economie loopt impliciet mee in de uitvoering van het beleid. Beoogde resultaten, planning, uitvoering Voorjaar 2013: Resultaten zijn beschikbaar van het uitgezette onderzoek over verblijfsrecreatie dat onder andere antwoord moet geven op de vraag: Biedt toerisme een kans voor krimpgebieden, of is krimp juist een bedreiging voor de verblijfsrecreatie? Voorjaar 2013: Resultaten zijn beschikbaar van het OECD onderzoeksproject “Demographic shrinkage and labor market in The Netherlands”, waarin Groningen en Drenthe participeren. In 2013 zijn de uitvoeringsnotities gereed bij de Economische beleidsvisie. Nieuwe vestigingen in de kleine dorpen en op het platteland met bijpassende werkgelegenheid (Beleidsnota Plattelân 2012-2017).
17
Schema demografische ontwikkelingen in provinciaal beleid: Onderwerp/project Demografische ontwikkelingenopgave zoals geformuleerd in ‘Fan mear nei better’ vertalen in investeringskader stedelijk gebied, herstructureringskader bestaande woningvoorraad, economische agenda, beleidsnota plattelandsbeleid, provinciaal verkeers- en vervoersplan en de sociale agenda (of hun opvolgers).
Resultaat Deze plannen en programma`s zijn ‘krimpproof’
Planning 2013 e.v. (heeft doorlopend aandacht)
Uitvoering De betreffende beleidsafdelingen van de provinciale dienst
Aanpassing van bestaande regelingen en verordeningen aan de inzichten vanuit de beleidsopgave ‘Fan mear nei better’.
Subsidieregelingen en verordeningen zijn ‘krimpproof’
2013 e.v.
De betreffende beleidsafdelingen
Toetsing van nieuwe subsidieregelingen of investeringsmaatregelen aan de beleidsopgave ‘Fan mear nei better’: Is er op termijn voldoende draagvlak of zijn er realistische exploitatiemogelijkheden voor de voorziening cq. het project?
Subsidieregeling plattelandsbeleid
2013
Door betreffende afdelingen. projectleiding en GS
overig
doorlopend
Interne afstemming en kennisuitwisseling
Intern afstemmingsoverleg
1x per 6 weken
18
Projectleider zit voor, deelnemers zijn vertegenwoordigers van de relevante (dynamische) beleidsagenda`s en de projectleider Streekagenda`s
3.4. Provinciale rol in de experimenten Naast andere instrumenten als nieuwe vormen van monitoring, landelijke kennisfaciliteit, biedt het Rijk inzake de problematiek van de bevolkingsdaling, experimenteerruimte voor krimp en anticipeerregio`s zodat naar eigen maatwerkoplossingen gezocht kan worden. In de anticipeerregio`s Noordoost en Noordwest Fryslân zijn binnen dit interbestuurlijk experimenteerprogramma van het Rijk de volgende experimenten opgestart: Burum: Dorpshuis nieuwe stijl. Via slimme ICT technieken wordt vraag en aanbod van verschillende diensten aan elkaar gekoppeld. Aanpak verpaupering Doarpswurk (Rotte Kiezen Project): stimuleren gemeentelijke handhaving rond verpauperde woningen. Status per februari 2013: in uitvoering Beschermde dorpsgezichten Dongeradeel: het creëren van aantrekkelijke woonmilieus in oude historische dorpskernen. Status per februari 2013: als rijksexperiment afgerond, regionaal vervolgtraject Dorps Ontwikkelings Maatschappijen Smart Rural Network Society: voorzieningenniveau (m.n. voor ouderen) hoogwaardig houden via o.m. ICT. Venturi, samenwerkingsverband tussen ondernemers, onderwijs en overheid: matchen studenten aan ondernemers zonder opvolgers. Status per februari 2013: het project is beëindigd omdat het gezien de gevoelige informatie omtrent bedrijfsbeëindiging niet mogelijk bleek te zijn om de matching tot stand te brengen. Incidenteel wordt door het Rijk aanvullend op de lopende experimenten de mogelijkheid opengesteld voor het indienen van aanvragen voor pilots gericht op o.a. ruimtelijke transformatie en de particuliere woningmarkt. Op lokaal of regionaal niveau worden op initiatief van o.a. gemeentelijke overheden, bewoners, en maatschappelijke organisaties in projecten geëxperimenteerd en naar oplossingen gezocht voor zich aandiende problemen op bijv. het terrein van wonen en zorg (bottom-up projecten). Voorbeelden hiervan zijn: Schiermonnikoog: experiment bevolkingsontwikkeling. Status per februari 2013: resultaten worden samen met de bevolking geconcretiseerd. De andere eilanden gaan een fluchschrift maken per eiland om ook de situatie rondom bevolkingsontwikkeling te beschrijven via de streekagenda Wadden. Wons: Dorpsbelang in de rol van ontwikkelaar/verhuurder. Status per februari 2013: in uitvoering De rol van de provincie bij de Rijksexperimenten is: - sturen op experimentstatus vanuit de provincie - faciliteren in ontwikkelfase aanvragen voor experimenten - bekendheid geven aan nieuwe rondes experimenten - begeleiden experiment fase - inhoudelijke expertise vanuit provincie faciliteren - contact onderhouden met ministeries en instanties die de experimenten uitschrijven 19
- kennisdeling/communicatie Bij experimenten met een andere status, bijv. bottom-up is de provinciale rol: - inhoudelijke of procesmatige expertise vanuit provincie faciliteren (o.a. door de inzet van Doarpswurk of Partoer) - financiële ondersteuning - kennisdeling/communicatie - verbinding zoeken met andere projecten of thema`s
20
Hoofdstuk 4.
Projectorganisatie
Het project ‘Fan mear nei better’ is onderdeel van de afdeling Stêd en Plattelân, divisie Beleid en Programma’s. Om invulling te geven aan de provinciale rol is er intern een kernteam en een intern afstemmingoverleg in het leven geroepen (bijlage I). Binnen het kernteam worden de provinciale acties gecoördineerd. Het kernteam houdt contact met de regio’s, betrokken overheden en maatschappelijke organisaties, interprovinciale samenwerkingsverbanden en landelijke netwerken. In het interne afstemmingsoverleg worden de ontwikkelingen op de verschillende beleidsterreinen in relatie tot de demografische ontwikkelingen onderling gedeeld en gevolgd en wordt de samenhang geborgd. De projectleider is inhoudelijk, financieel en procesmatig verantwoordelijk voor voortgang en resultaten van het project. De projectleider rapporteert via het afdelingshoofd aan de directie over voortgang en resultaten. De projectmedewerkers hebben, naast een eigen verantwoordelijkheid voor het proces in een aantal regio’s, ook taken met betrekking tot kennisontwikkeling, monitoring, communicatie en het projectsecretariaat. Tweewekelijks vindt het projectoverleg plaats. Voor de organisatie van het project is in 2013 2 fte en in 2014 en 2015 2,2 fte beschikbaar: Projectleider: 0,4 fte Projectmedewerker: 0,4 fte Projectsecretaris: 0,2 fte 2 regionale projectmedewerkers (plattelânsprojekten) 2013:1.0 fte, in 2014 en 2015: 1,2 fte. Intern betrokkenen (afstemmingsoverleg) Afdeling Kennis en Ekonomy, afdeling Kultuer en Mienskip, afdeling Stêd en Plattelân, afdeling Beleid- en Geoinformatie en afdeling Plattelânsprojekten Extern betrokkenen Gemeenten, woningcorporaties, onderwijsorganisaties, zorgpartijen, arbeidsmarktpartijen, steunfuncties en maatschappelijke organisaties.
21
Hoofdstuk 5.
Communicatie
De communicatie wordt planmatig aangepakt, zie daarvoor het separate communicatieplan (bijlage IV)
Hoofdstuk 6.
Bestuurlijke inbedding
Het project valt bestuurlijk onder de verantwoordelijk gedeputeerde voor Demografische Ontwikkelingen, maar loopt door alle portefeuilles van Gedeputeerde Staten heen. Het overleg met GS vindt voornamelijk plaats via de demografische ontwikkelingen gedeputeerde, maar waar nodig of gewenst kan overleg plaatsvinden met een andere vakgedeputeerde (i.o.m. de betrokken beleidsafdeling), de gebiedsgedeputeerde (i.o.m. Plattelânsprojekten) of het voltallige college.
Hoofdstuk 7.
Budgetraming 2013 e.v.
Begroot bedrag (€ x 1000) (minus formatielasten): 325 Faciliteren kennis, bewustwording, agendering - Kennisbijeenkomsten - Lidmaatschap KKNN - Communicatie Planmatige aanpak per regio - ondersteuning anticipeerregio’s - ondersteunen andere 3 regio’s - opstellen werkdocument zuidwest Friesland - experiment Wons - concrete projecten Totaal ‘geraamd’
2013
2014
2015
ntb
ntb
ntb
ntb
325
325
20 25 20
100 50 40 10 60 325
22
Bijlage I A. Leden provinciaal Kernteam demografische ontwikkelingen: Catrien de Vries Tineke Cazemier Erik Kofman Karin Vaartjes Rixt Veldman Karin Wierda Vacant
Projectleider Projectmedewerker regio Zuidwest en Noordwest Communicatiemedewerker Communicatieadviseur Projectsecretaris Projectmedewerker regio Noordoost, Wadden en Zuidoost Projectmedewerker
B. Leden provinciaal Intern Afstemmingsoverleg demografische ontwikkelingen: Piet Abma Ybeltje Bandstra Saskia v.d. Kamp Jolanda van Leeuwen Sipke v.d. Meulen Sylvia v.d. Meulen Jantsje van der Spoel Marco Smulders Marcel Stein Maaike Swart Geke Walsma
Toerisme en recreatie Sociaal beleid en zorg Wonen Kennis en economie Verkeer en vervoer Plattelandsprojecten Plattelandsbeleid Beleid- en geoinformatie Streekagenda’s Onderwijs Zorg
Bijlage II Leden Ambassadeursoverleg ‘Fan mear nei better’: Dhr. H. Konst, voorzitter Dhr. P. van Dijk Dhr. S. Boorsma Mevr. I. Diks Mevr. W. v.d. Galien Dhr. R. Hagenaars Dhr. A. Helder Mevr. S. Hoekstra Dhr. A. Kok Dhr. J. Lolkema Dhr. B. Lugies Dhr. E. Nutma Dhr. F. Veenstra Mevr. I. v.d. Vegte Mevr. M. Waanders Mevr. A. van Wingerden
Gedeputeerde provincie Fryslân Wethouder gemeente Opsterland Wethouder gemeente Dongeradeel Wethouder gemeente Leeuwarden NHL Hogeschool Leeuwarden Directeur Wonen noordwest Fryslân Directeur onderwijsgroep Fier Directeur WoonFriesland Voorzitter Friese makelaars NVM KvK noord Nederland Directeur zorggroep Plantein Directeur Doarpswurk Burgemeester gemeente Franekeradeel Directeur Partoer Burgemeester gemeente Dongeradeel Projectleider Kennisnetwerk Krimp Noord Nederland 23
Bijlage III Leden Fries Team Demografische ontwikkelingen: Catrien de Vries, voorzitter Vacant Jorrit Holwerda Sjoerd IJdema Ytsen Strikwerda Nynke Talstra Angelique van Wingerden
Provincie Fryslân Provincie Fryslân Vereniging Friese Gemeenten Partoer Elkien Doarpswurk Kennisnetwerk Krimp Noord Nederland
Bijlage IV Communicatieplan Demografische Ontwikkelingen Fryslân, 2012-2015 Zie bijlage.
24