Regioconsultatie – Demografische Ontwikkelingen anticipeerregio Noordoost Fryslân Datum:
16 mei 2013
Versie op basis van de regiotafels anticipeerregio Noordoost Fryslân
Opgesteld door Public Result op verzoek van de regio Noordoost Fryslân, de provincie Fryslân en het Ministerie van BZK / WBI
2
INHOUDSOPGAVE Managementsamenvatting 1.
Naar een toekomstbestendig en vitaal Noordoost Fryslân
5 11
1.1 Inleiding
11
1.2 Wat houdt de bevolkingstransitie in?
12
1.3 ANNO 2011-2030 1.3.2 Sociaal Economisch Masterplan 1.3.3 ANNO 1.3.4 Meerjarenprogramma = verdere keuzes 1.3.5 Uitvoering van ANNO 1.3.6 Ambitieproject “integrale aanpak demografische uitdaging Noordoost Fryslân 1.3.7 Digitale kaart Fryslân
14 14 15 17 17 18 19
1.4 Doel Regioconsultatie
19
1.5 Leeswijzer
20
2.
Sterkte-zwakteanalyse van de regio Noordoost Fryslân
21
3.
ontwikkelingen en trends
23
3.1 Demografie 3.1.1 Kwantitatieve informatie 3.1.2 Trends
23 23 23
3.2 Wonen 3.2.1 Kwantitatieve informatie 3.2.2 Trends 3.2.3 Aanpak
24 24 25 26
3.3 Zorg en welzijn
27
3.3.1 Kwantitatieve informatie 3.3.2 Trends 3.3.3 Aanpak
27 28 30
3.4 Onderwijs 3.4.1 Kwantitatieve informatie 3.4.2 Trends 3.4.3 Aanpak
31 31 32 33
3.5 Overige voorzieningen 3.5.1 Kwantitatieve informatie 3.5.2 Trends 3.5.3 Aanpak
35 35 35 36
3.6 Economie, toerisme en duurzaamheid
38
3
3.6.1 Kwantitatieve informatie 3.6.2 Trends 3.6.3 Aanpak
38 38 40
3.7 Infrastructuur en digitalisering 3.7.1 Infrastructuur 3.7.2 Digitalisering
41 41 42
4.
45
Krachtenveldanalyse
4.1. Bestuurskracht
45
4.2. Experimenten
46
4.3. Financiële trends
47
4.4. Financiële situatie Noordoost
48
5. BOUWSTENEN VOOR HET REALISEREN VAN DE AMBITIES
49
5.1. Overzicht bouwstenen
49
5.2. Toekomstbestendige economie Noordoost Fryslân
50
5.3. Sluitende keten van wonen, zorg en welzijn
53
5.4. Voorzieningen: slimme combinaties op de juiste plek
54
5.5. Benutten toeristisch potentieel: Dwaande+ in Noordoost Fryslân
57
5.6. Dorpen aan zet
58
5.7. Naar een woningbouwprogrammering Noordoost Fryslân
60
5.8. Transitieatlas Noordoost Fryslân: voorsorteren op 2040
62
5.9. Randvoorwaarden voor de bouwstenen: bereikbaarheid en ICT
64
BIJLAGE 1: MECHANISMEN EN LEEFBAARHEIDSEFFECTEN BIJ BEVOLKINGSKRIMP
67
BIJLAGE 2: REGIONALE IDENTITEIT
69
BIJLAGE 3: samenwerkingsprojecten in noordoost fryslân
81
(DIGITALE KAART FRYSLÂN)
81
BIJLAGE 4: INSTRUMENTEN BEVOLKINGSDALING
89
BIJLAGE 5: EXPERIMENTEN BEVOLKINGSDALING
91
BIJLAGE 6: motie van bochhove en lucassen
93
BIJLAGE 7: LITERATUURLIJST
95
4
MANAGEMENTSAMENVATTING Aanleiding voor de regioconsultatie Noordoost Fryslân is één van de regio’s in Nederland waarin sprake zal zijn van een ingrijpende demografische transitie: het aantal inwoners en op termijn ook het aantal huishoudens zal dalen en de bevolkingssamenstelling zal door ontgroening en vergrijzing sterk wijzigen. Samen met de provincie en het Rijk willen de gemeenten vanuit eenzelfde visie toewerken naar een blijvend krachtige regio, waarbij tijdig wordt geanticipeerd op de transitie. Ook wordt de samenwerking gezocht met het bedrijfsleven en het maatschappelijk veld, zoals de woningcorporaties, zorg- en welzijnsorganisaties, onderwijs- en culturele instellingen, bewonersorganisaties, enz. De regio heeft al belangrijke stappen gezet om de ambities waar te maken. Zo is het Sociaal Economsich Masterplan (SEM) opgesteld en op basis hiervan Agenda Netwerk Noordoost 2011-2030 (ANNO). Inmiddels is de uitvoering van een aantal projecten al ter hand genomen. Een van de ambities van ANNO is de integrale aanpak demografische uitdaging. Met het proces om te komen tot dit document wordt invulling gegeven aan deze ambitie. Vanuit het ministerie van BZK is ondersteuning aan de regio aangeboden in de vorm van het opstellen van het voorliggende document van de regioconsultatie. De regioconsultatie is in opdracht van de verantwoordelijke gedeputeerde van de provincie en portefeuillehouders van de regio opgesteld en is in samenwerking met een werkgroep vanuit de regio en provincie tot stand gekomen onder inhoudelijke verantwoordelijkheid van de themagroep Sociaal en Leefbaar van ANNO. Doel van dit proces is de dialoog met de partners aan te gaan over de gewenste aanpak bij het anticiperen op de demografische transitie. Deze regioconsultatie wordt daarna gebruikt als bouwsteen voor het verdere proces in ANNOverband. Betrokken partijen hebben in eerste instantie schriftelijk input geleverd voor dit document. Een eerste versie is op 12 april in een regionale bijeenkomst (regiotafel) met een groot aantal organisaties besproken. Op basis hiervan is het document aangepast en zijn de 7 ambities geformuleerd die samen de aanpak vormen voor de demografische transitie. Op 24 september 2012 zijn deze ambities teruggelegd bij de betrokken partijen in een tweede regiotafelbijeenkomst in Burdaard. Tijdens de bijeenkomst is een breed draagvlak gebleken voor deze ambities. Op 16 mei 2013 heeft de themagroep Sociaal en Leefbaar de regioconsultatie besproken. De regioconsultatie is bouwsteen voor de bestaande uitvoeringsagenda van ANNO en wordt daartoe aangeboden aan de regio en provincie. Daarmee ontstaat een leidraad die de betrokken partijen kunnen gebruiken om de regio tijdig te laten anticiperen op de demografische transitie. In dit document wordt na een inleiding achtereenvolgens op de sterke en zwakke punten van de regio ingegaan, worden ontwikkelingen en trends geschetst, vindt een krachtenveldanalyse plaats en worden bouwstenen voor het realiseren van de ambities geschetst. Vooral het laatste hoofdstuk is van belang om volgende stappen te kunnen zetten.
5
Sterke en zwakke punten van de regio Noordoost Fryslân kenmerkt zich door veel ruimte en rust, een kleinschalige economie, een goed voorzieningenniveau en een sterke mentaliteit: er samen voor gaan. Zwakke punten zijn echter de perifere ligging, het ontbreken van een economische motor, een relatief laag opgeleide bevolking en een sterke ontgroening en vergrijzing. De kansen liggen op het vlak van recreatie en toerisme, het inspelen op de toenemende zorgvraag om tot meer economische groei te komen, de digitalisering (onder andere als middel om in te spelen op de zorgvraag en om het verlies aan fysieke voorzieningen te compenseren), het benutten van alternatieve energiebronnen en het voortbouwen op de al aanwezige goede samenwerkingsverbanden. Bedreigingen zijn vooral de gevolgen van de ontgroening en vergrijzing (waaronder een daling van de beroepsbevolking, een tekort aan personeel in de zorg en onvoldoende hoger opgeleiden in de regio) en de verslechterende financiële situatie. Ontwikkelingen en trends Dit document gaat uitgebreid in op ontwikkelingen en trends op het terrein van demografie, wonen zorg en welzijn, onderwijs en andere voorzieningen, economie, toerisme en duurzaamheid en op infrastructuur en digitalisering. Belangrijke conclusies zijn: De bevolkingsdaling treedt al sinds een aantal jaren op. Na 2020 gaat het ook om huishoudensdaling, waardoor sprake kan zijn van een overschot aan woningen. De te verwachten woningproductie op basis van de gemeentelijke plannen ligt hoger dan de toekomstige woningvraag. Naast een goede regionaal afgestemde woningbouwprogrammering is veel aandacht nodig voor de herstructurering van de bestaande woningvoorraad. Het gaat gezien de vergrijzing ook om het levensloopbestendig maken van de woningen. De bevolkingsdaling, ontgroening en vergrijzing leiden tot een afname van de beroepsbevolking en minder draagvlak voor een aantal aanwezige voorzieningen (onderwijs, maar ook andere voorzieningen). Tegelijkertijd biedt de vergrijzing kansen, bijvoorbeeld als het gaat om de inzet van vrijwilligers: vooral de jongere, mobiele senioren zijn geneigd zich in te zetten als vrijwilliger of mantelzorger. Door de vergrijzing neemt de zorgvraag toe (onder andere de psychogeriatrische zorg), terwijl door de afname van de beroepsbevolking en minder financiële middelen het moeilijker wordt deze zorg te bieden. Het bevorderen van de zelfredzaamheid, meer inzet van vrijwilligers en mantelzorgers, het concentreren van zorgvoorzieningen in de grotere kernen en de digitalisering van de zorg kunnen de kloof tussen vraag en aanbod in de zorg dichten. Met de ‘Gouden Driehoek’ (een samenwerking van ondernemers, onderwijs- en overheidsinstellingen) zijn al belangrijke initiatieven in de regio ontplooid om onderwijs en economie goed op elkaar af te stemmen.
6
De verschillende partijen in de regio zetten sterk in op bevordering van het opleidingsniveau van de bevolking door doorgaande leerlijnen te ontwikkelen (van VMBO tot HBO/universiteit) en vroegtijdige schoolverlating krachtig aan te pakken. Om ondanks het verminderende leerlingenaanbod bij het basis- en voorgezet onderwijs de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen, wordt in de regio gedacht aan afstemming van onderwijsvoorzieningen en digitaal afstandsleren. Ook als het gaat om het afstemmen van het toekomstige voorzieningenaanbod zijn al belangrijke stappen gezet in de vorm van analyses, voorstellen en politieke besluitvorming. Omdat de regio wordt omgeven door drie steden met een goed voorzieningenniveau (Leeuwarden, Drachten en Groningen) en de regio zich kenmerkt door een goede infrastructuur (zeker na aanleg van de Centrale As) en goed openbaar vervoer, zijn de gevolgen van de daling van het voorzieningenniveau in de regio te overzien. De regio kenmerkt zich door veel kleinschalige werkgelegenheid en een groot aantal ZZP-ers. Voor de toekomst liggen er vooral kansen in het bevorderen van ‘micromultinationals’ (kleinschalige internationale bedrijvigheid die sterk gebruik maakt van internet en nieuwe zakelijke platforms) en ‘cottage industrieën’ (gespecialiseerde, kleinschalige bedrijven die vanuit woningen - vaak karakteristiek cultureel erfgoed – op ambachtelijke wijze food en non food artikelen produceren). Noordoost Fryslân kent belangrijke landschappelijke kwaliteiten, wat een bevordering van het toerisme mogelijk maakt. Gedacht wordt aan nieuwe vaarroutes (onder andere koppeling Friese meren en Lauwersmeer/Waddenzee), het meer benutten van de Waddenkust, het bevorderen van het zorgtoerisme en aansluiting bij het op toerisme gerichte onderwijs (bijvoorbeeld Stenden Hogeschool in Leeuwarden en bijbehorende Stenden University Hotel). Branding en promotie van de regio zijn belangrijk om de economie en het toerisme te versterken. Hiervoor is het regiomarketingsproject “Dwaande” opgestart met als doel om als regio een duidelijk economisch profiel voor ogen te hebben en hier vervolgens een marketingstrategie voor op te stellen. Voor veel van de geschetste ontwikkelingen is de voortschrijdende digitalisering een voorwaarde. Voorbeeld projecten in de regio zijn ‘Dorpshuis nieuwe stijl’ (verschillende digitale diensten) en ‘Klasseglas’ (aansluiten basisscholen op het glasvezelkabelnet). Bij de beschrijving van de verschillende trends en ontwikkelingen zijn in hoofdstuk 3 tevens inspirerende voorbeelden opgenomen van de wijze waarop de regio de problematiek aanpakt. Krachtenveldanalyse Om tijdig te kunnen anticiperen op de demografische transitie is bestuurskracht noodzakelijk, waarbij de provincie, de zes gemeenten, maatschappelijke instellingen (woningcorporaties, zorg- en welzijnsinstellingen, scholen, enz.) de handen ineenslaan. Deze bestuurskracht is in ANNO verband al aanwezig, zodat hier op voortgebouwd kan worden.
7
In Noordoost Fryslân is ANNO de voorloper van de Streekagenda. In de andere regio’s in Fryslân werkt de provincie samen met de regio’s aan het opstellen van Streekagenda’s. Per regio worden de krachten gebundeld en wordt focus aangebracht in de uitvoering. De regio Noordoost Fryslân heeft met het opstellen van het SEM haar visie neergelegd voor de toekomst en heeft de middelen gebundeld vanuit de verschillende partijen om ANNO te realiseren. De huidige gebiedsgerichte aanpak van de Provincie ‘Plattelânsprojekten’ zal in de nieuwe periode (na 2014) mogelijk in afgeslankte versie meer verbonden worden met de huidige ANNO-structuur. Voor de uitvoering van ANNO is een sterke bestuurlijke organisatie ontwikkeld, bestaande uit de gemeenten, de provincie Fryslân en diverse andere partijen zoals de Noardelike Fryske Wâlden, MKB etc.. Daarnaast zijn de volgende samenwerkingsverbanden van belang voor de toekomstige ontwikkeling van Noordoost Fryslân in het licht van de demografische transitie: Ondernemersfederatie Noordoost Fryslân (ONOF); De Gouden Driehoek: een samenwerking van ondernemers, onderwijs- en overheidsinstellingen; De provincie Fryslân: ondersteunt de regio’s bij de opgave van demografische ontwikkeling vanuit het ‘Uitvoeringspamflet Fan Mear nei Better’; Kenniswerkplaats Noordoost Fryslân: in Noordoost Fryslân is een structurele, meerjarige samenwerking georganiseerd tussen onderwijs, onderzoek, overheid, ondernemers en omgeving (bijvoorbeeld burgers, maatschappelijke organisaties) door het GKC-Programma Regionale Transitie, groene (LNV-)kennis-instellingen, het Ministerie LNV en regiobesturen (gemeenten/provincies). Deze leer-/kennisinfrastructuur en de samenwerking tussen alle partijen zijn nodig om de complexe regionale opgaven op te pakken en duurzame ontwikkeling te borgen. Er loopt al een aantal rijks experimenten Krimp in Noordoost Fryslân om te gaan met de demografische transitie. Het gaat bijvoorbeeld om het in stand houden van het voorzieningenniveau (met name voor ouderen) op basis van onder ISV3meer ICT toepassingen door Smart Rural Network Society, de aanpak van de verpaupering van woningen door Doarpswurk en in Dongeradeel het creëren van aantrekkelijke woonmilieus in oude historische dorpskernen. De Tweede Kamer heeft enkele moties aangenomen die het mogelijk maken experimenteerartikelen open te stellen voor de regio’s die de komende jaren te maken krijgen met een bevolkingsdaling. Noordoost Fryslân kan hier gebruik van maken omdat zij ook de status heeft van anticipeerregio. Voor de noodzakelijke maatregelen is uiteraard geld nodig. De financiële positie van veel overheden is krap, zeker met het oog op de (landelijke) bezuinigingen nu en de komende jaren. Dit heeft nadelige effecten voor de ontwikkeling van projecten en initiatieven. De financiële positie van gemeenten en woningcorporaties zal verder verslechteren door de vergrijzing, waardedaling van de woningvoorraad, rijksbezuinigingen, afname van inkomsten en toenemende afboekingen op de grondexploitatie door minder woningbouw en ontwikkeling van bedrijventerreinen en tot slot door de hoge kosten van de herstructurering van delen van de woningvoorraad, bedrijventerreinen en het voorzieningenniveau.
8
Voor de uitvoering van ANNO hebben de gemeenten ruim € 30 miljoen en de provincie € 22,7 miljoen beschikbaar gesteld voor de periode tot en met 2015. Vooral voor de prioritaire projecten ligt er nog een e belangrijke opgave bij het vinden van aanvullende externe financiering van minimaal 1/3 deel. Dit wordt gezocht danwel bij marktpartijen danwel bij Rijk of EU. Voor de realisering van de Centrale As komt een bedrag van circa € 300 miljoen beschikbaar. Overige financieringsmogelijkheden zijn Europese subsidiegelden, MKB-subsidies, Waddenfonds, ISV3, Interreg, Koers Noord, e.a. Bouwstenen voor het realiseren van de ambities Mede op basis van de input die tijdens de regiotafel is verkregen, zijn 7 ambities benoemd die vanuit ANNO worden opgepakt en van prominent belang zijn voor het anticiperen op de demografische transitie. Het betreft: Bestaande ambites vanuit ANNO en onderschreven tijdens de regioconsultatie: 1. Toekomstbestendige economie Noordoost Fryslân 2. Sluitende keten wonen, zorg en welzijn 3. Voorzieningen: slimme combinaties op de juiste plek 4. Benutten toeristisch potentieel: Dwaande+ in Noordoost Fryslân Nieuwe ambities voortgekomen uit de regioconsultatie: 5. Dorpen aan zet (burgerparticipatie) 6. Naar een woningbouwprogrammering Noordoost Fryslân 7. Transitieatlas Noordoost Fryslân: voorsorteren op 2040 Tijdens de regioconsultatie is als randvoorwaarde de fysieke en digitale bereikbaarheid genoemd. Binnen ANNO zijn hier meerdere projecten en ambities voor geformuleerd. Vervolgstappen voor de drie ambities die nieuw zijn ten opzichte van de bestaande ambities: 1. De Transitieatlas is een instrument dat het ministerie van BZK samen met Netwerk Noordoost ontwikkelt. De atlas kan worden ingezet als communicatiemiddel. Het kan daarnaast dienen om een integrale afstemming en/of afweging te kunnen maken op het gebied van herstructurering en concentratie van woningbouw, voorzieningen, welzijn en zorg. 2. Burgerparticipatie wordt concreet uitgewerkt binnen twee prioritaire ANNO projecten: Place keeping Feanwâlden en Duurzaam beschermde dorpgezichten Dongeradeel. In het algemeen is burgerparticipatie benoemd als een randvoorwaarde voor alle projecten. 3. De overige ambities, met uitzondering van wonen, zijn binnen de Agenda allemaal reeds benoemd als ambitieproject. Voor wonen wordt onderzocht welke invulling deze kan krijgen binnen de ANNO-structuur. De themagroep Ruimte en Infra is gevraagd om deze vraag te behandelen.
9
Per ambitie is vanuit ANNO procesgeld beschikbaar om vorm en inhoud te geven aan de verschillende thema’s. Op regionaal niveau zijn per ambitie bestuurlijke en ambtelijke trekkers benoemd die het voortouw hebben in het proces. Zij betrekken de belanghebbende partijen bij de verschillende processen. De inhoudelijke verantwoordelijkheid voor de ambities zijn ondergebracht bij de 3 themagroepen van ANNO waarin de betreffende portefeuillehouders van de 6 gemeenten en de provincie zitting hebben. De regie voor ANNO ligt bij de Stuurgroep Netwerk Noordoost en de daaronder vallende themagroepen Ruimte & Infra, Sociaal & Leefbaar en Economie, Recreatie &Toerisme. De Raadsleden en Statenleden zijn uiteindelijk degenen die beslissingen nemen over de te nemen stappen.
10
1. NAAR EEN TOEKOMSTBESTENDIG EN VITAAL NOORDOOST FRYSLÂN
1.1 INLEIDING Nederland is zich aan het voorbereiden op de transitie van bevolkingsgroei naar bevolkingsdaling. In een drietal Topkrimpregio’s (Oost Groningen, Zeeuws Vlaanderen en Parkstad Limburg) is de bevolkings- en huishoudendaling nu al een feit, in 16 andere zo geheten anticipeerregio’s (waaronder Noordoost Fryslân) zal deze daling op termijn optreden. Structurele krimp op regionale schaal zal, in combinatie met ontgroening en vergrijzing, gevolgen hebben voor terreinen als wonen, ruimte, onderwijs, zorg- en welzijnsvoorzieningen en werk. Het dalend inwonertal en aantal huishoudens zet de sociaal-economische vitaliteit van deze regio’s onder druk en kan tot verschraling van de leefbaarheid leiden. Het gaat er in deze regio´s om de gevolgen van de transitie aan te pakken, de ongewenste effecten te beperken en kwaliteit aan het gebied toe te voegen. Streven is het gebied op duurzame wijze vitaal te houden. Het Rijk faciliteert de provincies en regio’s om hen in positie te brengen om vervolgens te anticiperen op de transitie. De transitie van bevolkingsgroei naar bevolkingsdaling betekent meer dan alleen een afname van het aantal inwoners. De bevolkingssamenstelling verandert ook in kwalitiatieve zin. Het biedt de regio uitdagingen maar ook kansen. Noordoost Fryslân bereidt zich adequaat voor op de transitie van groei naar bevolkings- en (op termijn) huishoudensdaling. Dit document dient als uitnodiging om gezamenlijk tot een integrale regionale aanpak te komen. De gemeenten in de regio (Achtkarspelen, Dantumadiel, Dongeradeel, Ferwerderadiel, Kollumerland c.a. en Tytsjerksteradiel) erkennen en bevestigen de problematiek omtrent de demografische ontwikkeling. Partijen in de regio zullen vanuit dezelfde visie moeten toewerken naar een blijvende krachtige regio. Hiervoor zijn vitale coalities van groot belang. Gezamenlijk optrekken van Rijk, decentrale overheden, markt en maatschappelijk middenveld is cruciaal voor een slagvaardige uitvoering. Dit document overziet de trends, biedt kritische naunces en reikt concrete handvatten aan voor deze uitvoering. Lokale partijen zijn hierbij aan zet en leidend in dit proces. De provincie en het Rijk ondersteunen en faciliteren waar het noodzakelijk en gewenst is. Vanuit het ministerie van BZK is ondersteuning aan de regio aangeboden in de vorm van het opstellen van het voorliggende document van de regioconsultatie. Het document van de regioconsultatie is in opdracht van de verantwoordelijk gedeputeerde van de provincie en portefeuillehouders van de regio opgesteld en is in samenwerking met een werkgroep vanuit de regio en provincie tot stand gekomen onder inhoudelijke verantwoordelijkheid van de themagroep Sociaal en Leefbaar van ANNO. Doel van dit document is de dialoog met de partners aan te gaan over de gewenste aanpak bij het anticiperen op de demografische transitie. Het SEM en ANNO vormen in belangrijke mate de basis voor dit document. Betrokken partijen hebben in eerste instantie schriftelijk input geleverd voor dit document. Een eerste versie is op 12 april in een regionale bijeenkomst (regiotafel) met een groot aantal organisaties besproken. Op basis hiervan is het document aangepast en zijn de 7 ambities geformuleerd die samen
11
de aanpak vormen voor de demografische transitie. Op 24 september 2012 zijn deze ambities teruggelegd bij de betrokken partijen in een tweede regiotafelbijeenkomst in Burdaard. Tijdens de bijeenkomst is een breed draagvlak gebleken voor deze ambities. Op 22 November 2012 heeft de themagroep Sociaal en Leefbaar de Regioconsultatie vastgesteld. De Regioconsultatie is bouwsteen voor de bestaande uitvoeringsagenda van ANNO en wordt daartoe aangeboden aan de regio en provincie. Daarmee ontstaat een leidraad die de betrokken partijen kunnen gebruiken om de regio tijdig te laten anticiperen op de demografische transitie.
1.2 WAT HOUDT DE BEVOLKINGSTRANSITIE IN? De al ingezette bevolkingsdaling en vanaf 2020 te verwachten daling van het aantal huishoudens (zie bijlage 1) heeft grote consequenties voor de regio. Hierbij kunnen de factoren worden onderscheiden: 1. De demografische transitie op zich, waarbij een onderscheid kan worden gemaakt tussen de kwantitatieve ontwikkeling (bevolkingsdaling c.q. daling van het aantal huishoudens) en de kwalitatieve verschuiving in de bevolkingssamenstelling (ontgroening en vergrijzing). Naast de autonome bevolkingsontwikkeling spelen ook vestiging in en vertrek uit de regio een rol. 2. De kwantitatieve en kwalitatieve ontwikkeling van de woningvoorraad (huidige voorraad en geplande nieuwbouw). Deze is volgend op de demografische transitie, hoewel het denkbaar is dat met een specifiek woningaanbod en woonmilieu in beperkte mate de migratie kan worden beïnvloed. Gezien de vergrijzing is in het bijzonder afstemming tussen het gewenste woon- en zorgaanbod noodzakelijk. Het in overeenstemming brengen van het woningaanbod met de demografische transitie vraagt om een herstructurering van de woningvoorraad. 3. De omvang en aard van het voorzieningenaanbod, die eveneens volgend is op de demografische transitie. Daarnaast spelen maatschappelijke trends als schaalvergroting, bedrijfsbeëindiging, de toegenomen mobiliteit (waardoor beter gebruik gemaakt kan worden van de voorzieningen in de omliggende grote steden) en digitalisering van het voorzieningenaanbod een rol. Ook hier is sprake van een herstructureringsopgave. 4. De ontwikkeling van de werkgelegenheid en economische structuur. Enerzijds legt de afname van de beroepsbevolking een druk op de economische ontwikkeling. Anderzijds biedt de eigenheid van de regio kansen voor nieuwe vormen van werkgelegenheid, waaronder het toerisme. Ook digitalisering en fysieke bereikbaarheid kunnen een positieve invloed hebben. 5. De digitalisering van de samenleving en de bereikbaarheid over de weg en via het spoor, die zoals genoemd (deels) compensatie kunnen bieden voor de geschetste ontwikkelingen met betrekking tot het voorzieningenaanbod en de economie.
12
Het navolgende schema geeft op hoofdlijnen de samenhang tussen de verschillende blokken weer. Voor een meer gedetailleerd schema (met name gericht op de relatie met de leefbaarheid’ wordt verwezen naar bijlage 1.
Demografische transitie
kwantitatieve demografische transitie (bevolkingsdaling)
vermindering en verandering fysiek voorzieningenniveau herstructurering
kwalitatieve demografische transitie
afstemmen wonen en zorg
a
daling en verandering beroepsbevolking
ontwikkeling werkgelegenheid en economische structuur
gewenst kwantitatief en kwalitatief woningaanbod
gewenst aanbod werklocaties
herstructurering
herstructurering
landschappelijke waarden en cultuur
toerisme
a digitalisering en fysieke bereikbaarheid (infrastructuur)
a = relatie tussen ontwikkeling beroepsbevolking en zorg
13
1.3 ANNO 2011-2030 1.3.1 Doel van de agenda ANNO is het uitvoeringsprogramma van het SEM “Netwerk Noordoost - wonen en werken in netwerken”. Met het Sociaal Economisch Masterplan en ANNO heeft de regio een duidelijke visie gevormd waarin zij anticipeert op de toekomst en de koers uitzet op sociaal economisch gebied voor de komende periode. Al langere tijd werken de gemeenten Achtkarspelen, Dantumadiel, Dongeradeel, Kollumerland c.a. en Tytsjerksteradiel en de provincie Fryslân intensief samen aan de sociaal economische ontwikkeling van Noordoost Fryslân. Dit vrijwillige samenwerkingsverband heet Netwerk Noordoost. Alle partners zien meerwaarde in regionale samenwerking voor het bereiken van de ambities voor Noordoost Fryslân. Alleen zo kan worden ingespeeld op de uitdagingen waar de regio voor staat: de demografische ontwikkelingen en de kwetsbare sociaal economische positie. Door samen te werken in een integrale, gebiedsgerichte aanpak kunnen regionale én lokale ambities gerealiseerd worden. De gezamenlijke ambitie voor Noordoost Fryslân is: "In 2030 is de kwaliteit van het leven in Noordoost Fryslân bijzonder goed. Mensen wonen en werken hier met plezier. Noordoost Fryslân ontwikkelt zich als een dynamische plattelandsregio in het noordelijk stedelijk netwerk."
1.3.2 Sociaal Economisch Masterplan De intensieve samenwerking in de regio heeft in mei 2010 geresulteerd in een SEM “Netwerk Noordoost wonen en werken in netwerken”. In het Masterplan is een analyse uitgevoerd naar de sterkten en
14
zwakten van de regio (SWOT-analyse) en op basis daarvan is de ambitie voor Noordoost Fryslân bepaald. Er zijn keuzes gemaakt in wat belangrijk is voor de regio. Hierin hebben de betrokken gemeenten en de provincie samen met het bedrijfsleven de visie op de toekomst vastgelegd. Volgens het SER-advies over bevolkingsdaling zijn met het SEM de sterkten en de zwakten van de regio goed in beeld gebracht (SWOT-analyse). Het is daarom een goed voorbeeld van hoe om te gaan met en te anticiperen op het fenomeen krimp. 1.3.3 ANNO Het SEM is vertaald naar concrete projecten en regionale thema’s. Dit uitvoeringsprogramma is in februari 2011 opgeleverd en heet ANNO. Hierin is de ambitie en potentie van Noordoost Fryslân kort samengevat en vervolgens vertaald naar een brede aanpak voor de regio vanuit een sociaal economisch perspectief. In de Agenda zijn door de partners keuzes gemaakt in de aanpak en de beoogde maatregelen: focus is het sleutelwoord. Dit is gelukt omdat gemeenten en provincie elkaar steeds beter kunnen vinden en steeds beter over de eigen grenzen heen weten te kijken. In de Agenda zijn alleen die projecten opgenomen die een regionale meerwaarde hebben en daarmee bijdragen aan de (structuur)versterking van de regio. Het overzicht op de volgende bladzijde geeft per strategische hoofdlijn een korte omschrijving van de programmalijnen:
15
Aandachtsgebied
Programmalijn
Omschrijving
A. Noordoost Bereikbaar
Noordoost Fryslân is in 2030 voor inwoners, bedrijven en bezoekers zowel per weg, spoor, water uitstekend ontsloten en verweven met de stedelijke netwerken in Noord-Nederland en de rest van de wereld
B. Noordoost Digitaal
Een optimale digitale aansluiting van burgers, scholen, bedrijven en instellingen in Noordoost Fryslân en het gebruik maken van de mogelijkheden van deze digitale diensten voor de economische kansen en een leefbaar platteland
C. Wonen en leven in Noordoost
Goede woonmilieus, vitale dorpen en bereikbare voorzieningen in Noordoost Fryslân. Iedereen doet mee, minsken meitsjen doarpen, met oog voor toekomstige (demografische) ontwikkelingen
D. Sterke kernen
Clusterkernen als speerpunt voor voorzieningen in de regio, inzet op integrale aanpak gericht op ruimtelijke kwaliteit
E. Ruimtelijke infrastructuur voor bedrijven
Optimale ruimtelijke infrastructuur voor het bedrijfsleven door een gezamenlijke regionale aanpak
F. Duurzame gebiedsontwikkeling
Een integrale duurzame en toekomstgerichte aanpak voor het landschap, met het oog op behoud en versterking van natuur en agrarische waarden
G. Recreatie en toerisme
Ontwikkeling van recreatie en toerisme afgestemd op de regionale maat, is een kans voor de verdere ontwikkeling van Noordoost Fryslân
H. Netwerk Noordoost bedrijven samen naar innovatie
Samenwerking en netwerkvorming door bedrijven, overheid en onderwijs gericht op kennisontwikkeling en innovatie voor de regio
Infrastructuur
Landschap
1.
Woon-werk landschap
Woon-werk milieus
Bedrijven
Kansen voor wonen, zorg en zorgtoerisme
Randvoorwaarden 3.
Ontwikkeling van nieuwe concepten voor zorg, zorgrecreatie en wonen, zorg afsgestemd op de regionale maat, is een kans voor de verdere ontwikkeling van Noordoost Fryslân
Arbeidsmarkt en onderwijs
J. Van onderwijs naar baan
Ondernemers, onderwijs en overheid slaan de handen ineen, zodat in 2030 onderwijs en arbeidsmarkt goed op elkaar aansluiten en jongeren een kansrijke toekomst hebben in een regio die zich kenmerkt door een groot aandeel vaklui en hoger opgeleiden
Duurzame ketens
K. Duurzaam Noordoost
Netwerk Noordoost zet in op de ontwikkeling van duurzame ketens, energie en innovaties bij overheid en bedrijven, onder andere door het starten van netwerken en partnerships
Organisatie
L. Samenwerking en organisatie
Samenwerking Dongeradeel, Dantumadiel, Tytsjerksteradiel, Achtkarspelen, Kollumerland c.a. en Provincie Fryslân bij de realisatie van het Uitvoeringsprogramma SEM
Financieel
M. Programmafinanciering
Gezamenlijke aanpak voor financering van het Uitvoeringsprogramma SEM
N. Regiomarketing
Het ontwikkelen van een doeltreffend marketing en communicatieplan voor Regio Noordoost t.b.v. de sociaaleconomische agenda, afgestemd op en rekening houdend met andere doelstelling (recreatie/toerisme, wonen, etc.) en bestaande initiatieven
2.
Werken in netwerken
I.
Marketing
16
In de Agenda zijn 45 projecten opgenomen tot 2030, waarvan 37 concrete projecten en 14 regionale thema’s (ambitieprojecten): De prioritaire projecten zijn concrete – vaak lopende - projecten die voor de regionale partners een hoge prioriteit hebben. Allen hebben een regionale meerwaarde en dragen bij aan de ambitie van de Agenda. De projecten hebben bestuurlijke prioriteit die tot uiting komt doordat financiële middelen voor een eigen bijdrage beschikbaar zijn gesteld. De prioritaire projecten worden uitgevoerd door een of meerdere gemeenten samen met de provincie en andere betrokkenen in de regio. Om verder richting te geven aan de ambities is ook een aantal regionale thema’s benoemd die van belang zijn voor de verdere ontwikkeling van de regio. Deze thema’s worden ook wel ambitieprojecten genoemd en beogen een verdiepingsslag te geven die de lopende projecten onderling verbindt, de samenhang ertussen versterkt en richting geeft aan verdere keuzes voor regionale projecten. De uitwerking van deze thema’s draagt ook bij aan de verdere versterking van de regionale samenwerking. 1.3.4 Meerjarenprogramma = verdere keuzes ANNO is vertaald naar een meerjarenprogramma voor de periode tot en met 2015. Het meerjarenprogramma geeft aan met welke projecten gestart worden in de periode tot en met 2015 en welke (financiële) afspraken onderling (gemeenten en provincie) zijn gemaakt over de financiering van deze projecten. Daarnaast is voor dit meerjarenprogramma een uitwerking gemaakt naar een jaarplan 2012. Dit jaarplan maar ook het meerjarenprogramma moet nadrukkelijk worden bekeken in een lange termijnperspectief. De samenhang in de Agenda komt alleen dan tot wasdom. Dit is cruciaal voor de uitvoering van de totale Agenda en het bereiken van de gezamenlijke ambitie en cruciaal voor de regionale samenwerking. Het jaarplan 2012 kan en mag dus niet los worden gezien van het meerjarig perspectief en deze mag niet los worden bekeken van de totale Agenda en de bijbehorende visie. 1.3.5 Uitvoering van ANNO Alle partijen zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Agenda. Ook het maatschappelijk veld heeft hierbij een belangrijke rol. Een deel van de projecten zijn al vroegtijdig gestart, voor een aantal andere projecten startte de uitvoering per 1 januari 2012. Per die datum is er ook een gezamenlijke organisatie ANNO (“lean en mean” opgezet, maar daadkrachtig) die uitvoering van de Agenda coördineert. De uitvoering van de individuele projecten blijft de eindverantwoordelijkheid van de meest geëigende partner. Over de uitvoering van de Agenda zijn regionale afspraken gemaakt, welke is ondertekend op 26 april 2012.
17
Sociaal Economisch Masterplan (SEM) 2009/2010 Agenda Netwerk Noordoost (ANNO) t/m 2030 2010/2011 Meerjarenprogramma 2012 t/m 2015 2011 Regionale Afspraken uitvoering ANNO
Prioritaire projecten
2011/2012
Ambitie projecten
2011/2012
Integrale aanpak demografische uitdagingen
1.3.6 Ambitieproject “integrale aanpak demografische uitdaging Noordoost Fryslân ANNO anticipeert in zijn geheel ondermeer op de bevolkingsontwikkeling krimp. Daarnaast is een aantal specifieke projecten in de Agenda direct aan deze ontwikkeling te linken. Een belangrijke is het ambitieproject Integrale aanpak demografische uitdagingen Noordoost Fryslân uit de programmalijn Wonen en Leven in Noordoost. Het doel van dit ambitieproject is samenhang te bereiken tussen de lopende projecten en richting te geven aan de keuze van nieuwe projecten. Waar ligt voor Noordoost Fryslân de focus als het gaat om de demografische ontwikkelingen? BZK is partner in dit ambitieproject. Noordoost Fryslân is aangewezen als anticipeerregio in het Interbestuurlijk Actieplan Bevolkingsdaling. Met het oog op de bevolkingsafname wil de Rijksoverheid actief met de regio samenwerken om de leefbaarheid van het gebied op peil te houden. Het doel is om ‘in partnership’ aan te sturen op het tot stand brengen van integrale plannen op het terrein van het wonen, (zorg-)voorzieningen, economie en arbeidsmarkt, waarbij al ontwikkelde initiatieven in een dergelijk plan worden geïntegreerd. BZK levert kennis, faciliteert en draagt daar waar mogelijk bij aan optimalisatie van bestaande geldstromen, slimme coalities, integrale analyse, e.d. Het gaat om een diagnose voor kansen die in Noordoost Fryslân gezien worden op het gebied van krimp. Het ambitieproject en het partnership van het Rijk sluiten op elkaar aan voor wat betreft het gewenste eindresultaat, daarom zijn deze zaken
18
door de regio aan elkaar gekoppeld. Met dit proces geeft ANNO inhoud aan het visie ambitieproject “Integrale aanpak demografische uitdagingen Noordoost”. 1.3.7 Digitale kaart Fryslân In opdracht van de provincie Fryslân heeft Partoer een ‘Digitale Kaart Fryslân’ opgesteld van de lokale initiatieven die al in de provincie lopen en ondermeer zijn gericht op het in goede banen leiden van de demografische transitie. In de afgelopen jaren zijn er veel initiatieven gestart om duurzaam om te gaan met de gevolgen van demografische ontwikkelingen. Via de projectenkaart “Fan mear nei Better” worden all deze projecten in beeld gebracht. Zo kan iedereen zien wat er op dit gebied in de provincie Fryslân gebeurt en kunnen we leren van alle goede voorbeelden. Van ieder project wordt een korte omschrijving gegeven. Ook de contactgegevens van de projectleiders staan erbij. Bijlage 3 geeft een overzicht van de initiatieven in Noordoost Fryslân. Op de website www.fryslan.nl/fanmearneibetter is de meest recente versie te vinden van deze kaart.
1.4 DOEL REGIOCONSULTATIE Als eerste stap is een inventarisatie uitgevoerd. Door alle betrokken partijen (overheden, ondernemers, onderwijs, zorgpartijen, woningcorporaties) in Noordoost Fryslân zijn projecten, programma’s en is het beleid geinventariseerd in relatie tot de demografische ontwikkelingen. Het algemene beeld is dat alle partijen zich bewust zijn van de demografische ontwikkelingen en in de meeste gevallen ook op projectniveau binnen de eigen kaders aan de slag zijn. De noodzaak tot hechtere samenwerking en integrale aanpak op een regionaal niveau wordt erkend. Er wordt ook een aantal blokkades genoemd zoals financiering, marktwerking in de zorgsector en de bestuurskracht. Het ministerie van BZK heeft aangeboden om op basis van deze inventarisatie een overzichtelijk document “regioconsultatie anticipeerregio Noordoost Fryslân” te maken waarin beschreven staat hoe de regio eruit ziet; hoe de lopende projecten zich verhouden tot de diagnose/prognoses; wat de kansen en lacunes zijn; welke verbindingen er al zijn en welke nog gelegd moeten worden. De Regioconsultatie is bedoeld om de dialoog met de (maatschappelijke) partners op regionaal niveau te kunnen voeren over het fenomeen anticipeerregio. Het concept document is op 12 april 2012 in een regionale bijeenkomst (regiotafel) voorgelegd aan de partijen in Noordoost Fryslân die een rol spelen bij het in goede banen leiden van de demografische transitie. Het gaat onder meer om het ministerie van BZK, provincie Fryslân, de gemeenten, woningcorporaties, makelaars, vertegenwoordigers van het onderwijs, zorginstellingen en het bedrijfsleven. Aan de partijen is gevraagd: of ze zich herkennen in het document (eventueel aanbrengen nuancering, verrijking met eigen materiaal of ervaringen); of ze zich aan het proces willen verbinden met de uitkomsten en zich willen verbinden als partij;
19
wat hun bijdrage zal zijn; of ze aanbevelingen hebben voor het vervolgtraject om te komen tot een planmatige aanpak. Tijdens de regiotafel is ook een beeld gevormd van de maatregelen die nog ontbreken om te anticiperen op de krimp. De regiotafel heeft op enkele onderdelen geleid tot een aanscherping van de Regioconsultatie. Tevens is input verkregen voor het formuleren van de 7 ambities om het voorgestane beleid te realiseren. Ook deze zijn in de regioconsultatie opgenomen. Op 24 september 2012 zijn deze 7 ambities teruggelegd bij de betrokken partijen. Tijdens deze bijeenkomst hebben zij de ambities onderschreven zodat de themagroep Sociaal en Leefbaar op 16 mei 2013 de regioconsultatie heeft besproken en gebruikt als bouwsteen binnen de bestaande uitvoerings Agenda Netwerk Noordoost.
1.5 LEESWIJZER Het rapport geeft na deze inleiding in hoofdstuk 2 zeer beknopt een karakteristiek van de regio in de vorm van een SWOT-analyse (sterke en zwakke punten, kansen en bedreigingen). Dit hoofdstuk is in de feite de conclusie van de analyse van de regio die in hoofdstuk 3 wordt gemaakt. In hoofdstuk 4 wordt een krachtenveldanalyse weergegeven van de actoren in de regio die betrokken zijn bij de demografische transitie en van het beleid dat al in uitvoering is. Hoofdstuk 5 geeft tot slot de belangrijkste bouwstenen voor de te realiseren ambities om de gevolgen van de demografische transitie in goede banen te leiden. Daarnaast is een aantal bijlagen opgenomen.
20
2. STERKTE-ZWAKTEANALYSE VAN DE REGIO NOORDOOST FRYSLÂN In onderstaand schema wordt de stand van de regio kort en bondig weergegeven. Het geeft kort weer wat de aanwezige sterktes en zwaktes zijn van de regio, welke kansen aanwezig zijn en welke bedreigingen op de regio afkomen. In hoofdstuk 3 worden deze elementen nader toegelicht. Bepaalde ontwikkelingen spelen sterker of minder sterk in bepaalde gebieden binnen de regio. . STERKTES
ZWAKTES
Veel rust en ruimte.
Perifere ligging.
Sterke economie door veel kleine bedrijfjes, daar-
Kwetsbare economie door ontbreken ‘economische
door minder gevoelig voor recessie.
motor’, beperkte innovatie en focus op minder kans-
Sterke mentaliteit in de regio: samen er voor gaan
rijke sectoren (landbouw, industrie).
(betrokken bewoners en bedrijven).
Het landelijk gemiddelde achterbijvend bruto bin-
Goed voorzieningenniveau .
nenlands product per inwoner.
Ligging tussen grotere steden (Leeuwarden, Drach-
Relatief veel laagopgeleiden.
ten, Groningen) en bereikbaarheid.
Relatief laag inkomen van bewoners.
Aanwezigheid van samenwerkingsverbanden op
Vergrijzing en ontgroening.
verschillende gebieden.
Daling aantal inwoners en op termijn aantal huis-
Groeiende interesse in cultuur en geschiedenis van
houdens.
Noordoost Fryslân. KANSEN
Financiële positie overheden. BEDREIGINGEN
Recreatie en toerisme
Wegtrekkende jongeren / vergrijzing bevolking.
Aanwezigheid van Nationale landschappen en
Terugloop landbouwsector.
parken en de Waddenzee, cultuur en historie.
Eventuele. concurrentie tussen gemeenten en
Door de vergrijzing is er veel vraag naar zorg, met
scholen kan averechts werken.
zorgtoerisme kan de regio daarop inspelen.
Toekomstig tekort aan beroepsbevolking.
Meer werkgelegenheid door toenemende zorg-
Toekomstig tekort aan hogeropgeleiden.
vraag.
Toekomstig tekort aan personeel in de zorg.
Toenemende behoefte aan rust, ruimte en bezin-
Geen draagvlak voor voorzieningen met als gevolg:
ning biedt commerciële kansen.
onbereikbaarheid van voorzieningen.
Krimp van huishoudens biedt kansen voor ruimere
Tekort aan financiële middelen.
opzet woonomgeving. Leegstaande gebouwen bieden nieuwe kansen voor wonen, ontspannen en bedrijvigheid. Digitalisering. Alternatieve energie. Goede samenwerkingsverbanden bieden kansen voor clusteren van voorzieningen. Versterking profiel van de regio door groter en breder aanbod van culturele activiteiten. Europese financiering.
21
22
3. ONTWIKKELINGEN EN TRENDS In dit hoofdstuk komen de belangrijkste ontwikkelingen op het terrein van demografie, wonen, zorg en welzijn, onderwijs, overige voorzieningen, economie en toerisme en bereikbaarheid en digitalisering aan de orde. Per onderwerp wordt allereerst kwantitatieve informatie over de ontwikkelingen in de regio verstrekt (zie ook bijlage 1), waarna een aantal algemene trends wordt beschreven. Vervolgens wordt ingegaan op de aanpak om in te spelen op de bevolkingstransitie en worden waar mogelijk voorbeelden gegeven. De voorbeelden zijn niet limitatief en geven een divers beeld van projecten in en buiten de regio. Het eerste thema (demografie) beperkt zich tot kwantitatieve informatie en enkele trends.
3.1 DEMOGRAFIE 3.1.1
Kwantitatieve informatie
Zie ook bijlage 1. Het inwonersaantal daalt volgens de prognose van het Ministerie van BZK tot 2040 met in totaal ca. 7%. De daling wordt vooral zichtbaar in de kleinere kernen. De grote kernen, zoals Dokkum en Burgum, krijgen in mindere mate te maken met bevolkingsdaling. De provinciale prognose laat een sterkere daling zien: namelijk 14%. Er is dus een bandbreedte in geraamde demografische ontwikkeling, die van invloed is op de behoefte aan voorzieningen, zoals scholen en op de arbeidsmarkt. Na 2020 is volgens de prognose van het Ministerie van BZK ook sprake van een afname van het aantal huishoudens, namelijk met in totaal ca. 2% over de periode 2005-2040. De provinciale prognose laat een daling van 5% zien, wat dus leidt tot een groter woningoverschot. Er is volgens de prognose van het Ministerie van BZK sprake van ontgroening, waarbij niet alleen het aantal kinderen en jongeren in aantal afneemt, maar ook het aantal 30- tot 65-jarigen. Er is volgens de prognose van het Ministerie van BZK sprake van vergrijzing: het aandeel 65-plussers, met name 75-plussers, neemt sterk toe tot 2040. In de provinciale prognose treedt een wat sterkere ontgroening en vergrijzing op dan in de de prognose van het Ministerie van BZK. Door de provincie en de regiogemeenten wordt de kwantitatieve bevolkingsdaling minder als een probleem ervaren dan de verandering in de bevolkingssamenstelling (ontgroening en vergrijzing).
3.1.2
Trends
De ontgroening is deels een gevolg van de natuurlijke groei, maar kent vooral ook een migratiecomponent. Vooral jongeren zullen uit de regio vertrekken. Meer jongeren volgen hoger onderwijs, waarvoor zij naar de steden die dit onderwijs bieden, zullen verhuizen. Het ontbreken van passend werk voor deze jongeren betekent dat zij niet terugkeren naar Noordoost Fryslân.
23
Daarnaast is de culturele aantrekkingskracht van de stad meer dan in het verleden een reden voor jongeren om te verhuizen. Tegelijkertijd is er een tendens onder sommige stedelingen om naar het platteland te verhuizen. Volgens het SCP gaat het om 120.000 migranten per jaar; liefst 1 op de 3 stedelingen (vooral gezinnen) zegt dit ooit in zijn leven te willen doen (HP/De Tijd 22 juni 2011). Het nieuwe werken maakt een dergelijke trek meer dan in het verleden mogelijk. Uiteraard moet Noordoost Fryslân hierbij op zaken als kwaliteit en prijs van het woningaanbod, aantrekkelijkheid van het landschap en bereikbaarheid concurreren met andere landelijke gebieden. Woningmarktanalyses laten zien dat vooral de hogere inkomens c.q. gezinnen met kinderen overwegen landelijk te gaan wonen, waarbij slechts een beperkte groep dit ook daadwerkelijk doet. De huidige economische ontwikkeling en het langere termijn demografische perspectief (minder gezinnen, meer 1- en 2-persoonshuishoudens) lijkt dan ook een belemmerende rol te gaan spelen. De ouderen van tegenwoordig leven langer, zijn langer gezond en over het algemeen mondiger, actiever en koopkrachtiger dan eerdere generaties. In feite kan een onderscheid worden gemaakt tussen de medioren van 65-75 jaar die nog volop in de samenleving staan en de senioren vanaf 75 jaar waar zich vaak een zorgvraag ontwikkelt. Een harde leeftijdsgrens is overigens niet te geven en voor zover die er al is, zal deze in de toekomst verder opschuiven. Dat betekent dat enerzijds de vergrijzing een last voor de samenleving is als gevolg van de toenemende zorgvraag, maar anderzijds ook kansen biedt. Zo kunnen ouderen als vrijwilliger met kennis en ervaring een bijdrage aan de samenleving leveren.. Ook schept de vergrijzing kansen voor de regio op het gebied van toerisme en recreatie. 3.2 WONEN 3.2.1
Kwantitatieve informatie
Zie ook bijlage 1. De Primosprognoses laten een groei van de woningvoorraad tot 2030 met circa 10% zien. Daar staat een afname van het aantal huishoudens tegenover (zie paragraaf 3.1), wat de kans op leegstand vergroot. Het aandeel koopwoningen ligt boven het landelijke gemiddelde. Het landelijke gemiddelde is 55%. Het gemiddeld aantal eigen woningen in Noordoost Fryslân is 65% variërend van 70,3% in Tytsjerksteradiel tot 62,7% in Achtkarspelen. Tot 2030 neemt het aandeel koopwoningen licht toe en het aandeel huurwoningen licht af. De WOZ waarde wordt gezien als een indicatie voor de waarde van de woningen. De WOZ-waarde ligt exact op het Friese niveau, maar Noordoost Fryslân is op Noordwest Fryslân na de regio met de laagste WOZ waarde in de provincie. De stijging van de WOZ-waarde is in het afgelopen decennium achtergebleven bij het Friese gemiddelde, maar ligt boven het landelijke gemiddelde.
24
3.2.2
Trends
Landelijk gezien zijn er momenteel veel knelpunten op de woningmarkt, zo ook in Noordoost Fryslân. De toekomstige bevolkingstransitie zal leiden tot een afname van de kwantitatieve vraag naar woningen maar ook tot verandering van de kwalitatieve vraag. De vraag naar een ander type woning en andere woonmilieus zal stijgen. Zo wordt een daling verwacht van de vraag naar gezinswoningen en de vraag naar voor senioren geschikte woningen zal toenemen. Unieke woonmilieus kunnen inspelen op de wens naar ‘landelijk wonen’. Uit onderzoek blijkt dat veel mensen graag landelijk wonen, zij het nabij stedelijke centra en in een als aantrekkelijk beschouwd plattelandsgebied. Ten gevolge van de afnemende vraag naar woningen zal het steeds lastiger worden om een huis te kunnen verkopen, met als gevolg dat de huizenprijzen zullen dalen. Op termijn zal bij ongewijzigd beleid sprake zijn van leegstand in de regio, met mogelijk verkrotting en verpaupering tot gevolg op lokaal of regionaal niveau. Dit verslechtert de aantrekkelijkheid van de regio en kan vertrek van bewoners tot gevolg hebben. Ook de huursector zal met de gevolgen van de transitie te maken krijgen. Een grote woningcorporatie (Thús Wonen) in de regio rekent erop dat in 2020 circa 10% van haar bezit niet meer strikt nodig is. Tevens rekent zij erop dat de woningvoorraad drastisch moet worden aangepast aan de veranderende marktvraag als gevolg van de vergrijzing. Thús Wonen geeft aan dat het alleen wil investeren daar waar aantoonbaar is dat voorzieningen en kwaliteiten ook op de langere termijn kunnen worden geboden. In de kleine kernen zal de voorraad sociale huurwoningen afnemen of zelfs verdwijnen. Dat kan verschillende oorzaken hebben. Vooral bewoners van sociale huurwoningen (zoals ouderen) hebben vaak een beperkte actieradius; het verdwijnen van voorzieningen zal dan ook leiden tot het vertrek van deze bewoners. Deze tendens lijkt zich nu al voor te doen. Het is van belang goed zicht te krijgen op hoe in de toekomst de verhuisstromen gaan lopen, wat de werkelijke verhuismotieven zijn en wat een en ander voor de toekomstige woningmarkt betekent. Corporaties kiezen voor schaalvergroting en focussen meer op rendement, waardoor het in stand houden van en investeren in kleine complexen niet meer uit kan. Elke gemeente sluit met de betreffende corporatie een woonakkoord voor de periode tot 2020. Doel van het woonakkoord is om voor de toekomst heldere afspraken te maken over de uitvoering van een woonprogramma om daarmee goed in te kunnen spelen op de demografische ontwikkelingen. In de nabije toekomst wordt onder invloed van de vergrijzing vooral een tekort aan seniorenwoningen voorzien. Het woonakkoord speelt daar o.a. door ontwikkeling van ‘geschikt en verzorgd wonen’ op in.
25
Een lokaal woonakkoord is een privaatrechtelijke overeenkomst die de afspraken met betrekking tot de uitvoering van het woonbeleid en de wijze van samenwerking tussen de corporatie en de gemeente vastlegt. Onbekend is of de kwaliteit van het woningaanbod een rol speelt als verhuismotief voor jongeren, naast de al in 3.1 genoemde factoren. Ondanks de bevolkingsdaling zullen ook nieuwe bewoners in de regio komen wonen. Bijvoorbeeld omdat de woningprijzen laag zijn, er een karakteristiek woningaanbod beschikbaar is en nieuwe vormen van werkgelegenheid ontstaan en vanwege de landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten. Om toch te kunnen inspelen op de (beperkte) vraag naar landelijk wonen is herbestemming van agrarische functies (omzetten in woondoeleinden) noodzakelijk. Knelpunten hierbij zijn de financiering van de banken en de ruimtelijke regelgeving. Dit vraagt om een nadere analyse van de ruimte die op deze terreinen kan worden gecreëerd. 3.2.3
Aanpak
De aanpak van de woningvoorraad tot nu toe is vooral kleinschalig geweest, zoals het ‘Rotte Kiezen’ project en de ‘Experimenten beschermde dorpsgezichten’. Een bredere aanpak gericht op een goede regionale afstemming (prioritering) van de toekomstige woningbouwprojecten is wenselijk. Daarmee ontstaat meer zekerheid voor investeerders. Ook zal de herstructuringsopgave integraal in beeld dienen te komen. Woningcorporaties als Thús Wonen, Wonen NWF en Woon Friesland en zijn hier wel mee bezig. Tot slot vraagt het kwaliteitsniveau van het particuliere woningbezit breed de aandacht, waarbij het ook om de levensloopgeschiktheid gaat vanwege de vergrijzing. De aanpak van de bestaande woningvoorraad biedt kansen uit oogpunt van duurzaamheid (waaronder energiebesparing en duurzame energie). De regio is van plan deze zaken op te pakken. V Voorbeeld : Duurzaam beschermde dorpsgezichten Dongeradeel De gemeente Dongeradeel heeft het Experiment Duurzame Beschermde Dorpsgezichten Dongeradeel opgestart om te onderzoeken hoe aantrekkelijke woonmilieus in en rond de beschermde dorpsgezichten van Holwerd, Moddergat, Metslawier en Ee in stand kunnen worden gehouden of zelfs versterkt kunnen worden. Bouwhistorische verkenning Eén van de onderdelen van het onderzoek is een Bouwhistorische Verkenning. Hierbij is het de bedoeling alle bestaande panden in de dorpsgezichten te onderzoeken op de historische waarden van in- en exterieur. Hoe oud is een pand, welke bouwgeschiedenis laat het zien en wat is de waarde voor het dorpsbeeld? Deze kennis is zeer waardevol bij plannen voor sloop of hergebruik en de toekomstvisie van het
26
dorp. V Voorbeeld : Rotte Kiezen Als onderdeel van tegengaan van de verpaupering is door Doarpswurk (die zich bezighoudt met de leefbaarheid in de plattelandskernen) en de corporaties Wonen Noordwest Friesland, Elkien, WoonFriesland en Thús Wonen het project Aanpak Rotte Kiezen in de provincie Fryslân gestart. Dit is één van de experimenten die in het kader van de bevolkingsdaling bij BZK zijn aangemeld. Het project bestaat uit twee delen. Als eerste zijn gemeenten geïnformeerd over de problematiek en hun mogelijkheden om eigenaren te bewegen panden op te knappen. De elders opgedane ervaringen zijn zeer positief. Verschillende gemeenten passen hierdoor hun handhavingsbeleid zodanig aan dat zij kunnen ingrijpen wanneer een pand niet voldoet aan gestelde welstandseisen. Gemeente Dongeradeel is inmiddels actief gestart met de handhaving op welstand. Hier wordt ook de daadwerkelijke aanpak van rotte kiezen uitgevoerd. Particuliere eigenaren die zelf geen mogelijkheden hebben om hun woning duurzaam te verbeteren (of te slopen dan wel te herontwikkelen), kunnen onder voorwaarden beperkte steun krijgen. De eigenaar zal zelf moeten bijdragen en de financiering door andere partijen is sterk gelimiteerd. Samen met de eigenaar, gemeente, provincie, corporatie en dorpsbelang wordt een plan van aanpak opgesteld met de nodige maatregelen en een bijbehorende exploitatieopzet. Het plan wordt uitgevoerd als alle partijen willen meewerken. Voorbeeld : Herverkaveling sociale huur- en particuliere woningen In het kader van de krimpproblematiek in het Noorden des lands heeft onderzoeksbureau RIGO het voorstel gedaan om tot een ruilverkaveling te komen, waarbij particuliere eigenaren hun (vaak slecht onderhouden) woning inruilen tegen een (goed onderhouden) corporatiewoning. Dit voorkomt dat de corporatiewoningen (technisch bezien) onnodig moeten worden gesloopt. De particuliere woningen worden gesloopt dan wel opgeknapt en eventueel samengevoegd, waarna ze worden verkocht. Dit instrument wordt nog niet toegepast in Noordoost Fryslân, maar onderzocht zou kunnen worden of en onder welke voorwaarden deze aanpak ook hier kan werken.
3.3 ZORG EN WELZIJN 3.3.1
Kwantitatieve informatie
Zie ook bijlage 1. De levensverwachting ligt in Noordoost Fryslân zowel bij geboorte als op 65-jarige leeftijd ongeveer op het landelijke niveau, waarbij Tytsjerksteradiel onder het landelijke niveau ligt (bron: Zorgatlas)
27
Noordoost Fryslân telt 1 ziekenhuis en 7 zorgcentra, er zijn 54 huisartsenpraktijken en 11 apotheken. De gemiddelde afstanden tot de eerste- en tweedelijnsgezondheidszorg ligt niet boven het landelijk gemiddelde. Het huidige voorzieningenaanbod van zorg en welzijn wordt als goed ervaren, er is op dit moment een goede fysieke spreiding van basisvoorzieningen in de zorg. 3.3.2
Trends
Door de vergrijzing zal de vraag naar zorg en welzijn toenemen. Vooral het beroep op de psychogeriatrische zorg zal toenemen. Tegelijkertijd blijven senioren langer gezond en zijn ze zelfredzamer dan eerdere generaties. Dit beïnvloedt de aard van de zorgvraag: meer faciliterend en ondersteunend. Zaken als levensloopgeschikte woningen, goede informatie (via internet) en het benutten van de potenties van de vrijwillige zorg (vrijwilligers en mantelzorgers) worden daarmee steeds belangrijker. Het welzijnsbeleid heeft al een grote omslag doorgemaakt en zal nog verder veranderen. Met het stimuleringsprogramma ‘Welzijn Nieuwe Stijl’ was het de bedoeling dat de Wmo meer vraaggericht wordt: de klant staat centraal. Dat betekende dat de gemeenten er op toe moeten zien dat organisaties op de terreinen welzijn, sport, zorg en wonen meer gaan samenwerken om iedereen in staat te stellen de regie over het eigen leven te voeren. Enerzijds wordt zoveel mogelijk generalistisch dichtbij de klant georganiseerd, anderzijds wordt daarachter voldoende specialis tische zorg geboden. Het streven is uiteraard om tot een sluitend aanbod te komen, maar zeker in krimpgebieden vraagt dit vanwege het teruglopend aantal inwoners om maatwerk. Tegelijkertijd wordt de eigen verantwoordelijkheid van de burger om zelf met oplossingen te ko men groter, op eigen kracht maar ook door de inzet van familie, buren en vrijilligers. Van de mondige burger wordt gevraagd een bijdrage te leveren aan de ondersteuning van de kwetsba re burger. Een voorbeeld zijn de ‘burenprojecten’. De mondige burger zal wel voldoende door professionals moeten worden ondersteund en soms moeten worden bijgeschoold. Door de ondersteuning van de kwetsbare burger is laatstgenoemde vaak weer in staat een bijdrage aan de samenleving te leveren. Zeker in de krimpgebieden, waar het draagvlak voor professionele ondersteuning nog meer dan elders onder druk staat, is de inzet van vrijwilligers van essentieel belang. De drie grote decentralisaties, waarbij de huidige taken van het Rijk naar de gemeenten worden overgeheveld (een aantal regelingen van de AWBZ, de Jeugdzorg en de Participatiewet), leiden enerzijds tot extra kostenverhogingen voor de gemeenten, maar bieden anderzijds kansen voor de gemeenten om maatwerk te leveren. Een belangrijk punt hierbij is dat de gemeenten beter zicht hebben op de doelgroepen van het beleid. Er zijn overigens nog veel onzekerheden over de budgetten, wat belemmerend kan werken op de beleidsontwikkeling. Het wetsvoorstel Werken naar vermogen (Wwnv) is met de val van Rutte I komen te vervallen. De Wwnv was bedoeld om meer
28
mensen met een (gedeeltelijke) arbeidsbeperking aan het werk helpen. Het kabinet-Rutte-Asscher is met een nieuw voorstel gekomen dat de eerder voorgestelde Wwnv vervangt: de Participatiewet. Het streven naar extramuralisering van de zorg (waarbij mensen meer en langer zelfstandig wonen) en deconcentratie van de intramurale zorg (kleinschalige voorzieningen in semimurale setting) staat onder druk door problemen met de financiering en een tekort aan personeel in de zorg. Door de wijzigingen in de AWBZ ligt het investeringsrisico bij de zorginstellingen, die daarom meer samenwerking met de woningcorporaties aangaan. Met de decentralisaties zijn de gemeenten echter beter in staat noodzakelijke investeringen te combineren. De gemeenten zijn hiermee aan het experimenteren. Zorgbelang Fryslân geeft aan dat de huidige fysieke spreiding als gevolg van de geschetste trends onmogelijk is te handhaven in de toekomst. De marktwerking in de zorg, waardoor met name thuiszorg erg versnipperd wordt, versterkt dit effect. De zorg zal met name in de grote kernen worden geconcentreerd waardoor senioren die hier afhankelijk van zijn zullen moeten verhuizen. Verschillende zorgaanbieders zijn in hun beleidsvisies en plannen op zoek naar meer samenwerking om onder andere de kwaliteit van zorg te behouden. Dit vraagt afstemming met de beleidsregels van de NMa. De regels van de NMa belemmeren op zich niet de ketensamenwerking, tenzij de keuzevrijheid van de consument hierdoor in het geding komt. Ook als de concurrentie wordt beperkt, is samenwerking niet altijd uitgesloten. Voorwaarden zijn aantoonbare en verifieerbare efficiëncyverbeteringen, een positief effect voor de cliënten, het voldoen aan de eis van proportionaliteit en onmisbaarheid en voldoende restconcurrentie in de markt. De Tweede Kamer heeft een motie aangenomen die meer ruimte voor samenwerking in krimpgebieden biedt. Daarnaast wordt er gezocht naar andere manieren van het aanbieden van zorg, bijvoorbeeld via digitale wegen. In Noordoost Fryslân wordt hiermee met het ‘Dorpshuis Nieuwe Stijl’ (zie op pagina 30 al een begin gemaakt. Een gezonde levensstijl wordt in Nederland steeds belangrijker. Dit biedt mogelijkheden voor het aanbieden van zorg in combinatie met een prettige en landelijke leefomgeving, mogelijk ook ten gunste van het toerisme (zie 3.6). Studenten in Fryslân wordt op dit moment al geleerd een gezonde levensstijl toe te passen in hun eigen leven en dit uit te dragen naar hun omgeving. Een nieuwe ontwikkeling betreft de verdere extramuralisering van de zorg. De Zorgzwaartepakketten ZZP 1 en 2 komen vanaf 2013 niet meer in aanmerking voor instroom naar zorg- en verpleegtehuizen. Voor ZZP 3 en 4 moet nog een beslissing worden genomen, maar mogelijk geldt hiervoor hetzelfde in 2016. Met name ZZP4 kan problematisch zijn: het zelfstandig thuis laten wonen van dementerenden. De ontwikkeling betekent nieuwe beleidsopgaven: - de afbouw en ombouw van zorg- en verpleegtehuizen (landelijk geschat op 800); - extra inspanning voor de woningcorporaties voor levensloopgeschikt bouwen en het aanpassen van de bestaande woningvoorraad; - extra beslag op de extramurale zorg: thuiszorg en Wmo;
29
- aanpak van de particuliere woningvoorraad.
3.3.3
Aanpak
Zeker in het licht van de vergrijzing is zorg en welzijn een thema dat bij de uitvoering van ANNO projecten nog verdere structurele uitwerking verdient. Het gaat hierbij om een regiobrede sluitende keten van zorg en welzijn, dat tevens is afgestemd op het (zelfstandig) wonen van senioren en mensen met een beperking. Het is uiteraard van groot belang dat hiervoor een vitale coalitie wordt gevormd door alle betrokken partijen: provincie, gemeenten, zorg- en welzijnsinstellingen, zorgverzekeraar, woningcorporaties en bewoners(organisaties). Het benutten van de kracht van de ‘civil society’ (vrijwilligers en mantelzorgers) en de drie genoemde decentralisaties kunnen als hefboom werken. Hoewel er al projecten zijn gestart in de regio, kunnen ook experimenten van buiten de regio inspirerend werken. Thús Wonen heeft tussen 2008 en 2010 met zorggroep Pasana en Thuiszorg Het Friese Land initiatief genomen voor het project Plattelandszorg. Met een groot aantal zorg- en welzijnsinstellingen en lokale overheden is gewerkt aan een visie op de spreiding/de distributie van voorzieningen in Noordoost Fryslân. Uiteindelijk is een methodiek ontwikkeld om dorpen in verschillende categorieën in te delen, bestuurlijk is besloten er op deze manier (nog) geen vervolg aan te geven. V Voorbeeld : digitale zorg De Provincie Fryslân is in het kader van het InterReg IVB-project Vital Rural Area samen met gemeenten en diverse partijen een pilot-project gestart in het dorp Burum (Kollumerland c.a.) met de bedoeling nieuwe (digitale) voorzieningen te ontwikkelen in het dorpshuis en bij mensen thuis. Het project heeft voorlopig de naam ‘Dorpshuis Nieuwe Stijl’ gekregen. Het project bestaat uit een aantal deelprojecten en één daarvan is gericht op zorg en welzijn. Een werkgroep bestaande uit professionals heeft samen met bewoners een pakket digitale zorg- en welzijnsdiensten gekozen, dat binnenkort wordt geïmplementeerd. Doel van het project is: het verminderen van eenzaamheid, langer zelfstandig wonen mogelijk maken met digitale middelen/ICT, voorzieningen realiseren die gericht zijn op zelfredzaamheid en mobiliteitsproblematiek oplossen. V Voorbeeld : zorgexperiment Oost Drenthe Omdat een vergelijkbaar Fries voorbeeld ontbreekt, kan dit voorbeeld ter inspiratie dienen. In de huidige situatie moet een thuiszorgaanbieder midden in de nacht voor één cliënt een vaak lange rit maken, waarna een concurrerende aanbieder hetzelfde dorp aandoet voor een andere cliënt. Betere afstemming
30
kan de zorg efficiënter maken, waardoor het langer rendabel blijft voor zorgaanbieders om actief te zijn in een dunbevolkt gebied. Daarnaast wordt gezocht naar andere oplossingen voor de vragen van de toekomst: beter gebruik van de mogelijkheden van ICT bijvoorbeeld, en slimmere samenwerking met mantelzorgers. Het uiteindelijke doel is het otwikkelen en implementeren van een nieuw zorgconcept.
V Voorbeeld: overleg gestart vraag- en aanbod personeel in de zorg De Gouden Driehoek heeft uit een enquête geconcludeerd dat er op korte termijn een verschil in vraag naar en aanbod van werknemers op handen is. Op middellange termijn is er een tekort aan personeel in de zorg (daarnaast ook in industrie, groothandel en ICT). Het overlegorgaan tussen de ondernemers, overheden en onderwijs voelt zich mede verantwoordelijk voor een goede aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt. Zij is daarom in overleg gegaan met betrokken partijen (kenniscentrum voor leren in de praktijk in zorg, welzijn en sport):Calibris en Ventura+ om te zoeken naar mogelijke oplossingen voor de korte termijn (5 jaar) en langere termijn.
Voorbeeld: Zorg en Welzijn op Afstand In de gemeente Dongeradeel werkt een aantal partijen samen in het project Zorg en Welzijn op Afstand. Gezocht wordt naar mogelijkheden om welzijnsdiensten bij de mensen (veelal ouderen) thuis te brengen. Hierbij wordt aangehaakt op het bestaande beeldtelefonie-project van het Friese Land. Onderzocht wordt hoe preventieve diensten, contactmogelijkheden, informatie en ondersteunende diensten gericht op participatie en zelfstandigheid via de beeldtelefoon geleverd kunnen worden. Indien mogelijk wordt dit ook uitgebreid naar levering van (bepaalde vormen van) zorg via de beeldtelefoon. Naast gebruik van de beeldtelefoon, die bij een deel van de doelgroep “ouderen”al bekend is, wordt ook gekeken naar het ontwikkelen van andere manieren om deze zorg (digitaal) bij de mensen thuis te krijgen. Gedacht wordt daarbij aan een (interactieve) website, Smartphone- of tablet app of iets dergelijks. Want ook de ouderen in deze regio gaan steeds meer mee met digitale ontwikkelingen.
3.4 ONDERWIJS 3.4.1
Kwantitatieve informatie
Zie ook bijlage 1. De regio Noordoost Fryslân telt een groot aantal voorzieningen voor de kinderopvang (peuterspeelzalen, dagopvang en buitenschoolse opvang) en het basisonderwijs.
31
Daarnaast zijn er 5 scholen voor HAVO/VWO (VMO) en 9 scholen voor VMBO. De gemiddelde afstand tot de kinderopvang en het basisonderwijs is vergelijkbaar met het landelijke beeld, de gemiddelde afstand tot het voortgezet onderwijs is zelfs korter dan landelijk het geval is. Leeuwarden en Groningen tellen verschillende HBO opleidingen, Groningen daarnaast een universiteit. In Leeuwarden kun je voor ca. 20 studierichtingen een propedeuse halen. Het aandeel leerlingen op het VMBO-t ligt bijna twee maal hoger dan het landelijk gemiddelde, het aandeel leerlingen op het VMO ligt bijna twee maal lager dan het landelijk gemiddelde. Het aantal kinderen en jongeren daalt gestaag. De daling van het aantal 0-4 jarigen (van belang voor de dagopvang) neemt ten opzichte van de afgelopen jaren af, de daling van het aantal 5-14-jarigen (basisonderwijs en buitenschoolse opvang) is vooral tot 2020 groot, terwijl het aantal 15-19-jarigen (voortgezet onderwijs) vooral na 2020 daalt. Het aantal nieuwe voortijdige schoolverlaters ligt in de meeste gemeenten in de regio in 2010/2011 onder het landelijk gemiddelde. Alleen in Ferwerderadiel ligt het boven het landelijke niveau (maar hier lag het percentage in 2009/2010 aanzienlijk onder het landelijk gemiddelde). Van Dantumadiel zijn geen gegevens bekend. 3.4.2
Trends
De kinderopvang staat momenteel onder druk. Dit komt niet alleen door de daling van het aantal kinderen (iets wat specifiek in krimp- en anticipeerregio’s aan de orde is) en de werkloosheid gezien de recessie, maar vooral ook door de geringere overheidsbijdrage aan de kinderopvang. Het gebruik van de kinderopvang is in 2012 landelijk met 10% gedaald. Het aantal kinderen is gedaald met 4%, het aantal uren opvang per kind met 6% . Tegelijkertijd is het aanbod toegenomen, met name in de dagopvang. (brief Lodewijk Asscher aan TK 5 maart 2013). Dit heeft uiteraard negatieve gevolgen voor de arbeidsmarkt, maar omdat in plattelandsregio’s als Noordoost Fryslân minder gebruik wordt gemaakt van kinderopvang, zal het effect er beperkter zijn. In 2011 is de afname van het gebruik van kinderopvang in de regio beperkt tot 7%. Kinderen in Fryslân zijn gemiddeld lager opgeleid dan Nederlandse kinderen. Binnen heel Fryslân daalt het leerlingenaanbod voor het basisonderwijs: het aantal basisscholen zal tot 2020 in de provincie afnemen met 10 procent. Uit analyse van de regio Noordoost Fryslân blijkt dat op dit moment een derde van de kleine kernen (minder dan 500 inwoners) in de regio nog over een eigen school beschikt. De afname in aantal leerlingen heeft tot gevolg dat scholen krapper komen te zitten in de middelen en ruimer in hun huisvesting. Door de terugloop in aantal leerlingen zullen zij minder geld van de overheid ontvangen en zullen – naast samenwerking en fusie – sommige onderwijsinstellingen noodgedwongen moeten sluiten.
32
Het Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen geeft aan dat het aanbod van voortgezet onderwijs onder druk kan komen te staan. Mogelijke oplossing wordt gezien in afstandsleren. Er is initiatief genomen om een goede analyse te maken om te anticiperen op de veranderende vraag. Ook wordt voorzien dat de VAKschool (VMBO en MBO) onder druk kan komen te staan, hierop valt echter veel moeilijker in te spelen. Dit heeft op de langere termijn consequenties voor de arbeidsmarkt. Het is daarom van groot belang dat er afstemming plaatsvindt tussen het beroepsonderwijs en de vraag naar arbeid in de regio, zodat deze leerlingen een optimale aansluiting krijgen op de arbeidsmarkt. Het stimuleren en interesseren van de jeugd voor specifieke economische sectoren is aan te raden. Het gevolg is dat mogelijk keuzes in het aanbod gemaakt moeten worden en oplossingen op het gebied van vervoer moeten worden bedacht. Dat vraagt om samenwerking tussen gemeenten, scholen en vervoerbedrijven. 3.4.3
Aanpak
Bij een teruglopend leerlingenaantal zijn samenwerking en fusie logische stappen voor scholen om te ondernemen. Ook deze ontwikkelingen doen zich in (Noordoost) Fryslân voor, waarbij soms verschillen in denominatie een knelpunt vormt. Op diverse schalen wordt gewerkt aan de mogelijkheden voor samenwerking en fusie. De gemeenten en de schoolbesturen hebben hier een belangrijke taak. Een kans bij deze ontwikkeling is dat hierdoor Brede Scholen tot stand kunnen komen die meer voorzieningen omvatten dan alleen onderwijs (bijvoorbeeld kinderopvang, opvoedingsondersteuning, bibliotheken en eventueel cultuur). Brede Scholen worden daarmee essentieel voor het woon- en leefklimaat in de dorpen. Het Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen Noordoost Fryslân is onlangs gestart met een onderzoek naar de toekomst van het VMBO onderwijs in het licht van de bevolkingstransitie. Een optimale spreiding van het onderwijsaanbod vraagt de aandacht, waarbij kwaliteit belangrijker is dan afstand tot de scholen. Het digitaal leren kan het wegvallen van scholen gedeeltelijk compenseren. Dit vraagt echter nog om een verdere ontwikkeling. Ook de wijze waarop scholen samen en met andere voorzieningen gehuisvest kunnen worden, is een aandachtspunt. Op lokaal niveau worden hiervoor al initiatieven ontwikkeld. Met de verdere ontwikkeling van de programmalijn ‘Sterke kernen’ (ANNO) kan een structurele aanpak worden ontwikkeld. Ook is de ontwikkeling van doorgaande leerlijnen tussen het middelbaar-, hoger beroeps- en universitair onderwijs wenselijk, wat dus een nauwe samenwerking met het hoger onderwijs in Leeuwarden en Groningen vereist. Versterking van de toeristische sector vraagt om een nauwe samenwerking met de Stenden Hogeschool in Leeuwarden. Voor kinderen van drie à vier jaar die gezien hun hoge intelligentie behoefte hebben aan meer uitdaging, worden initiatieven ontwikkeld. Een pilot wordt voorbereid om aansluiting te zoeken bij de Leonardogroepen van de OBS Burgerschool in Dokkum.
33
De provincie en regio zijn actief om de economische structuur te versterken door verbindingen met het onderwijs te leggen. Zo is ‘De Gouden Driehoek’ een kansrijk initiatief waarin het bedrijfsleven, onderwijsen overheidsinstellingen samenwerken om te zorgen dat er minder jongeren uit het gebied wegtrekken, waardoor het aanbod van werknemers constant blijft. Het project zorgt voor een betere vraag en aanbod van schoolverlaters in de regio en interesseert jongeren voor een baan in de eigen regio. Met de Gouden Driehoek gaat terecht veel aandacht uit naar de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven. Een niet alleen kwantitatief maar ook kwalitatief goed aanbod aan werknemers is een voorwaarde voor een krachtige economische regio. Er vindt samenwerking tussen het UWV, de scholen en de zorgsector plaats om voortijdige schoolverlaters toegang te geven tot een goed opleidingstraject buiten de reguliere ROC’s om. De provincie tracht met name jongens meer te interesseren voor een baan in de zorg. Met de nota ‘De Friese aanval op schooluitval’ beschrijft de provincie een aantal voorbeelden van verbetering van de aansluiting VO en MBO onderwijs, verbetering van het verzuimbeleid, het realiseren van opvangvoorzieningen en versterking van de interne en externe zorgstructuur. De RMC-regio's De Friese Wouden, Fryslân Noord en ZuidWest-Fryslân hebben het Voortijdig Schoolverlaten convenant 2012-2015 ondertekend. Daarnaast gaat de aandacht uit naar het tweedekansonderwijs, waarbij het gaat om de bij- en herscholing van oudere werknemers, herintreders en anderen die voortijdig het arbeidsproces hebben verlaten.
Voorbeeld : Kindcentrum in Kollum Als onderdeel van de woonservicezone wordt onderzocht of een kindcentrum gerealiseerd kan worden, waar twee basischolen en andere kindgerelateerde voorzieningen geconcentreerd worden gehuisvest. V Voorbeeld : Kenniswerkplaats De Kenniswerkplaats vormt een structurele verbinding tussen kennisinstellingen, MKB, Ngo's, overheden en burger. De Kenniswerkplaats is een leer-, onderzoeks- en werkgemeenschap gericht op het vernieuwen van de regionale leef- en werkomgeving. In de Kenniswerkplaats worden (gebieds)ontwikkelingsprojecten uitgevoerd: studenten, docenten, onderzoekers, lectoren en professoren van de (groene) onderwijs- en onderzoeksinstellingen werken samen met ondernemers, overheden, experts, gebruikers en burgers en vinden innovatieve oplossingen. Samen nieuwe kennis ontsluiten en gebruiken is het doel.
Voorbeeld : Jonge Friezen Foarút Jonge Friezen Foarút is een innovatief experiment, ontstaan uit de wens om Noard-Fryslân nieuwe im-
34
pulsen te geven. In 2009 kwam op allerlei plekken in de regio naar voren dat er mogelijk een groot probleem voor de deur stond: krimp. Krimp omdat jongeren uit de regio wegtrekken. Naar aanleiding van een onderzoek onder jongeren in Noard-Fryslân werd een zogenaamde regionale jongerenagenda samengesteld: hét jongerenmanifest voor de toekomst! Als vervolg van de presentatie van deze jongerenagenda hebben in 2010 verschillende voortrekkers speerpunten uit de jongerenagenda geadopteerd.
3.5 OVERIGE VOORZIENINGEN 3.5.1
Kwantitatieve informatie
Zie ook bijlage 1. Volgens het rapport van de provincie ‘Friese streken in beeld’ telt Noordoost Fryslân 90 kernen, waarvan er 17 als ‘complete dorpen’, 32 als ‘niet-complete dorpen’ en 41 als ‘beperkte dorpen’ worden aangemerkt. De ‘complete dorpen’ beschikken over een volwaardig voorzieningenniveau. De gemiddelde afstand tot een grotere supermarkt is in Noordoost Fryslân vergelijkbaar met het landelijke beeld, de gemiddelde afstand tot een bibliotheek is zelfs korter. Uit analyse van de regio Noordoost Fryslân blijkt dat een aantal grote kernen een goed aanbod van winkels heeft. In de kleinere dorpen met een sterk landelijk karakter wordt het draagvlak wel kleiner. 3.5.2
Trends
Ten gevolge van de bevolkingstransitie neemt de kwantitatieve vraag naar voorzieningen niet alleen af, maar verandert deze vraag ook. Door de daling van het aantal kinderen en jongeren zal bijvoorbeeld de vraag naar veldsportvoorzieningen afnemen, terwijl door de vergrijzing de vraag naar voorzieningen voor bewegingssport en golfen toeneemt. In elk domein en in elke sector zal een passend aanbod moeten komen. Regionale afstemming en samenwerking zijn essentieel om deze opgaven te beantwoorden, waaronder het clusteren en opheffen van voorzieningen in dorpen, om de vitaliteit te behouden. De instandhouding van culturele voorzieningen wordt beperkt door de aanzienlijke bezuinigingen op cultuur. In reactie hierop zoeken culturele instellingen meer naar sponsoring vanuit het bedrijfsleven of gaan ze commerciële nevenactiviteiten ontplooien. Naast de demografische transitie zijn ook de schaalvergroting in de detailhandel, het digitaal winkelen en de bedrijfsbeëindiging van zelfstandige winkels van invloed op het toekomstig winkelaanbod.
35
De ontwikkeling dat de grote, vaak landelijke ketens als enige economisch rendabel weten te blijven en als gevolg daarvan het voorzieningenaanbod overschaduwen kan zich in een anticipeerregio nadrukkelijk manifesteren. Daarentegen is er een duidelijke trend zichtbaar naar streekeigen en biologische producten. Hier liggen grote (economische) kansen voor een rurale regio als Noordoost Fryslân. Als blijkt dat voorzieningen commerciëel niet te handhaven zijn, zijn er soms niet-commerciële oplossingen waarbij vrijwilligers de betreffende voorzieningen in stand houden. Zie ook de voorbeelden hier na. Doordat de consument de laatste jaren mobieler is geworden, wordt keuze en kwaliteit belangrijker gevonden dan nabijheid. Zo wordt vaak gewinkeld in verschillende supermarkten, afhankelijk van het assortiment en de prijs. Belangrijk is dan ook dat de bereikbaarheid in de regio de komende jaren verbetert. De relatieve afstand naar en toegankelijkheid van de grote steden Drachten, Leeuwarden en ook Groningen zal substantieel verbeteren. 3.5.3
Aanpak
In de regio is een aantal clusterkernen/duodorpen benoemd om het voorzieningenniveau op peil te houden. De integrale afstemming van voorzieningen in de regio heeft zich tot nu toe gericht op een inventarisatie en categorisering van het huidige voorzieningenaanbod en op het ontwikkelen van een methodiek op de gewenste concentratie c.q. spreiding van het voorzieningenaanbod. Essentiële volgende stappen zijn het verkrijgen van bestuurlijk draagvlak om tot een optimaal voorzieningenaanbod te komen en het betrekken van de betreffende marktpartijen en niet-commerciële instellingen bij de plannen. Uiteraard zullen deze partijen voldoende inbreng moeten krijgen bij de verdere ontwikkelingen van de plannen. Als het gaat om commerciële voorzieningen hebben de provincie en de gemeenten vooral een faciliterende en soms een regisserende rol. Bij de niet-commerciële voorzieningen kunnen de gemeenten een meer sturende rol vervullen. Belangrijke aandachtspunten zijn de huisvesting (mogelijkheden van meervoudig gebruik van accommodaties, de afstemming met zorg- en welzijnsvoorzieningen en het gebruik van vrijkomende panden als voormalige scholen) en de financiering. Bij deze zaken kunnen ook de woningcorporaties een belangrijke rol vervullen, bijvoorbeeld als het gaat om combinatieprojecten met woningbouw. Het concept van het ‘Dorpshuis nieuwe stijl’ (zie 3.3.3) is een belangrijk element als fysieke voorzieningen niet te handhaven zijn. V Voorbeeld : Regionale afstemming voorzieningen Eén van de ambitieprojecten in het kader van ANNO is “Regionale afstemming voorzieningen Noordoost (voorzieningenspreidingsplan)”. Doel van het project is:
36
het behouden of realiseren van (noodzakelijke) voorzieningen die exploitabel en dus “toekomstbestendig” zijn; een aanbod van kwalitatief goede voorzieningen passend bij de te verwachten samenstelling en omvang van de bevolking van de regio. De huidige voorzieningen zijn geïnventariseerd en vastgelegd in spreidingskaarten. De huidige situatie is hiermee in beeld gebracht. Om antwoord te krijgen op de vraag welke voorzieningen (sport, cultuur, onderwijs) de regio nodig heeft in het licht van de bevolkingsontwikkeling en maatschappelijke trends, werken gemeenten, provincie en maatschappelijke organisaties nu gezamenlijk aan een spreidingsmodel voor voorzieningen. V Voorbeeld : Instandhouden voorzieningen met ondersteuning van bewoners In het Groningse Oostwold is een buurtsupermarkt opgezet met dank aan 180 bewoners die een aandeel namen in de toekomstige supermarkt. Op deze manier werd er starterskapitaal gegenereerd en was de supermarkt een feit. Mede door de hoge betrokkenheid van bewoners en ondernemingen wordt het bestaan van de supermarkt gewaarborgd, zo bestaat het personeel bijvoorbeeld uit vrijwilligers. Een ander voorbeeld is Marssum, waar de dorpsbakker weer teruggekeerd is met dank aan de dorpsvereniging, bewoners en subsidie van onder andere de provincie en de gemeente.
Voorbeeld: Project mediatheken in Noordoost Fryslân In 2009 is de bibliobus in Noordoost Fryslân vervangen door een vaste voorziening: een schoolmediatheek in 47 scholen. In totaal zijn er nu 49 schoolmediatheken ingericht in 5 gemeenten in Noordoost Fryslân: Achtkarspelen, Dantumadiel, Dongeradeel, Kollumerland c.a. en Ferwerderadiel. De mediatheek is zowel een bibliotheek met een uitleenfunctie voor de doelgroep leerlingen van de basisscholen en waar mogelijk ook voor kinderen in de voorschoolse periode (ter vervanging van de bibliobus). Daarnaast fungeert het als een schoolmediatheek ter ondersteuning van de onderwijsdoelen leesbevordering, taal- en kennisontwikkeling en mediawijsheid, maar ook voor diverse vormen van buitenschoolse opvang. De samenwerking in de mediatheek vormt tevens een basis voor een toekomstige uitbouw naar een brede school. Het mediathekenproject sluit aan op de totale visie op spreiding van de bibliotheken in Noordoost Fryslân. In een aantal kernen worden bibliotheken gesloten, terwijl een aantal andere vestigingen een upgrading krijgen.
37
3.6 ECONOMIE, TOERISME EN DUURZAAMHEID 3.6.1
Kwantitatieve informatie
Zie ook bijlage 1. Het gemiddeld besteedbaar inkomen per inwoner ligt in de regio ruim 10% onder het landelijk gemiddelde. Het percentage huishoudens met een uitkering ligt iets hoger dan in de rest van Nederland (20% resp. 19,5%). Het opleidingsniveau blijft achter bij het landelijke gemiddelde. De regio Noordoost kent relatief veel ondernemers. Ten opzichte met het landelijk gemiddeld zijn veel mensen werkzaam in de agrarische sector (9,2% tegenover 3% landelijk). Het aantal banen in de regio is de afgelopen jaren zeer licht toegenomen, de verdeling over de verschillende sectoren is vrijwel gelijk gebleven. Het BBP (bruto binnenlands product) ligt in het COROP-gebied Noord-Fryslân (waar Noordoost Fryslân deel van uitmaakt) aanzienlijk onder het landelijk gemiddelde (periode 2007-2009): ca. € 31.000 resp. € 35.000 per inwoner. 3.6.2
Trends
Economie De regio Noordoost Fryslân kent geen sterk economisch profiel: er zijn geen grote, landelijk bekende bedrijven gevestigd die andere werkgelegenheid aantrekken en de motor zijn voor innovatie. Daar komt bij dat de beroepsbevolking in de toekomst afneemt. Het relatief lage inkomen in de regio heeft een negatieve invloed op de eigen afzetmarkt van in de regio gevestigde bedrijven en op het aantrekken van nieuwe bedrijven. Doordat in de regio relatief veel bedrijven in de sector landbouw aanwezig zijn, kunnen hervormingen van het Europese landbouwbeleid negatieve gevolgen hebben voor de omzet van veel landbouwbedrijven. De sterke Landbouwstructuur biedt echter ook kansen voor de toekomst. De regio heeft zoals vrijwel geheel Nederland last van de economische crisis. Eén van de gevolgen hiervan is een toename van het aantal ZZP-ers, ook in de regio Noordoost Fryslân. Noordoost Fryslân kent overigens van oudsher veel ZZP-ers. Een voordeel hiervan is dat kleine bedrijven over het algemeen dynamisch en betrokken bij de regio zijn. Het is van belang deze groep zo mogelijk te monitoren en te faciliteren omdat zij belangrijk zijn voor de economie.
38
Een nieuwe trend is de ontwikkeling van ‘micromultinationals’ (kleinschalige internationale bedrijvigheid die sterk gebruik maakt van internet en nieuwe zakelijke platforms), waarop ook het SEM (zie volgende paragraaf) inzet. ZZP-ers zijn een belangrijke bron van talent voor deze bedrijven. De (landelijke) kantorenmarkt staat er slechter voor dan tot nog toe werd aangenomen, met grootschalige leegstand als belangrijkste gegeven. Hierbij komt het feit dat het aantal kantoorarbeidsplaatsen niet groeit en het aantal meters gebruik per persoon afneemt, ten gevolge van ontwikkelingen als het Nieuwe Werken. De behoefte aan bedrijventerreinen is in Noordoost Fryslân gedaald van 125 ha naar 45 ha. Er is veel leegstand op de bestaande bedrijventerreinen. Met het oog op de bevolkingstransitie is herstructurering van bestaande bedrijventerreinen van belang. In Noordoost Fryslân hebben de gemeenten en de provincie Fryslân hiervoor een convenant opgesteld. Ook lijkt herbestemming en transformatie van bestaande kantoren eerder een noodzaak dan een optie. De leegstand in de regio bestaat grotendeels uit kleinschalige kantoorlocaties. Bij het behoud van bedrijven en het aantrekken van nieuwe bedrijven zijn vooral niche markten van belang. Een kans kunnen de opkomende ‘cottage industrieën’ zijn; gespecialiseerde, kleinschalige bedrijven die vanuit woningen op vaak ambachtelijke wijze food en non food artikelen produceren. Dit type bedrijvigheid is veelal gehuisvest in karakteristiek cultureel erfgoed. Het kan daarbij om vrijkomende agrarische bebouwing gaan. De verwachte bevolkingsdaling in de regio betekent dat de potentiële beroepsbevolking zal afnemen. Het zorgt ervoor dat bedrijven moeilijker aan goed geschoold personeel kunnen komen en het kan een negatieve uitwerking hebben op het aanbod van bedrijven en het vestigingsklimaat in de regio, wat vervolgens weer de bevolkingstransitie kan versterken. Ondanks de economische stagnatie zijn potentiële vestigingsfactoren: o De koopprijzen van woningen en bedrijfsruimten zijn in de regio laag, wat gunstig is voor bedrijven en bewoners die zich in het gebied willen vestigen en die niet noodzakelijkerwijs fysiek aan de Randstad zijn gebonden. o Het gebied ontwikkelt zich op het terrein van recreatie en toerisme. o De ontwikkeling van duurzame energie. Door het landelijke karakter van de regio zijn er goede mogelijkheden voor energie, zoals energie uit wind, biomassa en aardwarmte. Toerisme Het toenemende aantal senioren (dat bovendien mobieler en kapitaalkrachtiger is dan eerdere generaties) verhoogt de vraag naar toerisme en recreatie. Deze nieuwe markt biedt kansen voor het toerisme in de regio.
39
De laatste jaren is in Nederland city- en regiomarketing een trend. Ook voor Noordoost Fryslân ligt de ambitie er om zichzelf als regio te etaleren en te promoten, zijnde een aantrekkelijke toeristische bestemming en een aantrekkelijk vestigingsgebied voor bedrijven. Het gebied heeft bijvoorbeeld als het gaat om watersport unieke mogelijkheden. Ook het landschap en de nationale parken bieden veel mogelijkheden. Sinds 2009 staat de Waddenzee op de Werelderfgoedlijst, wat op zichzelf een aanjager voor het toerisme is. Afgezien van de Waddeneilanden wordt de potentie van dit gebied als toeristische bestemming nog niet ten volle benut. Samenhang kan mogelijk gevonden o.a. met de aanwezige vaarroutes. 3.6.3
Aanpak
Met de opstelling van het SEM en vervolgens ANNO wordt een flinke impuls gegeven aan de economische en toeristische ontwikkeling van de regio. Een belangrijk punt hierbij is dat zowel ondernemers als onderwijsinstellingen hier nauw bij worden betrokken. De Ondernemers Vereniging ONOF speelt hierbij een belangrijke verbindende factor. Noordoost Fryslân is onderdeel van de ‘Energy Valley’. Zo wordt er in Noordoost Fryslân ruw biogas (afkomstig van biomassa van boerderijen, industrie en afvalverwerkers) via een generator omgezet in energie. Ook komt er een ‘groen gas hub’, waar ruw biogas wordt omgezet in groengas dat beschikbaar is voor het gasnetwerk. Wel moet gezegd worden dat de baten tot op heden niet opwegen tegen de kosten. De koppeling tussen economie en duurzaamheid kan ook gestalte krijgen in ‘ecofarming’ (zoals dat bijvoorbeeld in de Achterhoek wordt ontwikkeld). Noordoost Fryslân kent nu al relatief veel toerisme, maar dit kan versterkt worden. Toerisme biedt kansen om de regio economisch vitaal te houden en om zo de consequenties van de bevolkingstransitie op te vangen. In het visie-ambitieproject Waterrecreatie wordt een integrale regionale visie voor noordoost ontwikkeld. De doelstelling is om de ontwikkelingen en initiatieven in Noordoost Fryslân op elkaar af te stemmen. Gedacht wordt aan de ‘Noordelijke Elfstedentocht’ (een vaarroute waarbij ook Dokkum wordt aangedaan) en een vaarroute die de Friese Meren koppelt met het Lauwersmeer/De Wadden. Ook kan aan zorgtoerisme worden gedacht. De realisering van een project gericht op zorgtoerisme-arrangementen dreigt echter te sneuvelen. Om de toeristische sector in de regio extra te faciliteren zal ook aansluiting moeten worden gezocht met onderwijs, bijvoorbeeld de Stenden Hogeschool in Leeuwarden en het bijbehorende Stenden University Hotel. De opleiding en het hotel bieden een sterke basis voor kwalitatief hoogwaardig toerisme. Met de aanwezigheid van de Kenniswerkplaats in Noordoost Fryslân zijn de koppelkansen aanwezig.
40
Ten slotte zijn branding en promotie van de regio belangrijk om de economie en het toerisme te versterken. Hiervoor is het van belang om als regio een duidelijk economisch profiel voor ogen te hebben en hier vervolgens een marketingstrategie voor op te stellen. Met het project ‘Dwaande’ is hier een start mee gemaakt. V Voorbeeld : Vital Rural Area Het project Vital Rural Area is opgezet met het doel het patroon van afbrokkeling van sociaal economische structuren in de rurale gebieden van het Noordzeegebied te stoppen en een omgekeerd proces van sociaal economische vernieuwing te starten. Dit meersporenbeleid wordt uitgevoerd door drie werkpakketten die samenhangen en elkaar versterken, en daarmee richting en focus geven aan het project en haar activiteiten: 1. het stimuleren van een sterk en concurrerend innovatief midden- en kleinbedrijf, o.a. door een gunstig vestigingsklimaat en door ondernemers, kennisinstellingen en overheden met elkaar in contact te brengen en optimaal samen te laten werken; 2. het beschrijven en vermarkten van de betrokken regio’s als aantrekkelijke plaatsen om te leven, wonen, werken en te recreëren, door het ontwikkelen en toepassen van een sterk “regional brand” (be good, tell it, and sell it); 3. het uitbouwen en verbeteren van serviceverlening voor gezondheid en welbevinden. Dit pakket wordt aangeduid met de titel “Optimizing Services”.
Voorbeeld : Database project van de Gouden Driehoek De Gouden Driehoek heeft in het project “Database” onderzoek gedaan naar de verwachte vraag op de arbeidsmarkt in Noordoost Fryslân middels een breed uitgezette enquête. Uit deze enquête bleek dat de komende 5 jaar drie sectoren denken te groeien: De Groothandel, de ICT en de sector recreatie en toerisme. Een andere uitkomst was dat er een tekort wordt verwacht aan personeel in de techniek en de zorg. 3.7 INFRASTRUCTUUR EN DIGITALISERING 3.7.1
Infrastructuur
Gezien de opgaven die op de regio afkomen is het van belang dat de regio ontsloten en aangesloten blijft op de rest van Nederland. Dit geldt in de breedste zin van het woord, zowel de fysieke infrastructuur als de digitale infrastructuur. Ook de ruimtelijke ontwikkelingen moeten in het licht van de bevolkingstransitie worden geplaatst. De te verwachten ontwikkelingen vormen een bedreiging voor
41
de hoge kwaliteit van de ruimte in de regio, zoals het karakteristieke landschap en de dorpskernen. De bereikbaarheid krijgt naar verwachting een impuls met het project De Centrale As. De opkomst van digitalisering biedt kansen voor een krimpregio. Social media maar ook digitale diensten komen de connectiviteit ten goede en zijn in staat mensen sneller en beter onderling te verbinden. De fysieke bereikbaarheid van Noordoost Fryslân krijgt met verschillende projecten een impuls. Met de aanleg van De Centrale As wordt er gewerkt aan een bereikbare regio. De in voorbereiding zijnde verdubbeling van de capaciteit op de spoorlijn Leeuwarden-Groningen (4 ipv 2 treinen per uur) geeft impuls aan de bereikbaarheid in het gebied. De Hanzelijn ontsluit de regio beter met de rest van Nederland. De tevredenheid over het OV in de huidige krimpregio’s (Parkstad Limburg en Eemsdelta) is toegenomen. Dit is opvallend gezien het landelijk beeld, maar te danken aan het aanbod van kleinschalige, meer marktgerichte en flexibele vormen van OV. Gezien dit gegeven lijkt het verstandig om, naast de plannen om de capaciteit op de spoorlijnen Leeuwarden-Groningen te verhogen, de OV-voorzieningen naar de kleine kernen te verbeteren / te waarborgen ten gunste van de algehele bereikbaarheid en de ketenintegratie. ANNO geeft invulling aan deze ambitie met het project” Nieuwe OV-arrangementen” en “visie ontwikkeling gebruik spoorweg”. De verbetering van de bereikbaarheid verbindt de regio beter met de grote kernen Drachten, Leeuwarden en Groningen. De verkorting van reisafstanden stelt bijvoorbeeld leerlingen in staat om in de regio te blijven wonen, waarbij zij naar school gaan in één van de grote kernen. Hetzelfde geldt voor winkelen en cultuur. 3.7.2
Digitalisering
De digitale bereikbaarheid van de regio is, in het licht van de bevolkingsontwikkelingen, minstens zo belangrijk als de fysieke bereikbaarheid. In de regio met een afnemende bevolking en een lage bevolkingsdichtheid biedt digitalisering uitkomsten. De digitalisering op persoonlijk niveau neemt de komende jaren toe. Mensen, ook ouderen, zijn meer en beter verbonden met het internet. De digitalisering op commercieel niveau biedt mogelijkheden voor de regio: het is een belangrijke vestigingsvoorwaarde voor ‘footloose’-bedrijven. Een snel digitaal netwerk biedt ook mogelijkheden voor het voorzieningenaanbod van zorg, welzijn, onderwijs en gemeentelijke diensten. Er zijn inmiddels verschillende goede projecten op het gebied van digitalisering, zoals het eerder genoemde ‘Dorpshuis nieuwe stijl’ en ‘Klasseglas’ waarbij in Achtkarspelen basisscholen op het glasvezelkabelnet worden aangesloten.
42
Voorbeeld : Virtueel loket Twizelerheide Eind 2010 is het virtueel loket in het dorpshuis “Heidepunt” geopend. Een glasvezelverbinding met webcam verbindt de inwoners met het 15 kilometer verderop gelegen gemeentehuis. De gemeente en de politie zijn via het loket digitaal bereikbaar. Het loket heeft om voort te bestaan meer diensten nodig, het gebruik is (nog) niet voldoende. Wel is er ervaring opgedaan met het maken van een digitaal loket.
Voorbeeld : Stationsgebieden Voor de stationgebieden langs de spoorlijn Leeuwarden-Groningen zijn er plannen in Buitenpost, Hurdegaryp en Feanwâlden. In Buitenpost en Feanwâlden heeft dit betrekking op een transferiumfunctie van deze gebieden. Het gaat hierbij om de inrichting van de stationsgebieden en specifiek voor Feanwâlden om ruimtelijke ontwikkelingen m.b.t. wonen, zorg en werken. In Hurdegaryp gaat het om de inrichting van het stationsgebied en een ruimtelijke ontwikkeling m.b.t. onderwijs en werken.
Voorbeeldproject: De Omnibus in Ferwerderadiel De Omnibus is in pilot projekt dat syn oarsprong fynt op it gemeentehûs yn Ferwert. Soarchynstelling Foswert kaam mei in fraach om ferfier fan harren kliïnten foar de deibesteging en Doarpsbelang Burdaard – Jislum woe graach wer regulier iepenbier ferfier fan en nei it doarp hawwe. Op inisjatyf fan wethâlder Jaap Hijma is der in wurkgroep yn it libben roppen dy’t de (ûn)mooglikheden yn kaart brocht hat. Yn de wurkgroep sieten de gemeente, in ôffeardiging fan de provinsje, soarchynstelling Foswert, Doarpsbelang en in pear meitinkers út de gemeente. Nei oardel jier wie it dan sa fier: op 29 oktober 2012 koe deputearre Johannes Kramer de nije foarsjenning ynwijde. De Omnibus fiert moarns en middeis op basis fan in fêst skema ritten út fan it doarp Burdaard nei de bushalte op Stiennendaam. Yn de tuskenlizzende tiid riidt de bus yn opdracht fan Foswert en fersoarget it ferfier fan skoallebern út Wânswert nei de legere skoalle yn Burdaard. Alle meiwurkers yn it projekt dogge dit op frijwillige basis.
43
44
4. KRACHTENVELDANALYSE
4.1.
BESTUURSKRACHT
De provincie Fryslân heeft een nieuwe manier van samenwerking ontwikkeld in de vorm van de ‘Koöperaasje Fryslân’. Dit is niet een nieuwe bestuurlijke structuur maar een kader waar een andere manier van werken en een andere houding en gedrag bij hoort. Per regio zal gezamenlijk een agenda worden opgesteld waar de verschillende partijen zich aan committeren. Middelen worden per regio gebundeld en er wordt focus aangebracht in de uitvoering. Deze manier van werken heet de “Streekagenda”. In Noordoost Fryslân is ANNO de voorloper van dit proces. ANNO heeft de noemer Streekagenda versie 1.0 mee gekregen. Tot eind 2012 wordt nagegaan of verbreding van deze agenda meerwaarde heeft om zo uit te komen in een versie 2.0. De huidige gebiedsgerichte aanpak, vooral gericht op het faciliteren van bottom-up initiatieven van de Provincie (Plattelânsprojekten), zal in de nieuwe periode (na 2013) mogelijk opgaan in de ontwikkeling van de Streekagenda. Voor de uitvoering van ANNO is een sterke bestuurlijke organisatie ontwikkeld, bestaande uit de gemeenten, de provincie Fryslân. Er zijn drie themagroepen ingesteld: Ruimte en Infrastructuur, Sociaal en Leefbaar en Economie, Recreatie en Toerisme. Deze worden aangestuurd door de stuurgroep Netwerk Noordoost. Onder de themagroepen ressorteren drie ambtelijke werkgroepen, die zorgdragen voor de implementatie. Deze worden aangestuurd door de gemeentesecretarissen. Daarnaast zijn de volgende samenwerkingsverbanden van belang voor de toekomstige ontwikkeling van Noordoost Fryslân in het licht van de demografische transitie: Ondernemersfederatie Noordoost Fryslân (ONOF): heeft tot doel het bevorderen en ondersteunen van een dynamisch en economisch duurzaam ondernemersklimaat in Noordoost Fryslân, waarbij gestreefd wordt naar een structureel overleg en samenwerking tussen ondernemers en overheid. De ONOF participeert volop in het samenwerkingsverband Netwerk Noordoost, waarin het bedrijfsleven zich bezighoudt met de geschetste uitdagingen. Inmiddels is er een zevental ondernemers-, winkelen winkeliersverenigingen (in totaal ca. 700 bedrijven) lid van de federatie. Uit de besturen van de verenigingen is een Federatiebestuur gevormd. De Gouden Driehoek is een initiatief waarin een aantal ondernemers, onderwijs- en overheidsinstellingen samenwerken om te zorgen dat er minder jongeren uit het gebied wegtrekken en zo de potentiële beroepsbevolking binnen de regio te behouden en om een betere aansluiting te realiseren tussen vraag – en aanbod op de arbeidsmarkt. Zie ook hoofdstuk 2.3.2.
45
Het project Smart Rural Network Society (Dorpshuis Nieuwe Stijl) heeft als doel het ontwikkelen en implementeren van een innovatief totaalconcept voor gemeenschapsvoorzieningen in een dorp in Noordoost Fryslân. De provincie Fryslân is initiatiefnemer, de provincie heeft de gemeenten Dantumadiel, Dongeradeel en Kollumerland c.a. betrokken bij het project en heeft een projectgroep samengesteld waarin naast genoemde gemeenten Pasana, Thús Wonen, Stichting Welzijn Het Bolwerk en Kabel Noord zijn vertegenwoordigd. In Kollumerland c.a. werken zorgpartijen samen in een projectgroep om digitale oplossingen voor met name zorg rondom ouderen te ontwikkelen. De provincie Fryslân werkt op diverse manieren samen met andere partijen aan de toekomst van de regio Noordoost Fryslân. o De Provincie Fryslân geeft in hun ‘Uitvoeringspamflet Fan Mear nei Better’ hun taakopvatting voor bevolkingsontwikkeling weer. De provincie ziet het als taak om op het specifieke thema bevolkingsontwikkeling regie te voeren. o Stichting Doarpswurk is een organisatie die zich richt op het instandhouden en stimuleren van de sociale samenhang en de leefbaarheid van het Friese platteland. Dorpsbelangen en dorpshuizen spelen daarin de hoofdrol. Doarpswurk is een steunfunctie van de provincie Fryslân en bestaat sinds 2006. o Het beleidskader ISV3 en het hierop gebaseerde Aanvalsplan herstructurering Friese woningvoorraad bieden gemeenten, woningcorporaties, marktpartijen en (eigenaren) bewoners een subsidiemogelijkheid om te investeren in herstructurering van bestaande woningen (energiezuinig maken en opknappen) en van de woonomgeving. Dongeradeel kan hiervoor een programma indienen, de andere gemeenten in Noordoost Fryslân afzonderlijke projecten. Een overzicht van samenwerkingsinitiatieven in de regio is opgenomen in bijlage 3. Een aantal initiatieven is regio-overschrijdend. Op sommige initiatieven is al in hoofdstuk 3 ingegaan.
4.2.
EXPERIMENTEN
Al lopende experimenten binnen Noordoost Fryslân zijn: Smart Rural Network Society: het voorzieningenniveau (met name voor ouderen) in stand houden op basis van onder meer ICT toepassingen. Aanpak verpaupering door Doarpswurk: het stimuleren van de gemeentelijke handhaving rond verpauperde woningen (rotte kiezen). Beschermde dorpsgezichten Dongeradeel: het creëren van aantrekkelijke woonmilieus in oude historische dorpskernen.
46
De Tweede Kamer heeft op 24 januari 2012 enkele moties aangenomen in het kader van de voortgang van het nationale actieplan bevolkingsdaling. Zo is gevraagd om binnen de bestaande financiële kaders ook experimenteerartikelen open te stellen voor de regio’s die de komende jaren te maken krijgen met een bevolkingsdaling (de zogenaamde anticipeergebieden), waaronder Noordoost Fryslân. De Tweede Kamer wil dat het Rijk zich in deze gebieden coulanter opstelt met betrekking tot bijvoorbeeld de fusie van scholen en de vaak benarde positie van zorginstellingen en woningcorporaties. De motie is opgenomen als bijlage 5. Ook is een motie aangenomen om woningcorporaties in de krimpregio’s te ontzien. Dit biedt dus ook voor Noordoost Fryslân nieuwe mogelijkheden.
4.3.
FINANCIËLE TRENDS
De financiële positie van veel overheden is krap, zeker met het oog op de (landelijke) bezuinigingen nu en de komende jaren. Dit heeft nadelige effecten voor de ontwikkeling van projecten en initiatieven. De uitvoering van de Participatiewet, waarbij decentralisatie plaatsvindt van taken die nu nog bij het Rijk liggen, zoals de AWBZ en Jeugzorg, brengen weliswaar enige financiële compensatie met zich mee, maar betekenen ook extra bezuinigingen voor de gemeenten (tenzij deze processen optimaal georganiseerd kunnen worden). Een vergrijzende bevolking zal mogelijk de druk op Wmo-voorzieningen vergroten. Er is een tekort aan middelen bij zowel de gemeenten als de woningcorporaties. Gemeenten leggen daarom een deel van de verantwoordelijkheid voor de leefbaarheid van gebieden in handen bij de woningcorporaties. De woningcorporaties geven echter aan dat ook zij hun inkomsten zien slinken. Dit leidt tot spanningen met en bij hun klanten, de huurders. Waardedaling en eventuele leegstand van woningen zal leiden tot lagere OZB inkomsten. De sterk gedaalde behoefte aan woningbouw en ontwikkeling van bedrijventerreinen zal leiden tot minder gemeentelijke inkomsten: minder leges en (bij actief grondbeleid) minder inkomsten c.q. meer verliezen bij grondexploitatie. De gemeenten Achtkarspelen, Dantumadiel en Dongeradeel voeren een actief grondbeleid. De noodzakelijke herstructurering van delen van de woningvoorraad, bedrijventerreinen en het voorzieningenniveau brengen aanzienlijke kosten met zich mee.
47
4.4.
FINANCIËLE SITUATIE NOORDOOST Voor de uitvoering van ANNO hebben de gemeenten ruim € 30 miljoen en de provincie € 22,7 miljoen beschikbaar gesteld voor de periode tot en met 2015. Gezamenlijk zijn in het meerjarenprogramma ANNO afspraken gemaakt over de verdeling van dit budget over de projecten. Met het totale budget van gemeenten en provincie kunnen alle ambitieprojecten uit ANNO worden gefinancierd en een deel van alle prioritaire projecten. Vooral voor de prioritaire projecten ligt er nog e een belangrijke opgave bij het vinden van aanvullende externe financiering van minimaal 1/3 deel. Dit wordt gezocht bij marktpartijen danwel bij Rijk of EU. Gezamenlijk door gemeenten en provincie wordt ook de coördinerende organisatie ANNO (bestaande uit 4 kernfuncties) gefinancierd. Voor de Friese gemeenten exclusief Leeuwarden is een ISV3 - budget beschikbaar. Voor de realisering van de Centrale As komt een bedrag van circa € 300 miljoen beschikbaar. Overige financieringsmogelijkheden zijn: o Europese subsidiegelden zoals ‘Duurzame ontwikkeling van visserijgebieden'; LEADER-gelden voor aanpak plattelandsprojekten in Noordoost Fryslân, onderdeel van het Europese subsidieprogramma POP2 (31 landelijke gebieden in Nederland). De Provincie Fryslân voert een gebiedsgerichte aanpak uit om deze subsidiegelden optimaal te benutten tot en met 2013. Voor de nieuwe periode wordt gekeken om op kleine schaal één en ander. voort te zetten. o MKB-subsidies zoals Fryslân Fernijt, Interreg A, Stinaf, etc. o Overheidsprojecten zoals Waddenfonds, Interreg, Koers Noord, e.a.
48
5. BOUWSTENEN VOOR HET REALISEREN VAN DE AMBITIES
5.1.
OVERZICHT BOUWSTENEN
Uit voorgaande hoofdstukken is gebleken dat in de regio Noordoost Fryslân tal van initiatieven lopen, die – veelal in het perspectief van de demografische transitie – inzetten op de toekomstige gewenste ontwikkeling van de regio. Mede op basis van de input die tijdens de schriftelijke input van betrokken partijen en de regiotafel zijn verkregen, zijn 7 ambities benoemd die vanuit ANNO worden opgepakt en van prominent belang zijn voor het anticiperen op de demografische transitie. Het betreft: vanuit ANNO en onderschreven tijdens de regiotafel: 1. Toekomstbestendige economie Noordoost Fryslân ( visie ambitieproject H3: Versterken ondernemersnetwerk Noordoost); 2. Sluitende keten wonen, zorg en welzijn (visie ambitieproject I1. Ontwikkelen sterke zorgsector Noordoost); 3. Voorzieningen: slimme combinaties op de juiste plek (visie ambitieproject D1: regionale afstemming voorzieningen Noordoost voorzieningenspreidingsplan); 4. Benutten toeristisch potentieel: Dwaande+ in Noordoost Fryslân (visie ambitieprojecten+ prioritair project N1. Regiomarketing Noordoost verbreed). nieuw toe te voegen vanuit de regiotafel: 5. Dorpen aan zet (burgerparticipatie) 6. Naar een woningbouwprogrammering Noordoost Fryslân 7. Transitieatlas Noordoost Fryslân: voorsorteren op 2040 Als randvoorwaarde wordt de fysieke en digitale bereikbaarheid genoemd. Per bestaande ambitie is vanuit ANNO procesgeld beschikbaar om vorm en inhoud te geven aan de verschillende thema’s. Voor elk van deze onderwerpen is het van belang dat de partijen gezamenlijk hun ambitie voor de langere termijn concretiseren. Voor de bestaande 4 ambities wordt hier al hard aan gewerkt. Op regionaal niveau zijn per ambitie bestuurlijke en ambtelijke trekkers benoemd die het voortouw hebben in het proces. Zij betrekken de belanghebbende partijen bij de verschillende processen. De inhoudelijke verantwoordelijkheid voor de ambities zijn ondergebracht bij de 3 themagroepen van ANNO waarin de betreffende portefeuillehouders van de 6 gemeenten en de provincie zitting hebben. De regie voor ANNO ligt bij de Stuurgroep Netwerk Noordoost en de daaronder vallende themagroepen Ruimte & Infra, Sociaal & Leefbaar en Economie, Recreatie & Toerisme. De Raadsleden en Statenleden zijn uiteindelijk degenen die besluiten nemen over de te nemen stappen.
49
Vervolgstappen voor de drie ambities die nieuw zijn ten opzichte van de bestaande ambities: 1. De Transitieatlas is een instrument wat het ministerie van BZK samen met Netwerk Noordoost ontwikkelt. De atlas kan worden ingezet als communicatiemiddel. Het kan daarnaast dienen om een integrale afstemming en/of afweging te kunnen maken op het gebied van herstructurering en concentratie van woningbouw, voorzieningen, welzijn en zorg. Een eerste proeve van een Transitieatlas heeft plaatsgevonden tijdens de tweede regiotafelbijeenkomst op 24 september 2012 in Burdaard. 2. Burgerparticipatie wordt concreet uitgewerkt binnen twee prioritaire ANNO projecten: Place keeping Feanwâlden en Duurzaam beschermde dorpgezichten Dongeradeel. In het algemeen is burgerparticipatie benoemd als een randvoorwaarde. 3. De overige ambities, met uitzondering van wonen, zijn binnen de Agenda allemaal reeds benoemd als ambitieproject. Voor de woningbouwprogrammering wordt onderzocht welke invulling deze kan krijgen binnen de ANNO-structuur. De themagroep Ruimte en Infra is benoemd om deze vraag te behandelen. De themagroep Sociaal en Leefbaar is inhoudelijk verantwoordelijk voor het visie ambitieproject met betrekking tot de integrale aanpak demografische ontwikkelingen en de verdere borging van de benoemde ambities binnen de bestaande uitvoeringsagenda Netwerk Noordoost. In de navolgende paragraven wordt per ambitie beschreven wat op basis van de regioconsultatie als advies wordt meegegeven bij de daadwerkeljike concretisering van de verschillende ambities:
5.2.
TOEKOMSTBESTENDIGE ECONOMIE NOORDOOST FRYSLÂN
Hieronder het advies vanuit de regioconsultatie voor het bestaande visie ambitieproject van ANNO: H3: Versterken ondernemersnetwerk Noordoost vanuit ANNO. Eén van de belangrijkste toekomstige verwachte problemen in de regio Noordoost Fryslân is een arbeidsmarkt die niet meer in evenwicht is. Door vergrijzing en wegtrekkende jongeren neemt de beroepsbevolking af maar ook kwalitatief liggen er uitdagingen. De behoefte aan zorgpersoneel neemt toe en het aantal hoger opgeleiden zal verder afnemen in de regio. Ondernemers, overheid en onderwijs spelen daar op in met het samenwerkingsverband ‘De Gouden Driehoek’, dat als doel heeft zowel kwantitatief als kwalitatief te komen tot evenwicht in vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Het netwerk van de Gouden Driehoek wil elkaar overtuigen en acties ondernemen. Tot nu toe is al een aantal initiatieven ontwikkeld en zijn er belangrijke resultaten bereikt, onder andere op het terrein van de techniek en de zorg. Omdat door de vergrijzing en bevolkingsdaling een tekort aan arbeidskrachten ontstaat, is het wenselijk dat de provincie en regiogemeenten het innovatieve karakter van de Gouden Driehoek verder ondersteunen. De verschillende overheden zullen het commitment aan
50
de agenda in woord en in daad verder moeten vergroten, het samenwerkingsverband verder faciliteren en het verband een zwaardere rol geven in het omgaan met de uitdagingen waar de regio de komende jaren voor staat. De ondernemers hebben zich goed georganiseerd in Noordoost Fryslân via de ONOF. Deze ondernemersvereniging neemt haar rol serieus om zich in te zetten voor de verschillende opgaven in het gebied. Inhoudelijk kan tegelijkertijd worden gewerkt aan een zwaardere en meer sluitende agenda op de drie kernonderwerpen: 1. Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt. Het bestendigen van samenwerking met onderwijsinstellingen binnen en buiten de regio, zowel het VMBO/MBO als het HBO onderwijs (Stenden Hogeschool in Leeuwarden) en universitair onderwijs (Groningen) om vraag en aanbod kwalitatief (het afstemmen van het onderwijsaanbod op de toekomstige behoefte aan arbeidskrachten, bijvoorbeeld in de zorg, techniek en ICT) maar ook kwantitatief (minder uitval door doorlopende leerlijnen) af te stemmen. Daarbij is ook het Tweedekansonderwijs van belang, bijvoorbeeld voor de her- en bijscholling van oudere werknemers en voor herintredende werknemers die voortijdig het arbeidsproces hebben moeten verlaten. 2. Behoud van beroepsbevolking voor de regio Het in een vroegtijdig stadium combineren van werken en leren, onder meer gericht op het komen tot zelfstandig ondernemerschap: korte en langere stages, scholen die samen met leerlingen een bedrijf opzetten, eventueel een campus, enz. Ook traineeships kunnen hierbij een kansrijke mogelijkheid zijn. Het proberen hoger opgeleiden zoveel mogelijk te behouden voor de regio door onder andere aantrekkelijke huisvesting, het creëren van een aantrekkelijke arbeidsmarkt voor hun partners, het faciliteren van zelfstandig ondernemerschap en regiomarketing (zie onderdeel 3). Het mede in samenhang met de voorgaande punten faciliteren van ZZP-ers en de cottage industrie, door aantrekkelijke huisvesting en hoogwaardige ICT (aanleg van een glasvezelkabelnet). 3. Versterken economisch profiel en vestigingsklimaat Het komen tot een duidelijk sociaal-economisch profiel in de regio (bijvoorbeeld zorg en ICT, techniek) en dit door innovatieve marketing actief uitdragen. Dat kan bijvoorbeeld conform het SociaalEconomisch Masterplan (SEM) stimuleren en faciliteren van cottage industries en micromultinationals. Een duurzame herontwikkeling van bedrijventerreinen en het zoveel mogelijk benutten van duurzame energiebronnen. In het Convenant bedrijventerreinen Noordoost Fryslân is vastgelegd dat de gemeenten de (meer)opbrengsten koppelen aan de kwaliteitsverbetering van verouderde bedrijventerreinen. Door duurzame oplossingen kan het rendement op deze investeringen worden vergroot. Het benutten van de mogelijkheden in krimpregio’s om de regeldruk te verminderen.
51
Resultaat De kracht van de Gouden Driehoek is de korte lijnen in de samenwerking en de slagvaardigheid. De ONOF is een goed georganiseerde ondernemersvereniging die zich inzet in de regio. Resultaat is dus met zo weinig mogelijk bureaucratie en een minimum aan planvorming een maximaal aantal doorbraken te bereiken. Om de drie kernonderwerpen te concretiseren is een actieplanning nodig met een pakket aan initiatieven. Zowel binnen ANNO alsook binnen de Gouden Driehoek zijn hiervoor goede kapstokken aanwezig. De initiatieven dragen bij aan het creëren van een belangrijke basisvoorwaarde om te zorgen voor een toekomstige sterke regionale economie van Noordoost Fryslân. Vitale coalitie De vitale coalitie bestaat uit de belangrijkste economische spelers in de regio, de overheden en onderwijsinstellingen binnen en buiten de regio. Gemeenten en provincie kunnen eveneens een rol spelen. Bezien moet worden of de Gouden Driehoek verder kan worden gefaciliteerd, bijvoorbeeld met nieuwe partners, dan wel dat de Gouden Driehoek een kleine slagvaardige (netwerk) organisatie blijft die haar activiteiten afstemt met de andere economische spelers. In dat laatste geval zou de regie bij de regio dienen te liggen. Ideeën vanuit de regiotafel De regiotafel heeft voor het speerpunt ‘Toekomstbestendige economie’ de volgende concrete ideeën opgeleverd, die een plaats kunnen krijgen in de verdere uitwerking: Versterken en upgraden positie van de Gouden Driehoek. Gezien de grote opgaven die er liggen op het terrein van economie en (krimpende) arbeidsmarkt is versterking van dit op zich sterke platform gewenst. Het gaat daarnaast om gerichte acties op het terrein van techiek en van zorg. Versterken netwerken ZZP’ers . Benodigde partijen hiervoor zijn de gemeenten, MKB Noord, Kamer van Koophandel en onderwijsinstellingen. Ontwikkelen trainee-pool. Het gaat om een pool voor universitair afgestudeerden, die in verschillende pools rouleren. Te denken valt aan een pool voor gemeenten, een pool voor zorginstellingen en een pool voor technische bedrijven. De twee voordelen zijn: hooggeschoolde medewerkers in organisaties die deze medewerkers zelf niet kunnen bekostigen en de instroom/terugkeer van hooggeschoolde jongeren naar Fryslân. Jeugwerkeloosheidsbestrijdingsproject ‘Talent voor Talant’. Het gaat om het opnieuw uitvoeren van dit al bestaande project, dat er op is gericht om vroegtijdige schoolverlaters toch een diploma te laten behalen in de zorg. Benodigde partijen zijn UWV, gemeenten, opleidingsinstituten op MBO 2/3 niveau en zorginstellingen. Flexibilisering bestemmingsplan voor leegkomende boerderijen. Hiermee wordt het gemakkelijker een bedrijf te starten, bijvoorbeeld als het gaat om cottage industrie. Benodigde partijen zijn de gemeenten en banken (in verband met de financiering).
52
5.3.
SLUITENDE KETEN VAN WONEN, ZORG EN WELZIJN
In ANNO is een visie ambitie project over de zorg opgenomen: Ontwikkelen sterke zorgsector Noordoost. Dit ambitie project heeft in het voorjaar van 2012 groen licht gekregen om van start gegaan. De onderstaande bouwsteen wordt als advies vanuit de regioconsultatie meegegeven om vorm en inhoud te geven aan het betreffende visie ambitie project. Er lopen al diverse initiatieven, maar het is van groot belang om de initiatieven in samenhang en versneld uit te voeren. Er is daarbij behoefte aan synergie en daadkrachtige coördinatie. Gezien de toekomstige vergrijzing en het afnemende draagvlak voor reguliere voorzieningen, zal het toekomstige Noordoost Fryslân gebaat zijn bij een afgestemde sluitende keten rondom wonen, zorg en welzijn. Voor de zorg wordt onder meer een goede (digitale) bereikbaarheid belangrijk maar ook een sterk outreachende functie. Ouderen wonen namelijk gemiddeld relatief langer zelfstandig waardoor er een verschuiving zal optreden van intramurale naar extramurale zorg. Als ouderen langer zelfstandig blijven wonen is niet alleen behoefte aan (aanvullende) zorg, maar ook aan welzijn (ontmoeting, dagbesteding, enz.). Er loopt al een groot aantal initiatieven gericht op het voorzien in de toenemende zorgvraag, maar goede afspraken over een per kern op de huidige en toekomstige behoefte afgestemd sluitend aanbod zijn nog niet gemaakt. Deze bouwsteen richt zich op het komen tot een sluitende keten voor de regio door: Het in beeld brengen van de huidige en toekomstige zorgstructuur. Het maken van afspraken over samenwerking en ketenoptimalisatie. Het stimuleren van slimme voorzieningen en de digitale zorg, waarbij verschillende instellingen zoveel mogelijk gebruik maken van dezelfde digitale infrastructuur. Het komen tot een programma voor ondersteuning van vrijwilligers en mantelzorgers (zie ook bouwsteen 5). In het kader van zorg en welzijn gaat het daarbij ook om de rol die vrijwilligers kunnen spelen bij de ondersteuning van kwetsbare burgers en burgers die tot de risicogroep behoren. Door deze burgers te activeren en meer bij de samenleving te betrekken, kunnen zij op hun beurt weer naar vermogen een bijdrage als vrijwilliger aan de samenleving leveren. Te komen tot een goed afgestemd aanbod aan geschikte woningen, zorg en welzijn Op termijn te komen tot één regiofinancier voor zorg en welzijn in Noordoost Fryslân. Om te komen tot innovatieve samenwerkingsvormen en ketens in wonen, welzijn en zorg kunnen de ervaringen van Frieslab in de praktijk worden gebracht en worden aangesloten bij Frieslab II. Frieslab is een samenwerking tussen de provincie Fryslân, de Vereniging van Friese Gemeenten, zorgverzekeraar De Friesland en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om knelpunten in de zorg te analyseren en hiervoor oplossingen aan te dragen. In het eerste Frieslab stonden ketensamenwerking, kwaliteit van zorg, preventie en casemanagement centraal. Het tweede Frieslab richt zich onder meer op de relatie van zorg met aanpalende terreinen (onderwijs, wonen, sociale zekerheid), effecten van wetgeving en financieringsvraagstukken.
53
In het licht hiervan is het eveneens belangrijk aandacht te besteden aan levensloopbestendige woningen: naarmate woningen beter geschikt zijn voor senioren en mensen met een beperking, behoeft minder intra- en extramurale zorg te worden geleverd. Resultaat Uiteindelijk resultaat van deze aanpak zijn samenwerkingsafspraken tussen zorg, welzijn en gemeenten over een sluitende keten en outreachende aanpak van formele en informele zorg en welzijn in de regio. Op korte termijn is het vooral zaak de discussie te voeren en een plan van aanpak te maken over hoe dit bereikt kan worden. Vitale coalitie Deze initiatieven vragen om goede afspraken tussen zorginstellingen, eerstelijns gezondheidszorg, thuiszorg, welzijnsinstellingen, woningcorporaties en mogelijk ook anderen. De gemeenten of de regio kunnen hierbij (samen met de provincie) de regie voeren of het proces faciliteren. Ideeën vanuit de regiotafel De regiotafel heeft voor het speerpunt ‘Sluitende keten van wonen, zorg en welzijn’ de volgende concrete ideeën opgeleverd, die een plaats kunnen krijgen in de verdere uitwerking: Upgraden en uitbreiden voorbeeldproject ‘Yn é buorren’. In Garyp/Hurdegaryp is de ouderenzorg volledig in het dorp geregeld. De tweedelijnszorg wordt op afroep ingevlogen. Betrokken partijen: huisartsen, thuiszorg, welzijnsorganisaties, Dorpsbelang, vrijwilligers en matelzorgers. Invoeren combinatiefunctionaris zorg- en kinderopvang. Het idee is om medewerkers in de kinderopvang die gezien de terugloop in deze sector boventallig worden, al dan niet tijdelijk in te zetten voor de zorg. Betrokken partijen: ambulante/intramurale (thuis)zorg en Het Friesche Land
5.4.
VOORZIENINGEN: SLIMME COMBINATIES OP DE JUISTE PLEK
Door de bevolkingsafname in de regio staat het voorzieningenaanbod onder druk. De voorziene afnemende vraag kan uiteindelijk tot sluiting of clustering van bestaande voorzieningen leiden wat gevolgen heeft voor de algehele toegankelijkheid en bereikbaarheid van voorzieningen en de leefbaarheid in de regio. In het kader van ANNO is daarom in 2011 het visie ambitieproject D1: ‘Regionale afstemming voorzieningen Noordoost: voorzieningenspreidingsplan’ gestart. Centrale vraag die binnen dit project aan de orde komt is: welke voorzieningen heeft de regio in de toekomst nodig in het licht van de bevolkingsontwikkelingen en ontwikkelingen in de samenleving? Er heeft een uitgebreide inventarisatie van het huidige voorzieningenaanbod plaatsgevonden en er zijn ideeën ontwikkeld voor de toekomstige voorzieningenstructuur (Rapport ‘Regionale afstemming voorzieningen Noordoost Fryslân’). Uitwerking en uitvoering op lokaal niveau vragen nog om bestuurlijk draagvlak bij de gemeenten en
54
medewerking van de organisaties en bedrijven die verantwoordelijk zijn voor de voorzieningen en financiering. De regioconsultatie onderschrijft dit proces. Binnen dit project wordt een methode (model) ontwikkeld waarmee voor de regio Noordoost Fryslân het toekomstige niveau en spreiding van voorzieningen bepaald kan worden. Deze methode is vervolgens toepasbaar in ook andere regio’s dan wel sectoren. Onderdeel van het proces is het ontwikkelen van criteria voor de diverse voorzieningen (zoals economisch draagvlak van de voorziening (vereist aantal bezoekers/gebruikers in relatie tot o.m. de exploitatiekosten), de reikwijdte of verzorgingsgebied van de voorzieningen, reistijden in relatie tot de doelgroep c.q. gebruikers, wettelijke normen voor afstanden tot voorzieningen, afwegingen kwaliteit – kwantiteit en trends en maatschappelijke ontwikkelingen in het gebruik van voorzieningen). Het ‘theoretisch’ model (met onder meer kaartbeelden) is bedoeld om een realistische voorspelling te kunnen doen van het aantal en de spreiding van voorzieningen, in de context van een in samenstelling veranderende en afnemende bevolking. Het model (incl. kaartbeelden) is een middel om de consequenties van deze demografische transitie voor de voorzieningen in beeld te brengen met het oog op het creëren van draagvlak binnen de regio, de gemeenten en de dorpen (bewoners). Doel is uiteindelijk te komen tot een realistisch en evenwichtig aanbod aan commerciële en nietcommerciële voorzieningen in de toekomst, mede gebaseerd op de mogelijkheden van gezamenlijke (multifunctionele) huisvesting, de mogelijkheden van digitalisering en de inzet van vrijwilligers om voorzieningen in stand te houden. Er is onder meer goede afstemming met het onderwijsbeleid nodig en ook met de gewenste structuur aan zorgvoorzieningen (zie bouwsteen 2). Naast de niet-commerciële voorzieningen, waarop de aanpak zich tot nu toe vooral richt, is ook aandacht nodig voor de toekomstige spreiding van commerciële voorzieningen (zoals detailhandel). Uiteraard is de sturing van de overheid op commerciële voorzieningen beperkt. Door alle voorzieningen in onderlinge samenhang te bezien, ontstaan ook opties voor multifunctionele huisvesting. Het hoeft daarbij niet noodzakelijkerwijs om nieuwbouw te gaan, het kan ook om de verbouw van vrijkomende panden (zoals voormalige scholen) gaan. Dit vraagt niet alleen om visie en inzet van de gemeenten, maar om de bereidheid van particuliere eigenaren en investeerders om samen te werken en uit te gaan van meer dan alleen de eigen belangen. Cruciaal voor het proces van afstemming van voorzieningen zijn de volgende randvoorwaarden: Het creëren van bestuurlijk draagvlak in de gemeenten voor een spreidingsplan voorzieningen en hier besluiten over te nemen. Het van meet af aan betrekken van ondernemers en andere belanghebbenden bij de planvorming.
55
Het waar mogelijk benutten van de mogelijkheden van digitalisering (dorpshuis nieuwe stijl) als compensatie voor wegvallende fysieke voorzieningen. Het benutten van de kracht van de samenleving door de inzet van vrijwilligers als voorzieningen alleen nog met de inzet van vrijwilligers in stand kunnen worden gehouden. Het zorgdragen voor de fysieke bereikbaarheid van voorzieningen, met name als in de kleinere dorpen de voorzieningen wegvallen (bijvoorbeeld leerlingenvervoer, vervoer van senioren en mensen met een beperking). Aandacht voor de specifieke karakters van elk dorp. Resultaat Resultaat is een regionaal afgestemd en vastgelegd spreidingsplan voor het voorzieningenniveau in Noordoost Fryslân om te komen tot een realistisch en evenwichtig aanbod aan commerciële en nietcommerciële voorzieningen in de toekomst. Het regionaal spreidingsplan voorzieningen is een belangrijk onderdeel van een te ontwikkelen breder ruimtelijk afwegingskader en integrale methodiek om alle processen van de verschillende bouwstenen af te stemmen. Vitale coalitie Om het doel te bereiken is een vitale coalitie nodig van gemeenten, commerciële en niet-commerciële ondernemers en dienstverleners, woningcorporaties en andere investeerders, alsook vrijwilligersorganisaties. Ideeën vanuit de regiotafel De regiotafel heeft voor het speerpunt ‘Voorzieningen slimme combinaties op de juiste plek’ de volgende concrete ideeën opgeleverd, die een plaats kunnen krijgen in de verdere uitwerking: Schaalvergroting en samenwerking basisonderwijs: brede scholen of fusies. Besturen van de basisscholen zouden samen met de gemeenten, ouders en verenigingen plaatselijk belang moeten bezien hoe het scholenaanbod optimaal gespreid/geconcentreerd dient te worden. Het gaat daarbij ook om samenwerking tussen de denominaties. Bij de brede scholen dienen ook andere voorzieningen dan alleen onderwijs te worden betrokken. Wizer: vergroten aanbod voor begaafde 3-4 jarigen . Het gaat om het bieden van een ‘plusaanbod’ in de vorm van spel, kleutergym, muziek, verhalen vertellen, cultuur, interesse in cijfers/letters. Benodigde partijen hiervoor zijn basisscholen in verstedelijkte gebieden (zoals Dokkum), een Leonardo school, enz. Samenwerking bibliotheken en scholen voor voortgezet onderwijs. Het gaat om een concreet project voor het uitvoeringsprogramma, waarvoor samenwerking nodig is tussen de Gouden Driehoek, het Regionaal Platform Onderwijs en de bibliotheken in de regio. Pilot huisartsen spreidingsplan. Hiervoor is inmiddels een netwerk opgezet vanuit de Huisartsenkring Friesland. Benodigde partijen zijn de huisartsen, gemeenten, de provincie en het ministerie van BZK.
56
5.5.
BENUTTEN TOERISTISCH POTENTIEEL: DWAANDE+ IN NOORDOOST FRYSLÂN
Met de campagne en website ‘Dwaande’ timmert de regio hard aan de weg het (toeristisch) imago van de regio te verbeteren, maar ook het vestigingsklimaat. Er gebeurt al veel. In ANNO is het prioritaireproject N1: ‘Regiomarketing Noordoost’ verbreed in 2012 tot uitvoering gebracht. Daarnaast wordt in ANNOverband nagegaan wat de mogelijkheden zijn de verbindingen voor de watersport tussen Noordoost Fryslân, het Friese merengebied en het Lauwersmeer te versterken. Samenwerking met West Fryslân ligt hierbij dus voor de hand. Naast watersport is het ook van belang de verbinding met het landelijk gebied (met o.a. de Noardlike Fryske Wâlden) te versterken. Tot slot biedt het zorgtoerisme – mede in het licht van de vergrijzing en gebruikmakend van de al aanwezige hoofdpijnkliniek – perspectief voor de regio. In ANNO wordt de visie op het toerisme ontwikkeld, de volgende stap is om te komen tot een een concreet en samenhangend uitvoeringsplan, waarbij ook Dwaande wordt uitgebreid met een klankbordgroep van regio en bedrijven. Elementen in het uitvoeringsplan kunnen zijn: Het uitwerken van de visie in een samenhangend pakket aan maatregelen. Het is daarbij van belang dat zoveel mogelijk wordt gestreefd naar een totaal toeristisch pakket (cultuur en natuur, watersport, zorg en wellness, culinair). Een onderlinge afstemming tussen de regio’s Noordwest en Noordoost Fryslân en mogelijk het gezamenlijk optrekken van beide regio’s kunnen daarbij gewenst zijn. Het in samenhang hiermee bevorderen van de samenwerking tussen alle betrokken partijen Het afstemmen van opleidingen aan het VMBO/MBO en HBO onderwijs (hotelschool Stenden Hogeschool) op de toeristisch recreatieve ontwikkeling van de regio. Een goede communicatiestrategie om Noordoost Fryslân ook in de rest van Nederland bekendheid te geven als toeristisch aantrekkelijk gebied en hierbij gebruik te maken van de de mogelijkheden vanuit Fryslân Marketing. Onderzoeken van mogelijkheden voor fondsen om investeringen in toerisme en recreatie mogelijk te maken. Resultaat Resultaat is een samenhangend en regionaal afgestemd uitvoeringsplan op het gebied van toerisme, samenwerking met en aansluiting bij de rest van de provincie Fryslân en een ingerichte klankbordgroep van regio en bedrijven. Vitale coalitie Een vitale coalitie is hiervoor nodig van de horeca-ondernemers en gerelateerde MKB bedrijven, provincie, gemeenten, toeristische en aanverwante brancheorganisaties en onderwijsinstellingen.
Ideeën vanuit de regiotafel
57
De regiotafel heeft voor het speerpunt ‘Benutten toeristisch potentieel’ de volgende concrete ideeën opgeleverd, die een plaats kunnen krijgen in de verdere uitwerking: Denktank bedrijfsleven voor ambtelijke regiocampagne ‘Dwaande’. Bedrijfsleven en overheid kunnen meer samenwerken om het toerisme in de regio te bevorderen. Benodigde partijen hiervoor zijn: gemeenten, bedrijfsleven en Recron. Versterken watertoerisme .Partijen die hiervoor benodigd zijn: provincie, gemeenten, Wetterskip, Recron en ANWB.
5.6.
DORPEN AAN ZET
Kernkwaliteiten van de regio Noordoost Fryslân zijn de krachtige dorpsgemeenschappen die de regio rijk is. Door deze gemeenschappen zelf aan zet te laten of te brengen kan de regionale identiteit en het gemeenschapsgevoel verder versterkt worden. Het geeft tegelijkertijd invulling aan de kansen die onder andere de vergrijzing biedt voor de regio: ouderen blijven langer vitaal en kunnen zich blijven inzetten als vrijwilliger in en voor de lokale gemeenschap. Over dit onderwerp is in ANNO geen visie ambitie project benoemd. De ambitie is benoemd als randvoorwaarde van de gehele agenda. Vanuit de demografische ontwikkelingen is het van belang het dorp aan zet te laten zijn. Daarbij kan gedacht worden aan: Het beschikbaar stellen van (nu gemeentelijke) budgetten aan burgers waarmee ze naar eigen inzicht invulling kunnen geven aan bijvoorbeeld het opknappen van cultureel erfgoed in het dorp (de ‘Rotte Kiezen’). Het stimuleren van de burgerparticipatie in zijn algemeenheid door de ondersteuning van dorps- en wijkraden (bijvoorbeeld door middel van de dorpsontwikkelmaatschappij (de DOM) in het experiment beschermde dorpsgezichten Dongeradeel). Daarmee kunnen verantwoordelijkheden in de dorpen zelf worden gelegd. Burgerschap kan gestimuleerd worden door het financieel ondersteunen van burgerinitiatieven dan wel budgetten voor de dorpen (‘Doch wat foar dyn doarp en mei dyn doarp’). In ruil voor het beschikbaar stellen van budgetten om buurtverenigingen te versterken, kan bijvoorbeeld een buurtcoöperatie of buurtbedrijf worden opgericht, waarin de buurt of het dorp zelf verantwoordelijk wordt voor o.a. de openbare ruimte (groenbeheer, zwerfafval). Hierbij kan gekeken worden naar het initiatief van LSA (Landelijk Samenwerkingsverband Aandachtswijken) om bewoners te ondersteunen die hun wijk leuker en leefbaarder willen maken. Iets dergelijks kan mogelijk ook in plattelandskernen worden ontwikkeld. Om bewonersgemeenschappen zo slim mogelijk te activeren is het vooral ook van belang hen de ruimte te geven invulling te geven aan hoe zij de budgetten besteden, uiteraard binnen enkele kaders. Bijkomend positief effect is dat vrijwilligerswerk de binding met de regio kan vergroten. Het benutten van social media kan een belangrijke impuls zijn om bewoners te activeren.
58
Daarnaast is er een aantal kansen om bijstandsgerechtigden en jongeren meer te betrekken bij de gemeenschap: Om jongeren een rol te geven en op termijn meer te binden aan de regio kan gebruik gemaakt worden van de sinds 2011/2012 voor middelbare scholieren verplichte maatschappelijke stages, waarbij zij een bijdrage leveren aan het vrijwilligerswerk in de regio. De per 1 januari 2012 vernieuwde Wet Werk en Bijstand biedt mogelijkheden om mensen in de bijstand niet-vrijblijvend vrijwilligerswerk te laten verrichten (tegenprestatie voor een uitkering). In § 5.3 is al ingegaan op de rol die vrijwilligers kunnen spelen als het gaat om de ondersteuning van kwetsbare burgers en burgers die tot de risicogroep behoren. Door deze burgers te activeren en meer bij de samenleving te betrekken, kunnen zij op hun beurt weer naar vermogen, als vrijwilliger, een bijdrage aan de samenleving leveren. Bij de verdere uitwerking kan worden aangesloten bij het door het Ministerie van BZK gesubsidieerde project ‘Burgerschap in krimpregio’s’. Doel van dit project is de burgers bewust te maken van de gevolgen van de demografische veranderingen voor hun leefomgeving en hen uit te dagen actief te participeren in het vormen van een visie op de toekomst van hun dorp of stad binnen de regio. Doarpswurk is één van vier provinciale verenigingen die participeert in dit project. Daarnaast kan het Ministerie van BZK het ondernemend gedrag van bewoners ondersteunen door advies te geven bij het opzetten van wijk- en dorpsondernemingen. Dit gebeurt vanuit het programma ‘Economisch Denken’. Van belang bij deze bouwsteen is om aan te geven hoe de overheid goed kan inspelen op initiatieven van de burger. Hierbij kan het recente advies van Pieter Winsemius (‘Vertrouwen in de burger’) als inspiratiebron worden genomen. Resultaat Resultaat van de aanpak is een Noordoost Fryslân waarin de kracht en energie van dorpse gemeenschappen zo optimaal mogelijk wordt benut en de dorpen aan zet komen. Vitale coalitie Om dit te bereiken is een vitale coalitie nodig die bestaat uit de vrijwilligersorganisaties, dorpsraden, gemeenten, ondersteunende welzijnsorganisaties, onderwijsinstellingen en werkgevers die vanuit hun visie op de ‘civil society’ het vrijwilligerswerk en de gemeenschap willen ondersteunen.
Ideeën vanuit de regiotafel De regiotafel heeft voor het speerpunt ‘Dorpen aan zet’ de volgende concrete ideeën opgeleverd, die een plaats kunnen krijgen in de verdere uitwerking:
59
Prijsvraag voor het beste idee uit een dorp. Doel is het stimuleren van de dorpsbewoners om met hun dorp aan de slag te gaan. Het beste idee krijgt een prijs van bijvoorbeeld € 100.000 voor de uitvoering er van. Betrokken partijen: dorpsorganisaties en gemeenten. Cursus voor bestuurders gericht op het toekomstbestendig en vitaal houden van de dorpen. Bestuurders leren hiermee zich meer vraaggestuurd op te stellen.
5.7.
NAAR EEN WONINGBOUWPROGRAMMERING NOORDOOST FRYSLÂN
De prognoses voor de middellange en lange termijn laten een sterkere toename van de woningvoorraad zien dan de groei van de huishoudensontwikkeling. Daarnaast ligt er op het gebied van de woningmarkt een tweetal kwalitatieve vragen. Hoewel het aantal te bouwen woningen belangrijk is, gaat het vooral ook om in kwalitatief opzicht een op de vraag afgestemd woningaanbod. Een belangrijk gegeven hierbij is de vergrijzing, wat vraagt om levensloopgeschikte nieuwbouw en voor sommige doelgroepen (bijvoorbeeld dementerende senioren) kleinschalige complexen beschermd wonen. Daarnaast dient het (collectief) particulier opdrachtgeverschap te worden gestimuleerd, zo mogelijk in combinatie met zelfwerkzaamheid van de toekomstige bewoners. Dat leidt tot een besparing op de woonlasten, leidt tot meer variatie in het woningaanbod en stimuleert de sociale cohesie. De Provincie Fryslân is voornemens om het ISV 3 budget in te zetten voor regionale herstructureringsplannen en is hiervoor in gesprek met de betrokken partijen in de regio. In ANNO is geen visie ambitie traject opgenomen voor deze opgave. Vanuit de regioconsultatie komt naar voren dat het goed zou zijn om hiermee aan de slag te gaan. De aanpak heeft tot doel het woonbeleid regionaal af te stemmen op het gebied van nieuwbouw, bestaande woningvoorraad en wonen en zorg. Elk van de drie onderwerpen wordt hieronder separaat behandeld. Regionale afstemming nieuwbouw Zonder regionale afstemming van de (groei van de) woningvoorraad dreigt een overaanbod aan woningen en verdere verstoring van de woningmarkt. Enerzijds ligt het gevaar van overproductie op de loer, waardoor in de minder courante delen van de (sociale en particuliere) voorraad leegstand dreigt met alle maatschappelijke gevolgen van dien. Anderzijds is het denkbaar dat juist te weinig woningen worden gebouwd omdat gemeenten elkaar in de greep gaan houden, wat voor ontwikkelaars tot onzekerheid leidt. Dit heeft als gevolg dat zij vaak afzien van projecten, waardoor nog minder woningen worden gebouwd dan waar behoefte aan is. De provincie heeft daarom afspraken gemaakt over de omvang van de nieuwbouw (woonakkoorden). Monitoring en waar nodig bijsturing zijn hierbij uiteraard van belang. Het is daarom gewenst om het overaanbod aan plancapaciteit voor woningbouw neerwaarts bij te stellen, dan wel te faseren in de tijd. Dit om te voorkomen dat overheidsinvesteringen in nieuwe en bestaande
60
bestemmingsplannen onrendabel zullen blijken, dat de noodzakelijke vernieuwing van de bestaande woningvoorraad stagneert, dat leegstand gaat ontstaan in deze voorraad en dat stads- en dorpsuitbreidingen die reeds in ontwikkeling zijn tot in lengte van jaren onafgemaakt blijven. In geval van planschade biedt het Rijk gemeenten ondersteuning bij het verminderen van de kosten door inzet van de Juridische Expertpool Planschade. Bestaande woningvoorraad Een tweede belangrijk element in de aanpak is de toekomst van de bestaande woningvoorraad. Zowel voor de sociale huursector als de particuliere sector gaat het om vier (met elkaar samenhangende) aspecten: i. Het bouw- en woontechnisch op peil houden van de bestaande woningvoorraad om verpaupering tegen te gaan. Dat vraagt om een structurele aanpak. Het Rotte Kiezenproject (dat zich richt op de aanpak van individuele woningen) kan gezien worden als voorloper in de experimenteerfase. ii. Het waar mogelijk komen tot een meer duurzaam woningaanbod, waarbij het gaat om energiebesparing (en dus comfortverbetering), de toepassing van duurzame energie, duurzame materialen/constructies en flexibiliteit. iii. Het gezien de vergrijzing levensloopgeschikt maken van de bestaande voorraad in zowel de sociale huursector (opplussen) als de particuliere sector (door goede informatie aan en ondersteuning van de eigenaar bewoner). iv. Het met name in de sociale huursector herstructureren van delen van het woningbezit. Thús Wonen is al bezig met het ontwikkelen van een visie, hier kan uiteraard op worden voortgebouwd. Hierbij is ook de vraag aan de orde of een uitwisseling tussen beide sectoren denkbaar is, waarbij (bijvoorbeeld oudere) bewoners van particuliere woningen een goede af te stoten sociale huurwoning krijgen in ruil voor een slechte particuliere woning die vervolgens door de corporatie wordt opgeknapt. Wonen en zorg Dit onderdeel wordt beschreven in paragraaf 5.3: sluitende keten wonen, zorg en welzijn Om tot een goede woningbouwprogrammering te komen wordt voorgesteld de volgende stappen te doorlopen: i. Het in beeld brengen van de huidige en toekomstige kwantitatieve en vooral kwalitatieve behoefte. Dat hoeft niet in de vorm van een uitgebreid woningmarktonderzoek, maar kan plaatsvinden op basis van bestaande gegevens en gesprekken met corporaties, zorginstellingen, makelaars en doelgroepenorganisaties. Uiteraard is de huidige woningmarktcrisis en de wijze waarop de Rijksoverheid hierop gaat reageren een belangrijke onzekere factor. ii. Het formuleren van expliciete, geobjectiveerde criteria om tot een verdeling van het woningbouwprogramma te komen. Daarbij is ook afstemming met het spreidingsplan voorzieningen (zie 5.4 voorzieningen, slimme combinaties op de juiste plek) aan de orde. Eén en ander leidt tot een aanscherping van de woningbouwprogrammering (nieuwbouw en herstructurering) in
61
samenspraak tussen de provincie, de gemeenten, de woningcorporaties en belangrijkste ontwikkelaars in de regio’s. iii. Het onderzoeken van de consequenties hiervan, inclusief de effecten voor de gemeenten en woningcorporaties die grondposities hebben (scenario’s). iv. Het doorrekenen van de scenario’s met behulp van een MKBA (maatschappelijke kosten-baten analyse). Een MKBA geeft aan wat de herstructureringsopgave is voor de regio, welke partijen daarbij aan zet zijn en wat de financiële consequenties daarvoor zijn. v. Het in beeld brengen van de mogelijke inzet van middelen, bijvoorbeeld van gemeenten, corporaties, ontwikkelaars, maar ook ISV3, revolving fund en Europese middelen als Jessica. Ook zijn communicatie en participatie belangrijke instrumenten om particuliere eigenaren bij de aanpak van hun woningen te stimuleren. De provincie wil ISV3 (Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing 2010-2014) als aanjaaggeld en katalysator inzetten voor zowel de aanpak van de sociale als particuliere woningvoorraad. Jessica (Joint European Support for Sustainable Investment in City Areas) is zoals de naam aangeeft bedoeld voor stedelijke herstructurering, maar het is niet uitgesloten de middelen ook voor dorpsvernieuwing in te zetten. Met een revolving fund kunnen eigenaren laagrentende leningen ontvangen voor de aanpak van de woning; mogelijk kunnen vanuit SVn (Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten) hiervoor middelen worden ingezet. vi. Het maken van onderbouwde keuzes en niet-vrijblijvende afspraken in regionaal verband inclusief een uitvoeringsprogramma. Deze worden bestuurlijk vastgelegd. Resultaat Resultaat is een afsprakendocument (cq. intentie-overeenkomst) voor de woningmarkt met onderbouwde keuzes en afspraken waar de partijen in de vitale coalitie zich niet-vrijblijvend aan hebben verbonden. keuzes Vitale coalitie Hiertoe moet een vitale coalitie worden gevormd, bestaande uit de provincie, de zes gemeenten in de regio, woningcorporaties Thús Wonen en andere woningcorporaties, ontwikkelaars. bouwbedrijven, banken, enz. Voor de keten wonen, zorg en welzijn zijn ook de zorg- en welzijnsinstellingen, de thuiszorg, de eerstelijns gezondheidszorg en het zorgkantoor belangrijke partners. Een goede samenwerking van de partijen is gewenst, waarbij ze voldoende kennis van elkaars activiteiten en visie hebben. Uiteraard zullen hun belangen en mogelijke rol goed in beeld moeten zijn.
5.8.
TRANSITIEATLAS NOORDOOST FRYSLÂN: VOORSORTEREN OP 2040
De gevolgen van de demografische ontwikkelingen laten zich vertalen in ruimtelijke consequenties. Een dalende en veranderende huishoudensontwikkeling zal (op den duur) leiden tot een overschot aan woningen en tot een ander type woningen. Een (sterk) dalend aantal leerlingen zal leiden tot een overschot aan scholen. Minder inwoners geeft minder draagvlak voor voorzieningen (zwembaden, bibliotheken, etc) en zal leiden tot overschot aan winkelruimte. Een sterk stijgend aandeel ouderen laat
62
de vraag naar zorg(voorzieningen) sterk toenemen hetgeen in combinatie met een dalende beroepsbevolking tot andere vormen van samenwerken en organiseren zal moeten leiden. Vragen over oplossingen liggen in de sfeer van slopen, samenvoegen, concentreren, deconcentreren, slim combineren of herbestemmen van de bestaande voorraad. Daarbij zullen criteria als o.a. bereikbaarheid, toegankelijkheid, kwaliteit, duurzaamheid en innovatief karakter leidend moeten zijn bij te maken keuzes. Er is bij dit transitieproces een aantal zaken van belang: Op welke wijze worden de burgers, gemeenteraden en raden van toezicht bij dit proces betrokken? Op welke wijze kunnen de voordelen van bovenlokale oplossingen worden benadrukt ten opzichte van eigen (veelal duurdere) lokale oplossingen? Op welke wijze kunnen gemaakte keuzen worden verwerkt in gedragen regionale strategieën en beleidsopties? Op welke wijze kan het uiteindelijke besluitvormingsproces en optimalisatie over beleidsopties worden ondersteund door een MKBA? Op welke wijze vindt een integrale afweging plaats tussen de verschillende sectorale sporen?? Er zal op bovenlokaal niveau nagedacht moeten worden hoe en op welke wijze deze transitie moet gaan plaatsvinden. Vanzelfsprekend zullen de verschillen in uitgangspositie tussen gemeenten en thema’s in acht worden genomen. Juist deze verschillende ambities vragen om een goede onderlinge afstemming. Zo kunnen keuzes ten aanzien van de voorzieningenstructuur medebepalend zijn voor het woningbouwprogramma en omgekeerd. Ook de andere ambities beïnvloeden elkaar, het is een intersectorale benadering: voorzieningen
onderwijs
woningbouw
wonen,
economie
zorg, welzijn
toerisme
De beschreven bouwstenen richten zich in veel gevallen op een regionale afstemming over de opgaven en het maken van afspraken over de aanpak daarvan binnen een bepaald beleidsterrein. Grote winst zit
63
in veel gevallen in het op één lijn krijgen van de verschillende partijen in de regio (of het bestendigen hiervan). Uiteindelijk moeten afwegingen en keuzes worden gemaakt, waarbij ook wordt gekeken naar de samenhang met andere beleidsterreinen (en actoren). Om het proces te versterken, versnellen en systematiseren is het gewenst een (ruimtelijk) kader te ontwikkelen met behulp waarvan een geobjectiveerde afweging gemaakt kan worden voor de herstructurering en concentratie van woningbouw, voorzieningen, welzijn en zorg, enz. Bij de ontwikkeling van de Transitieatlas is een goede afstemming nodig met de bouwsteen ‘Voorzieningen: slimme combinaties op de juiste plek’. De Transitieatlas richt zich vooral op het ontwikkelen van een door de partijen gedeeld afwegingskader dat richtlijnen biedt voor een bestuurlijke programmering. Het voorzieningenonderzoek is, volgens verwachte planning in september 2013 afgerond en is een meer gedetailleerd onderzoek. Resultaat: Transitieatlas Noordoost Fryslân; voorsorteren op 2040 Resultaat zijn kaartbeelden (methodiek) waar de in de vorenstaande gestelde opgaven systematisch tot een integratie, afwegingskader en programmering kunnen worden gebracht. Het is een ruimtelijke presentatie waarin de ruimtelijke regionale samenhang tussen de verschillende afwegingen helder wordt. Het kan ook worden ingezet als communicatieinstrument. De Transitieatlas is een dynamisch instrument en nadrukkelijk niet een blauwdruk voor de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van de regio. Vitale coalitie Om te komen tot een Transitieatlas zal per beleidsterrein de coördinerende partij input moeten leveren. Voor te stellen is dat een coalitie van de lokale of regionale overheden het totstandkomen hiervan coördineert en de communicatie verzorgt. Partijen vanuit de verschillende beleidsterreinen zullen gezamenlijk de criteria zoals genoemd in 2 (t/m 4) moeten formuleren. Door zich vervolgens te committeren aan deze criteria kunnen objectieve keuzes bij alle betrokkenen worden gestimuleerd en kan daarmee eventuele weerstanden, als het gaat om het sluiten van voorzieningen, verminderen. 5.9.
RANDVOORWAARDEN VOOR DE BOUWSTENEN: BEREIKBAARHEID EN ICT
Voor een aantal bouwstenen, met name economie, wonen-zorg-welzijn, voorzieningen en toerisme zijn een goede bereikbaarheid essentiële randvoorwaarden. Het gaat hierbij om digitalisering van voorzieningen en loketfuncties en om openbaar vervoerarrangementen. In het rapport is al op verschillende plekken ingegaan op het eerste aspect (zoals het dorpshuis nieuwe stijl en de aanleg van glasvezelkabel). Als het gaat om het stimuleren van het openbaar vervoer kunnen de volgende twee projecten van ANNO worden genoemd: Project A3. Visieontwikkeling gebruik spoorweg (inclusief stationslocaties) De regio streeft een beter en intensiever gebruik van de spoorlijn na: verdubbeling spoor,vertramming. Maar hoe gaat de regio om met de verschillende stationslocaties?
64
Projectbeschrijving: Het project Visieontwikkeling gebruik spoorweg heeft tot doel om te komen tot een gezamenlijke visie over hoe dit spoor voor de regio optimaal gebruikt kan worden. Keuzes moeten gemaakt worden in het karakter van de stopplaatsen (Zuidhorn, Buitenpost, Feanwâlden, Hurdegaryp) van de sneltreinen. Worden dat allemaal stopplaatsen van sneltreinen? Bij teveel stopplaatsen is het effect van de sneltrein weg, terwijl de sneltreinen zeer belangrijk zijn voor de forensen(dorpen). De regio heeft de keuze gemaakt voor Buitenpost en Feanwâlden als halteplaats voor resp. de eerste en tweede sneltrein Groningen – Leeuwarden. Project A8. Nieuwe OV-arrangementen Noordoost Het project doet onderzoek naar nieuwe vervoersconcepten die een bijdrage leveren aan het bereikbaar blijven van voorzieningen en werklocaties in de regio Noordoost Fryslân. Projectbeschrijving: In het kader van het project “Nieuwe OV-arrangementen Noordoost” wordt gezocht naar alternatieve vervoerswijzen in de regio die gericht zijn op de verbetering van de fysieke bereikbaarheid en ontsluiting van Noordoost Fryslân. Hierbij is niet de techniek het belangrijkste maar het systeem. Eén van de mogelijkheden die onderzocht wordt, is het koppelen van openbaar vervoer met het WMO-vervoer.
65
66
BIJLAGE 1: MECHANISMEN EN LEEFBAARHEIDSEFFECTEN BIJ BEVOLKINGSKRIMP
Aangrijpingspunten om leefbaarheidsproblemen te voorkomen of tegen te gaan, kunnen worden gevonden bij de dempende omstandigheden (schuingedrukt in de figuur) en bij de rood gekleurde elementen in de twee bovenste zelfversterkende mechanismen: de beperkte kwaliteit van de woonomgeving en woningvoorraad en de beperkte opleidingsmogelijkheden, werkgelegenheid en carrièrekansen. Daarmee is overigens niet gezegd dat er in alle gevallen effectieve maatregelen zijn te verzinnen om hierop aan te grijpen. Bron: Atlas voor Gemeenten en Rigo, ‘Leefbaarheid in krimpgebieden, een verkenning van de relatie tussen bevolkingskrimp en leefbaarheid’, augustus 2011
67
68
BIJLAGE 2: REGIONALE IDENTITEIT A.
Gegevens ministerie BZK
Onderstaande gegevens zijn afkomstig van het ministerie van BZK (WWI) en gebaseerd op verschillende bronnen. Zo zijn de bevolkings- en woningvoorraadprognoses afkomstig uit PRIMOS 2011, waarbij de bevolkingsontwikkeling afwijkt van de regionale CBS 2011-prognose (=Pearl 2011). De overige gegevens zijn afkomstig van het CBS, LISA en de Kamer van Koophandel. Specifieke gegevens van de provincies/regio’s kunnen hiervan afwijken, maar voor de onderlinge vergelijkbaarheid is gekozen voor de bovengenoemde bronnen. 1. Bevolking
69
2. Wonen
70
3. Voorzieningen
Aantal voorzieningen naar type (regio Noordoost-Fryslân): Voorziening Supermarkten Ziekenhuis Zwembad Verpleeghuis Verzorgingstehuis Sporthal Huisarts Kinderdagverblijf Buitenschoolse opvang Apotheek Basisschool Havo/VWO VMBO HBO
Aantal 215 1 7 4 7 18 54 14 12 11 102 5 9 0
71
4. Onderwijs
5. Economie
72
Noord-Fryslân Nederland
Percentage huishoudens 1) met een uitkering 2), 2008 20,0% 19,5%
1) Huishoudens met tenminste één persoon die tot de potentiële beroepsbevolking behoort. Personen die tot de potentiële beroepsbevolking behoren zijn alle personen tussen 15 en 65 jaar oud. 2) Hierbij gaat het om huishoudens die aanspraak maken op één of meerdere van de onderstaande uitkeringen: - Arbeidsongeschiktheidsuitkering (WAO en Wajong) - Bijstandsuitkering (WWB) - WW-uitkering - (Anw) Bron: CBS, 2008
73
Bron: LISA, 2010
74
Bron: Kamer van Koophandel
75
Bron: Locatus
6. Leefbaarheid
76
B.
Gegevens provincie Fryslân
De provincie Fryslân heeft een aantal demografische gegevens aangeleverd die enigszins afwijken van de informatie van het ministerie van BZK:
Index: 2005=100
Ontwikkeling inwonertal 125 120 115 110 105 100 95 90 85 80 75
Noordoost Fryslân Nederland
2005 2010 2015 2020 2025 2030 2035 2040 Bronnen: Prognose Fryslân 2009 (Noordoost en Fryslân), CBS 2009 (Nederland )
Het inwonertal van de regio Noordoost Fryslân zakt volgens de provinciale Prognose Fryslân 2009 naar ruim 123.000 inwoners in 2020 en ruim 108.000 inwoners in 2040. Deze daling is met name in de periode 2020-2040 sterker dan volgens de Primos 2011-prognose van BZK (118.000 inwoners in 2040). Binnenkort verschijnt er een actuele provinciale Prognose Fryslân 2012. In een eerste concept-versie ligt het inwonertal hierin voor 2040 in de regio Noordoost op circa 110.000 inwoners in 2040.
Procentuele ontwikkeling leeftijdsklassen Noordoost-Friesland 80% 60% 40% 2010-2020
20%
2020-2040
0% -20%
0-4 jaar 5-14 jaar
15-19 jaar
20-24 jaar
25-64 jaar
65-74 75+ jaar jaar
-40%
77
De provinciale prognose leidt – als logisch gevolg – ook tot een wat sterkere ontgroening en vergrijzing dan de Primos prognose van BZK.
Ontwikkeling huishoudens 125 120 Index: 2005=100
115 110 105 100
Noordoost
95
Fryslân
90
Nederland
85 80 75 2005 2010 2015 2020 2025 2030 2035 2040
Bronnen: Prognose Fryslân 2009 (Noordoost en Fryslân), CBS 2009 (Nederland )
Evenals in de Primos prognose van het ministerie van BZK is in 2025 het maximaal aantal huishoudens bereikt. Het aantal ligt in de provinciale prognose met 52.600 iets lager dan in de Primos prognose. De daling van het aantal huishoudens in de periode daarna (tot 2040) is echter veel sterker. In 2040 gaat het om 48.350 huishoudens tegen een kleine 52.000 huishoudens in de Primos prognose. Deze uiteenlopende verwachting blijft ook in de concept-versie van de provinciale Prognose 2012 bestaan. Bronnen: 2005-2010 CBS, 2010-2020 Provincie, Discussienotitie 10 feb. 2012
De provincie publiceert geen cijfers voor de verwachte ontwikkeling van de woningvoorraad. Wel heeft de provincie met de verschillende regio’s bestuurlijke afspraken gemaakt over de beschikbare woningbouwruimte voor de periode 2008-2016. Recent is een discussienotitie verschenen waarin de voortgang van deze afspraken is geëvalueerd en waarin een voorstel richting de regio’s gedaan wordt om de afgesproken woningbouwruimte voor de periode tot 2016 uit te smeren tot 2020. Voor de regio Noordoost behelst deze ruimte dan ruim 2.000 woningen voor de periode 2010-2020. Dit is meer dan de Primos-verwachting voor de toename van de woningvoorraad van circa 1.500 woningen tussen 2010 en 2020 en ook meer dan verwachte groei in huishoudens (+ 1.300 volgens zowel Primos 2011 als de concept-versie van de provinciale Prognose 2012) in die periode. Maar het is dan ook een beleidsmatig maximum en geen
78
streefcijfer en het ligt dus ook niet in de verwachting dat deze woningbouwruimte volledig benut zal gaan worden. Daarvoor zal de woningvraag te gering zijn.
79
80
BIJLAGE 3: SAMENWERKINGSPROJECTEN IN NOORDOOST FRYSLÂN (DIGITALE KAART FRYSLÂN)
Dorpshuis Nieuwe Stijl Burum Op interactieve wijze wordt met partners gewerkt aan het virtueel terugbrengen van diensten in het dorp. Doel: via slimme ict technieken vraag en aanbod van diverse diensten de leefbaarheid in het dorp op peil houden en waar mogelijk versterken. Initiatiefnemer: Vital Rural Area, Provincie Fryslân, gemeente Kollumerland c.a. Partners: Partoer CMO Fryslan, Kabelnoord, Pasana Zorggroep, Thuiszorg het Friese Land, huisartsen, apotheker, Dorpsbelang, Dorpshuis, e.a. Status: implementatieplan is gereed en wordt nu in uitvoering genomen. Website: Routekaarten dorpen Dantumadiel Gemeente heeft interactief met de dorpen gewerkt aan een integraal ontwikkelingsperspectief voor de individuele dorpen. Dit heeft geresulteerd in een routekaart voor alle dorpen. Initiatiefnemer: Partners: Status: Website:
gemeente Dantumadiel Bügelhajema ontwikkelingsperspectieven gerealiseerd www.dantumadiel.eu en www.ikpfryslan.nl
Aanpak Rotte Kiezen Een aanpak om met elkaar de handen ineen te slaan om de problematiek van verwaarloosde en gezichtsbepalende gebouwen op te lossen. Doel is om samen met de eigenaar-bewoner en het dorp een oplossing te vinden, zodat de rotte kiezen verdwijnen. Initiatiefnemer: Partners: Status: Website:
Doarpswurk Provincie Fryslân, gemeenten in Noord Fryslân, woningbouwcorporaties Noord Fryslân projectplan gereed en in uitvoering www.aanpakrottekiezen.nl, www.ikpfryslan.nl, www.doarpswurk.nl
Burenhulpdiensten Bij Burenhulp gaat het om tijdelijke hulp door vrijwilligers bij kleine klussen in en om huis. Als deze hulp niet spontaan tot stand komt, biedt georganiseerde burenhulp via burenhulpdiensten uitkomst. Initiatiefnemer: welzijnsinstellingen en gemeenten. Partners: St. Het Bolwerk, St. Miks Welzijn, Timpaan Welzijn, gemeenten Skarsterlân,
81
Status: Website:
Dongeradeel, Opsterland, Kollumerland c.a., Partoer CMO Fryslân. Burenhulpdiensten in uitvoering www.ikpvrijwilligeinzet.nl
Goed Wonen in de toekomst Het rapport “Goed wonen in de toekomst” geeft inzicht in de woonwensen en -behoeften van ouderen in relatie tot voorzieningen en zorgcapaciteit in Fryslân. Het bevat daarnaast een visie op wonen voor ouderen in Fryslân op basis van de huidige situatie. Initiatiefnemer: Partoer CMO Fryslân Partners: Doarpswurk, ROS Friesland, Zorgbelang Friesland, Provincie Fryslân, Zorgkantoor De Friesland. Status: rapport gerealiseerd Website: www.ikpfryslan.nl Jonge Friezen Foarút Jonge Friezen Foarút zet zich in voor Noord Fryslân. Jongeren zoeken toekomstdromen en wensen. Wat hebben jongeren nodig in de regio. Jonge Friezen Foarút confronteert bestuurders met deze dromen en helpt initiatieven te ontplooien. Initiatiefnemer: Partners: Status: Website:
Hogescholen: Van Hall Larenstein en NHL Hogeschool Plattelânsprojekten provinsje Fryslân, LEADER, Ministerie LNV, AOC Friesland Project uitgevoerd, afgerond en doorgegeven www.jongefriezenfoarut.nl
Zorg op afstand Dongeradeel In het project willen partijen zorg en welzijn op afstand verder en in samenhang met elkaar ontwikkelen, met als doel langer zelfstandig gezond en thuis in Dongeradeel. Initiatiefnemer: Partners: Status: Website:
Thuiszorg Het Friese Land gemeente Dongeradeel, Kabel Noord, NHL, Pasana in uitvoering www.thfl.nl
Frysl@n on line Ontwikkelen en onderzoeken van mengvormen van internethulpverlening en online hulpverlening met als doel effectiever en voor een bredere doelgroep in te kunnen zetten. Een aanbod dat leidt tot “eerder, dichter en lichter”. Initiatiefnemer: Maatschappelijk werk Fryslân Partners: alle gemeenten, alle organisaties maatschappelijk werk en NHL
82
Status: Website:
in uitvoering
Gouden Driehoek – Noordoost Fryslân De Gouden Driehoek: ondernemers, overheid en onderwijs gaan samen aan de slag. Via enquêtes is een database gevuld met informatie over vraag en aanbod in de werkgelegenheid. Het netwerk wil elkaar overtuigen en acties ondernemen. Initiatiefnemer: Partners: Status: Website:
ondernemers en gemeenten in Noordoost Fryslân provincie Fryslân, Vital Rural Area. in uitvoering www.noordoostfriesland.nl
Bouwen aan ambitie – gemeente Achtkarspelen Jongeren denken mee bij het bouwen van 25 starterswoningen in Surhuisterveen met als doel: verhogen leermotivatie, verbeteren ontwikkelingsperspectief, versterken ondernemerschap en samenhang tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Initiatiefnemer: Partners: Status: Website:
gemeente Achtkarspelen basisscholen, voortgezet onderwijs, ROC Friese Poort, VDM woningen, Friesland Bank. in uitvoering www.achtkarspelen.nl
Filmpjes over beroepsmogelijkheden voor en door jongeren in NO Fryslân De Gouden Driehoek: ondernemers, overheid en onderwijs gaan samen aan de slag. Vanuit die Gouden Driehoek in Noordoost Fryslân zijn jongeren aan de slag gegaan met het maken van 4 filmpjes over beroepsmogelijkheden in de regio. Initiatiefnemer: Partners: Status: Website:
Gouden Driehoek Noordoost Fryslân Stichting Net Nix Media, Pebble Producties gereed www.youtube.com/netnix
Het beste idee van Noordoost Fryslân Het Bedrijven Centrum Dokkum (BCD) heeft een prijs uitgelooft voor het beste innovatieve idee van Noordoost Fryslân. De prijs is: één jaar gratis bedrijfsruimte in het BCD, professionele begeleiding en een marketingbudget. Winnaars intussen bekend. Initiatiefnemer: Gouden Driehoek Noordoost Fryslân Partners: Vital Rural Area, gemeente Dongeradeel, provincie Fryslân, BCD, Solyda. Status: gereed.
83
Website: www.hetbesteideevannoordoostfriesland.nl Ondernemen gewoon DOEN Ondernemen gewoon DOEN is een traject van ondernemers voor startende ondernemers. Ervaren ondernemers trainen en coachen starters bij het opzetten van hun bedrijf. Initiatiefnemer: Stichting Solyda Partners: Provincie Fryslân, Je Maintiendrai Friesland, Vital Rural Area, gemeenten in NO-, NWen Midden Fryslân. Status: project afgerond, aanpak gaat door. Website: www.solyda.nl Experiment duurzaam beschermde dorpsgezichten Dongeradeel. De gemeente wil perspectieven in beeld brengen, aantonen dat er binnen de kernen ruimte is voor ontwikkeling, kwaliteit, diversiteit en duurzaamheid. Behoud en versterken van de beschermde dorpsgezichten van Ee, Metslawier, Holwerd en Paesens-Moddergat. Initiatiefnemer: Partners: Status: Website:
gemeente Dongeradeel Provincie Fryslân, SEV, RCE, Doarpswurk, Partoer CMO Fryslân in uitvoering www.dongeradeel.nl
“Cottage industries” Noordoost Fryslân. Cottage industries is een onderzoek naar plaatsgebonden bedrijvigheid. Er wordt gekeken naar mogelijkheden van bedrijvigheid in vrijkomende (agrarische) bestemmingen op het platteland van Noord Nederland. Initiatiefnemer: Partners: Status: Website:
Kamer van Koophandel Noord Nederland gemeente Dongeradeel, gemeente De Marne. in voorbereiding www.kamervankoophandel.nl/NoordNederland
“Klasseglas” Achtkarspelen. Op 16 februari 2012 zijn de eerste basisscholen in Twizelerheide op glasvezel aangesloten. De gemeente wil met het project Klasseglas alle 22 basisscholen voorzien van supersnel internet en innovatieve onderwijsmethoden introduceren in het basisonderwijs. Initiatiefnemer: gemeente Achtkarspelen Partners: Openbare Roobolscholen, katholieke scholen (Bisschop Muller stichting) Kabel Noord, Crolla Consultancy VGPO, PCBO scholen, Vital Rural Area. Status: in uitvoering Website: www.klasseglas.nl
84
Proeftuin Sportdorp Het project Sportdorp is gericht op het creëren van een sportplek in 4 dorpskernen waar elke inwoner een leven lang bij betrokken is: als actieve sporter of als vrijwilliger in de sport. Ook gericht op samenwerking tussen verenigingen voor efficiënter inzet van kader. Initiatiefnemer: NOC/NSF, korfbalbond Fryslân Partners: Sport Fryslân Status: in voorbereiding Website: www.sportsmedia.nl Naar een Masterplan onderwijshuisvesting Kollumerland c.a. In dit masterplan is de huidige en toekomstige onderwijshuisvesting voor Basisonderwijs en Voortgezet Onderwijs in de gemeente geanalyseerd en wordt doelgericht gewerkt naar een duurzaam kwalitatieve onderwijshuisvesting. Initiatiefnemer: gemeente Kollumerland c.a. Partners: Scholen voor Basis – en Voortgezet Onderwijs in de gemeente Status: gereed Website: “Venturi” – Gouden Driehoek - Noordoost Fryslân Project Venturi is gericht op het creëren van werkgelegenheid voor ondernemende HBO- en MBOafgestudeerden en het versterken van economische dynamiek. Bovendien wordt getracht de jeugd en bestaande ondernemers voor het gebied te behouden. Initiatiefnemer: Gouden Driehoek Noordoost Fryslân Partners: Gemeenten en andere Gouden Driehoek partners, Flexwurk BV, Kamer van Koophandel Status: onderzoeksfase succesvol afgerond, pilot gestart. Website: www.venturiproject.nl Pilot 3O: leer- werkplein Middelsee. Vier gemeenten gaan samen met het bedrijfsleven en het voortgezet onderwijs in de regio, een innovatief leer- en werkmodel uitwerken en invoeren, waardoor nieuwe banen in kansrijke sectoren worden ontwikkeld en werk opleveren voor jongeren. Initiatiefnemer: Gemeente Het Bildt Partners: gemeenten Menaldumadiel, Leeuwarderadeel, Ferwerderadiel, CSG Ulbe van Houten en OSG Piter Jelles (Foorakker). Status: in voorbereiding Website: www.hetbildt.nl
85
Noordelijke Elfstedenvaarroute- Regio in actie: >230 ideeën Het project levert naar verwachting grote kansen voor het ontwikkelen van toerisme en recreatie in dit gebied. Het deelproject Regio in Actie is een unieke samenwerking tussen overheid, burgers, belangenorganisaties en bedrijfsleven om deze kansen te benutten. Initiatiefnemer: Partners: Status: Website:
gemeenten langs de vaarroute provincie Fryslân, Wetterskip Fryslân, ondernemers, dorpen enz. in ontwikkeling en uitvoering www.fryslan.nl, www.friesemeren.nl
Fryslab Fryslab zoekt naar knelpunten in de zorg en welzijn. Het doel is oplossingen voor deze knelpunten te vinden door dienst- en zorgverlening op maat, integraal en herinrichten van sociale- en zorg infrastructuur in dorpen, wijken en buurten. Initiatiefnemer: Partners: Status: Website:
Ministerie. van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Zorgkantoor De Friesland, alle Friese gemeenten, provincie Fryslân in uitvoering www.fryslab.nl
Jij en de Zorg Internetsite bedoeld om jongeren te helpen antwoord te geven op de vraag: pas ik in de zorg en past de zorg bij mij. Door middel van filmpjes en een test wordt een realistisch beeld van de zorg gegeven. mij? Door middel van filmpjes en een test wordt een realistisch gegeven Initiatiefnemer: Venturaplus Partners: provincie Fryslân, werkgevers in de zorg, ROC’s, NHL Status: beschikbaar Website: www.jijendez.org Friese Zorg Academie De academie is voor breed opleiden: onderwijs beter afgestemd op de praktijk voor een betere match tussen werk en onderwijs, gericht op de arbeidsmarkt problematiek in zorg en welzijn. Initiatiefnemer: Venturaplus Partners: provincie Fryslân, werkgevers in de zorg, ROC’s, NHL, UWV, gemeenten, Partoer CMO Fryslân, Calibris Status: in uitvoering Website: www.venturaplus.nl
86
Tinz Netwerk dementie Fryslân Tinz ondersteunt en begeleidt mensen met geheugenverlies en dementia: mensen met (vermoedens van) dementia, voor hun partner of familie. Verspreid over de provincie zijn er steunpunten. Initiatiefnemer: Tinz Partners: 25 organisaties in de ketenzorg rondom dementie Status: in uitvoering Website: www.tinz.nl Vrijwilligers reanimatie Netwerk Fryslân Bij reanimatie situaties schakelt de meldkamer opgeleide vrijwilligers in de omgeving in om ter plekke te starten met reanimatie en eventueel gebruik van AED’s in de buurt. De succesvolle pilot uit Zuidwest Fryslân wordt voortgezet in de rest van Fryslân. Initiatiefnemer: RAV Fryslân Partners: gemeenten in Zuidwest Fryslân, Antonius Ziekenhuis Sneek Status: in uitvoering Website: www.hartveiligfryslan.nl
87
88
BIJLAGE 4: INSTRUMENTEN BEVOLKINGSDALING Regiotafels Doel: gebiedsscan op basis van informatie vanuit de betreffende regio als ondersteuning bij analyse – diagnose – interventie. Maatschappelijke Kosten Baten Analyse (MKBA) Wonen Doel: als procesinstrument in te zetten om alle partijen gecommitteerd te krijgen. Verschillende beleidsopties worden doorgerekend op effecten en maatschappelijke kosten en baten. De MKBA Wonen is uitgevoerd in Parkstad, Eemsdelta en in voorbereiding in Achterhoek. Maatschappelijke Kosten Baten Analyse (MKBA) Voorzieningen Doel: De MKBA is een intersectorale aanpak waarbij onderwijs, retail, zorg en voorzieningen worden doorgerekend op effecten en maatschappelijke kosten en baten. De MKBA Voorzieningen is uitgevoerd in Sluis (Oostburg) en toegezegd in Achterhoek. Leefbaarometer – krimpbarometer Doel: inzicht in statistische gegevens op het gebied van bevolkingsdaling. De informatie binnen de Leefbaarometer komt op een lager schaalniveau (provinciaal gemiddelde) beschikbaar met het oog op bevolkingsdaling. De informatie zal rond maart beschikbaar zijn voor heel Nederland en kan worden gebruikt om herkenbaarheid te toetsen. Atlas voor gemeenten en RIGO zijn bezig een krimpbarometer te bouwen. Eind van dit jaar (2012) zal een eerste beeld gegeven kunnen worden. Een aantal specifieke indicatoren uit de Leefbaarometer zal hierin verder worden uitgewerkt. Experimenten Doel: kennis verzamelen en delen over concrete experimenten op het gebied van krimpproblematiek. In 2011 zijn er 24 experimenten benoemd. De selectie voor nieuwe experimenten zal op verzoek van de andere departementen strenger zijn, m.n. op het gebied van burgerparticipatie. Met name vanuit het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap wordt verzocht om meer experimenten. Grensoverschrijdend onderzoek Doel: inzicht te krijgen in de demografische ontwikkeling, effecten en kansen in de aan de landsgrenzen gelegen krimp- en anticipeerregio’s en de desbetreffende aangrenzende gebieden in Duitsland en België. Handboek ‘Regievoeren op plancapaciteit’ Parkstad Limburg Doel: In vrijwel elke regio is er een stuwmeer van bouwplannen die niet is afgestemd op de (toekomstige) behoefte. Deze overcapaciteit moet worden gereduceerd. Het handboek dat is opgesteld voor Parkstad Limburg kan als voorbeeld voor andere gemeenten, regio’s en provincies dienen. Juridische Expertpool Planschade (JEP) Doel: aanbieden van specialistisch juridisch advies aan gemeenten, regio’s of provincies die te maken hebben met planschadeclaims bij het intrekken van bouwtitels of die het risico op een planschadeclaim willen verkleinen, maar binnen de eigen organisatie de specifieke expertise missen.
89
Financieringsconstructies Doel: presentatie van financieringsconstructies in de vorm van een Toolbox. Economische conferenties Doel: het bij elkaar brengen van partijen om met elkaar te verkennen waar de kansen en potenties van (nieuwe) economieën en werkgelegenheid liggen. RVOB (RijksVastgoed- en OntwikkelingBedrijf) Doel: het in kaart brengen van grondposities. Grondposities zijn al in kaart gebracht in Zeeland en Parkstad. Het staat gepland in de Kop van Noord-Holland en de Achterhoek. Serious Game Doel: in te zetten voor regio’s die nog in groei denken, als kennismaking en vóór het doen van een Maatschappelijke Kosten Baten Analyse. Samenwerkingsscan (DGWK met Rob) Doel: het aanreiken van tips en suggesties voor lokale partners bij samenwerking ten behoeve van de regionale aanpak van krimp en vanuit de optiek dat een goede regionale samenwerking essentieel is voor het kunnen oppakken van de regionale krimpopgaven. Inzet Externe voorzitter Doel: om proces te begeleiden bij dreigende conflicten tussen partijen. Inzet Bestuurlijke coach Doel: hulp bij obstakels op het bestuurlijke vlak binnen gemeente, regio’s of provincies.
90
BIJLAGE 5: EXPERIMENTEN BEVOLKINGSDALING Experiment 1. Handboek krimp voor onderwijs 2. Herstructurering sociale huur- en goedkope koopwoningen 3. Onderwijsboulevard Xperience Parkstad – Zorgacademie
Thema Onderwijs (OCW)
Regio Parkstad/ landelijk
Zorg (VWS)
Parkstad
Onderwijs & Zorg (OCW)
Parkstad
4. Ontwikkelstrategie Vrieheide-de Stack
Wonen (BZK)
Parkstad
5. Groene dynamiek in een krimpende regio
Herinrichting openbare ruimte (ELI) Voorzieningen (BZK)
Parkstad
Wonen (BZK)
ZeeuwsVlaanderen
8. Grensoverschrijdend wonen
Wonen (BZK)
ZeeuwsVlaanderen
9. Toolkit nieuwe open ruimte
Wonen (BZK)
ZeeuwsVlaanderen
10. Aanschrijven verpauperde woningen 11. Naar een nieuwe planningsmethodiek voor krimpende regio’s 12. Geïntegreerde kindvoorzieningen op het Groningse Platteland 13. Gecoördineerde aanpak van verbetering en sloop van huur- en koopwoningen
Wonen (BZK)
ZeeuwsVlaanderen Eemsdelta/OostGroningen
14. Herstructurering sociale huur- en goedkope koopwoningen 15. Delfzijl-Noord is mijn wijk waarin ik thuiskom
6. Masterplan voorzieningen Zeeuws-Vlaanderen: van meer naar beter 7. Marktonderzoek samenvoegen woningen
16. Smart Rural Network Society 17. Aanpak verpaupering Doarpswurk
Inhoud Ervaring schoolbesturen in krimpregio’s overdragen Organiseren van wijkgebonden basiszorg en voldoende zorggeschikte woningen
Voorzieningen (OCW)
Eemsdelta/OostGroningen
Wonen (BZK)
Eemsdelta/OostGroningen
Verhogen kwaliteit zorgonderwijs en verhogen aantal afgestudeerden (o.a. nieuwe mengvormen MBO-HBO op gebied van zorg) Integrale aanpak herstructureringsopgave van de wijk Vrieheide met bewoners, veel particulier bezit in de wijk Hoe om te gaan met vrijkomende ruimte na sloop woningen? Ontwikkelen landschap met eigen verdiencapaciteit Ontwikkeling programma ‘Behoud en herstel voorzieningen Zeeuws-Vlaanderen’ Onderzoek naar het samenvoegen van woningen als krimpinstrument en ontwikkeling eventueel beleid Onderzoek waarom komen de Vlamingen niet en procedures en instrumenten ontwikkelen voor uitvoering. Ontwikkeling instrumenten om samen met bewoners een nuttige bestemming te vinden voor nieuwe open ruimte. Ontwikkeling gezamenlijke aanpak Handhaving verloederde woningen Ontwikkeling woon- en leefbaarheidplan voor de Eemsdelta & een nieuwe planningsmethodiek. Onderzoeken en ontwikkeling visie hoe kinderopvang en onderwijs in de toekomst betaalbaar en bereikbaar blijft. Ontwikkeling integrale wijkvisie gericht op leefbaarheid
Wonen (BZK)
Eemsdelta/OostGroningen
Opknappen en slopen woningen en herinrichting groene ruimte Ganzedijk
Herinrichting openbare ruimte (EL&I) Voorzieningen (BZK) Wonen (BZK)
Eemsdelta/OostGroningen
Hoe om te gaan met vrijkomende ruimte na sloop woningen?
Noordoost(west)-Fryslân Noordoost(west)-Fryslân
Voorzieningenniveau (m.n. voor ouderen) hoogwaardig houden via o.m. ICT. Stimuleren gemeentelijke handhaving rond verpauperde woningen (rotte kiezen)
Wonen (BZK)
ZeeuwsVlaanderen
91
18. Venturi-project een samenwerkingsverband tussen ondernemers, onderwijs en overheid 19. Beschermde dorpsgezichten Dongeradeel
Onderwijs / Werkgelegenheid (?)
Noordoost(west)-Fryslân
Voorkomen jeugdwerkloosheid en het stoppen kleine ondernemers in Noordoost Fryslân door matchen studenten aan ondernemers zonder opvolgers Het creëren van aantrekkelijke woonmilieus in oude historische dorpskernen.
Wonen (BZK)
Noordoost(west)-Fryslân
20. Krimp en Strategisch woningvoorraadbeheer Groene Hart 21. Ontwikkeling gemeenschap door zelfsturing
Wonen (BZK)
Groene Hart
Bewustwording over krimp bij lokale en regionale bestuurders.
Burgerparticipatie (?)
Midden- en Noord Limburg
Gemeenschapsontwikkeling door methode van zelfsturing.
22. Scholenbouwmeester
Onderwijs (OCW)
Groningen
23. Pilot Zeeland herplanning scholenaanbod
Onderwijs (OCW)
Zeeland
Ontwikkeling nieuwe vorm van samenwerking (schoolschap) tussen verschillende betrokken partijen (o.a. scholen, gemeenten, ouders) om schoolaanbod in regio op peil te houden Herplanning scholenaanbod
24. Zorgexperiment Drenthe
Zorg (VWS)
Oost-Drenthe
In afgebakend gebied intensievere samenwerking zorg- en welzijnspartijen om noodzakelijke zorg te garanderen.
Bron: Ministerie van BZK / WBI
92
BIJLAGE 6: MOTIE VAN BOCHHOVE EN LUCASSEN
93
94
BIJLAGE 7: LITERATUURLIJST Afdeling samenlevingszaken (2010). Naar een Masterplan onderwijshuisvesting Kollumerland c.a. Atlas voor Gemeenten en Rigo (2011). Leefbaarheid in krimpgebieden, een verkenning van de relatie tussen bevolkingskrimp en leefbaarheid. Bijker, R.A., Haartsen, T. en Strijker, D. (2011). Onderzoek nieuwe inwoners Ferwerderadiel. Boertjens, J. en Bakker, W. (2010). Netwerk Noordoost, wonen en werken in netwerken: SEM. BugelHajema adviseurs (2011). Routekaart naar vitale dorpen: Dantumadiel. Daniels, R. (2010). Experiment Centuri project: een samenwerkingsverband tussen ondernemers, onderwijs en overhead. Flapper, T. (2010). Toekomstscenario Basiszorg NO en ZW Fryslân 2025. Frieslab (2010). Keten of Kartel , onderzoek naar het kartelverbod in de ketenzorg. Gemeente Achtkarspelen (2010). Elkenien Dwaande programmabegroting 2011-2014. Gemeente Achtkarspelen, Dantumadiel, Dongeradeel, Kollumerland c.a., Tytsjerksteradiel en Provincie Fryslân (2011). Projectenboek Agenda Netwerk Noordoost. Gemeente Dongeradeel (2010). Eerste stap naar een aangepast beleidskader voor Wonen en Voorzieningen. Discussienota Krimp. Gemeente Dongeradeel (2010). Discussienota Krimp: eerste stap naar een aangepast beleidskader voor Wonen en Voorzieningen. Gemeente Dongeradeel (2010). Samenvatting discussienota Krimp. Gemeente Dongeradeel (2011). Beleidsprogramma leefbaarheid en wonen 2011-2016. Gemeente Kollumerland c.a. (2011). Masterplan Onderwijshuisvesting. Gemeente Tytsjerksteradiel (2010). Structuurvisie en woonvisie 2010 – 2020 Grontmij (2009). Strategische woonvisie Dongeradeel, Dantumadiel, Achtkarspelen en Kollumerland c.a. Kenniswerkplaats Noordoost Fryslân (2012). http://kenniswerkplaatsnoordoostfryslan.nl/ Koöperaasje Fryslân (2010a). Contourenschets
95
Koöperaasje Fryslân (2010b) Beleidsopgave 2010 – 2020. Demografische Ontwikkelingen Fryslân. Koopman, K.E. en Gooijert-Fokkinga (2010). Woonplan Kollumerland. Leeuwarder Courant (2011). Thûs Wonen trekt zich terug uit kleine dorpen NO Fryslân. Marani, Y. (2010). Contact met de burger via virtuele loketten. Mik, de, K. (2011). Friese dorpswinkel overgenomen uit idealisme Netwerk Noordoost (2011). Agenda netwerk Noordoost 2011-2030. Netwerk Noordoost (2011). Regionale afstemming voorzieningen Noordoost Fryslân; naar een voorzieningenspreidingsplan. NRC (2011). In elk dorp een bakkerijtje naar Marssumer model. Ontwerplan Krimp, Dongeradeel (2009). Krimp biedt ruimte. Partoer (2010). De Friese aanval op schooluitval Provincie Fryslân (2010). Krimp en groei: demografische verandering in de provincie Fryslân. Provincie Fryslân (2011). Aanpak demografische ontwikkelingen. Provincie Fryslân (2011). Uitvoeringspamflet Fan Mear nei Better Raadscommissie Dongeradeel (2011). Beleidsprogramma Leefbaarheid en Wonen. Ruimtelijk Planbureau (2005). De LandStad. Landelijk wonen in de netwerkstad Schijndel, S. en Rutherglen, M. (2010). Aanvalsplan krimp Holwerd. Sociaal Cultureel Planbureau (2011). De sociale staat van Nederland 2011 Stam, H. (2011). Dockinga college: anticiperen op krimp. Stentor (2012). Nederlands kleinste ziekenhuis blijft bestaan. Stuurgroep Plattelands Parlement (2011).
96
Brieven: Flapper, T. (2011). Partoer CMO Fryslân: Anticiperen op krimp. Gemeente Dantumadiel (2011). Anticiperen op krimp: aandeel Dantumadiel. Graaf, de , M.I. (2011). Zorgbelang Fryslân: Bijdrage overzichtsdocument anticipeerregio NO-Fryslân. Kramer, M. (2011). Inventarisatie anticipeerregio BZK. Krappel, C. (2011). Pasana zorggroep: Inventarisatie bestaande documenten en projecten anticipeerregio NO-Fryslân. Kuik, R. (2011). Bijdrage Thús Wonen Anticipeerregio NO Fryslân. Kuilman, K. ( 2011). Thuiszorg het Friese Land: mogelijkheden en blokkades in de thuiszorg in de regio Noordoost Fryslân. Lettink, J.B.A. (2011). Zorggroep Noorderbreedte: inventarisatie bestaande documenten en projecten anticipeerregio NO-Fryslân. Sirag, Q. (2011). Gemeente Tytsjerksteradiel: inventarisatie documenten. Stam, H. (2011). Regionaal plan onderwijsvoorzieningen. Stam, H. (2011) De Gouden Driehoek. Terpstra, J. L. (2011). Talant zorg en ondersteuning: anticipatie krimp NO-Fryslân. Wal, van der, L. (2011). ROS Fryslân: reactie op verzoek om aan te geven op welke wijze ROS Fryslân anticipeert of wil anticiperen op bevolkingsafname en vitaliteit van NO Fryslân. Waslander, T. (2011). PCBO Dongeradeel: anticiperen op krimp. Weggen, R.H.M. (2011). PCBO Dantumadiel: reactie t.b.v. uw inventarisatie Krimp. Wolters, J. (2011).ONOF: Noordoost Fryslân als anticipeerregio.
97