Demografische gegevens

Een onderzoek naar het belang van het internet in het sociaal leven van Vlaamse hogeschoolstudenten

RESULTATEN De enquête stond gedurende 4 weken online. In deze periode heb ik 2250 ingevulde enquêtes binnen gekregen (dit is een responsratio van 2,27 %). In dit hoofdstuk ga ik elke vraag bespreken Bespreking

Demografische gegevens Onder welk studiegebied valt je studierichting? Doel: Deze vraag peilt naar de opleidingen van de studenten.

Tabel 2

Aantal

Architectuur Audiovisuele en beeldende kunst Biotechniek Gezondheidszorg Handelswetenschappen en bedrijfskunde Industriële wetenschappen en technologie Muziek en podiumkunsten Onderwijs Sociaal-agogisch werk Toegepaste taalkunde Totaal Geen antwoord Totaal onderzoeksgroep n=2233

Percentage 107 22 111 549 392 287 15 247 308 195 2233 17 2250

4,8 1,0 5,0 24,6 17,6 12,9 0,7 11,1 13,8 8,7 100,0

Interpretatie: Uit de tabel kunnen we aflezen dat ik verschillende studiegebieden heb bereikt. Het grootste aantal studenten bevond zich in het studiegebied gezondheidszorg (549 respondenten – 24,6%), handelswetenschappen en bedrijfskunde (392 respondenten – 17,6%), gevolgd door het studiegebied sociaal-agogisch werk met 308 respondenten. Het kleinste aantal respondenten werd geleverd door de studiegebieden van muziek en podiumkunsten (15 Miroslav Babik, Bachelor in toegepaste psychologie, Hogeschool West-Vlaanderen, 2007/2008 pag. 1


respondenten – 0,7%) en audiovisuele en beeldende kunst (goed voor 22 respondenten – 1,0%).

Miroslav Babik, Bachelor in toegepaste psychologie, Hogeschool West-Vlaanderen, 2007/2008 pag. 2


Soort van opleiding Doel: Deze vraag peilt naar de soort van de opleidingen.

Tabel 3

Aantal

Professioneel bachelor Academisch bachelor Academisch master Schakelprogramma Totaal Geen antwoord Totaal onderzoeksgroep

Percentage 1399 625 180 26 2230 20 2250

62,7 28,0 8,1 1,2 100,0

n=2230

Interpretatie: Zoals we in de tabel kunnen zien, zitten de meeste respondenten op dit moment in een professionele bacheloropleiding (1399 respondenten – 62,7%), gevolgd door de academische bachelor (625 respondenten – 28,8%). De academische master leverde slechts 180 respondenten op, wat neerkomt op 8,1% van het totaal, gevolgd door studenten binnen een schakelprogramma met 26 respondenten of 1,2%.



Geslacht Doel: Deze vraagt peilt naar het geslacht van de studenten.

Tabel 4

Aantal

Man Vrouw Totaal Geen antwoord Totaal onderzoeksgroep

463 1195 1658 592 2250

Percentage 27,9 72,1 100,0

n=1658 Interpretatie: Aan deze enquête namen 1195 vrouwen (72,1%) en 463 mannen (27,9%) deel.



Leeftijd Doel: Deze vraagt peilt naar de leeftijd van de studenten.

Tabel 5 18,00 19,00 20,00 21,00 22,00 23,00 24,00 25,00 26,00 27-35 36-45 46+ Totaal Geen antwoord Totaal onderzoeksgroep

Aantal 238 338 391 320 163 96 35 15 10 30 18 4 1658 592 2250

Percentage 14,3 20,6 23,5 19,2 9,8 5,8 2,2 0,9 0,6 1,8 1,1 0,2 100,0

n=1658 Interpretatie: Het leeftijdsinterval 18-23j. is het meest vertegenwoordigd met 1546 respondenten (93,2%). De leeftijdsgroep van de studenten ouder dan 46j. is beperkt tot 4 deelnemers (0,2%).



Provincie waar uw domicilie gevestigd is Doel: Deze vraagt peilt naar de geografische spreiding van de studenten.

Tabel 6

Aantal

Antwerpen Limburg Luik Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant Waals-Brabant West-Vlaanderen Totaal Geen antwoord Totaal onderzoeksgroep

524 296 1 194 161 1 480 1657 593 2250

Percentage 31,6 17,9 0,1 11,7 9,7 0,1 29,0 100,0

n=1657 Interpretatie: De meest vertegenwoordigde provincie was Antwerpen met 524 deelnemers (31,6%), gevolgd door West-Vlaanderen met 480 deelnemers (29,0%). Het minst scooren de Waalse provincies (Luik – 1 deelnemer – 0,1%, Waals-Brabant – 1 deelnemer 0,1%)



Seksuele geaardheid Doel: Deze vraagt peilt naar de seksuele geaardheid van de studenten.

Tabel 7

Aantal

heteroseksueel biseksueel homoseksueel / lesbisch zeg ik liever niet Totaal Geen antwoord Totaal onderzoeksgroep

1571 47 31 10 1659 591 2250

Percentage 94,7 2,8 1,9 0,6 100,0

n=1659

Interpretatie: 1571 van de hogeschoolstudenten (94,7%), die deelgenomen hebben aan mijn enquête beweren heteroseksueel te zijn, gevolgd door biseksueel (47 respondenten – 2,8%) en homoseksueel / lesbisch met 31 respondenten. 10 respondenten (0,6%) wilden uitdrukkelijk geen mening geven.



Conclusie van de demografische gegevens

In dit hoofdstuk trachtte ik geen hypotheses te toetsen maar hiermee kon ik een overzicht van de heterogeniteit van mijn doelgroep in kaart brengen. Zoals we in de tabellen kunnen zien, hebben studenten uit 17 verschillende hogescholen aan mijn steekproef deelgenomen. Opmerkelijk was dat het hoogste aantal studenten de Katholieke Hogeschool Kempen heeft opgeleverd, waardoor de provincie Antwerpen het meest vertegenwoordigd was. De meeste studenten waren tussen 18 en 26 jaar oud. Er waren ook een aantal oudere studenten, maar in veel mindere mate. Aan mijn enquête hebben bijna drie keer meer vrouwen (72,1%) dan mannen (27,9%) deelgenomen, wat misschien wilt zeggen dat vrouwen meer bereid zijn om een enquête in te vullen en er kan ook een verband zijn met het studiegebied aangezien de gezondheidszorg en de sociaalagogische studierichtingen het meest vertegenwoordigd waren. Aan mijn enquête hebben voornamelijk heteroseksuele kandidaten (94,7%) deelgenomen. Jammer genoeg zijn er meer dan 590 kandidaten die deze vraag niet hebben ingevuld, misschien uit schrik de manier waarop de resultaten verwerkt gingen worden.



(Overdreven) gebruik van het internet

Te toetsen hypotheses:

- Wordt internet voornamelijk gebruikt voor studiedoeleinden? -

Verkiezen studenten communicatie via internet boven sociaal leven?

-

Beschouwen studenten “troostmiddel?”

-

Is er sprak van overdreven gebruik van het internet?

het

internet

als

een

soort

Waar gebruikt u het internet voornamelijk voor? Doel: Deze vraag peilt naar het doel van internetgebruik.

Tabel 8

Aantal

School Ontspanning Werk Shopping Gezondheidsinformatie opzoeken Communicatie met anderen Informatie voor persoonlijke doeleinden verzamelen Om tijd te doden Totaal n=2245

2097 1884 309 497 396 1668 1067 666 2245

Percentage 93,4 83,9 13,8 22,1 17,6 74,3 47,5 29,7

Interpretatie: In deze tabel kunnen we zien, dat de meeste van de 2245 respondenten het internet gebruiken voor schooldoeleinden (2097 respondenten – 93,4%). Ten tweede gebruiken ze het internet voor ontspanning (1884 respondenten – 83,9%). Het minst wordt internet gebruikt voor het werk (309 respondenten – 13,8%), gevolgd door de opzoeking van de gezondheidsinformatie (396 respondenten – 17,6%).



Op de volgende vragen kun je een antwoord kiezen (tussen) heel vaak of nooit Doel: Deze stellingen peilen naar de internetverslaving. Hoe vaak vind je het moeilijk om met internetten te stoppen?

Tabel 9

Aantal

nooit af en toe soms vaak heel vaak Totaal Geen antwoord Totaal onderzoeksgroep

583 816 494 226 69 2188 62 2250

Percentage 26,6 37,3 22,6 10,3 3,2 100,0

n=2188

Interpretatie:

816 respondenten (26,6%) hebben af en toe moeite om te stoppen met internet en 583 respondenten (26,6%) hebben daar absoluut geen moeite mee. 69 respondenten (3,2%) hebben het heel vaak moeilijk om weg te gaan van het internet en 226 respondenten (10,3%) kan het vaak niet laten.



Hoe vaak ga je liever internetten dan dat je tijd met anderen doorbrengt (bijvoorbeeld vrienden of ouders)?

Tabel 10

Aantal


1159 671 259 77 19 2185 65 2250

Percentage 53,0 30,7 11,9 3,5 0,9 100,0

n=2185 Interpretatie: Uit deze tabel kunnen we aflezen dat 1159 respondenten, wat goed is voor 53%, nooit liever gaat internetten dan tijd met anderen door te brengen. 671 hogeschoolstudenten (30,7%) heeft er af en toe moeite mee. Slechts 19 respondenten (0,9%) geeft heel vaak voorrang aan het internet dan aan sociaal contact met andere.



Hoe vaak kom je slaap te kort door het internetten?

Tabel 11

Aantal


1264 555 211 126 29 2185 65 2250

Percentage 57,8 25,4 9,7 5,8 1,3 100,0

n=2185

Interpretatie:

1264 hogeschoolstudenten (57,8%) beweert nooit slaap te kort te komen door het internetten. 555 respondenten (25,4%) af en toe. Slechts 29 studenten (1,3%) heeft heel vaak moeite met de slaap door het internetten. De mogelijkheid “vaak” werd door 126 studenten gekozen, wat goed is voor 5,8%.



Hoe vaak voel je je rot wanneer je niet kunt internetten?

Tabel 12

Aantal


1145 663 239 119 20 2186 64 2250

Percentage 52,4 30,3 10,9 5,4 0,9 100,0

n=2186

Interpretatie: 1145 respondenten (52,4%) voelt zich nooit rot wanneer ze niet kunnen internetten. 663 respondenten (30,3%) voelt zich wel af en toe beetje ongemakkelijk indien ze geen toegang hebben tot het internet. Slechts 20 hogeschoolstudenten (0,9%) voelt zich heel vaak rot als ze niet kunnen internetten, gevolgd door 119 respondenten (5,4%) die vaak last van hebben.



Hoe vaak ga je internetten omdat je je rot voelt?

Tabel 13

Aantal


965 697 367 131 28 2188 62 2250

Percentage 44,1 31,9 16,8 6,0 1,3 100,0

n=2188

Interpretatie: Uit deze tabel kunnen we aflezen dat 965 respondenten (44,1%) nooit troost zoeken in het internetten, 697 hogeschoolstudenten (31,9%) zoeken af en toe troost op het internet. 28 respondenten (1,3% ) gebruiken het internet heel vaak als ze zich slecht voelen. 131 respondenten (6,0%) gebruikt het internet vaak als ze zich niet goed voelen.



Hoe vaak ga je internetten om een probleem te vergeten?

Tabel 14

Aantal


1193 604 262 103 23 2185 65 2250

Percentage 54,6 27,6 12,0 4,7 1,1 100,0

n=2185 Interpretatie: Uit deze cijfers kunnen we belsuiten dat 1193 respondenten (54,6%) nooit een uitweg zoeken in het internetten. 604 hogeschoolstudenten (27,6%) zoeken af en toe wat afleiding op het internet. 23 van de respondenten (1,1%) hopen “heel vaak” hun problemen te vergeten op het internet. 103 studenten (4,7%) doet het “vaak”.



Hoe vaak verheug je op de volgende keer dat je kunt internetten?

Tabel 15

Aantal


960 779 294 121 29 2183 67 2250

Percentage 44,0 35,7 13,5 5,5 1,3 100,0

n=2183 Interpretatie: 960 studenten (44%) hebben nooit een uitgesproken verlangen naar de volgende keer dat ze kunnen internetten. 779 studenten (35,7%) geeft toe dat ze af en toe wel verlangen om te kunnen internetten. 29 van de respondenten (1,3%) verlangen heel vaak naar het internet en 121 studenten (5,5%) vaak.



Conclusie van (overdreven) gebruik van het internet

Getoetste hypotheses:

- Wordt internet voornamelijk gebruikt voor studiedoeleinden? Conclusie: neen

Het internet wordt onder de studenten bijna evenveel gebruikt voor studiedoeleinden als voor ontspanning. Een kleiner aantal van de studenten heeft ook aangegeven dat ze internet als een soort van een communicatiemiddel gebruiken.

-

Verkiezen studenten communicatie via internet boven sociaal leven? Conclusie: neen

Heel weinig studenten hebben het moeilijk om met internetten te stoppen of om te gaan internetten in plaats van tijd door te brengen met vrienden of de familie.

-

Beschouwen studenten het internet als een soort van “troostmiddel?” Conclusie: neen

De studenten gaan bijna nooit internetten om een probleem te vergeten of als ze zich rot voelen. Er zijn natuurlijk een aantal studenten die dat wel doen, maar alleen een klein aantal.

-

Is er sprake van overdreven gebruik van het internet? Conclusie: neen

Hier heb ik gepeild naar een mogelijke soort van internetverslaving (deze term werd nog niet in DSM ingeleid). Er zijn heel weinig studenten die een tekort aan de slaap hebben door het internetten. Op de vraag of ze het moeilijk hebben als ze niet kunnen internetten heeft meerderheid “nooit” of “af en toe” geantwoord.



Gebruik van de internettoepassingen

Te toetsen hypothese:

-

Communiceren messenger?

studenten

voornamelijk

via

instant

Welke van deze internettoepassingen gebruik je wel eens? Doel: Deze vraag peilt naar de gebruikte communicatiemiddelen bij het leggen van de sociale contacten via het internet.

Tabel 16

Aantal

dating sites forum / berichtenboard chatroom networking-sites gewone e-mail instant messengers Totaal

107 1018 231 308 1966 2062 2225

Percentage 4,8 45,8 10,4 13,8 88,4 92,7

n=2225

Interpretatie: Voor 2062 respondenten (92,7%) lijkt Instant messenger het meest gebruikt als communicatiemiddel op het internet gevolgd door gewone e-mail (1966 respondenten – 88,4%). Het minst worden datingsites gebruikt (107 respondenten – 4,8%), gevolgd door chatrooms (231 respondenten – 10,4%).



Waarom gebruik je deze internettoepassingen? Doel: Deze vraag peilt naar de reden van gebruikte communicatiemiddelen bij het leggen van de sociale contacten via het internet. Tabel 17

Aantal

om in contact te blijven met mijn bestaande vrienden om in contact te blijven met mijn school – vrienden / klasgenoten om in contact te blijven met mijn familie om in contact te blijven met mijn partner om nieuwe vrienden te leren kennen om verveling tegen te gaan om steeds bereikbaar te zijn voor iemand, die mij nodig heeft om mijn interesses te delen ik gebruik geen internettoepassingen andere Totaal n=2237

andere

2018 1966 852 739 512 833 947 488 1 114 2237

Aantal

school / opleidingen werk online games opzoeken van informatie foto’s online plaatsen community-netwerken uitbreiden bloggen kopen/verkopen Totaal

Percentage 90,21 87,89 38,09 33,04 22,89 37,24 42,33 21,81 0,04 5,09

Percentage

19 17 25 31 2 12 1 7 114

16,7 14,9 21,9 27,2 1,8 10,5 0,9 6,1

n=114 Interpretatie: Het grootste aantal van de 2018 respondenten (90,21%) gebruikt internettoepassingen om in contact te blijven met bestaande vrienden. 1966 respondenten (87,89%) gebruikt deze toepassingen om in contact te blijven met zijn school – vrienden / klasgenoten. Slechts 1 respondent (0,04%) gebruikt geen internettoepassing en 114 van de respondenten (5,09%) heeft de mogelijkheid “andere” gekozen, waarbij het grootste aantal - 31 respondenten (27,2%) internettoepassingen gebruikt om informatie op te zoeken en 25 respondenten (21,9%) om online games te spelen. 1 respondent (0,9%) gebruikt deze toepassingen om een Miroslav Babik, Bachelor in toegepaste psychologie, Hogeschool West-Vlaanderen, 2007/2008 pag. 19


eigen blog te maken, gevolgd door 2 respondenten (1,8%) die deze toepassingen gebruiken om foto’s online te plaatsen.

Conclusie van het gebruik van de internettoepassingen Getoetste hypothese:

-

Communiceren messenger?

studenten

voornamelijk

via

instant

Conclusie: ja

Een groot percentage van de respondenten (92,7%) heeft als meest gebruikte internettoepassing instant messenger (waaronder ook MSN Messenger valt), gevolgd door een klassieke e-mail. De andere communicatiemiddelen zoals een klassieke chatroom of een networkingsite hebben amper stemmen gekregen.



Networking en sociale contacten via het internet


- Wordt internet vaak gebruikt om nieuwe mensen te leren kennen?

Gebruik je internet wel eens met als doel nieuwe mensen te ontmoeten? Doel: Deze vraag peilt naar het leggen van de sociale contacten via het internet

Tabel 18

Aantal

nooit bijna nooit soms vaak heel vaak Totaal Geen antwoord Totaal onderzoeksgroep

662 838 550 105 30 2185 65 2250

Percentage 30,3 38,4 25,2 4,8 1,4 100,0

n=2185 Interpretatie: 662 studenten (30,30%) gebruikt het internet nooit om nieuwe mensen te ontmoeten. 838 van de respondenten (38,4%) gebruikt het internet bijna nooit voor deze doelstelling. 30 van de ondervraagden (1,4%) gebruikt heel vaak internet als hét middel om nieuwe mensen te ontmoeten, gevolgd door 105 respondenten, die internet vaak gebruiken met dit doel.



Heb je je al wel eens ingeschreven op een networkingsite? Doel: Deze vraag gaat na of hogeschoolstudenten zich wel eens ingeschreven hebben op een networkingsite met de bedoeling in contact te komen met anderen.

Tabel 19

Aantal

ja neen Totaal Geen antwoord Totaal onderzoeksgroep

1380 794 2174 76 2250

Percentage 63,5 36,5 100,0

n=2174 Interpretatie: 1380 respondenten (63,5%) hebben zich wel al eens ingeschreven op een networkingsite, in tegenstelling tot 794 respondenten (36,5%) die dat nog nooit gedaan hebben.



Met welke bedoeling heb je je eens ingeschreven op een networkingsite? Doel: Deze vraag gaat de reden na waarom hogeschoolstudenten zich wel eens ingeschreven hebben op een networkingsite met de bedoeling om in contact te komen met anderen.

Tabel 20

Aantal

Mijn interesses delen Gewoon eigen online profiel hebben Vriendschappen zoeken Dates zoeken Liefdesrelaties zoeken Chatvrienden zoeken Ik ben niet ingeschreven op een networkingsite Totaal n=2237

Percentage

501 1073 420 76 70 156 739 2237

22,4 48,1 18,8 3,4 3,1 7,0 33,1

Interpretatie: Meest voorkomende reden waarom men zich op een networkingsite inschrijft is gewoon om een eigen online profiel te hebben (1073 respondenten – 48,1%), gevolgd door de reden “eigen interesses te delen” (501 respondenten – 22,4%). Opmerkelijk is het lage aantal respondenten die zich ingeschreven hebben met de bedoeling om een liefdesrelatie te zoeken (70 respondenten – 3,1%), en met als reden een date te zoeken (76 respondenten – 3,4%).



Zou je betalen voor een lidmaatschap op een netwerkingsite? Doel: Deze vraag peilt naar de bereidheid van de studenten op te betalen voor (extra) diensten van een networking site.

Tabel 21

Aantal

Ja, want daardoor krijg ik een betere service Ja, maar in het geval, dat gratis diensten niet (meer) zouden voldoen aan mijn verwachtingen Misschien wel, hangt af van de prijs Neen, in geen enkel geval Totaal Geen antwoord Totaal onderzoeksgroep n=2174

Percentage 3

0,1

17

0,8

87 2067 2174 76 2250

4,0 95,1 100,0

Interpretatie: 2067 van de respondenten (95,1%) zou in geen enkel geval betalen voor een lidmaatschap op een networkingsite. 87 hogeschoolstudenten (4,0%) zou de betaling overwegen. 17 respondenten (0,8%) zou bereid zijn om te betalen in het geval dat gratis diensten niet (meer) zouden voldoen aan hun verwachtingen en slechts 3 respondenten (0,1%) zouden wel betalen aangezien ze er vanuit gaan denken dat ze daardoor een betere service krijgen.



Heb je op dit moment vaste relatie? Doel: Deze vraagt peilt naar de relatiestatus van de student.

Tabel 22

Aantal


1273 900 2173 77 2250

Percentage 58,6 41,4 100,0

n=2173 Interpretatie: Uit deze tabel kunnen we aflezen dat 1273 hogeschoolstudenten een vaste relatie hebben (58,6%) in vergelijking met 900 hogeschoolstudenten (41,4%) die op dit moment geen vaste relatie hebben.



Ben je al wel eens een echte vaste relatie aangegaan met iemand die je op het internet hebt leren kennen? Doel: Deze vraagt peilt naar de relatiestatus van de student.

Tabel 23

Aantal


390 1783 2173 77 2250

Percentage 17,9 82,1 100,0

n=2173 Interpretatie: 1783 van de studenten (82,1%) zijn nog nooit een echte vaste relatie aangegaan met iemand, die ze op het internet hebben leren kennen. 390 studenten (17,9%) hebben dat al wel gedaan.



Waarom denk je dat sommige mensen via het internet op zoek zijn naar een liefdesrelatie? Doel: Deze vraagt gaat na waarom men op zoek gaat naar een liefdesrelatie via het internet. Tabel 24

Aantal

Omdat ze geen tijd hebben om die te zoeken in het echte leven Omdat ze zich beter willen maken, dan ze zijn Omdat ze directer kunnen zijn tegenover de andere Omdat ze daarvoor te verlegen zijn in het echte leven Omdat ze anderen gemakkelijker kunnen negeren Omdat ze online een groter aanbod van mensen hebben die aan hun criteria voldoen Omdat ze graag in het begin anoniem willen blijven Andere Totaal n=2202

andere

Percentage

477 532 1114 1688 336

21,7 24,2 50,6 76,7 15,3

685

31,1

837 146 2202

38,0 6,6

Aantal

Als holebi is het makkelijker anderen te leren kennen met dezelfde geaardheid Bereikbaarheid / comfort van online te zijn Sociale drempel ligt lager / men mag meer Eerst persoonlijkheid, pas daarna uiterlijk Geen geldige reden Een soort van filter Bedriegen van echte partner Totaal

Percentage 6

4,1

31 34 27 27 9 12 146

21,2 23,3 18,5 18,5 6,2 8,2 100,0

Interpretatie: De meeste van de respondenten (1688 – 76,7%) vinden dat mensen via het internet op zoek zijn naar een liefdesrelatie omdat ze daarvoor te verlegen zijn in het echte leven en omdat ze directer kunnen zijn tegenover de andere (1114 – 50,6%). 477 respondenten echter denken dat ze geen tijd hebben om een relatie te zoeken in het echte leven. 146 respondenten (6,6%) hebben de mogelijkheid “andere” aangeduid waarvan o.a. 34 van de studenten (23,3% van “andere”) denken dat de sociale drempel lager ligt waardoor men meer op het internet kan/mag. 31 studenten (21,2% van “andere”) vinden als hoofdreden het comfort van online te zijn. Slechts 6 respondenten (4,1% van “andere”) denken dat het is omdat het als holebi makkelijker is anderen te leren kennen met dezelfde geaardheid. Miroslav Babik, Bachelor in toegepaste psychologie, Hogeschool West-Vlaanderen, 2007/2008 pag. 27


Conclusie van networking en sociale contacten via het internet Getoetste hypothese:

- Wordt internet vaak gebruikt om nieuwe mensen te leren kennen? Conclusie: ja

Een groot aantal studenten heeft zich al wel eens ingeschreven op een networking website, zoals MySpace, Facebook, Gayromeo…, voornamelijk om een eigen profiel aan te hebben en eigen interesses te delen met andere (onbekende) mensen of om vriendschappen te zoeken. Deze websites zijn gratis, wat interessant is voor de studenten die niet bereid zijn om te betalen voor de diensten van een networking website. 82,1% van de respondenten is nog nooit een relatie aangegaan met iemand dat ze op het internet hebben leren kennen. Ze denken voornamelijk dat alleen verlegen mensen op zulke relaties aangaan of omdat ze directer kunnen zijn tegenover de andere. Een zekere anonimiteit speelt daar ook een belangrijke rol in.



Cyberseks


-

In welke mate en waarom doen de studenten aan cyberseks?

-

Beschouwt men “cyberseks” met een derde persoon als “vreemdgaan”?

Hoe regelmatig heb je in de afgelopen 12 maanden aan seks gedaan via het internet? Doel: Deze vraagt peilt naar het cyberseksgedrag bij de hogeschoolstudenten.

Tabel 25

Aantal

regelmatig af en toe zelden nog nooit gedaan Totaal Geen antwoord Totaal onderzoeksgroep

15 79 349 1710 2153 97 2250

Percentage 0,7 3,7 16,2 79,4 100,0

n=2153 Interpretatie: 1710 van de respondenten (79,4%) hebben nog nooit aan cyberseks gedaan. 15 van de hogeschoolstudenten (0,7%) doet regelmatig (minimum één keer per week) aan cyberseks.



Waarom of wanneer denk JIJ, dat men aan cyberseks doet? Doel: Deze vraagt peilt naar de reden van cyberseks. Tabel 27

Aantal

om verveling tegen te gaan omdat cyberseks in de relatie niet beschouwd wordt als vreemdgaan omdat je je fantasie volop kan laten gaan omdat cyberseks toegankelijker is, dan in het echte leven omdat sommige bang zijn om echte seks te hebben kan nieuwe ideeën brengen in huidige seksueel leven indien fysisch seksueel contact niet mogelijk is cyberseks is meer opwindend dan echte seks omdat er geen risico's voor de soa's zijn is gemakkelijk en je moet geen ontbijt maken voor je scherm omdat het relatieondersteunend kan werken andere Totaal Geen antwoord Totaal onderzoeksgroep n=2125 andere

Percentage

150

7,1

86

4,0

633 408 78 77 255 28 43 39 204 124 2125 125 2250

29,8 19,2 3,7 3,6 12,0 1,3 2,0 1,8 9,6 5,8 100,0

Aantal

Niet te verklaren Perversie van de mensen Sociale drempel ligt lager / men mag meer Totaal

Percentage

76 25 23 124

61,3 20,2 18,6 100,0

n=124

Interpretatie: 633 respondenten (29,8%) vinden dat mensen aan cyberseks doen omdat ze hun fantasie volop kunnen laten gaan. 408 van de respondenten (19,2%) vinden dat cyberseks toegankelijker is dan seks in het echte leven. Slechts 28 hogeschoolstudenten (1,8%) vindt cyberseks meer opwindend dan echte seks. 124 respondenten (5,8%) hebben mogelijkheid “andere” aangeduid, waaronder 76 respondenten die cyberseks niet echt kunnen verklaren. 25 respondenten beschouwen cyberseks als pervers en 23 respondenten vinden dat de sociale drempel bij cyberseks lager ligt dan in het echt leven. Miroslav Babik, Bachelor in toegepaste psychologie, Hogeschool West-Vlaanderen, 2007/2008 pag. 30


Beschouw je cyberseks in je relatie, met een derde persoon, als “vreemdgaan”? Doel: Deze vraagt peilt naar de interpretatie van cyberseks als vreemdgaan.

Tabel 28

Aantal


1853 289 2142 108 2250

Percentage 86,5 13,5 100,0

n=2142 Interpretatie: Uit deze tabel kunnen we afleiden dat 1853 respondenten (86,5%) cyberseks in de relatie, met een derde persoon, beschouwen als “vreemdgaan”.Dit in tegenstelling tot 289 respondenten (13,5%) die dit niet beschouwen als vreemdgaan.



Conclusie van de cyberseks


-

In welke mate en waarom doen de studenten aan cyberseks?

De meerderheid (79,4%) van de studenten heeft nog nooit aan cyberseks gedaan en 0,7% van de studenten dat regelmatig doet (minimum één keer per week). Men denkt dat anderen aan cyberseks doen omdat ze via deze weg hun fantasie vrije loop kunnen laten gaan en omdat cyberseks gemakkelijker te vinden is dan seks in het echte leven.

-

Beschouwt men “cyberseks” met een derde persoon als “vreemdgaan”? Conclusie: ja

De meerderheid (86,5%) van de studenten beschouwt “cyberseks” met een derde persoon als “vreemdgaan”.



Cyberstalking


- Neemt men acties tegen de cyberstalking?

Werd je in de afgelopen 12 maanden lastig gevallen via het internet door vreemde / onbekende mensen? Doel: Deze vraagt peilt naar cyberstalking.

Tabel 30

Aantal


463 1694 2157 93 2250

Percentage 21,5 78,5 100,0

n=2157

Interpretatie: 1694 respondenten (78,5%) werd het laatste jaar niet lastig gevallen door vreemde/onbekende mensen via het internet. Bij 463 van de respondenten (21,5%) was dit echter wel het geval.



Op welke manier werd je lastiggevallen? Doel: Deze vraagt peilt naar het soort van cyberstalking.

Tabel 31

Aantal

mijn gegevens verspreiden zonder mijn toestemming diefstal van (financiële) gegevens - phishing spam berichten bedreigd geweest via e-mail of chat ongewenste seksuele cyberintimiteiten ik werd niet lastiggevallen andere Totaal n=2237 andere

Percentage

49 8 254 34 334 1581 20 2237

Aantal

Toegevoegd worden op MSN door onbekenden Stelen van de gegevens Totaal n=20

2,1 0,4 11,4 1,5 14,9 70,7 0,9 100,0

Percentage 15 5 20

75,0 25,0 100,0

Interpretatie: Van deze tabel kunnen we afleiden dat 1581 respondenten (70,7) nog nooit werden lastig gevallen via het internet. 334 respondenten (14,9%) werden lastig gevallen door middel van ongewenste seksuele cyberintimiteiten. Bij 8 respondenten (0,4%) werd diefstal van (financiële) gegevens gepleegd. 20 van de respondenten (0,9%) heeft de mogelijkheid “andere” aangeduid, waaronder 15 respondenten die stelden dat ze op MSN werden toegevoegd door onbekenden en bij 5 respondenten werden gegevens gestolen.



Hoe probeerde je deze situatie op te lossen? Doel: Deze vraagt peilt naar cyberstalking.

Tabel 32

Aantal

Proberen te achterhalen wie deze persoon is Persoon te “blokkeren” of zetten op “zwarte lijst” Gewoon negeren Niets, ik liet het gewoon gebeuren Ik werd niet lastiggevallen andere Totaal n=2141 andere

Percentage

51 412 313 15 1555 34 2141

Aantal

Vragen om te stoppen Melden aan e-cops Wraak Totaal

2,4 19,2 14,6 0,7 72,63 1,6 100,0

Percentage 8 2 24 34

23,5 5,9 70,6 100,0

n=34

Interpretatie: 412 van de respondenten (19,2%) probeerden lastigvallen op te lossen door de lastige persoon te blokkeren of op de zogenaamde “zwarte lijst” te zetten. 313 respondenten (14,6%) hebben deze mensen gewoon genegeerd. Slechts 15 respondenten (0,7%) liet de dingen gewoon gebeuren zonder er iets aan te doen. 34 respondenten heeft de keuze “andere” aangeduid, waaronder 24 die de desbetreffende personen terug hebben lastig gevallen in de hoop dat ze daardoor zouden stoppen, 8 respondenten hebben gekozen om desbetreffende persoon te vragen stoppen en 2 personen hebben deze personen gemeld aan e-cops.be.



Conclusie van cyberstalking

Getoetste hypothese:

- Neemt men acties tegen cyberstalking? Conclusie: ja

Eerst heb ik nagegaan in welke mate men werd lastig gevallen via het internet. 21,5% van de mensen werd lastig gevallen via het internet in de afgelopen 12 maanden, meestal door middel van ongewenste seksuele cyberintimiteiten of spam-berichten. Deze “cyberslachtoffers” nemen bijna altijd een maatregel tegen de cyberstalking, dit op verschillende manieren. Meestal lossen ze dat op door de persoon te “blokkeren” of op de “zwarte lijst” te zetten of gewoon te negeren. Af en toe doen ze een gelijke tegenaanval. Jammer genoeg wordt nog niet vaak genoeg gebruik gemaakt van de online meldingdienst van de politie – e-cops.be.




Demografische gegevens

Recommend Documents