Programma Drechtstedendinsdag avondgedeelte d.d. 4 december 2012 Locatie: Stadhuis Dordrecht, Stadhuisplein 1 17.00-18.00 uur
Themabijeenkomst voor raad- en collegeleden Inspiratiesessie Zuid-Westelijke Delta met de heer dr. ir. Ronald Waterman De Drechtsteden vormen - als onderdeel van de Mainport Rotterdam/Logistieke Delta - een belangrijke schakel tussen het Randstedelijke netwerk richting het noorden en het Havenindustriële netwerk richting Antwerpen. De opgave is de dynamiek van beide systemen te benutten ter versterking van de internationale concurrentiepositie van het gebied als geheel. Hierin zijn economische ontwikkeling en tegelijkertijd het waarborgen van kwaliteit van leven en leefomgeving (o.a. natuur/milieu/leefklimaat) twee kanten van dezelfde medaille. In de optelsom van de havens van Antwerpen, Rotterdam, Gent, Zeebrugge, Zeeland Seaports, Dordrecht en Moerdijk is sprake van het grootste havencomplex ter wereld (645 miljoen ton). Het unieke daarvan in internationaal perspectief is dat het een Delta gebleven is waar ook de landschappelijke waarden tot nu toe zijn behouden. In de inspiratiesessie reflecteert dhr. dr. ir. Ronald E. Waterman vanuit zijn kennis en ervaring op huidige en toekomstige ontwikkelingen in de Zuid-Westelijke Delta, mede in relatie tot de strategische agenda van de regio Drechtsteden en de individuele Drechtsteden. Uiteraard is er aansluitend ruimte voor vragen en discussie. Hier ligt ook een relatie met het gehouden werkbezoek aan Brussel op 16 november jl. Daar is o.a. ingegaan op de vraag hoe onze Drechtstedenlijke agenda zich verhoudt tot de strategische agenda’s op hogere schaalniveaus.
18.00 -19.00 uur
Gezamenlijke maaltijd
19.00-19.30 uur
Fractieoverleg Wilt u in verband met de logistieke organisatie uiterlijk 26 november a.s. doorgeven of u met uw fractie vergadert? Dit kunt u doen via
[email protected].
Carrouselvergaderingen voor raadsleden INTEGRAAL 19.30-20.00 uur
Regionale Meerjarenprogramma Drechtsteden actualisatie (opiniërend) - De voorzitter van het Drechtstedenbestuur de heer Brok zal het rMJP procesmatig en inhoudelijk kort toelichten. - Bij de behandeling wordt voorgesteld de volgende vragen richtinggevend te laten zijn: 1. Herkent u de input die u bij eerdere gelegenheden hebt gegeven (o.a. in het kader van de tussenbalans): de koers, de centrale boodschap en de focus. 2. Ondersteunt u de inzet dat het rMJP in zowel het regionale als het lokale handelen richtinggevend moet zijn om succesvol te kunnen zijn? 3. Vindt u dat het rMJP als gezamenlijk gedragen perspectief voor de Drechtsteden het vertrekpunt voor overleggen met onze maatschappelijke partners moet zijn? Bijlagen (I1): - Voorstel Regionaal meerjarenprogramma actualisatie - De notitie rMJP actualisatie “Een aantrekkelijk leefklimaat; dé sleutel voor succesvolle ontwikkeling van de Drechtsteden”* - Een pdfbestand met daarin de rMJP actualisatie op één A4 weergegeven* Portefeuillehouder: dhr. A.A.M. Brok Voorzitter: dhr. C. Moorman Griffier: mevr. T.E. van Ditmars
-2-
Programma Drechtstedendinsdag avondgedeelte d.d. 4 december 2012 Locatie: Stadhuis Dordrecht, Stadhuisplein 1 BESTUUR 20.00-21.30 uur
Zevende wijziging Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden (opiniërend) Eens per jaar wordt de tekst van de GRD geactualiseerd. In deze wijziging is o.a. de aanpassing van de besluitvorming in de Drechtraad opgenomen. Deze wordt conform de wens van de Drechtraad nu in overeenstemming gebracht met de vergelijkbare bepaling in het Reglement van Orde voor de Drechtraad. Alle raden hebben met dit voorstel ingestemd. Voor het overige is het een vrij technische en redactionele wijziging. Bijlagen (B1): - Voorstel Zevende wijziging Gr Drechtsteden - Concept besluit Drechtraad - Wijzigingsbesluit +Toelichting* - Tekst GrD, versie 8.0, met wijzigingen zichtbaar en schone versie* Portefeuillehouder: dhr. A.A.M. Brok Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de Drechtraad (opiniërend) Het Reglement van Orde voor de Drechtraad is na invoering van de Drechtstedendinsdag herzien en op 7 december 2010 in de Drechtraad vastgesteld. Inmiddels zijn we 2 jaar verder en de Drechtstedendinsdag draait op volle toeren. Echter, het Reglement blijkt niet altijd voor alle procedures richtlijnen te bevatten. Het voorstel is dan ook het Reglement van orde voor de Drechtraad te herzien. Bijlagen (B2): - Voorstel Reglement van orde voor de Drechtraad - Wijzigingsbesluit - Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de Drechtraad, versie 2.3, met wijzigingen zichtbaar en schone versie* Portefeuillehouder: dhr. F. Loos Toekomst Drechtsteden (opiniërend) 1. Principes als gemeenschappelijke basis voor de samenwerking in de Drechtsteden. 2. Toekomst en inrichting van het netwerkbestuur van de Drechtsteden. In de Carrousel van 2 oktober heeft een eerste oriënterende bespreking plaatsgevonden over het toekomstperspectief op de Drechtsteden. Conform het verzoek in die Carrousel legt de werkgroep ‘Toekomst Drechtsteden’ uit de raad nu een vergelijkend overzicht voor van de lokale visies op de bestuurlijke toekomst van de Drechtsteden. De werkgroep heeft daaruit, overeenkomstig de vraag uit de Carrousel, ook een gemeenschappelijke basis – de principes van samenwerking in de Drechtsteden - gedestilleerd, en legt deze nu ter bespreking voor. In het verlengde hiervan stelt het Drechtstedenbestuur voor een opiniërende bespreking te voeren over de toekomst en inrichting van het netwerkbestuur van de Drechtsteden. Dit aan de hand van de Verkenning Toekomst Netwerkbestuur en een Addendum daarop. Bijlagen (B3): - Voorstel van de werkgroep uit de Drechtraad en het Drechtstedenbestuur, met de bijlagen: o notitie van de werkgroep uit de Drechtraad* o verkenning Toekomst Netwerkbestuur en Addendum daarbij* o verslag Carrousel Bestuur van 2 oktober 2012* (NB: Deze bijlagen zijn tevens per mail op 7 november jl. verspreid.) Portefeuillehouder: dhr. A.B. Blase en de voorzitter van de werkgroep uit de Drechtraad dhr. M. van der Plaat Van het gedeelte ‘Toekomst Drechtsteden’ zal tevens een schriftelijk verslag worden gemaakt. Voorzitter: dhr. R.V. van Engelen Griffier: dhr. A.P.M.A.F. Bergmans
-3-
Programma Drechtstedendinsdag avondgedeelte d.d. 4 december 2012 Locatie: Stadhuis Dordrecht, Stadhuisplein 1 MIDDELEN 20.00-21.30 uur
2e Bestuursrapportage 2012 GrD (opiniërend) Twee keer per jaar wordt de Drechtraad geïnformeerd over de uitvoering van de begroting. De voorliggende bestuursrapportage (Burap) is de tweede tussentijdse rapportage voor 2012. Deze 2e burap gaat over de realisatie van de eerste acht maanden van het jaar. Op basis daarvan wordt een prognose gegeven van de uitkomsten over heel 2012. Bijlagen (M1): - Voorstel 2e bestuursrapportage 2012 GrD - Concept 2e bestuursrapportage 2012 GRD, versie 4.2 d.d. 13 november 2012 - Advies van de Cliëntenraad WWB Drechtsteden d.d. 14 oktober 2012* - Reactie van het Drechtstedenbestuur op het advies van de Cliëntenraad WWB Drechtsteden d.d. 9 november 2012* Actualisatie begroting 2013 GrD (opiniërend) De primaire begroting 2013 is in juli 2012 door de Drechtraad vastgesteld. Conform de financiële kaders wordt de begroting geactualiseerd. De actualisering betreft onder andere de volgende onderwerpen: - inhoudelijke ontwikkelingen, inclusief financiële consequenties van nieuw en gewijzigd beleid; - actualisering van de middelen vanuit Rijksbudgetten; - actualisering van de kostenindexering; - doorwerking van de rekeningresultaten 2011 en de 2e burap 2012. Bijlagen (M2): - Voorstel Actualisering begroting GrD 2013 - Concept actualisering begroting 2013, versie d.d. 13 november 2012 Portefeuillehouder: dhr. R.T.A. Korteland Voorzitter: dhr. D. de Jager Griffier: dhr. B.C.A.M. Poiesz
FYSIEK 20.00-21.30 uur
Achtervang en risico's gemeenten, als gevolg van rentederivaten Vestia / ontwikkelingen Woningwet (informatief) (ingebracht op verzoek van een lid van de Drechtraad, dhr. C. van Verk). In verschillende gemeenteraden zijn vragen gesteld over Vestia, achtervang en de risico's voor gemeenten. Gelet op de aard en impact van dit onderwerp is dit voor vandaag geagendeerd. De contouren van de carrousel zien er als volgt uit: 1. Een korte inleiding wordt gegeven door de portefeuillehouder, de heer T.A. Stoop, over de gevolgen van het regeerakkoord en de woningwet in relatie tot de actuele ontwikkelingen op de woningmarkt en PALT. 2. Rollen en taken corporaties - gemeenten in de nieuwe woningwet. Een korte toelichting wordt gegeven door de heer E. Buser (BZK/WWI). Mogelijkheid tot het stellen van vragen. 3. Invloed Vestia op financiën en investeringen van regionale woningcorporaties en derivaten-stresstest. Een korte toelichting wordt gegeven door de heer J. van der Moolen (directeur Centraal Fonds voor de VHV). Waarborgstelling: De financiële risico’s van de achtervang per gemeente en in algemene zin. Een korte toelichting wordt gegeven door de heer R. de Geus (treasurer Drechtsteden). Mogelijkheid tot toelichtende vragen te stellen aan de heren Van der Molen en De Geus. 4. Gevolgen naar aanleiding van het regeerakkoord. Afsluitende ronde te besteden aan discussie over deze belangrijke ontwikkelingen, hun eventuele samenhang en de portefeuillehouder in de gelegenheid te stellen relevante overwegingen van de raad mee te nemen in de uitwerking van het rMJP. Gezien de complexe materie wordt een aantal korte presentaties gegeven.
-4-
Programma Drechtstedendinsdag avondgedeelte d.d. 4 december 2012 Locatie: Stadhuis Dordrecht, Stadhuisplein 1 De volgende bijlagen zullen voor 4 december worden toegezonden (via de lijst van ingekomen stukken): - overzicht ‘wonen’ en corporatie maatregelen regeerakkoord* - overzicht borgstellingen Drechtstedengemeenten* Portefeuillehouder: dhr. T.A. Stoop Voorzitter: dhr. C. Moorman Griffier: mw. T.E. van Ditmars
* Deze stukken zijn te vinden via www.drechtraad.nl / Drechtstedendinsdag, de stukken. 21.35-23.00 uur
Drechtraad Zie agenda en bijbehorende stukken Drechtraad.
23.00 uur
Sluiting met een hapje en drankje
Bijlage I1
VOORSTEL DRECHTRAAD CARROUSEL Integraal 4 december 2012 DRECHTRAAD 15 januari 2013 Datum 19-10-12
Steller A. Seip
Doorkiesnummer 3940
E-mail
[email protected]
Onderwerp
Regionaal meerjarenprogramma actualisatie Voorstel Het Regionaal meerjarenprogramma actualisatie als addendum op het Regionaal meerjarenprogramma Drechtsteden 2011-2014 vaststellen. Behandeladvies Drechtraad-Carrousel: opiniërend. Bevoegdheid Drechtraad. Artikel 6 Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden (GrD) Samenvatting Het Regionaal meerjarenprogramma Drechtsteden 2011-2014 (rMJP) is aan de hand van de tussenbalans 2012 geactualiseerd en aangescherpt. Deze ‘midterm-review’ is een aanscherping van het lopende rMJP. Na de volgende verkiezingen zal in de Drechtraad besluitvorming plaatsvinden over een volgend rMJP voor de periode vanaf 2014. Deze actualisatie heeft de titel “Een aantrekkelijk leefklimaat; dé sleutel voor succesvolle ontwikkeling van de Drechtsteden” meegekregen. Op deze wijze blijft het rMJP actueel en is sturing op de realisatie van de gestelde doelen mogelijk. Het rMJP is daarmee een actuele basis voor het door het Drechtstedenbestuur op te stellen regionale werkprogramma 2013. Toelichting op het voorstel Aanleiding In het kader van de Tussenbalans is rond de zomer van 2012 in de Drechtraad gesproken over actualisatie van het rMJP 2011-2014 en het stellen van prioriteiten daarin. Aan de hand van de zogeheten Foto van de Drechtsteden is het streefbeeld “Samen Stad aan het Water”, inclusief de versterking van de pieken Water, Binnenstad en Landschap bevestigd. De invalshoek is op basis van de Tussenbalans aangescherpt. We hebben geanalyseerd dat een aantrekkelijk leefklimaat de essentiële factor is voor een voorspoedige en gezonde verdere ontwikkeling van de Drechtsteden. Vanuit dat besef is extra focus aangebracht in de activiteiten voor de rest van deze planperiode. Beoogd resultaat De actualisatie rMJP is het kader waarbinnen het Drechtstedenbestuur via het regionale werkprogramma 2013 de uitvoering organiseert en waarmee de in het rMJP 2011-2014 gestelde doelen worden gerealiseerd. Argumenten U wordt voorgesteld: De actualisatie van het regionaal meerjarenprogramma als addendum op het Regionaal meerjarenprogramma Drechtsteden 2011-2014 vast te stellen. 1. In de Drechtraad is in het kader van de Tussenbalans in verschillende bijeenkomsten gesproken over de uit te voeren thema's. 2. De Drechtraad heeft deze keuzen gemaakt aan de hand van een goed beeld van de situatie in de Drechtsteden anno 2012 (de zogeheten Foto van de Drechtsteden).
Bijlage I1
3. De Drechtraad heeft in haar afwegingen meegewogen dat de bijdrage van activiteiten aan de versterking van het leefklimaat in de Drechtsteden deze focus moet richten. 4. En de Drechtraad heeft in haar keuzen meegewogen dat het meer dan ooit van belang is in de keuze voor de te prioriteren thema's oog te hebben voor de rol van de overheid en die van maatschappelijke partners, het schaalniveau waarop thema's het beste aangepakt kunnen worden, de noodzaak investeringen te richten (multiplier), en de meerwaarde die de Drechtsteden andere partijen kunnen bieden doordat juist de Drechtsteden partners vanuit een breed overzicht kunnen verbinden. 5. Het geactualiseerde rMJP is het kader voor het vaststellen van de concrete activiteiten die het Drechtstedenbestuur in het Werkprogramma 2013 zal oppakken en waar regionale middelen op zullen worden ingezet. Kanttekeningen Geen Consequenties Financiële consequenties De uitvoering van het rMJP krijgt vorm in het Werkprogramma 2013 (en daarna 2014). Dit programma wordt opgesteld binnen de financiële kaders van de meerjarenbegroting. Personele en organisatorische consequenties Geen. Juridische consequenties Geen. Consequenties voor andere beleidsvelden en organisaties De prioriteiten van het geactualiseerde rMJP zullen gevolgen hebben voor de activiteiten die in de Werkprogramma’s 2013 en 2014 zullen worden opgenomen. Sommige activiteiten zullen verminderen of worden gestopt, andere worden versterkt of nieuw opgepakt. Per beleidsveld geeft het rMJP inzicht in de prioriteiten. Het werkprogramma is het instrument om dit concreet te maken naar activiteiten en projecten en naar inzet van middelen. (Het werkprogramma voor 2014 zal waar nodig tussentijds worden aangepast waar daartoe aanleiding is vanuit een nieuw rMJP voor de volgende raadsperiode.) Advies en draagvlak De rMJP actualisatie 2013 heeft de reguliere procedure doorlopen en is geagendeerd in: 1. De vergadering van het ONS-D van 18 oktober 2012. 2. De portefeuillehoudersoverleggen Middelen van 5 november 2012 en Fysiek, Economie, Sociaal en Bestuur van 6 november 2012. 3. Het Drechtstedenbestuur van 9 november 2012. Verdere procedure, communicatie en uitvoering Na besluitvorming van het voorstel in de Drechtraad volgt uitwerking in het Werkprogramma 2013. Het Drechtstedenbestuur heeft dit in voorbereiding en zal u te zijner tijd hierover informeren. Het rMJP is voor de Drechtsteden én voor onze maatschappelijke partners een belangrijk document omdat het aangeeft welke doelen de Drechtsteden zichzelf stellen, hoe ze die willen bereiken, en hoe ze invulling willen geven aan de betrokkenheid van maatschappelijke partners bij de verschillende activiteiten. Communicatie over het rMJP betekent enerzijds dat hierover actief geïnformeerd wordt via de reguliere communicatiemiddelen (bijvoorbeeld onze Drechtstedenwebsite), anderzijds wordt het rMJP actief gecommuniceerd naar onze partners omdat de geprioriteerde activiteiten ook voor hen relevant zijn en we ze graag betrekken bij de uitvoering. Het geactualiseerde rMJP krijgt zijn vertaling in het werkprogramma 2013 en in de begroting. In het kader van de reguliere planning en controlcyclus wordt gerapporteerd en verantwoord. Het Drechtstedenbestuur heeft op 27 juni 2012 ingestemd met de Bestuursopdracht Vernieuwing P&C instrumentarium. Een van de opdrachten daarin is het opstellen van ‘routekaarten’ voor inhoud en bedrijfsvoering.
Bijlage I1
In het licht van deze opdracht wordt het rMJP concreet vertaald naar routekaarten waarin doelen, activiteiten en middelen in één oogopslag zichtbaar zijn. Daarbij worden de relaties/afhankelijkheden tussen doelen en activiteiten in beeld gebracht én verbonden aan de beschikbare middelen. Waar mogelijk en wenselijk zullen ook lokale en meervoudig lokale doelen en activiteiten op deze kaarten een plekje krijgen. Zo ontstaat niet alleen inzicht in de afhankelijkheden binnen het rMJP maar maken we ook inzichtelijk hoe lokale en regionale doelen en plannen zicht tot elkaar verhouden. De routekaarten dienen als ondersteuning bij het bestuurlijk en politiek inhoudelijk debat en moeten het mogelijk maken tot integrale besluitvorming te komen: met oog voor inhoudelijke en financiële afhankelijkheden én voor de overeenkomsten en verschillen tussen lokale en regionale doelen. Onderliggende stukken - De notitie rMJP actualisatie “Een aantrekkelijk leefklimaat; dé sleutel voor succesvolle ontwikkeling van de Drechtsteden”. - Een pdfbestand met daarin de rMJP actualisatie op één A4 weergegeven.
Bijlage B1
VOORSTEL DRECHTRAAD CARROUSEL Bestuur 4 december 2012 DRECHTRAAD 15 januari 2013 Datum 10-10-2012
Steller A.P.E. Jaquet
Doorkiesnummer 770 4176
E-mail
[email protected]
Onderwerp
Zevende wijziging Gr Drechtsteden Voorstel 1. Kennisnemen van de bijgevoegde tekst van de Gr Drechtsteden, versie 8.0 en de daarin opgenomen wijzigingen aanvaarden. 2. Het onder 1 genoemde besluit op de gebruikelijke wijze bekend te maken. Dit is nodig voor de feitelijke inwerkingtreding van de wijziging. Behandeladvies Drechtraad-Carrousel: opiniërend. Bevoegdheid Artikel 5, eerste lid GRD, Drechtraad. Samenvatting Wijziging van de gemeenschappelijke regeling is noodzakelijk om de volgende redenen: Op het werkterrein van de SDD zijn wijzigingen opgetreden in de uit te voeren wetgeving. Zo is de Wet investeren in jongeren vervallen en de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening in werking getreden. Deze wijzigingen moeten in de tekst van de GR worden verwerkt. Daarnaast worden de taken die het SCD uitvoert op het gebied van de geografische informatie nu beter beschreven. Het gaat niet om nieuwe taken. Tot slot is het belangrijk te vermelden dat de besluitvorming in de Drechtraad wordt gewijzigd in artikel 14, vijfde lid. Nu alle raden daarmee hebben ingestemd wordt deze tekst in overeenstemming gebracht e met de tekst over de besluitvorming in het Reglement van Orde van de Drechtraad (artikel 26, 11 lid RvO) . Toelichting op het voorstel Zie samenvatting. Consequenties Financiële consequenties Niet van toepassing Personele en organisatorische consequenties Niet van toepassing Juridische consequenties Door de wijziging van de GRD is deze weer actueel. Dat bevordert het juridisch rechtmatig handelen van de GRD. Een direct gevolg van deze wijziging is wel dat vanaf 1 februari 2013 een andere maatstaf geldt voor de besluitvorming in de Drechtraad, namelijk dezelfde maatstaf die in het Reglement van Orde van de Drechtraad is opgenomen.
pagina 2 van agendapunt: Zevende wijziging GR Drechtsteden Advies en draagvlak ONS-D heeft ingestemd met dit voorstel, evenals het PFO Middelen. Over de wijziging van artikel 14, vijfde lid hebben alle deelnemers al schriftelijk laten weten daarmee in te stemmen. Verdere procedure, communicatie en uitvoering De colleges, burgemeesters en raden van de deelnemende gemeenten moeten het wijzigingsbesluit (ongewijzigd) vaststellen. De Drechtraad moet het wijzigingsbesluit aanvaarden. De verschillende besluiten moeten door de gemeenten zelf worden bekendgemaakt evenals door Drechtsteden. Daarna wordt de vastgestelde tekst op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen ter informatie naar Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland gezonden. Onderliggende stukken - Concept besluit Drechtraad - Tekst GRD, versie 8.0, met wijzigingen zichtbaar en schone versie - Wijzigingsbesluit + toelichting
VOORSTEL DRECHTRAAD d.d. … Datum 4 oktober 2012
Steller A.P.E. Jaquet
Doorkiesnummer 770 4176
E-mail
[email protected]
Onderwerp
Besluit tot het kennis nemen van de zevende wijziging van de GRD
DE DRECHTRAAD Gezien het voorstel van het Drechtstedenbestuur van 9 november 2012; Gelet op artikel 5, eerste lid van de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden;
BESLUIT: Kennis te nemen van de zevende wijziging van de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden, zoals bijgevoegd bij het voorstel van het Drechtstedenbestuur van 9 november 2012. Aldus besloten in de openbare vergadering van de Drechtraad van ……. de coördinerend griffier,
de voorzitter,
A. Overbeek
drs. A.A.M. Brok
Bijlage B2
OORSTEL
DRECHTRAAD Carrousel Bestuur 4 december 2012 DRECHTRAAD 15 januari 2013 Datum 8 oktober 2012
Steller A. Overbeek
Doorkiesnummer (0184)495989
E-mail
[email protected]
Onderwerp
Reglement van orde voor de Drechtraad Voorstel Vaststellen van het gewijzigde Reglement van orde voor de Drechtraad. Behandeladvies: Drechtraad-Carrousel: opiniërend. Bevoegdheid Drechtraad. Samenvattende toelichting Het Reglement van Orde voor de Drechtraad is na invoering van de Drechtstedendinsdag herzien en op 7 december 2010 in de Drechtraad vastgesteld. Inmiddels zijn we 2 jaar verder en de Drechtstedendinsdag draait op volle toeren. Echter, het Reglement blijkt niet altijd voor alle procedures richtlijnen te bevatten. Het voorstel is dan ook het Reglement van orde voor de Drechtraad te herzien. De onderdelen waarover suggesties zijn gedaan om tot een aanpassing van het Reglement te komen zijn in de afgelopen periode verzameld en in de heisessie van de Agendacommissie op 29 augustus 2012 besproken en aangevuld. In het bijgevoegde wijzigingsvoorstel staan alle voorgestelde wijzigingen puntsgewijs opgesomd. Consequenties Financiële consequenties Niet van toepassing. Personele en organisatorische consequenties Niet van toepassing. Juridische consequenties - Artikel 26 van het Reglement van orde is niet overeenkomstig met hetgeen in de Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden is opgenomen: de huidige tekst van de GrD (artikel 14, lid 5) spreekt voor moties e.d. over 60% van de aanwezige stemmen; voor amendementen e.d. over 50% +1. In het Reglement van orde wordt ‘in de breedte’ gesproken over 50+1. Feit is dat de GrD van hoger orde is dan het Reglement van orde. Aan de gemeenten is gevraagd akkoord te gaan met de regeling zoals deze nu is neergelegd in het Reglement van orde. Inmiddels hebben alle gemeenten hierop positief gereageerd. In de zevende wijziging van de GrD zal dit dan ook worden meegenomen. Conclusie: Na aanpassing van de GrD zijn het Reglement van orde en de GrD weer met elkaar in overeenstemming. Consequenties voor andere beleidsvelden en organisaties Niet van toepassing. Verdere procedure, communicatie en uitvoering Met ingang van 1 februari 2013 treedt het nieuwe reglement in werking. Onderliggende stukken - Wijzigingsbesluit. - Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de Drechtraad met wijzigingen zichtbaar en schone versie.
De Drechtraad Gezien het voorstel van de Agendacommissie van 17 oktober 2012; Overwegende dat op grond van opgedane ervaringen het gewenst is om enkele wijzigingen aan te brengen in het reglement van orde voor de Drechtraad; BESLUIT: vast de stellen het hierna volgende Reglement van orde voor de Drechtraad 2010 (eerste wijziging): Artikel I A. In artikel 4, eerste lid vervalt uit zijn midden of uit de plaatsvervangend leden van de Drechtraad; B. In artikel 6, derde lid wordt week gewijzigd in dag; C. In artikel 8, tweede lid wordt de leden van de Drechtraad gewijzigd in alle raadsleden van de Drechtsteden; D. Aan artikel 8, tweede lid wordt na de punt een zin toegevoegd, luidende: Verspreiding binnen de gemeenteraden geschiedt digitaal conform de binnen de gemeente gebruikelijke wijze. E. Artikel 8, derde lid vervalt; F. Aan artikel 10, tweede lid, onder a wordt een zin toegevoegd, luidende: Verspreiding binnen de gemeenteraden geschiedt digitaal conform de binnen de gemeente gebruikelijke wijze. G. Artikel 15, eerste en tweede lid vervallen; H. Artikel 15, derde lid wordt het enig lid en komt te luiden als volgt: De Coördinerend griffier draagt er zorg voor dat er voldoende zitplaatsen zijn voor de Drechtraadleden, de Drechtstedensecretaris en andere personen die zijn uitgenodigd om de vergadering bij te wonen.; I. Artikel 16, tweede lid komt te luiden als volgt: Indien op het vastgestelde aanvangtijdstip van de vergadering niet ten minste 50% + 1 van het maximaal aantal mogelijk aanwezige leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter het tijdstip van de volgende vergadering, die ongeacht het dan aanwezige aantal leden doorgaat. J. In artikel 30, tweede lid wordt na oproep toegevoegd voor die Carrousel; K. In artikel 30, tweede lid, tweede volzin wordt eerstvolgende gewijzigd in daarop volgende; L. In artikel 33, derde lid wordt in ieder geval gewijzigd in zoveel mogelijk; M. Artikel 33, vierde lid komt te luiden als volgt: De antwoorden van het Drechtstedenbestuur worden door tussenkomst van de coördinerend griffier aan de Drechtraadleden toegezonden en op de ingekomen stukkenlijst van de eerstvolgende Drechtraadvergadering geplaatst. N. Onder vernummering van de artikelen 34 tot en met 47 tot 35 tot en met 48 wordt een nieuw artikel 34 met als kop Vragenkwartier ingevoegd, luidende: De Drechtraadleden worden in de gelegenheid gesteld agendapunten uiterlijk tot vrijdag 12.00 uur voor de vergadering van de Drechtraad in te dienen. De vragen kunnen slechts betrekking hebben op actuele politieke thema’s voor de Drechtsteden en op aangelegenheden waarvoor het Drechtstedenbestuur bevoegd is. Artikel II Dit besluit treedt in werking op ………….. Artikel III Dit besluit wordt aangehaald als:”Reglement van orde voor de Drechtraad, eerste wijziging”. Aldus besloten in de openbare vergadering van de Drechtraad van ………….. de coördinerend griffier,
de voorzitter,
A. Overbeek
drs. A.A.M. Brok
Bijlage B3
VOORSTEL DRECHTRAAD CARROUSEL Bestuur 4 december 2012 Portefeuillehouder - werkgroep Toekomst Drechtsteden - A.B. Blase
Datum 1 november 2012
Status behandeling Carrousel Opiniërend
Steller - M. Kouwenberg/J. van den Ban
E-mail
[email protected] [email protected]
Telefoonnummer 7702672/7702671
Onderwerp
Toekomst Drechtsteden Voorstel De raadswerkgroep Toekomst Drechtsteden en het Drechtstedenbestuur stellen u gezamenlijk voor een opiniërende bespreking te voeren over 1) de principes van samenwerking in de Drechtsteden en 2) toekomst en inrichting van het netwerkbestuur. Dit aan de hand van het Overzicht lokale visies bestuurlijke toekomst Drechtsteden 2011-2012, het Eindrapport Verkenning Toekomst Netwerkbestuur en het Addendum daarbij. Bevoegdheid Drechtraad (art. 6 of 7 GrD) / Lokale gemeentebesturen Samenvatting Op 4 december is in de Carrousel Bestuur gelegenheid vervolg te geven aan de eerste bespreking over de toekomst Drechtsteden van 2 oktober jl. Aan de Drechtraad wordt gevraagd in de Carrousel de principes/grondbeginselen waarop de samenwerking in de Drechtsteden is gestoeld te bespreken, als basis voor verdere gesprekken in de Drechtraad over de inhoud (programmatische afstemming en de weerslag daarvan in het rMJP voor de nieuwe raadsperiode) en de bestuurlijke vorm van de samenwerking (netwerkbestuur). Daarnaast wordt aan de Drechtraad gevraagd in de Carrousel opinie en richting te geven over de toekomst en inrichting van het netwerkbestuur. De uitkomsten zullen in het vervolgproces worden meegenomen. Het proces zal zodanig worden georganiseerd dat ruim voor de volgende raadsperiode de concrete uitwerkingen beschikbaar zullen zijn. Toelichting op het voorstel In uw Carrouselvergadering Bestuur van 2 oktober jl. heeft u een eerste oriënterende bespreking gevoerd over de bestuurlijke toekomst van de Drechtsteden. Naast de bevindingen van de lokale visietrajecten, lag ook het concept eindrapport Verkenning toekomst netwerkbestuur als onderlegger voor de Carrousel voor. In deze eerste ronde heeft in uw Carrouselvergadering een kennismaking met en uitwisseling van de hoofdlijnen van de lokale visietrajecten plaatsgevonden. In aansluiting hierop heeft de Carrousel de werkgroep verzocht de Carrousel een handzaam overzicht aan te bieden van de lokale visies op de bestuurlijke toekomst. De werkgroep heeft hierop voor uw Carrouselvergadering van 4 december het nu bijgevoegde Overzicht lokale visies bestuurlijke toekomst Drechtsteden opgesteld. In dit document zijn de uitspraken van de gemeenten over de bestuurlijke toekomst van de Drechtsteden opgenomen, onderverdeeld in een aantal subthema’s. De schema’s worden voorafgegaan door een beknopte opsomming/samenvatting – in vijf punten – van de door de gemeenteraden aangegeven principes/grondbeginselen van samenwerking in de Drechtsteden, alsook een viertal punten waarin de lokale visies onderling van elkaar verschillen. Het document wordt afgesloten met een opsomming van conclusies van de Commissie Meijdam (Visitatiecommissie Meijdam) en de commissie ScholtenII (Evaluatie bestuurlijke samenwerking Drechtsteden), als handreiking voor het gesprek over de principes van samenwerking.
pagina 2
In het tweede deel van die vergadering is door sprekers een aantal opmerkingen en suggesties gedaan over de samenwerking in de Drechtsteden en de ontwikkeling van het netwerkbestuur. De opmerkingen betroffen vooral de positie, vorm en samenstelling van de Drechtraad en Drechtstedenbestuur. Zoals toegezegd door de bestuurlijk portefeuillehouder worden deze opmerkingen betrokken in het verdere proces. Hiertoe is aan het rapport Verkenning Toekomst Netwerkbestuur een Addendum toegevoegd, waarmee de opmerkingen behoren bij deze Verkenning. De suggestie om voorstellen aan de Drechtraad te toetsen in de mate waarin ze bijdragen aan vereenvoudiging van bestuur en werk (“indikkingsindex”), maakt niet zozeer onderdeel uit van de discussie over de toekomst van het netwerkbestuur, maar zal in overweging worden genomen. Terugkoppeling hierover zal plaatsvinden in bestuursrapportage. De Verkenning en het Addendum zijn bij deze oplegnotitie gevoegd. Na deze Carrouselvergadering heeft de werkgroep Toekomst Drechtsteden zich gebogen over het vervolgproces. Daarin is geconcludeerd dat er behoefte is aan een gesprek over principes waarop de samenwerking in de Drechtsteden is gestoeld. Deze principes gelden als politieke en bestuurlijke kaders van de samenwerking. Dit is ook besproken met de bestuurlijk portefeuillehouder. Op 4 december is in de Carrousel Bestuur gelegenheid vervolg te geven aan uw eerste bespreking, en daarbij met elkaar de principes/grondslagen waarop de samenwerking in de Drechtsteden is gestoeld uit te diepen, als basis voor de keuzen over de inhoud (programmatische afstemming en rMJP) en de bestuurlijke vorm van de samenwerking (netwerkbestuur). Met betrekking tot dat laatste punt bent u op 4 december, op basis van de voorliggende verkenning en het addendum daarop, in de gelegenheid sturing te geven over de toekomst en inrichting van het netwerkbestuur van de Drechtsteden. Beoogd wordt dus het gesprek op 4 december tweeledig te laten zijn: 1) opiniërend bespreken van de principes van de samenwerking in de Drechtsteden en 2) gesprek over de toekomst en inrichting van het netwerkbestuur van Drechtsteden. Deze oplegnotitie, de notitie van de werkgroep met het overzicht lokale visies bestuurlijke toekomst Drechtsteden, de Verkenning toekomst netwerkbestuur en het addendum, kunt u in uw lokale en regionale cyclus benutten in de voor u gebruikelijke voorbereiding op de Drechtstedendinsdag. NB: Geconstateerd moet worden dat in het recentelijk verschenen Regeerakkoord enkele bepalingen zijn opgenomen die van invloed kunnen/zullen zijn op de bestuurslagen in Nederland en dus ook op de samenwerking binnen onze Drechtsteden en de toekomst van ons netwerkbestuur. Nadere uitwerking van de regeerakkoordbepalingen moet vanzelfsprekend nog plaatsvinden. Wanneer mogelijk en waar relevant zullen deze worden meegenomen in de gesprekken over de toekomst van het bestuur van de Drechtsteden. Consequenties Financiële, Personele en organisatorische, Juridische consequenties, Consequenties voor andere beleidsvelden en organisaties: Nu nog niet aan de orde. Verdere procedure, communicatie en uitvoering De werkgroep Toekomst Drechtsteden en portefeuillehouder zullen, in het verlengde van uw Carrouselvergadering op 4 december, afstemming hebben over de aard en het tempo van een vervolgproces, gericht op beschikbaarheid van de concrete uitwerkingen voor de volgende raadsperiode. Daarin zal ook worden meegenomen het te voeren gesprek over en de vaststelling van de mate en de onderdelen waarop wordt samengewerkt, de programmatische afstemming. NB: op de website van de Drechtsteden is, vanaf de linkerkolom op de hoofdpagina, een dossier in te zien met informatie over de toekomst netwerkbestuur. In dit dossier zijn onder andere opgenomen de volledige rapporten van de commissies Meijdam en ScholtenII, raadsinformatiebrieven over toekomst netwerkbestuur, en de brief van het Drechtstedenbestuur van 12 april 2012 over de bevoegdheden van Drechtraad en Drechtstedenbestuur. Onderliggende stukken 1. Notitie van de raadswerkgroep Toekomst Drechtsteden Overzicht lokale visies bestuurlijke toekomst Drechtsteden 2011-2012 van 1 november 2012 2. Verkenning Toekomst Netwerkbestuur van 11 september 2012 3. Addendum op de Verkenning Toekomst Netwerkbestuur van 10 oktober 2012 4. Verslag Carrousel Bestuur van 2 oktober 2012
Bijlage M1
VOORSTEL DRECHTRAAD Carrousel Middelen 4 december 2012 (opiniërend) DRECHTRAAD 4 december 2012 (besluitvormend) Datum 24 oktober 2012
Steller A. Tolsma
Doorkiesnummer 2521
E-mail
[email protected]
Onderwerp
2e Bestuursrapportage 2012 GRD Voorstel 1. Kennis nemen van het advies van de Cliëntenraad Wwb Drechtsteden en beantwoording van het Drechtstedenbestuur. e 2. Vaststellen van de 2 burap 2012. 3. Vaststellen van de voorgestelde begrotingswijzigingen. 4. Vaststellen van de voorgestelde kredieten. 5. Vaststellen van de voorgestelde gemeentelijke bijdragen. Bevoegdheid Drechtraad ter vaststelling. Samenvatting Twee keer per jaar wordt de Drechtraad geïnformeerd over de uitvoering van de begroting. De voorliggende bestuursrapportage (Burap) is de tweede tussentijdse rapportage voor 2012. Deze 2e burap gaat over de realisatie van de eerste acht maanden van het jaar. Op basis daarvan wordt een prognose gegeven van de uitkomsten over heel 2012. Toelichting op het voorstel Onze Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden is volop in ontwikkeling. Dit jaar staat in het teken van de verdere professionalisering van onze organisatie, zowel van de individuele onderdelen als van het collectief. Daarbij past een GRD die naar buiten treedt als één organisatie, met één centraal doel, waarbinnen de inzet van middelen door uw bestuur ook integraal beoordeeld kan worden, net zoals u in uw eigen gemeente ook gewend bent. In deze bestuursrapportage melden wij de verwachte afwijkingen aan het einde van het jaar. Daar waar noodzakelijk worden begrotingswijzigingen voorgesteld. Wij verwachten bij de jaarrekening 2012 een positief saldo te kunnen laten zien. In de tekst van de rapportage ziet u de verwachte positieve resultaten uiteraard wel terug. Niet alle verwachte positieve afwijkingen kunnen en/of mogen in deze fase al vertaald worden begrotingswijzigingen. Dit komt mede doordat de definitieve afrekening met het ministerie moet plaatsvinden. Bij de jaarrekening zal het definitieve saldo zichtbaar zijn en doen we voorstellen voor de inzet van het positieve saldo. Anders dan voorheen zullen wij bij de jaarrekening een integraal voorstel doen voor inzet van het verwachte positieve resultaat. Eén van deze voorstellen is dat wij voornemens zijn om een voorstel te doen om een deel van het resultaat van de Sociale Dienst in te zetten voor een noodzakelijke verhoging van de ICT-performance. De voordelen daarvan op het gebied van dienstverlening en procesverbetering zullen zeker ook in het sociale domein terugvallen. Uiteraard kunt u hierover bij de jaarrekening het inhoudelijk, integrale debat voeren. Ook zouden wij een deel van het positieve resultaat willen inzetten om een deel van de kosten als gevolg van bovenformativiteit op te vangen.
pagina 2
Algemene ontwikkelingen CAO gemeenteambtenaren Afgelopen juni is er een nieuwe CAO voor ambtenaren vastgesteld. Als gevolg van deze CAO zijn de personele lasten van de GRD gestegen. De begroting van de GRD was hierop niet voorzien. Daar waar mogelijk is getracht om deze hogere lasten binnen de begroting van de GRD op te vangen. Dit is gelukt voor het BDS, OCD en GBD. De hogere personele lasten zijn bij het IBD opgevangen door de winstdoelstelling naar beneden bij te stellen. Als gevolg van de afgeronde reorganisatie binnen het SDD en de lopende reorganisatie bij het SCD is er geen financiële ruimte meer om de verhoging van de CAO binnen de bestaande budgetten op te vangen. Concreet komt dit neer op € 410.000 voor de SDD en € 482.000 voor het SCD. Binnen de begroting van de GRD is de verhoging van de werkgeverslasten (onder andere pensioenpremie) op gevangen. Frictiekosten De GRD heeft een financiële taakstelling de gemeentelijke bijdragen te laten dalen. Die daling loopt op tot 10% in 2015 wat overeenkomt tot € 6,0 miljoen structureel. Om deze opdracht van onze eigenaren te realiseren is en wordt de personeelformatie ingekrompen, ook met 10%, ongeveer 80 fte. Met het verlagen van de formatie wordt een aantal medewerkers boventallig. Dit leidt tot logischerwijs en onvermijdbaar tot frictiekosten. Het huidige Sociaal Plan heeft een zeer negatief effect op de frictiekosten, omdat termijnen van uitplaatsing en beëindiging van het dienstverband onvoldoende hard zijn. De GRD heeft nauwelijks tot geen ruimte om deze kosten binnen de eigen begroting én taakstelling op te vangen. Er worden dan ook maximale maatregelen genomen om de frictiekosten te beperken. Eén van deze maatregelen is het terug dringen van externe inhuur. Daarnaast is in gezamenlijkheid met de gemeenten een uitstroomorganisatie opgezet om bovenformatieve medewerkers binnen het Drechtstedennetwerk of daarbuiten te plaatsen. Dat is als eerste goed voor de medewerkers, maar zorgt er ten tweede voor dat de kosten worden beperkt. Desondanks zullen de frictiekosten aanzienlijk zijn, verwacht wordt totaal € 6,5 miljoen over de jaren 2012 tot en met 2015. Echter wanneer de uitstroom van medewerkers achter blijft, zal dit budget niet toereikend zijn. Binnen de begroting van de SCD is er geen ruimte voor frictiekosten. Frictiekosten zijn een gezamenlijk probleem binnen het netwerk. De verantwoordelijkheid van deze frictiekosten wordt dan ook gezamenlijk met de gemeenten opgepakt. Het veranderproces van het SCD vindt dakpansgewijs plaats. Dit betekent dat iedere afdeling in een andere fase van het proces zit. Inmiddels is bij één afdeling het veranderproces afgerond. Naar verwachting zijn alle adviesaanvragen voor het eind van het jaar ingediend bij de OR. De daadwerkelijke kanteling zal in het 1e kwartaal van 2013 gaan plaatsvinden. Binnen de begroting van de SDD is voor 2012 een budget ter hoogte van € 1 miljoen beschikbaar ten behoeve van de frictiekosten. De uitstroom van de bovenformatieve medewerkers bij het SDD loopt achter bij de aannames. De totale frictiekosten van de salarissen, sociaal plan en begeleiding bedragen voor 2012 ruim € 1,2 miljoen. De totale frictiekosten van het SDD voor komende jaren worden geprognosticeerd op € 2,3 miljoen. Aan het eind van het jaar zal de frictievoorziening worden aangevuld. Verwacht wordt dat dit grotendeels gedekt kan worden vanuit de organisatie budgetten van het SDD. ICT In 2012 is de implementatie van het GRID als project afgerond. Dit was een zeer omvangrijk project waarbij het onvermijdbaar is dat er nog een aantal restpunten zijn die nog om inspanning en investering vragen om tot definitieve afronding te komen. Om tot een goed functionerende ICT-omgeving te komen, is het noodzakelijk om deze restpunten eerst op te lossen. De restpunten zijn mede ontstaan door het in de lucht moeten houden van veel oude systemen tijdens en ook na de implementatie van het GRID. De consolidatie van deze systemen loopt achter bij de wens en de verwachting zoals deze bestuurlijk is uitgesproken. Er is veel capaciteit ingezet op het in de lucht houden van de oude gemeentelijke infrastructuren en tegelijkertijd is altijd getracht volledige ‘dagelijkse’ dienstverlening te leveren. De noodzakelijke capaciteitsinzet voor het afhechten van de restpunten was hierdoor onvoldoende. Om straks optimaal gebruik te kunnen maken van de ICT-omgeving is het absoluut noodzakelijk om op korte termijn alle restpunten op te lossen. Alleen dan kunnen de organisaties ICT als optimaal instrument inzetten voor de kwaliteit van dienstverlening en processen. En ook alleen dan is de organisatie in staat om te anticiperen op de vele vernieuwingen die op het ICT-gebied op de gemeentelijke en regionale organisaties afkomen.
pagina 3
Samenvatting per dochterorganisatie Bureau Drechtsteden Voor bureau Drechtsteden is dit jaar de impuls van de economische agenda Zuidvleugel en topsector water en logistiek van belang. Dit vindt plaats door de uitwerking van 7 investeringslijnen: herstructurering bedrijventerreinen, bevorderen transport schone schepen (LNG/ Schone motor), maritieme campus, continuering EcoShape Building with Nature, University College, showcase Kop van ’t Land en promotie en acquisitie. Tevens is vrijetijdseconomie een belangrijk onderdeel. Voorgesteld wordt om de kosten van deze impuls (€130.000) te dekken door middel van onttrekking uit de BWS reserve. Binnen de overige beleidsvelden van het bureau zijn geen afwijkingen. Sociale Dienst Drechtsteden Het klantenbestand is de eerste vijf maanden sterk gegroeid. Vanaf juni is er sprake van een lichte daling van het bestand. Na 8 maanden zijn er 4.782 klanten ingeschreven. Dit betekent dat we achter lopen op onze doelstelling (van 4.674 naar 4.324). Om de dalende lijn en de uitstroom van klanten toe te laten nemen is een aanvalsplan opgesteld. Belangrijke elementen daaruit zijn het oproepen van alle klanten (met een arbeidsplicht) en het vastleggen van uitgebreide CV-informatie ter bevordering van matching op vacatures. Daarnaast worden contacten met werkgevers geïntensiveerd en uitgebreid. De doelstelling die voor de WMO is gesteld zal ruimschoots worden gerealiseerd. Wanneer de huidige e ontwikkelingen doorzetten, zullen de uitgaven voor de WMO hulpmiddelen, bovenop de bij de 1 burap vermelde € 1 miljoen, wederom € 1 miljoen lager uitvallen. Servicecentrum Drechtsteden Het SCD heeft als doel een marktconforme aanbieder van bedrijfsvoeringproducten in de regio te worden. Tegen deze achtergrond is een stevig veranderingsproces ingezet om processen en producten efficiënter, kwalitatief beter en effectiever te maken. Inmiddels zijn bijna alle afdelingen doorgelicht en worden maatregelen genomen om sneller, beter en goedkoper te worden. Het eerste kwartaal van 2013 zal de daadwerkelijke kanteling van het SCD volledig worden afgerond. Bij haar doorontwikkeling loopt het SCD tegen een drietal zaken aan: 1. Transitiekosten die ontstaan als gevolg van het boventallig geworden personeel. 2. Veranderingskosten. Betreft hier kosten die zijn ontstaan om de verandering tot stand te laten komen (inzet van medewerkers en inhuur van (tijdelijke) kennis). 3. ICT. Uit de doorlichting blijkt dat er nog een flink aantal kwantitatieve en kwalitatieve maatregelen genomen moet worden om tot een goed functionerende ICT-omgeving voor de Drechtsteden van de toekomst te komen. Daarnaast zijn er kosten als gevolg van het langer operationeel houden van oude systemen bij gemeenten (“legacy”) en zijn er meer licenties nodig dan destijds was geraamd. Manden Maken Er is sprake van een overtekening van projecten op de beschikbare middelen. De eerdere besluitvorming over de afhechting van Manden Maken bevatte enkele aannames waarop tegenvallers zijn ontstaan (schatting rentebaten en vrijval). Op dit moment is nog geen compleet beeld, dit wordt in de jaarrekening 2012 opgenomen. Besluitvorming over het totaal van nog lopende aanvragen is in voorbereiding. Ingenieursbureau Drechtsteden Binnen het IBD worden twee afwijkingen gemeld. De eerste is het gevolg van de gestegen werkgeverslasten in het kader van de nieuwe CAO. Deze kosten kunnen niet binnen het IBD worden opgevangen. De afspraken (tarieven) met de opdrachtgevers zijn immers al eerder vastgelegd en kosten kunnen niet alsnog worden doorgeberekend. De tweede afwijking is neutraal, en heeft te maken met een gewijzigde verhouding tussen vast personeel en inhuur. Onderzoekcentrum Drechtsteden Binnen het OCD is er een financiële afwijking ontstaan doordat de verwachte externe omzet die gerealiseerd zou gaan worden achter blijft bij de verwachtingen. Deze afwijking kan binnen de bestaande begroting van het OCD worden opgevangen door lagere personele lasten en extra interne opdrachten. Gemeentebelastingen Drechtsteden Het GBD kent een positieve prognose als van lagere automatiseringskosten en het niet uitvoeren van grote aparte controleacties.
pagina 4
Gevraagde begrotingswijzigingen Begrotings programma
Omschrijving
Bedragen Lasten Baten
Toelichting
BDS
Extra impuls economie
130
130
BDS
Ontvangen gelden Provincie Zuid Holland
700
700
BDS
Walstroominvesteringen
350
350
BDS
Drechtstedendinsdag
20
20
-1.357
0
MM MM
Correctie onterecht onttrekking Ontvangst bijdrage provincie ZH
0
431
MM
Mutaties reserve
1.357
-431
SDD
Inkomensondersteuning
2.646
2.646
SDD SDD
Inkomensondersteuning WMO
-166 -1.010
-166 -1.010
SDD
Apparaatskosten
310
310
IBD
Personele lasten
160
0
IBD
Inhuur
65
65
SCD
Frictievergoeding MPO
2.050
2.050
SCD
Uittreding JGZ
0
-221
SCD
Uittreding JGZ
0
221
SCD SCD
Legacy Extra capaciteit ICT
300 375
SCD
Verhoging CAO
SCD
DVO extra inkomsten
Lagere inkomsten rijksvergoeding BBZ Lagere uitgaven hulpmiddelen Hogere lasten als gevolg van CAO ambtenaren. Daarnaast afname van overhead als gevolg van ingekrompen formatie.
OCD
Personele lasten
-65
0
OCD
Onderzoek
0
-65
Alg. dekkm.
Reserves
100
0
9.617
9.357
Nee
I
Nee
S
Alle zes
I
Nee
I
Nee
I
Nee
S
Nee
S S
Nee Alle zes
S
Alle zes
S
Nee
S
Nee
I I
Alle zes Alle zes
Stijging personele lasten door nieuw CAO
S
Extra DVO afgesloten daardoor hogere baten en lasten
I
Alle zes Per gemeente afgerekend
2.125
253 647
I
Nee
2.125
253 647
Nee
I
482
SCD SCD
I
I
482
145
Gemeente
Ja, Dordrecht en Zwijndrecht Nee
Hogere personele lasten als gevolg van CAO ambtenaren
300 375
145
Totaal
Administratieve aanpassing Ontvangst bijdrage provincie ZH, afrekening BOR-gelden Mutatie in reserves als gevolg van onterechte onttrekking en ontvangst Hogere inkomsten rijksvergoeding BUIG
Invullen van vacatureruimte door inhuur Vorming reserve als gevolg van afspraken MPO Als gevolg van uittreding JGZ in 2012 lagere inkomsten. Onttrekking uit frictiereserve voor dekking lagere inkomsten JGZ. Personele kosten legacy Extra capaciteit ICT
Werkkostenregeling (WKR) Inkoop Nieuwe Stijl (INS) Printer/telefonie
SCD
Het Drechtstedenbestuur heeft besloten om een extra impuls te geven aan de economie in de Drechtsteden langs 7 investeringslijnen. Voorgesteld wordt om deze extra impuls te financieren uit een extra bijdrage uit het BWS-reserve. Via Provincie Zuid Holland ontvangt Bureau Drechtsteden middelen voor HOV-D, ISV3 en het programma Luchtkwaliteit. In 2012 wordt verwacht € 700.000 van deze middelen uit te geven. In 2012 wordt voor € 350.000 aan investeringen verwacht aan de walstroomvoorzieningen. Hogere organisatiekosten Drechtstedendinsdag
S/I*
Betreft kosten (inhuur deskundigheid) als gevolg van implementatie WKR. Invoeren van INS Betreft meerverbruik printer en telefonie Lagere personele lasten en besparing op inhuur Lagere omzet vanuit externe opdrachten en hogere omzet vanuit interne opdrachten Toekennen van resultaat algemene dekkingsmiddelen aan reserve
I
I
Alle zes
I&S I
Alle zes Alle zes
I
Nee
I
Nee
I
Nee
pagina 5
Gevraagde kredieten Krediet
Omschrijving Uitbreiding van het contractbeheersysteem naar een inkoopsysteem. Aanschaf van aanvullende licenties voor onder andere Oracle en Microsoft Extra capaciteit is nodig om restpunten af te wikkelen
Inkoop nieuwe stijl Licenties Oude knelpunten ICT
Bedrag
Looptijd
€ 90.000
5 jaar
€ 550.000
5 jaar
€ 600.000
Deels 5 jaar en deels 10 jaar
Recapitulatie programmabegroting In deze burap wordt een onderscheid gemaakt tussen prognose en begroting na wijzigingen. De prognose kan afwijken van de begroting na begrotingswijzigingen. Dit omdat niet alle financiële afwijkingen zijn vertaald naar een begrotingswijzing. Getracht wordt om met bijsturing het resultaat in positieve zin te beïnvloeden. Daar waar een positieve prognose wordt weergegeven zal bij de jaarrekening een voorstel tot resultaatbestemming worden gedaan. De financiële effecten van besluiten die zijn gemaakt in de eerste acht maanden zijn vertaald naar begrotingswijzigingen en zijn verwerkt in de begroting na wijzigingen. Wanneer het saldo negatief is, betekent dit een tekort en een positief saldo geeft een overschot aan. (Bedragen x € 1.000) Actuele begroting 2012 Lasten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Begroting na wijzigingen 2012
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Bureau Drechtsteden
5.395
5.395
0
6.625
6.575
-50
1.180
1.180
0
6.575
6.575
0
Bestuur en staf
2.131
2.131
0
2.171
2.151
-20
20
20
0
2.151
2.151
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
202.390 202.390
0
204.170
204.170
0
1.780
1.780
0 204.170
204.170
0
7.925
8.237
312
8.150
8.302
152
225
65
-160
8.150
8.302
152
42.018
42.018
0
49.544
48.395
-1.149
6.377
6.377
0
48.395
48.395
0
4.694
4.694
0
4.609
4.694
85
0
0
0
4.694
4.694
0
1.549
1.549
0
1.484
1.484
0
-65
-65
0
1.484
1.484
0
0
150
150
100
150
50
100
0
-100
100
150
50
266.101 266.564
462
276.853
275.921
-932
9.617
9.357
-260 275.719
275.921
202
Manden Maken Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden Gemeentebelastingen Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden Algemene dekkingsmiddelen Resultaat
Baten
Begrotingswijziging 2012
Prognose 2012
Baten
Saldo
In de volgende tabel wordt per gemeente weergegeven wat de invloed van de begrotingswijziging is op de gemeentelijke begroting. Een positief bedrag geeft een verhoging van de gemeentelijke bijdrage weer. Een negatief bedrag is een verlaging van de gemeentelijke bijdrage.
Totaal
GR PG&J, VR, OZHZ
GRD**
Zwijndrecht
Sliedrecht
Papendrecht
H-I-Ambacht
Dordrecht
Alblasserdam
S/I*
Onderwerp
Dochter
(Bedragen x € 1.000)
BDS Drechtstedendinsdag S 2 9 2 2 2 3 0 0 20 SDD WMO S 20 -1.032 83 22 108 -231 0 0 -1.030 SDD Apparaat S 13 212 8 20 16 41 0 0 310 IBD CAO S 0 129,6 0 0 0 30,4 0 0 160 SCD Legacy I 14 98 17 22 14,5 28 107 0 300 SCD Capaciteit ICT tbv continuïteit I 18 123 21 28 18 35 134 0 375 SCD Verhoging CAO S 22 217 21 42 27 55 96 2 482 SCD Werkkostenregeling I 7 57 7 14 9 18 33 0 145 SCD Inkoop nieuw stijl S 7 53 7 13 8 17 30 0 135 SCD Inkoop nieuw stijl I 6 46 6 12 7 14 26 0 118 SCD Printer en telefonie I 38 49 53 42 15 15 0 435 647 Totaal 147 -38,4 225 217 224,5 25,4 426 437 1.662 Totaal structureel 64 -411,4 121 99 161 -84,6 126 2 77 Totaal incidenteel 83 373 104 118 63,5 110 300 435 1.585 * Begrotingswijzigingen die structureel van karakter zijn worden weergegeven met een S en incidenteel van karakter met een I. Hierbij gaat het om een begrotingswijziging die 3 jaar op rij van impact is op de begroting. ** De hogere bijdrage van de GR Drechtsteden is nog niet verwerkt in de begrotingsprogramma’s van de overige GRD-dochters.
pagina 6
Kanttekeningen Het wijzigen van de begroting, op basis van de afgegeven prognose, dient voor het eind van het jaar plaats te vinden vanuit het oogpunt van begrotingsrechtmatigheid. Consequenties Financiële consequenties De 2e bestuursrapportage 2012 leidt tot wijzigingen van de begroting en de gemeentelijke bijdragen. Personele en organisatorische consequenties Niet van toepassing Juridische consequenties Niet van toepassing Consequenties voor andere beleidsvelden en organisaties Niet van toepassing Verdere procedure, communicatie en uitvoering Geen bijzonderheden. Onderliggende stukken - Concept 2e bestuursrapportage 2012 GRD, versie 4.2 d.d. 13 november 2012 - Advies van de Cliëntenraad WWB Drechtsteden d.d. 14 oktober 2012 - Reactie van het Drechtstedenbestuur op het advies van de Cliëntenraad WWB Drechtsteden d.d. 9 november 2012
Concept 2e bestuursrapportage 2012 GR Drechtsteden
Versie 4.2– 13 november 2012
2
1. Inleiding, samenvatting en besluiten 1.1 Inleiding…………………………………………………………………………………………...…4 1.2 Samenvatting……………………………………………………………………………………….5 1.3 Recapitulatie programmabegroting en gevraagde begrotingswijzigingen en kredieten…....7 1.4 Algemene ontwikkelingen…………………………………………………………………………9 1.5 Taakstellingen……………………………………………………………………………………..10 1.6 Inhuur derden……………………………………………………………………………………..12 1.7 Risico’s……………………………………………………………………………………………..13 2. Programma’s 2.1 Bureau Drechtsteden…………………………………………………………………………..…17 2.2 Bestuur en Staf……………………………………………………………………………………21 2.3 Manden Maken……………………………………………………………………………………23 2.4 Sociale Dienst Drechtsteden…………………………………………………………………….24 2.5 Ingenieursbureau Drechtsteden…………………………………………………………………28 2.6 Servicecentrum Drechtsteden…………………………………………………………………...29 2.7 Gemeentebelastingen Drechtsteden…………………………………………………………...37 2.8 Onderzoekcentrum Drechtsteden…………………………………………………………….…38 2.9 Algemene dekkingsmiddelen……………………………………………………………………39 3. Bijlagen Financieel………………………………………………………………………………………………40 Besluiten…………………………………………………………………….………………………….41
3
1. Inleiding, samenvatting en besluiten 1.1 Inleiding De doorontwikkeling van de planning- en controlcyclus van de Drechtsteden is in volle gang. In deze nieuwe opzet voor de bestuursrapportage (Burap) informeren wij u over de voortgang van de in begroting 2012 opgenomen doelstellingen en de besteding van de daarvoor beschikbaar gestelde middelen. De Burap is zo compact mogelijk gehouden en bevat toelichtingen op geconstateerde afwijkingen, inhoudelijk en financieel. Daar waar nodig bevat de bestuursrapportage voorstellen voor begrotingswijzigingen. Samenwerking binnen én buiten het netwerk Rode draad in deze Burap is de toenemende schaarste op publieke middelen. De economische en financiële crisis is nog niet voorbij en leidt tot verdergaande Rijksbezuinigingen en tegenvallers voor gemeenten in het ruimtelijk domein. Het wordt steeds duidelijker dat gemeenten intensiever moeten samenwerken om deze lagere inkomsten op te kunnen vangen. Binnen de Drechtsteden hebben wij deze samenwerking al goed vormgegeven, maar we weten ook dat verdere intensivering nodig is als het Rijk de bijdragen aan het Gemeentefonds nog verder verlaagt. Die samenwerking kan niet beperkt blijven tot alleen de zes Drechtstedengemeenten. Als Drechtsteden maken we deel uit van de Zuidwestelijke Delta, samen met Zeeland en West-Brabant. Juist in de samenwerking over de grenzen van de provincie heen, liggen kansen voor samenwerking. Het Meerjarenprogramma tegen het licht gehouden Voor de zomer zijn de raadsleden op informele wijze in de gelegenheid gesteld hun visie te geven op de voortgang van het regionaal Meerjaren Programma Drechtsteden; de programma’s sociaal, fysiek, economie en bestuur. Deze opbrengst, wordt, tezamen met die van de colleges en het DSB, verwerkt tot een voorstel voor actualisatie van het rMJP. Uit de inbreng kan in algemene zin worden geconstateerd, dat de gekozen lijnen in het rMJP niet ter discussie staan. Zo is bijvoorbeeld uit de inbreng af te leiden dat ook de raadsleden de focus op economie en arbeidsmarkt nadrukkelijk onderschrijven. Publieke zakelijkheid Met de afronding van de ontvlechting tussen het de SCD en de drie gemeenschappelijke regelingen Zuid-Holland Zuid komen wij in een nieuwe fase. Een fase waarin een andersoortige relatie ontstaat, waarin professionaliteit en zakelijkheid belangrijke factoren zijn. Uiteraard zijn deze kenmerken ook voor onze eigenaren belangrijk. Wij noemen dit publieke zakelijkheid: we combineren maatschappelijke betrokkenheid en kennis van omgeving en het netwerk, met professionele fermheid, zakelijkheid en doelmatigheid. Daarin willen wij onze meerwaarde voor onze eigenaren en klanten nog meer zichtbaar maken. Professionalisering binnen de GRD: één organisatie, zes dochters Onze Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden is volop in ontwikkeling. Dit jaar staat in het teken van de verdere professionalisering van onze organisatie, zowel van de individuele onderdelen als van het collectief. Onze organisatie bestaat uit verschillende bedrijfsonderdelen, met elk hun eigen producten, eigen processen en eigen karakters. We hebben respect voor de eigenheid van de dochters, maar er is ook een nadrukkelijke wens én noodzaak om de gezamenlijke kracht van onze organisatie te versterken. Immers, hoewel de GRD-dochters op het eerste oog erg verschillend zijn, staat uiteindelijk altijd hetzelfde doel centraal: het leveren van excellente dienstverlening, om de gemeenten te ondersteunen bij de uitvoering van hun kerntaken en het bereiken van hun doelen. Of nog eenvoudiger: we maken het voor de gemeenten sneller, slimmer en goedkoper. Daarbij past een GRD die naar buiten treedt als één organisatie, met één centraal doel, waarbinnen de inzet van middelen door uw bestuur ook integraal beoordeeld kan worden, net zoals u in uw eigen gemeente ook gewend bent. Met de stofkam door onze processen en producten Wij werken hard aan verbetering van producten en verlaging van kosten. De reorganisaties bij de Sociale Dienst en het Servicecentrum zijn in volle gang, en ook de plannen voor het Ingenieursbureau worden verder uitgewerkt en gepresenteerd. Om de gewenste kwaliteitsslag én efficiencyvoordelen te
4
kunnen realiseren, gaan we op dit moment ‘met de stofkam’ door alle producten en processen van het SCD, op een vergelijkbare manier zoals dit eerder binnen de SDD is gebeurd. Hierbij wordt veel zichtbaar: goede zaken die binnen het SCD gecontinueerd worden, maar soms ook pijnlijke tekortkomingen. Met name op het gebied van ICT blijkt dat er aanzienlijke maatregelen nodig zijn om tot een duurzaam goed functionerende ICT-omgeving te komen, nu én in de toekomst, om de gemeentelijke dienstverlening op een acceptabel niveau te kunnen garanderen. Wij brengen deze punten zoveel als mogelijk in beeld en beseffen ons dat we – in het licht van de noodzakelijke doorontwikkeling - geen keuze hebben om maatregelen langer uit te stellen. Verwachting positief resultaat bij Jaarrekening 2012 In deze bestuursrapportage melden wij de verwachte afwijkingen aan het einde van het jaar. Daar waar noodzakelijk worden begrotingswijzigingen voorgesteld. Wij verwachten bij de jaarrekening 2012 een positief saldo te kunnen laten zien. In de tekst van deze rapportage ziet u de verwachte positieve resultaten uiteraard wel terug. Niet alle verwachte positieve afwijkingen kunnen en/of mogen in deze fase al vertaald worden begrotingswijzigingen. Dit komt mede doordat de definitieve afrekening met het ministerie moet plaatsvinden. Bij de jaarrekening zal het definitieve saldo zichtbaar zijn en doen we voorstellen voor de inzet van het positieve saldo. Anders dan voorheen zullen wij bij de jaarrekening een integraal voorstel doen voor inzet van het verwachte positieve resultaat. Eén van deze voorstellen is dat wij voornemens zijn om een voorstel te doen om een deel van het resultaat van de Sociale Dienst in te zetten voor een noodzakelijke verhoging van de ICT-performance. De voordelen daarvan op het gebied van dienstverlening en procesverbetering zullen zeker ook in het sociale domein terugvallen. Uiteraard kunt u hierover bij de jaarrekening het inhoudelijk, integrale debat voeren. Ook zouden wij een deel van het positieve resultaat willen inzetten om een deel van de kosten als gevolg van bovenformativiteit op te vangen. 1.2 Samenvatting Bureau Drechtsteden Voor bureau Drechtsteden is dit jaar de impuls van de economische agenda Zuidvleugel en topsector water en logistiek van belang. Dit vindt plaats door de uitwerking van 7 investeringslijnen: herstructurering bedrijventerreinen, bevorderen transport schone schepen (LNG/ Schone motor), maritieme campus, continuering EcoShape Building with Nature, University College, showcase Kop van ’t Land en promotie en acquisitie. Tevens is vrijetijdseconomie een belangrijk onderdeel. Voorgesteld wordt om de kosten van deze impuls (€130.000) te dekken door middel van onttrekking uit de BWS reserve. Binnen de overige beleidsvelden van het bureau zijn geen afwijkingen. Sociale Dienst Drechtsteden Het klantenbestand is de eerste vijf maanden sterk gegroeid. Vanaf juni is er sprake van een lichte daling van het bestand. Na 8 maanden zijn er 4.782 klanten ingeschreven. Dit betekent dat we achter lopen op onze doelstelling (van 4.674 naar 4.324). Om de dalende lijn en de uitstroom van klanten toe te laten nemen is een aanvalsplan opgesteld. Belangrijke elementen daaruit zijn het oproepen van alle klanten (met een arbeidsplicht) en het vastleggen van uitgebreide CV-informatie ter bevordering van matching op vacatures. Daarnaast worden contacten met werkgevers geïntensiveerd en uitgebreid. De doelstelling die voor de WMO is gesteld zal ruimschoots worden gerealiseerd. Wanneer de huidige e ontwikkelingen doorzetten, zullen de uitgaven voor de WMO hulpmiddelen, bovenop de bij de 1 burap vermelde € 1 miljoen, wederom € 1 miljoen lager uitvallen. Servicecentrum Drechtsteden Het SCD heeft als doel een marktconforme aanbieder van bedrijfsvoeringproducten in de regio te worden. Tegen deze achtergrond is een stevig veranderingsproces ingezet om processen en producten efficiënter, kwalitatief beter en effectiever te maken. Inmiddels zijn bijna alle afdelingen doorgelicht en worden maatregelen genomen om sneller, beter en goedkoper te worden. Het eerste kwartaal van 2013 zal de daadwerkelijke kanteling van het SCD volledig worden afgerond.
5
Bij haar doorontwikkeling loopt het SCD tegen een drietal zaken aan: 1. Transitiekosten die ontstaan als gevolg van het boventallig geworden personeel. 2. Veranderingskosten. Betreft hier kosten die zijn ontstaan om de verandering tot stand te laten komen (inzet van medewerkers en inhuur van (tijdelijke) kennis). 3. ICT. Uit de doorlichting blijkt dat er nog een flink aantal kwantitatieve en kwalitatieve maatregelen genomen moet worden om tot een goed functionerende ICT-omgeving voor de Drechtsteden van de toekomst te komen. Daarnaast zijn er kosten als gevolg van het langer operationeel houden van oude systemen bij gemeenten (“legacy”) en zijn er meer licenties nodig dan destijds was geraamd. Manden Maken Er is sprake van een overtekening van projecten op de beschikbare middelen. De eerdere besluitvorming over de afhechting van Manden Maken bevatte enkele aannames waarop tegenvallers zijn ontstaan (schatting rentebaten en vrijval). Op dit moment is nog geen compleet beeld, dit wordt in de jaarrekening 2012 opgenomen. Besluitvorming over het totaal van nog lopende aanvragen is in voorbereiding. Ingenieursbureau Drechtsteden Binnen het IBD worden twee afwijkingen gemeld. De eerste is het gevolg van de gestegen werkgeverslasten in het kader van de nieuwe CAO. Deze kosten kunnen niet binnen het IBD worden opgevangen. De afspraken (tarieven) met de opdrachtgevers zijn immers al eerder vastgelegd en kosten kunnen niet alsnog worden doorberekend. De tweede afwijking is neutraal, en heeft te maken met een gewijzigde verhouding tussen vast personeel en inhuur. Onderzoekcentrum Drechtsteden Binnen het OCD is er een financiële afwijking ontstaan doordat de verwachte externe omzet die gerealiseerd zou gaan worden achter blijft bij de verwachtingen. Deze afwijking kan binnen de bestaande begroting van het OCD worden opgevangen door lagere personele lasten en extra interne opdrachten. Gemeentebelastingen Drechtsteden Het GBD kent een positieve prognose als van lagere automatiseringskosten en het niet uitvoeren van grote aparte controleacties.
6
1.3 Recapitulatie programmabegroting en gevraagde begrotingswijzigingen en kredieten (Bedragen x € 1.000) Begrotings programma
Omschrijving
Bedragen Lasten Baten
Toelichting
BDS
Extra impuls economie
130
130
BDS
Ontvangen gelden Provincie Zuid Holland
700
700
BDS
Walstroominvesteringen
350
350
20
20
-1.357
0
BDS MM MM
Drechtstedendinsdag Correctie onterecht onttrekking Ontvangst bijdrage provincie ZH
0
431
1.357
-431
Het Drechtstedenbestuur heeft besloten om een extra impuls te geven aan de economie in de Drechtsteden langs 7 investeringslijnen. Voorgesteld wordt om deze extra impuls te financieren uit een extra bijdrage uit het BWS-reserve. Via Provincie Zuid Holland ontvangt Bureau Drechtsteden middelen voor HOV-D, ISV3 en het programma Luchtkwaliteit. In 2012 wordt verwacht € 700.000 van deze middelen uit te geven. In 2012 wordt voor € 350.000 aan investeringen verwacht aan de walstroomvoorzieningen. Hogere organisatiekosten Drechtstedendinsdag Administratieve aanpassing Ontvangst bijdrage provincie ZH, afrekening BOR-gelden Mutatie in reserves als gevolg van onterechte onttrekking en ontvangst Hogere inkomsten rijksvergoeding BUIG
S/I*
Gemeente
I
Nee
I
Nee
I
Nee
S
Alle zes
I
Nee
I
Nee
I
Nee
MM
Mutaties reserve
SDD
Inkomensondersteuning
0
2.646
S
Nee
SDD SDD
Inkomensondersteuning Inkomensondersteuning
0 2.480
-166 0
Lagere inkomsten rijksvergoeding BBZ Toevoeging aan de reserve
S I
Nee Nee
SDD
WMO
-1.010
-1.010
S
Alle zes
SDD
Apparaatskosten
310
310
Lagere uitgaven hulpmiddelen Hogere lasten als gevolg van CAO ambtenaren. Daarnaast afname van overhead als gevolg van ingekrompen formatie.
S
Alle zes
IBD
Personele lasten
160
0
IBD
Inhuur
65
65
SCD
Frictievergoeding MPO
2.050
2.050
SCD
Uittreding JGZ
0
-221
SCD
Uittreding JGZ
0
221
SCD
Legacy
300
300
Invullen van vacatureruimte door inhuur Vorming reserve als gevolg van afspraken MPO Als gevolg van uittreding JGZ in 2012 lagere inkomsten. Onttrekking uit frictiereserve voor dekking lagere inkomsten JGZ. Personele kosten legacy
SCD SCD
Extra capaciteit ICT Verhoging CAO
375 482
375 482
SCD
DVO extra inkomsten
2.125
2.125
145
145
SCD
Werkkostenregeling (WKR) Inkoop Nieuwe Stijl (INS)
253
253
SCD
Printer/telefonie
647
647
OCD
Personele lasten
-65
0
OCD
Onderzoek
0
-65
Alg. dekkm.
Reserves
100
0
9.617
9.357
SCD
Totaal
Hogere personele lasten als gevolg van CAO ambtenaren
I
Ja, Dordrecht en Zwijndrecht Nee
I
Nee
S
Nee
S
Nee
I
I
Alle zes
Extra capaciteit ICT Stijging personele lasten door nieuw CAO
I S
Extra DVO afgesloten daardoor hogere baten en lasten
I
Alle zes Alle zes Per gemeente afgerekend
Betreft kosten (inhuur deskundigheid) als gevolg van implementatie WKR. Invoeren van INS Betreft meerverbruik printer en telefonie Lagere personele lasten en besparing op inhuur Lagere omzet vanuit externe opdrachten en hogere omzet vanuit interne opdrachten Toekennen van resultaat algemene dekkingsmiddelen aan reserve
I
Alle zes
I&S
Alle zes
I
Alle zes
I
Nee
I
Nee
I
Nee
7
Gevraagde kredieten Krediet Inkoop nieuwe stijl Licenties Oude knelpunten ICT
Omschrijving Uitbreiding van het contractbeheersysteem naar een inkoopsysteem. Aanschaf van aanvullende licenties voor onder andere Oracle en Microsoft Extra capaciteit is nodig om restpunten af te wikkelen
Bedrag
Looptijd
€ 90.000
5 jaar
€ 550.000
5 jaar
€ 600.000
Deels 5 jaar en deels 10 jaar
Recapitulatie programmabegroting In deze burap wordt een onderscheid gemaakt tussen prognose en begroting na wijzigingen. De prognose kan afwijken van de begroting na begrotingswijzigingen. Dit omdat niet alle financiële afwijkingen zijn vertaald naar een begrotingswijzing. Getracht wordt om met bijsturing het resultaat in positieve zin te beïnvloeden. Daar waar een positieve prognose wordt weergegeven zal bij de jaarrekening een voorstel tot resultaatbestemming worden gedaan. De financiële effecten van besluiten die zijn gemaakt in de eerste acht maanden zijn vertaald naar begrotingswijzigingen en zijn verwerkt in de begroting na wijzigingen. Wanneer het saldo negatief is, betekent dit een tekort en een positief saldo geeft een overschot aan. (Bedragen x € 1.000) Actuele begroting 2012 Lasten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Begroting na wijzigingen 2012
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Bureau Drechtsteden
5.395
5.395
0
6.625
6.575
-50
1.180
1.180
0
6.575
6.575
0
Bestuur en staf
2.131
2.131
0
2.171
2.151
-20
20
20
0
2.151
2.151
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
202.390 202.390
0
204.170
204.170
0
1.780
1.780
0 204.170
204.170
0
7.925
8.237
312
8.150
8.302
152
225
65
-160
8.150
8.302
152
42.018
42.018
0
49.544
48.395
-1.149
6.377
6.377
0
48.395
48.395
0
4.694
4.694
0
4.609
4.694
85
0
0
0
4.694
4.694
0
1.549
1.549
0
1.484
1.484
0
-65
-65
0
1.484
1.484
0
0
150
150
100
150
50
100
0
-100
100
150
50
266.101 266.564
462
276.853
275.921
-932
9.617
9.357
-260 275.719
275.921
202
Manden Maken Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden Gemeentebelastingen Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden Algemene dekkingsmiddelen Resultaat
Baten
Begrotingswijziging 2012
Prognose 2012
Baten
In de volgende tabel wordt per gemeente weergegeven wat de invloed van de begrotingswijziging is op de gemeentelijke begroting. Een positief bedrag geeft een verhoging van de gemeentelijke bijdrage weer. Een negatief bedrag is een verlaging van de gemeentelijke bijdrage.
8
Saldo
Totaal
GR PG&J, VR, OZHZ
GRD**
Zwijndrecht
Sliedrecht
Papendrecht
H-I-Ambacht
Dordrecht
Alblasserdam
S/I*
Onderwerp
Dochter
(Bedragen x € 1.000)
BDS Drechtstedendinsdag S 2 9 2 2 2 3 0 0 20 SDD WMO S 20 -1.032 83 22 108 -231 0 0 -1.030 SDD Apparaat S 13 212 8 20 16 41 0 0 310 IBD CAO S 0 129,6 0 0 0 30,4 0 0 160 SCD Legacy I 14 98 17 22 14,5 28 107 0 300 SCD Capaciteit ICT tbv continuïteit I 18 123 21 28 18 35 134 0 375 SCD Verhoging CAO S 22 217 21 42 27 55 96 2 482 SCD Werkkostenregeling I 7 57 7 14 9 18 33 0 145 SCD Inkoop nieuw stijl S 7 53 7 13 8 17 30 0 135 SCD Inkoop nieuw stijl I 6 46 6 12 7 14 26 0 118 SCD Printer en telefonie I 38 49 53 42 15 15 0 435 647 Totaal 147 -38,4 225 217 224,5 25,4 426 437 1.662 Totaal structureel 64 -411,4 121 99 161 -84,6 126 2 77 Totaal incidenteel 83 373 104 118 63,5 110 300 435 1.585 * Begrotingswijzigingen die structureel van karakter zijn worden weergegeven met een S en incidenteel van karakter met een I. Hierbij gaat het om een begrotingswijziging die 3 jaar op rij van impact is op de begroting. ** De hogere bijdrage van het SCD is nog niet verwerkt in de begrotingsprogramma’s van de overige GRD-dochters.
1.4 Algemene ontwikkelingen CAO gemeenteambtenaren Afgelopen juni is er een nieuwe CAO voor ambtenaren vastgesteld. Als gevolg van deze CAO zijn de personele lasten van de GRD gestegen. De begroting van de GRD was hierop niet voorzien. Daar waar mogelijk is getracht om deze hogere lasten binnen de begroting van de GRD op te vangen. Dit is gelukt voor het BDS, OCD en GBD. De hogere personele lasten zijn bij het IBD opgevangen door de winstdoelstelling naar beneden bij te stellen. Als gevolg van de afgeronde reorganisatie binnen het SDD en de lopende reorganisatie bij het SCD is er geen financiële ruimte meer om de verhoging van de CAO binnen de bestaande budgetten op te vangen. Concreet komt dit neer op € 410.000 voor de SDD en € 482.000 voor het SCD. Binnen de begroting van de GRD is de verhoging van de werkgeverslasten (onder andere pensioenpremie) op gevangen. Frictiekosten De GRD heeft een financiële taakstelling de gemeentelijke bijdragen te laten dalen. Die daling loopt op tot 10% in 2015 wat overeenkomt tot € 6,0 miljoen structureel. Om deze opdracht van onze eigenaren te realiseren is en wordt de personeelformatie ingekrompen, ook met 10%, ongeveer 80 fte. Met het verlagen van de formatie wordt een aantal medewerkers boventallig. Dit leidt tot logischerwijs en onvermijdbaar tot frictiekosten. Het huidige Sociaal Plan heeft een zeer negatief effect op de frictiekosten, omdat termijnen van uitplaatsing en beëindiging van het dienstverband onvoldoende hard zijn. De GRD heeft nauwelijks tot geen ruimte om deze kosten binnen de eigen begroting én taakstelling op te vangen. Er worden dan ook maximale maatregelen genomen om de frictiekosten te beperken. Eén van deze maatregelen is het terug dringen van externe inhuur. Daarnaast is in gezamenlijkheid met de gemeenten een uitstroomorganisatie opgezet om bovenformatieve medewerkers binnen het Drechtstedennetwerk of daarbuiten te plaatsen. Dat is als eerste goed voor de medewerkers, maar zorgt er ten tweede voor dat de kosten worden beperkt. Desondanks zullen de frictiekosten aanzienlijk zijn, verwacht wordt totaal € 6,5 miljoen over de jaren 2012 tot en met 2015. Echter wanneer de uitstroom van medewerkers achter blijft, zal dit budget niet toereikend zijn. Binnen de begroting van de SCD is er geen ruimte voor frictiekosten. Frictiekosten zijn een gezamenlijk probleem binnen het netwerk. De verantwoordelijkheid van deze frictiekosten wordt dan ook gezamenlijk met de gemeenten opgepakt. Het veranderproces van het SCD vindt dakpansgewijs plaats. Dit betekent dat iedere afdeling in een andere fase van het proces zit. Inmiddels is bij één afdeling het veranderproces afgerond. Naar verwachting zijn alle adviesaanvragen voor het eind van het jaar ingediend bij de OR. De daadwerkelijke kanteling zal in het 1e kwartaal van 2013 gaan plaatsvinden.
9
Binnen de begroting van de SDD is voor 2012 een budget ter hoogte van € 1 miljoen beschikbaar ten behoeve van de frictiekosten. De uitstroom van de bovenformatieve medewerkers bij het SDD loopt achter bij de aannames. De totale frictiekosten van de salarissen, sociaal plan en begeleiding bedragen voor 2012 ruim € 1,2 miljoen. De totale frictiekosten van het SDD voor komende jaren worden geprognosticeerd op € 2,3 miljoen. Aan het eind van het jaar zal de frictievoorziening worden aangevuld. Verwacht wordt dat dit grotendeels gedekt kan worden vanuit de organisatie budgetten van het SDD. ICT In 2012 is de implementatie van het GRID als project afgerond. Dit was een zeer omvangrijk project waarbij het onvermijdbaar is dat er nog een aantal restpunten zijn die nog om inspanning en investering vragen om tot definitieve afronding te komen. Om tot een goed functionerende ICTomgeving te komen, is het noodzakelijk om deze restpunten eerst op te lossen. De restpunten zijn mede ontstaan door het in de lucht moeten houden van veel oude systemen tijdens en ook na de implementatie van het GRID. De consolidatie van deze systemen loopt achter bij de wens en de verwachting zoals deze bestuurlijk is uitgesproken. Er is veel capaciteit ingezet op het in de lucht houden van de oude gemeentelijke infrastructuren en tegelijkertijd is altijd getracht volledige ‘dagelijkse’ dienstverlening te leveren. De noodzakelijke capaciteitsinzet voor het afhechten van de restpunten was hierdoor onvoldoende. Om straks optimaal gebruik te kunnen maken van de ICT-omgeving is het absoluut noodzakelijk om op korte termijn alle restpunten op te lossen. Alleen dan kunnen de organisaties ICT als optimaal instrument inzetten voor de kwaliteit van dienstverlening en processen. En ook alleen dan is de organisatie in staat om te anticiperen op de vele vernieuwingen die op het ICT-gebied op de gemeentelijke en regionale organisaties afkomen. 1.5 Voortgang taakstelling In 2009 is gestart met het vorm en inhoud geven aan het project voor de organisatiebrede doorlichting, met een bijbehorende financiële taakstelling voor 2010 en verder. Naast deze taakstelling zijn er voor de Sociale Dienst Drechtsteden en het Servicecentrum Drechtsteden aanvullende taakstellingen van respectievelijk € 1,1 miljoen (ketenkorting) en € 1,3 miljoen (Voortdurend Innovatief Presteren (VIP)). (Bedragen x € 1.000) Dochter BDS SDD IBD SCD GBD OCD Totaal
2011 300 757
2012 400 1.089
2013 400 1.543
2014 400 1.992
2015 400 2.216
290 302
312 1.043
346 1.554
446 2.006
496 2.231
251 100 2.000
516 140 3.500
516 140 4.500
516 140 5.500
516 140 6.000
(Bedragen x € 1.000) Taakstelling Dochter 2012 BDS 400 SDD 1.089
e
Reeds gerealiseerd 400 1.089
Prognose 2 Burap 2012 400 1.089
Afwijking prognose taakstelling 0 0
IBD SCD GBD
312 1.043 516
230 700 516
152 1.043 516
-160 0 0
OCD Totaal
140 3.500
40 2.975
140 3.500
0 -160
Toelichting: BDS, SDD, GBD Bij deze dochters is er een structurele invulling gegeven aan de taakstelling en wordt daardoor gerealiseerd.
10
Per 1 januari 2012 heeft de SDD een personele reductie doorgevoerd in het kader van de te realiseren taakstellingen. Als afgeleid effect daarvan is in de begroting een indicatie van de besparingen op de overheaddienstverlening opgenomen. Deze indicatie is destijds bepaald op grond van het rechtevenredige aandeel van de afbouw van de vervallen formatie in de voor de reorganisatie doorbelaste kosten voor huisvesting en voor de dienstverlening van het SCD. Dit betreft de volgende bedragen: (Bedragen x € 1.000) 2012 344
2013 439
2014 519
2015 613
Realisatie van deze bedragen zou bijdragen aan de oplopende taakstelling van de SDD en 1-op-1 tot verdere kostenverlaging van de SDD en daarmee van de bijdrage van de gemeenten aan de SDD leiden. Voor wat betreft de huisvestingskosten worden reeds per 2012 de huurkosten van de vrijgemaakte verdieping á € 75.000 door de GRD niet meer toegerekend waarmee voor dat bedrag feitelijk invulling wordt gegeven aan de verwachte overheadkostenreductie. In de reorganisatie van het SCD worden de volumewijzigingen die te relateren zijn aan de formatiereductie van de SDD meegenomen en worden de diverse organisatieonderdelen gedimensioneerd op de nieuwe volumes. Berekend is dat de formatiereductie bij de SDD leidt tot een verlaging van kosten van het SCD met € 58.000. IBD Over de eerste maanden is er een positief resultaat gerealiseerd van € 230.000. Uitgaande van deze trend is de verwachting dat de taakstelling van € 312.000 kan worden gerealiseerd. Echter gaat het hier om een bruto bedrag. Als gevolg van de nieuwe CAO van ambtenaren heeft het IBD te maken met hogere personele lasten die niet meer verrekend kunnen worden met opdrachten die reeds zijn afgerond. Dit omdat de nieuwe CAO in augustus van dit jaar is vastgesteld. Hierdoor is de taakstelling gecorrigeerd met het effect van de CAO (€ 160.000), waardoor de totale realisatie van de taakstelling neer zal komen op € 152.000. SCD Op operationeel niveau wordt de taakstelling van het SCD in 2012 gerealiseerd. Echter door twee incidentele en onvoorziene tegenvallers (frictiekosten en afronding ICT-projectorganisatie) ontstaat er in 2012 een tekort. OCD Om de taakstelling te kunnen realiseren heeft het OCD als doelstelling gezet om 10% van de omzet extern te verdienen. De realisatie van deze doelstelling blijft achter, waardoor verwacht wordt dat er uiteindelijk 3% van de omzet van de externe markt zal komen. Dit komt neer op €53.000. De resterende € 90.000 van de taakstelling wordt gerealiseerd door extra interne opdrachten en te besparen op de kosten. Dit betekent dat de taakstelling binnen de begroting van het OCD wordt gerealiseerd en niet tot een verhoging van de gemeentelijke bijdrage leidt. Verwacht wordt dat de externe omzet in 2013 zal toenemen. Amendement taakstelling Tijdens de behandeling van de geactualiseerde begroting 2012 is er een amendement aangenomen met betrekking tot de taakstelling. Dit amendement brengt met zich mee dat de GRD met aanvullende bezuinigingsvoorstellen dient te komen om financiële ruimte te vinden voor het opvangen van de hogere gemeentelijke bijdrage die zijn ontstaan als gevolg van de extra kosten voor bestuur en staf. De hogere gemeentelijke bijdrage voor bestuur en staf is ingezet voor ten behoeve van de medezeggenschap en arbo. Beiden verplichtingen waar elke organisatie mee te maken heeft. Het tweede deel van de bijdrage was nodig voor het opzetten van een concernstaf. Deze staf stuurt op het functioneren van de GRD als geheel: het verbeteren van processen en producten, het inzichtelijk maken van en sturen op risico’s en het vergroten van de sturing en beheersing van het concern en de dochters. In onze ogen levert de concernstaf daarmee een toename van kwaliteit en efficiency en daarmee een verlaging van kosten en risico’s voor de totale Gemeenschappelijke Regeling, hoewel dit zich lastig in financiële voordelen laat vertalen.
11
Om de € 900.000 voor bestuur en staf te kunnen dekken wordt voorgesteld om de helft hiervan te dekken door het verder uitnutten van Inkoop Nieuwe Stijl. Inkoop Nieuwe Stijl houdt in dat de inkoopfunctie verder wordt versterkt waardoor er verwacht wordt dat de klantorganisaties een besparing kunnen realiseren van € 20-30 miljoen over een periode van drie jaar. Een overgroot deel van deze besparingen komt direct ten gunste van de begroting van de gemeenten. Reeds afgeronde aanbestedingstrajecten waar voor de gemeenten aanzienlijke besparingen zijn gerealiseerd zijn onder andere ‘bomen en heesters’, biomassa, de accountantsdiensten en de WMO hulpmiddelen. Deze laatste heeft ertoe geleidt dat er lagere prijzen zijn bedongen hulpmiddelen (o.a. rolstoelen, trapliften en scootmobielen) waardoor de gemeentelijke bijdrage aan de GRD is afgenomen. Voorbeelden van aanbestedingstrajecten met verwachte resultaten voor de aankomende jaren zijn onder andere collectief vervoer, energie en beheer openbare ruimte. Voor het resterende bedrag zijn wij genoodzaakt u voorstellen voor te leggen die direct invloed hebben op de gedeelde beleidsambities en op het niveau van de collectieve en individuele dienstverlening aan de gemeenten: Het collectief versoberen van beleid. Daarbij kan worden gedacht aan versobering van het minimabeleid en/of het versoberen van de in het rMJP opgenomen ambities binnen de beleidsprogramma’s en het programma Bestuur; Het collectief en/of individueel reduceren van af te nemen producten van de GRD. Daarbij kunt u denken aan het stoppen met de mogelijkheid van lokaal maatwerk door het SCD (via de aanvullende dienstverleningsovereenkomsten) of een verkleining van uw beroep op het pluspakket van het OCD. Hiermee kunt u direct in uw eigen begroting een besparing realiseren. U dient er rekening mee te houden dat dit indirect effect heeft op de benodigde formatieomvang bij de GRD en zal leiden tot organisatiekrimp inclusief kosten voor bovenformativiteit.
-
Mocht u niet tot keuzes kunnen komen, resteert de optie om de taakstelling volledig in te vullen vanuit de voordelen van Inkoop Nieuwe Stijl. 1.6 Voortgang inhuur (Bedragen x € 1.000) Dochter BDS
300
Prognose 300
SDD IBD SCD
865 150 4.500
865 1.024 5.300
0 874 800
GBD OCD
75 58
75 53
0 -5
5.823
7.617
1.669
Totaal
Begroot
Afwijking 0
Toelichting: IBD Om de taakstelling te kunnen realiseren is het noodzakelijk om extra productiviteit in te huren. De winstmarge op inhuur is lager dan op vast personeel, waardoor de inhuurlasten extra stijgen ten opzichte van de daling van de vaste personeelslasten. Daarnaast is er onduidelijk over de order portefeuille waardoor er minder mensen in vaste dienst zijn getreden dan voorheen was begroot. Voor het ingenieursbureau is het noodzakelijk om een flexibele schil te hebben zodat opdrachtgevers snel kunnen worden bediend. Het is de bedoeling om deze schil tot een minimum te beperken en bij voorkeur door pay-rolling in te vullen. Vergeleken met 2011 is de verwachting dat de inhuur met 50% gedaald zal zijn in 2012 (minus € 1 miljoen). SCD De prognose uit de eerste burap (€ 4,2 miljoen) is bijgesteld naar € 5,3 miljoen. Deze stijging heeft te maken met extra dienstverleningsovereenkomsten (DVO’s), meer inzet in het verandertraject en inhuur voor de afdeling ICT. Door de tijdelijkheid van de financiering wordt capaciteit ingehuurd om frictiekosten te voorkomen zoals deze ontstaan bij vast personeel.
12
1.7 Risico´s Openstaande risico’s Dochter
Omschrijving
Kans
BDS
Externe middelen / subsidies
Klein
BDS
Ruimtelijke Visie Lange Termijn
BDS
Onderbrengen kosten coördinatie en toezicht ROM-D bij ROM-D
SDD
SDD
Participatiebudget
Incidenteel Aanvullende Uitkering (IAU)
Klein
Gemiddeld tot groot
Groot
Groot
e
Impact
Opmerking en sturing
Ontwikkeling 2 burap
Gemiddeld
Er zijn maatregelen genomen om te voorkomen dat externe middelen niet binnenkomen of niet maximaal worden uitgenut. Enerzijds zijn dit administratieve maatregelen, maar anderzijds zullen geen verplichtingen of uitgaven worden aangegaan als nog niet de definitieve bevestiging voor ontvangst van deze middelen is verkregen. Ook de sturing op termijnen bij de subsidieontvangers zal worden verbeterd. Geen geld geraamd in Werkprogramma 2012 voor fysiek product Regionale Structuurvisie, noch voor communicatie etc.
Geen ontwikkeling.
€ 20.000
Geen ontwikkeling.
€ 100.000
De afspraken hierover zijn nog niet definitief.
Geen ontwikkeling.
Groot
Als gevolg van de vorig jaar ingezette bezuinigingen en de € 6,7 miljoen reserveringsregeling uit 2011 is er voor 2012 nog een incidentele bestedingsruimte van € 9,9 miljoen. Van dit bedrag mag, conform huidige regelgeving, maximaal zo’n € 4 miljoen worden overgeheveld naar 2013. Het meerdere zou eventueel terug moeten vloeien naar het Rijk. Momenteel worden acties voorbereid ten laste van deze middelen om deze kans te benutten om de uitstroom en zelfstandigheid van cliënten te vergroten en voor te sorteren op het bedienen van de zogenaamde middengroep qua verdiencapaciteit in het kader van de Wet Werken naar Vermogen. In het programma participatie wordt hierop verder ingegaan. Het DSB heeft besloten om deze incidentele middelen deels ook nog ten goede te laten komen aan diegenen die door de bezuiniging op de ID-banen getroffen worden. Daar waar meer middelen zouden resteren dan overgeheveld mogen worden naar 2013 zou eenmalig nog een ontlasting van de bijdrage voor de gemeenten in de apparaatskosten kunnen worden gerealiseerd.
Groot
De verzoeken per gemeente om in aanmerking te komen voor een incidentele aanvullende uitkering voor het jaar 2011, zijn inmiddels voor
Er zijn acties ten uitvoer gebracht om de uitstroom en zelfstandigheid van klanten te vergroten. De kosten van de reeds ingezette acties bedragen € 1,1 miljoen, dit is inclusief € 350.000 voor het voortzetten van ID banen voor ID werknemers van 1950 en ouder. Recent is het aanvalsplan in werking getreden. De verdere uitrol van het aanvalsplan zal geschat € 1 miljoen gaan kosten waarvan de kosten ten laste van het Participatiebudget worden gebracht. Daarmee resteert er nog meer budget dan overgeheveld mag worden naar 2013. Daar waar gemeenten projecten zouden willen opzetten of opgezette projecten willen financieren, en die binnen de regelgeving van het participatiebudget zouden passen, worden ze uitgenodigd hierover contact met de SDD op te nemen. Daar waar meer middelen zouden resteren dan overgeheveld mogen ste worden naar 2013 zullen, zoals in de 1 burap aangegeven, eenmalig, bij de jaarrekening zoveel mogelijk apparaatskosten ten laste van het participatiebudget worden gebracht waarmee gemeentelijke bijdragen voor 2012 met enkele miljoenen euro’s zouden kunnen worden verlaagd. Vanuit het Rijk is er geen bericht ontvangen met betrekking tot het toekennen van
SDD
Uit/instroom bovenformatieven / Frictiekosten
Groot
IBD
Overschrijding van het inhuurbudget
Groot
SCD
SCD
De ICTprojectorganisatie is opgeheven en per 3112-2011 door het CIO office aan het SCD overgedragen. We constateren nu echter diverse knelpunten die financiële consequenties hebben. Het realiseren van de GRD-taakstelling hangt af van de resultaten van de procesdoorlichting.
€ 2 miljoen
Gemiddeld
Groot
Groot
Groot
Gemiddeld
alle 6 GRD gemeenten bij het Rijk ingediend. Door het grote onzekerheidsgehalte op de mogelijke toekenning voor de SDD zal het bedrag (indicatief € 7 miljoen) van deze aanvragen niet worden meegenomen in de prognoses voor het jaar 2012. Op dit moment is er sprake van achterblijvende voortgang van uit- of instroom van bovenformatieve medewerkers. Hierdoor moet er rekening worden gehouden met het feit dat het beschikbaar gestelde frictiekostenbudget van € 1 miljoen niet toereikend zal zijn. In meer sombere scenario's zijn dan voor de totale frictiekosten, alleen voor de SDD, voor komende jaren bedragen van € 3 miljoen denkbaar. Binnen het IBD worden om een aantal redenen externe medewerkers ingehuurd. Dit omdat het moeilijk invulbare functies betreft of dat er tijdelijke specialistische kennis nodig is. Om de inhuurlasten verder terug te kunnen dringen, is het noodzakelijk inhuur om te zetten naar vast personeel. Echter doordat er de kans bestaat dat de omzet met betrekking tot een specifiek vakgebied onvoldoende is, wordt er afgezien van het in dienst nemen van medewerkers. Daarnaast is de looptijd van een aantal projecten langer dan verwacht, waardoor de inhuurperiode is toegenomen.
eventuele middelen vanuit de IAU.
De voortgang van de uitstroom loopt achter op het geplande schema. Als gevolg hiervan zal de voorziening met € 1,1 miljoen worden aangevuld. Verwacht wordt dat dit grotendeels vanuit de organisatie budgetten gedekt kan worden. Om de taakstelling te kunnen realiseren is het noodzakelijk om extra productiviteit in te huren. De winstmarge op inhuur is lager dan op vast personeel, waardoor de inhuurlasten extra stijgen ten opzichte van de daling van de vaste personeelslasten. Daarnaast is er onduidelijk over de order portefeuille waardoor er minder mensen in vaste dienst zijn getreden dan voorheen was begroot. Voor het ingenieursbureau is het noodzakelijk om een flexibele schil te hebben zodat opdrachtgevers snel kunnen worden bediend. Het is de bedoeling om deze schil tot een minimum te beperken en bij voorkeur door pay-rolling in te vullen. Vergeleken met 2011 is de verwachting dat de inhuur met 50% gedaald zal zijn in 2012 (minus € 1 miljoen).
We sturen de komende maanden een meerjarennotitie ICT naar het bestuur waarin de totale ICT-kosten in een integraal kader worden behandeld. Hieruit moet blijken in hoeverre zich financiële knelpunten voordoen.
In de eerste maanden van 2013 zal er een raadsinformatiebrief komen waarin de toekomstvisie met betrekking tot ICT wordt geschetst.
De fijnstructuur (onderdeel van het Realisatieplan) vindt gedurende geheel 2012 plaats en ligt op schema. De fijnstructuur van het management team, de afdeling Control en Bedrijfsvoering en FZ&DIV zijn uitgevoerd en worden of zijn geïmplementeerd. De genomen maatregelen dragen bij aan de taakstelling en kwaliteitsdoelstellingen. Ook wordt veel geïnvesteerd in mens en cultuur. De afdelingen P&O, ICT en F&I zijn op dit moment bezig om de fijnstructuur uit te werken. werken. Vooral de fijnstructuur werkzaamheden bij de afdeling ICT geven duidelijkheid waar ingegrepen moet gaan worden. Additionele investeringen in mens en materiaal kunnen daarbij niet uitgesloten
Het veranderproces van het SCD (onderdeel van het Realisatieplan) vindt gedurende geheel 2012 plaats en ligt op schema. Eind 2012 moet deze zijn afgerond. De verwachting is dat we met de uitvoering van het volledige Realisatieplan de taakstelling maar zeker ook de kwaliteitsdoelstellingen meerjarig ondersteunen. Mocht dit echter onvoldoende besparing ten opzichte van de taakstelling opleveren dan
14
SCD
Toenemende druk op informatie beveiliging
Gemiddeld
Gemiddeld
Ontvlechtingen GR‘en ZHZ
Gemiddeld
Groot
Transitiekosten meerjarig
Gemiddeld
Groot
Groot
Groot
Nieuw
SCD
worden. De verwachting is dat we met de uitvoering van het volledige Realisatieplan de taakstelling maar zeker ook de kwaliteitsdoelstellingen meerjarig ondersteunen. Mocht dit echter onvoldoende besparing ten opzichte van de taakstelling opleveren dan moeten in overleg met de klantorganisaties keuzes gemaakt worden in de te leveren producten en diensten. Er worden vanuit wet en regelgeving nieuwe eisen gesteld aan informatiebeveiliging. Op dit moment wordt door IAB onderzocht wat de consequenties hiervan zijn, en welke maatregelen genomen moeten worden. Deze extra maatregelen worden gekwantificeerd. Het is denkbaar dat er extra budgetten nodig zijn om deze te realiseren De ontvlechtingen van de GR’en.
moet in overleg met de klantorganisaties keuzes gemaakt worden in de te leveren producten en diensten.
Nieuw SCD
De GRD komt met voorstellen hoe deze kosten gedekt kunnen worden.
Nieuw SCD Nieuw
De ontwikkelingen op ICT gebied voldoende kunnen volgen. Van incident gedreven naar pro-actieve organisatie.
Naast de fijnstructuur/doorlichting processen worden alle delen van ICT bekeken, zodat uiteindelijk een toekomstbestendige afdeling ontstaat. Daarbij wordt naast de personele bezetting ook gekeken naar de materiële component en de noodzaak van innovatie en ontwikkeling. Dit kan o.a. leiden tot versneld afschrijven en/of extra investeringen.
15
Afgeronde risico’s
Dochter
BDS
Omschrijving risico Water in de Drechtsteden, m.n. extra personele inzet op Deltadeelprogramma: zorgen dat belangen van de 6 Drechtstedengemeenten aan de voorzijde van het proces behartigd worden. Inzet is daarbij om voldoende financiële middelen te verkrijgen/veilig te stellen vanuit rijk en provincie. Project Transformatie Merwedezone: er was geen geld geraamd voor de uitvoering.
BDS
SDD
SDD
SDD
SCD
Compensabele BTW collectiefvervoer: door de Belastingdienst zijn vragen over de BTW in het kader van de Drechthopper en de Sliedrechthopper. Dit zou een potentieel risico voor de gemeenten betekenen over de periode van 2007 t/m 2011 van maximaal € 1 miljoen (€ 200.000 per jaar). Claim afdracht loonbelasting Door de SDD is gebruik gemaakt van ingehuurd personeel van een bedrijf waarvan de eigenaar in gebreke is gebleven met de afdracht van loonbelasting. Conform de wetgeving is de GRD/SDD hiervoor aansprakelijk gesteld. Claim zorgaanbieder Wmo Hulp bij de huishouding: Een zorgaanbieder voor Huishoudelijke hulp heeft een claim ingediend over de jaren 2007 tot en met 2009 bedraagt € 1,8 miljoen. Dit zou bestaan uit niet voldane facturen, ontbrekende betalingen en onjuistheid in de afrekeningen. In 2011 is aangetoond dat de volgens de aanbieder niet betaalde facturen á € 0,4 miljoen gewoon zijn betaald maar ook dat het derde kwartaal van 2009 voor een bedrag ter hoogte van € 700.000 alsnog in 2011 betaald moest worden. Licentiebeheer: Geconstateerd dat de licenties die het SCD bij de migratie van de ICTprojectorganisatie heeft overgenomen van de gemeenten niet op orde zijn. Kosten van op orde e brengen werden ten tijden van de 1 burap geschat op ca. 650.000 euro.
SCD
Oude knelpunten ICT; De ICT-projectorganisatie is weliswaar afgerond, maar er blijkt nog een groot aantal knelpunten te zijn die we moeten oplossen. Daardoor maakt het SCD nog steeds meerkosten voor de oude ICT-omgevingen (“legacy”).
SCD
Vertraging van de invoering van nieuwe printers, door juridische procedures en daardoor vertraging van de daling van de kosten.
SCD
OCD
Uittreding JGZ per 1 juli 2012: Dit betekent volgens de afspraken in de lijn van het MPO dat er een verlaging van de bijdrage zal plaatsvinden, te weten €440.000 op jaarbasis. Hier tegenover staat een frictievergoeding van 1,1 miljoen euro. Realisatie taakstelling; Om de taakstelling te kunnen realiseren is als doel gesteld om 10% van de omzet extern in te verdienen. Gezien de bezuinigingen bij potentiële opdrachtgevers en de scherpe concurrentie op de markt is de kans op succes bij externe acquisitie kleiner.
Afronding Dit wordt gefinancierd uit de vrijval van projecten uit het werkprogramma 2012.
In de bestuurlijke tafel ruimtelijke ontwikkeling van juni 2012 is tussen de provincie en de Drechtsteden afgesproken dat de portefeuillehouder Groen de uitvoering van de projecten Merwedezone zal voorbereiden en afhankelijk van verdere besluitvorming de uitvoering zal coördineren. Onlangs heeft de belastingdienst, mede naar aanleiding van de uitkomst van een vergelijkbare zaak elders, aangegeven dit standpunt niet in te zullen nemen. Hiermee is dit risico geheel van tafel. De claim is formeel binnen gekomen en deze zal worden voldaan. Binnen de GRD zijn er beheersmaatregelen genomen om een dergelijke toekomstige claim te voorkomen. De zorgaanbieder heeft de resterende claim van ongeveer € 1 miljoen ingetrokken tegen een betaling van € 78.600 ter finale kwijting.
Onderhandelingen met de leveranciers zijn afgerond. De totale claim van € 1,2 miljoen is terug gebracht naar eenmalig € 550.000. Gezien het feit dat het hier licenties betreft is een eenmalig krediet nodig van € 550.000. Het voorstel hiervoor gaat separaat met deze burap mee. Totaal bleken er 231 restpunten te zijn die opgelost diende te worden om het GRID goed te laten functioneren. Hiervan zijn inmiddels 78 afgerond. Een knelpunt hierbij is wel de benodigde capaciteit. Om dit af te kunnen ronden is een éénmalig krediet van € 600.000. Daarnaast is er voor 2012 € 300.000 en € 125.000 voor 2013 aan aanvullend budget nodig voor beheerwerkzaamheden. De aanbesteding is afgerond. Voor 2012 zal het budget gelijk zijn aan 2011. Uittreding heeft plaatsgevonden waardoor de bijdrage op jaarbasis met € 442.000 verlaagd zal gaan worden. Hier tegenover is een frictievergoeding van € 1,1 miljoen ontvangen. Het is het OCD niet gelukt om 10% van de omzet extern in te verdienen. Om de gemeentelijke bijdrage niet te verhogen is er binnen de bestaande budgetten naar ruimte gezocht. Daarnaast is er meer omzet gegenereerd binnen de interne markt. Hierdoor realiseert het OCD haar taakstelling.
16
2.1 Bureau Drechtsteden Inhoudelijke afwijkingen
Activiteit en beoogd resultaat
Stand van zaken
Extra impuls economie (7 investeringslijnen financiering Regio Drechtsteden (R.) en Dordrecht (D.):
Drechtsteden vervult de rol van opdrachtgever.
7 investeringslijnen, conform de door DSB op 27 juni 2012 (agendapunt 12) vastgestelde vergadernotitie: “Economische Agenda Zuidvleugel 2012 - 2015 Voorstel uitvoering regionaal programma economie en arbeidsmarktbeleid van de Drechtsteden”
Het uitvoeringsprogramma is opgenomen in het Topsectorenbeleid en de Economische Agenda Zuidvleugel, alsmede de daarmee samenhangende investeringsagenda’s.
Opdrachtnemer: gemeente Dordrecht.
Het programma is derhalve duidelijk ingebed in beleid van andere overheden. Tevens wordt het vanuit de ‘vraag’ van het bedrijfsleven en de kennisinstellingen gestuurd.
Afwijking/bijsturing In navolging op het voorstel van het PFO Fysiek/Economie op 27 juni jl. heeft het DSB ingestemd met de bestuurlijke verdeling en inzet van regionale middelen per investeringslijn. Het DSB heeft tevens besloten dat de activiteiten in gang gezet kunnen worden en dat dekking gezocht moet worden in een algeheel bijgestelde programmering van het rMJP, rekening houdend met nieuwe prioriteiten, de midtermreview /tussenbalans rMJP en de besparingen zoals die voortvloeien uit de inzet van het proeftuinmechanisme.
Gevraagd besluit Akkoord gaan om de extra impuls economie te financiering uit het BWS-reserve (zie voor nadere toelichting de financiële analyse bij het programma Bureau Drechtsteden)
Inmiddels is gebleken dat er geen middelen beschikbaar zijn uit deze herijking. Actualisering Detailhandelsvisie:
Drechtsteden vervult de rol van opdrachtgever.
Dit project stond gepland voor 2013.
Er dient, gelet op veranderende economische omstandigheden en structurele ontwikkelingen in de retailmarkt (toename aandeel internetverkoop, landelijk overaanbod winkels, etc.), tot een actualisatie van de zgn. Detailhandelsvisie gekomen te worden. Daaruit zullen afspraken tussen gemeenten (onderling) en marktpartijen voortvloeien.
Opdrachtnemer is Proeftuin Beleid.
Gelet op zowel intern en externe druk op dit dossier wordt er in het e 4 kwartaal een start meegemaakt.
Inzet: actualisatie van Detailhandelsvisie naar aanleiding van onder meer de gewijzigde economische omstandigheden en structurele ontwikkelingen.
Geen
Uit de actualisatie dienen nieuwe regionale/intergemeentelijke afspraken uit voort te vloeien/ verbonden te worden betreffende de spreiding van functies en segmentatie (op basis van locatiekwaliteiten), alsmede prioritering en temporisering van nieuwe ontwikkelingen en mogelijk inperking van programma.
Afspraken betreffende prioritering, en temporisering van nieuwe ontwikkelingen, regionale sturing en handhaving alsmede de aanpak van leegstand, spreiding van functies en segmentatie/ differentiatie van koopcentra (vanuit onderlinge complementariteit). Actualiseren uitvoeringsprogramma Groenblauw netwerk Drechtsteden 2008-2013
Het uitvoeringsprogramma is geactualiseerd aan de hand van de afspraken over de investeringen in groen die in het kader van de bezuinigingen op de groeninvesteringen met de
Geen, wel dient gemeld te worden dat we succesvol zijn geweest in het beperken van de gevolgen van de investeringen en in het laten landen van nieuwe investeringen (Igl-gelden) van de provincie
Geen
Activiteit en beoogd resultaat
Deltadeelprogramma Rijnmond-Drechtsteden: Deelname in Rijksproject om belangen Drechtsteden zo goed mogelijk te borgen
Onderhoud en exploitatie walstroomvoorzieningen binnenvaart
Stand van zaken
Bouwsteen voor onze positionering in het Deltadeelprogramma Rijnmond-Drechtsteden
Gevraagd besluit
provincie zijn gemaakt.
binnen onze regio.
Dit project is formeel nog niet gestart omdat middelen niet beschikbaar zijn. Hierover moet nog worden besloten. Informeel zijn al wel activiteiten gestart.
De kosten bedragen voor 2012: €17.225 (265 uren). Hiervoor is nog geen dekking. Voor 2012 en 2013 moet worden afgewogen nadrukkelijker te focussen op welk deel regionale coördinatie betreft en welk deel gemeentelijke inzet is. Dat betekent dat naar verwachting de kosten voor coördinatie omlaag kunnen.
Geen
De oplevering van het project vertraagt naar begin 2013 doordat er nog één kast moet worden geplaatst.
In 2013 zal het project definitief worden afgerekend met de zes gemeenten. Bij de start van het project is uitgegaan van een totale bijdrage van € 100.000.
Tzt zal een herijkt exploitatiemodel worden aangeboden ter besluitvorming.
De exploitatie is al gestart.
Ruimtelijke Visie Lange Termijn:
Afwijking/bijsturing
Het Drechtstedenbestuur heeft in haar vergadering van mei 2012 de opdracht aangescherpt. De gewijzigde opdracht betekent dat er extra inzet wordt gepleegd op participatie en dat nadrukkelijker wordt gerelateerd aan lopende andere programmaonderdelen (zoals economie en water)
Bij de start van het project is een exploitatiemodel opgesteld om de kosten en opbrengsten van de walstroomvoorzieningen in beeld te brengen. In 2011 heeft het Drechtstedenbestuur besloten met lagere tarieven te werken. Tevens is de exploitatie gewijzigd (door nieuwe inzichten). Dit resulteert in een herijking van het exploitatiemodel. Deze aanscherping maakt een intensiever proces nodig en betekent dat er meer kosten gemaakt moeten worden in 2012 en in 2013:
Geen
2012: €20.000 out of pocket en 220 uren (€14.300) 2013: €36.000 out of pocket en 740 uren (€48.100) Beschikbaar in 2012 is €11.375 BURAP-melding omtrent ambitie en melding omtrent bedrag 2012 en 2013.
Mobiliteitsmanagement: Voortzetting na 1 juli 2011 van het traject mobiliteitsmanagement, zakelijk, slim, mobiel
Met provincie, ministerie en bedrijfsleven wordt overlegd over de afronding en het vervolg van het convenant Zakelijk Slim Mobiel. Oktober 2012 ontstaat hierover naar verwachting duidelijkheid.
Zodra inzicht bestaat in het vervolgtraject, wordt hierover nader gerapporteerd aan PFO en DSB.
Geen
Bestuursopdracht voorbereiding actieplan laaggeletterdheid
In de Drechtraad van juli heeft de Drechtraad in een motie het Drechtstedenbestuur opgedragen een actieplan laaggeletterdheid 2013-2016 voor te bereiden. Het resultaat is op 2 oktober in de Carrousel sociaal behandeld.
Wij maken melding van deze activiteit, omdat deze voortkomt uit een motie van de Drechtraad.
Geen
18
Prognose resultaat (Bedragen x € 1.000)
Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Actuele begroting 2012 Lasten Baten Saldo 5.268 4.685 -583 127 710 583 5.395 5.395 0
Prognose 2012 Lasten Baten Saldo 6.498 5.865 633 127 710 583 6.625 6.575 -50
Lasten 1.330 0 1.330
Afwijking Baten Saldo 1.280 -50 0 0 1.280 -50
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) Toelichting Omschrijving afwijking Lasten A. Extra impuls economie B. C.
Gelden derden Walstroom
D.
Personele lasten Bureau Drechtsteden Subtotaal
B. C.
Baten Gelden derden Walstroom Subtotaal
I/S*
Voordeel
Nadeel
Saldo
Gemeente**
I
-130
-130
Nee
I I
-700 -350
-700 -350
Nee Nee
-120 -1.300
-50 -1.230
Nee
Nee Nee
0
700 350 1.150
I/S
I I
70 70
700 350 1.150
Totaal voor bestemming 1.120 -1.300 -180 Resultaatbestemming 130 130 Totaal na bestemming 1.250 -1.300 -50 * Hier geven we aan of een afwijking incidenteel van aard is (I) of structureel (s) ** Hier geven we aan of de afwijking leidt tot een verlaging of verhoging van de gemeentelijke bijdrage. A.
Toelichting: A. Extra impuls economie Het Drechtstedenbestuur heeft in februari jongstleden besloten om een extra impuls te geven aan de economie in de Drechtsteden langs 7 investeringslijnen. Voor deze extra impuls is € 130.000 incidenteel aanvullend budget nodig. DSB heeft besloten dat de activiteiten in gang gezet kunnen worden en dat dekking gezocht moet worden in een algeheel bijgestelde programmering van het rMJP, rekening houdend met nieuwe prioriteiten, de midtermreview/ tussenbalans rMJP en de besparingen zoals die voorvloeien uit de inzet van het proeftuinmechanisme. Bij de jaarrekening zal definitief worden bezien in hoeverre dit mogelijk zal blijken door onderuitputting binnen het werkprogramma. Voor zover dat onvoldoende zou blijken, kan de over 2011 opgebouwde reserve hiervoor worden aangesproken. Het werkprogramma wordt elk jaar deels gefinancierd uit het BWS-reserve. In 2011 is als gevolg van onderuitputting van het werkprogramma van dat jaar een lagere bijdrage uit het BWS-reserve gehaald. Voorgesteld wordt om deze vrijgevallen ruimte indien dat nodig zou blijken in te zetten voor de extra impuls economie. B. Projecten gefinancierd door middelen van derden Bureau Drechtsteden ontvangt van en via de provincie Zuid Holland subsidies voor het uitvoeren van projecten ten behoeve van HOV-Drechtsteden, ISV3 en het programma Luchtkwaliteit. In 2012 zal ca € 700.000 worden uitgegeven van deze middelen. C. Walstroominvesteringen In 2012 wordt/is € 350.000 geïnvesteerd. Deze investering wordt grotendeels gefinancierd door EFRO-subsidie. Begin 2013 volgt de definitieve afrekening met de Drechtstedengemeenten. Bij de start van het project is aangegeven dat de Drechtstedengemeenten € 100.000 dienen bij te dragen. Verwacht wordt dat dit een lagere bijdrage zal worden.
19
D. Personele lasten Bureau Drechtsteden In de 1e Burap is gemeld dat er een overschrijding wordt verwacht op de inhuur van de Drechtstedensecretaris (€ 100.000). Er is afgesproken strak te sturen op inzet, zodat geen verdere overschrijding van zijn contracturen zal optreden. Dit is de afgelopen periode gelukt. Als gevolg van de CAO verhoging zullen de personele lasten op dit programma € 20.000 hoger uitkomen. Beide overschrijdingen kunnen deels worden opgevangen met vacatureruimte (€ 70.000). Deze ruimte is ontstaan doordat nieuwe collegae later zijn gestart met hun functie binnen Bureau Drechtsteden, dan aangenomen bij de 1e Burap.
20
2.2 Bestuur en staf Inhoudelijke afwijkingen Activiteit en beoogd resultaat Programmatische afstemming Bestuursopdracht: Met deze bestuursopdracht wordt beoogd te komen tot formulering van principes van programmatische afstemming binnen de Drechtsteden en afbakening van thema's waarover regionale besluitvorming of afstemming plaats moet vinden en thema's die behoren tot het lokale domein
Bestuursopdracht ROM-D: Met deze bestuursopdracht wordt beoogd te komen tot voorstellen voor doorontwikkeling en positionering van de ROM-D als innovatief vehikel voor de Drechtsteden om de werkgelegenheid en de economische uitvoeringskracht van de Drechtsteden te verbeteren, en de Drechtsteden als innovatieve en vooruitstrevende regio te positioneren.
Stand van zaken
Afwijking/bijsturing
Gevraagd besluit
Bestuursopdracht vastgesteld in DSB van 16/5/2012. In het derde kwartaal vinden informele sessies met raadsleden, bestuurders en ambtenaren plaats over voordelen, nadelen, knelpunten, suggesties over versteviging regionaal programma, organisatie van de solidariteit en bepalingregionale vraagstukken. In Drechtraad en DSB van september terugkoppeling uit deze zomersessies. Daarna vervolgonderzoek en uitwerking. Daarbij belangrijke rol voor Drechtraad voorzien.
Wij maken melding van deze activiteit, omdat deze in 2012 opgestart is.
Geen
Bestuursopdracht vastgesteld in DSB van 16/5/2012. Eerste discussie met collegeleden is gevoerd tijdens de collegebijeenkomst van Drechtstedendinsdag 4/9/2012.
Wij maken melding van deze activiteit, omdat deze in 2012 opgestart is.
Geen
Prognose resultaat (Bedragen x € 1.000)
Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Actuele begroting 2012 Lasten Baten Saldo 2.131 2.131 0 0 0 0 2.131 2.131 0
Prognose 2012 Lasten Baten Saldo 2.171 2.151 -20 0 0 0 2.171 2.151 -20
Lasten -40 0 -40
Afwijking Baten Saldo 20 -20 0 0 20 -20
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) Toelichting Omschrijving afwijking A.
Lasten Hogere lasten Drechtstedendinsdagen
I/S*
Voordeel
Nadeel
Saldo
Gemeente**
S
-20
-20
Ja
B. C.
Extra kosten regiogriffie Personele lasten bestuur en staf Subtotaal
I I/S
-25 -15 -60
-25 5 -40
Nee Nee
A.
Hogere lasten Drechtstedendinsdagen Subtotaal
S
Totaal voor bestemming
20 20 20 20 40
20 20 -60
Ja
-20
Resultaatbestemming 0 0 0 Totaal na bestemming 40 -60 -20 * Hier geven we aan of een afwijking incidenteel van aard is (I) of structureel (s) ** Hier geven we aan of de afwijking leidt tot een verlaging of verhoging van de gemeentelijke bijdrage.
21
Toelichting: A. Hogere organisatiekosten Drechtstedendinsdagen Bij de evaluatie van de Drechtstedendinsdag is afgesproken dat voor 2012 een norm gehanteerd wordt voor de organisatiekosten van € 5.000 per Drechtstedendinsdag. Het beschikbare budget voor 2012 is € 50.000, berekend op 10 bijeenkomsten. In de eerste Burap is uitgelegd dat deze norm van € 5.000 per Drechtstedendinsdag te krap is voor de wijze waarop de Drechtstedendinsdag wordt georganiseerd. In 2012 dreigt er een overschrijding van € 20.000. In de Drechtraad van juli is een motie aangenomen, waarin besloten is om de norm (en dus het budget) te verhogen van € 5.000 naar € 7.000 per Drechtstedendinsdag. B. Extra kosten regiogriffie De gemeente Sliedrecht heeft aangegeven extra kosten te hebben gemaakt voor de regio-griffie. Afgesproken is dat Drechtsteden deze kosten (€ 25.000) in 2012 zal vergoeden. C. Personele lasten bestuur en staf Als gevolg van de CAO verhoging zullen de personele lasten op het programma bestuur en staf € 15.000 hoger uitkomen. Deze verhoging kan grotendeels opgevangen worden door vacatureruimte die is ontstaan als gevolg dat collegae later zijn gestart met hun functie dan is aangenomen.
22
2.3 Manden Maken Prognose resultaat (Bedragen x € 1.000)
Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Actuele begroting 2012 Lasten Baten Saldo 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Prognose 2012 Lasten Baten Saldo -1.357 431 1.788 1.357 -431 -1.788 0 0 0
Lasten -1.357 1.357 0
Afwijking Baten Saldo 431 1.788 -431 1.788 0 0
Toelichting: In 2012 heeft een correctie plaats gevonden in het fonds Manden Maken. Er is in het verleden ten onrechte een bedrag onttrokken. Daarnaast is er een bijdrage vanuit de Provincie ZH ontvangen. Dit is een afrekening van BOR-gelden. In de eerste burap van 2012 is aan u gemeld dat in de afhandeling van de financiële afhechting van Manden Maken een aantal onzekerheden en risico's besloten zaten. De administratie van Manden Maken is inmiddels stevig doorgelicht. Hieruit is naar voren gekomen dat: 1. Enkele in de eerdere besluitvorming over de afhechting de genoemde bedragen lager uitkomen dan destijds is ingeschat (dit betreft o.a. rentebaten en ingeschatte vrijval); 2. Van de toegezegde bijdragen van de provincie een aantal beschikkingen niet door de regio Drechtsteden of ten behoeve van Manden Maken projecten is ontvangen, maar door de provincie rechtstreeks aan derden is beschikt. 3. In enkele projecten vertraging is ontstaan ook voorbij de formele einddatum van de regeling Manden Maken. Per saldo betekent dit dat er inmiddels een overtekening van projecten is ten opzichte van de binnen Manden Maken beschikbare financiële middelen. Het DSB heeft portefeuillehouder Financiën gevraagd oplossingsrichtingen te onderzoeken, waarbij het streven is het totale nu nog lopende projectenportfolio van voldoende middelen te voorzien. Deze oplossingsrichtingen worden nu nader uitgewerkt en verkend met de bestuurlijke partners. Naar verwachting zullen nog in december nadere voorstellen worden behandeld in het Drechtstedenbestuur.
23
2.4 Sociale Dienst Drechtsteden In de begroting 2012 hebben we als doelstelling afgesproken dat aan het eind van dit jaar:
1. Het aantal mensen dat een bijstandsuitkering ontvangt 350 lager is dan het aantal op 1 januari (van 4.674 naar 4.324). 2. De programmakosten WMO niet zijn gestegen ten opzichte van de begroting 2011.
Samenvatting Kijkend waar we staan na het tweede kwartaal is het beeld samen te vatten in: •
We lopen achter op de ambitie qua klantenaantallen, maar doen er alles aan de doelstelling nog wel te halen.
•
Verwacht resultaat € 2,9 miljoen Wet Inburgering cohort 2007 – 2009 (incidenteel voordeel).
•
Verwacht resultaat € 0,8 miljoen vrijval reserve Wet Inburgering (incidenteel voordeel).
•
Verwacht overschot van € 2,5 miljoen inkomensondersteuning (ten gunste van de reserve) door extra rijksbudget (structureel voordeel).
•
Verwacht overschot van € 0,5 miljoen minimabeleid, waarvan € 0,3 ten gunste van reserve (incidenteel voordeel)
•
Extra voordeel op de doelstelling op de WMO (bovenop de 1ste burap) van € 1 miljoen op de Hulpmiddelen (structureel voordeel).
•
Verwacht resultaat 0,9 miljoen vrijval reserve WMO t.b.v. Hulp bij het Huishouden (incidenteel voordeel).
•
€ 0,3 miljoen hogere apparaatskosten als gevolg van de CAO verhoging juni jl. (structureel nadeel).
Per saldo is het verwachte financiële effect € 5,5 miljoen ten gunste van gemeenten, waarvan de met deze 2 bestuursrapportage de bijdrage van de gemeenten met € 700.000 wordt verlaagd. Ten aanzien van de eerste doelstelling constateren wij dat het klantenbestand per 31 augustus 2012 met 2,31% is gestegen tot 4.782 (stand 1 september 2012) bijstanduitkeringen. Wel zien we momenteel per saldo een voorzichtige stabilisatie en mogelijk een kentering: de maandelijkse instroom van nieuwe klanten vertoont al enig tijd een dalende lijn en de uitstroom begint langzaam op te lopen. Om het klantenaantal toch nog tot het benodigde niveau te laten dalen hebben we een aanvalsplan opgesteld. Belangrijke elementen daarin zijn het oproepen van alle klanten (met een arbeidsplicht) en het vastleggen van uitgebreide CV-informatie ter bevordering van matching op vacatures, intensiveren en uitbreiden van contacten met werkgevers en het zoeken naar voor hen waardevolle proposities en het intensiveren van handhaving. De Nederlandse economie is in het tweede kwartaal weliswaar met 0,2 % gegroeid ten opzichte van het eerste kwartaal, maar vergeleken met een jaar eerder 0,5 % gekrompen. Daarbij daalt het aantal banen in het tweede kwartaal verder met 0,7 %. De landelijke werkloosheid vertoont al meer dan een jaar een stijgende lijn. Overigens zien we in de benchmark grote gemeenten dat we inmiddels allesbehalve hekkensluiter meer zijn. De meeste grote gemeenten stijgen inmiddels sterk waarbij een aantal onze bestandsstijging over 2012 inmiddels heeft ingehaald.
24
Als gevolg van de landelijke stijging is het rijksbudget voor het inkomensdeel voor de Drechtsteden gemeenten met € 6,9 miljoen verhoogd. Dat is € 2,6 miljoen meer dan waarmee in de 1ste Bestuursrapportage voorzichtigheidshalve was gerekend. Voor de WMO is de verwachting dat bij doorzetting van de huidige ontwikkelingen we zo’n € 1 miljoen lagere uitgaven van de WMO hulpmiddelen denken te realiseren (boven op de in de 1ste Bestuursrapportage vermelde lagere gemeentelijke bijdrage van € 1 miljoen). Samen met de lopende aanbesteding Huishoudelijke Ondersteuning, waarbij een goedkopere uitvoering wordt bereikt door resultaatfinanciering, hebben we definitief een omslag gemaakt in de alsmaar stijgende uitgaven van de WMO. Er zijn nog geen ontwikkelingen rond de onzekerheden over de wetgeving en rijksbeleid als gevolg ste van de val van het kabinet zoals in de 1 Bestuursrapportage gemeld. Wel is de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening (Wgs) op 1 juli in werking getreden. Het in het kader van deze wet verplichte beleidsplan schuldhulpverlening is door de Drechtraad vastgesteld en de uitvoering is hierop aangepast. Financiële afwijkingen en voorstellen (Bedrag x € 1.000) Actuele begroting 2012 Lasten
Baten
Prognose 2012
Saldo
Lasten
Baten
Afwijking Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Effect gemeenten
Participatie
30.980
30.980
0
31.070
31.070
0
90
90
0
3.610
WSW
34.270
34.270
0
34.270
34.270
0
0
0
0
0
Kinderopvang Inkomens ondersteuning Minimabeleid
1.060
1.060
0
1.070
1.070
0
10
10
0
-10
80.070
80.070
0
82.830
82.830
0
2.760
2.760
0
-280
8.490
8.490
0
8.310
8.310
0
-180
-180
0
440
WMO 43.820 43.820 0 42.880 42.880 0 -940 -940 0 Budgetadvies en 3.700 0 3.740 3.740 0 40 40 0 3.700 schuldbemiddeling Totaal 202.390 202.390 0 204.170 204.170 0 1.780 1.780 0 NB! Conform financieringsafspraken is bij het programma inkomensondersteuning is het geraamde overschot € 2,5 miljoen onder de lasten opgenomen als storting in de reserve.
1.810 -40 5.530
Apparaatskosten Het bij de 1ste bestuursrapportage gemelde risico met betrekking tot de CAO verhoging is, op advies van het PFO middelen, in de 2de bestuursrapportage verwerkt doordat in juni de CAO verhoging definitief is vastgesteld. Voor de SDD betekent dat een lastenverhoging van € 410.000 (nadeel, structureel). Als gevolg van de per 1 januari 2012 fors ingekrompen formatie zijn per 2012 in ieder geval (met name) al de huisvestingslasten gedaald waarmee de overhead op dit moment is afgenomen met € 100.000 (voordeel, structureel). Aangezien de apparaatskosten over de programma’s zijn verdeeld, komen deze verschillen daar tot uitdrukking. Participatiebudget Ten opzichte van de 1ste bestuursrapportage zijn de baten gelijk gebleven. De reden hiervan is dat definitieve budgetten pas medio september bekend worden gemaakt. De geprognosticeerde lasten zijn gelijkgesteld aan de baten. Echter, gezien de uitwerking van de ingezette bezuinigingmaatregelen in 2011 en aanpassing van het contract tussen Randstad en de Drechtsteden betreffende Baanbrekend Drechtsteden is er nog een incidentele bestedingsruimte van € 7,5 miljoen. Van dit bedrag mag, conform huidige regelgeving, maximaal zo’n € 4 miljoen worden overgeheveld naar 2013. ste
Zoals aangekondigd in de 1 bestuursrapportage 2012 zijn er acties ten uitvoer gebracht om de uitstroom en zelfstandigheid van klanten te vergroten. De kosten van de reeds ingezette acties bedragen € 1,1 miljoen, dit is inclusief € 350.000 voor het voortzetten van ID banen voor ID werknemers van 1950 en ouder. Recent is het aanvalsplan in werking getreden. De verdere uitrol van het aanvalsplan zal geschat € 1 miljoen gaan kosten waarvan de kosten ten laste van het Participatiebudget worden gebracht. Daarmee resteert er nog meer budget dan overgeheveld mag worden naar 2013. Daar waar gemeenten projecten zouden willen opzetten of opgezette projecten
25
willen financieren, en die binnen de regelgeving van het participatiebudget zouden passen, worden ze uitgenodigd hierover contact met de SDD op te nemen. Daar waar meer middelen zouden resteren dan overgeheveld mogen worden naar 2013 zullen, zoals ste in de 1 bestuursrapportage aangegeven, eenmalig, bij de jaarrekening zoveel mogelijk apparaatskosten ten laste van het participatiebudget worden gebracht waarmee gemeentelijke bijdragen voor 2012 met enkele miljoenen euro’s zouden kunnen worden verlaagd. Afrekening Wet Inburgering cohort 2007 - 2009 Zoals bij de 1ste bestuursrapportage vermeld zal het ministerie vermoedelijk in de 2de helft van dit jaar overgaan tot definitieve afrekening met de gemeenten van het cohort 2007 – 2009 Wet inburgering. Het betreft hier de afrekening van de eerste jaren inburgering toen de Wet inburgering nog geen onderdeel uitmaakte van het Participatiebudget. Op basis van de bij de jaarrekening 2011 aangeleverde SISA aantallen verwachten wij dat na definitief afrekenen met het Rijk ten gunste van de gemeenten die voorheen tot het samenwerkingsverband Drechtsteden behoorden, een bedrag van € 1,4 miljoen zal vrijvallen. Bij de jaarrekening 2012, na ontvangst definitieve beschikking, komen we met een voorstel tot verdeling van dit resultaat. Ten gunste van de gemeente Dordrecht verwachten wij dat, na afrekening met het ministerie, een bedrag van € 1,5 miljoen Wet Inburgering (onderdeel van BDU SIV) cohort 2007 – 2009 zal vrijvallen. Daarnaast verwachten we bij de jaarrekening 2012 een resultaat van € 0,8 miljoen als gevolg van de vrijval reserve Inburgering. De reserve Inburgering is destijds bij de inwerking treden van de Wet Inburgering per 1 januari 2007 gevormd om eventuele prijsrisico’s van inburgeringstrajecten op te vangen. Nu definitief wordt afgerekend is er geen noodzaak meer tot het verder aanhouden van deze reserve. WSW De uitvoering verloopt conform begroting. Kinderopvang De uitvoering verloopt conform begroting. Inkomensondersteuning De baten en de lasten zijn ten opzichte van de begroting 1ste bestuursrapportage per saldo toegenomen met € 2,5 miljoen. De reden hiervan is de aanpassing van de rijksvergoedingen voor de SDD gemeenten met € 6,9 miljoen hoger dan de eerder vastgestelde voorlopige budgetten 2012. De nadere budgetten BBZ zijn € 0,2 miljoen lager. Bij de 1ste bestuursrapportage 2012 was betreffende deze aanpassingen van de budgetten voorzichtigheidshalve gerekend met een verhoging van € 4,3 miljoen. Conform financieringsafspraken zal bij de jaarrekening 2012 dit verwachte overschot in de reserve worden gestort. Deze middelen zouden kunnen worden benut om in 2013 een nog te ontwikkelen eigen variant op loondispensatie voor te financieren. Met de val van het kabinet is immers ook de mogelijkheid van loondispensatie, te financieren vanuit het inkomensdeel (vooralsnog) vervallen. Financiering vanuit overschotten van voorgaande jaren kan echter wel. Bij de begroting 2013 zullen we hier een voorstel voor doen. Minimabeleid Komende maanden wordt ingezet op het vergroten van het bereik van minimabeleid. Desondanks verwachten we een resultaat van € 0,5 miljoen, dit als gevolg van lagere lasten collectieve verzekeringen IZA/CURA en Persoonlijk Minimabudget. Conform financieringsafspraken zal bij de jaarrekening 2012 van het (nu) verwachte overschot € 0,3 miljoen in de reserve worden gestort en het meerdere ten gunste van de gemeenten komen. Ter compensatie van bezuigingsmaatregelen op diverse maatschappelijke terreinen is regionaal circa € 750.000 extra in het gemeentefonds gestort. We hebben gemeenten daarover eerder geïnformeerd en aangegeven dat mogelijkerwijs alsnog een beroep op deze middelen wordt gedaan. Gezien de verwachte onderbesteding op minimabeleid is nu geen noodzaak om voor 2012 een beroep op deze middelen te doen bij de gemeenten.
26
WMO We verwachten op het onderdeel Hulpmiddelen een besparing van zo’n € 1 miljoen op de lasten te realiseren (boven op de in de 1ste bestuursrapportage vermelde lagere gemeentelijke bijdrage van € 1 miljoen). Conform de vigerende nacalculatiemethodiek zal als gevolg van deze lagere lasten, minder ten laste van de gemeenten worden gebracht. Met deze bestuursrapportage passen we de begroting, en de voorschotten, hier reeds op aan. Daarnaast verwachten we bij de jaarrekening 2012 een resultaat van € 0,8 miljoen als gevolg van de vrijval reserve WMO t.b.v. Hulp bij het Huishouden. Door het wegvallen van de claim van een van de zorgaanbieders, mede in relatie met de nieuwe financieringssystematiek, maken de noodzaak tot een reserve niet meer noodzakelijk. Budgetadvies en schuldbemiddeling De uitvoering verloopt conform begroting.
27
2.5 Ingenieursbureau Drechtsteden Financiële afwijkingen en voorstellen Prognose resultaat (Bedragen x € 1.000)
Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Actuele begroting 2012 Lasten Baten Saldo 7.925 8.237 312 0 0 0 7.925 8.237 312
Prognose 2012 Lasten Baten Saldo 8.150 8.302 152 0 0 0 8.150 8.302 152
Lasten -225 0 -225
Afwijking Baten 65 0 65
Saldo -160 0 -160
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) Toelichting Omschrijving afwijking
I/S*
Voordeel
Nadeel
Saldo
Gemeente**
Lasten A
Stijging werkgeverslasten CAO
S
B B
Verlaging personeelsasten Verhoging inhuurlasten
I I
265
C D
Materiële voorzieningen (overhead IBD) Verlaging projectkosten Subtotaal
I I
75 120 460
Ja, Dordrecht en Zwijndrecht Nee Nee
160 525
Nee Nee 685
-225
Baten B-C-D
Verhoging doorberekende kosten Subtotaal Totaal voor bestemming Resultaatbestemming
I
65 65
Nee 65
525
685
-160
0
0
0
Totaal na bestemming 525 685 -160 * Hier geven we aan of een afwijking incidenteel van aard is (I) of structureel (s) ** Hier geven we aan of de afwijking leidt tot een verlaging of verhoging van de gemeentelijke bijdrage.
Toelichting: A. CAO ambtenaren Als gevolg van de nieuw CAO zijn de werkgeverslasten gestegen. Doordat pas in augustus de CAO is vastgesteld, is het niet mogelijk om de extra kosten door te berekenen naar de opdrachtgevers. Hierdoor is de winstdoelstelling afgenomen met de stijging van de CAO. B-C-D Inhuur In de begroting wordt uitgegaan van een geminimaliseerde inhuur en een totaal ingevulde vacatureruimte. Inmiddels is de praktijk anders. De vacatures zijn voor 50% ingevuld, de overige 50% is gevuld met inhuur. Daardoor dalen de P lasten en stijgen de inhuurlasten. Dit betekent dat ook de doorberekende kosten worden verhoogd. Deze verhoging wordt voor een deel teniet gedaan door verlaging van specifieke projectkosten die incidenteel zijn. De verlenging van de overheadkosten is een gevolg van onderbesteding op het opleidingsbudget en doorberekende overheadkosten van de GRD. Per saldo hebben de begrotingswijzigingen van B-C-D een neutrale uitkomst. Ter informatie Op advies van de secretarissen is het voorstel ‘van 2 naar 6’ naar voren geschoven. Zo wordt extra tijd gecreëerd om binnen de organisaties te werken aan draagvlak. In januari 2013 zal het voorstel worden aangeboden aan de portefeuillehouder.
28
2.6 Servicecentrum Drechtsteden Het SCD heeft als doel om een marktconforme aanbieder van bedrijfsvoeringsproducten in de regio te worden. In de Financiële Strategie Drechtsteden (Drechtraad, 21 juni 2011) en het in oktober 2011 opgestelde Realisatieplan SCD is deze ambitieuze doelstelling vastgelegd. Tegen deze achtergrond is een veranderingsproces van het SCD ingezet om processen en producten door te lichten op efficiency, kwaliteit en effectiviteit. De uitvoering vindt dakpansgewijs (sequentieel) plaats. Dit betekent dat iedere afdeling zich in een andere fase van het proces bevindt. Het veranderproces bij de afdelingen Control & Bedrijfsvoering en Secretariaat en de afdelingsmanagers (MT) is afgerond en operationeel. Na het positieve advies van de OR en de plaatsingstrajecten bevindt de afdeling Facilitaire Zaken & DIV zich momenteel in de transitiefase. Voor de inrichting van de fijnstructuur van de afdeling P&O is een positief advies van de OR ontvangen. Voor de medewerkers is het plaatsingstraject gestart. Van de afdelingen Financiën & Inkoop en ICT worden op dit moment de processen doorgelicht en verwachten wij de adviesaanvragen respectievelijk in de maanden september en oktober bij de OR aan te leveren. De overige afdelingen Juridisch Kenniscentrum, Communicatie en GEO-informatie worden de komende maanden opgepakt. De uitkomsten van de fijnstructuur geven goede mogelijkheden tot verhoging van de kwaliteit van de SCD-diensten aan. Daar waar mogelijk worden deze onmiddellijk doorgevoerd (bijvoorbeeld het proces helpdesk ICT) en anders staan ze in de planning voor de komende kwartalen. De medewerkers van het SCD blijven tijdens dit veranderingsproces, dat af en toe gepaard gaat met harde maar noodzakelijke maatregelen, de diensten voor haar klanten normaal uitvoeren. Dit verdient bewondering en geeft de veerkracht en professionele houding van de SCD medewerkers weer. Zoals in de 1e burap is aangegeven loopt het SCD bij het veranderingsproces en verdere doorontwikkeling naar een concurrerende en marktconforme organisatie tegen drie zaken aan: 1. In de eerste plaats zijn er transitiekosten. Door het geldende Sociaal Plan is het onmogelijk om op korte termijn afscheid te nemen van boventallig geworden personeel. Daar speelt ook mee dat het gaat om een relatief groot aantal medewerkers, die op de huidige arbeidsmarkt dikwijls niet meteen een nieuwe functie kunnen vinden. 2. In de tweede plaats zijn er veranderkosten. Naast de reguliere werkzaamheden vindt er in 2012 een omvangrijk verandertraject plaats, dat veel inzet van medewerkers kost. Processen worden doorgelicht, competenties van medewerkers worden in kaart gebracht en er vinden een groot aantal selectiegesprekken plaats. Kortom, een groot aantal activiteiten waarvoor een uitvoeringsorganisatie noch de mankracht noch de expertise heeft. Dit leidt in 2012 tot extra kosten die het SCD voor een belangrijk deel zelf draagt. Wel wordt ervoor gezorgd dat de kennis die wij (tijdelijk) inhuren wordt geborgd in de vaste en blijvende organisatie. 3. Ten derde: begin 2012 is het resultaat van de ICT-projectorganisatie overgedragen aan het SCD als uitvoeringsorganisatie. Het betreft hier met name de implementatie van het GRID. Dit was een zeer omvangrijk project waarbij het onvermijdbaar is dat er nog een aantal restpunten zijn die nog om inspanning en investering vragen om tot definitieve afronding te komen. De restpunten zijn mede ontstaan door het in de lucht moeten houden van veel oude systemen tijdens en ook na de implementatie van het GRID (de zogenaamde ‘legacy’). Ook blijken er meer licenties nodig te zijn dan destijds was geraamd. Er is veel capaciteit ingezet op het in de lucht houden van de oude gemeentelijke infrastructuren en tegelijkertijd is altijd getracht volledige ‘dagelijkse’ dienstverlening te leveren. De ICT-uitvoeringsorganisatie is hier op bezetting niet op ingericht en komt mede hierdoor onder zware druk te staan. Deze punten waren al in de 1e burap gesignaleerd als groot risico. Het SCD is er in geslaagd deze onverwachte kosten substantieel terug te managen en het eindresultaat ziet u terug in deze 2e burap. De in deze burap voorgestelde begrotingswijzigingen hebben betrekking op middelen die nodig zijn om de basis verder op orde te brengen. Naast bovengeschetste korte termijn ICT-situatie zijn we bezig met een grondige doorlichting van de ICT-afdeling. Dit vergt veel en nauwkeurig onderzoek en zal in het begin van 2013 afgerond worden. We kijken daarbij zowel naar de fijnstructuur van de ICT afdeling en het verband tussen de uit te
29
voeren activiteiten en in te zetten middelen als naar de benodigde hard- en software en systemen. In samenspraak met de CIO-office zal ook een lange termijn visie worden uitgewerkt. Tezamen zal dit uitmonden in een ICT Transitieplan waarbij wij ook een externe partij betrekken om dit te valideren. Inmiddels kunnen wij wel constateren dat destijds bij de start van de ICT-projectorganisatie er te optimistische aannames zijn gedaan over de in te zetten middelen in relatie tot de ICT organisatie (personeel en materieel). Verder heeft de ICT organisatie van het SCD (en de ICT-projectorganisatie) zich van 2007 t/m 2011 voornamelijk bezig gehouden met de migratie van de 2007 systemen zonder dat er in de tussentijd echt structureel sprake is geweest van vernieuwing. Hierdoor is er inmiddels een technische veroudering van zowel hardware en software (niveau 2007/2008). Deze veroudering heeft negatieve gevolgen voor de performance voor onze klanten en veroorzaakt veel extra werk (escalaties) waardoor de ICT afdeling (inclusief het management) voornamelijk bezig is geweest met incident management en niet aan structurele verbeteringen is toegekomen. Dit heeft in combinatie met eerder doorgevoerde bezuinigingen op de ICT-afdeling geleid tot serieuze continuïteitsrisico’s. Over het ICT Transitieplan naar aanleiding van deze doorlichting wordt u dit jaar nog separaat geïnformeerd. Verdere doorontwikkeling van de verschillende onderdelen van het SCD en het stroomlijnen van processen zijn ook belangrijke randvoorwaarden om conform de doelstelling van de Financiële Strategie Drechtsteden op enig moment te kunnen toegroeien naar een uitbreiding van het klantenbestand. Een dergelijke verbreding kan op termijn leiden tot kostenreductie voor de huidige eigenaren. Een eerste stap op weg hiernaar is reeds gezet met de nieuwe klant– leveranciers relatie die per 1 januari 2013 gaat ontstaan tussen het SCD en de drie Gemeenschappelijke Regelingen Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid en de Regio Zuid-Holland Zuid. De omvang van de dienstverlening zal gaan veranderen en ontstaat een meer zakelijke verhouding. Het SCD heeft op 30 augustus 2012 een prijsvoorstel gestuurd voor de P-dienstverlening aan de VR, OZHZ en Regio ZHZ en voor de ICT-dienstverlening aan de OD en Regio ZHZ. In oktober wordt door de GR’en besloten of deze diensten ook in 2013 en verder door het SCD worden geleverd. Tenslotte ontwikkelt het SCD andere initiatieven om de kosten voor haar klanten te beperken. Het meest in het oog springende initiatief daarbij is het verder regionaliseren van het inkooppotentieel. Het Drechstedenbestuur heeft op 5 september ingestemd met Inkoop Nieuwe Stijl. Met Inkoop Nieuwe Stijl wordt beoogd om samen met de klantorganisaties te werken aan een meer integrale inkoopfunctie zodat door die klantorganisaties een hogere efficiency en een betere prestatie op inkoopactiviteiten kan worden behaald. Dit vraagt om andere werkwijzen en een inkoopproces met duidelijke toedeling van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. In de jaarrekening verwachten wij de eerste resultaten te kunnen presenteren. De verschillende financiële posten zoals opgenomen in deze 2de bestuursrapportage leiden tot het volgende meerjarenbesparingsbeeld van het SCD: Besparingsvoordeel SCD 10.000 9.000 8.000
x € 1.000
7.000 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 2009
2010
2011
2012
Besparingsvoordeel
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Besparingsvoordeel incl. meerafname ICT
Het besparingsvoordeel is geraamd door het budget van het SCD te vergelijken met de uitgaven voor de start van het SCD. Daarbij wordt het basispakket inclusief werkplekken (1B) vergeleken met de start van het SCD in 2007 en het evaluatierapport van PwC uit 2011. In de bovenstaande grafiek zijn bijvoorbeeld de kosten voor DVO’s niet opgenomen. Het besparingsvoordeel neemt de komende jaren
30
naar verwachting verder toe. De transitiekosten zijn meerjarig tot 2016 opgenomen. De berekening is exclusief eventuele gevolgen door ontvlechting van de GR’en. Inhoudelijke afwijkingen
Activiteit en beoogd resultaat Inkoop nieuwe stijl (INS)
Stand van zaken INS heeft als doel de inkoopprocessen en -projecten te verbeteren bij het SCD en klantorganisaties, de vastlegging en documentatie te optimaliseren en besparingen te realiseren door betere samenwerking, het benutten van schaalvoordelen en de inzet van contractmanagement.
Afwijking en bijsturing Het Drechtsteden bestuur is op 6 september akkoord gegaan.
Eenmalig: € 118.000,tbv exploitatie en een krediet van €90.000 beschikbaar stellen. Dit betreft met name de uitbreiding van het contractbeheersysteem naar een inkoopsysteem, het inrichten van contractmanagement t.b.v. applicatieconsolidatie en het aanstellen van een projectleider inregelen Inkoop Nieuwe Stijl; Structureel: voor 2012 € 135.000 en vanaf 2013 € 270.000,- per jaar.
De werkkostenregeling is complex. Dit vraagt specifieke deskundigheid om dit netwerkbreed te implementeren. Op basis van de ontvangen offertes bedragen de kosten hiervan € 145.000.
Eenmalig: € 145.000 t.b.v. inhuur specifieke expertise.
Naar verwachting zijn alle advies aanvragen ingediend voor 31-122012. De daadwerkelijke ste kanteling zal 1 kwartaal plaatsvinden.
Geen
Met INS wordt ook een hogere social return on investment (SROI)-resultaat bereikt. Beleid is 5% van de totale waarde van aanbestedingen voor SROI.
Werkkostenregeling
Fijnstructuur: Processen strak trekken en normeren
Per 1-1-2011 is de werkkostenregeling (WKR) van kracht. De WKR is de nieuwe fiscale regeling waarmee de vele regels rondom vrije vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers worden beperkt. Er mag een vrije ruimte (forfait) van 1,4% van de totale fiscale loonsom van een organisatie worden besteed aan belastingvrije vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers. Over de vergoedingen en verstrekkingen die daar bovenuit komen, betaalt de werkgever 80% eindheffing. In 2014 moet de werkkostenregeling geïmplementeerd zijn. Tot 2014 geldt er een overgangsperiode. Anticiperend op deze regeling zal in 2012 in samenspraak met adviseurs en klantorganisaties het besluitvormingstraject worden gestart met aandacht voor een herinrichting van de administratieve organisatie, zodat de financiële en salarisadministratie ‘Werkkostenregelingproof’ wordt. De reorganisatie van het SCD vindt dakpansgewijs plaats. Dit betekent dat iedere afdeling in een andere fase van het proces zit. De afdelingen Control & Bedrijfsvoering en Secretariaat zijn inmiddels uitgewerkt en afgerond. De nieuwe zogenoemde fijnstructuur van de afdeling Facilitaire Zaken & DIV bevindt zich momenteel in de transitiefase. Voor de inrichting van de fijnstructuur van de afdeling P&O is een positief advies van de OR ontvangen. Voor de medewerkers is het plaatsingstraject gestart. Van de afdelingen ICT en Financiën & Inkoop worden op dit moment de processen doorgelicht. De overige afdelingen Juridisch Kenniscentrum, Communicatie en GEOinformatie worden de komende maanden opgepakt.
Effecten
Dit betekent dat de invulling van vaste functies hierna pas kan plaatsvinden en dus langer gebruik wordt gemaakt van externen.
31
Activiteit en beoogd resultaat Nazorg projecten vanuit ICT-projectorganisatie
Stand van zaken In de eerste burap is aangegeven dat de consequenties van het overhevelen van de ICTprojectorganisatie naar het SCD (per 1-1-2012) in beeld worden gebracht. Er waren 231 restpunten nog op te lossen om het GRID goed te laten functioneren. Dit zijn punten zoals nog te migreren applicaties, aan te passen hardware en inrichting van verbindingen in het kader van de overgang van de oude omgeving (legacy) naar GRID. Inmiddels zijn 78 punten afgerond. Knelpunt is dat er geen capaciteit bij de reguliere operationele medewerkers is om deze wijzigingen door te voeren. De kosten zijn begroot op € 400.000 aan uren (inclusief wijzigingscapaciteit), € 100.000 aan materiële kosten en € 100.000 aan overige kosten. Naar verwachting zijn alle punten half 2013 afgerond.
Legacy
Door de restpunten (zie hierboven) kunnen oude systemen niet worden afgestoten. Dit leidt tot extra beheerskosten voor het SCD. De kosten van deze beheerwerkzaamheden bedragen voor 2012 eenmalig € 300.000. In 2013 zullen deze kosten door de verdere afbouw van de legacy omgeving teruglopen tot eenmalig € 125.000 voor het jaar 2013
Licenties
Ten tijde van de ICT-projectorganisatie blijken er met de kennis van nu onvoldoende licenties te zijn afgesloten. Zoals in de eerste burap is aangegeven hebben een aantal leveranciers zoals microsoft, Adobe en Oracle het SCD aangesproken op het aantal licenties.
Capaciteit ICT voor het borgen van de continuïteit
Zoals hiervoor gemeld is er inmiddels een technische veroudering van hardware en software (niveau 2008). Deze veroudering veroorzaakt veel extra werk (escalaties) en leidt tot serieuze continuïteitsrisico’s (geen achtervang bij bijvoorbeeld ziekte, vakantie door specifieke kennis). Tegen deze achtergrond is de doorlichting van de afdeling ICT op dit moment in volle gang door PWC. Over de bevindingen wordt u separaat geïnformeerd. Door het professionaliseren van de processen moet de omslag gemaakt worden van een incident gedreven naar een pro-actieve afdeling. Het is noodzakelijk capaciteit in te zetten, om minimum dienstverlening te garanderen. In de vorige burap is de nieuwe relatie met de GRen ZHZ omschreven. In aanvulling hierop kan gemeld worden dat op 30 augustus de offertes voor Personele diensten voor alle drie de GR-en en ICTondersteuning voor ZHZ en de Omgevingsdienst zijn aangeboden. Dit betreft de dienstverlening voor 2013 en verder. In het Realisatieplan is aangegeven dat we de Producten- en Diensten Catalogus (PDC) in overleg met onze klanten gaan herzien. Op basis van een aantal nader geformuleerde uitgangspunten wordt de PDC momenteel geactualiseerd. Daarbij wordt
Nieuwe relatie ZHZ
Producten en Diensten Catalogus aanscherpen
Afwijking en bijsturing
Effecten
Alle opgenomen kosten zijn noodzakelijk om de restpunten weg te werken. Een alternatief zoals stoppen met GRID is niet mogelijk.
Beschikbaar stellen van een éénmalig krediet van € 600.000. Conform afspraken wordt een deel in 5 en een deel in 10 jaar afgeschreven. De jaarlijkse kapitaallasten vanaf 2013 zijn € 106.000. Deze zijn niet voorzien in de SCD ICT begroting. Voorgesteld wordt deze meerkosten aan de gemeenten door te rekenen in de (geactualiseerde) begroting 2013.
De extra beheerskosten zullen door de afronding van de hiervoor genoemde restpunten, die zijn onstaan bij het opheffen van de ICTprojectorganisatie, verder worden terug gebracht. De totale claim van leveranciers bedroeg € 1.2 miljoen en is uiteindelijk door uitvoerige onderhandelingen teruggebracht naar eenmalig € 550.000.
Extra budget €300.000 voor 2012 en in 2013 door terugloop van de restpunten die zijn voortgekomen uit de opgeven ICT projectorganisatie € 125.000.
Voldoende capaciteit voor de operatie tot het einde van 2012 is noodzakelijk om de dienstverlening te kunnen blijven garanderen en voldoende voortgang te maken in de fijnstructuur en het programma van de upgrading van de technische infrastructuur.
Licenties moeten worden geactiveerd. Dit betekent een éénmalig extra krediet van € 550.000. Deze wordt in 5 jaar afgeschreven. De jaarlijkse kapitaallasten zijn € 124.000. De kapitaallasten van deze (in feite nagekomen van de opgeheven ICTprojectorganisatie) investeringen zijn niet voorzien in de SCD ICT begroting. In 2012 zijn de kapitaallasten € 31.000 en vanaf 2013 €124.000. € 375.000
Geen afwijking
Geen
Geen afwijking
Geen
32
Activiteit en beoogd resultaat
Begeleidingsprogramma management
Overeenstemming management- informatie Nieuwe verrekensystematiek vastgesteld
Sturing in het netwerk
Stand van zaken aansluiting gezocht bij de dakpansgewijze reorganisatie van afdelingen binnen het SCD en bij de nieuwe verrekensystematiek. De PDC van de nieuwe afdeling Facilitaire Zaken en DIV is in het eerste kwartaal in overleg met het COB geactualiseerd. De PDC van de afdeling P&O is door het COB op 5 juli jl. akkoord bevonden. De PDC van de afdelingen ICT en Financiën en Inkoop wordt in augustus/september aan het COB voorgelegd. De PDC’s van de overige afdelingen volgen in de maanden daarna. Om het veranderingstraject te ondersteunen vindt gedurende geheel 2012 een begeleidingstraject plaats van het MT en andere leidinggevenden van het SCD. Er is een jaarplan en leveringsrapportage voor klantorganisaties opgesteld. Het Drechtstedenbestuur heeft op 16 mei 2012 ingestemd met de nieuwe verrekensystematiek. Op basis van deze nieuwe systematiek worden de kosten van het SCD via circa 10 sleutels verdeeld over de klantorganisaties waarmee een meer directe relatie wordt gelegd tussen prijs en prestatie en waarmee inzichtelijk wordt gemaakt op welke wijze klanten zelf kunnen sturen op afnamevolumes. De herverdeeleffecten worden momenteel berekend. In januari 2013 zullen de eerste resultaten met betrekking tot deze herverdeeleffecten bekend zijn. Op basis daarvan wordt een voorstel voor invoering van de nieuwe systematiek in procedure gebracht. Het DSB heeft op 11 januari 2012 het Handelingskader Sturing SCD vastgesteld. In dit document zijn de kaders en uitgangspunten voor sturing vastgelegd, maar zijn ook processen voor bestuursopdrachten, going-concern werkzaamheden, de individuele klantvraag en de inrichting van toezicht en verantwoording opgenomen. Rollen, taken en bevoegdheden van betrokken functies en gremia zijn benoemd en verder is een passage opgenomen over de overlegstructuur op strategisch, tactisch en operationeel vlak tussen het SCD en de klantorganisaties. De afspraken in het Handelingskader worden momenteel geëvalueerd. In het laatste kwartaal van 2012 zullen de resultaten van deze evaluatie bekend worden.
Afwijking en bijsturing
Effecten
Geen afwijking
Geen
Geen afwijking
Geen
Geen afwijking
Geen
We zien in de praktijk dat de voorgestelde sturing qua snelheid maar ook qua bekendheid in de regio te wensen over laat. Hierover is overleg gaande op bestuurlijk en ambtelijk niveau om dit te verbeteren en zal het SCD communicatie achter de voordeur bij haar klanten gaan verzorgen.
Geen
Financiële afwijkingen en voorstellen Prognose resultaat (Bedragen x € 1.000) Actuele begroting 2012 Prognose 2012 Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo 42.018 41.713 -305 47.494 47.869 375 Resultaat voor bestemming 0 305 305 2.050 526 -1.524 Mutatie reserves 42.018 42.018 0 49.544 48.395 -1.149 Resultaat na bestemming Saldo van - € 1.149 bestaat uit resultaat - € 43 en frictiekosten - € 1.107
Lasten 5.476 2.050 7.526
Afwijking Baten 6.156 221 6.377
Saldo 680 -1.829 -1.149
(Bedragen x € 1.000) Indeling Bedrag Operationeel resultaat 330 Veranderproces kosten -677 Inzet reserve SCD 305 Saldo operationeel en veranderproces -43 Dit resultaat resteert na verwerking van de voorgestelde maatregelen
33
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) Toelichting Omschrijving afwijking Lasten A Frictiekosten agv taakstelling B C D
Personele kosten Werkkostenregeling (WKR) Inkoop nieuwe stijl
G
Printer/telefonie Subtotaal
I/S*
Voordeel
Nadeel
Saldo
I
- 1.107
-1.107
I I I&S
- 3.324 -145 - 253
-3.324 -145 -253
-647 -5.476
-647 -5.476
0
Gemeente**
B
Baten Personele kosten legacy
I
300
300
Ja, alle zes
B B C
Capaciteit ICT tbv continuïteit CAO aanpassing Werkkostenregeling
I I I
375 482 145
300 482 145
Ja, alle zes Ja, alle zes Ja, alle zes
E D
Uittreding JGZ Inkoop nieuwe stijl Extra inkomsten door DVO/ detacheringen en overige verrekeningen individuele afspraken Printer/telefonie
S I&S
253
-221 253
Nee Ja, alle zes
2.125
2.125
Ja, alle zes
I
647
647
Ja, alle zes
Frictievergoeding (MPO) Subtotaal
I
2.050 6.377
-221
2.050 6.156
6.377
-5.697
680
- 2.050
221 -2.050
B G F
I
Totaal voor bestemming Onttrekking reserve SCD Inzet frictiebudget MPO JGZ Storting reserve (MPO)
I I
-221
221
Totaal na bestemming 6.598 -7.474 -1.149 * Hier geven we aan of een afwijking incidenteel van aard is (I) of structureel (s) ** Hier geven we aan of de afwijking leidt tot een verlaging of verhoging van de gemeentelijke bijdrage.
Toelichting: A. Transitiekosten als gevolg van de taakstelling De transitiekosten als gevolg van de taakstelling bedragen € 1 miljoen. Overigens betreft dit alleen het deel van 2012. Deze dekking voor 2012 is in bovenstaande analyse opgenomen. B. Personele kosten De overschrijding van deze kosten worden voor een grootdeel gedekt door extra inkomsten vanuit DVO’s. (€ 4.645.000). Daarnaast zijn de maatregelen opgenomen die al eerder zijn genoemd ten aanzien van ‘Legacy’ (€ 300.000) en capaciteit ICT tbv continuïteit (€ 375.000). Als laatste wordt de overschrijding veroorzaakt door de CAO aanpassing die slechts voor een deel door het SCD kan worden geabsorbeerd. Het betreft een bedrag van € 482.000. C. Werkkostenregeling Per 1-1-2011 is de werkkostenregeling (WKR) van kracht. De werkkostenregeling is complex. Dit vraagt kennis om dit netwerkbreed te implementeren en de administratieve organisatie (zowel financiële administratie als salarisadministratie) hierop aan te passen. Om de belangen van de klantorganisaties goed te kunnen behartigen is specifieke deskundigheid noodzakelijk. Op basis van de ontvangen offertes bedragen de kosten hiervan € 145.000. D. Inkoop nieuwe stijl (INS) Het Drechsteden bestuur is op 6 september akkoord gegaan met INS. Afgesproken is dat de kosten worden gedekt uit het reeds gerealiseerde aanbestedingsresultaat bij gemeenten op de brandverzekeringscontracten en op accountantsdiensten, aangevuld met het aanbestedingsresultaat op enige overige contracten. Voor het inrichten van het contractmanagement en het inrichten van Inkoop nieuwe stijl is een éénmalig budget van € 118 noodzakelijk en daarnaast een krediet van €
34
90.000 voor de aanschaf en implementatie van het ondersteunend inkoopsysteem. De jaarlijkse kosten bedragen € 270.000. Voor 2012 is hier een halfjaar opgenomen (€135.000). E. Uittreding JGZ Zoals aangegeven in de eerste burap is de Jeugd Gezondheidszorg (JGZ), onderdeel van de GRZHZ, per 1 juli 2012 extern ondergebracht. Dit betekent volgens de afspraken van de Meerpartijen Overeenkomst (MPO) een verlaging van de bijdrage (€442.000) op jaarbasis. Hier tegenover staat een transitievergoeding van € 1.100.000. De transitievergoeding wordt opgenomen in de reserve van het SCD. De vergoeding zal ingezet worden om de ontstane transitie op te lossen en wordt conform de BBV-regels afgewikkeld. Voor 2012 is uitgegaan van een toevoeging aan de exploitatie die gelijk is aan de verlaging van bijdragen (€ 221.000). F. Frictievergoedingen MPO In de Drechtraadnotitie 'Nieuwe dienstverleningsrelatie SCD - Gemeenschappelijke Regelingen' van 12 juni 2012 is het totaalbeeld gegeven van mogelijke frictie die optreedt bij een ontvlechting met de GR’en OZHZ, VR en ZHZ. Daarin is geschetst dat het in ieder geval tot een ontvlechting komt met de VR voor ICT. Een deel van het frictiebedrag hiervan hebben we inmiddels ontvangen. Daarnaast hebben we ook een frictiebedrag gekregen voor de ontvlechting JGZ bij de regio ZHZ. Beide bedragen zijn gestort in de ‘frictiereserve’. (Bedragen x € 1.000) Mutaties reserve (frictie) Storting MPO extern* Totaal
Bedrag 2.050 2.050
Onttrekking Bijdrage exploitatie JGZ Saldo onttrekking
Bedrag 221 221
Stand reserve 31-12-2012 1.829 * Betreft hier stortingen in de reserve vanuit de GR’en OZHZ, VR en ZHZ.
Op 12 juni 2012 heeft de Drechtraad vanuit de situatie zoals toen aan de orde (ontvlechting op ICT en Financiën met VR en OZHZ) een amendement aangenomen om de frictiekosten voor de GRD te maximeren op € 670.000. Op het moment van schrijven lopen de gesprekken met de GR'en over de offertes die het SCD heeft uitgebracht en weten we nog niet wat de uitkomst is. Indien offertes niet worden geaccepteerd leidt dit tot financiële consequenties voor de GRD. Na afronding van dit traject zullen we de uitkomsten en de gevolgen voor het frictierisico van de GRD terugrapporteren aan de Drechtraad. G. Printer/telefonie Evenals voorgaande jaren wordt het meerverbruik van printer en telefonie in de tweede burap opgenomen. Deze kosten zijn conform de bijdragen van 2011 verwerkt in deze burap. De definitieve afrekening zal plaatsvinden na de jaarrekening wanneer alle declaraties van de klantorganisaties zijn ontvangen. In de leveringsrapportage zijn de klanten hier over geïnformeerd. Printers De Europese aanbesteding Multifunctionals (print-, scan- en kopieerapparaten) is afgerond. Samen met de afdeling Inkoop is het contract gesloten met de leverancier Sharp. Omdat het huidige machinepark nodig vervangen moet worden, is aan de uitrol een extra hoge prioriteit gegeven. De uitrol is in juli 2012 bij het SCD gestart en zal in oktober/november 2012 voor alle gemeenten afgerond worden. Voor 2012 is het budget voor printers gelijk aan dat over 2011. In 2012 zijn er nog geen bijzondere ontwikkelingen ten aanzien van de kosten te melden. Na de uitrol van de nieuwe multifunctionals kunnen wij melding maken van de benutting van het aantal beschikbare en gerealiseerde teller-tikken van zwart-wit en kleurafdrukken per klant. Zo zal het beschikbare budget beter beheersbaar en bestuurbaar zijn. Wij verwachten na de uitrol hier goed inzicht te kunnen geven.
35
Telefonie De kosten van de vaste telefonie zijn per saldo gelijk gebleven. Door de volledige uitrol zijn er hogere kosten voor het onderhoudscontract. Hiertegenover staat een verdere consolidatie van de vaste telefonie en gunstigere voorwaarden bij onze provider voor vaste telefonie Tele2. De kosten voor mobiele telefonie dalen. Door verdere consolidatie nemen de exploitatiekosten in 2012 ten opzichte van 2011 af. Tegenover de daling staat dat de kapitaallasten van onder andere telefonie nu in volle omvang door werken in de exploitatie, waardoor in 2012 de totale kosten en daarmee samenhangende totale bijdragen van de klantorganisaties nagenoeg gelijk zullen blijven.
36
2.7 Gemeentebelastingen Drechtsteden Financiële afwijkingen en voorstellen Prognose resultaat (Bedragen x € 1.000)
Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Actuele begroting 2012 Lasten Baten Saldo 4.694 4.694 0 0 0 0 4.694 4.694 0
Prognose 2012 Lasten Baten Saldo 4.609 4.694 85 85 0 0 4.694 4.694 85
Lasten -85 0 -85
Afwijking Baten 0 0 0
Saldo 85 0 85
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) Toelichting Omschrijving afwijking A B C
Lasten Controle activiteiten Externe automatisering Diverse (oa lagere doorbelasting) Subtotaal Totaal voor bestemming
I/S
Voordeel
Nadeel
Saldo
Gemeente
I
25
25
Nee
I I
24 36 85
24 36 85
Nee Nee
85
0
85
Resultaatbestemming 0 0 0 Totaal na bestemming 85 0 85 * Hier geven we aan of een afwijking incidenteel van aard is (I) of structureel (s) ** Hier geven we aan of de afwijking leidt tot een verlaging of verhoging van de gemeentelijke bijdrage.
Toelichting: A. Controle activiteiten Dit jaar zijn er geen grote aparte controleacties (hondenbelasting, leegstand en precario) uitgevoerd. Het begrote budget is te beperkt om jaarlijks tot volledige controleactie over te gaan. Wij zijn thans een op postcode geënte systematiek aan het ontwikkelen om veel gerichter de noodzakelijke controles toch binnen het beschikbare budget te kunnen uitvoeren. Over deze methode wordt begin volgend jaar overleg gevoerd met de gemeenten. Resultaat is een controlemethodiek die effectief binnen het daarvoor begrote bedrag kan worden uitgevoerd. B. Externe automatisering De kosten voor de externe automatisering vallen € 24.000 lager uit dan geraamd. Volgend jaar wordt het contract met de leverancier via bureau inkoop herzien. De uitkomsten hiervan zijn nog niet bekend. Vooralsnog gaan we voor 2013 uit van eenzelfde last als in 2012 (inclusief indexering). C. Diverse Op de verschillende producten zijn beperkte incidentele voordelen (inclusief lagere doorbelasting) geboekt, die oplopen tot een totaal van € 36.000.
37
2.8 Onderzoekcentrum Drechtsteden Financiële afwijkingen Prognose resultaat (Bedragen x € 1.000)
Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Actuele begroting 2012 Lasten Baten Saldo 1.549 1.549 0 0 0 0 1.549 1.549 0
Prognose 2012 Lasten Baten Saldo 1.484 1.484 0 0 0 0 1.484 1.484 0
Lasten -65 0 -65
Afwijking Baten -65 0 -65
Saldo 0 0 0
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) Toelichting Omschrijving afwijking A B
C D
Lasten Personele lasten Inhuur Subtotaal Baten Onderzoek extern Onderzoek intern Subtotaal Totaal voor bestemming Resultaatbestemming
I/S*
Voordeel
Nadeel
Saldo
Gemeente**
I
60
60
Nee
I
5 65
5 65
Nee
Nee Nee
I I
25 25
-90 -90
-90 25 65
90
-90
0
0
0
0
Totaal na bestemming 90 -90 0 * Hier geven we aan of een afwijking incidenteel van aard is (I) of structureel (s) ** Hier geven we aan of de afwijking leidt tot een verlaging of verhoging van de gemeentelijke bijdrage.
Toelichting: A. Personele lasten Er is sprake van een lagere personele bezetting (0,5 fte). Dit levert een besparing op van € 60.000. De toegenomen personele lasten als gevolg van de CAO verhoging kunnen dit jaar incidenteel worden opgevangen door een ontvangen ZW-uitkering. B. Inhuur voor onderzoek Door een forse interne opdrachtenportefeuille is de verwachting dat we dit najaar nog extra onderzoeksfunctie zullen moeten inhuren. Dit is wel iets minder dan de begrote € 30.000. Dit levert een besparing op van € 5.000. C. Onderzoek intern We hebben meer interne opdrachten dan in het pluspakket is voorzien. Dit levert extra omzet op van € 25.000. D. Onderzoek extern Het werven van externe opdrachten blijft achter bij de ambitie. Op basis van de huidige stand van zaken, verwachten we dat externe acquisitie van 3% van de omzet realistisch is. Dat is 7% minder dan de doelstelling van 10%. Hierdoor zal er naar verwachting € 90.000 minder inkomsten worden binnen gehaald. Dit wordt gecompenseerd door de hierboven genoemde besparingen.
38
2.9 Algemene dekkingsmiddelen Financiële afwijkingen Prognose resultaat (Bedragen x € 1.000)
Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Actuele begroting 2012 Lasten Baten Saldo 0 150 150 0 0 0 0 150 150
Prognose 2012 Lasten Baten Saldo 100 150 50 0 0 0 100 150 50
Lasten 100 0 100
Afwijking Baten 0 0 0
Saldo -100 0 -100
Renteresultaat De algemene dekkingsmiddelen bestaan uit het renteresultaat wat wordt gevormd door het rentebestanddeel van de kapitaallasten en de rentebaten en – lasten bij het uitzetten en aantrekken van liquide middelen. De rekenrente voor de kapitaallasten bedragen 4%. Voorgesteld wordt om het positieve renteresultaat deels toe te rekenen aan de reserves (zie voor uitsplitsing tabel hieronder). (Bedragen x € 1.000)
BWS reserve Manden Maken FES Totaal
Toegerekende rente 30 23 47 100
Landsbanki Eind 2011 is de waardering van de vordering op Landsbanki verhoogd naar 90%. Inmiddels is de tweede betaling ontvangen. Ten tijde van de jaarrekening zal de vordering opnieuw worden gewaardeerd en verwacht wordt dat deze verhoogd zal gaan worden naar 100%. 2e orde effect OCD Als gevolg van de gewijzigde financieringsstructuur van het OCD is de bijdrage vanuit de gemeenten voor onderzoeken die door de GRD van het OCD worden afgenomen lager dan begroot. Dit zogenoemde 2e orde effect dient dan ook te worden gecorrigeerd. (Bedragen x € 1.000) Verdeelsleutel inwoners per 1-7-2010 Alblasserdam Dordrecht
Teruggave aan gemeente
19.049
11
118.579
67
Hendrik-Ido-Ambacht
26.441
15
Papendrecht
31.743
18
Sliedrecht
23.988
14
Zwijndrecht
44.345
25
264.145
150
Totaal
39
Financiële bijlage Bijdragen per gemeente per programma
Totaal
Zwijndrecht
Sliedrecht
Papendrecht
Hendrik-IdoAmbacht
Dordrecht
Alblasserdam
(Bedragen x € 1.000)
Bureau Drechtsteden Algemene inwonerbijdrage
97
601
134
161
122
225
6
36
8
9
7
13
79
39
364
54
71
55
107
690
Voorrangscommissie
5
31
7
8
6
11
68
Klachtencommissie
4
23
5
6
5
9
51
28
172
38
46
35
64
383
Natuur en Milieu Educatie
5
28
6
8
-
10
57
Wet Educatie en Beroepsonderwijs
4
23
5
6
5
9
51
Kanteling WMO
9
56
8
12
13
22
120
Walstroom
6
34
8
9
7
13
77
Energieprogramma
-
61
14
16
12
23
126
WMO regiegroep
2
11
3
3
2
4
25
145
905
202
242
183
338
2.015
530
11.240
462
1.041
712
2.239
16.224
0
0
0
0
0
0
0
1.642
21.536
1.087
2.599
2693
4.359
33.916
Regionaal Platform Verkeersveiligheid Waterbus
Bijdrage wonen
1.340
Bestuur en staf Algemene inwonerbijdrage Sociale Dienst Drechtsteden Participatie Participatie (tekort) WSW Kinderopvang Bijstandsverlening Bijstandsverlening (tekort) Minimabeleid WMO - Huishoudelijke hulp WMO - Hulpmiddelen Schuldbemiddeling en Budgetadvies WMO - uitvoeringskosten Apparaatskosten
7
434
8
15
23
92
579
3.219
47.806
2.537
5.131
4330
10.346
73.369
0
0
0
0
0
0
0
214
3.386
128
312
255
656
4.951
1.657
10.784
1584
2.034
1916
3.830
21.805
708
3.899
805
985
962
1.596
8.955
1
25
1
2
2
4
35
58
362
52
79
81
143
775
1.121
17.733
673
1.633
1333
3.437
25.930
Servicecentrum Drechtsteden Basispakket
1.233
9.294
1.186
2.305
1.468
2.930
18.416
Pluspakket
0
1.323
0
0
0
179
1.502
Additioneel pakket
0
1.435
0
0
0
0
1.435
IP&A 1B / investering extra 1 B/ Legacy, continuiteit ICT
384
2.675
459
599
393
761
5.271
Extra applicaties en werkplekken
123
211
49
142
31
60
616
INS, WKR en Cognos
24
183
23
46
29
57
362
Printer en telefonie
38
49
53
42
15
15
212
0
2.331
462
481
433
687
4.394
57
356
80
96
72
133
794
11.366
137.407
10.141
18.139
15.200
32.372
224.623
Gemeentebelastingen Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden Basispakket Totaal
In deze tabel zijn de bijdragen vanuit gemeenten die voortkomen uit DVO’s van het SCD, bijdrage van de aandeelhouders aan het IBD en opdrachten die vallen in het pluspakket van het OCD niet opgenomen.
40
e
Vergelijking bijdragen per gemeente tussen de primaire (P) en geactualiseerde (A) begroting en de 2 bestuursrapportage (B2)
A lb lasse rd am (P )
A lb lasse rd am (A)
A lb lasse rd am (B2)
D ordrecht (P )
D ordrecht (A)
D ordrecht (B2 )
H .I. A m bacht (P )
H .I. A m bacht (A )
H .I. A m bacht (B 2)
P apend re cht (P)
P apend re cht (A)
P apend re cht (B2)
S liedrech t (P)
S liedrech t (A)
S liedrech t (B2)
Zw ijn drecht (P )
Zw ijn drecht (A )
Zw ijn drecht (B 2)
To taa l bijdragen (P)
To taa l bijdragen (A)
To taa l bijdragen (B2)
(Bedragen x € 1.000)
188
97
97
1.169
601
601
261
134
134
313
161
161
237
122
122
437
225
225
2.604
1.340
1.340
4
6
6
25
36
36
5
8
8
7
9
9
5
7
7
9
13
13
55
79
79 690
Bureau Drechtsteden Algemene inwonerbijdrage Regionaal Platform Verkeersveiligheid Waterbus
40
39
39
364
364
364
54
54
54
71
71
71
55
55
55
107
107
107
690
690
Voorrangscommissie
5
5
5
31
31
31
7
7
7
8
8
8
6
6
6
11
11
11
68
68
68
Klachtencommissie
4
4
4
23
23
23
5
5
5
6
6
6
5
5
5
9
9
9
51
52
52 383
Bijdrage wonen
28
28
28
172
172
172
38
38
38
46
46
46
35
35
35
64
64
64
383
383
Natuur en Milieu Educatie
5
5
5
28
28
28
6
6
6
8
8
8
0
0
0
10
10
10
57
57
57
Wet Educatie en Beroepsonderwijs Kanteling WMO
4 0
4 9
4 9
23 0
23 56
23 56
5 0
5 8
5 8
6 0
6 12
6 12
5 0
5 13
5 13
9 0
9 22
9 22
51 0
52 120
52 120
Walstroom
6
6
6
34
34
8
8
8
9
9
9
7
7
7
13
13
13
77
77
77
Energieprogramma
0
0
0
61
61
61
14
14
14
16
16
16
12
12
12
23
23
23
127
126
126
WMO regiegroep
0
2
2
0
11
11
0
3
3
0
3
3
0
2
2
0
4
4
0
25
25
Bestuur en staf
0
144
145
0
896
905
0
200
202
0
240
242
0
181
183
0
335
338
0
1.996
2.015
530
16.397
11.240
11.240
462
1.306
34
Sociale Dienst Drechtsteden Participatie Participatie (tekort) WsW Kinderopvang Bijstandsverlening (Rijksbudget)
776
530
579
462
1.041
1.041
967
712
712
3.140
2.239
2.239
23.165
16.224
16.224
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1571
1.642
1.642
22.855
21.536
21.536
1.023
1.087
1.087
2.526
2.599
2.599
2.754
2.693
2.693
4.461
4.359
4.359
35.190
33.916
33.916
11
7
7
385
427
434
2
8
8
9
15
15
27
23
23
85
91
92
516
571
579
2.612
3.110
3.219
40.264
46.344
47.806
1.878
2.411
2.537
4.200
4.926
5.131
3.546
4.151
4.330
8.350
9.949
10.346
60.850
70.891
73.369
Bijstandsverlening (tekortfinanciering)
267
0
0
4.325
0
0
154
0
0
388
0
0
316
0
0
810
0
0
6.260
0
0
Minimabeleid
211
214
214
3.421
3.386
3.386
122
128
128
307
312
312
250
255
255
640
656
656
4.951
4.951
4.951
1.543 897
1.657 688
1.657 708
9.384 5.882
10.784 4.931
10.784 3.899
1.337 908
1.584 722
1584 805
2.076 1.302
2.034 963
2.034 985
2.105 956
1.916 854
1.916 962
3.739 2.307
3.830 1.827
3.830 1.596
20.184 12.251
21.805 9.985
21.805 8.955
1
1
1
24
25
25
1
1
1
2
2
2
2
2
2
4
4
4
35
35
35
54
58
58
325
362
362
46
52
52
72
79
79
73
81
81
130
143
143
700
775
775
1.046
1.108
1.121
16.943
17.521
17.733
602
665
673
1.521
1.613
1.633
1.240
1.317
1.333
3.171
3.396
3.437
24.523
25.620
25.930
1.260 0
1.211 0
1.233 0
9.501 1.414
9.127 1.299
9.294 1.323
1.212 0
1.165 0
1.186 0
2.357 0
2.263 0
2.305 0
1.501 0
1.441 0
1.468 0
2.994 176
2.878 176
2.930 179
18.825 1.590
18.085 1.475
18.416 1.502
WMO - Huishoudelijke hulp WMO - Hulpmiddelen Schuldbemiddeling en Budgetadvies WMO - uitvoeringskosten Apparaatskosten
0 Servicecentrum Drechtsteden Basispakket Pluspakket Additioneel pakket
0
0
0
0
1.593
1.409
1.435
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1.593
1.409
1.435
349
385
384
2.310
2.436
2.675
493
471
459
526
691
599
350
382
393
927
1.050
761
4.955
5.415
5.271
extra applicaties en werkplekken
0
0
123
0
0
211
0
0
49
0
0
142
0
0
31
0
0
60
0
0
616
WKR, INS en Cognos
0
4
24
0
27
183
0
4
23
0
7
46
0
4
29
0
9
57
0
55
362
Printer en telefonie
0
0
38
0
0
49
0
0
53
0
0
42
0
0
15
0
0
15
0
0
212
Gemeentebelastingen Drechtsteden
0
0
0
2.620
2.331
2.331
519
462
461
540
481
481
487
433
433
772
687
687
4.938
4.394
4.393
Onderzoekcentrum Drechtsteden
103
57
57
638
356
356
143
80
80
171
96
96
128
72
72
239
133
133
1.422
794
794
Lagere bijdrage (taakstelling)
-119
0
0
-1.550
0
0
-149
0
0
-219
0
0
-174
0
0
-389
0
0
-2.600
0
0
10.866
11.021
11.366
138.661
135.877
137.407
9.273
9.792
10.140
17.574
17.717
18.139
14.895
14.786
15.200
32.248
32.272
32.372
223.511
221.465
224.624
IP&A 1B / investering extra 1B / legacy, capaciteit ICT
Totaal
Reserves en voorzieningen Reserves (Bedragen x 1.000) Stand 01/01/2012 CC
Bestemming 2011
e
Stand 31/12/2012
e
1 Burap
2 Burap
Bestemming 2012
Algemene reserve GRD
185
-1.101
0
1.000
84
0
Totaal algemene reserve
185
-1.101
0
1.000
84
0
BDS BDS BDS
Exploitatiereserve BDS Noordoevers Investeringsfonds Manden Maken
4 0 1.559
113 1.271 0
0 0 0
0 0 1.357
117 1.271 3.347
0 0 0
BDS SDD SDD
Bestemmingsreserve BWS Exploitatie reserve SDD Inkomensondersteuning
1.278 250 0
0 0 0
0 0 0
-710 0 2.480
568 250 2.480
0 0 2.480
SDD SDD
Minimabeleid Bestemmingsreserve Wet Inburgering
0 800
19 0
0 0
0 0
19 800
281 -800
SDD SDD IBD
Innovatiereserve SDD Bestemmingsreserve WMO Exploitatie reserve IBD
320 2.259 129
100 -1.161 -129
-320 0 0
0 0 0
100 1.098 0
-100 -1.098 0
306 0 140
2 0 24
-305 0 0
0 1.829 0
3 1.829 164
0 0 0
100 7.144
0 239
0 -625
0 2.476
100 9.668
0 762
SCD Exploitatiereserve SCD SCD Frictiereserve MPO GBD Bestemmingsreserve GBD OCD Bestemmingsreserve OCD Totaal bestemmingsreserves
Reserve Inkomensondersteuning Het geprognosticeerde resultaat 2012 Inkomensondersteuning ad. € 2.480.000 wordt conform de financieringsafspraken bij de jaarrekening 2012 toegevoegd aan de reserve. Reserve Minimabeleid Van het geprognosticeerde resultaat 2012 Minimabeleid ad. € 540.000 wordt conform de financieringsafspraken bij de jaarrekening 2012 voor een bedrag van € 280.000 toegevoegd aan de reserve tot het afgesproken plafond van de reserve. Het meerdere komt bij de jaarrekening direct ten gunste van de gemeenten. Reserve Inburgering Na definitieve afwikkeling met het Rijk komt de SDD, naar verwachting in het 2e halfjaar van 2012, met een compleet overzicht. Het beeld is dat een bedrag van € 0,8 miljoen bij de jaarrekening 2012 vrij zal vallen ten gunste van de gemeenten. De reserve Inburgering is destijds bij de inwerking treden van de Wet Inburgering per 1 januari 2007 gevormd om eventuele prijsrisico’s van inburgeringstrajecten op te vangen. Innovatiereserve SDD De innovatiereserve is conform de resultaatbestemming jaarrekening 2011 opgehoogd met € 100.000 naar € 420.000. De innovatiereserve wordt voor € 320.000 ingezet ter financiering van het innovatieproject Partner in Zelfstandigheid WMO. Daarnaast is € 100.000 conform besluit jaarrekening 2011 beschikbaar voor extra opleidingsbudget. Aangezien we inmiddels een zeer voordelige invulling aan de medewerkersassesments hebben kunnen geven, is de vraag of dit bedrag nog benodigd zal zijn. Zo niet dan zal dat bij de jaarrekening weer beschikbaar komen. Reserve WMO Conform de jaarrekening 2011 is de reserve WMO t.b.v. Hulp bij Huishouden aangehouden in verband met de afwikkeling van voorgaande jaren. In 2012 verwachten wij hiervoor een bedrag van € 250.000 te ontrekken uit de reserve WMO. Dit bedrag is inclusief de overeengekomen betaling van € 78.600 tegen finale kwijting van de claim 2007 - 2009 van een van de zorgaanbieders. Ten aanzien van het geprognosticeerde restant van € 848.000 stellen wij voor dit bij de jaarrekening 2012 vrij te
42
laten vallen. De risico’s mede in relatie met de nieuwe financieringssystematiek maken de noodzaak tot een reserve niet meer noodzakelijk. Frictiereserve MPO Als gevolg van de afspraken die zijn gemaakt vanuit de meer partijen overeenkomst (MPO) wordt er een reserve gevormd voor de ontvangen frictievergoedingen. De totale reserve bedraagt ruim € 2 miljoen. Doordat Jeugd Gezondheidszorg (JGZ) per 1 juli 2012 extern is ondergebracht, wordt er door het SCD een lagere bijdrage ontvangen en zal deze worden opgevangen door een onttrekking aan de frictiereserve MPO. Hierbij gaat het voor 2012 om € 221.000. Voorzieningen (Bedragen x 1.000)
CC
Voorziening premienadeel oudere werknemers SDD Voorziening giften cliënten BSHV SDD Voorziening outplacement ID banen SDD Voorziening FUWA SDD Voorziening frictiekosten SDD Totaal
Stand Bestemming 01/01/2012 2011 320 0
0
0
Stand 31/12/2012 320
2 795
0 0
0 -795
0 0
2 0
31 1.000 2.148
0 0 0
-31 0 -826
0 -1.000 -1.000
0 0 322
e
e
1 Burap
2 Burap
Voorziening Outplacement ID Werkgevers kunnen in 2012 ID-werknemers een outplacementtraject aanbieden. Eind 2012 zal het eindsaldo (niet geclaimde gelden ten behoeve van trajecten voor ID-ers) van de voorziening vrijvallen ten gunste van het Participatiebudget 2012 conform de jaarrekening 2011. Momenteel is € 645.000 onbenut. € 150.000 zal vrijvallen in verband met het continueren van de ID-banen voor werknemers van 1950 en ouder. Acties worden ondernomen om alsnog de overige werkgevers te benaderen en hen te wijzen om de mogelijkheden voor inzet outplacementtrajecten ten behoeve van hun IDwerknemers. Voorziening FUWA (functiewaarderingen) De voorziening zal in 2012 worden ingezet voor de laatste afwikkelingen betreffende de functiewaarderingen. Voorziening frictiekosten Gezien de achterblijvende voortgang van uitstroom van bovenformatieve medewerkers zal voor de komende jaren een voorziening frictiekosten worden gevormd van € 1,1 miljoen. We verwachten deze grotendeels vanuit de organisatie budgetten te kunnen dekken.
43
Bijlage Besluiten Besluiten genomen door Drechtraad Datum 03-04-2012 03-04-2012 03-04-2012
Onderwerp Aanvullende kredietaanvraag Multifunctionals Kredietaanvraag Applicatie en Technisch Beheer (ATB) Kredietaanvraag reguliere vervanging GRD
03-04-2012
Voortgangsrapportage 20112012 Programma Arbeidsmarktbeleid regio Drechtsteden
08-05-2012
Verordening m.b.t. Inburgeringsagenda 2012
12-06-2012
Nieuwe dienstverleningsrelatie SCD – GR-en
12-06-2012
Regionaal Beleidsplan Schuldhulpverlening
12-06-2012
Verordening Wet Werk en Bijstand 2012
03-07-2012
1 Bestuursrapportage GRD 2012
03-07-2012
Financiële Verordening (artikel 2012) en Controle Verordening (artikel 213)
03-07-2012
Jaarrekening 2011
e
De Drechtraad besluit: een aanvullende krediet van € 150.000 voor de uitvoering van het project aanbesteding en implementatie Multifunctionals beschikbaar te stellen. een krediet van € 575.000 voor de reguliere dienstverlening ATB beschikbaar te stellen. een krediet van € 155.000 voor de reguliere vervanging GRID beschikbaar te stellen. 1. Kennis te nemen van de stand van zaken over 1 jaar uitvoering van het regionaal programma Arbeidsmarktbeleid (zie bijlagen). 2. In te stemmen met de voorgestelde focus, inzet, planning en bijbehorende middelen om de 4 veranderopgaven op de arbeidsmarkt concrete uitwerking en follow-up te geven. de aanpassing van de Verordening Inburgering Drechtsteden vast te stellen. 1. Het Integraal voorstel andere vormgeving relatie SCD –GR’en, d.d. 15 november 2011 vast te stellen; 2. De Rapportage nadere uitwerking integraal voorstel andere vormgeving relatie SCD en de drie gemeenschappelijke regelingen, d.d. 30 januari 2012 vast te stellen; 3. De Meerpartijenovereenkomst SCD – GR’en, eindversie, d.d. 15 februari 2012 vast te stellen; 4. Akkoord te gaan met het via alleenrecht onderbrengen van dienstverlening bij het SCD, in afwijking van de meerpartijenovereenkomst. Dit in het geval een GR kiest voor het vestigen van een alleenrecht in plaats van aanbesteding; 5. De maximale hiermee gepaarde frictiekosten voor de GRD van €670.000,- met een inspanningsverplichting verder te verlagen. Het “Regionaal beleidsplan schuldhulpverlening Drechtsteden 2012-2016” vast te stellen en daarmee de volgende wijzigingen door te voeren: 1. Herziening van de uitgangspunten voor het schuldhulpverleningsbeleid in de Drechtsteden: a. de burger zelf is aan zet (voor wat hoort wat, je moet er wel wat voor doen); b. schuldhulpverlening is een tijdelijke voorziening en wordt in principe eenmalig aangeboden; c. het verhogen van inkomen (vinden, uitbreiden of houden van werk) is een opdracht aan iedere schuldenaar; d. het schuldhulpverleningsaanbod is efficiënt én klantgericht. 2. Aanscherping van de toelatingscriteria voor schuldhulpverlening: e. verzoeker is bereid mee te werken aan het schuldhulpverleningstraject; f. verzoeker heeft in beginsel geen schulden waardoor vanwege de aard ervan een schuldregeling niet mogelijk is; g. verzoeker is geen zelfstandig ondernemer met een nog functionerende onderneming; h. verzoeker heeft voor een periode van maximaal 5 jaar niet eerder gebruik gemaakt van schuldhulpverlening. 3. De inhoud van het schuldhulpverleningstraject bij overeenkomst te regelen. 1. Het Wijzigingsbesluit Verordening Werk en Inkomen Drechtsteden c.a., 2012 vast te stellen. 2. De “Verordening maatschappelijke participatie Wet werk en bijstand Drechtsteden” vast te stellen. e 1. de 1 burap GrD 2012. 2. de voorgestelde begrotingswijzigingen. de voorgestelde gemeentelijke bijdragen. a. de nieuwe financiële verordening b. de nieuwe controle verordening vast te stellen en c. de huidige financiële verordening d. de huidige controle verordening in te trekken. kennis te nemen van: a. het accountantsverslag b. de reactie van het Drechtstedenbestuur op het accountantsverslag c. het advies van de Auditcommissie Drechtraad d. het advies van de Cliëntenraad WWB Drechtsteden
44
e. de reactie van de portefeuillehouder sociaal op het advies van de CWD en
03-07-2012
Primaire begroting 2013
f. de jaarrekening 2011; g. de resultaatbestemming zoals voorgesteld; h. de afrekening met de gemeenten zoals gespecificeerd vast te stellen. a. de begroting 2013 en de meerjarenraming 2014 tot en met 2016; b. de gemeentelijke bijdragen voor 2013; c. de ICT-kredieten voor 2013. vast te stellen.
Besluiten genomen door Drechtstedenbestuur Datum
Onderwerp
12-04-2012
Stuurgroep Noordoevers
12-04-2012
Woonpromotie 2012
12-04-2012
Verordeningen WWB 2012
12-04-2012
Nieuwe dienstverleningsrelatie SCD- Gemeenschappelijke regelingen
Het Drechtstedenbestuur besluit: 1. Het huidige Bestuurlijk Overleg Noordoevers wordt opgeheven. 2. Onder verantwoordelijkheid van het DSB, wordt een Stuurgroep Noordoevers ingesteld, waarin participeren de zes Drechtstedengemeenten, die elk met één portefeuillehouder bestuurlijk vertegenwoordigd zijn, de directie ROM-D en Bureau Drechtsteden (coördinatie). Opgemerkt wordt dat er een nieuwe bestuursopdracht nodig is om de inhoud van de opdracht te bepalen. De nieuwe stuurgroep wordt gevraagd een voorstel hiervoor aan het bestuur voor te leggen. 3. Het voorzitterschap van deze stuurgroep wordt vooralsnog belegd bij de regionaal portefeuillehouder Noordoevers. 4. De Stuurgroep Noordoevers, na effectuering van de overdracht van het project van de ROM-D aan de Drechtsteden,wordt ingebed in de dan gevormde en vastgestelde nieuwe bestuurlijke en organisatorische aansturing van het project binnen de Drechtsteden. 1. In vervolg op het advies van het PFO fysiek van 7 februari en 6 maart 2012, wordt vanuit het beschikbare budget in 2012 weer een Woondag georganiseerd op 6 oktober in de DordtYart (Biesboschhal) in Stadswerven in Dordrecht; 2. Binnen de financiële mogelijkheden wordt het concept voor de woondag verder uitgewerkt, waarbij in het bijzonder de aandacht wordt gevestigd op wonen, woonomgeving en vestigingsklimaat; 3. Het bestuur gaat uit van de vaste locatie voor de woondag t/m 2013. Er wordt nader onderzocht of na 2013 elders in de Drechtsteden een geschikte locatie om niet beschikbaar is. 1. Bij het toeslagen- en verlagingenbeleid wordt uitgegaan van de maximale toeslag (en bij gezinnen geen verlaging toe te passen) in situaties dat er sprake is van niet tot het gezin behorende inwonende meerderjarige studenten. 2. Bij het persoonlijk minimabudget wordt een extra toeslag opgenomen voor gezinnen voor iedere volwassene dat het gezin groter is dan 2. 3. De Drechtraad wordt voorgesteld het Wijzigingsbesluit Verordening Werk en Inkomen Drechtsteden c.a., 2012 vast te stellen. 4. De Drechtraad wordt voorgesteld de “Verordening maatschappelijke participatie Wet werk en bijstand Drechtsteden” vast te stellen. Het bestuur: neemt kennis van: 1. De aanbiedingsbrief van het ‘dinsdagochtendoverleg’ d.d. 23 maart 2012 (bijlage 1); 2. De reactie van de algemeen directeuren/ secretarissen dd 13 maart 2012 op het advies van de gemeentesecretarissen (bijlage 2); 3. Het advies van de gemeentesecretarissen ZHZ dd 2 maart 2012 (bijlage 3); 4. De aanbiedingsbrief van het ‘dinsdagochtendoverleg’ d.d. 6 februari 2012 bij de rapportage nadere uitwerking (bijlage 4), en stemt in met: 5. Het Integraal voorstel andere vormgeving relatie SCD –GR’en, d.d. 15 november 2011 (bijlage 5); 6. De Rapportage nadere uitwerking integraal voorstel andere vormgeving relatie SCD en de drie gemeenschappelijke regelingen, d.d. 30 januari 2012 (bijlage 6); 7. De Meerpartijenovereenkomst SCD – GR’en, eindversie, d.d. 15
45
februari 2012 (bijlage 7); Het voorstel van het 'dinsdagochtendoverleg' een bestuurlijke stuurgroep in te stellen, en stelt vast: 9. Dat GR Drechtsteden een voorkeur heeft voor het vestigen van alleenrecht, op basis van de voorliggende juridische advisering, en dat GRD bereid is mee te werken aan het vestigen van alleenrecht, indien een GR daar voor kiest. Dit in afwijking van de meerpartijenovereenkomst; 10. Van de vergadernotitie voor de Drechtraad voor het ter vaststelling aanbieden van het integraal voorstel, de nadere uitwerking, en de meerpartijenovereenkomst (bijlage 8). 1. Het bestuur houdt vast aan de taakverdeling: regionale monitoring en signalering, subregionale afstemming en lokale sturing. 2. Het bestuur stemt in met genoemde acties: a. beperken nieuwbouwaanbod met een betere fasering langere termijn en dosering op de korte termijn met in achtneming van de doelstelling van kwaliteitsverbetering; b. zoeken en benutten van kansen voor verbreding van het nieuwbouwaanbod; c. met de corporaties de ontwikkeling in de sociale sector bespreken: vereiste omvang, vereiste aandeel in de nieuwbouw, wijze van voorzien in woningen voor de groep middeninkomens; d. zoeken naar verbeteringsmogelijkheden van de bestaande voorraad; e. inzetten op woon- en gebiedspromotie; f. voortzetten van de overleggen met corporaties en marktpartijen g. bezien in hoeverre dit tot aanvullend beleid kan leiden, als bijdrage aan de oplossing van de problematiek van de woningbouwprogrammering. 3. Als prijsgrenzen worden de bedragen zoals genoemd in bijlage A aangehouden: • sociale huursector: max. huur tot € 664,66 • sociale koopwoning: maximum koopprijs € 187.400,• maximum grondkosten sociale sector € 16.749,- incl. BTW. • primaire doelgroep tot € 34.085,-, secundaire doelgroep tot € 43.000,-. 1. Het bestuur stemt in met de mogelijke realisatie van 45 woningen in het buitengebied van Deltapoort, waarvan 20 in Hendrik-IdoAmbacht en Zwijndrecht. 2. Dit besluit wordt bericht aan de bestuurlijke werkgroep glastuinbouw Deltapoort. 1. Het bestuur stemt in met het voorstel om geen aanspraak te maken op de subsidie voor het project “Watertaxisteigers”. 2. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland wordt per brief op de hoogte gesteld van dit besluit. 3. De portefeuillehouder zal in overleg met de provincie bezien of het mogelijk is het subsidiebedrag in te zetten voor de beoogde extra halteplaats van de waterbus bij de Ark. 1. Het Drechtstedenbestuur besluit om voor alle huidige IDwerknemers die in 2012 de leeftijd van 62 jaar of ouder bereiken, de loonkostensubsidie onder dezelfde voorwaarden door te betalen tot 1 januari 2014, of zoveel eerder als de 65-jarige leeftijd is bereikt. Dit betreft in totaal 34 mensen waarvan 10 mensen voor de einddatum de 65-jarige leeftijd bereiken. 2. Voor 1 augustus 2013 wordt opnieuw overwogen of de financiële situatie van de Drechtsteden mogelijkheden biedt voor de periode na 1 januari 2014. 3. Het bestuur verzoekt aandacht aan dit onderwerp te besteden via een persbericht. Het bestuur neemt de volgende besluiten: 1. Het project Noordoevers-Transformatiezone wordt als gezamenlijk regionaal project uitgevoerd. De zes gemeenten van de Drechtsteden zijn gezamenlijk eigenaar van het project. 2. De gemeenten dragen als gezamenlijke eigenaren van het project gezamenlijk en solidair met elkaar de financiële verantwoordelijkheid voor het project. De risico’s worden, conform de besluitvorming van maart 2012, evenredig naar inwoneraantal gedragen door de gemeenten. De in de besluitvorming van maart 2012 vastgelegde kosten en het risicoprofiel voor de gefaseerde doorontwikkeling van het project 8.
16-05-2012
Rapportage Wonen in de Drechtsteden 2012
16-05-2012
Bouw woningen Deltapoort
16-05-2012
Subsidie Watertaxisteigers
16-05-2012
Voorstel Baanbehoud voor oudere ID-werknemers
30-05-2012
Sturingsmodel NoordoeversTransformatiezone in Drechtstedenverband
46
3.
4.
5.
6.
1. 2.
27-06-2012
Actualisatie Programma Luchtkwaliteit Drechtsteden 20052015
zijn taakstellend. In beginsel zal dus, wanneer daar aanleiding toe is, niet de begroting maar het plan worden aangepast. Ingeval van financiële calamiteiten zullen het programma en de voortzetting van het project in heroverweging worden genomen. De gemeenteraden zullen in deze heroverweging conform hun bevoegdheid positie hebben. Strakke sturing op het project waarborgt continu inzicht in de realisatie, de kwaliteit en de financiën en risico’s, en biedt zo, wanneer dat nodig is, gelegenheid tot tijdige bijstelling van het programma. Conform de besluitvorming van maart 2012 dragen de gemeenten HendrikIdo-Ambacht en Zwijndrecht en Dordrecht de afdekking van het tekort op de exploitatie op basis van het huidige programma, waarmee Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht een bijzondere verantwoordelijkheid aanvaarden omdat het project op beider grondgebied ligt, en Dordrecht bijzondere verantwoordelijkheid aanvaardt als grootste gemeente in de Drechtsteden alsook in het kader van de regionale samenwerking. Het gemeenschappelijk eigenaarschap van alle Drechtstedengemeenten komt ook tot uitdrukking in de sturing op het project. Het bestuurlijk opdrachtgeverschap is belegd bij het Drechtstedenbestuur. Het Drechtstedenbestuur machtigt de Stuurgroep Noordoevers om namens hem het bestuurlijk opdrachtgeverschap uit te voeren. In de Stuurgroep Noordoevers zijn alle gemeenten vertegenwoordigd. Er zal strikte sturing plaatsvinden op de financiën en risico’s van het project, om zo tijdig maatregelen te kunnen nemen en de risico’s te beheersen. De Drechtraad vervult zijn rol via sturing op de inhoudelijke beleidskaders die gelden voor regionale ruimtelijke ordening. De gemeenteraden worden periodiek geïnformeerd over het project. Het opdrachtnemerschap voor het project wordt in gezamenlijkheid vervuld door de gemeente Dordrecht en de gemeente Papendrecht, die gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het project. De functie van ambtelijk opdrachtnemer wordt ingevuld vanuit de gemeente Dordrecht. De gemeente Papendrecht brengt ambtelijke kennis en expertise in het project. De projectorganisatie wordt evenwichtig bemenst vanuit de gemeenten Dordrecht en Papendrecht. Expliciet geldt dat de zes Drechtstedengemeenten gezamenlijk en solidair met elkaar de financiële verantwoordelijkheid dragen voor het project, en dat dus in de op basis van het onderhavige besluit over het sturingsmodel Noordoevers-Transformatiezone op te stellen overeenkomst zal worden voorzien dat de gemeente Dordrecht geen nadeel zal hebben van die bijzondere verantwoordelijkheid en het eigenaarschap, anders dan het pro rato risico. In de overeenkomst wordt ook voorzien dat wanneer in het kader van het project Noordoevers-Transformatiezone aan de gemeente Dordrecht financieringsvoordelen ten deel vallen, deze ook gezamenlijk en solidair met de andere gemeenten worden gedeeld. De gemeente Dordrecht neemt daartoe, in de aanvaarding van de bijzondere verantwoordelijkheid als grootste gemeente in de Drechtsteden en in het kader van de regionale samenwerking, het project afzonderlijk in zijn administratie op, draagt zorg voor de liquiditeitenplanning en onderhoudt de dagelijkse contacten met de bank. Projectkosten en financieringslasten worden opgenomen in de grondexploitatie. De Stuurgroep Noordoevers stuurt actief op de beheersing van deze lasten. De gemeente Dordrecht draagt daarmee in formele zin het juridisch en economisch eigenaarschap van het project. De gemeenteraad van Dordrecht stelt de grondexploitatie vast, na instemming met de grondexploitatie door alle andere gemeenteraden. Bij het ontbreken van uniforme besluitvorming door de andere gemeenteraden is de gemeente Dordrecht gerechtigd het project en de opdracht terug te geven aan het Drechtstedenbestuur, met vergoeding van gemaakte projectkosten. Er wordt kennisgenomen van de rapportage. Het bestuur gaat akkoord met het herijken van het programma en middelen binnen het bestaande programma budget: de middelen voor de parkeervoorziening flankparkeren Euryza te schrappen; de verwachting is dat genoemde parkeervoorziening niet wordt gerealiseerd binnen de planperiode; e uit de 3 tranche middelen € 139.000,- beschikbaar te stellen voor uitbreiding van flankparkeren Weeskinderendijk
47
in Dordrecht; in lijn met de samenvoegingen in het programma ook de middelen samen te voegen: het betreft € 91.000 voor duurzame mobiliteit en € 17.000 voor Klimaatbeleid Bedrijven; een bedrag van € 40.240 uit de rentebaten te reserveren voor de exploitatie walstroomvoorzieningen 2012-2013; een bedrag van € 15.000 uit de rentebaten vrij te maken ter aanvulling van het Klimaatbeleid Bedrijven; uit de rentebaten een bedrag vrij te maken van € 50.000 als bijdrage voor de oprichting van Binnenstadservice Dordrecht: een nieuw duurzaam stedelijk distributieconcept. Het bestuur verzoekt om voor zowel voor dit onderwerp als voor de Routekaart Drechtsteden (punt 7) ook op Drechtstedenniveau positieve aandacht te geven in de externe communicatie, dit in een goede verbinding met de lokale initiatieven op deze onderwerpen. Daartoe kan een voorzet voor een lokaal in te zetten raadsinformatiebrief horen. Het bestuur stemt in met de verdeling van de gereserveerde regionale financiële middelen (€ 130.000) over de 7 investeringslijnen in het programma Economie en Arbeidsmarktbeleid. Het bestuur stemt in met de voorgestelde bestuurlijke taakverdeling over de 7 investeringslijnen. Het bestuur stemt in met het vervolgproces: elke bestuurlijk trekker levert voor het PFO Fysiek van 2 oktober 2012 een voorstel aan voor de wijze waarop de middelen (in co-creactie) worden ingezet. Middels bijgevoegde raadsinformatiebrief wordt de Drechtraad hierover geïnformeerd. Het subsidieplafond voor de RAS Jeugd wordt vastgesteld op € 680.044,- en de verdeelregels voor het budget RAS Jeugd 2013 worden vastgesteld en openbaar gemaakt. Voor de RAS Cultuur wordt een subsidieplafond van € 0,- voor 2013 vastgesteld. -
3.
1.
27-06-2012
Economische Agenda Zuidvleugel 2012-2015; voorstel uitvoering regionaal programma economie en arbeidsmarktbeleid Drechtsteden
2. 3.
4. 1. 27-06-2012
Subsidieplafond RAS Jeugd en Cultuurparticipatie 2013
2.
48
Moties en amendementen
Datum 10-01-2012
Omschrijving Decentralisaties
Motie of amendement Motie
10-01-2012
Strategische agenda
Motie
10-01-2012
Drechtraad in positie
Motie
10-01-2012 10-01-2012
Taakstelling 2012 en verder Taakstelling (extra kosten bestuur en concernstaf)
Motie Amendement
06-03-2012
Raad van commissarissen ROM-D
Motie
03-04-2012
Netto-effectiviteit re-integratie
Motie
12-06-2012
Toelatingscriteria schuldhulpverlening
Amendement
12-06-2012
Nieuwe dienstverleningsrelatie SCD - Gr-en
Amendement
03-07-2012
Aan de slag met taal
Motie
03-07-2012
Onderzoek versterking toerisme
Motie
03-07-2012
Drechtstedendinsdag 2013
Motie
03-07-2012
de zomermotie
Motie
Stand van zaken In een open en interactief proces met Drechtraad is in voorbereiding de actualisatie van het rMJP, met daarin voor de resterende raadsperiode focus in ambitie en in het verlengde daarvan concretisering van activiteiten. Vaststelling van de actualisatie door de Drechtraad is voorzien december 2012. Continue aandacht voor de oproep van de Drechtraad aan het DSB de Drechtraad tijdig en aan de voorkant van het besluitvormingsproces te betrekken en van informatie te voorzien. Loopt via beantwoording van de zomermotie 2012. Loopt via beantwoording van de zomermotie 2012. Op respectievelijk 7 juli 2012 en 4 augustus 2012 is de wervingsadvertentie geplaatst. De brievenselectie heeft op 29 augustus 2012 plaatsgevonden. Op 24 september 2012 zijn de eerste selectiegesprekken gehouden. De Drechtsteden worden vertegenwoordigd door de heren A. Scholten, R. Korteland, en B. van de Burgt. De verwachting is dat de benoemingsprocedure 1-1-2013 is afgerond. In de Drechtraadvergadering van 12 juni 2012 is de reactie (memo) op deze motie inzake het onderzoek van Regioplan naar netto-effectiviteit re-integratie besproken en akkoord bevonden Het amendement is in de Drechtraadvergadering van 12 juni 2012 aangenomen, waarmee de uitsluitingtermijn voor recidieven van 10 jaar is verlaagd naar 5 jaar; het regionale beleidsplan schuldhulpverlening is conform aangepast Op het moment van schrijven lopen de gesprekken met de GR'en over de offertes die het SCD heeft uitgebracht en weten we nog niet wat de uitkomst is. Na afronding van dit traject zullen we de uitkomsten en de gevolgen voor het frictierisico van de GRD terugrapporteren aan de Drechtraad. Er is opdracht gegeven om de mogelijkheden tot versterking in samenwerking met Alblasserwaard-Vijfherenlanden te onderzoeken. Bestuurlijk worden de conceptuitkomsten eind oktober besproken. e Verwerkt in 2 burap 2012 en begroting 2013. Beantwoording van de zomermotie 2012 verloopt parallel aan het proces van 2e burap en actualisatie begroting. Er volgt een reactie vanuit het Drechtstedenbestuur, welke definitief wordt vastgesteld in het DSB van 9 november.
49
Bijlage M2
VOORSTEL DRECHTRAAD CARROUSEL Middelen 4 december 2012 DRECHTRAAD 15 januari 2013 Portefeuillehouder R.T.A. Korteland
Datum 13 november 2012
Status behandeling Carrousel Opiniërend
Steller J. van Dijk
E-mail
[email protected]
Telefoonnummer 078 7703954
Onderwerp
Actualisering begroting GRD 2013 Voorstel Vaststellen van: 1. De actualisering begroting 2013 versie d.d. 13 november 2012. 2. De begrotingswijzigingen voor de actualiseerde begroting 2013. 3. De gemeentelijke bijdragen voor 2013. Bevoegdheid Drechtraad ter vaststelling. Samenvatting De primaire begroting 2013 is in juli 2012 door de Drechtraad vastgesteld. Conform de financiële kaders wordt de begroting geactualiseerd aan het eind van het jaar. De actualisering betreft onder andere de volgende onderwerpen: - inhoudelijke ontwikkelingen, inclusief financiële consequenties van nieuw en gewijzigd beleid; - actualisering van de middelen vanuit Rijksbudgetten; - actualisering van de kostenindexering; - doorwerking van de rekeningresultaten 2011 en de burap 2012. Toelichting op het voorstel GR Drechtsteden ontwikkelt zich in 2013 verder. Naast de verdere professionalisering en verbetering van de interne bedrijfsvoering, betreft dat het zoeken naar en benutten van de mogelijkheden van de organisatie als instrument van samenwerking van de Drechtstedengemeenten. In deze actualisering van de begroting 2013 wordt dat getypeerd als een combinatie van publieke zakelijkheid, degelijkheid en innovatie. De begroting 2013 is opgebouwd uit begrotingsprogramma's per GRD-dochter. Dat geeft een goed inzicht in de afzonderlijke financiële stromen. Tegelijkertijd doet die indeling tekort aan de integraliteit van doelstellingen, vraagstukken, ambities, en besluitvorming die daarvoor nodig is. Voor de nieuwe bestuursperiode wordt daarom gezocht naar een opzet waarbij de ordening van de begrotingsprogramma's beter aansluit bij de bestuurlijke relevantie. Onderscheid wordt dan meer gemaakt tussen inhoudelijke thema's en bedrijfsvoering. Financiële uitkomsten Het financieel beeld voor 2013 is een voortzetting van dat uit de tweede burap 2012. De programmabudgetten van de Sociale Dienst laten ten opzichte van de primaire begroting 2013 een oplopende positieve prognose zien, natuurlijk met een aanzienlijke onzekerheid. Daar staat tegenover dat de loonkosten zijn toegenomen door de CAO-afspraken uit 2012, en dat hogere lasten worden begroot voor ICT.
pagina 2 van agendapunt: Actualisering begroting 2013
Algemeen Sinds 2009 volgt de GRD de systematiek om kostenbudgetten en gemeentelijke bijdragen jaarlijks aan te passen aan de reële kostenstijgingen, volgens de ramingen van het Centraal PlanBureau. Bij de primaire begroting 2013 is besloten niet te indexeren. Voorgesteld wordt om de indexering voor 2013 nu helemaal achterwege te laten. Wel is de GRD (net als de gemeenten) geconfronteerd met een loonkostenstijging door de nieuwe CAO, en met hogere werkgeverslasten, onder andere een hogere pensioenpremie. Getracht is en wordt om deze loonkostenstijging op te vangen binnen de GRD-begroting. Bij Bureau Drechtsteden, Ingenieursbureau, GemeenteBelastingen en Onderzoekcentrum wordt daarom nu geen budgetverhoging voorgesteld. Als gevolg van de reorganisaties bij de Sociale Dienst en het Servicecentrum is daar geen financiële ruimte meer om de CAO-verhoging binnen de bestaande budgetten op te vangen. Voorgesteld wordt daarom om bij SDD en SCD de verhoging van de CAO-lonen met 2% wel te verwerken in de budgetten en gemeentelijke bijdragen. Bureau Drechtsteden: Het budget voor de realisatie van de WMO regiegroep loopt via Bureau Drechtsteden en is nu aan de begroting toegevoegd. Bestuur en staf: - Een innovatiebudget van € 250.000 is opgenomen. De GRD heeft momenteel zo'n budget niet waardoor het niet goed mogelijk is te komen tot de noodzakelijke doorontwikkeling, vernieuwing, verdere professionalisering, proces- en kwaliteitsverbetering, efficiencyverbetering etc. Het budget is bedoeld voor kansrijke trajecten die op basis van een businesscase een duidelijk “winst” moeten genereren. Het budget krijgt daarmee het karakter van een revolving fund. Sociale Dienst Drechtsteden: - De SDD heeft als doelstelling het aantal mensen dat een bijstandsuitkering krijgt in 2013 verder te verlagen. Samen met een hogere verwachte Rijkssubsidies komt het begrote overschot op de inkomensondersteuning op € 12,5 miljoen. Uiteraard zijn hier aanzienlijke onzekerheden aan verbonden. Het begrote overschot wordt daarom vooralsnog aan de reserves toegevoegd. - De begrote kosten voor de WMO hulpmiddelen zijn € 1,0 miljoen lager dan bij de primaire begroting. Dit is het gevolg van de in 2011 bedongen lagere prijzen en een daling van het aantal aanvragen. - De apparaatslasten stijgen met € 1,4 miljoen, onder andere door: o de verhoging van de CAO-lonen € 410.000; o minder overheadkosten € 100.000; o de formatie-uitbreiding met 2 fte voor budgetadvies en schuldbemiddeling € 150.000; o frictiekosten bovenformatieven € 725.000 (wordt onttrokken aan de in 2012 gevormde voorziening); o tijdelijk personeel in verband met de omzetting van de indicatie Hulp bij de huishouding naar Huishoudelijke ondersteuning € 350.000. Ingenieursbureau Drechtsteden: - Geen bijzonderheden. Servicecentrum Drechtsteden: - Ten opzichte van de primaire begroting stijgen de lasten met € 1,2 miljoen. Dit is de doorwerking van de prognose uit de 2e burap 2012: o Verhoging van de CAO lonen € 482.000; o Inkoop Nieuwe Stijl € 270.000; o Extra kosten beheer oude ICT-systemen (legacy) € 125.000; o Hogere kapitaallasten licenties en nazorg GRID € 230.000; betreft de kapitaallasten uit de kredieten die zijn gevraagd bij de 2e burap 2012; e o Implementatie Cognos € 120.000, conform besluitvorming bij de 1 burap 2012. GemeenteBelastingen Drechtsteden: - Geen bijzonderheden. Onderzoekcentrum Drechtsteden - Geen bijzonderheden.
pagina 3 van agendapunt: Actualisering begroting 2013
Actualisering van de begroting leidt tot de volgende begrotingswijzigingen: Begrotingsprogramma Bureau Drechtsteden Bestuur en staf
Sociale Dienst Drechtsteden
Servicecentrum Drechtsteden
Totaal
Bedrag (x €1.000) Lasten Baten 25 25 20 20 20 20 -20 -20 250 250 2.868 2.868 -350 -350 4.103 4.103 -1.010 -1.010 1.460 1.460 482 482 270 270 120 120 230 230 125 125 8.593 8.593
Toelichting Bijdrage WMO-regiegroep Verschuiving van Bestuur en staf Hoger budget Drechtstedendinsdag Verschuiving naar bureau Drechtsteden Innovatiebudget Hogere baten en lasten Participatiebudget Lagere baten en lasten Kinderopvang Hogere baten en lasten Inkomensondersteuning Lagere baten en lasten WMO Hogere baten en lasten Apparaatskosten Hogere loonkosten CAO Kosten Inkoop Nieuwe Stijl Kosten Cognos Hogere kapitaallasten licenties en restpunten GRID Extra beheerkosten oude ICT-systemen (legacy)
Consequenties Financiële consequenties De actualisering van begroting 2013 leidt tot wijzigingen van de begroting en de gemeentelijke bijdragen. Personele en organisatorische consequenties Niet van toepassing Juridische consequenties Niet van toepassing Consequenties voor andere beleidsvelden en organisaties Niet van toepassing Verdere procedure, communicatie en uitvoering Geen bijzonderheden Onderliggende stukken Concept actualisering begroting 2013, versie d.d. 13 november 2012
Concept Actualisering begroting 2013 GR Drechtsteden
Versie d.d. 13 november 2012
2
INHOUDSOPGAVE
5
1
Inleiding
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8
Programma's Bureau Drechtsteden Bestuur en staf Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden Gemeentebelastingen Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden Algemene dekkingsmiddelen
7 10 14 17 20 25 29 31
3. 3.1 3.2
Bedrijfsvoering Personeelsoverzichten Risico´s
32 33
4 4.1 4.2 4.3
Financiële begroting Recapitulatie programmabegroting Begrotingswijzigingen Overzicht reserves
34 35 35
Bijlage: Bijdragen per gemeente Bijlage: Vergelijking bijdragen per gemeenten tussen de primaire begroting 2013 en de geactualiseerde begroting 2013
3
36 37
4
1.
INLEIDING
De primaire begroting 2013 is in juli 2012 door de Drechtraad vastgesteld. Conform de financiële kaders wordt de begroting geactualiseerd aan het eind van het jaar. De actualisering betreft onder andere de volgende onderwerpen: - inhoudelijke ontwikkelingen, inclusief financiële consequenties van nieuw en gewijzigd beleid; - actualisering van middelen vanuit Rijksbudgetten; - actualisering van de kostenindexering; - structurele doorwerking van de rekeningresultaten 2011 en de bestuursrapportages van 2012. Bij de inhoudelijke toelichting bij de individuele begrotingsprogramma’s wordt vooral ingegaan op ontwikkelingen sinds de opstelling van de primaire begroting. Financiële uitkomsten Samenvattend ontstaat het volgende financiële beeld per GRD-onderdeel, in vergelijking met de primaire begroting. Algemeen - Sinds 2009 volgt de GRD de systematiek om kostenbudgetten en gemeentelijke bijdragen jaarlijks aan te passen aan de reële kostenstijgingen, volgens de ramingen van het Centraal PlanBureau. In 2012 is de indexering achterwege gelaten. Ook bij de primaire begroting 2013 is besloten niet te indexeren. Voorgesteld wordt om de indexering voor 2013 nu helemaal achterwege te laten. Wel is de GRD (net als de gemeenten) geconfronteerd met een loonkostenstijging door de nieuwe CAO, en met hogere werkgeverslasten, onder andere een hogere pensioenpremie. Getracht is en wordt om deze loonkostenstijging op te vangen binnen de GRD-begroting. Bij Bureau Drechtsteden, Ingenieursbureau, GemeenteBelastingen en Onderzoekcentrum wordt daarom nu geen budgetverhoging voorgesteld. Als gevolg van de reorganisaties bij de Sociale Dienst en het Servicecentrum is daar geen financiële ruimte meer om de CAO-verhoging binnen de bestaande budgetten op te vangen. Voorgesteld wordt daarom om bij SDD en SCD de verhoging van de CAO-lonen met 2% wel te verwerken in de budgetten en gemeentelijke bijdragen Bureau Drechtsteden: Het budget voor de realisatie van de WMO regiegroep loopt via Bureau Drechtsteden en is nu aan de begroting toegevoegd. Bestuur en staf: - Een innovatiebudget van € 250.000 is opgenomen. De GRD heeft momenteel zo'n budget niet waardoor het niet goed mogelijk is te komen tot de noodzakelijke doorontwikkeling, vernieuwing, verdere professionalisering, proces- en kwaliteitsverbetering, efficiencyverbetering etc. Het budget is bedoeld voor kansrijke trajecten die op basis van een businesscase een duidelijk “winst” moeten genereren. Het budget krijgt daarmee het karakter van een revolving fund. Sociale Dienst Drechtsteden: - De SDD heeft als doelstelling het aantal mensen dat een bijstandsuitkering krijgt in 2013 verder te verlagen. Samen met een hogere verwachte Rijkssubsidies komt het begrote overschot op de inkomensondersteuning op € 12,5 miljoen. Uiteraard zijn hier aanzienlijke onzekerheden aan verbonden. Het begrote overschot wordt daarom vooralsnog aan de reserves toegevoegd. - De begrote kosten voor de WMO hulpmiddelen zijn € 1,0 miljoen lager dan bij de primaire begroting. Dit is het gevolg van de in 2011 bedongen lagere prijzen en een daling van het aantal aanvragen. - De apparaatslasten stijgen met € 1,4 miljoen, onder andere door: o de verhoging van de CAO-lonen € 410.000; o minder overheadkosten € 100.000; o de formatie-uitbreiding met 2 fte voor budgetadvies en schuldbemiddeling € 150.000; o frictiekosten bovenformatieven € 725.000 (wordt onttrokken aan de in 2012 gevormde voorziening); o tijdelijk personeel in verband met de omzetting van de indicatie Hulp bij de huishouding naar Huishoudelijke ondersteuning € 350.000.
5
Ingenieursbureau Drechtsteden: - Geen bijzonderheden. Servicecentrum Drechtsteden: - Ten opzichte van de primaire begroting stijgen de lasten met € 1,2 miljoen. Dit is de doorwerking van de prognose uit de 2e burap 2012: o Verhoging van de CAO lonen € 482.000; o Inkoop Nieuwe Stijl € 270.000; o Extra kosten beheer oude ICT-systemen (legacy) € 125.000. o Hogere kapitaallasten licenties en nazorg GRID € 230.000, betreft de kapitaallasten uit de kredieten die zijn gevraagd bij de 2e burap 2012; o Implementatie Cognos € 120.000, conform besluitvorming bij de 1e burap 2012. GemeenteBelastingen Drechtsteden: - Geen bijzonderheden. Onderzoekcentrum Drechtsteden - Geen bijzonderheden. Taakstellingen De bezuinigingstaakstelling voor 2013 is € 4,5 miljoen. De taakstelling loopt de komende jaren verder op, en moet leiden tot een daling van de gemeentelijke bijdrage met 10% in 2015. De verdeling over de GRD-dochters is als volgt. Dochter BDS SDD IBD SCD GBD OCD Totaal
2011 300 757 290 302 251 100 2.000
2012 400 1.089 312 1.043 516 140 3.500
2013 400 1.543 346 1.554 516 140 4.500
2014 400 1.992 446 2.006 516 140 5.500
2015 400 2.216 496 2.231 516 140 6.000
De taakstellingen voor 2013 waren reeds geheel verwerkt in de primaire begroting, als daling van de kosten bij de begrotingsprogramma’s, en een bijbehorende daling van de gemeentelijke bijdragen. Bij de actualisering wijzigt dat niet. Gewerkt wordt aan verdere mogelijkheden kosten te besparen. Zo wordt met Inkoop Nieuwe Stijl een omvangrijke bezuiniging mogelijk. Die zal voor een groot deel direct in de begrotingen van de gemeenten neerslaan. Frictiekosten boventalligen Ook in 2013 zijn er bij de Sociale Dienst en het Servicecentrum frictiekosten voor medewerkers die boventallig worden en waarvan de loonkosten blijven doorlopen. In totaal worden de frictiekosten over de periode 2012 tot en met 2015 geraamd op € 6,5 miljoen. In 2012 zijn en worden acties in gang gezet deze frictiekosten te beperken zoals het inrichten van een uitstroomorganisatie en het maken van een strategische personeelsplanning. Met gemeenten worden stappen gezet deze aanpak voor het gehele netwerk te gaan volgen. Frictiekosten zijn zo hoog en hardnekkig door het bestaande Sociaal Plan. Met de bonden wordt daarom overlegd over een nieuw Sociaal Plan. Bij de Sociale Dienst wordt in 2012 de voorziening aangevuld om de frictiekosten, ook die voor 2013, op te vangen. Het Servicecentrum heeft echter geen enkele financiële ruimte voor het opvangen van zijn frictiekosten, die voor 2013 worden geschat op € 1,0 miljoen. Indien frictiekosten niet kunnen worden teruggedrongen leidt dit tot een daling van de netto bezuinigingen. De besparing is echter al volledig ingeboekt, waardoor de frictiekosten tot een nadeel voor de gemeenten zullen leiden.
6
2.
PROGRAMMA’S
2.1
Bureau Drechtsteden
Inleiding 2013 is het laatste volledige jaar van deze bestuursperiode. Voor deze periode kiezen wij op basis van ons in december 2010 vastgestelde regionaal MeerJarenProgramma (rMJP) voor economie, arbeidsmarkt/kennisinfrastructuur en woonklimaat als prioriteiten. Genoemd rMJP is onze beleidsagenda. Op basis van de tussentijdse bijstelling van het rMJP in 2012 is deze beleidsagenda voor 2013 uitgewerkt tot een concrete investeringsagenda. De provincie Zuid-Holland zal ook in 2013 onze belangrijkste bestuurlijke partner blijven. Ondanks de komst van de Metropoolregio is de verwachting dat nog steeds in verschillende allianties samengewerkt wordt: in Noord-Zuid richting (onder andere Zuidvleugel, DelTri, Vlaams-Nederlandse Delta, West Brabant) en Oost-West richting (Zuid-Holland Zuid). De beleids- en investeringsagenda en de allianties zijn allen gericht op behoud en versterking van onze positie en ons klaar maken voor het aantrekken van de economie. In 2012 zijn met de provincie Zuid-Holland concrete afspraken gemaakt op basis waarvan gezamenlijk wordt opgetrokken op een viertal belangrijke thema’s. Deze thema’s zullen in 2013 verder worden uitgewerkt. De samenwerking tussen de Drechtstedengemeenten is in 2012 verder invulling gegeven middels verschillende zogeheten proeftuinen die voor verschillende onderwerpen gezocht hebben maar effectieve en efficiënte samenwerkingsmodellen. Voor Bureau Drechtsteden is vooral de proeftuin Beleid van belang, daar worden immers de opdrachten uit het rMJPwerkprogramma belegd. Voor 2013 is het streven van Bureau Drechtsteden vooral het programmeren van de uitwerking van het rMJP binnen de proeftuin een grotere rol te geven. Budget Ook in 2013 zullen de financiële gevolgen van de crisis zich nog duidelijk laten gelden. Dat geldt vanzelfsprekend ook voor Bureau Drechtsteden. Zo is in de begroting de geldende bezuinigingstaakstelling van € 400.000 opgenomen. Daarnaast is 2013 het eerste jaar waarin de reeds jaren gebruikelijke onttrekking van € 200.000 uit de BLS-reserve niet meer mogelijk is in verband met onvoldoende reserves. Met het vervallen van deze bijna structureel ingezette incidentele dekking is rekening gehouden bij de financiële inzet in het kader van de herpositionering van Bureau Drechtsteden in 2012, waardoor het wegvallen van de onttrekking kan worden opgevangen door structureel een kleinere personeelsomvang aan te houden.
Bedrijfsvoering In 2011 is stevig ingezet op het handhaven van een strakkere begrotingsdiscipline binnen Bureau Drechtsteden. Deze lijn is doorgezet in 2012 en zal vanzelfsprekend ook voor 2013 gelden. Dit betekent wel dat het af en toe lastiger wordt om snel in te springen op van buitenaf komende ontwikkelingen. Desondanks zullen er in 2013 geen nieuwe ongedekte activiteiten meer worden aangevangen. Daarnaast zal in 2013 de financiële discipline van verschillende reserves/fondsen steviger worden aangetrokken.
7
Programmaverantwoording Wat willen we bereiken? Rond de zomer van 2012 is door de Drechtraad gedebatteerd over het te actualiseren rMJP aan de hand van de zogeheten Tussenbalans. Daarbij is vastgesteld dat in deze tijden van crisis de concurrentiepositie en het vestigingsklimaat van de Drechtsteden gebaat zijn bij een consistent en robuust overheidsbeleid. De focus die in deze debatten is aangebracht, behoud en versterking van de economische ontwikkelingskracht en waarborgen en verbeteren van de leefomgevingskwaliteit zijn het kader voor deze actualisatie. Het huidige rMJP heeft koers gezet en deze koers blijft het uitgangspunt. Dit betekent dat we blijven werken vanuit het streefbeeld “Samen Stad aan het Water”. De pieken Water, Landschap en Binnenstad, bepalen onverminderd de focus in het bestaande beleid en zijn de basis van waaruit we de kwaliteitssprong willen maken. Het fundament vraagt blijvende aandacht, want moet op orde zijn om in de pieken te excelleren. De prioriteiten blijven ook de komende periode liggen bij economie, arbeidsmarkt en woonklimaat. Om binnen die prioriteiten het juiste te doen, stemmen we de activiteiten van de komende jaren af op de veranderende samenleving. Nog meer dan we al hebben gedaan realiseren we ons dat onze activiteiten gericht moeten zijn op het aantrekken van mensen, bedrijven en investeringen door een aantrekkelijke woon- en leefomgeving te bieden. Onze koers die het fundament op orde brengt en de pieken versterkt is daarvoor het geschikte kader waar we het over eens zijn. Drie elementen zijn bepalend voor de invulling van de activiteiten die we de komende jaren regionaal moeten oppakken om de aantrekkelijkheid van de Drechtsteden te vergroten. Ten eerste is dat de realisatie dat onze regionaal beschikbare middelen alleen als we ze gericht inzetten het verschil kunnen maken. Dat doen ze door investeringen van anderen los te maken en deze te richten. Ten tweede realiseren we ons dat onze afzonderlijke activiteiten meer dan ooit afgestemd en gefocust moeten worden om elkaar te versterken in plaats van afbreuk aan elkaar te doen. En ten derde, we hebben een veel beter bewustzijn gekregen op wat het juiste schaalniveau is voor het oppakken van onderwerpen. We organiseren ambities daar waar ze het meest efficiënt en effectief zijn. In de bespreking van de tussenbalans door de Drechtraad is focus aangebracht in de thema’s die de komende jaren van belang zijn om de aantrekkelijkheid van de Drechtsteden te vergroten. Focus betekent in het geval van het rMJP dat we de juiste dingen willen doen (en dat betekent kiezen want sommige activiteiten doen we niet meer), en het betekent ook dat we alle activiteiten gaan focussen op het leveren van de gewenste bijdrage aan onze doelen. In dat kader zijn de door de Drechtraad gestelde prioriteiten samengebracht onder vier samenhangende focuspunten, namelijk: - Maritieme en logistieke topregio, met als doel het versterken van economische activiteiten door investeringen van het bedrijfsleven te faciliteren en te versterken. - Aantrekkelijk woonklimaat, gericht op versterking van de kwaliteit en aantrekkelijkheid van de leefomgeving. - Sociaal sterk, werken we aan versterken van de werkgelegenheid door met focus op vergroten van de veiligheid en zelfredzaamheid en het voorkomen dan wel opvangen van achterstandsgroepen. - Bestuurlijk, ter versterking van de realisatiekracht van de Drechtsteden in de inhoudelijke strategische agenda is de inzet gericht op de doorontwikkeling van de Drechtstedensamenwerking. Wat gaan wij daarvoor doen? Om deze ambities te kunnen realiseren wordt het regionaal werkprogramma 2013 opgesteld. Hierin wordt concreet opgenomen per project of activiteit wat wij gaan doen. Op dit moment is het werkprogramma 2013 in voorbereiding. Gestreefd wordt om dit gezamenlijk met het regionaal meerjarenprogramma en de begroting 2013 vast te stellen in de Drechtraad van december.
8
Hoe gaan we dit meten? Samen met het Onderzoekcentrum Drechtsteden wordt gekeken naar goede monitoren om de resultaten van het regionaal meerjarenprogramma te kunnen meten. Wat gaat het kosten (bedragen x € 1.000)? Geactualiseerde begroting
Primaire begroting Lasten Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Resultaat na bestemming
Baten
B.
A. B.
Lasten
Baten
Saldo
Lasten Baten Saldo
4.150
3.767
-383
4.195
3.812
-383
45
45
0
127
510
383
127
510
383
0
0
0
4.277
4.277
0
4.322
4.322
0
45
45
0
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) Toelich Omschrijving afwijking ting Lasten A.
Saldo
Begrotingswijziging
WMO regiegroep Verschuiving van programma Bestuur en staf Subtotaal Baten WMO regiegroep Verschuiving van programma Bestuur en staf Subtotaal Totaal voor bestemming Resultaatbestemming Totaal na bestemming
I/ S
Voordeel
Nadeel
Sald o
S
25
-25
S
20
-20
S
25
25
S
20
20
45 45 0 45
45 45 0 45
Gemeente Verhoging gemeentelijke bijdrage
Verhoging gemeentelijke bijdrage
0 0 0 0
Toelichting: A. WMO regiegroep In de primaire begroting 2013 is opgenomen dat Bureau Drechtsteden een bijdrage voor de WMOregiegroep bij de zes Drechtstedengemeenten collecteert van € 25.000. Dit bedrag was echter niet in de cijfers verwerkt, zodat het budget niet daadwerkelijk is toegevoegd in de primaire begroting. B. Verschuiving van programma bestuur en staf Als gevolg van de herpositionering van Bureau Drechtsteden in 2012 is er kleine verschuiving van de apparaatslasten naar het programma Bureau Drechtsteden.
9
2.2 Bestuur en Staf Bestuur Wat willen we bereiken? Netwerkbestuur In de evaluatie van de Drechtstedendinsdag uit 2011 is aangegeven dat een meer flexibel regionaal bestuursmodel zou moeten worden georganiseerd om als regio en gemeenten goed gesteld te staan voor de realisatie van de inhoudelijke strategische agenda, en om te kunnen anticiperen op de rijksvisie op de bestuurlijke inrichting van Nederland. Binnen het dossier netwerkbestuur zijn voor 2013 drie prioritaire dossiers te onderscheiden, elk met een eigen positie en ritmiek, maar tegelijkertijd wel ten nauwste aan elkaar verbonden. Toekomst netwerkbestuur In 2011-2012 is in alle gemeenteraden debat gevoerd over het toekomstperspectief Drechtsteden. In die discussies is, in elke gemeente in een eigen proces, gesproken over het netwerkbestuur, het lokale bestuur en de verbindingen daartussen. Om dat gesprek, zowel op lokaal als op regionaal niveau, een vervolg te geven is een verkenning uitgevoerd naar mogelijkheden de kwaliteit van het netwerkbestuur in de Drechtsteden te versterken. Het lokale en regionale debat over deze verkenning moet leiden tot een visie van de Drechtsteden op het netwerkbestuur. Programmatische afstemming In het verlengde van het debat over de toekomst van het netwerkbestuur, en voortkomende uit het regionale debat over de positionering en doorontwikkeling van het project NoordoeversTransformatiezone, is in 2012 gestart met een regionaal en lokaal debat over de principes van samenwerking en afstemming in de strategische dossiers van de Drechtsteden en de Drechtstedengemeenten. Drechtstedendinsdag In 2011 en 2012 zijn, naar aanleiding van de evaluatie van de Drechtstedendinsdag, belangrijke stappen gezet in de opzet en inhoudelijke programmering van de Drechtstedendinsdag. Voortdurende inzet is het regionaal platform voor raadsleden, bestuurders en maatschappelijke partners, gestalte te geven en door te ontwikkelen. Net als in 2012 zal in 2013 inspanning worden geleverd op het van buiten naar binnen werken, en de samenwerking met maatschappelijke partners en andere overheden te versterken. Netwerkorganisatie In 2012 zijn via het proeftuinconcept belangrijke, goede, stappen gezet in de samenwerking van de ambtelijke organisaties. Basis daarin was het respecteren van de eigen profielen en eigen functie van elk van de zes gemeenten in de inhoudelijke gezamenlijke strategische agenda van de Drechtsteden. In 2013 zal worden ingezet op een zodanige inrichting van de ambtelijke organisaties en de intergemeentelijke samenwerking dat de inhoudelijke agenda van de Drechtsteden en de gemeenten optimaal worden ondersteund. Strategische communicatie Eind 2011 heeft de Drechtraad zijn visie op de strategische communicatie vastgesteld. De visie benoemt drie doelen: 1) de kwaliteit van de Drechtsteden als stedelijk gebied op de kaart zetten ten behoeve van de sociaal-economische opgave 2) een bijdrage leveren aan realisering van de beleidsdoelen 3) vanuit de onderliggende waarden en betekenis van de samenwerking invulling geven aan het profiel van de Drechtsteden. Deze visie is vervolgens in 2012 uitgewerkt in een concreet uitvoeringsplan, dat in juni 2012 ter kennis is gebracht van de Drechtraad. Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Drechtsteden In de in 2012 uitgebrachte stukken over het project Noordoevers-Transformatiezone gaf het Drechtstedenbestuur aan graag in interactie met de Drechtraadsleden het toekomstbeeld voor de ROM-D te verkennen. Belangrijk is een verdere bestuurlijke visievorming op de economische uitvoeringskracht van de Drechtsteden en de potentie en ontwikkelrichtingen van de ROM-D als
10
vehikel van de Drechtsteden tussen overheid en markt in. In de tweede helft van 2012 is het debat gestart. In 2013 zal hieruit besluitvorming volgen.
Wat gaan wij daarvoor doen? Product/activiteit/project Netwerkbestuur Toekomst netwerkbestuur
Beoogd resultaat Visie op de toekomst van het netwerkbestuur en het daartoe te nemen pakket aan maatregelen. Waar mogelijk al implementatie van maatregelen of voorbereiding van de implementatie van maatregelen. Besluitvorming voor de zomer 2013 afgerond, maatregelenpakket vastgesteld.
Netwerkbestuur Programmatische afstemming
Vastlegging van de principes van programmatische afstemming binnen de Drechtsteden en afbakening van thema’s lokaal domein en regionaal domein. Besluitvorming in 2013 afgerond.
Netwerkbestuur Drechtstedendinsdag
Permanente monitoring Drechtstedendinsdag aan de hand van de aanbevelingen van de Drechtraad. Begin 2013 oplevering bestuurlijke jaaragenda als sturingsinstrument voor de Drechtraad. Voorstel voor overdrachtsdocument / eindrapportage nav evaluatie Drechtstedendinsdag. Oplevering voorzien zomer 2013, zodat de politieke groeperingen de aanbevelingen uit de eindrapportage mee kunnen wegen in opmaat naar de gemeenteraadsverkiezingen 2014. Voorbereiding procesgang regionale elementen in gemeenteraadsverkiezingen 2014.
Netwerkorganisatie
Duidelijkheid voor alle actoren in het netwerk over taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden en procesgang
Netwerktoezicht
Optimale invulling toezichtsfunctie
Strategische communicatie: Realisatie van het uitvoeringsplan strategische communicatie.
Stimuleren van bestuurlijke kennisuitwisseling, synergie en besluitvorming.
Visie Regionale Ontwikkelingsmaatschappij
Visievorming op de economische uitvoeringskracht van de Drechtsteden en de potentie en ontwikkelrichtingen van de ROM-D als vehikel van de Drechtsteden tussen overheid en markt.
Staf Samen met de gemeenten proberen wij ons werk zo slim mogelijk uit te voeren, tegen zo laag mogelijke kosten. Zodat de middelen die we daarmee voor de gemeenten uitsparen, ingezet kunnen worden voor de leefbaarheid in de wijken, voor veilige wegen of voor goed onderwijs. Vanuit de concernstaf sturen wij op het leveren van een zo groot mogelijke meerwaarde voor onze eigenaren en klanten.
11
Wat willen wij bereiken? De GRD biedt excellente dienstverlening, om de gemeenten te ondersteunen in hun kerntaken en bij het bereiken van hun doelen. Dit doen wij: Met publieke zakelijkheid: we combineren maatschappelijke betrokkenheid en kennis van omgeving en het netwerk, met professionele fermheid, zakelijkheid en doelmatigheid. Met degelijkheid: onze klanten en eigenaren mogen vertrouwen op gedegen producten tegen een acceptabele prijs, met continuïteit in kwaliteit en levering. Met innovatie: we zoeken voor onze klanten continu naar mogelijkheden om producten te verbeteren en kosten te verlagen, om onze doelmatigheid te verhogen. Daarbij zijn we grensverleggend zonder risico’s te vergroten. De GRD-organisatie is sterk in ontwikkeling. Vanuit een pioniersfase zijn we inmiddels gegroeid naar een fase waarin professionaliteit, zakelijkheid en optimale dienstverlening door onze klanten mag worden verwacht. Daartoe zoeken wij binnen de eigen organisatie én in overleg met onze eigenaren/klanten naar mogelijkheden om onze producten te verbeteren, onze processen te stroomlijnen en onze kosten te verlagen. Vanuit onze wens om continu te innoveren zien wij de nodige verbeterpunten. Daarnaast hebben wij een aantal krachtige punten die we nog verder willen benutten. Wat gaan we daarvoor doen? Onze meerwaarde richt zich op het leveren van excellente dienstverlening. De verbeterpunten worden vertaald naar een aantal kernopgaven van het managementteam van de GRD, die de basis zullen vormen voor verdere initiatieven tot verbetering en professionalisering. In de aanpak van de kernopgaven kiest het management voor een overzichtelijke ordening. Om daarmee gericht, vanuit een heldere focus, met concrete acties te werken aan verbetering. De thema’s worden uitgewerkt in een aantal concrete plannen waarin is vastgelegd wat we willen bereiken, wat we gaan doen, hoe we dat gaan doen, wie het gaat doen, wie we daarbij nodig hebben en hoe kosten worden gedekt. Op het moment van opstellen van deze Actualisatie wordt hieraan nog gewerkt. In de eerste bestuursrapportage 2013 zullen wij hier meer concreet over rapporteren. Hoe gaan we dit meten? Op dit moment zijn er geen indicatoren benoemd om de beleidsresultaten van het programma Bestuur en staf meetbaar te maken. Er vindt wel bewaking plaats op de voortgang van de totstandkoming van deze producten. Wat gaat het kosten (bedragen x € 1.000)? Geactualiseerde begroting
Primaire begroting Lasten Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Resultaat na bestemming
Baten
Saldo
Begrotingswijziging
Lasten
Baten
Saldo
Lasten Baten Saldo
2.131
2.131
0
2.381
2.381
0
250
250
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2.131
2.131
0
2.381
2.381
0
250
250
0
12
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) ToelichOmschrijving afwijking ting Lasten Ophoging budget A. Drechtstedendinsdag Verschuiving naar B. programma BDS
I/ S S
Innovatiebudget
A.
Subtotaal Baten Ophoging budget Drechtstedendinsdag Verschuiving naar programma BDS
S
Innovatiebudget
S
C.
Nadeel
20
S
C.
B.
Voordeel
20
S 20
250
-250
275
-255 20
20 250
Subtotaal Totaal voor bestemming Resultaatbestemming Totaal na bestemming
275 250 0 250
-20
Gemeente Verhoging gemeentelijke bijdrage
20
20
S
Sald o
Verhoging inwonerbijdrage
-20 250
20 250 0 250
Verhoging gemeentelijke bijdrage
Verhoging inwonerbijdrage
255 0 0 0
Toelichting: A. Hogere organisatiekosten Drechtstedendinsdagen Bij de evaluatie van de Drechtstedendinsdag is afgesproken dat voor 2012 een norm gehanteerd wordt voor de organisatiekosten van € 5.000 per Drechtstedendinsdag. Het beschikbare budget voor 2013 is € 50.000, berekend op 10 bijeenkomsten. In de eerste Burap 2012 is uitgelegd dat deze norm van €5.000 per Drechtstedendinsdag te krap is voor de wijze waarop de Drechtstedendinsdag wordt georganiseerd. In de Drechtraad van juli is een motie aangenomen, waarin besloten is om de norm (en dus het budget) te verhogen van € 5.000 naar € 7.000 per Drechtstedendinsdag. Deze verhoging zal via de Algemene inwonerbijdrage opgehaald worden bij de gemeenten. B. Verschuiving naar programma BDS Als gevolg van de herpositionering van Bureau Drechtsteden in 2012 is er kleine verschuiving van de apparaatslasten naar het programma Bureau Drechtsteden. C. Innovatiebudget Onderdeel van het voorstel over de nieuwe verrekensystematiek van het SCD is de noodzaak van een ontwikkelbudget. De GRD heeft momenteel zo'n budget niet waardoor het niet goed mogelijk is te komen tot de noodzakelijke doorontwikkeling, vernieuwing, verdere professionalisering, proces- en kwaliteitsverbetering, efficiencyverbetering etc. Voorwaarde voor financiering uit dit budget is dat een concrete businesscase wordt opgesteld voor een innovatie met besparingspotentieel. Verantwoording van de bestedingen uit dit budget vindt plaats in het kader van de reguliere P&C documenten.
13
2.3 Sociale Dienst Drechtsteden 0B0B 0B0B
Toelichting “Sterk door werk” vormt het centrale thema van de bijdrage van de Sociale Dienst Drechtsteden aan de begroting van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden. Hiermee geven we aan dat we zelf een krachtige speler willen zijn en dat we erin geloven dat onze klanten door werk in hun kracht zullen staan. Wij hanteren onverminderd als uitgangspunt dat mensen zelfstandig willen zijn en dus zoveel mogelijk zelf de regie willen voeren op hun eigen bestaan. Het hebben van werk is in onze ogen het belangrijkste middel om die zelfstandigheid te bevorderen. Wie geen baan heeft en hulp nodig heeft bij het vinden daarvan, ondersteunen wij in de zoektocht naar werk. Zo nodig geven we dan tijdelijk inkomensondersteuning. Maar óók van diegenen die (tijdelijk) niet in staat zijn zelf in hun levensonderhoud te voorzien mogen we een prestatie verwachten. Uitgangspunt daarbij is dat we van iemand die een beroep doet op de solidariteit van de samenleving iets mogen terug verwachten. Ondanks de nu oplopende werkloosheid als gevolg van de crisis gaan wij er ook in 2013 van uit dat er in de toekomst behoefte zal zijn aan een maximale productiviteit van de beroepsbevolking. Door de toenemende “vergrijzing en ontgroening” zal op termijn de vraag het aanbod gaan overstijgen. We blijven dan ook onverminderd inzetten op werk. Daarbij wordt de eigen verantwoordelijkheid van de klant en zijn omgeving maximaal aangesproken. Dit laatste is ook van toepassing op de schuldhulpverlening en op de zorgvoorzieningen die wij leveren in het kader van de Wmo. Ondersteunend daarbij zijn het regionale programma arbeidsmarktbeleid en het lokale en regionale Wmo beleid, waarbij wij ook zijn betrokken. Ook bij het aanbieden van zorgvoorzieningen in het kader van de Wmo helpen we mensen zo veel mogelijk gebruik te maken van de eigen kracht en het eigen netwerk. In 2013 wordt voor de huishoudelijke ondersteuning het innovatieve principe van resultaatfinanciering ingevoerd. Als gevolg van de val van het kabinet heeft de landelijke politieke besluitvorming vertraging opgelopen. We schrijven deze begroting net vóór de verkiezingen en weten niet wanneer het nieuwe kabinet gevormd zal zijn. Momenteel is ongewis wat de toekomst ons brengt. Vooral de stagnatie die is ontstaan als gevolg van het controversieel verklaren van de Wet werken naar vermogen en de hervormingen binnen de AWBZ zorgt voor onduidelijkheid over de te volgen koers. Vooralsnog blijven we doorgaan op de ingeslagen weg: de nadruk zal liggen op de bemiddeling naar regulier werk en het voorkomen van instroom. Dit alles tegen zo laag mogelijke kosten. Ons aanbod blijft gericht op het versterken van de zelfstandigheid en de eigen mogelijkheden van onze klanten in hun zoektocht naar werk. Het bestaat uit re-integratie- activiteiten, inburgering, inkomensondersteuning, schuldhulpverlening en zorgvoorzieningen. In de geest van de Wet werken naar vermogen zullen we, vooruitlopend op mogelijk verdere ontwikkelingen daarin na de verkiezingen, binnen de huidige regelgeving een variant van loondispensatie gaan ontwikkelen en inzetten. Voor de financiering wordt gedacht in lijn met een revolving fund vanuit overschotten uit voorgaande jaren. We streven er naar om samen met maatschappelijke partners op een zo effectief en efficiënt mogelijke manier ondersteuning te bieden. We blijven in dat licht ook in 2013 samenwerkingsverbanden aangaan en vernieuwen. Nadrukkelijk betrekken we ook de platforms voor cliëntenparticipatie bij ons werk. In 2013 zullen we initiatief nemen om voor die klanten die in dusdanige problematische situaties verkeren dat ze meer steun vragen dan we vanuit ons werkveld kunnen leveren, een samenwerkingsverband met partners op te zetten waarnaar klanten direct, wellicht zelfs fysiek ter plekke, verwezen kunnen worden. Alhoewel de daadwerkelijke begeleiding van die klanten veelal op andere vlakken dan onze dienstverlening liggen zullen wij dit platform vooral faciliteren in coördinatie, ondersteuning en faciliteiten. De voorwaarden waaronder onze ambities gerealiseerd moeten worden blijven uitdagend. Het Rijk heeft immers al fors gesneden in de budgetten voor participatie en zorg. Naast deze ingrepen op de rijksbudgetten moeten wij net als voorgaande jaren een aandeel leveren in taakstelling die aan de gemeenschappelijke regeling is opgelegd en is er nog sprake van frictiekosten uit eerdere bezuinigingen. Onze inspanningen zullen zich ook in 2013 er op richten om binnen de gestelde budgetten te blijven. Daar waar nodig, zullen wij u bijstelling van beleid voorleggen.
14
Wat willen wij bereiken?
1.
Het aantal mensen dat eind 2013 een bijstandsuitkering ontvangt is 200 lager dan op 31 december 2012.
2.
Daarnaast willen we 500 mensen met een beperkte loonwaarde laat werken naar vermogen, wat resulteert in een netto besparing van 250 uitkeringen.
* De doelstelling van 200 is een realistische ambitie gezien de huidige marktontwikkeling, de ervaring van recent jaar en is hierdoor lager dan de doelstelling in de begroting van 2012 maar minstens zo ambitieus. Wat gaat het kosten (bedragen x € 1.000) ? Primaire begroting
Geactualiseerde begroting
Begrotingswijziging
Programma Lasten
Baten
Participatie
22.372
22.372
WSW
34.270
Kinderopvang InkomensOndersteuning Minimabeleid WMO Budgetadvies en Schuldbemiddeling Totaal
Lasten
Baten
0
25.850
25.850
34.270
0
34.270
988
988
0
660
76.110
76.110
0
80.960
8.435
8.435
0
8.310
43.379
43.379
0
43.100
3.595
3.595
0
3.070
189.149 189.149
Saldo
Saldo
Saldo
Effect Gemeen -ten
Lasten
Baten
0
3.478
3.478
0
-380
34.270
0
0
0
0
0
660
0
-328
-328
0
0
80.960
0
4.850
4.850
0
-560
8.310
0
-125
-125
0
-180
43.100
0
-279
-279
0
610
3.070
0
-525
-525
0
545
0 196.220 196.220
0
7.071
7.071
0
375
Participatiebudget Het saldo van de baten zijn ten opzichte van de basisbegroting opwaarts bijgesteld doordat de geraamde reserveringsregeling wordt geschat op € 4,1 miljoen (was 0) en een lagere inschatting van het Rijksbudget met € 1,2 miljoen. De geprognosticeerde lasten zijn gelijk gesteld aan de baten. Wsw De begroting 2013 wordt conform het definitieve budget 2012 vastgesteld. De begroting 2013 zal bij de 1e burap 2013 conform het budget 2013 worden aangepast. Kinderopvang Naar verwachting zullen de lasten, als gevolg van de inwerkingtreding van de gewijzigde Wet kinderopvang en het herziene beleid hierop, lager zijn. Dit heeft tot gevolg dat het budget met € 346.000 wordt verlaagd. Inkomensondersteuning Ten opzichte van de primaire begroting is de verwachting voor 2013 € 8,4 miljoen minder uitkeringslasten te realiseren. Alhoewel er geen financiële urgentie is, en de economische situatie onverminderd slecht, hebben we toch een doelstelling opgenomen om een bestandsdaling van 200 klanten eind 2013 ten opzichte van 1 januari 2013 te realiseren. Deze ambitie ligt in lijn met de huidige financiële en economische context, en de bestandsontwikkelingen in 2013 is lager dan de doelstellingen van 350 in 2011 en 2012. Daarnaast hebben we ons ten doel gesteld in 2013 500 klanten met een te ontwikkelen variant op loondispensatie naar werk te leiden. Daarbij gaan we uit van gemiddeld 50% loonwaarde en daarmee per saldo een evengrote besparing op de uitkeringen.
15
Op basis van deze doelstellingen zijn de geprognosticeerde lasten voor het jaar 2013 € 8,4 miljoen lager ten opzichte van de primaire begroting. De baten zijn ten opzichte van de primaire begroting met € 4,1 miljoen opwaarts bijgesteld. Dit resulteert in een geprognosticeerd overschot van € 12,5 miljoen. Bij het programma inkomensondersteuning is het overschot van € 12,5 miljoen vooralsnog onder de lasten opgenomen als storting in de reserve. Het geprognosticeerde overschot van €12,5 miljoen bevat een aantal belangrijke onzekerheden en afhankelijkheden. De belangrijkste zijn; • de voorlopige budgetten voor het jaar 2013 worden in het najaar van 2012 door het ministerie SZW bekendgemaakt en kunnen lager uitvallen; • het klantenbestand 2012 onverhoopt niet verder dalen dan op het moment van opstellen van de begroting (4782) dan zou het verwachte overschot € 6,9 miljoen minder zijn; • de bestandsreductie van 200 klanten in 2013 wordt niet gehaald, € 1,5 miljoen minder voordeel; • de variant van loondispensatie zoals verwoord in de paragraaf Participatie, zijnde 500 klanten minder in 2013 wordt niet gerealiseerd, € 3,7 miljoen minder voordeel. Minimabeleid De geactualiseerde baten en lasten zijn gelijk aan de basisbegroting 2013. Wmo De geprognosticeerde lasten Wmo zijn € 1,0 miljoen lager ten opzichte van de primaire begroting 2013. De lagere lasten op het programmaonderdeel Hulpmiddelen zijn het gevolg van de in 2011 bedongen lagere prijzen (rolstoelen, scootmobielen, trapliften, etc.) in combinatie met een daling van het aantal aanvragen voorzieningen (o.a. het gevolg van de invoering van een eigen bijdrage). In verband met de omzetting van de indicatie Hulp bij de huishouding naar Huishoudelijke ondersteuning worden in 2013 incidenteel de uitvoeringskosten Wmo met € 350.000 verhoogd als gevolg van de inzet van tijdelijk personeel. Per saldo resteert in 2013 een voordeel op het programma Wmo van € 650.000. Apparaat De CAO verhoging van juni 2012 is, conform het advies van PFO-Middelen, verwerkt. Voor de SDD betekent dat een lastenverhoging van € 410.000 (nadeel, structureel). Als gevolg van de per 1 januari 2012 fors ingekrompen formatie zijn per 2012 in ieder geval (met name) al de huisvestingslasten gedaald waarmee de overhead op dit moment is afgenomen met € 100.000 (voordeel, structureel). Als gevolg van formatie-uitbreiding budgetadvies en schuldbemiddeling met 2 fte stijgen de lasten voor 2013 met € 150.000. Deze mutaties zijn meegenomen in de actualisatie van de begroting 2013. Door het aanpassen van de verdeelsystematiek op het apparaat zijn op diverse programma’s de apparaatskosten herberekend. Dit heeft geen effect op de totale bijdragen van de gemeenten. Door het beëindigen van de dienstverleningsovereenkomst ex-gedetineerden zijn zowel de lasten als de basten verlaagd met € 90.000 (geen effect voor de gemeenten). Ook voor 2013 is een bedrag van € 725.000 opgenomen voor de frictiekosten bovenformatieven, dit bedrag zal worden onttrokken uit de voorziening frictiekosten (dus neutraal voor gemeenten). Aangezien de apparaatskosten over de programma’s zijn verdeeld, komen deze verschillen daar tot uitdrukking. Zoals hierboven bij de Wmo is aangegeven worden in 2013 de uitvoeringkosten Wmo incidenteel met € 350.000 verhoogd in verband met de omzetting van de indicatie Hulp bij de huishouding naar Huishoudelijke ondersteuning. Begrotingswijziging 1. Participatiebudget: 2. Kinderopvang: 3. Inkomensondersteuning: 4. Wmo: 5. Apparaatskosten: Totaal begrotingswijzigingen
verhogen van de begrote baten en lasten met verlagen van de begrote baten en lasten met verhogen van de begrote baten en lasten met verlagen van de begrote baten en lasten met verhogen van de begrote baten en lasten met
16
€ 2.868.000 € 350.000 € 4.103.000 € 1.010.000 € 1.460.000 € 7.071.000
2.4 Ingenieursbureau Drechtsteden Inleiding Ook 2013 zal naar verwachting in het teken staan van bezuinigingen. Bij de reguliere opdrachtgevers bestaat er geen enkele duidelijkheid over de te verwachten omzet in de fysieke projecten in 2013. Het IBD is als omzetgestuurde organisatie daar erg van afhankelijk. Naar verwachting zal de omzet zoals (of net onder) die van 2012 zijn. Van de in 2012 ondernomen acties om van 2 naar 6 te gaan (aansluiting door alle zes de Drechtsteden) is het resultaat nog niet bekend. Of een gemeente aansluit en op welke wijze is erg bepalend voor de exploitatie. We gaan voor deze begroting van uit dat de huidige situatie ( twee deelnemers) in 2013 nog steeds bestaat. In 2012 wordt de discussie gevoerd over welke structuur het IBD in 2017 zal hebben. Een mogelijke optie is het IBD omvormen tot een compacter kennis- en expertisecentrum. Gevolg van een dergelijke keuze is dat op dit model wellicht in 2013 al gestuurd gaat worden, wat tot gevolg heeft dat deze begroting er dan anders gaat uitzien. Vanwege de onduidelijkheid over dit onderwerp kiezen we er voor om deze begroting te baseren op de huidige organisatie. Conclusies, acties, bijsturing De onduidelijkheid over de omzet maakt dat het IBD qua organisatie zich flexibel zal moeten opstellen. Op basis van de te verwachten omzet, die slechts over een korte termijn te plannen zal zijn, dient de organisatie zich aan te passen en kostendekkend te maken. Dit is een opgave, die niet alleen bij het management, maar bij alle medewerkers weggelegd wordt. Het omzetrisico ligt vooral bij de gemeente Dordrecht en externe opdrachtgevers. De gemeente Zwijndrecht heeft een gedetailleerd investeringsprogramma. De verwachting is dat zij de gegarandeerde omzet in 2013 zullen afnemen. Het tekort aan technisch personeel, dat vooral in de civiele techniek problematisch dreigt te worden, zal extra inspanningen vergen om voor de vervanging van uitstromende medewerkers (leeftijd) geschikte opvolgers te vinden. Bovendien zullen er aan de medewerkers hogere eisen gesteld worden, zodat de ontwikkeling van hen een belangrijk aandachtspunt zal zijn. In 2012 worden er verschillende verbeteracties ingezet om de samenwerking met opdrachtgevers en daarmee ook de klanttevredenheid te verbeteren. In 2013 zullen de resultaten van deze acties zichtbaar moeten zijn en zal er aan verdere verbetering van de relatie gewerkt moeten worden. Daarbij zal ook de rol van de opdrachtgever een belangrijk aandachtspunt zijn, zodat we tot een optimale samenwerking komen. Voor de verbetering van bedrijfsprocessen zijn in 2012 verschillende verbeteracties ingezet. Naar verwachting zal een deel daarvan in 2013 doorlopen. Vooral het verbeteren en het inbedden in de bedrijfsprocessen van deze acties zal de nodige aandacht krijgen. Wat willen we bereiken? Missie en visie. Naast advisering en projectleiding in de realisatiefase van infrastructurele en bouwkundige projecten en het verzorgen van het technisch beheer van gemeentelijke gebouwen, manifesteert het IBD zich steeds meer als adviseur in de planvormingsfase. De missie van waaruit het IBD deze werkzaamheden verricht is als volgt geformuleerd: “Denken om te doen, bouwen van ideeën” Met de slogan ‘denken om te doen’ geeft het IBD aan dat advisering en projectleiding plaatsvinden vanuit de filosofie dat projecten ook uit te voeren zijn, dat wil zeggen gebouwd en beheerd moeten
17
(kunnen) worden. Met de laatste zinsnede ‘bouwen van ideeën’ wil het IBD uitdragen dat medewerkers van de planformingsfase hun expertise kunnen inzetten en creatief en betrokken willen meedenken met de klant. Aansluitend op deze missie is er een eerste beeld van de toekomst geformuleerd. Deze visie geeft aan wat het IBD wil zijn: 1. Het regionale kennis- en expertisecentrum voor fysieke projecten; 2. Een professionele en waardevolle partner van en voor alle Drechtsteden. Ad 1. Het regionale kennis- en expertisecentrum voor fysieke projecten Als het ingenieursbureau van de Drechtsteden is borging van lokale en regionale kennis van infrastructuur en gebouwen en regionale koppeling van projecten door het IBD een must. Het IBD vormt het collectieve geheugen van de regio als het gaat om historische en technisch inhoudelijke kennis. Daarnaast kent het IBD de lokale politiek en werkwijzen van de Drechtsteden en weet het IBD haar weg te vinden in zowel bestuurlijke als ambtelijke organisatie. Ad Dit
2. Een professionele en waardevolle partner van en voor alle Drechtsteden. kan als volgt worden samengevat: professioneel en gedreven; natuurlijke partner Drechtsteden; van en voor de Drechtsteden; waardevol: accent op advisering in de planontwikkeling; waardevol: centrale schakel tussen gemeenten en uitvoerende partijen; waardevol: breed georiënteerd.
Wat gaan we daarvoor doen? In 2013 zal het Ingenieursbureau zich verder inspannen om ook vanuit de andere Drechtsteden een meer continue stroom van opdrachten te verwerven. Ook worden incidenteel opdrachten uitgevoerd voor derden zoals woningbouwverenigingen, scholen, waterschappen en energiebedrijven. Streven zal zijn om het aantal opdrachten voor derden uit te breiden, maar concurreren met marktpartijen op basis van prijs zal voor het IBD moeilijk zijn. Het aantrekken van projecten zal eerder gebeuren op basis van een relatienetwerk vanuit de bestaande opdrachtgevers en vanwege de unieke kennis, die het IBD op enkele gebieden bezit. Personeel Het IBD draait in 2012 de pilot talentmanagement. Op de daarbij ontwikkelde structuur voor personeelsmanagement zal strak gestuurd worden. Met alle medewerkers wordt in de eerste helft van het jaar een voortgangsgesprek (functioneringsgesprek) gevoerd. In de tweede helft wordt met alle medewerkers een jaargesprek (beoordelingsgesprek) gevoerd. De ontwikkeling van ieders talenten zal daarbij een belangrijk aandachtspunt zijn. Het IBD biedt gemiddeld drie afstudeerders en twee stagiaires van HBO- en MBO-niveau stageplaatsen aan met het doel deze na afstuderen te laten instromen. Hoe gaan we dat meten? Het Ingenieursbureau houdt klanten- en medewerkers tevredenheidonderzoeken waaruit blijkt of de geformuleerde ambities ten aanzien van de te leveren toegevoegde waarde en de ontwikkeling van de medewerkers ook daadwerkelijk worden bereikt. De betrokken gemeentelijke diensten leggen in hun in het kader van de beleid- en beheerscyclus op te stellen - jaarplannen vast hoeveel opdrachten (in Euro’s) zij aan het ingenieursbureau dan wel derden zullen verstrekken. Het Ingenieursbureau bekijkt per maand of de opdrachtverlening vanuit de gemeenten Dordrecht en Zwijndrecht in lijn is met de overeengekomen omzetgarantie. De jaarrekening biedt uiteraard inzicht in de afgegeven omzetgarantie en/of de beoogde financiële resultaten ook daadwerkelijk worden gerealiseerd. Monitoren Het IBD beschikt over een degelijk geheel van managementinformatie, wat als betrouwbaar stuurinstrument dient. Trends worden in dit systeem gevolgd en maandelijks levert dit een betrouwbare managementrapportage op.
18
Om te komen tot een solide basis voor de begrotingen en prognoses dienen onze klanten een jaarprogramma aan te leveren. Wat gaat het kosten? De nu ingediende exploitatiebegroting 2013 is gebaseerd op kengetallen uit de jaarrekening 2011 en de huidige personele situatie van het IBD.(september 2012) De raming van de productieve uren per medewerker vormt de basis voor totstandkoming van de begroting. Dit is een omzetgestuurde begroting (kenmerkend voor een bedrijf) in tegenstelling tot een budgetgestuurde begroting van de overige dochters van de GRD. De begroting 2013 bouwt voort op de gesignaleerde ontwikkelingen die opgenomen zijn in de kadernota 2013. Programma Ingenieursbureau Drechtsteden (bedragen x € 1.000) Alle bedragen luiden x € 1.000. Nadelen worden met een - opgenomen, voordelen met een + Primaire begroting
Geactualiseerde begroting
Begrotingswijziging
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
7.522
7.868
346
7.522
7.868
346
0
0
0
Exploitatiereserve De gemeenten Dordrecht en Zwijndrecht betalen voor de kosten van de te ontvangen dienstverlening voorschotten. Na afloop van het jaar worden de voorschotten afgerekend. Het IBD is een dienstverlenende organisatie waarbij het financiële resultaat in belangrijke mate wordt bepaald door de beschikbaarheid van opdracht, de capaciteitsinzet van de medewerk(st)ers en de beheersing van de (personeel)kosten. Aangezien de orderportefeuille jaarlijks fluctueert, zal het exploitatieresultaat schommelen. Indien voor een stabiel prijsniveau van dienstverlening wordt gekozen, waardoor verliezen niet direct tot forse tariefsverhogingen leiden, is het verstandig om een eventueel overschot tijdelijk in reserve te houden. De exploitatiereserve van het IBD start met een saldo 0 in 2013.
19
2.5 Servicecentrum Drechtsteden Inleiding Het SCD heeft als doel om een marktconforme aanbieder van bedrijfsvoeringproducten in de regio te worden. In de Financiële Strategie Drechtsteden (Drechtraad, 21 juni 2011) en het in oktober 2011 opgestelde Realisatieplan SCD is deze ambitieuze doelstelling vastgelegd. Om dit te realiseren hebben we in 2012 een verandertraject SCD ingezet om processen en producten door te lichten op efficiency, kwaliteit en effectiviteit. Dit verandertraject heeft betrekking op: - het verbeteren van de dienstverlening; - het verbeteren van de klantgerichtheid en klantvriendelijkheid; - het doorlichten, normeren en verbeteren van de procesketens; - het aanpassen van de organisatiestructuur; - het vereenvoudigen en verduidelijken van de financieringsstructuur voor meer transparantie; - het verbeteren van de communicatie binnen het SCD en tussen klanten en het SCD; - het verbeteren van de medewerkertevredenheid; - het trainen van management en medewerkers op deze nieuwe manier van denken en werken en het omgaan met veranderingen. De uitkomsten van de fijnstructuur zullen de kwaliteit van de dienstverlening van het SCD verbeteren. In 2013 moeten er op de diverse terreinen meetbare resultaten ten opzichte van eerdere jaren zichtbaar zijn. De uitvoering vindt in 2012 dakpansgewijs (sequentieel) plaats. Dit betekent dat iedere afdeling zich in een andere fase van het proces bevindt. Daar waar mogelijk zijn verbeteringen onmiddellijk doorgevoerd (bijvoorbeeld het proces helpdesk ). Een aantal afdelingen, waaronder ICT, Juridisch kenniscentrum en Communicatie worden aan het einde van 2012 doorgelicht. Deze afdelingen zullen zich aan het begin van 2013 nog in de transitiefase bevinden. De uitwerking van de laatste afdelingen en dan met name de grondige doorlichting van de afdeling ICT kunnen nog significante invloed hebben op deze begroting. Zoals in de 2e burap 2012 ook is aangegeven zijn de verdere doorontwikkeling van de verschillende onderdelen van het SCD en het stroomlijnen van processen ook belangrijke randvoorwaarden om te kunnen toegroeien naar een mogelijke uitbreiding van het klantenbestand en/of dienstverlening voor de huidige klanten. Een dergelijke verbreding kan op termijn door het behalen van schaalvoordelen leiden tot kostenreductie voor de huidige eigenaren. Een eerste stap op weg hiernaar is reeds gezet met de nieuwe klant– leveranciers relatie die per 1 januari 2013 gaat ontstaan tussen het SCD en de twee Gemeenschappelijke Regelingen Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid en de Regio Zuid-Holland Zuid. De gevolgen hiervan kunnen eveneens nog invloed hebben op de begroting 2013 en worden in de eerste burap 2013 verwerkt. Met de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid wordt gewerkt aan een volledige ontvlechting per 31 december 2012. Conclusies en acties 1. In 2012 zijn alle werkprocessen van het SCD doorgelicht. Dit leidt tot boventalligheid van personeel. In 2013, evenals in 2012, leidt dit in combinatie met de oplopende taakstellingen tot substantiële transitiekosten. 2. Het management van het SCD heeft in 2013 de opdracht om de uitkomsten en conclusies van de fijnstructuur geheel door te voeren en te borgen. 3. Zodra de hierboven genoemde verbeteringen zijn doorgevoerd en de basis van de dienstverlening op orde is, kan het SCD de focus verleggen naar het aantrekken van nieuwe klanten en/of verruiming dienstverlening aan bestaande klanten zodat de kosten van het SCD voor de eigenaren kunnen worden verlaagd zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van de dienstverlening. 4. De doorlichting van de ICT afdeling, waarvan de afronding verwacht wordt in het vierde kwartaal 2012, zal naar verwachting leiden tot aanpassingen van de begroting. Over het ICT Transitieplan wat in samenwerking met PWC wordt gemaakt wordt u de komende maanden nog separaat geïnformeerd.
20
Wat willen we bereiken en wat gaan we er voor doen? Op 23 juni 2011 is het evaluatierapport door het Drechtstedenbestuur vastgesteld. Voor het verbeteren van de werking van het SCD zijn in het rapport drie belangrijke, met elkaar samenhangende, veranderopgaven benoemd. Deze veranderopgaven zijn: 1. Positie SCD en keuzes in klanten 2. Aansturing en rollen in het netwerk 3. Doorontwikkeling SCD De eerste twee veranderopgaven, de positie van het SCD en de aansturing en rollen in het netwerk, zijn op bestuurlijk niveau belegd en worden op dit moment parallel aan de doorontwikkeling van het SCD opgepakt. Voor de doorontwikkeling van het SCD is een Realisatieplan opgesteld dat in 2012 wordt uitgevoerd en in de jaren 2013 en verder meetbare effecten zal hebben. Belangrijke speerpunten voor 2013 zijn: 1. Stroomlijnen werkprocessen Samen met onze partners willen we onze processen zo efficiënt en effectief mogelijk organiseren. Daartoe hebben we in 2012 al onze processen doorgelicht. Wij hebben de klantorganisaties die onderdeel zijn van deze ketenprocessen, proactief geïnformeerd over de mogelijkheden om efficiënter en effectiever te werken. Omdat onze processen altijd onderdeel zijn van een keten met onze partners ondersteunen we onze partners daarnaast bij het inrichten en bewaken van hun processen. De aangepaste processen worden gedeeltelijk in 2012 en verder in 2013 en verder geïmplementeerd en geborgd. 2. Verdere verbetering adviesdiensten Het Servicecentrum biedt ook diensten op het terrein van advies en beleid. Als onderdeel van de doorontwikkeling van het SCD werken de medewerkers in 2012 en 2013 vanuit drie nieuwe kernwaarden: publiek ondernemerschap, resultaatgerichtheid en eigenaarschap. Daarnaast wordt, onder meer aan de hand van trainingen, aandacht besteed aan klantgerichtheid en verdere ontwikkeling van adviesvaardigheden. 3. Verbeteren ICT De uitwerking fijnstructuur van de laatste afdelingen aan het einde van 2012 hebben nog invloed op deze begroting. En dan met name de afdeling ICT waar we bezig zijn met een grondige doorlichting. We kijken daarbij zowel naar de fijnstructuur van de ICT afdeling en het verband tussen de uit te voeren activiteiten en in te zetten middelen als naar de benodigde hard- en software en systemen Ook de relatie met en de ambitie van de klanten zal hierbij aan de orde komen. In samenspraak met de CIOoffice zal ook een lange termijn visie worden uitgewerkt. Tezamen zal dit uitmonden in een ICT Transitieplan waarbij wij ook een externe partij betrekken om dit te valideren. Inmiddels kunnen wij al wel constateren dat destijds bij de start van de GRID-migratie te optimistische aannames zijn gedaan op het gebied van eisen, wensen van klant/eigenaren en te behalen resultaten. Verder heeft de ICT organisatie van het SCD zich van 2007 t/m 2011 voornamelijk bezig gehouden met de migratie van de systemen uit 2007 zonder dat er in de tussentijd structureel sprake is geweest van vernieuwing. Hierdoor is er inmiddels een technische veroudering van zowel hardware als software (niveau 2007/2008). Deze veroudering heeft negatieve gevolgen voor de performance voor onze klanten en veroorzaakt veel extra werk (escalaties) waardoor de ICT afdeling voornamelijk bezig is geweest met incident management. Dit heeft in combinatie met eerder doorgevoerde bezuinigingen op de ICT-afdeling geleid tot continuïteitsrisico’s. De afdeling ICT heeft inmiddels een planning gemaakt om het technische platform weer up to date te krijgen. De implementatie is inmiddels gestart. Met de eigenaren zal worden overlegd of deze planning acceptabel is of dat geïnvesteerd moet worden om deze planning te versnellen.
21
4. Het vereenvoudigen van de financieringsstructuur voor meer transparantie Voor 2013 en verder heeft het SCD in samenwerking met de klantorganisaties een nieuwe verrekensystematiek uitgewerkt voor een meer directe en transparante relatie tussen ‘betalen’ en ‘gebruik’. Deze systematiek is op 16 mei 2012 vastgesteld door het Drechtstedenbestuur. Daarbij is afgesproken dat de effecten hiervan door de (regionale) controllers worden uitgewerkt en met een advies voor invoering aan het bestuur worden voorgelegd. Deze uitkomsten worden in de P&C cyclus van 2013 meegenomen. 5. Een proactieve organisatiecultuur Het Realisatieplan heeft ook betekenis voor onze medewerkers en voor de manier waarop we leiding geven. Onze medewerkers zijn ons belangrijkste kapitaal en onze ambassadeurs. Hun houding en gedrag moeten passen bij een zakelijke dienstverlenende organisatie. Met het oog hierop wordt in 2012 een ontwikkelingsprogramma uitgevoerd. Behalve het trainen van medewerkers is geïnvesteerd in het trainen van het management. In 2013 moet dat leiden tot een versterking van het management en tot het borgen van de organisatieverandering. 6. Verduidelijking relatie met PG&J/VR/OD De verzakelijking van de relatie met de Gr-en kan de samenwerking binnen het netwerk ten goede komen. Daar staat voor het SCD tegenover dat de ontvlechting veel extra druk legt bij het SCD. 7. Inkoop nieuwe stijl (INS) Inkoop Nieuwe Stijl draagt bij aan een belangrijke besparing in de regio. Dit jaar wordt verder doorgepakt in nauwe samenwerking met de klantorganisaties om de ambitieuze bruto besparing op de aanbestedingsresultaten1 te realiseren van € 20-30 miljoen over een periode van 3 jaar. De focus ligt daarbij op kansrijke projecten met een besparingspotentieel van 10-15%, waarbij wel geldt dat overige inkoopvraagstukken eveneens worden opgepakt (daar kan immers ook besparingspotentieel aanwezig zijn). Samenwerking tussen de klantorganisaties in de regio is daarbij bovendien essentieel om de synergievoordelen ook daadwerkelijk te kunnen realiseren. Met inkoop Nieuwe Stijl wordt ook een hoger SRoI-resultaat (Social Returm on Investment) bereikt. Het inkoopbeleid is 5% van de totale waarde van aanbestedingen voor SRoI. 8. Verkenning uitbreiding dienstverlening De uitbreiding van het aantal klantorganisaties en/of uitbreiding dienstverlening kan op termijn leiden tot een daling van de kosten voor de eigenaren. Dit past ook goed binnen de financiële strategie van de Drechtsteden. We verkennen de te behalen voordelen per werkveld en de daarbij te stellen voorwaarden en standaarden. Een en ander ook in relatie tot de fijnstructuur en de verrekensystematiek. Deze transitie zal leiden tot een modern en slagvaardig SCD dat de klant beter bedient. Om dit te realiseren zal, ook met het oog op de taakstelling, wel eenmalige transitiekosten ontstaan. Hoe gaan we dit meten? Wij werken met een balanced scorecard om zo de kwaliteit van onze diensten te kunnen meten. De balanced scorecard fungeert als sturingsinstrument om de organisatie verder te ontwikkelen en prestaties zichtbaar te maken en wordt continu ontwikkeld. Toetsen kwaliteit In 2013 toetsen wij onze kwaliteit voortdurend. Bij onze partners doen wij dit aan de hand van het klanttevredenheidsonderzoek. Binnen onze eigen organisatie door het bewaken van prestatieindicatoren en met behulp van het medewerkertevredenheidsonderzoek. Via de benchmarkmethode zetten we onze prestaties af tegen die van vergelijkbare organisaties. Daarnaast bewaken en versterken we de kwaliteit van onze beleids- en adviestaken met behulp van evaluaties en audits.
1 Deze besparing is de cumulatie van besparingen van contractwaarden die volgen uit de aanbestedingen t.o.v. de geraamde waarde van de betreffende aanbestedingen. Dus een contract voor 4 jaar dat geraamd is op € 50.000 per jaar en dat na een aanbesteding opnieuw wordt gecontracteerd voor € 25.000 per jaar heeft een jaarlijkse besparing over de contractperiode van € 25.000.
22
Wat gaat het kosten? Alle bedragen luiden x € 1.000. Nadelen worden met een - opgenomen, voordelen met een +. Primaire begroting Geactualiseerde begroting Begrotingswijziging Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
41.132
41.132
0
42.359
42.359
0
1.227
1.227
0
Resultaatanalyse (bedragen x € 1.000) ToelichOmschrijving afwijking ting Lasten A. Cognos B. Inkoop nieuwe stijl C. Extra kapitaallasten D. Legacy E. CAO verhoging Subtotaal Baten A. Cognos B. Inkoop nieuwe stijl C. Extra kapitaallasten D. Legacy E. CAO verhoging Subtotaal Totaal voor bestemming Resultaatbestemming Totaal na bestemming
I/ S
Voordeel
S S S I S
S S S I S
Nadeel 120 270 230 125 482 1.227
120 270 230 125 482 1.227 1.227 0 1.227
Saldo
Gemeente
-120 -270 -230 -125 -482
Ja, Ja, Ja, Ja, Ja,
alle alle alle alle alle
zes zes zes zes zes
120 270 230 125 482 1.227 0 1.227
0 0 0
Toelichting: A. Cognos De in eerste burap 2012 gemelde kosten voor Cognos leiden tot een structurele verhoging in 2013 van € 120.000. B. Inkoop Nieuwe Stijl Evenals in de tweede burap van 2012 is in deze begroting het effect van het besluit over Inkoop Nieuwe Stijl opgenomen. Totaal leidt dit tot een verhoging ten opzicht van de primaire begroting van € 270.000. C. Extra kapitaallasten In de tweede burap 2012 is een tweetal ICT-kredieten aangevraagd. Dit betreft de kredieten voor restpunten GRID en voor extra benodigde licenties. Die investeringen leiden tot een verhoging van de kapitaallasten in 2013 van € 230.000. D. Legacy In de tweede burap 2012 is aangegeven dat tijdens en na de GRID-migratie een aantal oude systemen operationeel moest en moet blijven. Hierdoor is extra beheercapaciteit noodzakelijk. Dit leidt een budgetverhoging van € 125.000. Dit was in 2012 € 300.000. E. Hogere loonkosten door de stijging van CAO-lonen en werkgeverslasten kunnen slechts gedeeltelijk worden geabsorbeerd. De lasten stijgen structureel met € 482.000.
23
Bezuinigingen 2013 De invulling van onder andere de GRD brede taakstelling 2013 is verder uitgewerkt door te kijken naar meer of minder taken, innovatie en procesverbetering, inkoop en slimmer samenwerken binnen de GRD. Met name het stroomlijnen van werkprocessen bij het SCD en klantorganisaties moet belangrijke bijdragen leveren aan kostenreductie en/of kwaliteitsverbetering. Een belangrijk onderdeel van het doorlichten van de werkprocessen is het uniformeren en standaardiseren van processen voor elke klant. Bijdragen per deelnemer De bijdrage per deelnemer wordt hieronder weergegeven. (€ x 1000) Deelnemer Alblasserdam Dordrecht H.I. Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht GR Drechtsteden GR PG&J, VR en OZHZ Totaal
Basispakket 1.301 9.015 1.275 2.412 1.532 2.801 4.941 5.397 28.675
Pluspakket
Additioneel pakket
1.321
ICT
1.433
179
1.500
81 42 1.556
Totaal
493 2.801 494 722 411 796 2.686 8.403
1.794 14.571 1.769 3.134 1.943 3.776 7.709 5.439 40.134
NB 1) Bij de bijdragen voor ICT is de verdeling aangepast naar het aantal werkplekken ultimo 2011. Bij de primaire begroting was nog de werkplektelling ultimo 2010 gehanteerd. NB 2) De hogere bijdrage van de GR Drechtsteden is nog niet verwerkt in de begrotingsprogramma’s van de overige GRD-dochters. NB 3) De bijdragen van de GR-en PG&J, VR en OD is gebaseerd op de bijdrage uit de geactualiseerde begroting 2012 -/- € 250.000 om aansluiting in de begroting te behouden. In de eerste burap 2013 volgt een aanpassing voor de werkelijke bijdragen van de GR-en (uitkomst offerte traject).
24
2.6 Gemeentebelastingen Drechtsteden Gemeentebelastingen Drechtsteden is onderdeel van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden. Vanaf juli 2008 verzorgt zij de heffing en inning van de belangrijkste lokale heffingen van de gemeenten Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht. Het gaat hierbij om een opbrengstvolume van circa € 90 miljoen per jaar. Het profiel van Gemeentebelastingen Drechtsteden is in eerste instantie die van een betrouwbare uitvoeringsorganisatie. Dat laat onverlet dat wij op het gebied van de productontwikkeling en de opbrengstmaximalisatie hoog inzetten. Ook als eerste adviseur voor de gemeenten en als dienstverlener voor de belastingplichtigen meten wij ons met hoge kwaliteit. Gemeentebelastingen Drechtsteden voert voor de deelnemers ook gemeentelijke taken van de Wet waardering onroerende zaken uit. Door het in stand houden van een kwalitatief hoogwaardig en innovatief bedrijf als onderdeel van de GR-Drechtsteden is Gemeentebelastingen Drechtsteden een betrouwbare, transparante en efficiënte uitvoeringsorganisatie voor burgers, bedrijven, instellingen, medewerkers en de deelnemende gemeenten. De taken worden op integere wijze uitgevoerd tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten. De begroting van Gemeentebelastingen Drechtsteden is onderdeel van de begroting van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden. Kosten worden over de deelnemende gemeenten verdeeld op basis van het aantal aanslagregels. In februari 2012 heeft u een geactualiseerde begroting 2012 vastgesteld. De wijzigingen in de financiële huishouding zijn aanmerkelijk. In 2013 zullen onze jaarlijkse kosten ruim € 750.000 lager zijn dan in 2009 (inclusief de afbouw van de ontwikkelformatie). Dat is een kostenreductie van circa 15 %. Minder kosten en meer opbrengsten, meer voor minder. Voor de deelnemende gemeenten heeft de kostenreductie tot een daadwerkelijk lagere bijdrage geleid. Met meer opbrengsten wordt hier uitdrukkelijk bedoeld dat we niet stoppen met aanslagen opleggen nadat de financiële opbrengsten zijn gehaald. Dit niet alleen vanwege de rechtmatigheid, maar ook vanwege het financiële belang van de deelnemende gemeenten. Ontwikkelingen in 2013 Het idee steeds meer processturing toe te passen binnen de bedrijfsvoering vraagt een andere kijk op het organiseren van werk. Hiervoor is Gemeentebelastingen Drechtsteden in 2012 een traject van organisatieontwikkeling gestart, waarbij niet de lijnorganisatie bepalend is voor de aansturing, maar de werkprocessen. Dit heeft ook geleid tot een compacter managementteam en een meer thematische aanpak van verbeteringen in de bedrijfsvoering. Het definiëren van de werkprocessen vindt plaats op basis van verschillende thema’s. Deze thema’s staan allemaal ten dienst van het hoofdproces, van data naar opbrengst. Het inzetten van de operationele lijnmanagers als procesmanagers is in januari 2012 gestart. Proces-verantwoordelijkheid is op een evenwichtige wijze binnen het managementteam verdeeld. Over onze ervaringen met de nieuwe werkwijze zullen wij in onze 1e managementrapportage 2013 bericht doen. Natuurlijk blijft onze primaire taak voor gemeenten middelen binnen te halen om noodzakelijke lokale taken uit te voeren. Dat doen wij mensgericht en met oog voor dienstverlening. Daarnaast zijn we in staat een bijdrage te leveren op het gebied van databeheer en -analyse, dienstverleningsconcepten en financieel-economische vraagstukken. Ook deze taken zullen via deelprocessen beschreven en georganiseerd worden. De huidige economische werkelijkheid heeft thans vooral gevolgen van de inning van de belastinggelden. Er tekent zich een vermindering van de betalingsbereidheid af; veelal is een te laat reageren op wanbetaling oorzaak van oninbaarheid. Het aantal aanmaningen en dwangbevelen neemt toe. Dit resulteert enerzijds in meer inkomsten (de geïnde kosten komen ten bate van de bedrijfskosten) en anderzijds is er de noodzaak de inzet op de invordering te verhogen.
25
Wat willen we bereiken? De primaire taak van Gemeentebelastingen Drechtsteden is het genereren van opbrengsten voor de deelnemende gemeenten. Deze opbrengsten worden, mede op grond van de adviezen van Gemeentebelastingen Drechtsteden, door de gemeenten verwerkt in hun begrotingen. Deze begrotingen worden eerst eind 2012 door de gemeenteraden vastgesteld. De voorlopige ramingen staan in onderstaand overzicht. Raming begrotingscijfers 2013 (waarde 2012, bedragen x € 1.000) Soort Dordrecht HI Ambacht Papendrecht Sliedrecht belasting OZB 20.164 4.436 5.045 3.024 Afvalstoffen 12.529 3.066 2.956 1.930 Rioolrechten 9.923 1.673 3.248 2.339 Hondenbelasting 573 140 166 80 Precario 156 118 15 Parkeren 1.050 Totaal 44.395 9.433 11.415 7.388 Kwijtschelding 1.526 76 91 51 (af) Totaal 42.869 9.357 11.324 7.337
Zwijndrecht
Totaal
7.943 5.400 3.815 173 115 17.446
39.612 25.881 20.998 1.132 404 1.050 90.077
621
2.365
16.825
87.712
Naast de hier genoemde lokale heffingen verzorgt Gemeentebelastingen Drechtsteden ook de heffing en inning van reinigingsrechten, rioolaansluitingsrechten en gelden voor de bedrijfsinvesteringzones. Zowel voor de heffing van de onroerende zaakbelastingen als voor externe afnemers, zoals de Rijksbelastingdienst, de waterschappen en het ministerie van Financiën (Algemene Uitkering) wordt jaarlijks een waardering gegeven aan de onroerende zaken in de regio. Ook in 2013 wordt dat gerealiseerd via vastgoeddomeinen. De omvang hiervan is in de onderstaande tabel aangegeven. Vastgoeddomein Aantal te waarderen 2013 Woningen 116.752 Courante Niet woningen 7.419 TIOX-objecten 2.159 Top-500 500 Totaal 126.830 In haar bedrijfsplan 2012 heeft Gemeentebelastingen Drechtsteden aangegeven in een nieuwe fase van haar ontwikkeling te komen, de startblokken voorbij. Dat betekent dat er in 2013 ruimte gevonden moet worden in termen van productontwikkeling en –verbetering. Als voorbeelden hiervan noemen wij: - verdere synchronisatie van de uitvoeringspraktijk lokale heffingen van de deelnemers, - verdere productontwikkeling dienstverlening aan gemeenten en belastingplichtigen, - versnellen van het tempo waardering onroerende zaken (en de aanslagoplegging), - scherpere invorderingsmaatregelen (tegengaan oninbare belasting), - aangaan van samenwerking ten behoeve van het datagebruik voor de deelnemers, - prognoses gebruiken voor toekomstscenario’s gemeenten (leegstand e.d.).
26
Wat gaan wij daarvoor doen? Product/activiteit/project Oplegging aanslagen 2011, 2012, 2013 Invordering aanslagen
Beoogd resultaat Maximale opbrengsten
Waardering onroerende zaken
Waardering onroerende zaken (inclusief gebruikswaarde nietwoningen) Afdoening binnen de wettelijke termijnen
Bezwaar en Beroep P&C-cylcus gemeenten
betalingsbereidheid met een maximum van 0,5 % oninbaar
Toelichting Volledige benutting belastingcapaciteit T.o.v. 2010 afname debiteurensaldo in 2013 van meer dan 14 % Conform normering, procesgerichte aanpak via vastgoeddomeinen Conform indicatoren
Bijdragen aan de gemeentelijke begrotingsprocessen (opbrengstprognoses, begrotingen, burap’s, jaarrekeningen) Verordeningen lokale heffingen
Alle verordeningen vastgesteld
Productontwikkeling
Bijdrage in Geo-informatie, analyse Drechtstedelijke kerngetallen
Afgestemde datalevering en data-analyse
Verdere synchronisatie uitvoering
Onderdeel Brede Doorlichting, continue proces
Belastingregels afstemmen
Conceptverordeningen
Conform afspraken/geconsolideerde controleverklaring
Hoe gaan we dit meten? Zoals met de opbrengsten worden ook de verzending van de aanslagen, de afdoening van bezwaarschriften, afdoening voor verzoeken om kwijtschelding en dergelijke per gemeente afgesproken. Gemeentebelastingen Drechtsteden hanteert hierbij voor alle gemeenten de volgende indicatoren. Product Prestatie-indicator Verzenden gecombineerde aanslagen/WOZ95% voor 1 maart 2013 beschikkingen 2013 97% voor 1 april 2013 99% voor 1 mei 2013 100% voor 1 juni 2013 Verzenden overige aanslagen overeenkomstig wettelijke termijnen Afdoen verzoeken om kwijtschelding 99% binnen 3 maanden na indiening 100% binnen 6 maanden na indiening Afdoen bezwaarschriften 25% binnen 3 maanden na indiening 100% binnen de wettelijke termijn Het aantal bezwaarschriften is afhankelijk van de conjunctuur en gevoelig voor beleids- en tariefwijzigingen van de gemeenten. Ook wijzigingen door verandering in de wet- en regelgeving en nieuwe jurisprudentie kunnen effecten hebben op het aantal. Voor 2013 gaan we vooralsnog uit van maximaal 6.000 bezwaarschriften. Vragen van inwoners over lokale heffingen komen altijd eerst terecht bij de gemeentelijke frontoffice. Alleen wanneer de vraag daar niet kan worden afgedaan, wordt de backoffice van Gemeentebelastingen Drechtsteden aangesproken. Het gaat hier jaarlijks om circa 10.000 meldingen. Door middel van het organiseren van inloopavonden op gemeentelijke locaties voor belastingplichtigen wordt getracht dit aantal te beperken. Ook de hoeveelheid bezwaarschriften kan hierdoor beperkt worden. Voor de deelnemende gemeenten wordt ook in 2013 deze mogelijkheid geboden. Zowel de behandeling van bezwaarschriften als de meldingen worden via postverwerkingsysteem Mozaïek gemonitord.
27
Gemeentebelastingen Drechtsteden levert ook de bouwstenen aan gemeenten om hun belastingbeleid te kunnen vormgeven. In ieder geval worden jaarlijks alle verordeningen ter zake gescreend en aangepast, inclusief de tariefswijzigingen. Gemeentebelastingen Drechtsteden levert de conceptverordeningen hiervoor tijdig aan. Daarnaast wordt ondersteuning geboden bij het vaststellen van verordeningen die niet behoren tot de heffings- en inningstaak van Gemeentebelastingen Drechtsteden. Vanzelfsprekend wordt ook advies gegeven over beleidswijzigingen. Ook de reguliere managementinformatie aan gemeenten over de belastingopbrengsten is een vaste taak. Een omvangrijk subproces van de belastingheffing is de wettelijk verplichte, jaarlijkse waardebepaling van het vastgoed in de regio. Gemeentebelastingen Drechtsteden zal conform de voorschriften tijdig correcte en volledige levering van WOZ-data verzorgen naar de Rijksbelastingdienst, het CBS, het Waterschap Hollandse Delta en het Waterschap Rivierenland. De voortgang wordt per vastgoeddomein voortdurend bijgehouden. Gemeentebelastingen Drechtsteden meldt maandelijks de opbrengsten uit de aanslagen, de mate van afdoening van bezwaarschriften, het kwijtscheldingsvolume en de leegstandscijfers aan de betrokken gemeentelijke bestuurders. Wat gaat het kosten? Alle bedragen zijn x € 1.000. Nadelen worden met een - opgenomen, voordelen met een +. Primaire begroting
Geactualiseerde begroting
Begrotingswijziging
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
4.694
4.694
0
4.694
4.694
0
0
0
0
Taakstelling Door middel van vijf doelgerichte activiteiten heeft Gemeentebelastingen Drechtsteden de taakstelling vanuit de Brede Doorlichting weten te realiseren. Met bovenstaande maatregelen is vanaf 2012 € 516.000 aan taakstelling gerealiseerd. Deze taakstelling is conform de opgave. Deze taakstelling wordt ook in 2013 gerealiseerd. Bijdragen per deelnemer De bijdragen wijzigen niet ten opzichte van de primaire begroting 2013. Gezien de hogere totale belastingopbrengsten dalen de netto perceptiekosten voor de gemeenten in 2013 voor het eerst onder de 5 % ten opzichte van de opbrengsten.
28
2.8
Onderzoekcentrum Drechtsteden
Wat willen we bereiken? Het Onderzoekcentrum Drechtsteden (OCD) is de vanzelfsprekende ‘partner voor beleid’ voor de Drechtsteden gemeenten en de andere organisatieonderdelen van de GR Drechtsteden. Het OCD ondersteunt deze gemeenten en organisatieonderdelen bij hun beleid met onderzoek, informatie en advies. Het OCD levert relevante informatie voor het algemene beleid en voert beleidsonderzoek op maat uit voor specifieke vragen. Daarnaast heeft het OCD een signalerings- en adviesfunctie. De kwaliteit van de dienstverlening van het OCD is hoog en haar medewerkers beschikken over veel kennis en expertise. Het OCD is klantgericht in haar dienstverlening, toegankelijk en flexibel, en we zijn een betrouwbare onderzoekspartner. Het OCD houdt haar kennis en methoden ‘up to date’ en bevindt zich bij nieuwe ontwikkelingen vaak in de voorhoede. De bedrijfsvoering van het OCD is efficiënt en kosteneffectief. Onze producten zijn toegesneden op de informatiebehoefte van gemeenten en worden gebruikt bij het maken, bijstellen of evalueren van beleid. Via onderzoeksprogrammering hebben we een goed overzicht van de wensen en behoeften van onze interne opdrachtgevers en kunnen we onze opdrachtenportefeuille monitoren. Wij ondersteunen beleidsmakers bij het maken van een ‘vertaalslag naar beleid’ en denken mee met de beleidsmaker en bestuurder op strategisch niveau. Naast haar activiteiten voor interne opdrachtgevers is het OCD ook actief op de externe markt. Structureel verdient zij 10% van haar omzet in via externe, dan wel ‘extra’ interne opdrachten. Wat gaan wij daarvoor doen? Het OCD biedt de Drechtsteden gemeenten een pakket aan producten die samen een basis bieden voor structurele ondersteuning van het algemene beleid van gemeenten. Het betreft basisinformatie, kennisoverdracht, omnibusonderzoek/panels en monitoren. Deze producten leveren kerncijfers op betreffende de huidige stand van zaken binnen een gemeente/organisatieonderdeel en brengen trends en ontwikkelingen in kaart. Deze producten worden verder ontwikkeld in samenspraak met de gemeenten. In onderstaande tabel staan de producten uit het basispakket voor 2013 weergegeven met een doorkijkje naar de jaren 2014 t/m 2016. Basispakket OCD wat? basisinformatie bedrijvenregister kerncijfers gemeenten bevolkingsprognose kennisoverdracht informatie en advies werkgroepen factsheets, notities, artikelen lunch/borrelbijeenkomsten conferentie
frequentie?
2013
2014
2015
2016
jaarlijks jaarlijks 4-jaarlijks
x x
x x x
x x
x x
continu continu continu continu 2-jaarlijks
x x x x
x x x x x
x x x x
x x x x x
x x
x x
x x
x x
x x x
x x x x x
x x x
omnibusonderzoek/panels omnibusonderzoek bewonerspanel/internetpanel monitoren staat Drechtsteden wonen economie onderwijs vrije tijd leefbaarheid/ veiligheid
2-jaarlijks jaarlijks jaarlijks jaarlijks 2-jaarlijks 4-jaarlijks
x x x x x x
29
sociaal beeld binnenstad milieu communicatie en bestuur
jaarlijks 4-jaarlijks jaarlijks 2-jaarlijks 2-jaarlijks
x x x
x
x
x
x x
x
x x
x
x
Via regionale monitoren die we in 2013 uitvoeren actualiseren we belangrijke informatie op verschillende beleidsterreinen (o.a. wonen, economie, onderwijs en milieu). Daarnaast kan men een beroep doen op de kennis en expertise van de medewerkers. In factsheets en notities maken we een vertaalslag van relevante resultaten voor beleid. Naast dit basispakket aan producten en diensten kunnen gemeenten en de andere organisatieonderdelen van de GR Drechtsteden additionele onderzoeksopdrachten laten uitvoeren. Wij streven ernaar om elk jaar ook enkele opdrachten te doen die op strategisch niveau relevante input opleveren. Behalve opdrachten voor interne klanten, voert het OCD ook opdrachten uit voor externe klanten. In het kader van de brede doorlichting heeft het OCD haar basisproducten doorgelicht en haar opzet en financieringsstructuur tegen het licht gehouden. Dit heeft geresulteerd in een afgeslankt pakket basisproducten en een andere opzet en financieringsstructuur. Er wordt onderscheid gemaakt tussen het basispakket, waarvoor een vaste bijdrage wordt betaald en een pluspakket van opdrachten waar opdrachtgevers voor betalen naar afname. Daarnaast verdient het OCD vanaf 2012 10% van haar omzet extern of ‘extra’ intern in. Hoe gaan we dit meten? In een klankbordgroep van vertegenwoordigers van gemeenten en organisatieonderdelen bespreken we de producten van ons basispakket en de stand van zaken m.b.t. de interne en externe onderzoeksopdrachten. Daarnaast zorgen we – als onderdeel van ons kwaliteitssysteem - voor feedback per onderzoeksopdracht. Dat geldt als een doorlopend klanttevredenheidsonderzoek. Wat de bedrijfsvoering aangaat hebben we de beschikking over managementinformatie op projectniveau en medewerkerniveau. Kritische succesfactor
Prestatie-indicator
Realisering 2011
Normering 2012
Normering 2013
klanttevredenheid
gemiddeld rapportcijfer opdrachtgevers voor opdrachten
7,5
7,5
7,5
productiviteit
declarabel percentage
65%
68%
68%
acquisitievaardigheid
gerealiseerde acquisitieopdrachten (extern of intern in concurrentie)
geen gegevens
70%
70%
Wat gaat het kosten (bedragen x € 1.000)? Primaire begroting lasten 1.549
baten 1.549
Geactualiseerde begroting
Begrotingswijziging
saldo
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
0
1.549
1.549
0
0
0
0
30
2.9 Algemene dekkingsmiddelen In 2013 bestaan de algemene dekkingsmiddelen uit het algemene renteresultaat van € 0,1 miljoen. Er is geen wijziging ten opzichte van de primaire begroting. (Bedragen x € 1.000) Primaire begroting
Geactualiseerde begroting
Begrotingswijziging
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
0
100
100
0
100
100
0
0
0
De Algemene rente wordt gevormd door: De calculatorische rente, van 4%, op de geactiveerde investeringen. Rentelasten van opgenomen gelden; uitgegaan wordt van een gemiddelde liquiditeitsbehoefte van € 35 miljoen en een gemiddelde rente van 3%. Van het renteresultaat wordt € 150.000 gebruikt voor verlaging van het kostenniveau van het SCD. Bedragen (x € 1.000) Rentebestanddeel kapitaallasten Rentelasten liquide middelen Renteresultaat naar SCD Saldo baten
Begroting 2013 1.300 -1.050 -150 100
31
3. Bedrijfsvoering
3.1 Personeelsoverzichten Personeelsformatie (in fte) Actualisering begroting 2012
Primaire begroting 2013
Actualisering begroting 2013
Bureau Drechtsteden (incl 33,5 30,9 30,9 concernstaf en ROM-D) Sociale Dienst Drechtsteden 265,0 260,0 260,0 Ingenieursbureau Drechtsteden 77,0 72,5 72,5 Servicecentrum Drechtsteden 367,4 359,6 348,0* Gemeentebelastingen Drechtsteden 46,0 46,0 45,8 Onderzoekcentrum Drechtsteden 14,6 14,6 14,6 Totaal 803,5 783,6 771,8 * Raming op basis van de doorlichting van werkprocessen en de verwachte uitstroom van personeel. Deze raming is exclusief de effecten van de ontvlechting van de GR’en PG&J, VR en OD. Ziekteverzuim (in %) 2011 Bureau Drechtsteden (incl concernstaf en ROM-D) Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden Gemeentebelastingen Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden Totaal
Raming 2012
Raming 2013
6,2
4,0
4,0
6,9 4,0 5,2 6,1 3,0 6,2
5,0 4,6 5,4 5,0 4,0 5,1
5,0 4,6 5,4 5,0 4,0 5,1
Inhuur (bedragen x € 1.000) 2011 Bureau Drechtsteden (incl concernstaf en ROM-D) Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden Gemeentebelastingen Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden ICT GRID-migratie Totaal
Raming 2012
Raming 2013
379
300
200
3.317 2.021 5.100 203 17 3.286 14.323
740 510 4.500 75 58 6.183
740 226 4.000 75 28 5.269
32
3.2 Risico's Zie hiervoor de risico-paragraaf in de 2e burap 2012. Aanvullend: Dochter
Omschrijving
Kans
Impact
Toelichting en sturing
BDS
Verlaging middelen RAS Jeugd met € 320.000
Gemiddeld tot groot
Gemiddeld
Provincie Zuid-Holland heeft in maart 2012 Bureau Drechtsteden geïnformeerd over de nieuwe bestuursovereenkomst RAS nieuwe stijl met het bijbehorende budget van € 680.000. Stadsregio Haaglanden heeft bezwaar aangetekend tegen deze nieuwe bestuursovereenkomst. Dit heeft tot gevolg dat de Provincie Zuid-Holland in afwachting van dit bezwaar en mogelijk beroep het budget 2013 voor de Drechtsteden heeft verlaagd naar € 360.000.
BDS
Eigen bijdrage gemeenten t.b.v. RAS Jeugd
Gemiddeld tot groot
Klein
Provincie Zuid-Holland heeft aangegeven dat zij 80% budget RAS Jeugd beschikbaar stellen voor opvoedhulp en nazorg. Zij verwacht dat de overige 20% met gemeentelijke middelen wordt gefinancierd. De komende tijd wordt uitgewerkt hoe dit georganiseerd dient te worden.
BDS
Van de vordering van € 7,2 miljoen op Landsbanki is inmiddels de helft terugontvangen. Er is een risico dat niet het hele bedrag terugkomt. Ook is er een valuta-risico.
Klein
Groot
Ontwikkelingen worden nauw gevolgd via de groep van de betrokken overheden, onder initiatief van de provincie Noord-Holland.
SDD
Bij de inkomensondersteuning is het overschot begroot op € 12,5 miljoen. Er een risico dat het overschot lager uitvalt.
Gemiddeld
Groot
IBD
Omzet valt lager uit door slechte economische omstandigheden
Gemiddeld
Gemiddeld
Er wordt actief geworven naar extra opdrachten, bij de Drechtsteden en bij externe partijen.
GBD
Inkomsten uit aanmaningen en dwangbevelen
Klein
Klein
Niet alle opgelegde kosten zullen worden ontvangen. Hiervoor is een voorziening gevormd. Er wordt vanuit gegaan dat die voorziening afdoende is, maar er zijn nog geen ervaringscijfers.
OCD
Onvoldoende interne en externe opdrachten
Gemiddeld
Klein
33
- het definitieve rijksbudget kan lager uitvallen - de bestandsreductie wordt mogelijk niet gerealiseerd - de variant van loondispensatie zou niet kunnen worden gerealiseerd Waar nodig en mogelijk worden aanvullende maatregelen genomen.
Het risico van onvoldoende interne opdrachten wordt beperkt door het gezamenlijk opstellen van een onderzoeksprogramma. Voor externe opdrachten vindt acquisitie plaats. Waar nodig vindt kostenbesparing plaats om binnen het budget te blijven.
34
Resultaat na bestemming
250.900
446
250.454
Resultaat voor bestemming
Resultaatbestemming
0
1.549
Onderzoekcentrum Drechtsteden
Algemene dekkingsmiddelen
4.694
41.132
Servicecentrum Drechtsteden
Gemeentebelastingen Drechtsteden
7.522
Ingenieursbureau Drechtsteden
189.149
2.131
Bestuur en staf
Sociale Dienst Drechtsteden
4.277
Lasten
250.900
0
250.900
100
1.549
4.694
41.132
7.868
189.149
2.131
4.277
Baten
0
-446
446
100
0
0
0
346
0
0
0
Saldo
Primaire begroting
Bureau Drechtsteden
Programma
8.593
0
8.593
0
0
0
1.227
0
7.071
250
45
Lasten
8.593
0
8.593
0
0
0
1.227
0
7.071
250
45
Baten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Saldo
Begrotingswijziging
259.493
446
259.047
0
1.549
4.694
42.359
7.522
196.220
2.381
4.322
Lasten
259.493
0
259.493
100
1.549
4.694
42.359
7.868
196.220
2.381
4.322
Baten
0
-446
446
100
0
0
0
346
0
0
0
Saldo
Geactualiseerde begroting
4. Financiële begroting
4.1 Recapitulatie programmabegroting (bedragen x € 1.000)
4.2 Begrotingswijzigingen Begrotingsprogramma Bureau Drechtsteden Bestuur en staf
Sociale Dienst Drechtsteden
Servicecentrum Drechtsteden
Totaal
Bedrag (x €1.000) Lasten Baten 25 25 20 20 20 20 -20 -20 250 250 2.868 2.868 -350 -350 4.103 4.103 -1.010 -1.010 1.460 1.460 482 482 270 270 120 120 230 230 125 125 8.593 8.593
Toelichting Bijdrage WMO-regiegroep Verschuiving van Bestuur en staf Hoger budget Drechtstedendinsdag Verschuiving naar bureau Drechtsteden Innovatiebudget Hogere baten en lasten Participatiebudget Lagere baten en lasten Kinderopvang Hogere baten en lasten Inkomensondersteuning Lagere baten en lasten WMO Hogere baten en lasten Apparaatskosten Hogere loonkosten CAO Kosten Inkoop Nieuwe Stijl Kosten Cognos Hogere kapitaallasten licenties en restpunten GRID Extra beheerkosten oude ICT-systemen (legacy)
4.3 Overzicht reserves 2013 Toevoeging Onttrekking
Stand per 01-01 Algemene reserve
Stand per 31-12
84
0
0
84
117
0
0
117
1.271
0
0
1.271
BDS BWS
568
0
510
58
SDD Exploitatiereserve
250
0
0
250
2.480
12.500
0
14.980
299
0
0
299
SDD Inburgering
0
0
0
0
SDD Innovatiereserve
0
0
0
0
SDD WMO HH
0
0
0
0
IBD Exploitatiereserve
0
0
0
0
SCD Exploitatiereserve
3
0
0
3
SCD Frictiekosten MPO
1.829
0
0
1.829
GBD Exploitatiereserve
164
0
0
164
OCD Exploitatiereserve
100
0
0
100
7.165
12.500
510
19.155
Bestemmingsreserve BDS Exploitatiereserve BDS Noordoevers
SDD Inkomensondersteuning SDD Minimabeleid
Totaal
35
Alblasserdam
Dordrecht
H.I. Ambacht
Papendrecht
Sliedrecht
Zwijndrecht
Totaal
Bijlage: Bijdragen per gemeente (bedragen x € 1.000)
99 6 39 5 4 28 5 4 2 6 -
606 36 364 31 23 172 28 23 11 34 60
143 8 54 7 5 38 6 5 3 8 14
163 9 71 8 6 46 8 6 3 9 16
123 7 55 6 5 35 5 2 7 12
227 13 107 11 9 64 10 9 4 13 22
1.361 79 690 68 51 383 57 51 25 77 124
163
1.000
236
269
204
374
2.246
Sociale Dienst Drechtsteden Participatie WSW Kinderopvang Inkomensondersteuning Minimabeleid WMO - Huishoudelijke hulp WMO - Hulpmiddelen en vervoer Schuldbemiddeling en Budgetadvies Apparaatskosten Uitvoeringskosten WMO
410 1.642 3 3.219 224 1.621 720 2 1.075 84
10.020 21.536 126 47.806 3.585 10.850 3.976 50 17.215 522
335 1.087 3 2.537 149 1.598 820 2 715 77
865 2.599 5 5.132 346 1.939 1.001 4 1.662 118
553 1.887 2.693 4.359 7 26 4.330 10.347 281 725 1.837 3.794 977 1.627 4 8 1.351 3.483 113 211
14.070 33.916 170 73.371 5.310 21.639 9.121 70 25.501 1.125
Servicecentrum Drechtsteden Basispakket Pluspakket Additioneel pakket ICT
1.301 493
9.015 1.321 1.433 2.801
1.275 494
2.412 722
1.532 411
2.801 179 796
18.336 1.500 1.433 5.717
-
2.399
462
433
431
669
4.394
58
355
84
95
72
133
797
Programma Bureau Drechtsteden Algemene inwonerbijdrage Regionaal Platform Verkeersveiligheid Waterbus Voorrangscommissie Klachtencommissie Bijdrage wonen Natuur en Milieu Educatie Wet Educatie en Beroepsonderwijs WMO regie Walstroom Energieprogramma Bestuur en staf Algemene inwonerbijdrage
Gemeentebelastingen Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden Basispakket
Totaal
11.213 135.398 10.165 17.947 15.053 31.908 221.684
36
163
145
37
58
Totaal
Onderzoekcentrum Drechtsteden
D ordrecht (P) 355
2.399
8.579 1.299 1.409 2.436
10.575 21.536 386 43.434 3.386 10.479 5.341 25 17.123 362
889
597 36 364 31 23 172 28 23 0 34 60
355
2.399
9.015 1.321 1.433 2.801
10.020 21.536 126 47.806 3.585 10.850 3.976 50 17.215 522
1.000
606 36 364 31 23 172 28 23 11 34 60
D ordrecht (A )
11.213 131.381 135.398
58
0
10.810
0
1.238 0 0 386
Servicecentrum Drechtsteden Basispakket Pluspakket Additioneel pakket ICT
Gemeentebelastingen Drechtsteden
1.301 0 0 493
498 1642 6 2.928 214 1.609 750 1 1.083 58
410 1.642 3 3.219 224 1.621 720 2 1.075 84
99 6 39 5 4 28 5 4 2 6 0
A lblasserdam (P)
97 6 39 5 4 28 5 4 0 6 0
A lblasserdam (A )
Sociale Dienst Drechtsteden Participatie WsW Kinderopvang Inkomensondersteuning Minimabeleid WMO - Huishoudelijke hulp WMO - Hulpmiddelen en vervoer Schuldbemiddeling en Budgetadvies Apparaatskosten WMO - uitvoeringskosten
Bestuur en staf
Bureau Drechtsteden Algemene inwonerbijdrage Regionaal Platform Verkeersveiligheid Waterbus Voorrangscommissie Klachtencommissie Bijdrage wonen Natuur en Milieu Educatie Wet Educatie en Beroepsonderwijs WMO regie Walstroom Energieprogramma
H .I. A m bacht (P) 9.715
84
462
1.213 0 0 471
435 1.087 7 2.303 128 1.525 801 1 650 52
210
141 8 54 7 5 38 6 5 0 8 14
H .I. A m bacht (A ) 10.165
84
462
1.275 0 0 494
335 1.087 3 2.537 149 1.598 820 2 715 77
236
143 8 54 7 5 38 6 5 3 8 14
Papendrecht (P) 17.323
95
433
2.295 0 0 691
980 2.599 14 4.662 312 1.956 1.050 2 1.577 79
239
160 9 71 8 6 46 8 6 0 9 16
Papendrecht (A ) 17.947
95
433
2.412 0 0 722
865 2.599 5 5.132 346 1.939 1.001 4 1.662 118
269
163 9 71 8 6 46 8 6 3 9 16
S liedrecht (P) 14.511
72
431
1.457 0 0 382
670 2.693 21 3.935 255 1.858 932 2 1.287 81
181
122 7 55 6 5 35 0 5 0 7 12
S liedrecht (A ) 15.053
72
431
1.532 0 0 411
553 2.693 7 4.330 281 1.837 977 4 1.351 113
204
123 7 55 6 5 35 0 5 2 7 12
Z w ijndrecht (P) 31.264
133
669
2.667 176 0 1050
2.104 4.359 82 9.395 656 3.707 1.986 4 3.319 143
333
223 13 107 11 9 64 10 9 0 13 22
Z w ijndrecht (A )
Totaal bijdragen (P) 797
4.394
17.449 1.475 1.409 5.416
15.262 33.916 516 66.657 4.951 21.134 10.860 35 25.038 775
1.996
77 124
1.340 79 690 68 51 383 57 51
797
4.394
18.336 1.500 1.433 5.717
14.070 33.916 170 73.371 5.310 21.639 9.121 70 25.501 1.125
2.246
1.361 79 690 68 51 383 57 51 25 77 124
Totaal bijdragen (A )
31.908 215.000 221.684
133
669
2.801 179 0 796
1.887 4.359 26 10.347 725 3.794 1.627 8 3.483 211
374
227 13 107 11 9 64 10 9 4 13 22
Bijlage: vergelijking bijdragen per gemeente tussen de primaire begroting 2013 (P) en de geactualiseerde begroting 2013 (A) (bedragen x € 1.000)
De voorzitter nodigt de leden van de Drechtraad uit voor de openbare vergadering van de Drechtraad die op dinsdag 4 december 2012 in het Stadhuis, Staduisplein 1 te Dordrecht gehouden wordt van 21.35-23.00 uur. de voorzitter van de Drechtraad, drs. A.A.M. Brok
Concept-agenda Nr.
Cluster
Onderwerp
Stukken (bijlagenr.)
Opening
1.
Uitreiking boekje met de beste gedichten, korte verhalen en foto’s van de wedstrijd Drechtsteden Toekomst aan de voorzitter van de Drechtraad 2.
Vaststelling agenda en mededelingen
3.
Werkbezoek naar Brussel (informatief) Op 16 november jl. heeft het werkbezoek van raadsleden uit de Drechtsteden aan Brussel plaatsgevonden. Een korte terugkoppeling van de bevindingen vindt plaats.
4.
Ingekomen stukken Voorstel: Voor kennisgeving aannemen.
Voorstel (1) Lijst ingekomen stukken (1a)*
5.
Vaststelling concept verslag Drechtraad van 6 november 2012 Voorstel: Vaststellen van het concept verslag van de Drechtraad op 6 november 2012.
Voorstel (2) Concept verslag (2a)**
BESPREEKPUNTEN 2e Burap GrD 2012 Voorstel: 1. Kennis nemen van het advies van de Cliënteraad Wwb Drechtsteden en de beantwoording van het Drechtstedenbestuur. e 2. Vaststellen van de 2 burap 2012. 3. Vaststellen met de voorgestelde begrotingswijzigingen. 4. Vaststellen met de voorgestelde kredieten. 5. Vaststellen met de voorgestelde gemeentelijke bijdragen.
6.
Middelen
7.
Sociaal
Intrekken Verordening tegemoetkoming kosten kinderopvang Drechtsteden Voorstel: Vaststellen van het Intrekkingsbesluit Verordening tegemoetkoming kosten kinderopvang Drechtsteden.
Voorstel (3) Intrekkingsbesluit (3a)
8.
Sociaal
Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Voorstel: 1. Vaststellen van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden 2013. 2. Intrekken van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden van 21 maart 2007, zoals gewijzigd bij verordening van 17 juni 2009.
Voorstel (4) Verordening (4a) Verdere onderliggende stukken (4b)**
Zie carrousel Middelen, bijlage M1
concept-agenda Drechtraad d.d. 4 december 2012
Nr.
Cluster
Onderwerp
Pagina 2
Stukken (bijlagenr.)
De portefeuillehouder, de heer A. Kamsteeg zal een mondelinge toelichting geven over de evaluatie. 9.
Sociaal
Basistarieven huishoudelijke ondersteuning Wmo Voorstel: Vaststellen van de basistarieven voor huishoudelijke ondersteuning in de Wmo op basis van resultaatfinanciering per 1 januari 2013: huishoudelijke ondersteuning (HO) € 179,72 per vier weken en huishoudelijke ondersteuning plus (HO+) € 311,16 per vier weken.
Voorstel (5) Onderliggende stukken (5a)**
De portefeuillehouder, de heer A. Kamsteeg zal een mondelinge toelichting geven. 10.
Sociaal
11.
Fysiek
12.
HAMERSTUKKEN (Gedeeltelijk) intrekkingsbesluit Verordening Inburgering Drechtsteden Voorstel: Vaststellen van het Intrekkingsbesluit Verordening Inburgering. Regionaal mobiliteitsplan Drechtsteden Voorstel: Het regionaal Mobiliteitsplan “Op één kompas varen”, aankoersen op een bereikbare en leefbare regio 2012 – 2020 vaststellen.
Voorstel (6) Intrekkingsbesluit (6a)
Voorstel (7) Onderliggende stukken (7a)**
Rondvraag en sluiting
* Zie de meest recente lijst van ingekomen stukken op www.drechtraad.nl ** U kunt betreffend onderliggende stuk vinden op www.drechtraad.nl Aanmelden als spreker De leden van de Drechtraad die bij een onderwerp in eerste termijn het woord willen voeren dienen zich tot een kwartier voor aanvang van de vergadering aan te melden bij de coördinerend griffier met vermelding namens wie zij spreken. Aan de hand van de aanmeldingen van sprekers kan bij de vaststelling van de agenda geschoven worden met de benodigde tijd per agendapunt. De leden van de Drechtraad die zich niet hebben aangemeld voor de eerste termijn kunnen alleen in tweede termijn reageren op de woordvoerders in de eerste termijn en geen nieuwe punten inbrengen. Technische vragen vooraf Over alle onderwerpen van het programma van de Drechtstedendinsdagavond kunnen tot een week voor de Drechtstedendinsdag technische vragen worden gesteld via het e-mailadres
[email protected]. Deze worden uiterlijk een dag voor de Drechtstedendinsdag via Bureau Drechtsteden beantwoord. Aanlevering moties en amendementen In verband met een goed verloop van de vergadering wordt u gevraagd digitale teksten van moties (en/of amendementen) op de Drechtstedendinsdag voor 18.00 uur aan de coördinerend griffier via het e-mailadres
[email protected] beschikbaar te stellen, zodat deze klaargemaakt kunnen worden voor projectie en vermenigvuldiging. Vragenkwartier Onder verwijzing naar de afgesproken spelregels kunt u vragen voor agendapunten uiterlijk tot vrijdag om 12.00 uur voor de vergadering van de Drechtraad via het e-mailadres
[email protected] bij de voorzitter van de Drechtraad indienen. Uw vragen kunnen slechts betrekking hebben op actuele politieke thema’s voor de Drechtsteden en op aangelegenheden waarvoor het Drechtstedenbestuur bevoegd is. Spreekrecht carrouselvergadering Na de opening van de carrouselvergadering kunnen burgers elk gedurende maximaal 5 minuten per persoon en met een maximum van 30 minuten voor alle insprekers in totaal, het woord voeren over onderwerpen die op de agenda staan voor die vergadering van de carrousel en, desgewenst, over andere onderwerpen, voor zover de maximale tijd voor de vergadering dat toestaat. Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken meldt dit tenminste één dag voor de datum van de carrouselvergadering aan de coördinerend griffier via
[email protected]. Onderwerpen waartegen door sprekers beroep of bezwaar is aangetekend en benoemingen zijn van het inspreekrecht uitgezonderd.
Bijlage 1
VOORSTEL DRECHTRAAD 4 december 2012 Datum 14 november 2012
Steller A.A. de Klerk-Faro
Telefoonnummer 078-7703959
E-mail
[email protected]
Onderwerp
Ingekomen stukken Voorstel Voor kennisgeving aannemen. Toelichting op het voorstel De ingekomen stukken worden meteen na ontvangst op de website www.drechtraad.nl geplaatst. Op de maandag vóór de Drechtraad wordt de lijst afgesloten om 12.00 uur, waarna de lijst met andere na te zenden stukken op de maandag vóór de Drechtraad via de mail wordt toegezonden. Hiermee wordt bereikt dat stukken die tot kort voor de Drechtraad binnenkomen, nog ter kennis van de Drechtraad worden gebracht. Raadsinformatiebrieven van het Drechtstedenbestuur worden als ingekomen stuk verwerkt. Wel worden deze brieven in uitzondering op de andere ingekomen stukken meteen na ontvangst via de mail naar de leden en plaatsvervangende leden van de Drechtraad gezonden. Ook de griffiers krijgen een mail, zodat zij op de gebruikelijke wijze hun raadsleden kunnen informeren. Onderliggende stukken Lijst met ingekomen stukken (laatste versie is te vinden op www.drechtraad.nl/bestuur/Drechtraad/ingekomen stukken Drechtraad/2012).
Bijlage 2
VOORSTEL DRECHTRAAD 4 december 2012 Datum 14 november 2012
Steller A.A. de Klerk-Faro
Telefoonnummer 078-7703959
E-mail
[email protected]
Onderwerp
Concept-verslag van de Drechtraad van 6 november 2012 Voorstel Vaststellen van het concept-verslag van de Drechtraad van 6 november 2012. Onderliggende stukken Concept-verslag van de Drechtraad op 6 november 2012.
Bijlage 3
VOORSTEL DRECHTRAAD 4 december 2012 Datum 29-08-2012
Steller J. Boersma
Doorkiesnummer 078 770 7127
E-mail
[email protected]
Onderwerp
Intrekken Verordening tegemoetkoming kosten kinderopvang Drechtsteden Voorstel Vaststellen van het Intrekkingsbesluit Verordening tegemoetkoming kosten kinderopvang Drechtsteden. Bevoegdheid Drechtraad (art. 6 of 7 GrD) Samenvatting Het intrekken van de Verordening tegemoetkoming kosten kinderopvang Drechtsteden vormt het antwoord op de voorgenomen wijziging van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen per 1 januari 2013. Buiten het feit dat de verordening inhoudelijk niet in meer in overeenstemming is met de gewijzigde wet, zijn alle artikelen in de wet, die de raad opdragen inzake kinderopvang per verordening regels te stellen, vervallen. De resterende gemeentelijke bevoegdheden zijn in de gewijzigde wet belegd bij het college van burgemeester en wethouders. Toelichting op het voorstel Aanleiding Achtergrond: verwachte wijziging Wet Kinderopvang per 1 januari 2013 Op 10 juli 2012 heeft de Eerste Kamer ingestemd met de voorgestelde wijzigingen van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (verder: Wet Kinderopvang). Hoewel de invoeringsdatum nog per Koninklijk Besluit zal worden bepaald, moet er voorlopig van worden uitgegaan dat de wijzigingen per 1 januari 2013 worden doorgevoerd. De wetswijziging heeft grote gevolgen voor de gemeentelijke uitvoering. Belangrijkste gevolgen voor de gemeentelijke uitvoering 1. De verstrekking van kinderopvangtoeslag verdwijnt volledig bij gemeenten en wordt overgeheveld naar de Belastingdienst. 2. De extra toelage (het zogeheten KOA-kopje), die gemeenten op dit moment op grond van de wet bóven de kinderopvangtoeslag aan doelgroepouders uitkeren, blijft echter een taak van gemeenten. Wel is de doelgroep gewijzigd en hebben gemeenten beleidsvrijheid in de vaststelling van het percentage. Nu is dat nog een wettelijke verplichting. Bij de extra toelage gaat het in feite om een (gedeeltelijke) compensatie van de eigen bijdrage in de kosten van kinderopvang. 3. Het huidige uitvoeringsbudget wordt van gemeenten overgeheveld naar de Belastingdienst, met uitzondering van de middelen voor de extra toelage. Landelijk is hiervoor in 2013 binnen het gemeentebudget nog ongeveer €4,8 miljoen beschikbaar. De huidige middelen voor de uitvoering van de niet-wettelijke “SMI-regeling” binnen het Gemeentebudget blijven ongewijzigd (landelijk ca. 1 €28 miljoen). 4. Gemeenten worden wettelijk verplicht de uitvoering door de Belastingdienst te faciliteren. Zij dienen hun administratieve proces hier volgens een landelijk format op aan te passen. Daar staan geen extra financiën tegenover. 5. De verordeningsplicht vervalt. De verantwoordelijkheden worden verlegd van de gemeenteraad naar het college van B&W. Maar buiten dat: de impact van de wetswijziging op de vigerende 1
De SMI-regeling heeft betrekking op een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie. Ook deze valt onder de gemeentelijke beleidsvrijheid inzake kinderopvang. Deze regeling is (nog) niet bij wet verplicht gesteld. Wel is in de Wet kinderopvang een nog niet in werking getreden artikel opgenomen dat de verstrekking van een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op basis van sociaal-medische indicatie door gemeenten regelt.
pagina 2
Verordening tegemoetkoming kosten kinderopvang Drechtsteden is van dien aard, dat de volledige inhoud moet worden herzien. Het enige relevante resterende onderdeel binnen de verordening betreft nog het beleid ten aanzien van een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie (SMI), maar ook in de onderbouwing daarvan grijpt de wetswijziging diep in. Intrekking van de Verordening tegemoetkoming kosten kinderopvang Drechtsteden Op grond van bovenstaande heeft het Drechtstedenbestuur op 10 oktober jl. besloten tot het instellen van twee regelingen: de Regeling compensatie eigen bijdrage kinderopvang Drechtsteden (als antwoord op de geheel nieuwe mogelijkheden binnen de wet) en de Regeling kinderopvangkosten sociaal-medische indicatie Drechtsteden (om het staande SMI-beleid, zoals dat nu nog deel uitmaakt van de verordening, aangepast aan de gewijzigde omstandigheden opnieuw vast te leggen). In dit kader past tevens het voorstel aan de Drechtraad om de Verordening tegemoetkoming kosten kinderopvang Drechtsteden in te trekken. Staande SMI-beleid in de verordening nagenoeg ongewijzigd overgeheveld naar de regeling In de Regeling kinderopvangkosten sociaal-medische indicatie Drechtsteden is het staande SMI-beleid in de verordening inhoudelijk zo goed als ongewijzigd overgenomen, maar – door het wegvallen van de voorheen geldende bepalingen in de wet Kinderopvang – wel opnieuw onderbouwd. Bovendien is de bepaling dat het Drechtstedenbestuur een bestuurlijke boete kan opleggen verwijderd, aangezien daar na de wetswijziging geen wettelijke grond meer voor bestaat. De enige inhoudelijke toevoeging in de regeling ten opzichte van de verordening betreft artikel 3.10 waarin wordt bepaald dat het Drechtstedenbestuur – indien dat omwille van kostenbeheersing noodzakelijk wordt geacht – een subsidieplafond kan instellen. Beoogd resultaat Voldoen aan de verwachte wetswijziging Wet Kinderopvang per 1 januari 2013. 1. 2. 3. 4. 5.
Argumenten De Verordening tegemoetkoming kosten kinderopvang Drechtsteden is inhoudelijk niet langer in overeenstemming met de gewijzigde Wet Kinderopvang. Met de wijziging van de Wet Kinderopvang zijn alle artikelen vervallen, die de raad opdragen om bij verordening regels te stellen omtrent de tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang van de gemeente. Met de wijziging van de Wet Kinderopvang zijn de resterende bevoegdheden van de gemeente inzake de uitvoering van de wet belegd bij het college (c.q. het Drechtstedenbestuur) Het Drechtstedenbestuur heeft aan deze bevoegdheden invulling gegeven middels het instellen van de Regeling compensatie eigen bijdrage kinderopvang Drechtsteden en de Regeling kinderopvangkosten sociaal-medische indicatie Drechtsteden. Voornoemde regelingen treden in plaats van de verordening, waarbij het enige nog relevante deel van verordening (het SMI-beleid) nagenoeg ongewijzigd, maar aangepast aan de gewijzigde omstandigheden, is omgezet naar de Regeling kinderopvangkosten sociaal-medische indicatie Drechtsteden.
Kanttekeningen Geen. Consequenties Financiële consequenties Financiering van de tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang geschiedt in de Drechtsteden op basis van voor- en nacalculatie. Volgens een eerste schatting is straks ongeveer €150.000 nodig voor de verstrekking van SMI en de compensatie van de eigen bijdrage. Deze schatting is gebaseerd op de huidige aantallen, stijging van de aantallen zal onherroepelijk leiden tot hogere uitgaven. In totaal ontvangen de Drechtsteden in 2013 gezamenlijk ongeveer €500.000 voor de uitvoering van de Wet Kinderopvang. Personele en organisatorische consequenties Hoewel de toekenning van de kinderopvangtoeslag is overgeheveld naar de Belastingdienst, leidt dit niet tot een mindere administratieve belasting in de uitvoering door de SDD. In de eerste plaats omdat de compensatie van de eigen bijdrage volgens dezelfde methodiek geschiedt als nu, en in de tweede plaats omdat de uitvoering door de Belastingdienst extra administratieve eisen stelt aan het gemeentelijke proces.
pagina 3
Op dit moment kan hiervan nog geen inschatting worden gemaakt omdat de landelijke gegevens die dit proces sturen nog niet beschikbaar zijn. De kans is echter aanwezig dat de huidige capaciteit bij de SDD tekort schiet. Juridische consequenties De rechten van de burgers ten aanzien van de verstrekking van een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie zijn niet gewijzigd. Op grond van de wetswijziging zijn de andere in de verordening genoemde rechten op tegemoetkomingen vervallen. Consequenties voor andere beleidsvelden en organisaties De SDD voert slechts een onderdeel van de wet Kinderopvang uit. In de wetswijziging zijn ook wijzigingen opgenomen die de handhaving van de kwaliteit van de kinderopvanginstellingen betreffen. Deze valt onder de verantwoordelijkheid van de individuele gemeenten. Advies en draagvlak Het intrekkingsbesluit is op 11 september 2012 besproken met de regionale Cliëntenraad Wwb Drechtsteden. Op 12 september heeft de cliëntenraad schriftelijk aangegeven wat betreft dit voorstel geen advies te hebben. Wel merken ze op geen beeld te hebben om hoeveel mensen/kinderen het mogelijk gaat. Het aantal situaties waarin van de SMI-regeling gebruik wordt gemaakt varieert van jaar tot jaar. Gemiddeld maakten de afgelopen jaren jaarlijkse 30-35 kinderen gebruik van kinderopvang op sociaalmedische indicatie; dit zal aan de cliëntenraad teruggekoppeld worden. Verdere procedure, communicatie en uitvoering Procedure opiniëring en besluitvorming PFO Sociaal 2 oktober 2012 DSB 10 oktober 2012 Carrousel 6 november 2012 Drechtraad 4 december 2012 Het intrekkingsbesluit en de door het Drechtstedenbestuur vastgestelde regelingen treden gelijktijdig met de wetswijziging in werking. Communicatie Het intrekkingsbesluit en de regelingen worden gepubliceerd op de in de Drechtsteden gebruikelijke wijze. Het inhoudelijk informeren van betrokkenen wordt op basis van een implementatieplan aangestuurd vanuit de SDD. Voorbehoud De Wet kinderopvang is wel aangenomen, maar de datum van inwerkingtreding is nog niet per Koninklijk Besluit kenbaar gemaakt. Dit heeft mogelijk procedurele gevolgen indien deze datum afwijkt van de hier aangenomen datum van 1 januari 2013. Onderliggende stukken Intrekkingsbesluit Verordening tegemoetkoming kosten kinderopvang Drechtsteden.
De Drechtraad; gezien het voorstel van het Drechtstedenbestuur van 10 oktober 2012; gezien de behandeling in de Drechtraadcarrousel van 6 november 2012 en het bijbehorend advies aan de Drechtraad; gezien de wijziging van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen per 1 januari 2013 (datum onder voorbehoud van datum inwerkingtreding wetswijziging); overwegende: • dat de gemeenten die deel uitmaken van het openbaar lichaam gemeenschappelijke regeling Drechtsteden hun bevoegdheden op het gebied van de taken die worden uitgevoerd door de sociale diensten hebben overgedragen aan die gemeenschappelijke regeling; • dat met de wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen alle artikelen die de raad opdragen om bij verordening regels te stellen omtrent een tegemoetkoming van de gemeente voor kinderopvang zijn komen te vervallen; • dat met de wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen de resterende bevoegdheden van de gemeente inzake het verstrekken van tegemoetkomingen voor kinderopvang zijn belegd bij het college; • dat het Drechtstedenbestuur deze bevoegdheden van het college heeft ingevuld door het vaststellen van de Regeling kinderopvangkosten sociaal-medische indicatie Drechtsteden en de Regeling compensatie eigen bijdrage kinderopvang Drechtsteden; • dat voornoemde Regelingen in overeenstemming zijn met hetgeen thans is geregeld in de Verordening tegemoetkoming kosten kinderopvang Drechtsteden;
BESLUIT
1. de Verordening tegemoetkoming kosten kinderopvang Drechtsteden in te trekken met ingang van 1 januari 2013 (datum onder voorbehoud van datum inwerkingtreding wetswijziging); 2. dit besluit bekend te maken op de binnen de Drechtsteden gebruikelijke wijze. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de Drechtraad van 4 december 2012. De coördinerend griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
drs. A.A.M. Brok
Bijlage 4
VOORSTEL DRECHTRAAD 4 december 2012 Datum 13-08-2012
Steller M. Visser
Doorkiesnummer 078 770 7004
E-mail
[email protected]
Onderwerp
Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Voorstel 1. Vaststellen van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden 2013. 2. Intrekken van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden van 21 maart 2007, zoals gewijzigd bij verordening van 17 juni 2009. Bevoegdheid Drechtraad (art. 6 of 7 GrD). Samenvatting In het Plan van aanpak “Kanteling Wmo (2011)” is o.a. afgesproken dat het beleids- en juridisch kader aangepast zou worden. Dit plan is een coproductie van de zes Drechtstedengemeenten en de Sociale Dienst Drechtsteden (SDD) en vastgesteld door de colleges van B&W van de Drechtstedengemeenten en door het Drechtstedenbestuur. De nieuwe verordening is grotendeels gebaseerd op de VNG-modelverordening. Op bepaalde onderdelen is de tekst voor de Drechtsteden aangepast en leesbaarder gemaakt. De opbouw van deze verordening is geheel anders dan die van de voorafgaande verordening gebaseerd op de oude Wvg. In de nieuwe verordening ligt het zwaartepunt op de te behalen resultaten in plaats van op voorzieningen. Toelichting op het voorstel Aanleiding In samenwerking tussen VNG en Chronisch zieken en Gehandicapten Raad en gezamenlijke Ouderenbonden is landelijk “De Kanteling” ontstaan: een proces om de Wmo te doen kantelen naar een wijze van uitvoeren die recht doet aan de bedoeling van de wetgever, met name ten aanzien van het nieuwe begrip “compensatieplicht”. Ook in de Drechtsteden is dit onderwerp opgepakt in het Plan van aanpak “Kanteling Wmo (2011)”. Dit plan is een coproductie van de zes Drechtstedengemeenten en de Sociale Dienst Drechtsteden (SDD) en vastgesteld door de colleges van B&W van de zes gemeenten en door het Drechtstedenbestuur. Daarin is o.a. afgesproken dat het beleids- en juridisch kader aangepast zou worden. Op 8 mei 2012 heeft hierover een Drechtraad carrousel plaatsgevonden waarin ‘De Kanteling’ nog eens is toegelicht. De nieuwe verordening is grotendeels gebaseerd op de VNG modelverordening. De modelverordening is de neerslag van het landelijke project “De Kanteling” en er is rekening gehouden met de jurisprudentie, met name die van de Centrale Raad van Beroep. Op bepaalde onderdelen is de tekst voor de Drechtsteden aangepast en leesbaarder gemaakt, bijvoorbeeld bij de tekst over de aanvraag en het gespreksverslag waar we aansluiten bij de processen van de SDD. Ook sluit de verordening en het doel van De Kanteling aan bij de gedachte van Partner in Zelfstandigheid: de eigen kracht van de burger staat centraal. De opbouw van deze verordening is geheel anders dan die van de voorafgaande verordening gebaseerd op de oude Wvg. In de nieuwe verordening ligt het zwaartepunt op de te behalen resultaten in plaats van op voorzieningen. Hierbij staat in eerste instantie de ‘eigen kracht’ van burgers centraal. In een open gesprek wordt samen met de belanghebbende, een zo volledig mogelijke inventarisatie gemaakt van zijn situatie, zijn mogelijkheden en onmogelijkheden en de problemen die om een
pagina 2
oplossing vragen. Leidend hierbij is het te bereiken resultaat. Op basis hiervan wordt bekeken welke mogelijkheden er zijn om dit resultaat te bereiken met eigen mogelijkheden, (wettelijk) voorliggende voorzieningen, algemene voorzieningen, algemeen gebruikelijke voorzieningen of collectieve voorzieningen. Daarna wordt duidelijk op welke punten individuele voorzieningen nodig zijn en volgt eventueel een aanvraag waarna besloten wordt hoe de belanghebbende gecompenseerd wordt. Het Drechtstedenbestuur beslist of de resultaten als voldoende compensatie gelden. Dit is uitgewerkt in specifieke regels en beleid en wordt vastgelegd in 'beleidsregels'. Door middel van klanttevredenheidsonderzoeken wordt gemeten of compensatie in algemene zin voldoet. Het te bereiken resultaat is verder afhankelijk van persoonskenmerken en de specifieke situatie van de belanghebbende en wordt op individueel niveau geborgd door aansturing in de uitvoering en openstaande mogelijkheden van bezwaar en beroep. Bedragen zijn uit de verordening gelaten en komen in het 'besluit'. Zowel het besluit als de beleidsregels volgen later na vaststelling van de verordening door de Drechtraad, en worden door het DSB vastgesteld. Beoogd resultaat Aanpassing van het beleids- en juridisch kader inzake de Wmo en hiermee voldoen aan het plan van aanpak inzake de Kanteling. Argumenten De verordening is in overeenstemming met het wettelijk kader, zodat voldaan wordt aan de verordeningplicht op dit punt en laat de Wmo participatiewet zijn. De tekst van de verordening is ruim en flexibel genoeg geformuleerd voor toekomstige veranderingen of ontwikkelingen in het aanbod van voorzieningen. Kanttekeningen In de verordening zijn de artikelen over ‘begeleiding (verdere overheveling AWBZ-taken naar de gemeente)’ niet meegenomen. Redenen hiervoor zijn: de wet is controversieel verklaard en zal naar verwachting niet voor 1 januari 2013 al dan niet gewijzigd worden ingevoerd. De verordening zal weer moeten worden aangepast als begeleiding wordt overgeheveld. Overigens is dat ook een reden om niet te veel af te wijken van de modelverordening van de VNG. Consequenties Financiële consequenties Niet van toepassing Personele en organisatorische consequenties De consulenten van de SDD hebben in 2011 reeds scholing gekregen om de kanteling toe te passen in het gesprek zoals dat nu ook in de verordening is opgenomen. Juridische consequenties In de verordening is rekening gehouden met recente jurisprudentie. Daarom wordt een meer dan gemiddeld aantal bezwaar- en beroepszaken niet verwacht. Consequenties voor andere beleidsvelden en organisaties De gemeenten steunen ‘de kanteling’ in hun nieuwe meerjarige Wmo beleidsplannen. Zij willen bijvoorbeeld lokaal algemene en collectieve voorzieningen verder ontwikkelen als mogelijke oplossing voor het probleem van de klant in plaats van individuele voorzieningen. Ondersteuning van mantelzorgers valt buiten deze verordening en is een taak van de gemeenten die daarvoor gemeentelijk beleid voeren. Advies en draagvlak Het plan van aanpak “Kanteling Wmo (2011)” is een co-productie is van de zes Drechtstedengemeenten en de SDD en is vastgesteld door de colleges van B&W van vijf van de zes gemeenten en door het DSB – zie ook de samenvatting en toelichting van deze notitie. Op 8 mei 2012 heeft hierover een Drechtraadcarrousel plaatsgevonden waarin ‘De Kanteling’ nog eens is toegelicht aan de raadsleden. In het plan van aanpak is o.a. afgesproken dat het beleids- en juridisch kader aangepast zou worden, waarvan dit voorliggend voorstel een resultaat is. Bij de ontwikkeling van de verordening zijn betrokken: afdelingshoofden WMO, Beleid, Bezwaar & Beroep en Kwaliteit van de SDD en wethouder Kamsteeg. De nieuwe verordening is grotendeels gebaseerd op de VNG-modelverordening.
pagina 3
De modelverordening is de neerslag van het landelijke project “De Kanteling” en er is rekening gehouden met de jurisprudentie. Op bepaalde onderdelen is de tekst voor de Drechtsteden aangepast en leesbaarder gemaakt, bijvoorbeeld bij de tekst over de aanvraag en het gespreksverslag waar wordt aangesloten bij de processen van de SDD. Het voorstel is 4 september 2012 besproken in het PFO Sociaal. Op advies van dit PFO zijn de (concept-)beleidsregels Wmo en het besluit hieromtrent ter informatie als bijlage bijgevoegd aan deze notitie. (N.B. Het Drechtstedenbestuur heeft 10 oktober 2012 inzake de beleidsregels en het besluit conform besloten, onder voorbehoud van vaststelling van de Verordening Wmo 2013.) Verder is op advies van het PFO Sociaal de toelichting op de verordening aangepast: het zgn. “eigen aandeel” wordt nader uitgelegd in de toelichting. De verordening is ter kennisname verzonden aan de WMO-regiegroep en voor advies voorgelegd aan de regionale Wmo Adviesraad. De Wmo Adviesraad heeft op 17 september jl. advies uitgebracht; dit advies en de reactie hierop zijn als bijlagen toegevoegd aan dit voorstel. Verdere procedure, communicatie en uitvoering Procedure voor de vaststelling van de verordening, ingaande per 1 januari 2013: Carrousel : 6 november 2012 Drechtraad : 4 december 2012 Communicatie: De nieuwe verordening publiceren en communiceren richting klanten, o.a. op de website en in de lokale kranten, en voor uitvoerende medewerkers van de SDD opnemen in Schulinck. Onderliggende stukken - Verordening Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning 2013 - Toelichting op de verordening 2013 - Advies regionale Wmo Adviesraad inzake het voorstel - Reactie op het advies van de Wmo Adviesraad - Ter informatie: Concept-beleidsregels Wmo 2013 - Ter informatie: Concept-besluit Wmo 2013
VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING DRECHTSTEDEN 2013 verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning drechtsteden 2013
1
HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
3
Artikel 1. Begripsomschrijvingen Lid 1. Wet Lid 2. Drechtstedenbestuur en Sociale Dienst Drechtsteden Lid 3. Compensatieplicht Lid 4. Aanmelding Lid 5. Gesprek Lid 6. Aanvraag Lid 7. Belanghebbende Lid 8. Psychosociaal probleem Lid 9. Algemene voorziening Lid 10. Algemeen gebruikelijke voorziening Lid 11. Collectieve voorziening Lid 12. Voorliggende voorziening Lid 13. Wettelijk voorliggende voorziening Lid 14. Individuele voorziening Lid 15. Gebruikelijke ondersteuning Lid 16. Voorziening in natura Lid 17. Persoonsgebonden budget Lid 18. Financiële tegemoetkoming Lid 19. Mantelzorger Lid 20. Huis en woning
HOOFDSTUK 2. RESULTAATGERICHTE COMPENSATIE Artikel 2. De te bereiken resultaten
3 3 3 3 3 3 3 3 3 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 5 5
5 5
HOOFDSTUK 3. HOE TE KOMEN TOT DE TE BEREIKEN RESULTATEN 6 Artikel 3. Scheiding aanmelding en aanvraag Artikel 4. Aanmelding voor een gesprek Artikel 5. Het gesprek Artikel 6. Het verslag
6 6 6 6
HOOFDSTUK 4. DE AANVRAAG VAN EEN INDIVIDUELE VOORZIENING 7 Artikel 7. De aanvraag
HOOFDSTUK 5. BEOORDELING VAN DE TE BEREIKEN RESULTATEN PARAGRAAF 1. ALGEMENE REGELS Artikel 8. Het maken van een afweging PARAGRAAF 2. DE TE BEREIKEN RESULTATEN Artikel 9. Een schoon en leefbaar huis Artikel 10. Wonen in een geschikt huis Artikel 11. Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften Artikel 12. Beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding Artikel 13. Het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren Artikel 14. Zich verplaatsen in en om de woning Artikel 15. Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel Artikel 16. De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten
Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden 2013
7
8 8 8 8 8 8 9 9 9 10 10 10
1
HOOFDSTUK 6. VERSTREKKING IN NATURA, ALS PERSOONSGEBONDEN BUDGET EN ALS FINANCIËLE TEGEMOETKOMING. EIGEN BIJDRAGEN EN EIGEN AANDEEL
12
PARAGRAAF 1. VERSTREKKING VAN VOORZIENINGEN Artikel 17. Mogelijke verstrekkingwijzen PARAGRAAF 2. VERSTREKKING IN NATURA Artikel 18. Inhoud beschikking PARAGRAAF 3. VERSTREKKING ALS PERSOONSGEBONDEN BUDGET Artikel 19. Overwegende bezwaren Artikel 20. Inhoud beschikking PARAGRAAF 4. VERSTREKKING ALS FINANCIËLE TEGEMOETKOMING Artikel 21. Inhoud beschikking PARAGRAAF 5. EIGEN BIJDRAGE EN EIGEN AANDEEL Artikel 22. Eigen bijdragen en eigen aandeel
12 12 12 12 12 12 12 12 12 13 13
HOOFDSTUK 7. PROCEDURELE BEPALINGEN ROND ONDERZOEK, ADVIES EN BESLUITVORMING, INTREKKING EN TERUGVORDERING 14 Artikel 23. Beslistermijn Artikel 24. Beperkingen Artikel 25. Advisering Artikel 26. Wijziging situatie Artikel 27. Intrekking Artikel 28. Terugvordering
HOOFDSTUK 8. SLOTBEPALINGEN Artikel 29. Hardheidsclausule Artikel 30. Indexering Artikel 31. Evaluatie Artikel 32. Inwerkingtreding Artikel 33. Citeertitel
Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden 2013
14 14 14 14 14 15
16 16 16 16 16 16
2
HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN Artikel 1. Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: Lid 1. Wet Wet maatschappelijke ondersteuning. Lid 2. Drechtstedenbestuur en Sociale Dienst Drechtsteden Drechtstedenbestuur: Het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden. Sociale Dienst Drechtsteden: de organisatie die, als onderdeel van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden, voor inwoners in de Drechtsteden voor wat betreft de Wmo de individuele voorzieningen uitvoert. Lid 3. Compensatieplicht Compensatieplicht: De plicht van het Drechtstedenbestuur om voor personen met een beperking, een chronisch psychisch probleem en mensen met een psychosociaal probleem voorzieningen te bieden ter compensatie van hun beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie om hen in staat te stellen een huishouden te voeren, zich te verplaatsen in en om de woning, zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Lid 4. Aanmelding Aanmelding: de mededeling van een persoon die maatschappelijke ondersteuning zoekt aan het Drechtstedenbestuur dat hij beperkingen ondervindt op grond waarvan hij verzoekt een afspraak te maken voor een gesprek. Lid 5. Gesprek Gesprek: het contact na de aanmelding waarin met degene die maatschappelijke ondersteuning zoekt zijn situatie ten aanzien van zijn beperkingen en de gevolgen daarvan worden geïnventariseerd. Besproken worden de te bereiken resultaten en de daarvoor te kiezen oplossingen: via eigen mogelijkheden of via mogelijkheden van het netwerk dan wel via algemene, algemeen gebruikelijke, collectieve, (wettelijk) voorliggende en door individuele voorzieningen. Lid 6. Aanvraag Aanvraag: het formele verzoek van een belanghebbende om in aanmerking te komen voor één of meerdere individuele voorzieningen om een resultaat te bereiken op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie. Lid 7. Belanghebbende Belanghebbende: een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie, die voor zichzelf of door een ander een aanmelding of een aanvraag doet of laat doen. Lid 8. Psychosociaal probleem Psychosociaal probleem: een situatie van verlies van zelfstandigheid of een gebrek aan mogelijkheden tot deelname aan het maatschappelijk verkeer, veroorzaakt door
Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden 2013
3
belemmeringen die iemand ondervindt in zijn relatie met anderen, met zijn sociale omgeving1. Lid 9. Algemene voorziening Algemene voorziening: een voorliggende voorziening die niet specifiek bestemd is voor de belanghebbenden, maar die door iedereen waarvoor de voorziening wel bedoeld is op eenvoudige wijze te verkrijgen of te gebruiken is, zonder een ingewikkelde aanvraagprocedure. Lid 10. Algemeen gebruikelijke voorziening Algemeen gebruikelijke voorziening: een voorziening die niet speciaal bedoeld is voor mensen met een beperking, dus ook door anderen gebruikt wordt, algemeen verkrijgbaar is en niet – aanzienlijk – duurder is dan vergelijkbare producten. Lid 11. Collectieve voorziening Collectieve voorziening: een voorziening die individueel wordt verstrekt maar die door meerdere personen tegelijk wordt gebruikt. Lid 12. Voorliggende voorziening Voorliggende voorziening: kan zijn een algemeen gebruikelijke voorziening, een algemene voorziening of een collectieve voorziening. Het betreft een voorziening die normaal in de maatschappij aanwezig en beschikbaar is en bedoeld voor iedereen die daar behoefte aan heeft. Voorliggende voorzieningen gaan voor individuele voorzieningen. Lid 13. Wettelijk voorliggende voorziening Wettelijk voorliggende voorziening: een voorziening op grond van een wet- of regelgeving die voorgaat op de wet Wmo, waarmee het resultaat geheel of gedeeltelijk bereikt kan worden. Lid 14. Individuele voorziening Individuele voorziening: een voorziening die door het Drechtstedenbestuur ten behoeve van één belanghebbende wordt verstrekt. Lid 15. Gebruikelijke ondersteuning Gebruikelijke ondersteuning: de ondersteuning die op het gebied van het voeren van het huishouden voor alle meerderjarige leden van een leefeenheid als algemeen aanvaardbaar wordt beschouwd. Tot een leefeenheid worden gerekend alle bewoners van één adres die samen een duurzaam huishouden voeren. Lid 16. Voorziening in natura Voorziening in natura: een voorziening, in te zetten om het resultaat te bereiken, in de vorm van goederen in (bruik)leen of in eigendom, of als persoonlijke dienstverlening. Lid 17. Persoonsgebonden budget Persoonsgebonden budget: een geldbedrag om te gebruiken voor het te bereiken resultaat, als alternatief voor een voorziening in natura. Lid 18. Financiële tegemoetkoming Financiële tegemoetkoming: een geldbedrag, bedoeld om bij te dragen aan het te bereiken resultaat.
1
Ontleend aan uitspraak CRvB 29-04-2009. LJN: BI6832. Dit is een omgewerkt citaat uit de parlementaire behandeling in die uitspraak geciteerd.
Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden 2013
4
Lid 19. Mantelzorger Mantelzorger: een persoon die mantelzorg in de zin van artikel 1, lid 1 onder b van de wet biedt. Lid 20. Huis en woning Onder het huis wordt verstaan: de woonkamer, de relevante (slaap-)vertrekken, keuken en sanitaire ruimten van het hoofdverblijf. Onder de woning wordt verstaan: het huis met de berging, tuin of balkon van het hoofdverblijf. Het hoofdverblijf is de plaats waar een persoon daadwerkelijk de meeste nachten per jaar doorbrengt.
HOOFDSTUK 2. RESULTAATGERICHTE COMPENSATIE Artikel 2. De te bereiken resultaten De op basis van artikel 4 lid 1 van de wet via compenserende maatregelen te bereiken resultaten zijn: a. een schoon en leefbaar huis; b. wonen in een geschikt huis; c. beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften; d. beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding; e. het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren; f. zich verplaatsen in en om de woning; g. zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel; h. de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten.
Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden 2013
5
HOOFDSTUK 3. HOE TE KOMEN TOT DE TE BEREIKEN RESULTATEN Artikel 3. Scheiding aanmelding en aanvraag Lid 1. Aan een aanvraag voor een individuele voorziening gaat een aanmelding voor een gesprek vooraf indien: a. De aanvraag afkomstig is van een belanghebbende die nog niet eerder een aanvraag in het kader van de wet heeft gedaan; b. De aanvraag afkomstig is van een belanghebbende die al eerder een gesprek heeft gevoerd maar waarbij sprake is van gewijzigde omstandigheden of gewijzigde te bereiken resultaten; c. Belanghebbende of het Drechtstedenbestuur daarom verzoekt. Lid 2. Indien belanghebbende aangeeft direct een aanvraag in te willen dienen vervalt het gestelde in het eerste lid. Artikel 4. Aanmelding voor een gesprek Een aanmelding voor een gesprek wordt gedaan door of namens een belanghebbende bij de Sociale Dienst Drechtsteden. Artikel 5. Het gesprek Lid 1 Bij het voeren van het gesprek zal de International Classification of Functions, Disabilities and Health als basis voor het begrippenkader worden gehanteerd. Lid 2. Als degene die maatschappelijke ondersteuning zoekt een mantelzorger is, wordt met hem geïnventariseerd welke belemmeringen hij ondervindt bij de uitvoering van de mantelzorg. Hierbij wordt de verzorgde zo mogelijk betrokken. Artikel 6. Het verslag Lid 1. Het gesprek wordt afgesloten met een verslag. De belangrijkste punten van het gesprek worden vastgelegd. Een eventueel verschil van opvatting tussen de gesprekspartners wordt expliciet vermeld. Lid 2. Na het voeren van een gesprek kan een belanghebbende desgewenst een aanvraag indienen.
Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden 2013
6
HOOFDSTUK 4. DE AANVRAAG VAN EEN INDIVIDUELE VOORZIENING Artikel 7. De aanvraag Lid 1. De aanvraag moet schriftelijk of elektronisch plaatsvinden. Lid 2. Indien een aanvraag mondeling plaatsvindt, wordt dit per omgaande schriftelijk bevestigd.
Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden 2013
7
HOOFDSTUK 5. BEOORDELING VAN DE TE BEREIKEN RESULTATEN PARAGRAAF 1. ALGEMENE REGELS Artikel 8. Het maken van een afweging Lid 1. Bij het beoordelen welke voorzieningen getroffen gaan worden, neemt het Drechtstedenbestuur het verslag van het gesprek, indien aanwezig, als uitgangspunt. Het Drechtstedenbestuur gaat uit van de behoeften en persoonskenmerken van de belanghebbende. Daarbij zal onderzoek gedaan worden naar de eigen mogelijkheden en de mogelijkheden van het netwerk van de belanghebbende ten aanzien van het te bereiken resultaat. Lid 2. Alle algemene, algemeen gebruikelijke, collectieve, en voorliggende voorzieningen die beschikbaar en bruikbaar zijn, worden eerst beoordeeld. PARAGRAAF 2. DE TE BEREIKEN RESULTATEN Artikel 9. Een schoon en leefbaar huis Lid 1. Het huis dient schoon en leefbaar te zijn. Lid 2. Met het oog op een schoon en leefbaar huis kan een individuele voorziening getroffen worden voor lichte en/of zware huishoudelijke ondersteuning. Lid 3. Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden uit te voeren, wordt dit eerst in het kader van gebruikelijke ondersteuning beoordeeld. Lid 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt. Artikel 10. Wonen in een geschikt huis Lid 1. De woning waar men over beschikt, dient normaal te kunnen worden gebruikt. Lid 2. Met het oog op het normale gebruik van de woning kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van de bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van de woning. Lid 3. Voor zover de belanghebbende om het resultaat te bereiken, kan verhuizen naar een geschikte woning of een gemakkelijker geschikt te maken woning, wordt deze mogelijkheid eerst beoordeeld. Lid 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn, worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt. Indien
Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden 2013
8
verhuisd wordt, kan het Drechtstedenbestuur besluiten een verhuiskostenvergoeding te verstrekken. Artikel 11. Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften Lid 1. Belanghebbende moet voorzien zijn van de dagelijks benodigde hoeveelheid voedsel voor maaltijden en andere momenten waarop iets genuttigd wordt, evenals toiletartikelen en schoonmaakartikelen. Ook de noodzakelijke bereiding van maaltijden kan hieronder vallen. Lid 2. Met het oog op het beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het doen van boodschappen, voor wat betreft levensmiddelen, schoonmaakmiddelen, en toiletartikelen, alsmede het bereiden en aanreiken van maaltijden. Lid 3. Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden uit te voeren of voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare boodschappenservice of maaltijdvoorziening die kan leiden tot het te bereiken resultaat, wordt deze mogelijkheid eerst beoordeeld. Lid 4. Voor zover de in het vorige lid 3 genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt. Artikel 12. Beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding Lid 1. Belanghebbende dient te beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding. Lid 2. Met het oog op het beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het wassen, drogen en opruimen van de was en strijken van bovenkleding. Lid 3. Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden uit te voeren, wordt dit eerst in het kader van gebruikelijke ondersteuning beoordeeld. Lid 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt. Artikel 13. Het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren Lid 1. Belanghebbende moet de dagelijkse, gebruikelijke zorg kunnen bieden voor in het huishouden aanwezige kinderen. Lid 2. Met het oog op het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren, kan een individuele voorziening worden getroffen. Lid 3.
Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden 2013
9
Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn de tot het gezin behorende kinderen te verzorgen of voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare voor- tussen- en naschoolse opvang, kinderopvang of andere opvangmogelijkheden die kunnen leiden tot het te bereiken resultaat, worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld. Lid 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt. Artikel 14. Zich verplaatsen in en om de woning Lid 1. Belanghebbende moet in staat zijn zich in en om de woning te kunnen verplaatsen zodat normaal functioneren mogelijk is. Lid 2. Met het oog op het verplaatsen in en om de woning kan een individuele voorziening worden getroffen bestaande uit een rolstoel voor dagelijks zittend gebruik. Artikel 15. Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel Lid 1. Belanghebbende moet zich lokaal, dat wil zeggen binnen de directe woon- en leefomgeving, per vervoermiddel kunnen verplaatsen voor dagelijkse boodschappen, het kunnen bezoeken van familie, kennissen en het doen van gewenste activiteiten. Lid 2. Met het oog op het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel, kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het verplaatsen over de korte afstand rond de woning en het verplaatsen over de langere afstand binnen de directe woon en leefomgeving. Lid 3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare scootmobielpool of van collectief vraagafhankelijk vervoer van deur tot deur die voor de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld. Lid 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt. Artikel 16. De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten Lid 1. Belanghebbende moet de mogelijkheid hebben om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten. Lid 2. Met het oog op de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten kan een individuele voorziening worden getroffen voor het vervoer naar de gewenste bestemmingen. Lid 3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van het eigen netwerk of een of meer aanwezige (vrijwilligers)organisaties die voor belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld. Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden 2013
10
Lid 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.
Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden 2013
11
HOOFDSTUK 6. VERSTREKKING IN NATURA, ALS PERSOONSGEBONDEN BUDGET EN ALS FINANCIËLE TEGEMOETKOMING. EIGEN BIJDRAGEN EN EIGEN AANDEEL PARAGRAAF 1. VERSTREKKING VAN VOORZIENINGEN Artikel 17. Mogelijke verstrekkingwijzen De te treffen voorzieningen kunnen als voorziening in natura, als persoonsgebonden budget en als financiële tegemoetkoming worden verstrekt. PARAGRAAF 2. VERSTREKKING IN NATURA Artikel 18. Inhoud beschikking Lid 1. Bij het treffen van een voorziening in natura wordt in de beschikking vastgelegd: a. welke de te treffen voorziening is; b. wat de duur is van de verstrekking is; c. hoe de voorziening in natura verstrekt wordt en d. of er sprake is van een overeenkomst waarin deze verstrekking is geregeld. Lid 2. Als er sprake is van een te betalen eigen bijdrage, wordt dit in de beschikking opgenomen. PARAGRAAF 3. VERSTREKKING ALS PERSOONSGEBONDEN BUDGET Artikel 19. Overwegende bezwaren Het Drechtstedenbestuur legt in het Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden vast in welke situaties sprake is van overwegende bezwaren tegen verstrekking van een persoonsgebonden budget. Artikel 20. Inhoud beschikking Lid 1. Bij het treffen van een voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt in de beschikking vastgelegd: a. voor welk te bereiken resultaat het persoonsgebonden budget gebruikt moet worden, eventueel aangevuld met een programma van eisen waaraan bij de besteding voldaan moet worden; b. wat de omvang van het persoonsgebonden budget is en hoe deze omvang tot stand is gekomen; c. wat de duur is van de verstrekking waarvoor het persoonsgebonden budget bedoeld is en welke regels gelden ten aanzien van verantwoording van het persoonsgebonden budget. Lid 2. Als er sprake is van een te betalen eigen bijdrage wordt dit in de beschikking opgenomen. PARAGRAAF 4. VERSTREKKING ALS FINANCIËLE TEGEMOETKOMING Artikel 21. Inhoud beschikking Lid 1. Bij het treffen van een voorziening in de vorm van een financiële tegemoetkoming wordt in de beschikking vastgelegd: a. voor welk te bereiken resultaat de financiële tegemoetkoming bestemd is; b. wat de duur van de verstrekking is; c. of er sprake is van een overeenkomst waarin deze verstrekking is geregeld en Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden 2013
12
d. wat de hoogte van de financiële tegemoetkoming is. Lid 2. Als er sprake is van een te betalen eigen aandeel wordt dit in de beschikking opgenomen. PARAGRAAF 5. EIGEN BIJDRAGE EN EIGEN AANDEEL Artikel 22. Eigen bijdragen en eigen aandeel Lid 1. Bij het verstrekken van een individuele voorziening is een eigen bijdrage of een eigen aandeel verschuldigd ten aanzien van de volgende resultaten: a. een schoon en leefbaar huis; b. wonen in een geschikt huis; c. beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften; d. beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding; e. het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren; f. zich verplaatsen in, om en nabij de woning voor zover het geen rolstoel betreft; g. zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel; h. de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten. Lid 2. Het Drechtstedenbestuur legt in het Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden de omvang van de eigen bijdrage en het eigen aandeel vast.
Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden 2013
13
HOOFDSTUK 7. PROCEDURELE BEPALINGEN ROND ONDERZOEK, ADVIES EN BESLUITVORMING, INTREKKING EN TERUGVORDERING Artikel 23. Beslistermijn Lid 1. De termijn waarbinnen een besluit genomen moet worden voor individuele voorzieningen bedraagt maximaal 8 weken. Lid 2. Uitzondering op het vorige lid betreffen individuele voorzieningen waarvoor bouwkundige offertes opgevraagd moeten worden. Hiervoor bedraagt de termijn waarbinnen een besluit genomen moet worden maximaal 12 weken. Artikel 24. Beperkingen Lid 1. Een individuele voorziening kan slechts worden toegekend voor zover: a. De noodzaak voor het te bereiken resultaat langdurig is, tenzij kortdurende huishoudelijke ondersteuning leidt tot het te bereiken resultaat. b. De te verstrekken individuele voorziening als de goedkoopst-compenserende voorziening aan te merken is. Lid 2. Geen individuele voorziening wordt toegekend: a. Indien de voorziening algemeen gebruikelijk is. b. Indien de belanghebbende niet woonachtig is in een van de gemeenten: Alblasserdam, Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht of Zwijndrecht. c. Voor zover de aanvraag betrekking heeft op kosten die de belanghebbende voorafgaand aan het moment van aanvragen of het moment van beschikken heeft gemaakt en niet meer is na te gaan of deze voorziening noodzakelijk was en als goedkoopstcompenserend aan te merken valt. d. Voor zover een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder in het kader van enige wettelijke bepaling of regeling is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet verstreken is, tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan belanghebbende zijn toe te rekenen, of tenzij belanghebbende geheel of gedeeltelijk tegemoetkomt in de veroorzaakte kosten. Artikel 25. Advisering Het Drechtstedenbestuur is bevoegd om, voor zover dit van belang kan zijn voor de beoordeling van het recht op de aangevraagde voorziening: a. Belanghebbende op te roepen in persoon te verschijnen op een door het Drechtstedenbestuur te bepalen plaats en tijdstip en hem te bevragen. b. Belanghebbende op een door het Drechtstedenbestuur te bepalen plaats en tijdstip door een of meer daartoe aangewezen deskundigen te doen bevragen en/of onderzoeken. c. Zich te laten adviseren door een daartoe aangewezen instantie. Artikel 26. Wijziging situatie Degene aan wie een voorziening is verstrekt, is verplicht zo spoedig mogelijk en schriftelijk aan het Drechtstedenbestuur mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening. Artikel 27. Intrekking Lid 1 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden 2013
14
Het Drechtstedenbestuur kan een besluit, genomen op grond van deze verordening, geheel of gedeeltelijk intrekken indien: a. Niet of niet meer is of wordt voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening. b. Beschikt is op grond van gegevens waarvan gebleken is dat die gegevens zodanig onjuist waren dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen. c. Blijkt dat de voorziening binnen zes maanden niet is aangewend voor het resultaat waarvoor de voorziening is getroffen. Lid 2. Het Drechtstedenbestuur heeft het recht om voorzieningen tussentijds opnieuw te beoordelen, met een eventueel ongunstiger besluit tot gevolg, onder toepassing van een overgangstermijn. Artikel 28. Terugvordering Lid 1. Indien het recht op een voorziening is ingetrokken kan op basis daarvan een reeds uitbetaalde financiële tegemoetkoming of persoonsgebonden budget worden teruggevorderd. Lid 2. Ingeval het recht op een in eigendom verstrekte voorziening is ingetrokken kan deze voorziening worden teruggevorderd indien de voorziening is verleend op basis van verstrekte onjuiste gegevens. Lid 3. Ingeval het recht op een in bruikleen verstrekte voorziening is ingetrokken kan deze voorziening worden teruggehaald indien de voorziening is verleend op basis van verstrekte onjuiste gegevens.
Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden 2013
15
HOOFDSTUK 8. SLOTBEPALINGEN Artikel 29. Hardheidsclausule Het Drechtstedenbestuur kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt. Artikel 30. Indexering Het Drechtstedenbestuur kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en het op deze verordening berustende Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden geldende bedragen verhogen of verlagen aan de hand van de prijsindex volgens het prijspeil Bruto Binnenlands Product van het Centraal Plan Bureau. Artikel 31. Evaluatie Evaluatie van het door de Drechtsteden gevoerde beleid vindt plaats via de reguliere bestuursrapportages, of op verzoek van de Drechtraad. Artikel 32. Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2013. Artikel 33. Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden 2013”. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de Drechtraad, op 4 december 2012.
De coördinerend griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
drs. A.A.M. Brok
Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden 2013
16
Bijlage 5
VOORSTEL DRECHTRAAD 4 december 2012 Datum 13-09-2012
Steller P. van der Meijden
Doorkiesnummer 7023
E-mail
[email protected]
Onderwerp
Basistarieven huishoudelijke ondersteuning Wmo Voorstel Vaststellen van de basistarieven voor huishoudelijke ondersteuning in de Wmo op basis van resultaatfinanciering per 1 januari 2013: huishoudelijke ondersteuning (HO) € 179,72 per vier weken en huishoudelijke ondersteuning plus (HO+) € 311,16 per vier weken. Bevoegdheid Drechtraad (art. 6 of 7 GrD). Samenvatting Met ingang van 1 januari 2013 wil de Sociale Dienst Drechtsteden (SDD) starten met een gewijzigde aanpak van huishoudelijke ondersteuning in de Wmo. Deze aanpak geeft invulling aan de andere manier van denken en doen in de Wmo, “de Kanteling” genoemd. In dit kader is de SDD het, via een ‘bestuurlijke aanbesteding’, eens met alle1 huidige zorgaanbieders over een uitvoeringsmodel op basis van “resultaatfinanciering”, en de basistarieven voor huishoudelijke ondersteuning. Met dit model kan de huishoudelijke ondersteuning budgettair neutraal uitgevoerd worden en de geldende kwaliteitsnormen worden behouden. Toelichting op het voorstel In samenwerking tussen VNG en Chronisch zieken en Gehandicapten Raad en gezamenlijke Ouderenbonden is landelijk de “Kanteling” ontstaan: een proces om de Wmo te doen kantelen naar een wijze van uitvoeren die recht doet aan de bedoeling van de wetgever, met name ten aanzien van het nieuwe begrip “compensatieplicht”. Ook in de Drechtsteden is dit onderwerp opgepakt in het “Plan van aanpak “Kanteling Wmo (2011)”. Daarin is o.a. afgesproken dat het beleids- en juridisch kader aangepast zou worden. De Drechtraad (carrousel) heeft in maart en mei van dit jaar ook ruim aandacht aan de “Kanteling” in de Wmo besteed. In dit kader wordt de Drechtraad eind 2012 gevraagd een nieuwe Wmo-verordening vast te stellen, die per 1 januari 2013 van kracht moet worden. Bij “de Kanteling” staat in eerste instantie de ‘eigen kracht’ van burgers centraal. In een open gesprek wordt samen met de burger, een zo volledig mogelijke inventarisatie gemaakt van zijn situatie, zijn mogelijkheden en onmogelijkheden en de problemen die om een oplossing vragen. Leidend hierbij is het te bereiken resultaat. Op basis hiervan wordt bekeken welke mogelijkheden er zijn om dit resultaat te bereiken met eigen mogelijkheden, mogelijkheden vanuit het persoonlijke netwerk, (wettelijk) voorliggende voorzieningen, algemene voorzieningen, algemeen gebruikelijke voorzieningen of collectieve voorzieningen. Daarna wordt duidelijk op welke punten individuele voorzieningen nodig zijn en volgt eventueel een aanvraag. Onderdeel van dit proces is dat de SDD in 2013 wil starten met een gewijzigde aanpak van huishoudelijke ondersteuning. In verband hiermee heeft het Drechtstedenbestuur op 9 februari 2012 besloten akkoord te gaan met verlenging van het contract met de huidige zorgaanbieders tot 1 januari 2013 en uitwerking van het ‘resultaatmodel huishoudelijke ondersteuning’. Vervolgens is dit besluit en bijbehorende notitie, waarin een en ander wordt uitgelegd, in de carrousel van de Drechtraad op 6 maart behandeld. Er was toen nog sprake van een pilot resultaatmodel in 2012. Nadien bleek dat in geval van een pilot de beoogde invoeringsdatum per 1 januari 2013 niet gehaald zou kunnen worden. Daarom is de SDD meteen met de huidige aanbieders over de mogelijkheden van een resultaatmodel aan de slag gegaan. 1
Twee kleine (vertegenwoordigen 0,8 % van klantvolume) van achttien aanbieders hebben gekozen om niet mee te doen.
pagina 2
Behalve een inhoudelijke wijziging is er ook een financiële noodzaak voor een andere aanpak. Vanaf 2011 ontvangt de SDD namelijk vanuit het Rijk € 2,2 miljoen minder voor huishoudelijke ondersteuning op een totaalbudget van € 21,1 miljoen. Door diverse maatregelen heeft de SDD het tekort op het budget in 2011 kunnen beperken tot € 1,1 miljoen. Als echter wordt doorgegaan met het huidige systeem zou het tekort in de komende jaren fors oplopen, mede vanwege de toenemende ‘vergrijzing’ en ‘extramuralisering’. De grootste kostenpost per nieuwe aanbesteding oude stijl zou zijn dat: a. Het tarief voor in elk geval HH1 (fors) omhoog zou gaan (indicatie minimaal € 21 - € 22 per uur; samen met een beperkte verhoging van het uurtarief voor HH2 gaat het om een bedrag van € 2 à 2,5 miljoen euro per jaar). b. Het risico van een toenemend benuttingpercentage zou blijven bestaan (de indicatie wordt nu niet voor 100% benut, benutting bedraagt gemiddeld 85% vanwege bijv. ziekte, vakantie; een hogere benutting betekent meer kosten). In een ‘bestuurlijke’ aanbesteding heeft de SDD samen met de huidige aanbieders, vanaf april 2012, een gewijzigde aanpak uitgewerkt. De basisgedachte van de gewijzigde aanpak is om niet langer uren ondersteuning in te kopen maar ‘het resultaat’. Dit in tegenstelling tot de huidige aanpak waarbij ondersteuning geboden wordt op basis van geïndiceerde uren. De toegang tot huishoudelijke ondersteuning blijft lopen via indicatiestelling door de SDD. De SDD indiceert, maar wijst geen vast aantal uren ondersteuning meer toe aan een burger, maar indiceert eenvoudige ondersteuning (HO) of ondersteuning bij de organisatie van het huishouden (HO+). Bij HO is het resultaat bijvoorbeeld “een schoon en leefbaar huis”. Aanbieders worden gevraagd burgers te compenseren bij het bereiken van het resultaat. De aanbieder krijgt per cliënt een vast tarief (o.a. gebaseerd op de gemiddelde kostprijs voor aanbieders) en maakt een afspraak met de cliënt over het resultaat. Zij leggen de afspraken hierover voorafgaand aan de start van de dienstverlening schriftelijk vast in een ondersteuningsplan, zodat hier verder geen onduidelijkheid over kan bestaan. Hoe (en met name hoe snel) dit resultaat vervolgens wordt gerealiseerd is verder aan de aanbieder. Hier gaat het om maatwerk, afhankelijk van de situatie van de cliënt en van de woning. Met dit model huishoudelijke ondersteuning op basis van resultaatfinanciering, heeft de Drechtsteden voor de komende jaren een sluitend financieringsmodel, d.w.z. naar de inzichten en regelingen van nu wordt uitgekomen met het Rijksbudget dat beschikbaar is voor de gezamenlijke Drechtsteden. Per gemeente kan dit overigens verschillen: er zijn voor- en nadeelgemeenten. In de nieuwe overeenkomst worden uitsluitend aanbieders toegelaten die beschikken over een voor de branche geldend kwaliteitsborgingcertificaat. Voor het volgen en meten van de kwaliteit wordt in het contract aangesloten bij de bestaande kwaliteitssystemen voor huishoudelijke ondersteuning (bijv. CQ-index). In het contract zijn de kwaliteitseisen in een bijlage, de zogenoemde Service Level Agreement, opgenomen. Daarnaast controleert de SDD of de afspraken in het ondersteuningsplan nagekomen worden. Verder zijn klantgerichte voorwaarden, zoals keuzevrijheid en de mogelijkheid om naar een andere aanbieder over te stappen, behouden. Het contract maakt het ook mogelijk dat nieuwe aanbieders, die voldoen aan de voorwaarden en kwaliteitseisen, in 2013 kunnen toetreden en een contract krijgen. Met de aanbieders is een langlopende overeenkomst van 8 jaar overeengekomen. Partijen kunnen gedurende de looptijd voorstellen doen tot wijziging van de overeenkomst en onder voorbehoud van wetswijzigingen. Voordeel voor de aanbieders is dat zij langdurig een marktaandeel kunnen houden in de Drechtsteden door optimaliseren van hun bedrijfsvoering en efficiënter werken. Voor klanten is het prettig dat zij bij hun huidige aanbieder kunnen blijven. De keuzevrijheid blijft dus bestaan. Over de vaste tarieven voor HO en HO+ is in de aanbesteding ook overeenstemming bereikt. Deze basistarieven zijn in overleg met de aanbieders bepaald op basis van reële kostprijzen, met inachtneming van de geldende CAO voor hun personeel, en zijn overeengekomen voor de duur van twee jaar. Hiermee wordt voldaan aan de onlangs vastgestelde wijziging van de Wmo ter invoering van basistarieven, die per 1 augustus 2012 van kracht geworden is. Het vaststellen van de basistarieven is een verplichting voor de Drechtraad. De Drechtraad wordt gevraagd de overeengekomen basistarieven vast te stellen. De gewijzigde aanpak van huishoudelijke ondersteuning sluit naadloos aan bij de uitgangspunten van de ‘Kanteling’. Voordat de SDD start met de gewijzigde aanpak zullen de verordening en de basistarieven voor de uitvoering echter door de Drechtraad vastgesteld moeten zijn. Het plan is om de aanpak per 1 januari 2013 gefaseerd in te voeren. Voor nieuwe cliënten past de SDD meteen het nieuwe model toe.
pagina 3
De dienstverlening aan de huidige klanten wordt op dezelfde wijze voortgezet tot dat zij een nieuwe indicatie krijgen voor HO of HO+. Deze herbeoordeling zal voor alle klanten in 2013, gefaseerd plaatsvinden. Aanleiding Zie toelichting. Beoogd resultaat Met dit gewijzigde uitvoeringsmodel wordt inhoud gegeven aan de “Kanteling” in de Wmo, en wordt bereikt dat de huishoudelijke ondersteuning op Drechtstedenniveau budgettair neutraal wordt uitgevoerd. Argumenten De gewijzigde aanpak is: 1.1 Kantelingsproof Wijziging van de aanpak past bij de ‘kanteling’ in de Wmo. Vrijwel alle Drechtsteden gemeenten hebben in hun meerjarige beleidsplannen de uitgangspunten van de ‘Kanteling’ als richtsnoer gekozen voor toekomstig beleid. 1.2 Efficiënter De gewijzigde aanpak is efficiënter. Op basis van de huidige levering van het aantal geïndiceerde uren is er voor aanbieders geen prikkel om efficiënt te werken. In de gewijzigde aanpak telt het resultaat, waardoor in de praktijk vaak minder uren nodig zijn. 1.3 Toekomstbestendig Doorgaan met het huidige model, ondersteuning op basis van geïndiceerde uren, stuit op met name financiële grenzen, vanwege de kortingen op het Rijksbudget én hogere tarieven bij een nieuwe aanbesteding oude stijl. Een gewijzigde aanpak op basis van resultaat maakt het mogelijk dat huishoudelijke ondersteuning in de toekomst betaalbaar blijft. Het biedt de mogelijkheid om budgettair neutraal te werken, m.a.w. uit te komen met het Rijksbudget. Bovendien geldt dat de gewijzigde aanpak tot stand is gekomen in coproductie met de huidige aanbieders, die een soepele overgang naar een andere aanpak mogelijk maakt. Kanttekeningen Weerstand bij klanten Wijziging en verandering van aanpak zal bij sommige klanten mogelijk weerstand oproepen vanwege het resultaatgerichte karakter van de ondersteuning: er zal minder tijd beseteed worden aan persoonlijk contact met de klant (koffie drinken, etc.). Wanneer in het gesprek met de cliënt behoefte blijkt aan (meer) persoonlijke contacten, zal met de cliënt besproken worden of aan de daarvoor benodigde randvoorwaarden (voorzieningen met name op het gebied van vervoer) is voldaan. De aanpak van sociaal isolement zelf is verbonden aan prestatieveld 1. Aan de gemeenten wordt geadviseerd de inhoudelijke koppeling van prestatieveld 6 met prestatieveld 1 (lokale bevoegdheid) verder te ontwikkelen en zo mogelijk te operationaliseren. Hierbij moet aangetekend worden dat de taak van de overheid in deze beperkt is. 1.2 Toekomst onzeker Het is sowieso de vraag of huishoudelijke ondersteuning als individuele voorziening in de toekomst blijft bestaan; in de landelijke politiek en op ambtelijk rijksniveau2 wordt al gedacht aan het schrappen van huishoudelijke ondersteuning uit de Wmo. 1.1
Consequenties Financiële consequenties Essentieel is dat de SDD met het model ‘resultaatfinanciering’ budgettair neutraal kan werken, m.a.w. kan uitkomen met het budget voor huishoudelijke ondersteuning dat de Drechtsteden gezamenlijk van het Rijk ontvangen. Per gemeente kan dit overigens verschillen: er zijn voor- en nadeelgemeenten. In 2013 zal eenmalig tijdelijk extra personeel ingehuurd moeten worden voor het omzetten van ‘oude’ in ‘nieuwe’ indicaties. De dekking van de kosten is reeds verwerkt en vermeld in de geactualiseerde begroting 2013. Personele en organisatorische consequenties Het starten met de gewijzigde aanpak betekent dat de SDD alle ‘oude’ indicaties in de loop van 2013 moeten omzetten in ‘nieuwe’. Het zal nodig zijn om hiervoor tijdelijk extra personeel in te huren. De Wmo-consulenten zijn geschoold en getraind in ‘de Kanteling’ om met de gewijzigde aanpak te werken. Alle organisatorische gevolgen zijn in een implementatieplan uitgewerkt.
2
“Naar beter betaalbare zorg”, rapport van Taskforce beheersing zorguitgaven
pagina 4
Juridische consequenties Om met de nieuwe aanpak in 2013 te kunnen starten is het nodig dat de ‘gekantelde’ Wmo verordening eind 2012 door de Drechtraad vastgesteld wordt. Deze biedt het juridisch kader waarop de gewijzigde aanpak gebaseerd is. Klanten kunnen echter vinden dat ze met de gewijzigde aanpak onvoldoende gecompenseerd worden bij het voeren van hun huishouden. Dit kan in de praktijk mogelijk leiden tot meer bezwaarschriften. Consequenties voor andere beleidsvelden en organisaties De Drechtstedengemeenten hebben in hun meerjarige beleidsplannen opgenomen meer algemene en collectieve voorzieningen te ontwikkelen, die als oplossing kunnen dienen in plaats van individuele Wmo voorzieningen. De aanbieders van huishoudelijke ondersteuning moeten hun bedrijfsvoering verder optimaliseren om de gewijzigde aanpak uit te voeren. Advies en draagvlak Vanaf februari 2012 is de regionale Regiegroep Wmo via de reguliere overleggen meegenomen in de ontwikkeling van voorliggend voorstel en heeft dit eindvoorstel ontvangen. De gewijzigde aanpak van huishoudelijke ondersteuning is vanaf april 2012 door de SDD samen met de huidige aanbieders uitgewerkt en heeft geresulteerd in een langlopende overeenkomst van 8 jaar. Op 17 september 2012 is het voorstel besproken met de regionale Wmo adviesraad en om advies gevraagd. Dit advies en de reactie hierop zijn bijgevoegd, evenals het advies en de reactie inzake de concept-overeenkomst huishoudelijke ondersteuning. Verdere procedure, communicatie en uitvoering Ten behoeve van de communicatie en uitvoering is een communicatieplan en implementatieplan gemaakt. Beide plannen zijn tot stand gekomen in samenwerking met de zorgaanbieders en met een vertegenwoordiging vanuit de Wmo cliënten. In ieder geval zullen alle Wmo cliënten persoonlijk geïnformeerd worden via de Wmo cliëntenkrant “Zelfstandig verder”. In de communicatie richting klanten wordt met name toegelicht wat het beleidsbeeld is achter de gewijzigde aanpak en wat er voor de klanten precies gaat wijzigen. Onderliggende stukken - Notitie “Gewijzigde aanpak huishoudelijke ondersteuning in de Wmo: vragen en antwoorden”. - Advies regionale Wmo Adviesgroep inzake de gewijzigde aanpak huishoudelijke ondersteuning en de basistarieven. - Reactie DSB op advies regionale Wmo Adviesgroep inzake de gewijzigde aanpak en basistarieven. - Advies regionale Wmo Adviesgroep inzake de concept-overeenkomst huishoudelijke ondersteuning. - Reactie DSB op advies regionale Wmo Adviesgroep inzake de concept-overeenkomst.
Bijlage 6
VOORSTEL DRECHTRAAD 4 december 2012 Datum 17-09-2012
Steller J. Boersma
Doorkiesnummer 078 770 7127
E-mail
[email protected]
Onderwerp
(Gedeeltelijk) intrekkingsbesluit Verordening Inburgering Drechtsteden Voorstel Vaststellen van het Intrekkingsbesluit Verordening Inburgering. Bevoegdheid Drechtraad (art. 6 of 7 GrD). Samenvatting Dit voorstel beoogt de (gedeeltelijke) Intrekking van de Verordening Inburgering Drechtsteden, zoals noodzakelijkerwijs volgt uit de wijziging van de Wet Inburgering per 1 januari 2013. Toelichting op het voorstel Aanleiding Met de wijziging van de Wet Inburgering per 1 januari 2013 beoogt de wetgever de eigen verantwoordelijkheid van inburgeraars te versterken. De inburgeraar dient zelf het initiatief te nemen en de kosten te dragen. Deze eigen verantwoordelijkheid wordt waar nodig ondersteund door een sociaal leenstelsel. De verdere uitvoering wordt gecentraliseerd en de verantwoordelijkheden worden van gemeenten overgeheveld naar het Rijk. De rol van de gemeenten is met de wetswijziging (voor nieuwe inburgeraars) uitgespeeld, en de wettelijke plicht om het gemeentelijke beleid in een verordening vast te leggen is logischerwijze uit de wet geschrapt. Echter…. ... op grond van het overgangsrecht blijven de bepalingen van de Wet Inburgering zoals deze luiden op de dag voor de inwerkingtreding van de nieuwe wet met betrekking tot de inburgeringsplicht, de handhaving en de gegevensregistratie in het Informatiesysteem Inburgering (ISI) van toepassing op alle inburgeringsplichtigen die voor de datum van inwerkingtreding van de nieuwe wet zijn gestart met hun traject of waarvoor de beschikking is vastgesteld. Hetzelfde geldt voor asielgerechtigden die voor die datum hun status hebben verkregen en geestelijk bedienaren die voor die datum een verblijfsvergunning hebben gekregen en zich na 1 januari 2013 vestigen in de Drechtsteden. Als antwoord op bovenstaande tweedeling wordt hier een gedeeltelijke intrekking van de Verordening Inburgering Drechtsteden voorgesteld: niet meer geldig voor inburgeraars die vallen onder de gewijzigde wet, ongewijzigd geldig voor hen die vallen onder het oude recht. Voor de laatste groep geldt tevens het beleid zoals is vastgelegd in de Inburgeringsagenda 2012. Beoogd resultaat Voldoen aan de wijziging van de Wet Inburgering per 1 januari 2013.
pagina 2
Argumenten Het intrekken van de Verordening Inburgering Drechtsteden voor nieuwe inburgeraars is het rechtstreekse en noodzakelijke gevolg van de wijziging van de Wet Inburgering per 1 januari 2013, waarbij de uitvoering wordt gecentraliseerd en de gemeentelijke verantwoordelijkheden worden overgeheveld naar het Rijk. Kanttekeningen N.v.t. Consequenties Financiële consequenties Met de wetswijziging wordt het budget voor de gemeentelijke uitvoering van inburgering per 1 januari 2014 geschrapt. In 2013 wordt ten behoeve van de geleidelijke afbouw van de gemeentelijke dienstverlening een gereduceerd budget ter beschikking gesteld. Voor de exacte bedragen wordt verwezen naar de geactualiseerde Begroting GRD 2013. Personele en organisatorische consequenties De afbouw van capaciteit volgt de afbouw van de gemeentelijke dienstverlening, echter in een trager tempo dan de wetgever voorstaat, aangezien inburgeringstrajecten een doorlooptijd van meerdere jaren kennen. Juridische consequenties N.v.t. Consequenties voor andere beleidsvelden en organisaties N.v.t. Advies en draagvlak Het voorstel is op 11 september 2012 besproken met de regionale Cliëntenraad Wwb Drechtsteden. De cliëntenraad heeft vervolgens op 12 september een schriftelijk advies ingediend: Voor wat betreft de oude / huidige groep, die nog van de oude / huidige regeling gebruik maakt, geldt dat zij langzamerhand kleiner wordt. We adviseren u om te bewaken dat juist die kleinere groep steeds goed blijft gemonitord / begeleid omdat anders het risico kan bestaan dat zij uit het zicht verdwijnen. Wij vinden het daarnaast onwenselijk als een bepaald gedrag bij de inburgeraars ertoe kan leiden dat zij door temporisering niet meer goed kunnen inburgeren. Echter, ook al wordt de groep inburgeraars met een aanbod steeds kleiner, zij blijft bij de SDD toch in beeld en de afhandeling van voortgangs- en handhavingssignalen in de uitvoering blijft geborgd. Ook de bestaande overlegstructuur (Platform overleg statushouders en de contacten met Vluchtelingenwerk) blijven hiertoe in stand. Verdere procedure, communicatie en uitvoering Het voorstel moet ter instemming worden voorgelegd aan de Drechtraad; hiervoor geldt de volgende planning: 1. 6 november 2012 Carrousel 2. 4 december 2012 Drechtraad Publicatie van het Intrekkingsbesluit geschiedt na vaststelling op de voor de Drechtsteden gebruikelijke wijze. Onderliggende stukken Intrekkingsbesluit Verordening Inburgering Drechtsteden.
De Drechtraad; gelezen het voorstel van het Drechtstedenbestuur van 10 oktober 2012; gelet op de behandeling in de Drechtraadcarrousel van 6 november 2012 en het bijbehorend advies aan de Drechtraad; gelet op de wijziging van de Wet Inburgering per 1 januari 2013 en de wijziging van het Besluit Inburgering per 1 januari 2013; overwegende: • Dat met ingang van 1 januari 2013 de gemeenten niet langer verantwoordelijk zijn voor het aanbieden van inburgeringstrajecten en het handhaven van nieuwkomers; • dat inburgeringsplichtigen vanaf 1 januari 2013 zelf verantwoordelijk zijn voor hun inburgering; • dat vanaf 1 januari 2013 de handhaving van de wet wordt ondergebracht bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; • dat het openbaar lichaam Drechtsteden, i.c. de Sociale Dienst Drechtsteden na 1 januari 2013 nog wel verantwoordelijk blijft voor het afmaken van lopende trajecten en al gestarte handhavingstrajecten; • dat er daarnaast nog een kleine groep statushouders is die hun status in 2012 heeft gekregen, maar pas in 2013 in de Drechtsteden wordt gehuisvest en hierdoor nog "oud" recht heeft op een traject van de gemeente; BESLUIT 1. De Verordening Inburgering Drechtsteden wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2013, met dien verstande dat zij van kracht blijft voor de volgende personen: a. Personen die voor 2013 zijn begonnen met een inburgeringsaanbod van de Sociale Dienst Drechtsteden, tot het moment dat zij aan hun inburgeringsverplichting hebben voldaan; b. Personen aan wie voor 2013 de inburgeringsplicht is opgelegd waartegen een handhavingsactie in gang is gezet, tot het moment waarop de handhavingsactie is afgerond; c. Personen die in 2012 hun verblijfstatus hebben gekregen maar pas in 2013 in de Drechtsteden worden gehuisvest en daaraan rechten op grond van de Verordening Inburgering Drechtsteden kunnen ontlenen, tot het moment waarop die rechten, op welke wijze ook, tot een einde zijn gekomen. 2. Dit besluit bekend te maken op de binnen de Drechtsteden gebruikelijke wijze. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de Drechtraad van 4 december 2012. De coördinerend griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
drs. A.A.M. Brok
Bijlage 7
VOORSTEL DRECHTRAAD 4 december 2012 Datum 13 september 2012
Steller Dhr. J.K. Buitink/A.Blokland
Doorkiesnummer 078 770 4849
E-mail
Onderwerp
Regionaal mobiliteitsplan Drechtsteden Voorstel Het regionaal Mobiliteitsplan “Op één kompas varen”, aankoersen op een bereikbare en leefbare regio 2012 – 2020 vaststellen. Bevoegdheid DR (regionale, autonome taak (artikel 6 GRD, eigen taken). Samenvatting Op 6 oktober 2011 heeft het Drechtstedenbestuur het concept regionaal mobiliteitsplan Drechtsteden vrijgegeven voor inspraak. Dit plan heeft als titel: “Op één kompas varen, aankoersen op een bereikbare en leefbare regio 2012 – 2020”. Het document is verspreid onder in het voortraject eerder betrokken maatschappelijke partners, alsmede toegezonden aan de publieke partners. Ook lag de conceptvisie ter inzage op de verschillende gemeentehuizen en was te downloaden op de website van de Drechtsteden. De inspraakperiode stond open van 7 mei tot en met 17 juni 2012. In totaal zijn er 11 reacties binnengekomen. Een deel van de reacties betrof behoefte aan aanscherping of nuancering van de tekst. Een ander deel valt te duiden als “het geven van een eigen opvatting” op de lijn van de Drechtsteden. In de bijgevoegde “inspraaknota” zijn de ingekomen reacties, en de wijze waarop deze zijn verwerkt, weergegeven. Voorgesteld wordt om de aangescherpte visie van het Regionaal mobiliteitsplan voor de periode tot 2020 door de Drechtraad te laten vaststellen. Toelichting op het voorstel Op 6 oktober 2011 heeft het Drechtstedenbestuur het concept Regionaal Mobiliteitsplan vrijgegeven voor inspraak. Het concept Mobiliteitsplan is onder de aandacht gebracht van alle betrokken maatschappelijke en publieke partijen. Hierbij kan worden gedacht aan de aanpalende regio’s, buur gemeenten alsmede het maatschappelijke middenveld. Tevens lag het document bij de verschillende gemeentehuizen van de regiogemeenten ter inzage en was het via de website van de Drechtsteden beschikbaar. Na sluiting van de ter inzage legging op 17 juni 2012, zijn in totaal 11 reacties binnengekomen. In totaal hebben 3 burgers gereageerd. Van het maatschappelijk middenveld zijn reacties ontvangen van de Adviesraad Gehandicaptenbeleid, de Fietsersbond en de Kamer van Koophandel. Vanuit de publieke sector is ingesproken door het Waterschap Rivierenland, de Stadsregio Rotterdam, de Provincie Zuid-Holland, Rijkswaterstaat en de Gemeente Barendrecht. D e reacties waren (over het algemeen) positief en opbouwend van karakter. Zo meldt de provincie dat de uitgangspunten en ambities goed aansluiten bij haar visie en beleid. Een deel van de reacties is geschreven vanuit het perspectief van inspreker. Zo vraagt de adviesraad Gehandicaptenbeleid om extra aandacht voor gehandicapten. De Fietsersbond vraagt bijvoorbeeld extra investeringen in het fietsnetwerk en verkeersveiligheid. Ambities die de regio in veel gevallen onderschrijft, maar niet direct kan realiseren. De stadsregio Rotterdam en Barendrecht schetsen kansen om de fietsverbindingen, openbaar vervoer lijnen voldoende aandacht te geven. Ook wordt tweemaal gevraagd naar de (formele) rol van de Drechtsteden in het openbaar vervoer.
pagina 2 van agendapunt: Regionaal mobiliteitsplan Drechtsteden
Deze is formeel inderdaad klein, maar juist door sterke samenwerking met vervoerder en Provincie Zuid-Holland staat er een goed product voor reizigers. De Kamer van koophandel en de Werkgevers Drechtsteden onderschrijven de ambities van de regio. Ook vragen ze extra aandacht voor het thema mobiliteitsmanagement, waarin nauw samen wordt gewerkt met deze partners. Kortom, veel verschillende en goede reacties van partners waar we nu en in de toekomst nauw mee blijven samenwerken aan een leefbare en bereikbare regio. In de bijgevoegde “inspraaknota”, die aan de insprekers wordt toegezonden, zijn de ingekomen reacties, en de wijze waarop deze zijn verwerkt, weergegeven. Consequenties Financiële consequenties Uit het vaststellen van dit regionaal mobiliteitsplan vloeien geen directe financiële consequenties voort. Wel wordt jaarlijks bepaald op welke wijze de thema’s van de uitvoeringsagenda worden vertaald in het werkprogramma van bureau Drechtsteden. Personele en organisatorische consequenties Geen. Juridische consequenties Geen. Consequenties voor andere beleidsvelden en organisaties Het voorliggende regionaal mobiliteitsplan is een belangrijke pijler is de economische structuurversterking van de regio. Investeren in een bereikbare en leefbare regio maakt de Drechtsteden een aantrekkelijk gebied om te werken, wonen, recreëren. Er wordt ook een strakkere (integrale) benadering gekozen met milieu. Denk hierbij aan het ontschotten van de thema’s Verkeer en Milieu voor wat betreft het subthema Duurzame Mobiliteit. Advies en draagvlak Het Drechtstedenbestuur heeft op 10 oktober 2012 besloten het regionaal mobiliteitsplan ter vaststelling door te zenden naar de Drechtraad. Verdere procedure, communicatie en uitvoering Terugblik - Portefeuillehoudersoverleg Fysiek op 21 juni 2011 (presentatie hoofdlijnen); - Portefeuillehoudersoverleg Fysiek 6 september 2011 (presentatie); - Drechtstedenbestuur 6 oktober 2011 (vrijgave concept voor inspraak) - Drechtraad 1 november 2011 (opiniërend en besluitvormend, vrijgave voor inspraak) Verdere procedure - Drechtraad Carrousel 6 november opiniërend/informerend; - Drechtraad 4 december besluitvormend. Onderliggende stukken Regionaal mobiliteitsplan “op één kompas varen” Aankoersen op een bereikbare en leefbare regio 2012-2020”. Inspraaknota op het concept plan.