Voortgangsrapportage & vooruitblik Demografische ontwikkelingen
“Leefbare en vitale dorpen in Berkelland”
1
Inhoudsopgave Samenvatting ................................................................................................................................... 4 Inleiding ............................................................................................................................................ 6 De demografische ontwikkeling in perspectief ................................................................................ 8 Prognose gemeente Berkelland .................................................................................................... 12 Demografie en Beleid .................................................................................................................... 18 Monitor ........................................................................................................................................... 22 Beleidsevaluatie demografie 2011................................................................................................. 24 Vooruitblik 2012 en verder ............................................................................................................. 28
2
3
Samenvatting De raad heeft besloten met een apart ontwikkelprogramma demografische ontwikkelingen zo goed mogelijk in te spelen op de komende veranderingen in de bevolkings- en huishoudenssamenstelling. In de Voortgangsrapportage en Vooruitblik kijken we terug op het afgelopen jaar en kijken we vooruit wat er nog gaat komen qua projecten. Hierin staan bewustwording van en sturing op de demografische ontwikkelingen centraal. In 2011 is het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) met een nieuwe regionale bevolkingsprognose gekomen. Hieruit blijkt dat het aantal inwoners in Berkelland in de komende jaren tot 2040 nog sterker zal gaan dalen, met 20 procent in plaats van 16 procent, naar ongeveer 36.000 inwoners. Belangrijker zijn de veranderingen in de samenstelling van onze bevolking. Er zullen in 2020 ongeveer 700 leerlingen minder op de basisscholen in Berkelland zitten. Ook het arbeidspotentiaal, het aantal mensen tussen de 20 en 65 jaar, zal in de komende 30 jaar met 8800 personen dalen. Tegelijkertijd verdubbelt het aantal inwoners boven de 80 jaar naar 4200 inwoners in 2040. Deze veranderingen zullen veel betekenen voor onder meer scholen, verenigingen, bedrijven en de zorg. Ook het aantal en de samenstelling van onze huishoudens zal veranderen in de komende jaren. Ondanks de stijging in de eerste tien jaar, zal er rekening gehouden moeten worden met een krimp van het aantal huishoudens na 2020. Bouwen voor meer dan de prognose (ongeveer 19.000) kan problemen geven, wanneer er in 2040 nog maar vraag is voor ongeveer 17.000 woningen. Hierdoor dreigt het risico van leegstand, dat een verslechtering van de kwaliteit van de leefomgeving met zich mee kan brengen. Daarnaast zal alleen het aantal eenpersoonshuishoudens toenemen, dit zijn vooral oudere inwoners die hun partner hebben verloren. Dit betekent dat er gekeken moet worden welke woningen je nog bijbouwt. Er zal vooral vraag komen naar levensloopbestendige woningen die ook geschikt zijn voor alleenstaanden. Het afgelopen jaar is er al veel gebeurd in Berkelland en de Achterhoek wat betreft bewustwording en eventueel sturing van thema’s die te maken hebben met de demografische ontwikkeling. Ook zie je dat bij Rijk en provincie steeds meer aandacht komt voor het onderwerp. En ook zijn door onder meer Rijk pilots opgestart en worden projecten ondersteund rondom de demografische ontwikkeling. Belangrijke projecten in Berkelland in 2011 voor bewustwording of sturing: -
de ronde van het college langs de kleine kernen; de gesprekken over de nieuwe onderwijsvisie met schoolbesturen van basisscholen in Berkelland; regionale woonvisie oprichting Platform BV Berkelland start WMO-pilot Beltrum en Ruurlo Bijeenkomsten over demografie in de eigen organisatie
In 2012 is al te zien dat de effecten van de demografische ontwikkeling steeds meer als logisch onderdeel van projecten worden meegenomen. Belangrijke projecten in Berkelland in 2012/2013 voor bewustwording of sturing: -
proeftraject met Geesteren en Rekken voor nieuwe dorpsvisie BZK traject starten met kernen Geesteren, Gelselaar, Noordijk en Diepenheim (gemeente Lochem) voor een gezamenlijke Demografische Effect Rapportage Nieuwe leerlingenprognose voor onderwijs
4
-
Gesprekken over onderwijsvisie Regionale woon- en leefbaarheidsonderzoek Eerste bestuurlijke evaluatie regionale woningbouwafspraken Voetbalclubs praten over krimp Uitwerking vijf kerntaken van platform BV Berkelland Verdere uitvoering WMO-pilot Kanskaarten in Eibergen, Ruurlo en Borculo Bijeenkomsten over demografie in eigen organisatie Kijken naar kosten demografie voor programmabegroting
Zoals gezegd wordt bij steeds meer projecten goed nagedacht over de gevolgen van de demografische ontwikkelingen. En bij steeds meer inwoners, bedrijven, organisatie en medewerkers van de gemeente ontstaat een bewustwording over wat de demografische ontwikkeling betekent voor hen en de samenleving. Belangrijk is om in de komende jaren verder te anticiperen en kansen te benutten om de vitale en leefbare dorpen in Berkelland te behouden.
5
Inleiding In deze voortgangsrapportage kijken we terug op het afgelopen jaar en blikken we vooruit op wat we het komende jaar gaan doen rondom het ontwikkelprogramma demografische ontwikkelingen. De basis voor het ontwikkelprogramma ligt bij het ‘projectplan demografie’ dat op 17 mei 2011 door de raad voor kennisgeving is aangenomen. Hierin staan de twee belangrijkste doelen vermeld voor de jaren 2011 en 2012. Allereerst bewustwording van wat de demografische ontwikkeling is en betekent voor de samenleving bij gemeente, instellingen, bedrijven en inwoners. Iedereen kan en moet zijn bouwsteen bijdragen om samen voorbereid te zijn op de gevolgen van demografische ontwikkelingen. Dat geldt overigens ook voor de provincie Gelderland en de rijksoverheid. Alleen als iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt kunnen we als samenleving maximaal voorbereid zijn op de gevolgen. Het tweede doel is gericht op sturing, het zoeken naar oplossingen en kansen bij de verschillende onderwerpen. Deze twee hoofddoelen komen ook terug in de programmabegroting 2012 bij het ontwikkelprogramma demografische ontwikkelingen.
Figuur 1: Provincie Overijssel
6
7
De demografische ontwikkeling in perspectief Bevolkingsdaling is geen nieuw fenomeen. Al eeuwen zijn er tijden van groei en daling van de bevolking. Zo verdween één derde van de Europese bevolking in de 14e eeuw. Vaak werden jaren van bevolkingsgroei afgewisseld met sterfte. Dit werd veroorzaakt door ondermeer hongersnoden, ziektes als de Pest, economische veranderingen en natuurrampen. Pas na de industriële revolutie en de welvaartsgroei van vorige eeuw hebben we geen conjuncturele (tijdelijke) bevolkingsdaling meer gekend, maar alleen een grote toename van het aantal inwoners in Nederland en Europa. “In Nederland nam de bevolking in de veertiende eeuw net zozeer af als in Europa. Na de hongersnood van 1315-1317, nam het aantal inwoners in Nederland langzaam toe, tot de eerste pestepidemie ‘de Zwarte Dood’ een hoge sterfte veroorzaakte. Gedurende een halve eeuw keerde de plaag bijna elke tien jaar terug, soms met nog meer sterfte dan de eerste uitbarsting van de epidemie. Het aantal vrouwen dat overleed was hoger dan mannen, waardoor na verloop van tijd 20 tot 30 procent meer mannen dan vrouwen waren. Ook zorgde het ervoor dat het aantal kinderen dat geboren werd met 16 tot 22 procent afnam.” “Geschiedenis van de Nederlanden – Blom en Lamberts”
Het verschil met de voorgaande bevolkingsdalingen is dat deze structureel is. Niet langer zal na een bevolkingsdaling ook een bevolkingsgroei inzetten. Ook wordt deze daling niet veroorzaakt door ziektes, hongersnoden of natuurrampen, maar door welvaart. Het aantal kinderen per vrouw daalde de afgelopen tientallen jaren onder het vervangingsniveau van 2,1 kind per vrouw. Ook zorgde de welvaart voor het vertrek van vele Oost-Europeanen richting het westen en van veel inwoners in landelijke gebieden naar stedelijke gebieden. Hierdoor zijn onder meer landelijke gebieden in Frankrijk bijna onbewoonbaar geworden. Ook in Nederland is de bevolkingsdaling vooral te zien in de landelijke perifere gebieden zoals Parkstad Limburg, Noordoost Groningen en Zeeuws Vlaanderen. In de komende periode zullen nog meer regio’s in Nederland te maken krijgen met de bevolkingsdaling. Deze daling komt vooral doordat er meer mensen overlijden dan kinderen worden geboren. Ook Berkelland krijgt te maken met een bevolkingsdaling. Zie ook figuur 2. In dit figuur is bevolkingsdaling niet langer aangegeven als rood, maar blauw. De rode gebieden zijn de groeigemeenten, ofwel hittegebieden. De blauwe gebieden zijn de krimpgemeenten, ofwel koeltegebieden. Figuur 2: Bevolkingsontwikkeling 2008-2025 Rood = hittegebieden (bevolkingsstijging) Blauw = koeltegebieden (bevolkingsdaling)
8
We zijn niet de eerste… In bijna alle landen in Europa is er sprake van een structurele bevolkingsdaling. Nederland is daar wat dat betreft een uitzondering op. De voornaamste reden van de bevolkingsdaling in alle landen is de keuze om minder kinderen te nemen. Toch is geen regio in Europa gelijk. Oost-Europa Zo is in Oost-Europa sprake van een daling sinds begin jaren 1990. Dit komt allereerst door de organisatie van de communistische gemeenschap. Door onder meer de planeconomie en sterke industrialisering waren veel vrouwen genoodzaakt toe te treden tot het arbeidsproces. Hierdoor kregen zij niet de mogelijkheid om veel kinderen op de wereld te zetten. Na de val van de muur nam het aantal inwoners in de Oost-Europese landen en Oost-Duitsland, nog sterker af. Doordat de economie in de voormalige communistische regio’s sterk verslechterde, kozen veel inwoners ervoor om te verhuizen naar West-Europa of de Verenigde Staten. Met de openstelling van de grenzen in de Europese Unie, hebben landen als Polen het nog moeilijker gekregen om (vooral hoog opgeleide) inwoners te behouden.
Figuur 3: Bevolkingsontwikkeling EU 2001-2004 Bron: OECD Demographic Change (2012) Hoe donkerder hoe groter de absolute bevolkingsdaling / wit is groei
West-Europa - Frankrijk Frankrijk groeit als land nog wel, maar is kenmerkend voor een westers land waar de plattelandsregio’s leeglopen ten koste van de stedelijke regio’s. Wanneer je wel eens op vakantie bent geweest in bijvoorbeeld het zuiden van Frankrijk en door de plattelandsdorpen heen bent gereden, zijn deze dorpen vaak verlaten. Een klein aantal, vaak oudere, inwoners wonen nog in de dorpen. Maar de meeste huizen zijn of leegstaand of worden gebruikt als vakantiewoning.
9
Door de grote afstand tussen de verschillende dorpen en steden is deze situatie ontstaan. Het forensen zoals wij dit in Nederland kennen, waarbij steden en dorpen op korte afstand liggen, is niet mogelijk in landen als Frankrijk. De situatie zoals deze is ontstaan in Frankrijk, zal dus ook niet ontstaan in Nederland, omdat we een hoge bevolkingsdichtheid hebben en grote kernen met meerdere basisvoorzieningen gemakkelijk bereikbaar zijn. Nederland Nederland groeit nog steeds, toch zie je in verschillende regio’s al een daling van de bevolking. Net als in Frankrijk zie je hier een groot verschil tussen de stedelijke en landelijke, vaak perifere, regio’s. Bekende regio’s die op dit moment al een bevolkingsdaling kennen zijn ZeeuwsVlaanderen, Parkstad Limburg en Noordoost Groningen. Zij hebben naast een bevolkingsdaling ook een huishoudensdaling. Dit betekent dat het aantal gezinnen afneemt en hierdoor woningen leeg komen te staan. Naast deze drie regio’s zijn er steeds meer landelijke regio’s waar het aantal inwoners afneemt, waaronder onze eigen regio Achterhoek. We staan nu aan het begin van een periode waarin door de bevolkingsdaling allerlei effecten voor de samenleving zullen optreden. In het komende hoofdstuk zal eerst gekeken worden hoe de bevolkings-, maar ook huishoudensdaling er de komende dertig jaar uit zal zien.
10
11
Prognose gemeente Berkelland Eens in de zoveel jaren maakt het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) een nieuw prognose. Zo is er ook aan het eind van 2011 een nieuwe bevolkingsprognose gekomen. Deze prognose nemen we mee in de voortgangsrapportage demografische ontwikkelingen. Ook vergelijken we deze met de oude prognose uit 2009. Zodat duidelijk wordt wat het verschil is tussen beide prognoses.
Hoe werkt een prognose? Er wordt voor een prognose rekening gehouden met allerlei factoren uit het verleden. Waaronder verhuizingen, huishoudensvorming, het krijgen van kinderen, immi- en emigratie. Ook worden de verwachte veranderingen in het gedrag en gezondheidszorg uit de nationale prognose van het CBS (levensverwachting stijgt, paren gaan sneller uit elkaar, etc.) meegenomen. De regionale prognoses CBS en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) worden gemaakt met het simulatiemodel PEARL. Het model start met de bevolking naar leeftijd, geslacht, huishouden, herkomstgroep en woongemeente in het startjaar. Hier past het overgangskansen (kans dat er dingen veranderen) op toe en zo kan bepaald worden hoeveel personen verhuizen, emigreren, overlijden, et cetera. De bestemming van de verhuizers wordt bepaald uit de verhuispatronen die in het verleden zijn waargenomen. Daarnaast is er rekening gehouden met de geplande woningbouw, om te zorgen dat de ontwikkeling van het aantal huishoudens klopt met die van het aantal woningen (CBS, 2010). Bij de schatting van de overgangskansen wordt ook met regionale verschillen rekening gehouden. Naast het simulatiemodel PEARL van het CBS, die gebruikt voor de prognoses van Berkelland, zijn er nog andere simulatiemodellen, waaronder het simulatiemodel PRIMOS van het VROM en provinciale en lokale simulatiemodellen. Als je de prognoses die voortkomen uit alle simulatiemodellen naast elkaar legt, zul je verschillen zien. Dat er verschillen zijn tussen prognoses is illustratief voor de onzekerheid die er is bij het maken van prognoses. De toekomstige bevolkingsontwikkeling is nu eenmaal geen vaststaand gegeven. Het is goed hier rekening mee te houden en vooral te kijken naar de trend in de bevolkingsprognose voor Berkelland.
Figuur 4
12
Bevolkingsontwikkeling Bekend is al dat het aantal inwoners van de gemeente gaat dalen de komende jaren. In de prognose van 2009 werd verwacht dat we tot 2040 met ongeveer 16 procent zouden dalen naar 37.500 inwoners. De prognose van 2011 is wat ongunstiger en geeft aan dat het aantal inwoners met ongeveer 20 procent gaat dalen naar bijna 36.000 inwoners. Dit jaar bleek dat we 46 nieuwe inwoners erbij hadden, dit komt ook naar voren in deze prognose van 2011.
Figuur 5
Bevolkingsontwikkeling per leeftijdsgroep Veranderingen voor onze samenleving door de bevolkingsontwikkeling komen vooral doordat de leeftijdsopbouw verandert in Berkelland. Zoals te zien is in onderstaande grafiek daalt het aantal 0 tot 20 jarigen en het aantal 20 tot 65 jarigen sterk. Beiden met 34,5 procent tot 2040. Tegelijkertijd stijgt het aantal 65+’ers sterk met 37,5 procent. Deze veranderingen in leeftijdsopbouw, hebben veel effect op onze samenleving. Denk hierbij aan minder leerlingen voor scholen, minder werknemers en juist meer zorgbehoevenden.
Figuur 6
13
Jeugd In de komende periode zullen er steeds minder kinderen worden geboren in de gemeente Berkelland. De ontgroening van de Berkellandse bevolking heeft onder meer gevolgen voor het onderwijs in de gemeente. Maar hoeveel minder kinderen krijgen we in Berkelland? Jeugd Berkelland 2012 2015 2020 2025 2030 2035 2040 Daling %
0 tot 5
5 tot 10
10 tot 15
15 tot 20
20 tot 25
Totaal jeugd
2200 2000 1900 1800 1800 1700 1500 -32%
2700 2400 2000 2000 1900 1800 1700 -37%
2900 2800 2300 2000 2000 2000 1800 -38%
2900 2700 2600 2300 2100 2100 2000 -31%
2100 2300 2200 2200 2000 1700 1700 -19%
12.800 12.200 11.000 10.300 9.800 9.300 8.700 -32%
Rood = einde van sterkste daling / Groen = piek van groei
Figuur 7
Voor de basisscholen zal de grootste daling van het aantal leerlingen plaatsvinden tussen nu en 2020. Maar liefst 700 leerlingen minder, dit is 1 op de 4 leerlingen in de komende acht jaar. In de leerlingenprognose van Planningsverband Groningen wordt rekening gehouden met 69 lege klaslokalen in 2025. Voor basisscholen betekent minder leerlingen ook minder inkomsten. Het is nu al van belang om te kijken hoe basisscholen het dalend aantal leerlingen in de komende tien jaar kunnen opvangen. Ook middelbare scholen krijgen te maken met minder leerlingen. Tot 2025 wordt verwacht dat er ongeveer 900 kinderen minder zijn tussen de 10 en 15 jaar. Niet alleen scholen zullen het dalend aantal kinderen in Berkelland merken. Ook allerlei verenigingen, zoals sportclubs, zullen minder leden krijgen door de ontgroening. Zij zullen vaak hun belangrijkste doelgroep zien verkleinen.
Werkgelegenheid Niet alleen het aantal kinderen zal dalen, ook zal er rekening gehouden moeten worden met een terugloop van het arbeidspotentiaal, het aantal mensen tussen de 20 en 65 jaar. In de komende 30 jaar zullen er 8800 personen minder zijn. Dit is een daling van maar liefst 34,5 procent. Dit betekent dat het lastiger wordt voor bedrijven in de regio om vacatures op te vullen. Om bedrijven in de gemeente of regio te houden is het daarom van belang dat er onder meer ingezet wordt op een zo goed mogelijke aansluiting van onderwijs en arbeidsmarkt en eventuele omscholingsmogelijkheden. Zodat zoveel mogelijk mensen tussen de 20 en 65 jaar op de lokale en regionale arbeidsmarkt komen.
14
Vergrijzing Terwijl het aantal jongeren en werkenden afneemt, stijgt het aantal inwoners in Berkelland dat ouder is dan 65 jaar. Vooral het aantal inwoners boven de 80 jaar zal enorm gaan stijgen. Vergrijzing Berkelland
50 tot 60
60 tot 70
70 tot 80
80 tot 90
90+
2012 2015 2020 2025 2030 2035 2040 Daling/stijging %
6700 6800 6900 6100 4900 4000 3800 -43,3%
6300 6400 6100 6300 6400 5700 4500 -28,6%
3800 4200 5100 5400 5200 5400 5400 42,1%
1800 1900 2200 2600 3300 3400 3300 83,3%
300 400 500 500 600 800 900 200%
Rood = einde van sterkste daling / Groen = piek van groei
Figuur 8
Tot 2020 zal het aantal 50 tot 60 jarigen nog blijven stijgen, vlak daarna is een grote daling te zien. Dit is het einde van de periode van de babyboomers. Deze daling is ook bijvoorbeeld te zien bij het aantal 60 tot 70 jarigen die een sterke daling doormaakt tussen 2030 en 2035. Beide leeftijdsgroepen kennen ook een daling van het aantal inwoners tussen 2012 en 2040. Vanaf 70 jaar stijgt het aantal inwoners tot 2040. Zoals te zien is in de tabel stijgt het aantal 80 tot 90 jarigen zelfs met 83 procent en het aantal inwoners ouder dan 90 jaar zelfs met 200 procent. Deze grote stijging van het aantal personen boven de 65 jaar heeft vooral grote gevolgen voor de zorgsector, de voorzieningen en de woningbouw. Er zal meer vraag komen naar zorg en ondersteuning van ouderen en dit zal lastig op te vangen zijn, doordat het arbeidspotentiaal daalt. Met een stijging van 2100 mensen die ouder zijn dan 80 jaar in de periode 2010-2040 zullen er mogelijk meer verzorgingshuizen of andere woonvormen voor ouderen nodig zijn. Toch zijn er ook kansen, er kan namelijk ingespeeld worden op onder meer de oudereneconomie. De groep die in de komende 20 jaar de leeftijd van 65 jaar bereikt, zijn welvarender dan hun voorgangers en tevens minder zuinig. Zo liggen er bijvoorbeeld kansen op het vlak van zorg en recreatie, denk daarbij bijvoorbeeld aan een hotel waar je weer op krachten komt na een operatie of bungalowparken die gericht zijn op de komst van driegeneratievakanties of specifiek voor senioren. Ook voor andere branches zoals de gezondheidszorg, de dienstverlening en de woningbouw liggen er kansen bij deze groep van 65 jaar en ouder. Zo kan bijvoorbeeld de woningbouw inspelen op de grotere vraag naar levensloopbestendige woningen en woningen voor eenpersoonshuishoudens. Figuur 9: Provincie Overijssel
15
Huishoudens Naast de bevolkingsdaling, is ook de huishoudensontwikkeling een aspect van de demografische ontwikkelingen. De huishoudensontwikkeling in de gemeente Berkelland is voornamelijk belangrijk voor de woningbouw. Zo zal er bij krimp van het aantal huishoudens rekening gehouden moeten worden met de bouw van woningen, zodat er geen leegstand ontstaat. Daarnaast kan een verandering in de huishoudensamenstelling ervoor zorgen dat er een vraag naar andere woningen komt. Het aantal huishoudens in de gemeente Berkelland zal tot 2020 nog gaan stijgen, waarna er een sterke daling zal worden ingezet.
Figuur 10
Er zijn verschillen te zien tussen de prognoses van 2009 en 2011. Het aantal verwachte huishoudens is in de prognose van 2011 wat hoger dan die van de prognose in 2009. Tegelijkertijd is de daling in de prognose van 2011 nog forser dan die van 2009. Ondanks de stijging in de eerste tien jaar, zal de gemeente Berkelland rekening moeten houden met een krimp van het aantal huishoudens na 2020. Bouwen voor meer dan de prognose (ongeveer 19.000) kan problemen geven, wanneer er in 2040 nog maar vraag is voor ongeveer 17.000 woningen. Hierdoor dreigt het risico van leegstand, dat een verslechtering van de kwaliteit van de leefomgeving met zich mee kan brengen. Ook brengt een vermindering van het aantal huishoudens een risico met zich mee voor de mindere wijken in de kernen. Juist deze wijken zullen het eerst merken dat woningen leeg komen te staan, dit kan voor een verloedering van de wijk zorgen. Sloop en herstructurering van wijken zijn dan ook noodzakelijk om de leefbaarheid op peil te houden.
16
Huishoudenssamenstelling In de komende 30 jaar zal in de gemeente Berkelland de samenstelling van de huishoudens gaan veranderen. Er zullen meer eenpersoonshuishoudens bijkomen, mede door de vergrijzing. Steeds meer ouderen komen alleen te wonen na het overlijden van hun levenspartner. De stijging van het aantal eenpersoonshuishoudens is in de gemeente Berkelland maar liefst 30,8 procent tot 2040. Dit is minder dan de verwachte stijging van 34,7 procent in 2009. Dit verschil komt vooral, doordat in de afgelopen twee jaar meer eenpersoonshuishoudens bij zijn gekomen, hierdoor vlakt de prognose langzaam af.
Figuur 11
Het aantal meerpersoonshuishoudens daalt met 25,6 procent. Dat is meer dan de verwachte 21,2 procent in 2009. De vraag naar woningen voor eenpersoonshuishoudens zal dus toenemen, deze woningen zullen tevens geschikt moeten zijn voor de middelbare en oudere alleenstaanden. Er zal hierbij bijvoorbeeld gedacht moeten worden aan het bouwen van levensloopbestendige woningen. Er kan vanuit gegaan worden dat vooral in de vier grote kernen er meer eenpersoonshuishoudens zullen komen, deze trend is namelijk al zichtbaar. Tevens zullen er vooral in de kernen waar nu al relatief veel ouderen wonen meer eenpersoonshuishoudens komen.
17
Demografie en Beleid In de komende jaren zal op allerlei vlakken in de samenleving de invloed van de demografische ontwikkelingen meespelen. Er ontstaan allerlei beleidsvragen binnen verschillende thema’s over hoe om te gaan met de demografische ontwikkelingen. De afgelopen twee jaar is vooral voor het onderwerp wonen een intensief traject van bewustwording en sturing ontstaan binnen de regio Achterhoek en de gemeente zelf. Een uitkomst van dit traject is de Regionale Woonvisie waarin zeven gemeenten hun nieuwbouwplannen naar beneden hebben bijgesteld, maar er ook voor gekozen hebben om kwalitatieve ingrepen te doen in het woningbestand. Nu er steeds meer bewustwording ontstaat rondom de demografische ontwikkelingen, zie je op allerlei terreinen initiatieven ontstaan. Zo denken nu ook scholen, sportverenigingen en de zorg na over het effect dat de demografische ontwikkelingen heeft op hen. Ook de gemeente houdt nu bewust rekening met het effect dat demografische ontwikkelingen kan hebben op allerlei vlakken in de samenleving. In de komende hoofdstukken zal verder beschreven worden wat er aan concrete projecten heeft gespeeld en zal spelen.
Urgente thema’s Krimp is een veel omvattend begrip en het is daarom lastig om het als thema over te brengen bij organisaties, bedrijven en inwoners. Om dit zo goed mogelijk voor elkaar te krijgen is het belangrijk dat er gewerkt wordt met kleine thema’s, zoals wonen, verenigingen of kleine kernen. Thema’s die goed behapbaar zijn. Zo is de kans dat men verzuipt in de hoeveelheid aan informatie een stuk kleiner en kan het verhaal concreet blijven, dit maakt het bewustwordingsproces gemakkelijker. In het Projectplan Demografie van 2011 staat aangegeven hoe in de komende jaren het project demografische ontwikkelingen wordt opgepakt. In Figuur wordt visueel weergegeven welke belangrijke thema’s er rondom demografie spelen. Dit zijn op dit moment ook de meest urgente thema’s. Figuur 12: Communicatie demografie
COMMUNICATIE DEMOGRAFIE
Eigen omgeving
Zorg Wonen
Werk
Onderwijs
Kleine kernen
Vereniging
BREED = BEWUSTWORDING (centraal) Bewustwording bij gemeente, organisaties, bedrijven en inwoners over de effecten van de krimp Gebruik hiervoor beelden en positieve boodschap naast negatief Vergeet de interne communicatie niet Gebruik partners per thema!
18
..
Et cetera
Integrale benadering De demografische ontwikkelingen is een groot overkoepelend thema, dat allerlei terreinen van de samenleving raakt. De gemeente is daarom niet de enige partij die ermee te maken krijgt, ook organisaties, bedrijven en inwoners zullen de effecten van de demografische ontwikkelingen voelen. Een integrale benadering is belangrijk, niet alleen organisatieoverstijgend, maar ook eventueel thema overstijgend. Is het mogelijk om thema’s te verbinden bijvoorbeeld bij een project als het kulturhus, waarbij je zowel kijkt hoe je om kunt gaan met minder kinderen als met meer ouderen (dus andere voorzieningen). Dan is het belangrijk dat daar naar gekeken wordt. Samen aan de slag Bij projecten rondom de demografische ontwikkelingen is het daarom belangrijk dat de gemeente de projecten niet alleen gaat uitvoeren. De uitvoering van sommige projecten ligt in handen van andere partijen. Belangrijk is dat de gemeente juist samen met partners het proces van bewustwording en sturing doorloopt. Want vaak weten ondernemers en instellingen het beste wat de demografische ontwikkeling voor hen betekent. Dit geldt ook voor de inwoners van Berkelland. Zij zijn namelijk een groot deel van de Berkellandse leefomgeving en weten beter dan ieder ander wat de kansen en bedreigingen zijn en welke oplossingen gevonden kunnen worden. Dit is de reden waarom het college voor de kernen rondom het project ‘Kanskaarten kernen’ in gesprek is met inwoners van de kernen. Voor zover de gemeente een rol in dit proces heeft moet de raad gereedschap krijgen om te sturen of beslissen.
De rol van nationale overheid en provincie Het Rijk Het Rijk is al een aantal jaar actief op het gebied van demografische ontwikkelingen, vooral voor de drie topkrimpregio’s, Eemsdelta, Parkstad Limburg en Zeeuws-Vlaanderen. Het interbestuurlijke voortgangsrapportage bevolkingsdaling 2011 van BZK geeft aan dat ook nu aandacht komt voor de anticipeerregio’s als de Achterhoek. Kernrol Rijk volgens het rapport: ‘Het Rijk agendeert, geeft nationale kaders, bevordert bewustwording en faciliteert waar nodig. Burgers krijgen de ruimte zodat zij op eigen kracht verbeteringen in hun directe leefomgeving kunnen realiseren.’ Er zijn hiervoor geen extra financiële middelen beschikbaar. Wel neemt het Rijk diverse bekostigingssystemen onder de loep en bekijkt of deze wel passen bij de krimpproblematiek. Ook zal het Rijk bekijken welke wet- en regelgeving krimpbestendig gemaakt moeten worden (Interbestuurlijke Voortgangsrapportage Bevolkingsdaling). In de regio Achterhoek is onder meer Binnenlandse Zaken steeds meer vertegenwoordigd om bijvoorbeeld onderzoek te doen rondom de demografische ontwikkelingen en de toekomst van het voorzieningenniveau en de kleine kernen. Provincie Gelderland De provincie is zich ook sterk aan het oriënteren op de gevolgen van de demografische ontwikkelingen en haar rol hierin. Op 18 april 2012 is er zelfs een debatavond georganiseerd samen met alle Achterhoekers die zich geroepen voelden om over de demografische ontwikkelingen met raadsleden te praten. Daarnaast is er ook een rapport ‘Transities voor krimp’ van de provinciale raad voor omgevingsbeleid uitgekomen. Waarin de richtlijnen rondom de aanpak van de provincie bij de demografische ontwikkelingen worden genoemd.
19
Kernrol provincie volgens het rapport: ‘Vitale regio’s krijgen ruimte om met eigen oplossingen te komen; samen geformuleerde doelen zijn daarbij uitgangspunt. De provincie ondersteunt daarbij: geeft ruimte waar dat kan en stuurt op de (inter)regionale samenhang. Belangrijk daarbij is dat er ook geëxperimenteerd wordt en dat het dan niet erg is dat er ook mislukkingen zijn. Bij experimenten van grote commerciële bedrijven is ook slechts één op de drie succesvol. Maar juist het ene succes, maakt het ‘mislukken’ van de andere twee projecten waard. Bij ruimte geven, zijn voor de provincie ook kaders van belang. Maar daarin zal voor de provincie niet de regel de leidraad moeten zijn, maar het maatschappelijk doel dat met een initiatief behaald kan worden (Transities voor krimp).
20
21
Monitor In de programmabegroting 2012 staat de doelenboom voor de programmalijnen demografie met een aantal concrete resultaten die we willen bereiken aan het eind van 2014. De programmalijn demografische ontwikkelingen is niet zozeer een inhoudelijke lijn. Het is veel meer een ondersteunende lijn voor de inhoudelijke taakvelden. Hierdoor kan gesteld worden dat de concrete resultaten niet erg concreet zijn. Het is ook veel meer het zorgen voor meer bewustwording van de demografische ontwikkelingen bij de gemeentelijke werknemers, bedrijven, organisaties en de Berkellandse bevolking. En daarnaast de ondersteuning in het zoeken naar en uitvoeren van oplossingen voor de effecten die demografie met zich meebrengt. Deze doelen zijn terug te zien in onderstaande doelenboom.
22
Concrete resultaten
Cijfers en mogelijke effecten van de demografische ontwikkelingen in Berkelland zijn in beeld
Bewustwordingsproces sluit aan bij actuele projecten per thema
Er is een duidelijk beeld over de vragen en behoeftes van de samenleving rondom demografische ontwikkelingen Er is afstemming tussen thema's over effecten van de demografische ontwikkelingen en behoeftes van de samenleving Een kleine groep betrokkenen heeft per thema gezocht naar oplossingen en sturingsmogelijkheden Er is afstemming en samenwerking tussen de thema's over de mogelijke oplossingen
Oplossingen om de leefbaarheid in de kernen te houden worden benut
Te behalen doel CBS-cijfers geactualiseerd wanneer noodzakelijk. Laatste artikelen/cijfers demografie staan in een map. Bij 5 projecten met relatie tot demografie (per jaar) wordt het bewustwordingsproces meegenomen 75% inwoners weet wat demografische ontwikkeling is + dorpsorganisaties zijn tevreden over begeleiding collega’s informeren elkaar en werken integraal met elkaar rondom effecten van de demografische ontwikkeling bij 5 projecten met relatie tot demografische ontwikkeling (per jaar) is actief gekeken naar oplossingen collega’s werken bij 5 projecten (per jaar) integraal met elkaar rondom effecten van de demografische ontwikkeling Bij elke nieuwe kleine kernenvisie wordt de effecten rondom demografische ontwikkeling actief meegenomen
Bron
Collega's
Collega's
Hoe? 1. controle CBS cijfers actueel 2. enquête onder collega’s 1. enquête onder collega’s over projecten met relatie tot demografie
Internet Panel / Dorpsorganisaties
1. internetpanel vragen over demografie 2. dorpsorganisaties vragen
Collega's
1. enquête onder collega’s: o.m. hoe gaat het met integraliteit
Collega's
1. enquête onder collega’s
Collega's
1. enquête onder collega’s
Ellen Dijkman / Dorpsorganisaties
1. navraag bij Ellen Dijkman / dorpsorganisaties
Bovenstaand tabel geeft aan hoe de resultaten die genoemd zijn in de doelenboom gemonitord zullen worden. Het zal bijna alleen gemonitord worden via enquêtes. Dit komt omdat het vooral om ervaringen gaan van collega’s en inwoners en niet zozeer om harde getallen. In 2012 zal voor het eerste keer gemonitord worden hoe het staat met de bewustwording en benutting van kansen rondom de demografische ontwikkelingen in Berkelland. Planning is om voor de meeste resultaten voor de programmabegroting 2012 de 0-meting te hebben gehad.
23
Beleidsevaluatie demografie 2011 Opzet plan van aanpak In mei 2011 is het projectplan demografie door de raad vastgesteld. In het projectplan staan de twee speerpunten, zoals deze ook in de monitor staan, centraal. Het eerste en belangrijkste doel is op alle terreinen, van zorg, economie tot verenigingen bewustwording te creëren rondom demografie. Wanneer er bewustwording is kan pas overgegaan worden op sturing op de effecten van de demografische ontwikkelingen. De twee doelen uit het projectplan worden de komende jaren meegenomen in de programmabegroting. En zijn basis voor de uitvoering van projecten rondom de demografische ontwikkelingen. Kleine kernen In 2011 heeft het college een ronde langs de kleine kernen gehouden. Het college wilde in deze ronde ophalen wat er in de kleine kernen speelde. Belangrijk was dat er een bewustwording op gang kwam rondom de demografische ontwikkelingen en de effecten die dit heeft op de toekomst in deze kleine kernen. Vragen als: wat gebeurt er met de dorpsschool, hoe houden we de verenigingen in ons dorp overeind en hoe zit het met de nieuwbouw speelden daarbij een rol. Juist bij de kleine kernen zullen de effecten van de demografische ontwikkelingen het snelst zichtbaar worden. Zij zijn het meest kwetsbaar, omdat voorzieningen die er zijn al vaak voor een klein publiek zijn. Denk daarbij aan de school, een winkel of het kulturhus. Om hier gezamenlijk over te na te denken is besloten tijden de ronde langs de kleine kernen ook aandacht te besteden aan de demografische ontwikkelingen. De ronde is begonnen met alle dorpsraden in Berkelland. Zij hebben in Beltrum een presentatie gekregen over de demografische ontwikkelingen in Berkelland en de effecten hiervan. En konden daarna samen met elkaar over discussiëren wat dit betekende over hun kern.
Figuur 13: Provincie Overijssel
Na deze bijeenkomst zijn in de loop van 2011 en 2012 alle kleine kernen in Berkelland bezocht. Elke kern heeft dezelfde presentatie gekregen en konden hier ook vragen over stellen. Geesteren heeft de presentatie tijdens een eerdere jaarvergadering gehad en in Geesteren is daarom niet verder specifiek op de demografische ontwikkelingen ingegaan. Geesteren zelf heeft gekozen voor een presentatie over het tot stand komen van de eigentijdse dorpsvisie in Hoonhorst. Na het collegebezoek, worden in alle kernen nagesprekken gehouden. In meerdere kernen, waaronder Rekken, Noordijk en Gelselaar, zijn deze nagesprekken al gehouden.
24
Het is te merken dat bij veel belangenverenigingen de effecten van de demografische ontwikkelingen goed geland zijn. Wel blijft woningsplitsing voor de meeste kleine kernen een lastig punt. De volgende stap is om bij het opstellen van nieuwe dorpsvisies ook daadwerkelijk rekening te houden met de komende demografische ontwikkelingen. Dit is een stap die vanaf 2012 gezet gaat worden. Onderwijs In 2011 zijn er meerdere gesprekken geweest met de schoolbesturen van de basisscholen in Berkelland over een nieuwe onderwijsvisie waarbij nagedacht wordt over de toekomst van het primair onderwijs in samenhang met andere functies, zoals kinderopvang, sport of cultuur. In deze visie is meegenomen dat de scholen de komende tijd te maken krijgen met de verwachte leerlingendaling. Er zal daarom ook gekeken moeten worden naar huisvesting. Uit deze gesprekken is een concept onderwijsvisie gekomen, dit is niets meer dan een plan op hoofdlijnen.
Fusie drie Eibergse scholen op komst EIBERGEN - Als direct gevolg van de bevolkingskrimp en ontgroening is het schoolbestuur VCO van plan zijn drie Eibergse basisscholen te fuseren. Het bestuur is in gesprek met de gemeente Berkelland over hoe deze fusie vorm moet krijgen. Het moet een kwaliteitsimpuls opleveren voor het christelijke basisonderwijs in Eibergen, zegt woordvoerder Jenne Wierstra van VCO Oost-Nederland. Toch vloeien de plannen van de Vereniging Christelijk Onderwijs voor een fusie van de Julianaschool, de Driesprong en de Willem Sluiterschool direct voort uit de dalende prognosecijfers van het aantal basisschoolleerlingen. „Er wordt de komende tien jaar een daling van misschien wel 25 procent van de leerlingen verwacht”, legt Wierstra uit. „Voor ons zou dat drie scholen met gemiddeld zestig leerlingen in Eibergen betekenen. Met op elke school een aparte directeur.” En voor de gemeente betekent het drie panden waarvoor betaald moet worden. „Voor de kwaliteit van het onderwijs zou het goed zijn om de scholen te laten fuseren.” Overigens benadrukt Wierstra dat de plannen nog in de beginfase zitten. „Het kan nog wel vier tot vijf jaar duren voor er daadwerkelijk een fusie is. Maar het geeft wel aan welke koers wij in Eibergen willen gaan varen.”
Figuur 14: Tc Tubantia
Wonen Op het gebied van wonen heeft er zeer veel gespeeld rondom demografie in 2011. In januari is de regionale woonvisie door de raad vastgesteld. In juni is de eerste voortgangsrapportage woningbouw vastgesteld, met concrete maatregelen om het aantal woningbouwplannen te verminderen. In het voorjaar 2012 is de tweede voortgangsrapportage woningbouw voorbereid. Verenigingen Er heeft nog niets gespeeld rondom demografie op het gebied van de verenigingen vanuit de gemeentelijke organisatie. Wel zijn verenigingen zelf bezig om zich voor te bereiden op een nieuwe toekomst met minder kinderen en meer ouderen.
Economie Een belangrijk project rondom de demografische ontwikkelingen was de oprichting van het Platform BV Berkelland op 15 september 2011. Het platform is een samenwerking tussen meerdere partijen waaronder de Industriële Kring Berkelland, de centrumondernemers uit
25
Berkelland en de gemeente Berkelland. Het platform is opgericht omdat de economische situatie van de afgelopen jaren en de toekomstige ontwikkelingen in de Achterhoek samenwerking noodzakelijk maken. Samen optrekken heeft ook meer slagkracht. Ook de verwachte demografische ontwikkelingen worden in de doelen van het platform meegenomen. Dit zijn gezamenlijke doelen van gemeente en bedrijfsleven. Het Platform houdt zich onder meer bezig met een goede aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Dat met de toekomstige krapte op de arbeidsmarkt steeds belangrijk wordt. Ook houdt het platform zich bezig met een positieve ontwikkeling van de winkelkernen, profilering van unieke bedrijven en bedrijventerreinen in Berkelland.
Zorg In 2011 is een eerste start gemaakt met de WMO-pilot in zowel Beltrum als Ruurlo. De WMOpilot is een goed voorbeeld van een project dat rekening houdt met een toekomst met meer ouderen. Basisvraag is: Hoe kunnen we ondanks het groeiende aantal ouderen een betaalbaar en goed WMO systeem houden. De pilot zal vanaf medio 2012 uitgevoerd gaan worden. Interne organisatie Afgelopen jaar is vier keer een bijeenkomst gehouden over de gevolgen van de demografische ontwikkelingen in de organisatie. Vooral de afdeling Ruimtelijke ontwikkeling is hierbij aanwezig geweest. Binnen deze afdeling, die al intensief te maken heeft met de gevolgen van de regionale woonvisie, is ook een werkgroep ‘interne afstemming krimp wonen’ opgericht. Deze werkgroep komt wekelijks bij elkaar om met elkaar over de gevolgen voor wonen te praten en dit met elkaar af te stemmen. Ook zijn er afdelingsbijeenkomsten geweest bij Mens & samenleving en Gemeentewerken. In 2012 zullen ook de andere afdelingen een presentatie krijgen over de demografische ontwikkelingen, zodat ook alle medewerkers binnen de gemeente weten wat er speelt. Begin 2012 hebben Publiekswinkel en Intern advies ook een presentatie gehad.
26
27
Vooruitblik 2012 en verder Wat staat er nog op stapel? In de programmabegroting 2012 staat wat we als gemeente gaan doen om de doelen te behalen. Hieronder staat aangegeven wie er per activiteit rondom demografische ontwikkelingen verantwoordelijk is:
Wat gaan we ervoor doen Demografische ontwikkelingen We zorgen voor een verdere uitbreiding van de cijfers over de bevolkingsprognoses van Berkelland De effecten van de demografische ontwikkelingen worden per thema geanalyseerd we geven presentaties over de effecten van de demografische ontwikkelingen, om zo bewustwording bij de samenleving te vergroten Er wordt waar mogelijk verbindingen gelegd tussen de verschillende thema's op het gebied van (bewustwording) van de demografische ontwikkeling We houden ook aansluiting bij actuele projecten en onderzoeken over de demografische ontwikkelingen op Achterhoek schaal, om zo ook als regio de leefbaarheid te vergroten We ondersteunen kleine groepen betrokkenen, vanuit organisaties, bedrijven en inwoners, in het zoeken naar oplossingen en sturingsmogelijkheden We leggen waar mogelijk verbindingen tussen de verschillende thema's, zoals wonen, economie en scholen, om zo efficiënt te sturen op kansen en mogelijkheden
Projectleiders / Contactpersoon/ Functiegroep
Afdeling
op raadsagenda
algemene informatie raad
Heleen Huiskamp
Intern Advies
nee
nee
Heleen Huiskamp / verantwoordelijke medewerker per thema Heleen Huiskamp
Intern Advies
nee
nee
Intern Advies
nee
nee
Heleen Huiskamp
Intern Advies
nee
nee
Heleen Huiskamp
Intern Advies
nee
nee
Heleen Huiskamp & Intern Advies Roel Heij
nee
nee
Heleen Huiskamp
nee
nee
Intern Advies
Deze activiteiten zijn voornamelijk ondersteunend bedoeld aan de medewerkers en partners die bezig zijn met projecten rondom demografische ontwikkelingen. Om zo bewustwording en sturing zo goed mogelijk te regelen.
28
Welke projecten spelen er? Kleine Kernen Het komende jaar staan er drie zaken op het programma. 1. Allereerst zal er een proeftraject starten met Geesteren en Rekken om voor elke kern een nieuwe dorpsvisie te schrijven, over hoe de kernen er in de toekomst eruit moeten zien. Niet zoals de gebruikelijke wijze, maar vernieuwend om zo naast het fysieke ook het sociale aspect er meer in te krijgen. En ook meer rekening te houden met de demografische ontwikkelingen en de invloed hiervan op hun kleine kern. Hoe het proefproject precies vorm gaat krijgen is op dit moment nog onbekend. 2. Daarnaast zal er dit jaar hoogstwaarschijnlijk een BZK-traject starten met de kernen Geesteren, Gelselaar, Noordijk en Diepenheim (gemeente Lochem). Het traject duurt tot eind december. Tijdens het traject zullen de kleine kernen onder leiding van onder meer een adviesgroep een gezamenlijke Demografische Effect Rapportage opstellen. Waarbij ze ook kijken naar voorzieningen die ze gezamenlijk kunnen gebruiken als dorpencluster. Het idee is om na afloop van het BZKtraject in het voorjaar 2013 te starten met een vervolg waarbij de andere kernen kunnen leren van de ervaringen van de drie kernen die mee hebben gedaan in het BZK-traject.
Onderwijs In het komende jaar zal allereerst een nieuwe leerlingenprognose worden uitgevoerd. Zodat er vernieuwde cijfers komen. De laatste leerlingenprognose dateert uit 2009. Daarna zullen in het komende jaar, als alles volgens plan verloopt, gesprekken worden gevoerd over hoe de onderwijsvisie de komende jaren verder gestalte gaat krijgen. Wel is duidelijk dat er verschillende inzichten bestaan hoe de toekomst met minder leerlingen ingevuld kan worden. Wonen Komend jaar wordt verder gegaan met de uitvoering van de plannen en doelen uit de Regionale Woonvisie. Het regionale woonen leefbaarheidsonderzoek gaat in april 2012 van start. De uitkomsten zullen na de zomer 2012 bekend worden. In het onderzoek worden inwoners van onder meer Berkelland gevraagd naar hun woonwensen voor de toekomst. Willen ze verhuizen of zitten ze goed? Daarnaast wordt er ook gevraagd naar de beleving van hun buurt. Zijn ze tevreden of juist ontevreden over hun eigen buurt? Tegelijkertijd zal ook de eerste regionale woonmonitor 2012 worden uitgevoerd. Hierin staan lokale en regionale woningmarkt informatie van Figuur 15: provincie Overijssel alle zeven gemeenten. Ook dit onderzoek moet tegen de zomer gereed zijn. Op basis van beide onderzoeken wordt dit najaar de eerste bestuurlijke evaluatie van de regionale woningbouwafspraken voorbereid. Voor verdere info over alle ontwikkelingen rondom wonen kunt u de voortgangsrapportage woningbouw lezen.
29
Verenigingen Ook voor (sport)verenigingen heeft de demografische ontwikkeling gevolgen. Verenigingen moeten het hebben van nieuwe aanwas om het ledental stabiel te houden of zelfs groter te worden. Doordat het aantal kinderen afneemt, is het voor verenigingen lastiger om voort te blijven bestaan. Het is belangrijk dat verenigingen hier nu al rekening mee houden en er op anticiperen, door bijvoorbeeld te zoeken naar andere mogelijkheden om geld binnen te halen. Denk aan het zoeken naar mogelijkheden om oudere leden langer vast te houden, of andere partijen als de BSO (Buitenschoolse opvang) aan te trekken. Dat er ook al nagedacht wordt over de gevolgen van de demografische ontwikkelingen voor verenigingen is in dit onderstaande krantenbericht goed te zien. Alle veldvoetbalclubs uit de Achterhoek waren samen uitgenodigd om na te denken over de gevolgen van de daling voor hun vereniging.
Achterhoekse voetbalclubs praten samen over krimp DOETINCHEM - De 77 veldvoetbalclubs uit acht Achterhoekse gemeenten komen donderdag 12 april samen bij De Graafschap in Doetinchem om te praten over de gevolgen van bevolkingskrimp. Dit gebeurt op initiatief van de KNVB District Oost die hiervoor Regio Achterhoek heeft benaderd. Behalve de 77 verenigingen zijn er ook afgevaardigden van de acht gemeenten bij de bijeenkomst. "Het doel is de bestuurders van de clubs bewust maken van de bevolkingskrimp en wat de gevolgen kunnen zijn voor voetbalclubs", zegt Pascal Kamperman, hoofd afdeling ondersteuning clubbesturen KNVB District Oost in Deventer. "Iedereen is er bij gebaat dat elke dorp een goede sportaccommodatie heeft. Dat bevordert de leefbaarheid van een dorp." Uiteindelijk wordt bevolkingskrimp een landelijk probleem, zegt Kamperman. In de Achterhoek zie je nu al clubs die bezig zijn met fusies (onder meer in Winterswijk, red.) en clubs samenwerken om zo in alle leeftijden jeugdteams op de been te houden.
Figuur 16: De Gelderlander
Economie In 2012 en 2013 zal door het platform BV Berkelland verder gewerkt worden aan de vijf kerntaken die het platform heeft: 1. Profilering Berkelland 2. Netwerken en regiocontracten 3. Werkgelegenheid en scholing 4. Bedrijventerreinen en parkmanagement 5. Detailhandel en centrumontwikkelingen De uitvoering van de kerntaken door projectgroepen bestaande uit vertegenwoordigers van gemeente, bedrijfsleven en organisaties, moet ervoor zorgen dat ook in een toekomst met minder arbeidskrachten het bedrijfsleven in Berkelland floreert. Erg belangrijk hierbij is dat er een goede aansluiting komt tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Zodat er zoveel mogelijk werkgelegenheid behouden blijft. Zorg & Welzijn Er speelt nog niet veel concreets op het gebied van welzijn en demografie. Een project in de opstartfase is de WMO-pilot. Op het gebied van wonen wordt ook onderzocht hoe woningen zowel huur- als particulier levensloopbestendig gemaakt kunnen worden. Binnen welzijn zijn de volgende onderwerpen voor het komend jaar in beeld WMO-pilot, woonwensenonderzoek, levensloopbestendig maken van woningen. In de Regionale Woonvisie komt ook het levensloopbestendige wonen in beeld.
30
Levensloopbestendig wonen Tot nu toe worden huurwoningen door woningcorporaties aangepast wanneer noodzakelijk. Wanneer de bewoner wegvalt is het daarna vaak lastig om de woningen opnieuw te verhuren aan mensen die deze aanpassingen kunnen gebruiken. Op dit moment laten corporaties zulke woningen maximaal drie maanden leegstaan. De huur wordt in de periode door de gemeente betaald. Lukt het in deze tijd niet om de woning aan mensen met een beperking te verhuren dan gaat het de gewone markt op. Dit is niet efficiënt, omdat dit regelmatig gebeurt en de gemeente een tijd voor de kosten opdraait. Twee vragen die hierbij opkomen: Hoeveel aangepaste woningen zijn er daadwerkelijk nodig nu? Hoe zit het met de vraag naar aangepaste woningen in de toekomst? Ook speelt er vooral voor de particuliere sector een communicatievraagstuk. Waarbij de grote vraag is welke maatregelen rondom voorzieningen in het huis mensen zelf kunnen doen. Er zal mogelijk een voorlichtingscampagne opgestart moeten worden om mensen voor te lichten over aanpassingen om het huis levensloopbestendig te krijgen. Daarbij komt de vraag vanuit de Wmo kant, wat als mensen hun huis toch niet hebben aangepast en in een situatie komen waar aanpassingen nodig zijn? En hoe kan bijvoorbeeld domotica (elektronisch voorzieningen in huis die de bewoner werk uit handen nemen) een rol spelen bij het zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen? De vraag speelt ook wat mensen nodig hebben qua welzijn voorzieningenpakket om op dezelfde plek te blijven wonen. Zoals bijvoorbeeld winkels, mobiliteit, een ontmoetingsplek et cetera. Niet alleen het huis moet voldoen aan de eisen van levensloopbestendigheid, maar eigenlijk ook de omgeving waar de mensen in wonen. Wat hebben mensen nodig? Onderwerpen voor volgend jaar 1. Het woonwensenonderzoek In maart 2012 is het woonwensenonderzoek gehouden. Hierin zitten ook vragen rondom de woonbehoeftes van ouderen en de leefomgeving van de bewoners. Conclusies zullen na de zomer 2012 bekend worden gemaakt. 2. Wmo-pilot De voorbereidingen voor de Wmo-pilot loopt al even, maar medio 2012 zal de uitvoering in Beltrum ook beginnen. De Wmo-pilot is sterk verweven met de demografische ontwikkelingen. Zo zal er een steeds groter wordende groep gebruikers komen door de groei van het aantal ouderen, maar tegelijkertijd ook een kleiner wordende groep professionals door de daling van de beroepsbevolking. De basis van de Wmo-pilot is om individuele voorzieningen pas te treffen wanneer er noodzaak is, omdat op het voorliggende traject, ook na inzet van de omgeving, het niet is gelukt. Figuur 17: Provincie Overijssel Het is ook de bedoeling om de huishoudelijke hulp en maatschappelijk werk te ontschotten en budgetten te bundelen zodat het werkt als een collectief. De pilot vindt plaats in Ruurlo en Broculo. In de pilot wordt geprobeerd om de sociale cohesie en omgeving te gebruiken om mensen te ondersteunen voor ze terugvallen op de individuele voorzieningen. De omgeving beslist ook en heeft een leidende rol in de keuzes. Zowel de gemeente als de welzijnsorganisaties werken hier aan mee.
31
Kanskaarten De inwonerssamenstelling van de kernen verandert de komende jaren geleidelijk als gevolg van de demografische ontwikkelingen. Vergrijzing en ontgroening nemen toe. Die verandering heeft tot gevolg dat de behoefte aan voorzieningen en functies in onze dorpskernen verandert. Bijvoorbeeld de behoefte aan winkels, scholen, ontmoetingsplekken, ontspanningsmogelijkheden. Het gemeentebestuur heeft zich afgevraagd wat die ontwikkelingen voor gevolgen zouden kunnen hebben voor de toekomst van de (voorzieningen in de) kernen. Het bestuurlijke beeld over de toekomst van iedere kern is opgeschreven in een kernenvisie. Het beeld van het bestuur is in iedere kern besproken met een aantal inwoners die actief betrokken zijn bij hun kern. Dit proces heeft geleid tot kanskaarten voor iedere kern. Op basis van die kanskaarten is aan de groep betrokken actieve inwoners van iedere kern gevraagd om projectinitiatieven die belangrijk zijn voor het 'toekomstproof' / 'demografieproof' maken van de kern. Omdat actieve en betrokken inwoners weten wat er in hun kern gebeurt en weten wat nodig is voor een vitale leefgemeenschap. De volgend stap is om over de kansenkaarten en initiatieven voor iedere kern met inwoners in gesprek te gaan. Uiteindelijk zijn inwoners in hun straat en buurt het hart van onze vitale kernen.
Interne organisatie Komend jaar zal een ronde langs de afdelingen worden gemaakt om alle medewerkers in te lichten over de gevolgen van de demografische ontwikkelingen in Berkelland. De bedoeling is na deze ronde langs de afdelingen langzaam toe te werken naar een plenaire bijeenkomst waarin we afdeling- en themaoverschrijdend met elkaar kunnen praten over de gevolgen die demografische ontwikkelingen met zich meebrengt voor Berkelland en eventueel het gemeentelijk beleid. Bewustwording bij medewerkers over de demografische ontwikkeling is erg belangrijk ook in de communicatie naar buiten toe. Niet alleen de bevolking moet weten wat er op hen afkomt, ook de medewerkers zelf moeten het begrijpen. Kosten In de loop van 2012 en 2013 zal een start gemaakt worden met het meten van de effecten van de demografische ontwikkelingen op de programmabegroting. Het blijft lastig veranderingen in bijvoorbeeld budgetten daadwerkelijk toe te rekenen aan de demografische ontwikkelingen. Vaak zijn er ook andere effecten oorzaak van de veranderingen. Zo spelen voor leegstand van winkelcentra en herstructureringskosten ook economische-, mobiliteits- en lokale factoren een rol. Hoe is het huidige economische klimaat? Wat is de invloed van het steeds mobieler worden van de samenleving op leegstand in winkelcentra in kleinere dorpen? Wat is de locatie van de winkels en hoe ziet het winkelbestand in een dorp eruit? De demografische ontwikkelingen zijn dan vaak een katalysator van de al ontstane problemen. Dit betekent ook dat je niet eenduidig kunt aangeven hoeveel kosten van leegstand in winkelcentra komen door de demografische ontwikkelingen. Voorbeeld van effect van de demografische ontwikkeling is het veiligheidsvraagstuk bij het brandweercluster. Bij een dalend aantal inwoners hebben we de keuze of de bijdrage per inwoner te laten stijgen of te zoeken naar een dienstverleningsniveau dat past bij het bedrag per inwoner. Veel gemeenschappelijke regelingen die gebaseerd zijn op een bijdrage per inwoner zullen zich deze vraag moeten stellen bij een dalend aantal inwoners.
32