Programma Drechtstedendinsdag avondgedeelte 7 december 2010 Locatie: Stadhuis Dordrecht (Stadhuisplein 1) Themabijeenkomsten 16.30 -17.00 uur
N.V. Stadsherstel Drechtsteden en B.V. Voorstraat Onze regio heeft een lange historie. Dat is onder meer goed zichtbaar in de vele monumenten en daar mogen we trots – en moeten we zuinig – op zijn. Daarom hebben in 2009 alle woningcorporaties die werkzaam zijn in de Drechtsteden een naamloze vennootschap opgericht die zich uitsluitend richt op het verwerven, herstellen, restaureren, exploiteren en weer afstoten van – met name – rijksmonumenten. Deze N.V. Stadsherstel Drechtsteden is inmiddels eigenaar van vijf rijksmonumenten, allemaal gelegen in het gebied van de Voorstraat Noord in Dordrecht. Een dochtermaatschappij, de B.V. Voorstraat, richt zich op het verwerven en aanpakken van niet-rijksmonumenten en heeft inmiddels drie panden in eigendom. Graag willen de bestuurder van Stadsherstel (dhr. J. de Gruijter), de projectleider (dhr. P. van der Veer) en de penvoerder (dhr. J. van Dorresteijn) u in het kort iets vertellen over de N.V. en de B.V. en wat zij eventueel kunnen betekenen elders in de Drechtsteden.
17.00 -17.15 uur
PAUZE
17.15 -17.45 uur
Dossiers netwerkdemocratie (opdracht 4 Drechtraad 16 juni) In juni 2010 heeft de Drechtraad het Drechtstedenbestuur vier opdrachten gegeven als conclusie uit de rapporten Scholten II en Meijdam. Eén van de opdrachten is om te komen tot een plan van aanpak strategische communicatie, aangaan van externe alliantie en lobby. Dit heeft geresulteerd in de dossiers Netwerkdemocratie. Portefeuillehouder A.B. Blase presenteert u de dossiers.
17.45 -18.45 uur
Gezamenlijke maaltijd in de Raedtskelder
18.45 -19.15 uur
Fractie overleg Wilt u in verband met de logistieke organisatie uiterlijk 3 december a.s. doorgeven of u met uw fractie vergadert? Dit kunt u doen via
[email protected]
19.20 -19.30 uur
Opening Drechtstedendinsdagavond en actuele mededelingen (plenair)
z.o.z. voor vervolg programma Drechtstedendinsdag avondgedeelte 7 december 2010
Pagina 2 Themabijeenkomsten voor raadsleden 19.40 – 20.20 uur 19.40 – 21.00 uur
19.40 – 21.00 uur
SOCIAAL (opiniërend) Wijziging diverse verordeningen
MIDDELEN (opiniërend) 2e MARAP GR Drechtsteden
De gewijzigde verordeningen worden in deze kamer opiniërend behandeld voor besluitvorming in de vergadering van de Drechtraad dezelfde avond (agendapunten 13, 14, 15, bijlagen 15, 16, 17). Sociale Werkvoorziening - verordening wachtlijsten - verordening cliëntenparticipatie Wsw - verordening persoonsgebonden budget begeleid werken Wsw
BESTUUR (opiniërend) Regionaal Meerjarenprogramma 2011 – 2014 U krijgt gelegenheid voor het stellen van vragen, toelichting en interactie als voorbereiding op de besluitvorming in de vergadering van de Drechtaad dezelfde avond (agendapunt 5, bijlage 4). Portefeuillehouder: drs. A.A.M. Brok Voorzitter: dhr. R. van Engelen Griffier: mevr. M. van Hall
De 2 e marap gaat over de realisatie van de eerste acht maanden van het jaar. Op basis daarvan wordt een prognose gegeven van de uitkomsten over heel 2010. Deze kamer is opiniërend voor de besluitvorming in de vergadering van de Drechtraad dezelfde avond (agendapunt 6, bijlage 5). Actualisatie Begroting GRD 2011
- Verordening bezwaarschriften - Intrekkings- en wijzigingsbesluit Sociale Dienst Drechtsteden
Portefeuillehouder: dhr. D.A. van Steensel / dhr. H.A. van Nieuwstraten Voorzitter: dhr. C. Moorman Griffier: dhr. B. Poiesz 20.30 – 21.00 uur MIDDELEN (opiniërend) Kredietaanvragen IP&A deelprogramma 1B, deel II Dit onderwerp is een vervolg op de opiniërende kamer ‘Kredietaanvragen IP&A’ op de Drechtstedendinsdag 2 november jl. De vergadernotitie vindt u in verband met besluitvorming in de vergadering van de Drechtraad op dezelfde avond, bij de stukken voor de vergadering van de Drechtraad (agendapunt 9a, bijlage 8). Portefeuillehouder: dhr. J.P. Tanis Voorzitter: mevr. N. de Smoker Griffier: mevr. T. van Ditmars
21.15 – 22.30 uur
Zie agenda en bijbehorende stukken Drechtraad
vanaf 22.30 uur
Afsluitende borrel in de Raedtskelder
Conform de financiële kadernota 2011 vindt begin 2011 de actualisering van de begroting 2011 plaats. U krijgt gelegenheid uw opinie te vormen over de actualisatie begroting GRD. Portefeuillehouder: mevr. M.W.M. de Vries Voorzitter: dhr. M. van der Plaat Griffier: dhr. F. Bergmans
Netwerkdemocratie Drechtsteden Drechtstedendinsdag 7 december 2010
Opdracht – Drechtraad 16 juni jl. Op basis van de rapporten commissies Scholten II en Meijdam 1.
2.
3.
4.
Instellen en organiseren van de Drechtstedendinsdag vanaf september 2010 Instellen van een Agendacommissie voor de Drechtraad Verbeteren van de kwaliteit van vergaderstukken Opstellen van een plan van aanpak strategische communicatie, het aangaan van externe allianties, inclusief lobby en netwerkdemocratie.
Netwerkdemocratie?
Op welke schaal (buurt/wijk/gemeente/regio) worden taken en vraagstukken belegd Wie is bij visievorming / besluitvorming en uitvoering betrokken Wat betekent dit voor de besluitvorming
Representatie (Drechtraad), maar ook betrokkenheid en verantwoordelijkheid van burgers, maatschappelijke partijen en bedrijfsleven
Context: bezuinigingen, decentralisatie en van government naar governance
Dossiers Netwerkdemocratie Drechtsteden 1. 2. 3. 4.
5.
Aangaan externe allianties Lobby Drechtsteden Monitoren Drechtstedendinsdagen Strategische communicatie
Netwerkkrachtmeting 6. Bestuurlijke vernieuwing op lokaal niveau 7. Positiebepaling gemeenten in de Drechtsteden
Dossiers Netwerkdemocratie
Dossier 1 tm 4: opdracht Drechtraad 16 juni jl. Dossier 5-7:
ondersteunend aan dossiers 1-4; passend binnen ‘netwerkdemocratie’; passend binnen programmering pfo ‘bestuur en middelen’ Deelname aan deze dossiers is onderwerp van gesprek bij ‘rondje colleges’ t.a.v. Toekomstperspectief Drechtsteden (dossier 7) Besluit door individuele gemeenteraden
Dossier 1: Aangaan van externe allianties
Meer in samenspraak met onze maatschappelijke partners opereren (visie en uitvoering) Drechtstedendinsdag als netwerkknooppunt om samenwerking en betrokkenheid te verstevigen (bestuurlijk politiek) Voorstel: Opstellen van een regionale, maatschappelijke netwerkkaart in lijn met het rMJP. Van daaruit intensivering van allianties.
Dossier 2: Lobby Drechtsteden
Relatie met dossier 1: betrokkenheid externe partners
Drie terreinen centraal:
1. Ruimtelijk-economische lobby: -> Randstad/Zuidvleugel, MIRT 2. Sociaal-maatschappelijke lobby: -> regionale sociale agenda/arbeidsmarktbeleid 3. Bestuurlijke lobby: -> interbestuurlijke betrekkingen, Provincie, BZK, VNG etc.
Voorstel: concrete bestuurlijke lobby, inclusief strategische allianties, op basis van agenda (rMJP)
Dossier 3: Monitoren Drechtstedendinsdagen
Drechtstedendinsdag: brede betrokkenheid colleges & raden, maatschappelijke partners. Ontmoeting en verbinding via inhoudelijk programma Voorstel: Monitoring en evaluatie Drechtstedendinsdag
Eind 2010 tussentijdse evaluatie door DSB 4e kwartaal 2011: uitgebreide evaluatie Coördinatiegroep draagt zorg voor permanente monitoring
Dossier 4: Strategische communicatie
Dossier betreft communicatie tussen DSB, Drechtraad, colleges, raden en burgers
Uitgangspunt: aanbevelingen commissie Scholten II
Gericht op de agenda van het rMJP en de inhoud van de Drechtstedendinsdagen Voorstel: Strategie en uitvoeringsplan op regionale communicatie
Dossier 5: Netwerkkrachtmeting
Afweging ligt bij de gezamenlijke individuele gemeenten
Dynamische tijden... Gevolgen kabinet: decentralisaties ‘Toekomstperspectief Drechtsteden’ (dossier 7)
Netwerkkrachtmeting: op specifieke onderdelen bruikbaar instrument bij ‘toekomstperspectief’ Voorstel: samen optrekken bij afweging in verbinding met opdracht 7
Dossier 6: Bestuurlijke vernieuwing op lokaal niveau
Participatie van burgers op concrete thema’s Bestuurlijke vernieuwing, (burger)participatie en interactief beleid Faciliteren van uitwisselen kennis tussen gemeenten op dit gebied Voorstel: ervaringen gemeenten delen, kennis en kunde (politiek en ambtelijk) uitwisselen
Dossier 7: Positiebepaling gemeenten in de Drechtsteden
Innovatieprogramma Drechtsteden, rMJP, decentralisaties en bezuinigingen versterken het belang van het schetsen van een gedeeld ontwikkelperspectief
Een gemeenschappelijk en gezamenlijk ontwikkelbeeld om samen de uitdagingen van vandaag en morgen aan te kunnen pakken: ‘Toekomstperspectief Drechtsteden’ Actie: ‘rondje colleges’ Toekomstperspectief Drechtsteden, bepalen vervolgacties
Proces
Bestuurlijk portefeuillehouder ‘dossiers netwerkdemocratie’ (deels GRD, deels coördinerend tbv gemeenten)
Voor alle dossiers is een plan van aanpak beschikbaar
Notitie Netwerkdemocratie bespreken eerst volgende Drechtstedendinsdagavond
Vragen / discussie
Stadsherstel Drechtsteden N.V. “Zonder verleden geen toekomst”
“Een pand zegt meer dan duizend woorden”
Presentatie Drechtstedendinsdag 7 december 2010
Inhoud presentatie •Aanleiding •Oprichting en aandeelhouders •Activiteiten •Toekomst •En wat kunnen we voor u betekenen?
Aanleiding •Voorstraat Noord als toegang tot het historisch hart van alle Drechtsteden •Monumenten in regio tussen wal en schip: algemeen belang •Bod aan de regio •Corporaties: maatschappelijke ondernemingen tussen markt en overheid
Oprichting en aandeelhouders •Eerste verwervingen al in 2007 •Onderzoek en aanloop 2008 •Oprichting 9 februari 2009 •Mogelijkheid vrijstelling overdrachtsbelasting •Dochter: Voorstraat B.V (voor de niet-rijksmonumenten)
Oprichting en aandeelhouders Aandeelhouders: •Trivire (Progrez en Interstede) •Forta/WwW (Forta en Westwaard Wonen) •Woonbron •Rhiant •Tablis Wonen •Wbv. Heerjansdam Kapitaal: Maatschappelijk kapitaal: 17 mln. Geplaatst en gestort: 3,8 mln
Activiteiten
•Voorstraat 13 •Verworven: 2007 •Opgeleverd: 2010 •In gebruik als atelier (vioolbouw, jazzgitaren) en B&B
Activiteiten •Voorstraat 111/113 + Turfsteiger 2/4 •Verworven: 2009 •Oplevering 2010 (Voorstraat) •Turfsteiger: in ontwerpfase •Gebruik: creatieve ondernemers
Activiteiten •Voorstraat 181 + 183 •Verworven: 2008 •Oplevering: 2011/2012 •Gebruik: horeca (b.g.) + wonen)
Activiteiten •Dam 143 Alblasserdam •Verworven: 2010 •Oplevering: 2011/2012 •Gebruik: bedrijfsruimte
Toekomst •Verwerving 2 panden/jaar •Verkoop vanaf 2019 •‘Treintjesmodel’ (aankopen verbeteren versterken straat, stad, gemeente verkoop opbrengst gebruiken voor nieuwe aankoop)
Voor u? •Nieuwe regelgeving helpt ons nog niet •Partnerschap met gemeenten is belangrijk: •Publieksrechtelijk •Openbare ruimte omgeving •Overige faciliteiten (horeca, parkeren) •GRF-financiering
Tot slot •Nieuwe regelgeving helpt ons nog niet •We willen graag verder: onze regio heeft veel om zuinig op te zijn •Indien we het niet alleen meer mogen doen rekenen we op u •Stadsherstel en Voorstraat kunnen ook panden verwerven in ruil voor aandelen (en dus zeggenschap)
Tot slot Dank voor uw aandacht! Vragen?
Concept Actualisering begroting 2011 GR Drechtsteden
Versie dd 11 november 2010
2
INHOUDSOPGAVE
1
Inleiding
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8
Programma's Bureau Drechtsteden Manden maken Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden Gemeentebelastingen Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden Programma IP&A
9 14 15 32 37 48 53 58
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
Financiële begroting Recapitulatie programmabegroting en begrotingswijzigingen Algemene dekkingsmiddelen Resultaatbestemming Actualisering kostenindexering Verdeelsleutels Personele sterkte
61 63 63 63 64 65
5
Bijlage: Bijdragen per gemeente
66
Versie dd 11 november 2010
3
4
1.
INLEIDING
De primaire begroting 2011 is in juni 2010 door de Drechtraad vastgesteld. Conform de financiële kadernota 2011 wordt de begroting geactualiseerd aan het eind van het jaar. De actualisering betreft o.a. de volgende onderwerpen: - inhoudelijke ontwikkelingen, inclusief financiële consequenties van nieuw en gewijzigd beleid; - actualisering van de gehanteerde percentages voor de kostenstijgingen, op basis van de ramingen van het CPB van september 2010 en de septembercirculaire van het Gemeentefonds; - structurele doorwerking van de rekeningresultaten 2009; - verwachte resultaten van de brede doorlichting. Bij de inhoudelijke toelichting bij de individuele begrotingsprogramma’s wordt vooral ingegaan op ontwikkelingen sinds de opstelling van de primaire begroting. Op onderdelen is een meer algemene weergave van de gang en stand van zaken. Actualisering van de gehanteerde percentages voor de kostenstijgingen Met de financiële kadernota 2011 vastgesteld in de Drechtraad van december 2009 is besloten om de kostenbudgetten en gemeentelijke bijdragen aan te passen aan de reële verwachte kostenstijgingen. Bij de primaire begroting is uitgegaan van de ramingen van het Centraal Planbureau van december 2009. Voor de actualisering zijn de CPB-ramingen van september 2010 gehanteerd. Dit resulteert in een kleine neerwaartse bijstelling van budgetten en gemeentelijke bijdragen met 0,33%, van 1,48% naar 1,15%. In hoofdstuk 3.4 is de gespecificeerde opbouw van de percentages opgenomen. Financiële uitkomsten Samenvattend ontstaat het volgende financiële beeld per GRD-onderdeel, in vergelijking met de primaire begroting. Bureau Drechtsteden: - Bureau Drechtsteden heeft sinds 2007 een oplopend financieel tekort. Dit tekort is ontstaan doordat kosten van (nieuwe) activiteiten in het verleden niet altijd van een adequate financiële dekking zijn voorzien. Voor 2011 worden maatregelen genomen het tekort (verder) terug te brengen, wordt nagegaan welke verdere mogelijkheden er zijn de budgetoverschrijding te beperken. Waarnodig zal een voorstel voor aanvullende financiering worden gedaan. - De bijdrage van de gemeenten voor de waterbus is teruggebracht van € 718.000 naar € 680.000. De begrote lasten en baten dalen met € 38.000. - Bijstelling van de kostenindexering van 1,48% naar 1,15% heeft geresulteerd in een verlaging van de begrote de baten en de lasten met € 8.000. Sociale Dienst Drechtsteden: In de gepresenteerde begroting van de Sociale Dienst Drechtsteden heeft de dochter zichzelf een taakstelling opgelegd om het tekort wat dreigt te ontstaan bij ongewijzigd beleid (zo’n € 18,9 miljoen) in 2011, doormiddel van te wijzigen beleid en doormiddel van taakuitvoering, terug te brengen met ruim € 11 miljoen. - Het begrote bedrag voor het participatiebudget is met € 5,4 miljoen naar beneden bijgesteld. De bijstelling vloeit voort uit de neerwaartse bijstelling van het Rijksbudget en een aanpassing op de begrote inzet vanuit de meeneemregeling dit op basis van huidige prognoses. - Het budget voor de Wet Sociale Werkvoorziening is toegevoegd. De afzonderlijke raden van de Drechtsteden gemeenten hebben ingestemd met een wijziging van de uitvoering en het opdrachtgeverschap van de WSW. Hierbij zal de SDD de regie (ofwel het opdrachtgeverschap) namens de gemeenten gaan voeren. Met het voeren van die regie worden de middelen die verband houden met Rijkssubsidie, door de gemeenten 1 op 1 overgedragen aan de GRD en toegevoegd aan de begroting van de SDD. Het gaat om het Rijksbudget van € 35,2 miljoen. - Het begrote bedrag voor inkomensverstrekking wordt met € 2,8 miljoen verhoogd, naar € 73,2 miljoen. Dit is gebaseerd op een maximaal klantenaantal van 4.700 op 31 december 2011. Het begrote tekort voor 2011 bedraagt daarmee € 8,6 miljoen.
5
-
-
Het begrote bedrag WMO wordt verlaagd met € 2,2 miljoen. Dit betreft onder andere de korting op het budget voor huishoudelijke hulp zoals opgenomen in de juni- en septembercirculaire van het gemeentefonds. De begrote last voor het apparaat wordt met € 1,5 miljoen verhoogd. Dit is het gevolg van (extra) formatie door de te voeren regie op de sociale werkvoorziening, de inzet van de extra beschikbare middelen van de tijdelijke specifieke uitkering schuldhulpverlening en een meer reële raming van de externe inhuur. Specifiek voor deze laatste benoemde, externe inhuur, heeft dit een budgettair neutraal verloop voor de gemeenten, de dekking van deze kosten komt vanuit het participatiebudget.
Ingenieursbureau Drechtsteden: - De begroting is met € 940.000 verlaagd. De verlaging is opgenomen vanwege een verwachte afname van het werkaanbod in 2011. Deze omzetverlaging wordt opgevangen door een even grote verlaging van de kosten met name een afname van het aandeel inhuur. Servicecentrum Drechtsteden: Het SCD zit op schema en realiseert in 2011 een taakstelling van € 1 miljoen. De begroting is op een aantal punten aangepast. - Conform de notitie “ICT beeld 2009 en verder” zijn net als over 2009 en 2010 meerkosten in de begroting 2011 opgenomen in verband met de grotere aantallen werkplekken, applicaties en accounts. Er is immers net als in 2010 meer inzet nodig om deze te onderhouden. De totale meerkosten bedragen € 1,35 miljoen. - Er dienen door IP&A meer applicaties te worden gemigreerd dan voorzien. Hierdoor is de uiteindelijke realisatiedatum van de uitrol van de nieuwe gemeenschappelijke infrastructuur eind juni 2011. Hierdoor moet het SCD aanzienlijk meer kosten maken. De vertraging in de uitrol van de uniforme werkplek uitrol heeft een direct effect op de benodigde menskracht bij de afdeling ATB om de “oude” infrastructuren langer in de lucht te houden. In eerste instantie zou de migratie doorlopen tot eind 2010. De meerkosten voor 2011 bedragen € 310.000. - De benodigde uitbreiding van de afdeling financiële administratie en grootboek ad € 243.000 is structureel opgenomen in de geactualiseerde begroting, dit conform het besluit van het Drechtstedenbestuur van maart 2010. - De kosten van de salarisgaranties zijn verlaagd met € 140.000, dit vanwege de door- en uitstroom van een aantal medewerkers. - Bijstelling van de kostenindexering van 1,48% naar 1,15% heeft geresulteerd in een verlaging van de begrote de baten en de lasten met € 128.000. GemeenteBelastingen Drechtsteden: - De begroting wordt verlaagd met €161.000. De verlaging wordt gerealiseerd door de afbouw van de ontwikkelformatie en brede doorlichting. De begrote bijdragen van de gemeente neemt met € 161.000 af ten opzichte van de primaire begroting. Onderzoekcentrum Drechtsteden - Bijstelling van de kostenindexering van 1,48% naar 1,15% heeft geresulteerd in een verlaging van de begrote de baten en de lasten met € 7.000.
6
Inhuur In onderstaande grafiek is de inhuur uiteengezet. In de grafiek is de inhuur per dochter opgenomen over de jaren 2009 (besteding) en 2010 (prognose) en begroot 2011. Een nadere toelichting op de inhuur per dochter is opgenomen in de programmaverantwoording van deze dochter. inhuur per dochter 2009,2010,2011 (x € 1.000) 30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0
BDS
SDD
IBD
SCD
OCD
GBD
IPA
totaal
2009
664
6.400
2.256
8.300
20
638
6.900
25.178
2010
829
4.344
1.500
5.800
45
209
8.400
21.127
2011
398
4.500
1.008
4.500
108
75
6.000
16.589
Zoals blijkt uit bovenstaande grafiek bedraagt de totale inhuur begroot voor 2011 ad € 16,6 miljoen. Dit is een afname van € 4,5 miljoen ten opzichte van de geprognosticeerde kosten voor inhuur in 2010 ad € 21,1 miljoen.
Brede Doorlichting en taakstelling In het kader van de brede doorlichting is de taakstelling voor 2011 € 2 miljoen. Begin 2010 is de door het Drechtstedenbestuur de voorlopige taakstelling per GRD dochter vastgesteld. Overzicht brede doorlichting (Bedragen x € 1.000) Dochter
Taakstelling
Invulling
BDS
300
Zal middels voor 2011 nog nader te definiëren businesscases (zowel intern als extern) worden ingevuld.
SDD
458
In het kader van de brede doorlichting zijn business-cases opgestart om de bezuiniging voor 2011 te realiseren.
IBD
290
De taakstelling wordt onder andere gerealiseerd door de afname van inhuur van personeel en verlaging van de improductieve uren.
SCD
0
Het SCD heeft een eigen traject voor bezuinigingen, het VIP-programma met een taakstelling van € 1 miljoen in 2011
GBD
251
GBD heeft 5 speerpunten voor verbetering van bedrijfsvoering geformuleerd, om zo de taakstelling te realiseren.
OCD
100
Het OCD vult de taakstelling voor 2011 in door in dat jaar 10% van haar omzet in te verdienen bij externen.
Overkoepelend
601
Taakstelling (in te vullen door overkoepelende thema’s)
Totaal
2.000
Eind 2010 volgt een aanpassing en verdere uitwerking. In verband met die aanpassing is de taakstelling nog niet verwerkt in de individuele begrotingsprogramma’s. De opbrengst van de brede doorlichting wordt als volgt aangewend: - € 0,9 miljoen voor de dekking van de structurele kosten van de netwerkontwikkeling; - € 0,9 miljoen voor de compensatie van de kostenindexering (zie de bijlage met de bijdragen per gemeente); - € 0,2 miljoen voor het, gedeeltelijk, opvangen van de lagere bijdrage van regio Zuid-Holland Zuid aan het SCD.
7
Risico’s In dit onderdeel worden de grootste risico’s vermeld. Voor overige risico’s wordt verwezen naar de programma-onderdelen van de dochters. Stand van zaken Landsbanki In 2008 is een bedrag van € 7,0 miljoen als deposito weggezet bij de IJslandse Landsbanki. Tijdens de kredietcrisis is die bank in de problemen geraakt, waardoor het bedrag niet is terugontvangen. Ten laste van de rekeningsresultaten 2008 en 2009 is in verband hiermee een voorziening gevormd van € 1,75 miljoen. Er is een risico dat die voorziening onvoldoende blijkt te zijn als een groter deel uiteindelijk oninbaar blijkt. U
€ 10 miljoen Manden Maken van de provincie Er is nog geen zekerheid over de omvang van de bijdragen van de Provincie Zuid-Holland. De onzekerheid bedraagt een bedrag van € 10 miljoen. Hierdoor bestaat een risico voor de continuïteit van de uitvoering van het vastgestelde programma. Risico aantal Bijstandsuitkeringen De ambitie van het SDD om het aantal mensen met een bijstandsuitkering te beperken vormt een risico. De doelstelling die men zicht stelt is dat eind 2011 maximaal 4700 personen een uitkering ontvangen. Het begrote bedrag ad € 73,2 miljoen voor het product inkomensondersteuning is gebaseerd op dit aantal. In de begroting is aangegeven dat op basis van landelijke cijfers en prognoses het aantal personen met een uitkering oploopt tot circa 5.100. Het niet behalen van de doelstelling draagt daarmee een risico met zich mee van 400 maal de gemiddelde kosten van een uitkering ad € 14.250 wat neerkomt op € 5,7 miljoen. U
Wijziging btw-regime dienstverlening SCD De Belastingdienst is van mening dat het SCD met ingang van 2011 voor een groot deel van de dienstverlening btw in rekening moet brengen aan de klantorganisaties. De in rekening te brengen btw is voor een groot deel verhaalbaar, maar een deel zal een kostenpost gaan veroorzaken bij klantorganisaties. Op dit moment worden de gevolgen van deze wijziging in beeld gebracht. U
8
2.
PROGRAMMA’S
2.1 Bureau Drechtsteden In dit document zal in het kort de actualisering van de begroting 2011 van Bureau Drechtsteden (BDS) worden weergegeven. Alleen de onderwerpen die onzes inziens voor de begroting 2011 van belang zijn, ten opzichte van de oorspronkelijke begroting 2011, zijn opgenomen in dit document. Programmaverantwoording Bureau Drechtsteden hangt direct onder het Drechtstedenbestuur (DSB) en Drechtraad als het procesen programmabureau voor ondersteuning van het bestuur en het totaal van de netwerkorganisatie (én daarmee de gemeenten). Het gaat dan om advisering aan het Drechtstedenbestuur en de Drechtraad en samenhangend daarmee het coördineren van het Regionaal Meerjarenprogramma, inclusief de regie op de voortgang daarvan. Bureau Drechtsteden Regionaal Meerjarenprogramma (rMJP) Op dit moment wordt nog vorm gegeven aan het rMJP 2011-2014. In het rMJP benoemen we onze beleidsmatige doelen voor de komende vier jaar op Fysiek en Sociaal terrein. Bewust wordt daarbij de relatie gelegd met de aspecten Bestuur, Organisatie en Bedrijfsvoering. Goede sturing en beheer van de Gemeenschappelijk Regeling Drechtsteden (GRD) zijn randvoorwaardelijk voor het realiseren van onze ambities. U
In de afgelopen collegeperiode is een stevig fundament gelegd onder onze regio. Desondanks zijn we er nog onvoldoende in geslaagd de aanwezige kwaliteiten in het gebied voldoende uit te nutten. Daardoor houden de Drechtsteden een achterstand in werkgelegenheid, in de kwaliteit van het woonklimaat en in het lokale en regionale voorzieningenniveau. Als gevolg hiervan zijn we minder aantrekkelijk als woon- en vestigingsklimaat en vertrekken hoge inkomens naar elders. Onze regio staat dus voor grote opgaven in tijden van financiële en conjuncturele tegenwind. De komende periode staat de uitvoering centraal. Pieken in de Drechtsteden (op basis van het fundament) is daarbij het strategisch kader waarmee we het tij willen keren en een kwaliteitsprong maken. Daarbij stimuleren we een aantal sterke en karakteristieke kenmerken in ons gebied: water, landschap en binnenstad. De gunstige ligging van de Drechtsteden in de delta van rivieren en ten opzichte van wegen en spoorwegen geeft comparatieve voordelen. Dit biedt meerwaarde ten opzichte van de rest van Nederland. Onze opgaven vertalen we naar vijf programma’s: economie, arbeidsmarkt en kennisinfrastructuur, ruimte en duurzaamheid, maatschappij en tot slot bestuur en middelen. Gezamenlijk met onze maatschappelijke partners gaan we deze programma’s verder uitwerken en periodiek actualiseren. Welke doelen streven we per programma na? En welk pakket van samenhangende activiteiten levert een zo groot mogelijke bijdrage aan de strategische doelen en wat gaat dat kosten? Het is onze overtuiging dat een slimme programmering en een strakke aansturing leidt tot een maximaal rendement op de beperkt aanwezige middelen. Ruimte voor nieuwe ambities is er enkel binnen de huidige financiële kaders. Dat betekent dat middelen vrijgespeeld moeten worden onder andere door lopende dossiers af te bouwen als ook door innovaties in beleidsontwikkeling. In een tijd waarin gemeenten de financiën onder druk zien staan is het niet reëel de beleidsmatige ambities voor de komende 4 jaar om te zetten naar extra bijdragen vanuit de gemeenten. De snelheid waarmee ruimte gevonden wordt in de bestaande budgetten, bepaalt tevens de snelheid waarmee we onze beleidsmatige koers kunnen verleggen en activiteiten kunnen opstarten (intensiveren) die bijdragen aan de doelstellingen uit het rMJP 2011-2014. U
9
Drechtstedendinsdag/gevolgen commissie Meijdam en Scholten Besluitvorming als gevolg van de resultaten van de commissie Meijdam en Scholten heeft onder andere betrekking op een versterking van de bestuurlijke ondersteuning en bestuurlijke communicatie. Sinds september 2010 zijn de Drechtstedendinsdagen ingevoerd in plaats van de oude vergadermethode (maandelijks in plaats van 3-maandelijks). In het DSB van november 2010 zullen de Drechtstedendinsdagen op inhoud en op kosten geëvalueerd worden. Per november hebben we reeds twee Drechtstedendinsdagen gehad en hebben we een goed beeld van hoeveel de extra kosten zijn ten opzichte van de oude situatie. Deze maandelijkse cyclus in de vorm van de Drechtstedendinsdag zal naar schatting tot extra inzet van gemiddeld 0,5 fte leiden en extra faciliterende kosten. Naar raming is hiervoor in totaal extra € 75.000 op jaarbasis gemoeid. Netwerkontwikkeling Het budget netwerkontwikkeling is met ingang van het begrotingsjaar 2009 onderdeel van het begrotingsprogramma van Bureau Drechtsteden. Een groot deel van de kosten betreft inmiddels reguliere structurele kosten, tot een bedrag van € 900.000. In begroting 2011 wordt het budget netwerkontwikkeling derhalve niet meer als zodanig opgenomen. De specificatie van de structurele kosten is als volgt: U
Verwachte kosten 2011
Toelichting
Drechtraad
100
Concernstaf
500
Ondersteuning van de regiogriffie, faciliteren van de Drechtraad-bijeenkomsten. De verwachte meerkosten van de Drechtstedendinsdagen ad € 75.000 zijn nog niet meegenomen. Kosten algemeen directeur en versterking van de control en compliance functie.
NDD
100
Kosten van de NDD-voorzitter en de administratieve ondersteuning
HRM:
200
Centrale ondernemingsraad en netwerk ondernemingsraad, en Arbo vereisten.
Totaal
900
Bedrag x € 1.000
De kosten worden gedekt uit de opbrengsten van de brede doorlichting. Er wordt geen ontwikkelingsbudget opgenomen. Budget en financiering voor nieuwe ontwikkelingen worden op projectbasis vastgesteld. Wat zijn de kosten? Programma Bureau Drechtsteden (Bedragen x € 1.000) Primaire begroting Geactualiseerde begroting
Begrotingswijziging
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
7.050
7.050
0
6.604
6.604
0
-446
-446
0
10
Begrotingsanalyse Bedragen x € 1.000
Voordelen Inc.
Struct.
Nadelen Inc.
Totaal Struct.
Lasten Waterbus Kostenindexering Netwerkontwikkelingen
-38 -8 -400
-38 -8 -400
Subtotaal
-446
-446
Baten Waterbus Kostenindexering
Subtotaal
Analyse verwijzing A B C
-38 -8
-38 -8
A B
-400
-400
C
-446
-446
Totaal generaal voor bestemming Resultaatbestemming Totaal generaal na bestemming Toelichting A. De bijdrage voor de waterbus is teruggebracht van € 718.000 naar € 680.000. Hierdoor zullen zowel de baten als de lasten dalen met € 38.000. B. De kostenindexering van 1,15% heeft geresulteerd in een verlaging van de baten en lasten met € 8.000. In de primaire begroting was als kostenindexering 1,48% toegepast. C. De incidentele component van het budget voor netwerkontwikkeling wat sedert 2009 is opgenomen in programma van Bureau Drechtsteden wordt uit de begroting gehaald. Dit component zal incidenteel worden gefinancierd (per businesscase).
U
Bedrijfsvoering Bureau Drechtsteden heeft sinds 2007 een oplopend financieel tekort. Dit tekort is ontstaan doordat kosten van (nieuwe) activiteiten in het verleden niet altijd van een adequate financiële dekking zijn voorzien. Dit betreft: - proeftuin maritieme dienstverlening: de kosten hiervoor zijn in 2011 € 125.000, en in 2012 nogmaals € 125.000; - maandelijkse Drechtstedendinsdag: jaarlijkse extra personele en materiële kosten zijn structureel € 75.000; - lobby- en bovenregionale activiteiten: jaarlijkse extra personele en materiële lasten zijn € 230.000 structureel; - extra kosten voor huisvesting, receptie, catering en bijdragen aan het SCD: jaarlijks € 230.000 structureel. De feitelijke budgetoverschrijding is kleiner dan de som van genoemde factoren, doordat een deel wordt gecompenseerd door een onderbesteding op de uitvoering van het Meerjarenprogramma. Daarnaast is het Bureau bezig door kostenbeheersingsmaatregelen het tekort te verkleinen: - inhuur derden ten behoeve van de bedrijfsvoering: inmiddels zijn deze kosten afgebouwd op nagenoeg nihil; - inhuur personeel ten behoeve van de programma’s (IKC) beperken, door meer zelf uit te voeren in plaats van inhuur; - loonkosten eigen personeel: in de komende jaren komen tot een personele reductie; - dekking van doorbelastingen van derden: streven naar een verlaging van deze kosten; - kosten bedrijfsvoering: deze zijn inmiddels in het kader van de Brede doorlichting al tot een minimum beperkt; - uitgaven niet IKC heroverwegen; het betreft hier kosten voor opdrachten aan derden voor niet IKC opdrachten.
11
Voor 2011 wordt nagegaan welke verdere mogelijkheden er zijn de budgetoverschrijding te beperken. Waarnodig zal een voorstel voor aanvullende financiering worden gedaan. Werkdruk Doordat het aantal vergaderingen vermeerderd is en er meer deadlines zijn ten opzichte van voorgaande jaren, is de werkdruk van het personeel van Bureau Drechtsteden hoog te noemen. Steeds meer druk komt er te liggen op het indelen van werkzaamheden van bestaand personeel.
U
Algemene subsidieverordening Samen met juristen en op basis van de ervaring van andere gemeenten is in 2010 een begin gemaakt met het opstellen van een algemene subsidieverordening Drechtsteden. In deze subsidieverordening worden onder andere de kaders en procedures vastgesteld voor het verlenen van een subsidie. Getracht zal worden deze subsidieverordening in 2011 in werking te laten treden. U
Rijksbezuinigingen Op dit moment is het nog niet duidelijk wat de gevolgen zijn van de Rijksbezuinigingen voor Bureau Drechtsteden. U
Risico’s Hollands Glorie Voor de uitvoering van de projecten “informatiezuilen” en “watertaxi” zijn in het verleden gelden van derden ontvangen. Beide projecten zijn door diverse omstandigheden niet in een afrondende fase. Tevens is de afstemming hierover met de subsidiegever niet optimaal te noemen, waardoor het risico wordt gelopen dat gelden terug betaald dienen te worden. Dit zal een mogelijke doorloop kunnen hebben in 2011. U
Mobiliteitsmanagement Op 9 december 2009 is tussen Rijk, Provincie en Drechtsteden een convenant afgesloten inzake de uitvoering van projecten mobiliteitsmanagement. Onderdeel van het convenant is, dat de Drechtsteden 50% (€ 510.500) cofinanciering garanderen. Deze cofinanciering verloopt via regionale projecten die in de looptijd van het project in uitvoering komen. De omvang van het project is neerwaarts bijgesteld en aangepast aan de mogelijkheden tot cofinanciering. U
Proeftuin maritiem De businesscase gaat uit van een projectbegroting van € 1,5 miljoen over drie jaren. Op basis van de businesscase is medio 2010 een EFRO-subsidie toegekend van € 750.000 en hebben ook de overige participanten (onderwijsinstellingen, georganiseerd bedrijfsleven en provincie) een bijdrage toegezegd. Nu de financiering rond is, kan het project van start. Op basis van de businesscase heeft het Drechtstedenbestuur eind 2009 in principe ingestemd met een projectbijdrage van € 300.000 voor de duur van het project. De benodigde dekking voor 2011 en 2012 (elk € 125.000) is niet aanwezig en zal worden meegenomen in de afweging ten behoeve van het rMJP 2011-2014. U
U
Besluitvorming Een risico van Bureau Drechtsteden is dat er aan het DSB besluiten worden voorgelegd respectievelijk het DSB besluiten neemt zonder dat er dekking tegenover staat. Hierdoor vallen deze kosten ten laste van het budget van Bureau Drechtsteden.
Deltapoort Een punt van aandacht is de financiering van de deelname in Deltapoort ad € 75.000. Indertijd is besloten deze niet ten laste te brengen van de reguliere Drechtstedenbegroting, maar binnen te halen door een “collecte” bij vijf Drechtstedengemeenten (Dordrecht draagt zelfstandig bij). De bereidheid tot een financiële bijdrage in Deltapoort blijkt bij de gemeenten af te nemen, waardoor een financieel tekort voor de Drechtsteden dreigt te ontstaan. Uiteindelijk kan hierdoor de –op zich door ieder wenselijk geachte- participatie in Deltapoort in gevaar komen. U
12
Bijdrage per deelnemer (Bedragen x € 1.000) Klachten Algemene Voorrangs Bijdrage RPV Waterbus NME commisbijdrage commissie Wonen sie Alblasserdam 187 4 40 5 4 28 4 Dordrecht 1.169 25 364 31 23 172 28 H.I. Ambacht 261 5 53 7 5 38 6 Papendrecht 313 7 71 8 6 46 8 Sliedrecht 237 5 55 6 5 35 0 Zwijndrecht 437 9 107 11 9 64 10 Totaal 2.604 55 690 68 52 383 56 Deelnemer
WEB
WalSlok stroom
4 23 5 6 5 8 51
5 34 8 9 7 13 76
0 64 13 15 12 23 127
Totaal 281 1.933 401 489 367 691 4.162
Soorten verdeelsleutels De verdeelsleutel betreft voornamelijk de inwoneraantallen, enkel voor de Waterbus betreft de verdeelsleutel Gemeentefonds uitkeringsjaar 2009. U
Toelichting - Voor de Waterbus zijn de onderlinge bedragen veranderd ten opzichte van de 1 e marap aangezien de verdeling niet juist was opgenomen. - De kostenindexering van 1,15% heeft geresulteerd in een verlaging van de baten en lasten met € 8.000. In de primaire begroting was als kostenindexering 1,48% toegepast. U
P
P
Personeel Bezetting ultimo 2009
Formatie 2010
Primaire begroting 2011
26,9 fte
27,9 fte
26,9 fte
Geactualiseerde begroting 2011 26,9 fte
Van de 26,9 fte zijn in 2011 6 fte in dienst van Bureau Drechtsteden, maar werkzaam bij andere organisaties (bijvoorbeeld Rom-D), waar een 100%-dekking tegenover staat. Ziekteverzuim 2009
4%
Geraamd
Primaire begroting
ziekteverzuim 2010
2011
4,9 %
4%
Geactualiseerde begroting 2011 4%
Als gevolg van een situatie van langdurig ziekteverzuim – de betreffende medewerker is sinds medio 2009 niet aan het werk – loopt het ziekteverzuimcijfer voor BDS, dat zich de jaren voor 2009 beperkt tot circa 3,25%, dit jaar fors op. Met de bedrijfsarts vindt regelmatig overleg plaats over de voortgang ervan.
13
Externe Inhuur Kosten van externe Inhuur (bedragen x € 1.000) Realisatie 2009 Prognose 2010*
Geactualiseerde Begroting 2011 664 829 398 * Prognose van de inhuur voor 2010 gebaseerd op de gerealiseerde cijfers t/m augustus 2010.
Toelichting Bureau Drechtsteden inclusief Concern Hierboven zijn de bedragen opgenomen voor externe inhuur. Voor Bureau Drechtsteden geeft de volgende onderverdeling van de kosten “ externe inhuur”, alle niet-persoonsgebonden kosten (eigen personeel GRD en gedetacheerd personeel regiogemeenten) een beter inzicht: Bedrijfsvoering Voor het jaar 2011 zal er naar verwachting nagenoeg geen externe inhuur plaatsvinden binnen de bedrijfsvoering van Bureau Drechtsteden. Bovenregionaal Naar verwachting zal voor 1 persoon (beëindiging per 31 -12 -2010) voor 2011 de externe inhuur € 0 bedragen, tenzij: - aanvullende middelen voor deze activiteiten beschikbaar worden gesteld; of - Dordrecht deze regionale inzet/activiteiten om niet beschikbaar stelt; of - Gemeenten via een aparte verrekening deze kosten verrekenen met een extra bijdrage. Concern/Centrale staf Voor 2011 is voor een bedrag ad € 360.000 aan Externe inhuur meegenomen voor Concern/Centrale staf. 2.2 Manden Maken Eind 2010 is het investeringsfonds naar verwachting uitgeput. Over de toezegging van de provincie om € 10 miljoen in te zetten als kapitaalstorting in ROM-D Capital, moet binnen de provincie nog een formeel besluit genomen worden. Door dit besluit dreigt in Manden Maken een substantieel tekort te ontstaan; bij de opzet van Manden Maken is dit bedrag beschouwd als projectensubsidie. Op dit moment brengen wij de consequenties van dat beoogd provinciaal besluit in kaart. Zowel de verwachte omvang van het dreigend tekort wordt in beeld gebracht als ook mogelijke maatregelen om het risico te reduceren. Om de omvang van de mogelijke vrijval te kunnen bepalen, wordt met alle gemeenten nogmaals de status en voortgang van de projecten doorgesproken. Wij verwachten u hierover eind 2010 te rapporteren, dan weten we ook wat de eventuele effecten hiervan zijn voor 2011. Programma Manden Maken (Bedragen x € 1.000) Primaire begroting Geactualiseerde begroting
Begrotingswijziging
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
0
0
0
0
0
0
0
0
0
14
2.3 Sociale Dienst Drechtsteden Inleiding Deze begroting heeft de titel “keuze voor ambitie” meegekregen. In deze tijden van economische crisis, de daardoor stijgende vraag naar dienstverlening van de SDD en de grootschalige bezuinigingen van het Rijk en de gemeenten (Kort gezegd, meer werk maar minder geld) zetten we actief in op het zo veel mogelijk opvangen van de budgetkortingen èn het binnen de kaders van onze begroting zoveel mogelijk inzetten op de zelfstandigheid van onze cliënten. We hanteren daarbij als uitgangspunt dat in ieder geval alle dienstverlening die geen “open einde” regelingen betreft binnen de (verlaagde) budgetten dient te worden uitgevoerd. Voor de “open einde” regelingen wordt ingezet op een zo groot mogelijke reductie van de tekorten. Binnen deze context leggen wij u een ambitieuze begroting voor waarin aanpassingen van beleid zijn opgenomen en aankondigingen van aanpassing van beleid om zoveel mogelijk binnen de bijgestelde budgetten te blijven. 0B
Ongewijzigde voortzetting van beleid zou resulteren in een tekort ten opzichte van de beschikbare gemeentelijke budgetten van zo’n € 18.9 miljoen. In de voorliggende begroting heeft de SDD zichzelf een taakstelling opgelegd om dat tekort middels te wijzigen beleid en te wijzigen taakuitvoering met ruim € 11 miljoen terug te brengen (inclusief lopende restanttaakstelling á € 0,9 miljoen van de ketenkorting en doorlichting GRD van). In de voorliggende begroting wordt daarmee nu in een tekort voor de gemeenten voorzien van zo’n € 7.9 miljoen. Gezien de verwoorde uitgangspunten van de begroting bestaat het resterende tekort per saldo met name uit het resterende tekort op het I-deel van € 8,6 miljoen en het saldo van de apparaatslasten, waaronder het niet inboeken van de hogere uitkering aan de gemeenten voor de uitvoeringskosten WMO. In de recapitulatiestaat is een overzicht opgenomen van de opbouw van de taakstelling. In de bijlage een overzicht van de begrote bijdragen per gemeente. 58B
Zoals algemeen bekend is, zal het Rijk in 2011 en mogelijk ook de jaren daarna fors en structureel bezuinigen op de budgetten voor participatie, inkomen en zorg. Een aantal van deze bezuinigingen zijn nog in discussie en anderen zijn aangekondigd in de Miljoenen nota 2011 maar nog niet vertaald naar de Drechtsteden. De bezuinigingen die formeel bekend zijn, hebben wij verwerkt in deze begroting. Naast dat er minder geld beschikbaar is, is er sinds 2009 sprake van een oplopende vraag naar dienstverlening van de Sociale Dienst. Kort gezegd, meer werk maar minder geld. Dat vraagt om aanpassing van beleid en daaruit voortvloeiende dienstverlening. De SDD neemt daarin het voortouw en legt in deze begroting een stevige ambitie neer. Niet alleen een financiële ambitie door van het initieel te verwachten tekort, € 11 miljoen taakstellend voor zichzelf op te nemen (waarmee de voorliggende begroting € 11 miljoen minder nadelig is dan bij ongewijzigde voortzetting van het huidige beleid). Naast de financiële ambitie formuleren we ook door een stevige ambitie op toeleiding naar werk en beperking van de instroom. Daar waar voortzetting van het huidige beleid naar verwachting zou leiden tot een bestand van 5.100 cliënten eind 2011 stellen wij ons de doelstelling dit terug te brengen naar 4.700. Deze ambitie hebben we ook reeds vertaald als onderdeel van de genoemde € 11 miljoen. Een onderbouwing voor de ambitie van 4.700 vindt u in het hoofdstuk “Inkomen”. Om deze ambitie te realiseren zullen de reeds ingezette bestuurlijke lijnen verder worden voortgezet en ingevuld maar zullen ook, soms (maatschappelijk) ingrijpende aanpassingen van beleid worden voorgesteld. In de deze begroting zijn al een aantal aanpassingen verwoord en in de loop van 2011 zullen er meer voorstellen worden gedaan. Binnen deze context blijft de focus van de Sociale Dienst Drechtsteden gericht op de arbeidsmarkt; het voorkomen dat mensen een beroep doen op een uitkering en het zo snel en goed mogelijk laten uitstromen van mensen met een uitkering is en blijft de belangrijkste doelstelling van de sociale dienst. De arbeidsmarkt vraagt immers in de komende jaren om steeds meer en goed geschoold personeel. Voor de Drechtsteden is dit het cruciale vraagstuk van de komende jaren. De sociale dienst levert daaraan haar maximale bijdrage.
15
Ook het beleid op het gebied van de individuele voorzieningen van de Wet maatschappelijke ondersteuning zal aangepast moeten worden. Ook hier blijft er een maximale focus liggen op het doel van deze voorzieningen; zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen en leven in de Drechtsteden. De verwoorde ambities hebben we vertaald in de volgende doelstellingen waarop we onze inzet willen focussen: 1B
Wat willen we bereiken?
1. Het aantal mensen dat eind 2011 een bijstanduitkering ontvangt is maximaal 4.700. 2. De programmakosten WMO individuele voorzieningen dalen met 5% ten opzichte van 2010.
Bij de Sociale Dienst Drechtsteden gaan we ervan uit dat mensen zelfstandig willen zijn. Mensen willen de regie over hun eigen leven. Wanneer dat minder of niet lukt, dan ondersteunen wij hen om zo snel mogelijk weer zelfstandig te zijn. Dit doen wij met activiteiten op het gebied van re-integratie op de arbeidsmarkt, inburgering, inkomensondersteuning, schuldhulpverlening en zorgvoorzieningen (woon- of vervoersvoorzieningen, huishoudelijke hulp). De focus van de Sociale dienst zal in 2011 liggen op het voorkomen van instromen in de bijstand en op het uitstromen uit de bijstand van mensen die in staat zijn uit te stromen naar regulier werk, waarvoor een minimale ondersteuning nodig is. Het ondersteunen van mensen die alleen met een intensief traject kunnen uitstromen zal slechts worden ingezet al naar gelang het participatiebudget dit toelaat. De financiering van de ondersteuning van de participatie van mensen die niet in staat zijn uit te stromen naar regulier werk, zal in 2011 niet plaats vinden. De samenwerking met partners in de regio op het gebied van bijvoorbeeld vrijwilligerswerk, moet daarom worden versterkt. Wat gaan we daarvoor doen? De mate waarin mensen in staat zijn zelfstandig hun weg te vinden verschilt. Dat betekent dat ook onze mate van ondersteuning verschilt. De ene klant kan direct aan het werk, de andere met een korte training of een inburgeringcursus. Er zijn ook klanten die langdurige inkomensondersteuning of huishoudelijke hulp nodig. Wij ondersteunen mensen vanuit de uitvoering van de wetten Wet Werk en Bijstand, Wet Investering Jongeren, de BUIG (Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorziening aan Gemeenten), Wet Inburgering, Wet Maatschappelijke Ondersteuning, Wet Kinderopvang. 2B
De mensen die aankloppen bij de SDD hebben vaak een meervoudige vraag. Om deze klanten zo goed mogelijk te ondersteunen werkt de SDD nauw samen met partners in de keten van Werk en Inkomen, waaronder UWV, werkgevers, opleidingsinstituten en (regionale) re-integratiebedrijven, GGZ, woningcorporaties, voedselbanken, zorgaanbieders. Het belang van goede samenwerking is, mede gezien onze ambities voor 2011 groot, en zal ook in 2011 weer leiden tot nauwe contacten. De SDD realiseert zich dat ze voor de deelnemende gemeenten een niet te verwaarlozen aandeel in de jaarlijkse uitgaven vormt. Wij zijn ons ook goed bewust van de moeilijke financiële situatie waarin de gemeenten terecht zijn gekomen. Onze inspanningen zijn erop gericht om binnen de SDD zoveel mogelijk besparingen te realiseren en alternatieve dekkingen/nieuwe inkomstenbronnen te zoeken, voorstellen te ontwikkelen voor bijstelling van beleid. De in deze begroting financieel reeds vertaalde besparingsdoelstelling van € 11 miljoen onderstreept zowel de urgentie als de ambitie daarin. Hoe gaan we dat meten? In de bestuurlijke rapportages en de jaarrekening van de GR Drechtsteden leggen we verantwoording over de resultaten en de financiën en in het bijzonder over de realisatie van de 2 doelstellingen. 3B
16
Wat zijn de kosten? Samenvatting financiële effecten programma’s 11B
In de ramingen van deze begroting zijn alle effecten van de miljoenennota 2010 in de cijfers verwerkt. Participatie Een totale verlaging van het participatie budget met € 5,4 miljoen. Deze verlaging is veroorzaakt door enerzijds verlaging van de doeluitkering vanuit het Rijk en anderzijds een bijstelling van de begrote stand van de “reserveringsregeling”. Naar aanleiding van de prognose 2010 wordt het naar 2011 mee te nemen bedrag verlaagd met € 2.9 miljoen tot € 5,9 miljoen. De begrote uitgaven zijn op het begrote budget aangepast. Dit leidt er toe dat we voor 2011 nu € 5 miljoen lagere uitgaven ramen dan voor 2010 wordt verwacht. Voorstellen voor aanpassing van beleid worden voorgelegd. U
WSW Structurele verhoging van de begroting voor dit programma met € 35,2 miljoen door toevoeging van de WSW. Zoals besloten zal de SDD de regie (oftewel opdrachtgeverschap) namens de gemeenten gaan voeren op de sociale werkvoorziening. U
Kinderopvang Zonder aanpassing van beleid zal de kinderopvang een tekort van € 44.000 en op de kinderopvang op basis van een sociaal medische indicatie een tekort van € 77.000 laten zien. Wij hebben in deze begroting dit tekort op 0 gesteld. Voorstellen voor aanpassing van beleid in dit kader worden voorbereid. U
Inkomen Onze doelstelling om eind 2011 maximaal aan 4700 mensen een bijstanduitkering te verstrekken, betekent een geraamd tekort op het inkomensdeel van € 8.6 miljoen. U
Minimabeleid Zonder aanpassing van beleid is er sprake van een tekort van € 0,5 miljoen op het minimabeleid. Wij hebben in deze begroting dit tekort op € 0 gesteld. In de begroting wordt melding gemaakt van de voorgenomen aanpassing van het beleid in dat kader. U
WMO Verlaging van het totale budget WMO (huishoudelijke hulp en individuele voorzieningen) met € 2,2 miljoen. Dit bedrag is opgebouwd uit een neerwaartse bijstelling van de rijksbijdrage voor de WMO HH en een bijstelling op de individuele voorzieningen. Wij vangen dit grotendeels op door onze ambitie om de kosten ten opzichte van 2010 met 5% terug te dringen (zo’n € 1,9 miljoen). Hiertoe worden er voorstellen voorbereid om het tekort op de WMO structureel te kunnen opvangen. Het restanttekort wordt voor 2011 opgevangen door inzet van de reserve WMO. U
Apparaat/organisatie kosten Verhoging van de apparaatskosten met € 1,5 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door voortaan reeds op begrotingsbasis de inhuurlasten reëel te ramen. De stijgende vraag op levensonderhoud doet het aantal uitkeringen sterk stijgen. De hierop ingezette crisisaanpak vraagt tijdelijke extra inzet van personeel, dit wordt ingevuld door inzet van externe inhuur. Deze verhoging van reële kosten wordt volledig gedekt vanuit onder andere het participatiebudget en verlopen voor de gemeenten budgettair neutraal. De huidige weergave is daarmee het gevolg van een andere administratieve presentatie U
17
Recapitulatiestaat Programma Sociale Dienst Drechtsteden
Primaire begroting
Bedragen x € 1.000
Lasten
Participatie
Totaal
Baten
Saldo Lasten
Baten
Saldo
39.399
0
34.005
34.005
0
-5.394
-5.394
0
0
0
35.190
35.190
0
35.190
35.190
0
516
516
0
516
516
0
0
0
0
70.435
70.435
0
73.210
73.210
0
2.775
2.775
0
5.810
5.810
0
5.810
5.810
0
0
0
0
39.214
39.214
0
37.010
37.010
0
-2.204
-2.204
0
71
71
0
71
71
0
0
0
0
29.172
29.172
0
30.630
30.630
0
1.458
1.458
0
184.617 184.617
0
216.442 216.442
0
31.825
31.825
0
Minimabeleid
Apparaatskosten
Saldo Lasten
0
Kinderopvang
WMO Schuldbemiddeling en Budgetbeheer
Baten
Begrotingswijzigingen
39.399
WsW Inkomensondersteuning
Geactualiseerde begroting
In de voorgaande bedragen zijn de volgende lopende bezuinigingen en nieuwe ambities opgenomen: Reeds lopende taakstellingen (Bedragen x € 1.000) Brede doorlichting GRD (SDD-deel) Ketenkorting Totaal Brede doorlichting Realisatie (2010 deels incidenteel) Totaal
2010
2011
2012
-826 -800
-458 -1.100
-350 -1.150
-1.626
-1.558
-1.500
1.626 0
640 -918
640 -860
In deze begroting extra opgenomen ambities 2011 Inkomen Participatie WMO Minimabeleid Kinderopvang Totaal extra opgenomen ambities Totale financiële ambitie 2011
-2.690 -5.000 -1.977 -450 -121 -10.238 -11.156
Toelichtingen per product In de hierna volgende productpresentatie wordt telkens onder het kopje “Wat zijn de kosten?” een nadere specificering van de kosten van het betreffende product gepresenteerd. De SDD wil hiermee meer en meer vorm geven aan een transparante weergave van productkosten. 5B
12B
25B
Participatie Wat willen we bereiken?
Het aantal mensen dat een eind 2011 een bijstanduitkering ontvangt is maximaal 4.700. De arbeidsmarkt kent door de economische conjunctuur en de demografische ontwikkelingen nieuwe kansen en uitdagingen. Op de middellange termijn zal – als gevolg van vergrijzing – het aantal aangeboden vacatures het aanbod van beschikbaar en goed geschoold personeel ruimschoots overtreffen. Op de korte termijn is hiervan echter nog geen sprake en worden de Drechtsteden geconfronteerd met oplopende werkloosheid als gevolg van de economische crisis. De Drechtsteden gemeenten worden, gezien het bijzondere karakter van de arbeidsmarkt in de Drechtsteden, behoorlijk getroffen door de crisis.
18
Hoewel in 2010 de eerste voortekenen van een economisch herstel zich aftekenen, zijn de effecten daarvan op het aantal mensen dat een beroep doet op de bijstand nog niet merkbaar (na-ijleffect). Tevens is op dit moment onzeker of de economische opleving doorzet, de vrees voor een “dubbele dip” is nog steeds aanwezig. Op basis van de landelijke cijfers en prognoses, zou het aantal mensen met een bijstanduitkering in 2011 oplopen naar 5.100. Om het aantal mensen dat een bijstandsuitkering ontvangt in 2011 te laten dalen naar de ambitie van 4.700 zet de SDD maximaal in op het voorkomen van instromen in de bijstand en zo goed en snel mogelijk weer te laten uitstomen uit de bijstand naar de arbeidsmarkt zo nodig met ondersteuning door een re-integratievoorziening. Daarbij geldt dat het beschikbare budget voor re-integratie leidend is. Afhankelijk van het beleid van het nieuwe kabinet, worden er ingrepen verwacht in de organisatie van werk en inkomen in Nederland. Een verandering die door de Drechtsteden wordt ondersteund is het invoeren van een wet voor de onderkant van de arbeidsmarkt. Hierin zouden regelingen als de WWB, de WIJ, de Wajong en de WsW opgenomen worden. De overgang van de regie op de WsW naar de Sociale dienst per 1-1-2011 kan in dit licht worden gezien. De Drechtsteden zien de arbeidsmarkt en het optimaal functioneren daarvan als een van de grootste uitdagingen van de komende jaren. Daarom wordt er een programma arbeidsmarktbeleid ontwikkeld dat zich zowel richt op de ontwikkeling van de vraag (bedrijvigheid) als het aanbod (onderwijs en reintegratie). De focussectoren van dit programma zijn de maritieme sector, de zorg en het toerisme. De Sociale dienst speelt een belangrijke rol in dit programma en draagt daar actief aan bij. Mede als voorbereiding op de verwachte toekomstige krapte op de arbeidsmarkt en om de werkzoekenden duurzaam toe te leiden naar de arbeidsmarkt, hebben wij in 2010 de start gemaakt met een nieuwe aanpak van re-integratie. Deze aanpak stelt werk centraal, is vraaggericht (behoefte branches is maatgevend), biedt veel mogelijkheden voor maatwerk en is goedkoper. In 2011 zet de SDD inburgering primair in als middel om toeleiding en positie van de inburgeraar op de arbeidsmarkt te verbeteren. Het beschikbare budget is leidend en voor 2011 heeft de BC inmiddels vastgesteld dat de verschillende mogelijke doelgroepen in de navolgende prioriteitsvolgorde uit dat beschikbare budget bediend zullen worden. 1. Asielgerechtigde nieuwkomers en geestelijke bedienaren (wettelijke verplichting). 2. Inburgeringsplichtige uitkeringsgerechtigden (WWB) die een re-integratietraject (gaan) volgen. 3. Inburgeringsplichtigen die wonen in de Drechtsteden en door de werkgever worden aangemeld. 4. Inburgeringsplichtige nuggers die een re-integratietraject (gaan) volgen of (gaan) werken. 5. Vrijwillige inburgeraars die wonen in de Drechtsteden en door de werkgever worden aangemeld. 6. Alle overige inburgeringsplichtigen. 26B
Wat gaan we daarvoor doen?
Zolang de crisis duurt wil en zal de SDD – in samenwerking met haar partners – extra inzet organiseren om de groei van het aantal uitkeringen te beperken. Allereerst zal onze aandacht uitgaan naar de nieuwe instromers en de mensen die op korte termijn kunnen uitstromen naar de arbeidsmarkt. Inzet van langdurige re-integratieactiviteiten, die daarmee ook kostbaar zijn, wordt alleen toegepast als het perspectief op uitstroom naar werk daarmee reëel wordt. Het aanbieden van trajecten gericht op participatie in de samenleving, zullen in 2011 alleen kunnen plaatsvinden in samenwerking met partners in de regio (bijvoorbeeld vrijwilligers werk met behoud van uitkering). In 2010 is de inburgering opnieuw (onderhands) aanbesteed. Er zijn losse inburgeringproducten ingekocht die in combinatie met een re-integratietraject of werk bij 80% van de deelnemers aan het inburgeringexamen leiden tot behalen van het examen. Inburgering wordt alleen ingezet als er een relatie bestaat met de arbeidsmarkt (inburgering als middel naar werk of beter werk). De SDD versterkt de regie op klantniveau door inburgering volledig te integreren als middel binnen de re-integratie naar werk. Zoals aangegeven heeft de Bestuurscommissie voor 2011 vastgesteld in welke prioriteitsvolgorde de verschillende mogelijke doelgroepen uit het beschikbare budget bediend zullen worden. In 2011 zullen alleen de wettelijke verplichte inburgeraars gebruik maken van een inburgeringsaanbod.
19
Bij de uitvoering van de Wet Educatie in 2011 wordt een keuze gemaakt voor: • Behoud van de voortrajecten Wet inburgering en voortzetting van Alfabetisering Anderstaligen (doelgroep: inburgeraars die behoren tot de doelgroep Wet inburgering conform besluit Bestuurcommissie SDD, max.100) • Inzet op Funderende Educatie (basiskennis en vaardigheden) en voortzetting van de gemaakte afspraken in het aanvalsplan laaggeletterdheid van de Drechtsteden inclusief het cursus aanbod voor schuldhulpverlening (doelgroep algemeen, laagopgeleiden, met extra inzet op het bedrijfsleven / arbeidsmarkttoeleiding) • Behoud van het cursusaanbod Niveauverhoging Nederlandse Taal (doelgroep algemeen) • Behoud van het VAVO ofwel tweede kans onderwijs voor VMBO/HAVO en VWO vanwege de belangrijke functie voor bestrijding van het voortijdig school verlaten (doelgroep jongeren, jong volwassenen) • Behoud van het VAVO als voorziening gedragen door de drie Sociale Diensten van de regio ZHZ. (Nieuwe afspraak hierbij is bekostiging naar rato aantallen deelnemers met teljaar -1). Bovenstaande keuzen worden opgenomen in het productcontract Educatie 2011. Hoe gaan we dat meten? In de bestuurlijke rapportages zullen wij u rapporteren over de realisatie van de doelstellingen qua klantenaantal van 4.700 en budgetrealisatie. 27B
Wat zijn de kosten? Uit het participatiebudget worden de kosten voor re-integratie, inburgering en educatie gedekt. 28B
Bedragen x € 1.000 Participatie
Primaire begroting 2011 Lasten 39.399
Baten 39.399
Saldo 0
Geactualiseerde begroting Lasten 34.005
Baten 34.005
Saldo 0
Begrotingswijzigingen Lasten -5.394
Baten -5.394
Saldo 0
De geactualiseerde begroting participatie 2011 is opgebouwd uit het Participatiebudget van het Rijk geschat € 28.1 miljoen en de te verwachten reserveringsregeling 2010 ad. € 5.9 miljoen. De reserveringsregeling is het saldo wat overblijft na afrekening participatiebudget 2010, met dien verstande dat er maximaal 25% van het toegekende budget mag worden overgeheveld naar 2011. Bijstelling van de begroting 2011 is noodzakelijk doordat enerzijds de budgetten door het Rijk naar beneden zijn bijgesteld en anderzijds de reserveringsregeling ieder jaar verder wordt uitgeput (zie onderstaande tabel). Overschrijding van het rijksbudget 2011 zal worden gefinancierd uit de reserveringsregeling 2010. Het budget 2011 is gebaseerd op de voorlopige budgetten 2011, (bekendmaking gemeenteloket 1 oktober 2010). In 2011 heeft de SDD een voorlopig beschikbaar budget (inclusief de overheveling vanuit 2010) van € 34 miljoen. Dit is gelijk aan de geprognosticeerde uitgaven over 2010 van € 33.9 miljoen. Het ligt in de verwachting dat er voor 2011 extra korting van het participatiebudget door het Rijk plaats vindt. We gaan in 2011 dus interen op de resterende gelden van de reserveringsregeling. In 2011 en ook latere jaren zullen keuzes gemaakt moeten worden om binnen de budgetten te blijven. Bijsturing op de inzet van het participatiebudget is dus van belang.
20
Bedragen x € 1.000 Participatiebudget
Definitief budget 2010
Voorlopig budget 2011
Re-integratie
22.157
Inburgering
4.088
Educatie
1.898
Totale Participatiebudget Reserveringsregeling Totale baten
30.952
28.143
8.802
5.861
39.754
34.004
Definitief budget 2010 Op 1 oktober 2010 heeft het Min SZW de definitieve budgetten 2010 bekend gemaakt. Vooralsnog op hoofdlijnen per gemeente. Op dit moment is het niet uit te splitsen naar de producten re-integratie, inburgering en educatie. U
Voorlopig budget 2011 Het budget is gebaseerd op de voorlopige budgetten 2011 gepubliceerd op het gemeenteloket d.d. 1 oktober 2010. Op dit moment zijn er door het Rijk nog geen budgetbrieven 2011 opgesteld. We baseren ons voor dit budget dus op onze eigen inschatting op basis van de miljoenennota. De basis voor deze inschatting is de op Prinsjesdag gepresenteerde begroting 2011 van SZW en de daarbij behorende Memorie van Toelichting. Het voor de SDD geschatte budget 2011 is gebaseerd op procentuele neerwaartse bijstelling ten opzichte van het landelijke macrobudget 2010. De uiteindelijke toedeling van het rijksbudget aan gemeenten zal door toepassing van het verdeelmodel nog herverdeeleffecten kunnen opleveren. Dit kan leiden tot latere bijstelling van de begroting 2011. Voor wat betreft budget inburgering 2011 ad. € 4,1 miljoen binnen het participatiebudget hebben wij al berichtgeving van het Ministerie van VROM ontvangen. U
Op basis van de huidige inzichten vanuit onder anderen de miljoenennota en de bekendmaking voorlopige budgetten gaan we op dit moment uit van een neerwaartse bijstelling van € 2.8 miljoen op het totale participatiebudget voor (de jaarschijf) 2011 (exclusief de reserveringsregeling). Voor 2012 wordt een verdere verlaging verwacht. Mocht het nieuwe kabinet besluiten tot een forse (extra) bezuiniging op re-integratie dan zullen wij dit in een later stadium verwerken. Uitgaven 2011 De verwachte uitgaven 2011 zijn momenteel € 28.9 miljoen waardoor de SDD inteert op haar reserve. In het 1 e kwartaal van 2011 zullen de eerste effecten van de uitgaven van de nieuwe reintegratievoorzieningen, de nieuwe werkwijze en de inburgeringsagenda 2011 zichtbaar zijn. Voor deze eventuele meerkosten zullen de gelden van de reserveringsregeling ingezet moeten worden. P
P
Taakstelling bezuinigingen Het nu geraamde uitgavenbudget van € 28,9 miljoen wil zeggen dat we taakstellend met € 5 miljoen minder gaan werken dan de nu verwachte uitgaven 2010 van € 33,9 miljoen. WSW De afzonderlijke raden van de Drechtsteden gemeenten hebben ingestemd met een wijziging van de uitvoering en het opdrachtgeverschap van de wet op de sociale werkvoorziening. Enerzijds zal Drechtwerk worden omgezet in een NV en zich expliciet gaan richten op de uitvoering van haar opdrachten. Anderzijds zal de SDD de regie (oftewel opdrachtgeverschap) namens de gemeenten gaan voeren op de wet sociale werkvoorziening. Een voorstel hiertoe is in voorbereiding en zal eind 2010 aan de Drechtraad worden aangeboden. De SDD vindt deze rol en taak goed passen bij haar (toekomstige) rol als regisseur op de onderkant van de arbeidsmarkt. Hierbij wordt geen onderscheid meer gemaakt naar regelingen maar wordt de dienstverlening aan mensen die behoren tot deze doelgroep, geharmoniseerd. Om deze reden heeft de SDD gesteld dat het vormgeven van de regietaak Sociale werkvoorziening volledig geïntegreerd zal worden in de bestaande organisatie. 13B
21
Met het voeren van de regie op de wet sociale werkvoorziening zullen ook de middelen die daarmee verband houden, door de gemeenten worden overgedragen aan de GRD en toegevoegd aan de begroting SDD. Het gaat om een geprognosticeerd budget van € 35,2 miljoen, bestaande uit de Rijksbijdrage welke voor elke wsw’er beschikbaar is. Ook eveneens vanuit uit het Rijk gefinancierde stimuleringsvergoedingen. Voor de uitvoering van de regie taak wordt, gekoppeld aan formatie, door de gemeenten de daarvoor beschikbaar gestelde gelden aan de WsW vanaf 1 januari 2011 vergoed aan de SDD. In de miljoenennota is een korting aangekondigd op het WsW budget van 120 miljoen. De gevolgen voor de Drechtsteden zijn nog niet bekend en worden later verwerkt. Het budget is, zoals te doen gebruikelijk bij Drechtwerk, geraamd op basis van de informatie van de brancheorganisatie Cedris. In de voorliggende raming is de landelijke korting van € 120 miljoen (verlaging van de budgetten per arbeidsjaar) uit de miljoenennota verdisconteerd. Overigens zal de budgetkorting mogelijk negatieve gevolgen hebben voor het exploitatieresultaat van Drechtwerk. Dat loopt echter niet via de SDD. 29B
Wat zijn de programmakosten? Bedragen x € 1.000 WSW
14B
30B
Primaire begroting 2011 Lasten 0
Baten 0
Saldo 0
Geactualiseerde begroting Lasten 35.190
Baten 35.190
Saldo 0
Begrotingswijzigingen Lasten 35.190
Baten Saldo 35.190 0
Kinderopvang Wat willen we bereiken?
We blijven zoeken naar manieren om sneller en effectief kinderopvang mogelijk te maken voor de deelnemers aan onze trajecten. De vraag en het aanbod kinderopvang bereikt langzaam maar zeker in sommige gemeenten een verzadigingspunt waardoor het tekort aan kinderopvangplaatsen ook langzaam verdwijnt. Er zijn nog wel Drechtsteden waar we de kinderopvanginstellingen zullen vragen hierop actie te ondernemen 31B
Wat gaan we daarvoor doen?
Wij stemmen periodiek af met de kinderopvanginstellingen om tekorten hierin vroegtijdig te voorkomen. Hoe gaan we dat meten? In de bestuurlijke rapportages zullen wij u rapporteren over de behaalde resultaten en de financiën. 32B
33B
Wat zijn de kosten? Bedragen x € 1.000 Kinderopvang
Primaire begroting 2011 Lasten 516
Baten 516
Saldo 0
Geactualiseerde begroting Lasten 516
Baten 516
Saldo 0
Begrotingswijzigingen Lasten 0
Baten 0
Saldo 0
Voor de vorming van de SDD werd kinderopvang volledig gefinancierd uit het budget Wet Kinderopvang, onderdeel van de niet geoormerkte gemeentelijke middelen. De SDD heeft vanaf 2007 de kosten van kinderopvang voor klanten die re-integreren en kinderopvang nodig hebben, ten laste gebracht van het Participatiebudget. Dit heeft geleid tot een structurele neerwaartse bijstelling van de kosten die ten laste van gemeentelijke middelen moeten worden gefinancierd. Wij zien in die kosten vanaf 2007 echter wel een structureel stijgende lijn. Als gevolg van de economische crisis is een van de trends dat werkzoekenden opnieuw gaan studeren of langer doorstuderen, waardoor de aanspraak op de Wet Kinderopvang zal gaan groeien. Ook de kinderopvang voor klanten die bij de SDD een inburgerings- of re-integratietraject volgen, zal met de verwachte stijging van het bestand, toenemen. We verwachten dat we in 2011 een bedrag van € 722.000 voor kinderopvang ten laste van het Participatiebudget brengen.
22
Bij gelijk blijvend beleid zouden de kosten voor kinderopvang (die niet betaald kunnen worden uit het participatiebudget) het budget overschrijden met € 44.000. De kosten voor kinderopvang op basis van een sociaal medische indicatie zouden in 2011 het budget met € 77.000 overschrijden. Wij hebben deze meerkosten in deze begroting echter op 0 gezet als onderdeel van onze financiële ambitie van € 11 miljoen. We zullen daarom de Bestuurcommissie voorstellen voorleggen voor beperking van de kinderopvang vergoedingen, ook daar waar het gaat om kinderopvang op basis van sociaal medische indicatie. Het huidige budget voor kinderopvang is daarbij leidend. 15B
34B
Inkomen Wat willen we bereiken? •
Het aantal mensen dat een eind 2011 een bijstanduitkering ontvangt is maximaal 4.700.
Op basis van de landelijke cijfers en de prognose gebaseerd op de ontwikkeling in 2010 zou het aantal mensen met een bijstandsuitkering in 2011 oplopen naar 5100. Wij zien in de afgelopen maanden een stabilisatie van het aantal uitkeringen ontstaan. Als we deze stabilisatie als uitgangspunt nemen, betekent dit een daling van het aantal uitkeringen in 2011 met 4%. Daarnaast is er in 2010 een aanbesteding re-integratie afgerond, waarmee we een extra daling van 4% willen realiseren. Tezamen betekent dit een daling van 8% t.o.v. de prognose van 5100 klanten, waarmee de doelstelling voor eind 2011 uitkomt op 4700 bijstandsklanten. Wat gaan we daarvoor doen? In 2011 worden de uitkeringen vanzelfsprekend op tijd en rechtmatig uitgekeerd. Het recht op een uitkering staat direct in relatie tot de inspanningen die de klant doet om zo snel mogelijk weer zelfstandig te zijn. Het niet meewerken aan re-integratie activiteiten betekent dat er een sanctie op de uitkering plaats vindt. 35B
Het handhavingsbeleid van de sociale dienst is gericht op het vergroten van het (spontane) nalevingsgedrag van uitkeringsgerechtigden en het daarmee voorkomen en bestrijden van misbruik van voorzieningen en uitkeringen. De sociale dienst besteedt daarbij evenwichtige aandacht aan de vier aspecten voorlichting, dienstverlening, detectie en sanctioneren. In 2011 zetten we dit beleid voort. De focus zal daarbij liggen op communicatie. We laten meer weten wat we doen en leggen daarmee verantwoording af aan de burgers van de Drechtsteden over de rechtmatige besteding van gemeenschapsmiddelen en de aanpak van misbruik. Speciale aandacht geven we verder aan het sanctiebeleid. De sociale dienst werkt ook op het gebied van handhaving nauw samen met haar partners, zoals politie, justitie, arbeidsinspectie, woningbouwverenigingen en de gemeenten. Hiervoor kiest de sociale dienst een wijkgerichte en integrale aanpak, met zowel aandacht voor ondersteuning als handhaving. In 2011 blijven we ons inzetten op een debiteurenbeleid met een hoog incassorendement. Het debiteurenbeleid zal ook een instrument zijn voor uitstroombevordering. Daarbij kan gedacht worden aan de relatie tussen kwijtschelding van vorderingen om de duurzame uitstroom te bevorderen. Hoe gaan we dat meten? In de bestuurlijke rapportages zullen wij u rapporteren over de realisatie van de doelstelling en de budgettaire ontwikkelingen. 36B
23
Wat zijn de kosten? Product inkomensverstrekking Bedragen Primaire begroting 2011 x € 1.000 Lasten Baten Saldo Inkomens0 ondersteuning 70.435 70.435
Geactualiseerde begroting Lasten
Baten
Saldo
73.210
73.210
0
Begrotingswijzigingen Lasten 2.775
Baten 2.775
Saldo 0
Onze doelstelling om eind 2011 maximaal aan 4.700 mensen een bijstanduitkering te verstrekken, betekent een geraamd tekort op het inkomensdeel van € 8,6 miljoen. Dit is gebaseerd op de vastgestelde voorlopige budgetten 2011 welke het ministerie SoZaWe middels het gemeenteloket reeds bekendgemaakt heeft. Zoals gezegd, hebben we bij deze berekening rekening gehouden met de verlaging van het Inkomensdeel (WWB, WIJ,IOAW, IOAZ en BBZ) ad. € 6,8 miljoen. In juli 2010 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de gemeenten te kennen gegeven dat hij het voornemen heeft de budgetten voor het Inkomensdeel structureel neerwaarts te zullen bijstellen. Dit op basis van de bijgestelde prognoses van het CPB. De Drechtsteden hebben, samen met de G4 en Eindhoven een onderzoek laten verrichten naar deze bijstelling. In dit onderzoek is geconstateerd dat de gemeenten over 2010 een tekort verwachten dat (landelijk) € 386 miljoen hoger uitvalt dan het afgesproken eigen risico van gemeenten op de bijstandsverlening. De onderhandelingen over de vraag voor wiens risico dit extra tekort moet komen zijn nog gaande met het Ministerie. In het laatste kwartaal van dit jaar zullen we de vertaling van het definitieve macrobudget conform de miljoenennota voor 2010 en voorlopige budget 2011 voor de Drechtsteden ontvangen. Dan zal ook duidelijk zijn of het Ministerie vasthoudt aan de voorgenomen korting op het I-deel. Indien de korting van het I-deel volledig wordt gehandhaafd, verwachten we in 2011 € 73,2 miljoen aan uitkeringen te verstrekken, waarvan € 64,6 miljoen gedekt wordt door het I-deel en de debiteurenontvangsten. Conform vigerende afspraken zou de resterende € 8,6 miljoen ten laste van de gemeenten komen. Aan de lastenkant hebben we ons gebaseerd op onze doelstelling, een klantenaantal van 4.700 klanten WWB / WIJ ultimo 2011. Rekening houdende met de kosten van een gemiddelde uitkering van € 14.250 worden de uitkeringslasten 2011 geschat op € 70 miljoen. De overige regelingen zoals BBZ, IOAW en IOAZ worden begroot op € 3,2 miljoen. Dit betekent een verhoging van de lasten met € 3,8 miljoen ten opzichte van de primaire begroting 2011. Aangezien in de primaire begroting nog werd rekening gehouden met een toevoeging aan de programmareserve Inkomensondersteuning van € 1 miljoen welke nu vervalt, stijgen de lasten per saldo met € 2,8 miljoen. Aan het bestuur zullen voorstellen worden voorgelegd voor een verdere verlaging van deze tekorten. De programmareserve is in 2010 (1 e marap) reeds geheel opgesoupeerd. De debiteurenontvangsten worden voor het jaar 2011 begroot op € 3,7 miljoen. P
16B
38B
P
Minimabeleid Wat willen we bereiken?
Het minimabeleid wordt arbeidsmarkt gericht ingezet. Daarnaast worden mensen die niet meer kunnen werken, de zgn. werkende armen en kinderen die leven in gezinnen op bijstandsniveau ondersteund door minimabeleid. Wat gaan we daarvoor doen? Het minimabeleid wordt vooral ingezet op de volgende doelgroepen; werkende armen, mensen die (tijdelijk) niet in staat zijn te werken, 65+’ers en kinderen die leven in gezinnen op bijstandsniveau. Hiermee vervallen de minimaregelingen voor mensen in de bijstand die door re-integratie aan het werk kunnen. We zetten in op collectieve voorzieningen, een persoonsgebonden budget en een noodfonds. De bestaande voorzieningen zullen opgaan in deze nieuwe regeling. Eind 2010 zal hiervoor een voorstel worden voorgelegd aan de Bestuurscommissie SDD. Het budget voor minimabeleid zal leidend zijn voor de uitgaven. 39B
24
Hoe gaan we dat meten? In de bestuurlijke rapportages zullen wij u rapporteren over de behaalde resultaten en financiën. 40B
41B
Wat zijn de kosten? Bedragen x € 1.000 Minimabeleid
Primaire begroting 2011 Lasten 5.810
Baten 5.810
Saldo 0
Geactualiseerde begroting Lasten 5.810
Baten Saldo 5.810 0
Begrotingswijzigingen Lasten
Baten 0 0
Saldo 0
Bij gelijkblijvend beleid, zouden de kosten voor het minimabeleid het budget met € 450.000 overschrijden. Wij hebben deze meerkosten in deze begroting echter op 0 gezet als onderdeel van onze financiële ambitie van € 11 miljoen. Hiertoe zullen eerder genoemde voorstellen voor aanpassing van beleid worden voorgelegd. 17B
42B
WMO Wat willen we bereiken? •
De programmakosten WMO individuele voorzieningen dalen met 5% ten opzichte van 2010
Mensen met beperkingen die ondersteuning nodig hebben willen we efficiënt en doeltreffend ondersteunen. De ondersteuning moet toegankelijk en van goede kwaliteit zijn, en betaalbaar zijn en blijven voor de samenleving. In 2011 willen we samen met alle organisaties en instellingen die een rol spelen op het gebied van welzijn, zorg en wonen bereiken dat er minder (kostbare) individuele voorzieningen nodig zijn, terwijl burgers met beperkingen toch blijven meedoen in de samenleving. De groei van het aantal verstrekte voorzieningen is in 2010, in vergelijking met voorgaande jaren, al fors teruggebracht (verwachte stijging) maar willen we in 2011 tot staan brengen. Daartoe zal er gezocht worden naar goedkopere oplossingen en het heffen van een eigen bijdrage. Wat gaan we daarvoor doen? We voeren een deel van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) uit, namelijk de individuele voorzieningen, en de daarbij behorende informatie- en adviesfunctie. Inwoners van de zes Drechtsteden gemeenten, met lichamelijk en/of geestelijke beperkingen, die geen andere oplossing in hun omgeving kunnen vinden, kunnen bij ons terecht voor een individuele voorziening die past bij hun behoefte. Het gaat dan bijvoorbeeld om een woningaanpassing, een vervoerspas voor de Hoppers, een rolstoel of hulp bij het huishouden. Hierdoor ondersteunen we mensen die dat nodig hebben om zelfstandig te kunnen wonen en mobiel te blijven. We leveren hiermee een bijdrage aan de algemene doelstelling van de Wmo: het meedoen van inwoners van de Drechtsteden aan de samenleving. 43B
Eén ding is zeker, om in 2011 en volgende jaren uit te komen met de door het Rijk beschikbaar gestelde budgetten, moet er anders worden gewerkt in de Wmo. We zoeken samen met inwoners eerst naar andere oplossingen in plaats van meteen een individuele voorziening te verstrekken. Mensen zijn allereerst verantwoordelijk voor zichzelf, zoeken steun bij familie, vrienden. Als dit niet lukt, wordt steun gezocht bij buren, vrijwilligers, enz. (civil society). Ook collectieve diensten (boodschappen, klussendienst) kunnen een oplossing bieden. Pas in laatste instantie wordt gekeken of een individuele voorziening nodig is. Hiermee verwachten we in de praktijk een belangrijke bijdrage te leveren aan het besparen op individuele voorzieningen. Informatie en advies over Wmo voorzieningen wordt in 2011 meer geprofessionaliseerd. De dienstverlening aan inwoners wordt in de regio herkenbaar en eenduidig. Een onderdeel van de regionale dienstverlening wordt het ‘Zorgplein’ concept. Het Zorgplein houdt in dat er loketten in de gemeenten (gemeentehuis of wijken) blijven, maar met een eenduidige informatievoorziening, een regionale sociale kaart en een digitaal cliënt volg systeem. Het Zorgplein moet zorgen voor een goede verbinding naar andere instellingen en organisaties die op het terrein van de Wmo actief zijn.
25
Hoe gaan we dat meten? In de Bestuurlijke rapportages wordt melding gemaakt van de budgetrealisatie op de doelstelling. Daarnaast doen we mee aan een jaarlijks klanttevredenheid onderzoek, in opdracht van het ministerie van VWS. Verder werken we met een doorlopende monitor van de tevredenheid van Wmo cliënten door middel van de zogenoemde klant reactiekaarten. 44B
45B
Wat zijn de kosten? Bedragen X € 1.000 WMO
Primaire begroting 2011 Lasten 39.214
Baten 39.214
Saldo -
Geactualiseerde begroting Lasten 37.010
Baten 37.010
Saldo 0
Begrotingswijzigingen Lasten -2.204
Baten -2.204
Saldo 0
In de junicirculaire van het gemeentefonds is een korting van € 200 miljoen op het budget voor Hulp bij het huishouden (HH) aangekondigd. Naar aanleiding van definitief advies Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) is in de septembercirculaire het budget voor HH alsnog verhoogd met € 72,9 miljoen. Deze bijstelling is het gevolg van hoger dan verwachte realisatiecijfers 2009 (T-1) en de verwerking van de definitieve indexering 2010. Volgens de huidige stand van zaken betekent dit voor de Drechtsteden een korting van ca. € 2,3 miljoen op het budget voor HH in 2011. Dit is € 1,2 miljoen lager dan de korting van € 3,5 miljoen die aanvankelijk werd verwacht. In de komende maanden maken we bezuinigingsvoorstellen om de korting op te vangen. Eind 2010 worden deze voorstellen aan het bestuur van de Drechtsteden voorgelegd. Prognose 2011 op basis van het door Deloitte ontwikkelde Forecastmodel Wmo en de actuele ontwikkeling realisatie 2010 laat bij ongewijzigd beleid een tekort zien van € 1,6 miljoen op het onderdeel huishoudelijke hulp. De lasten, huishoudelijke hulp in natura en PGB’s zijn daarbij begroot op € 25,2 miljoen. De baten, bijdrage gemeenten en CAK opbrengsten, worden begroot op € 23,6 miljoen Voor het onderdeel individuele voorzieningen (ex-Wvg) prognosticeren wij de lasten 2011 op € 13,7 miljoen Door de gekozen financiering- en afrekeningsystematiek op basis van voor- en na calculatie zijn de baten (inclusief debiteurenontvangsten) gelijk aan de geprognosticeerde lasten. Rekeninghoudend met de doelstelling 5% lagere Wmo uitgaven in 2011 dan in 2010, resulteert in een neerwaartse bijstelling van de totale lasten Wmo (en daarmee ook de baten) naar € 37 miljoen. Als gevolge hiervan wordt het aanvankelijk geprognosticeerde tekort van € 1,6 miljoen verlaagd naar € 360.750. Dit restanttekort voor 2011 zal ten laste van de reserve worden gebracht. Tevens wordt op het onderdeel individuele voorzieningen de financiële bijdrage gemeenten verlaagd met € 675.000. Daarmee hebben we een ambitie van een kostenverlaging van ruim € 1,9 miljoen te realiseren. Schuldhulpverlening Wat willen we bereiken? We willen inwoners van Drechtsteden met schulden perspectief bieden op een schuldenvrije toekomst. 46B
Daarbij staat het maximaal benutten en ontwikkelen van de eigen mogelijkheden van de klant centraal. Nadrukkelijk kijken we hoe we schuldhulpverlening kunnen inzetten voor het aan het werk blijven of zorgen dat mensen aan het werk komen. We stemmen onze activiteiten af met die van onze ketenpartners en werkgevers. Wat gaan we doen? De Sociale Dienst Drechtsteden is het centrale meldpunt voor alle inwoners van de zes Drechtsteden die schulden hebben, ongeacht de hoogte van het inkomen. Ons aanbod bestaat uit het geven van budgetadvies, het stabiliseren van een schuldsituatie, het opzetten van een schuldregeling en de afgifte van een WSNP -verklaring. Deze producten zijn al dan niet gekoppeld aan budgetbeheer. Uitgangspunt is dat de klant als eerste verantwoordelijk blijft voor de eigen situatie en we verwachten van hen een actieve houding. We maken afspraken met partners in de regio voor een tijdige signalering van schulden bij hun klantgroepen en een gerichte doorverwijzing naar ons. Dit aanbod zullen we doorontwikkelen. 47B
26
Onze speciale aandacht blijft uitgaan naar mensen met een bijstandsuitkering omdat bij hen de kans om in de schulden te raken relatief groot is. Schuldhulpverlening wordt waar nodig gekoppeld aan een re-integratietraject. In 2011 wordt het wetsvoorstel “Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening” in de kamer behandeld. Als de wet aangenomen wordt zal deze vanaf datum inwerkingtreding (1 juli 2011?) het kader vormen voor onze dienstverlening. Hoe gaat we dat meten? In de Bestuurlijke rapportages wordt melding gemaakt van de behaalde resultaten en de financiën. 48B
49B
Wat zijn de kosten? Bedragen x € 1.000
Primaire begroting 2011 Lasten
Budgetadvies en Schuldbemiddeling
71
Baten
71
Saldo
0
Geactualiseerde begroting Lasten
Baten
71
71
Saldo
0
Begrotingswijzigingen Lasten
Baten
0
Saldo
0
0
Voor 2011 is het budget programmakosten Schuldhulpverlening begroot op € 71.000. Dit budget is opgebouwd uit een zogenaamd basisbudget van €61.000 en een budget voor preventieactiviteiten van € 10.000. Vanuit het basisbudget worden diverse uitgaven bekostigd, waaronder de kosten voor het aangaan en de afhandeling van saneringskredieten. De uitvoeringskosten van schuldhulpverlening vormen een onderdeel van de totale apparaatskosten van de SDD. Apparaatskosten 50B
Wat zijn de kosten? Bedragen x € 1.000 ApparaatsKosten
Primaire begroting 2011 Lasten
Baten
Saldo
29.172
29.172
0
Geactualiseerde begroting Lasten
Baten
Saldo
30.630
30.630
0
Begrotingswijzigingen Lasten 1.458
De verhoging van de apparaatlasten is als opgebouwd: - Regievoering WSW: - Tijdelijke specifieke uitkering schuldhulpverlening (van de totale uitkering € 977.000 was al een deel in de primaire begroting opgenomen) - Reëel ramen inhuurlasten (budgettair neutraal): - Verlagen oorspronkelijke prijsindexering - Wegvallen salariskosten bovenformatief personeel;
Baten 1.458
Saldo 0
€ 354.000 € 447.000
€1.089.000 -€ 250.000 -€ 182.000
WSW Voor de regievoering op de sociale werkvoorziening worden de kosten van personeel en inkoop begroot op € 354.000. 51B
Uitvoeringskosten schuldhulpverlening Voor de periode van 2009 t/m 2011 heeft het rijk extra geoormerkte middelen voor schuldhulpverlening beschikbaar gesteld om aan de toenemende vraag als gevolg van de kredietcrisis te kunnen voldoen (Besluit tijdelijke specifieke uitkering schuldhulpverlening Stb 2010, nr 181). Deze extra middelen worden jaarlijks via de “tijdelijke specifieke uitkering schuldhulpverlening ” aan de Algemene Uitkering van gemeenten toegevoegd. Ook in de Drechtsteden nam het aantal verzoeken om schuldhulp sterk toe en heeft de SDD aan de vraag kunnen voldoen door tijdelijke uitbreiding van formatie (wijziging 52B
e
apparaatskosten voor de afdeling budgetadvies en schuldbemiddeling 2 begrotingswijziging 2010). P
P
27
Ook in 2011 zullen extra geoormerkte middelen voor schuldhulpverlening beschikbaar komen. Voor 2011 gaan we er van uit dat het totale beschikbare budget van € 977.000 door de gemeenten wordt overgedragen en ingezet. Prijsindexering De prijsindexering is voor de geactualiseerde begroting naar beneden aangepast, dit levert voor de gemeenten een besparing op van € 250.000. 53B
Externe inhuur Binnen de SDD wordt in het kader van de crisisaanpak, de re-integratie, de inburgering en schuldhulpverlening rekening gehouden met een inhuur van € 4,5 miljoen voor 2011. Dit ligt in lijn met 2010. We maken nu ook de meerdere inhuur ten laste van het participatiebudget op begrotingsbasis inzichtelijk. Deze verhoging van reële kosten wordt volledig gedekt vanuit de programmagelden, en verlopen voor de gemeenten budgettair neutraal. De huidige weergave is daarmee het gevolg van een andere administratieve presentatie 54B
Het inzetten van tijdelijk personeel gebeurt op basis van de aard van de werkzaamheden en incidenteel beschikbaar budget. Als er sprake is van tijdelijke werkzaamheden (zoals in het kader van de crisis, de tijdelijke middelen schuldhulpverlening of de inburgeringsagenda), wordt tijdelijk personeel ingezet. Het inzetten van personeel voor deze werkzaamheden op basis van een vast dienstverband, zou er immers toe leiden dat na het beëindigend van deze werkzaamheden en ontslag moet plaatsvinden waarbij de kosten voor wachtgeldregelingen geen dekking kennen. Ook wordt tijdelijk personeel ingezet als er sprake is van tijdelijke budgetten of sterk krimpende budgetten. Verdeling inhuur: Begrote inhuur en dekking 2011: Aard inhuur Dekking Gevolgen crisis Participatiebudget Projecten o.a. WSP, workshop Ziekte, vervanging tijdens werving
Participatiebudget Vacature ruimte c.a.
Inhuur t.l.v. particapatiebudget/vacatureruimte Inburgeringsagenda Inburgeringsagenda 2011 Schuldhulpverlening Tijdelijke specifieke uitkering schuldhulpverlening Inhuur t.l.v. budget tijdelijk vastgestelde formatie Totaal inhuur
Fte
Totaal fte 28,4 6 5,8
40,2 10,6 7 17,6 57,8
Taakstellingen ketenkorting en brede doorlichting Het rijk heeft in het haar regeerakkoord 2008-2012 een efficiencykorting opgenomen voor de keten werk en inkomen. Deze korting is gelijk verdeeld over de partijen CWI, UWV en de gemeenten. De veronderstelling was dat door de vorming van de Werkpleinen een efficiëntere dienstverlening geboden kon worden doordat de werkzoekenden een integraal aanbod van de drie partijen geboden kon worden. De tweede veronderstelling was dat bij een groeiende economie en vergrijzing een dalend aantal mensen een beroep zouden doen op de door de keten geleverde diensten. In de praktijk blijkt echter dat de korting niet te realiseren is middels de door het rijk gestelde verwachtingen. In 2011 bedraagt de ketenkorting € 1,1 miljoen. Daarnaast levert de GRD door een brede doorlichting een bijdrage aan de tekorten van de Drechtsteden. Als onderdeel van de GRD, levert de SDD daaraan in 2011 een bijdrage van € 458.000. De ketenkorting en het aandeel aan de brede doorlichting van de GRD samen, betekenen voor de SDD een taakstelling voor 2011 van € 1.558.000 structureel. Deze taakstelling is voor € 640.000 structureel gerealiseerd en verwerkt in deze begroting 2011.
28
De resterende € 918.000 is als stelpost opgenomen in de begroting en er zullen aan het bestuur voorstellen worden voorgelegd hoe deze gerealiseerd kan worden. WMO-uitvoeringskosten Conform de huidige financieringsafspraken, vastgelegd in het Uitvoeringsbesluit financiële bijdrage SDD (BC-besluit 12 november 2009) bedraagt de bijdrage uitvoeringskosten WMO individuele voorziening, 68,21 % van de door de gemeenten daarvoor ontvangen budgetten. 56B
Tot nu toe bedroeg het budget voor uitvoeringskosten minder dan onze werkelijke uitvoeringskosten. De discrepantie tussen het budget en de werkelijke uitvoeringskosten blijkt een landelijk beeld te zijn. Voor 2011 ontvangen de Drechtsteden gemeenten van het Rijk als gevolg van een landelijke bijstelling hierop een bijna verdubbeld budget (€ 1,6 miljoen). Gezien deze forse budgetaanpassing, en het uitgangspunt van reëel ramen ligt het niet voor de hand de hogere gemeentelijke budgetten in te rekenen. We gaan dan ook uit van een bijdrage gelijk aan onze geraamde uitvoeringskosten en niet van verrekening van het gehele budget. De reële out-of the pocketkosten (uitvoeringskosten niet zijnde de eigen personeelskosten zoals de aan het WMO-kantoor uitbestede werkzaamheden) bedragen € 700.000. Daarnaast is er voor de uitvoeringskosten sprake van reguliere formatiekosten. Deze zijn zoals gebruikelijk opgenomen in de totale apparaatskosten. Dat deel van het hogere gemeentelijke budget dan we niet in rekening brengen geeft voor de gemeenten een extra dekking voor de bijdrage aan de apparaatskosten. 57B
Verhoging doorbelasting GRD/SCD IT middelen
Vanuit de GRD wordt de SDD extra belast met een bedrag van € 260.000 voor beheer ICT. Deze meerkosten hebben grotendeels geen relatie, en dus sturingsmogelijkheden, met extra door de SDD gevraagde diensten maar zijn het gevolg van een andere kostenberekening door het SCD. 6B
Bedrijfsvoering
18B
Personeel
De SDD heeft te maken met een relatief hoge gemiddelde leeftijd van haar personeel. Leeftijdsbewust personeelsbeleid, aandacht voor werving en opleiding zijn om die reden belangrijke onderwerpen voor de SDD. De profilering van de Drechtsteden als een aantrekkelijke werkgever en ook Drechtsteden breed beleid om goed personeel te ontwikkelen en te binden, moet worden ontwikkeld. Personeel moet goede doorgroeimogelijkheden binnen de Drechtsteden worden geboden om hen te behouden voor de regio. Personeel is immers de kurk waarop de organisatie drijft. 19B
ICT
De dienstverlening door de SDD aan zijn klanten is in hoge mate afhankelijk van de beschikbaarheid en kwaliteit van ICT voorzieningen. Een betrouwbare infrastructuur is daarbij een voorwaarde. De samenwerking die de SDD meer en meer opzoekt, en moet opzoeken, met zijn partners in de ketens van Werk, Inkomen en Zorg stelt eisen aan de infrastructuur, die daarop zal moeten blijven aansluiten. Een belangrijk deel van de kosten zitten in het IPA-budget bij de GRD. OP dit moment voorzien we geen extra kosten ten opzichte van onze reguliere eigen ICT-budgetten. 20B
Kwaliteit
De SDD heeft de opdracht om de dienstverlening zo te organiseren dat burgers die een beroep op ondersteuning doen zo snel mogelijk weer zelfstandig verder kunnen. De dienstverlening is zo ingericht dat de klant weet wat hij van de SDD kan verwachten. De SDD geeft duidelijke antwoorden, komt afspraken na en zet zo veel mogelijk één contactpersoon in voor alle vragen die de klant stelt. De mate waarin de SDD hierin succesvol is hangt af van de kwaliteit van de processen, producten en diensten. De kwaliteitszorg is dan ook gericht op het constant verbeteren hiervan. Klantgerichtheid, kwaliteitsbewustzijn en bezieling zijn aspecten die de SDD hoog in het vaandel heeft.
29
Bezwaar en beroep Net als in het voorgaande jaar is ook in 2011 het beslissen op bezwaarschriften binnen de wettelijke termijn een belangrijk speerpunt voor de SDD. Volgens de Algemene Wet Bestuursrecht moet binnen 12 weken worden beslist op een bezwaarschrift. Deze termijn kan éénmaal worden verlengd met 6 weken. Voor verder uitstel moet de klant toestemming verlenen. Het vlot, adequaat en klantgericht afhandelen van bezwaarschriften draagt bij de aan de kwaliteit van de dienstverlening. Daarbij is differentiatie in afhandelwijze een belangrijk uitgangspunt. Niet ieder bezwaarschrift hoeft immers langs de externe bezwaarschriftencommissie, soms is de klant meer gebaat bij een verkorte informele afhandeling. 22B
Klachtenafhandeling
Goede klachtafhandeling draagt in belangrijke mate bij aan kwaliteitsbeleving van de klanten van de SDD. Slechte ervaringen blijven nu eenmaal langer hangen en beïnvloeden de beeldvorming over de SDD. Bij een persoonlijke of telefonische klacht wordt geprobeerd om de klacht direct op te lossen en de cliënt tevreden te stellen. Als dat niet lukt wordt de cliënt op de mogelijkheid gewezen om een formele klacht in te dienen bij de SDD. De klant wordt altijd gehoord (telefonisch en/of in persoon). Bij het niet naar tevredenheid afhandelen van een klacht wordt de klant erop gewezen dat hij/zij zich kan wenden tot de nationale ombudsman. 23B
Communicatie
De communicatie met onze klanten (incl. de werkgevers) blijft een essentieel onderdeel van ons werk. Goede communicatie met onze klanten is een belangrijke voorwaarde voor succesvolle dienstverlening. Onze aandacht zal tevens gericht zijn op het goed en tijdig informeren van onze bestuurders en de lokale raden. Daarnaast heeft ook de interne communicatie onze volle aandacht. Deze is van groot belang voor de betrokkenheid van onze medewerkers. Rechtmatigheid De rechtmatigheid van de uitgaven, ontvangsten etc. wordt primair geborgd door een stelsel van interne controle maatregelen. In het kader van verantwoording en toezicht vinden controles plaats ter aanvullende zekerheid, dat zal worden voldaan aan de wettelijke tolerantiegrenzen. Deze verbijzonderde interne controles zijn ook dienstig aan voorgeschreven accountantscontroles, die leiden tot afgifte van een verklaring bij de jaarrekening. Via maandelijkse dossiercontroles en kwartaalrapportages aan het MT wordt de rechtmatigheid gevolgd en de resultaten/risico’s gerapporteerd. 7B
Risicoparagraaf
Indien het Rijk zijn voornemen om het I-deel naar beneden bij te stellen gestand doet, wordt van de in 2011 verwachte € 73,2 miljoen aan uitkeringen € 64,6 miljoen gedekt door het i-deel en de debiteurenontvangsten. Dit leidt tot een tekort van zo’n € 8,6 miljoen (inclusief indicatieve effect miljoenennota). Conform het besluit uitvoeringsbesluit financiële bijdrage SDD worden eventuele tekorten in eerste instantie opgevangen door de in het verleden gevormde programmareserve. Omdat er echter geen sprake meer is van een reserve, bestaat het risico dat de tekorten ten laste van de gemeenten komen. Er zullen de komende periode voorstellen aan het bestuur worden voorgelegd om de tekorten verder te beperken. Er wordt momenteel ingezet op het vinden van besparingsmogelijkheden binnen de gehele SDD begroting. In hoeverre en met welk tijdpad dat te realiseren is blijft echter een risico. Functiewaardering In 2010 zal het traject van de functiewaarderingen worden afgerond. Op dit moment is niet duidelijk wat dit traject voor exacte financiële consequenties gaat hebben. Immers, het gaat om de definitieve waardering van alle functies van de SDD, die sinds 1-1-2007 niet gewaardeerd zijn. Het is mogelijk dat er, met terugwerkende kracht, uitbetaling moet plaats vinden. Hiervoor zijn binnen de begroting van de SDD geen voorzieningen beschikbaar. Om deze reden is dit traject opgenomen in deze risicoparagraaf. Zodra de consequenties inzichtelijk zijn zal hiervoor separaat een voorstel worden gedaan.
30
Bijlagen Bijdrage per deelnemer (bedragen x €1.000) Deelnemer
Verdeelsleutel
Bijdrage Primaire begroting 2011
Bijdrage geactualiseerde begroting 2011*
Verschil (NB nu incl WSW)
Alblasserdam
financieringsafspraken
8.013
9.419
1.406
Dordrecht
financieringsafspraken
105.933
125.971
20.038
H.I. Ambacht
financieringsafspraken
5.398
6.821
1.423
Papendrecht
financieringsafspraken
11.025
14.028
3.003
Sliedrecht
financieringsafspraken
10.045
12.700
2.655
Zwijndrecht Totaal
financieringsafspraken
23.331
27.560
4.229
163.745
196.498
32.753
* incl geprognosticeerd te kort van € 8,6 miljoen wwb 8B
Overzichten personeel Bezetting ultimo 2009
Formatie 2010
Primaire begroting 2011
(conform format GRD)
275,3
Geactualiseerde begroting 2011
304,55 fte
298,35 fte
298,35 fte
Wijziging formatie 2011 ten opzichte van formatie 2010: De formatie daalt als gevolg van de uitbesteding met 6,2 fte Sociale recherche (besluit BC 07 september 2009). Daarnaast stijgt ze met 3 fte omzetting tijdelijke inhuur naar (goedkopere) kortlopende contracten. De aantallen in de tabel bevatten ook de zogenaamde tijdelijke formatie. Voor 2011, gaat dit om 17,6 fte. Het betreft 10,6 fte tijdelijke formatie Inburgeringsagenda 2011 en 7 fte ‘Voortgang regeling extra middelen schuldhulpverlening’. Deze tijdelijke formatieplekken worden ingevuld middels inhuur. Deze tijdelijk inhuur is beschikbaar tot eind 2011.
9B
Ziekteverzuim 2009
Geraamd ziekteverzuim 2010
Geraamd ziekteverzuim 2011
4,96 %
5%
5%
Externe Inhuur
De totale kosten voor inhuur begroten we op € 4,5 miljoen. Wij verwijzen u naar de tabel op pagina 28 waar de externe inhuur uitgesplitst, waarin ook haar dekkingsgrond wordt weergegeven. Kosten van externe inhuur (bedragen x € 1.000) Realisatie 2009 Prognose 2010*
Begroting 2011
€ 5.464 € 4.344 € 4.500 *Prognose van de inhuur voor 2010 gebaseerd op de gerealiseerde cijfers t/m augustus 2010
31
2.4 Ingenieursbureau Drechtsteden Wat willen we bereiken? Missie en visie. Het MT van het IBD heeft zich uitgesproken over de bestaansreden en de unieke kracht van het IBD. De missie die het IBD heeft geformuleerd moet antwoord geven op de vraag waarom het IBD bestaat en de visie op wat het IBD wil zijn. Missie Het IBD voert voor de Drechtsteden opdrachten uit. In het nieuwe profiel gaat het hierbij om advisering (technisch advies en bouwproces) in de planvormingsfase en advisering en projectleiding in de realisatiefase van infrastructurele en bouwkundige projecten en het verzorgen van het technisch beheer van gemeentelijke gebouwen. De missie van waaruit het IBD deze werkzaamheden wil verrichten is als volgt geformuleerd: “Denken om te doen, bouwen van ideeën” Met de slogan ‘denken om te doen’ geeft het IBD aan dat advisering en projectleiding plaatsvinden vanuit de filosofie dat projecten ook uit te voeren zijn, dat wil zeggen gebouwd en beheerd moeten (kunnen) worden. Met de laatste zinsnede ‘bouwen van ideeën’ wil het IBD uitdragen dat medewerkers van de planformingsfase hun expertise kunnen inzetten en creatief en betrokken willen meedenken met de klant. Visie Aansluitend op deze missie heeft het MT een beeld van de toekomst geformuleerd. Deze visie geeft aan wat het IBD wil zijn: 1. Het regionale kennis- en expertisecentrum voor fysieke projecten; 2. Een professionele en waardevolle partner van en voor alle Drechtsteden. Ad 1. Het regionale kennis en expertisecentrum voor fysieke projecten Als het ingenieursbureau van de Drechtsteden is borging van lokale en regionale kennis van infrastructuur en gebouwen en regionale koppeling van projecten door het IBD een must. Het IBD vormt het collectieve geheugen van de regio als het gaat om historische en technisch inhoudelijke kennis. Daarnaast kent het IBD de lokale politiek en werkwijzen van de Drechtsteden en weet het IBD haar weg te vinden in zowel bestuurlijke als ambtelijke organisatie. Ad Dit
2. Een professionele en waardevolle partner van en voor alle Drechtsteden. kan als volgt worden samengevat: professioneel en gedreven; natuurlijke partner Drechtsteden; van en voor de Drechtsteden; waardevol: accent op advisering in de planontwikkeling; waardevol: centrale schakel tussen gemeenten en uitvoerende partijen; waardevol: breed georiënteerd.
Personeel. De primaire begroting 2011 was nog gebaseerd op 86 fte en totaal 98.000 productieve uren. De geactualiseerde begroting 2011 wordt nu gebaseerd op de basis van 75 fte die voor het IBD zijn vastgesteld circa 79.500 productieve en declareerbare uren. Mede gezien het teruglopend werkaanbod zijn er 65 fte vast personeel en 10 fte inhuur De totale omvang van het personeelsbestand is met 11 fte (8 fte inhuur) en (3 fte vast) personeel verlaagd.
32
Wat gaan we daarvoor doen? In 2011 zal het Ingenieursbureau zich inspannen om ook vanuit de andere Drechtsteden een meer continue stroom van opdrachten te verwerven. Ook worden incidenteel opdrachten uitgevoerd voor derden zoals woningbouwverenigingen, waterschappen en energiebedrijven, maar dit blijft tot 10% beperkt. Personeel Het IBD biedt gemiddeld drie afstudeerders en drie stagiaires van HBO en MBO niveau stageplaatsen aan met het doel deze na afstuderen te laten instromen. Er wordt naar gestreefd om met alle medewerkers in de eerste helft van het jaar een voortgangsgesprek (functioneringsgesprek) te voeren. In de tweede helft wordt met alle medewerkers een jaargesprek (beoordelingsgesprek) gevoerd. Hoe gaan we dat meten? Het Ingenieursbureau houdt klanten- en medewerkers tevredenheidonderzoeken waaruit blijkt of de geformuleerde ambities ten aanzien van de te leveren toegevoegde waarde en de ontwikkeling van de medewerkers ook daadwerkelijk worden bereikt. De betrokken gemeentelijke diensten leggen in hun in het kader van de beleids- en beheerscyclus op te stellen - jaarplannen vast hoeveel opdrachten (in Euro’s) zij aan het ingenieursbureau dan wel derden zullen verstrekken. Het Ingenieursbureau monitort per kwartaal of de opdrachtverlening vanuit de gemeenten Dordrecht en Zwijndrecht in lijn is met de overeengekomen omzetgarantie. De jaarrekening biedt uiteraard inzicht in de afgegeven omzetgarantie en of de beoogde financiële resultaten ook daadwerkelijk worden gerealiseerd. Monitoring. Het IBD beschikt over een degelijk geheel van managementinformatie, wat als betrouwbaar stuurinstrument dient. Trends worden in dit systeem gevolgd en maandelijks levert dit een betrouwbare managementrapportage op. Om te komen tot een solide basis voor de begrotingen en prognoses dienen onze klanten een jaarprogramma aan te leveren. Exploitatiebegroting 2011 De nu ingediende exploitatiebegroting 2011 is gebaseerd op de bezetting van vastpersoneel per 1 september 2010 en een herziene raming van ingeleend personeel voor 2011. De raming van de productieve uren per medewerker vormt de basis voor totstandkoming van de begroting. Een omzet gestuurde begroting (kenmerkend voor een bedrijf) in tegenstelling tot een budgetgestuurde begroting van de overige dochters van de GRD. De begroting 2011 bouwt voort op de gesignaleerde ontwikkelingen die opgenomen zijn in de kadernota 2011. Voor de samenstelling van de primitieve begroting 2011 is een prijsstijging van 0,75 % op de materiële uitgaven en 2,0 % op de personele lasten doorgevoerd ten opzichte van de begroting 2010. De doorberekende tarieven worden met 2,6 % verhoogd ten opzichte van 2010. Programma Ingenieursbureau Drechtsteden (bedragen x € 1.000) Primaire begroting 2011 Geactualiseerde Begroting 2011 Lasten 8.973
Baten 8.973
Begrotingswijziging 2011
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
0
8.033
8.033
-0
-940
-940
0
33
Begrotingsanalyse In de tabel hieronder worden de verschillen van de primaire begroting 2011 met de geactualiseerde begroting 2011, zoals hierboven beschreven, in beeld gebracht. Bedragen x € 1.000
Voordelen Inc. Struct.
Nadelen SaldoInc. Struct. effecten
Totaal
Analyse verwijzing
LASTEN Personeelslasten inhuur Materiële kosten overhead Materiële kosten projecten Subtotaal
-600 -40 -300
600 40 300 -
940
-
BATEN Minder doorberekend naar klanten
-
-
940
-940
940 -
Subtotaal
-
-
-
940
-
-940
TOTAAL GENERAAL VOOR BESTEMMING
-
940
-
940
-
0
Resultaatbestemming TOTAAL GENERAAL NA BESTEMMING
A B C
D
-
-
940
-
940
-
0
Toelichting A. Als gevolg van de afname van het werkaanbod wordt er van uitgegaan dat het aandeel inhuur bij het ingenieursbureau met € 600.000 wordt verlaagd (8fte). B. Door de afname wordt de overhead die door het IBD zelf beïnvloed kan worden ook verlaagd C. De voorgestelde voorfinanciering van diverse onderzoeken benodigd voor diverse projecten zal ook drastisch gaan verminderen. D. Bovenstaande verminderingen hebben tot gevolg dat er ook minder kosten worden doorberekend aan de klanten. Exploitatiereserve Ingenieursbureau Drechtsteden. De gemeenten Dordrecht en Zwijndrecht betalen voor de kosten van de te ontvangen dienstverlening voorschotten. Na afloop van het jaar worden de voorschotten afgerekend. Het IBD is een dienstverlenende organisatie waarbij het financiële resultaat in belangrijke mate wordt bepaald door de beschikbaarheid van opdracht, de capaciteitsinzet van de medewerk(st)ers en de beheersing van de (personeels)kosten. Aangezien de orderportefeuille jaarlijks fluctueert, zal het exploitatieresultaat schommelen. Indien voor een stabiel prijsniveau van dienstverlening wordt gekozen, waardoor verliezen niet direct tot forse tariefsverhogingen leiden, is het verstandig om een eventueel overschot tijdelijk in reserve te houden. U
U
De exploitatiereserve van het IBD heeft in 2011 naar verwachting een stand van € 40.000.
34
Risico’s Omzetgarantie Het belangrijkste risico is het werkaanbod voor het Ingenieursbureau. De begroting 2011 gaat uit van de volgende omzet garantie per aandeelhouder. Bedragen x € 1.000
Begroting
Jaar
2011
omzet excl OHD
6.790
markt 10 %
Verwacht
Werkelijk
Werkelijk
2010
2009
2008
679
rest omzet
6.111 Omzet garantie
81 % Dordrecht
4.950
4.200
4.672
4.436
19 % Zwijndrecht
1.161
2.170
2.264
1.685
Als gevolg van de teruggang van het verwachte werkaanbod is de begroting 2011 aangepast en de totale omzet verlaagd. Daarmee is ook de omzetgarantie per aandeelhouder verlaagd. Al jaren blijft Dordrecht achter met de omzetgarantie. Tot nu toe heeft dit geen financiële consequenties gehad voor het resultaat, omdat er genoeg werkaanbod van Zwijndrecht en derden aanwezig was. Voor 2011 is de verwachting negatief. Vooral Zwijndrecht zal als gevolg van de gemeentelijke bezuinigingen minder omzet van het IBD vragen, waardoor het resultaat van het IBD erg onder druk kan komen staan. Beide aandeelhouders moeten zich inspannen om aan de gestelde omzetgarantie te voldoen. Overheadkosten – norm ziekteverzuim/verkoop tarief Bedragen x € 1.000 Overhead
2011
2010
2009
2008
2007
Begroot
3/4 Werkelijk
Werkelijk
Werkelijk
Werkelijk
1/4 Begroot IBD Overhead
1.200
1.175
1.150
1.125
1.201
GRD/SCD Overhead
1.360
1.336
1.275
1.136
878
Totaal
2.560
2.511
2.425
2.261
2.079
79.500
98.000
108.047
102.801
97.266
Productieve uren
Om de kosten van de overhead te dekken is deze opgenomen in de tariefstelling van het IBD Het is duidelijk dat de laatste jaren er gemiddeld 100.000 productieve uren benodigd zijn om deze kosten te dekken. Een deel van deze productieve uren werden gerealiseerd door inhuur krachten. De dekkingsmarge is uiteraard lager dan die van vast personeel. (kosten inhuur is hoger dan vast personeel). Gezien de verwachte teruglopende omzet zijn er dus minder uren voor 2011 begroot (vooral minder inhuur) Dit betekent dat er een dekkingsprobleem ontstaat voor de overheadkosten, er zal dus een tekort ontstaan. De volgende oplossingen worden aangedragen om het dekkingsprobleem van de overheadkosten op te vangen en tot een neutrale begroting te komen: Extra tariefstijging. De genormeerde tariefstijging is nu 2 % t.o.v. 2010. De geactualiseerde begroting gaat nu uit van een prijsstijging van 2,6 %. Hogere tariefstelling zal veel onrust geven bij de klanten, omdat er niet meer conform markttarieven gewerkt kan worden. U
35
Verlaging van de Overheadkosten. Verlaging IBD Overheadkosten. Uit bovenstaande tabel kan geconstateerd worden dat er geen stijging is opgetreden over de periode 2007 t/m 2011. Toch zijn er daadwerkelijk procentuele stijgingen geweest (0ndere andere personeelslasten). Het Ingenieursbureau heeft elk jaar geprobeerd de beïnvloedbare overheadkosten te verlagen, zodat er geen stijging doorberekend behoefde te worden. Het zal duidelijk zijn dat dit proces niet oneindig door kan gaan. De beïnvloedbare IBD overheadkosten zijn gedaald naar € 275.000 en is een minimum. U
Verlaging van de GRD/SCD overheadkosten. Geconcludeerd kan worden dat deze zijn gestegen met € 485.000. Het Ingenieursbureau heeft geen invloed op de stijging van deze kosten. Mede gezien de afname van de verwachte omzet kan het Ingenieursbureau per 1 december 2010 een 10-tal werkplekken inleveren. Helaas is het niet mogelijk de bijbehorende besparing (€ 30.000) op te nemen in de geactualiseerde begroting. De GRD/SCD overhead wordt namelijk gebaseerd op tellingen van eind 2009. De beoogde besparing zal pas in 2012 geëffectueerd kunnen worden. Verhoging van de geraamde productieve uren, door verlaging norm percentage ziekteverzuim. De verhoging kan op 2 manieren worden gerealiseerd. Verlaging van de begrote indirecte uren. Dit biedt geen soelaas omdat deze al heel laag is geraamd in de primaire begroting om hoge tariefstijgingen te voorkomen.
U
De primaire begroting 2011 was nog gebaseerd op 86 fte en totaal 98.000 productieve uren. De geactualiseerde begroting 2011 wordt nu gebaseerd op de basis van 75 fte’s die voor het IBD zijn vastgesteld circa 79.500 productieve en declareerbare uren. Mede gezien het teruglopend werkaanbod zijn er 65 fte vast personeel en 10 fte inhuur De totale omvang van het personeelsbestand is met 11 fte (8 fte inhuur) en (3 fte vast) personeel verlaagd. Kosten van Externe Inhuur (bedragen x € 1.000) Realisatie 2009
Prognose 2010*
Begroting 2011
2.256
1.500
1.008
* Prognose van de inhuur voor 2010 gebaseerd op de gerealiseerde cijfers t/m augustus 2010. Ziekteverzuim 2009
4,0%
Geraamd
Geraamd
ziekteverzuim 2010
ziekteverzuim 2011
5,0%
5,0%
Verlaging van de improductieve begrote uren. De primaire begroting 2011 is gebaseerd op een ziekte percentage van 6 %In 2009 was het ziekteverzuim 4 %, voor 2010 is het voortschrijdend ziekteverzuim over de 1 e 8 maanden 5,02 %. Door in de geactualiseerde begroting 2011 het ziekteverzuim te verlagen naar 5 % kan het aantal productieve uren met 1000 worden verhoogd. Op deze wijze kan er een sluitende begroting worden ingediend. P
P
Het uitgangspunt: het normpercentage van 5 % is dus een groot risico
36
2.5 Servicecentrum Drechtsteden Wat willen we bereiken? Een sterke service voor de regio. Daarvoor willen we drie dingen realiseren: 1. een verbetering van de dienstverlening en een aanscherping van het productenaanbod; 2. een verandering van houding en gedrag: van reactief naar pro-actief; 3. het realiseren van de financiële opgave. Wat gaan we daarvoor doen? Ad 1. We willen onze meerwaarde voor onze partners (gemeenten en gemeenschappelijke regelingen) natuurlijk vooral bewijzen door de kwaliteit van onze dienstverlening. Ons ideaal is een relatie met onze partners waarin deze een SCD-er naast zich voelen staan, die hen helpt met het aansturen van onze dienstverlening. In plaats dat de SCD-er en de partner tegen over elkaar staan. Onze advisering zal daardoor beter aansluiten bij de vraag van onze partners. Daarvoor gaan we ons accountmanagement anders inrichten. Klachten en vragen over de inhoud van de dagelijkse dienstverlening moeten zoveel mogelijk door de betreffende afdeling worden behandeld. De huidige accountmanagers gaan zich bezig houden met de hoofdlijnen van de dienstverlening en met speciale projecten. Afdelingen die op hetzelfde terrein bezig zijn, bijvoorbeeld ICT of personeelszaken, richten we anders in. Onze advisering moet meer dan nu passen bij de vraag van de klant. Daardoor moeten afdelingen beter gaan samenwerken. Onze uitvoerende processen worden zoveel mogelijk gestandaardiseerd en lopen daardoor zo efficiënt mogelijk. In 2010 hebben we beter uitgewerkt op welke diensten onze partners bij ons kunnen rekenen en binnen welke termijn. Onze ICT-ondersteuning gaan we bijvoorbeeld beter omschrijven en normeren. Vanaf 2011 hebben onze partners daardoor een duidelijker Producten- en Dienstencatalogus (PDC). We hopen daarmee veel misverstanden en klachten te kunnen voorkomen. Ad 2. Bij de start van het SCD is te weinig aandacht geweest voor het feit dat het werken in één gemeente of regionale organisatie, iets wezenlijk anders is dan het werken voor 18 gemeenten en regionale organisaties. Onze medewerkers moeten over heel andere competenties beschikken om het werk goed te kunnen uitvoeren. Het opereren in een netwerk bijvoorbeeld, is iets wat niet iedereen automatisch in zijn bagage heeft. We zijn daarom in 2010 gestart met een MD traject dat is gericht op alle leidinggevenden. Voor alle medewerkers hebben we een trainingsprogramma waarin we onder andere veel aandacht besteden aan klantgerichtheid. Ad 3. Het SCD is voorjaar 2008 opgericht. Bij de start hebben de partners direct 20% gekort op de budgetten. Deze winst is in hun eigen begrotingen verwerkt. Het SCD heeft de eerste twee jaar wel extra transitiebudget gehad. In 2009 is een extra taakstelling van 1,3 miljoen opgelegd (VIP en Brede Doorlichting). De transitiebudgetten zijn per 2011 afgebouwd. Sinds 2009 blijven we geheel binnen onze begrotingen. We realiseren dus onze taakstellingen. De partners (gemeenten en gemeenschappelijke regelingen) krijgen overigens wel hogere rekeningen dan vooraf voorspeld. Dit komt doordat het SCD meerwerk doet (via dienstverleningsovereenkomsten, oftewel DVO's), doordat partners meerkosten creëren op het gebied van telefonie en print en doordat er bij de partners meer werkplekken en applicaties zijn dan vooraf ingeschat. In 2009 is dit al gesignaleerd en besproken in het Drechtstedenbestuur en de Drechtraad. Zoals toen is besloten worden deze meerkosten doorberekend aan de veroorzakers. Tot nu toe zijn de meerkosten incidenteel en achteraf doorbelast omdat iedereen er van uit ging dat de partners(klanten) minder ‘meer’ zouden gaan verbruiken. Dit laatste is niet gebeurd. Daarom zijn meerkosten door extra werkplekken opgenomen in de begroting. Overigens zullen de extra kosten voor telefonie en print wel omlaag gaan. We hebben namelijk nieuwe contracten voor telefonie en print afgesloten die voordeliger zijn. De regio krijgt een nieuwe ICT-infrastructuur. Deze zou in 2010 zijn neergezet door het IPA programma. Omdat er meer applicaties en werkplekken zijn die ook moeten worden omgezet duurt deze operatie langer. Zij zal pas eind juni 2011 zijn afgerond.
37
De extra kosten voor het langer in stand houden van de bestaande infrastructuur zijn in deze begroting verwerkt. Dat geldt ook voor de extra kosten die gemoeid zijn met het langer in stand houden van Mozaiek, het mid-office systeem van de regio. Dit alles heeft als doel om onze samenwerkende partners in de Drechtsteden en de regio ZHZ te ondersteunen met een sterke service. Dat biedt onze partners de ruimte om zich te concentreren op hun primaire taken. Hoe gaan we dat meten? Het SCD is met de eigenaren in gesprek gegaan over de kwaliteit van de diensten die het levert. Onderdeel hiervan is dat het SCD in zijn sturing werkt met een balanced scorecard. Als hulpmiddel om de organisatie te ontwikkelen en prestaties zichtbaar te maken. De balanced scorecard van het SCD wordt in 2011 verder ontwikkeld en ook op afdelingsniveau toegepast. 1. Financiën/Eigenaar Kritische succesfactor (KSF): financiële beeld
2. Klant Kritische succesfactor (KSF): klanttevredenheid
Prestatie-indicator Werkelijk
Prestatie-indicator Werkelijk
Vermoedelijk beloop *Uitputting personeelsbudget *Uitputting IP&A 1B *Uitputting overige Aantal vacatures
Norm
100% 100% 100% 100% -
Klantprestatie-indicatoren KTO
Norm
7
3. Medewerker Kritische succesfactor (KSF): medewerkerstevredenheid
4. Vernieuwing Kritische succesfactor (KSF): medewerkerstevredenheid
Prestatie-indicator Werkelijk
Prestatie-indicator Werkelijk
Ziekteverzuim MTO
Norm
5,4% 7
*Aanpakken knelpunten *VIP-projecten
38
Norm
Wat gaat dat kosten? Algemeen beeld Programma Servicecentrum Drechtsteden (Bedragen x € 1.000) Primaire begroting Geactualiseerde begroting
Begrotingswijziging
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
40.964
40.964
0
42.857
42.857
0
1.893
1.893
0
Begrotingsanalyse In de tabel hieronder worden de verschillen van de primaire begroting 2011 met de geactualiseerde begroting 2011. Bedragen x € 1.000 Voordelen Nadelen Totaal Analyse verwijzing Inc. Struct. Inc. Struct. Lasten Apparaatskosten, bedrijfsapplicaties -128 152 24 A, D Huisvesting Ontwikkelbudget 101 101 Opleiding Overige Personele kosten 243 243 E Personeel Rekencentrum Salarisgaranties -140 -140 F Uniforme werkplek (IP&A 1B) 310 310 C Extra werkplekken 1.355 1.355 B Voorgeschoten kosten Subtotaal -268 1.817 344 1.893 Baten Additioneel pakket Basispakket Pluspakket Salarisgaranties Uniforme werkplek (IP&A 1B) Extra werkplekken Subtotaal
-5 -117 -6 -140
496
310 1.355 1.665
496
0
-268
-5 379 -6 -140 310 1.355 1.893
A D, E, A A F C B
Totaal voor bestemming Resultaatbestemming Totaal na bestemming U
Toelichting: A. Bijstelling van de kostenindexering van 1,48% naar 1,15%, resulteert in een verlaging van de begrote baten en lasten met € 128.000. B. Conform de notitie ‘ICT beeld 2009 en verder’ zijn net als over 2009 en 2010 de kosten in de begroting 2011 opgenomen in verband met de grotere aantallen werkplekken en applicaties. Dit grotere aantal leidt tot zowel meer personeelskosten als materiële kosten. De totale meerkosten bedragen € 1,35 miljoen.
39
C. Er dienen door IP&A meer applicaties te worden gemigreerd dan voorzien. Hierdoor is de uiteindelijke realisatiedatum van de uitrol van de nieuwe gemeenschappelijke infrastructuur. Hierdoor moet het SCD aanzienlijk meer kosten maken. De vertraging in de uitrol van de uniforme uitrol heeft een direct effect op de benodigde menskracht bij de afdeling ATB om de “oude” infrastructuren langer in de lucht te houden. In eerste instantie zou de migratie doorlopen tot eind 2010. De meerkosten voor 2011 bedragen € 310.000. D. Mozaïek moet langer onderhouden worden. Mozaïek vervult een cruciale rol in zowel de dienstverlening als de bedrijfsvoering van de Drechtsteden. Vooralsnog ziet het er naar uit dat we nog een periode van ongeveer 3,5 jaar met dit systeem zullen werken, Er is echter een aantal problemen welke de continuïteit van Mozaïek ernstig bedreigen. Allereerst zijn het applicatiebeheer en de ontwikkelfunctie belegd bij externen en bovendien zijn deze lasten financieel (geschat op € 151.000) niet afgedekt. Verder gaat Mozaïek in de loop van 2010 over naar de nieuwe GRID omgeving. Zo kan overdracht aan nieuwe beheerders en transitie naar een ander systeem in de toekomst, soepel verlopen. E. De benodigde uitbreiding van de afdeling financiële administratie en grootboek ad € 243.000 is structureel opgenomen in de geactualiseerde begroting, dit conform het besluit van de DSB van maart 2010. F. De kosten van de salarisgaranties zijn verlaagd met € 140.000, dit vanwege de door- en uitstroom van een aantal medewerkers. Bijdragestaat 2011 (Bedragen x € 1.000) Totaal Deelnemer Basispakket Pluspakket Additioneel Deelprogramma Extra pakket 1B applicaties en werkplekken Alblasserdam 1.176 0 0 281 80 1.537 Dordrecht 9.322 1.414 1.593 2.201 201 14.732 HI Ambacht 1.281 0 0 415 96 1.792 Papendrecht 2.248 0 0 446 96 2.790 Sliedrecht 1.444 0 0 318 46 1.808 Zwijndrecht 2.792 176 0 775 184 3.927 Regio ZHZ 5.440 0 41 1.386 422 7.290 GR Drechtsteden 5.011 0 80 2.328 227 7.647 Totaal 28.715 1.590 1.713 8.150 1.355 41.523 In de bijdragestaat is nog geen rekening gehouden met de effecten van de financiële afspraken met regio Zuid-Holland Zuid. De financiële afspraken ZHZ zal leiden tot een substantieel lagere bijdrage van regio ZHZ. Aansluiting begroting met de bijdragestaat (Bedragen x € 1.000) Bestandsdeel
Bedrag
Bijdragen staat Aanvullende opdrachten / materiële voorzieningen ZHZ DVO aanpassing Totaal begroting 2011
41.523 1.926 -593 42.857
40
VIP-projecten Voor 2011 staat het SCD voor een grote bezuinigingsoperatie van € 1,0 miljoen. Voor 2012 komt daar € 0,3 miljoen bij (Brede Doorlichting). Dit is een forse financiële opgave. In het VIP programma hebben we 18 projecten met 16 uitgewerkte business cases en projectplannen. Twee projecten zijn al direct uitgevoerd. Hiermee kunnen we structureel ruim 0.9 miljoen besparen. We doen dit onder andere door mensen te vervangen door geautomatiseerde processen. Hiervoor moeten we investeren in software en projectmanagement. Het krediet dat we hiervoor hebben aangevraagd bij de Drechtraad moeten we ook weer zelf afbetalen. Daardoor wordt de netto opbrengst van het VIP programma ruim 0,3 miljoen lager. Om onze taakstelling toch te halen bezuinigen we op overhead (verminderen van management) en apparaatskosten (materieel budget). Overzicht VIP-projecten (Bedragen x € 1.000) Project IVc.1
Doorontwikkelen virtueel serviceplein
IVc.2
Koppelen mozaïek met back-office systemen Topdesk E-HRM selfservice Gemiddeld Herinrichting P-Kolom
IVc.3
Investering/ Netto besparing Afschr.termijn Krediet per jaar in jaren 90 45 5
Jaarlasten Terugverdien tijd in jaren 21 2
70
49
5
16
413
228
5
95
1,4
U
143
Per saldo IVc.5 E-facturering IVc.13 DIV IVc.15 OCR Factuurverwerking
413 61 331 85
370 38 320 47
5 5 5 5
95 14 77 20
1,3* 1,6 1,3** 1,8
IVc.16 Implementatie verplichtingenadmin.
114
59
5
26
1,9
IVc.17 Koppeling financiële admin. aan K2F
114
46
5
26
2,5
IVc.18 Implementatie projectad45 Kwaliteit 5 10 n.v.t. ministratie Totaal 1.323 974 5 305 1,3 * Rekening houdend met een totale investering van € 493.500, waarvan € 413.000 afschrijfbaar. **Rekening houdend met een besparing van 9,45 fte structureel en totale investering van € 418.800 (€ 331.000 afschrijfbaar) en structurele exploitatiekosten van 200.000 euro.
De projecten Implementatie verplichtingenadministratie en koppeling financiële administraties aan K2F genereren vooral opbrengsten voor de regio. De kapitaallasten worden via een DVO doorberekend aan de klantorganisaties. Het komend half jaar worden er nog enkele andere VIP-projecten uitgewerkt. Voor deze projecten zullen we separaat een krediet aanvragen. De kapitaallasten die met deze verbetering en vernieuwing van het instrumentarium samenhangen bedragen afgerond € 305.000. Deze zijn op een afschrijvingstermijn van 5 jaar berekend. 10B
41
Meerjarenperspectief De verschillende financiële posten voor 2011 leiden tot het volgende meerjarenbesparingsbeeld van het SCD: Meerjarenperspectief SCD: besparingsvoordeel (Bedragen x € 1.000) Gebaseerd op basis en pluspakketten Besparingsvoordeel
2009
Besparingsvoordeel (onderkant bandbreedte)
2010
2011
6.800
6.800
Transitiekosten*
1.400
400
Extra transitiekosten
1.465
U
-
1.283
Continueren Mozaïek Vertraging IP&A
2014
6.800
6.800
6.800
6.800
1.005
855
449
-
150
150
-
310
1.000
1.000
1.000
1.000
1.000
1.000-
1.300-
1.300-
1.300-
Structurele kosten
ICT U
2013
Incidentele kosten
Budgetten ICT tbv opbouw nieuwe werkplekken, afbouw oude contracten
U
2012
1.000
Structurele besparingen
Middels VIP SUBTOTAAL BESPARING
2.935
4.117
5.335
6.095
6.651
7.100
565
650
?
?
?
?
712
712
712
?
?
?
300
600
?
?
?
2.455
4.023
n.b.
n.b.
n.b.
Kosten door extra afname klantorganisaties U
Telefonie, printers Additionele p-kosten SCD door extra afname werkplekken (700 st) Additionele materiële kosten door extra afname werkplekken en applicaties TOTAAL BESPARING
•
•
1.658
Voor 2009 en 2010 zijn transitiekosten van € 1,4 miljoen per jaar opgenomen in de begroting. Voor 2010 wordt € 400.000 gebruikt voor transitiekosten; € 1 miljoen wordt gebruikt voor dekking van structurele ICT meerkosten. Conform 2e marap 2010 en begroting SCD 2011. P
P
42
Bedrijfsvoering Algemeen De professionalisering op het gebied van Bedrijfsvoering is in 2010 zichtbaar geworden. Bedrijfsvoering heeft zich het afgelopen jaar gericht op het inrichten van de P&C-cyclus in afstemming met de P&C-cyclus van de GRD. In 2011 zal er een verfijning plaatsvinden op basis van de opgedane ervaringen. Rechtmatigheid blijft hierbij de aandacht krijgen om te waarborgen dat een en ander goed verloopt. U
Kostenverdeling en inhoud van dienstverlening aan ZHZ De eigenaren van het SCD (waaronder de Regio ZHZ/VR) hebben met elkaar afspraken gemaakt over de verdeling van de kosten van het SCD. Over de effecten daarvan op de verschillende partners is discussie tussen de eigenaren. Daarnaast is het dienstverleningspakket dat het SCD aan de dochters van ZHZ/VR levert, op onderdelen aangepast aan hun wensen en behoeften. De dochters van ZHZ/VR willen voor de omvang en inhoud van de dienstverlening nieuwe afspraken maken. Op dit moment worden concrete afspraken gemaakt tussen ZHZ/VR en de Drechtsteden. Doelstelling is om per 1-1-2011 goede afspraken te hebben tussen de eigenaren over de kostenverdeling en tussen SCD en ZHZ-klanten over de inhoud van de dienstverlening. Daarbij wordt bezien of de verdeling van kosten tussen de eigenaren te baseren is op meer parameters dan enkel fte’s en werkplekken, en of de afrekening voor ZHZ/VR dan ook via die methode kan geschieden. NB: bij de toetreding zijn aparte afspraken gemaakt voor ZHZ/VR over de financiële bijdrage voor het SCD in de vorm van een speciaal arrangement. U
BTW De huidige BTW-afspraken tussen de GRD/SCD en de Belastingdienst zijn voor 3 jaar aangegaan. In 2010 zal de Belastingdienst deze opnieuw bezien voor 2011 en verder. Uit contacten met de belastingdienst blijkt dat de belastingdienst van mening is dat de dienstverlening van het SCD (deels) btwplichtig is. U
Personeel Algemeen Bezetting ultimo 2009
Formatie 2010
Formatie 2011
400,14 fte
374,4 fte
374,4 fte
In 2011 worden binnen het SCD een aantal verschuivingen doorgevoerd. Zo zal de uitvoering van het VIP programma uiteindelijk leiden tot een lagere formatie voor bepaalde deelgebieden. Verder zal de formatie voor de ICT kolom groeien. Per saldo zal het aantal formatie plaatsen binnen het SCD gelijk blijven. Ziekteverzuim Ziekteverzuim 2009
6,91%
Geraamd
Geraamd
ziekteverzuim 2010
ziekteverzuim 2011
5,4%
5,4%
Een aantal service-eenheden kampt met langdurig zieken. Met alle leidinggevenden en met de bedrijfsarts is hierover gesproken. Het ziekteverzuimpercentage wordt actief gevolgd in de gesprekken tussen de managers en de afdelingshoofden. De afdelingshoofden zullen per afdeling een actieplan opstellen. Veel ziekteverzuim is overigens langdurig van karakter.
43
Zoals bekend vraagt dit een langere doorlooptijd. De onzekerheid die voor veel medewerkers gepaard gaat met de ontwikkeling van het SCD en de financiële doelstellingen is waarschijnlijk mede oorzaak van het hoge verzuim. Externe Inhuur Het SCD is bezig om de inzet van externen te verminderen door het inzetten van vast personeel. Over 2009 en 2010 bedroegen kosten van externen resp. € 8,2 en € 5,8 miljoen euro, Voor 2011 bedragen de geprognosticeerde inhuurkosten € 4,5 miljoen. Deze kosten worden gedekt door extra kort lopende dienstverleningsovereenkomsten ter waarde van € 2,7 miljoen, door overige inkomsten ter grootte van € 0,4 miljoen en het restant door vip-kredieten. Overige inkomsten betreffen dekking vanuit o.a. catering, beveiliging en schoonmaakbudget (hierop wordt namelijk ingehuurd naast de contracten met derden), zwangerschap vergoedingen en inzet bij IPA. Een deel van de externen worden ingezet op tijdelijke vip-projecten. Kosten van Externe Inhuur (bedragen x € 1.000) Realisatie 2009 Prognose 2010*
Geactualiseerde Begroting 2011
8.200 5.800 4.500 * Prognose van de inhuur voor 2010 gebaseerd op de gerealiseerde cijfers t/m augustus 2010. Risico´s a. In de notitie "Beeld ICT-kosten 2009 en verder" is aangegeven dat op de langere termijn vanaf 2013 besparingsvoordelen zullen ontstaan binnen het ICT-domein. Dit omdat migraties binnen één infrastructuur beduidend goedkoper zullen zijn dan de opgave waar we nu voor staan, namelijk een migratie van negen infrastructuren naar één infrastructuur. De werkplekkosten dalen naar verwachting dan van gemiddeld € 7,1 miljoen (exclusief meerwerk dat naar klant organisaties moet worden doorbelast voor aantallen werkplekken en applicaties) naar gemiddeld € 5,25 miljoen (dit is het totaal van exploitatie en kapitaallasten). Het werkplektarief daalt hiermee naar verwachting aanzienlijk: van € 1.978 nu naar op termijn € 1.573. ICT blijft verder één van met de belangrijkste risico’s. Eventuele verdere vertraging van het IP&A-project leidt tot een latere afbouw van de oude ICT-infrastructuur en daarmee tot hogere kosten. b. Het realiseren van de financiële taakstelling op onze personeelskosten betekent concreet een afbouw van de formatie in 1 jaar tijd met ca 30 fte ten opzichte van de huidige situatie. De kosten die daardoor voortvloeien uit het sociaal plan zijn aanzienlijk. De SCD leiding zal haar uiterste doen om, met de hulp van de partners, dit risico zoveel mogelijk te beperken door tijdige externe plaatsing. Voorlopig gaan we uit van outplacementkosten voor 10 medewerkers a € 50.000. In de 1e marap 2011 worden kosten gespecificeerd en formuleren we een voorstel hoe deze te dekken. c. In 2010 zal het SCD een nieuw functiewaarderingstraject ingaan. Dit kan leiden tot hogere personeelskosten. In de 1e marap 2011 wordt hierover nader gerapporteerd. P
P
d. In de geactualiseerde begroting is het indexatie percentage verlaagd met 1% voor de personele lasten. e. Eind 2010 wordt de bestuurlijke besluitvorming over de financiële afspraken met Zuid-Holland Zuid afgerond. Met deze afspraak moet de discussie met ZHZ over omvang en kwaliteit van de dienstverlening en de door ZHZ daarvoor te betalen bijdragen tot een einde komen. De financiële afspraken ZHZ betekent een substantiële, structurele, lagere bijdrage van ZHZ aan het SCD. De preciese uitwerking daarvan moet nog plaatsvinden. Er is een risico dat de financiële afspraken ZHZ toch tot andere uitkomsten leidt daar waar tot nu toe mee rekening wordt gehouden. Op de genoemde risico-punten zijn wij extra waakzaam, zo nodig wordt bijgestuurd.
44
Formatieaantallen Toelichting: de bijdrage aan het basispakket is gebaseerd op de formatieaantallen van de deelnemers per 1 januari 2010: Deelnemer Alblasserdam Dordrecht H.I. Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht Regio ZHZ * GR Drechtsteden ** Totaal
Fte per 01-01-2010 104,20 827,06 114,35 201,20 129,81 245,69 566,01 450,00 2.638,32
* Het fte-aantal van regio Zuid-Holland Zuid is nog van 2009, en is inclusief 26,9 fte van Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten ** Het aantal fte bij de GRD is exclusief het Servicecentrum 374,38 fte; het SCD betaalt geen bijdrage aan het eigen basispakket. Salarisgaranties In de bijdrage aan het basispakket is de extra bijdrage voor de kosten van de salarisgaranties opgenomen: Partnerorganisatie (Bedragen x € 1000) Alblasserdam Dordrecht HI Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht Regio ZHZ GR Drechtsteden Totaal
Bedrag 33 251 27 40 20 97 0 76 544
Bijdragen aan IP&A 1B Deelnemer / werkplekken (Bedragen x € 1.000) Alblasserdam Dordrecht Hendrik Ido Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht GR Drechtsteden Regio ZHZ Totaal
Bijdrage 1B
Bijdrage additioneel
230 1.801 339 365 260 634 2.039 1.134 6.802
51 400 76 81 58 141 289 252 1.348
Bijdrage totaal 281 2.201 415 446 318 775 2.328 1.386 8.150
Toelichting 1. Het basisbudget 1B voor 2011 is verhoogd met 1,15% ten opzichte van de primaire begroting 2010. De bijdrage additioneel is conform de notitie "beeld ICT-kosten 2009 en verder" van oktober 2009.
45
2. Voorts blijkt dat IP&A veel meer werkplekken en applicaties moet migreren dan was voorzien. Hierdoor is de uiteindelijke realisatiedatum eind juni 2011. Hierdoor moet het SCD aanzienlijk meer kosten maken. De vertraging in de uitrol van de uniforme werkplek uitrol heeft een direct effect op de benodigde menskracht bij de afdeling ATB om de ‘oude’ infrastructuren langer in de lucht te houden. In eerste instantie zou de migratie doorlopen tot eind 2010. Nu is het beeld dat de totale migratie doorloopt tot juli 2011. Daarna is deze menskracht niet meer nodig. De kosten voor 2011 bedragen € 310.000. De overige additionele kosten waren reeds opgenomen in de primaire begroting. Werkplekken: Deelnemer Alblasserdam Dordrecht H.I. Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht GR Drechtsteden Regio ZHZ Totaal
Werkplekken Werkplekken 2008 sept 2009** 90 125 1.059 977 146 184 198 160 141 130 270 344 963 1.533 512 577 3.330 4.079
** Aantal werkplekken in de werkplektelling van september 2009 Het grotere aantal werkplekken leidt zowel tot meer personeelskosten als materiële kosten. Er is immers net als in 2010 meer inzet nodig om al die te onderhouden. In aanvulling op de staand beleid begroting 2011 zijn de extra kosten die dit veel grotere aantal werkplekken met zich meebrengt bij deze actualisatie opgenomen. De bijdragen van de meerkosten van de extra werkplekken en extra applicaties en accounts door de verschillende partnerorganisatie wordt hier weergegeven. De verwachte meerkosten die samenhangen met de extra werkplekken worden toegekend aan de hand van het aantal extra werkplekken van de afnemers. Het principe van de veroorzaker betaalt gaat hierop. Deelnemer
Werkplekken*
Additionele bijdrage voor extra (Bedragen x € 1.000) werkplekken Alblasserdam 35 54 Dordrecht 0 0 Hendrik Ido Ambacht 38 58 Papendrecht 38 58 Sliedrecht 11 17 Zwijndrecht 74 113 GR Drechtsteden** 181 277 Regio ZHZ 65 100 Totaal 442 677 * extra aantal werkplekken conform werkplekinventarisatie september 2009 impactanalyse IP&A, exclusief Dordrecht in verband met lagere afname ** het aantal werkplekken bij de GR Drechtsteden is exclusief die van het SCD, om het rondrekenen van kosten te voorkomen.
46
De verwachte meerkosten die samenhangen met de extra applicaties en accountants worden toegekend aan de hand van het totaal aantal werkplekken bij de afnemers. Er wordt in 2011 gezocht naar een verfijning die het mogelijk maakt om ook op deze kosten het principe van de veroorzaker betaald toe te passen. Deelnemer (Bedragen x € 1.000)
Werkplekken*
Additionele bijdrage voor extra applicaties en accounts. Alblasserdam 125 26 Dordrecht 977 201 H.I. Ambacht 184 38 Papendrecht 198 41 Sliedrecht 141 29 Zwijndrecht 344 71 GR Drechtsteden 706 145 Regio ZHZ 615 127 Totaal 3.290 677 * het aantal werkplekken bij de GR Drechtsteden is exclusief die van het SCD, om het rondrekenen van kosten te voorkomen.
47
2.6 Gemeentebelastingen Drechtsteden Wat willen we bereiken? Gemeentebelastingen Drechtsteden (GBD) draagt vanaf 1 juli 2008 zorg voor het verwerven van belastingopbrengsten voor de gemeenten Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht. Primair is het zaak de geprognosticeerde belastingopbrengsten per belastingsoort per deelnemende gemeente zoveel als mogelijk in te vorderen. Daarbij wordt gestreefd naar het optimaliseren van de betalingsbereidheid. Voor zowel de deelnemende gemeenten als belastingplichtigen is GBD een dienstverlenende organisatie, die wegwijs biedt in de rechten en plichten op het gebied van de lokale heffingen en de Wet waardering onroerende zaken (WOZ). Wat gaan we hiervoor doen? Om dit te bereiken worden de volgende activiteiten ondernomen: doelmatig, duidelijk en tijdig bepalen van de WOZ-waarden van de in de gemeenten gelegen onroerende zaken; het waarborgen van een volledige, juiste en rechtmatige toepassing en uitvoering van alle verordeningen op het gebied van heffing en invordering, behoudens grafrechten, marktgelden, havengelden, leges en eventueel andere met de deelnemende gemeenten overeengekomen uitzonderingen; behandelen van verzoeken om kwijtschelding; behandelen van bezwaar- en beroepschriften; invorderen van opgelegde aanslagen; formuleren en bewaken van dienstverleningsnormen; degelijke informatieverstrekking verzorgen over lokale heffingen. Naast deze activiteiten zal Gemeentebelastingen Drechtsteden volgens wettelijk voorschrift tijdig correcte en volledige levering van WOZ-data verzorgen naar de rijksbelastingdienst, het CBS, het Waterschap Hollandse Delta en het Waterschap Rivierenland. GBD verzorgt tevens gevraagd en ongevraagd de advisering aan de deelnemende gemeenten over belastingaangelegenheden in brede zin. Hoe gaan we dit meten? GBD heeft op het gebied van belastingopbrengsten als financiële prestatie-indicatoren de opbrengsten per belastingsoort zoals die zijn opgenomen in de begrotingen van de deelnemende gemeenten. De verantwoording hierover geschiedt via inbreng van deze opbrengsten in de reguliere planning- en controlcyclus van de desbetreffende gemeenten. Voor 2011 gaat het hier, op basis van een voorlopige raming, om een totale opbrengst van circa € 84 miljoen. De raming hiervan per belastingsoort wordt tijdig ingebracht in het begrotingsproces van de deelnemende gemeenten. De geprognosticeerde opbrengsten in de gemeentebegrotingen 2011 normeren vervolgens de productiedoelstelling voor Gemeentebelastingen Drechtsteden. Zoals met de opbrengsten worden ook de verzending van de aanslagen, de afdoening van bezwaarschriften, afdoening voor verzoeken om kwijtschelding en dergelijke per gemeente afgesproken. Gemeentebelastingen Drechtsteden hanteert hierbij voor alle gemeenten de volgende normen. Product Verzenden gecombineerde aanslagen/WOZbeschikkingen 2011
Prestatie-indicator 95% voor 1 maart 2011 97% voor 1 april 2011 99% voor 1 mei 2011 100% voor 1 juni 2011 overeenkomstig wett.termijnen 99% binnen 3 maanden na indiening 100% binnen 6 maanden na indiening 25% binnen 3 maanden na indiening 100% binnen de wettelijke termijn
Verzenden overige aanslagen Afdoen verzoeken om kwijtschelding Afdoen bezwaarschriften
48
Wat zijn de kosten? Programma Gemeentebelastingen Drechtsteden (bedragen x € 1.000) Primaire begroting Geactualiseerde begroting Lasten 5.220
Baten
Saldo
5.220
0
lasten 5.059
Baten
Saldo
Lasten
0
-161
5.059
Wijziging ten opzichte van primaire begroting 2011 Bedragen x € 1.000 Voordelen Inc. LASTEN Personeel Kapitaalslasten Subtotaal
Begrotingswijziging
Nadelen
Struct.
Inc.
Baten -161
Totaal
0
Analyse verwijzing
Struct.
A B
-251 -251
saldo
90 90
-161
BATEN Gemeentelijke bijdrage Indexering Subtotaal
C D
-148 -13 0
-161
-161
TOTAAL VOOR BESTEMMING Resultaatbestemming TOTAAL NA BESTEMMING
Toelichting: A. Per saldo verlaagt Gemeentebelastingen Drechtsteden haar begroting met €161.000. Hiervan komt € 251.000 voort door besparing op de ontwikkelformatie B. Hogere kapitaalslasten C. Lagere gemeentelijke bijdrage D. Het verschil ad € 13.000 wordt vermoedelijk veroorzaakt door de schuifoperatie als gevolg van de nieuwe indexeringscijfers.
49
Bijdragen per deelnemer Deelnemer (Bedragen x € 1.000) Dordrecht H.I. Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht Totaal
% aanslagregels 2009
Bijdrage 2011
53,19% 10,38% 9,50% 10,35% 16,58% 100,00%
2.531 494 452 493 789 4.759
Door de GBD wordt een besparing gerealiseerd van € 441.000 opgebouwd uit een verlaging van de gemeentelijke bijdrage van € 190.000 (ten opzichte van 1ste marap 2010) en een bijdrage aan de Brede Doorlichting van € 251.000. De effecten van minder werkplekken (ICT) en minder bedrijfsapplicaties als gevolg van de systeemconvergentie zijn nog niet in de geactualiseerde begroting verwerkt. Voor Alblasserdam is geen bijdrage opgenomen. Zowel onder lasten en baten is nog geen rekening gehouden met de belastingtaken voor Alblasserdam. In september 2009 zijn gesprekken gestart met de gemeente Alblasserdam over toetreding tot de GBD. In 2010 is een eerste stap gezet door het op basis van een dienstverleningsovereenkomst (DVO) verrichten van specifieke taken voor deze gemeente, zoals het ondersteuning leveren voor het opstellen van de paragraaf lokale lasten en bij de verwerking en analyse van de belastingopbrengsten. Ook andere onderwerpen op fiscaal-juridisch gebied kunnen tot de DVO gaan behoren. In 2011 wordt verder gesproken over de toekomstige deelname. Bedrijfsvoering en Brede Doorlichting De ambities, ontwikkelingen en nieuwe bedrijfsvoeringaspecten komen ook in 2010 tot uitdrukking in de vijf speerpunten zoals de GBD die al in haar jaarplan 2009 heeft opgenomen. Standaardisering en bundeling van werkprocessen dienen zorg te dragen voor verbetering van de doelmatigheid en doeltreffendheid van het werk van Gemeentebelastingen Drechtsteden. Effecten van deze speerpunten zijn in 2009 ingebracht in het proces van de zogeheten Brede Doorlichting van de Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden. Het project, genaamd GBD 2 , heeft tot doel concrete uitvoering te geven aan de vijf speerpunten zoals die hierna zijn weergegeven. In het najaar van 2009 zijn in vijf businesscases de speerpunten beoordeeld op realiteitsniveau en uitvoerbaarheid. Daarnaast zijn zij beoordeeld op het ‘verwachte winstdrieluik’ kwaliteit, bezuiniging en innovatie. In 2012 wordt een besparing gerealiseerd van € 0,5 miljoen. De begroting zal in dat jaar met dit bedrag worden verlaagd, waardoor de bijdrage van de deelnemers met circa 10% zal afnemen. Voor 2011 wordt rekening gehouden met een bijdrage aan de Brede doorlichting van € 251.000, te realiseren middels besparingen op personele en materiële lasten. De besparingen en de bijdrage in het kader van de Brede Doorlichting zijn niet verwerkt in de hier gepresenteerde cijfers, dit vanwege de aanpassing en verdere uitwerking van de Brede Doorlichting die eind 2010 volgt. In 2010 was als gevolg van dit project een netto-besparing voorzien van € 28.000. P
PPP
De vijf speerpunten zijn als volgt geformuleerd: Convergeren belastingsysteem Eind 2009 is overgegaan naar één belastingsysteem in plaats van vijf systemen op lokale ICTomgevingen. In 2010 werd dit systeem volledig operationeel zijn. De aanslagen en WOZ-beschikkingen worden vanaf 2010 uit het samengevoegde belastingpakket verzonden. In 2011 zullen ook de databestanden volledig worden bijgewerkt U
50
Synchroniseren taxatieondersteunende software Bij de start van de GBD werd gebruik gemaakt van zeven softwarepakketten voor drie soorten waarderingen (woningen, courante niet-woningen en incourante objecten). Die pakketten zijn in 2009 teruggebracht tot drie, ingericht naar soort. Samengebundeld vormen zij één logisch geheel. Vanaf 2010 is die software volledig in gebruik genomen. De nieuwe systematiek wordt in 2011 verfijnd. U
Synchroniseren werkprocessen De werkprocessen zijn bij de opstart gebaseerd op vijf belastingsystemen en zeven softwarepakketten voor het waarderen van onroerende zaken. Met de komst van één belastingpakket en één samengebundelde taxatiesystematiek ontstaat de mogelijkheid de werkprocessen te synchroniseren. De voorbereidingen zijn daartoe in 2009 getroffen. De uitvoering vindt in 2010 plaats. In 2011 zullen de betaaltermijnen en de vrijstellingsnormen worden gesynchroniseerd. U
Vaststellen Leidraad Invordering De Leidraad die een gestructureerd invorderingsproces waarborgt, wordt in 2011 aan de colleges van de deelnemers voorgelegd. Verkorten afhandeltermijnen bezwaarschriften Het verkorten van de afhandeltermijnen van bezwaarschriften is een prioriteit. In 2009 zijn daartoe de eerste stappen gezet. Door de komst van één belastingsysteem kunnen in 2011 verdere verkortingsslagen worden gemaakt. Tevens wordt via pre-mediation (bellen bij bezwaar) getracht het aantal bezwaarschriften te verlagen. U
Met de uitwerking van de vijf speerpunten is in 2009 gestart. Fasegewijs moeten die leiden tot het ‘verwachte winstdrieluik’ kwaliteit, bezuiniging en innovatie. Overzichten personeel Hierbij de prognose voor het formatieverloop (peildata 1 januari), inclusief de ontwikkelformatie en de effecten van de Brede Doorlichting. Formatie 2009
Formatie 2010*
Primaire begroting 2011
55,5
Geactualiseerde begroting 2011
53,8
53,0
53,0
Geraamd
Primaire begroting
ziekteverzuim 2010
2011
Geactualiseerde begroting 2011
4%
4%
Zieketeverzuim. Ziekteverzuim 2010
4,32%
Lichte overschrijding vanwege 2 langdurig ziekten.
51
4%
Externe Inhuur Kosten van Externe Inhuur (bedragen x € 1.000) Realisatie 2009 Prognose 2010*
•
Geactualiseerde Begroting 2011 279 209 75 Prognose van de inhuur voor 2010 gebaseerd op de gerealiseerde cijfers t/m augustus 2010.
Vanwege de afbouw van de ontwikkelformatie is de inhuur drastisch gedaald. Gemeentebelastingen Drechtsteden vervult twee vacatures (samen 1 fte) door middel van een detachering. Het betreft hier de functies relatiebeheer en sr.stafmedewerker P&C. In feite gaat het hier om de controlfunctie voor zowel de eigen begroting als die van het onderdeel lokale heffingen voor de gemeentebegrotingen. Risico’s Op dit moment zijn er geen bovenmatige risico’s. Rechtmatigheid De werkprocessen van Gemeentebelastingen Drechtsteden liggen vast in een uitgebreide AO/IC. Ten aanzien van de waarbepaling wordt aangesloten bij de toezichthouder, de Waarderingskamer. Voor het personeel van Gemeentebelastingen Drechtsteden gelden de volgende regels (integriteit): De volgende maatregelen op het gebied van integriteit zijn getroffen: 1. 2. 3. 4. 5.
Er vindt jaarlijks controle plaats op correcte waardes en op een correcte invoer van waardes van objecten van medewerkers van de GBD. Er vindt jaarlijks controle plaats op correcte belastingenaanslagen en een correct betalingsgedrag van medewerkers van de GBD op belastingaanslagen die door de GBD zijn opgelegd. Verzoeken om kwijtschelding van medewerkers van de GBD worden mede beoordeeld door de directeur van de GBD (vier ogenprincipe). Verzoeken om een betalingsregeling van medewerkers van de GBD worden mede beoordeeld door de directeur van de GBD (vier ogenprincipe). Bezwaarschriften ingediend door medewerkers van de GBD worden mede beoordeeld door de directeur van de GBD (vier ogenprincipe).
De uitkomsten van controles worden administratief vastgelegd. De ontwikkelingen op het gebied van de bedrijfsvoering liggen in eerste instantie vast in de vijf speerpunten, zoals genoemd bij het project Brede Doorlichting.
52
2.7
Onderzoekcentrum Drechtsteden
Wat willen we bereiken? Het Onderzoekcentrum Drechtsteden (OCD) is de vanzelfsprekende ‘partner voor beleid’ voor de Drechtsteden gemeenten en de andere organisatieonderdelen van de GR Drechtsteden. Het OCD ondersteunt deze gemeenten en organisatieonderdelen bij hun beleid met onderzoek, informatie en advies. Het OCD levert relevante informatie voor het algemene beleid en voert beleidsonderzoek op maat uit voor specifieke vragen. Daarnaast heeft het OCD een signalerings- en adviesfunctie. De kwaliteit van de dienstverlening van het OCD is hoog en haar medewerkers beschikken over veel kennis en expertise. Het OCD is klantgericht in haar dienstverlening, toegankelijk en flexibel, en we zijn een betrouwbare onderzoekspartner. Het OCD houdt haar kennis en methoden ‘up to date’ en bevindt zich bij nieuwe ontwikkelingen vaak in de voorhoede. De bedrijfsvoering van het OCD is efficient en kosteneffectief. Onze producten zijn toegesneden op de informatiebehoefte van gemeenten en worden gebruikt bij het maken, bijstellen of evalueren van beleid. Wat gaan we daarvoor doen? Het OCD biedt de Drechtsteden gemeenten een pakket aan producten die samen een basis bieden voor structurele ondersteuning van het algemene beleid van gemeenten. Het betreft basisinformatie, kennisoverdracht, omnibusonderzoek/panels en monitoren. Deze producten leveren kerncijfers op betreffende de huidige stand van zaken binnen een gemeenten/organisatieonderdeel en brengen trends en ontwikkelingen in kaart. Deze producten worden verder ontwikkeld in samenspraak met de gemeenten. In onderstaande tabel staan de producten uit het basispakket voor 2011 weergegeven met een doorkijkje naar de jaren 2012 t/m 2014. Basispakket OCD wat? basisinformatie bedrijvenregister Kerncijfers gemeenten
voor wie?
frequentie?
2011
2012
2013
2014
Drechtsteden per gemeente en Drechtsteden bevolkingsprognose regio en Dordrecht
jaarlijks jaarlijks
x x
x x
x x
x x
kennisoverdracht Informatie en advies werkgroepen lunch/borrelbijeenkomsten conferentie factsheet/notities
gemeenten/Drechtsteden gemeenten/Drechtsteden Drechtsteden Drechtsteden Drechtsteden
continu continu continu 2-jaarlijks continu
omnibusonderzoek/panels omnibusonderzoek bewonerspanel/internetpanel
gemeenten/Drechtsteden gemeenten/Drechtsteden
monitoren staat Drechtsteden Wonen Economie Onderwijs vrije tijd leefbaarheid en veiligheid participatie beeld binnenstad Milieu communicatie en bestuur
Drechtsteden Drechtsteden Drechtsteden Drechtsteden Drechtsteden Drechtsteden Drechtsteden Drechtsteden Drechtsteden Drechtsteden Drechtsteden
bevolkingsprognose
4-jaarlijks
2-jaarlijks jaarlijks jaarlijks jaarlijks 2-jaarlijks 4-jaarlijks jaarlijks 4-jaarlijks jaarlijks 2-jaarlijks 2-jaarlijks
53
x
x x x
x x x
x
x x x x x
x
x x x x x
x x
x x
x x
x x
x x x x x
x x x
x x x x x
x x x
x x x x
x x x x
x x x x x
x x x
Via regionale monitoren die we in 2011 uitvoeren actualiseren we belangrijke informatie op verschillende beleidsterreinen (o.a. wonen, economie, onderwijs en milieu). Daarnaast kan men een beroep doen op de kennis en expertise van de medewerkers. Wij participeren in werkgroepen op lokaal, regionaal en landelijk niveau, beantwoorden informatieve vragen en adviseren op basis van onderzoek. Naast dit basispakket aan producten en diensten kunnen gemeenten en de andere organisatieonderdelen van de GR Drechtsteden additionele onderzoeksopdrachten laten uitvoeren. Het OCD voert verschillende typen onderzoek uit. Een greep uit de mogelijkheden: beleidsevaluatie, opinieonderzoek, marktonderzoek, benchmarking, klanttevredenheidsonderzoek en medewerkertevredenheidsonderzoek. Aan kwaliteit werken wij door het opzetten en implementeren van een kwaliteitssysteem. In de loop van 2010 zal dit traject zijn afgerond. De medewerkers van het OCD zijn geschoold in kwantitatieve en kwalitatieve onderzoekstechnieken. Het OCD beschikt bovendien over brede inhoudelijke kennis en expertise wat betreft regionaal en gemeentelijk beleid. Wij werken voortdurend aan de verdere professionalisering van de medewerkers via cursussen, congresbezoek, participatie in werkgroepen en intercollegiale toetsing. Aan de bekendheid en toegankelijkheid van het OCD bij haar klanten werken we op verschillende manieren. We bezoeken hen actief om over ons aanbod te praten. Daarnaast brengen we een nieuwsbrief uit, schrijven artikelen, houden presentaties en werken we op andere manieren aan onze bekendheid. We hebben een toegankelijke website. In 2011 beschikken we over een toegankelijke digitale database met alle kerninformatie. Het OCD is een organisatie waar projectmatig wordt gewerkt. Efficiëntie van de bedrijfsvoering wordt ondersteund door een tijdschrijfsysteem. Het OCD werkt met een declarabele norm per functie. In het kader van de brede doorlichting zal het OCD in 2011 gaan werken met een slank, efficiënt en effectief pakket aan basisproducten. In dat jaar gaan we naar verwachting ook werken met een basisen pluspakket en een daarop aangepaste financiering. En ten slotte staat de actualisering van het (meerjaren-)onderzoeksprogramma, dat we in 2010 gaan opzetten, in 2011 op de agenda van het OCD. Hoe gaan we dat meten? In een klankbordgroep van vertegenwoordigers van gemeenten en organisatieonderdelen bespreken we de producten van ons basispakket en de stand van zaken m.b.t. de onderzoeksopdrachten. Daarnaast zorgen we – als onderdeel van ons kwaliteitssysteem - voor feedback per onderzoeksopdracht. Dat geldt als een doorlopend klanttevredenheidsonderzoek. Wat de bedrijfsvoering aangaat hebben we de beschikking over managementinformatie op projectniveau en medewerkersniveau. Wat zijn de kosten? Programma Onderzoekcentrum Drechtsteden (bedragen x € 1.000) Primaire begroting 2011 Geactualiseerde begroting 2011 Lasten 1.563
Baten 1.563
Begrotingswijziging
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
0
1.556
1.556
0
-7
-7
0
54
Begrotingsanalyse In de tabel hieronder worden de verschillen van de geactualiseerde begroting 2011 met begroting 2010 in beeld gebracht. Bedragen x € 1.000
Afname t.o.v. begroting 2010 Inc. Struct.
Toename t.o.v. begroting 2010 Inc. Struct.
Totaal
Analyse verwijzing
LASTEN Personeelslasten Dienstverlening SCD Materiële kosten Subtotaal
10 3 5 18
18
BATEN Bijdrage deelnemers Subtotaal
18 18
18
0
0
A B C
D
TOTAAL VOOR BESTEMMING
TOTAAL NA BESTEMMING
0
Toelichting: A. Afname loonkosten, indexering 1,00%. B. De toename dienstverlening van het SCD. C. Toename materiële kosten, indexering 1,50% D. De toename van de bijdrage van de deelnemers conform indexering van 1,15 %. Brede doorlichting Het OCD heeft voor de Brede Doorlichting twee voorstellen uitgewerkt die leiden tot een efficiëntere en effectievere werkwijze: 1. opstellen meerjaren onderzoeksprogramma en introductie basis- en pluspakket; 2. optimaliseren monitoren en onderzoeken. In het eerste voorstel is een financieringsstructuur uitgewerkt, waarbij gemeenten en de GRD een vaste bijdrage betalen voor het basispakket (standaard monitoren) en voor het pluspakket (individueel opdrachtonderzoek) per onderzoek betalen. De precieze juridische en financiële invulling hiervan moet nog worden uitgewerkt, maar het voorstel is vooralsnog om verrekening van opdrachtonderzoek achteraf te laten plaatsvinden op basis van uitgevoerde onderzoeken. Onderdeel van dit voorstel is ook de mogelijke uitbreiding van het aantal opdrachten voor externe opdrachtgevers (bijvoorbeeld ZuidHolland Zuid). De doelstelling is een gegarandeerde financiering van 90% van het budget door de Drechtsteden. Het OCD moet dan 10% inverdienen bij externen. Wij gaan voor de Brede Doorlichting uit van ongeveer 7% externe opdrachten in 2010 en 2011 oplopend tot 10% in 2012 en verder. Dit leidt tot een bijdrage aan de Brede Doorlichting van € 60.000 in 2010 (netto), € 100.000 in 2011 en € 140.000 in 2012. Om de onderzoeksbehoefte goed te plannen, ontwikkelt het OCD op basis van individuele gesprekken met gemeenten een meerjaren onderzoeksprogramma. Het doel van het tweede voorstel is het basispakket zo efficiënt en effectief mogelijk te organiseren door de inhoud, uitvoering, frequentie en rapportage van monitoren te optimaliseren. Ook zijn er op dit moment monitoren die specifiek voor één gemeente worden uitgevoerd. Deze monitoren worden uit het basispakket gehaald. Indien gewenst kunnen deze voor de betreffende gemeente als opdrachtonderzoek worden uitgevoerd.
55
Bedrijfsvoering (inclusief rechtmatigheid) Het OCD heeft, zoals hiervoor is aangegeven, een inverdientaakstelling van 10% van haar omzet in 2012 (7% in 2011). Dat betekent dat het OCD met het oog hierop meer aandacht besteed aan externe acquisitie en profilering. In 2010 onderneemt het OCD in dit kader extra activiteiten; in 2011 zal dit standaard onderdeel zijn van de bedrijfsvoering van het OCD. Risico´s, risicomanagement Het succes van extern inverdienen is mede afhankelijk van de onderzoeksmarkt. Het feit dat potentiële opdrachtgevers ook met bezuinigingen te maken krijgen, kan een negatief effect hebben op de onderzoeksvraag. Dat brengt het risico met zich mee dat er een scherpe concurrentie ontstaat op de externe markt, wat het realiseren van de taakstelling bemoeilijkt. Het OCD gaat daarom actief de externe markt op en zet in op een bredere profilering. Ook blijft zij continu werken aan de kwaliteit van haar producten. U
Bijdragen per deelnemer Bijdrage per deelnemer (bedragen x €1.000) Deelnemer Verdeelsleutel fte per 1-1-2010 Alblasserdam Dordrecht H.I. Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht GR Drechtsteden Totaal
Verdeling %
Bijdrage Primaire begroting 2011
5,25 41,70 5,77 10,15 6,55 12,39 18,20 100,00
82 652 90 159 102 194 284 1.563
104,20 827,06 114,35 201,20 129,81 245,69 360,90 1.983,20
Bijdrage geactualiseerde begroting 2011 82 649 90 158 102 193 283 1.556
Overzichten personeel Bezetting ultimo 2009
Formatie 2010
Primaire begroting 2011
14,52 fte
14,6 fte
14,6 fte
Geactualiseerde begroting 2011 14,6 fte
De regionalisering van de basisproducten en de toegenomen vraag vanuit de gemeenten en de GR Drechtsteden, leiden tot een toename van het onderzoekswerk. Tegelijkertijd kijken wij echter naar een efficiëntere organisatie en uitvoering van onze projecten en producten, waardoor we met dezelfde formatie dit werk kunnen uitvoeren. Waar nodig huren we extra ondersteuning in of besteden we (onderdelen) van onderzoek uit. Ziekteverzuim 2009
2,9%
Geraamd
Primaire begroting
ziekteverzuim 2010
2011
4%
4%
Geactualiseerde begroting 2011 4%
Het OCD werkt actief aan een laag ziekteverzuim door te zorgen voor goede arbeidsomstandigheden en reductie van stressbevorderende factoren. Dat beleid werpt zijn vruchten af. In 2009 was het ziekteverzuim laag. Voor 2010 en 2011 hanteren we een streefpercentage van 4%, omdat één langdurige zieke vanwege de geringe omvang van het OCD meteen veel invloed heeft op dit percentage.
56
Externe Inhuur Kosten van Externe Inhuur (bedragen x € 1.000) Realisatie 2009 Prognose 2010*
Geactualiseerde Begroting 2011 30 45 108 * Prognose van de inhuur voor 2010 gebaseerd op de gerealiseerde cijfers t/m augustus 2010.
Inhuur op vacatureruimte : De vacatureruimte die is ontstaan door het vertrek van een senior onderzoeker zal tijdelijk ingevuld worden door inhuur. Dit in afwachting van het effect van de uitwerking van de brede doorlichting waarin de introductie van een andere financiering van het pluspakket wordt voorgesteld. Hieraan zullen geen financiële consequenties verbonden zijn. De besparing op de personele lasten van € 80.000 zullen hiervoor gebruikt worden.
U
U
Inhuur op Projectbasis : Bij de inhuur van enquêteurs voor een bepaald onderzoeksproject gaat het om extra capaciteit en om specifiek noodzakelijke deskundigheid. Totaal begroot € 28.000.
U
U
57
2.8 Programma IP&A Wat willen we bereiken? Kortweg gezegd het uitrollen van een uniforme werkplek, het realiseren van een rekencentrum en 1 regionale infrastructuur (Drechtnet). Verder het uitvoeren van projecten op het gebied van regionale en generieke informatiesystemen. Hieronder een beknopte weergave van de opzet van het programma IP&A1. Dit programma is in juni 2008 – na instemming van de individuele gemeenten – aanvaard door de Drechtraad. Ieder deelprogramma kent een eigen financieringsstructuur. Het IPA programma is opgedeeld in 4 deelprogramma’s • Het eerste deelprogramma richt zich op een goede infrastructuur: verbetering van de kantoorautomatisering voor alle Drechtstedenorganisaties gezamenlijk. Programma 1 betreft een aantal kredieten (jaartranches) binnen de begroting van de GRD i.c. het SCD. • Het tweede programma gaat over innovatieve projecten die bijdragen aan een transparante, efficiënte en effectieve in- en externe dienstverlening (ook de wettelijk verplichte projecten zoals de Basisregistraties en het Burgerservice-nummer). Wordt bekostigd uit een bijdrage per inwoner per jaar voor de looptijd van het programma. De GRD vraagt daarvoor in drie jaartranches een krediet. • Het derde programma omvat allerlei lokale projecten; projecten die op zich niet regionaal zijn, maar wel samenhangen met of gevolgen hebben voor de regionale component (bijvoorbeeld: verhuizing van ICTondersteuning in Zwijndrecht). Programma III betreft bilaterale afspraken tussen IPA en gemeenten, waarbij de kredietaanvraag door de betreffende gemeente wordt gedaan. • Deelprogramma vier tot slot richt zich specifiek op de vorming van het SCD en de onderliggende procesveranderingen (bijvoorbeeld: digitale post via Mozaiek). Financiering geschied middels een krediet binnen de begroting van de GRD i.c. het SCD. Wat gaan we daarvoor doen? Middels de project organisatie zal in principe de A-kant van het project medio 2011 afgerond worden. De projecten Rekencentrum en Drechtnet zijn inmiddels opgeleverd. Waarschijnlijk zal de front-end (werkplekken) eind april 2011 opgeleverd worden. De migratie van de back-end zal doorlopen tot eind juni 2011. In principe zijn de projecten van deelprogramma 2 eind 2010 opgeleverd. Het vervolgplan: IPA2, ligt thans ter bespreking en goedkeuring bij de deelnemers voor. In 2011 zullen een aantal lokale projecten (DP3) doorlopen. Verder lopen er ook nog onderdelen van het VIP programma van het SCD door (deelprogramma 4C) Hoe gaan we dat meten? Bij gereedkomen van elk project wordt er een project decharge formulier opgesteld en afgetekend door alle betrokken partijen.
58
Wat zijn de kosten? Het exacte bedrag van het benodigde krediet (DP1) is op dit moment nog niet bekend. Vooralsnog gaan wij uit van € 3.000.000 aan kosten die middels een nieuw aan te vragen krediet gedekt moeten worden. Voor DP2 is niets in de begroting opgenomen, omdat het vervolg van het plan nog niet goedgekeurd is. Voor DP3 en DP4C zijn de lasten bij de betreffende klantorganisaties opgenomen. Bedrijfsvoering (inclusief rechtmatigheid) Om een structurele basis te verschaffen aan het IPA programma, in eerste instantie voor projecten op het gebied van regionale en generieke Informatiesystemen, maar ook de lokale projecten (Deelprogramma 2en3) maar later zeker ook voor de nieuwe migratie van de uniforme werkplek in circa 2015, worden plannen ontwikkeld om een Projectbureau op te stellen. Hierdoor kan het uitvoeren van I&A projecten een structurele dus steviger basis krijgen in de regio. Risico´s, riscomanagement Hieronder volgen de bij de deelprogramma’s onderkende risico’s. Bij deelprogramma I.B ICT infrastructuur, liggen de risico’s bij: -
Het project uniforme werkplek. Na migratie van Hendrik-Ido-Ambacht, Alblasserdam, Papendrecht, GGD-RAV, MZHZ en deels Dordrecht zijn er meer werkplekken gemigreerd, meer accounts en meer applicaties dan de normen hiervoor. Dit resulteert enerzijds tot meerwerk in het project en anderzijds tot meerwerk in het beheer.
-
Vertraging van de uitrol. Naar verwachting zal de uitrol van alle uniforme werkplekken en de migratie van de backend pas klaar zijn medio 2011; terwijl eerst een einde werd voorzien voor 2010. Dit wordt mede veroorzaakt door het groter aantal wekplekken, accounts en applicaties dat gemigreerd moet worden. Verder is ook achterstallig onderhoud bij de deelnemers hier mede debet aan.
De kosten van beide risico’s worden geschat op € 3,0 miljoen, af te schrijven over de gebruiksduur. De kans op deze risico’s is heel groot. Bij deelprogramma II, regionale informatievoorziening, zijn er risico’s bij: -
Einde deelprogramma 2 IPA 2008-2010. Eind 2010 wordt het deelprogramma 2 van IPA1 opgeleverd. Dit houdt in dat het programma verder stopt met de ontwikkeling van regionale en Generieke informatie systemen. Echter is er dan wel een risico bij wijziging van wet en regelgeving. Thans ligt het IPA2 plan voor bij deelnemers en zal dit plan het hierboven beschreven risico tot 0 moeten kunnen reduceren.
-
Projectbureau Als er een projectbureau wordt gevormd maar het aantal projecten is beperkt zijn er natuurlijk nog wel kosten voor het bureau die door blijven lopen. Totaal risico: circa €400.000.
59
Bijdragen per deelnemer Deelnemer
(bedragen x €1.000) Alblasserdam Dordrecht H.I. Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht Totaal
Prognose bijdrage 2010
Prognose bijdrage 2011
100 814 173 218 107 305 1.717
50 412 88 110 54 155 869
Toelichting: • Deelprogramma 1A en 1B van IPA wordt middels, door de Drechtraad goedgekeurde, kredieten gefinancierd. De kapitaallasten landen in de begroting van het SCD. Bijdragen van de deelnemers zijn dan ook bij het SCD opgenomen. • Deelprogramma 2 is eind 2010 totaal opgeleverd. De financiering loopt hierbij via een fonds waarbij bijdragen jaarlijks bij de deelnemers opgehaald worden. De bijdrage loopt door tot en met medio 2011. Daarmee kan de financiering van het eerste IPA Deelprogramma 2 afgesloten worden. Daarnaast is er inmiddels een nieuw plan ingediend: IPA2 2010-2015. Dit plan ligt nu ter besluitvorming voor. • Deelprogramma 3 van IPA wordt lokaal gefinancierd, dat blijft hier dus buiten beschouwing. • Deelprogramma 4A en B zijn inmiddels afgerond. Thans is 4C gestart; betreft VIP projecten voor het SCD. Kredietvoorstel ligt ter goedkeuring bij Drechtraad. De kapitaallasten landen in de begroting van het SCD. Bijdragen van de deelnemers zijn dan ook bij het SCD opgenomen. • Er is tevens een aanvraag voor een overbruggingskrediet tussen de deelprogramma’s 2 voor de periodes 2008-2010 en 2010-2015. Dit krediet gaat op 28 oktober naar het PFO+DSB Personeel Gezien de projectstructuur bestaat de bezetting grotendeels uit extern ingehuurde projectleiders en projectmedewerkers. Personeel in dienst van het SCD wordt wel in het project betrokken (afdelingen IAB, IVT, ATB en BPC). De verantwoording van de fte’s en het ziekteverzuim van deze medewerkers wordt door het SCD zelf verzorgd. Externe Inhuur Kosten van Externe Inhuur (bedragen x € 1.000) Realisatie 2009 Prognose 2010*
Geactualiseerde Begroting 2011 6.900 8.400 6.000 * Prognose van de inhuur voor 2010 gebaseerd op de gerealiseerde cijfers t/m augustus 2010.
Belangrijk is op te merken dat de verwachte uitgaven voor 2011 mede gebaseerd zijn op de uitloop van deelprogramma 1B (Uniforme werkplek) met een verwacht einde medio 2011 en geschatte uitgave ad € 2 miljoen. Er is bij de bepaling van de inhuur vanuit gegaan dat de start van IPA2 2010-2015 in 2011 plaats zal vinden. Er is voor IPA2 voor 2011 een € 2 miljoen aan kosten voor inhuur meegenomen in bovenstaande staat. De kosten van het overbruggingskrediet zijn tevens meegenomen. Kosten voor deelprogramma’s 3 en 4C zijn opgenomen in de begroting van de diverse Individuele klantorganisaties. Al het voor 2011 benodigde personeel wordt ingehuurd op basis van 2 redenen van inhuur: • Projectbasis: inhuur voor de duur van een project. Het gaat daarbij zowel om extra capaciteit, als om specifiek noodzakelijke deskundigheid. • Tijdelijke financiering: diensten die worden geleverd en activiteiten die worden ontplooid zonder een structurele financieringsbron, waardoor er terughoudend wordt omgegaan met het aantrekken van vaste medewerkers en wordt gekozen voor inhuur.
60
3.
FINANCIELE BEGROTING
3.1
Recapitulatie programmabegroting (bedragen x € 1.000)
Programma
Primaire begroting Lasten
Bureau Drechtsteden
Baten
Begrotingswijziging Saldo
Lasten
Baten
Geactualiseerde begroting Saldo
Lasten
Baten
Saldo
7.050
7.050
0
-446
-446
0
6.604
6.604
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
184.617
184.617
0
31.825
31.825
0
216.422
216.422
0
8.973
8.973
0
-940
-940
0
8.033
8.033
0
40.964
40.964
0
1.893
1.893
0
42.857
42.857
0
Gemeentebelastingen Drechtsteden
5.220
5.220
0
-161
-161
0
5.059
5.059
0
Onderzoekcentrum Drechtsteden
1.563
1.563
0
-7
-7
0
1.556
1.556
0
0
600
600
0
0
0
600
248.387
248.987
600
32.164
32.164
0
280.551
281.151
600
600
0
-600
0
0
0
600
0
-600
248.987
248.987
0
32.164
32.164
0
281.151
281.151
0
Manden maken Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden
Algemene dekkingsmiddelen Resultaat voor bestemming Resultaatbestemming Resultaat na bestemming
Begrotingswijzigingen (wijzigingen geactualiseerd ten opzichte van primair 2011) Begrotingsprogramma
Bedragen (x € 1.000) Lasten
Bureau Drechtsteden
-38
-8
-38 Bijdrage gemeenten Waterbus Begroting is verlaagd met de incidentele component van het budget netwerkont-400 wikkeling Effect bijstelling van de kostenindexering -8 van 1,48% naar 1,15%
-5.394
- 5.394
35.190
35.190
2.775
2.775
-2.204 354
-2.204
8 8 18
Ophoging budget inkomensondersteuning
20
Budget WMO; verwachte korting Rijksbudget Regievoering WsW
22 24
447
Tijdelijke specifieke schuldhulpverlening
24 24
1.089
801 Hogere gemeentelijke bijdrage Eigen re-integratie activiteiten ten laste 1.089 van het participatiebudget
-182
-250 Lagere indexering Wegvallen salariskosten bovenformatief -182 personeel
Servicecentrum Drechtsteden 1.355
1.355
310
310
Meerkosten door extra applicaties en werkplekken, worden doorberekend aan desbetreffende klantorganisaties Meerkosten door vertraging migratie uniforme werkplek; gedekt door extra bijdrage deelnemers
19
24 24 24
36
36
496 -140
Uitbreiding FAG, ontwikkelbudget, meerkosten mozaiek; gedekt door hogere 496 bijdrage deelnemers aan basispakket -140 Lagere kosten salarisgaranties
43 43
-128
Effect bijstelling van de kostenindexering -128 van 1,48% naar 1,15%
36
-940 Lagere omzet
31
Ingenieursbureau Drechtsteden -600
Besparing externe inhuur (8 fte)
31
Besparing op overhead
31
-300
Besparing projectvoorbereiding
31
-251
Lagere lasten door afbouw tijdelijke formatie
46
Hogere kapitaallasten
46
-40
90
Onderzoekcentrum Drechtsteden Totaal
8
Bijstelling Participatiebudget Budget Wet Sociale Werkvoorziening; overdracht Rijksbudget door gemeenten aan SDD
-250
Gemeente Belastingen Drechtsteden
Pagina
Baten
-400
Sociale Dienst Drechtsteden
Toelichting
-7 32.164
-161 Lagere gemeentelijke bijdrage Effect bijstelling van de kostenindexering -7 van 1,48% naar 1,15% 32.164
46 52
3.2 Algemene dekkingsmiddelen Het Algemene renteresultaat wordt in de begroting opgenomen als algemeen dekkingsmiddel. Bedragen x € 1.000 Primaire begroting
Geactualiseerde begroting
Begrotingswijziging
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
0
600
600
0
600
600
0
0
0
De Algemene rente wordt gevormd door: De calculatorische rente op de geactiveerde investeringen. Conform de financiële kadernota wordt hiervoor gerekend met 5% rente; Rentelasten van opgenomen gelden; uitgegaan wordt van een gemiddelde liquiditeitsbehoefte van € 40 miljoen en een gemiddelde rente van 3%. Bedragen (x € 1.000)
Geactualiseerde Begroting 2011
Rentebestanddeel kapitaallasten
1.800
Rentelasten liquide middelen
-1.200
Totaal
600
3.3 Resultaatbestemming Zoals uit de begrotingscijfers blijkt heeft de GRD een positief saldo, dat bestaat uit het Algemene renteresultaat. Het Algemene renteresultaat is vooralsnog beschikbaar als algemeen dekkingsmiddel. 3.4 Actualisering kostenindexering Conform de financiële kadernota 2011 vindt een actualisering plaats van de gehanteerde indexering, op basis van de ramingen van het Centraal Planbureau van september 2010. De gespecificeerde opbouw is als volgt: Loonkostenstijging (loonvoet sector overheid)
Stijging 2009 Stijging 2010 Totaal nacalculatie
Primaire begroting 2010
CPB december 2009
Verschil
4,25 % 1,75 %
4,00 % 2,00 %
- 0,25 % + 0,25 % 0,00 %
2,00 %
+2,00 %
Stijging 2011 *
CPB September 2010 3,00 % 1,75 % 2,25 %
+ 2,00 %
Primaire begroting 2011
Verschil
- 1,25 % 0,00 % -1,25 % +2,25 % 1,00 %
Prijsstijging (prijsontwikkeling BBP)
Stijging 2009 Stijging 2010 Totaal nacalculatie Stijging 2011 *
Primaire begroting 2010 1,50 % 1,00 %
September- circulaire 2009 1,25 % 0,75 % 0,75 %
Primaire begroting 2011
Verschil
- 0,25 % - 0,25 % - 0,50 % + 0,75 % + 0,25 %
September circulaire 2010 0,00 % 2,00 % 2,00 %
Verschil
- 1,50 % + 1,00 % - 0,50% + 2,00 % + 1,50%
De budgetten zijn voor 70% loon- en voor 30% prijsgevoelig, zodat bij de primaire begroting 2011 de kostenbudgetten en gemeentelijke bijdragen per saldo met 1,48% stijgen ten opzichte van de primaire begroting 2010. De geactualiseerde stijging voor 2011 komt uit op 1,15%.
63
3.5 Verdeelsleutels Voor de bijdragen van de gemeenten in de kosten van de GRD-onderdelen worden de volgende verdeelsleutels gehanteerd: Programma Onderdeel Bureau Drechtsteden Algemene inwonerbijdrage Regionaal Platform Verkeersveiligheid Waterbus Bijdrage wonen Voorrangscommissie Klachtencommissie Natuur en Milieu Educatie Bijdrage uitvoeringskosten Wet Educatie en Beroepsonderwijs Sociale Dienst Drechtsteden Participatie (Re-integratie, Inburgering, Educatie) Kinderopvang Bijstandsverlening Minimabeleid WMO-huishoudelijke verzorging WMO- hulpmiddelen (ex-WVG) Schuldbemiddeling en budgetadvies Apparaatskosten
Verdeelsleutel begroting 2011
Inwoneraantal per 1 juli 2009 Inwoneraantal per 1 juli 2009 Gemeentefonds uitkeringsjaar 2009 Inwoneraantal per 1 juli 2009 Inwoneraantal per 1 juli 2009 Inwoneraantal per 1 juli 2009 Inwoneraantal per 1 juli 2009 Inwoneraantal per 1 juli 2009
Rijksbudget Participatiebudget Voorcalculatie per gemeente met toepassing van kostenindexering Rijksbudgetten WWB-inkomen, IOAW, IOAZ, BBZ 5-jaars voorschrijdend gemiddelde WWBklantaantallen met toepassing van kostenindexering Rijksbudget huishoudelijke verzorging Voorcalculatie per gemeente met toepassing van kostenindexering Voorcalculatie per gemeente met toepassing van kostenindexering 5-jaars voorschrijdend gemiddelde WWBklantaantallen met toepassing van kostenindexering; tevens 68,21% van de doeluitkering gemeentefonds voor uitvoering WMO-huishoudelijke verzorging
Ingenieursbureau Drechtsteden
Afgenomen diensten
Service Centrum Drechtsteden Basispakket Pluspakket en additioneel pakket IP&A deelprogramma 1B
Aantal fte per 1 januari 2010 Dienstverleningsovereenkomst Aantal werkplekken
GemeenteBelastingen Drechtsteden
Aantal aanslagregels 2009
Onderzoekcentrum Drechtsteden
Aantal fte per 1 januari 2010
Manden Maken
Nvt
Algemene dekkingsmiddelen Inwoneraantal per 1 juli 2009 Er is bij de hantering van de verdeelsleutels één afwijking ten opzicht van de financiële kadernota: het werkplektarief voor IP&A deelprogramma 1B van het SCD moet worden gebaseerd op het aantal werkplekken per 01-01-2010. Gebruikt zijn nu echter de aantallen werkplekken conform de inventarisatie die in september 2009 is afgerond. De werkplekken september 2009 worden gehanteerd daar de werkplekken 2010 weliswaar reeds zijn geïnventariseerd maar nog niet zijn vastgesteld.
64
Inwoneraantallen De inwoneraantallen per 1 juli 2009 die zijn gehanteerd zijn als volgt (bron CBS):
Alblasserdam Dordrecht Hendrik-Ido-Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht Totaal
3.6
Inwoneraantal 1 juli 2009 18.960 118.579 26.441 31.743 23.988 44.345 264.056
Personele sterkte
Personele sterkte
Bureau Drechtsteden Sociale Dienst Drechtsteden * Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden Gemeentebelastingen Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden Totaal
Primaire Begroting aantal fte 26,9 298,3 74,5 374,4 53,0 14,6 841,7
Geactualiseerde Begroting aantal fte 26,9 298,3 74,5 374,4 53,0 14,6 841,7
* Sociale Dienst: inclusief 6,8 fte tijdelijke formatie schuldhulpverlening
65
Alblasserdam
Dordrecht
H.I. Ambacht
Papendrecht
Sliedrecht
Zwijndrecht
Totaal
Bijlage: Bijdragen per gemeente (bedragen x € 1.000)
Bureau Drechtsteden Algemene inwonerbijdrage Regionaal Platform Verkeersveiligheid Waterbus Voorrangscommissie Klachtencommissie Bijdrage wonen Natuur en Milieu Educatie Wet Educatie en Beroepsonderwijs Walstroom Energieprogramma
187 4 40 5 4 28 4 4 5 0
1.169 25 364 31 23 172 28 23 34 64
261 5 54 7 5 38 6 5 8 13
313 7 71 8 6 46 8 6 9 15
237 5 55 6 5 35 0 5 7 12
437 9 107 11 9 64 10 9 13 23
2.604 55 690 68 52 383 56 51 76 127
Sociale Dienst Drechtsteden Participatie
933
19.945
702
1.582
1.165
3.817
28.144
Programma
Kinderopvang Bijstandsverlening (Rijksbudget) Bijstandsverlening (tekortfinanciering) Minimabeleid WMO - Huishoudelijke hulp WMO - Hulpmiddelen Schuldbemiddeling en Budgetadvies WMO - uitvoeringskosten
11 2.612 369 211 1.543 1.050 1 54
385 2 40.264 1.878 5.965 211 3.421 122 9.384 1.337 6.176 887 24 1 325 46
9 4.200 536 307 2.076 1.171 2 72
27 3.546 437 250 2.105 1.081 2 73
82 8.350 1.117 640 3.739 1.995 4 130
516 60.850 8.635 4.951 20.184 12.360 35 700
WsW Apparaatskosten
1.571 1.064
22.855 1.023 17.226 612
2.526 1.547
2.754 1.260
4.461 3.224
35.190 24.933
1.176 0 0 281 80
9.322 1.281 1.414 0 1.593 0 2.201 415 201 96
2.248 0 0 446 96
1.444 0 0 318 46
2.792 176 0 775 184
18.263 1.590 1.593 4.436 703
Servicecentrum Drechtsteden Basispakket Pluspakket Additioneel pakket IP&A deelprogramma 1B Extra werkplekken Gemeentebelastingen Drechtsteden
0
2.531
494
452
493
789
4.759
Onderzoekcentrum Drechtsteden
82
649
90
158
102
193
1.274
-48
-531
-49
-78
-63
-128
-897
Compensatie kostenindexering
Totaal
11.271
66
145.283 9.550 17.839 15.407 33.032 232.382
Bijdrage vergelijking bijdragen gemeenten primaire begroting 2011 (P) en geactualiseerde begroting 2011 (G)
Alblasserdam (P)
Alblasserdam (G)
Dordrecht (P)
Dordrecht (G)
H.I. Ambacht (P)
H.I. Ambacht (G)
Papendrecht (P)
Papendrecht (G)
Sliedrecht (P)
Sliedrecht (G)
Zwijndrecht (P)
Zwijndrecht (G)
Totaal bijdragen (P)
Totaal bijdragen (G)
(Bedragen x € 1.000)
Programma Bureau Drechtsteden Algemene inwonerbijdrage Regionaal Platform Verkeersveiligheid Waterbus Voorrangscommissie Klachtencommissie Bijdrage wonen Natuur en Milieu Educatie Wet Educatie en Beroepsonderwijs Walstroom Energieprogramma
188 4 43 5 4 28 4 4 5 0
187 4 40 5 4 28 4 4 5 0
1.173 25 380 31 23 172 28 23 34 64
1.169 25 364 31 23 172 28 23 34 64
262 5 57 7 5 38 6 5 8 13
261 5 54 7 5 38 6 5 8 13
314 7 72 8 6 46 8 6 9 15
313 7 71 8 6 46 8 6 9 15
237 5 57 6 5 35 0 5 7 12
237 5 55 6 5 35 0 5 7 12
439 9 108 11 9 64 10 9 13 23
437 9 107 11 9 64 10 9 13 23
2.613 55 717 68 52 383 56 52 76 127
2.604 55 691 68 52 383 56 52 76 127
Sociale Dienst Drechtsteden Participatie Kinderopvang Bijstandsverlening (Rijksbudget) Bijstandsverlening (tekortfinanciering) Minimabeleid WMO - Huishoudelijke hulp WMO - Hulpmiddelen Schuldbemiddeling en Budgetadvies WMO - uitvoeringskosten WsW Apparaatskosten
1.067 11 2.811 0 209 1.689 1.134 1 62 0 1.028
933 11 2.612 369 211 1.543 1.050 1 54 1.571 1.064
22.137 384 45.353 0 3.434 10.688 6.672 24 395 0 16.847
19.945 385 40.264 5.965 3.421 9.384 6.176 24 325 22.855 17.226
745 2 1.628 0 122 1.297 958 1 48 0 598
702 2 1.878 211 122 1.337 887 1 46 1.023 612
1.604 9 4.076 0 303 2.195 1.265 2 81 0 1.489
1.582 9 4.200 536 307 2.076 1.171 2 72 2.526 1.547
1.283 27 3.638 0 255 2.332 1.168 2 86 0 1.253
1.165 27 3.546 437 250 2.105 1.081 2 73 2.754 1.260
3.761 82 9.205 0 627 4.260 2.156 4 158 0 3.078
3.817 82 8.350 1.117 640 3.739 1.995 4 130 4.461 3.224
30.597 515 66.711 0 4.950 22.461 13.353 34 830 0 24.293
28.144 516 60.850 8.635 4.951 20.184 12.360 34 700 35.190 24.933
Servicecentrum Drechtsteden Basispakket Pluspakket Additioneel pakket IP&A deelprogramma 1B Extra werkplekken, applicaties en accounts
1.167 0 0 271 0
1.176 0 0 281 80
9.277 1.418 1.598 2.116 0
9.322 1.414 1.593 2.201 201
1.266 0 0 399 0
1.281 0 0 415 96
2.225 0 0 429 0
2.248 0 0 446 96
1.426 0 0 305 0
1.444 0 0 318 46
2.766 177 0 745 0
2.792 176 0 775 184
18.127 1.595 1.598 4.265 0
18.263 1.590 1.593 4.436 703
0
0
2.617
2.531
511
494
467
452
509
493
816
789
4.920
4.759
82
82
652
649
90
90
159
158
102
102
194
193
1.279
1.274
Gemeentebelastingen Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden Compensatie kostenindexering Totaal
-60
-48
-680
-531
-63
-49
-99
-78
-78
-63
-164
-128
-1.144
-897
9.757
11.271
124.885
145.283
8.008
9.550
14.696
17.839
12.677
15.407
28.560
33.032
198.583
232.382
Totaal geactualiseerd exclusief WsW Toename geactualiseerd t.o.v. primair exclusief WsW
9.700 -57
122.428 -2.457
8.527 519
15.313 617
12.653 -24
28.571 11
197.192 -1.391
rMJP 2011-2014 ‘Samen stad in uitvoering’
Drechtstedendinsdag 7 december 2010
Inhoud presentatie
Voor welke opgave staan we Welke focus brengen we aan Wat gaan we hiervoor doen (programma’s) Hoe financieren we de programma’s
Opgaven complexe maatschappelijke ontwikkelingen Drechtsteden blijven ten opzichte van landelijk gemiddelde achter in:
• Werkgelegenheid • Kwantiteit en kwaliteit van de woningvoorraad • Voorzieningenniveau • Vasthouden hogere inkomens
Opgaven gezamenlijk aanpakken
Met Drechtsteden-gemeenten
Met maatschappelijke partners, door – Maatschappelijke coalities te vormen – Partners een plek te geven op Drechtstedendinsdag
Focus Strategie: de 3 Pieken
Focus beleidsvelden Prioriteiten 1. Economie 2. Arbeidsmarkt & kennisinfrastructuur 3. Woonklimaat Randvoorwaarden – Bereikbaarheid – Externe veiligheid
Programma programmabladen
Doelen Partners Wat gaan we doen? Waaraan kunnen we zien dat we geslaagd zijn
Programma Economie Doelen: 1. Versterken economische structuur Versterken maritieme cluster & technologie Stimuleren vrijetijdseconomie 2. Verbeteren kwaliteit van het werkklimaat Programma-activiteiten: Economie Vrijetijdseconomie (v/h toerisme) Instrument: • ROM-D is uitvoeringsorganisatie voor: • ontwikkeling en herstructurering bedrijventerreinen • economische promotie en acquisitie
Programma Arbeidsmarkt en Kennisinfrastructuur Doelen 1. Verbeteren match vraag en aanbod op de arbeidsmarkt 2. Verbeteren aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt 3. Verbeteren kennisinfrastructuur in de regio (aantrekken hoger onderwijs) 4. Verhogen urgentiebesef bij ondernemers Programma-activiteiten Hoger- en beroepsonderwijs Werk en inkomen
Programma Ruimte Doelen 1. Realiseren van een robuust mobiliteitsysteem 2. Versterken van de kwaliteit van het woonklimaat 3. Bouwen aan een klimaatbestendige leefomgevingskwaliteit Programma-activiteiten Bereikbaarheid Wonen en stedelijke vernieuwing Ruimtelijke ordening Groen en water Milieu
Programma Maatschappij Doelen 1. Sluitend hulpaanbod voor jongeren en hun ouders, o.a. in relatie tot voorgenomen decentralisatie jeugdzorg vanuit het Rijk 2. Sluitend aanbod aan ondersteuning voor wie dat nodig heeft 3. Actief meedoen met kunst en cultuur Programma-activiteiten Jeugd Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) Cultuur(-participatie)
Programma Bestuur & Middelen Doelen Bestuur: 1. Intensiveren van de beweging ‘government naar governance’ 2. Vergroten invloed op besluitvormingsprocessen andere overheden = lobby 3. Vergroten vertrouwen tussen regionaal en lokaal bestuur als ook vergroten bekendheid van de Drechtsteden bij onze inwoners 4. Aangaan van strategische allianties met andere (overheids) partners o.a. met West-BrabantBrabantstad en as Den Haag-Rotterdam-BredaAntwerpen
Programma 7 bovenregionale projecten 7 bovenregionale projecten
Waterbus
Maritieme Innovatie
Merwede Zone
Delta poort
Delta Progr. A15
Robel
Programma Bestuur & Middelen Doelen Middelen 1. Instellen cofinancieringsfonds voor uitvoering rMJP. Uitwerking volgt in maart 2011 2. Voor nieuwe ambities = financiële ruimte nodig. Dit kan door dossiers af te bouwen en/of door innovaties in beleidsontwikkeling 3. Verbeterde organisatie en bedrijfsvoering wordt hard aan gewerkt.
Richting Rdam/Randstad
Prioriteiten o.a.
Waterbus
Alblasserwaard/Vijfheerenlanden
Molens Haven Zuid
Delta poort
Regiopark Merwede
Maritieme innovatie Volger landen
LOC
Robel
Noordoevers LOC
Binnen Stad
Maasterras
Waterbus
Maritieme innovatie Stads werven
Leerpark
Maritieme innovatie
Hoeksche Waard
Richting Brabant / Antwerpen
A15
Oostp. Baanh.
LOC
Waterbus
Biesbosch
Richting Nijmegen/Duisburg (Duitse achterland)
Tot slot
Bijlage 1 Agendapunt 3
Vergadernotitie
datum
voor de Drechtraad op 7 december 2010
10 november 2010 steller Hanneke Moret
Onderwerp
Ingekomen stukken
doorkiesnummer 078 6398515 e-mail
[email protected]
Bijlagen Lijst met ingekomen stukken Gevraagde beslissing Stukken voor kennisgeving aannemen Communicatie Niet van toepassing Financiële consequenties Niet van toepassing Toelichting De ingekomen stukken worden meteen na ontvangst op de website www.drechtraad.nl geplaatst. Op de vrijdag vóór de Drechtraad wordt de lijst afgesloten, waarna de lijst met andere na te zenden stukken op de maandag vóór de Drechtraad via de mail wordt toegezonden. Hiermee wordt bereikt dat stukken die tot kort voor de Drechtraad binnenkomen, nog ter kennis van de Drechtraad worden gebracht. Raadsinformatiebrieven van het Drechtstedenbestuur en de Bestuurscommissie SDD worden als ingekomen stuk verwerkt. Wel worden deze brieven in uitzondering op de andere ingekomen stukken meteen na ontvangst via de mail naar de leden en plaatsvervangende leden van de Drechtraad gezonden. Ook de griffiers krijgen een mail, zodat zij op de gebruikelijke wijze hun raadsleden kunnen informeren.
Bijlage 2 Agendapunt 3 Vergadering 7 december 2010 (versie 6 december 2010) 171 2 december 2010 (71 KB) Sociale Dienst Drechtsteden, beantwoording schriftelijke vraag Gemeente Belangen Hendrik-Ido-Ambacht 170 30 november 2010 (38 KB) Dhr. G. de Jong, raadslid SGP/ChristenUnie Hendrik-Ido-Ambacht, beëindiging raadslidmaatschap 169 5 november 2010 (152 KB) Sociale Dienst Drechtsteden, beantwoording vragen n.a.v. interview met de portefeuillehouder Werk en Inkomen NRC Handelsblad d.d. 19-10-'10 over re-integratie 168 22 november 2010 (815 KB) Bestuurscommissie Sociale Dienst Drechtsteden, brief inzake actualisering begroting 2011 SDD 167 16 november 2010 (172 KB) Drechtstedenbestuur, beantwoording vragen regiofractie D66 t.a.v. financiële ontwikkelingen in de Drechtsteden 166 26 oktober 2010 (280 KB) Gemeente Dordrecht, raadsbesluit 5e wijziging GR Drechtsteden 165 1 november 2010 (60 KB) Bestuurscommissie Sociale Dienst Drechtsteden, besluitenlijst vergadering 4 oktober 2010 164 11 november 2010 (82 KB) Drechtstedenbestuur, beantwoording vragen kamer 'Kredietaanvragen IP&A 1B' 2 november jl. 163 11 november 2010 (145 KB) Portefeuillehouder IP&A Drechtsteden, dhr. J.P. Tanis, memo kort en bondig overzicht van IP&A 162 11 november 2010 (549 KB) Onderzoekcentrum Drechtsteden, crisismonitor Drechtsteden oktober 2010 (cijfers t/m augustus 2010) 161 8 november 2010 (49 KB) Gemeenteraad Sliedrecht, besluit benoeming dhr. J. van Gameren als lid Agendacommissie Drechtraad 160 8 november 2010 (51 KB) Gemeenteraad Sliedrecht, besluit benoeming dhr. L. van Rekom als Drechtraadslid 159 8 november 2010 (770 KB) Gemeente Sliedrecht, raadsbesluit 5e wijziging GR Drechtsteden 158 1 november 2010 (84 KB) Bestuurscommissie Sociale Dienst Drechtsteden, beantwoording vraag dhr. M. van der Plaat betreffende thuisbezorgen van boodschappen 157 2 november 2010 (457 KB) Auditcommissie Drechtraad, advies motie Verbonden Partijen
Bijlage 3 Agendapunt 4
Vergadernotitie
datum
voor de Drechtraad op 7 december 2010
9 november 2010
Onderwerp
Concept-verslag van de Drechtraad van 2 november 2010
Bijlagen Concept-verslag van de Drechtraad 2 november 2010.
Gevraagde beslissing Vaststellen van het concept-verslag van de Drechtraad van 2 november 2010
bijlage 4 agendapunt 5
Vergadernotitie voor de D rechtraad
datum 03-11-2011 bestuurlijk pfh. drs. A.A.M. Brok
Onderwerp
Regionaal Meerjarenprogramma (rMJP) Drechtsteden 2011-2014 Status besluitvormend Aandachtspunten van de portefeuillehouder bij agendering Geen.
akkoord best.pfh d.d. 04-11-2010 steller J.K. de Jong doorkiesnummer 078 – 639 85 12 e-mail
[email protected]
Ontwerp-besluit 1. Vaststellen van het Regionaal Meerjarenprogramma (rMJP) Drechtsteden 2011-2014; 2. Instemmen met het opmaken van een populaire versie van het Meerjarenprogramma; Korte voorgeschiedenis en wijze van voorbereiding In de maanden mei en juni heeft de voorzitter van de Drechtraad, in zijn rol als formateur, een ronde gemaakt langs de gemeenteraden en is gesproken met diverse externe partners. Op basis van de bevindingen uit die gesprekken is een eerste koers voor het nieuwe regionale meerjarenprogramma gekozen. Op 16 juni heeft de voorzitter de bevindingen en de koers gepresenteerd in de Drechtraad. In een eerste primaire reactie heeft de Drechtraad hierop positief gereageerd. Vervolgens is de gekozen koers aangescherpt in het document ‘Aanzet rMJP’. De aanzet rMJP is op 7 september tijdens de eerste Drechtstedendinsdag besproken met maatschappelijke partners, raadsleden en collegeleden. Tijdens de besprekingen is opgeroepen te komen tot meer focus, en vanuit die focus te komen tot prioritering, fasering en integrale sturing. In de hierop volgende periode is aan de oproep invulling gegeven in samenspraak met leden van de portefeuillehouderoverleggen (PFO) Fysiek en Sociaal, waarin ook een aantal vaste externe partners zitting heeft. Dit resulteert in het nu voorliggende rMJP 2011-2014 dat het Drechtstedenbestuur u ter besluitvorming voorlegt. Adviezen colleges, raden en maatschappelijke partners Dit meerjarenprogramma is tot stand gekomen in overleg met de gemeenten en maatschappelijke partners. De ambtelijke organisaties en bestuurders zijn stap voor stap meegenomen in de ontwikkeling van het rMJP. Daarbij is per beleidsveld ook inhoudelijk gediscussieerd over de aan te brengen focus en de uitwerking van de programmakaarten. De betrokkenheid van externe partners willen we de komende jaren versterken, in lijn met de aanbevelingen van de commissie Meijdam. De externe partners krijgen dan ook een vanzelfsprekende rol bij de Drechtstedendinsdag.
pagina 2
Relatie met andere (interne) beleidsterreinen/organisaties Het rMJP raakt in feite alle beleidsterreinen, gemeenten en regionale uitvoeringsorganisaties (GR Drechtsteden en ROM-D). Consequenties Personele en organisatorische consequenties Geen. Juridische consequenties Geen. Financiële consequenties Het nu voorliggende rMJP is onze focus voor de komende vier jaar. Wij baseren het meerjarenbeleid van de Drechtsteden op solide en transparante financiële uitgangspunten. Het financiële beleid zal sober en doelmatig zijn. De inzet van de middelen, benodigd voor de realisatie van de doelstellingen van het rMJP, stemmen wij hierop af. Middelen voor proces en programmeren De belangrijkste dekkingsbron voor de beleidsactiviteiten van het rMJP is de reguliere begroting van Bureau Drechtsteden. Deze is onderdeel van de begroting van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden (GRD). In een tijd waarin bij de gemeenten de financiën onder staan, is het niet reëel de beleidsmatige ambities uit het rMJP te vertalen naar hogere bijdragen van de gemeenten. Dit betekent dat het bestaande budget een gegeven is en binnen dit budget ruimte gevonden moet worden voor de activiteiten in het rMJP. Hierbij werken wij langs twee sporen: 1. Extensiveren van bestaand beleid We bouwen bestaande beleidsactiviteiten af (extensiveren) wanneer deze niet of onvoldoende bijdragen aan de prioriteiten in het nieuwe rMJP. Deze afbouw krijgt de komende jaren geleidelijk vorm, aangezien een substantieel deel van het regionaal beleidsbudget vastligt in een aantal reguliere activiteiten en aangegane verplichtingen. 2. Innoveren in beleidsontwikkeling Door slim regionaal/lokaal te organiseren kunnen we tot synergie-effecten komen in de beleidsontwikkeling. Door innovaties wordt de effectiviteit en efficiency bij de beleidsfuncties vergroot. Dit is onderwerp van onderzoek in de Businesscase Beleid, welke in het kader van het Innovatie Programma Drechtsteden (IPD) wordt opgesteld. De programmabladen in het rMJP bevatten die activiteiten waarvan wij op dit moment van mening zijn dat deze het meest bijdragen aan het bereiken van onze doelstellingen. Het is daarmee de agenda van de Drechtsteden voor de komende vier jaar. De financiële vertaling van het rMJP naar jaarlijkse werkprogramma’s kan er toe leiden dat we tussen en binnen programma’s nog scherper moeten prioriteren. Hierdoor zullen activiteiten in tijd gefaseerd worden of, wanneer de omstandigheden sterk wijzigen, in het uiterste geval geschrapt. Leidend bij het maken van deze keuzen is steeds de mate waarin de activiteiten bijdragen aan de prioriteiten en doelstellingen in het rMJP. De begroting 2011 van de GRD is op 16 juni 2010 door de Drechtraad vastgesteld. Gegeven het budget 2011 van Bureau Drechtsteden, vertalen wij de voor 2011 benoemde activiteiten naar een financieel werkprogramma 2011. Wij stellen het werkprogramma 2011 nog dit jaar vast, zodat we er begin 2011 direct mee van start kunnen. Na vaststelling door ons bestuur ontvangt u dit programma. Middelen om te investeren (katalysatorfonds) We willen klaar staan als de economie aantrekt. Daarom kijken we voorbij de crisis en brengen we binnen de gestelde kaders vernieuwingen in ons gebied aan. Zo kunnen we nieuwe kansen aangrijpen als die zich voordoen. Als vanzelfsprekend passen die kansen binnen de kaders van het rMJP en hebben ze een regionaal of bovenregionaal effect. Projecten waarvoor we de komende periode in ieder geval extern geld willen aantrekken, zijn: Robel, Deltapoort, Deltaprogramma Rijnmond Drechtsteden, verbreding A15, Maritieme Innovatie, Waterbus en Merwedezone.
pagina 3
In deze tijd van budgettaire krapte past naar onze mening het concept van een katalysatorfonds. Gedachte van het katalysatorfonds is om met een relatief bescheiden budget meer investeringsvolume te realiseren, door van te voren een hefboomeffect in te bouwen. Uit een dergelijk fonds kan op projectbasis co-financiering ter beschikking worden gesteld, zowel aan de regio als aan de individuele Drechtstedengemeenten. Uit het fonds wordt beschikt op het moment dat er concrete kansen zijn om subsidiestromen van andere overheden of derden aan te trekken. Zo zijn we flexibel en in staat in te spelen op de plotselinge kansen die zich voordoen en bijdragen aan onze prioriteiten en doelen. Het concept van het katalysatorfonds werken we de komende periode nog nader uit en hiermee komen wij bij terug. Communicatie Voorgesteld wordt het rMJP, na definitieve vaststelling door de Drechtraad, te vertalen naar een populaire/toegankelijk versie. Met dit document in de hand kan de regio nadrukkelijker de ambities uitdragen naar de maatschappelijke partners, bedrijfsleven, inwoners e.a.. Het rMJP is in de huidige vorm daarvoor minder geschikt omdat het rMJP niet alleen over inhoud gaat, maar ook nadrukkelijk in gaat op interne aspecten als organisatie van de GR, sturing en financiën. Verdere procedure Monitoren en integraal sturen Bij de programma’s uit het rMJP is één ding zeker: de omstandigheden waaronder we werken aan realisatie van de doelen gaan de komende jaren veranderen. Bijvoorbeeld door nieuwe wetgeving, invloeden van partners en inwoners, gewijzigde financiële vooruitzichten en politieke herprioritering. Vandaar dat een zorgvuldig en geregeld aftasten van de omgeving en de veranderingen belangrijk is. Het gaat daarbij om de monitoring van het betreffende programma maar ook om de relatie tussen de programma’s en de relatie met ontwikkelingen die van buiten de organisatie op ons af komen. Onder andere de Drechtstedendinsdag kan hierbij een belangrijke rol vervullen. De Drechtraad willen wij op een vroeg moment in de positie brengen integraal kaders te stellen en de voortgang te monitoren cq. prestaties te controleren. Daarom investeren wij in een verbeterde sturing van het rMJP via een periodieke programmarapportage. In die rapportage informeren wij u over de stand van zaken van de programma’s. Ook monitoren we relevante ontwikkelingen in onze omgeving, bijvoorbeeld de beleidsvoornemens van het nieuwe kabinet Op basis van vergelijk en analyse houden we de geplande activiteiten tegen het licht, zoals we die nu benoemd hebben in de vijf programmabladen, Waar nodig doen wij voorstellen activiteiten te faseren, stop te zetten of juist nieuwe toe te voegen. Toelichting Breed draagvlak In dit regionale Meerjarenprogramma is voor de komende jaren beschreven welke ambities de Drechtsteden hebben en op welke manier die ambities gezamenlijk worden waargemaakt. De Drechtsteden gaan uitvoeren. Dit meerjarenprogramma is daarbij een belangrijk middel. Uit de opzet rMJP blijkt duidelijk dat er breed draagvlak is om de regionale samenwerking die de afgelopen jaren is ingezet met kracht, maar wel met meer focus, voort te zetten. Toevoeging woonklimaat als derde prioriteit Op de Drechtstedendinsdag van 7 september is de aanzet voor het rMJP breed gedeeld en besproken. In aanvulling op de hierin opgenomen prioriteiten economie en arbeidsmarkt is daar nadrukkelijk extra aandacht gevraagd voor de woningbouw in de regio. Immers een aantrekkelijk woonklimaat draagt sterk bij aan het goed functioneren van zowel de economie als ook de arbeidsmarkt.
pagina 4
Tegenover gunstige berichten over de ontwikkeling van de economie en de arbeidsmarkt staan op dit moment duidelijk minder gunstige berichten over de woningmarkt. Het wordt de komende jaren de belangrijkste uitdaging om in een goede regionale samenwerking de woningbouwproductie voor de steeds flexibeler arbeidsmarkt in stand te houden. Wanneer we hierin niet weten te slagen, zal dit negatieve effecten hebben op de omvang en samenstelling van het arbeidspotentieel in onze regio en daarmee direct ook op de economische ontwikkeling van de Drechtsteden. Gevolgen regeer- en gedoogakkoord Zoals in het rMJP ook wordt aangegeven heeft het regeerakkoord effecten op de Drechtsteden. In het rMJP stippen we hiervan wel enkele aspecten aan. Het zou goed zijn hierover in de Drechtraad opiniërend te spreken, op het moment dat duidelijker is wat de beleidsvoornemens van het nieuwe kabinet gaan betekenen voor de gemeenten en de GR Drechtsteden. Leeswijzer Het rMJP is opgedeeld in twee delen. Het document start eerst met een bestuurlijke samenvatting, welke ook aan het slot van deze vergadernotitie is opgenomen. Deel I is de algemene inleiding waarin de hoofdlijnen van het rMJP uiteen worden gezet. Niet alleen voor de inhoud maar ook voor de aspecten bestuur, organisatie en financiën. Deel II van het rMJP bevat vijf programmakaarten. Hierin zijn de geformuleerde ambities uitgewerkt en geconcretiseerd. Tot slot is een aantal bijlagen toegevoegd. Onderliggende stukken • Regionaal Meerjarenprogramma (rMJP) Drechtsteden 2011-2014
Samenvatting van de bijlagen c.q. bij dit voorstel behorend rapport Prioriteiten Onze regio staat voor grote opgaven in tijden waar we de wind tegen hebben. En deze zijn voelbaar: bij onze inwoners, bedrijven, instellingen en ook bij ons. Als gevolg van de effecten van de economische laagconjunctuur kiezen wij daarom in deze bestuursperiode voor drie prioriteiten: economie, arbeidsmarkt/kennisinfrastructuur en woonklimaat. Hierbinnen zetten we in op drie speerpuntsectoren zorg, maritiem en vrijetijdseconomie. Het regionaal programmeren van bedrijventerreinen en kantorenlocaties en de realisatie en herstructurering van bedrijventerreinen is ons fysieke instrument. De ROM-D is daarbij ons uitvoeringsinstrument. Daarnaast gaan we de genoemde sectoren met voorrang ondersteunen door het maken van verbindingen met het onderwijs. Met betrekking tot wonen doen we aan vergaande regionale programmering en afstemming. Focus in het fundament Naast deze drie prioriteiten werken we verplichtend samen op een tweetal thema’s: externe veiligheid en bereikbaarheid. Op deze terreinen zijn de grenzen van onze gemeenten immers niet relevant. Op externe veiligheid werken we samen om de risico's voor onze bevolking kleiner te maken en ontwikkelingen in het gebied mogelijk te maken. Bij bereikbaarheid zetten we in op het verbeteren van de aansluitingen op het hoofdwegennet en het verbeteren van het openbaar vervoer in en naar de regio. Op alle andere thema's kunnen gemeenten tot afstemming komen, maar dit is een zaak van portefeuillehouders die elkaar vinden. Het is geen primaire taak van het Drechtstedenbestuur, tenzij de regio subsidieontvanger is. In dat geval zal het geld worden doorgegeven naar gemeentelijke initiatieven. Het bovenstaande is de kern van het regionaal Meerjarenprogramma en daarvoor gaan we ons ook inzetten bij partners en andere overheden.
pagina 5
Externe allianties Wij kiezen ervoor onze netwerkpartners intensief te betrekken bij het rMJP en hen medeverantwoordelijk te maken in de agendering, uitvoering en sturing van de programma’s. De maatschappelijke opgaven waarvoor wij staan zijn te groot en te complex om deze alleen als overheden aan te kunnen. Daarom willen we doorgroeien naar een nieuw sturingsmodel waarin het zwaartepunt van sturing niet alleen bij de overheid ligt (government), maar gezamenlijk wordt ingevuld met maatschappelijke actoren (governance). De externe partners krijgen dan ook een vanzelfsprekende rol bij de Drechtstedendinsdag. Uitvoeren Wij streven naar een regionaal investeringsprogramma met daarin projecten die van eminent regionaal belang zijn, gekoppeld zijn aan de bovenstaande prioriteiten en de pieken en waarvoor we extern geld willen aantrekken. Onderdeel daarvan zijn vooralsnog Robel, Deltapoort, Deltaprogramma Rijnmond Drechtsteden, verbreding A15, Maritieme Innovatie, Waterbus en Merwedezone. Dit zijn onze strategische projecten met een bovenregionale impact. Daarnaast is er een categorie projecten die regionaal effect hebben en die gemeenten zelf van de grond krijgen, waar nodig en mogelijk met (financiële) hulp van de regio. Een derde categorie zijn die projecten die in de regionale programmering opgenomen worden maar door gemeenten zelf gerealiseerd worden. Deze maken geen onderdeel uit van het investeringsprogramma. Bestuurlijke samenwerking Wij willen de samenwerking van onze organisaties verdergaand vormgeven. Wij denken hierdoor meer efficiënt te kunnen organiseren waardoor we minder bezuinigingen op burgers hoeven af te wentelen met als gevolg versobering en kwaliteitsverlies. Het is onze overtuiging onze organisaties goedkoper kunnen werken dankzij een betere onderlinge samenwerking. Daarvoor hebben we een Innovatieprogramma Drechtsteden in het leven geroepen. Daarin zal in elk geval verdergaande samenwerking op beleid, dienstverlening, stadsbeheer en ruimtelijke projectenrealisatie worden onderzocht door middel van businesscases. Met dit regionaal Meerjarenprogramma (rMJP) heeft u onze beleidsagenda. U vindt hierin ook een eerste aanzet tot een investeringsagenda. U ontvangt nog het Innovatieprogramma Drechtsteden.
SAMEN STAD IN UITVOERING Regionaal Meerjarenprogramma (rMJP) Drechtsteden 2011-2014 Oktober 2010
Streefbeeld “ Samen Stad aan het Water” De Drechtsteden zijn een goed bereikbare, stedelijke regio in de Zuidvleugel van de Randstad. Een regio met internationale oriëntatie, onderdeel van de Deltametropool, en met goede verbindingen Eigenstandig en eigenzinnig met een gemeenschappelijke oriëntatie op het water. Een regio met een herkenbaar en gastvrij centrum: de (historische binnen)stad Dordrecht met hoogwaardige voorzieningen, geworteld in een lange historie, dynamisch en creatief naar de toekomst. Aantrekkelijke woonmilieus, hoogstedelijk aan het water en landelijk in het groen. Een regio met een hoogwaardig cultureel aanbod en moderne kennisinfrastructuur en ruim voorzien van toeristischrecreatieve voorzieningen, omgeven door groenblauwe landschappen van nationale allure. Een dynamische, multiculturele regio die én de schaal van een stad heeft én de menselijke maat koestert. Goed bereikbaar over land, spoor en water met een veelzijdige economische ontwikkeling, van oorsprong maritiem geworteld, industrieel en nieuwe economie in de stad en met een sociale oriëntatie, die aansluit bij het hardwerkende, zorgzame karakter van de inwoners. Een regio die toeristen aantrekt met de verlokkingen van het water, het vele groen, Kinderdijk en natuurlijk de historische, Dordrechtse binnenstad als centrum met haar monumenten, pleinen, cultuur, winkels en horeca. Kortom, de Drechtsteden vormt een aantrekkelijke vestigingsplaats voor bewoners, bedrijven en bezoekers en is een stedelijk gebied dat aantrekkelijk is voor de markt om in te investeren. Bron: eindbod Manden maken, 2005
Bestuurlijke samenvatting Prioriteiten Onze regio staat voor grote opgaven in tijden waar we de wind tegen hebben. En deze zijn voelbaar: bij onze inwoners, bedrijven, instellingen en ook bij ons. Als gevolg van de effecten van de economische laagconjunctuur kiezen wij daarom in deze bestuursperiode voor drie prioriteiten: economie, arbeidsmarkt/kennisinfrastructuur en woonklimaat. Hierbinnen zetten we in op drie speerpuntsectoren zorg, maritiem en vrijetijdseconomie. Het regionaal programmeren van bedrijventerreinen en kantorenlocaties en de realisatie en herstructurering van bedrijventerreinen is ons fysieke instrument. De ROM-D is daarbij ons uitvoeringsinstrument. Daarnaast gaan we de genoemde sectoren met voorrang ondersteunen door het maken van verbindingen met het onderwijs. Met betrekking tot wonen doen we aan vergaande regionale programmering en afstemming. Focus in het fundament Naast deze drie prioriteiten werken we verplichtend samen op een tweetal thema’s: externe veiligheid en bereikbaarheid. Op deze terreinen zijn de grenzen van onze gemeenten immers niet relevant. Op externe veiligheid werken we samen om de risico's voor onze bevolking kleiner te maken en ontwikkelingen in het gebied mogelijk te maken. Bij bereikbaarheid zetten we in op het verbeteren van de aansluitingen op het hoofdwegennet en het verbeteren van het openbaar vervoer in en naar de regio. Op alle andere thema's kunnen gemeenten tot afstemming komen, maar dit is een zaak van portefeuillehouders die elkaar vinden. Het is geen primaire taak van het Drechtstedenbestuur, tenzij de regio subsidieontvanger is. In dat geval zal het geld worden doorgegeven naar gemeentelijke initiatieven. Het bovenstaande is de kern van het regionaal Meerjarenprogramma en daarvoor gaan we ons ook inzetten bij hogere overheden en andere partners. Externe allianties Wij kiezen ervoor onze netwerkpartners intensief te betrekken bij het rMJP en hen medeverantwoordelijk te maken in de agendering, uitvoering en sturing van de programma’s. De maatschappelijke opgaven waarvoor wij staan zijn te groot en te complex om deze alleen als overheden aan te kunnen. Daarom willen we doorgroeien naar een nieuw sturingsmodel waarin het zwaartepunt van sturing niet alleen bij de overheid ligt (government), maar gezamenlijk wordt ingevuld met maatschappelijke actoren (governance). De externe partners krijgen dan ook een vanzelfsprekende rol bij de Drechtstedendinsdag. Uitvoeren Wij streven naar een regionaal investeringsprogramma met daarin projecten die van eminent regionaal belang zijn, gekoppeld zijn aan de bovenstaande prioriteiten en de pieken en waarvoor we extern geld willen aantrekken. Onderdeel daarvan zijn vooralsnog Robel, Deltapoort, Deltaprogramma Rijnmond Drechtsteden, verbreding A15, Maritieme Innovatie, Waterbus en Merwedezone. Dit zijn onze strategische projecten met een bovenregionale impact. Daarnaast is er een categorie projecten die regionaal effect hebben en die gemeenten, zelf van de grond krijgen, indien noodzakelijk met (financiële) hulp van de regio. Een derde categorie zijn die projecten die in de regionale programmering opgenomen worden maar door gemeenten zelf gerealiseerd worden. Deze maken geen onderdeel uit van het investeringsprogramma. Bestuurlijke samenwerking Wij willen de samenwerking van onze organisaties verdergaand vormgeven. Wij denken hierdoor meer efficiënt te kunnen organiseren waardoor we minder bezuinigingen op burgers hoeven af te wentelen door versobering en kwaliteitsverlies. Het is onze overtuiging dat een betere samenwerking tussen onze organisaties deze goedkoper kan maken. Daarvoor hebben we een innovatieprogramma Drechtsteden in het leven geroepen. Daarin zal in elk geval verdergaande samenwerking op beleid, dienstverlening, stadsbeheer en ruimtelijke projectenrealisatie worden onderzocht door middel van businesscases. Met dit regionaal Meerjarenprogramma (rMJP) heeft u onze beleidsagenda. U vindt hierin ook een eerste aanzet tot een investeringsagenda. U ontvangt nog het Innovatieprogramma Drechtsteden. rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
2
Inhoudsopgave Bestuurlijke samenvatting
2
Inhoudsopgave
3
Deel I: Algemene Inleiding
4
Koersbepaling op hoofdlijnen
5
2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5.
Inhoudelijke opgave De meerwaarde van de regio Vanuit kracht werken aan de toekomst : de Pieken Prioriteiten: economie, arbeidsmarkt en woonklimaat Randvoorwaarden voor succes: bereikbaarheid en externe veiligheid Aansluiten op de agenda’s van andere overheden
6 6 7 8 10 10
3.1. 3.2.
Bestuur Dubbele identiteit Bestuurskracht
11 11 11
4.1. 4.2. 4.3. 4.4. 4.4.
Middelen en organisatie Financiële situatie Middelen voor proces en programmering Investeringsagenda en cofinancieringfonds (kansenfonds) Bedrijfsvoering en organisatie Sturen en monitoren
12 12 12 13 13 14
Deel II: Programmakaarten
15
Economie Arbeidsmarkt en kennisinfrastructuur Ruimte Maatschappij Bestuur en middelen
16 23 27 35 40
Bijlagen
46
1. 2.
3.
4.
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
3
DEEL I ALGEMENE INLEIDING
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
4
1.
Koersbepaling op hoofdlijnen
Wij kiezen voor een rMJP 2011 - 2014 op hoofdlijnen waarin de inhoud centraal staat. Vanuit die inhoud leggen we ook verbanden naar de sturing, organisatie en middelen van de GR. Deze aspecten zijn randvoorwaardelijk voor het realiseren van onze inhoudelijke ambities. We beogen niet alles voor de komende jaren in detail uit te werken. Bijsturing moet mogelijk zijn, zonder daarbij het streefbeeld “ Samen Stad aan het Water” uit het oog te verliezen. Dit geeft de Drechtraad de mogelijkheid om de kaderstellende en controlerende rol goed tot zijn recht te laten komen. De Drechtraad wordt periodiek door ons geïnformeerd over zaken die in de regio spelen en kan ons aanspreken op koersvastheid en slagvaardigheid. Inhoud 1. Ambitie is het voorzieningenniveau voor onze inwoners en bedrijven op peil te houden. 2. Evenals in de afgelopen periode is ons streefbeeld “Samen stad aan het water” 3. Prioriteit ligt bij duurzame economische ontwikkeling, arbeidsmarkt & kennisinfrastructuur en woonklimaat. Dit betekent een verdieping van Pieken in de Drechtsteden: een steviger economisch programma met een sterkere externe profilering. 4. Vanuit die focus gaan we ook de kansen benutten op het gebied van vrijetijdseconomie. 5. Randvoorwaardelijk voor succes op de drie prioriteiten is inzet op bereikbaarheid en externe veiligheid 6. Wij kiezen voor een focus via een beperkt aantal strategische projecten: Robel, Deltapoort, Deltaprogramma Rijnmond Drechtsteden, verbreding A15, Maritieme Innovatie, Waterbus en Merwedezone. Bestuur 7. Elk raadslid, elke wethouder en elke burgemeester is mede-eigenaar van de regio. De maandelijkse Drechtstedendinsdag kan een belangrijke bijdrage aan de versterking van het eigenaarschap leveren. Heldere besluitvorming en goede communicatie horen daar bij. 8. Om onze inhoudelijke doelen te bereiken moeten de coalities met de maatschappelijke partners zoals werkgeversorganisaties, Kamer van Koophandel, woningbouwcorporaties worden uitgebouwd. Dit kan leiden tot een andere publieke rolneming: ‘van government naar governance’. Organisatie en bedrijfsvoering 9. Wij zien het Innovatieprogramma Drechtsteden (IPD) als het instrument voor bezuiniging en innovatie (kwaliteitsverbetering). Het IPD is vooral vanuit de regio gestart; noodzaak voor succes is om ook vanuit de steden eigenaarschap te organiseren. Het optimaliseren van de regionale samenwerking is aan de orde. 10. Sturing, control en beheer op de GR Drechtsteden en het netwerk moet scherper.
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
5
2.
Inhoudelijke opgave
In de bestuursperiode 2011 – 2014 onderscheiden we vijf programma’s. Gezamenlijk met onze maatschappelijke partners willen we deze programma’s de komende periode nader uitwerken en realiseren. Welke pakket van samenhangende uitvoeringsactiviteiten leveren een zo groot mogelijke bijdrage aan de gestelde doelen? Het is onze overtuiging dat een slimme programmering en een strakke aansturing leidt tot een maximaal rendement op de beperkt aanwezig middelen. De vijf programma’s zijn: I. Economie II. Arbeidsmarkt en kennisinfrastructuur (via centrumconstructie) III. Ruimte IV. Maatschappij V. Bestuur en middelen
Het rMJP is op beleid- en projectniveau nader uitgewerkt in vijf programmakaarten. Deze kaarten treft u aan in deel II van het rMJP.
2.1.
De meerwaarde van de regio
We willen de meerwaarde van de regio in de komende periode beter tot zijn recht laten komen. Onze capaciteit en middelen zetten we in op die dossiers waar een regionale aanpak maximaal effect heeft. Dit vraagt om bewustzijn op onze agenda en rolneming. Waar zijn we als regio wel en niet van. Dubbelingen met het werk van gemeenten moet zoveel mogelijk voorkomen worden, zowel in de beleidsvorming als de –uitvoering. Intermezzo Samenwerking loont! De samenwerking in de Drechtsteden is de afgelopen jaren sterk gegroeid. We zien dat de regionale samenwerking de gemeenten op drie aspecten kracht geeft. De regionale samenwerking: • •
•
Geeft overzicht en samenhang: we maken regionaal integraal beleid dat complementair is aan lokaal beleid Versterkt bestuurlijke kracht en effectiviteit: we trekken gezamenlijk op richting provincie en rijk. Hierdoor halen we extra middelen binnen en staan we steeds vaker op de agenda van andere overheden Verhoogt efficiency en kwaliteit: we realiseren efficiencyvoordelen. Kwaliteitsverbeteringen komen tot stand door kennis en expertise te bundelen.
De meerwaarde van de regio op beleidsmatig gebied ligt bij het gezamenlijk ontwikkelen, evalueren en bijstellen van beleid. De gemeenten als ook een uitvoeringsorganisatie als ROM-D zijn veel meer in hun kracht bij de uitvoering. Op dit aspect heeft de regio veel minder expertise. Daarnaast speelt dat niet alles wat twee of meer gemeenten oppakken per definitie van regionaal belang is. Per dossier maken we bewust de afweging op welk schaalniveau de uitwerking moet plaatsvinden: • •
•
Lokaal: de gemeente pakt het dossier zelf op (lokaal), de beleidsvraag heeft geen gemeentegrens overschrijdend effect Intergemeentelijk: de beleidsvraag heeft geen gemeentegrensoverschrijdend effect, maar toch pakt een aantal gemeenten (2 tot 6) het dossier gezamenlijk op omdat dat leidt tot efficiency en/of kwaliteitsvoordelen Regionaal: er is sprake van een beleidsvraag met een gemeentegrensoverschrijdend effect. De regio pakt de regie omdat kracht gemaakt moet worden in de netwerken of omdat gekomen moet worden tot programmeringafspraken (onderling en/of met andere partijen)
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
6
Het rMJP hebben wij langs deze lat gelegd. Dit betekent dat het rMJP die beleidsactiviteiten bevat, waarvan wij menen dat die op regionaal niveau moeten worden opgepakt. Mocht zich nieuw beleid voordoen, dan wordt aan de hand van de bovenstaande redenering bepaald wie verantwoordelijk is voor de opgave: de gemeente, een conglomeraat van gemeenten of de regio. Ten aanzien van projecten geldt eenzelfde redenering. Het rMJP richt zich op de lokale projecten van regionaal belang en op projecten van regio overstijgend belang. Ten aanzien van de eerste categorie neemt de regio namens de regiogemeenten een actieve rol in en vindt financiering van het proces vanuit het rMJP plaats. In bijlage III treft u hulpstructuren aan om te bepalen of een beleidsactiviteit regionaal, intergemeentelijk of lokaal is. Eenzelfde hulpstructuur is in die bijlage ook opgenomen ten aanzien van de indeling van projecten. 2.2
Vanuit kracht werken aan de toekomst : de Pieken
De afgelopen collegeperiode is een stevig fundament gelegd onder onze regio. We zijn er echter nog niet in geslaagd de aanwezige kwaliteiten in het gebied volledig uit te nutten. De Drechtsteden houden een achterstand in werkgelegenheid, in de kwaliteit en kwantiteit van de woningvoorraad en in het lokale en regionale voorzieningenniveau. Als gevolg hiervan zijn we minder aantrekkelijk als woon- en werkregio en vertrekken hoge inkomens naar elders. Door gezamenlijk, elk vanuit eigen kracht, slim te organiseren kunnen we onze achterstand wegwerken. Intermezzo De regio als kleurrijk mozaïek Stedelijkheid beperkt zich niet tot het stadscentrum alleen, maar stedelijkheid komt terug op het schaalniveau van de regio als het palet aan keuzen dat de diversiteit aan sterke milieus biedt. Verschillende stedelijke kwaliteiten komen steeds meer voor op uiteenlopende plekken in de stedelijke regio en in verschillende combinaties. De opgave van een stedelijke regio is drieledig: • de kwaliteit van de regio (in Drechtsteden: Samen Stad aan het Water) • vormgeven aan de verbindingen tussen de milieus onderling (in de Drechtsteden: inhoudelijke complementariteit, elke kern heeft zijn eigenheid en zijn specifieke functies) • zorgen voor voldoende variëteit en contrast in de hele regio (eveneens de inhoudelijke complementariteit, mede te realiseren door regionale programmering) uit: Planbureau voor de leefomgeving
Pieken in de Drechtsteden is het strategisch kader van waaruit wij handelen. Met de Pieken brengen we focus aan in het bestaand beleid en willen we de noodzakelijke kwaliteitsprong maken. Uitgangspunt van de ‘Pieken’ is het stimuleren van de sterke en karakteristieke kenmerken in ons gebied: water, landschap en binnenstad. De gunstige ligging van de Drechtsteden in de delta van rivieren en ten opzichte van wegen en spoorwegen geeft comparatieve voordelen. Dit biedt meerwaarde ten opzichte van de rest van Nederland. Drechtsteden is een regio die ertoe doet. De Pieken worden ondersteund door een stevig fundament. In het fundament zitten de voorzieningen (in de brede zin van het woord) voor onze inwoners. Hierin zijn we – in tegenstelling tot de pieken – niet onderscheidend. Deze moeten gewoon op orde zijn en blijven.
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
7
2.3.
Prioriteiten: economie, arbeidsmarkt en woonklimaat
In het rMJP verdiepen wij de Pieken door te kiezen voor een stevig economisch programma. Recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) laten zien dat de economie voorzichtige tekenen van herstel vertoont. Echter de opgave voor de regio blijft onverminderd groot. Het niet optimaal functioneren van de economie, de arbeidsmarkt en de woningmarkt kost de Drechtsteden veel, zowel in welzijn als in geld. Daarom geven wij de komende bestuursperiode hieraan prioriteit. Economie Als gevolg van de toenemende globalisering krijgt onze economie steeds vaker te maken met ingrijpende effecten van beslissingen die bedrijven soms buiten onze landsgrenzen maken. Voorbeelden hiervan zijn Organon en Wartsila. Maar ook Nederlandse bedrijven als DSM, Unilever en Philips plaatsen bedrijfsactiviteiten buiten Nederland. We moeten constateren dat de Nederlandse economie geleidelijk transformeert naar een diensten- en kenniseconomie. De doelstelling van Nederland is bij de top 10 van kenniseconomieën te horen. Echter, Nederland zakt hieruit langzaam weg. Wil Nederland een aantrekkelijk vestigingsland blijven, dan moeten we investeren in de randvoorwaardelijke sfeer; goede relaties met het bedrijfsleven, inspelen op de dynamiek en een uitstekende kennisinfrastructuur. Dit geldt dus ook dus voor de Drechtsteden. Wij achten daarom een extra inzet op de economie vereist om als regio niet terug te vallen, maar juist een sprong vooruit te maken. Daarbij speelt de ROM-D als regionale economische uitvoeringsorganisatie een belangrijk rol. Ter versterking van de economische structuur zetten wij in op het behouden van onze bestaande kracht (maritiem). Door de globalisering zijn er groeiperspectieven voor de clusters water- en deltatechnologie, maritiem en binnenvaart (logistiek); sectoren waar onze regio van oudsher een sterke positie heeft. Daarnaast ontstaan ook groeikansen door de klimaatcrisis en de toenemende aandacht voor klimaatadaptatie. Om die groeikansen te kunnen benutten, geven we extra aandacht aan innovatie, verbinding tussen partijen en een onderscheidend profiel. Op deze wijze dragen investeringen in duurzaamheid niet alleen bij aan een betere leefomgeving maar ook aan werkgelegenheid, technologie-ontwikkeling, innovatiekracht en kennisontwikkeling. Voor de doorontwikkeling van de Drechtsteden is het ook van belang de economische structuur te verbreden. De economische basis is nu nog te eenzijdig, te smal. Daarom kiezen we ervoor te investeren in een kansrijk cluster: de vrijetijdseconomie. Dit cluster is in opkomst en wordt versterkt door de hogere activiteit en welvaart van de oudere generaties. De Drechtsteden heeft in dit opzicht veel potentie: de historische binnenstad van Dordrecht met vele aantrekkelijke highlights. Maar ook de directe aanwezigheid van groen en water is een toeristische trekpleister: de nabijheid van de nationale landschappen de Biesbosch en de Hoekse Waard, het Groene Hart en het werelderfgoed van Kinderdijk. Uit oogpunt van het creëren van werkgelegenheid en een maximale spin-off met horeca en detailhandel, leggen we in de vrijetijdseconomie de focus op het stimuleren van het potentieel van de Binnenstad. De culturele activiteiten uit ons programma Maatschappij versterken de inspanningen van de stad Dordrecht en leggen ook de relatie tussen stad en regio. Daarnaast wordt het potentieel van de binnenstad verbonden met de andere kwaliteiten van de regio, door te investeren in goede verbindingen over water. Arbeidsmarkt en kennisinfrastructuur Als gevolg van de economische crisis is de werkloosheid in de Drechtsteden flink toegenomen. Uit alle analyses blijkt, dat dit een typisch tijdelijk verschijnsel is en dat op langere termijn de situatie wezenlijk anders wordt. Dan ontstaat, mede onder invloed van de toenemende vergrijzing, weer krapte op de arbeidsmarkt. Het is uiteraard onzeker wanneer zich dit voordoet en of onze regio hier de landelijke trend volgt. Daarmee is meteen aangegeven, dat de arbeidsmarkt bij uitstek regionaal van karakter is.
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
8
Dordrecht heeft aangeboden een sturend programma arbeidsmarkt in te richten, mede namens de regio. Wij juichen dit toe. Dit doet Dordrecht, wat ons betreft, vanuit haar hoedanigheid als centrumgemeente die ze heeft toegewezen gekregen vanuit het Rijk. Vanuit die rol heeft Dordrecht ook het Actieplan Jeugdwerkloosheid ‘Geef jongeren een kans’ opgezet, dat in de tweede helft van 2009 van kracht is geworden. Om economie en arbeidsmarkt een impuls te geven, gaan wij met het bedrijfsleven, het onderwijs en met elkaar allianties aan. Daarbij past een regierol van de overheid. We helpen mee om bruggen te slaan tussen bedrijven en opleidingen. Daarbij maken we zo veel als mogelijk gebruik van bestaande samenwerkingsverbanden en platforms en zetten zo min mogelijk nieuwe initiatieven op. Zo voorkomen we dubbels en versnippering. Wij willen het gevoel van urgentie op het gebied van arbeidsmarkt bij alle partners vergroten. Dit zou mogelijkerwijs kunnen met behulp van een zogenaamde externe arbeidsmarktaanjager. Zo kunnen wij de drie hoofddoelstellingen van het programma Arbeidsmarktbeleid bereiken: 1. Verbeteren matching tussen vraag en aanbod op arbeidsmarkt 2. Verbeteren aansluiting onderwijs - arbeidsmarkt 3. Verbeteren kennisinfrastructuur in de regio (aantrekken hoger onderwijs) In het programma arbeidsmarkt ligt de focus op drie sectoren: maritiem, vrijetijdseconomie en zorg. Zoals al eerder aangegeven is de maritieme sector kenmerkend voor onze regio. Hoewel niet meer zo arbeidsintensief als vroeger, kent de sector een grote vraag naar gekwalificeerd (veelal technisch) personeel. Door de vergrijzing in deze sector zal de vraag alleen maar groter. Tegenover de forse uitstroom staat een beperkte instroom van jongeren. Voor in de metaal- en elektrotechniek is al sprake van een groot tekort aan leerlingen die opleidingen volgen, wat onder andere wordt veroorzaakt door het imago van deze sectoren. De instroom naar opleidingen voor deze sectoren moet dan ook sterk vergroot worden. Voor de zorg geldt dat er op dit moment al een tekort aan gekwalificeerd personeel is en het aantal vacatures nog steeds aanzienlijk. Als gevolg van demografische trends zal de vraag naar zorg enorm toenemen. Tegelijkertijd neemt het aantal mensen dat die zorg kan bieden sterk af. Tot slot is gekozen voor de vrijetijdseconomie. Enerzijds omdat dit een groeisector bij uitstek is. Anderzijds omdat deze sector goed aansluit bij onze opgaven op de arbeidsmarkt. De sector is arbeidsintensief is, genereert veel deeltijdbanen en biedt relatief veel werkgelegenheid aan laagopgeleiden. Woonklimaat De crisis in de woningbouw slaat in onze regio nog harder toe dan elders in het land. Dit blijkt onder andere uit de toename van het aanbod van het aantal koopwoningen en uit de stijging van de gemiddelde verkooptijd. Ook blijft de verkoop van nieuwbouwwoningen nog beduidend achter. Dit heeft voor projecten grote gevolgen: projecten stagneren, vallen stil, of komen niet dan wel vertraagd van de grond. Het wordt de komende jaren de belangrijkste uitdaging om in een goede regionale samenwerking de woningbouwproductie op peil te houden. De onderlinge concurrentie tussen de verschillende woningbouwprojecten in de regio draagt in negatieve zin bij aan onze achterstand. Daarom gaan we met betrekking tot wonen voor een vergaande regionale programmering en afstemming. In dat kader is het ook noodzakelijk de veranderende wensen van de consument en de marktvraag te monitoren, zodat ingespeeld kan worden op veranderende behoeften bij de consument. Onder andere het aanbieden van topmilieus (landelijk en binnenstedelijk) is in dat kader van belang en komt ook ten goede aan het imago van onze regio. Naast een vergaande programmering zoeken we naar impulsen om de kwaliteit van het woonklimaat te versterken. Daarbij spelen ook niet-fysieke elementen een rol zoals sociale en culturele voorzieningen. In het programma maatschappij wordt hieraan invulling gegeven.
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
9
2.3.
Randvoorwaarden voor succes: bereikbaarheid en externe veiligheid
De basisstructuur (fundament) van de Drechtsteden moet op orde zijn, zodat sprake is van een prettige omgeving voor onze inwoners en ondernemers. Om de kwaliteit van het fundament op orde te houden zijn voortdurende inspanningen nodig, zowel uit het oogpunt van beheer als van (door)ontwikkeling. Ook in het fundament kiezen we voor focus. Deze focus is gerelateerd aan onze drie prioriteiten. Bereikbaarheid en externe veiligheid zijn de vraagstukken die randvoorwaardelijk zijn voor de doorontwikkeling van de regio. Deze dienen daarom naar onze mening per definitie op regionaal niveau opgepakt te worden. Op deze terreinen zijn ook de grenzen van onze gemeenten niet relevant. Voor de ontwikkeling van de economie en voor het functioneren van de arbeidsmarkt is een goede bereikbaarheid van groot belang. We zetten in op het verbeteren van de aansluitingen op het hoofdwegennet en versterken het openbaar vervoer in en naar de regio. Dit doen we onder andere door onze uitvoeringsgerede bereikbaarheidsprojecten, waarvoor we de afgelopen jaren belangrijke financiële bijdragen hebben gekregen van onder andere Rijk en provincie, te realiseren. Op externe veiligheid werken we samen om de risico's voor onze bevolking kleiner te maken en ontwikkelingen in het gebied mogelijk te maken. Op alle andere thema's kunnen gemeenten tot afstemming komen, maar dit is een zaak van portefeuillehouders die elkaar vinden. Het is geen primaire taak van het Drechtstedenbestuur, tenzij de regio subsidieontvanger is. In dat geval zal het geld worden doorgegeven naar gemeentelijke initiatieven. 2.5.
Aansluiten op de agenda’s van andere overheden
Het is onze overtuiging dat we onze ambities niet op eigen kracht kunnen realiseren. Onder andere omdat vaak geldt dat wij niet de enigen zijn die er over gaan. Maar ook omdat de ambitie te omvangrijk is. We zijn effectief in ons beleid als we dat samen met onze partners ontwikkelen en uitvoeren. Met Pieken in de Drechtsteden hebben we een inhoudelijk herkenbare agenda. Hiermee sluiten wij aan op de agenda’s van andere overheden (Deltapoort, Zuidvleugel, provincie, Rijk, Europa). Met de Pieken dragen wij bij aan de doelstellingen van die overheden en realiseren we tegelijkertijd kracht in onze regio. Daarom willen wij onze contacten met de Stadsregio Rotterdam, West-Brabant, de Provincie en het Rijk intensiveren en gezamenlijk nadenken over de verdere invulling, uitwerking en uitvoering van onze ambities. Dankzij onze participatie in diverse bovenregionale overleggen zijn we de afgelopen jaren in staat gebleken onze opgaven bij andere overheden te laten herkennen en erkennen. Dit heeft geleid tot soms forse financiële toezeggingen aan projecten in onze regio vanuit Europa (EFRO), rijk (FES) en provincie. Mede dankzij deze toezeggingen zijn de afgelopen jaren veel projecten en activiteiten in het fundament opgestart en succesvol afgerond. Andere projecten lopen nog. Het is voor het toekomstig functioneren van de Drechtsteden van groot belang dat ook deze projecten gerealiseerd worden. De zwakste schakel bepaalt immers de kracht van de ketting.
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
10
3.
BESTUUR
3.1.
Dubbele identiteit
Wij constateren dat de Drechtsteden-gemeenten meer en meer handelen vanuit de kracht van de dubbele identiteit. Eerst en vooral is er de taak voor de eigen gemeente. Kenmerkend hiervoor is de eigen autonomie. Gemeentebesturen zijn en blijven aanwezig en herkenbaar voor de eigen inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties. Wij zien dat de dubbele identiteit het nodig maakt de positie van gemeenteraden en colleges in een breder perspectief te plaatsen. Kern daarvan is dat lokaal en regionaal werken twee kanten van dezelfde medaille zijn: zonder krachtige gemeenten geen regio en vice versa. Het gaat om 'zeggenschap delen' en 'vertrouwen in elkaar' opdat resultaten geboekt kunnen worden. Wij zien een goede betrokkenheid van de colleges van B&W en de raden als eigenaar van de samenwerking als cruciale succesfactor. De Drechtstedendinsdag zal hieraan ondersteunend zijn.
Intermezzo Rode draad visitatiecommissie Meijdam: sluit coalities; netwerkpartners als onmisbare pijler Het netwerkconcept kent tot nu toe drie pijlers: de netwerkstad, het netwerkbestuur en de netwerkorganisatie. Deze drie accommoderen de inhoudelijke opgaven. De vraag is of met de samenwerking zoals die nu functioneert voldoende kracht kan worden gemaakt om maatschappelijke opgaven aan te pakken. Zo wordt bij de vormgeving van de Pieken steeds duidelijker dat arrangementen met partners beslist noodzakelijk zijn. Daarmee wordt een vierde pijler, die van netwerkpartners, aan het concept toegevoegd. De keuze voor partners roept nieuwe vragen op die te maken hebben met de te kiezen positie en rolneming. Nemen de zes gemeenten de regie in het proces om tot samenwerking met partners te komen of kiezen we voor de opstelling van participant en laten we het initiatief aan anderen. Stelling is dat de regierol de voorkeur heeft, uit kracht maar ook omdat de belangen te groot zijn om het overall initiatief aan anderen te laten. Dit laat onverlet dat op te selecteren deelterreinen het zeker denkbaar is het initiatief bij anderen te laten. Dat alles is niet zonder gevolgen. Proactief handelen, initiëren, belangen verbinden, partijen bij elkaar brengen en houden, regisseren en verantwoordelijkheid nemen over gemeentegrenzen heen, worden meer nog dan nu belangrijke aspecten.
3.2.
Bestuurskracht
De maatschappelijke opgaven waarvoor wij staan zijn groot, complex en daarom alleen met zijn zessen op te lossen. Voor deze opgaven is veel denk-, ontwikkelkracht, kwaliteit en geld nodig. Maar bovenal moeten we positie bepalen en kracht ontwikkelen naar het maatschappelijk middenveld en andere overheden. Dit betekent dat de zes gemeenten samen eigenaar zijn van de regionale arrangementen en met een mond en een agenda naar buiten treden. Wij zijn ervan overtuigd dat de dubbele identiteit leidt tot een impuls voor de bestuurskracht van alle deelnemers. De bestuurskracht kan en zal aan sterkte winnen als we eensgezind optrekken op de strategische dossiers. Een versnipperd optreden leidt tot suboptimale resultaten ofwel het 'uitspelen' van de Drechtsteden-gemeenten onderling. De visitatiecommissie Meijdam ziet daar nog veel kansen. De commissie pleit voor het intensief betrekken van de netwerkpartners en hen mede-verantwoordelijk te maken in de agendering, uitvoering en sturing van de programma’s in het rMJP . 'Governance' zal leiden tot doorbraken en een springplank vormen naar meer bestuurskracht. In de woorden van de VROM-Raad gaat het hier om het toegroeien naar nieuwe sturingsmodellen, waarin het zwaartepunt van sturing niet alleen bij de overheid ligt (government), maar gezamenlijk wordt ingevuld met maatschappelijke actoren (governance). De externe partners willen wij dan ook een vanzelfsprekende rol geven bij de genoemde Drechtstedendinsdag. ‘Governance’ kan overigens een andere publieke rolneming vragen, wat van dossier tot dossier kan wisselen. rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
11
4.
MIDDELEN & ORGANISATIE
4.1.
Financiële situatie
Onlangs is het regeer- en gedoogakkoord gepresenteerd en is het nieuwe kabinet geïnstalleerd. Uit het regeerakkoord blijkt dat de eerder verwachte bezuinigingen op gemeenten en regio daadwerkelijk op ons afkomen. Het aandeel van gemeenten in de bezuinigingen beloopt in 2015 circa € 1,2 miljard. Naast deze korting staat een aantal grote minposten, waarvan nu al gesteld kan worden dat zij de gemeenten voor problemen zullen plaatsen. De minposten worden onder meer veroorzaakt door: • forse kortingen op de specifieke uitkeringen, zoals de Wsw en de WWB • decentralisatie van taken naar gemeenten waarbij de decentralisatie financieel niet goed wordt afgehecht • De overheveling van taken waarop door het nieuwe kabinet stevig wordt ingezet, zoals blijkt uit het regeerakkoord. Twee grote overhevelingoperaties betreffen de jeugdzorg en de dagbesteding en begeleiding AWBZ. Als deze overheveling niet gepaard gaat met voldoende financiële middelen, kan dit tot aanzienlijke financiële risico’s voor gemeenten leiden. Wij baseren het meerjarenbeleid van de Drechtsteden op solide en transparante financiële uitgangspunten. Het financiële beleid zal sober en doelmatig zijn. De inzet van de middelen benodigd voor de realisatie van de doelstellingen van het rMJP stemmen wij hierop af. Daarvoor is het van belang dat we eerst de financiële sterkte/ zwakte van onze organisaties in kaart brengen en zo beter inzicht hebben in de financierings- en investerings(on)mogelijkheden. 4.2.
Middelen voor proces en programmering
De programmabladen in het rMJP bevatten die activiteiten waarvan wij op dit moment van mening zijn dat deze het meest bijdragen aan het bereiken van onze doelstellingen. Het is daarmee de agenda van de Drechtsteden voor de komende vier jaar. De financiële vertaling van het rMJP naar jaarlijkse werkprogramma’s kan er toe leiden dat we tussen en binnen programma’s nog scherper moeten prioriteren. Hierdoor zullen activiteiten in tijd gefaseerd worden of, wanneer de omstandigheden sterk wijzigen, in het uiterste geval geschrapt. Leidend bij het maken van deze keuzen is steeds de mate waarin de activiteiten bijdragen aan de prioriteiten en doelstellingen in het rMJP. Er is enkel ruimte voor nieuwe ambities als financiële middelen worden vrijgemaakt binnen de bestaande budgetten. Dit kan gerealiseerd worden door het scherper maken van keuzes als ook door een gezamenlijke aanpak. We gaan financiële ruimte maken door lopende activiteiten en programma’s niet te continueren. De afgelopen vier jaar zijn nieuwe activiteiten gestart vanuit de doelstellingen van die periode. Dit heeft ook geresulteerd in een aantal programma’s, waaraan mede-overheden financieel bijdragen en ook wij ons ook hebben verplicht. Voorbeelden van dergelijke programma’s zijn het Energieprogramma Drechtsteden 2010-2013 en Programma Natuur en Milieu-educatie (NME) 2008-2011. Wanneer we de programma’s langs de lat leggen van het rMJP 2011-2014, zien we dat een aantal daarvan niet direct bijdraagt aan de nieuwe doelstellingen. De door ons aangegane bestuurlijk verplichtingen komen we na. We stoppen de activiteit zodra de verplichting is afgelopen. Daarnaast spelen we geld vrij door ons beleid gezamenlijk slim en innovatief te organiseren. Dit doen we in het kader van de Business Case Beleid, onderdeel van het Innovatie Programma Drechtsteden. De begroting 2011 van de GRD is inmiddels door de Drechtraad vastgesteld. Gegeven het budget 2011 van Bureau Drechtsteden, vertalen wij de voor 2011 benoemde activiteiten naar een financieel werkprogramma 2011. Hierbij wordt ook de benodigde dekking onderbouwd en waar nodig volgen aanvullende voorstellen, Deze werkwijze zullen wij ook hanteren voor de daaropvolgende jaarschijven.
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
12
4.3.
Investeringsagenda en cofinancieringfonds (kansenfonds)
We willen klaar staan als de economie aantrekt. Daarom kijken we voorbij de crisis en brengen we binnen de gestelde kaders vernieuwingen in ons gebied aan. Onze programma’s richten we daarnaar in. Zo kunnen we nieuwe kansen aangrijpen als die zich voordoen. Concreet zetten we extra in op onze drie pieken water, binnenstad en landschap. Dit doen we met het oog op versterken van de economie, arbeidsmarkt en woonklimaat, en randvoorwaardelijk daaraan een goede bereikbaarheid en het beperken van de risico’s van externe veiligheid. Als vanzelfsprekend passen de projecten van de investeringsagenda binnen de kaders van het rMJP, zijn deze ondersteunend aan een aantal grote regionale projecten en hebben ze per definitie een regionaal of bovenregionaal effect. Projecten waarvoor we de komende periode in ieder geval extern geld willen aantrekken, zijn: Robel, Deltapoort, Deltaprogramma Rijnmond Drechtsteden, verbreding A15, Maritieme Innovatie, Waterbus en Merwedezone. In deze tijd van budgettaire krapte past het concept van een katalysatorfonds: door van te voren een hefboomeffect in te bouwen kunnen we met een relatief bescheiden budget meer investeringsvolume realiseren. Uit een dergelijk fonds kan op projectbasis co-financiering ter beschikking worden gesteld, zowel aan de regio als aan de individuele Drechtstedengemeenten. Uit het fonds wordt beschikt op het moment dat er concrete mogelijkheden zijn om subsidiestromen van andere bestuurslagen of derden aan te trekken. Zo zijn we flexibel en in staat in te spelen op de plotselinge kansen die zich voordoen en bijdragen aan onze prioriteiten en doelen. 4.4.
Bedrijfsvoering en organisatie
Het is onze ambitie om de slagkracht en het innovatievermogen van onze organisaties (de zes gemeenten, de GRD, ROM-D) te versterken. We constateren dat in de opbouwfase van de GRD te weinig sturing is geweest op het concern. Dit moet verbeteren. Vanuit de gedachte dat de Drechtraad in staat moet zijn “aan de voorkant te sturen” introduceren wij - naast de al bestaande beleidsprogramma’s - een programma bestuur & middelen. Dat betekent dat de Drechtraad ook hier op een vroeg moment in de positie wordt gebracht kaders te stellen en de voortgang te monitoren/prestaties te controleren. Daarnaast investeren wij in een verbeterde sturing via het door ons aangekondigde actieplan bedrijfsvoering. Dit actieplan richt zich op de huishouding van de GRD Het huis op orde is nodig om innovaties, via het Innovatieprogramma Drechtsteden (IPD), mogelijk te maken Innovatieprogramma (IPD) Het Innovatieprogramma zien wij als het instrument om geld te genereren voor zowel de bezuinigingsopgave als ook voor het doen van nieuwe investeringen in de opgaven uit dit rMJP. Wij leggen de focus op het verhogen van de effectiviteit en efficiency bij de beleidsfuncties, dienstverlening en bedrijfsvoering. Het Innovatieprogramma is ook een middel om in gezamenlijkheid de stelselwijzigingen (o.a. decentralisaties Jeugdzorg, systeemwijziging AWBZ) die op basis van het regeer- en gedoogakkoord op ons afkomen, effectief op te pakken. Inhoudelijk wordt hierop al geanticipeerd in het programma Maatschappij. Tot slot en zeker niet onbelangrijk vinden wij het versimpelen en efficiënter maken van de netwerksturing: ontbureaucratiseren via bijvoorbeeld betere afstemming P&C-cycli en eenduidiger en snellere besluitvorming.
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
13
4.5.
Sturen en monitoren
De Drechtraad is kaderstellend en controlerend en monitort op twee manieren de uitvoering van het rMJP. In de eerste plaats via de reguliere begrotingscyclus. In de tweede plaats leggen wij periodiek verantwoording af. Dit zal op een vernieuwende manier op de Drechtstedendinsdag vorm worden gegeven. Bij de programma’s uit het rMJP is één ding zeker: de omstandigheden waaronder we werken aan realisatie van de doelen gaan de komende jaren veranderen. Vandaar dat een zorgvuldig en geregeld aftasten van de omgeving en de veranderingen belangrijk is. Het gaat daarbij om de monitoring van het betreffende programma maar ook om de relatie tussen de programma’s en de relatie met ontwikkelingen die van buiten de organisatie op ons af komen. Daarom investeren wij in een verbeterde sturing van het rMJP via een periodieke programmarapportage. In die rapportage informeren wij de Drechtraad en onze partners over de stand van zaken van de programma’s. Ook monitoren we relevante ontwikkelingen in onze omgeving, bijvoorbeeld de beleidsvoornemens van het nieuwe kabinet. Op basis van vergelijk en analyse houden we de geplande activiteiten tegen het licht, zoals we die nu benoemd hebben in de vijf programmabladen, Waar nodig doen wij voorstellen activiteiten te faseren, stop te zetten of juist nieuwe toe te voegen.
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
14
DEEL II Programmakaarten
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
15
Programma I: Economie Programma-activiteiten: • Economie • Vrijetijdseconomie
Wat willen we de komende vier jaar bereiken (doelstellingen) 1. versterken economische structuur 2. verbeteren kwaliteit van het werkklimaat
Context en achtergrond Maritieme topregio Rotterdam/Drechtsteden/West-Brabant In de zone van de Tweede Maasvlakte tot Moerdijk tekent zich steeds meer de samenhang af tussen haven en havengerelateerde bedrijvigheid. De Drechtsteden zijn onderdeel van deze zone en kennen een strategisch goede ligging op het trefpunt van de Randstad en de Rijn-Schelde Delta. Daarnaast zijn de Drechtsteden schakel in de belangrijke Oost-West transportcorridor: Rotterdam - Duisburg. Deze ligging biedt de Drechtsteden de kans zich gezamenlijk met Rotterdam en West Brabant te ontwikkelen tot maritieme topregio. De drie regio’s werken daarom onder andere samen aan de versterking van de economische structuur. Deze samenwerking wordt nader belicht in de programmakaart Ruimte van dit rMJP. In dat programma zijn ook de andere strategische netwerken benoemd waaraan de Drechtsteden deelnemen en die eveneens bijdragen aan de doelstellingen van het programma Economie. De afgelopen twee jaar zijn veel nieuwe inzichten opgedaan over de toekomst van de economie en meer specifiek de kansen en opgaven voor de Zuidvleugel en de Drechtsteden. Kansen liggen vooral in het verduurzamen van de economie. Bijvoorbeeld door de binnenvaart slimmer en schoner te maken als ook door de kruisbestuiving tussen sectoren. Om die kansen te kunnen benutten is het cruciaal netwerken te organiseren tussen ondernemers, wetenschap, onderwijs en overheden, zodat innovaties worden gestimuleerd en kennis wordt gedeeld. Daarbij is het ook van belang dat de regio zich eenduidig profileert als maritieme topregio. Op dit punt hebben de Drechtsteden nog veel te winnen. Vrijetijdseconomie Ondanks dat de laatste jaren een voorzichtige koerswijziging is gerealiseerd, hebben de Drechtsteden economisch nog een vrij smalle basis. Daardoor is de regio kwetsbaar. Er is de laatste jaren sprake van een langzame verschuiving naar een ander type werkgelegenheid waaronder de zorg en de vrijetijdseconomie. Door de Drechtsteden als regionaal toeristisch recreatief centrum te positioneren en ondernemers in dit cluster te stimuleren, kan de groeipotentie van dit cluster uitgenut worden. Uit het oogpunt van het maximaal realiseren van directe werkgelegenheid als ook de spin-off met horeca en detailhandel, ligt daarbij de focus op het groeipotentieel van de Binnenstad. Het sectorprogramma Binnenstad van de gemeente Dordrecht vervult een belangrijke rol bij het realiseren van die ambitie. Dit programma borduurt voort op de lijn die de afgelopen jaren is ingezet en de resultaten die hiermee zijn behaald. Het programma wordt door Dordrecht en private partners gezamenlijk uitgevoerd. De potentie van de Binnenstad wordt nog meer benut als we erin slagen deze goed te verbinden met de omringende landschappen en het werelderfgoed Kinderdijk/Haven-Zuid. Daarbij vervult vervoer over water een cruciale rol.
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
16
Ruimte voor ondernemen Voldoende kwaliteit en kwantiteit aan bedrijventerreinen blijft belangrijk voor de ontwikkeling van de regionale economie. Onze regionale uitvoeringsorganisatie ROM-D vervult bij deze opgave een belangrijke rol. Om focus en differentiatie op regionale schaal te bevorderen, is een sterke regionale samenwerking op economisch gebied een must. Door regionaal een voldoende gedifferentieerd aanbod van locaties met verschillende kwaliteiten aan te bieden, ontstaan de beste kansen op synergie tussen bedrijven. Door de crisis is de vraag naar kantoren in onze regio fors afgenomen. Tegelijkertijd is er sprake van een situatie van overaanbod: het totale aanbod van beschikbare en vooral geplande kantoren in de regio is vele malen groter dan waar de markt om vraagt. Voor succesvolle ontwikkeling van afzonderlijke locaties is het faseren en reduceren van het totale planaanbod voor kantoren nodig, waardoor weer beter op de marktvraag wordt aangesloten. Daarnaast moet incourant aanbod aan kantoorruimte uit de markt worden genomen, bijvoorbeeld door vernieuwing of herbestemming. Relatie met ruimtelijk en sociaal beleid Voor het optimaal functioneren van de economie zijn ook ander ruimtelijke en sociale facetten van belang. Denk hierbij aan het woonklimaat en de arbeidsmarkt. Kaderstellende nota’s Beleidsveld Economie
Vrijetijdseconomie
Nota Economische Visie Bedrijventerreinenstrategie Uitvoeringsstrategie Bedrijventerreinen Uitvoeringsstrategie Natte Bedrijventerreinen Kantorenstrategie Evaluatie structuurvisie Detailhandel en Horeca Drechtsteden Kadernota regionale economische promotie en acquisitie Toeristisch-recreatieve visie Hollands Glorie
Afspraken met mede-overheden en derden Beleidsveld Economie
Afspraak vastgelegd in Proeftuin Maritieme Innovatie
Wie zijn onze partners Ondernemers, Ondernemersverenigingen, Branche-organisaties, Kamer van Koophandel, Provincie, Ministerie VROM, Ministerie EZ, Stadsregio Rotterdam, regio West-Brabant, regio Arnhem Nijmegen, Nederlandse Vereniging van Binnenhavens, Onderwijsinstellingen, Onderzoeksinstellingen (o.a. TU Delft en Erasmus Universiteit Rotterdam), Kennisinstellingen (o.a. Ecoshape), Werelderfgoed Kinderdijk, Dordrecht Marketing, ROM-D, Zuid-Hollands Bureau voor Toerisme, regio AlblasserwaardVijfheerenlanden, Dordrecht Marketing e.a.
Wat gaan we daarmee doen (uitvoeringsagenda) Proeftuin Maritieme Innovatie Binnen het maritieme cluster zijn er groeiperspectieven voor de binnenvaart en maritieme industrie. Vanuit het opraken van de traditionele energiebronnen als ook uit oogpunt van het verbeteren van de leefomgevingkwaliteit, liggen er kansen voor innovaties in duurzaamheid. Om innovaties bij de maritieme industrie en de binnenvaart te stimuleren moeten onderwijs, onderzoek (wetenschap), ondernemers en overheid nauwer samenwerken in kennisontwikkeling en kennisdeling. Daarom investeren we voor de periode van drie jaar in het project Proeftuin Maritieme Innovatie.
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
17
Slimmere en schonere Delta Het goederenvervoer per binnenvaartschip willen wij stimuleren. Enerzijds gezien het economisch belang van dit cluster voor onze regio én voor de mainport Rotterdam. Anderzijds ook om de leefomgevingskwaliteit in onze regio te versterken. Immers een slimmere binnenvaart helpt congestie van het weggenet (bijvoorbeeld A15) terug te dringen. Een schonere binnenvaart zorgt ervoor dat groei van het vervoer over water niet leidt tot extra milieu belasting. Met de partners op de Oost-West corridor (Rotterdam-Duisburg) trekken we hierin samen. De exacte invulling van dit traject is nog onderwerp van gesprek. Relatiebeheer en promotie maritiem cluster Het is van groot belang dat onze inspanningen ter verbetering van de regionale vestigingskwaliteit inspelen op de behoeften van het bedrijfsleven. We willen ondernemers voor de regio behouden en hen de ruimte door te groeien. Daarom zetten we in op een betere verbinding met ondernemers en ondernemersverenigingen. We geven hieraan vorm door in samenwerking met gemeenten en ROM-D te investeren in relatiebeheer. Daarbij richten we ons primair op het maritieme bedrijfsleven van onze regio. De vestigingskwaliteiten van de regio voor de maritieme sector gaan we actiever promoten. De Drechtsteden profileren zich nu nog niet eenduidig als maritieme topregio. Hierin willen, stap voor stap, verandering brengen. Bijvoorbeeld door gezamenlijk met partners een digitaal informatieplatform voor de maritieme sector op te zetten (DrechtstedenMaritiem.nl). Ook onze acquisitie-activiteiten richten we op deze sector. Net als bij de woonmarketing werken eraan ook marktpartijen te betrekken bij de promotie en budgetten te bundelen. Stimuleren ondernemerschap in en promotie van vrijetijdseconomie Daarnaast stimuleren we ondernemerschap in de vrijetijdseconomie. We faciliteren ondernemers die iets in de regio willen starten en zoeken hen ook gericht op. Door middel van arrangementen willen we de verblijfstijd in de regio verlengen en herhaalbezoek realiseren. Bij het tot stand brengen van die arrangementen heeft de regio een initiërende rol. Zoveel als mogelijk haken we aan op toeristisch/recreatieve thema’s van bijvoorbeeld de provincie (Molenjaar 2011) en het rijk (‘Culture en Nature’ in 2012). Verbindingen over water ten behoeve van de vrijetijdseconomie De historische binnenstad van Dordrecht, de windmolens van Kinderdijk en de (nationale) landschappen om ons heen zijn belangrijke kwaliteiten van onze regio. De economische potentie en belevingswaarde van deze gebieden worden nog meer benut wanneer we erin slagen deze goed met elkaar te verbinden. Daarbij vervult vervoer over water een cruciale rol. Daarom zetten we in op het verbeteren van de verbindingen over water in aanvulling op het waterbussysteem. We verkennen hiertoe eerst de mogelijkheden en bepalen op basis van die verkenning ons vervolgspoor. Ruimtelijk programmeren bedrijventerreinen, kantoren en detailhandel We werken samen aan programmatische afspraken voor kantoren, bedrijventerreinen en detailhandel. Het uitvoeringsprogramma Bedrijventerreinen wordt in 2011 afgerond. De projecten in de orderportefeuille van de ROM-D worden de komende twee jaar overgebracht van gemeenten naar ROM-D en worden vervolgens door ROM-D in uitvoering gebracht. De vastgestelde beleidsdocumenten zijn hierbij het leidend kader. Een belangrijke en tevens lastige opgave is de herstructurering van natte bedrijventerreinen. Deze locaties zijn vanuit de economische structuur bezien zeer waardevol. De gemeenten kunnen hierbij het publiek instrumentarium inzetten en dragen zelf de verantwoordelijkheid voor een goede basisinfrastructuur. Actief opereren op strategische kavels, en hiermee het natgebruik zekerstellen, is wenselijk maar blijkt in de praktijk lastig te realiseren. Op de kantorenmarkt moeten regionaal programmatische afspraken gemaakt worden. De regionale kantorenvisie is daarbij het beleidsmatig kader. De regio heeft op dit moment te veel voorraad in ontwikkeling. Dit leidt er enerzijds toe dat nieuwe ontwikkelingen niet van de grond komen. Anderzijds leidt een te groot aanbod in de toekomst tot (problematische) leegstand. Op enkele plekken is dat nu al waar te nemen, onder andere aan de Spuiboulevard in Dordrecht.. In gezamenlijkheid moeten afspraken gemaakt worden over prioritering en temporisering, zonder direct onze langere termijn ambities te laten varen. Daaraan gerelateerd maken we ook afspraken over de aanpak van problematische leegstand
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
18
Voor de vestiging van detailhandel komen we tot programmatische afspraken. Aan de basis van deze afspraken liggen onder andere de uitkomsten van het in 2011 uit te voeren koopstromenonderzoek van de provincie als ook de evaluatie van de structuurvisie Detailhandel en horeca Drechtsteden.
Wat gaan we afbouwen Het programma Hollands Glorie wordt deels afgebouwd. Met betrekking tot de promotie- en marketingactiviteiten uit dit programma vindt herbezinning plaats. Daarbij is de vraag aan de orde of en zo ja hoe deze activiteiten onderdeel uit kunnen maken van een regio brede promotie- en marketingstrategie waarin ook de nu nog verspreide promotiebudgetten per beleidsveld gebundeld worden ingezet.
Welke projecten dragen bij aan onze doelen? Bovenregionale projecten Doelstelling Versterken economische structuur
Naam project Proeftuin Maritieme Innovatie
Lokale projecten met regionale impact Doelstelling Versterken economische structuur
Verbeteren kwaliteit werkklimaat
Naam project Binnenstad Haven Zuid Westelijke Dordtse Oever (WDO) Maritieme Servicecentra ’t Plaatje en Frankepad/Grotenoord (FES) De Geer Groote Lindt Langeweg/Zuidwende Stationspark 3 Amstelwijck Maasterras Noordoevers - Antoniapolder Oosteind
Gemeente Dordrecht Alblasserdam Dordrecht Sliedrecht, Hendrik-IdoAmbacht Zwijndrecht Zwijndrecht Hendrik-Ido-Ambacht Sliedrecht Dordrecht Dordrecht, Zwijndrecht Hendrik-Ido-Ambacht Papendrecht
Wat is bereikt in 2014 • •
• • • • • • • •
De Proeftuin Maritieme Innovatie is succesvol afgerond en geëvalueerd. Er is met de betrokken gemeenten een niet-vrijblijvende afstemming over de programmering van bedrijventerreinen. Dit is vastgelegd in het Uitvoeringsprogramma Bedrijventerreinen en wordt periodiek gemonitoord. De projecten uit de orderportefeuille ROM-D zijn ingebracht en bij de ROM-D in uitvoering. Ook zijn de studie-opdrachten uit de orderportefeuille afgerond. Er is stevige voortgang geboekt in de uitvoering van herstructureringsprojecten Er is met de betrokken gemeenten een niet-vrijblijvende afstemming over de kantorenprogramma’s bereikt. Er is met de betrokken gemeenten, mede op basis van het provinciale koopstromenonderzoek, een niet-vrijblijvende afstemming over het detailhandelprogramma bereikt. Economische promotie en acquisitie is een structurele regionale activiteit geworden Het ruimtelijk- en sociaaleconomisch beleid wordt continue op elkaar afgestemd en versterken elkaar. Het aantal ondernemers in de vrijetijdssector is substantieel toegenomen. De verbindingen over water naar de toeristische iconen van de regio zijn verbeterd.
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
19
Waaraan kunnen we zien dat we geslaagd zijn? (kengetallen) Wat willen we bereiken? Versterken economische structuur We richten ons op het versterken van de maritieme cluster en het stimuleren van de vrijetijdseconomie. kengetal (ontwikkeling) bedrijvigheid in maritieme cluster
bron Bedrijvenregister Drechtsteden (OCD)
(ontwikkeling) werkgelegenheid in maritieme cluster
Bedrijvenregister Drechtsteden (OCD)
bezoekersaantallen Dordtse binnenstad, Werelderfgoed Kinderdijk, Hollandse Biesbosch
diverse (verwerkt in Monitor Hollands Glorie (OCD))
aantal passagiers van de Waterbus (Merwekade, Hooikade, Fast ferry, driehoeksveer (Ridderkerk, Krimpen ad Lek, Kinderdijk), Hollandse Biesbosch)
Waterbus (verwerkt in Monitor Hollands Glorie (OCD))
definitie maritieme cluster op basis van locatie en activiteiten van vestigingen in de Drechtsteden moet nog in overleg worden afgebakend maritieme cluster op basis van locatie en activiteiten van vestigingen in de Drechtsteden moet nog in overleg worden afgebakend
0-meting nnb (1.1.2009)
volgende meting 1.1.2010
nnb (1.1.2009)
1.1.2010
Dordtse binnenstad: 190.500 (2010), aantal toeristische bezoekers 710.000 (2008) Kinderdijk: gebied 300.000, bezoekmolen 110.863, auto’s 18.085 en bussen 1.403 (2008) Hollandse Biesbosch: dagrecreatie-gebied 800.000 , bezoekerscentrum 120.000 (2008) Merwekade 328.778, Hooikade 174.039, Fast ferry (pm), driekhoeksveer (pm), Hollandse Biesbosch 17.741 (2008)
2010
2010
Verbeteren kwaliteit van het werkklimaat We investeren in goede ruimtelijke randvoorwaarden waarbinnen ondernemers optimaal kunnen presteren. kengetal score ‘economische prestaties’
bron Bureau Louter (LISA, IBIS, KvK, CBS, e.d.)
oordeel ondernemers over ondernemingsklimaat
Gemeentelijk ondernemingsklima at in de Drechtsteden (OCD) Kamer van Koophandel
(ontwikkeling) aantal startende ondernemers (t.o.v. landelijke ontwikkeling) (ontwikkeling) totale bedrijvigheid (t.o.v. landelijke ontwikkeling)
Bedrijvenregister Drechtsteden (OCD)/LISA
definitie gemiddelde score zes Drechtsteden gem eenten op basis van 41 indicatoren, verdeeld over 1 vier clusters algem een rapportcijfer van ondernemers voor het ondernemingsklimaat in hun gemeente
totaal aantal vestigingen, inclusief vestigingen waar enkel parttimers (1-11 uur per week) werken
0-meting 6,87 (2008)
volgende meting 2009
6,6 (2008)
2010
1.432 (2009)
2010
10.540 (1.1.2009)
1.1.2010
1
Score 2008 gepubliceerd in Elsevier december 2009; in de vier clusters zit: - structuur bedrijvigheid: aantal banen per 1.000 inwoners, onderscheiden naar tien economische sectoren - structuur ‘overig’: voorraad bedrijventerreinen en kantoorruimte, opleidingsniveau van de beroepsbevolking, deel ervan dat werkt, toegevoegde waarde en productiviteit - groei bedrijvigheid: ontwikkeling van de werkgelegenheid voor tien sectoren - groei ‘overig’: aantal starters in tien sectoren, nieuwbouw en leegstand van kantoren, uitgifte van bedrijventerreinen, groei van bevolking en potentiële beroepsbevolking
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
20
(ontwikkeling) totale werkgelegenheid (t.o.v. landelijke ontwikkeling)
Bedrijvenregister Drechtsteden (OCD)/LISA
uitgifte bedrijventerreinen (t.o.v. aanbod)
IBIS (Monitor Economie (OCD))
kantorenmarktratio en bedrijfsruimtemarktratio (t.o.v. landelijk)
Dynamis (Monitor Economie (OCD))
leegstand winkelruimte
Locatus (Monitor Economie (OCD))
totaal aantal werkzame personen, inclusief parttimers (1-11 uur per week) uitgegeven oppervlakte aan bedrijventerreinen gedurende een jaar afgezet tegen het aanbod aan bedrijventerreinen per 1 januari van het volgende jaar (in ha) kantorenmarktratio: opname van kantoorruimte gedurende een jaar afgezet tegen het aanbod aan kantoorruimte per 1 januari van het volgende 2 jaar (in m ) bedrijfsruimtemarktratio: opname van bedrijfsruimte gedurende een jaar (van medio tot medio) afgezet tegen het aanbod aan bedrijfsruimte per 1 juli van 2 het volgende jaar (in m ) aantal verkoopruimten en 2 m winkelvloeroppervlak (wvo)
112.724 (1.1.2009)
1.1.2010
7% (2009)
2010
kantoorruimte: 22% (19%) (1.1.2010) bedrijfsruimte: 23% (26%) (1.7.2010)
1.1.2011 en 1.7.2011
aantal: 172 m2 wvo: 26.784 (1.4.2010)
1.4.2011
Overzicht van overige activiteiten met doorlopende verplichtingen Economie: • Monitor economie • Nederlandse Vereniging van Binnenhavens Vrijetijdseconomie: • Monitor vrije tijd
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
21
Overzichtstabel: Wat zijn onze doelen, wat gaan we doen om dat te bereiken? Doelstelling 1: versterken van de economische structuur Wat? Versterken maritiem cluster
Stimuleren vrijetijdseconomie
Hoe Proeftuin Maritieme Innovatie Slimmere en schonere Delta Relatiebeheer en promotie Relatiebeheer en promotie
Rol regio deelnemen
Stimuleren ondernemerschap Stimuleren personenvervoer over water tussen de toeristisch /recreatieve kwaliteiten van de regio
trekken
2010
2011
2012
2013
2014
2010
2011
2012
2013
2014
deelnemen trekker trekken
trekken
Doelstelling 2: versterken kwaliteit van het werkklimaat Wat? Afstemmen vraag en aanbod (kwaliteit en kwantiteit) in ruimte voor ondernemers
Hoe Afronden Uitvoeringsprogramma Bedrijventerreinen
Rol regio trekken
Monitor uitvoeringsprogramma bedrijventerreinen Begeleiden overdracht projecten naar orderportefeuille ROM-D (‘opdrachtgeverschap ROM-D) Programmeringsafspraken maken voor regionale kantoorlocaties en dit monitoren Programmeringsafspraken maken voor regionale detailhandel en dit monitoren
trekken
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
deelnemen
trekker
trekker
22
Programma II: Arbeidsmarkt en Kennisinfrastructuur Programma-activiteiten:
•
Onderwijs De activiteiten vanuit het programma onderwijs zijn verdeeld over Dordrecht en de Drechtsteden. Binnen de kaders van dit rMJP vallen:
o
o o •
Dordrecht (Stadsprogramma arbeidsmarktbeleid): faciliteren onderwijsvernieuwing; verbetering aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt; aantrekken hoger onderwijs; stimuleren ondernemerschap binnen het onderwijs. Dordrecht (centrumconstructie voor ZHZ-gebied): tegengaan voortijdig schoolverlaten GR Drechtsteden: educatie waaronder laaggeletterdheid.
Werk en inkomen Vanwege de aan de GR Drechtsteden gedelegeerde bevoegdheden op het gebied van Werk en Inkomen worden twee categorieën activiteiten onderscheiden. o Regionaal/de Sociale Dienst Drechtsteden (SDD): werk (werken aan zelfstandigheid, bijstandverlening, re-integratie en actieplan jeugdwerkloosheid); armoedebeleid/bijz. bijstand; schuldhulpverlening; inburgering; o Dordrecht: inzet van aanvullende instrumenten routecoaches en werkmakelaars en preventieve projecten in het kader van het actieplanjeugdwerkloosheid.
Wat willen we de komende vier jaar bereiken (doelstellingen) 1. Verbeteren matching tussen vraag en aanbod op arbeidsmarkt 2. Verbeteren aansluiting onderwijs - arbeidsmarkt 3. Verbeteren kennisinfrastructuur in de regio (aantrekken hoger onderwijs) Daarbij ligt de focus op de sectoren zorg, maritiem en vrijetijdseconomie.
Context en achtergrond Het programma arbeidsmarktbeleid kan niet anders dan in regionaal perspectief worden beschouwd, evenals de keuze voor focus op de speerpuntsectoren maritiem, zorg en vrijetijdseconomie. De gemeente Dordrecht voert het programma uit ten behoeve van de regio vanuit haar hoedanigheid als centrumgemeente en maakt hiervoor uit eigen middelen een programmabudget vrij van € 400.000 per jaar. De gemeente Dordrecht kiest ervoor om te werken en te denken vanuit het schaalniveau van Drechtsteden, zonder de blik naar de grotere regio (Zuid-Holland Zuid, Rijnmond, over de Moerdijk) uit het oog te verliezen. Op veel terreinen vervult Dordrecht al de functie van centrumgemeente, met name in het sociale domein. Vermeldenswaard is daarbij dat het Rijk Dordrecht voor verschillende arbeidsmarktregelingen (zoals Leren & Werken, Aanpak Jeugdwerkloosheid) aanwijst als centrumgemeente voor zowel Drechtsteden als Alblasserwaard/Vijfheerenlanden. De actuele situatie op de arbeidsmarkt is niet erg rooskleurig. Dit is een direct gevolg van de economische crisis en zal bij economisch herstel weer wijzigen. De crisismonitor van het OCD (augustus 2010) laat zien dat de meeste stoplichten op rood staan voor de arbeidsmarktsituatie in de Drechtsteden. Deze situatie is mede de aanleiding geweest voor het Actieplan Jeugdwerkloosheid ‘Geef jongeren een kans’, dat in de tweede helft van 2009 van kracht is geworden.2
2
De gemeente Dordrecht vervult richting het Rijk de functie van centrumgemeente voor Drechtsteden en de regio rond Gorinchem.
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
23
Op middellange termijn is het vooruitzicht anders. Uit de arbeidsmarktprognose van het UWV Werkbedrijf blijkt, dat vanaf 2011 het aantal banen landelijk weer zal toenemen. De economische groei, gecombineerd met groei van de participatiegraad en demografische ontwikkelingen (zoals toename 65plussers) zorgen ervoor, dat het aantal banen op middellange termijn weer zal toenemen. Door de vergrijzing en de ontgroening is de verwachting dat er opnieuw krapte op de arbeidsmarkt zal ontstaan. Deze is niet alleen kwantitatief van aard, maar ook kwalitatief. Met name de vraag naar geschoold personeel zal toenemen Het regionaal arbeidsmarktbeleid heeft tot doel vraag en aanbod (werkgevers en werkzoekenden) aan elkaar te koppelen, zodat een economisch vitale regio ontstaat. Ondernemers kunnen hierdoor goede bedrijfsresultaten boeken en werkzoekenden kunnen voorzien in levensonderhoud en de kwaliteit van leven verbeteren. De overheid heeft hierbij een ondersteunende rol: we stimuleren het onderwijs en geven vorm aan de reïntegratie van kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt. Onderwijs is bij uitstek het instrument om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt beter op elkaar te laten aansluiten. We zien in het onderwijsveld een aantal belangrijke ontwikkelingen: • toenemend belang verbinding onderwijs – arbeidsmarkt; • inzet op samenhangende aanpak voortijdig schoolverlaten en bestrijding jeugdwerkloosheid; • toenemend tekort technisch opgeleid personeel; • ontwikkeling vakscholen; • competentiegericht en zelfstandig leren in MBO onder druk, onderwijsvernieuwing noodzakelijk; • brede aandacht voor ontwikkelen ondernemerschap. Kaderstellende nota’s Beleidsveld Arbeidsmarktbeleid
Onderwijs
Nota Programmaplan Arbeidmarktbeleid, 2011-2014 (gereed eind 2010) Actieplan Jeugdwerkloosheid ‘Geef jongeren een kans’ Actieprogramma van het Servicepunt Leren (v.w.b. ontwikkelen vakonderwijs); Voortijdig schoolverlaten in Dordrecht, beleid en aanpak in de periode 20082011 Als een spin in ’t Web (educatie in de Drechtsteden – 2008)
Afspraken met mede-overheden Beleidsveld Werk en inkomen Afspraken Rijk over resultaten inburgering Onderwijs
Diverse specifiek geoormerkte middelen vanuit het Rijk in het kader van Wet Educatie Beroepsonderwijs (volwassenenonderwijs) en voor de inzet op voorkomen onderwijsachterstanden. Hieraan gekoppeld zijn inspanningsverplichtingen.
Wettelijke taken Beleidsveld Werk en inkomen
Wet werk en bijstand (Wwb) (onderdeel van participatiebudget) Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte werkloze Werknemers (IOAW) Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijke Arbeidsongeschikte Zelfstandigen (IOAZ) Wet kinderopvang; Schuldhulpverlening; Re-integratie.
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
24
Wie zijn onze partners UWV; Da Vinci College; Drechtwerk; Gemeente Breda en Rotterdam; Bedrijven; brancheorganisaties en kenniscentra, Onderwijsinstellingen (primair, voortgezet, VMBO, MBO, HBO), werkgevers(organisaties), e.a.
De partners in het arbeidsmarktbeleid zijn talrijk. Ze hebben verschillende opdrachten, verantwoordelijkheden en belangen. Tevens zijn ze verschillend vormgegeven, qua aansturing, werkgebied en organisatiegraad. Voor het gemak maken we op dit terrein onderscheid tussen drie O’s: Ondernemers, Onderwijs en Overheid. Samenwerking tussen deze groepen en tussen de partijen binnen deze groepen is essentieel om het gezamenlijk doel (een goed functionerende arbeidsmarkt voor nu en de toekomst) na te streven. Om dat te bereiken is wederzijds respect voor elkaars verschillen en overeenkomsten van groot belang.
Wat gaan we daarvoor doen (uitvoeringsagenda) Om de geformuleerde doelen te bereiken brengen we meer samenhang en effectiviteit aan in de aanpak op economisch, onderwijs en sociaal domein. Daarbij laten we de markt zoveel mogelijk haar werk doen en bevorderen we een actieve betrokkenheid van ondernemers in de arbeidsmarktaanpak. We verbeteren samenwerking en relaties tussen ondernemers, onderwijs en overheidsinstellingen. Het is van groot belang om bij alle betrokken partners het urgentiebesef omtrent de wijzigende situatie op de arbeidsmarkt te vergroten. Tot slot zetten we meer in op het benutten van subsidies. We kiezen er voor de inzet vooral te richten op de plekken waar extra inzet vanuit de overheid gewenst is. Vanuit die optiek kent het programma drie lijnen. 1. Verbeteren matching tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt De mismatch op de arbeidsmarkt vindt voornamelijk plaats bij die mensen, die een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Deze hebben meestal recht op een uitkering van de overheid (sociale dienst of UWV). Het streven is de uitkeringssituatie tijdelijk te laten zijn en daarbij het bestaande instrumentarium maximaal op participatie in te zetten. Daarbij worden alle mogelijke beleidsinstrumenten ingezet. Dat geldt voor het gebied van re-integratie (b.v. inburgering, vormen van, routecoaches), maar ook inkomensondersteuning (vanuit het uitgangspunt, dat arbeid moet lonen). De kans om werklozen duurzaam uit te laten stromen naar werk neemt toe naarmate de inzet van re-integratie instrumenten aansluit op de vraag van werkgevers. Daarom is voor het welslagen van de re-integratie inspanningen het optimaliseren van de werkgeversbenadering een belangrijke voorwaarde. 2. Verbeteren Aansluiting Onderwijs-Arbeidsmarkt Om de mismatch op de arbeidsmarkt tegen te gaan en tegelijkertijd kwetsbare groepen te ondersteunen willen we de afstand tussen onderwijs en arbeidsmarkt zo klein mogelijk maken. Dat is mogelijk door nauwe samenwerking tussen de partners (ondernemers uit diverse branches, onderwijsinstellingen en overheid). Leerlingen kiezen een richting die bij hun past en die (loop)baanperspectief biedt, bij voorkeur in een van de drie focussectoren. Door nauw samen te werken met de ondernemers kunnen de vereisten voor de opleiding en de behoeften op de arbeidsmarkt nauwlettend worden gevolgd en kan daarop worden geanticipeerd. De vorming van leerwerkbedrijven past in dit streven. Voor zittende medewerkers bij bedrijven en instellingen kunnen in het kader van ‘Een leven lang leren’ projecten worden gestart om kennis en ervaringen bij te spijkeren en aan anderen over te dragen (kennisdeling en kennisborging). 3. Verbeteren kennisinfrastructuur in de regio (aantrekken hoger onderwijs) Het hoger onderwijs levert een belangrijke bijdrage aan een vitale regionale economie. Tevens verhoogt de aanwezigheid van studenten de aantrekkelijkheid van de regio dat op zijn beurt weer een goede vestigingsfactor van bedrijven is. Bij het aantrekken van nieuw hoger onderwijs zetten we in op drie sporen. Ten eerste de reguliere trajecten: meer duale trajecten en Associate Degree trajecten. Vervolgens het bijzondere spoor van een University College Dordrecht in samenwerking met een moederuniversiteit. En als laatste de mogelijkheden van privaat (technisch) HBO-onderwijs, mogelijk in samenwerking met het bedrijfsleven.
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
25
Wat gaan we afbouwen •
-
Wat is bereikt in 2014 Ten behoeve van het programma komt er een aparte organisatie, die verantwoordelijkheid draagt voor het bereiken van de programmadoelen en de acties, die daartoe moeten bijdragen. De gemeente Dordrecht zet het programma Arbeidsmarktbeleid op waarin de doelstellingen van het programma zijn vertaald naar concrete activiteiten. Met dit programma wil ze uitdrukkelijk het algemeen belang van een goed functionerende arbeidsmarkt dienen. De opdracht is echter niet exclusief voor de overheidspartijen. Alle belanghebbenden krijgen de uitdrukkelijke uitnodiging samen te werken.
Waaraan kunnen we zien dat we geslaagd zijn ? (Kengetallen) Wat willen we bereiken? Verbeteren ‘matching’ vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. kengetallen
Bron
definitie
0-waarde
Ontwikkeling aantal nietwerkende werkzoekenden 15-64 jaar (ten opzichte van landelijk gemiddelde) Ontwikkeling aantal personen met een bijstandsuitkering 15-64 jaar (ten opzichte van landelijk gemiddelde)
UWV WERKbedrijf/Monitor Werkloosheid (OCD)
Aantal niet-werkende werkzoekenden 15-64 jaar als % van de bevolking 15-64 jaar
4,0% t.o.v. Ned. 4,6% (1.1.2010)
Aantal personen met een bijstandsuitkering (Wwb) als % van de bevolking 15-64 jaar
3,6% t.o.v. Ned. 2,5% (1.1.2010)
CBS/Monitor Werkloosheid (OCD)
volgende meting 2011
absoluut voor Dordrecht = 3.174
2011
absoluut voor Dordrecht = 2.870
Verbeteren aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt kengetallen
Bron
Definitie
0-meting
Aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters
VSV-verkenner OCW/Onderwijsmonitor Dordrecht (OCD)
Aantal leerlingen dat zonder start-kwalificatie de school verlaat
511 (‘08/’09)
Schoolverzuim (langdurig en relatief)
Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten/Onderwijs monitor Dordrecht (OCD)
Aantal leerplichtige leerlingen dat langdurig verzuimt of ten onrechte verzuimt
Aantal techniek leerlingen VMBOMBO in Dordrecht
Onderwijsmonitor (OCD)
Aantal techniek leerlingen VMBO-MBO in Dordrecht
Aantal leerlingen in zorgonderwijs VMBO-MBO in Dordrecht
Onderwijsmonitor (OCD)
Aantal leerlingen in zorgonderwijs VMBOMBO in Dordrecht
langdurig verzuim 45 (‘08/’09) relatief verzuim 347 (‘08/’09) VMBO 285 (’08‘09) MBO 982 (’08‘09) VMBO 224 (‘08/’09) MBO 861 (’08-‘09)
Volgende meting 2011
2011
2011
2011
Verbeteren aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt kengetallen
Bron
Definitie
0-meting
Aantal studenten HBO in Dordrecht
Onderwijsmonitor Dordrecht (OCD)
Totaal aantal studenten op HBO-scholen in Dordrecht
1.348 (‘08/’09)
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
Volgende meting 2011
26
Programma III: Ruimte Programma-activiteiten: • Bereikbaarheid • Wonen en Stedelijke Vernieuwing • Ruimtelijke ontwikkeling • Groen en water • Milieu
Wat willen we de komende vier jaar bereiken (doelstellingen) 1. realiseren van een robuust mobiliteitssysteem 2. versterken van de kwaliteit van het woonklimaat 3. bouwen aan een klimaatbestendige leefomgevingkwaliteit
Context en achtergrond Leidend bij het programma ruimte is een duurzame ontwikkeling van de regio. De basis daarvoor is een “regio in balans”. Daar bovenop is een kwaliteitssprong noodzakelijk. Dit wordt binnen de diverse programmaonderdelen vertaald en toegepast door keuzes te maken die een duurzame regio ten goede komen, zoals duurzaam bouwen, duurzaam ondernemen, duurzame mobiliteit, duurzame energie en energiebesparing. Investeringen in duurzaamheid dragen bovendien bij aan werkgelegenheid, technologie-ontwikkeling, innovatiekracht en kennisontwikkeling. Bovenregionaal Zoals aangegeven in de programmakaart Economie werken de regio’s Rotterdam, Drechtsteden en West Brabant op ruimtelijk-economisch gebied gezamenlijk aan vier bovenregionale thema’s. Op ruimtelijk gebied zijn er drie thema’s: 1) duurzame bereikbaarheid en achterlandverbindingen, 2) versterking van de kwaliteit van de leefomgeving en 3) klimaatbestendigheid. Naast deze drie thema’s is voor de Drechtsteden ook het thema woonklimaat van groot belang. Ruimtelijke ontwikkeling De Realisatiestrategie Ruimte geven en de daaropvolgende Uitwerking vormen het ruimtelijk kader voor de ontwikkelingen in de Drechtsteden. Hierin is het strategisch ruimtelijk programma geactualiseerd en zijn de lobbytrajecten aangegeven die aan de uitvoering daarvan kunnen bijdragen. Uitvoering van het ruimtelijk programma verloopt via de beleidsvelden. De ruimtelijke plannen hebben impact op onze inwoners en ondernemers. Daarom willen wij hen meer bij de totstandkoming ervan betrekken, zowel uit oogpunt van het verbeteren van de kwaliteit van de plannen als ook om te informeren en draagvlak te creëren. Duurzame bereikbaarheid Door het toenemende autogebruik neemt de drukte op de omringende rijkswegen A15, A16 en N3 toe. Tegelijkertijd vinden in de regio en op de schaal van de Zuidvleugel grootschalige ontwikkelingen plaats op woningbouwlocaties, bedrijventerreinen en kantorenlocaties. Toekomstige ontwikkelingen van de Tweede Maasvlakte zijn aanstaande. Hierdoor krijgt ook onze regio te maken met toenemend autoverkeer, bijvoorbeeld op de A15. Hierdoor ontstaan knelpunten op diverse wegvakken en aansluitingen van het hoofdwegennet. De regionale bereikbaarheid over de weg neemt af, wat extra aandacht vraagt en kansen biedt voor goederenvervoer over water. Daarnaast wordt hard gewerkt aan de vervolmaking van het openbaar vervoer; hoogwaardig openbaar vervoer, Stedenbaan, in combinatie met het fietsnetwerk en de rol van de waterbus als verbindende schakel tussen de gemeenten spelen daarin een belangrijke rol.
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
27
Woonklimaat De woningmarkt in Nederland bevindt zich in zwaar weer. Dit blijkt onder andere uit de toename van het aanbod van het aantal koopwoningen en de stijging van de gemiddelde verkooptijd. Ook blijft de verkoop van nieuwbouwwoningen nog beduidend achter. Dit heeft voor projecten grote gevolgen: projecten stagneren, vallen stil, of komen niet dan wel vertraagd van de grond. Een aantrekkelijk woonklimaat draagt bij aan goed functioneren van de economie en de arbeidsmarkt. De veranderende wensen van de consument vragen om het voortdurend analyseren van de marktvraag, zowel vanuit kwantitatief als kwalitatief oogpunt. Het wordt de komende jaren de belangrijkste uitdaging om in een goede regionale samenwerking de woningbouwproductie voor de steeds flexibeler arbeidsmarkt in stand te houden. Onder andere het aanbieden van topmilieus (landelijk en binnenstedelijk) is in dat kader van belang en komt ook ten goede aan het imago van onze regio. Leefomgevingkwaliteit Verbetering van de leefomgeving is een urgente opgave die gekoppeld is aan de verstedelijkingsstrategie. In de Verstedelijkingsstrategie en de verstedelijkingsafspraken die zijn gemaakt, hebben de Zuidvleugelpartners de ambitie geformuleerd om tot 2020 175.000 woningen te bouwen, waarvan 80% binnenstedelijk. Dit vraagt om een binnenstedelijke kwaliteitsimpuls en verdichting, waarbij de woonopgave wordt verbonden met het bieden van ruimte aan bedrijven, voorzieningen. Binnenstedelijke verdichting is overigens alleen mogelijk als we blijven werken aan het verbeteren van de luchtkwaliteit, de reductie van geluidsoverlast en het terugdringen van de risico’s van het vervoer van gevaarlijke stoffen (vooral over het spoor). De logische consequentie van de gemaakte keuze voor binnenstedelijke verdichting is dat onze inwoners in de open ruimte rond het stedelijk gebied beter bereikbaar en mooier groen tot hun beschikking moeten krijgen (groene contramal). De landschappen van de Sophiapolder, Merwedezone, Biesbosch en Deltapoort zijn een unieke kwaliteit van de Drechtsteden. Deze zullen we versterken om de kwaliteit van de leefomgeving en het vestigingsklimaat te benadrukken. Door deze gebieden beter aan elkaar te verbinden door ecologische verbindingszones en bijvoorbeeld ook door fiets- en voetveren, worden deze kwaliteiten nog beter bereikbaar voor onze inwoners en bezoekers. Klimaatbestendig Voor de langere termijn is de waterveiligheid in het gebied een belangrijke opgave, waarbij goede oplossingen essentieel zijn voor de economische concurrentiepositie maar ook kansen bieden voor ruimtelijke kwaliteitsverbetering. Voor dit specifieke onderwerp is het deelprogramma RijnmondDrechtsteden gestart als een van de onderdelen van het landelijk Deltaprogramma. Naast waterveiligheid gaat het ook om de duurzame zoetwatervoorziening, die van groot belang is voor de landbouw, de kassencomplexen in het West- en Oostland en de havenindustrie die allen afhankelijk zijn van zoet water. Bij het vormgeven van de oplossingen ligt een sterke relatie met een duurzame en vitale ruimtelijke ontwikkeling van de regio. Belangrijke opgaven in dat kader zijn de binnenstedelijke verdichting (bijvoorbeeld Noordoevers en Stadswerven) en het metropolitane landschap. De regio kan zich in deze projecten manifesteren als proeftuin, waarin de aanwezige expertise op het gebied van waterbouw, watermanagement en waterbeheer (o.a. Urban Flood Management en MARE) kan worden toegepast. Zo’n aanpak leidt tot zo ook tot het versterken van de regionale identiteit. Kaderstellende nota’s Beleidsveld Wonen Bereikbaarheid Ruimtelijke ordening
Groen Water Milieu
Nota Regionale Woonvisie “Spetterend wonen in de Drechtsteden 2 Woonruimteverdelingsbeleid regio Drechtsteden Regionaal Mobiliteitsplan met uitvoeringsagenda Regionale ruimtelijke visie “Ruimte geven” Realisatiestrategie Ruimte geven Uitwerking Realisatiestrategie Transformatievisie Merwedezone Uitvoeringsprogramma Groenblauw Netwerk Drechtsteden 2008-2013 Kadernotitie Water in de Drechtsteden/Wateragenda 2010-2014 Drechtsteden Meerjarenplan 2011-2014 Natuur- en Milieu-educatie Drechtsteden (i.o.) Milieubeleidsplan Drechtsteden 2010-2014 (i.o.) Programma luchtkwaliteit Drechtsteden 2006-2015 Energieprogramma Drechtsteden 2010-2013
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
28
Afspraken met mede-overheden Beleidsveld Wonen
Bereikbaarheid
Ruimtelijke ordening Water Groen Milieu
Afspraak vastgelegd in Bestuursovereenkomst ISV 3 (2010-2014) Jaarplan Wonen en Stedelijke vernieuwing Verstedelijkingsafspraken Drechtsteden 2010-2020 (onderdeel van Verstedelijkingsprogramma Zuidvleugel 2010-2020) Prestatie afspraken Lange Termijn (PALT) 2010-2020 samenwerkingsovereenkomst met Rijk en provincie voor aansluitingen A15-N3, A16-N3 en A16-Mijlweg Bestuursovereenkomst met provincie HOV-D fase 2 Waterbus Uitvoeringsovereenkomst Stedenbaan Zuidvleugel Transformatievisie Merwedezone Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden Intentieverklaring Deltapoort Programma luchtkwaliteit Drechtsteden 2006-2015 Energieprogramma Drechtsteden 2010-2013
Wie zijn onze partners o.a. Provincie Zuid-Holland, ministerie van VROM, ministerie van Verkeer en Waterstaat, milieudienst Zuid-Holland-Zuid, bedrijven, NME-centrum Weizigt, vervoersorganisaties, waterschappen, Rotterdamse regio, regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden, regio Hoeksche Waard, energiesector, natuur- en milieuorganisaties, groenbeheerders, recreatieschappen, woningcorportaties, Dordrecht Marketing, marktpartijen
Wat gaan we daarvoor doen (uitvoeringsagenda) Stedelijk programmeren woningbouw Door de gevolgen van de economische crisis op de woningmarkt is steeds duidelijker geworden dat alle woningbouwprojecten in de Drechtsteden onmogelijk allemaal tegelijk uitgevoerd kunnen worden. Daarom wordt onderzoek gestart naar de mogelijkheden tot een betere regionale woningbouwprogrammering. Doel hiervan is om onderlinge concurrentie tussen gelijkwaardige plannen zoveel mogelijk te voorkomen, wat ook de kwaliteit van de plannen ten goede komt. Versterken openbaar vervoer en verbeteren doorstroming wegverkeer Bij het realiseren van een betrouwbaar functionerend mobiliteitssysteem in de Drechtsteden staat de komende vier jaar voor een belangrijk deel de uitvoering centraal. Het betreft in het bijzonder de aanpassingen van de aansluitingen A16/N3, A16/Mijlweg, A15/N3 waardoor de doorstroming van het wegverkeer verbetert. Naast deze uitvoeringsprojecten zetten wij ons in voor de verbreding van de A15. Extra capaciteit op dit wegvak is noodzakelijk om de groei van het goederenvervoer van de Mainport Rotterdam te kunnen verwerken. We versterken het openbaar vervoer door het uitvoeren van de projecten voor de HOV-D. De verdere uitvoering van zowel het ruimtelijk als vervoerskundig plan Stedenbaan blijft van belang. Uit het te herziene mobiliteitsplan vloeien mogelijk nieuwe prioriteiten voort. Dit moet leiden tot een nieuw regionaal uitvoeringsprogramma voor de kortere en lange termijn, op basis waarvan ook de BDU-gelden in de regio worden verdeeld. Bovenregionaal Vanuit een doelgerichte lobby plegen we inzet op een aantal bovenregionale integrale dossiers: •
Deltri / MIRT-VAR MIRT-VAR is de verkenning Rotterdam-Antwerpen die binnen het MIRT wordt uitgevoerd. DelTri is een samenwerkingsverband tussen de gemeente Rotterdam, de Stadsregio en de regio’s Drechtsteden en West-Brabant. De regio’s participeren gezamenlijk in de MIRT verkenning, met als doel met het rijk oplossingen te vinden voor de duurzame mainport, zowel ten aanzien van de ruimtevraag en ruimtegebrek (gekoppeld aan leefkwaliteit en kwaliteit van het stedelijk gebied). Deze samenwerking moet leiden tot een heldere prioritering van de opgaven waarover de regio’s en de provincie afspraken willen maken met het Rijk in de Gebiedsagenda Zuidvleugel/Zuid-Holland.
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
29
•
Zuidvleugelnet en verstedelijkingsstrategie Op Zuidvleugelniveau werken wij aan een hoogwaardig openbaarvervoerssysteem. Met onze partners in de Zuidvleugel hebben wij inmiddels afspraken gemaakt over een verstedelijkingsstrategie in dit gebied.
•
Rijn Schelde Delta (RSD) De Rijn-Schelde Delta Samenwerkingsorganisatie is een grensoverschrijdende samenwerking van publieke en private partners. RSD is een open netwerk met partners in de grootstedelijke agglomeraties van Rotterdam, Dordrecht, Breda, Antwerpen, Gent, Brugge en Oostende en de kustlijn. Onderwerp van samenwerking zijn kansen en belangen op het gebied van economie, mobiliteit, ecologie, cultuur, vrijetijdseconomie en recreatie. Projectmatig wordt gewerkt aan geïntegreerde afstemming, keuzes en visievorming voor de gehele delta.
•
Deltapoort Het project Deltapoort richt zich op de kwaliteitsverbetering van het gebied tussen de Rotterdamse Regio en de Drechtsteden. In dat kader wordt gewerkt aan vier sporen. Door de economische ontwikkelingen op elkaar af te stemmen en de bereikbaarheidsmaatregelen gezamenlijk ter hand te nemen, ontstaat een compleet en complementair havennetwerk. Daarnaast wordt gezamenlijk gewerkt aan aantrekkelijke woonmilieus en voldoende natuur en recreatie, om een aantrekkelijk woon- en werkklimaat te realiseren. Het project Maasterras moet gaan fungeren als het nieuwe zakelijke hart van de regio. Om dat project daadwerkelijk te kunnen realiseren moet echter eerst een oplossing voor de externe veiligheid in zicht te zijn. Ook dit onderwerp wordt gezamenlijk opgepakt in het kader van Deltapoort. Vierde onderdeel van Deltapoort is de gebiedsontwikkeling van Oost-IJsselmonde (Deltapark). Hierbij werken we samen met de inliggende gemeenten aan een integrale gebiedsvisie. De gemeenten Zwijndrecht en Hendrik-Ido-Ambacht vervullen daarbij voor de Drechtsteden de belangrijkste rol.
•
Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden De verkenningen moeten het kabinet in staat stellen om uiterlijk 2014 te beslissen over een zo breed mogelijk gedragen ontwikkelingsrichting. Gelet op de termijn waarop dit project betrekking heeft en de mogelijke ruimtelijke implicaties is het verstandig dat de regio Drechtsteden hierin participeert. Onze bijdrage in het Deltaprogramma zal worden gekoppeld aan de uitwerking van de As Rivier en Land en van de Wateragenda.
Uitwerking Realisatiestrategie Ruimte geven De komende jaren kan een aantal vervolgstappen gezet worden: actieve betrokkenheid bij het verder uitwerken van het Regiopark Merwede in kader project Merwedezone, verdere uitwerking van de Assen Rivier en Land (gekoppeld aan het Water- en Deltaprogramma) en A16 (gemeenten Dordrecht en Zwijndrecht) en nadere studie naar de knooppunten van de vier Assen. De As Groen-blauw netwerk wordt verder uitgewerkt in het kader van de Regionale Groenambitie 2011-2014. Het aangeven van het regionaal belang van deze acties staat hierbij voorop. In het kader van het Groen Blauw netwerk heeft De Biesbosch uiteraard ook een forse regionale impact. Gezien de ontwikkelfase van het project en het daarvoor al werkend bestuurlijk construct, waarbinnen de gemeente Dordrecht een prominente plaats heeft, heeft de regio hierin een bescheiden rol. Daarom is de Biesbosch niet benoemd als bovenregionaal. Duurzaamheid/ regionaal milieubeleidsplan De Drechtsteden zijn op veel fronten bezig om het milieu te verbeteren, en te voorkomen dat nieuwe milieuproblemen ontstaan. Doel is de regio duurzaam in balans te krijgen en te houden. De laatste jaren is de behoefte gegroeid aan een integrale, meer samenhangende aanpak. Dat vraagt om structurele samenwerking, afstemming en interactie, niet achteraf maar in een vroegtijdig stadium (milieu-inclusief beleid). Daarvoor wordt een milieubeleidsplan opgesteld. Hierin wordt de beleidsinzet voor de ruimtelijke inrichting, economie, wonen en mobiliteit verknoopt met de gewenste milieukwaliteit, leefbaarheid en duurzaamheid in de regio.
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
30
Wat bouwen we af Ten aanzien van bereikbaarheid is het uitgangspunt dat de beschikbare proceskosten zoveel mogelijk worden gestopt in de programmering op basis van het herziene mobiliteitsplan. Dit heeft gevolgen voor tot nu toe opgenomen projecten. Uitgangspunt is dat de kosten voor stedenbaan voor de helft door de participerende gemeenten worden betaald. Het belang van regionale verkeersveiligheid is onomstreden. De secretariaatskosten die hiermee samenhangen, dienen (ook) door de participerende gemeenten te worden voldaan. Het stimuleren van de vraag naar woningen, en daarmee het vlottrekken van de woningbouw, en PALT staan de komende jaren centraal. Dat heeft gevolgen voor de vaste diensten en producten. Door de bundeling van producten en een andere organisatie zullen kosten worden bespaard: er komt een jaarplan wonen nieuwe stijl, waarin werkzaamheden van de Task Force en de woonmonitor zijn gebundeld. De woonpromotie wordt geëvalueerd wat wellicht tot kostenreductie leidt of tot bundeling van promotie-activiteiten van andere beleidsvelden. Kosten voor ISV zijn in het project opgenomen en maken dus geen onderdeel meer uit van de begroting van de Drechtsteden. Samenvattend: door minder, efficiënter en effectiever rapporteren wordt aanzienlijk bespaard.
Welke projecten dragen bij aan onze doelen? Bovenregionale projecten Doelstelling Robuust Mobiliteitsysteem
Kwaliteit woonklimaat Klimaatbestendige leefomgeving
Naam project Robel Verbreding A15 Waterbus Deltapoort (incl. Deltapark) Merwedezone Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden
Lokale projecten met regionale impact Doelstelling Robuust Mobiliteitsysteem
Kwaliteit woonklimaat
Naam project Aansluiting A16 / N3 Aansluiting A16 / Mijlweg Aansluiting A15 / N3 HOV-D Containertransferium Sophiapolder Biesbosch Nieuwe Dordtse Biesbosch Ecologische Verbindingszone 69 Ecologische Verbindingszone 70 Stadswerven Noordoevers
Klimaatbestendige leefomgeving
Volgerlanden Oostpolder Baanhoek West Maasterras Restwarmte
Gemeente Dordrecht Dordrecht Papendrecht allen Alblasserdam Hendrik-Ido-Ambacht Dordrecht Dordrecht Hendrik-Ido-Ambacht, Alblasserdam Hendrik-Ido-Ambacht, Alblasserdam, Papendrecht Dordrecht Zwijndrecht, Hendrik-IdoAmbacht Hendrik-Ido-Ambacht Papendrecht Sliedrecht Dordrecht, Zwijndrecht Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht
Walstroom
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
31
Wat is bereikt in 2014 • • • • • • •
•
•
HOV-D Fase 1 is gerealiseerd. Fase 2 is deels gerealiseerd en in uitvoering. De aansluitingen A15-N3, A16 N3 en A16 Mijlweg zijn in uitvoering of gerealiseerd. Op basis van het herziene regionale mobiliteitsplan is de programmering van nieuwe knelpunten voorbereid. De opgaven uit het Deltri-programma zijn helder, geprioriteerd en geagendeerd in de gebiedsagenda Zuidvleugel/Zuid-Holland Het imago van de Drechtsteden is verbeterd door een beter voorzieningenaanbod en gerichte marketing. De woningmarkt is aangetrokken dankzij vergaande regionale programmering en imagoverbetering. Er is een realistisch en haalbaar uitvoeringsprogramma voor Deltapoort, waaraan door betrokken partijen gezamenlijk uitvoering wordt gegeven. Er is een landschapsontwikkelingsplan voor het Regiopark Merwede opgesteld, het project is e opgenomen in de 2 partiële herziening van de Provinciale Structuurvisie, de diverse bestemmingsplannen zijn aangepast en de uitvoering is gestart. Er is een breed beeld van de ontwikkelingsrichting van het Deltaprogramma RijnmondDrechtsteden, waarin de ruimtelijke kansen een duidelijke plaats hebben gekregen en innovatieve oplossingen zijn ontwikkeld met kansen voor economische spin-off. Een substantiële aanzet voor de uitrol van het Warmtenet in de Drechtsteden.
Waaraan kunnen we zien dat we geslaagd zijn? (kengetallen) Wat willen we bereiken? Realiseren robuust mobiliteitssysteem kengetal oordeel inwoners over bereikbaarheid van gemeente/eigen wijk oordeel ondernemers over bereikbaarheid per auto en per openbaar vervoer
Bron nieuwe indicator; op te vragen via regionaal Omnibusonderzoek
Definitie pm
0-meting nnb (2011)
volgende meting 2013
Gemeentelijk Ondernemingsklimaat in de Drechtsteden (OCD)
auto: 7,4 openbaar vervoer: 6,3 (2008)
2010
oordeel inwoners over het openbaar vervoer
Monitor leefbaarheid en veiligheid (OCD)/regionaal Omnibusonderzoek
rapportcijfer van ondernemers voor de bereikbaarheid van hun bedrijfspand per auto/met het openbaar vervoer % van de bevolking dat (zeer) tevreden is over het openbaar vervoer
64% (2009)
2011
Bron CBS
Definitie gemiddelde WOZwaarde van woningen
0-meting Drechtst: 202.000 Ned: 241.000 (1.1.2009)
volgende meting 1.1.2010
Monitor Leefbaarheid en Veiligheid (OCD)/Veiligheidsmo nitor
rapportcijfer van inwoners voor hun woonomgeving
7,3 (2009)
2011 (of 2013)
0-meting
volgende meting
Versterken kwaliteit van het woonklimaat kengetal ontwikkeling gemiddelde woningwaarde (t.o.v. landelijke ontwikkeling) oordeel inwoners over hun woonomgeving
Bouwen aan een klimaatbestendige leefomgevingkwaliteit kengetal
Bron
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
Definitie
32
Overzicht van overige activiteiten met doorlopende verplichtingen Wonen en stedelijke vernieuwing: • ISV • Platform kwaliteitsbeleid • Woonruimteverdeling • Klachtencommissie • Voorrangscommisie Bereikbaarheid • Regionale projectgroep Verkeersveiligheid (RPV) • Mobiliteitsmanagement Milieu • Programma Natuur en Milieu-educatie (NME) 2008-2011 • Milieumonitor • Programma Luchtkwaliteit 2006-2015 • Energieprogramma Drechtsteden 2010-2013 • Externe veiligheid
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
33
Overzichtstabel: Wat zijn onze doelen, wat gaan we doen om dat te bereiken? Doelstelling 1: realiseren van een robuust mobiliteitssyteem (fundament) Wat? Versterken openbaar vervoersysteem
Verbeteren doorstroming wegverkeer Programmeren van regionale mobiliteitsmaatregelen
Hoe Realiseren HOV-D
Rol regio Regie
Participeren in Deltri Mirt VAR Participeren in Zuidvleugelnet Participeren in Stedenbaan Participeren in RijnSchelde Delta Concessiebeheer OV Mobiliteitsmanagement
Deelnemen
Verbreding A15 Programmering mobiliteitsplan
2010
2011
2012
2013
2014
2012
2013
2014
Deelnemen Deelnemen Deelnemen Regie Volgen
Lobby Trekken
Doelstelling 2: versterken kwaliteit van het woonklimaat (fundament) Wat? Afstemmen vraag en aanbod op de woningmarkt (kwaliteit en kwantiteit).
Verbetering van de leefomgeving
Omschrijving Programmeringsafsprak en maken en monitoren voor regionale woningbouwlocaties PALT 2010 - 2020 Jaarplan wonen nieuwe stijl (o.a. taskforce en woonmonitor) Woonpromotie Deltapoort Merwedezone / Regiopark Merwede ROBEL
Rol regio Trekken
2010
2011
Trekken Trekken Trekken Deelnemen Deelnemen Lobby
Doelstelling 3: bouwen aan een klimaatbestendige leefomgevingkwaliteit (Landschap, Water en Binnenstad) Wat? Vergroten waterveiligheid en realiseren duurzame zoetwatervoorziening Vergroten effectiviteit milieubeleid door een samenhangende aanpak.
Omschrijving Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden
Rol regio Deelnemen
Milieubeleidsplan Drechtsteden 20112014
Trekken
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
2010
2011
2012
2013
20145
34
Programma IV: Maatschappij Programma-activiteiten: • Jeugd • Wet Maatschappelijke Ondersteuning • Cultuur(-participatie)
Wat willen we de komende vier jaar bereiken Het programma Maatschappij heeft als algemene doelstelling: het versterken van het regionaal voorzieningenniveau waardoor de maatschappelijke en culturele participatie van de inwoners vergroot wordt en het bieden van ondersteuning aan diegenen die daarbij hulp nodig hebben. Naar de thema’s Jeugd, Cultuur en WMO uitgewerkt betekent dit:
1. Een sluitend ‘nabij’ hulpaanbod voor jongeren en hun ouders realiseren 2. Een sluitend aanbod ondersteuning bieden voor wie dat nodig heeft 3. Inwoners van de Drechtsteden in staat stellen actief met kunst en cultuur in aanraking te komen. De hier beoogde maatschappelijke participatie is gerelateerd aan de door het programma Arbeidsmarkt en Kennisinfrastructuur beoogde arbeidsparticipatie.
Context en achtergrond Om als regio succesvol te zijn op economisch gebied is het noodzakelijk de sociale basisinfrastructuur op orde te hebben, zodat de mensen die nodig zijn om de economie een ‘boost’ te geven ook prettig kunnen wonen in de Drechtsteden en daarbij gebruik kunnen maken van de voorzieningen die zij nodig hebben. Het programma Maatschappij richt zich op de niet-commerciële voorzieningen die hiervoor nodig zijn. Daarbij onderscheiden we de hierboven genoemde drie clusters. Jeugd Conform het landelijke beleid worden in de gemeenten Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) gesticht. Samenwerking bij het maken van afspraken met regionale partners is daarbij efficiënt. In het kader van de gemeentelijke verplichtingen in de Wet op de Jeugdzorg werken de gemeenten in de regio’s Drechtsteden en Alblasserwaard/Vijfherenlanden samen aan signalering en zorgcoördinatie door middel van de verwijsindex Zorg voor Jeugd. Ook ten aanzien van IJGZ (Integrale Jeugd Gezondsheids Zorg) wordt samengewerkt. Landelijk speelt de waarschijnlijke decentralisatie van de nu nog provinciale geïndiceerde jeugdzorg naar de gemeenten. Deze decentralisatie vereist veel inspanningen van de gemeenten. Tenslotte loopt tijdens de rMJP-periode, na 2012, de bestuursovereenkomst RAS met de provincie af. In dat kader ontvangen de regio(-gemeenten) middelen voor directe uren hulpverlening aan jeugd. Op de afloop hiervan moet geanticipeerd worden. Wet Maatschappelijke Ondersteuning Op het terrein van de Wmo speelt er veel en zal er op basis van het huidig regeeraccoord nog meer op gemeenten afkomen (decentralisatie Begeleiding, versobering AWBZ). Gemeenten worden geconfronteerd met een bezuiniging op de WMO/onderdeel Hulp bij het huishouden van € 200 miljoen in 2011. Door enerzijds de bezuinigingen en anderzijds de toenemende vraag naar ondersteuning (vergrijzing, extramuralisering) neemt de druk op de Wmo toe. Dit vraagt om creativiteit van gemeenten en maatschappelijke partners en betere samenwerking in de keten welzijn-zorg-wonen. Concreet wordt gewerkt aan de zo genoemde Kanteling van de Wmo, De ‘kanteling’ is een andere manier van werken waarbij de oplossing voor ondersteuning gezocht wordt in de eigen mogelijkheden, mantelzorg, familie, en vrienden. Vervolgens bij vrijwilligers, buurt (civil society) en algemene/collectieve voorzieningen en in laatste instantie wordt gekeken of een individuele voorziening nodig is.
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
35
Cultuur Cultuur levert een wezenlijke bijdrage aan de aantrekkelijkheid van een regio en stad als woonplaats en is als zodanig een vestigingsfactor van belang. Cultuur is daarmee een belangrijk ingrediënt van de piek Binnenstad. In het kader van deze piek is het zaak o.a. door middel van Cultuur(-participatie) de band tussen inwoners in de Drechtsteden en de historische binnenstad van Dordrecht te versterken. Dit punt heeft een sterke relatie met de ‘vrijetijdseconomie’ opgenomen in het programma Economie. Kaderstellende nota’s Beleidsveld Jeugd WMO
Cultuur(-participatie)
Nota Bestuursovereenkomst RAS 2009 – 2012, Jaarlijkse afspraak met de provincie t.a.v. jeugd. WMO beleidskader Drechtsteden 2006 Gemeentelijke Beleidskaders WMO en Mantelzorg 2008, met een gezamenlijk regionaal fundament. Convenant Spreiding Huisvesting met Zorg bijzondere groepen 2007. Zorg voor elkaar, Plan Maatschappelijke Zorg Zuid-Holland Zuid 20082010 (Dordrecht als centrumgemeente) Programma Cultuurparticipatie 2009 -2012 Jaarlijks programma Cultuurparticipatie in het kader van RAS-afspraken Ontwikkelprogramma ‘Pieken in de Drechtsteden’.
Afspraken met mede-overheden Beleidsveld Met de provincie Zuid Holland is een bestuursovereenkomst Regionale Agenda Samenleving 2009 – 2012 gesloten, waarin m.n. afspraken zijn opgenomen over inzet op het gebied van Jeugd, Cultuurparticipatie en ondersteuning t.a.v. de WMO. Jeugd De afspraken jeugd hebben voornamelijk betrekking op het bevorderen van de uitstroom uit de jeugdzorg en het beperken van de instroom in de jeugdzorg door inkoop van directe uren hulpverlening en nazorg. De regio ontvangt hiervoor middelen van de provincie. WMO De provincie heeft een ondersteunende taak t.o.v. de gemeenten t.a.v. de WMO. Deze tweedelijnsondersteuning wordt geboden door provinciale steunorganisaties waarbij de provincie aan de regio uren ter beschikking stelt. Cultuurparticipatie Bij Cultuurparticipatie gaat het erom alle inwoners van de Drechtsteden in staat te stellen actief met kunst en cultuur in aanraking te komen. De gemeenten moeten de middelen van de provincie voor de helft matchen. Hiervoor zijn middelen opgenomen in de Drechtsteden-begroting Wettelijke taken Beleidsveld WMO
Uitvoering prestatieveld 6 en deels 3, Individuele voorzieningen en informatie daarover door de SDD
Wie zijn onze partners Jeugd: o.a. Jeugdzorginstellingen: Bureau Jeugdzorg, de Stromen Opmaatgroep, Rivas, Trivium, Internos, Bureau Leerplicht en voortijdig Schoolverlaten, Yulius, GGD en SDD WMO: o.a. SDD, Drechtwerk, Drechtzorg en aangesloten organisaties, Corporaties, Welzijnsorganisaties, o.m. op gebied van vrijwilligers- en mantelzorgondersteuning, Zorgkantoor en Zorgverzekeraars Cultuur: o.a. professionele en vrijwillige organisaties op het gebied van kunst en cultuur in de regio, zoals bv. de Bibliotheken, ToBe, St. Perspectief, St. Bachfestival, DiEP, Theaters, Kunstgebouw, Erfgoedhuis, amateurtheaterclubs etc.
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
36
Wat gaan we daarvoor doen (uitvoeringsagenda) 1. Een ‘nabij’ hulpaanbod voor jongeren en hun ouders realiseren, met CJG, Integrale jeugdgezondheidszorg en onderwijs als partners. • In samenspraak met het onderwijs wordt gezocht naar effectieve samenwerking rondom zorgleerlingen, met zo min mogelijk bureaucratie en zo toegankelijk mogelijke informatie voor ouders. • Wanneer meer duidelijk is over de landelijke decentralisatieplannen van de Jeugdzorg, worden deze in samenwerking voorbereid. Daarbij gaat de voorkeur uit naar de schaal van de Drechtsteden. Tevens wordt geanticipeerd op het wegvallen van de provinciale middelen voor jeugd in 2013. • In alle gemeenten wordt een centrum Jeugd & Gezin gerealiseerd. In Dordrecht worden dit volgens het model Cirkels voor Jeugd en Gezin, meerdere punten, in de verschillende wijken. De Integrale Jeugdgezondheidszorg is partner in het CJG. Er wordt samengewerkt t.a.v. de afspraken met regionale partners over de zorginfrastructuur t.b.v. jeugd. 2. Een sluitend aanbod ondersteuning bieden voor wie dat nodig heeft, waarbij een ‘kanteling’ plaats vindt van ‘claimgedrag’ in het kader van de compensatieplicht naar ‘eigen verantwoordelijkheid’ in samenhang met maatwerk bij collectieve voorzieningen. • In 2011 wordt een gezamenlijk (beleids-)proces van Drechtsteden gemeenten en SDD doorlopen, gericht op de zgn. kanteling van het Wmo-voorzieningenbeleid. Hierin worden de individuele voorzieningen (uitgevoerd door SDD) gekoppeld aan de (collectieve) welzijns- en ondersteuningdiensten van de gemeenten. • Dit sluit aan bij pilots en initiatieven in de regio waarbij op wijkniveau gewerkt wordt aan samenwerking en afstemming van ondersteuningsinitiatieven (zowel professioneel als vrijwillig). Hierbij wordt een relatie gelegd naar Participatie in het kader van de WWB en WSW. • Investeren in verbetering ketensamenwerking Wonen-Zorg-Welzijn in samenwerking met partners wonen-zorg-welzijn en zorgkantoor/-verzekeraar. Hierbij gaat het om samenhang en afstemming tussen Wmo, AWBZ en Zorgverzekeringswet waardoor mensen langer zelfstandig kunnen wonen. • In het kader van Wonen, Zorg en Welzijn voor bijzondere groepen vindt een evaluatie van het convenant bijzondere groepen uit 2007 plaats, waarna de uitkomsten daarvan basis zijn voor aanpassing en/of hernieuwde vaststelling van de afspraken op dit vlak. 3.
Inwoners van de Drechtsteden in staat stellen actief met kunst en cultuur in aanraking te komen. • Door middel van Cultuur(-participatie) de relatie tussen de historische Binnenstad van Dordrecht en de inwoners van de regiogemeenten versterken. Cultuur is bij uitstek een voorziening waarvoor grotere steden een centrumfunctie hebben. Door samenwerking tussen (vrijwillige) cultuurorganisaties te stimuleren de trek van de regiogemeenten naar Dordrecht (i.p.v. andere steden) versterken. • Met behulp van het beschikbare regionale Cultuurbudget middelen van derden naar de regio trekken. • Met inzet van de gelden voor cultuurparticipatie activiteiten op het gebied van amateurkunst, cultuureducatie en volkscultuur/cultuurhistorie (doen) organiseren waardoor de actieve deelname aan cultuur vergroot wordt. In het programma Cultuurparticipatie 2009 -2012 is dit verder uitgewerkt. • Het netwerk op het gebied van Cultuureducatie en Cultuurparticipatie versterken. Dit is een door de provincie opgedragen taak waarvoor middelen opgenomen zijn in de RAS.
Wat bouwen we af • •
Inzet op coördinatie onderwijs, vrijwilligerswerk en doelgroepenvervoer. Educatie wordt overgedragen aan SDD.
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
37
Wat is bereikt in 2014 • •
• • • •
• • • • •
In elke gemeente een Centrum voor Jeugd en Gezin. IJGZ is partner in de CJG’s. Samenwerking met het onderwijs rondom Zorgleerlingen is gerealiseerd. Het Centrum voor Jeugd en Gezin biedt ouders toegankelijke ondersteuning bij het vinden van de juiste plek/hulp voor hun kind. Na de landelijke decentralisatie is de Jeugdzorg op een toegankelijke manier in de Drechtsteden georganiseerd. Het wegvallen van de RAS-jeugdmiddelen in 2013 is in de regio opgevangen. De ‘kanteling’ op het gebied van de WMO heeft plaatsgevonden. Met behulp van de inzet van de Civil Society krijgen mensen die daar op aangewezen zijn, ondersteuning. De wijk is het schaalniveau waar op partijen als gemeenten, zorgverzekeraars, zorg- en welzijnsinstellingen en vrijwilligersinitiatieven samen werken om die ondersteuning te bieden. Hierbij is een relatie gelegd met WWB en WSW. De regio kan met het beschikbare WMO-budget de vraag naar professionele ondersteuning dekken. Elk jaar neemt een substantieel aantal inwoners in de Drechtsteden deel aan Cultuuractiviteiten. Er bestaat een netwerk Cultuureducatie en –participatie. Inwoners uit de regiogemeenten zien de historische binnenstad van Dordrecht als het (culturele) hart van hun regio. Er is extern budget naar de regio getrokken voor culturele activiteiten.
Waaraan kunnen we zien dat we geslaagd zijn? (kengetallen) Wat willen we bereiken? Versterken regionaal voorzieningenniveau (waardoor de maatschappelijke en culturele participatie van de inwoners vergroot wordt en het bieden van ondersteuning aan diegenen die daarbij hulp nodig hebben) kengetal deelname vrijwilligerswerk lidmaatschap organisatie of vereniging geven van mantelzorg
bron Participatiemonitor (OCD) Participatiemonitor (OCD)
cultuurparticipatie
Participatiemonitor (OCD)
onvoldoende sociale contacten
Participatiemonitor (OCD)
Participatiemonitor (OCD)
definitie % van de bevolking dat wel eens vrijwilligerswerk doet % van de bevolking dat lid is van een organisatie of vereniging % van de bevolking dat het afgelopen jaar mantelzorg heeft gegeven % van de bevolking dat het afgelopen jaar gebruik heeft gemaakt van culturele voorzieningen (muziek en theater, film, culturele feesten en festivals, museum, bibliotheek) % van de bevolking dat zegt onvoldoende sociale contacten te hebben
0-meting 33% (2009)
volgende meting 2013
80% (2009)
2013
20% (2009)
2013
84% (2009)
2013
7% (2009)
2013
Overzicht van overige activiteiten met doorlopende verplichtingen •
Geen
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
38
Overzichtstabel: Wat zijn onze doelen, wat gaan we doen om dat te bereiken? Doelstelling 1. Een ‘nabij’ hulpaanbod voor jongeren en hun ouders realiseren Wat? Decentralisatie jeugdzorg Anticiperen wegvallen middelen RAS 2013 CJG’s Samenwerking met onderwijs t.a.v. zorgleerlingen Samenwerking IJGZ Afspraken regionale partners in CJG’s
Omschrijving
Prov. middelen voor inzet jeugd vallen weg voor gemeenten Realisering CJG’s in gemeenten
Rol regio Trekker/volg en Trekker/volg en
2010
2011
2012
2013
2014
Volgen Deelnemen
In ZHZ-verband
Deelnemen Trekker
Doelstelling 2. Een sluitend aanbod ondersteuning bieden voor wie dat nodig heeft Wat? Kanteling realiseren
Omschrijving Beleid ontwikkelen
Rol regio Regie
Afspraken met partners wonen zorg en welzijn Inzet WWB en WSW
Regie
2010
2011
2012
2013
2014
Trekker
Doelstelling 3. Inwoners van de Drechtsteden in staat stellen actief met kunst en cultuur in aanraking te komen. Wat? Programma Cultuurparticipatie Cultuurnetwerk
Omschrijving Opstellen en doen uitvoeren programma Initiëren en Beheren regio netwerk cultuur
Genereren externe middelen
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
Rol regio trekker
2010
2011
2012
2013
2014
Regie Trekker/deel nemer
39
Programma V: Bestuur & Middelen Programma-activiteiten:
• • • • • •
Aangaan externe allianties Lobby Drechtsteden Monitoren Drechtstedendinsdagen Strategische communicatie Financiën Organisatie
Wat willen we de komende vier jaar bereiken (doelstellingen) Bestuur 1. Intensiveren van de beweging van ‘government’ naar ‘governance’ 2. Continueren en vergroten van de invloed op besluitvormingsprocessen van andere overheden (provincie, rijk, EU), door voortzetten en waar mogelijk intensiveren van bestuurlijke en ambtelijke (regionale en bovenregionale) allianties, om daarmee tot efficiënte en effectieve beleidsafstemming en uitvoering te komen. 3. Vergroten van en investeren in het vertrouwen tussen regionaal en lokaal bestuur alsook vergroten van de bekendheid bij de inwoners van de Drechtsteden Middelen 4. Een maximaal rendement uit de, beperkte, beschikbare middelen, gericht op de realisering van de doelstellingen van het rMJP. 5. Een afgewogen financiële investeringsagenda, gebaseerd op solide en transparante financiële uitgangspunten. 6. Een verbeterde organisatie en bedrijfsvoering: o noodzakelijk voor doelgerichtheid en doelmatigheid; o binnen de GR Drechtsteden en in het netwerk; o als fundament voor verdere ontwikkeling.
Context en achtergrond Bestuur Vanuit de huidige stand van samenwerking hebben de commissies Scholten II en Meijdam een stip aan de horizon van Netwerkstad Drechtsteden gezet. Waar de commissie Scholten II meer ingaat op de werkwijze van het bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden (GRD), beschrijft de commissie Meijdam een ontwikkelperspectief van de GRD in het algemeen. De gemeentebesturen en het Drechtstedenbestuur hebben gereageerd op de rapporten van de commissies Scholten II en Meijdam. Zowel op inhoud, bestuur en organisatie bieden deze rapporten inspiratie om verder te komen. In de Drechtraad van 16 juni 2010 heeft de formateur/voorzitter DSB en Drechtraad ook een oproep gedaan “met veel elan aan de slag te gaan”. Hij stelde dat de kracht van de samenwerking ingezet moet worden om de ambities van de GRD te realiseren. Uit de rapporten van Scholten II en Meijdam blijkt dat de Drechtsteden zich in een tussenfase bevindt. Als gevolg van de maatschappelijke ontwikkelingen en bestuurlijke opgaven zijn we op weg naar een perspectief dat Netwerkstad Drechtsteden heet. Dit perspectief wordt gevormd door de inhoudelijke, bestuurlijke en organisatorische opgaven in een netwerkcontext. Op basis van de adviezen van Scholten II en Meijdam kan het perspectief verder ingekleurd worden. De reden van de samenwerking binnen de Drechtsteden is niet noodzakelijk een statisch gegeven. Allerlei maatschappelijke, politieke en economische ontwikkelingen kunnen voor gemeenten bijvoorbeeld de noodzaak tot samenwerking vergroten of de samenwerking juist minder relevant maken. De vraag naar het waarom van de Drechtsteden is er een die steeds weer gesteld moet worden.
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
40
Hieronder zijn activiteiten benoemd zoals deze opgenomen zijn in het plan van aanpak ‘Netwerkdemocratie Drechtsteden’, dat als doel heeft de regionale democratische kwaliteit van de Drechtsteden te versterken. Naast onderstaande activiteiten wordt het programma bestuur mogelijk gevuld door actuele ontwikkelingen vanuit het Rijk (discussie toekomst openbaar bestuur, decentralisaties). Middelen De financiële uitgangspositie voor uitvoering van het MJP is ronduit ongunstig. Hoewel de laatste macro-economische verkenning van het CPB een voorzichtig herstel van de economie in Nederland laat zien, is dit herstel allesbehalve robuust, en binnen alle sectoren. Om de overheidsfinanciën op orde te krijgen zijn forse bezuinigingen nodig. Het nieuwe regeerakkoord omvat een pakket van bezuinigingen dat oploop tot € 18 miljard in 2015, bovenop de maatregelen die al in de miljoenennota 2011 zijn aangekondigd. Voor de gemeenten betekent dit, naast een daling van de algemene uitkeringen uit het gemeentefonds van € 1,2 miljard, een reeks van kortingen op programmagelden en doeluitkeringen. Voor het rMJP betekent dit dat gestart wordt met een sobere en strikte op doelmatigheid gerichte inzet van middelen. Dit vergt een instrumentarium voor het in kaart brengen van financiële mogelijkheden en onmogelijkheden, voor de allocatie van middelen aan projecten, en voor sturing op de uitvoering. De financiële krapte dwingt tot het formuleren en realiseren van taakstellingen. Taakstellingen hebben en krijgen vorm binnen elk van de regionale organisaties afzonderlijk, maar ook, en in de context van de Drechtsteden juist, op het niveau van de regionale samenwerking. Nieuwe en geïntensiveerde mogelijkheden en vormen van samenwerking worden binnen het InnovatieProgramma Drechtsteden uitgewerkt. Om effectief en efficiënt te kunnen (samen)werken, moet het huis op orde zijn. Het actieprogramma bedrijfsvoering levert de ingrediënten die hiervoor nodig zijn. In analogie met het rMJP zorgt het actieprogramma voor het fundament dat nodig is uitvoering van rMJP, IPD en de interne doorlichtingen van de GR Drechtsteden. Daar waar we nu vertrekken vanuit een positie van financiële krapte, moet een ordelijke huishouding er ook voor zorgen dat we maximaal gesteld zijn als de economie verder aantrekt. Kaderstellende nota’s Thema Bestuurlijke Samenwerking
Lobby Organisatie en Financiën
Nota Regionaal Meerjarenprogramma 2010 – 2014 (nog in ontwikkeling) Innovatieprogramma Drechtsteden Evaluatie Bestuurlijke Samenwerking Drechtsteden, rapportage commissie Scholten II, maart 2010 Rapportage visitatiecommissie Drechtsteden, commissie Meijdam, maart 2010 Pieken in de Drechtsteden, koersvast ontwikkelen van de Drechtsteden, februari 2010 Position Paper Lobbydossiers PM
Afspraken met mede-overheden Thema Bestuurlijke samenwerking
Afspraak vastgelegd in Afspraken en samenwerking met medeoverheden, in Drechtstedenverband, als regio Zuid-Holland Zuid of anderszins, is niet los te zien van de programma activiteiten bestuurlijke samenwerking.
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
41
Wie zijn onze partners Onze externe allianties - netwerkpartners
Wat gaan we daarvoor doen Bestuur Aangaan externe allianties De inzet is om meer in samenspraak met onze maatschappelijke partners te opereren. De Drechtstedendinsdag is hiervoor een uitstekend vehikel. Het vraagt wel om een strategische programmering van de Drechtstedendinsdag waarbij het rMJP het inhoudelijk uitgangspunt is. In lijn met het rMJP wordt een strategische/operationele maatschappelijke netwerkkaart opgesteld waarin aangegeven wordt welke partners bij de verschillende rMJP programma’s en activiteiten van belang zijn. Lobby Drechtsteden De voortdurende lobbyinspanningen hebben de afgelopen jaren al veel resultaat opgeleverd. Voorwaarde voor een effectieve lobby is consensus over de eigen agenda. Rond de eenduidige en gedragen concrete agenda van het rMJP kunnen (beleids)netwerken per thema en/of dossier worden opgebouwd. Concreet is het voorstel om de lobby te intensiveren langs vijf strategische allianties. Monitoren Drechtstedendinsdag De Drechtstedendinsdag wordt gezien als antwoord op veel ontwikkelpunten. Om die reden zijn er afspraken gemaakt over permanente monitoring en een meer uitvoerig evaluatie moment van de Drechtstedendinsdag in het 4e kwartaal van 2011. Dan wordt bekeken of de doelstellingen van de Drechtstedendinsdag zijn behaald. Strategische communicatie We ontwikkelen een nieuwe bondige communicatiestrategie, gericht op de strategische agenda van het rMJP en de dynamiek van de Drechtstedendinsdagen. Met de versterking van de strategische communicatie willen we tevens een basis leggen voor de communicatie over en weer tussen Drechtstedenbestuur, Drechtraad, lokaal bestuur en lokale bevolking in de zes deelnemende gemeenten. De aanbevelingen van commissie Scholten II vormen het uitgangspunt voor de communicatiestrategie Middelen Financiële positie De financiële sterkte en zwakte van de organisaties worden in kaart gebracht. Daarmee ontstaat inzicht in investeringsmogelijkheden en -onmogelijkheden. Hierbij worden ook financiële middelen en geldstromen geïnventariseerd die aanwezig, beschikbaar, mogelijk zijn. De eerste analyse geeft een nul-meting van de financiële positie die periodiek wordt geactualiseerd. Op basis van het inzicht in de financiële positie kunnen keuzes worden gemaakt over de inzet van de financiële middelen. Instrumentarium We ontwikkelen instrumentarium dat nodig is voor een succesvolle uitvoering van het rMJP: o Voor het SMART maken van projecten: het formuleren van meetbare doelstellingen, met gebruik van sociaal-economische factoren: waar grijpt het rMJP op in. o Voor de programmering: hoe worden de programmakaarten vertaald naar concrete projecten; hoe komen de jaarplanning en -begroting tot stand. o Investeringsagenda en -boekhouding: de allocatie van financiële middelen naar projecten en in de tijd. o Verdere formats ter ondersteuning van het opstellen en uitvoeren van het rMJP.
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
42
Control op het rMJP Met het inrichten van de control op het rMJP wordt sturing en afstemming mogelijk. Het sturingsmodel en de planning en control cyclus worden hiervoor uitgewerkt: o welke rollen en verantwoordelijkheden zijn er; o inrichting en faciliteren van de besluitvorming; o formuleren en vertalen van financiële uitgangspunten; o uitwerken en opleveren periodiek rapportering gericht op verantwoording en bijsturing; o inbedden in reguliere P&C-cyclus van gemeenten en regio. Financiële huishouding Het opstellen en beheren van het Meerjaren Investeringsagenda Drechtsteden. Het beheren van de investerings- en procesgelden. Uitwerken van het concept van een katalysatorfonds.
Wat gaan we afbouwen •
-
Wat is bereikt in 2014 • • • • • • • • • •
‘governance’ is aantoonbaar geïntensiveerd de Drechtstedendinsdag is in 2011 geëvalueerd en doorontwikkeld er is een gezamenlijke lobbyagenda de lobby is geïntensiveerd via vijf strategische allianties er is een strategische communicatievisie vastgesteld de samenwerking in de Drechtsteden heeft een grotere bekendheid bij burgers en bedrijven er is een meerjareninvesteringsagenda vastgesteld voor de financiering van de investeringsagenda is een katalysatorfonds ontwikkeld en operationeel geworden de organisatie en het financiële huis zijn op orde Nieuwe en geïntensiveerde vormen van samenwerking zijn uitgewerkt binnen het InnovatieProgramma Drechtsteden
Waaraan kunnen we zien dat we geslaagd zijn? (kengetallen) Hier zijn geen indicatoren opgenomen. Bestaande indicatoren met betrekking tot bestuur zijn vooral gericht op 'lokaal' bestuur en niet op 'regionaal' bestuur.
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
43
Overzichtstabel: Wat zijn onze doelen, wat gaan we doen om dat te bereiken? Doelstelling 1: verstreken democratische legitimiteit Wat?
Hoe
Rol regio
Aangaan externe allianties
strategische programmering van Drechtstedendinsdag Opstellen strategische/operationele maatschappelijke netwerkkaart Monitor Drechtstedendinsdag Evaluatie Drechtstedendinsdag
Trekken
2010
2011
2012
2013
2014
Trekken
Trekken Trekken
Doelstelling 2: Continueren en vergroten van de invloed op besluitvormingsprocessen van andere overheden (provincie, rijk, EU) Wat?
Hoe
Rol regio
Lobby Drechtsteden
consensus over de eigen agenda lobby te intensiveren langs vijf strategische allianties.
Trekken
2010
2011
2012
2013
2014
Trekken
Doelstelling 3: Vergroten bekendheid van en het vertrouwen tussen regionaal en lokaal bestuur, alsook de inwoners van de Drechtsteden Wat?
Hoe
Rol regio
Strategische communicatie
ontwikkelen van een nieuwe bondige communicatiestrategie Uitvoeren communicatiestrategie
Trekken
2010
2011
2012
2013
2014
Trekken
Doelstelling 4: Een maximaal rendement uit de, beperkte, beschikbare middelen, gericht op de realisering van de doelstellingen van het rMJP Wat? Ontwikkelen instrumentarium dat nodig is voor een succesvolle uitvoering van het rMJP:
Hoe SMART maken van projecten
Rol regio Trekken
Verbeteren programmering Ontwikkelen investeringsagenda en – boekhouding Ontwikkelen formats ter ondersteuning van het opstellen en uitvoeren van het rMJP
Trekken
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
2010
2011
2012
2013
2014
Trekken Trekken
44
Doelstelling 5: Een afgewogen financiële investeringsagenda, gebaseerd op solide en transparante financiële uitgangspunten. Wat? Opstellen afgewogen investeringsagenda
Hoe financiële sterkte en zwakte van de organisaties periodiek in kaart brengen opstellen en beheren van het Meerjaren Investeringsprogramma Drechtsteden Uitwerken van het concept van een katalysatorfonds
Rol regio Trekken
2010
2011
2012
2013
2014
2010
2011
2012
2013
2014
Trekken
Trekken
Doelstelling 6: Een verbeterde organisatie en bedrijfsvoering: Wat? Verbeteren organisatie en bedrijfsvoering
Hoe actieprogramma bedrijfsvoering
Rol regio
InnovatieProgramma Drechtsteden
Overzicht van overige activiteiten met doorlopende verplichtingen Geen
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
45
BIJLAGEN
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
46
Bijlage I Figuur rMJP Streefbeeld samen stad aan het water
Strategie: Pieken in de Drechtsteden: Water, Binnenstad en Landschap
Prioriteit 1 duurzame economische ontwikkeling
Prioriteit 2: participatie op de arbeidsmarkt en versterken onderwijs
Prioriteit3: versterken kwaliteit woonklimaat
Randvoorwaardelijk: - bereikbaarheid - externe veiligheid
Programma 1 Economie
Programma 2 Arbeidsmarkt & kennisinfrastructuur
Programma 3 Ruimte
Programma 4 Maatschappij
Programma 5 Bestuur & Middelen
Bovenregionale projecten (strategische dossiers) • Maritieme innovatie
• • • • • •
Robel Deltapoort Deltaprogramma Rotterdam-Drechtsteden Verbreding A15 Waterbus Merwedezone
projecten met regionaal effect, o.a.:
• • • • •
Haven Zuid Binnenstad WDO ’t Plaatje .
• Leerpark •.
• • • •
Biesbosch HOV-D Restwarmte .
• • • •
Noordoevers Volgerlanden Maasterras .
lokale projecten (projecten met lokaal effect)
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
47
Bijlage II Hulpstructuren categoriseren beleid en projecten
Beleidsvorming
Beleids vraagstuk
gemeentegrens overschrijdend effect ? nee
ja
Lokaal
Gezamenlijk efficiency en kwaliteitsvoordelen te behalen ?
Katalysatorfunctie regio noodzakelijk? : 1. zonder samenwerking niet van de grond 2. samen sterker in het krachtenveld
ja
nee ja Regionale programmering en / of afspraken met rijk/ provincie
nee
Lokaal
nee
Inter Gemeentelijk
ja
Regionaal
beleidsuitvoering gemeente
Maatsch. partners
GR Drechtsteden
ROM-D
De vraag op welk schaalniveau een beleidsvraag wordt opgepakt, bepaalt onder andere de mate waarin de financiering en besluitvorming regionaal plaats moet vinden. Dit is uiteengezet in het onderstaande schema
BELEID Schaal-niveau Lokaal
Rol Drechtsteden Geen rol
Financiering Vanuit lokale begrotingen
Besluitvorming Lokaal
intergemeentelijk
Geen rol
Vanuit lokale begrotingen samengebracht. NIET vanuit de regionale inwonerbijdrage
Lokaal,
Financiering vanuit de regionale inwonerbijdrage
Regionale besluitvorming door Drechtstedenbestuur en Drechtraad. Lokale bekrachtiging door colleges en Raden.
Regionaal (rMJP)
Drechtsteden zorgt voor de sturing en uitwerking van deze activiteiten uit het rMJP
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
Drechtstedenbestuur kan advies uitbrengen aan de gemeenten
48
Ook ten aanzien van de ontwikkeling en uitvoering van ruimtelijke projecten speelt de vraag in welke mate de regio een (regie)rol moet hebben op een individueel project. De vraag op welk schaalniveau een project effect heeft, is bepalend voor de mate van regionale betrokkenheid en sturing. In de onderstaande tabel zijn de projecten naar schaalniveau gecategoriseerd. PROJECTEN Schaalniveau project (Ruimtelijke) projecten in een individuele gemeente, met enkel lokale effect
Rol Drechtsteden
Financiering
Besluitvorming
Geen, tenzij door gemeente benaderd met hulpvraag
Vanuit lokale investeringsprogramma’s
Lokaal
Volgend: behouden overzicht en samenhang. Waar nodig worden programmeringsafspraken gemaakt. Opdrachtgever voor projecten ROM-D
Vanuit de lokale investeringsprogramma ’s eventueel aangevuld met regionale cofinanciering (Manden Maken en kansenfonds)
Lokaal, Drechtsteden-bestuur kan desgevraagd advies uitbrengen
(Ruimtelijke) projecten in een of meerdere gemeenten, met een regio overstijgend effect
Actief in de initiatiefase.
In initiatiefase vanuit procesmiddelen rMJP.
In initiatiefase regionale besluitvorming door Drechtstedenbestuur en Drechtraad en lokale bekrachtiging door colleges en Raden.
(bijvoorbeeld Robel en Deltapoort)
Bij overgang van het project naar de uitvoeringsfase gaat de actieve rol over naar de gemeenten en komt de regio meer op afstand.
Wanneer het project over gaat naar uitvoeringsfase dan financiering vanuit de lokale beleids- en investeringsprogramma ’s eventueel aangevuld met regionale cofinanciering (Manden Maken en kansenfonds)
In uitvoeringfase lokaal
(bijvoorbeeld de aanleg van een turborotonde in de gemeente) (Ruimtelijke) projecten in een of meerdere gemeenten, met een regionale effect (bijvoorbeeld HOV-D)
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
In geval project valt binnen regionale programmeringsafspraken heeft de regio een sturende rol op resultaat
49
Bijlage III Kengetallen van de Drechtsteden
mensen (in aantallen) 1 bevolking 2 beroepsbevolking 3 werkgelegenheid ruimte (in hectare) 4 totale oppervlakte 4
- bebouwd
4
- recreatie
- bos en natuur 4
- landbouw
1 2 3 4 5
4
Alblasser -dam
Dordrecht
H.I.Ambacht
Papendrecht
Sliedrecht
Zwijndrecht
Drechtsteden
19.014 5.800 7.695
118.480 56.000 54.401
26.897 11.000 6.683
31.853 15.000 11.852
24.051 10.000 12.207
44.404 21.600 19.886
264.699 119.400 112.724
996 (100%)
9.945 (100%)
1.199 (100%)
1.077 (100%)
1.896 (19%) 635 (6%) 1.485 (15%) 3.046 (31%)
386 (32%) 80 (7%) 13 (1%) 314 (26%)
507 (47%) 123 (11%) 44 (4%) 140 (13%)
2.277 (100% ) 815 (36%) 212 (9%) 50 (2%) 608 (27%)
16.894 (100%)
356 (36%) 69 (7%) 20 (2%) 302 (30%)
1.400 (100% ) 435 (31%) 66 (5%) 7 (1%) 661 (47%) 101 (7%)
219 (10%
1.106 (7%)
oppervlakte 126 517 55 88 5 bedrijventerreinen (13%) (5%) (5%) (8%) Bron: CBS; per 1.1.2010 Bron: CBS (Enquête beroepsbevolking); 2007/2009 (driejaarsgemiddelde) Bron: Bedrijvenregister Drechtsteden; per 1.1.2009 Bron: CBS; 2006 Bron: IBIS; 1.1.2009
4.395 (26%) 1.185 (7%) 1.619 (10%) 5.071 (30%)
Onderzoekcentrum Drechtsteden 15 oktober 2010
rMJP Drechtsteden 2011-2014 oktober 2010
50
bijlage 5 agendapunt 6
Vergadernotitie voor de Drechtraad op 7 december 2010
datum 29 oktober 2010 bestuurlijk pfh. M. de Vries akkoord best.pfh d.d.
Onderwerp
2e Marap GRD 2010 Status Besluitvormend.
29 oktober 2010 steller A.M. Dubbelman Doorkiesnummer 078-7703230
Aandachtspunten van de portefeuillehouder bij agendering e-mail
[email protected] 1. Het kritieke tijdspad bij de behandeling van de 2e marap. 2. Het wijzigen van de begroting op basis van de afgegeven prognose is een belangrijk onderdeel om een goedkeurende rechtmatigheidsverklaring te krijgen van de accountant. Voorstel Het behandelen en accorderen van de 2e marap GRD 2010. Ontwerp-besluit 1. kennis nemen van de 2e marap 2010; 2. vaststellen van de voorgestelde begrotingswijzigingen; 3. vaststellen van de voorgestelde gemeentelijke bijdragen. Korte voorgeschiedenis en wijze van voorbereiding Twee keer per jaar wordt de Drechtraad geïnformeerd over de uitvoering van de begroting. De voorliggende managementrapportage (marap) is de tweede tussentijdse rapportage voor 2010. Deze 2 e marap gaat over de realisatie van de eerste acht maanden van het jaar. Op basis daarvan wordt een prognose gegeven van de uitkomsten over heel 2010. Deze marap is een consolidatie van de opgestelde maraps van de dochters van de GR Drechtsteden. De inhoud van deze geconsolideerde versie is afgestemd met de controllers van de dochters en de regio controllers Drechtsteden, het PFO bestuur en middelen en het Drechtstedenbestuur. Relatie met andere (interne) beleidsterreinen/organisaties In dit document wordt op een aantal plaats een relatie gelegd met het meerjarenprogramma, de begroting 2010, de brede doorlichting van de GR Drechtsteden en het VIP-programma. Consequenties Personele en organisatorische consequenties Geen.
pagina 2
Juridische consequenties Bij het niet tijdig behandelen van de 2e marap door de Drechtraad, loopt de GR Drechtsteden het gevaar geen goedkeurende accountantsverklaring te krijgen. Financiële consequenties Op basis van de prognoses worden een aantal begrotingswijzigingen en wijzigingen in de gemeentelijke bijdragen voorgesteld. Communicatie Niet van toepassing Verdere procedure Niet van toepassing Toelichting De marap geeft een prognose van de financiële uitkomsten voor 2010. De belangrijkste financiële uitkomsten zijn als volgt. Bureau Drechtsteden Bureau Drechtsteden heeft het verwachte tekort teruggebracht van € 450.000 naar € 285.000. Dit wordt hoofdzakelijk gerealiseerd door een goede afstemming van werkzaamheden, efficiëntie binnen BDS en door het beter toerekenen van kosten naar programma-middelen. De taakstelling in het kader van de Brede doorlichting zal als gevolg van het tekort niet behaald gaan worden. Het huidige tekort, wordt voor meer dan de helft veroorzaakt door bovenregionale trajecten en lobbywerkzaamheden. De bestedingen van het budget netwerkontwikkeling blijven binnen de begroting. Sociale Dienst Drechtsteden In de 1 e marap is aangekondigd dat het kabinet het budget voor bijstandsverstrekking fors gaat verlagen in 2010. Dit is inmiddels bevestigd door het ministerie van Sociale zaken. Rijksbudgetten van de WWB en WIJ dienen te worden bijgesteld met € 5,6 miljoen. Hierdoor ontstaat er een geprognosticeerd tekort van € 8.197.000 (€ 7.260.000 inkomensondersteuning, € 290.000 minimabeleid, € 647.000 apparaatskosten). Op het participatiebudget wordt in 2010 een overschot verwacht van € 5.860.000. Aangezien dit een rijksbudget is, dienen overschotten of tekorten worden afgerekend met het Rijk. Het bedrag wordt door middel van de reserveringsregeling overgeheveld naar 2011. Het resultaat op de WMO huishoudelijke hulp is € 1,2 miljoen positief. Dit resultaat zal in 2010 deels gebruikt worden voor de gecombineerde taakstelling ketenkorting en de taakstelling uit de Brede doorlichting. Ingenieursbureau Drechtsteden Het Ingenieursbureau geeft een negatieve prognose af voor 2010 van € 60.000. Op dit moment wordt voorgesteld om bij de jaarrekening dit verlies te dekken uit het reserve van het Ingenieursbureau. Een onzekerheid is de achterblijvende afname van de gemeente Dordrecht. Hierdoor kan Ingenieursbureau verder negatief komen te staan. Service Centrum Drechtsteden De verwachting is dat het SCD het jaar 2010 met een positief financieel resultaat zal afsluiten van €325.000. Met ingang van 2011 krijgt het SCD een taakstelling van € 1.000.000, wat zij dient op te lossen met het programma VIP. Omdat we zagen aankomen dat de opbrengsten van VIPprojecten en de taakstelling niet synchroon lopen, zijn er scherpe maatregelen genomen om een reserve te kunnen opbouwen. Derhalve wordt voorgesteld om het verwachte resultaat van € 325.000 te storten in de exploitatiereserve van het SCD. Deze reservering is randvoorwaardelijk voor het realiseren van de taakstelling. Op dit moment maken de klantorganisaties nog aanzienlijke meerkosten voor telefonie en printers. De kosten worden betaald door het SCD. In de 1e marap is aangekondigd dat deze meerkosten in rekening worden gebracht bij de veroorzaker. In deze marap is inzichtelijk gemaakt wat dit per klantorganisatie kost.
pagina 3
Gemeentebelastingen Drechtsteden De prognose is dat met een positief resultaat zal worden afgesloten. Onderzoekcentrum Drechtsteden Het OCD verwacht 2010 af te sluiten met hogere opbrengsten dan begroot. Op deze manier kan de taakstelling in het kader van de brede doorlichting worden ingevuld. Eindrapportage financiële problematiek ZHZ Al ongeveer twee jaar loopt er discussie tussen de Regio Zuid-Holland Zuid en het SCD (formeel de GR Drechtsteden) over dienstverlening (omvang, kwaliteit, mismatch), samenloop met deelprogramma 1B van het IP&A-programma, en de door ZHZ verschuldigde bijdragen, mede in relatie tot de garantieafspraken. Bij de jaarrekening 2009 en 1e marap 2010 is hier uitgebreid over gerapporteerd. Op dit moment vindt de bestuurlijke afronding plaats van gesprekken die zijn gevoerd om te komen tot een afspraak met ZHZ, waarbij langs een aantal sporen tot een oplossing van de discussiepunten wordt gekomen. Onderdeel van de afspraak is een financiële bijdrage van de GRD aan de financiële problematiek over de jaren 2008 tot en met 2010. Die GRD-bijdrage is € 2,3 miljoen, waarvoor de volgende dekking wordt voorgesteld: € 1,0 miljoen via een extra bijdrage van de gemeente. Dit is conform het voorstel bij de concept-jaarrekening 2009; € 1,0 miljoen uit de BWS-reserve. Consequentie is dat die reserve eerder, in 2013, is uitgeput en dan niet meer voor de financiering van de uitvoering van het Meerjarenprogramma kan worden gebruikt. Dit vraagt bij de begroting 2013 nadere dekkingsvoorstellen en besluitvorming. € 0,2 miljoen uit de opbrengst van de brede doorlichting in 2010; € 0,1 miljoen uit de vrijval van de garantieverplichting, via de begroting van het SCD. Binnen de begroting 2010 loopt dit via het onderdeel algemene dekkingsmiddelen (zie hoofdstuk 2.9). Voor 2011 en verder wordt voor de bijdragen van regio Zuid-Holland Zuid (en Veiligheidsregio en Omgevingsdienst i.o.) uitgegaan van de nieuwe verdeelsystematiek voor het SCD die momenteel wordt ontwikkeld. Dit leidt tot een substantiële lagere bijdrage van die GR'en, van naar schatting € 1 miljoen per jaar. De prognoses over de uitkomsten van 2010 leiden tot de volgende voorstellen van begrotingswijzigingen. Begrotingsprogramma
Bedragen (x € 1.000) Lasten
Toelichting
Baten
Bureau Drechtsteden
200
200
Bijdrage financiële problematiek ZHZ, dekking komt uit de taakstelling Brede doorlichting
Sociale Dienst Drechtsteden
356
356
Bijstelling Participatiebudget vanuit het Rijk
1.598
0
Toename uitkeringslasten WWB
0
-5.662
Verwachte verlaging rijksbudget
0
7.260
331
0
0
41
0
290
Aanvullende doorberekening eigenaren Ophoging budget minima Extra inkomsten debiteurenopbrengsten Extra bijdrage gemeenten voor minimabeleid
pagina 4
Begrotingsprogramma
Bedragen (x € 1.000) Lasten
Servicecentrum Drechtsteden
OnderzoekCentrum Drechtsteden
Algemene dekkingsmiddelen
Totaal
Toelichting
Baten
830
830
Aanvullende budget inhuur, wordt gedekt door Participatiebudget
647
0
0
647
Extra bijdrage gemeente voor apparaatskosten
289
289
Hogere lasten door telefonie en printers, dekking komt uit hogere doorberekening naar deelnemers
365
365
Hogere lasten en baten als gevolg van aanvullende DVO
-100
0
Vrijval van garantieverplichtingen
100
0
Bijdrage financiële problematiek ZHZ
-45
-45
-325
0
Gerealiseerde besparing VIP in 2010
325
0
Resultaatbestemming, toevoegen aan exploitatiereserve SCD
40
0
Eenmalige investering in het kader van de brede doorlichting
60
0
Bijdrage aan concern brede doorlichting
0
100
953
700
2.300
0
0
1.000
Extra bijdrage gemeenten
0
1.000
Onttrekking BWS reserve
0
200
Dekking vanuit Brede doorlichting
0
100
Bijdrage SCD
7.924
7.671
Ophogen apparaatskosten
Lagere doorberekening basisdienstverlening
Structureel inverdien effect in het kader van de brede doorlichting Ophoging als gevolg van gunstiger rente-resultaat en aanpassing als gevolg van aanwending renteresultaat Financiële problematiek ZHZ
Onderliggende stukken/bijlagen (bijlagen benoemen, staan alleen op intranet) 1. 2e marap 2010 versie 29 oktober 2010 Samenvatting van de bijlagen c.q. bij dit voorstel behorend rapport De 2e marap is het document dat gebruikt wordt voor de besluitvorming van de begrotingswijziging en het vaststellen van de gemeentelijke bijdragen.
2e marap 2010 GR Drechtsteden
Versie 3 november 2010
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 2 van 72
Inhoudsopgave
1. Inleiding, samenvatting en besluiten......................................... 3 1.1 Inleiding ......................................................................................................... 3 1.2 Samenvatting .................................................................................................. 3 1.3 Besluiten......................................................................................................... 3
2. Programma’s ............................................................................. 3 2.1 Bureau Drechtsteden ........................................................................................ 3 2.2 Manden Maken ................................................................................................ 3 2.3 Sociale dienst Drechtsteden .............................................................................. 3 2.4 Ingenieursbureau Drechtsteden ......................................................................... 3 2.5 Servicecentrum Drechtsteden ............................................................................ 3 2.6 Gemeentenbelastingen Drechtsteden.................................................................. 3 2.7 Onderzoekcentrum Drechtsteden ....................................................................... 3 2.8 Programma IP&A ............................................................................................. 3 2.9 Algemene dekkingsmiddelen ............................................................................. 3 2.10 Begrotingswijziging en recapitulatie.................................................................. 3 Bijlage nieuwe bijdragen per gemeente o.b.v. 2e marap 2010 ..................................... 3 Bijlage vergelijking bijdragen gemeenten 1e marap 2010 en 2e marap 2010 ................. 3
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 3 van 72
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 4 van 72
1. Inleiding, samenvatting en besluiten 1.1 Inleiding Twee keer per jaar wordt de Drechtraad geïnformeerd over de uitvoering van de begroting. De voorliggende managementrapportage (marap) is de tweede tussentijdse rapportage voor 2010. Deze 2e marap beslaat de realisatie over de eerste acht maanden van het jaar. Op basis daarvan wordt een prognose gegeven van de uitkomsten over heel 2010. De marap draagt nadrukkelijk het karakter van een afwijkingsrapportage. Alleen daar waar een duidelijke afwijking van de prognose ten opzichte van de begroting bestaat, vindt een verdere uitwerking plaats. Naast een financieel overzicht over 2010, bevat de marap bij de begrotingsprogramma’s een weergave van de gang van zaken in de eerste acht maanden van 2010. Dit is bedoeld om een beeld te geven van een aantal ontwikkelingen binnen de dochters van de GRD. Afwijkingen van de financiële prognose ten opzichte van de begroting leiden in een aantal gevallen tot een voorstel tot begrotingswijziging. Deze zijn bij de desbetreffende begrotingsprogramma’s toegelicht. Een recapitulatie van de voorstellen is opgenomen in hoofdstuk 2.10. Voorzover een wijziging invloed heeft op de gemeentelijke bijdrage wordt dit opgenomen met een specificatie van de nieuwe bijdrage per gemeente. In de bijlage is een overzicht opgenomen met de nieuwe gemeentelijke bijdragen. De primaire begroting 2010 van de GR Drechtsteden is door de Drechtraad vastgesteld in juni 2009. Daarna zijn nog wijzigingen hierop vastgesteld in december 2009, maart, juni en november 2010. Waar in de marap cijfers als begroting 2010 worden gebruikt is dat inclusief de wijzigingen die door Drechtraad tot en met november 2010 zijn vastgesteld.
1.2 Samenvatting Financiële resultaten Bureau Drechtsteden Bureau Drechtsteden heeft het verwachte tekort teruggebracht van € 450.000 naar € 285.000. Dit wordt hoofdzakelijk gerealiseerd door een goede afstemming van werkzaamheden, efficiëntie binnen BDS en door het beter toerekenen van kosten naar programma-middelen. De taakstelling in het kader van de Brede doorlichting zal als gevolg van het tekort niet behaald gaan worden. Het huidige tekort, wordt voor meer dan de helft veroorzaakt door bovenregionale trajecten en lobbywerkzaamheden. De bestedingen van het budget netwerkontwikkeling blijven binnen de begroting. Sociale Dienst Drechtsteden In de 1e marap is aangekondigd dat het kabinet het budget voor bijstandsverstrekking fors gaat verlagen in 2010. Dit is inmiddels bevestigd door het ministerie van Sociale zaken. Rijksbudgetten van de WWB en WIJ dienen te worden bijgesteld met € 5,6 miljoen. Hierdoor ontstaat er een geprognosticeerd tekort van € 8.197.000 (€ 7.260.000 inkomensondersteuning, € 290.000 minimabeleid, € 647.000 apparaatskosten). Op het participatiebudget wordt in 2010 een overschot verwacht van € 5.860.000. Aangezien dit een rijksbudget is, dienen overschotten of tekorten worden afgerekend met het Rijk. Het bedrag wordt door middel van de reserveringsregeling overgeheveld naar 2011. Het resultaat op de WMO huishoudelijke hulp is € 1,2 miljoen positief. Dit resultaat zal in 2010 deels gebruikt worden voor de gecombineerde taakstelling ketenkorting en de taakstelling uit de Brede doorlichting. Ingenieursbureau Drechtsteden Het Ingenieursbureau geeft een negatieve prognose af voor 2010 van € 60.000. Dit is het gevolg van een extra doorberekening van het SCD. Op dit moment wordt voorgesteld 2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 5 van 72
om bij de jaarrekening dit verlies te dekken uit het reserve van het Ingenieursbureau. Een onzekerheid is de achterblijvende afname van de gemeente Dordrecht. Hierdoor kan Ingenieursbureau verder negatief komen te staan. Service Centrum Drechtsteden De verwachting is dat het SCD het jaar 2010 met een positief financieel resultaat zal afsluiten van € 325.000. Met ingang van 2011 krijgt het SCD een taakstelling van €1.000.000, wat zij dient op te lossen met het programma VIP. Omdat we zagen aankomen dat de opbrengsten van VIP-projecten en de taakstelling niet synchroon lopen, zijn er scherpe maatregelen genomen om een reserve te kunnen opbouwen. Derhalve wordt voorgesteld om het verwachte resultaat van € 325.000 te storten in de exploitatiereserve van het SCD. Deze reservering is randvoorwaardelijk voor het realiseren van de taakstelling. Op dit moment maken de klantorganisaties nog aanzienlijke meerkosten voor telefonie en printers. De kosten worden betaald door het SCD. In de 1e marap is aangekondigd dat deze meerkosten in rekening worden gebracht bij de veroorzaker. In deze marap is inzichtelijk gemaakt wat dit per klantorganisatie kost. Gemeentebelastingen Drechtsteden De prognose is dat met een positief resultaat zal worden afgesloten. Onderzoekcentrum Drechtsteden Het OCD verwacht 2010 af te sluiten met hogere opbrengsten dan begroot. Op deze manier kan de taakstelling in het kader van de brede doorlichting worden ingevuld. Financiële problematiek ZHZ Al ongeveer twee jaar loopt er discussie tussen de Regio Zuid-Holland Zuid en het SCD (formeel de GR Drechtsteden) over dienstverlening (omvang, kwaliteit, mismatch), samenloop met deelprogramma 1B van het IP&A-programma, en de door ZHZ verschuldigde bijdragen, mede in relatie tot de garantieafspraken. Bij de jaarrekening 2009 en 1e marap 2010 is hier uitgebreid over gerapporteerd. Op dit moment vindt de bestuurlijke afronding plaats van gesprekken die zijn gevoerd om te komen tot een afspraak met ZHZ, waarbij langs een aantal sporen tot een oplossing van de discussiepunten wordt gekomen. Onderdeel van de afspraak is een financiële bijdrage van de GRD aan de financiële problematiek over de jaren 2008 tot en met 2010. Die GRD-bijdrage is € 2,3 miljoen, waarvoor de volgende dekking wordt voorgesteld: € 1,0 miljoen via een extra bijdrage van de gemeente. Dit is conform het voorstel bij de concept-jaarrekening 2009. Deze extra bijdrag is nog niet opgehaald bij de gemeenten (zie bijdrage tabel); € 1,0 miljoen uit de BWS-reserve. Consequentie is dat die reserve eerder, in 2013, is uitgeput en dan niet meer voor de financiering van de uitvoering van het Meerjarenprogramma kan worden gebruikt; € 0,2 miljoen uit de opbrengst van de brede doorlichting in 2010; € 0,1 miljoen uit de vrijval van de garantieverplichting, via de begroting van het SCD. Binnen de begroting 2010 loopt dit via het onderdeel algemene dekkingsmiddelen (zie hoofdstuk 2.9). Voor 2011 en verder wordt voor de bijdragen van regio Zuid-Holland Zuid (en Veiligheidsregio en Omgevingsdienst i.o.) uitgegaan van de nieuwe verdeelsystematiek voor het SCD die momenteel wordt ontwikkeld. Dit leidt tot een substantiële lagere bijdrage van die GR'en, van naar schatting € 1 miljoen per jaar. Inhuur In onderstaande grafieken is de inhuur uiteen gezet. In de eerste grafiek is de inhuur per dochter opgenomen over de jaren 2009 (besteding) en 2010 (prognose). In de tweede grafiek is de inhuur opgenomen met de financieringsbron erbij. Dit is aan de hand van de gegevens over 2010 gedaan. Een nadere toelichting op de inhuur per dochter is opgenomen in de programmaverantwoording van deze dochter.
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 6 van 72
Inhuur per dochter 2009 & 2010 inhuur per dochter 2009 & 2010 (x € 1.000) 30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0
BDS
SDD
IBD
SCD
OCD
GBD
IPA
totaal
2009
664
6.400
2.256
8.300
20
638
6.900
25.178
2010
829
4.344
1.500
5.800
45
209
8.400
21.127
Zoals blijkt in bovenstaande tabel zal de inhuur 2010 t.o.v. 2009 afnemen met € 4 miljoen. Programma IP&A laat een forse stijging zien, terwijl de inhuur bij de Sociale Dienst, het Ingenieursbureau en het Service Centrum Drechtsteden flink zijn afgenomen. Inhuur 2010 per financieringsbron Inhuur 2010 naar soort (x € 1.000)
flexibel; 24 vacature; 2.463
programma-financiering; 11.581
tijdelijke formatie; 7.022
ziekte; 37
Zoals blijkt uit bovenstaand grafiek wordt de inhuur in 2010 voor circa 18,5 miljoen gedekt uit éénmalige financiering, zoals programma-financiering en tijdelijke ophoging van de formatie. De programma-financiering betreft de inhuur voor het programma IP&A (€ 8,4 miljoen), inhuur bij de Sociale dienst ten laste van het Participatiebudget (€ 2,4 miljoen) en inhuur bij Bureau Drechtsteden ten laste van het budget netwerkontwikkelingen. De tijdelijke formatie is toegekend de Sociale dienst, het Service Centrum en de GemeenteBelastingen voor de eerste jaren van de start van de organisatie. Aangezien dit tijdelijke formatie-ophoging is, is dit lastig om medewerkers in vaste dienst aan te nemen. Resultaten brede doorlichting GR Drechtsteden kent een werkwijze van doorlichting en taakstelling. Dit is vastgelegd in financiële kadernota en begroting. Doelstelling daarbij is financiële ruimte te vinden, hetzij om gemeenten tegemoet te komen bij de tegenvallende ontwikkeling van de uitkering uit het Gemeentefonds, hetzij om de financiering van nieuw beleid of beleidsintensiveringen mogelijk te maken. In 2009 is gestart met het vorm en inhoud gegeven aan het project voor de organisatiebrede doorlichting (brede doorlichting Drechtsteden), met een bijbehorende financiële taakstelling voor 2010 en verder. Deze taakstelling bedraagt voor 2010 € 1,5 miljoen, voor 2011 € 2,0 miljoen, en voor 2012 € 3,5 miljoen structureel.
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 7 van 72
In 2010 zijn business-cases opgestart om de € 1,5 miljoen bezuiniging voor 2010 te realiseren. In dit onderdeel van de marap wordt de stand van zaken gemeld. Aangezien de taakstelling van de brede doorlichting reeds in de begroting is verwerkt, komt hiervoor geen begrotingswijziging. In onderstaande tabel is deze realisatie per dochter weergegeven.
Dochter (bedrag x € 1.000)
Taakstelling
Realisatie
Invulling
200
0
826
826
IBD
60
0
IBD geeft aan de taakstelling niet te kunnen realiseren.
SCD
0
0
Geen taakstelling in 2010.
GBD
28
28
GBD heeft 5 speerpunten voor verbetering van bedrijfsvoering geformuleerd, zodat de taakstelling meerjarig wordt realiseren. Voor 2010 is de realisatie behaald.
OCD
60
60
Het OCD heeft 7% van haar omzet inverdiend.
326
586
1.500
1.500
BDS SDD
Overkoepelend
Totaal
Als gevolg van het negatieve saldo wordt de taakstelling niet gerealiseerd. In het kader van de brede doorlichting zijn business-cases opgestart om de bezuiniging voor 2010 te realiseren. De taakstelling is gehaald.
Vanuit het renteresultaat wordt het restant van taakstelling ingevuld.
Risico’s In dit onderdeel worden de grootste risico’s vermeld. Voor overige risico’s wordt verwezen naar de programma-onderdelen van de dochters. € 10 miljoen Manden Maken van de provincie Over de toezegging van de provincie € 10 miljoen in te zetten als kapitaalstorting in ROM-D Capital, moet binnen de provincie nog een formeel besluit genomen worden. Door het uitblijven van dit besluit dreigt in Manden Maken een substantieel tekort te ontstaan; bij de opzet van Manden Maken is dit bedrag beschouwd als projectensubsidie. Op dit moment worden de consequenties in beeld gebracht. Eind 2010 wordt een rapportage verwacht. Stand van zaken Landsbanki In april is er overleg geweest van de Noord-Hollandgroep, waarin de getroffen overheden samenwerken. In dit overleg is gesproken met de advocaat over de voorbereiding van juridische procedures. Het is namelijk te verwachten dat concurrente schuldeisers het preferente karakter van de claim van de Noord-Hollandgroep zullen gaan betwisten (claim is door het Winding-up Board van Landsbanki erkend als zijnde preferent). Die juridische actie wordt verwacht, omdat de stand van de boedel niet toereikend is om alle schuldeisers te voldoen. De Noord-Hollandgroep wil niet afwachten en gaat door middel van enkele proefprocessen IJslandse jurisprudentie uitlokken waarin de preferentie wordt bevestigd. Tevens heeft Deloitte in het overleg van april een update gegeven rond de verwachte hoofdsom-recovery, te weten range 74-79%. In jaarrekening 2009 is de vordering gewaardeerd op 75%. Bij de jaarrekening 2010 wordt een nieuwe waardering gemaakt.
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 8 van 72
Verlaging budgetten Bijstandsverstrekking De afspraken tussen het Rijk en de gemeenten over de bijstandsbudgetten zijn in 2008 aangepast. De financiële risico’s op de bijstandsverlening voor gemeenten zijn toegenomen door deze afspraken. Waar tot 2009 de gerealiseerde uitgaven van enig jaar direct betrokken werden bij de bepaling van het landelijk beschikbare macrobudget voor het volgende jaar, is dat nu niet meer zo. Het macrobudget is meerjarig vastgelegd; alleen afwijkingen buiten een afgesproken bandbreedte compenseert het Rijk. Gemeenten hebben als gevolg daarvan in deze economische crisis te maken met een tekort. De definitieve omvang van (kortingen op) het budget is echter nog onzeker. In het programma-onderdeel van de Sociale dienst wordt hierop verder ingegaan. Wijziging btw-regime dienstverlening SCD Tot en met 2010 heeft de Belastingdienst goedgekeurd dat de dienstverlening van het SCD vrijgesteld is van BTW-heffing. Dat houdt in dat de financiële bijdragen van de klantorganisaties van het SCD zonder BTW worden afgerekend. Onlangs heeft de Belastingdienst meegedeeld dat haar standpunt gewijzigd is, waardoor het SCD met ingang van 2011 voor een groot deel van de dienstverlening BTW in rekening moet brengen aan de klantorganisaties. Reden voor de wijziging van dit standpunt is dat de inspecteur van mening is dat er een verband is tussen de prestaties en de geleverde bijdragen. Hij heeft aangegeven dat hij vindt dat hiervan al vanaf de start van het SCD sprake was. De Belastingdienst komt echter niet terug op het verleden, zodat de wijziging op 1 januari 2011 ingaat. Deze in rekening gebrachte BTW is voor een groot deel verhaalbaar, maar een deel zal een kostenpost gaan veroorzaken bij klantorganisaties. Op dit moment worden de gevolgen van deze wijziging in beeld gebracht. Openstaande vorderingen tot en met 2009 GR Drechtsteden De GR Drechtsteden heeft een ca € 5 miljoen debiteurenvorderingen openstaan over de jaren 2007, 2008 en 2009. Voor 90% van deze vorderingen geldt dat dit vorderingen zijn op deelnemers (Drechtsteden-gemeenten en ZHZ) aan de GR Drechtsteden. Waarvan meer dan 80% betaald dient te worden door ZHZ. Met het afsluiten van de financiële afspraken met ZHZ zal het deel van ZHZ worden opgelost. Follow-up bevindingen accountant jaarrekening 2009 In de vergadering van de auditcommissie van 2 juni 2010 is afgesproken om de aanbevelingen van de accountant uit het rapport van bevinding bij de jaarrekening 2009 om te zetten in een concrete to-do lijst, samen met de verdere noodzakelijke verbeteringen in de bedrijfsvoering en P&C-cyclus van de GR Drechtsteden. In eerste instantie vermeldt de lijst vooral de meer praktische en uitvoerende onderwerpen die er toe moeten leiden dat het jaarrekeningproces 2010 vlotter gaat verlopen, en die de financiële situatie van de GR Drechtsteden moeten verduidelijken. Ook meer langere termijn acties worden in de lijst opgenomen; ze krijgen bij de actualisaties een stapsgewijze uitwerking en concretisering. In deze marap is in het onderdeel Programma’s per dochter de stand van zaken opgenomen. 1.3 Besluiten Accoord gaan met begrotingswijziging, zoals deze is opgenomen in paragraaf 2.10.
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 9 van 72
2. Programma’s 2.1 Bureau Drechtsteden Bureau Drechtsteden hangt direct onder het Drechtstedenbestuur en Drechtraad als het proces- en programmabureau voor ondersteuning van het bestuur en het totaal van de netwerkorganisatie. Het gaat dan om advisering aan het Drechtstedenbestuur en de Drechtraad en samenhangend daarmee het coördineren van het Regionaal Meerjarenprogramma, inclusief de regie op de voortgang daarvan. Kerntaken De taken en rollen van BDS zijn in enkele hoofdlijnen samen te vatten: Het leveren van (bestuurs)ondersteuning voor de activiteiten van Drechtraad, Drechtstedenbestuur, portefeuillehoudersoverleggen en ambtelijke netwerkoverleggen (NDD). Het voorbereiden van beleidsprogramma’s en het voorbereiden, regisseren en leveren van het bestuurlijke MJP (meerjarenprogramma) met de verbonden onderliggende producten. Het faciliteren van de intergemeentelijke samenwerking in projecten buiten het meerjarenprogramma, veelal door specifieke bijdragen gedekt. Het leggen, onderhouden en vernieuwen van verbindingen in en buiten het netwerk. Het uitvoeren van lobbyactiviteiten en het ontwikkelen en aanboren van subsidietrajecten, opdat te zijner tijd subsidies en bijdragen toevallen aan Drechtstedengemeenten (zowel individuele als gecombineerde trajecten). Het ontwikkelen en onderhouden van bovenregionale activiteiten, opdat – ook buiten de grenzen van ons gebied – invloed wordt uitgeoefend op agendering, ontwikkeling en uitvoering van voor onze regio belangrijke programma’s en projecten (bijvoorbeeld Randstad Zuidvleugel, Randstad 2040, Stadsregio Rotterdam, Deltapoort en Deltapark, Stedenbaan, RijnSchelde-delta). Ondersteuning van de ambtelijke organisatie van de GRD (bijvoorbeeld de concerndirecteur GRD, Centrale Ondernemingsraad, Arbo-zaken,) en bijdragen/activiteiten in het Drechtstedelijke netwerk. Programmaverantwoording De situatie in de Drechtsteden laat een wisselend beeld zien. Het aantal mensen in de bijstand stijgt in de regio harder dan in dezelfde periode in 2009 en ook harder dan het landelijk gemiddelde. Vooral het aantal jongeren (23 t/m 26 jaar) in de bijstand is het eerste halfjaar van 2010 fors toegenomen. Een daling van het aantal WW uitkeringen lijkt te worden veroorzaakt door een bovengemiddelde groei van het aantal mensen in de bijstand. Een positief gegeven is echter een flinke groei van het aantal openstaande vacatures en de toename van startende ondernemingen. Het aantal uitgesproken bedrijfsfaillissementen lijkt ook niet verder uit te groeien. De situatie op de woningmarkt blijft zorgelijk. Dit blijkt uit de toename van het aanbod van het aantal koopwoningen (1.700 begin 2008 en ruim 2.300 woningen eind juni 2010). De gemiddelde verkooptijd is ook weer fors gestegen; 143 dagen begin 2008 naar 237 dagen eind juni 2010. De verkoop van nieuwbouwwoningen over de eerste vijf maanden van 2010 blijft beduidend lager dan de eerste drie maanden van 2008; nu 39 tegenover toen 62 per maand. De verschillende beleidsvelden van Bureau Drechtsteden (BDS) worden als deelprogramma toegelicht. Deelprogramma Bestuur en communicatie Drechtstedendinsdag/gevolgen commissie Meijdam en Scholten Besluitvorming als gevolg van de resultaten van de commissie Meijdam en Scholten heeft onder andere betrekking op een versterking van de bestuurlijke ondersteuning en 2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 10 van 72
bestuurlijke communicatie. Sinds september 2010 zijn de Drechtstedendinsdagen ingevoerd in plaats van de oude vergadermethode (maandelijks ipv 3-maandelijks). Deze maandelijkse cyclus zal naar schatting tot extra inzet van gemiddeld 0,5 fte (in de 1e marap 2010 werd melding gemaakt van 1 fte) leiden + extra faciliterende kosten. Naar raming is hiervoor in totaal extra op jaarbasis € 75.000 gemoeid, incl. extra personele lasten. Dekking wordt geregeld bij de begroting 2011. Netwerkontwikkeling Het budget netwerkontwikkeling bedraagt voor 2010 € 1,3 miljoen, en is onderdeel van het begrotingsprogramma van Bureau Drechtsteden. Het budget wordt in 2010 gedekt uit de opbrengsten van de brede doorlichting binnen de GRD. In 2010 zijn er hogere kosten dan begroot, onder andere voor de commissie Meijdam, de invoering van de maandelijkse Drechtstedendinsdag, en voor de invulling van de functies van voorzitter van de Netwerkdirectie en algemeen directeur GRD. Lagere kosten zijn er voor de functie Control & compliance, aangezien de versterking daarvan vertraagd heeft plaatsgevonden. Vooralsnog worden de proceskosten voor de uitvoering van het InnovatieProgramma Drechtsteden gefinancierd uit het budget netwerkontwikkeling, tot een bedrag van € 350.000. Er dreigt daarmee een overschrijding van het budget, die met kostenbeperkende maatregelen zal worden voorkomen. Het budget netwerkontwikkeling bevat voor een belangrijk deel structurele kosten voor, inmiddels, reguliere activiteiten. Dat zijn de kosten voor de Drechtraad, de GRDtopstructuur, Control & Compliance, medezeggenschap, en Arbo. Deze structurele kosten zullen in begroting 2011 op reguliere wijze worden opgenomen, dus niet meer als onderdeel van het budget netwerkontwikkeling. Concernstaf In 2009 is besloten tot het vormen van een regionale staf en die organisatorisch te positioneren bij de regio Zuid-Holland Zuid. Doel was vanuit die regionale staf de P&Ccyclus van de GR’en, ZHZ, Veiligheidsregio, GRD en vanaf 2011 de Omgevingsdienst te ondersteunen. De regionale staf is formeel gestart op 1 januari 2010. Gebleken is echter dat de ondersteuningsbehoefte van de GR’en dermate heterogeen was dat onvoldoende synergie kon worden bereikt. Vooralsnog wordt daarom (weer) gewerkt alsof elke GR een eigen staf heeft. Begin 2011 wordt een voorstel gedaan over de verdere positionering van de concernstaf. Deelprogramma Economie Proeftuin Maritieme Innovatie Parallel aan de uitwerking van de Piek Maritiem is in samenwerking met ondernemers, onderwijs en onderzoeksinstellingen een businesscase opgesteld voor een proeftuin maritieme innovatie. Doel van de proeftuin is zowel het innovatieve vermogen in het maritiem cluster te versterken als ook de aansluiting te verbeteren tussen onderwijs en arbeidsmarkt. De proeftuin sluit hiermee uitstekend aan op de twee prioriteiten van het rMJP 2011-2014: economie en arbeidsmarktkennisinfrastructuur. De businesscase gaat uit van een projectbegroting van € 1,5 miljoen over 3 jaren. Op basis van de businesscase is medio 2010 een EFRO subsidie toegekend van € 750.0000 en hebben ook de overige participanten (onderwijsinstellingen, georganiseerd bedrijfsleven en provincie) een bijdrage toegezegd. Nu de subsidie is toegekend, kan het project van start. Op basis van de businesscase heeft het Drechtstedenbestuur eind 2009 in principe ingestemd met een projectbijdrage van € 300.000 voor de duur van het project. In 2010 bedraagt onze bijdrage € 50.000. De benodigde dekking voor 2011 en 2012 (elk € 125.000) is niet aanwezig en zal worden meegenomen in de afweging ten behoeve van het rMJP 2011-2014 en verwerkt in de actualisering van de begroting 2011. Structuurvisie detailhandel Bij de evaluatie van de Structuurvisie Detailhandel en Horeca Drechtsteden (SDH) is besloten deze visie te actualiseren. In 2010 is € 5.000 gereserveerd voor het opstellen van een plan van aanpak. Het daadwerkelijke uitwerken van de nota zou plaats moeten 2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 11 van 72
vinden in 2011. Nog niet duidelijk is of deze activiteit in het rMJP geprioriteerd wordt. Daarom wordt nog gewacht met het opstellen van het plan van aanpak en valt het geraamde budget mogelijk vrij. Duurzame bedrijventerreinen In 2009 is in Zwijndrecht een pilotproject "duurzaam ondernemen op bedrijventerreinen" uitgevoerd. Besloten is de resultaten van dit pilotproject over te dragen naar bedrijfsleven en gemeenten en daarbij de kansen te onderzoeken voor een vervolgaanpak in andere gemeenten. Dit zou vorm moeten krijgen door het organiseren van een regionale bijeenkomst voor gemeenten en ondernemers(verenigingen). Hiervoor is een budget van € 10.000 gereserveerd, verdeeld over de werkbegrotingen economie en milieu. Door deze bijeenkomst te combineren met één van de Drechtstedendinsdagen zullen de kosten voor deze activiteit lager uitvallen. De eerste drie kwartalen van 2010 is gewerkt aan het afronden van de uit 2009 overlopende activiteiten. Nieuwe beleidsactiviteiten met een mogelijke overloop naar 2011 zijn nog niet opgestart. Deelprogramma Toerisme Van de provincie is reeds een subsidie ontvangen voor de uitvoering van de projecten “informatiezuilen” en “watertaxi”. Beide projecten zijn door diverse omstandigheden niet in een afrondende fase. Tevens is de afstemming hierover met de Provincie niet optimaal te noemen, waardoor het risico wordt gelopen dat gelden terug betaald dienen te worden. Deelprogramma Sociaal Doelgroepenvervoer Voor het programma “bundeling Doelgroepenvervoer (collectief vervoer wmo en leerlingenvervoer)” is nog geen concrete opdracht uit omdat, op basis van het onderzoek doelgroepenvervoer, nog besloten moet worden over verdere samenwerking. Jeugd Op het gebied van jeugd is verder uitvoering gegeven aan de afspraken met de provincie en de uitvoerende partijen om bij de Jeugdzorg de instroom te beperken en de uitstroom te vergroten. In september vindt evaluatie met de uitvoerende partijen plaats over de inzet van middelen in het eerste deel van het jaar en worden afspraken gemaakt over het 2e deel van het jaar. Sport Voor het programma sport is enkel de Drechtstedenloop uitgevoerd, de rest is als ambitie vervallen. Educatie In 2010 en daarna hebben we te maken met een flinke rijksbezuiniging op de Educatie (WEB). De inzet van de GRD is hierbij: het behoud van de regionale kennisinfrastructuur en het zoveel mogelijk op peil houden van het educatie aanbod in de Drechtsteden. Ook wordt gekeken naar een optimale uitvoering van het beleid (ondanks de bezuinigingen) zoals verwoord in de beleidsnota van de Drechtsteden: ‘Als een spin in het web; de uitvoering van de WEB in de Drechtsteden, periode 2008-2011’ en het bijbehorende aanvalsplan laaggeletterdheid. Het voornemen bestaat om de WEB uitvoering per 1-1-2011 over te brengen van BDS naar SDD. (Financiële integratie bij de SDD in het participatiebudget vond al eerder plaats in 2009) Er is bij de uitvoering van de WEB in 2010 een keuze gemaakt voor: Behoud van de voortrajecten WI en voortzetting van Alfabetisering Anderstaligen (doelgroep: inburgeraars) Versterkte inzet op Funderende Educatie (basiskennis en vaardigheden) en uitvoering van het aanvalsplan laaggeletterdheid ,inclusief het cursus aanbod voor schuldhulpverlening en vorming en ontwikkelingswerk (doelgroep algemeen, 2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 12 van 72
laagopgeleiden) Behoud van het cursusaanbod Niveauverhoging Nederlandse Taal (doelgroep algemeen) Behoud van het VAVO ofwel tweede kans onderwijs voor VMBO/HAVO en VWO vanwege de belangrijke functie voor bestrijding van het VSV (doelgroep jongeren, jong volwassenen) Gestopt wordt met de financiering van GIT trajecten beroepsonderwijs (taalondersteuning voor leerlingen MBO) vanuit het WEB budget. Dit gezien de keuze van het kabinet om €50 miljoen uit het educatie budget te halen voor taalondersteuning beroepsonderwijs en deze rechtstreeks te bestemmen voor de ROC’s.
Bovenstaande keuzen zijn opgenomen in het productcontract Educatie 2010. Hiermee krijgt het ROC Da Vinci College de mogelijkheid de kennis en expertise te behouden in het domein Educatie en de kans het cursusaanbod voor inburgering bij het ROC te optimaliseren (zoals de regering ook bedoeld heeft met de instelling van het nieuwe schot in het participatiebudget per september 2009). Door de bezuinigingen op de WEB en derhalve ook bij het ROC wordt het cursorisch aanbod weliswaar grotendeels behouden maar wel gecentraliseerd aangeboden op het Leerpark. Inburgering (volgens nota ‘Inburgering’ van SDD) zal zich in 2011 sterker richten op toeleiding naar de arbeidsmarkt. Door de alfabetisering van anderstaligen (voortrajecten WI ) zijn beiden onderdelen van het participatiebudget (WI en WEB) sterk gerelateerd. Ook Educatie zal zich sterker richten op arbeidsmarkttoeleiding. Het beschikbaar budget voor de WEB is € 2,5 miljoen in 2010 en € 1,9 miljoen in 2011 (en vooralsnog in de jaren daarna). Er bestaat volgens de wet verplichte besteding van dit budget bij een ROC via contract educatie tot en met het jaar 2012. Bestedingen WEB na keuze voor de doelgroepen als hierboven in 2010 en 2011: 2010: € 8 ton en in 2011: € 8 ton voor WI (100 voortrajecten WI => alfabetisering anderstaligen) 2010: € 6 ton en in 2011: € 7,5 ton voor VAVO (2de kans onderwijs => instrument bestrijding VSV) 2010: € 5 ton en in 2011: € 3,5 ton voor overig (NT 2 => niveau verhoging Nederlandse taal en voor Funderende educatie => bestrijding laaggeletterdheid, voor niet inburgeringsplichtigen) Totaal € 2,5 miljoen in 2010 en € 1,9 miljoen in 2011. Deelname WEB (excl.VAVO) Het aantal deelnemers aan cursussen betaald uit de WEB is in 2010 gehalveerd t.o.v. 2008. Naar verwachting zal het aantal deelnemers in 2010 blijven steken bij 400. De Drechtsteden hebben het streefaantal inburgeraars conform de landelijke doelstelling behaald maar er zijn (veel) minder deelnemers aan de WEB geweest en de WEB is met veel minder budget uitgevoerd. VAVO: Beleid en ontwikkelingen Het VAVO lijkt, behalve tweede kans onderwijs, voor steeds meer leerlingen een alternatieve schoolleerweg geworden naast het reguliere VO. Er is een gestage groei van het aantal deelnemers te zien. Beleidsmatig (positionering) is dit een discussiepunt. In het kader van VSV bestrijding is het een betekenisvol gegeven. VAVO is een belangrijk instrument geworden bij VSV bestrijding. Het VAVO vertoont een sterke groei. (van 199 naar 272 naar 347 de afgelopen schooljaren). Het reguliere VO blijft echter de meest geschikte vorm van onderwijs voor de leeftijdsgroep 12 tot 18 jaar. De poortwachter (functie bij BLVS) waakt voor een te sterke groei van het VAVO. De rol van het VAVO voor volwassenen, ouder dan 23 jaar is nihil gebleven.
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 13 van 72
Er zal worden geprobeerd deze regionale ZHZ voorziening voor de komende jaren in stand te houden door een geactualiseerde financieringsbijdrage te vragen van de drie sub-regio’s (Hoeksche Waard, Alblasserwaard-Vijheerenlanden, Drechtsteden) naar rato van het aantal leerlingen uit de desbetreffende regio. De kosten van het VAVO zullen hierdoor echter voor de Drechtsteden toenemen binnen het kader van het WEB budget (met naar schatting toenemen met € 150.000) Het productcontract Educatie voor 2011 zal hierover een nieuwe afspraak bevatten. Actualisatie aanvalsplan laaggeletterdheid 2010-2011: Doel: werving en toeleiding van laaggeletterden naar het cursusaanbod WEB (Funderende educatie). Groei van 69 nieuwe deelnemers in 2008 naar 135 in 2009 en 2010. Uitbreiding van de aanpak is niet mogelijk gebleken door de bezuinigingen. Wel zal extra inzet worden gedaan op het benaderen van het bedrijfsleven (een selecte groep productiebedrijven als vindplaats van laaggeletterdheid) door inzet van zogenaamde RAS uren (‘gratis’ provinciale steunuren van PJ-Partners). Zodoende ondersteunt de aanpak laaggeletterdheid het vigerende arbeidsmarktbeleid. Wat gaat het kosten? Bureau Drechtsteden
resultaat voor bestemming mutaties reserves resultaat na bestemming
Actuele begroting 2010 Lasten Baten Saldo 12.987 500 13.487
6.460 7.027 13.487
-6.527 6.527 0
Prognose 2010 Lasten Baten Saldo 13.564 500 14.064
6.752 7.027 13.779
Afwijking Baten Saldo
Lasten
-6.812 6.527 -285
-577 0 -577
292 0 292
-285 0 -285
Resultaatanalyse Bedragen x € 1.000
Voordelen Inc. Struct.
Inc.
Nadelen Struct.
Totaal
Analyse verwijzing
LASTEN Voorgaande jaren Interne doorlichting BDS Overschrijdring opleidingsbudget Extra doorbelastingen GRD & SCD Bovenregionaal Proeftuin Maritiem Hollands Glorie Knoopunten Rpv
126155 1523322850372518-
Subtotaal
155
-
BATEN Voorgaande jaren BLS Rpv
174 100 18
Subtotaal
292
-
TOTAAL GENERAAL VOOR BESTEMMING
447
-
271-
461-
271-
461-
A B C D E F G H I
577-
174 100 18
Resultaatbestemming TOTAAL GENERAAL NA BESTEMMING
126155 1523322850372518-
A J I
292 285-
447
-
271-
461-
285-
Toelichting A. Uit voorgaande jaren zijn nog een aantal nagekomen posten opgenomen die niet meer in de jaarrekening 2009 konden worden verwerkt. B. Interne doorlichting BDS. Naar schatting kunnen we voor 2010 voor een bedrag van € 155.000 besparen. Deze besparing is een gevolg van het beter organiseren van werkzaamheden, efficiëntie binnen BDS en door het beter toerekenen van kosten.
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 14 van 72
C. Het opleidingsbudget zal met € 15.000 overschreden worden doordat de inhuur (afronding intern cultuur-veranderingstraject) hiervoor hoger is uitgevallen dan oorspronkelijk in de begroting was opgenomen. D. In de 1e marap hebben we reeds aangegeven dat de interne doorbelastingen € 200.000 bedragen. Door de 1e marap is vanuit de SCD zijn er voor € 33.000 extra kosten doorbelast voor ICT. E. Aan bovenregionale kosten is totaal € 228.000 voor salariskosten en een tweetal projecten uitgegeven. F. Binnen de begroting van Bureau Drechtsteden is geen ruimte gevonden voor de dekking van proeftuin Maritiem. G. Hollands Glorie, voor de uitvoering van Watertaxi en Informatiezuilen is voor het gebruik maken van co-financiering € 37.000 gereserveerd. H. Knooppunten, door Stichting Stad, is uit 6 ontwerpen gekozen en tentoongesteld in het CBK I. Voor de Rpv zijn zowel de baten als lasten voor een bedrag van € 18.000 vastgesteld J. De nagekomen baten vanuit de BLS bedragen € 100.000 Herverdeling gemeentelijke bijdragen Voor zowel de “Waterbus “als de “Regionaal Platform Verkeersveiligheid” zijn de bijdragen per gemeente veranderd. Dit is reeds afgestemd met de gemeenten. Hieronder volgt een specificatie. Regionaal Platform Verkeersveiligheid
Waterbus Gemeenten (x € 1.000) Oud Alblasserdam
Nieuw
Verschil
Oud
Nieuw
Verschil
40
39
1
3
4
-1
367
359
8
17
25
-8
H.I. Ambacht
42
53
-11
3
5
-2
Papendrecht
66
70
-4
4
7
-3
Sliedrecht
58
54
4
3
5
-2
Zwijndrecht
107
105
2
6
9
-3
Totaal
680
680
0
36
55
- 19
Dordrecht
Voortgang investeringen Niet van toepassing voor Bureau Drechtsteden. Personeel Geraamde formatie
Bezetting
27,95 fte
27,38 fte
Van de 28 fte zijn in 6 fte in dienst van Bureau Drechtsteden, maar werkzaam bij andere organisaties (zoals bijvoorbeeld Rom-D), waar 100% dekking tegenover staat.
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 15 van 72
Inhuur Redenen externe inhuur (x € 1.000)
2009
2010
Budget netwerkontwikkeling (concern)
575
Detachering
17
Gelden derden
34
Boven regionaal
97
Programmabudget
70
Vacature-ruimte
20
Vervanging van ziekte
16
Totaal
664*
829
* Uitsplitsing is niet bekend Toelichting BDS + concern Hierboven zijn de bedragen opgenomen voor externe inhuur. Voor Bureau Drechtsteden geeft de volgende onderverdeling van de kosten “ externe inhuur”, alle nietpersoonsgebonden kosten (eigen personeel GRD en gedetacheerd personeel regiogemeenten) een beter inzicht: Budget netwerkontwikkeling Inhuur betreft voorzal externe ondersteuning voor Control & Compliance en voor het Innovatieprogramma Drechtsteden. Bovenregionaal Voor 2010 bedraagt de inhuur van derden € 96.500. Geraamd ziekteverzuim
Werkelijk ziekteverzuim
4%
4,87%
Stijging wordt veroorzaakt door langdurig ziekteverzuim van één medewerker. Resultaten brede doorlichting Zie onderdeel bedrijfsvoering Risico’s Proeftuin Maritieme Innovatie Parallel aan de uitwerking van de Piek Maritiem is in samenwerking met ondernemers, onderwijs en onderzoeksinstellingen een businesscase opgesteld voor een proeftuin maritieme innovatie. Doel van de proeftuin is zowel het innovatieve vermogen in het maritiem cluster te versterken als ook de aansluiting te verbeteren tussen onderwijs en arbeidsmarkt. De proeftuin sluit hiermee uitstekend aan op de twee prioriteiten van het rMJP 2011-2014: economie en arbeidsmarktkennisinfrastructuur. De businesscase gaat uit van een projectbegroting van € 1,5 miljoen over 3 jaren. Op basis van de businesscase is medio 2010 een EFRO subsidie toegekend van € 750.0000 en hebben ook de overige participanten (onderwijsinstellingen, georganiseerd bedrijfsleven en provincie) een bijdrage toegezegd. Nu de financiering rond is, kan het project van start. Op basis van de businesscase heeft het Drechtstedenbestuur eind 2009 in principe ingestemd met een projectbijdrage van € 300.000 voor de duur van het project. In 2010 bedraagt onze bijdrage € 50.000. Binnen de werkbegroting 2010 van Bureau Drechtsteden is gezocht naar ruimte deze investering te dekken, echter deze is 2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 16 van 72
niet gevonden. De benodigde dekking voor 2011 en 2012 (elk € 125.000) is niet aanwezig en zal worden meegenomen in de afweging ten behoeve van het rMJP 20112014 en verwerkt in de actualisering van de begroting 2011, omdat nog een dekking gezocht moet worden. Hollands Glorie Voor de uitvoering van de projecten “informatiezuilen” en “watertaxi” zijn in het verleden gelden van derden ontvangen. Beide projecten zijn door diverse omstandigheden niet in een afrondende fase. Tevens is de afstemming hierover met de Subsidiegever niet optimaal te noemen, waardoor het risico wordt gelopen dat gelden terug betaald dienen te worden. Mobiliteitsmanagement Op 9 december 2009 is tussen Rijk, Provincie en Drechtsteden een convenant afgesloten inzake de uitvoering van projecten mobiliteitsmanagement. Onderdeel van het convenant is, dat de Drechtsteden 50% (€ 510.500) cofinanciering garanderen. Deze cofinanciering verloopt via regionale projecten die in de looptijd van het project in uitvoering komen. De omvang van het project is neerwaarts bijgesteld en aangepast aan de mogelijkheden tot cofinanciering. Deltapoort Een punt van aandacht is de financiering van de deelname in Deltapoort ad € 75.000. Indertijd is besloten deze niet ten laste te brengen van de reguliere Drechtstedenbegroting, maar binnen te halen door een “collecte” bij vijf Drechtstedengemeenten (Dordrecht draagt zelfstandig bij). De bereidheid tot een financiële bijdrage in Deltapoort blijkt bij de gemeenten af te nemen, waardoor een financieel tekort voor de Drechtsteden dreigt te ontstaan. Enkele deelnemende gemeenten hebben de openstaande vorderingen niet betaald. De gemeenten Alblasserdam en Zwijndrecht hebben reeds hun bijgedragen aan dit project betaald. Reservepositie Bestemmingsreserve (x € 1.000)
Stand per 1-1
Toevoeging
Onttrekking
Stand per 31-12
BWS
3.075
0
2.010
1.065
BLS
6.431
0
6.431
0
9.506
0
8.441
1.065
Totaal
Bestemmingsreserve Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS) De reserve omvat door het Rijk aan de regio gedecentraliseerde middelen, die overeenkomstig de regels van het Rijk vrij besteedbaar zijn. Afgesproken is om in 2010, net als in 2009, € 500.000 extra te onttrekken en daarmee de algemene reserve GRD aan te vullen. Tevens zal voor 2010 € 1.000.000 worden onttrokken voor de financiering van de afspraken met ZHZ. Bij de besluitvorming over de diverse scenario’s voor de inzet van de BWS-reserve is destijds besloten jaarlijks een onttrekking van € 500.000 te doen ten gunste van de uitvoering van het meerjarenprogramma, tot en met 2016. Door de extra genoemde onttrekkingen is de reserve echter eerder, in 2013, uitgeput. Bestemmingsreserve Besluit Locatiegebonden Subsidies(BLS) In december 2007 is de overeenkomst afgesloten over de herverdeling van de BLSsubsidies. In 2008 is het BLS-fonds, in de vorm van een bestemmingsreserve gevormd. De provinciale subsidies die de gemeenten ontvangen worden daarbij aan de GR Drechtsteden overgedragen en aan het BLS-fonds toegevoegd. Op basis van de feitelijke woningproducties ontvangen de gemeenten een uitkering uit het fonds. Volgens de planning vindt in 2010 de afrekening plaats, zodat het fonds per ultimo 2010 een nulstand heeft. 2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 17 van 72
Bedrijfsvoering In de 1e marap is geconstateerd dat het Bureau Drechtsteden het jaar 2010 met een tekort af zou sluiten van circa € 450.000. Dat betekende tevens dat de taakstelling uit de brede doorlichting in 2010 niet zou worden behaald. Als gevolg van deze prognose is er een grondige analyse geweest van de oorzaken van dit tekort en de mogelijkheden om bij te sturen en te besparen voor 2010 en de jaren daarna. De volgende conclusies kunnen getrokken worden: Op de begroting van 2010 kan een bedrag van circa € 155.000 worden bespaard. Hier ligt een relatie met de aan BDS opgelegde taakstelling in het kader van de Brede Doorlichting (interne business-case) Wellicht kan dit bedrag door onderbesteding of anderszins worden opgehoogd naar € 200.000. Daar tegenover staat een aantal nog niet gedekte financiële verplichtingen (zie risicoparagraaf). De taakstellende besparing in het kader van de brede doorlichting BDS 2010 te heroverwegen en de besparingsresultaten vooralsnog in te zetten op een vermindering van het tekort op de bedrijfsvoering. Om de begroting in 2011 en volgende jaren op orde te krijgen moeten de uitgaven van BDS in evenwicht worden gebracht met de inkomsten. Afslanking door vermindering van personeel is hiervoor in ieder geval noodzakelijk. Hier ligt een relatie met de uitkomsten van de businesscase beleid in het IPD. Passende oplossingen voor vrij besteedbare middelen (procesgeld) zijn nodig, om de regionale ambities van het regionale meerjarenprogramma 2011 -2014 te kunnen waarmaken. Er dient een consequente toerekening van kosten plaats te vinden over de GR Drechtsteden. BDS fungeert nu nog vaak als “ afvoerputje “ van de GRD. BWS reserves met ingang van 2011 uitsluitend nog inzetten ten behoeve van het realiseren van de ambities van het regionaal meerjarenprogramma. Follow-up bevindingen accountant jaarrekening 2009 De stand van zaken met betrekking tot follow-up bevindingen jaarrekening 2009 wijkingen niet af ten opzicht van hetgeen reeds is vermeld in de 1e marap 2010. Conclusies Administratie In het begin van 2010 is de opzet van de administratie onder de loep genomen met het doel om een beter inzicht te verkrijgen betreffende het vastleggen van de kosten en opbrengsten van de bedrijfsvoering van Bureau Drechtsteden. Dit heeft onder andere geresulteerd in een andere indeling van de projectenadministratie, invoering van een verplichtingenadministratie en het hanteren van subsidiedossiers. Algemene subsidieverordening Samen met juristen en de ervaring van andere gemeenten is een begin gemaakt met het opstellen van een algemene subsidieverordening Drechtsteden. In deze subsidieverordening worden onder andere de kaders en procedures vastgesteld voor het verlenen van een subsidie. Getracht zal worden deze subsidieverordening in 2011 in werking te laten treden. Het resterende gedeelte van 2010 willen we benutten om de diverse zaken te regelen die nodig zijn de algemene subsidieverordening Drechtsteden in 2011 in de praktijk te kunnen laten gelden. Rechtmatigheid RAS In de jaarrekening van 2009 hebben we in de risicoparagraaf vermeld dat het een groot risico was dat door onvolledige dossiervorming en het op diverse wijzen kunnen interpreteren van de regelgeving een situatie kon ontstaan dat de rechtmatigheid van de bestede gelden niet toetsbaar was. Het risico hierbij is dat een accountant geen oordeel kon geven over de ontvangen subsidie en hierdoor gelden terugbetaald dienden te worden aan de subsidiegever. Bureau Drechtsteden heeft in de loop van 2010 gezorgd voor een betere dossiervorming en een beter contact gehad met de subsidiegever en de accountant betreffende de afrekening 2009 en we kunnen concluderen dat de Ras-gelden 2009 afgerond zijn en dat hierover geen risico meer aanwezig is. 2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 18 van 72
2.2 Manden Maken Wat willen wij bereiken? Met de opzet van het nieuwe Meerjarenprogramma en de doorvertaling daarvan naar een investeringsagenda, is het van belang Manden Maken af te hechten. Het Investeringsfonds heeft op dit moment een stand van circa € 2 miljoen. Inmiddels is 2/3 van alle projecten afgerond én uitbetaald. Aan deze projecten is in het Eindbod een bedrag van € 33 miljoen toegekend. Hiervan is nu € 31 miljoen uitgekeerd aan de gemeenten. Voor twaalf projecten geldt dat deze nog in uitvoering zijn. Over de toezegging van de provincie € 10 miljoen in te zetten als kapitaalstorting in ROM-D Capital, moet binnen de provincie nog een formeel besluit genomen worden. Door het uitblijven van dit besluit dreigt in Manden Maken een substantieel tekort te ontstaan; bij de opzet van Manden Maken is dit bedrag beschouwd als projectensubsidie. Op dit moment brengen wij de consequenties van dat beoogd provinciaal besluit in kaart. Zowel de verwachte omvang van het dreigend tekort wordt in beeld gebracht als ook mogelijke maatregelen om het risico te reduceren. Om de omvang van de mogelijke vrijval te kunnen bepalen, wordt met alle gemeenten nogmaals de status en voortgang van de projecten doorsproken. Wij verwachten hierover eind 2010 te rapporteren. Wat gaat het kosten? Manden Maken
Actuele begroting 2010 Lasten Baten Saldo
resultaat voor bestemming mutaties reserves resultaat na bestemming
4.326 0 4.326
0 4.326 4.326
-4.326 4.326 0
Prognose 2010 Lasten Baten Saldo 4.326 0 4.326
0 4.326 4.326
-4.326 4.326 0
Lasten 0 0 0
Afwijking Baten Saldo 0 0 0
0 0 0
Toelichting De verwachting is dat in 2010 € 4,3 miljoen wordt onttrokken en het fonds eind 2010 de stand nihil heeft bereikt. Risico’s Manden Maken Over de toezegging van de provincie € 10 miljoen in te zetten als kapitaalstorting in ROM-D Capital, moet binnen de provincie nog een formeel besluit genomen worden. Door het uitblijven van dit besluit dreigt in Manden Maken een substantieel tekort te ontstaan. Reservepositie Bestemmingsreserve Manden Maken Totaal
2e marap 2010 GR Drechtsteden
Stand per 1-1
Toevoeging
Onttrekking
Stand per 3112
4.326
0
4.326
0
4.326
0
4.326
0
bladzijde 19 van 72
2.3 Sociale dienst Drechtsteden In de 1e marap 2010 is stilgestaan bij de stijging van het aantal mensen met een bijstandsuitkering door de toename aan instroom. Ook is daarbij aandacht besteed aan de gevolgen voor onze activiteiten, de benodigde middelen en de te behalen resultaten. Na 8 maanden kunnen we constateren dat de stijging van de vraag naar dienstverlening van de SDD naar verwachting is toegenomen. Daarbij komt een neerwaartse druk op de beschikbare budgetten. Een druk die naar de komende jaren toe zal nemen omdat wij voorzien dat de middelen die de gemeenten ontvangen voor onze werk, inkomen en zorg zullen krimpen. De gevolgen van de lopende kabinetsformatie vormen daarin nog een onzekere factor. Hoewel het beeld vanuit deze perspectieven ervoor zorgt dat de SDD haar eerste doelstelling, het 3% beter doen dan landelijk gemiddeld, niet gaat halen, zijn er ook positieve ontwikkelingen te melden. In de vorige rapportage moesten we nog melden dat de stijging van ons bestand boven het landelijke gemiddelde lag. Inmiddels zien we een voorzichtige nivellerende lijn en rekenen er nu op om eind van het jaar rond het landelijke gemiddelde aan bestandsstijging uit te komen. Onze extra inzet op de uitstroom heeft daarbij ook de nodige resultaten opgeleverd. Afgezien van de bestandsstijging liggen we nog steeds op koers om de top-10 prestatie afspraken te realiseren en zijn een aantal daarvan inmiddels reeds gehaald. Een aspect om trots op te zijn is bijvoorbeeld de 7,4 die wij scoren in het klanttevredenheidsonderzoek van de WMO. Een ander positief beeld is dat wij de taakstelling van € 1,6 miljoen voor 2010 zullen realiseren (ketenkorting en bijdrage aan de brede doorlichting GRD). Deze rapportage sluit met een geprognosticeerd tekort van € 8.197.000. Dit wordt voor het grootste deel veroorzaakt door de bijstelling van de budgetten van de WWB en WIJ. Het huidige kabinet heeft het budget voor bijstandsverstrekking (het zogenaamde I-deel) fors verlaagd in 2010. Onderhandelingen over deze forse korting zijn nog gaande. Op basis van de vigerende financieringsafspraken verzoeken we voor dat bedrag de begroting te wijzigen. Verrekening daarvan zal eerst bij (de verrekening van) het jaarrekeningresultaat betrokken worden. Wat willen wij bereiken? Bij de SDD gaan we ervan uit dat mensen zelfstandig willen zijn. Mensen willen de regie over hun eigen leven. Wanneer we mensen hebben gewezen op hun eigen verantwoordelijkheid en dat minder of niet lukt, dan ondersteunen wij hen om zo snel mogelijk weer zelfstandig te zijn. Dit doen wij met activiteiten op het gebied van reintegratie op de arbeidsmarkt, inburgering, inkomensondersteuning, schuldhulpverlening en zorgvoorzieningen (woon- of vervoersvoorzieningen, huishoudelijke hulp). De SDD stuurt bij de uitvoering van deze activiteiten op de volgende 10 doelen:
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 20 van 72
Hoe kunnen we dit meten? Top 10 per 1 september 2010. Kritische succesfactor
Prestatie-indicator
Normering
Realisatie 2010
omvang klantenbestand WWB
De daling van het aantal WWB (incl. WIJ) klanten.
3% gunstiger dan het landelijk gemiddelde.
Het CBS prognosticeert voor 2010 een stijging van 13,82%, op basis van 6 maanden realisatie. Tot en met 31 augustus is ons klantenbestand met 11,4% gestegen. Dit betekent een verwachte stijging over heel 2010 van 17,1%, dat is 3,28% slechter dan landelijk wordt verwacht. Desondanks verwachten wij op het genoemde CBS gemiddelde uit te komen.
effectiviteit reintegratie
Het percentage mensen dat deelneemt aan onze trajecten en uitstroomt naar werk.
35%
40% van de deelnemers aan trajecten zijn uitgestroomd naar regulier werk
bereik reintegratie
Het percentage WWB klanten met een arbeidsplicht op een traject.
95%
3.769 van de 3.967 klanten met een arbeidsplicht zitten op traject. Dit is 93,43%.
dienstverlening
Het percentage aanvragen dat binnen 20 dagen is afgehandeld.
80%
WWB levensonderhoud 84% Bijzondere bijstand 89% WMO 78% We verwachten voor alle producten deze doelstelling te halen.
armoedebestrijding
Besteding budget voor Minimabeleid aan mensen voor wie deze budgetten bestemd zijn.
dienstverlening
De wachttijd voor ≤ 20 werkdagen. schuldhulpverlening is op 1 juli 2010
Op 1 september is de wachttijd voor toegewezen stabilisatie 27,60 werkdagen en toegewezen schuldregelingen 19,93 werkdagen.
handhaving
Het percentage fraudeonderzoeken dat leidt tot wijziging of beëindiging van de uitkering.
60%
79,75% (390 van de 489 afgehandelde fraudeonderzoeken).
dienstverlening
Onze klanten waarderen onze dienstverlening.
≥7
Dit jaar zal een onderzoek naar onze dienstverlening plaatsvinden. De resultaten verwachten we in december. De klanttevredenheid voor de WMO (landelijk onderzoek) scoort een 7,4
rechtmatigheid
Onze uitgaven voldoen aan de rechtmatigheidnormen van het Rijk.
Bereik inburgering
Aantal personen gestart met een inburgeringcursus.
2e marap 2010 GR Drechtsteden
100%
Tot en met 31 augustus is 74,38% van het budget besteed. Voor 2010 prognosticeren wij, dat we meer dan het huidige budget gaan besteden.
Op basis van de onderzoeken over de afgelopen 8 maanden, gaan we ervan uit dat we gedurende 2010 voldoen aan de rechtmatigheidnormen van het Rijk. ≥ 820
Tot en met 31 augustus zijn er 705 personen met een inburgeringcursus gestart. Voor 2010 verwachten we dat we de doelstelling te halen.
bladzijde 21 van 72
Wat gaan wij daarvoor doen in 2010? Doelstelling 1; “De daling van het aantal WWB klanten is 3% gunstiger dan het landelijk gemiddelde.” Van onze Top 10 gaan wij één doelstelling niet halen. Dat is de ontwikkeling van het klantenbestand WWB en WIJ. De stijging van het aantal personen met een WWB- of WIJuitkering heeft zich ook in de maanden volgend op de 1e Marap doorgezet. De instroom bleef hoog. Positief daarbij is, dat in tegenstelling tot de eerste vier maanden, de uitstroom de afgelopen maanden beduidend hoger is geweest. Eind augustus hadden wij 4.369 personen met een WWB-uitkering en 686 personen met een WIJ-inkomensvoorziening; 5.055 personen in totaal. Dit betekent een stijging van 11,4% ten opzichte van eind 2009. Als we deze ontwikkeling doortrekken naar heel 2010 dan moeten wij constateren dat wij onze doelstelling niet gaan halen zowel voor wat betreft het aantal WWB-ers als het aantal jongeren in de WIJ. Bijstellen doelstelling Bovengenoemde constatering vraagt om een realistische bijstelling van onze doelstelling. Wij streven nu er naar om de groei van ons bestand niet groter te laten zijn dan de landelijke bestandsontwikkeling. Op basis van de cijfers van het eerste half jaar prognosticeren wij een landelijke stijging van 13,8%. Dat is ook de ontwikkeling waarmee wij voor de Drechtsteden rekening houden. Ontwikkeling laatste vier maanden 2010 Hoopvol is dat in de maand augustus, in tegenstelling tot de eerste zeven maanden, er sprake was van een geringe stijging van het aantal personen met een uitkering. En in september lijkt het bestand op het zelfde niveau te blijven. Ons beeld is dat deze ontwikkeling zich doorzet. Dit is zowel het gevolg van de door ons ingezette maatregelen en het aantrekken van de economie. Relatie met arbeidsmarkt Wij hebben het OCD in het tweede kwartaal gevraagd een onderzoek te doen naar de relatief hoge groei van het aantal werkzoekenden en bijstandsontvangers in onze regio. Uit het onderzoek blijkt dat er een aantal verklaringen zijn. Deze zijn enerzijds gelegen in de samenstelling van de beroepsbevolking, anderzijds in de structuur van de regionale economie. Een aantal van deze verklaringen geven wij hieronder weer. Het gegeven dat onze beroepsbevolking relatief laag is opgeleid kan er op duiden dat de concurrentiepositie van onze werkzoekenden ten opzichte van werkzoekenden uit andere regio’s kwetsbaar is. De stijging van de “inkomende pendel” (personen die buiten onze regio wonen maar in onze regio werken) sterkt dit vermoeden. De afname van het aantal WW-uitkeringen aan jongeren in de eerste 4 maanden van 2010 en de relatief grote uitstroom uit de WW vanwege het bereiken van de maximum duur verklaren dat de geconstateerde groei van de instroom in de WWB vanuit de WW groter is dan gemiddeld in het land. In onze regio is er sprake van een oververtegenwoordiging van de sectoren industrie, bouw, handel en vervoer. Deze oververtegenwoordiging zorgt bij een krimp, gelijk aan het landelijk gemiddelde, voor een ‘extra’ verlies in 2009 van 700 banen. De specifieke kenmerken van die banen en de competenties van degenen die ze bezetten maken dat deze veelal niet zonder meer zijn te compenseren door groei van het aantal banen in de (semi-) publieke sector. Het aandeel flexibele arbeid groeit. Bedrijven werken steeds meer met een flexibele schil van vooral jongeren. In tijden van inzakkende vraag en productie zijn zij de eersten die werkloos raken. De structuur van de regionale economie maakt het aannemelijk dat dit 2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 22 van 72
in verhouding in deze regio veel voorkomt. Hetgeen kan bijdragen aan de sterke groei van het aantal jongere werkzoekenden. Ondanks de onzekerheid over de economische ontwikkeling gaan wij vooralsnog vanuit dat we uitkomen op het landelijk gemiddelde. Wij zien wel dat de in het eerste kwartaal genoemde tekenen van een aantrekkende economie zijn weerslag krijgen in het aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen. In het tweede kwartaal is er namelijk een daling van het aantal werkzoekenden en een afname van het aantal WW-uitkeringen in de Drechtsteden ten opzichte van einde eerste kwartaal. Het is nog te vroeg om te concluderen dat de trend van stabilisatie van het aantal bijstanduitkeringen zich gaat doorzetten. Wij zijn vanwege de ontwikkeling van het aantal bijstandsontvangers in augustus en (en september) gematigd positief. We gaan ervan uit dat de stijging over geheel 2010 beduidend lager zal zijn dan wij in eerste Marap voorspelden. Extra maatregelen De extra maatregelen die wij sinds maart hebben ingezet lijken hun vruchten af te werpen. De uitstroom is sinds de eerste maanden beduidend toegenomen. Het plaatsen van jongeren in de arbeidspool loopt volgens de raming en we verwachten over onze doelstelling van 40 jongeren heen te komen. De branchegerichte werkplaats bij Drechtwerk loopt eveneens naar wens. De uitstroomeffecten van deze voorziening zijn pas op iets langere termijn zichtbaar. Maatregelen die ook een goed effect hebben zijn die activiteiten waarin wij met extra personele inzet klanten intensief één op één begeleiden (voorbeelden daarvan zijn ondersteuning en bemiddeling van personen die binnen zes maanden de maximale duur van de WW bereiken, een intensieve en selectieve bemiddeling van mensen die kort in de uitkering zitten en evenzo van jongeren). De goede resultaten hebben ons doen besluiten deze maatregelen ook de laatste maanden van 2010 in te zetten. Met de inzet van deze middelen verwachten wij zoals hierboven is vermeld minimaal gelijk te blijven aan te landelijke ontwikkeling. Nieuwe wijze van ondersteuning Op 1 oktober gaan we werken volgens het concept Werken aan Zelfstandigheid. Ondersteunend aan de nieuwe werkwijze zijn de nieuwe instrumenten en voorzieningen waarvan de aanbesteding is afgerond. Doelstelling2; We realiseren dat minimaal 35% van het aantal mensen dat deelneemt aan onze trajecten uitstroomt naar werk. 40% (542 personen) is uitgestroomd naar (gesubsidieerd) werk (peildatum 14 september). Doelstelling 3; “95% van onze WWB klanten met een arbeids- en/of een scholingsplicht zit op een traject. Van de 3.967 klanten met een arbeidsplicht zitten er 3769 op traject. Dit is 93,4%. We verwachten de doelstelling te realiseren. Doelstelling 4; “80% van de aanvragen zijn binnen 20 dagen afgehandeld.” De doelstelling met betrekking tot de maximale doorlooptijden van aanvragen is wederom zowel voor aanvragen levensonderhoud als aanvragen bijzondere bijstand gehaald: in 83,85% (levensonderhoud) respectievelijk 88,95% (bijzondere bijstand)
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 23 van 72
werd de aanvraag binnen 20 dagen afgehandeld. De verwachting is dat deze doelstelling ook voor geheel 2010 wordt gehaald. De doorlooptijd van de WMO komt in de eerste acht maanden van 2010, ten opzichte van 2009, op hetzelfde niveau uit, n.l. 78 % van de aanvragen is binnen 20 dagen afgehandeld. We verwachten ook in 2010 de doelstelling van 80% te halen. Doelstelling 5; “De budgetten voor Minimabeleid komen volledig terecht bij de mensen voor wie deze budgetten bestemd zijn.” Het palet aan minimaregelingen en de hoogte van de vergoedingen zijn in 2010 licht gewijzigd ten opzichte van 2009 (de referte-eis voor de langdurigheidtoeslag is in 2010 verlaagd van 5 naar 3 jaar). De cijfers laten zien dat op enkele punten sprake is van meeruitgaven. Zo zullen in 2010 ruim 600 kinderen meer worden bereikt met een voorziening via het SMS kinderfonds. De nieuwe instroom per 2010 van circa 500 nieuwe verzekerden in de collectieve zorgpolis IZA Cura Drechtsteden zorgt eveneens voor meeruitgaven. Daarnaast zorgt ook de aanpassing van de referte eis voor de landurigheidstoeslag voor een stijging van de uitgaven. Doelstelling 6; “De wachtlijst voor schuldhulpverlening is op 1 juli 2010 maximaal 20 werkdagen.” We rapporteren over de gemiddelde wachttijd in werkdagen tussen het inleveren van het formulier en de toewijzing naar een consulent. De wachttijden zijn in de afgelopen vier maanden op beide producten weer korter geworden. Op 1 september was de wachttijd voor schuldregelen 19,93 werkdagen (op 1 maart waren dat er nog 26,96; eind 2009 nog 60). De wachttijd voor stabilisatie was op 1 september 27,6 werkdagen (op 1 maart waren dat er nog 31,65; eind 2009 nog 60).We zijn er dus in geslaagd onze doelstelling op het product schuldregelen te realiseren, maar op het product stabilisatie nog niet. We verwachten dat we eind 2010 de doelstelling ook op dit onderdeel halen. Doelstelling 7; “Van de gestarte fraudeonderzoeken leidt 60% tot wijziging of beëindiging van de uitkering.” Het percentage wijzigingen cq beëindigingen naar aanleiding van een fraudeonderzoek is ook in de achterliggende periode gestegen, namelijk tot 79,75%. Dit resultaat is behaald uit onderzoeken die zijn ingesteld naar aanleiding van een (interne of externe melding), bestandsvergelijkingen en themaonderzoeken: in de afgelopen periode is in het bijzonder aandacht geweest voor verlatingen en zaken rond woon- en verblijfplaats. Ten onrechte verleende gelden worden teruggevorderd. Doelstelling 8; “Onze klanten waarderen onze dienstverlening met minimaal een 7.” In de eerste maanden van 2010 is opnieuw (evenals in voorgaande jaten) onder onze Wmo klanten met een individuele voorziening een tevredenheid onderzoek uitgevoerd. De cliënten in de zes Drechtsteden met een (individuele) Wmo voorziening waarderen de dienstverlening en de voorzieningen gemiddeld met een 7,4. Cliënten zijn het meest tevreden over de Hulp bij het huishouden, en het minst tevreden over het collectief vervoer. Daarnaast voert de SDD een algemeen klant tevredenheidsonderzoek uit, waarvan de resultaten in december 2010 bekend zijn.
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 24 van 72
Doelstelling 9; “Onze uitgaven voldoen aan de rechtmatigheidnormen van het Rijk.” De aan de SDD overgedragen regelingen worden per maand en themagewijs, verspreid over het verslagjaar, gecontroleerd. De bedragen van de financiële fouten en onzekerheden blijven binnen de wettelijke toleranties en ook de interne tekortkomingen m.b.t. de uitvoering blijven binnen de toegestane marges. De uitgaven en ontvangsten voor de gecontroleerde regelingen zijn tot en met het 2e kwartaal rechtmatig te noemen, zodat we t/m het 2e kwartaal 2010 voldoen aan de rechtmatigheidsnormen van het Rijk". Doelstelling 10; “In 2010 starten 820 personen met een inburgeringscursus” Tot en met 31 augustus zijn er 705 personen met een inburgeringcursus gestart. Voor 2010 verwachten we dat we de doelstelling van het Rijk halen. Wat gaat het kosten? Hieronder is een gecomprimeerd overzicht van de in deze marap verwerkte voor dit jaar verwachte baten en lasten weergegeven. Alle bedragen luiden x € 1.000. nadelen worden met een – opgenomen. In deze cijfers is rekening gehouden met de volgende taakstellingen; Ketenkorting Taakstelling GRD Tevens is de verlaging van het budget inkomensondersteuning conform de vastgestelde nadere voorlopige budgetten in juli 2010 en de septembercirculaire gemeentefonds van het ministerie van SoZaWe verwerkt. Sociale Dienst Drechtsteden
Actuele begroting 2010
-2.856
184.987
181.011
-3.976
3.335
-4.455
2.856
0
2.856
2.856
0
0
0
0
184.987
183.867
-1.120
3.335
-4.455
-1.120
39.399
0
33.894
39.754
5.860
5.505
355
5.860
508
0
508
508
0
0
0
0
77
77
0
77
77
0
0
0
0
72.855
72.855
0
74.453
67.193
-7.260
-1.598
-5.662
-7.260
5.833
5.833
0
6.164
5.874
-290
-331
41
-290
WMO huishoudelijke hulp **
25.861
25.861
0
24.739
25.861
1.122
1.122
0
1.122
WMO hulpmiddelen
13.681
13.681
0
13.567
13.662
95
114
-19
95
70
70
0
70
70
0
0
0
0
30.038
30.038
0
31.515
30.868
-647
-1.477
830
-647
resultaat na bestemming
188.322
185.466
0
2.856
188.322
188.322
39.399 508
Saldo
Afwijking
Baten
resultaat voor bestemming
Baten
Prognose 2010 Lasten
mutaties reserves
Lasten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo -1.120
uitsplitsing: Participatiebudget * Wet Kinderopvang Sociaal medische indicatie Inkomensondersteuning Minimabeleid
Schuldbemiddeling en Budgetadvies Apparaat
* positief saldo € 5.860.000 zal worden meegenomen naar volgend jaar (2011) conform reserveringsregeling. ** Hiervan zal conform eerdere besluitvorming € 900.000 worden ingezet als eenmalige dekking voor de taakstellingen GRD en Ketenkorting. Het restant vloeit in de reserve WMO.
Resultaatanalyse Participatiebudget € 5.860.000 voordeel (Reserveringsregeling) Het participatiebudget is een rijksbudget en moet bij overschotten of tekorten worden afgerekend met het Rijk. In de begroting is zowel het definitief toegekende budget als de reserveringsregeling vanuit 2009 van € 8,8 miljoen opgenomen als baten. Ieder jaar wordt door middel van de reserveringsregeling het overschot overgeheveld naar het volgende jaar. De prognose is dat op 31 december 2010 € 5,9 miljoen wordt overgeheveld naar 2011. Het toegekende budget 2010 (€ 31 miljoen, zie onderstaande tabel) wordt op basis van deze prognose meer dan volledig benut (€ 33,9 miljoen) en er hoeft dus niets terugbetaald te worden aan het Rijk. Onderstaande tabel geeft inzicht in het verloop van het meerjarige participatiebudget 2009 – 2011 en het uitgavenverloop ten laste van het participatiebudget tot en met 2011 bij gelijkblijvend beleid en niet verder toenemende klantenaantallen. Het is de verwachting dat het nieuwe kabinet 2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 25 van 72
drastische bezuinigingen gaat doorvoeren op de re-integratiemiddelen. Bij gelijkblijvend uitgavenpatroon blijkt dat wij vanaf het jaar 2011 nadrukkelijke keuzes moeten maken voor wie of waaraan wij het participatiebudget gaan uitgeven.
Participatiebudgetten (x € 1.000) Totalen 2009
Participatiebudget 2010 Reserveringsregeling 2009 (€ 3,8 miljoen is restitutie) Totalen 2010
Participatiebudget 2011 Reserveringsregeling 2010 Schatting Totaal 2011
Baten
Lastem 48.794
36.232
30.952
33.894
8.802
0
39.754
33.894
29.500
33.060
5.860
0
35.360
33.060
Inkomensondersteuning (€ 7.260.000 nadeel) Inkomensondersteuning Resultaat op de lasten: € 1.598.000 (nadeel) De geprognosticeerde lasten Inkomensondersteuning zijn hoger dan de totale begrote lasten. Het klantenbestand WWB/WIJ van de SDD is in de periode 1 januari tot en met 31 augustus 2010 gestegen met 11,4%. Het tempo waarin we stijgen vlakt inmiddels enigszins af. Het CBS verwacht volgens de laatst bekende gegevens, per 30 juni 2010, voor de gehele jaar 2010 een stijging van 13,82%. De SDD verwacht met de kennis die we nu hebben dat we op het landelijke gemiddelde van 13,82% gaan uitkomen. Resultaat op de baten: € 5.662.000 (nadeel) Op 21 september, Prinsjesdag 2010, is het definitieve macrobudget 2010 voor de gebundelde uitkering inkomensvoorzieningen en de onderbouwing daarvan definitief vastgesteld. De raming van het definitieve budget is gebaseerd op de methodiek die is vastgelegd in het bestuurlijk akkoord dat de staatssecretaris van SoZaWe bij de start van het kabinet heeft gesloten en dat loopt tot eind 2011. Het definitieve budget 2010 is € 5,6 miljoen lager dan het eerdere vastgestelde voorlopige budget. De VNG en Divosa zijn overigens op dit moment nog in gesprek met het ministerie SoZaWe over de forse (10%) neerwaartse bijstelling van juli 2010. Het is (nog) niet bekend of dit gaat leiden tot verdere aanpassingen van de definitieve budgetten 2010 en is dus ook nog niet in deze marap vertaald. De in voorgaande jaren gevormde programmareserve Inkomensondersteuning, destijds € 2.420.000, is reeds op begrotingsbasis bij de 1e marap 2010 ingezet. Voor het geprognosticeerde negatieve resultaat voor 2010 van € 7.260.000 wordt een begrotingswijziging voorgesteld. Het definitieve resultaat zal met de jaarrekening 2010 met de gemeenten worden afgerekend. In onderstaande tabel is per gemeente opgenomen wat dit betekent bij de afrekening van de jaarrekening 2010.
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 26 van 72
Inkomstenondersteuning, verdeling per gemeente
%
Alblasserdam
€ 4,23
307.000
69,35
5.034.000
H.I. Ambacht
2,46
179.000
Papendrecht
6,13
445.000
Sliedrecht
5,16
375.000
12,67
920.000
100
7.260.000
Dordrecht
Zwijndrecht Totaal
Minimabeleid Resultaat op de lasten: € 331.000 nadeel De geprognosticeerde lasten Minimabeleid zijn hoger dan de totale begrote lasten. De voornaamste redenen daarvoor zijn de verwachte toename van de lasten in verband met de stijging van het klantenbestand en het bereik van de doelgroep gedurende het jaar, de verwachte toename betreffende de lasten inzake het SMS- Kinderfonds, Langdurigheidstoeslag, de IZA ziektekostenpolissen en de verwachte toename in de lasten betreffende internetaansluitingen. Resultaat op de baten: € 41.000 voordeel De geprognosticeerde baten zijn hoger dan de totale begrote baten. De redenen daarvoor zijn de, hoger dan geraamde, inkomsten uit terugvorderingen bijzondere bijstand en aflossingen leenbijstand. Door de stijging van het aantal verstrekkingen in voorgaande jaren neemt ook het bedrag aan aflossingen gedurende het jaar 2010 toe. Sinds de start van de SDD zien we een van jaar op jaar toenemend beroep op de Minimaregelingen. Het nu voor het jaar 2010 geprognosticeerde negatieve resultaat ad. € 290.000 ligt in die lijn. De in voorgaande jaren gevormde programmareserve Minimabeleid, destijds € 116.000, is reeds op begrotingsbasis bij de 1e marap 2010 ingezet. Het geprognosticeerde negatieve resultaat voor het jaar 2010 ad. € 290.000 komt uiteindelijk ten laste van de gemeenten. De afrekening zal verlopen via de jaarrekening. Wel wordt de bijdrage per gemeente met het vaststellen van de marap alvast opgehoogd. In onderstaande tabel is per gemeente opgenomen wat dit betekent bij de afrekening van de jaarrekening 2010.
Minimabeleid, verdeling per gemeente Alblasserdam
%
€ 4,23
12.000
69,35
201.000
H.I. Ambacht
2,46
7.000
Papendrecht
6,13
18.000
Sliedrecht
5,16
15.000
12,67
37.000
100
290.000
Dordrecht
Zwijndrecht Totaal
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 27 van 72
WMO huishoudelijke hulp Resultaat op de lasten: € 1.122.000 (voordeel) De geprognosticeerde lasten Wmo huishoudelijke hulp ( in natura en PGB’s) zijn lager dan de totale begrote lasten. Dit wordt verklaard doordat bij de begrotingsopstelling conform de vigerende systematiek de lasten gelijk zijn gesteld aan de gemeentelijke bijdragen zoals vastgesteld door de regiegroep Wmo. Hierbij lag geen relatie met de werkelijke verwachte uitgaven. Conform eerdere besluitvorming (vorige bestuursperiode) wordt in 2010 éénmalig € 900.000 ingezet als dekking voor de gecombineerde Taakstelling Ketenkorting en het aandeel SDD in Brede Doorlichting GRD. Het restant van het verwachte overschot wordt bij de jaarrekening 2010, conform Uitvoeringsbesluit financiële bijdrage SDD, toegevoegd aan de reserve Wmo. In de geraamde budgetten heeft geen bijstelling plaats hoeven vinden. WMO hulpmiddelen Resultaat op de lasten: € 114.000 (voordeel) De geprognosticeerde lasten WMO hulpmiddelen zijn lager dan de totale begrote lasten. Resultaat op de baten: € 19.000 (nadeel) De geprognosticeerde baten zijn lager dan de totale begrote baten. Apparaat De apparaatlasten zijn ten opzichte van de 1e marap gestegen met € 1.477.000,-. Deze stijging is het gevolg van een hogere doorbelasting aan de GRD door het SCD van € 262.000, het project voorliggende voorzieningen €385.000, project partner in zelfstandigheid € 450.000 en inhuurkosten € 380.000. De hogere doorbelasting GRD van het SCD betreffen, grotendeels onbeïnvloedbare, hogere doorbelaste kosten voor werkplekken en bedrijfsapplicaties. Het project voorliggende voorzieningen levert voor 2010 zo’n € 900.000 lagere kosten op voor het WWB-inkomensdeel. Zowel de hogere inhuurkosten als het innovatieproject partner in zelfstandigheid worden gedekt uit het participatiebudget. Als gevolg van die verrekening stijgen de baten op het apparaat met € 830.000,-. Per saldo is er een tekort te melden van € 647.000, voornamelijk veroorzaakt door genoemde de hogere doorbelasting van SCD en het project voorligende voorzieningen. Deze kosten komen uiteindelijk voor rekening van de gemeenten. Formatieonderzoek BMC De SDD heeft een onderzoek laten uitvoeren door BMC naar de benodigde formatie voor Werk en Inkomen, gerelateerd aan de (van jaar op jaar fluctuerende) hoeveelheid uit te voeren werk. Het onderzoek toont een discrepantie aan tussen de huidige formatie en de benodigde formatie en doet aanbevelingen voor oplossingen. Op dit moment wordt gekeken welke exacte effecten de nieuwe rekensystematiek heeft. Dit zal begin 2011 voor bestuurlijke besluitvorming worden aangeboden. Voortgang investeringen In dit onderdeel wordt de stand van zaken en prognose van de beschikbaar gestelde kredieten opgenomen. Eventueel met een toelichting van een aanpassing op de prognose. De GR Drechtsteden streeft erna kredieten zo snel mogelijk af te sluiten.
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 28 van 72
Omschrijving
Drechtraad d.d.
Krediet (x €1.000)
Besteed (x €1.000)
Huisvesting Sociale Dienst Drechtsteden
December 2008
328
328
Uitkeringssysteem
December 2008
200
0
Voorbereiding werkplein
December 2009
300
300
Voortgang t.o.v. planning De werkzaamheden zijn afgerond.
In 2010 zal een nieuwe versie van het uitkeringssysteem worden geïmplementeerd. Naar verwachting zal in het 4de kwartaal deze implementatie worden uitgefactureerd. In dit krediet wordt ook de bijdrage van € 60.000 voor de nieuwe hoofdserver verwerkt. De werkzaamheden zullen binnen het beschikbaar gestelde krediet worden uitgevoerd. De voorbereiding van het werkplein wordt binnen de planning uitgevoerd
Personeel Geraamde formatie
Bezetting
308 fte
286 fte
Van de geraamde formatie is 287,6 fte vaste formatie. Op de vaste formatie hebben we een vacatureruimte van 1,6 fte. De tijdelijke formatie is 20,4 formatieplaatsen. De tijdelijke toegekende formatie wordt, gezien het tijdelijke karakter en anticiperend op de financiële opgave, ingevuld met tijdelijke inhuur. Per 1 september wordt er 56,62 formatieplaatsen personeel ingehuurd bij de Sociale dienst. Naast de genoemde tijdelijke formatie betreft het extra inzet gezien de toename van het bestand en de extra inzet op de uitstroom daarvan alsmede tijdelijke inhuur bij nog onvervulde vacatures of ziekte. De werkelijke kosten zijn tot nu toe € 2.954.000 en we prognosticeren dat we in 2010 totaal € 4.344.000 gaan uitgeven aan inhuur. Deze inhuur wordt gefinancierd uit het participatiebudget, vacature ruimte en opbrengst detacheringen. Verdeling en dekking inhuur: Aard inhuur
Dekking
Fte
gevolgen crisis
Participatiebudget
25,34
inburgering(sagenda)
Tijdelijk toegekende formatie
10,67
schuldhulpverlening
Tijdelijk toegekende formatie (rijk)
9,05
projecten
Participatiebudget, ESF
5,78
vervanging tijdens werving
Vacatureruimte
0,89
ziektevervanging
Vacatureruimte c.a.
4,89 56,62
Geraamd ziekteverzuim
Werkelijk ziekteverzuim
5%
4,85%
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 29 van 72
Resultaten brede doorlichting In het kader van de brede doorlichting zijn business-cases opgestart om de bezuiniging voor 2010 te realiseren. Conform de notitie taakstellingen en bezuinigingen die op 6 september 2010 door de BC-SDD is vastgesteld zal in de begroting 2010 de volledige taakstelling (inclusief de aan de SDD opgelegde ketenkorting) grotendeels incidenteel worden gerealiseerd. Risico’s De financiën van de SDD staan als gevolg van de economische crisis onder druk. De financiële risico’s zijn op enkele terreinen groter dan met de aanwezige reserves opgevangen kunnen worden. Per risicogebied is de situatie als volgt: Bijstandsverlening De afspraken tussen het Rijk en de gemeenten over de bijstandsbudgetten zijn in 2008 aangepast. De financiële risico’s op de bijstandsverlening zijn door deze afspraken voor gemeenten toegenomen. Waar tot 2009 de gerealiseerde uitgaven van enig jaar direct betrokken werden bij de bepaling van het landelijk beschikbare macrobudget voor het volgende jaar, is dat nu niet meer zo. Het macrobudget is meerjarig vastgelegd; alleen afwijkingen buiten een afgesproken bandbreedte compenseert het Rijk. Gemeenten hebben als gevolg daarvan in deze economische crisis te maken met een structureel tekort. Zoals in deze marap opgenomen wordt verwacht dat het budget niet toereikend zal zijn om de extra bijstandslasten te dekken. De omvang van (kortingen op) het budget is echter nog onzeker. Daarbij komt dat de risicoreserve bijstandsverlening na de 2e begrotingswijziging op € 0 staat. Minimabeleid Na de 2e begrotingwijziging is de reserve minimabeleid leeg. Het voor het jaar 2010 geprognosticeerde negatieve resultaat ad € 290.000 is het gevolg van een structurele ontwikkeling, die versterkt wordt door de huidige economische situatie. Dit vraagt dus herbezinning van het beleid. Participatie De risico’s op de uitgaven voor participatie zijn als gevolg van de economische crisis enorm. In 2010 zullen we nog middelen overhouden, maar dat zal dit jaar voor het laatst zijn. Het beleid om iedereen (95% van de klanten zonder vrijstelling of ontheffing) een traject aan te bieden zal in 2011 niet meer gerealiseerd kunnen worden. Dalende macrobudgetten in combinatie met stijgende klantenaantallen maken dat keuzes voor 2011 en volgende jaren onvermijdelijk worden. Op dit beleidsterrein bestaat geen reserve. De zogenaamde reserveringsregeling, op basis waarvan gemeenten in beperkte mate budgetten over de jaargrens heen mogen tillen, zorgt dat enige egalisatie tussen jaren mogelijk is. Met het oog op de ingrijpende bezuinigingen op het Participatiebudget die van het nieuwe kabinet verwacht worden zullen we op afzienbare termijn onze doelen op het gebied van re-integratie drastisch bijstellen. Daarbij zullen we een scherper doelstelling op het resultaat van onze inzet formuleren, in plaats van op de inzet zelf. WMO Huishoudelijke Hulp Tijdens het jaarrekening traject 2009 is er meer duidelijkheid gekomen over de stand van zaken met betrekking tot de afrekening WMO HH 2008. Dit kon niet meer worden opgenomen in de cijfers zoals verwerkt in jaarrekening 2009. Het incidentele voordeel van € 889.000, is met de huidige kennis € 338.000 te hoog. Over het restant, van € 551.000, wordt nog met enkele zorgaanbieders gesproken over de afwikkeling. Dit geeft een onzekerheid die in 2010 kan leiden tot een incidenteel nadeel. Bij de jaarrekening 2010 van de GRD zal de SDD hier het definitieve resultaat naar verwachting afgeven. Bedrijfsrisico’s SDD De SDD is een organisatie die met van jaar op jaar sterk fluctuerende hoeveelheden werk te maken heeft. De bedrijfsrisicoreserve SDD bevat na resultaatbestemming 2009 nog slechts € 220.000. Dit is in relatie tot een totale begroting volstrekt onvoldoende om eventuele risico’s zonder extra bijdragen van de gemeenten te kunnen opvangen. 2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 30 van 72
Tot op heden is het participatiebudget qua omvang en regelgeving een goede buffer van waaruit de risico’s op de uitvoeringskosten opgevangen kunnen worden. Nu de participatiemiddelen slinken en de klantenaantallen toenemen moet deze aanwending van hat participatiebudget worden heroverwogen, het geen extra drukt legt op de apparaatskosten. Functiewaarderingstraject SDD Momenteel loopt er bij de GRD een functiewaarderingstraject. De SDD heeft sinds 1 januari 2007 indicatief gewaardeerde functies. Het huidige functiewaarderingstraject GRD betekent een reëel risico dat enkele functies op een schaalniveau hoger gewaardeerd gaan worden dan het indicatieve niveau. Bij herwaardering met terugwerkende kracht betekent dit een financieel risico van enkele tonnen. Een exactere inschatting is in deze fase van het functiewaarderingstraject nog niet te geven. Reservepositie Reserve (x € 1.000)
Programmareserve inkomensondersteuning
Stand na resultaatbestemming 2009
Stand na 2e begrotingswijziging 2010
Stand na 2e Marap 2010
Maximale reserve financieringsafspraken
2.421
0
0
4.500
116
0
0
300
2.900
2.900
2.900
2.900
Programmareserve WI
800
800
800
800
Bedrijfsrisicoreserve SDD
220
220
220
710
Innovatiereserve SDD
320
0
0
n.v.t.
Programmareserve minimabeleid Programmareserve WMO
WMO HH Op de huishoudelijke hulp is sprake van minder grote uitgavenschommelingen van jaar tot jaar dan op de bijstandsverlening. De uitgavenontwikkelingen lijken - na drie jaar ervaring met de uitvoering van deze regelgeving - redelijk voorspelbaar. De risicoreserve Wmo, momenteel € 2,9 mln zal naar verwachting bij resultaatbestemming 2010 € 3,2 miljoen bevatten. De huidige beelden zijn dat deze reserve zal moeten worden ingezet om de budgetverlagingen 2011 deels te kunnen opvangen en af te bouwen voor de jaren daarna. Inburgering Deze risicoreserve is gevormd om het (prijs) risico op de inburgering af te dekken. Wij verwachten dat omvang van de reserve voldoende is om in de toekomst eventuele risico’s te kunnen opvangen. De overige reserves zijn toegelicht in de risicoparagraaf. Bedrijfsvoering; follow-up bevindingen accountant jaarrekening 2009 In het rapport van bevindingen over de SDD waren 3 opmerkingen gemaakt. Ze betroffen: 1. verbeteren van het beheer van tussenrekeningen; 2. een adequate reactie op de gewijzigde regelgeving voor het over de jaargrens meenemen van middelen uit het participatiebudget; 3. de prognose van de jaarlast WMO HH die verbeteren. De door de accountant gerapporteerd bevindingen zijn naar tevredenheid volledig afgerond.
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 31 van 72
Conclusies & gevraagd besluit Instemmen met Begrotingswijziging: Participatiebudget € 356.000 verhoging vanwege bijstelling rijksbudget. Inkomensdeel € 1.598.000 verhoging van het budget vanwege hogere uitkeringslasten. Vanwege de verlaging van het rijksbudget á € 5.662.000 per saldo een (te verrekenen) nadeel van -€ 7.260.000. Minimabeleid € 331.000 verhoging van het budget. De als gevolg hiervan te verrekenen hogere bijdrage voor de deelnemende gemeenten is € 290.000. De resterende € 41.000 wordt gedekt door hogere debiteuren opbrengsten. Apparaat € 830.000 verhoging tijdelijke inhuurbudget ten behoeve van flexibele inzet op intensiveren uitstroom en het project Partner in Zelfstandigheid. De dekking voor de inhuur komt uit het participatiebudget (administratieve wijziging). Apparaat € 647.000 verhoging budget met name als gevolg van hogere doorbelasting GRD/SCD en van het project voorliggende voorzieningen. Dit project leidt naar verwachting in 2010 tot een (in de voorliggende marap verrekende) compenserend voordeel van zo’n € 900.000 en ook daarna tot grote inverdieneffecten op het inkomensdeel. De totale opwaartse bijstelling van deze begrotingswijziging behelst € 3.762.000,-. De met deze 8 maandsmarap gepresenteerde begrotingswijzing heeft effect op de verwachte gemeentelijke bijdrage, in de bijlage treft u deze aan. De SDD zal echter de bijdragen nog niet in rekening brengen bij de gemeenten deze blijven gebaseerd op de laatst vastgestelde begroting SDD (op basis van de 4 mnds marap). Met de jaarrekening 2010 en de afwikkeling hiervan, vaststelling Drechtraad, vindt afrekening plaats met de gemeenten.
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 32 van 72
2.4 Ingenieursbureau Drechtsteden De eerste acht maanden van 2010 stonden vooral in het teken van de op handen zijnde organisatie-aanpassing. Samen met adviseur KplusV is er een organisatieplan voor het IBD tot stand gekomen, dat besluitvormend naar de Netwerkdirectie, Portefeuillehoudersoverleg Middelen en Drechtstedenbestuur wordt gezonden en dat advies van de OR behoeft. Parallel aan dit traject is er met Alblasserdam, H-I-Ambacht, Papendrecht en Sliedrecht overleg geweest over een mogelijke aansluiting bij het IBD. Dit heeft er nog niet toe geleid dat men de intentie heeft om nog voor 1 januari 2011 in het IBD deel te nemen. Naar alle verwachting kan dit 1 januari 2012 gerealiseerd zijn. Het managementteam heeft zich deze acht maanden hoofdzakelijk een beeld gevormd van activiteiten, die voor de organisatieaanpassing dienen te worden ondernomen. Er is een eerste aanzet gemaakt voor het werken in projectteams en projectateliers. Projectleiders en adviseurs hebben een training adviesvaardigheden gevolgd. Ook is er aandacht besteed aan de competenties van medewerkers en hoe deze in een veranderende organisatie passen. Er zal gestart worden met intervisietrainingen. De OR is bij planvorming en voorbereiding van de organisatieaanpassing nauw betrokken geweest en heeft daarvoor gebruik gemaakt van een werkgroep, bestaande uit een representatieve vertegenwoordiging van alle medewerkers. Inmiddels zijn zij ook akkoord met de organisatieaanpassing. Wat willen wij bereiken? De ontwikkelingen in 2010 zijn sterk afhankelijk van de keuze die over de positie van het Ingenieursbureau worden gemaakt. De besluitvorming hierover is vertraagd. Toch heeft het Ingenieursbureau alvast een 1e stap gemaakt om de adviesrol te verzwaren. Daarnaast wordt er gewerkt aan een verbetering van het Imago van het IBD, met oude beelden moet afgerekend worden. Op basis van de vaste bezetting en inhuur worden er 100.000 productieve uren begroot. Wat gaan wij daarvoor doen in 2010? Product/activiteit/project
Beoogd resultaat
Productieve uren t/m 27 augustus
Stand van zaken
65.069 uur
65.701 uur
Wat gaat het kosten? Hieronder is de gecomprimeerde rekening weergegeven. Alle bedragen zijn x € 1.000. Ingenieursbureau Drechtsteden resultaat voor bestemming mutaties reserves resultaat na bestemming
Actuele begroting 2010 Lasten Baten Saldo 8.420 0 8.420
2e marap 2010 GR Drechtsteden
8.420 0 8.420
Prognose 2010 Lasten Baten Saldo 0 0 0
8.480 0 8.480
8.420 0 8.420
-60 0 -60
Lasten -60 0 -60
Afwijking Baten Saldo 0 0 0
-60 0 -60
bladzijde 33 van 72
Resultaatanalyse Bedragen x € 1.000
Voordelen Inc. Struct.
Inc.
Nadelen Struct.
Totaal
Analyse verwijzing
LASTEN 60-
Materiële budgetten overhead Subtotaal
-
-
60-
60-
BATEN Doorberekening naar klantorganisaties
60-
-
Subtotaal
-
-
-
-
-
TOTAAL GENERAAL VOOR BESTEMMING
-
-
60-
-
60-
Resultaatbestemming TOTAAL GENERAAL NA BESTEMMING
A
-
-
60-
-
60-
Toelichting A. Het nadelig saldo wordt veroorzaakt door een hogere doorbelasting van het SCD van het onderdeel ICT als gevolg van het hoger aantal werkplekken. De extra kosten betekenen een extra doorbelasting van € 60.000. Voortgang investeringen Het ingenieursbureau heeft geen openstaande investeringen in 2010. Personeel Geraamde formatie
Bezetting
75 fte
64,71 fte
De lagere bezetting wordt ingevuld door inhuur, dit om flexibel in te kunnen spelen op de vraag van de klantorganisaties. Ook gezien de ontwikkelingen en de koers van het Ingenieursbureau worden er minimaal vacatures ingevuld in 2010. Inhuur Op basis van de huidige gegevens is de verwachting dat er in totaal voor € 1,5 miljoen aan inhuur word gerealiseerd. (in de 1e marap was er nog 1,9 miljoen geraamd). Het betreft ongeveer 29.000 productieve uren met een gemiddeld inhuur tarief van € 60,-. Alle productieve uren worden doorberekend naar de opdrachtgevers. Geraamd ziekteverzuim
Werkelijk ziekteverzuim
6%
Voortschrijdend jan t/m augustus 5,02%
Het ziekteverzuim was de 1e twee maanden van 2010 hoger dan geraamd, daarna is er een grote afname opgetreden, vooral in de vakantieperiode. Inmiddels is het maandpercentage van augustus 4,95% en voortschrijdend gedaald naar 5,02% tot onder de 6% gezakt. Geraamde productiviteit
Gerealiseerde productiviteit
78%
78%
Resultaten brede doorlichting N.v.t
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 34 van 72
Risico’s Het grootste risico van het Ingenieursbureau is de opdrachtenstroom vanuit de klantorganisatie Dordrecht en Zwijndrecht. Beide partijen hebben zich garant gesteld dat 90% van de begrote omzet (primaire begroting) door beide partijen totaal wordt afgenomen. Voor Dordrecht betekent dit een afname verplichting van € 5,4 miljoen. Voor Zwijndrecht betekent dit een afnameverplichting van € 1,19 miljoen.
deel Dordrecht
Totaal
Beheer
Bouw
Civiel
81% van de totale omzet 2010
5.419.876
400.000
705.252
4.314.624
Begrote omzet (tot 27 augustus)
3.543.765
261.538
461.126
2.821.100
Werkelijke omzet (tot 27 augustus)
2.822.867
386.204
257.311
2.179.353
Totaal (tekort aan omzet)
-720.898
124.665
-203.815
-641.748
deel Zwijndrecht 19% van de totale omzet 2010
Begrote omzet (tot 27 augustus) Werkelijke omzet (tot 27 augustus) Totaal (tekort aan omzet)
Totaal
Beheer
Bouw
Civiel
1.195.798
183.726
1.012.072
781.868
120.129
0
661.740
1.446.573
145.815
6.353
1.294.405
664.704
25.686
6.353
632.665
Over de afgelopen 8 maanden van dit jaar voldoet de gemeente Dordrecht niet aan deze garantie. De gemeente Zwijndrecht voldoet wel aan zijn verplichting. Mede door het feit dat er meer gewerkt wordt aan Zwijndrecht, marktactiviteiten en aan de overige Drechtsteden kan de totale begrote omzet worden gehaald. Toch zien we nu al maanden dat in het bouwkundige deel van het IBD dat de architecten te weinig opdrachten ontvangen. Over de afgelopen 8 maanden levert dit een omzetverlies op van € 60.000. Mocht het werk aan derden wegvallen dan is het onvermijdelijk dat het IBD in de rode cijfers kan komen. Dit zou betekenen dat de beide aandeelhouders een bijdrage moeten leveren aan het Ingenieursbureau. Reservepositie Als gevolg van het verwachte verlies zal de exploitatie reserve met € 60.000 afnemen. Dit zal als resultaat worden verwerkt in de jaarrekening 2010. Bedrijfsvoering Inmiddels is de upgrade van de applicatie projectadministratie voltooid. De mogelijkheden om de projecten intern binnen het IBD te bewaken is daarmee vergroot en vereenvoudigd. Daarnaast is er gestart met een verbeterde capaciteitsplanning zodat het Managementteam afgewogen beslissingen kan nemen over wel of niet doorgaan met inhuur.
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 35 van 72
Rechtmatigheid Omdat de afwijking van het saldo minder dan 1% bedraagt wordt voorgesteld geen begrotingswijziging door te voeren n.a.v de 2e marap. Follow-up bevindingen accountant jaarrekening 2009 Bij de accountantscontrole van de jaarrekening 2009 is er door Deloitte één onderwerp aangekaart nl het treffen van een voorziening van een mogelijke niet invorderbare inkomst. Vooralsnog is nog steeds niet duidelijk of deze vordering ook daadwerkelijk wordt ontvangen. De onderhandelingen vinden (zeer moeizaam) nog steeds plaats met een gemeente uit de Drechtsteden. Gevraagd besluit Kennis nemen van het risico – afname verplichting.
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 36 van 72
2.5 Servicecentrum Drechtsteden Algemeen Het SCD bestaat inmiddels twee en een half jaar. In die periode is veel aandacht gegaan naar het opbouwen van de organisatie en het halen van de forse financiële doelstellingen. Voor wat betreft de financiële doelstellingen: het jaar 2009 is positief afgesloten en het ziet er naar uit dat dit ook voor 2010 gaat gelden. Dat dit is gelukt onder een moeilijk gesternte is de verdienste van veel gemotiveerde SCD-ers. Evenzeer is het de verdienste van de collega’s en bestuurders van onze 18 partners (6 gemeenten en 12 regionale organisaties) die met ons mee hebben gedacht en gewerkt om dit resultaat te bereiken. Het SCD is zeker niet af. Een organisatie met de historie, de omvang en complexiteit als het SCD in een periode van 2,5 jaar helemaal op orde krijgen is op zijn minst onwaarschijnlijk. Als er al zoiets bestaat als een organisatie die geheel op orde is. In de afgelopen periode zijn de nodige organisatorische wijzigingen doorgevoerd. Op dit moment worden de afdelingen die op het PenO terrein werkzaam zijn, anders ingericht. Daarmee beogen we de onderlinge samenwerking te verbeteren, de klant beter te kunnen ondersteunen en te besparen op overhead (managers). De afdelingen die op het terrein van ICT werkzaam zijn, worden ook tegen het licht gehouden, mede met het oog op de situatie na de uitrol van de nieuwe regionale infrastructuur. Belangrijke punten van aandacht bij al onze inrichtingsvraagstukken zijn vergroten van de klantnabijheid en –gerichtheid, vooral op de onderdelen die beleid en advies leveren (customer intimacy) uitvoerende taken zoveel mogelijk standaardiseren en procesgericht inrichten in plaats van per klant (operational excellence) het terugdringen van externe inhuur (waar mogelijk en verstandig), het terugdringen van overhead (bv door het schrappen van managementposities). Daarnaast is cultuur nog steeds een aandachtspunt binnen de organisatie. In de beginfase van het SCD is onvoldoende aandacht geweest voor het feit dat het werken voor 18 klanten wezenlijk anders is dan het werken binnen 1 gemeente. Zowel de binding aan de SCD organisatie als de klantgerichtheid van de medewerkers vragen nog aandacht. Om die reden zijn medio 2010 een MD-programma voor alle leidinggevenden en een organisatiebreed trainingsprogramma gestart waarin deze vraagstukken centraal zullen staan. Ontwikkelbudget Voor kosten verbonden aan bovenstaande ontwikkelingen en het opstarten van de businesscases voor het VIP-programma heeft het SCD in 2010 een ontwikkelbudget ad € 100.000 vanuit het concern ontvangen. Financiële doelstelling SCD Bij de start werd er op gerekend dat het SCD zou leiden tot 20% kostenreductie voor de eigenaren. Dit bedrag is direct ingeboekt en verwerkt in de begrotingen van de gemeenten. De ‘opbrengst’ van het SCD is dus niet in de GRD begroting, maar in de begrotingen van 2008 en verder van de individuele gemeenten/gemeenschappelijke regelingen te vinden. Gedurende de eerste twee jaren is een deel van het besparingsbedrag nog aan het SCD toegekend voor transitiekosten. Dit bedrag is inmiddels afgebouwd waardoor in de gemeentebegrotingen de besparing die het SCD voor de eigenaren oplevert, te zien moeten zijn. Overigens hebben de gemeenten in de afgelopen jaren boven op het afgesproken basispakket extra diensten afgenomen van het SCD. Deze kosten die dus veroorzaakt worden door extra dienstverlening, worden apart doorgerekend. Te denken valt hierbij aan de kosten van extra advisering via DVOs (dienstverleningsovereenkomsten), extra werkplekken en applicaties en meergebruik op het gebied van telefonie en print. 2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 37 van 72
Om de 20% kostenreductie en de taakstellingen in het kader van de Brede Doorlichting te realiseren stuurt de leiding van het SCD strak op de inzet van personeel en op de besteding van materiële budgetten. Een belangrijke besparing wordt gerealiseerd door medewerkers te vervangen door geautomatiseerde processen. Daarvoor moet over het algemeen wel eerst in software en projectmanagement worden geïnvesteerd. Het SCD heeft inmiddels 16 businesscases en projectplannen uitgewerkt (VIP). Veel daarvan gaan over het invoeren van geautomatiseerde systemen. Voor de uitvoering ervan hebben we onlangs een krediet aangevraagd. Kwalitatieve doelstelling SCD Naast de financiële doelstelling heeft het SCD ook een belangrijke kwalitatieve doelstelling met doorontwikkeling van ondersteunende processen. Het SCD wil zijn dienstverlening verder verbeteren. Dit gebeurt onder andere via organisatorische aanpassingen gericht op betere onderlinge samenwerking, door systemen beter aan elkaar te koppelen, en door een aantal uitvoerende processen (bijvoorbeeld het verwerken van facturen) grotendeels geautomatiseerd te laten verlopen waardoor het aantal fouten wordt verkleind. Een belangrijke klacht van onze partners is de bureaucratie bij het SCD. Ze moeten een webformulier invullen als ze een vraag hebben. En het antwoord op een vraag loopt vaak via verschillende schijven. Allereerst zal helder zijn dat het niet mogelijk is om deze ‘bureaucratie’ helemaal te vermijden. Het SCD krijgt jaarlijks honderdduizenden vragen en zaken te behandelen. Registratie hiervan is onmisbaar om tijdigheid en kwaliteit van afdoening te bewaken. Toch kan de werkwijze, met de ervaringen van de afgelopen twee jaar, op veel plaatsen worden vereenvoudigd. Bijvoorbeeld door te investeren in het ‘virtuele serviceplein’, waardoor het SCD beter toegankelijk wordt en klanten vaker in één keer worden geholpen. Het SCD volgt de prestaties en dienstverlening steeds beter. We ontwikkelen ‘benchmarks’ samen met andere shared serviceorganisaties. We bereiden een Klanttevredenheidsonderzoek voor. De resultaten daarvan zullen rond de jaarwisseling bekend zijn. Sinds september monitoren we de klanttevredenheid op zaaksniveau, via een reactiemogelijkheid in mozaiek. Verder gebruiken we een ‘balanced scorecard’ die we nu ook ontwikkelen op clusterniveau. Prioriteiten in 2010 Zoals aangegeven in de 1e marap ligt de nadruk in 2010 voor het SCD op: het halen van de financiële targets, het verder standaardiseren en innoveren van werkprocessen, het verkrijgen van inzicht in en verbeteren van de kwaliteit van de prestaties (actief sturen op prestatie-indicatoren en op houding en gedrag) en het vergroten van de effectiviteit van het management. In de hierna volgende paragrafen wordt dit verder toegelicht. Hierin staat ook een aantal risico’s vermeld. Wat willen wij bereiken? Het SCD wil de samenwerkende partners in de Drechtsteden en de regio ZHZ ondersteunen door een sterke service. Dat biedt onze partners de ruimte om zich te concentreren op hun primaire taken.
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 38 van 72
Hoe kunnen we dit meten? Het SCD werkt in zijn sturing met een balanced scorecard. Als hulpmiddel om de organisatie te ontwikkelen en prestaties zichtbaar te maken. Deze balanced score card is nadrukkelijk een werk in uitvoering. 1. Financiën/Eigenaar
2. Klant
Kritische succesfactor (KSF): financiële beeld Prestatie-indicator Norm Werkelijk
Kritische succesfactor (KSF): klanttevredenheid Prestatie-indicator Norm Werkelijk
Vermoedelijk beloop % *Uitputting personeelsbudget *Uitputting IP&A 1B *Uitputting overige Aantal vacatures SCD 3. Medewerker Kritische succesfactor (KSF): medewerkerstevredenheid Prestatie-indicator Ziekteverzuim MTO
100%
100,6
100% 100% 100% -
Klantprestatie-indicatoren 99,1% KTO (1) 106,6% 100% 3
Norm 5,4% 7
Werkelijk
(paragraaf 3) 7 -
4. Vernieuwing Kritische succesfactor (KSF): medewerkerstevredenheid Prestatie-indicator Norm
Werkelijk
7,37% *Aanpakken knelpunten 6,4* *VIP-projecten -Aantal VIP-projecten -Aantal businesscases -Hoeveel in uitvoering
-
25 16 13
1. MTO van april 2009
De balanced scorecard is op hoofdlijnen een samenvatting van de MARAP. Onderdelen worden verderop in de tekst toegelicht. Met behulp van de balanced scorecard en de prestatie-indicatoren (zie hieronder) kan het bestuur de kwalitatieve en kwantitatieve ontwikkeling van het SCD volgen. Klantprestatie-indicatoren (kpi’s) Het SCD werkt met klantprestatie-indicatoren (KPI’s). Op alle indicatoren die achter blijven bij de norm wordt door het MT en in vervolg daarop door de afdelingshoofden sterk gestuurd. Waar nodig worden verbeterplannen opgesteld.
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 39 van 72
Klantgerichte Prestatie-Indicatoren SCD 2010 Taakveld Product Prestatie-indicator Betalen Registratie 5 kalenderdagen na 1e ontvangst bij SCD KO: Coderen en accorderen
Inkoop
P-Beheer
% gecodeerd en geaccordeerd 20 kalenderdagen na ontvangst door klantorganisaties van SCD Fiatteren en % facturen betaald 5 betalen kalenderdagen na terugontvangst bij SCD SCD+KO: betalen % facturen betaald facturen 30 kalenderdagen na 1e ontvangst bij SCD Inkopen % besparingen uitgevoerde aanbestedingen (t.o.v. oude inkoopbedragen) Personeelsadmini % mutaties verwerkt stratie op tijd Melding % meldingen op tijd ziekteverlof Beter meldingen % meldingen op tijd Bezwaarprocedur es
JKC
P-advies
ICT
FM
Werving en selectie Incidenten*
% besluiten geleverd binnen afgesproken termijn (met hoorzitting/bezwaarci e’s) Doorlooptijd vragen P-advies % binnen 5 dagen afgehandeld % binnen 5 dagen afgehandeld
Aanmelding nieuwe medewerker Wijzigingsverzoek % binnen 3 dagen en** afgehandeld DIV % dossiers binnen 24 uur uitgeleverd Beheer FM % tijdig afgehandelde werkorders Schoonmaak VSR kwaliteitsmetingen
Jan/feb Maart/april Mei/juni Juli/aug 32,3* 34% 29% 44,9%
Norm 90% rood
85,3%
77,8%
76%
76,2%
90% rood
91,2%
95%
97%
97,4%
90% groen
85,0%
79,6%
76,8%
77,5%
90% oranje
3,5%
31%
8%
20%
2,5% groen
83%
88%
80%
92%
95% oranje
87%
96%
96%
98%
95% groen
85%
93%
91%
95%
95% groen
43%
65%
56%
65%
80% rood
-
-
72%
86%
90% oranje
82%
77%
76%
79%
90% rood
96%
93%
96%
99%
90% groen
35%
54%
35%
46%
90% rood
62%
55%
55%
90% rood
45%
60% 70%
72%
70%
90% rood
6 – 6,5
6,5
7
6,5
7 oranje
Legenda: Rood licht: Oranje licht: Groen licht:
Ruim slechter dan norm; negatieve afwijking van 5 % of meer iets slechter dan norm; negatieve afwijking tot 5% op of beter dan norm
*Het lage percentage bij wijzigingsverzoeken is ook te wijten aan de handmatige interface tussen Mozaiek en Top Desk. Door de uitvoering van het vip-project ‘koppeling van mozaïek aan Topdesk’ wordt dit proces versneld.
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 40 van 72
Wat gaan wij daarvoor doen in 2010? Betalingstermijnen: crediteuren Naar verwachting maken vanaf 1 oktober 2010 alle partners gebruik van Digifac. Het gebruik van Digifac draagt bij aan het op tijd betalen van facturen.
Zoals in de 1e marap is aangegeven zijn we gestart met het uitwerken van verbeterstappen na de invoering van Digifac. Zo gaan we als onderdeel van het VIPprogramma gebruik maken van het optisch inlezen van facturen (OCR), waardoor een efficiency- en kwaliteitsslag bij zowel het SCD als de klantorganisaties wordt bewerkstelligd. Het uitdrukkelijke doel is om goed opgestelde en aangeboden facturen binnen 30 dagen na ontvangst bij het SCD te betalen. Van deze termijn krijgt het SCD 5 dagen voor de registratie, de partners 20 dagen voor het coderen/accorderen en het SCD 5 dagen voor de feitelijke betaling. Uit de tabel met klantprestatie-indicatoren in paragraaf 3 blijkt dat we ten opzichte van 2009 grote stappen vooruit hebben gezet. Toch is zowel bij het SCD al bij de partnerorganisaties die moeten accorderen nog winst te behalen. Wij ondersteunen onze partners bij het realiseren van hun doelstelling. Zo ontvangen onze partners wekelijks overzichten van openstaande facturen waardoor zij hun deel van het betaalproces beter kunnen aansturen. Betalingstermijnen: debiteuren Bij de partners wordt het digitaal aanleveren van opdrachten voor het aanmaken van debiteurennota’s uitgerold. Dit zal naar verwachting eind 2010 afgerond zijn. Hierdoor kan de afdeling Debiteuren/Crediteuren (DCB) beter procesgericht werken. Als vervolg hierop is opdracht verleend voor het ontwikkelen van een debiteuren-webformulier. Hiermee kunnen klantorganisaties gebruik maken van gegevens die bij het SCD in de database staan. Opdrachten kunnen daardoor sneller worden gegeven en verwerkt. Naast de efficiencyverbetering is het ook een kwaliteitsverbetering. De daadwerkelijke invoering van het debiteuren-webformulier is o.a. afhankelijk van een aantal andere automatiseringsprojecten. Op dit moment wordt uitgegaan van invoering in het 1e kwartaal 2011. Voortgang Personeelszaken Zoals in de 1e marap is aangegeven houden we de organisatie en werkprocessen binnen het P-domein nu opnieuw tegen het licht. Doelstelling is een verdere kwalitatieve doorontwikkeling en verbetering van de dienstverlening. We brengen nog dit jaar alle afdelingen die zich binnen het SCD met personeelszaken bezig houden, bij elkaar in 1 afdeling. Iedere partner/klant krijgt daarbinnen een senior medewerker als strategische HR-partner. We hopen daardoor een grotere klant-nabijheid te realiseren. De komende 2 maanden werken we dit verder uit. Er wordt op dit moment ook een nieuwe HR-manager geworven, om de afdeling aan te sturen.
Tegelijkertijd bereiden we via een VIP project ook de regionale invoering van E-HRM voor. Door het anders inrichten van de werkprocessen, kan een aantal administratieve handelingen worden gebracht. Dit zal in 2011 moeten leiden tot een vermindering van het aantal medewerkers dat werkzaam is binnen het P-domein. Hiermee wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan onze financiële doelstellingen. In het Innovatieprogramma van de Drechtsteden zijn projectvoorstellen (business-cases) ondergebracht waarmee het SCD de gemeenten zelf kan helpen om te besparen op de inzet van personeel. Bijvoorbeeld via regionale aanbesteding van de inhuur van externen.
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 41 van 72
Voortgang ICT In het IPA programma wordt onder andere de nieuwe regionale infrastructuur (GRID) uitgerold. Deze komt daarna in beheer van het SCD, bij de afdeling ATB. Tot dat alle gebruikers over zijn op het GRID en nog enige tijd daarna (uitfasering) moet het SCD ook de grote diversiteit aan oude en vaak verouderde infrastructuren onderhouden. En tijdens de verbouwing blijft de winkel open: onze partners vragen zeer regelmatig om nieuwe projecten en producten. In 2010 is hard gewerkt om beter grip te krijgen op en prioriteiten te stellen binnen de werkvoorraad. De vraag naar ICT dienstverlening is op dit moment veel groter dan mogelijk is binnen de bestaande middelen. We bereiden daarom in nauw overleg met onze partners een normering voor van de ICT dienstverlening. Daarmee wordt duidelijk wat onze partners binnen het basispakket aan dienstverlening mogen verwachten. Vanaf 2011 willen we hiermee kunnen werken. De nieuwe ICT infrastructuur, GRID, groeit gestaag. Was het aantal gebruikers en applicaties aan het begin van dit jaar nog gering, in het tweede kwartaal is de GRID omgeving naar volwassenheid gegroeid: meer dan de helft van de gebruikers werkt nu met de nieuwe e-mail omgeving, ruim duizend applicaties zijn in beheer, de nieuwe telefooncentrale (Avaya centrale) is operationeel, nieuwe vaste telefoons zijn in beheer en vele werkplekken zijn nu omgezet naar de GRID omgeving.
Een aandachtspunt is dat het IP&A-project veel meer werkplekken en applicaties heeft moeten migreren waardoor de totale migratie pas eind juni 2011 zal zijn afgerond. Hierdoor kan het SCD pas later contracten beëindigen, waardoor de ICT-kosten hoger zijn. Dit zal in 2011 leiden tot hogere ICT-kosten. Verder werken we aan het omzetten van de ICT-contracten van de gemeenten naar het SCD. De verwachting is dat in het 2e kwartaal van 2011 alle ICT contracten zijn overgezet. In bijlage 2 is de actuele stand van zaken opgenomen. Inkoop Sinds de start van het SCD levert de afdeling Inkoop als adviserende afdeling, vaak op ad-hoc basis, via het reguliere trekkingsrecht advies en begeleiding. Nadelen van het huidige trekkingsrechtmodel zijn o.a.: de inzet is hoofdzakelijk ingericht op individuele inkoopondersteuning van klantorganisaties en minder op bundeling c.q. gezamenlijke aanbesteding van inkoopvolumes; de afdeling adviseert niet in alle gevallen bij projecten met hoge exploitatie-uitgaven en/of kapitaalslasten en/of een hoog risicoprofiel. Daardoor is de ‘opbrengst’ van de afdeling niet optimaal.
Het SCD heeft een voorstel ontwikkeld voor een nieuwe werkwijze op het gebied van inkoop. Dit voorstel wordt binnenkort voorgelegd aan het Netwerkberaad. Het SCD zet daarbij in op een slimmere inzet van capaciteit en middelen in combinatie met een meer gestructureerde werkwijze van de planning en uitvoering van de inkoopactiviteiten (à la een P&C-cyclus). De kern van de inkoop-P&C-cyclus zoals we die gaan voorstellen zit in het werken met een inkoopplan op basis van een gestructureerde inventarisatie van inkoopbehoeften (inkoopscan) voor het komende P&C-jaarvak. Op basis van de verkregen informatie uit de jaarlijkse inventarisatie kan het SCD een Inkoopplan Drechtsteden (IPD) opstellen waarin de inkoopprojecten met een hoog besparingspotentieel en/of een hoog risicoprofiel worden geprioriteerd. We schatten op basis van huidige inzichten globaal in dat er op het totale, regionale uitgavenpatroon van ca. € 400 mio 2 à 3% bespaard kan worden. Als het Netwerkberaad in het najaar instemt met de voorgestelde werkwijze kan het SCD na uitvoering van het stappenplan concrete uitspraken doen over het reële besparingspotentieel in de regio Drechtsteden en de uitvoering van het inkoopplan opstarten.
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 42 van 72
Schoonmaak Op het gebied van de kwaliteit van de schoonmaak dienstverlening zijn diverse kwaliteitsmetingen gehouden, waarvan de uitslag nog niet bekend is. Deze metingen betreffen overigens “technische” kwaliteit en niet de beleving over schoonmaak. Bij het meten van de technische kwaliteit wordt gekeken of de schoonmaakwerkzaamheden worden uitgevoerd, conform het schoonmaakwerkprogramma.
Momenteel wordt gewerkt aan de Europese Aanbesteding schoonmaakonderhoud en glasbewassing. Het aanbestedingstraject verloopt vooralsnog conform planning. De overeenkomst voor het schoonmaakonderhoud zal in de Gemeente Dordrecht, GRD, Regio Zuid Holland Zuid, Gemeente Alblasserdam en Gemeente Papendrecht per 1 december 2010 ingaan. Voor de klantorganisatie Zwijndrecht is de ingangsdatum 1 januari 2011 en voor de overeenkomst glasbewassing voor alle locaties is de startdatum ook 1 januari 2011. Daarnaast voeren we een haalbaarheidsstudie uit voor een Europese Aanbesteding schoonmaakonderhoud en glasbewassing voor dislocaties. Hoewel wij een verbetering van de prestaties van de leveranciers constateren neemt het aantal storingsmeldingen niet af. De afhandeling van deze klachten blijft voor ons een tijdrovend, maar aanhoudend aandachtspunt. Beheer FM Het percentage op tijd afgehandelde werkorders bedroeg in de afgelopen periode 70%. Dit is een stijging ten opzichte van de voorgaande periode. De afdelingsleiding geeft meer aandacht aan een tijdige afhandeling van werkorders. Dit begint vruchten af te werpen. We verwachten de stijgende lijn de komende periode door te kunnen zetten. DIV Vanaf de start van het SCD heeft de afdeling DIV (Documentaire informatievoorziening) een toegestane bovenformatie (ca 10 fte). De formatie die voor de afdeling was berekend ging uit van gestandaardiseerde, digitale werkprocessen bij alle partners (klanten). En van archieven die op orde waren. Bij de start van het SCD was al duidelijk dat dit niet klopte. De werkprocessen bij de gemeenten en Gemeenschappelijke regelingen waren en zijn voor het grootste deel nog niet gestandaardiseerd en gedigitaliseerd. En bij de meeste partners is een fikse achterstand in archivering. Hierdoor heeft het SCD de mensen die bovenformatief zijn, nog steeds nodig om het werk aan te kunnen. Tegelijkertijd moeten we echter wel onze financiële doelstellingen halen.
Als onderdeel van het VIP-programma hebben we een plan opgesteld om de condities te scheppen waardoor we binnen de O&F-formatie en op een hoger kwalitatief niveau het werk kunnen doen. Om dat te realiseren moeten we investeren in mensen en middelen (digitalisering van werkprocessen, scan-apparatuur etc). Voor deze investeringen is een krediet aangevraagd. De kosten van de personele reorganisatie zijn nog niet goed in te schatten. Deze kosten vormen vooral een risico voor 2011. Zie voorts de risicoparagraaf (par. 3.4). Voor een goed begrip: als we dit project niet zouden uitvoeren zouden we deze personele kosten ook hebben, alleen zou het dan nog langer duren voor we de problemen opgelost krijgen. Voortgang project Actualisering en Aanscherping PDC Met dit project willen we de Producten en diensten catalogus (PDC) per 2011 actueel krijgen. Dat doen we door producten en diensten opnieuw te categoriseren, te concretiseren, aan te vullen en/of te schrappen. Vervolgens concretiseren we de omschrijvingen van producten en diensten. In de laatste maanden van het jaar zal het project worden geëvalueerd. De actualisering en aanscherping van de PDC moet een jaarlijks proces worden.
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 43 van 72
Wat gaat het kosten?
Hieronder is de gecomprimeerde rekening weergegeven. Alle bedragen luiden x € 1.000. nadelen worden met een - opgenomen, voordelen met een +. Service Centrum Drechtsteden
Actuele begroting 2010 Lasten
resultaat voor bestemming mutaties reserves resultaat na bestemming
Baten
Prognose 2010
Saldo
Lasten
Baten
Afwijking
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
45.044
45.044
0
45.328
45.653
325
-284
609
0
0
0
0
0
0
0
0
0
45.044
45.044
0
45.328
45.653
325
-284
609
325
Bedragen x € 1
Voordelen Inc.
Struct.
Nadelen Inc.
Totaal
325
Analyse verwijzing
Struct.
LASTEN Personeel Overige personele kosten Huisvesting Apparaatskst, bedrijfsapplicaties Schoonmaak, rest. voorz., beveiliging Rekencentrum (1A) Werkplek (1B) Voorgeschoten kosten
Subtotaal BATEN Basispakket Additioneel pakket Pluspakket DVO's/ overige opbrengsten IPA 1B Salarisgaranties Voorgeschoten kosten Overige
224.809
224.809 -6.558
42.650 20.832
288.291
-6.558 42.650
-565.583
20.832 -565.583
-572.141
-283.850
44.843
44.843
D
-365.080 -288.613
F E
365.080 288.613
Subtotaal
653.693
44.843
-608.850
TOTAAL VOOR BESTEMMING
941.984
-616.984
325.000
325.000
325.000
Resultaatbestemming TOTAAL NA BESTEMMING
941.984
A
-291.984
B
C
0
Analyse verwijzing A: Het voordeel van € 224.000 op personeel ontstaat door strakke sturing op personeelskosten en gerealiseerde innovatie voordelen vanuit het programma voortdurende innovatief presteren (VIP). Analyse verwijzing B: Het tekort op werkplek (1B) van € 564.000 ontstaat voornamelijk door extra kosten die gemaakt worden voor printer en telefonie. Analyse verwijzing C: De taakstelling van ruim 1 miljoen die voor 2011 moet worden gerealiseerd via het VIP programma. De opbrengsten van VIP-projecten en de taakstelling lopen niet synchroon. De voordelen die ontstaan vanuit dit programma worden niet direct aan het begin van 2011 gerealiseerd. Om deze vertraging op te vangen worden opbrengsten en besparingen van 2010 gedoteerd aan een reserve. Analyse verwijzing D: De verlaging van het basispakket betreft een aanpassing van de bijdragen GRD voor de versterking van de afdeling financiële administratie en grootboek. In de vorige rapportage werd uitgegaan dat hiervoor een extra bijdrage kon worden gevraagd, maar 2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 44 van 72
GRD heeft besloten de versterking FAG te financieren door vermindering van het aantal adviesuren communicatie. Analyse verwijzing E: In de 1e marap is opgenomen dat de extra kosten voor telefonie en printers zijn gemaximeerd op het toegekende bedrag van 2009. De klantorganisaties maken in 2010 aanzienlijke meerkosten. Afgesproken is dat het SCD deze kosten in de 2e marap inzichtelijk maakt. Het beeld is als volgt:
Budgethouder
Extra telefoonkosten t.o.v. 2008
Alblasserdam
Extra printerkosten t.o.v. 2008
Kosten die door het SCD niet vergoed worden **
34.220
34.220
H.I. Ambacht *
16.559
47.302
63.861
Papendrecht
25.367
12.233
37.600
Sliedrecht *
25.126
15.703
40.828
Zwijndrecht
34.733
38.213
72.946
8.424
2.905
11.329
(nader te bepalen)
(nader te bepalen)
(nader te bepalen)
26.215
1.613
27.828
136.424
152.189
288.612
Regio Zuid Holland Zuid * Dordrecht *** GR Drechtsteden (exclusief SCD) Totaal
* Dit bedrag betreft een schatting. ** De verdeelsystematiek is gebaseerd op die van 2009. *** De kosten voor Dordrecht worden nog nader onderzocht.
Analyse verwijzing F: Dit betreft meer inkomsten door aanvullende afspraken. Toelichting De prognose is dat het gaat om € 289.000 aan meerkosten bij klantorganisaties. Het SCD moet zijn eigen meergebruik zelf oplossen. De jaarkosten zijn een inschatting op basis van de kosten t/m juli 2010. De juiste kosten staan dus nog niet vast. De meerkosten worden bij de jaarrekening verrekend. Door de nieuwe contracten voor telefonie en multifunctionals (printers) zullen de kosten voor telefonie en printers de komende jaren dalen. Verder zijn door deze aanbestedingen de contracten van gemeenten in 2011 vrijwel geheel overgezet naar het SCD (zie bijlage 3). Met ingang van de nieuwe contracten hebben we betere systemen voor ondersteuning. Daardoor kunnen we vanaf dat moment regelmatig rapporteren over het verbruik door individuele partners. Van belang is verder nog vast te stellen dat deze kosten voor meergebruik niet vallen onder de werkingssfeer van de bestaande garantie-afspraken met Papendrecht, Sliedrecht en Zuid-Holland Zuid.
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 45 van 72
Meerjarenperspectief De verschillende financiële posten voor 2010 leiden tot het volgende meerjarenbesparingsbeeld van het SCD: Meerjarenperspectief SCD: besparingsvoordeel Gebaseerd op basis en pluspakketten Besparingsvoordeel (x 1000)
2009
Besparingsvoordeel (onderkant bandbreedte)
2010
2011
€
6.800
€
6.800
Transitiekosten*
€
1.400
€
400
Extra transitiekosten
€
1.465
€
1.283
2012
2013
2014
€
6.800
€
6.800
€
6.800
€
1.005
€
855
€
449
€
150
€
150
-
€
300
1.000
€
1.000
€
1.000
€
1.000
€
6.800
Incidentele kosten
Budgetten ICT tbv opbouw nieuwe werkplekken, afbouw oude contracten
€
-
Continueren Mozaïek Vertraging IP&A
€
€
-
Structurele kosten ICT
€
1.000
€
€
1.000
Structurele besparingen Middels VIP
SUBTOTAAL BESPARING
€
2.935
€
4.117
€
565
€
289 *
€
712
€
712
€
€
€
1.000-
€
1.300-
€
1.300-
€
1.300-
€
5.345
€
6.095
€
6.651
€
7.100
Kosten door extra afname klantorganisaties Telefonie, printers Additionele p-kosten SCD door extra afname werkplekken (700 st) Additionele materiële kosten door extra afname werkplekken en applicaties TOTAAL BESPARING
€
1.658
?
?
?
?
€
712
?
?
?
300
€
600
?
?
?
2.816
€
4.033
n.b.
n.b.
n.b.
* De kosten voor Dordrecht moeten nog bepaald worden. Voor 2009 en 2010 transitiekosten van 1,4 mln p/j opgenomen in begroting. Voor 2010 wordt 400K gebruikt voor transitiekosten. 1 mln wordt gebruikt voor dekking structurele ICT meerkosten. Conform 2e marap 2010 en begroting SCD 2011
Voortgang investeringen Het SCD heeft onderstaande kredieten ontvangen (bedragen x € 1.000): Omschrijving
Drechtraad d.d.
Huisvesting SCD-gebouw
Dec 2008,2009
600
535
Zie toelichting
Restantkrediet inrichting gebouwen SCD
2007
265
75
Zie toelichting
2e marap 2010 GR Drechtsteden
Krediet
Besteed
Voortgang t.o.v. planning
bladzijde 46 van 72
Toelichting: Het restant van de kredieten zal in 2010 volgens prognose worden besteed. In de zomermaanden zijn enkele afdelingen die nog extern waren gehuisvest naar het SCD gebouw verhuisd. Deze operatie is nu klaar. Met deze operatie heeft het SCD het aantal eigen werkplekken teruggedrongen. In september/oktober houden we een bezettingsgraadmeting. Door meer te sturen op aan- en afwezigheid van medewerkers (deeltijddagen bijvoorbeeld) wordt geprobeerd een zo optimaal mogelijke benutting van het gebouw te bereiken. Onlangs heeft het SCD kredieten aangevraagd voor de uitvoer van het programma VIP, investeringen ATB en investering multifunctionals. (De aanvraag wordt behandeld in de Drechtraad van november). Deze kredieten zijn op de volgende bladzijden nader toegelicht.
1. krediet VIP-programma Project IVc.1 IVc.2
IVc.3
Investering/
Netto besparing
Afschr.termijn
Krediet
per jaar
in jaren
Doorontwikkelen virtueel serviceplein Koppelen mozaïek met back-office systemen Topdesk E-HRM selfservice Gemiddeld Per saldo
Jaarlasten
Terugverdientijd in jaren
90.000
45.000
5
20.788
2
70.000
49.000
5
16.100
1,4
413.000
227.500
5
94.990
413.000
370.500
5
94.990
IVc.5
E-facturering
61414
38.215
5
14.180
1,6
IVc.13
DIV
331.000
319.750
5
76.453
1,3**
IVc.15
OCR Factuurverwerking
IVc.16
Implementatie verplichtingenadmin. Koppeling financiële admin. aan K2F Implementatie projectadministratie
IVc.17 IVc.18 Totaal
1,3*
85.000
46.537
5
19.633
1,8
114.000
59.021
5
26.331
1,9
114.000
45.825
5
26.331
2,5
45.000
Kwaliteit
5
10.394
n.v.t.
1.323.414
973.848
5
305.200
1,3
* Rekening houdend met een totale investering van € 493.500, waarvan € 413.000 afschrijfbaar. **Rekening houdend met een besparing van 9,45 fte structureel en totale investering van € 418.800 (€ 331.000 afschrijfbaar) en structurele exploitatiekosten van € 200.000.
De jaarlijkse kapitaallasten worden gedekt binnen de bestaande begroting van het Servicecentrum Drechtsteden. Dit betekent dus wel dat het SCD extra zal moeten bezuinigen bovenop de al bestaande taakstellingen (20% kostenreductie start, 1 miljoen VIP en 0,3 mln Brede Doorlichting). De projecten E-facturering, Implementatie verplichtingenadministratie en koppeling financiële administraties aan K2F genereren vooral opbrengsten voor de regio. De kapitaallasten worden via een DVO naar rato van de opbrengsten verrekend met de betreffende klantorganisaties. 2. Het SCD heeft ook een krediet aangevraagd van € 1.050.000 voor de uitvoering van diverse ICT-projecten die door de afdeling ATB moeten worden uitgevoerd. Deze vallen buiten het IPA programma. 1 2 3 4 5 6 7
Project Oracle migratie naar 10.g Project van 4 naar 1 AS400 Schijvenkabinet+backup Ontwikkelen Fatclient Simkaarten Administratie Reguliere ATB aanschaffingen 2010 Hardware Reguliere ATB aanschaffingen 2010 Software
2e marap 2010 GR Drechtsteden
projectkosten € 300.000 € 328.276 € 133.243 € 87.500 € 43.375 € 100.000 € 50.000 € 1.042.394
afs.periode 5 5 5 5 5 5 5
jaarlast € 69.292 € 75.823 € 30.776 € 20.210 € 10.019 € 23.097 € 11.549 € 240.767
dekking dekking binnen werkplektarief besparingen op dure onderhoudscontracten dekking binnen werkplektarief wordt middels DVO doorbelast dekking binnen werkplektarief dekking binnen werkplektarief dekking binnen werkplektarief
bladzijde 47 van 72
Het gaat om onvermijdelijke projecten die nodig zijn om de systemen van de Drechtsteden in de lucht te houden. De jaarlijkse kapitaallasten worden gedekt binnen de bestaande begroting van het Servicecentrum Drechtsteden. De kapitaallasten van project 4 (ontwikkelen fatcliënts op verzoek van klantorganisaties) ten bedrage van € 87.500 worden aan de betreffende klantorganisatie doorberekend middels DVO. 3. Voor de implementatie van multifunctionals (printers) is een krediet aangevraagd van € 875.000. De kapitaallasten worden gedekt uit besparing op de huidige exploitatielasten. Per saldo levert de uitrol van de nieuwe multifunctionals een verwachte besparing op van € 312.000 per jaar. In het ‘meerjarenbeeld ICT 2009 en verder’ (behandeld en accoord in PFO middelen van 28 oktober 2009) is hier al rekening mee gehouden. Deze besparing dringt de kostenoverschrijding dus terug, het leidt niet tot lagere budgetten. Personeel Geraamde formatie
Bezetting
374,4 fte
398,79 fte
De afwijking wordt in hoofdlijnen veroorzaakt door: 1. Toegestane overbezetting in de transitieperiode. Deze overbezetting moet/wordt tijdens de transitie periode teruggebracht. 2. Extra bezetting voor de uitvoering van aanvullende opdrachten: dienstverleningsovereenkomsten (DVO). Het SCD stuurt strak op de uitputting van het personeelsbudget. We werken met interne taakstellingen en hebben een selectieve vacaturestop ingesteld. Inhuur (x € 1.000) Realisatie 2009
Prognose 2010
8.200
Geactualiseerde begroting 2011 5.800
4.500
De geprognosticeerde inhuurkosten bedragen afgerond € 5,8 miljoen in 2010. Deze kosten worden gedekt door kort lopende dienstverleningsovereenkomsten ten bedrage van € 2,6 miljoen, een transitiebudget ter grootte van € 2,7 miljoen en overige inkomsten ter grootte van € 0,5 miljoen. Dit betreft dekking vanuit o.a. zwangerschap vergoedingen en inzet bij IPA. Het betreffen veelal tijdelijke budgetten, waardoor we geen vast personeel konden inhuren. De verwachting is dat het bedrag aan externe inhuur de komende jaren verder zal dalen. Redenen externe inhuur (x € 1.000)
2009
2010
Basis op orde
600
0
Storingen ICT
500
0
DVO’s
2.500
2.600
Transitie en meerafname
3.700
2.700
Overige
1.000
500
Totaal
8.200
5.800
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 48 van 72
Geraamd ziekteverzuim
Werkelijk ziekteverzuim
5,4% (norm)
6,01%
Het verzuimpercentage over de periode mei tot en met augustus bedraagt 6,01%. Het voortschrijdend 12 maanden percentage bedraagt 7,37%. Het hoge verzuim is wellicht verklaarbaar door de onzekerheid waarin veel medewerkers verkeren door de forse taakstellingen die het SCD moet realiseren. Toch kan en moet het percentage omlaag. In de sturing is het afgelopen jaar veel aandacht besteed aan het terugdringen van het ziekteverzuim. Dat werpt zijn vruchten af: vanaf februari 2010 is het verzuimpercentage van het SCD dalende. In de komende maanden zal naar verwachting het voortschrijdend verzuimpercentage verder dalen. De onderverdeling van het verzuimpercentage voor de maanden mei tot en met augustus (verzuimpercentage 6,01%) ziet er als volgt uit: Kort verzuim (tussen 0-8 dagen) 0,66
Middellang verzuim (tussen 843 dagen) 0,72
Lang verzuim (> 43 dagen)
4,63
Hieruit blijkt dat een aantal medewerkers met lang verzuim voor een groot deel het totaal verzuimpercentage bepalen. Binnen het SCD worden maandelijks de verzuimcijfers, inclusief een lijst met frequent verzuim (4 of meer ziekmeldingen in 12 maanden) aan de afdelingshoofden verstrekt. Daarnaast wordt per kwartaal een inhoudelijke analyse met aanbevelingen gemaakt door de personeelsadviseur. In het najaar van 2010 krijgen de afdelingshoofden een training verzuimbeleid, met aandacht voor een snelle reïntegratie van de zieke medewerker. Verder gaan leidinggevenden de komende maanden in samenwerking met de personeelsadviseur plannen van aanpak opstellen met daarin concrete doelen voor de afdeling. Geraamde productiviteit
Gerealiseerde productiviteit
1.350 uur
1.350 uur
De gerealiseerde productiviteit is conform de geraamde productiviteit. Resultaten brede doorlichting
Het SCD heeft bij de Brede Doorlichting GRD een extra taakstelling gekregen van € 0,3 miljoen in 2012. Deze taakstelling is onderdeel van het VIP programma, zie hierboven. Risico’s Gesignaleerde risico’s in 1e marap
Kans
Impact
Stand van zaken
In de notitie "Beeld ICT-kosten 2009 en verder" is aangegeven dat vanaf 2013 besparingsvoordelen zullen ontstaan binnen het ICT-domein. Dit omdat migraties binnen één infrastructuur beduidend goedkoper zullen zijn dan de opgave waar we nu voor staan, namelijk een migratie van negen infrastructuren naar één infrastructuur. De werkplekkosten dalen dan van gemiddeld € 6,5 miljoen (exclusief meerwerk dat naar klant organisaties moet worden doorbelast voor aantallen werkplekken en applicaties) naar gemiddeld € 5,25 miljoen (dit is het totaal van exploitatie en kapitaallasten). Het werkplektarief daalt hiermee aanzienlijk: van € 1.978 nu naar € 1.573. ICT blijft overigens wel één van de belangrijkste risico’s. De vertraging van het IP&A-project leidt tot een latere afbouw van de oude ICT-infrastructuur en daarmee tot hogere kosten.
Gemiddeld
Groot
ICT blijft één van de belangrijkste risico’s. Het IP&A-project heeft veel meer werkplekken en applicaties moeten uitrollen dan was voorzien. Dit leidt tot een latere afbouw van de oude ICTinfrastructuur en daarmee tot hogere kosten. Dit heeft met name effect voor 2011. Voor 2010 heeft het SCD de kosten meegenomen in de prognose.
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 49 van 72
De ondersteuning voor de GRID migraties staat onder druk. De migratieprojecten starten later dan gepland. Daardoor is de piek-inspanning voor het SCD hoger dan verwacht. Omdat AT&B niet is begroot op dergelijke piekinspanningen levert dit een knelpunt op. Dit risico zullen we in goed overleg trachten te beheersen. Daarnaast dreigen de bestedingen op 1B het budget te overschrijden. Dat komt omdat het verdieneffect van nieuwe infrastructuurcomponenten nog niet zichtbaar is. Na de implementatie van de nieuwe telefonie en print-infrastructuur zullen de kosten aanzienlijk dalen. Dit verdieneffect is pas in de tweede helft van 2010 van toepassing. Het zal voor 2010 € 400.000 voordeel op telefonie moeten opleveren en € 150.000 voordeel op print. Deze opbrengst is overigens al ingeboekt.
Gemiddeld
Groot
De begrote besparingen op telefonie en printers worden vertraagd gerealiseerd. Dit betekent dat de telefonie- en printerkosten bij SCD en klantorganisaties minder dalen. Dit is in de prognose werkplek 1B meegenomen.
Het aantal applicaties zal ook veel hoger uitvallen dan tot nog toe aangenomen. Waar de budgettering van beheer op 400 applicaties is berekend, zullen de meerkosten als gevolg van extra applicaties oplopen tot zo’n € 500.000 per jaar. Dit wordt doorberekend aan de veroorzakers.
Groot
Gemiddeld
Deze kosten doen zich bij het beheer met name voor in 2011. Er wordt voor 2011 gewerkt aan een normeringssystematiek.
Het aantal printers in de regio is erg hoog; zo’n 600 stuks. Bij gelijkblijvend aantal zal ook dit tot meerkosten leiden. Voor print is € 700.000 jaarlijks gebudgetteerd. Bij de genoemde aantallen leidt dit tot een overschrijding van € 300.000.
Groot
Groot
Telefonie en printerkosten zijn hoger door meerafname. Dit wordt in deze marap verantwoord. Door de nieuwe aanbestedingscontracten voor telefonie en multifunctionals zullen deze kosten de komende jaren dalen.
Het realiseren van de financiële taakstelling op onze personeelskosten betekent concreet een afbouw van de formatie in 1 jaar tijd met ca 30 fte ten opzichte van de huidige situatie. De kosten die daardoor voortvloeien uit het sociaal plan zijn aanzienlijk. De SCD leiding zal het uiterste doen om, met de hulp van de partners, dit risico zoveel mogelijk te beperken door tijdige externe plaatsing. Voorlopig gaan we uit van outplacementkosten voor 10 medewerkers a € 50.000. In de 2e marap worden kosten gespecificeerd en formuleren we een voorstel hoe deze te dekken.
Gemiddeld
Groot
Voor 2010 zijn deze kosten beperkt en hebben we de meegenomen in de prognose van het SCD. Voor 2011 vormen deze kosten wel een knelpunt. Bij 1e marap 2011 worden kosten gespecificeerd en formuleren we een voorstel hoe deze te dekken.
Mozaïek vervult een cruciale rol in zowel de dienstverlening als de bedrijfsvoering van de Drechtsteden. Het ziet er naar uit dat we nog een periode van ongeveer 3,5 jaar met deze toepassing zullen werken, voordat een gewenste oplossing door een marktpartij kan worden ingezet. Dit is een langere periode dan voorzien. Als gevolg daarvan wordt de continuïteit van Mozaïek bedreigd.
Groot
Groot
Over 2010 hebben we deze kosten opgenomen in de prognose van het SCD. Voor 2011 worden deze kosten in de actualisatie van de begroting 2011 meegenomen.
Allereerst zijn het applicatiebeheer en de ontwikkelfunctie belegd bij externen. Daarbij komt dat de lasten hiervoor financieel (geschat op € 150.000 structureel) niet zijn afgedekt. Omdat de continuïteit van Mozaiek essentieel is voor de werkprocessen van alle partners in de regio, moeten deze kosten toch worden gemaakt. Zonder nadere dekking levert dit in 2010 een tekort op in de personele lasten van IVT ter grootte van € 150.000. Verder gaat Mozaïek in de loop van 2010 over naar
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 50 van 72
de nieuwe GRID omgeving. Om dit te kunnen realiseren is een onderzoek nodig naar de te ondernemen acties om de bedrijfszekerheid van Mozaïek, met inachtneming van de levensduurverwachting, op peil te houden. Ook moet daarbij gekeken worden naar de te verwachten groei van het systeem en het gebruik ervan (geschatte kosten eenmalig € 25.000). Tenslotte is er naar de huidige inschatting eenmalig € 10.000 nodig om de documentatie van het systeem op peil te brengen, alsmede te komen tot vastgestelde procedures, richtlijnen en standaarden. Zo kan overdracht aan nieuwe beheerders en transitie naar een ander systeem in de toekomst, soepel verlopen. Op dit moment wordt bezien hoe deze kosten gedekt worden. Mogelijk wordt in de actualisatie van de begroting in het najaar hier op teruggekomen. In 2010 zal het SCD een nieuw functiewaarderingstraject starten. Dit kan leiden tot hogere personeelskosten. Of dit zich inderdaad voor doet zal in het najaar blijken.
Gemiddeld
Gemiddeld
In 2010 zal het SCD een nieuw functiewaarderingstraject starten. Dit kan leiden tot hogere personeelskosten.
Op de genoemde risico-punten zijn wij extra waakzaam, zonodig wordt bijgestuurd. Reservepositie
Zie hiervoor paragraaf 2.4. Bedrijfsvoering
De eigenaren van het SCD (waaronder de Regio ZHZ/VR) hebben met elkaar afspraken gemaakt over de verdeling van de kosten van het SCD. Over de effecten daarvan op de verschillende partners is discussie tussen de eigenaren. Daarnaast is het dienstverleningspakket dat het SCD aan de dochters van ZHZ/VR levert, op onderdelen aangepast aan hun wensen en behoeften. De dochters van ZHZ/VR willen voor de omvang en inhoud van de dienstverlening nieuwe afspraken maken. Op dit moment worden concrete afspraken gemaakt tussen ZHZ/VR en de Drechtsteden. Doelstelling is om per 1-1-2011 goede afspraken te hebben tussen de eigenaren over de kostenverdeling en tussen SCD en ZHZ-klanten over de inhoud van de dienstverlening. Daarbij wordt bezien of de verdeling van kosten tussen de eigenaren te baseren is op meer parameters dan enkel fte’s en werkplekken, en of de afrekening voor ZHZ/VR dan ook via die methode kan geschieden. NB: bij de toetreding zijn aparte afspraken gemaakt voor ZHZ/VR over de financiële bijdrage voor het SCD in de vorm van een speciaal arrangement. Follow-up bevindingen accountant jaarrekening 2009 In de auditcommissie is recent een lijst met "to-do punten" besproken voor de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden. Een aantal van deze punten op de lijst raken ook de bedrijfsvoering van het SCD. In deze paragraaf zijn deze punten kort uitgewerkt. Openstaande vorderingen klantorganisaties Over boekjaar 2008 tot en met heden zijn tussen het SCD en ZHZ diverse verrekeningen verantwoord waar nog geen overeenstemming over is. Thans vindt er overleg plaats over het oplossen van de onderlinge schulden / vorderingen posities waarmee voor beide partijen een financiële afwikkeling gaat plaatsvinden.
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 51 van 72
Automatisering In de managementletter 2009 is door Deloitte een spanningsveld geconstateerd tussen enerzijds het SCD en de regio-controllers en anderzijds het programma IP&A. Door het vertrek van de verantwoordelijke clustermanager bij het SCD heeft de CIO Drechtsteden (progamma manager IP&A) deze rol overgenomen. De verwachting is dat het spanningsveld daarmee vermindert, omdat communicatie en afstemming beter zijn geborgd. Verbijzonderde interne controle Op GRD niveau volgt een integrale visie en aanpak met betrekking tot de verbijzonderde interne controle. Het verbeterplan op GRD niveau wordt in het 4e kwartaal van 2010 verwacht. Het SCD heeft vorig jaar al een aanzet gegeven tot het vormgeven van de verbijzonderde interne controle op onder meer het gebied van debiteuren en crediteuren processen. In samenwerking met een regionaal team zijn verder de personeelskosten geaudit. Voor 2010 staat een meer intensieve samenwerking met het regionale team op de rol, de eerste contacten hiervoor zijn gelegd. De planning is om in samenwerking met het regionale team een audit uit te voeren op het debiteuren- en crediteuren- en het inkoopproces. Managementinformatie Door het introduceren van de balanced scorecard en een meer uniforme wijze van het presenteren van financiële gegevens binnen het SCD heeft een structurele verbetering plaatsgevonden op het gebied van "management control". Hoewel er niet direct bevindingen zijn van de accountant op dit terrein heeft het SCD de handschoen opgepakt om de interne informatievoorziening verder te professionaliseren. Het verder in control komen staat voor 2010 en 2011 stevig op de agenda. Bureaucratie Het SCD wil de bureaucratie verder beperken. Diverse VIP-projecten moeten daaraan bijdragen. Bijvoorbeeld door te investeren in het ‘virtuele serviceplein’, waardoor het SCD beter toegankelijk wordt en klanten in één keer worden geholpen. Taakverdeling eigenaren/SCD Ten aanzien van de taakverdeling tussen het SCD en eigenaren op het gebied van het jaarrekeningproces is door de accountant geconstateerd dat er verbeterpunten zijn. In het najaar is in samenwerking met Deloitte een bijeenkomst gepland met controllers (en overige belanghebbenden) om de taakverdeling nader onder de aandacht te brengen en verder te uniformeren. Bedrijfsvoering SCD en het management / medewerkers van FAG nemen deel aan deze bijeenkomst. Overigens kan het SCD constateren dat na twee jaarrekeningtrajecten de resultaten jaarlijks in positieve zin toenemen. De bijeenkomst beschouwt het SCD dan ook als een fine tuning van de verdere afspraken. Invoeren verplichtingenadminsitratie regio-breed Dit is een project binnen het VIP-programma (IVc.16 Implementatie verplichtingen administratie). Het in kunnen zetten van de module Inkoop (noodzakelijk om een verplichtingenadministratie aan te kunnen bieden aan de Gemeente Dordrecht en andere geïnteresseerde gemeenten), is afhankelijk van een groot aantal werkzaamheden in Key2Financiën zoals deze bij het voorgaande project aangegeven zijn. Er is in goed overleg met de Gemeente Dordrecht afgesproken, deze werkzaamheden te starten in het vierde kwartaal, zodat in het eerste kwartaal deze daadwerkelijk ingevoerd kan worden. Afhankelijk van de leerpunten die dit oplevert haken naar verwachting andere klantorganisaties en het SCD aan.
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 52 van 72
Conclusies & gevraagd besluit
1. Het SCD zit financieel op schema. Het blijft binnen de begroting. Meergebruik door partners/klanten wordt apart afgerekend. 2. Het IP&A-project heeft dit jaar veel meer werkplekken en applicaties gemigreerd dan was voorzien. De totale migratie kost daardoor meer tijd en is naar verwachting eind juni 2011 afgerond. Dit leidt tot extra ICT-kosten voor het SCD, met name in 2011, maar ook al in 2010. 3. De VIP-projecten genereren besparingen maar die lopen niet parallel met de taakstellingen. Tegen deze achtergrond is een reservering opgenomen om de besparingen en kosten te matchen. 4. De dienstverlening is verbeterd, maar hier moeten ook gelet op de klantprestatieindicatoren nog slagen worden gemaakt. Het management gaat hier nog meer aandacht aangeven door verdere uitwerking van de klantprestatie-indicatoren op afdelingsniveau en door het houden van een klanttevredenheidsmeting. Instemmen met: Begrotingswijziging: Zowel de begroting wijzigen voor de kostenkant als de opbrengstenkant als gevolg van extra doorberekening meerkosten telefonie en printerkosten (€ 289.000); Zowel de begroting wijzigen voor de kostenkant als de opbrengstenkant als gevolg van aanvullende afspraken (€ 365.000); De begroting verlagen met € 45.000 door lagere doorberekening van het basispakket; Budget ophogen met € 100.000 als gevolg van besluitvorming rond de financiële afspraken met ZHZ en € 100.000 verlagen door vrijval garantieverplichtingen; Materiële budgetten verlagen door gerealiseerde bezuiniging VIP ad € 325.000; Het verwachte positieve resultaat als resultaatbestemming storten naar bestemmingsreserve SCD, € 325.000.
De samenvatting van de bijdrage per deelnemer ziet er na deze begrotingswijziging als volgt uit. Deelnemer (bedragen x € 1.000)
Basispakket *
Pluspakket
Additioneel pakket
Deelprogramma 1B **
Totaal
Albasserdam
1.225
0
0
393
1.618
Dordrecht
9.471
1.396
1.573
2.166
14.606
H.I. Ambacht
1.329
0
0
561
1.890
Papendrecht
2.137
0
0
565
2.702
Sliedrecht
1.543
0
0
379
1.922
Zwijndrecht
2.851
174
0
1.008
4.033
Regio ZHZ ***
5.659
0
40
1.527
7.226
GR Drechtsteden
5.310
0
79
2.744
8.133
29.525
1.570
1.692
9.343
42.130
Totaal
* Basispakket, Ontwikkeling/versterking FAG en Salarisgaranties ** Deelprogramma 1B, additionele beheerkosten, extra investeringen, migratie applicaties, printer telefoonkosten *** Hier zijn de financiële afspraken met ZHZ niet in verwerkt
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 53 van 72
Aansluiting begroting met bijdragen (bedragen x € 1.000) Begroting na wijziging
Totaal 45.653
Aansluiting totale inkomsten: Bijdragen staat
42.130
Aanvullende opdrachten
3.225
Materiële voorzieningen
884
ZHZ aanpassing DVO Totaal
-586 45.653
In dit cijfers zitten de bijdragen salarisgaranties deelnemers verwerkt conform onderstaand overzicht.
Deelnemer (bedragen x € 1.000) Albasserdam Dordrecht
Totaal 32 248
H.I. Ambacht
27
Papendrecht
40
Sliedrecht
19
Zwijndrecht
96
Regio ZHZ GR Drechtsteden Totaal
2e marap 2010 GR Drechtsteden
0 74 536
bladzijde 54 van 72
2.6 Gemeentenbelastingen Drechtsteden
In deze tussentijdse rapportage wordt geen verantwoording afgelegd over de belastingopbrengsten van de vijf gemeenten omdat deze geen onderdeel uitmaken van de begroting van de GBD. Dit vindt plaats in een afzonderlijke “Verantwoording belastingopbrengsten GBD” . Deze verantwoording wordt afzonderlijk met de gemeenten besproken. Met de gemeente Alblasserdam vinden gesprekken plaats over aansluiting. Met ingang van 1 juli 2008 voert Gemeentebelastingen Drechtsteden (GBD) de belastingtaken uit voor de gemeenten Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht uit. De opgelegde taken omvatten uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken, heffing en invordering van gemeentelijke belastingen en taken aangaande bezwaar en beroep. Gemeentebelastingen Drechtsteden is ook adviseur lokale heffingen voor de deelnemende gemeenten Wat willen wij bereiken? GBD heeft op het gebied van belastingopbrengsten als financiële prestatie-indicatoren de opbrengsten per belastingsoort zoals die zijn opgenomen in de begrotingen van de deelnemende gemeenten. De verantwoording hierover geschiedt via inbreng van deze opbrengsten in de reguliere Planning- en Controlcyclus van de desbetreffende gemeenten. Voor 2010 gaat het hier, op basis van een voorlopige raming, om een totale opbrengst van circa € 83 miljoen. De raming hiervan per belastingsoort wordt tijdig ingebracht in het begrotingsproces van de deelnemende gemeenten. De geprognosticeerde opbrengsten in de gemeentebegrotingen 2010 normeren vervolgens de productiedoelstelling voor Gemeentebelastingen Drechtsteden.
Zoals met de opbrengsten worden ook de verzending van de aanslagen, de afdoening van bezwaarschriften, afdoening voor verzoeken om kwijtschelding en dergelijke per gemeente afgesproken. Hoe kunnen we dit meten? De productie van Gemeentebelastingen Drechtsteden bestaat uit vier elementen:
1. Advisering Lokale Heffingen (verordeningen, bijdragen begroting, etc.) 2. Jaarlijkse wettelijke waardebepaling objecten, inclusief bezwaar en beroep en backoffice(ca. 127.000 objecten) 3. Belastingheffing, inclusief bezwaar en beroep en backoffice (aanslagregels) 4. Invordering (het innen van belastingen) In de begroting zijn voor de productie de volgende normen opgenomen. Product
Prestatie-indicator
Verzenden gecombineerde aanslagen/WOZ-beschikkingen 2010
95% voor 1 maart 2010 97% voor 1 april 2010 99% voor 1 mei 2010 100% voor 1 juni 2010
Verzenden overige aanslagen
overeenkomstig wettelijke termijnen
Afdoen verzoeken om kwijtschelding
99% binnen 3 maanden na indiening 100% binnen 6 maanden na indiening
Afdoen bezwaarschriften
25% binnen 3 maanden na indiening 100% binnen de wettelijke termijn
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 55 van 72
Uit de afzonderlijke verantwoording van de opbrengsten aan de gemeente in april 2010 is in de eerste marap een achterstand in de productie geconstateerd. Deze achterstand vroeg extra aandacht. De achterstand was vooral te wijten aan de kwaliteit van de gemeentelijke bronbestanden waarvan Gemeentebelastingen Drechtsteden gebruik heeft gemaakt bij de systeemconvergentie. Veel van deze bestanden misten de juistheid, volledigheid en actualiteit om direct ingelezen te worden in de nieuwe enkelvoudige database. Er moest meer tijd gestoken worden in het opwerken van deze data dan gepland. Ook de daardoor noodzakelijke scherpere controle op uitgaande kohieren gaf extra druk op de productiecapaciteit. Inmiddels zijn de achterstanden voor een groot deel ingelopen. De gemeenten worden inmiddels maandelijks op initiatief van de portefeuillehouder GBD op de hoogte gehouden van de belastingopbrengsten. De laatste stand (mei 2010) gaf aan dat inmiddels 94,6 % (2010) was opgelegd. Omdat een aanmerkelijk deel van de voorgaande jaren nog ingelopen moest worden, is daar de prioriteit aan gegeven. Inmiddels zijn de kohieren van het belastingjaar 2008 vrijwel geheel opgelegd. Datzelfde geldt voor het leeuwendeel van 2009. De inhaaloperatie gaat zich het laatste kwartaal 2010 richten op het belastingjaar 2010. Op dit moment blijft het streven er op gericht de achterstand in oktober weggewerkt te hebben. De overige prestatie-indicatoren worden gehaald. Wat gaan wij daarvoor doen in 2010? Gemeentebelastingen Drechtsteden onderneemt de volgende activiteiten:
doelmatig, duidelijk en tijdig bepalen van de WOZ-waarden van de in de gemeenten gelegen onroerende zaken; het waarborgen van een volledige, juiste en rechtmatige toepassing en uitvoering van alle verordeningen op het gebied van heffing en invordering, behoudens grafrechten, marktgelden, havengelden, leges en eventueel andere met de deelnemende gemeenten overeengekomen uitzonderingen; behandelen van verzoeken om kwijtschelding; behandelen van bezwaar- en beroepschriften; formuleren en bewaken van dienstverleningsnormen; degelijke informatieverstrekking aan gemeenten en belastingplichtigen verzorgen over lokale heffingen.
Naast deze activiteiten zal Gemeentebelastingen Drechtsteden volgens wettelijk voorschrift tijdig correcte en volledige levering van WOZ-data verzorgen naar de Belastingdienst, het CBS, het Waterschap Hollandse Delta en het Waterschap Rivierenland. De GBD verzorgt tevens gevraagd en ongevraagd de advisering aan de deelnemende gemeenten over belastingaangelegenheden in brede zin. Als extra activiteiten dit jaar noemen wij: Het ontwikkelen van eigen opleidingstrajecten (GBD-Academie) Organiseren inloopavonden burgers Deelnemen aan landelijk pilot ‘inzetten van mediationvaardigheden’ van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Analyseren systematiek verantwoording nog op te leggen heffingen Datavalidatie organiseren watergegevens en reinigingsrecht Project structurele regeling inzake data bouwvergunningen Uniformering uitvoeren taxatieverslag deelnemende gemeenten Ondersteunen BAG-ontwikkeling Begeleiding BIZ
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 56 van 72
Wat gaat het kosten? Gemeentenbelastingen Drech ts teden
result aat voo r b est emmi ng
Actuele begroting 2010 Lasten
P rognose 2010
Saldo
L as ten
B aten
Afw ijking
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
5.2 49
5.24 9
0
5.19 3
5.2 50
57
56
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
5.2 49
5.24 9
0
5.19 3
5.2 50
57
56
1
57
m utat ies reserves result aat na bestemming
Baten
57
Aanmerkelijke afwijkingen ten opzichte van de begroting. Bedragen x € 1.000
Voordelen Inc. Struct.
Inc.
Nadelen Struct.
Totaal
Analyse verwijzing
LASTEN Personeelslasten Vorming en opleiding Extra ICT-kosten
165
Subtotaal
165
-
BATEN Invordering
Subtotaal TOTAAL GENERAAL VOOR BESTEMMING
165 2058-
2058-
78-
-
30-
165
TOTAAL GENERAAL NA BESTEMMING
87
30-
-
30-
-
30-
-
108-
-
57
Resultaatbestemming
A B D
C
165
-
108-
-
57
Toelichting A. Per saldo zijn er lagere kosten van inhuur en personeel. Voordeel 2010 € 165.000,-. B. De opleidingskosten vallen hoger uit dan geraamd, vanwege onder andere het INKtraject en het mediation-traject. Incidenteel nadeel 2010: € 20.000,-. C. De relatieve achterstand in de heffingen resulteert ook in een lagere inkomst als gevolg van later te nemen invorderingsmaatregelen. Incidenteel nadeel (lagere baten) 2010 € 30.000,-. D. De systeemconvergentie heeft per 1 januari 2010 een aanmerkelijke daling gegeven van het aantal werkplekken (van 98 naar 62) en het aantal bedrijfsapplicaties. De besparing die dit rationeel oplevert, wordt echter nog niet in de resultaten zichtbaar. Dit hangt samen met het gegeven dat voor de doorbelasting niet het werkelijke aantal werkplekken maatgevend is, maar de telling van 2009. Incidenteel nadeel extra kosten doorbelasting ICT 2010: € 58.000,-
Gemeentebelastingen Drechtsteden prognosticeert een positief saldo 2010 van €57.000,Bij de jaarrekening 2010 volgt een bestemmingsvoorstel voor het resultaat. Kostenverdeling In de kostenverdeling naar gemeenten worden geen wijzigingen aangebracht. In de sfeer van de eigen inkomsten (aanmaningen en dwangbevelen) is de geraamde inkomstenpost in tegenstelling tot de eerdere prognose verlaagd met € 30.000.
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 57 van 72
Deelnemer
Aanslagregels 2008
Alblasserdam
Begroting 2010 X € 1.000
Verdeling %
Prognose 2010 (x € 1.000)
-
-
-
-
233.930
53,34
2.639
2.639
Hendrik-Ido-Ambacht
43.016
9,81
485
485
Papendrecht
44.622
10,17
503
503
Sliedrecht
44.769
10,21
505
505
Zwijndrecht
72.252
16,47
815
815
438.589
100
4.947
4.947
Dordrecht
Totaal
Voortgang investeringen Omschrijving
Drechtraad d.d.
Krediet (x € 1.000)
Besteed (x € 1.000)
16 juni 2010
250
209
16 juni 2010
32
26
Systeemconvergentie
Meubilair
Voortgang t.o.v. planning Vrijwel afgerond, wellicht nog kosten t.a.v. activiteiten leverancier Afgerond.
Personeel Geraamde formatie per 11-2010
Bezetting per 1-1-2010
Geraamde formatie per 17-2010
Prognose per 1-1-2011
Formatie
48,8
45,39
48,8
46
Ontwikkelcapaciteit
5
inhuur
2,5
inhuur
Inhuur Gemeentebelastingen Drechtsteden heeft een inhuurbudget van € 215.000. Daarvan is €209.000,- besteed. De functies van relatiebeheerder en senior P&C-medewerker worden vervuld via een detachement (controllerfunctie). Geraamd ziekteverzuim
Werkelijk ziekteverzuim
4%
4,42%
Resultaten brede doorlichting
De ambities, ontwikkelingen en nieuwe bedrijfsvoeringaspecten komen vooral tot uitdrukking in de vijf speerpunten zoals Gemeentebelastingen Drechtsteden die in haar plan voor de bijdrage aan de Brede Doorlichting heeft opgenomen. Standaardisering en bundeling van werkprocessen dienen zorg te dragen voor verbetering van de doelmatigheid en doeltreffendheid van het werk van Gemeentebelastingen Drechtsteden. Effecten van deze speerpunten worden ingebracht in het proces van de aangekondigde Brede Doorlichting van de Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden.
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 58 van 72
1. Convergeren belastingsysteem Eind 2009 is overgegaan naar één belastingsysteem in plaats van vijf systemen op lokale ICT-omgevingen. In 2010 is dit systeem volledig operationeel. De aanslagen en WOZbeschikkingen 2010 worden inmiddels uit het samengevoegde belastingpakket verzonden. 2. Synchroniseren taxatieondersteunende software Bij de start van de GBD werd gebruik gemaakt van zeven softwarepakketten voor drie soorten waarderingen (woningen, courante niet-woningen en incourante objecten). Die pakketten werden in 2009 teruggebracht tot drie, ingericht naar soort. Samengebundeld vormen zij één logisch geheel. De software is inmiddels volledig in gebruik genomen. 3. Synchroniseren werkprocessen De werkprocessen zijn bij de opstart gebaseerd op vijf belastingsystemen en zeven softwarepakketten voor het waarderen van onroerende zaken. Met de komst van één belastingpakket en één samengebundelde taxatiesystematiek ontstaat de mogelijkheid de werkprocessen te synchroniseren. De voorbereidingen daartoe worden in 2009 getroffen. In de tweede helft van 2010 zijn de mogelijkheden onderzocht de afzonderlijke gemeentelijke werkprocessen te vereenvoudigen. Deze processen starten in regel vanuit beleidsinitiatieven van de deelnemers. 4. Vaststellen Leidraad Invordering De Leidraad die een gestructureerd invorderingsproces waarborgt, zal eind dit jaar of begin volgend jaar aan de colleges van de deelnemers worden voorgelegd. 5. Verkorten afhandeltermijnen bezwaarschriften In 2009 zijn de eerste stappen gezet tot het verkorten van de afdoeningtermijnen van bezwaarschriften. Door de komst van één belastingsysteem zijn in 2010 verdere verkortingsslagen gemaakt. Door middel van het project “bellen bij bezwaar” trachten wij het aantal formele bezwaarschriften tot het minimum te beperken.
Door middel van het uitvoeren van deze projecten wordt een totale besparing van structureel €512.000 in 2012 gerealiseerd. Op dit moment loopt de uitvoering van alle projecten op schema. De uitkomsten van project 3 (synchroniseren van werkprocessen) zijn nog onzeker. Het betreft hier vooral maatregelen als betaaltermijnen en heffingsmethoden. De mate waarin dit project impact heeft op de besparingen is afhankelijk van de bereidheid van de gemeenten het (uitvoerings)beleid gezamenlijk te definiëren. De besparingen Brede Doorlichting hebben direct effect op de bijdragen van de deelnemende gemeenten. Risico’s Geen bovenmatige risico’s. Reservepositie Gemeentebelastingen heeft een reserve van €35.000. Bedrijfsvoering Ontwikkelingen in de bedrijfsvoering krijgen vorm via de Brede Doorlichting. Zie 3.3. Follow-up bevindingen accountant jaarrekening 2009
Bij de accountantscontrole van de jaarrekening 2008 en 2009 is door Deloitte een aantal (verbeter)punten geconstateerd.
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 59 van 72
GBD volledigheid opbrengsten
er is een achterstand in opleggen van belastingen en heffingen, waardoor het risico ontstaat op moeizame invordering
De achterstanden 2008 en 2009 zijn inmiddels voor het leeuwendeel ingelopen. Vooralsnog wordt er van uitgegaan dat er in oktober sprake is van een vrijwel volledige opbrengstenadministratie.
Debiteurenbeheer
een deel van de debiteuren worden niet of niet tijdig aangemaand, waardoor het risico hoog is dat vorderingen moeten worden afgeboekt
Dit hangt nauw samen met het voorafgaande punt. Het opwerken van de database gaat vooraf aan het zenden van aanmaningen. Onterechte aanmaningen en dwangbevelen worden zo voorkomen.
Rioolrechten
aangeleverde gegevens t.b.v. rioolrecht worden aangeleverd door het waterleidingsbedrijf. Door GBD wordt de authenciteit niet vastgesteld.
Assurance rapporten zijn inmiddels bij de desbetreffende drinkwaterbedrijven opgevraagd.
Conclusies en gevraagd besluit Na een voortvarende start in juli 2008, waarbij circa € 1 miljoen is bespaard op de totale perceptiekosten van de deelnemers, is in 2009 door Gemeentebelastingen Drechtsteden een tweede operatie gestart om de taakstelling Brede Doorlichting te realiseren. Dit betekende een extra taakstelling van € 512.000 in 2012. Dat is voor een organisatie, die nog in ontwikkeling is, een bijzonder opgave. Door middel van een strak programma, met vijf indringende projecten (zie brede doorlichting) wordt hier verder vorm aan gegeven. Eind 2009 is een ingrijpende operatie gestart de afzonderlijke belastingsystemen in één Drechtstedelijk systeem te brengen. Deze actie was nodig de perceptiekosten verder te verlagen. Dat is succesvol verlopen. Bij deze convergentie kwamen echter zoveel onvolledige, onjuiste of niet actuele data naar boven dat er veel aandacht besteed moest worden aan het opwerken van data. Deze activiteiten zijn ten koste gegaan van de reguliere productie. Het jaar 2010 kenmerkt zich door een majeure inhaaloperatie voor de aanslagoplegging 2008, 2009 en 2010. Zowel de doorontwikkeling van de organisatie, als de extra taakstellingen zullen nog de nodige inspanningen vergen. Evenwel worden aan de ander kant inmiddels goede resultaten behaald op het terrein van de waarderingsystematiek, de backofficeactiviteiten en de ICT. Dat geeft in ieder geval een wenkend perspectief voor de toekomst…
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 60 van 72
2.7 Onderzoekcentrum Drechtsteden
Het Onderzoekcentrum Drechtsteden (OCD) heeft zich in de afgelopen twee jaar stevig neergezet als regionaal onderzoekcentrum en onderdeel van de GR Drechtsteden. Onze basisproducten zijn vrijwel volledig geregionaliseerd, ons kwaliteitssysteem is opgezet en operationeel en onze profilering leidt tot een toenemende bekendheid in de Drechtsteden en daarbuiten. Wij gaan in 2010 verder op de ingeslagen weg, waarbij wij onze missie ‘partner voor beleid’ te zijn voor de Drechtsteden gemeenten en de organisatieonderdelen van de GR Drechtsteden steeds meer invullen. In 2009 heeft er binnen de GR Drechtsteden een brede doorlichting plaats gevonden met als doel innovatief bezuinigen. Voor het OCD betekent dit dat wij in 2010 de doorlichting van onze basisproducten en het opzetten van een onderzoeksprogramma voor de Drechtsteden prominent op de agenda hebben staan. Wij streven naar een slank, efficiënt en effectief pakket aan basisproducten dat voor alle Drechtsteden gemeenten relevante informatie oplevert. Hiervoor gaan we onze monitoren kritisch tegen het licht houden. Daarnaast inventariseren we in gesprekken met de Drechtsteden gemeenten en de GR Drechtsteden de onderzoekswensen voor de komende jaren. Op basis hiervan stellen we een onderzoeksprogramma op dat jaarlijks geactualiseerd wordt. De nieuwe collegeperiode vormt een startpunt voor nieuwe accenten in gemeentelijk en regionaal beleid. Wij ondersteunen met onze kennis en expertise de Drechtsteden gemeenten bij het ontwikkelen van hun –gemeentelijke en regionale meerjarenprogramma, waarin het beleid voor de komende vier jaar wordt vastgelegd. En wij doen actief mee aan de verdere netwerkontwikkeling binnen de Drechtsteden Wat willen we bereiken?
Het OCD heeft voor 2010 als belangrijkste doelstellingen geformuleerd: 1. opzetten van een toegankelijke digitale database met relevante kerncijfers 2. opstellen van een onderzoeksprogramma voor de komende vier jaar 3. doorlichten van de monitoren in het basispakket 4. afronden kwaliteitssysteem 5. gemiddeld rapportcijfer van 7,5 of meer van onze opdrachtgevers voor onderzoeksopdrachten 6. 7% van de omzet inverdienen via betaalde opdrachten van – externe of interne opdrachtgevers Wat gaan wij daarvoor doen en hoe gaan we dit meten? Product/activiteit/project
Beoogd resultaat
Stand van zaken
opzetten toegankelijke database met kerncijfers
3e kwartaal afgerond
kernindicatoren per themagebied zijn vastgesteld en in database gezet, binnenkort is dit operationeel
opstellen onderzoeksprogramma voor de komende vier jaar
4e kwartaal
eerste ronde gesprekken geweest, heeft nog relatief weinig opgeleverd; tweede inventarisatieronde volgt
doorlichten monitoren
3e kwartaal
interne doorlichting monitoren afgerond, nog extern bespreken en afronden
afronden kwaliteitssysteem
4e kwartaal
doorlichting processen loopt op schema
gemiddeld rapportcijfer onderzoeksopdrachten 7,5
voorbereiding 7,5; uitvoering: 7,6; inhoud 7,1; eindproduct: 7,3
7% omzet inverdiend
per 1 september is 7% van de te verwachten omzet inverdiend
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 61 van 72
Het OCD heeft voor de voorbereiding (7,5) en uitvoering (7,6) van haar onderzoek een gemiddeld cijfer dat op het streefniveau (7,5) ligt. De gemiddelde cijfers voor de inhoud (7,1) en het eindproduct (7,3) van het onderzoek liggen hier iets onder. Om deze cijfers op het streefcijfer te krijgen, pakt het OCD de kritiekpunten die door opdrachtgevers zijn geformuleerd actief op. Inmiddels is intern afgesproken dat het OCD meer zal gaan werken met factsheets, notities en artikelen om de resultaten toegankelijker te maken voor de opdrachtgever. Ook zullen wij de resultaten meer dan wij tot nu toe deden in een bredere context plaatsen en een vertaalslag maken naar het beleid. De taakstelling om 7% van haar omzet in te verdienen heeft het OCD al gerealiseerd. In de periode januari t/m augustus 2010 hebben de medewerkers van het OCD vooral gewerkt aan producten uit het basispakket. Daarnaast heeft het OCD aan additionele onderzoeksprojecten gewerkt voor Alblasserdam, Dordrecht, Papendrecht, Zwijndrecht en de Sociale Dienst Drechtsteden. Wat gaat het kosten? Hieronder is de gecomprimeerde rekening weergegeven. Alle bedragen luiden x € 1.000. Onderzoekcentrum Drechtsteden
resultaat voor bestemming mutaties reserves resultaat na bestemming
Actuele begroting 2010 Lasten Baten Saldo 1.538 0 1.538
1.538 0 1.538
Prognose 2010 Lasten Baten Saldo 0 0 0
1.638 0 1.638
1.638 0 1.638
Afwijking Baten Saldo
Lasten 0 0 0
-100 0 -100
100 0 100
0 0 0
Resultaatanalyse Bedragen x € 1.000
Voordelen Inc. Struct.
Inc.
Nadelen Struct.
Totaal
Analyse verwijzing
LASTEN Personeelslasten Materiële kosten Taakstelling brede doorlichting Doorberekening SCD
69
214060-
48 81607-
417-
A B C
Subtotaal
69
BATEN Inkomsten externe opdrachten
-
121-
48-
100
Subtotaal
-
100
TOTAAL GENERAAL VOOR BESTEMMING
69
100
100 121-
-
100
48-
-
Resultaatbestemming TOTAAL GENERAAL NA BESTEMMING
100-
D
69
100
121-
48-
-
Toelichting A. Het incidenteel voordeel van € 69.000 wordt veroorzaakt door een onderbezetting van 1,19 fte in de formatie. Het incidentele nadeel € 21.000, wordt veroorzaakt door vervanging wegens ziekte en zwangerschapsverlof. B. Het incidentele nadeel van € 40.000 wordt veroorzaakt door de kosten die gemaakt zijn voor gespreksrondes, uitwerken onderzoeksprogramma en opleiding onderzoekers in het kader van de brede doorlichting. Het structureel nadeel van € 41.000 wordt veroorzaakt door extra service kosten gemeente Zwijndrecht en kosten wegens extra opdrachten van gemeenten en externe opdracht gevers. Deze kosten worden gedekt door extra inkomsten, zie D. C. Dit is de realisatie van de taakstelling Brede Doorlichting. D. Het structurele voordeel van €100.000 wordt veroorzaakt door inkomsten voor extra opdrachten van gemeenten en externe opdrachtgevers. 2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 62 van 72
Voortgang investeringen
n.v.t Personeel Geraamde formatie
Bezetting
14,60 fte
13,41 fte
De geraamde formatie is wat hoger dan de daadwerkelijke formatie, vanwege het vertrek van een senior onderzoeker per 1 januari en een onderzoeker per half juni. Deze ruimte wordt deels opgevuld door een onderzoeker die bij het OCD een werkervaringsplaats inneemt. Indien nodig huren wij extra onderzoekscapaciteit in. Geraamd ziekteverzuim
Werkelijk ziekteverzuim
4,0%
4,0%
Het ziekteverzuim in de eerste acht maanden van 2010 precies op de door het OCD gehanteerde norm. Eén medewerker is vanaf begin juli ziek en werkt nu voor 62%. Naar verwachting zal zij nog enkele maanden nodig hebben om volledig te herstellen. Geraamde productiviteit
Gerealiseerde productiviteit
69%
67%
De productiviteit van het OCD wordt gemeten op basis van het aandeel declarabele uren, de uren die besteed worden aan activiteiten voor onze eigen producten en kwaliteitsborging. Wij zitten hiermee na acht maanden iets onder het streefpercentage. Resultaten brede doorlichting In het kader van de brede doorlichting zou het OCD in 2010 7% van haar omzet inverdienen. Dat percentage is inmiddels gerealiseerd. Risico’s Door de bezuinigingsopdracht die gemeenten hebben kan er op termijn sprake zijn van een kleinere opdrachtenportefeuille van interne opdrachtgevers, die maar beperkt gecompenseerd kan worden via externe opdrachten. Dat lijkt in 2010 nog geen knelpunt te worden. Reservepositie n.v.t. Bedrijfsvoering Geen bijzonderheden. conclusies & gevraagd besluit Het OCD zit op koers wat betreft de afspraken die gemaakt zijn in het kader van de brede doorlichting. Instemmen met: Begrotingswijziging: Ophogen materiële budgetten als gevolg van eenmalige investering in het kader van de brede doorlichting, € 40.000 en bijdrage aan concern brede doorlichting, €60.000; Ophogen begroting opbrengsten door structureel inverdien effect in het kader van de brede doorlichting, € 100.000.
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 63 van 72
2.8 Programma IP&A Wat willen wij bereiken?
Kortweg gezegd het uitrollen van een uniforme werkplek, het realiseren van een rekencentrum en één regionale infrastructuur (Drechtnet). Verder het uitvoeren van projecten op het gebied van regionale en generieke informatiesystemen. Hieronder een beknopte weergave van de opzet van het programma IP&A1. Dit programma is in juni 2008 – na instemming van de individuele gemeenten – vastgesteld door de Drechtraad. Ieder deelprogramma kent een eigen financieringsstructuur. Het IPA programma is opgedeeld in 4 deelprogramma’s: Het eerste deelprogramma richt zich op een goede infrastructuur: verbetering van de kantoorautomatisering voor alle Drechtstedenorganisaties gezamenlijk. Programma 1 betreft een aantal kredieten (jaartranches) binnen de begroting van de GR Dechtsteden i.c. het SCD. Het tweede programma gaat over innovatieve projecten die bijdragen aan een transparante, efficiënte en effectieve in- en externe dienstverlening (ook de wettelijk verplichte projecten zoals de Basisregistraties en het Burgerservice-nummer). Wordt bekostigd uit een bijdrage per inwoner per jaar voor de looptijd van het programma. De GRD vraagt daarvoor in drie jaartranches een krediet. Het derde programma omvat allerlei lokale projecten; projecten die op zich niet regionaal zijn, maar wel samenhangen met of gevolgen hebben voor de regionale component (bijvoorbeeld: verhuizing van ICT ondersteuning in Zwijndrecht). Programma III betreft bilaterale afspraken tussen IPA en gemeenten, waarbij de kredietaanvraag door de betreffende gemeente wordt gedaan. Deelprogramma vier tot slot richt zich specifiek op de vorming van het SCD en de onderliggende procesveranderingen (bijvoorbeeld: digitale post via Mozaiek). Financiering geschied middels een krediet binnen de begroting van de GRD i.c. het SCD. Wat gaan wij daarvoor doen in 2010? He project Drechtnet is half 2010 opgeleverd. Tevens zijn een groot deel van de Drechtsteden-gemeenten en ZHZ aangesloten op het nieuwe GRID door de inrichting van de nieuwe werkplekken. De voorbereiding van de migratie van de Back-End is in volle gang en zal in 2011 worden afgerond.
In principe zijn de projecten van deelprogramma 2 eind 2010 opgeleverd. Het vervolgplan: IPA2, ligt thans ter bespreking en goedkeuring bij de deelnemers voor. In 2010 zijn een aantal lokale projecten (DP3) uitgevoerd en is een start gemaakt met onderdelen van het VIP programma van het SCD (deelprogramma 4C) Hoe gaan we dit meten?
Bij gereedkomen van elk project wordt er een project decharge formulier opgesteld en afgetekend door alle betrokken partijen Wat gaat het kosten/voortgang investeringen? Het programma IP&A heeft geen exploitatiebudgetten. Zij heeft de beschikking over een aantal kredieten.
Een aantal kredieten is reeds toegekend door de Drechtraad. Een aantal kredieten zit op dit moment in de procedure voor besluitvorming. Verwacht wordt dat de goedkeuring zal plaats vinden in de Drechtraad van november en december. In onderstaande tabel is dit onderscheid aangebracht.
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 64 van 72
Omschrijving
Drechtraad d.d.
Totaal krediet (x € 1.000)
deelprogramma 1A Regionaal Rekencentrum en ontsluiting Drechtnet
December 2007
6.240
deelprogramma 1B uniforme werkplek jaarschijf 2008 & 2009
Juni, september 2008, december 2009
11.900
deelprogramma 1B uniforme werkplek jaarschijf 2010
Krediet in procedure
4.000
deelprogramma 1B uniforme werkplek aanvullend krediet
Krediet in procedure
7.500
Totaal deelprogramma 1B
23.400
deelprogramma 2 Regionale Iprojecten jaarschijf 2008 & 2009
September, december 2008
3.500
deelprogramma 2 Regionale Iprojecten jaarschijf 2010
Krediet in procedure
2.200
Totaal deelprogramma 2
overbruggingskrediet, nieuw informatie-plan
Krediet in procedure
Prognose (x € 1.000)
6.184
Voortgang t.o.v. planning
De projecten van dit krediet zijn juni 2010 afgerond. Krediet wordt afgesloten.
De uitrol van de uniforme werkplek is in volle gang. Verwacht wordt dat dit medio 2011 wordt afgerond.
23.400
De projecten van dit krediet lopen tot en met juni 2011.
5.700
5.637
650
650
Vooruitlopend op het nieuw vast te stellen informatieplan.
Personeel
Gezien de projectstructuur bestaat de bezetting grotendeels uit extern ingehuurde projectleiders en projectmedewerkers. Personeel in dienst van het SCD wordt wel in de projecten betrokken. Inhuur Voor 2010 wordt verwacht dat er € 8,4 miljoen wordt uitgegeven aan inhuur. Dit financiering van deze inhuur wordt ten laste van de kredieten gebracht. Resultaten brede doorlichting
n.v.t.
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 65 van 72
Risico’s
De volgende risico zijn onderkend: Bij deelprogramma I.B ICT infrastructuur, liggen de risico’s bij: Het project uniforme werkplek. Na migratie van Hendrik-Ido-Ambacht, Alblasserdam, Papendrecht, GGD-RAV, MZHZ en deels Dordrecht zijn er meer werkplekken gemigreerd, meer accounts en meer applicaties dan de normen hiervoor. Dit resulteert enerzijds voor meerwerk in het project en anderzijds voor meerwerk in het beheer. Vertraging van de uitrol. Naar verwachting zal de uitrol van alle uniforme werkplekken en de migratie van de backend pas klaar zijn medio 2011; terwijl eerst een einde werd voorzien voor 2010. Dit wordt mede veroorzaakt door het groter aantal wekplekken, accounts en applicaties dat gemigreerd moet worden. Verder is ook achterstallig onderhoud bij de deelnemers hier mede debet aan. Bij deelprogramma II, regionale informatievoorziening, zijn er risico’s bij: Einde deelprogramma 2 IPA 2008-2010. Eind 2010 wordt het deelprogramma 2 van IPA1 opgeleverd. Dit houdt in dat het programma verder stopt met de ontwikkeling van regionale en Generieke informatie systemen. Echter is er dan wel een risico bij wijziging van wet en regelgeving. Thans ligt het IPA2 plan voor bij deelnemers en zal dit plan het hierboven beschreven risico tot 0 moeten kunnen reduceren.
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 66 van 72
2.9 Algemene dekkingsmiddelen
Het algemeen renteresultaat wordt opgenomen als algemeen dekkingsmiddel. Algemene middelen
Actuele begroting 2010 Lasten
Baten
Saldo
Prognose 2010 Lasten
Baten
Afwijking
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
resultaat voor bestemming
100
700
600
3.053
2.700
-353
-2.953
2.000
mutaties reserves
347
0
-347
647
1.000
353
-300
1.000
-953 700
resultaat na bestemming
447
700
253
3.700
3.700
0
-3.253
3.000
-253
Het renteresultaat wordt gevormd door het rentebestanddeel van de kapitaallasten, en door rentebaten en - lasten bij het uitzetten en aantrekken van liquide middelen. Conform de financiële kadernota is de rekenrente voor de kapitaallasten 5%. Eind 2009 is het overschot aan liquide middelen omgeslagen in een tekort. Eind augustus 2010 was dit tekort opgelopen tot € 25,5 miljoen. Het financieringstekort wordt veroorzaakt door investeringen vooral via het programma IP&A, teruglopende reserves en het negatieve resultaat op het lopende boekjaar. Gezien de rentestand wordt het tekort vooralsnog gefinancierd via rekening-courant en kasgeldleningen, binnen de bepalingen van het financieringsstatuut. De omvang van het tekort aan liquide middelen en het rentepercentage zijn lager dan begroot. Bij de 1e marap is al gemeld dat de prognose is dat de algemene rentebaten daardoor per saldo hoger uitvallen. De prognose is nu dat de algemene rentebaten over 2011 uitkomen op € 1,4 miljoen. Bedragen (x € 1.000)
Begroting 2010
Rentebestanddeel kapitaallasten Rentelasten liquide middelen Dekking financiële afspraken ZHZ Totaal
Prognose 2010
1.500
1.650
-800
-250
0
2.300
700
3.700
Onderdeel van rente-lasten uit de liquide-middelen is een negatief rente-resultaat op de BWS-subsidies, van € 150.000. De inkomende BWS-subsidies zijn in 2009 door het Rijk afgekocht, waarbij toekomstige geldstromen contant zijn gemaakt tegen 4% rente. De rente die dit jaar feitelijk wordt gerealiseerd op de uitgezette middelen is echter slechts ongeveer 2%, zodat een negatief rente-resultaat ontstaat. Aanwending van het renteresultaat Voorgesteld wordt het saldo op de rentemiddelen ad € 953.000 als volgt aan te wenden: Verdeling rente-resultaat (x € 1.000) Toevoegen aan reserves
Manden maken
80
BWS
70
BLS
Dekken kosten
Bedrag
100
FES-gelden
50
Betalingsverkeer
17
Juridische procedure Landsbanki
50
Taakstelling brede doorlichting
586
Totaal
953
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 67 van 72
Afhandeling financiële afspraken ZHZ Zoals te lezen is in de samenvatting in hoofdstuk 1 wordt voor de financiële afspraken met ZHZ van € 2,3 miljoen de volgende dekking voorgesteld. Bij de gemeenten wordt € 1 miljoen opgehaald. Daarnaast zal € 1 miljoen worden onttrokken uit de reserve BWS. Vanuit de Brede doorlichting zal € 200.000 worden bijgedragen. Als laatste zal € 100.000 worden doorberekend naar het SCD. Bijdrage per gemeente fin.afspraken ZHZ (bedragen x € 1.000) Albasserdam Dordrecht
Totaal 72 451
H.I. Ambacht
96
Papendrecht
121
Sliedrecht Zwijndrecht Totaal
91 169 1.000
Conclusies & besluitvorming Instemmen met de volgende begrotingswijzigingen: 1. Ophogen begroting als gevolg van hogere rente-baten van € 700.000; 2. Wijziging begroting door het aanwenden van het rente-resultaat van € 953.000. 3. Instemmen met de begrotingswijziging na aanleiding van de gesloten financiële afspraken met ZHZ: Ophogen budget met 2,3 miljoen, dit is de bijdrage van uit de GR Drechtsteden om het financiële dispuut met ZHZ op te lossen; Ophogen begroting algemene bijdragen gemeenten ad € 1.000.000; Begrote mutaties uit de reserves, dit is de onttrekking uit de BWS-reserve van € 1.000.000; Ophogen inkomsten als uitgavenkant met € 200.000, dit is de dekking uit de brede doorlichting (bij programma Bureau Drechtsteden); Ophogen begrote inkomsten ad € 100.0000. Dit is de doorberekende bijdrage aan het SCD.
2e marap 2010 GR Drechtsteden
bladzijde 68 van 72
2.10 Begrotingswijziging en recapitulatie Begrotingsprogramma
Bedragen (x € 1.000) Lasten
Toelichting
Baten
Bureau Drechtsteden
200
200
Bijdrage fin. afspraken ZHZ, dekking komt uit de taakstelling Brede doorlichting
Sociale Dienst Drechtsteden
356
356
Bijstelling Participatiebudget vanuit het Rijk
1.598
0
Toename uitkeringslasten WWB
0
-5.662
Verwachte verlaging rijksbudget
0
7.260
331
0
0
41
0
290
Aanvullende doorberekening naar gemeenten
830
830
Aanvullende budget inhuur, wordt gedekt door Participatiebudget
647
0
0
647
Servicecentrum Drechtsteden
OnderzoekCentrum Drechtsteden
Algemene dekkingsmiddelen
Totaal
2e marap 2010 GR Drechtsteden
Aanvullende doorberekening eigenaren Ophoging budget minima Extra inkomsten debiteurenopbrengsten
Ophogen apparaatskosten Extra bijdrage gemeente voor apparaatskosten Hogere lasten door telefonie en printers, dekking komt uit hogere doorberekening naar deelnemers Hogere lasten en baten als gevolg van aanvullende DVO
289
289
365
365
-100
0
Vrijval van garantieverplichtingen
100
0
Bijdrage financiële afspraken ZHZ
-45
-45
-325
0
Gerealiseerde besparing VIP in 2010
325
0
Resultaatbestemming, toevoegen aan exploitatiereserve SCD
40
0
Eenmalige investering in het kader van de brede doorlichting
60
0
Bijdrage aan concern brede doorlichting
0
100
953
700
2.300
0
0
1.000
Extra bijdrage gemeenten
0
1.000
Onttrekking BWS reserve
0
200
Dekking vanuit Brede doorlichting
0
100
Bijdrage SCD
7.924
7.671
Lagere doorberekening basisdienstverlening
Structureel inverdien effect in het kader van de brede doorlichting Ophoging als gevolg van gunstiger renteresultaat en aanpassing als gevolg van aanwending rente-resultaat Financiële afspraken ZHZ
bladzijde 69 van 72
Begrotingsprogramma (x € 1.000)
Bureau Drechtsteden
Actuele begroting 2010
Lasten
Baten
Prognose 2010
Saldo
Lasten
Baten
Begrotingswijziging 2010
Saldo
Lasten
Baten
Begroting na wijziging 2010
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
13.487
13.487
0
14.064
13.779
-285
200
200
0
13.687
13.687
0
4.326
4.326
0
4.326
4.326
0
0
0
0
4.326
4.326
0
188.322
188.322
0
184.987
183.867
-1.120
3.762
3.762
0
192.084
192.084
0
8.420
8.420
0
8.480
8.420
-60
0
0
0
8.420
8.420
0
45.044
45.044
0
45.328
45.653
325
609
609
0
45.653
45.653
0
Gemeentebelastinge n Drechtsteden
5.249
5.249
0
5.193
5.250
57
0
0
0
5.249
5.249
0
Onderzoekcentrum Drechtsteden
1.538
1.538
0
1.638
1.638
0
100
100
0
1.638
1.638
0
447
700
253
3.700
3.700
0
3.253
3.000
0
3.700
3.700
0
266.833
267.086
253
267.716
266.633
-1.083
7.924
7.671
0
274.757
274.757
0
Manden maken Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden
Algemene dekkingsmiddelen Resultaat
Alblasserdam
Dordrecht
H.I. Ambacht
Papendrecht
Sliedrecht
Zwijndrecht
Totaal
Bijlage nieuwe bijdragen per gemeente o.b.v. 2e marap 2010
184 4 39 5 4 27 4 4 -
1.153 25 359 30 23 169 28 23 63
245 5 53 6 5 36 6 5 12
308 7 70 8 6 45 7 6 15
233 5 54 6 5 34 5 12
433 9 105 11 8 63 10 8 22
2.556 55 680 67 50 375 56 50 125
Sociale Dienst Drechtsteden Participatie Kinderopvang Bijstandsverlening (Rijksbudget) Bijstandsverlening (tekortfinanciering) Minimabeleid WMO - Huishoudelijke hulp WMO - Hulpmiddelen Schuldbemiddeling en Budgetadvies WMO - uitvoeringskosten Apparaatskosten
1.079 18 2.572 307 218 1.689 1.093 1 62 1.046
22.394 441 41.427 5.034 3.570 10.688 6.480 24 395 17.153
753 2 1.488 179 127 1.297 938 1 48 609
1.623 13 3.729 445 316 2.195 1.241 2 81 1.516
1.298 27 3.345 375 266 2.332 1.122 2 86 1.276
3.804 84 8.487 920 652 4.260 2.122 4 158 3.134
30.952 585 61.048 7.260 5.148 22.461 12.996 35 830 24.733
Servicecentrum Drechtsteden Basispakket Pluspakket Additioneel pakket IP&A deelprogramma 1B
1.225 393
9.471 1.396 1.573 2.166
1.329 561
2.137 565
1.543 379
2.851 174 1.008
18.556 1.569 1.573 5.072
-
2.639
485
503
505
815
4.947
Onderzoekcentrum Drechtsteden
82
642
90
145
106
190
1.255
Financiële problematiek ZHZ
72
451
96
121
91
169
1.000
10.128
127.817
8.376
15.103
13.107
29.502
204.034
(bedragen x € 1.000)
Programma Bureau Drechtsteden Algemene inwonerbijdrage Regionaal Platform Verkeersveiligheid Waterbus Voorrangscommissie Klachtencommissie Bijdrage wonen Natuur en Milieu Educatie Wet Educatie en Beroepsonderwijs Energieprogramma (SLOK)
Gemeentebelastingen Drechtsteden
Totaal
Mutatie 2e marap t.o.v. 1e marap (bedragen x € 1.000) Bureau Drechtsteden
Regionaal Platform Verkeersveiligheid
Sociale Dienst Drechtsteden
Bijstelling participatiebudget Toename lasten Bijstandsverlening
Totaal 18 355 1.598
Toename lasten Minimabeleid
290
Extra bijdrage in de apparaatskosten
647
Service Centrum Drechtsteden
Doorberekening meerkosten printers en telefonie
248
Algemene dekkingsmiddelen
Afrekening financiële afspraken ZHZ
Totaal
1.000
4.156
Programma Bureau Drechtsteden Algemene inwonerbijdrage Regionaal Platform Verkeersveiligheid Waterbus Voorrangscommissie Klachtencommissie Bijdrage wonen Natuur en Milieu Educatie Wet Educatie en Beroepsonderwijs Energieprogramma (SLOK)
Totaal 2e marap
Totaal 1e marap
Zwijndrecht 2e marap
Zwijndrecht 1e marap
Sliedrecht 2e marap
Sliedrecht 1e marap
Papendrecht 2e marap
Papendrecht 1e marap
H.I. Ambacht 2e marap
H.I. Ambacht 1e marap
Dordrecht 2e marap
Dordrecht 1e marap
(bedragen x € 1.000)
Alblasserdam 2e marap
Alblasserdam 1e marap
Bijlage vergelijking bijdragen gemeenten 1e marap 2010 en 2e marap 2010
184 3 40 5 4 27 4 4 -
184 4 39 5 4 27 4 4 -
1.153 17 367 30 23 169 28 23 63
1.153 25 359 30 23 169 28 23 63
245 3 42 6 5 36 6 5 12
245 5 53 6 5 36 6 5 12
308 4 66 8 6 45 7 6 15
308 7 70 8 6 45 7 6 15
233 3 57 6 5 34 5 12
233 5 54 6 5 34 5 12
433 6 107 11 8 63 10 8 22
433 9 105 11 8 63 10 8 22
2.556 37 680 67 50 375 56 50 125
2.556 55 680 67 50 375 56 50 125
Sociale Dienst Drechtsteden Participatie Kinderopvang Bijstandsverlening (Rijksbudget) Bijstandsverlening (tekortfinanciering) Minimabeleid WMO - Huishoudelijke hulp WMO - Hulpmiddelen Schuldbemiddeling en Budgetadvies WMO - uitvoeringskosten Apparaatskosten
1.067 18 2.811 205 1.689 1.093 1 62 1.019
1.079 18 2.572 307 218 1.689 1.093 1 62 1.046
22.137 441 45.353 3.369 10.688 6.480 24 395 16.704
22.394 441 41.427 5.034 3.570 10.688 6.480 24 395 17.153
745 2 1.628 120 1.297 938 1 48 593
753 2 1.488 179 127 1.297 938 1 48 609
1.604 13 4.076 298 2.195 1.241 2 81 1.476
1.623 13 3.729 445 316 2.195 1.241 2 81 1.516
1.283 27 3.638 251 2.332 1.122 2 86 1.243
1.298 27 3.345 375 266 2.332 1.122 2 86 1.276
3.761 84 9.205 616 4.260 2.122 4 158 3.052
3.804 84 8.487 920 652 4.260 2.122 4 158 3.134
30.597 585 66.710 4.858 22.461 12.996 35 830 24.086
30.952 585 61.048 7.260 5.148 22.461 12.996 35 830 24.733
Servicecentrum Drechtsteden Basispakket Pluspakket Additioneel pakket IP&A deelprogramma 1B
1.225 359
1.225 393
9.471 1.396 1.573 2.166
9.471 1.396 1.573 2.166
1.329 497
1.329 561
2.137 528
2.137 565
1.543 338
1.543 379
2.851 174 936
2.851 174 1.008
18.556 1.569 1.573 4.824
18.556 1.569 1.573 5.072
-
2.639
2.639
485
485
503
503
505
505
815
815
4.947
4.947
82
82
642
642
90
90
145
145
106
106
190
190
1.255
1.255
9.902
10.128 226
125.351
127.817 2.466
8.133
8.376 243
14.764
15.103 339
12.831
13.107 276
28.896
29.502 606
199.878
204.034 4.156
Gemeentebelastingen Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden
-
Financiële problematiek ZHZ Totaal Toename 2e marap t.o.v. 1e marap
72
451
96
121
91
169
1.000
bijlage 6 agendapunt 7
Vergadernotitie
datum
voor de D rechtraad op 7 december 20 10
4 november 2010 steller S.M. van der Stel
Onderwerp
Reglement van Orde Drechtraad Bijlagen - Reglement van Orde Drechtraad versie 1.0
doorkiesnummer 078-6398531 e-mail
[email protected]
Gevraagde beslissing - Vaststellen van het Reglement van Orde Drechtraad Verdere procedure en communicatie Het Reglement van Orde treedt in werking per 1 januari 2011. Na vaststelling wordt het reglement toegezonden aan alle raadsleden en leden van het Drechtstedenbestuur. Financiële consequenties Niet van toepassing Toelichting Op voorstel van de Agendacommissie krijgt de Drechtraad de wijziging van het Reglement van Orde voorgelegd. Het concept-reglement is in september in de Agendacommissie aan de orde geweest. Wijziging in artikel 6.3 In de kamer van 2 november 2010 is het Reglement van Orde door raadsleden opiniërend besproken. Op basis van deze discussie is daarop een concrete wijziging doorgevoerd in artikel 6.3 over spreekrecht. De gewijzigde tekst luidt als volgt: ‘Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit tenminste één dag voor de datum van de carrouselvergadering aan de coördinerend griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer alsmede het onderwerp waarover hij het woord wil voeren. De coördinerend griffier bepaalt in overleg met de voorzitters van de carrouselvergaderingen bij welke vergadering het betreffende onderwerp het beste past.’ Op basis van de discussie in de kamer van 2 november wordt de Drechtraad voorgesteld om dit onderwerp als bespreekpunt te agenderen. Relatie met de wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling De wijzigingen in het Reglement van Orde zijn, waar dat van toepassing is, ook verwerkt in de officiële tekst van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden.
bijlage 7 agendapunt 8
Vergadernotitie
datum
voor de D rechtraad op 7 december 20 10
4 oktober 2010 steller Hanneke Moret
Onderwerp
Handleiding stukkenstroom Drechtraad Bijlagen ‘Besluitvorming in de Drechtsteden’, hoofdstuk 2
doorkiesnummer 078 639 8515 e-mail
[email protected]
Gevraagde beslissing Vaststellen van hoofdstuk 2 van de handleiding ‘Besluitvorming in de Drechtsteden’ als richtlijn voor de stukkenstroom richting de Drechtraad. Verdere procedure en communicatie De handleiding ‘Besluitvorming in de Drechtsteden’ wordt na vaststelling in de Drechtraad de richtlijn voor de stukkenstroom richting de Drechtraad. Iedereen die gebruik maakt van het bestuurlijk besluitvormingsproces wordt geacht gebruik te maken van de formats die in deze handleiding als verplicht zijn aangemerkt. Hoofdstuk 2 van de handleiding ‘Besluitvorming in de Drechtsteden’ na vaststelling door de Drechtraad ter kennis brengen aan iedereen die gebruik maakt van het bestuurlijk besluitvormingsproces. Financiële consequenties Niet van toepassing Toelichting Uitgangspunt voor de handleiding ‘Besluitvorming in de Drechtsteden;’ is een zo efficiënte en effectieve bestuurlijke besluitvormingsprocedure. De handleiding bevat een vaste indeling van stukken en bevordert daarmee de leesbaarheid en herkenbaarheid van de voorstellen voor de besluitvormers, met betrekking tot hoofdstuk 2: de Drechtraad. Hoofdstuk 1 van de handleiding is het deel dat betrekking heeft op de stukkenstroom van het Drechtstedenbestuur (niet bijgevoegd). Het is daarom van belang dat medewerkers van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden en anderen die gebruik maken van het bestuurlijk besluitvormingsproces werken volgens de handleiding ‘Besluitvorming in de Drechtsteden’. De handleiding is ontstaan naar aanleiding van de toezegging dat de stukkenstroom en de kwaliteit van de stukken wordt verbeterd en is een van de opdrachten van de Drechtraad d.d. 16 juni 2010. Hoofdstuk 2 van ‘Besluitvorming in de Drechtsteden’ is een uitwerking van al eerder bestaande protocollen voor het opstellen van stukken voor de Drechtraad. De regiogriffie heeft in samenwerking met Bureau Drechtsteden de handleiding geschreven. Na vaststelling bieden de regiogriffie en Bureau Drechtsteden een korte cursus aan voor de medewerkers van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden om volgens de handleiding ‘Besluitvorming in de Drechtsteden’ te werken.
bijlage 8 agendapunt 9a
Vergadernotitie
datum
voor de Drechtraad op 7 december 2010
3 november 2010 steller M.A. Muijres
Onderwerp
Kredietaanvraag IP&A deelprogramma IB - aanvulling Bijlagen Geen
doorkiesnummer 078-6396107 e-mail
[email protected] bestuurlijk portefeuillehouder J.P. Tanis
Gevraagde beslissing Beschikbaar stellen van een krediet van € 7,5 miljoen voor de uitvoering van IP&A deelprogramma IB.
akkoord bestuurlijk portefeuillehouder 3 november 2010
Verdere procedure nvt Communicatie nvt Financiële consequenties De benodigde investering leidt tot extra jaarlijkse lasten van € 0,6 miljoen. De exploitatielast is verwerkt in de begrotingsaanvraag 2011 van de GR Drechtsteden. De lasten worden door de deelnemers gedragen via een doorbelasting per werkplek en de kosten van meer afname van applicaties, accounts en werkplekken worden additioneel doorbelast aan de betreffende deelnemer. Op langere termijn - vijf jaren – kunnen de jaarlijkse lasten aanzienlijk dalen met ca. 30%. Toelichting Plaats in het IPA 1-programma Voor de noodzakelijke aanpassingen van de informatievoorziening, de procesverbetering en de automatisering heeft uw raad in juni 2008 een programma IPA vastgesteld, dat zich uitstrekt over de periode 2008 t/m medio 2011. Dit programma bestaat uit vier delen: • een deelprogramma voor standaardisering/vernieuwing van de ICT-infrastructuur (deelprogramma I.B). • een deelprogramma voor informatievoorzieningprojecten ter ondersteuning van modernisering van de dienstverlening, invoering van het stelsel van basisregistraties en invoering van nieuwe wetgeving (programma II); • een deelprogramma voor lokale projecten in opdracht van en voor rekening van de individuele deelnemers (programma III); • een deelprogramma projecten SCD voor inrichting van de processen en informatiesystemen voor de opstart van het SCD (programma IV). Deze kredietaanvraag gaat uitsluitend over deelprogramma I.B Regionale ICT-Infrastructuur.
pagina 2 van agendapunt: Kredietaanvraag IP&A deelprogramma IB - aanvulling
Programma I.B Regionale ICT-infrastructuur Dit deelprogramma van IPA realiseert voor 98 hoofd- en nevenvestigingen vier hoofdproducten, nl.: 1. Één standaard digitale vaste telefonie en nieuwe mobiele telefonie en afstoten oude Infrastructuren; 2. Vernieuwen lokale digitale netwerken; 3. Ontwikkelen en invoeren van Uniforme Werkplek, migreren data en applicaties en afbouwen oude kantoorautomatisering; 4. Ontwikkelen en invoeren van centraal gehoste applicaties en dataopslag, migreren van de applicaties, data en koppelingen en afbouwen oude infrastructuren. Dit voorstel is in behandeling gebracht nadat we een positief advies hadden van een extern onafhankelijk adviesbureau over zowel inhoud, passendheid als kostenbegroting. De aanleiding voor dit plan is een direct afgeleide van de behoeften van gemeenten en de GR’n. In 2007 is gestart met een operatie om op diverse ondersteunende processen samen te gaan werken in het SCD en ook voor primaire processen zoals SDD en BDD is een samenwerking tot stand gebracht. Voor deze samenwerking is een ongehinderd dataverkeer tussen de diverse organisaties en lokaties (connectiviteit) een randvoorwaarde. Ook is aan het SCD een zeer sterke besparing op ICT-personeel opgelegd, vanuit de aanname dat er één standaard ICT-proces en één standaard ICTomgeving zou zijn. Ten slotte waren investeringen in ICT bij deelnemers aangehouden in afwachting van de komst van het SCD en dat verhoogde de noodzaak van de vernieuwing. Dit is aanleiding geweest voor de NDD+ (Netwerkdirectie+) om het deelprogramma I.B Regio ICT-Infrastructuur in te dienen. Voor dit programma wordt het krediet in jaarlijkse tranches gevraagd. Uw raad heeft als volgt voorzien in de jaarlijkse kredieten voor uitvoering van dit plan. tranche jaartranche 2008 jaartranche 2009 Vooruitlopend op jaartranche 2010, 2e Marap GRD 2009 jaartranche 2010
Bedrag € 5.900.000 € 5.000.000
Besluit DR juni 2008 DR september 2008
1.000.000 4.000.000 15.900.000
DR december 2009 DR november 2010
€ € €
Onderhavige aanvullende kredietbehoefte van € 7,5 miljoen Deze aanvraag gaat specifiek over de aanvullende kredietbehoefte voor dit Programma I.B. van € 7,5 miljoen boven op de uitgangsbegroting van € 15,9 miljoen. Over deze bijstelling is in oktober 2009 door het PFO-middelen positief geadviseerd. Het PFO is tot dit advies gekomen na kennisname van de resultaten van drie onafhankelijke audits over resp. de kwaliteit van de opgeleverde techniek, de aanpak en capaciteitsraming van de migratie en de status van het (achterstallig) beheer. Naar aanleiding van dit advies is de Drechtraad reeds eind vorig jaar meegedeeld dat deze kostenstijging als gevolg van achterstallig onderhoud, meer applicaties, meer werkplekken en meer accounts zou plaatsvinden. Vervolgens is de aanvullende kredietaanvraag in procedure gebracht. Het DSB heeft in zijn vergadering van 22 april 2010 de aanvullende kredietaanvraag van € 7,5 miljoen goedgekeurd. Vervolgens heeft het DSB deze kredietaanvragen bij u in behandeling gebracht. Achtereenvolgens in januari 2010 en op 7 september 2010 en hebben wij de aanvragen toegelicht in uw kamer in de algemene context van de I&A-ontwikkelingen. Laatstelijk in uw themabijeenkomst op 5 oktober 2010 resp. op 2 november is het DSB specifiek ingegaan op deze aanvullende kredietbehoefte en zijn eveneens de sturingsmogelijkheden op de kostenontwikkelingen besproken (zie einde van de notitie).
pagina 3 van agendapunt: Kredietaanvraag IP&A deelprogramma IB - aanvulling
Deze bijstelling leidt tot de volgende kredietbehoefte voor tranche Bedrag jaartranche 2008 € 5.900.000 jaartranche 2009 € 5.000.000 Vooruitlopend op jaartranche 2010, 2e Marap GRD 2009 € 1.000.000 jaartranche 2010 € 4.000.000 € 15.900.000 Aanvullende kredietbehoefte 2010 € 7.500.000 € 23.400.000
deelprogramma I.B: Besluit DR juni 2008 DR september 2008 DR december 2009 DR november 20010 in behandeling
De kapitaallasten van de € 7.5 miljoen leiden, deels gecompenseerd door besparingen op andere posten, tot een stijging van de ICT-kosten van ca. € 0,6 miljoen. Deze stijging is opgenomen in de geactualiseerde begroting 2011 van het SCD/GRD, die opiniërend is geagendeerd voor uw raad op 7 december 2010. De gemeenten financieren deze door specifieke toerekening van de kosten van deze extra afname indien en voor zover er sprake is van extra afname. Ontwikkelingen 2011 Inmiddels is de overgang naar de beoogde kwalitatieve, stabiele en veilige ICT-Infrastructuur ver gevorderd. In hoofdzaak om twee redenen is voor de afronding van het programma in 2011 een verhoging van de deelprogrammabegroting nodig van € 2.3 miljoen. De hoofdredenen zijn resp. het groter aantal te migreren applicaties (was 1200; wordt 1500) en de doorbelasting van de aanvankelijk om niet ter beschikking gestelde programmaleiding, control, huisvesting en ICTwerkplekken. Dit leidt tot een toename van de ICT-kosten van € 0,4 miljoen per jaar, die naar rato van de extra afname ten laste komt van de deelnemers. Deze stijging is niet opgenomen in de begroting van de GR Drechtsteden die op 7 december 2010 opiniërend geagendeerd voor uw vergadering van 7 december 2010. Deze ontwikkelingen, oorzaken, nut en noodzaak van de bijstelling zijn toegelicht in uw kredietkamer op 2 november 2010. Deze aanvullende kredietaanvraag wordt zo spoedig mogelijk in procedure gebracht. Na verdiscontering van deze wijziging is de uiteindelijke kredietbehoefte voor afronding van het deelprogramma als volgt: tranche Bedrag Besluit jaartranche 2008 € 5.900.000 DR juni 2008 jaartranche 2009 € 5.000.000 DR september 2008 Vooruitlopend op jaartranche 2010, 2e Marap GRD 2009 € 1.000.000 DR december 2009 jaartranche 2010 € 4.000.000 DR november 20010 € 15.900.000 Aanvullende kredietbehoefte 2010 € 7.500.000 in behandeling € 23.400.000 Aanvullende kredietbehoefte 2011 € 2.300.000 nog in te dienen € 25.700.000 De terugverdienperiode van de totale investering bedraagt ca. 5 jaren. M.a.w. na 5 jaren zijn de kosten van ontwikkelen en invoeren van één regionale standaard geabsorbeerd en besparen de Drechtsteden aanzienlijk op de kosten van ICT-Infrastructuur. Afhankelijk van met name de kwaliteit van het toekomstig beheer en het terugdringen van het aantal applicaties kan de besparing oplopen tot 30%. De portefeuillehouder heeft de Drechtraad op 2 november 2010 toegezegd met een plan te komen hoe op deze besparingsdoelen kan worden gestuurd en welke projectmatige initiatieven daar invulling aan geven.
Memo Aan Van Onderwerp Datum
De leden van de Drechtraad J.P. Tanis (portefeuillehouder Bestuur&Middelen / IP&A Drechtsteden) Kredietaanvragen SCD (3 stuks) 8 oktober 2010
Geachte leden van de Drechtraad, De Directeur SCD heeft in het kader van haar reguliere taken een drietal Kredietaanvragen gedaan. Deze kredietaanvragen betreffen projecten gericht op structurele kostenbesparingen, vervangingsinvesteringen van ICT-middelen en groot ICT-onderhoud dat als investering – lees krediet - in aanmerking moet worden genomen. Het DSB heeft in vergadering van 23 september 2010 de volgende drie kredietaanvragen goedgekeurd voor doorleiding naar uw raad. Deze voor uw vergadering van 2 november geagendeerde kredietaanvragen licht ik graag toe. 1. De kredietaanvraag van het SCD-programma VIP (Voortdurend Innovatief Presteren) ad. € 1,3 miljoen. Het SCD heeft als taakstelling om met ingang van 2011 een structurele besparing te realiseren van €1,015 miljoen. Om de besparing ook feitelijk mogelijk te maken is een investering nodig in een aantal belangrijke VIP-projecten (VIP = Voortdurend Innovatief Presteren) die leiden tot lagere bedrijfskosten. De besparing en benodigde kapitaallasten zijn reeds verwerkt in de begroting 2011. De projecten kennen een gemiddelde terugverdienperiode van 1,3 jaar. 2. De kredietaanvraag reguliere dienstverlening Applicatie en Technisch Beheer van het SCD ad € 1,1 miljoen. Dit krediet heeft betrekking op de normale bedrijfsvoering van de ICT-beheerafdeling en betreft (niet uitstelbare) vervangingsinvesteringen en technisch onderhoud. Voorts worden maatregelen genomen om structureel kosten te besparen op niet standaard systemen (de zog. AS400 platforms), die zich zelf terugverdienen. De kapitaallasten zijn reeds opgenomen in de begroting van het SCD en leiden niet tot nieuwe kosten. Tevens betreft dit de ontwikkelkosten van een nieuw product op verzoek van een klant, die de afname specifiek bekostigt. 3. Krediet aanvraag (vervanging) multifunctionals ad € 0,9 miljoen. Dit krediet betreft de vervangingsinvestering voor de oude printers en kopieerapaaraten door standaard multifunctionals. Voor de standaardisering en vervanging heeft het SCD een project ingesteld, uitgevoerd door IPA, dat zorg draagt voor Europese aanbesteding en implementatie van de nieuwe standaard dienst. Dit project verlaagt de kosten structureel en heeft een terugverdienperiode van ca. 1 jaar. J.P. Tanis Portefeuillehouder Bestuur&Middelen / IP&A Drechtsteden
bijlage 9 agendapunt 9b
Vergadernotitie Voor de Drechtraad op 7 decem be r 2010
datum 2 augustus 2010 Steller C.M. Sjerps Doorkiesnummer
Onderwerp
078-7702001
Kredietaanvraag VIP-programma
E-mail
[email protected]
Bijlagen Geen Gevraagde beslissing Beschikbaar stellen van een krediet van € 1.323.000 voor de uitvoering van het VIPprogramma.
Bestuurlijk portefeuillehouder J.P. Tanis Akkoord bestuurlijk portefeuillehouder 15 oktober 2010
Communicatie nvt Financiële Consequenties De bijdragen van de gemeenten wijzigen niet. De investeringen leiden tot een structurele daling van de kosten van naar schatting €970.000 per jaar. De jaarlijkse kapitaallasten zijn € 305.000 bij een afschrijvingstermijn van 5 jaar. Een deel van die kapitaallasten wordt door het SCD aan de desbetreffende klantorganisaties doorberekend. Per saldo is er dus een daling van de kosten van het SCD, waarmee een gedeeltelijke invulling van de taakstelling van € 1,0 miljoen wordt gerealiseerd. Toelichting Het SCD heeft als taakstelling om met ingang van 2011 een structurele besparing te realiseren van €1,015 miljoen. Deze besparing is reeds verwerkt in de begroting 2011. Om de besparing ook feitelijk mogelijk te maken is een investering nodig in een aantal belangrijke VIP-projecten (VIP = Voortdurend Innovatief Presteren) die leiden tot lagere bedrijfskosten.
pagina 2
Het betreft de volgende VIP-projecten: Project
IVc.1 IVc.2
IVc.3
Doorontwikkelen virtueel serviceplein Koppelen mozaïek met back-office systemen Topdesk E-HRM selfservice Gemiddeld -projectsupervisie -projectleiding
Investering/
Netto besparing
Afschr.termijn
Krediet
per jaar
in jaren
Terugverdientijd in jaren
90.000
45.000
5
20.788
2
70.000
49.000
5
16.100
1,4
413.000
227.500
5
94.990
55.000 91.000
-projectinzet P-kolom
157.000
-kosten reorganisatie
90.000
-opleidingskosten -implementatiekosten Raet Herinrichting P-Kolom
Jaarlasten
0 20.000 143.000
Per saldo
413.000
370.500
5
94.990
1,3*
IVc.5
E-facturering
61414
38.215
5
14.180
1,6
IVc.13
DIV
331.000
319.750
5
76.453
1,3**
-1. Reorganisatie DIV -2. Standaardisatie producten en diensten
65.000 15.000
-3. Professionalisering producten en diensten: Digitaal archief
0
Scanvoorziening
90.000
Uitfasering oude
85.000
DMS Overgang naar digitaal werken -4. Professionalisering medewerkers -5. Programmaoverhead IVc.15
OCR Factuurverwerking
IVc.16
Implementatie verplichtingenadmin. Koppeling financiële admin. aan K2F Implementatie projectadministratie
IVc.17 IVc.18 Totaal
18.000 10.000 48.000 85.000
46.537
5
19.633
1,8
114.000
59.021
5
26.331
1,9
114.000
45.825
5
26.331
2,5
45.000
Kwaliteit
5
10.394
n.v.t.
1.323.414
973.848
5
305.200
1,3
* Rekening houdend met een totale investering van 493.500 euro, waarvan 413.000 euro afschrijfbaar. **Rekening houdend met een besparing van 9,45 fte structureel en totale investering van 418.800 (331.000 afschrijfbaar) en structurele exploitatiekosten van 200.000 euro.
Kanttekening De kapitaallasten die met deze verbetering en vernieuwing van het instrumentarium samenhangen bedragen afgerond € 305.000. Deze zijn op een afschrijvingstermijn van 5 jaar berekend. Het Servicecentrum Drechtsteden betaalt deze lasten zelf, met uitzondering van de kapitaallasten voor de projecten E-facturering, Implementatie verplichtingenadministratie en koppeling financiële administraties aan K2F. Deze projecten genereren vooral opbrengsten voor de regio. De kapitaallasten berekenen we via een DVO naar rato van de opbrengsten (resp. afgerond € 43.000, € 100.000 en € 76.000) door aan de betreffende klantorganisaties. Onderliggende stukken Geen.
Bijlage 10 Agendapunt 9c
Vergadernotitie
datum 2 augustus 2010
Voor de Drechtraad op 7 decem be r 2010
Steller C.M. Sjerps Doorkiesnummer
Onderwerp
078-7702001
Kredietaanvraag reguliere dienstverlening Applicatie en Technisch Beheer (ATB)
E-mail
[email protected] Bestuurlijk portefeuillehouder
Bijlagen Geen
J.P. Tanis
Gevraagde beslissing Beschikbaar stellen van een krediet van € 1.050.000 voor de uitvoering door de service eenheid ATB van diverse producten.
Akkoord bestuurlijk portefeuillehouder 15 oktober 2010
Communicatie nvt Financiële Consequenties De bijdragen van de gemeenten wijzigen niet. De jaarlijkse kapitaallasten worden gedekt binnen de bestaande begroting van het Servicecentrum Drechtsteden. De kapitaallasten van project 4 (ontwikkelen fatcliënts op verzoek van klantorganisaties) ten bedrage van € 87.500 worden aan de betreffende klantorganisatie doorberekend middels DVO. Toelichting Binnen het ICT domein vindt thans binnen de Drechtsteden een omvangrijke vernieuwing plaats. Door het programma IP&A worden de bestaande netwerken, rekencentra en werkplekken vervangen door dienstverlening vanuit 1 rekencentrum, een koppeling tussen de onderdelen van de organisaties middels Drechtnet en de uitrol van 1 uniforme werkplek. Dat is een omvangrijke (financiële) operatie waarbij het beeld vooral wordt bepaald door de uitrol van Uniforme Werkplekken door het programma. De bestaande service eenheid ATB wordt daarnaast geconfronteerd met een aantal, onvermijdelijke, projecten die nodig zijn om de systemen van de Drechtsteden in de lucht te houden. Denk dan aan noodzakelijke upgrades van systeemplatformen en uitbreiding van opslag en back up door (grote) datagroei. Projecten die niet voorzien zijn binnen het programma IP&A en bij de start van het SCD, maar wel omvangrijke investeringen met zich meebrengen. Deels worden deze projecten wel uitgevoerd door het programma indien de expertise en/of capaciteit niet binnen de eigen afdeling beschikbaar is. De kennis van zaken binnen IP&A van de systemen van ATB geldt hierbij uiteraard als groot voordeel. 1 2 3 4 5 6 7
Project Oracle migratie naar 10.g Project van 4 naar 1 AS400 Schijvenkabinet+backup Ontwikkelen Fatclient Simkaarten Administratie Reguliere ATB aanschaffingen 2010 Hardware Reguliere ATB aanschaffingen 2010 Software
projectkosten € 300.000 € 328.276 € 133.243 € 87.500 € 43.375 € 100.000 € 50.000 € 1.042.394
afs.periode 5 5 5 5 5 5 5
jaarlast € 69.292 € 75.823 € 30.776 € 20.210 € 10.019 € 23.097 € 11.549 € 240.767
dekking dekking binnen werkplektarief besparingen op dure onderhoudscontracten dekking binnen werkplektarief wordt middels DVO doorbelast dekking binnen werkplektarief dekking binnen werkplektarief dekking binnen werkplektarief
pagina 2
De jaarlijkse kapitaallasten die met deze noodzakelijke projecten gemoeid zijn bedragen afgerond € 240.000. Deze zijn op een afschrijvingstermijn van 5 jaar berekend. Het servicecentrum Drechtsteden zal deze lasten binnen zijn begroting opvangen. De kosten voor project 4 ten bedrage van € 87.500 worden met de gemeente Dordrecht verrekend middels DVO. Bijlage 1. Omschrijving projecten 1. Oracle migratie naar 10.g Doordat de versies van de Oracle databases “end of life” zijn moeten deze vervangen worden. Een aantal softwareleveranciers heeft al aangegeven te stoppen met het maken van updates en het geven van support op deze oude databases. Voor A&TB betekent dit dat de oudere Oracle versies geupdate moeten worden naar een versie die door de softwareleverancier ondersteund wordt. Het updaten van de databases valt onder het reguliere beheer van A&TB. Er worden door de nieuwe GRID-Infrastructuur nieuwe randvoorwaarden aan de inrichting van databases en de benodigde infrastructuur gesteld. Eind 2008 is er al een vooronderzoek geweest door een extern bureau. Dit onderzoek heeft geresulteerd in een rapport dat een beeld geeft van wat er vervangen moet worden. Om de meest kritische applicaties operationeel en in support van de leverancier te houden zullen er 41 databases vervangen moeten worden. 2. Project van 4 naar 1 AS 400 Op dit moment staan bij de gemeenten Hendrik Ido Ambacht, Alblasserdam, Papendrecht en Zwijndrecht AS/400 systemen waar diverse applicaties op draaien. Deze systemen worden deels decentraal beheerd. De status per systeem is, dat hard- en software veroudert. Voor de AS/400 systeem zijn hardware, software en uitwijkcontracten per gemeente individueel ingeregeld. Vanuit het programma IPA is een project gestart dat de AS/400 systemen consolideert naar één centraal systeem. Het IPA project zorgt voor het samenvoegen van de systemen naar de centrale GRID infrastructuur. A&TB verzorgt het stroomlijnen van de hardware, software en uitwijkcontracten naar samengevoegde contracten. Door bovenstaande activiteiten uit te voeren ontstaat er efficiënt beheer en duidelijk contractmanagement voor de AS/400 systemen. 3. Schijvenkabinet + Back Up De huidige beschikbare capaciteit van diskopslag die nog toegewezen kan worden om bestanden op te slaan is vrijwel nihil. Met nog een deel van de GRID-migratie te gaan is uitbreiding noodzakelijk. Logisch gevolg van het uitbreiden van diskopslag is dat de backupcapaciteit eveneens uitgebreid moet worden. 4. Ontwikkelen nieuw type Fatclient Vanuit Dordrecht is aangegeven dat er behoefte is aan de data-uitwisselingsfunctionaliteit op de standaard werkplek. Momenteel zijn data-uitwisselingsfunctionaliteiten binnen de GRID infrastructuur alleen beschikbaar op een zogenaamd Data-Uitwisselings-Station (DUS), welke geen standaard werkplek voor medewerkers is. Per organisatie en in afstemming met die organisatie wordt bij de migratie naar de GRID infrastructuur het aantal te plaatsen DUS stations bepaald en tevens waar deze geplaatst worden. Deze kosten zullen worden doorberekend aan Dordrecht. 5. Simkaarten administratie Van de mobiele telefoongebruikers bestaat geen sluitende administratie bij het SCD. Inventarisatie is wenselijk (kostenbesparing) maar ook noodzakelijk ivm de verspreiding van de nieuwe SIM kaarten. Na inventarisering (en eventueel sanering) zijn de mobiele telefoniegebruikers (inclusief blackberries) omgezet naar het nieuwe KPN contract. 6. Reguliere ATB aanschaffingen 2010 Hardware Vanuit het IP&A programma zijn en worden investeringen gedaan in de migratie naar de nieuwe werkplekken. Vervanging en uitbreiding van bestaande werkplekken komen ten laste van de reguliere begroting van ATB evenals vervanging en uitbreiding van servers in het rekencentrum. Voor het jaar 2010 worden deze kosten geschat op € 100.000,00. In 2009 bedroegen deze kosten nog € 258.000,00. 7. Reguliere ATB aanschaffingen 2010 Software In 2009 is gebleken dat het aantal licenties op diverse bestaande applicaties zoals Adobe en Microsoft (Visio,project etc.) onvoldoende is. In 2010 zal dit voor Adobe licenties worden gecorrigeerd, kosten €50.000,00.
pagina 3
Onderliggende stukken Geen. Samenvatting van de bijlagen c.q. bij dit voorstel behorend rapport nvt
bijlage 11 agendapunt 9d
Vergadernotitie
datum 2 augustus 2010
voor de D rechtraad op 7 december 20 10
Steller C.M. Sjerps Doorkiesnummer
Onderwerp
078-7702001
Kredietaanvraag Multifunctionals
E-mail
[email protected]
Bijlagen Geen
Bestuurlijk portefeuillehouder J.P. Tanis
Gevraagde beslising Beschikbaar stellen van een krediet van € 875.000 voor de uitvoering van het project aanbesteding en implementatie Multifunctionals
Akkoord bestuurlijk portefeuillehouder 15 oktober 2010
Communicatie nvt Financiële Consequenties De bijdragen van de gemeenten wijzigen niet. De extra jaarlijkse kapitaallasten zijn gedekt binnen de bestaande begroting van het Servicecentrum Drechtsteden. Toelichting De Drechtsteden i.c. het SCD heeft vanwege het expireren van contracten voor printers en printen in de afgelopen maanden een Europese aanbesteding uitgevoerd. Bij deze aanbesteding is een nieuw beleid ontwikkeld om de printinfrastructuur te standaardiseren en te kunnen besparen op kosten beheer en leverancierskosten. De kredietaanvraag voor deze aanbesteding is aangehouden i.v.m. de informerende bijeenkomsten van de Drechtraad inzak het IP&A-programma Bij de uitvraag was het de bedoeling de marktpartij verantwoordelijk te maken voor de migratie en implementatie van de nieuwe printinfrastructuur. Deze migratie- en implementatiekosten zouden alsdan inbegrepen zijn in de tarieven van de leverancier. Uit de resultaten van de Europese aanbesteding hebben we kunnen vaststellen dat de markt dit migratie en implementatieprobleem in slechts zeer beperkte mate kan overnemen en er een intern project noodzakelijk is. Deze kredietaanvraag voor a) de Europese aanbesteding en b) uitvoering van het migratieproject kredietaanvraag is ter formalisering van de nieuwe situatie. Financieel Het krediet leidt weliswaar tot kapitaallasten, maar niet tot hogere kosten voor het SCD. De situatie is als volgt: Huidige situatie Exploitatielasten *
€
1.200.000
* bedrag gebaseerd op papierverbruik x prijs per afdruk. Opmerking: Totale declaratie van alle klantorganisaties over 2009 bedroeg € 1.000.000. Deels zullen er nog verborgen, niet gedeclareerde kosten zijn, deels zal niet al het papier verwerkt worden t.b.v. het printen.
pagina 2
Nieuwe situatie Projectkosten (maximaal) Kapitaallasten bij de contractduur van 6 jaren (maximaal) Exploitatiekosten na implementatie* Totaal lasten
€ € € €
875.000 172.000 716.000 888.000
* Berekening exploitatiekosten is eerste 3 jaar is het tarief hoger dan de laatste 3 jaren, dan loopt het voordeel op.
Kostenbesparing
€
312.000
Let wel: in de budgetten van SCD is ca. € 700.000 structureel opgenomen voor printkosten, de besparing dringt de kostenoverschrijding terug en leidt niet tot lagere budgetten. Conclusie Omdat deze kredietaanvraag (ten onrechte) niet voorzien was, het project grote besparingen voor de Drechtsteden oplevert en in de aanbesteding moet worden uitgegaan van snelle migratie en implementatie (i.v.m. expiratie van oude contracten) is het noodzakelijk dat het project implementatie MFA zonder vertraging doorgang vindt. Voor de klantorganisaties kent dit project diverse voordelen. De huidige printers zorgen voor veel storingen en zijn gebruikersorganisatie en beheerorganisatie tot last. De behandeling van de grote aantallen contracten en facturen is arbeidsintensief. De printerkosten zullen dichter bij het beschikbare budget komen te liggen en kennen de printers bijvoorbeeld meer functionaliteiten (alle printers bieden de mogelijkheid om kleur af te drukken en dubbelzijdig te printen, relatie met duurzaamheid). Verder wordt er ook standaard een managementsysteem ingevoerd dat sturing en monitoring van gebruik mogelijk maakt. . Onderliggende stukken/bijlagen Geen. Samenvatting van de bijlagen c.q. bij dit voorstel behorend rapport nvt
bijlage 12 agendapunt 10
Vergadernotitie
datum
voor de D rechtraad op 7 december 2010
4 november 2010 steller S.M. van der Stel
Onderwerp
5e Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden Bijlagen - Brief van het college van B&W van Dordrecht aan de Drechtraad d.d. 14 september 2010
doorkiesnummer 078-6398531 e-mail
[email protected]
Gevraagde beslissing Aanvaarden van de wijzigingen in de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden Verdere procedure en communicatie De gewijzigde tekst van de gemeenschappelijke regeling treedt in werking per 1 januari 2011. De wijzigingen worden gepubliceerd op de site van de Drechtsteden en in de rubriek Drechtstedennieuws dat verschijnt in alle huis-aan-huisbladen. Financiële consequenties Niet van toepassing. Toelichting Het voorstel met de vijfde wijziging van die tekst ligt momenteel bij de gemeenten ter wijziging. De regel is dat de tekst van de regeling eens per jaar, in december, wijzigt. Dat betekent dat het wijzigingsvoorstel die nu bij de gemeenten in procedure is, op 7 december 2010 door de Drechtraad aanvaard kunnen worden. De tekst van de Gemeenschappelijke Regeling wordt op de volgende onderdelen gewijzigd: - verbeteringen ten aanzien van belastingen, - vrijstelling, - stemming in de Drechtraad, - unanimiteit voor besluiten over het Ingenieursbureau, - samenstelling Drechtstedenbestuur, - invordering, - algemeen Directeur, - Sociale Dienst Drechtsteden en - Sociale werkvoorziening. Voor meer informatie wordt u verwezen naar de bijgevoegde brief die eveneens aan alle colleges en gemeenteraden is gestuurd (brief Dordrecht d.d. 14 september 2010).
BlS^ *\
k;% MPGR32010091709490065
DORDRECH
GR3
17.09.2010
0065
Retouradres: Postbus 8 3300 AA DORDRECHT
Gemeentebestuur Spuiboulevard 300 3311 GR DORDRECHT
Aan de Drechtraad, d.t.v. het Drechtstedenbestuur Postbus 619 3300 AP Dordrecht
F (078) 800 8080 www.dordrecht.nl
Contactpersoon A.P.E. Jaquet
T (078) 639 8255 E
[email protected] Datum Ons kenmerk Bijlage(n) Betreft
14 september 2010 SBC/2010/442666 div. vijfde wijziging GR Drechtsteden
Geachte bestuur, Onder verwijzing naar artikel 54, tweede lid van de GR Drechtsteden doen wij u hierbij een voorstel tot wijziging van de GR Drechtsteden. Tevens treft u een geconsolideerde versie aan waarin de wijzigingen zichtbaar zijn. Dit wijzigingsvoorstel is tevens gezonden aan alle besturen van de aan de GR Drechtsteden deelnemende gemeenten. Wijziging van de gemeenschappelijke regeling is noodzakelijk om de volgende redenen: Verbeteringen ten aanzien van belastingen. Bij zorgvuldige lezing is gebleken dat er verbeteringen mogelijk en nodig waren in de beschrijving van de belastingtaak. Zo ontbraken de belastingsoorten die door het SCD worden geïnd. Vrijstelling De gemeente Alblasserdam heeft de heffing en inning van haar belastingen niet ondergebracht in de GR Drechtsteden, maar in een andere gemeenschappelijke regeling. Formeel dient daar op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen vrijstelling van te worden verleend. Alblasserdam was vrijstelling verleend tot en met 2009. Nu de belastingtaak bij de andere regeling zal blijven is de vrijstelling vooralsnog verlengd tot 31 december 2020. Mocht Alblasserdam in de tussentijd van gedachten veranderen dan is dit eenvoudig aan te passen. Stemming in de Drechtraad In artikel 14 was geregeld dat voor het tot stand komen van een beslissing in de Drechtraad een meerderheid was vereist van ten minste 60% van het totaal aantal mogelijk uit te brengen stemmen. Voor amendementen gold een meerderheid van het totaal aantal mogelijk uit te brengen stemmen. In het Reglement van Orde was de stemverhouding iets anders geformuleerd. Dit heeft helaas een enkele keer tot verwarring in de Drechtraad geleid. Na bespreking in de Agendacommissie is een nieuwe regeling tot stand gekomen die nu in artikel 14 is opgenomen.
Pagina 1 / 3
£>*!
DORDRECHT \
Datum Ons kenmerk
$
14 september 2010 SBC/2010/4422666
Unanimiteit In artikel 14 (en artikel 18) was tevens bepaald dat voor besluiten over het Ingenieursbureau Drechtsteden, het Onderzoekcentrum Drechtsteden en het Service Centrum Drechtsteden, de besluitvorming bij unanimiteit moest plaatsvinden. Dit was een vereiste op grond van Europese jurisprudentie om het voor de deelnemers mogelijk te maken om via het zogenaamde systeem van quasi-inbesteden, opdrachten zonder aanbesteding te kunnen gunnen aan deze organisatieonderdelen. Inmiddels is er echter nieuwe jurisprudentie, die deze eis heeft losgelaten. Daarom is er geen aanleiding meer om voor deze organisatieonderdelen een afwijkend stem percentage te hanteren. Samenstelling Drechtstedenbestuur In artikel 17 is het aantal leden waaruit het Drechtstedenbestuur bestaat aangepast aan de huidige situatie. Invordering In artikel 26 was geregeld dat de invorderingsambtenaar bevoegd was om aan het Drechtstedenbestuur voorstellen te doen voor het oninbaar verklaren van vorderingen. Dat is echter een nogal omslachtige manier van werken voor iets dat tot het reguliere werk van een invorderingsambtenaar behoort. De invorderingsambtenaar zal alle wettelijke middelen die tot zijn beschikking staan toepassen om belastingen te innen. Als dat uiteindelijk niet lukt rest niets anders dan de vordering oninbaar te verklaren. Daarmee wordt de invordering bevroren maar niet stopgezet. Zodra de belastingdienst mogelijkheden ziet om de belastingschuld alsnog te innen, zal daartoe worden overgegaan. Gemeentebelastingen rapporteert aan de deelnemende gemeenten periodiek over de uitvoering van deze bevoegdheid. Algemeen Directeur Er is besloten dat naast de Drechtstedensecretaris er een algemeen directeur wordt aangesteld. De taken op hoofdlijnen en de positie van beide functionarissen is geregeld in de artikelen 33 en 34 van de regeling. De Drechtstedensecretaris blijft de bevoegdheden uitoefenen die de wet aan de secretaris van een gemeenschappelijke regeling toekent. Sociale Dienst De taken van de sociale dienst zijn geactualiseerd. De Wet Inburgering Nieuwkomers bestaat niet meer en is dus uit de taakbeschrijving verwijderd. Sociale werkvoorziening De deelnemers aan de GR openbaar lichaam sociale werkvoorziening Drechtsteden (Drechtwerk) hebben besloten om deze op te heffen en de beleids- en uitvoeringstaken te splitsen. Voor de uitvoeringstaken wordt een NV Drechtwerk opgericht en de beleidstaken worden ondergebracht bij de GR Drechtsteden. Daartoe is een aantal besluiten vereist, waaronder een wijziging van de GR Drechtsteden. Doordat er nieuwe taken worden gedelegeerd aan de GR Drechtsteden dient de Drechtraad het wijzigingsbesluit eveneens vast te stellen. Dat volgt uit artikel 5,
Pagina 2/3 / V Mixed Sources een
LJ U r€LJ T€ tZi
Datum Ons kenmerk
14 september 2010 SBC/2010/4422666
eerste lid onder b van de GR Drechtsteden, waarin staat dat de GR slechts die taken uitvoert die door de Drechtraad zijn aanvaard. Dat gebeurt door de tekst van de GR vast te stellen. Wij stellen u voor: 1. het bijgevoegde wijzigingsbesluit GR Drechtsteden vast te stellen; 2. het besluit tot de wijziging van de GR Drechtsteden op de gebruikelijke wijze bekend te maken. Dit is nodig voor de feitelijke inwerkingtreding van de wijziging. Hoogachtend, n Burgemeester en W thouders de buni leester
Pagina 3/3
£>*!
De Drechtraad; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Dordrecht van 14 september 2010; gezien de respectievelijke besluiten van de colleges, burgemeesters en raden van Alblasserdam, Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht, waarbij de tekst van de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden, versie 5.0, wordt gewijzigd; overwegende, dat op 8 maart 2006 de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden (GRD) in werking is getreden; dat met ingang van 1 januari 2011 de gemeentelijke taken op het gebied van de Wet sociale werkvoorziening door de deelnemers worden gedelegeerd aan de GRD; dat de taken die voorheen waren gedelegeerd aan de Bestuurscommissie Sociale Dienst Drechtsteden met ingang van 1 januari 2011 worden gedelegeerd aan het Drechtstedenbestuur; dat op het gebied van Gemeentebelastingen Drechtsteden enkele verbeteringen in de tekst van de GRD moeten worden aangebracht; dat het totale mogelijke aantal leden van het Drechtstedenbestuur, behoudens de voorzitter, met één wordt uitgebreid tot negen; dat er behoefte is aan het verduidelijken en uniformeren van het stemquorum in de Drechtraad; dat op grond van Europese jurisprudentie in artikel 14, zesde lid is bepaald dat ten aanzien van besluiten over het Ingenieursbureau Drechtsteden, het Onderzoekcentrum Drechtsteden en het Service Centrum Drechtsteden, slechts bij unanimiteit wordt beslist; dat deze bepaling was opgenomen om het voor de deelnemers aan het ingenieursbureau mogelijk te maken om hun opdrachten zonder openbare aanbesteding rechtstreeks te gunnen aan die organisatieonderdelen van de GRD; dat inmiddels nieuwe jurisprudentie heeft uitgewezen dat deze bepaling op grond van een nieuwe uitleg van het toezichtscriterium niet langer noodzakelijk is; dat wijziging van de tekst van de GRD om bovenstaande redenen noodzakelijk is; gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht; gelet op artikel 5 van de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden; BESLUIT: 1.
kennis te nemen van de wijziging van de tekst van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden, versie 6.0, welke wijzigingstekst in bijlage 1 bij dit besluit is opgenomen en de daarin opgenomen wijzigingen te aanvaarden;
Aldus besloten in de openbare vergadering van de Drechtraad van De coördinerend griffier,
A. Overbeek
bijlage 1
december 2010. De voorzitter,
drs. A.A.M. Brok
- bijlage 1 De raden, respectievelijk de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten: Alblasserdam Dordrecht Hendrik-Ido-Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijnd recht elk voor zover het zijn bevoegdheden betreft; overwegende, • dat op 8 maart 2006 de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden (GRD) in werking is getreden; • dat met ingang van 1 januari 2011 de gemeentelijke taken op het gebied van de Wet sociale werkvoorziening door de deelnemers worden gedelegeerd aan de GRD; • dat de taken die voorheen waren gedelegeerd aan de Bestuurscommissie Sociale Dienst Drechtsteden met ingang van 1 januari 2011 worden gedelegeerd aan het Drechtstedenbestuur; • dat op het gebied van Gemeentebelastingen Drechtsteden enkele verbeteringen in de tekst van de GRD moeten worden aangebracht; • dat het totale mogelijke aantal leden van het Drechtstedenbestuur, behoudens de voorzitter, met één wordt uitgebreid tot negen; • dat er behoefte is aan het verduidelijken en uniformeren van het stemquorum in de Drechtraad; • dat op grond van Europese jurisprudentie in artikel 14, zesde lid is bepaald dat ten aanzien van besluiten over het Ingenieursbureau Drechtsteden, het Onderzoekcentrum Drechtsteden en het Service Centrum Drechtsteden, slechts bij unanimiteit wordt beslist; • dat deze bepaling was opgenomen om het voor de deelnemers aan het ingenieursbureau mogelijk te maken om hun opdrachten zonder openbare aanbesteding rechtstreeks te gunnen aan die organisatieonderdelen van de GRD; • dat inmiddels nieuwe jurisprudentie heeft uitgewezen dat deze bepaling op grond van een nieuwe uitleg van het toezichtscriterium niet langer noodzakelijk is; • dat wijziging van de tekst van de GRD om bovenstaande redenen noodzakelijk is; gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Gemeentewet, de Kieswet en de Algemene wet bestuursrecht; BESLUITEN: De gemeenschappelijke regeling Drechtsteden, versie 5.0 als volgt te wijzigen: Artikel Z A. In artikel 1, eerste lid komen p tot en met z als volgt te luiden: p. belastingen: de gemeentelijke belastingen die de gemeenten heffen op grond van hoofdstuk XV van de Gemeentewet, zoals vastgelegd in bijlage 1, "Heffingen op basis van door deelnemende gemeenten vastgestelde belastingverordeningen."; q. WOZ: Wet van 15 december 1994, houdende algemene regels inzake de waardering van onroerende zaken, r. belastingverordening: de verordening tot heffing en invordering van belasting of rechten van de gemeenteraden van de deelnemers aan de regeling; s. nadere regels: nadere regels ter uitvoering van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, van de Invorderingswet 1990 en van de belastingverordening; t. kwijtscheldingsregels: de door of namens de gemeenteraden van de deelnemers vastgestelde regels als bedoeld in artikel 255, leden 3 en 4 van de Gemeentewet; u. beleidsregels: beleidsregels in de zin van Titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht op het gebied van de heffing en invordering van belastingen en de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken; v. Wsw: de Wet sociale werkvoorziening; w. Wsw-werknemer: degene die ingevolge de wet een arbeidsovereenkomst heeft met het openbaar lichaam; x. Werkvoorziening: voorziening in aangepaste werkgelegenheid als bedoeld in de Wsw; y. ambtelijk werknemer: degene die krachtens de CAR/UWO in een dienstbetrekking tot het openbaar lichaam staat; hiertoe wordt tevens gerekend een arbeidscontractant naar burgerlijk recht; z. bezwaarschriftencommissie: adviescommissie als bedoeld in artikel 7:13, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht. B.
In artikel 4, tweede lid onder c wordt na sociale zekerheid en - ontwikkeling toegevoegd sociale werkvoorziening,.
C.
In artikel 6, tweede lid onder g wordt Wet inburgering nieuwkomers (WIN) gewijzigd in Wet investeren in jongeren (WIJ).
D.
In artikel 6, tweede lid wordt na h (nieuw) toegevoegd: Sociale werkvoorziening (Wsw) Het uitvoeren van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw), aangepaste arbeid en daarmee verband houdende vraagstukken (artikel 1, tweede lid Wsw).
E.
In artikel 7, eerste lid wordt na j , sub iii toegevoegd: Sociaal a. De Wet op de lijkbezorging, artikelen 21 en 22. b. Coördinatiepunt ex-gedetineerden
F.
In artikel 7 vervalt het tweede lid, onder vernummering van het derde en het vierde lid in het tweede en het derde lid.
G.
In artikel 7, derde lid wordt 2009 gewijzigd in 2020.
H. Artikel 14, vijfde lid komt te luiden: Voor het tot stand komen van een beslissing .... I.
Artikel 14, zesde lid vervalt.
J.
In artikel 16, vierde lid wordt artikel 6, derde lid juncto artikel 4, eerste lid onder b en c gewijzigd in artikel 7, derde lid juncto artikel 4, derde lid.
K.
In artikel 16, vierde lid onder g vervalt de komma en het daar achter gestelde zinsdeel.
L.
In artikel 17, eerste lid onder b wordt acht gewijzigd in negen.
M. In artikel 18 vervalt het vierde lid onder vernummering van het vijfde lid in het vierde lid. N.
In artikel 2 1 , eerste lid wordt artikel 38 gewijzigd in artikel 39.
O. In artikel 26 vervalt het vierde lid. P.
In artikel 32, eerste lid wordt na de Drechtstedensecretaris toegevoegd:, de algemeen directeur.
Q.
De kop boven artikel 33 komt te luiden: De taken van de Drechtstedensecretaris en de algemeen directeur
R.
Aan artikel 33 worden een derde en vierde lid toegevoegd, luidende: 3. De Drechtstedensecretaris is verantwoordelijk voor de strategische, beleidsmatige en inhoudelijke samenwerking in de regio en voor de ambtelijke vertegenwoordiging naar andere overheden en organisaties op strategisch beleidsinhoudelijk terrein. 4. De Drechtstedensecretaris is verantwoordelijk voor de voorbereiding en uitvoering van de bestuurlijke besluitvorming van het Drechtstedenbestuur en de Drechtraad voor zover het zijn taken betreft.
S.
Onder vernummering van de artikelen 34 tot en met 59 tot 35 tot en met 60 wordt een nieuw artikel 34 toegevoegd, luidende: Algemeen Directeur Artikel 34 1. Er is een algemeen directeur. 2. De algemeen directeur geeft leiding aan het ambtelijk apparaat en is eindverantwoordelijk voor de organisatieontwikkeling, innovatie en de bedrijfsvoering van de regeling. 3. De algemeen directeur is de bestuurder als bedoeld in de Wet op de Ondernemingsraden. 4. De algemeen directeur wordt ondersteund door en geeft leiding aan de concernstaf. 5. De algemeen directeur is verantwoordelijk voor de voorbereiding en uitvoering van de bestuurlijke besluitvorming van het Drechtstedenbestuur en de Drechtraad voor zover het zijn taken betreft.
T.
In artikel 42 wordt artikel 40 gewijzigd in artikel 4 1 .
U.
In artikel 45, tweede lid wordt artikel 40 gewijzigd in artikel 4 1 .
V.
In artikel 46 wordt artikel 44 gewijzigd in artikel 45.
W. In artikel 48, tweede lid wordt tussen in te vorderen en ingevorderde het woord en vervangen door een komma en wordt na ingevorderde toegevoegd en oninbaar verklaarde. X.
Aan de gemeenschappelijke regeling wordt een bijlage 1 toegevoegd, luidende: Heffingen op basis van door deelnemende gemeenten vastgestelde belastingverordenïngen.
Artikel III 1.
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2011.
Artikel IV Dit besluit kan worden aangehaald als gemeenschappelijke regeling Drechtsteden, vijfde wijziging.
Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Alblasserdam van 2010, Dordrecht Hendrik-Ido-Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht... de secretaris, de burgemeester,
Aldus besloten door de Burgemeester van Alblasserdam op Dordrecht Hendrik-Ido-Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht De burgemeester,
2010,
Aldus besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Alblasserdam van 2010, Dordrecht Hendrik-Ido-Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht de griffier, de voorzitter,
Bijlage 1: Heffingen op basis van door deelnemende gemeenten vastgestelde belastingverordeningen TOELICHTING -
M^^^&ir^S ^r^^:, 4~*?" T3 C CU CU
cu en cu o 4-J
"O
c
en a> cu
CU ■o
Q.
CU
L.
XJ
o <:
ro sz u
c
U)
CU
L-
8
Q O Q O Q Q D O D q Q CQUUQQCÖUUUUÜCQ
a
Q Z Z Q O Z Z Z Z CDLLILJJCDCÜLLILUUJLU C9 ü ? C9 ~ """ "" "" "" Ui cü
Ü U
8
Ü Q Ü OQ U €Q
co CD en CD
O)
z o
lil
CD UJ
ro ro c cu
en c
01
ü)
c
> c c
o c
■o 01
E o> c "3 o» ■o i.
E
5 X > co ^ X > co
5 X > co 5 i > co
a
■o 01 01 co
10
2 <
i= o>
cu . E
ff t :=» i r 00
5 u CO > co Z **»* LU 5 X CD > co O X
5 X > co ^> 5 X > (/)
5 u u (ƒ) co co > "^ zLU zLU 5 X CD CD > co Q Q X
5 X > co 5 X > co
5 X > co 5 x > (ƒ)
Q)
U) T3 *C —
O
4-)
in
CU CU
c
01 0J
E 0) O
T3 CU CU 4-»
c
en c
u
(/)
c/) en c
TI
CU
C/)
"u ro C .ro
CU
x: sz c c
CU
.E1 CU
ro > ro o c c
•1—1
4-J
»w>
en en c c
itCU
c o
4-> XI
(U -C
en
"O CU
c
en
CU 4-1
C CU
u CU
3 C/5
c ro o o
Cn c 4-J
CU
CU 4-» XI
4-J
u
u
CU 1_ C/3
CU {/)
Cn Dl c c
ro
4-J c/5
ro
"cü JQ
ro ro N
i CU "O
CU
en
ro c
CU
JZ
en c
4-J
cn
Vra ro > fU 1 _ "ai 'en T 3 c CU CU CU s_ sz CU en J D XJ o o CU CU i_ O) O o c c 4-» N en i_ CU <: 15 CU CU en c _C/) 4-1 CU CU N CU c ■o E " O CU c/5 CU CU CU X> ro ro c c c i_ o c J en XL X■""-1 o ro c ro ro CU ^ CU ro CQ CQ LU X Io; ^ 1_J LJ z o D . < < ^ — 1 •"—»
£
CU
>
en c 4-J Cfl
ro
s-s
it sz CU
CU 4-J
c
en c
4-1
ro CU XJ
cu
"i«
o ro _^ u ro CU s_ CU
ÜL
(U CU
4-J
4-J
sz u u CU
co en c
CU
(/)
en c [en "c "c *cu "cu
et:
Q^
4-> O 4-J
en c
it
c CU 1 CU en S c ro c *4-J ro {/) ro E cu M g XJ (U o cu •*-> C/3 en c (£) cu = 'c E cu ro cu en CD
c it
J—>
£ en
c x: u
CU
c CU
en
ro
CU
x: c N o o o O o 'CC
5 5
CU ■o
o 4-J o „ x: u > CU Dl 4-J C 4-» CU c ro > o 4-J u 4-J U) ™ c 0) T 3 0 c CU Q I-H
C
i-
CU
£
U .E c CU
CU
en 4 j CU CU CU CU
CU 4-J
E CU
c CU ro I > c
en cu cu "O
CU L.
(/) 4-1 o _^ c o CU 3 o r-i ro T"u ro c o CU
CU XJ
Q.
> en
CU T3
P
a
cu § CU g "fiO en c "O
■o CU
m
c
en (/) c 4-J c CU x: u 13
C
c
o
CU 13
CU IÏZ* T 3 TZ
w, _ , y
1—
O
o sz i_
CU
4-J
c
^s
3
-C cu X)
4-»
11 s -s
ii
■D
c
CU ■= 5
o S |
ro cu c
£ C/5
E 3 i-
't
c
g1
x: u
o 4-* c
.2 'S ro
a o
cu "a ■o "cu
/—N
o o •o
c m >
ro a. cu o 4-J ro c 4-J c ro ro CU <: > sz _^ uCU O) 4-J ro cu "03 ■D y ro 'c o o CU cu ~4-1 c CU +•> c ro co o» s CU c ro E > > £ CT c o j X& J CU
ro
>
01 01
E o> m
CU ■a
"i_
ro
O) C/)
Ü)
CU "O s_ O
JS "3 A
en c
CU X}
en O) c en c
>
O)
W (O
1_ 4-J
CU I
2»
CU
>
"O
CA 0>
ë
CU T3 s_ O
c c
4-1
c
"i«
e "E
"3
CU "O
CQ
e> CD CD C D
c o> 01
s
en c
*--
O)
3 c °cu cu CU
C
4-J
3
X
^3 c
* g ro . E
E *=
% t CU = ■= X5 £ cu c cu O =5 "° cu w -c cu c o •■"• cu en c , 4-J m CU cu ro u * > 4-» ro > -^ en ro .E «
1 «
S g1
■o l- u u 5 o CU CU u 4-J L - ^ £ en LU ^ u. ro
II C
CU
cu en
E .E II
Cü JII- QII =5 E Z Q X H (ilJ > >< CQ LU LU CD CD CO CO
7= «
ifi <
Toelichting op de vijfde wijziging GR Drechtsteden De GR Drechtsteden wordt actueel gehouden door, indien nodig, de tekst van de regeling één keer per jaar te actualiseren. Per 1 januari 2011 is een uitbreiding van de taken die de GR uitvoert voorzien. In de eerste plaats komen de taken op het gebied van de Wet sociale werkvoorziening naar de GR. Deze taken worden tot en met 31 december 2010 uitgevoerd door de GR Sociale Werkvoorziening Drechtsteden (Drechtwerk). Vanaf 1 januari worden deze taken door de Sociale Dienst Drechtsteden uitgevoerd. In de tweede plaats zullen ook de taken die voortvloeien uit de Wet investeren in jongeren (WD) door de sociale dienst worden uitgevoerd. Verder wordt mogelijk het coördinatiepunt exgedetineerden bij de GR Drechtsteden ondergebracht. Het onderzoek daarnaar loopt weliswaar nog maar gezien de procedure tot vaststelling van de wijziging van de GR wordt deze taak hier opgenomen om de uitvoering daarvan door de SDD mogelijk te maken. In de derde plaats is besloten dat op concernniveau een algemeen directeur naast de Drechtstedensecretaris wordt gepositioneerd. In de regeling worden op hoofdlijnen de onderlinge relatie, taakverdeling en positie vastgelegd. Tot slot zijn er enkele verbeterpunten die in de regeling worden meegenomen. Artikelaewiize toelichting Artikel I A. De definities worden aangepast op het gebied van belastingen en de definities op het gebied van de Wsw worden toegevoegd. B. Bij de door de GR te behartigen belangen wordt de sociale werkvoorziening opgenomen als basis voor het mogen uitvoeren van taken op dat gebied. C. De Wet inburgering nieuwkomers is komen te vervallen en de Wet investeren in jongeren is een nieuwe wet die door de SDD wordt uitgevoerd. D. In artikel 6 wordt het uitvoeren van de Wet sociale werkvoorziening en alles wat daarmee samenhangt als gedelegeerde taak voor de GR Drechtsteden benoemd. E. In artikel 7 wordt de taak die in versie 5.0 onder het tweede lid staat bij het eerste lid geplaatst, onder toevoeging van het coördinatiepunt ex-gedetineerden. De reden daarvoor is dat deze taken voor alle Drechtsteden worden uitgevoerd. F. In relatie met E komt het tweede lid van artikel 7 daardoor te vervallen. G. Alblasserdam heeft een vrijstelling voor deelname aan de belastingtaak, omdat Alblasserdam die taak in een andere gemeenschappelijke regeling heeft ondergebracht. In 2009 heeft Alblasserdam besloten om dat vooralsnog de komende jaren zo te laten. Om die reden is de vrijstelling voor de komende tien jaren verlengd. Mocht Alblasserdam alsnog bij Drechtsteden willen aansluiten op dit onderdeel , dan is dat eenvoudig te wijzigen. H. In de praktijk is gebleken dat de formulering over het tot stand komen van besluiten in de Drechtraad een enkele keer tot misverstanden heeft geleid. Om dergelijke misverstanden te vermijden is de tekst aangepast. I + J
Redactionele verbetering.
K. De invorderingsambtenaar krijgt soms te maken met oninbare vorderingen. Alle mogelijke wettelijke middelen worden ingezet om alle vorderingen te innen maar soms lukt dat niet of tijdelijk niet. In dat geval moet een vordering oninbaar worden verklaard. De nu verwijderde toevoeging impliceert dat elke gemeente beleid moet formuleren om vorderingen oninbaar te verklaren. In de praktijk is daarvan geen sprake en het zou bovendien (kunnen) betekenen dat Gemeentebelastingen met vijf verschillende kaders rekening moet houden. Dit is ongewenst. Daarom is de toevoeging verwijderd. Zoals gezegd zal de invorderingsambtenaar er alles aan doen om de vorderingen te innen. Waar dat niet of tijdelijk niet lukt, is er voor de gemeente ook eigenlijk geen andere mogelijkheid dan de vordering oninbaar te verklaren. Er is dan weinig tot geen beleidsruimte. Gemeentebelastingen zal in de P&C-cyclus de gemeente rapporteren over de uitvoeringspraktijk van het oninbaar verklaren van vorderingen. Daarmee is voldoende toezicht achteraf gewaarborgd. L
Het aantal mogelijke leden van het Drechtstedenbestuur is uitgebreid tot 9, conform de huidige praktijk.
M. In de regeling was voor zowel de besluitvorming in de Drechtraad als in het Drechtstedenbestuur ten aanzien van het ingenieursbureau, het onderzoekcentrum en het servicecentrum opgenomen dat besluitvorming bij unanimiteit diende plaats te vinden. Dat was het gevolg van Europese jurisprudentie. Daarin werd bepaald dat het, om het de deelnemers mogelijk te maken om opdrachten rechtstreeks aan deze organisatieonderdelen te gunnen, nodig was dat de gemeenten/eigenaren toezicht hielden op het betreffende organisatieonderdeel, als ware het een eigen organisatieonderdeel. Inmiddels is er nieuwe jurisprudentie op grond waarvan het, om gebruik te kunnen maken van de mogelijkheid van quasi-inbesteden, volstaat indien het toezicht wordt gedeeld door meerdere overheidsorganen. De mogelijkheid om gebruik te maken van quasi-inbesteden blijft niettemin voorbehouden aan de eigenlijke deelnemers/eigenaren van het betreffende organisatieonderdeel. N. Als gevolg van vernummering van artikelen. O. Zie toelichting bij K. P + Q + R + S Door de toename van de taken van de GR Drechtsteden en daarmee van de omvang van het ambtelijk apparaat in combinatie met het belang dat wordt gehecht aan goede en intensieve bestuurlijke contacten binnen en buiten de regio, is besloten om een algemeen directeur naast de Drechtstedensecretaris te plaatsen. Daarbij worden de taken tussen beide functionarissen verdeeld op zodanige wijze dat zowel het functioneren van het ambtelijk apparaat als het functioneren in de bestuurlijke omgeving, voldoende is gewaarborgd. In deze artikelen worden de onderlinge relatie, positie en taakverdeling op hoofdlijnen vastgelegd. T + U + V Redactionele aanpassingen. W. Zie toelichting bij K. X. Het innen van verschillende typen van belastingen gebeurt bij Gemeentebelastingen en bij het Service Centrum. Voor het overzicht is de bijlage samengesteld, zodat er geen misverstand kan bestaan over welke belastingsoort door welk organisatieonderdeel wordt geïnd.
Met opmaak: Links: 25 mm, Rechts: 25 mm, Boven: 25 mm, Onder: 22,2 mm, Afstand van koptekst tot rand: 12,5 mm, Afstand van voettekst tot rand: 12,5 mm
5 f * Drechtsteden SAMEN WERKEN AAN EEN KRACHTIGE REGIO Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden
Verwijderd: 5 | Versie£.0_
_]._._.
De raden, respectievelijk de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten Alblasserdam Dordrecht Hendrik-Ido-Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijnd recht Elk voor zover het zijn bevoegdheden betreft, Overwegende, Dat de gemeenten sinds 1999 in de vorm van een zelfstandige bestuurscommissie Drechtsteden van de gemeenschappelijke regeling Zuid-Holland Zuid met elkaar samenwerken; Dat op verzoek van het Drechtsteden bestuur de Commissie Dijkstal in januari 2004 het rapport 'Samen stad' betekent wat heeft uitgebracht waarin voorstellen zijn gedaan om te komen tot vergroting van de uitvoeringsgerichtheid en daadkracht; Dat dit er onder meer toe heeft geleid dat de gemeenten in het "Eindbod manden maken" van 28 juni 2004, elk een of meer projecten met een regionaal belang of een regionale uitstraling hebben benoemd, waarover is besloten dat deze in een regionaal kader moeten worden uitgevoerd; Dat de gemeenten daartoe ook financiële middelen beschikbaar stellen; Dat de Commissie Scholten op 10 juni 2004 aan het Drechtstedenbestuur een advies heeft uitgebracht over de lange termijn afspraken die zouden moeten gelden voor de bestuurlijke organisatie van de Drechtsteden; Dat de commissie Scholten adviseert de samenwerking tussen de gemeenten te organiseren in een zelfstandige gemeenschappelijke regeling met rechtspersoonlijkheid; Dat de Commissie Scholten adviseert daarbij zoveel mogelijk te werken overeenkomstig de principes van het duale stelsel; Dat de Commissie ambtelijke en uitvoeringsorganisatie op 21 juni 2004 aan het Drechtstedenbestuur een advies heeft uitgebracht over de vormgeving van de ambtelijke en uitvoeringsorganisatie in Drechtsteden verband; dat in het "Eindbod Manden Maken" van 28 juni 2004 het voornemen is opgenomen om te komen tot de oprichting van een gemeenschappelijke regeling Drechtsteden; Dat het Drechtstedenbestuur het "Eindbod Manden Maken" in zijn vergadering van 23 september 2004 conform heeft vastgesteld, welk besluit door de raden van de deelnemende gemeenten is bekrachtigd, waarmee is besloten tot de oprichting van een gemeenschappelijke regeling; Dat de Drechtraad op 1 december 2004 het Drechtstedenmanifest heeft vastgesteld, aangevuld in de vergadering van 19 januari 2005; Gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Gemeentewet, de Kieswet en de Algemene wet bestuursrecht; BESLUITEN; De hierna volgende gemeenschappelijke regeling aan te gaan, genaamd, "Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden". Hoofdstuk 1 :
Algemene bepalingen
Begripsbepalingen Artikel 1 1. in deze regeling wordt verstaan onder: a. de Wgr: de Wet gemeenschappelijke regelingen (Stb. 1984, nr. 667); b. de regeling: de gemeenschappelijke regeling "Drechtsteden"; c. de gemeente(n): een/de aan de regeling deelnemende gemeente(n); d. de Drechtsteden: het openbaar lichaam Drechtsteden; e. Gedeputeerde Staten: het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland; f. het gebied: het grondgebied van de gemeenten Alblasserdam, Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht; g. de Drechtraad: Het Algemeen Bestuur van de regeling; h. het Drechtstedenbestuur: het Dagelijks Bestuur van de regeling; i. regionaal portefeuillehouder: een lid van het Drechtstedenbestuur dat een bepaald te behartigen onderwerp, project of programma in zijn portefeuille heeft; j. Investeringsfonds: het Investeringsfonds Drechtsteden als bedoeld in artikel 38; 4 Verwijderd: 5 | Versie^,0_
2
/
k.
Gemeentewet: de wet van 14 februari 1992, houdende nieuwe bepalingen met betrekking tot gemeenten (Stb. 1992,96), zoals deze luidde voor het inwerkingtreden van de Wet dualisering gemeentebestuur (Stb. 2002, 111), met dien verstande dat in artikel 36, tweede en vierde lid wordt verwezen naar de Gemeentewet zoals deze luidt na het inwerkingtreden van de Wet dualisering gemeentebestuur. I. inspecteur: de door het Drechtstedenbestuur aangewezen ambtenaar van de Drechtsteden, als bedoeld in artikel 232, lid 4, sub a, van de Gemeentewet, bevoegd tot het heffen van belastingen, en tot de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken; m. ontvanger: de door het Drechtstedenbestuur aangewezen ambtenaar van de Drechtsteden, als bedoeld in artikel 232, lid 4, sub b, van de Gemeentewet, bevoegd tot invordering van belastingen; n. ambtenaar van de Drechtsteden: de door het Drechtstedenbestuur aangewezen ambtenaar van het openbaar lichaam Drechtsteden, als bedoeld in artikel 232, lid 4, sub c, van de Gemeentewet, bevoegd tot de heffing of de invordering van belastingen, en tot de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken; o. belastingdeurwaarder: de door het Drechtstedenbestuur aangewezen ambtenaar van de Drechtsteden als bedoeld in artikel 232, lid 4, sub d, van de Gemeentewet, dan wel een als belastingdeurwaarder aangewezen gerechtsdeurwaarder, bedoeld in de Gerechtsdeurwaarderswet; p. belastingen: ^deTaemeentelijke belastingen die de gemeenten heffen op grond van hoofdstuk XV van de Gemeentewet, zoals vastgelegd in biiïaoe 1, "Heffingen OP basis van door deelnemende gemeenten vastgestelde belastingverordeningen/ 7 : &•_ W.OZ:. Wet .van 15 december 1994, houdende .ajgemene regels inzake de waardering van onroerende zaken. £i belast[ng_yerp/deni_ng_:_ de .verorden mg. tp.t heffing.en .invordering _yan belasting _of .rechten, van. de gemeenteraden van de deelnemers aan de regeling; ^L-_.. nadere, regels: .nadere .regels ter uitvoering .van de Algemene, wet .inzake .rijksbelastingen^ van. _d_e ïnvorderingswet i99Ö en van de beïastingverordening; £ • . . . kwjjtschel.dmgsregel.s.:. de_door.of. name_ns.de cjem.eentera.d.en van de.d.e.e.nemers vastgestelde regels als bedoeki in artikel 255, leden 3 en 4 van de Gemeentewet; 4 k . . beleidsregels.:_bel.ei.dsregeis.in_de zin van Titel.4.3 van _de Algemene wet bestuursrecht gp_ het.gebie.d._yan de heffing en invordering van belastingen en de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken; v. Wsw: de Wet sociale werkvoorziening: w. Wsw-werknemer: degene die ingevolge de wet een arbeidsovereenkomst heeft met het openbaar lichaam: x. Werkvoorziening: voorziening in aangepaste werkgelegenheid als bedoeld in de Wsw: y- ambtelijk werknemer: degene die krachtens de CAR/UWO in een dienstbetrekking tot het openbaar lichaam staat; hiertoe wordt tevens gerekend een arbeidscontractant naar burgerlijk recht: z. bezwaarschriftencommissie: adviescommissie als bedoeld in artikel 7:13, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht. 2.
Waar in de regeling artikelen van de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht of enige andere wet of wettelijke regeling van (overeenkomstige) toepassing worden verklaard, worden in die artikelen in de plaats van de gemeente, de raad, het college, de burgemeester, de secretaris, de griffier, de inspecteur, de ontvanger, de ambtenaar respectieveljik de belastingdeurwaarder van de gemeente onderscheidenlijk gelezen de regeling, de Drechtraad, het Drechtstedenbestuur, de voorzitter, de secretaris en griffier, de inspecteur, de ontvanger, de ambtenaar van de Drechtsteden en de belastingdeurwaarder van de regeling.
Hoofdstuk 2:
Het Openbaar Lichaam
Verwijderd: de Verwijderd: in dit artikel onder q en r genoemde Verwijderd: q . . . gemeente lijke belastingen: de belastingen die de gemeente heft als bedoeld in de artikelen 220 (onroerende zaakbelastingen), 222 (baatbelasting), 225 (parkeerbelasting), 226 (hondenbelasting), 228 (Precariobelasting) en 229 (rechten, speciaal rioolrechten) van de Gemeentewet; H r.. .afvalstoffenheffing: de belasting die de gemeente heft op grond van artikel 15.33 van de Wet milieubeheer juncto artikel 30 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;ü Verwijderd: t
Openbaar Lichaam Artikel 2 1. Er is een openbaar lichaam, genaamd: "Drechtsteden"; 2. Het openbaar lichaam is rechtspersoon op grond van artikel 8, eerste lid van de Wgr en is gevestigd in Dordrecht. 3. Drechtsteden kent een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter. 4. Drechtsteden heeft een inspecteur, een ontvanger, een ambtenaar van de Drechtsteden en een belastingdeurwaarder. 5. Drechtsteden kan beschikken over commissies als bedoeld in de artikelen 22, 23 en 24 van deze regeling.
Verwijderd: u Verwijderd: v (Verwijderd: w
Gebied Artikel 3 1. Deze regeling geldt voor het gebied als bedoeld in artikel 1 onder f. 2. Deze regeling kan voor specifiek opgedragen taken gelden voor een groter gebied als bedoeld in het eerste lid. Hoofdstuk 3:
Doel en belangen
Doel Artikel 4 1.
Drechtsteden heeft tot doel, binnen de kaders als genoemd in en voortvloeiend uit deze regeling, draagvlak te creëren voor een evenwichtige ontwikkeling van het gebied.
Versie^.0
_3 ,
I Verwijderd: 5
2.
3.
Ter verwezenlijking van de in het vorige lid genoemde doelstelling behartigt Drechtsteden, met inachtneming van de autonomie van de deelnemende gemeenten, de gemeenschappelijke regionale belangen op de volgende terreinen: a. Economie en bereikbaarheid (economie, grondzaken, bereikbaarheid, recreatie en toerisme) b. Fysiek (volkshuisvesting, wonen, ruimtelijke ontwikkeling en ruimtelijk beheer, milieu, water, groen en publieke infrastructuur) c. Sociaal (sociale zekerheid en - ontwikkeling, sociale werkvoorziening, kennisinfrastructuur, sport en cultuur) d. Bestuurlijke ontwikkeling en grotesteden beleid e. Staf- en ondersteunende diensten en de bedrijfsvoering f. Sociaal-geografisch onderzoek g. De uitvoering van de belastingheffing en -invordering. Naast de in het tweede lid genoemde belangen heeft Drechtsteden als doelstelling zorg te dragen voor: a. de efficiënte en effectieve heffing en invordering van belastingen, voor de heffing en invordering waarvan de gemeenteraden van de gemeenten belastingverordeningen en de kwijtscheldingsregels hebben vastgesteld, elk voor zover het hun gebied betreft; b. de uitvoering van de WOZ waaronder tevens wordt begrepen de administratie van vastgoedgegevens en het verstrekken van vastgoedgegevens aan de deelnemers en derden, elk voor zover het hun gebied betreft.
Hoofdstuk 4:
Taken en bevoegdheden
Algemene bepalingen Artikel 5 1. Drechtsteden vervult ten behoeve van de in artikel 4 genoemde doelstelling de taken: a. welke in deze regeling in artikel 6, eerste lid als autonome taken zijn aangeduid; b. welke bij afzonderlijk eensluidend besluit van het (de) bevoegde bestuursorga(a)n(en) van alle gemeenten aan Drechtsteden zijn gedelegeerd en door de Drechtraad zijn aanvaard. c. welke bij afzonderlijk eensluidend besluit van het (de) bevoegde bestuursorga(a)n(en) van alle gemeenten aan Drechtsteden zijn gemandateerd dan wel waarvoor volmacht of machtiging is verleend en door de Drechtraad zijn aanvaard. d. welke, voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van één of enkele van de gemeenten, bij afzonderlijk eensluidend besluit van het (de) bevoegde bestuursorga(a)n(en) van deze gemeente(n) zijn gemandateerd dan wel waarvoor volmacht of machtiging is verleend en door de Drechtraad zijn aanvaard. e. welke worden uitgevoerd ten behoeve van tenminste twee gemeenten en bij afzonderlijk eensluidend besluit van de bevoegde bestuursorganen van deze gemeenten zijn gemandateerd dan wel waarvoor volmacht of machtiging is verleend en door de Drechtraad zijn aanvaard. f. welke worden uitgevoerd ten behoeve van de gemeenten en door deze gemeenten zijn opgedragen aan Drechtsteden in artikel 7, eerste lid, van deze regeling en door de Drechtraad zijn aanvaard. 2. De in het eerste lid genoemde besluiten bevatten tevens de aanduiding van de specifieke bevoegdheden die door de gemeente(n) worden overgedragen aan de Drechtsteden. 3. Naast de in het eerste lid bedoelde taken kan Drechtsteden ook de uitvoering van taken ten behoeve van ook andere dan de in de aanhef genoemde gemeenten, rijk, provincie en andere publiekrechtelijke lichamen op zich nemen, indien die door de Drechtraad worden aanvaard. 4. De uitvoering van de in het derde lid bedoelde taken kan plaatsvinden door middel van een daartoe tussen het betreffende overheids-/publiekrechtelijke lichaam en Drechtsteden te sluiten overeenkomst en door middel van deelname door het betreffende overheids-/publiekrechtelijke lichaam aan de regeling voor die ta(a)k(en), onder door de Drechtraad te stellen voorwaarden. Eigen taken Artikel 6 1. Drechtsteden vervult de volgende taken als bedoeld in artikel 5, eerste lid onder a: Algemeen a. het beheer van het Investeringsfonds Economie en bereikbaarheid a. Het opstellen van een regionale economische visie. b. Het opstellen van een regionale visie voor detailhandel. c. Het opstellen van een uitvoeringsprogramma voor detailhandel. d. Het opstellen van een regionale visie voor kantoorontwikkeling. e. Het opstellen van een regionaal uitvoeringsprogramma voor kantoorontwikkeling. f. Het opstellen van een regionale visie voor (herstructurering) bedrijventerreinen. g. Het opstellen van een regionaal uitvoeringsprogramma voor (herstructurering van) bedrijventerreinen, h. Het opstellen van een regionale visie voor toerisme en recreatie. i. Het opstellen van een regionaal uitvoeringsprogramma voor toerisme en recreatie. j. Het opstellen van een regionale beleid voor een regionaal verkeers- en vervoersplan. k. Het opstellen van een regionaal uitvoeringsprogramma voor het regionaal verkeers- en vervoersplan. Fysiek
Versie^.0
_4
4 Verwijderd: 5 /
a. b. c. d. e. f. g.
2.
Het opstellen van een regionaal ruimtelijke structuurvisie. Het opstellen van een regionale woonvisie. Het opstellen van een regionaal woningbouwprogramma. Het opstellen van een regionaal woonruimteverdelingsbeleid. De Drechtraad is budgethouder voor de BWS-middelen. De Drechtraad sluit uitvoeringsconvenanten met Rijk, provincie, gemeenten, corporaties en marktpartijen. Het opstellen van een regionaal groenstructuurplan, waarin de hoofdlijnen van het regionaal beleid ten aanzien van de groene ruimte zijn vastgelegd. h. Het opstellen van een regionaal uitvoeringsprogramma dat het regionaal groenstructuurplan ondersteunt. i. Het opstellen van een regionaal programma voor geluidssanering. j. Het opstellen van een regionaal programma voor milieu en infrastructuur. k. Het opstellen van een regionaal ISV-programma. I. Het opstellen van een meerjaren bodemsaneringsprogramma. m. Het adviseren over en het ontwerpen en voorbereiden van civieltechnische werken alsmede het voeren van projectleiding en het houden van toezicht op de uitvoering van werken. Sociaal a. Het opstellen van een regionale visie sociaal beleid. b. Het opstellen van een regionaal uitvoeringsprogramma voor de visie sociaal beleid. Bestuurlijke ontwikkeling en grotestedenbeleid a. Het opstellen van het regionaal Meerjaren Ontwikkelingsprogramma. Drechtsteden vervult als bevoegd gezag de volgende taken als bedoeld in artikel 5, eerste lid onder b: Sociaal a. De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), voor zover het betreft het verstrekken van individuele voorzieningen (Prestatieveld 6), inclusief de daarmee samenhangende informatie- en adviesfunctie. b. De Wet Werk en Bijstand (WWB), inclusief bijzondere bijstand, waaronder individuele verstrekkingen, regelingen bijzondere bijstand op basis van art. 35 WWB en langdurigheidstoeslag op basis van art. 36 WWB en het Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen. c. De Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte werkloze Werknemers (IOAW). d. De Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte Zelfstandigen (IOAZ) en daaruit voortvloeiende regelingen en het besluit bijstand zelfstandigen. e. De Wet Inburgering (WI). f. De Wet kinderopvang, voor zover betrekking hebbend op de tegemoetkoming van de gemeente in de kosten van kinderopvang (hoofdstuk 2) alsmede de vergoeding van kinderopvang op basis van sociaalmedische indicatie. g. De Wet j n veste ren in ionoeren (WI^) h. Schuldbemiddeling en budgetadvies. i. De Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) Sociale werkvoorziening f W s w ) Het uitvoeren van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw), aangepaste arbeid en daarmee verband houdende ♦-• vraagstukken (artikel l f tweede lid Wsw).
uitvoeringstaken Artikel 7 1. Drechtsteden voert de volgende taken uit als bedoeld in artikel 5, eerste lid onder c en f: a. het uitvoeren van werkzaamheden op het gebied van financiële zaken, waaronder: financiële administratie Financieel beleid en verantwoording Controlling in iv. Administratieve Organisatie en Interne Controle (AO/IC) b. Het uitvoeren van werkzaamheden op het gebied van informatisering, waaronder: i. Informatieanalyse en -advies ii. Gegevensbeheer c. Het uitvoeren van werkzaamheden op het gebied van automatisering, waaronder: i. Technisch beheer ii. Helpdesk iii. Functioneel beheer iv. Automatiseringsbeleid d. Het uitvoeren van werkzaamheden op het gebied van personeelsaangelegenheden, waaronder: i. Personeelsadministratie ii. Salarisadministratie iii. Personeelsadvies iv. Personeelsbeleid e. Het uitvoeren van werkzaamheden op het gebied van organisatievraagstukken, waaronder: i. Organisatieontwikkeling f. Het uitvoeren van werkzaamheden op het gebied van facilitaire zaken, waaronder: i. Postverzorging, drukkerij en repro
Verwijderd: inburgering nieuwkomers Verwijderd; N Met opmaak: Inspringing: Links: 6,3 mm, Geen opsommingstekens of nummering, Tabs: Niet op 6,3 mm Verwijderd: %
4 Verwijderd: 5 Versie£.0
§
/
ii.
g.
h.
i.
iii. iv. v. vi. Het i. ii. iii. Het i. ii. iii. iv. v. Het n
Archivering van stukken op grond van de Archiefwet en daaruit voortvloeiende en samenhangende regelgeving Bemensing en bediening van de receptie, telefooncentrale en servicedesk Gebouwbeheer, schoonmaak catering Beveiliging en bodes uitvoeren van werkzaamheden op het gebied van inkoop, waaronder: Het adviseren over en verzorgen of begeleiden van aanbestedingstrajecten Het uitvoeren van marktanalyses Het gevraagd en ongevraagd adviseren over zaken betreffende inkoop en aanbesteding uitvoeren van werkzaamheden op het gebied van communicatie, waaronder: Concerncommunicatie Beleidscommunicatie Bestuurscommunicatie Representatie Rampencommunicatie uitvoeren van werkzaamheden op het gebied van juridische zaken, waaronder: Juridisch advies Juridische vertegenwoordiging in publiekrechtelijke-, strafrechtelijke- en privaatrechtelijke aangelegenheden Het behandelen van en adviseren over bezwaarschriften Het behandelen van aansprakelijkstellingen, zowel door als voor de gemeenten uitvoeren van werkzaamheden op het gebied van de sociale geografie, waaronder: Het verzamelen, ordenen en rapporteren over basisinformatie Het uitvoeren van onderzoeksprogramma's Het uitvoeren van beleidsonderzoek.
iii. iv. Het i. ii. iii. £ocjaai a. De Wet op de lijkbezorging, artikelen 21 en 22. « b. Coördinatiepunt ex-aedetineerden ^ L .Qrechtsteden XQert.de_voJgen_de_taken_ujt.ajs.bedpeld j n artikel 5,.eerste Jjd_onder c:_ a. Het heffen en invorderen van belastingen b. De waardebepaling en waardevaststelling van onroerende zaken, gegevensbeheer en gegevensverstrekking en taken aangaande bezwaar en beroep, in het kader van de WOZ c. Het informeren van de gemeenten over de uitvoering van de onder a en b bedoelde taken d. Het gevraagd en ongevraagd adviseren van de gemeenten over aangelegenheden die haar taken en de uitvoering daarvan betreffen. * L _. De. gemeente Al blasserda m wordt_tot_en met .31. decern ber 202CV vrijstelling verleend va n .de ]n_ het .derde. Ij_d_ genoemde taken. Aan de deelname kunnen door de Drechtraad voorwaarden worden verbonden. Hoofdstuk 5:
Verwijderd: 2 . . Drechtsted en voert de volgende taken uit als bedoeld in artikel 5, eerste lid onder d:H Met opmaak: opsommingstekens en nummering [Verwijderd: 3 {verwijderd: 4 (verwijderd: 2009
De Drechtraad (Algemeen Bestuur)
Bevoegdheden van de Drechtraad Artikel 8 1. De Drechtraad is belast met het algemeen bestuur, waaronder begrepen kaderstelling en toezicht. 2. De Drechtraad oefent voor de aan de Drechtsteden behorende autonome taken de bevoegdheden uit die bij of krachtens de Gemeentewet zijn opgedragen aan de gemeenteraad, met dien verstande dat zij niet kan treden in de autonomie van de gemeenten. 3. De Drechtraad is voor de in artikel 6, eerste lid genoemde taken bevoegd de daar genoemde activiteiten uit te voeren en producten vast te stellen. 4. De Drechtraad oefent voor de in artikel 6, tweede lid genoemde taken de bevoegdheden uit die bij of krachtens de daarop van toepassing zijnde wet- en regelgeving zijn opgedragen aan de gemeenteraad. Samenstelling Artikel 9 1. De Drechtraad bestaat uit: a. de voorzitter b. de leden. 2. De Drechtraad wordt als volgt samengesteld: a. uit door de raden van de deelnemende gemeenten uit hun midden aangewezen leden, waarbij het aantal leden dat per gemeente wordt aangewezen gelijk is aan het aantal fracties dat in de gemeenteraad is vertegenwoordigd en b. uit tenminste twee leden van het totaal aan burgemeesters en wethouders van de gemeenten. 3. Onverminderd het gestelde in artikel 20 van de Wgr is het lidmaatschap van de Drechtraad onverenigbaar met de betrekking van ambtenaar bij Drechtsteden. 4. De leden van de Drechtraad en hun plaatsvervangers kunnen een vergoeding voor hun werkzaamheden en/of tegemoetkoming in de kosten ontvangen, een en ander overeenkomstig artikel 21 van de Wgr. In dat geval stelt de Drechtraad de bedragen van de vergoeding en de tegemoetkoming op jaarbasis vast.
| Versie^.0
£__.
[ Verwijderd: 5
Aanwijzing van raadsleden voor de Drechtraad Artikel 10 1. De zittingsperiode van de leden van de Drechtraad als bedoeld in artikel 9, tweede lid onder a, is gelijk aan die van de leden van de gemeenteraden. 2. Aftredende leden van de Drechtraad als bedoeld in artikel 9, tweede lid onder a, blijven - onverminderd het bepaalde in het vijfde en achtste lid van dit artikel - als zodanig fungeren tot aan het moment dat hun opvolger is aangewezen. 3. De raden wijzen in de eerste vergadering van de zittingsperiode van de nieuwe raden opnieuw de leden aan van de Drechtraad. Aftredende leden kunnen opnieuw als lid worden aangewezen. De raden kunnen per lid van de Drechtraad één vaste plaatsvervanger aanwijzen. Het verlies van de hoedanigheid van raadslid doet het lidmaatschap of plaatsvervangend lidmaatschap van de Drechtraad van rechtswege ophouden. Indien tussentijds een zetel van een lid of plaatsvervangend lid van de Drechtraad als bedoeld in artikel 9, tweede lid onder a beschikbaar komt, wijst de raad van de betrokken gemeente in zijn eerstvolgende vergadering een nieuw lid of plaatsvervangend lid aan. 7. Van elke aanwijzing tot lid of plaatsvervangend lid van de Drechtraad geeft de raad van de gemeente die het aangaat onverwijld kennis aan de Drechtsteden. De leden van de Drechtraad kunnen te allen tijde ontslag nemen. Van dit ontslag stellen zij de voorzitter van 8 de Drechtraad, alsmede de raad die hen heeft aangewezen, schriftelijk op de hoogte. Het ontslag gaat onmiddellijk in en is onherroepelijk. Indien door splitsing of samenvoeging tijdens een periode de verdeling in fracties in een raad wijzigt, wordt door de betreffende raad het aantal leden van de Drechtraad daarmee in overeenstemming gebracht. Aanwijzing van collegeleden voor de Drechtraad Artikel 11 1. De leden van de Drechtraad als bedoeld in artikel 9, tweede lid onder b worden door de raden die het aangaat aangewezen op aanbeveling van de Drechtraad. 2. De Drechtraad doet zijn aanbeveling nadat hij zich heeft uitgesproken over de gewenste samenstelling van het Drechtsteden bestuur, overeenkomstig het bepaalde in artikel 17, tweede en derde lid. 3. Het verlies van de hoedanigheid van collegelid of lid van het Drechtstedenbestuur doet het lidmaatschap van de Drechtraad van rechtswege ophouden. 4. Indien tussentijds een vacature ontstaat onder de leden als bedoeld in artikel 9, tweede lid onder b, zijn het eerste en tweede lid van dit artikel van toepassing. 5. De zittingsperiode van de leden van de Drechtraad als bedoeld in artikel 9, tweede lid onder b, is gelijk aan die van de collegeleden van de gemeenten. 6. Aftredende leden van de Drechtraad als bedoeld in artikel 9, tweede lid onder b, blijven - onverminderd het bepaalde in het derde lid van dit artikel - als zodanig fungeren tot aan het moment dat hun opvolger is aangewezen. Werkwijze Artikel 12 1. De Drechtraad houdt vier keer per jaar een reguliere vergadering en voorts zo dikwijls de voorzitter dit nodig acht, of tenminste een/vijfde van het aantal leden van de Drechtraad dit schriftelijk en onder opgave van redenen verzoekt. 2. Datum, tijdstip en plaats van en de agenda voor een vergadering van de Drechtraad worden door de voorzitter bekendgemaakt. 3. De vergaderingen van de Drechtraad zijn openbaar. Indien evenwel, overeenkomstig artikel 22 van de Wgr, wordt besloten dat met gesloten deuren zal worden vergaderd, is artikel 24 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.
Verwijderd; H
Reglement van orde Artikel 13 De Drechtraad stelt voor zijn vergaderingen een reglement van orde vast. Het reglement wordt aan de gemeenteraden toegezonden.
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
Beraadslaging en stemming Artikel 14 1. Elk lid van de Drechtraad heeft stemrecht. 2. In de Drechtraad wordt een stemverhouding gehanteerd, waarbij elke gemeente zoveel stemmen vertegenwoordigt als bij de laatst gehouden gemeenteraadsverkiezingen geldig in de gemeente zijn uitgebracht. Het stemgewicht van elke gemeente wordt gedeeld door 100 (honderd), waarna de uitkomst naar beneden wordt afgerond op een rond getal. 3. Alleen de aanwezige leden of hun plaatsvervangers kunnen aan een stemming deelnemen. 4. Het eerste, tweede en derde lid van artikel 28 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing^ 5. Voor het tot stand komen van een beslissing is het vereist dat meer dan 50.0% van de aanwezige stemmen vóór de beslissing stemt.
Met opmaak: Inspringing: Links: 0 mm, Genummerd + Niveau: 1 + Nummeringopmaakprofiel: 1, 2, 3,... + Beginnen bij: 1 + Uitlijning: Links + Uitgelijnd op: 19 mm + Tab na: 25,4 mm + Inspringen op: 25,4 mm, Tabs: Niet op 6,3 mm + 25,4 mm
Versie^. 0_
y_.
Met opmaak: Lettertype:
Verwijderd: 5
Recht van initiatief, amendement, vragen en interpellatie Artikel 15 1. Een lid van de Drechtraad kan een voorstel voor een verordening of een ander voorstel ter behandeling in de raad indienen. 2. Een lid van de Drechtraad kan een voorstel tot wijziging van een voor de vergadering van de Drechtraad geagendeerde ontwerp-verordening of ontwerp-beslissing indienen. 3. Een lid van de Drechtraad kan aan het Drechtstedenbestuur mondeling en schriftelijk vragen stellen. 4. De Drechtraad regelt op welke wijze een voorstel als bedoeld in het eerste en tweede lid en mondelinge en schriftelijke vragen als bedoeld in het derde lid worden ingediend en behandeld. Hoofdstuk 6:
Het Drechtstedenbestuur (Dagelijks Bestuur)
Bevoegdheden van het Drechtstedenbestuur Artikel 16 1. Het Drechtstedenbestuur is bevoegd: a. het dagelijks bestuur van de regeling te voeren, voor zover niet bij of krachtens de wet of de Gemeentewet de Drechtraad of de voorzitter hiermee is belast; b. beslissingen van de Drechtraad voor te bereiden en uit te voeren; 2. Het Drechtstedenbestuur is voor alle in artikel 4, tweede lid genoemde belangen bevoegd tot: a. Het reageren op rijks- en provinciale nota's en plannen die voor het gebied van belang zijn; b. Het vertegenwoordigen van de regio in overlegsituaties; c. Het organiseren van overleg en het uitbrengen van advies. 3. Het Drechtstedenbestuur oefent voor de in artikel 6, tweede lid genoemde taken de bevoegdheden uit die bij of krachtens de daarop van toepassing zijnde wet- en regelgeving zijn opgedragen aan het college. 4. Het Drechtstedenbestuur is ten aanzien van de in artikel J. derde lid juncto artikel 4 r ^Jerde lid,, bedoelde taken in ieder geval bevoegd tot: a. de uitoefening van de bevoegdheden en verplichtingen die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de Wet milieubeheer en de Wet waardering onroerende zaken zijn toegekend aan de Minister van Financiën, het bestuur van 's Rijksbelastingdienst en de directeur, respectievelijk het college van burgemeester en wethouders, b. de aanwijzing van een of meer ambtenaren van de Drechtsteden als inspecteur en als ontvanger; c. de aanwijzing van een of meer ambtenaren van de Drechtsteden of een gerechtsdeurwaarder als belastingdeurwaarder; d. het aanwijzen van een of meer ambtenaren van de Drechtsteden als ambtenaar van de Drechtsteden als bedoeld in artikel 1, eerste lid onder n; e. het vaststellen van instructies per geval of in het algemeen en beleidsregels voor de inspecteur, ontvanger, de ambtenaar van de Drechtsteden en de belastingdeurwaarder voor de uitoefening van hun bevoegdheden; f. het stellen van beleidsregels en nadere regels met betrekking tot de heffing en invordering van de belastingen; g. het geheel of gedeeltelijk oninbaar verklaren van de belasting^ h. het houden van toezicht op de uitoefening van de bevoegdheden door de inspecteur en de ontvanger; i. het nemen van alle conservatoire maatregelen, ook alvorens is besloten tot het voeren van een rechtsgeding, zowel in als buiten rechte, en het doen van alles wat nodig is ter voorkoming van verjaring en verlies van recht of bezit; j. het beheer van een register met de belastingverordeningen en de kwijtscheldingsregels die Drechtsteden voor de deelnemers uitvoert; k. het procederen in kort geding en tot voeging in strafzaken als bedoeld in artikel 51a van het Wetboek van Strafvordering, tenzij de Drechtraad daaromtrent in voorkomende gevallen een beslissing heeft genomen; I. indien ingevolge wettelijk voorschrift aan Drechtsteden of aan het bestuur van Drechtsteden hetzij een recht van beroep hetzij een recht bezwaar te maken toekomt, om spoedshalve beroep in te stellen of bezwaar te maken alsmede, voor zover de voorschriften dat toelaten, om schorsing van het aangevochten besluit of om voorlopige voorziening ter zake te verzoeken. 5. Het Drechtstedenbestuur is bevoegd tot het doen van aangifte van alle strafbare feiten waarvan het kennis heeft genomen. Samenstelling Artikel 17 1. Het Drechtstedenbestuur bestaat uit: a. de voorzitter en b. ten minste vier en ten hoogste^iegen ledenr aangewezen door de Drechtraad, met dien verstande dat ten minste de helft van de leden aangewezen wordt uit de collegeleden aïs bedoeld in artikef 9, tweede lid onder b en dat ten hoogste de helft van de leden aangewezen kan worden uit personen die geen lid zijn van de Drechtraad, gemeenteraden of colleges.
Verwijderd: < # > V o o r het tot stand komen van een beslissing Verwijderd: < # > i s vereist dat ten minste 6 0 % van het totaal aantal mogelijk uit t e brengen stemmen vóór de beslissing stemt. Bij stemmingen over amendementen is dat een meerderheid van het totaal aantal mogelijk uit te brengen stemmen. Verwijderd: < # > . . . . H J Met opmaak: Lettertype: Vet Verwijderd: < # > I n afwijking van het vijfde lid geldt ten aanzien van besluiten over het Ingenieursbureau Drechtsteden, het Onderzoekcentru m Drechtsteden en het Service Centrum Drechtsteden, dat slechts bij unanimiteit wordt beslist. % Verwijderd: 6 Verwijderd: eerste Verwijderd: onder b en c
Verwijderd:, binnen de door de betreffende gemeente vastgestelde kaders
Verwijderd: U Pagina-einde-
- | Verwijderd: acht
I Verwijderd: 5 Versie£.0_
g_.
2.
De Drechtraad benoemt in zijn eerste vergadering na de aanwijzing van de leden als bedoeld in artikel 9, tweede lid onder a, een formateur voor het Drechtstedenbestuur. Deze adviseert, na overleg met de colleges, de Drechtraad zo snel mogelijk over de aanwijzing van de leden van het Drechtstedenbestuur, waarover de Drechtraad zich terstond uitspreekt, waarna de Drechtraad de aanbeveling doet als bedoeld in artikel 1 1 , eerste lid. 3. De aanwijzing van de leden van het Drechtstedenbestuur vindt plaats nadat de raden die het aangaat de in artikel 9, tweede lid onder b bedoelde leden van de Drechtraad hebben aangewezen. 4. Met betrekking tot de leden van het Drechtstedenbestuur zijn de artikelen 40, 4 1 , 46 en 47 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing. 5. De leden van het Drechtstedenbestuur treden als lid van het bestuur af in de eerste vergadering van de Drechtraad waarin de leden als bedoeld in artikel 9, tweede lid onder b optreden. Zij zijn direct weer herkiesbaar. 6. Aftredende leden van het Drechtstedenbestuur blijven - onverminderd het bepaalde in het zevende lid van dit artikel - als zodanig fungeren tot aan het moment dat hun opvolger is aangewezen. 7. Degene die tussentijds ophoudt lid van de Drechtraad te zijn, houdt tevens op lid van het Drechtstedenbestuur te zijn. 8. Indien tussentijds een plaats in het Drechtstedenbestuur beschikbaar komt, wijst de Drechtraad zo spoedig mogelijk een nieuw lid aan. 9. Hij die als lid van het Drechtstedenbestuur ontslag neemt blijft zijn functie waarnemen, totdat de opvolger zijn functie heeft aanvaard. 10. Een lid van het Drechtstedenbestuur kan, in geval van langdurige afwezigheid, worden vervangen door een ander lid van het Drechtstedenbestuur of door een door de Drechtraad uit zijn midden aan te wijzen lid, niet zijnde een lid van een gemeenteraad. Deze tijdelijke vervanging kan ook plaats hebben indien een lid van het Drechtstedenbestuur het voorzitterschap waarneemt. Werkwijze Artikel 18 1. Het Drechtstedenbestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste twee leden dit nodig oordelen. 2. De artikelen 56 tot en met 59 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing. 3. Elk lid van het Drechtstedenbestuur heeft in de vergadering één stem. Het Drechtstedenbestuur beslist bij meerderheid van stemmen. ^etPjechAstedenbestuur _verdeejt_de jrortefeujljes binnenzjin bestuur.. Reglement van orde Artikel 19 Het Drechtstedenbestuur stelt voor zijn vergadering een reglement van orde vast. Het reglement van orde wordt ter kennis van de Drechtraad gebracht. Hoofdstuk 7:
De voorzitter
Benoeming en positie Artikel 20 1. De voorzitter van de Drechtraad en het Drechtstedenbestuur wordt aangewezen door de Drechtraad uit de collegeleden als bedoeld in artikel 9, tweede lid onder b. Artikel 17, derde, vijfde, zesde en zevende lid zijn van overeenkomstige toepassing. De voorzitter heeft het recht bij de vergaderingen van de Drechtraad en het Drechtstedenbestuur deel te nemen aan de beraadslagingen. 2. De plaatsvervangend voorzitter van de Drechtraad wordt door de Drechtraad uit de leden als bedoeld in artikel 9, tweede lid onder a aangewezen. De plaatsvervangend voorzitter van het Drechtstedenbestuur wordt door het Drechtstedenbestuur uit zijn midden aangewezen. 3 Bij verhindering of ontstentenis van de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter worden zij vervangen door een lid, door en uit de Drechtraad respectievelijk het Drechtstedenbestuur aan te wijzen. 4. Tot het moment waarop de voorzitter is aangewezen op de wijze als bedoeld in het eerste lid, worden de vergaderingen van de Drechtraad voorgezeten door de burgemeester van Dordrecht en vindt de waarneming plaats door het langstzittende lid van de raden van de gemeenten. Hoofdstuk 8:
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
Portefeuillehouder en Bestuursteams
Benoeming Artikel 2 1 1. De behartiging van een belang en de uitvoering van taken, waaronder begrepen de uitvoering van in het uitvoeringsprogramma als bedoeld in artikel 3Ê,_ vierde Nd ,op verantwoordelijkheid van het Drechtstedenbestuur door een regionaal portefeuillehouder die aïs zodanig uit en door het Drechtstedenbestuur wordt benoemd. 2. De regionaal portefeuillehouder kan desgewenst voor specifieke uitvoeringsprojecten een bestuursteam samenstellen, waarin de betrokken gemeentelijke portefeuillehouders deelnemen. Het bestuursteam ondersteunt en adviseert de regionaal portefeuillehouder.
| Versie&O
Verwijderd: < # > I n afwijking van het derde lid geldt ten aanzien van besluiten over het Ingenieursbureau Drechtsteden, het Onderzoekcentru m Drechtsteden en het Service Centrum Drechtsteden, dat slechts bij unanimiteit wordt beslist. H
g_.
-{ Verwijderd: 8
Verwijderd: 5
Hoofdstuk 9:
Commissies
Commissies ex artikel 24 van de Wgr Artikel 22 1. De Drechtraad kan c ommissies van advies instellen. 2. De Drechtraad regelt de bevoegdheden, werkwijze en samenstelling. 3. Artikel 24 van de Wgr is van overeenkomstige toepassing. 4. De leden van de commissie als bedoeld in het eerste lid genieten, indien de Drec htraad dat bepaalt, een op jaarbasis door de Drec htraad te bepalen tegemoetkoming in de kosten. Het besluit hiertoe wordt aan Gedeputeerde Staten gezonden. 5. Collegeleden van de deelnemende gemeenten zijn geen lid van een vaste c ommissie van advies van de Drechtraad. 6. Raadsleden van de deelnemende gemeenten zijn geen lid van een vaste c ommissie van advies van Drechtstedenbestuur of de voorzitter. Commissies ex artikel 25 van de Wgr Artikel 23 1. De Drechtraad kan c ommissies instellen met het oog op de behartiging van bepaalde belangen als genoemd in artikel 4. 2. De Drechtraad regelt, met inac htneming van het bepaalde in artikel 25 van de Wgr, de bevoegdheden, werkwijze en samenstelling. 3. De Drechtraad gaat niet over tot de instelling van de in het eerste lid bedoelde c ommissies, dan na verkregen verklaring van geen bezwaar van de raden van de deelnemende gemeenten. 4. Raadsleden van de deelnemende gemeenten zijn geen lid van een c ommissie als bedoeld in dit artikel. Overige commissies Artikel 24 1. Andere c ommissies van advies aan het Drec htstedenbestuur of aan de voorzitter dan die welke worden bedoeld in artikel 22, worden door het Drec htstedenbestuur respec tievelijk de voorzitter ingesteld. 2. Het Drec htstedenbestuur respec tievelijk de voorzitter regelt de bevoegdheden, werkwijze en samenstelling. 3. Raadsleden van de deelnemende gemeenten zijn geen lid van een c ommissie als bedoeld in dit artikel. Hoofdstuk 9a: De insp ecteur, ontvanger, ambtenaar van de Drechtsteden en belastingdeurwaarder Bevoegdheden van de inspecteur Artikel 25 1. De inspecteur oefent de bevoegdheden en verplic htingen uit welke bij of krac htens de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de WOZ en de Wet milieubeheer toegekend zijn aan de inspec teur van de deelnemende gemeenten en de gemeenteambtenaar genoemd in artikel 1, tweede lid, van de WOZ. 2. Bij de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in het voorgaande lid neemt de inspec teur de nadere regels van het Drec htstedenbestuur in ac ht en houdt hij rekening met de beleidsregels die het Drechtstedenbestuur heeft geformuleerd ter zake van de uitoefening van zijn bevoegdheid. Bevoegdheden van de ontvanger Artikel 26 1. De ontvanger oefent de bevoegdheden en verplichtingen uit welke bij of krac htens de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de WOZ en de Wet milieubeheer toegekend zijn aan de ontvanger of een inzake rijksbelastingen bevoegde ontvanger van de deelnemende gemeenten. 2. Bij de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in het voorgaande lid neemt de ontvanger de kwijtscheldingsregels van de desbetreffende gemeenten en de nadere regels van het Drec htstedenbestuur in acht, alsmede houdt hij rekening met de beleidsregels van het Drec htstedenbestuur ter zake van de uitoefening van zijn bevoegdheid. 3. De ontvanger beslist niet tot het leggen van beslag en tot het voeren van een executieprocedure in eerste aanleg, hoger beroep en in c assatie dan nadat hij het Drec htstedenbestuur van zijn voornemen op de hoogte heeft gesteld. ▼_
Bevoegdheden van de ambtenaar van de Drechtsteden Artikel 27 1. De ambtenaar van de Drec htsteden oefent de bevoegdheden en verplichtingen uit welke bij of krac htens de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de WOZ en de Wet milieubeheer toegekend zijn aan de ambtenaren van de rijksbelastingdienst, respectievelijk de ambtenaar belast met de heffing of invordering van de gemeenten als bedoeld in artikel 232, lid 4, sub c , van de Gemeentewet.
Verwijderd:4. .De ambtenaar belast met de invordering is bevoegd het Drechtstedenbestuur gemotiveerd te verzoeken tot het nemen van een besluit als bedoeld in artikel 16, vierde lid, onder g, van deze regeling, binnen de door de betreffende gemeente vastgestelde kaders.U Verwijderd: 5
| Versie&0
JQ..
2.
Bij de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in het voorgaande lid neemt de ambtenaar van de Drechtsteden de nadere regels van het Drechtstedenbestuur in acht en houdt hij rekening met de beleidsregels die het Drechtstedenbestuur heeft geformuleerd ter zake van de uitoefening van zijn bevoegdheid.
Bevoegdheden van de l be astingdeurwaarder Artikel 28 1. De belastingdeurwaarder oefent de bevoegdheden en verplichtingen uit welke bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de K ostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de WOZ en de Wet milieubeheer toegekend zijn aan de belastingdeurwaarder. 2. Bij de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in het voorgaande lid neemt de belastingdeurwaarder de nadere regels van het Drechtstedenbestuur in acht en houdt hij rekening met de beleidsregels die het Drechtstedenbestuur heeft geformuleerd ter zake van de uitoefening van zijn bevoegdheid. Hoofdstuk 10: Ondersteuning van de Drechtraad De Drechtsteden secretaris Artikel 29 1. Er is een Drechtstedensecretaris. De Drechtstedensecretaris wordt benoemd door het Drechtstedenbestuur. 2. De Drechtstedensecretaris staat de Drechtraad, de voorzitter en de door de Drechtraad ingestelde commissies bij de uitoefening van hun taak terzijde. De Griffie Artikel 30 1. De Drechtraad wordt mede ondersteund door een regiogriffie, die bestaat uit de griffiers van de gemeenteraden van de gemeenten en, eventueel, uit medewerkers. 2. De Drechtraad wijst op voorstel van de voorzitter van de Drechtraad een coördinerend griffier aan. De voorzitter pleegt voorafgaand aan het doen van het voorstel overleg met de regiogriffie en met de gemeenten, behorend tot de Drechtsteden. 3. De Drechtraad regelt in overleg met de Drechtstedensecretaris de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de uitoefening van de in het eerste lid bedoelde taak. Wijze van functioneren Artikel 3 1 1. De voorzitter van de Drechtraad is verantwoordelijk voor het bestuurlijk gezag over het functioneren van de regiogriffie. 2. De stukken die van de Drechtraad uitgaan, worden door de Drechtstedensecretaris medeondertekend. Het gestelde in artikel 30, derde lid is van overeenkomstige toepassing. 3. De Drechtraad stelt in een instructie nadere regels over de regiogriffie. 4. De Drechtraad kan regels stellen over de organisatie van de regiogriffie. Hoofdstuk 1 1 : Ondersteuning van het Drechtstedenbestuur Netwerkdirectie Drechtsteden Artikel 32 1. Er is een Netwerkdirectie Drechtsteden, bestaande uit de Drechtstedensecretaris, de algemeen directeur en de gemeentesecretarissen van de deelnemende gemeenten. 2. In de Organisatieverordening Openbaar Lichaam Drechtsteden worden de samenstelling, de positie en de taken van de Netwerkdirectie Drechtsteden beschreven. De taken van de Drechtstedensecretaris en de al gemeen directeur Artikel 33 1 ■ £>e Dcechtsteden_secretari_s_ staat, het Drechtstedenbestuur,. de .voorzitter en de.dpor.het Drechtstedenbestuur ingestelde commissies bij de uitoefening van hun taak terzijde. £ e stukken, die van het .P_rechtstedenbe.stu u r u itgaarj, .worden, door de precht&edensecreta ris medeondertekencL 3. De Drechtstedensecretaris is verantwoordelijk voor de strategische, beleidsmatige en inhoudelijke samenwerking in de regio en voor de ambtelijke vertegenwoordiging naar andere overheden en organisaties op strategisch beleidsinhoudelijk terrein. 4. De Drechtstedensecretaris is verantwoordelijk voor de voorbereiding en uitvoering van de bestuurlijke besluitvorming van het Drechtstedenbestuur en de Drechtraad voor zover het zijn taken betreft.
- - - {verwijderd: 1. . - - - {verwijderd: 2. —1
Algemeen Directeur Artikel 3 4 1- Er is een algemeen directeur. 2. De algemeen directeur geeft leiding aan het ambtelijk apparaat en is eindverantwoordelijk voor de organisatieontwikkeling, innovatie en de bedrijfsvoering van de regeling. 3. De algemeen directeur is de bestuurder als bedoeld in de Wet op de Ondernemingsraden.
| Versie^.0
j_]_
4 Verwijderd: 5 /
4. 5.
De algemeen directeur wordt ondersteund door en geeft leiding aan de concernstaf. De algemeen directeur is verantwoordelijk voor de voorbereiding en uitvoering van de bestuurlijke besluitvorming van het Drechtstedenbestuur en de Drechtraad voor zover het ziin taken betreft.
Formatie, organisatie en rechtspositie | Artikel $5 1. De omvang van de ambtelijke organisatie wordt vastgesteld door het Drechtstedenbestuur, binnen de door de Drechtraad goedgekeurde begroting. 2. De rechtspositie en bezoldiging van de Drechtstedensecretaris, de ambtenaren en van het personeel, werkzaam op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht, worden door of namens de Drechtraad vastgesteld.
{ Verwijderd: 4
Hoofdstuk 12: De administratie en de controle Algemeen | Artikel 3§, De deelnemers dragen er zorg voor dat Drechtsteden te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan al zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen.
{ Verwijderd: 5
Financiële administratie | Artikel 3 £ 1. De Drechtraad stelt bij verordening regels vast over de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie. 2. Op de in het eerste lid bedoelde verordening is artikel 212 van de Gemeentewet van toepassing. 3. De Drechtraad stelt bij verordening regels vast voor de controle op het financiële beheer en op de inrichting van de financiële organisatie. 4. Op de in het derde lid bedoelde verordening is artikel 213 van de Gemeentewet van toepassing. 5. De artikelen 214 en 215 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.
{ Verwijderd: 6
0e rekenkamer(functie) | Artikel 3& 1. De Drechtraad beraadslaagt en spreekt zich uit over onderzoeken die door de rekenkamers of rekenkamercommissies van de deelnemende gemeenten over de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van facetten van het door hem en door het Drechtstedenbestuur in het kader van de samenwerking gevoerde bestuur, individueel en/of gezamenlijk, zijn verricht. 2. De Drechtraad beraadslaagt jaarlijks met de voorzitters van de rekenkamer(s)(commissies) over de onderzoeksprogramma's en kan daarbij aan de voorzitters een verzoek voorleggen tot het daarin opnemen van een of meerdere onderwerpen. Investeringsfonds | Artikel 3% 1. Er is een Investeringsfonds Drechtsteden. 2. Het Investeringsfonds vormt een aparte post op de begroting van Drechtsteden en wordt uitsluitend gebruikt om de realisatie van projecten van regionaal belang te stimuleren en te bewerkstelligen. 3. De met gelden in het fonds verkregen rente wordt in dit fonds gestort. 4. De Drechtraad stelt bij verordening regels vast voor de voeding en het vaststellen van een investeringsprogramma en een uitvoeringsprogramma, waarin de projecten worden benoemd die hij van regionaal belang acht. In de verordening worden tevens opgenomen de voorwaarden waaraan deze projecten moeten voldoen alsmede de wijze van allocatie van financiële middelen uit het Investeringsfonds. 5. In afwijking van het gestelde in artikel 14, vijfde lid is voor het tot stand komen van een beslissing over het doen van extra stortingen door de gemeenten in het Investeringsfonds, een unaniem besluit van de raden van de deelnemers vereist.
{ Verwijderd: 7
-
De begroting | Artikel 40, 1. De Drechtraad stelt jaarlijks voor 15 juli de begroting vast voor het eerstvolgende begrotingsjaar. 2. Het Drechtstedenbestuur zendt de ontwerp-begroting uiterlijk zes weken voor de voorgenomen datum van vaststelling door de Drechtraad toe aan de raden van de deelnemende gemeenten. De ontwerp-begroting wordt gelijktijdig toegezonden aan de leden van de Drechtraad. 3. De raden van de deelnemende gemeenten kunnen het Drechtstedenbestuur van hun gevoelen omtrent de ontwerp-begroting doen blijken. Het Drechtstedenbestuur voegt de ontvangen commentaren, waarin dit gevoelen is vervat, voorzover deze ten minste een week voor de voorgenomen datum van vaststelling door de Drechtraad zijn ontvangen, bij de ontwerp-begroting, zoals deze aan de Drechtraad wordt aangeboden. 4. De vastgestelde begroting wordt vóór 15 juli met alle bijbehorende bescheiden aan Gedeputeerde Staten toegezonden. Van de vaststelling doet het Drechtstedenbestuur mededeling aan de raden van de deelnemende gemeenten.
{
Verwijderd: 8
{ Verwijderd: 39
4 Verwijderd: 5 | Versie^.O,
J2
-'
^nhoud van de begroting Artikel 4 4 1. De Drechtraad stelt een verordening vast over de wijze waarop de door de deelnemende gemeenten en andere publiekrechtelijke lichamen verschuldigde algemene en specifieke bijdrage wordt berekend. Bij het opstellen van de verordening geldt als uitgangspunt dat de financiële gevolgen uitsluitend worden gedragen door de gemeenten die de betreffende taken hebben overgedragen. 2. In de ontwerp-begroting wordt aangegeven de naar raming door elke deelnemende gemeente verschuldigde algemene en specifieke bijdrage voor het jaar waarop de begroting betrekking heeft. 3. De deelnemende gemeenten betalen de in het eerste lid bedoelde totale bijdrage bij wijze van voorschot. Het Drechtstedenbestuur stelt de frequentie van betaling vast, waarbij geldt dat de totale bijdrage in ten minste 2 halfjaarlijkse termijnen wordt betaald. 4. Na vaststelling van de begroting zendt het Drechtsteden bestuur de begroting aan de raden van de deelnemende gemeenten, die ervoor zorgen dat het in deze begroting voor de betreffende gemeente als bijdrage in de kosten van de Drechtsteden geraamde bedrag, in de gemeentebegroting wordt opgenomen. 5. De relevante bepalingen uit dit hoofdstuk zijn zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing op wijzigingen van de begroting. De artikelen 192 en 208 tot en met 211 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing. Weigering opname in begroting Artikel 4 £ Wanneer aan de Drechtraad blijkt, dat de raad van een gemeente niet voldoet of zal voldoen aan het gestelde in artikel 4*l t vierde J|d£ van .dezeregejjng, .verzoekt de Drechtraad. aan Gedeputeerde Staten.om over te_ (jaan tot toepassing van artikel 194 van de Gemeentewet. De rekening Artikel 4 ^ . 1. Van de inkomsten en uitgaven van de Drechtsteden over het afgelopen jaar wordt door het Drechtsteden bestuur verantwoording afgelegd aan de Drechtraad onder overlegging van de rekening met de daarbij behorende bescheiden. 2. Het Drechtstedenbestuur biedt de in het eerste lid bedoelde rekening, met toevoeging van een verslag als bedoeld in artikel 213, tweede lid van de (gedualiseerde) Gemeentewet alsmede met toevoeging van hetgeen het Drechtstedenbestuur voor zijn verantwoording dienstig acht, ter vaststelling aan de Drechtraad aan. 3. Het Drechtstedenbestuur zendt de ontwerp-rekening uiterlijk zes weken voor de voorgenomen datum van vaststelling door de Drechtraad toe aan de Drechtraad en aan de raden van de deelnemende gemeenten. Onderzoek en vastste ll ing Artikel 4 £ 1. De Drechtraad onderzoekt de rekening zonder uitstel en stelt haar vóór 15 juli vast. 2. De rekening wordt vóór 15 juli met alle bijbehorende bescheiden aan Gedeputeerde Staten toegezonden. Van de vaststelling doet het Drechtstedenbestuur mededeling aan de raden van de deelnemende gemeenten. 3. De vaststelling van de rekening strekt het Drechtstedenbestuur tot décharge, behoudens later in rechte gebleken onregelmatigheden, ten aanzien van het daarin verwoorde financieel beheer. Bijdrage per gemeente Artikel 4 & 1. In de rekening worden de door elk van de deelnemende gemeenten over het betreffende kalenderjaar werkelijk verschuldigde bedragen opgenomen. 2. Verrekening van het verschil tussen het op grond van artikel 4^_d_erde_ljd betaalde.voorschot verschuldigde bedragen vindt plaats onmiddellijk na kennisgeving aan de deelnemende gemeenten van de vaststelling van de rekening. Weigering verrekening Artikel 4 & Wanneer aan de Drechtraad blijkt, dat een gemeenteraad van een gemeente niet voldoet of zal voldoen aan het gestelde in artikel 4*5,.tweede.Ijct. van deze regeling^, verzoekt.de .Drechtraad aan Ged.eputeerde Staten om.oyer.te. gaan tot toepassing van artikel 195 van de Gemeentewet. Scheiding bel astingen en andere taken Artikel 4 £ 1. Drechtsteden houdt de administratie voor de opgelegde aanslagen en ingevorderde belastingen gescheiden van de administratie voor andere taken van Drechtsteden. 2. De ingevorderde belastingen worden beheerd op een uitsluitend daartoe bestemde rekening. 3. Het is Drechtsteden niet toegestaan te ontvangen of ontvangen belastingen te verrekenen met bijdragen van de gemeenten aan Drechtsteden. Periodieke
Versie^. 0
beta l ing van enjnfgrmatieyggrzjen_ing_ over bel astingen
13 -
-{ Verwijderd: --Pagina-einde{verwijderd: O
{ Verwijderd: 1 zzzz^zz^ZI ... - - { Verwijderd: 0 "—
{verwijderd: 2
{verwijderd: 3
{verwijderd: 4 {verwijderd: 0
{ Verwijderd: 5 - { Verwijderd: 4
{verwijderd: 6
■-{ Verwijderd: --Pagina-einde4 Verwijderd: 5
Artikel 4 & 1. Ingevorderde belastingen worden maandelijks overgemaakt naar een rekening van de desbetreffende gemeente. 2. Het Drechtstedenbestuur zendt periodiek aan de colleges van burgemeesters en wethouders van de gemeenten een overzicht van de te heffen, geheven, in te vorderen T ingevorderde en oninbaar verklaarde belastingen. Daarbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de Planning en Controïcyclus van de betreffende gemeente. Hoofdstuk 13:
{verwijderd; 7
{verwijderd!
Verantwoording
Verantwoording
Artikel 4E 1.
2. 3. 4. 5.
Het Drechtstedenbestuur geeft -samen dan weï ieder Nd afzonderlijk- ongevraagd aan de Drechtraad alle inlichtingen die voor een juiste beoordeling van het door het Drechtstedenbestuur te voeren en gevoerde bestuur nodig zijn. Het Drechtstedenbestuur geeft -samen dan wel ieder lid afzonderlijk- aan de Drechtraad, wanneer de Drechtraad of een of meer leden daarvan hierom verzoekt, alle gevraagde inlichtingen. Het Drechtstedenbestuur is, samen en ieder lid afzonderlijk, aan de Drechtraad verantwoording verschuldigd voor het door hen gevoerde bestuur. Een lid van het Drechtstedenbestuur kan door de Drechtraad worden ontslagen, indien dit lid het vertrouwen van de Drechtraad niet meer bezit. In dit geval zijn de artikelen 49 en 50 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing. Het bepaalde in het eerste tot en met het vierde lid is van overeenkomstige toepassing op de voorzitter voor het door hem gevoerde bestuur.
Artikel 5& 1. 2. 3. 4. 5.
De Drechtraad geeft aan de raden van de deelnemende gemeenten gevraagd dan wel ongevraagd alle inlichtingen die voor een juiste beoordeling van het door de Drechtraad gevoerde en te voeren beleid nodig zijn. De Drechtraad stelt een informatieprotocol vast voor de wijze waarop de in het eerste lid bedoelde inlichtingen worden verstrekt. Een lid van de Drechtraad geeft aan de raad die hem heeft aangewezen alle inlichtingen die door de raad, of één of meer leden daarvan, worden gevraagd, en wel op de in het reglement van orde voor de vergaderingen van die raad aangegeven wijze. Een lid van de Drechtraad is aan de raad die hem heeft aangewezen, verantwoording verschuldigd voor het door hem in de Drechtraad gevoerde beleid en wel op de in het reglement van orde voor de vergaderingen van die raad aangegeven wijze. De benoeming van een lid van de Drechtraad kan door de raad die hem heeft benoemd worden ingetrokken, indien dit lid het vertrouwen van die raad niet meer bezit.
Hoofdstuk 14:
-{ Verwijderd: 8
{verwijderd: 4 9
Geschillen
Geschillen
Artikel 5 i 1.
2. 3.
4. 5.
6.
Onverminderd het gestelde in artikel 28 van de Wgr worden geschillen over de toepassing van de regeling, in de ruimste zin van het woord, daaronder begrepen de wijze waarop lokaal invulling wordt gegeven aan vastgesteld regionaal beleid, onderworpen aan een niet-bindend deskundigenadvies. Voordat wordt overgegaan tot het vragen van het in het eerste lid bedoelde deskundigenadvies, wordt het geschil besproken tussen een afvaardiging van het Drechtstedenbestuur en een afvaardiging van het college van de gemeente waarmee het geschil bestaat. Indien het in het tweede lid bedoelde overleg niet tot een oplossing leidt benoemen het Drechtstedenbestuur en het college van de betreffende gemeente elk een onafhankelijke deskundige. Beide deskundigen benoemen een derde deskundige, die tevens als voorzitter van de adviescommissie optreedt. Het Drechtstedenbestuur treedt mede namens de betreffende gemeente op als opdrachtgever van de commissie. In de opdracht wordt ten minste het probleem geschetst, worden de te beantwoorden vragen geformuleerd en wordt de termijn genoemd waarbinnen de commissie haar advies dient uit te brengen. De in het derde lid bedoelde commissie regelt zelf de wijze waarop zij haar advies tot stand brengt. Het advies wordt tegelijkertijd toegezonden aan het Drechtstedenbestuur en aan het college van de betreffende gemeente. Na ontvangst van het advies treden de in het tweede lid bedoelde personen nogmaals in overleg om te trachten tot een oplossing van het geschil te komen. Indien het overleg niet tot een oplossing leidt, is elk der partijen vrij om het geschil overeenkomstig het gestelde in artikel 28 van de Wgr, voor te leggen aan Gedeputeerde Staten. De kosten van de adviescommissie worden door het Drechtstedenbestuur en de betreffende gemeente ieder voor de helft gedragen.
iHoofdstuk_15:__ Archief
{ Verwijderd: O
{ Verwijderd: --Pagina-einde,: Verwijderd: 5
Versie^.0
_-.14-
Het archief Artikel 5& Het Drechtstedenbestuur is befast met de zorg en het toezicht op de bewaring en het beheer van de archiefbescheiden van de Drechtsteden, overeenkomstig een door de Drechtraad met inachtneming van de Archiefwet en andere relevante wet- en regelgeving, vast te stellen verordening.
-{ Verwijderd; 1
Hoofdstuk 16: Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing Toetreding Artikel 5 £ 1. Ten behoeve van de uitvoering van specifiek opgedragen taken als bedoeld in artikel 5, derde ïid, kunnen ook andere dan de in de aanhef genoemde gemeenten alsmede andere publiekrechtelijke lichamen toetreden tot deze regeling. Het Drechtstedenbestuur zendt in dat geval een verzoek tot toetreding van een andere gemeente of publiekrechtelijk lichaam tot deze regeling aan de raden, de colleges en de burgemeesters van de deelnemende gemeenten. 2. Toetreding tot de regeling kan plaatsvinden bij daartoe strekkende besluiten van de Drechtraad en de bestuursorganen van de deelnemende gemeenten en, voor wat betreft de taken als bedoeld in het eerste lid, van de andere deelnemende publiekrechtelijke lichamen. 3. De Drechtraad regelt de gevolgen van de toetreding en kan aan die toetreding voorwaarden verbinden. 4. De toetreding gaat in op de in het toetredingsbesluit genoemde datum. 5. Terstond na de toetreding worden door de gemeenteraad van de toetredende gemeente of door het algemeen bestuur van het publiekrechtelijk lichaam de leden van de Drechtraad aangewezen. Behoudens eerdere beëindiging van het lidmaatschap treden de benoemde leden af op het tijdstip waarop de dan zitting hebbende leden van de Drechtraad aftreden. Uittreding Artikel 5 £ 1. Een deelnemende gemeente en een deelnemend publiekrechtelijk lichaam kan uittreden door toezending aan de Drechtraad van een daartoe strekkend besluit van haar bestuursorganen. De Drechtraad besluit over de voorwaarden waaronder de uittreding geëffectueerd kan worden en regelt de financiële en overige gevolgen van de uittreding. 2. Tenzij de Drechtraad een kortere termijn bepaalt, kan de uittreding niet eerder plaatsvinden dan tegen 31 december van het tweede kalenderjaar volgend op de datum van het in het eerste lid bedoelde uittredingsbesluit. Wijziging Artikel 5&_ Wijziging van de regeling kan plaatsvinden bij daartoe strekkende besluiten van de bestuursorganen van alle deelnemende gemeenten en alle deelnemende publiekrechtelijke lichamen. 2. Zowel het Drechtstedenbestuur, als de bestuursorganen van de deelnemers aan deze regeling kunnen voorstellen doen tot wijziging van de regeling. 3. Een besluit tot wijziging dat conform het gestelde in het eerste lid tot stand is gekomen, treedt in werking op de in het wijzigingsbesluit genoemde datum. Opheffing Artikel 5& 1. De regeling kan worden opgeheven bij daartoe strekkende besluiten van de bestuursorganen van alle deelnemende gemeenten en publiekrechtelijke lichamen. 2. Een besluit als. bedoeld in het eerste lid kan niet worden genomen dan nadat de Drechtraad daarover is gehoord. 3. De opheffing gaat in op de in het opheffingsbesluit genoemde datum. 4. In geval van opheffing van de regeling stelt de Drechtraad ter regeling van de financiële en andere gevolgen van de opheffing een liquidatieplan vast gehoord het Drechtstedenbestuur, de bestuursorganen van de deelnemende gemeenten en publiekrechtelijke lichamen. Hierbij kan van bepalingen van deze regeling worden afgeweken. 5. Het liquidatieplan voorziet in de verplichting van de deelnemers alle rechten en verplichtingen van het openbaar lichaam over de deelnemers te verdelen op een in het plan te bepalen wijze. Het liquidatieplan voorziet in ieder geval ook in de financiële en overige gevolgen die de opheffing voor het personeel heeft. Het plan bevat een personeelsplan als bedoeld in artikel 108 van de Wgr. Het Drechtstedenbestuur is belast met de uitvoering van de liquidatie conform het liquidatieplan. Zonodig blijven de bestuursorganen en commissies van de Drechtsteden ook na het tijdstip van opheffen in functie totdat de liquidatie is beëindigd. Alle rechten en verplichtingen van de regeling die resteren na uitvoering van het liquidatieplan gaan bij vereffening over naar de gemeenten, naar evenredigheid van de grootte van hun bijdrage aan de regeling in het jaar voorafgaande aan de opheffing.
-{ Verwijderd: 2
{ Verwijderd: 3
f Verwijderd: 54
-{ Verwijderd: 5
4 Verwijderd: 5 Versie^.0
-15--
Hoofdstuk 17: Overgangs- en slotbepalingen Evaluatie Artikel 5£ De Drechtraad draagt zorg voor een evaluatie van de regeling in 2009. Bij deze evaluatie worden de bestuursorganen van de Drechtsteden en de deelnemers betrokken. De evaluatie wordt aan de deelnemers ter besluitvorming voorgelegd.
- f
Verwijderd: 6
Geldigheidsduur Artikel 5& Deze regeling wordt getroffen voor onbepaalde tijd.
{ Verwijderd: 7
Inwerkingtreding Artikel 5& De regeling treedt in werking op 8 maart 2006.
{ Verwijderd: 8
Citeertitel Artikel i a De regeling kan worden aangehaald als "Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden".
{ Verwijderd: 59
4 Verwijderd: 5 | Versie&O,
\§
/
CU TB
2 TJ C
JC ü
o; D ui U) u W:
s
G G Ol o G U i u GQ U > u in CO w **K "***, o zLU zUJ Zy j £iU GCO e?
G
&
a
J "*•*,
•***, *«**,
D
£ z LU' LU*
03 CD
O; Ol
L.
G ca
G
CD
<3
*«s
a
a
X CD Uil
^
CU
G QD
CU
e)
CU
u
G
CD
Q)
O
TJ D
c
CU
CU
TJ i_ O
X3
^ CU
o 1
o c
C 0 Q
tx.
8
G Q G G G G G G CO CD Cü U u u U u U CD m e> C^D (A C■>>O CO CO CO ""-N tf) G G Z z co o z Zy j LLi LU LU LU LU CO z LU z CO s: CD CD CD CD e) e> O e? CD CD
G €0 CD Q
t
CÜ
G G G G O CD U CO CO ■**. O CO O zLU GCO zLU Gco CD CD CD CD
G U CO *-*» Z LU
O
O
a c it
fö
(/) O
CU
JZ
CU
C
TJ
c
*L_
CU
TJ s_ O
CU
>
'E
c c
CU
>
C/5
CU
o E it
w m
"3
JZ
^
c
CU
XI
°t I
XI
15
•M to
> c
c
E ra
5
5
T
> CO
L. CU U) W
<:
m 3
§
G X G G X U > U U > CO CO CO CO co Z =5 <: LU
X
CD
> co
X
> co
zLU zLU
CD CD
5
5
> co
> co
X
5 X
X
> co
> co
X
5
X
> co
E
c
5 CU 13
CU
E » c
1 cu 13 !» O
o
e m > w '5 A3 Q
cu o
CU 4-J
c
4-J
TJ
a; if "o c «4— u fö
it Cü
CU JZ CU CU
4-J
c CU TJ U
c *w
a c
(!) _* •*-" 1_
c
y—
c c ai uCU MM—
M—
•4-J
4->
O
V) (/) fö fö M— > «4— > < <
ö c M-
JZ fö
c
"f—
^o
c CU
(J CU L_ i_
CU
c fö fö
o o
U
fö CD
JZ
u
4-»
<> /
fö CU CD U J 2 TJ cu c l ö CU CU TJ a (ƒ) TJ cu a; c C TJ n fö c i_ fö cu CU O LU _j X 1 co s_
CU
c ö c
4-»
Ot c
E
^
(/) a c L_
CJ - a 1_
N CU -Q
c
it
fö
(/) a
CU
fö fö
u_ Vl_ CU CU JZ JZ
O
fö fö
^—» a
s
-'
n i_
CU CU
-^ fö CL
CU (ƒ)
-^ ~
CU
a c
fö
CL
>
fö fö
ö C
s~4->
cn u
fö CU -Q O fö U CU ÜL
CU (f)
o c "a r 'cu c*
c
CU T l
JC
a c
E
O
CU CU
o L_ o
c of N 4-J
CU O
a cu cu ~~
u cu
CU 4-J
TJ
CU
CU
c c -j
E
CU 4-J
CU - C
CU
.E
>
r cu 4-J c
fö
o o > c
/—H
<> / r c 0)
y—
O E CU O
X
CU
C
cu
itcu
4-J
JC
o o
u N
CU
4-J
O
4-J
u "w cu a V) c a c fe cu o JC r o "cu o aL 'al
.. o c u vu
L.
0
> o
4-J
CU T J
o
h-
c
1—1
>
4-J
c
fö
4-J
c
— CU G
ö
p CD
c
'II
CU
"ö
o u o
SI
CU
ü
bijlage 13 agendapunt 11
Vergadernotitie
datum
voor de Drechtraad op 7 december
4 november 2010 steller J.S. Moret
Onderwerp
Protocol werkwijze Auditcommissie
Doorkiesnummer 078 639 8515 e-mail [email protected]
Bijlagen - Protocol werkwijze Auditcommissie Gevraagde beslissing - Het protocol werkwijze Auditcommissie vaststellen. Verdere procedure Na vaststelling door de Drechtraad treedt het protocol in werking per 1 januari. Communicatie Na vaststelling wordt het protocol gepubliceerd. Financiële consequenties Geen. Toelichting Commissie Scholten II beveelt aan dat de Auditcommissie voornamelijk een technische commissie moet zijn, omdat overige onderwerpen in de carrousel voorafgaande aan de Drechtraad aan de orde komen. Deze overgenomen aanbeveling betekent een nieuw protocol voor de werkwijze van de Auditcommissie. De Auditcommissie heeft in haar vergadering op 2 november jl. het nieuwe protocol behandeld en vraagt de Drechtraad protocol vast te stellen.
bijlage 14 agendapunt 12
Vergadernotitie voor de Drechtraad op 7 december 2010
datum 4 november 2010 steller Evert Jaquet
Onderwerp
Algemene subsidieverordening Drechtsteden Bijlagen - Ontwerp-tekst van de ASV Drechtsteden 2010 - Toelichting op de ASV per artikel
doorkiesnummer (078) 639 8255 e-mail
[email protected]
Gevraagd besluit Vaststellen van de Algemene subsidieverordening Drechtsteden Verdere procedure en communicatie De Drechtraad moet de verordening vaststellen. Daarna wordt de verordening gepubliceerd op de Drechtstedennieuwspagina en ter inzage gelegd. Bovendien wordt er aan gewerkt om alle verordeningen van Drechtsteden te publiceren via wetten.nl (overheid.nl). In de bekendmaking staat met ingang van welke datum de verordening in werking treedt. Bij vaststelling in de Drechtraadvergadering van 7 december a.s. treedt de verordening in werking met ingang van 1 januari 2011. Juridische consequenties Het vaststellen van deze verordening leidt tot vermindering van risico’s bij de verstrekking van subsidies door de GR Drechtsteden. Bovendien leidt het tot een betere toepassing van de op de subsidieverstrekking van toepassing zijnde wet- en regelgeving. Ook draagt het bij aan het financieel rechtmatig handelen van Drechtsteden. Financiële consequenties Niet van toepassing. Toelichting Korte voorgeschiedenis en wijze van voorbereiding De GR Drechtsteden verleent subsidies op verschillende terreinen en aan verschillende personen, instellingen, organisaties en gemeenten. Enerzijds ontvangt de GR gelden van het Rijk en van de Provincie die doorgezet moeten worden en anderzijds verstrekt de GR zelf subsidies ter uitvoering van de door haar te behartigen belangen. Gebleken is dat tot nu toe niet altijd even zorgvuldig werd gekeken naar de wijze waarop de subsidie werd verstrekt. Het feit dat de Algemene wet bestuurrecht regels geeft die gehanteerd moeten worden bij subsidieverlening werd niet altijd onderkend. Dat leidt ertoe dat de subsidieverlening door de GR niet op een eenduidige manier plaatsvindt. Zo komt het voor dat subsidie wordt verstrekt door middel van een brief en soms door middel van een privaatrechtelijke overeenkomst. Zowel wat de juridische als de financiële rechtmatigheid betreft is deze werkwijze niet zonder risico’s. Oplossing De oplossing is gelegen in het vaststellen van een ASV Drechtsteden. In de ASV worden de beleidsterreinen genoemd waarop subsidie kan worden verstrekt. Verder worden alle inhoudelijk en procedurele zaken geregeld die van belang zijn voor een rechtmatige subsidieverlening.
pagina 2 van agendapunt: Algemene subsidieverordening Drechtsteden
De ontwerp tekst is opgesteld door de juridisch controller van de Drechtsteden en tot stand gekomen in overleg met Bureau Drechtsteden, met de specialist op het gebied van het subsidierecht van Dordrecht en met het hoofd van het subsidiebureau van Dordrecht. De model ASV van de VNG en de ASV Dordrecht hebben tot voorbeeld gediend voor het opstellen van de ASV Drechtsteden.
ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING OPENBAAR LICHAAM DRECHTSTEDEN De Drechtraad; gelezen het voorstel van het Drechtstedenbestuur van 28 oktober 2010 inzake de Algemene subsidieverordening openbaar lichaam Drechtsteden; gelet op artikel 33 Wet gemeenschappelijke regelingen jo. artikel 149 Gemeentewet en Titel 4.2 Algemene wet bestuursrecht; BESLUIT: vast te stellen de volgende: Algemene subsidieverordening openbaar lichaam Drechtsteden
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: 1. Awb.: Algemene wet bestuursrecht 2. boekjaar: kalenderjaar; 3. Drechtraad: het algemeen bestuur van het openbaar lichaam Drechtsteden; Drechtstedenbestuur: het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Drechtsteden; 4. Drechtsteden: de aan het openbaar lichaam Drechtsteden deelnemende gemeenten; 5. eenmalige subsidie: subsidie ten behoeve van incidentele projecten of activiteiten waarvoor het Drechtstedenbestuur slechts voor maximaal vier jaar subsidie wil verstrekken; 6. jaarlijkse subsidie: subsidie die per boek- of schooljaar of voor een bepaald aantal boek- of schooljaren aan een instelling voor een periode van maximaal vier boek- of schooljaren wordt verstrekt; 7. schooljaar: periode van 1 september van enig kalenderjaar tot en met 31 augustus van het daaropvolgende kalenderjaar. Artikel 2. Aanvrager Subsidies kunnen worden aangevraagd door natuurlijke personen en rechtspersonen, met dien verstande dat subsidies groter dan 20.000 euro slechts kunnen worden aangevraagd door een rechtspersoon. Het Drechtstedenbestuur kan bij nadere regels hiervan afwijken. Artikel 3. Reikwijdte verordening 1. Voor de activiteiten op de volgende beleidsterreinen kan subsidie worden verstrekt: a. verkeer, vervoer en waterstaat; b. economische zaken; c. onderwijs; d. cultuur, recreatie en toerisme; e. sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening; f. volksgezondheid en milieu; g. ruimtelijke ordening en volkshuisvesting. 2. Het Drechtstedenbestuur kan nadere regels stellen waarin minimaal worden vermeld: de te subsidiëren activiteiten, de doelgroepen en de verdeling van de subsidie op de beleidsterreinen zoals genoemd in het eerste lid van dit artikel.
ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING OPENBAAR LICHAAM DRECHTSTEDEN, Versie 1.0 1
Artikel 4. Bevoegdheid Drechtstedenbestuur 1. Het Drechtstedenbestuur is bevoegd te besluiten over het verstrekken van subsidies met in achtneming van de in de begroting opgenomen financiële middelen of het subsidieplafond. 2. Het Drechtstedenbestuur is bevoegd om voorwaarden en verplichtingen aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden. 3. Bij subsidies die worden verstrekt uit middelen die daartoe door de Provincie of het Rijk beschikbaar zijn gesteld en waarover het openbaar lichaam Drechtsteden verantwoording aan de Provincie of het Rijk dient af te leggen, is het Drechtstedenbestuur bevoegd om voorwaarden en verplichtingen aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden, die erop zijn gericht om het openbaar lichaam Drechtsteden in staat te stellen tijdig en volledig aan haar verantwoordingsverplichtingen jegens de Provincie of het Rijk te voldoen. HOOFDSTUK 2. SUBSIDIEPLAFOND EN BEGROTINGSVOORBEHOUD Artikel 5. Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud 1. Het Drechtstedenbestuur kan voor 15 juli besluiten tot het instellen van een subsidieplafond. Bij nadere regels kan het Drechtstedenbestuur van deze datum afwijken. 2. Tenzij door het Drechtstedenbestuur anders vastgesteld worden de subsidieaanvragen behandeld op volgorde van binnenkomst van de volledige aanvraag. 3. Bij de bekendmaking van een subsidieplafond wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging ervan en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen. 4. Indien en voor zover een subsidie wordt verleend ten laste van een begroting die nog niet door de Drechtraad is vastgesteld, wordt zij verleend onder de voorwaarde dat de Drechtraad voldoende middelen op de begroting beschikbaar stelt. HOOFDSTUK 3. AANVRAAG VAN DE SUBSIDIE Artikel 6. Bij de aanvraag in te dienen gegevens 1. De aanvraag voor een subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het Drechtstedenbestuur. 2. Bij een aanvraag voor een subsidie overlegt de aanvrager de volgende gegevens: a. een beschrijving en het beoogde doel van de activiteiten waar subsidie voor wordt aangevraagd; b. bij een aanvraag voor een subsidie van meer dan 20.000 euro overlegt de aanvrager de gegevens omtrent de doelstellingen en resultaten, die daarmee worden nagestreefd, en hoe de activiteiten aan dat doel bijdragen. Bovendien vermeldt de aanvraag ook in welke mate de activiteiten gericht zijn op de Drechtsteden of haar ingezetenen en op door het openbaar lichaam Drechtsteden vastgestelde doelen of beleidsterreinen; c. een begroting van baten en lasten van de activiteiten, waar de subsidie voor wordt aangevraagd. Deze begroting bevat een opgave van bij andere bestuursorganen of private organisaties of personen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan. Bij een aanvraag voor een subsidie van meer dan 20.000 euro bevat de begroting een vergelijking met de voorgaande begroting en de jaarrekening; d. indien van toepassing bij een jaarlijkse subsidie vanaf 20.000 euro, de stand van de egalisatiereserve op het moment van de aanvraag. 3. Indien een rechtspersoon voor de eerste maal een subsidie aanvraagt, kan inzage worden gevraagd in de volgende documenten: de oprichtingsakte, de statuten en indien mogelijk het meest recente jaarverslag, de jaarrekening inclusief de balans. 4. Het Drechtstedenbestuur is bevoegd ook andere dan, of slechts enkele van, de in het tweede en derde lid genoemde gegevens te verlangen, indien die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag noodzakelijk, respectievelijk voldoende, zijn.
ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING OPENBAAR LICHAAM DRECHTSTEDEN, Versie 1.0 2
Artikel 7. Subsidiëring mede door andere bestuursorganen Indien het Drechtstedenbestuur subsidie verstrekt voor activiteiten, die mede door andere bestuursorganen worden gesubsidieerd, kan het Drechtstedenbestuur afwijken van de bij of krachtens deze Algemene subsidieverordening aan de subsidie te verbinden verplichtingen, voor zover dit wenselijk is met het oog op een goede afstemming met de door die andere bestuursorganen opgelegde of op te leggen verplichtingen en het gemeentelijke belang waarvoor de subsidie wordt verstrekt. Artikel 8. Aanvraagtermijn 1. Een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie wordt ingediend uiterlijk vóór 1 oktober in het jaar voorafgaand aan het jaar, of de jaren waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft. 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie door instellingen die onderwijsactiviteiten verzorgen ingediend uiterlijk vóór 1 juni voorafgaande aan het schooljaar waarin deze activiteiten worden uitgevoerd. 3. Een aanvraag voor een eenmalige subsidie kan het gehele jaar door worden ingediend, maar moet minimaal acht weken voor aanvang van de activiteiten worden ingediend. 4. Het Drechtstedenbestuur kan bij nadere regels andere termijnen stellen voor het indienen van een aanvraag voor daarbij aan te wijzen subsidies. Artikel 9. Beslistermijn Het Drechtstedenbestuur beslist op een aanvraag voor een subsidie binnen 13 weken na ontvangst van de volledige aanvraag, dan wel 13 weken gerekend vanaf de uiterste indieningtermijn voor het aanvragen van de subsidie. HOOFDSTUK 4. WEIGERING VAN DE SUBSIDIE Artikel 10. Weigeringsgronden 1. De aanvraag voor een subsidie wordt naast het in artikel 4:25 lid 2 Awb genoemde geval, geweigerd indien aantoonbare redenen bestaan om aan te nemen dat: a. de gelden niet of in onvoldoende mate zullen worden besteed voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld; b. de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien, die in strijd zijn met de wet- en regelgeving, het algemeen belang of de openbare orde; c. de activiteiten uitsluitend of in hoofdzaak het doel hebben het uitdragen van overtuigingen en denkbeelden van religieuze, levensbeschouwelijke of politieke aard; d. de subsidie niet aanwijsbaar ten goede komt aan de ingezetenen van de Drechtsteden. 2. De aanvraag voor een subsidie kan naast de in artikel 4:35 Awb genoemde gevallen geheel of gedeeltelijk worden geweigerd indien aantoonbare redenen bestaan om aan te nemen dat: a. aan de aanvrager voor dezelfde activiteiten reeds door enig bestuursorgaan een subsidie is verstrekt; b. de aanvrager niet alle benodigde vergunningen en ontheffingen ten behoeve van de gesubsidieerde activiteiten heeft verkregen; c. de activiteiten voor een eenmalige subsidie behoren tot de reguliere activiteiten van de aanvrager. 3. De aanvraag voor een subsidie vanaf 20.000 euro kan geheel of gedeeltelijk worden geweigerd indien het Drechtstedenbestuur van mening is dat de egalisatiereserve van dusdanige omvang is dat de subsidie niet (geheel) nodig is.
ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING OPENBAAR LICHAAM DRECHTSTEDEN, Versie 1.0 3
HOOFDSTUK 5. VERLENING VAN DE SUBSIDIE Artikel 11. Verlening subsidie Onverlet de algemene verplichtingen uit hoofdstuk 7 van deze verordening, geeft het Drechtstedenbestuur in de beschikking aan welke verplichtingen aan de subsidie zijn verbonden en op welke wijze de aanvrager zich dient te verantwoorden over de door hem ontvangen subsidie. HOOFDSTUK 6. BETALING EN BEVOORSCHOTTING VAN DE SUBSIDIE Artikel 12. Betaling en bevoorschotting Indien besloten wordt tot bevoorschotting van de subsidie worden in het besluit tot subsidieverlening, de hoogte en de termijnen van de voorschotten bepaald. HOOFDSTUK 7. VERPLICHTINGEN VAN DE SUBSIDIEONTVANGER Artikel 13. Tussentijdse rapportage Bij subsidies, hoger dan 100.000 euro, kan het Drechtstedenbestuur de verplichting opleggen tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden baten en lasten. Een dergelijke tussentijdse verantwoording wordt niet vaker dan één keer per jaar gevraagd. Artikel 14. Meldingsplicht en steekproefsgewijze controle 1. De subsidieontvanger doet onverwijld melding aan het Drechtstedenbestuur, zodra aannemelijk is dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, niet of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel aan de in de beschikking tot subsidieverlening verbonden verplichtingen zal worden voldaan. 2. Als uit de ingediende bewijsstukken blijkt dat niet is voldaan aan de meldingsplicht, kan het Drechtstedenbestuur de subsidie lager vaststellen of intrekken. 3. Het Drechtstedenbestuur kan de subsidieontvanger verzoeken mee te werken aan een steekproefsgewijze controle ten aanzien van de gesubsidieerde activiteiten. De subsidieontvanger dient desgevraagd bewijsstukken te overleggen. Artikel 15. Overige verplichtingen van de subsidieontvanger 1. De subsidieontvanger informeert het Drechtstedenbestuur zo spoedig mogelijk schriftelijk over: a. besluiten of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, dan wel ontbinding van de rechtspersoon; b. relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden; c. ontwikkelingen die er toe kunnen leiden dat aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden voorwaarden geheel of gedeeltelijk niet kunnen worden nagekomen; d. wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de rechtspersoon, de persoon van de bestuurder(s) en het doel van de rechtspersoon; e. handelingen als vermeld in artikel 4:71 Awb. 2. Indien de jaarlijkse subsidiebeschikking meer bedraagt dan 20.000 euro per jaar dan is de subsidieontvanger verplicht een egalisatiereserve te vormen conform artikel 4:72 Awb met als titel egalisatiereserve openbaar lichaam Drechtsteden. 3. Indien het verstrekken van subsidie heeft geleid tot vermogensvorming, is de subsidieontvanger in de gevallen zoals genoemd in artikel 4:41 lid 2 Awb, daarvoor een vergoeding verschuldigd aan het Drechtstedenbestuur. De vergoeding wordt bepaald naar evenredigheid van de mate waarin de subsidie aan de vermogensvorming heeft bijgedragen. Het Drechtstedenbestuur kan een lagere vergoeding vaststellen.
ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING OPENBAAR LICHAAM DRECHTSTEDEN, Versie 1.0 4
Artikel 16. Niet-doelgebonden verplichtingen Het Drechtstedenbestuur kan bij de subsidieverstrekking verplichtingen opleggen met betrekking tot: a. de bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid voor gehandicapten van de accommodatie waar de activiteiten plaatsvinden; b. de inzet bij de activiteiten van personen die onder de zorgplicht van (een van) de Drechtsteden vallen in het kader van de Wet Werk en Bijstand, de Wet Investeren in Jongeren, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen. HOOFDSTUK 8. VERANTWOORDING EN VASTSTELLING VAN DE SUBSIDIE Artikel 17. Verantwoording subsidies tot 20.000 euro Subsidies tot 20.000 euro worden door het Drechtstedenbestuur: a. direct vastgesteld of; b. verleend, waarbij het Drechtstedenbestuur aangeeft dat de subsidie ambtshalve zal worden vastgesteld binnen 13 weken nadat de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht of; c. verleend, waarbij het Drechtstedenbestuur– voordat het tot ambtshalve vaststelling overgaat - de aanvrager verplicht om op de door hem aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de subsidie verbonden verplichtingen. Artikel 18. Verantwoording subsidies vanaf 20.000 tot 100.000 euro 1. Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan 20.000 euro, maar minder dan 100.000 euro, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het Drechtstedenbestuur: a. bij een eenmalige subsidie, uiterlijk 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten; b. bij een jaarlijks verstrekte subsidie, uiterlijk vóór 1 april in het jaar na afloop van het kalenderjaar, respectievelijk 13 weken na het subsidietijdvak, waarvoor de subsidie is verleend; c. in afwijking van het bepaalde in sub b, bij een jaarlijks verstrekte subsidie aan instellingen die onderwijsactiviteiten verzorgen, uiterlijk vóór 1 november na afsluiting van het schooljaar waarin deze activiteiten worden uitgevoerd. 2. De aanvraag tot vaststelling bevat: a. een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend zijn verricht en in hoeverre de doelstellingen zijn behaald; b. een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden baten en lasten (financieel verslag of jaarrekening); c. bij een subsidie tussen de 20.000 en 50.000 Euro een bestuurdersverklaring en vanaf 50.000 euro daarnaast ook: een beoordelingsverklaring over de activiteiten en de daaraan verbonden baten en lasten. 3. Het Drechtstedenbestuur kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overgelegd. Artikel 19. Verantwoording subsidies vanaf 100.000 euro 1. Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan 100.000 euro, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het Drechtstedenbestuur: a. bij een eenmalige subsidie, uiterlijk 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten; b. bij een jaarlijks verstrekte subsidie, uiterlijk vóór 1 april in het jaar na afloop van het kalenderjaar, respectievelijk 13 weken na het subsidietijdvak, waarvoor de subsidie is verleend; ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING OPENBAAR LICHAAM DRECHTSTEDEN, Versie 1.0 5
c. in afwijking van het bepaalde in sub b, bij een jaarlijks verstrekte subsidie aan instellingen die onderwijsactiviteiten verzorgen, uiterlijk vóór 1 november na afsluiting van het schooljaar waarin deze activiteiten worden uitgevoerd. 2. De aanvraag tot vaststelling bevat: a. een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en in hoeverre de doelstellingen zijn behaald; b. een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden baten en lasten (financieel verslag of jaarrekening); c. een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop; d. een accountantsverklaring. 3. Het Drechtstedenbestuur kan bepalen dat ook andere, of minder dan de, in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overlegd. Artikel 20. Vaststelling subsidie 1. Het Drechtstedenbestuur beslist op een aanvraag tot vaststelling van een subsidie binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag, dan wel 13 weken gerekend vanaf de uiterste indieningtermijn voor het indienen van aanvragen tot vaststelling van de subsidie. 2. Indien uit de aard van de subsidie, dan wel de verantwoording daarvan, volgt dat voor de beslissing op de vaststelling van de subsidie een langere termijn nodig is dan de in het eerste lid genoemde termijn, dan bericht het Drechtstedenbestuur de subsidieontvanger daarvan zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling. 3. Indien de aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het in het eerste lid genoemd tijdstip is ontvangen, gaat het Drechtstedenbestuur zes weken na een eenmalig rappel over tot ambtshalve vaststelling. HOOFDSTUK 9. OVERIGE BEPALINGEN Artikel 21. Hardheidsclausule Het Drechtstedenbestuur kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van de artikelen 1, 2, 3 en 10 voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. De reden voor het toepassen van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit. Artikel 22. Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2011. Artikel 23. Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als Algemene subsidieverordening openbaar lichaam Drechtsteden. Aldus besloten in de openbare vergadering van de Drechtraad van 7 december 2010. De Regiogriffier,
de voorzitter,
A. Overbeek
A.A.M. Brok
ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING OPENBAAR LICHAAM DRECHTSTEDEN, Versie 1.0 6
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING ASV Drechtsteden 2010 HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Begripsomschrijvingen In dit artikel wordt een aantal begrippen verduidelijkt, dat in de verordening wordt gehanteerd. Er is in de definities een onderscheid gemaakt tussen verschillende vormen van subsidie: 1. De jaarlijkse subsidie, die onder omstandigheden voor meerdere jaren kan worden verleend en veelal op voortdurende (structurele) activiteiten van een instelling betrekking heeft. In de onderhavige verordening is bepaald dat deze voor een periode van ten hoogste vier jaren worden verstrekt. Na het verstrijken van die periode kan uiteraard opnieuw worden besloten een jaarlijkse subsidie te verstrekken. Voor de periode van 4 jaar is gekozen, omdat deze termijn én aansluit bij de zittingstermijn van de Drechtraad (hoewel die termijnen uiteraard niet gelijk hoeven te lopen) én het een goede termijn lijkt om te bezien of eerder vastgestelde beleidsdoelen nog gelden en, zo ja, die met de verstrekte subsidies worden gediend. Als deze subsidie voor langer dan drie jaar aan een instelling wordt verstrekt voor de uitvoering van dezelfde activiteit(en), ontstaat er een subsidierelatie, zoals beschreven in artikel 4:51 van de Awb en dient bij weigering van de subsidie voor een nieuw tijdvak een redelijke termijn in acht te worden genomen. In deze verordening is er bewust niet voor gekozen het regime van afdeling 4.2.8 van de Awb in zijn geheel van toepassing te verklaren op de jaarlijkse subsidie. Afdeling 4.2.8 biedt een regeling voor subsidies waarbij het bestuursorgaan financieel en beleidsmatig sterk betrokken is, hetgeen zeker niet bij iedere door Drechtsteden verstrekte jaarlijkse subsidie het geval is. Bovendien kunnen bij de jaarlijks verstrekte subsidies in de subsidiebeschikking zeer goed afspraken op dit punt worden vastgelegd. Juist bij per jaarlijks verstrekte subsidies is de aard en grote van de instelling en de hoogte van de subsidie bepalend voor de omvang van aanvullende afspraken. 2. Eenmalige subsidies zijn subsidies die Drechtsteden voor incidentele projecten of activiteiten voor een periode van maximaal 4 jaar subsidie wil verstrekken. Te denken valt aan een subsidie ten behoeve van het doorgang doen vinden van de gebruikelijke activiteiten van de subsidieontvanger, terwijl die doorgang door bijzondere, incidentele omstandigheden anders niet gewaarborgd zou zijn. Hierbij kan worden gedacht aan subsidies die worden gegeven voor door de subsidieontvanger te realiseren bijzondere projecten, zoals bijvoorbeeld een dansvoorstelling of kunstmanifestatie. Eenmalige subsidies hebben een looptijd, afhankelijk van de duur van het project en kunnen onder omstandigheden dus een looptijd hebben van langer dan een jaar. Artikel 2. Aanvrager De aanvrager is hier breed omschreven om in de Algemene subsidieverordening geen ongewenste uitzonderingen te creëren. De Drechtraad heeft wel als kader meegegeven dat subsidies die groter zijn dan € 20.000,-- alleen aangevraagd kunnen worden door rechtspersonen. Er is hiervoor gekozen, omdat de verantwoording van subsidies van meer dan € 20.000,-- bij rechtspersonen "in de boeken" dient te gebeuren, die een wat stringenter regime kennen dan de boekhouding van natuurlijke personen. Onder het begrip "rechtspersoon" wordt verstaan de rechtspersoon als bedoeld in artikel 3 van boek 2 van het burgerlijk wetboek. Artikel 3. Reikwijdte verordening In het eerste lid heeft de Drechtraad aangegeven voor welke beleidsterreinen subsidies kan worden verstrekt. Het ligt voor de hand dat de opsomming van beleidsterreinen aansluit bij de indeling van de (programma)begroting. Op die manier wordt bereikt dat zowel burger als bestuur direct en zonder zich teveel in onderliggende zaken als beleidsregels en Drechtraadbesluiten, hoeven te verdiepen om na te gaan aan welke voorwaarden zij moeten voldoen om voor verlening van een subsidie in aanmerking te komen. Door de veelheid en verscheidenheid van subsidiemogelijkheden is uiteraard niet te vermijden, dat op onderdelen nadere regels noodzakelijk zullen blijken (lid 2). Wijziging van een complexe en uitgebreide verordening, die inhoudelijk gezien veel beleidsterreinen bestrijkt, zou gepaard gaan met aanzienlijke bestuurlijke en administratieve lasten. Met deze algemene verordening, die de kaders geeft voor nadere regels, worden deze lasten beperkt in aantal en kwaliteit.
Artikel 4. Bevoegdheid Drechtstedenbestuur Het Drechtstedenbestuur besluit ingevolge het eerste lid binnen de daarvoor door de Drechtraad vastgestelde kaders, zoals neergelegd in de begroting en deze Algemene subsidieverordening en het subsidieplafond. Dit betekent dat het Drechtstedenbestuur geen subsidies kan verlenen, die niet stroken met de door de Drechtraad vastgestelde algemene regels of als het subsidieplafond is bereikt. Met besluiten over het verstrekken van subsidies in plaats van verlenen van subsidies wordt beoogd de bevoegdheid te besluiten over het gehele subsidieproces, dus ook het bevoorschotten, lager vaststellen, terugvorderen en dergelijke. In het eerste lid is bepaald dat het Drechtstedenbestuur daarbij de begroting en subsidieplafonds in acht neemt. Als de begroting nog niet is vastgesteld en er formeel dus nog geen financiële ruimte door de Drechtraad beschikbaar is gesteld, wordt subsidie slechts verleend onder de voorwaarde dat de Drechtraad daarvoor geld beschikbaar zal stellen, het zogenoemde begrotingsvoorbehoud. In het tweede lid is de bevoegdheid van het Drechtstedenbestuur geregeld om voorwaarden en/of verplichtingen aan de subsidiebeschikking tot verlening te verbinden. Zie hiertoe ook artikel 4:33 Awb en voor het verschil met verplichtingen artikel 4:37 Awb. N.B. Ook de bevoegdheid om aan een subsidiebeschikking een uitvoeringsovereenkomst te verbinden, berust bij het Drechtstedenbestuur. In beginsel is in afdeling 4.2.4 Awb zeer uitvoerig en nauwgezet bepaald welke verplichtingen onder welke voorwaarden bij een subsidieverlening kunnen worden opgelegd en kunnen alle toegestane verplichtingen in beginsel bij subsidieverlening of subsidiewijziging worden opgelegd. Ingevolge artikel 3:14 BW mogen bepalingen in subsidieovereenkomsten er niet toe leiden, dat een bestuursorgaan handelt in strijd met de Awb, de publiekrechtelijke subsidieregeling, waarop de subsidie berust, of de andere ongeschreven regels van het publiekrecht. Gezien het bovenstaande is het maar de vraag wanneer het opstellen van een uitvoeringsovereenkomst bij de beschikking extra bevoegdheden geeft. In het geval de subsidieontvanger moet worden verplicht bepaalde activiteiten te verrichten, is het de vraag of er niet veeleer sprake is van een opdracht situatie. Waar de subsidiebeschikking slechts gericht is op één partij, kunnen middels een uitvoeringsovereenkomst meerdere partijen aan elkaar worden gebonden. Dat zou een voordeel kunnen zijn. Ook is het mogelijk een derdenbeding ex art. 6:253 BW op te nemen. Het derde lid ziet op de situatie dat Drechtsteden geld dat zij ontvangt van het Rijk of Provincie door middel van subsidies doorzet naar instellingen en anderen. Drechtsteden zal in die gevallen verantwoording aan het Rijk en provincie moeten afleggen over de besteding van het geld en de doelen die daarmee zijn gerealiseerd c.q. activiteiten die daarmee zijn uitgevoerd. Drechtsteden is daarbij afhankelijk van informatie daarover van de uitvoerenden, dus de subsidieontvangers. Daarom kunnen aan de subsidieverlening voorwaarden worden verbonden die moeten waarborgen dat Drechtsteden aan zijn verantwoordingsplicht richting Rijk en Provincie kan voldoen. HOOFDSTUK 2. SUBSIDIEPLAFOND EN BEGROTINGSVOORBEHOUD Artikel 5. Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud In de Awb zijn in de artikel 4:25 tot en met 4:28 de belangrijkste bepalingen rondom het werken met een "subsidieplafond" gegeven. Ingevolge het eerste lid van artikel 5 kan het Drechtstedenbestuur voor 15 juli van enig jaar subsidieplafonds per beleidsterrein vaststellen. Het Drechtstedenbestuur stelt subsidieplafonds vast en maakt daarbij de wijze van verdeling van de beschikbare middelen bekend. Het Drechtstedenbestuur kan nadere regels opstellen omtrent een andere wijze van verdeling van de beschikbare middelen, die de Drechtraad in het tweede lid van dit artikel heeft aangegeven. Als het dat niet doet geldt de wijze van verdeling als genoemd in het tweede lid. Met het oog op de rechtszekerheid verlangt de Awb, dat het subsidieplafond bekend wordt gemaakt, vóórdat de periode waarop het betrekking heeft, ingaat. Zo kunnen potentiële aanvragers tijdig weten hoeveel geld beschikbaar is. Maar vooral van belang is, dat subsidieaanvragen zonder nadere motivering worden afgewezen op het moment dat het subsidieplafond bereikt is. Indien het voor subsidie beschikbare bedrag enkel op de begroting vermeld staat en Drechtsteden deze bedragen niet als zijnde subsidieplafonds heeft gepubliceerd, kan Drechtsteden subsidieaanvragen niet ongemotiveerd weigeren wegens het bereiken van het plafond.
Belangrijk is de verplichting om nadere regels te stellen over de verdeling van de beschikbare bedragen, als het Drechtstedenbestuur niet de hoofdregel uit het tweede lid wil gebruiken. Er zijn twee mogelijkheden: 1. De meest eenvoudige vorm is een verdeelmechanisme op volgorde van binnenkomst, "wie het eerst komt, het eerst maalt", waarbij aanvragen in volgorde van ontvangst van de volledige aanvraag worden behandeld. Dit is de hoofdregel in deze subsidieverordening. 2. Een andere vorm is een tendersysteem, waarbij het beschikbare budget wordt verdeeld over de complete aanvragen door middel van een onderlinge vergelijking van de aanvragen en dat de beste aanvragen voor subsidie in aanmerking komen. Van belang bij dit systeem is dat helder is voor de aanvrager op basis van welke criteria de aanvragen worden getoetst en in rangorde worden gezet. Zoals eerder aangegeven kan het Drechtstedenbestuur hiertoe besluiten op grond van artikel 5 tweede lid. De criteria, waaraan een aanvraag wordt getoetst, dienen zoveel mogelijk eenduidig te zijn. Lid 3. De strekking van de tekst van dit lid komt overeen met die van artikel 4:28 sub c Awb. Artikel 4:28 Artikel 4:27, tweede lid is niet van toepassing, indien: a. … b. … c. Bij de bekendmaking van het subsidieplafond is gewezen op de mogelijkheid van verlaging en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen. De bepaling is opgenomen om ervoor zorg te dragen dat een verlaging wel gevolgen heeft voor voordien ingediende aanvragen. Indien deze bepaling niet zou zijn opgenomen, heeft een verlaging geen gevolgen voor voordien ingediende aanvragen. Lid 4. Indien wordt gewerkt met een begrotingsvoorbehoud moet er rekening worden gehouden met het feit dat Drechtsteden zijn begroting ter goedkeuring moet voorleggen aan de provincie; pas daarna is er sprake van een definitieve begroting en treedt het vierde lid van dit artikel pas in werking. Wijzigen van een subsidieplafond Voor het wijzigen van een subsidieplafond gelden de artikelen 4:27 en 4:28 Awb. Artikel 4:27 1. Het subsidieplafond wordt bekendgemaakt voor de aanvang van het tijdvak waarvoor het is vastgesteld. 2. Indien het subsidieplafond of een verlaging daarvan later wordt bekendgemaakt, heeft deze bekendmaking geen gevolgen voor voordien ingediende aanvragen. Artikel 4:28 Artikel 4:27, tweede lid, is niet van toepassing, indien: a. de aanvragen voor het tijdvak waarvoor het subsidieplafond is vastgesteld ingevolge wettelijk voorschrift moeten worden ingediend op een tijdstip waarop de begroting nog niet is vastgesteld of goedgekeurd; b. het een verlaging betreft die voortvloeit uit de vaststelling of goedkeuring van de begroting, en c. bij de bekendmaking van het subsidieplafond is gewezen op de mogelijkheid van verlaging en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen. HOOFDSTUK 3. AANVRAAG VAN DE SUBSIDIE Artikel 6. Bij aanvraag in te dienen gegevens In het eerste lid is bepaald dat een aanvraag voor subsidie schriftelijk dient te worden gedaan. Met "schriftelijk" is meer bedoeld dan "op papier geschreven". Zo kan een aanvraag ook digitaal worden gedaan, mits het Drechtstedenbestuur een door hem vastgesteld formulier ook in digitale vorm beschikbaar heeft gesteld. In artikel 6, lid 2, sub d, wordt verwezen naar de systematiek van subsidieverlening en verrekening bij jaarlijks verstrekte subsidies vanaf € 20.000,-- conform artikel 4:72 Awb. Inzage in de financiële reserve van een instelling is slechts aan de orde voor de beoordeling van een jaarlijkse subsidieaanvraag van een grote instelling met overeenkomstige subsidiebehoefte
(> € 20.000,--). In artikel 6, lid 3 worden meer formele eisen gesteld aan instellingen, die voor de eerste maal subsidie aanvragen. Artikel 7. Subsidiëring mede door andere bestuursorganen Dit artikel spreekt voor zich. Dit artikel komt voort uit de behoefte van Drechtsteden om zijn eigen subsidiemiddelen zo efficiënt mogelijk in te zetten. Artikel 8. Aanvraagtermijn éénmalige en jaarlijkse subsidies Hier wordt als uiterste aanvraagdatum 1 oktober genoemd. Voor deze datum dienen aanvragen voor subsidie te zijn ingediend bij het Drechtstedenbestuur. Voor instellingen die onderwijsactiviteiten verrichten dient de subsidie uiterlijk vóór 1 juni voorafgaande aan het schooljaar waarin deze activiteiten worden uitgevoerd, te worden ingediend. Drechtsteden kan er ook voor kiezen om andere indiendata (deadlines) vast te stellen. De bevoegdheid hiervoor ligt bij het Drechtstedenbestuur (lid 4). Artikel 9. Beslistermijn Hier wordt de termijn gegeven, waarbinnen het Drechtstedenbestuur gehouden is te beslissen op een aanvraag voor subsidie. In de Awb staan geen strikte beslistermijnen op een aanvraag om subsidie. In de regel wordt een termijn van dertien weken redelijk geacht. HOOFDSTUK 4. WEIGERING VAN DE SUBSIDIE Artikel 10. Weigeringsgronden Algemeen Het Drechtstedenbestuur dient een subsidieaanvraag te toetsen. Het toetst in ieder geval aan: a. de bepalingen van de wet; b. de bepalingen van deze verordening; c. de bepalingen van nadere regels of vastgesteld beleid. Lid 1 In dit artikellid worden de gronden opgesomd waarop het Drechtstedenbestuur een aanvraag moet weigeren. Dit is een aanvulling op het in artikel 4:25 lid 2 Awb bepaalde. In laatstgenoemd artikellid is aangegeven dat een subsidie wordt geweigerd voor zover door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond wordt overschreden (mits er uiteraard een subsidieplafond is vastgesteld en bekendgemaakt). Artikel 4:25 1. …. 2. Een subsidie wordt geweigerd voor zover door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden. 3. ….. Lid 1 sub d Veelal zal de activiteit aanwijsbaar ten goede komen aan de ingezetenen van Drechtsteden. Het is echter voorstelbaar dat dit niet het geval is, daarom is dit als weigeringsgrond opgenomen. Lid 2 In dit artikellid ligt een discretionaire bevoegdheid voor het Drechtstedenbestuur om te weigeren. Deze komt tot uitdrukking met het woord "kan". In dit artikel heeft het Drechtstedenbestuur een beoordelingsvrijheid ten aanzien van de gevallen die in dit lid worden opgesomd. In artikel 4:35 lid 1 Awb is aangegeven dat in ieder geval in de volgende gevallen een subsidieverlening kan worden geweigerd indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat: a. de activiteiten niet of niet geheel zullen plaatsvinden; b. de aanvrager niet zal voldoen aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen; c. de aanvrager niet op een behoorlijke wijze rekening en verantwoording zal afleggen omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn.
Lid 2 van artikel 10 vermeldt dat de subsidieverlening voorts kan worden geweigerd indien: a. aan de aanvrager voor dezelfde activiteiten reeds door enig bestuursorgaan een subsidie is verstrekt; b. de aanvrager niet alle benodigde vergunningen en ontheffingen ten behoeve van de gesubsidieerde activiteiten heeft verkregen; c. subsidie heeft aangevraagd voor activiteiten die niet tot de reguliere werkzaamheden van de aanvrager horen. Het bepaalde onder (artikel 10 lid 2 sub a) houdt een zogenaamd anti-cumulatiebeding in. HOOFDSTUK 5. VERLENING VAN DE SUBSIDIE Artikel 11. Verlening van de subsidie Ingevolge dit artikel geeft het Drechtstedenbestuur al in het besluit tot verlening van de subsidie aan op welke wijze de verantwoording van de ontvangen subsidies dient plaats te vinden. Hiermee wordt bereikt dat degene, aan wie de subsidie is toegekend, van meet af aan duidelijk is aan welke verplichtingen en administratieve eisen hij dient te voldoen. Bij veel, veelal kleinere subsidies zal het stellen van verplichtingen bij de toekenning niet noodzakelijk zijn. In die gevallen kan het Drechtstedenbestuur daarvan eenvoudig afzien. In gevallen, dat het Drechtstedenbestuur van oordeel is dat redelijkerwijs nadere verplichtingen dienen te worden gesteld, zal dit veelal op de subsidieontvanger en de door hem te ondernemen activiteiten toegesneden verplichtingen zijn. Een uitputtende opsomming in de verordening van alle mogelijke aan een subsidiënt op te leggen verplichtingen komt de overzichtelijkheid, noch de doelmatigheid van de verordening ten goede. In artikel 4:37 Awb staan de standaardverplichtingen vermeld welke het Drechtstedenbestuur bij de beschikking tot subsidieverlening aan de subsidieontvanger kan opleggen. Er kan – naast de verplichtingen vermeld in hoofdstuk 7 - maatwerk worden gevonden door een differentiatie te maken tussen verplichtingen, die worden gesteld aan eenmalige subsidies, en jaarlijkse subsidies. Voor een selectie uit de verplichtingen, die te stellen zijn bij het verlenen van de jaarlijkse subsidies; zie ook titel 4.2.8 Awb. Bij de in artikel 11 te stellen verplichtingen kan worden gedacht aan bijvoorbeeld het verzekeren van de zaken, die voor de uitvoering van de gesubsidieerde activiteit noodzakelijk zijn, de arbeidsvoorwaarden voor het personeel van de subsidieontvanger, reservevorming, het bestuur, het aanstellen van toezichthouders, de inrichting van de administratie en de benodigde toestemming van het Drechtstedenbestuur voor het aangaan van rechtshandelingen als bedoeld in artikel 4:71 Awb. Ook kan gedacht worden aan een klanttevredenheidsonderzoek (KTO), een visitatie of een benchmark. Het is van belang voor de verantwoording, dat op een heldere manier wordt aangegeven wat met de verlening van de subsidie wordt verlangd. Oftewel: welke indicatoren leiden tot beantwoording van de vraag of de prestatie is geleverd. HOOFDSTUK 6. BETALING EN BEVOORSCHOTTING VAN DE SUBSIDIE Artikel 12. Betaling en bevoorschotting Voorschotten worden verstrekt volgens het in de verleningsbeschikking opgenomen bevoorschottingsritme en maakt onderdeel uit van deze beschikking. Dit houdt in dat ook tegen een bevoorschottingsritme een bezwaar- en beroepsmogelijkheid openstaat. De bevoorschottingsbeschikking wordt ambtshalve gegeven op het moment van de verleningsbeschikking. De subsidieaanvrager hoeft geen aanvra(a)g(en) voor bevoorschotting in te dienen. Dit leidt tot lastenbesparingen bij zowel de subsidieontvanger als bij Drechtsteden. Omdat de bevoorschotting mede afhankelijk is van de aard van de te subsidiëren activiteit is er voor gekozen om de termijnen, waarop de bevoorschotting plaats vindt, niet in de verordening te noemen. Het bevoorschottingsritme en de hoogte van de voorschotten worden in de verleningsbeschikking vermeld. De subsidieontvanger is volgens artikel 14 verplicht te melden, indien er omstandigheden zijn die van invloed zijn op de hoogte van het verleende bedrag. De subsidieverstrekker kan vervolgens, indien nodig, door een wijziging van de verleningsbeschikking het bevoorschottingsritme en de hoogte van de voorschotten aanpassen. Na vaststelling van de subsidie wordt het resterende
bedrag (het vastgestelde bedrag verminderd met de verleende voorschotten) uitgekeerd aan de subsidieontvanger. Met de algemene formulering van dit artikel is de mogelijkheid open gelaten om, zonder dat daartoe wijziging van de verordening noodzakelijk is, recht te doen aan de wijziging van de voorschotregeling, die beslag heeft gekregen met de invoering van de vierde tranche Awb. Indien in de verleningsbeschikking niet anders is bepaald, vindt betaling van het voorschot binnen zes weken na verzending van de verleningsbeschikking plaats. Zie artikel 4:87, lid 1, Awb. Artikel 4:87 1. De betaling geschiedt binnen zes weken nadat de beschikking op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt, tenzij de beschikking een later tijdstip vermeldt. 2. ….. HOOFDSTUK 7. VERPLICHTINGEN VAN DE SUBSIDIEONTVANGER Artikel 13. Tussentijdse rapportage In het kader van het terugdringen van de administratieve lasten is ervoor gekozen aan verstrekte subsidies, hoger dan € 100.000,--, de mogelijkheid te verbinden om jaarlijks een tussentijdse verantwoording te vragen. Het Drechtstedenbestuur moet vooraf bepalen welke vereisten worden gesteld aan de tussentijdse, inhoudelijke en financiële verantwoording. Artikel 14. Meldingsplicht De meldingsplicht is bedoeld als tegenhanger van het geven van meer vertrouwen in de vorm van onder andere: het niet standaard verantwoording afleggen bij subsidies tot € 20.000,--, het vragen van minder tussenrapportages en automatische bevoorschotting. De subsidieontvanger is verplicht tijdig (zonder nodeloos tijdsverloop) te melden bij Drechtsteden als het aannemelijk is dat de gesubsidieerde activiteit niet, niet geheel of niet volgens alle daaraan verbonden verplichtingen zal worden verricht. In dat geval zal de subsidie lager of op nihil worden vastgesteld of zullen nadere afspraken worden gemaakt over het aanpassen van de verplichtingen, bijvoorbeeld het geven van meer tijd voor de uitvoering van de activiteiten. Bij het niet voldoen aan deze meldingsplicht kan, indien dat achteraf mocht blijken, met toepassing van artikel 4:49 Awb alsnog de subsidievaststelling worden ingetrokken, omdat de ontvanger wist en behoorde te weten dat de vaststelling onjuist was. Terugvordering van de subsidie, inclusief wettelijke rente van het hele subsidiebedrag, kan in zo'n geval proportioneel worden geacht, omdat de ontvanger dan misbruik maakte van het gegeven vertrouwen, dat ten grondslag ligt aan de onderhavige subsidieverordening. Tekst van artikel 4:49 Awb (Intrekking NADAT de subsidie is vastgesteld). Artikel 4:49 1. Het bestuursorgaan kan de subsidievaststelling intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen: a. op grond van feiten of omstandigheden waarvan het bij de subsidievaststelling redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn en op grond waarvan de subsidie lager dan overeenkomstig de subsidieverlening zou zijn vastgesteld; b. indien de subsidievaststelling onjuist was en de subsidie-ontvanger dit wist of behoorde te weten, of c. indien de subsidieontvanger na de subsidievaststelling niet heeft voldaan aan de subsidie verbonden verplichtingen. 2. De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is vastgesteld, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald. 3. De subsidievaststelling kan niet meer worden ingetrokken of ten nadele van de ontvanger worden gewijzigd indien vijf jaren zijn verstreken sedert de dag waarop zij is bekendgemaakt dan wel, in het geval, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, sedert de dag waarop de handeling in strijd met de verplichting is verricht of de dag waarop aan de verplichting had moeten zijn voldaan. Het is ook mogelijk om – voordat de subsidie is vastgesteld en indien daartoe aanleiding bestaat – de subsidie in te trekken. Daarvoor is artikel 4:48 Awb geredigeerd.
Tekst van artikel 4:48 Awb (Intrekking NADAT de subsidie is verleend, maar VOORDAT deze is vastgesteld). Artikel 4:48 1. Zolang de subsidie niet is vastgesteld kan het bestuursorgaan de subsidieverlening intrekken of ten nadele van de subsidie-ontvanger wijzigen, indien: a. de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden; b. de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen; c. de subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid; d. de subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten, of e. met toepassing van artikel 4:34, vijfde lid, een beroep wordt gedaan op de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld. 2. De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is verleend, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald. Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat de meldingsplicht niet geldt na vaststelling van de subsidie of voor zover er (op verzoek van de belanghebbende) door de subsidieverlener een ontheffing is verleend van de verplichting om een prestatie overeenkomstig de subsidietoekenning uit te voeren. Tenslotte is in artikel 14 lid 3 opgenomen dat het Drechtstedenbestuur de subsidiënt kan verzoeken mee te werken aan een steekproefsgewijze controle. Deze steekproefsgewijze controle kan in diverse vormen. Artikel 15 Overige verplichtingen van de subsidieontvanger In artikel 15 zijn de overige verplichtingen van de ontvanger van de subsidie opgenomen, als ook de plicht belangrijke wijzigingen te melden aan het Drechtstedenbestuur. Niets belet Drechtsteden om bij twijfel direct contact op te nemen met de subsidieontvanger en om nadere stukken te vragen. Tevens is in dit artikel een verplichting tot het vormen van een egalisatiereserve opgenomen bij subsidiëring van meer dan € 20.000, indien er een verschil is tussen de subsidie en de werkelijke kosten van de activiteiten waarvoor subsidie werd verleend op voorwaarde dat de activiteiten volledig zijn uitgevoerd. Indien de activiteiten niet of niet geheel zijn uitgevoerd zal de subsidie lager worden vastgesteld (teruggevorderd). Deze egalisatiereserve mag niet negatief zijn. Artikel 16. Toegankelijkheid accommodatie Sub a. De tekst van dit artikellid spreekt voor zich. Indien het Drechtstedenbestuur deze verplichting wil verbinden aan een subsidiebeschikking dient deze verplichting als zodanig expliciet opgenomen te worden in de beschikking tot subsidieverlening. De verplichting als hier genoemd is een verplichting als bedoeld in artikel 4:39 lid 1 Awb. Sub b. Ook de in dit lid genoemde verplichting is een verplichting als bedoeld in artikel 4:39 lid 1 Awb. Voor deze verplichting is aansluiting gevonden bij de Memorie van Toelichting van de Awb: MvT, Kamerstukken II 23 7000, nr.3, p. 6). HOOFDSTUK 8. VERANTWOORDING EN VASTSTELLING VAN DE SUBSIDIE Artikel 17. Verantwoording subsidies tot 20.000 euro Kenmerkend voor subsidies tot € 20.000,-- is dat een vast bedrag (lump sum) wordt verstrekt en dat de subsidieontvanger achteraf niet standaard verantwoording hoeft af te leggen aan de subsidieverstrekker. De subsidieontvanger hoeft geen aanvraag voor subsidievaststelling (verantwoording) in te dienen. Hierdoor kunnen de lasten voor zowel de subsidieaanvrager als de subsidieverstrekker worden bespaard. In het geval van directe vaststelling (eerste lid, onderdeel a) worden de bewijsstukken van de prestatie direct met de aanvraag meegestuurd. Ook indien de activiteiten nog niet hebben plaatsgevonden, kan onderdeel a worden toegepast. De toepassing is dan onder meer afhankelijk
van de aard van de subsidie (bijvoorbeeld een ‘waarderingssubsidie’) en risicoafweging van de subsidieverstrekker. Steekproefsgewijze controle na de vaststelling is mogelijk, maar leidt alleen in bijzondere gevallen, zoals fraude, tot terugvordering. In het geval van verlening, gevolgd door ambtshalve vaststelling (eerste lid, onderdeel b), wordt in de subsidiebeschikking vermeld wanneer de gesubsidieerde activiteiten moeten zijn verricht. De subsidie wordt vervolgens, binnen 13 weken na de datum waarop de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht, ambtshalve vastgesteld door de subsidieverstrekker. De ambtshalve vaststelling zal in de praktijk veelal al vóór het verstrijken van de termijn gebeuren, namelijk als het vanuit oogpunt van een efficiënte werkwijze wenselijk wordt geacht, dat dergelijke vaststellingsbeschikkingen op een vaste datum worden genomen. Wel dient Drechtsteden binnen een beperkte termijn, hier is gekozen voor 13 weken na afloop van de activiteit, te reageren. In het geval van verlening gevolgd door ambtshalve vaststelling, eerste lid onderdeel c, wordt de aanvrager verplicht om op de door het Drechtstedenbestuur aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten, waarvoor de subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen. Door te kiezen voor het systeem van ambtshalve vaststelling is er juridisch meer mogelijkheid om op te treden, indien Drechtsteden bemerkt dat de activiteit niet (geheel) is gerealiseerd. De subsidie is immers niet bij verstrekking reeds vastgesteld. De subsidieontvanger dient, desgevraagd, op een door het Drechtstedenbestuur in de beschikking aangegeven wijze, aan te tonen dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen. De subsidieverstrekker zal steekproefsgewijs van deze bevoegdheid gebruik maken. Artikel 18. Verantwoording subsidies vanaf 20.000 tot 100.000 euro In dit artikel is aangegeven op welke wijze de subsidiënt de aan hem verleende subsidie aan het Drechtstedenbestuur dient te verantwoorden. Ingevolge artikel 11 wordt de wijze van verantwoording al bij het besluit tot verlening van de subsidie aan de ontvanger bekend gemaakt. Het tweede lid bepaalt, dat de subsidieontvanger moet aantonen dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn uitgevoerd. Daarbij zal vooraf door de subsidieverstrekker al moeten zijn aangegeven op welke manieren het aantonen kan plaatsvinden. Daarbij worden verschillende instrumenten worden gebruikt, zoals een inhoudelijk verslag, een financieel verslag of een jaarrekening, een beoordelingsverklaring van een accountant bij een subsidie van meer dan € 50.000,--. Ingevolge het derde lid kan het Drechtstedenbestuur bepalen dat het voor de verantwoording daarvan andere stukken en bewijzen verlangt dan gebruikelijk en uit hoofde van de gewone bedrijfsvoering van de subsidieontvanger al worden opgesteld. Te denken valt aan de verslagen, die rechtspersonen uit hoofde van de wet al dienen op te stellen en die natuurlijk naar gelang van de hoedanigheid van de betreffende rechtspersoon verschillen. Artikel 19. Verantwoording subsidies vanaf 100.000 euro Bij subsidies van € 100.000,-- of meer wordt verantwoording gedaan op basis van uitgevoerde activiteiten en gerealiseerde kosten. Bij de financiële verantwoording vraagt Drechtsteden een door een accountant opgestelde accountantsverklaring. Er zijn verschillende accountantsverklaringen mogelijk: 1. een goedkeurende verklaring; 2. een verklaring met beperking; 3. een verklaring van oordeelonthouding; 4. een afkeurende verklaring. Indien er sprake is van een verklaring als bedoeld in 2, 3 of 4 dient de subsidieaanvrager ook het accountantsrapport te overleggen. Artikel 20. Vaststelling subsidie In dit artikel is geregeld binnen welke termijn het Drechtstedenbestuur besluit ter zake van de vaststelling van de subsidie.
HOOFDSTUK 9. OVERIGE BEPALINGEN Artikel 21. Hardheidsclausule De te treffen voorziening, die niet in de verordening is voorzien, dient altijd binnen de doelstellingen van de subsidie te passen. De toepassing van de hardheidsclausule dient beperkt te blijven tot individuele gevallen. Zodra de toepassing van een hardheidsclausule voor bepaalde gevallen voldoende is uitgekristalliseerd en daardoor een bestendig karakter heeft gekregen, dient dit beleid in de Algemene subsidieverordening of nadere regels te worden neergelegd. Artikel 22. Inwerkingtreding De tekst van dit artikel spreekt voor zich. Artikel 23. Citeertitel De tekst van dit artikel spreekt voor zich. --------
bijlage 15 agendapunt 13
Vergadernotitie
datum
voor de Drechtraad op 7 december
2 november 2010 steller I. van Montfoort
Onderwerp
Verzamelvoorstel verordeningen Sociale Dienst Drechtsteden
Doorkiesnummer 6791 e-mail
[email protected]
Bijlagen 1. Wachtlijstverordening sociale werkvoorziening. 2. Verordening cliëntenparticipatie Wsw. 3. Verordening persoonsgebonden budget begeleid werken Wsw. Gevraagde beslissing 1. De wachtlijstverordening sociale werkvoorziening vaststellen, na oriënterende bespreking in de carrousel van 7 december. 2. De verordening cliëntenparticipatie Wsw vaststellen, na oriënterende bespreking in de carrousel van 7 december. 3. De verordening persoonsgebonden budget begeleid werken Wsw vaststellen, na oriënterende bespreking in de carrousel van 7 december. Verdere procedure Na vaststelling door de Drechtraad worden de besluiten gepubliceerd op de bij de Drechtsteden gebruikelijke wijze op 22 december. De (geconsolideerde) verordeningen worden digitaal gearchiveerd. Communicatie Betrokkenen zijn reeds geïnformeerd. Alle voorstellen zijn afgestemd met de juridisch controller van de GRD. Financiële consequenties Geen. Toelichting Per 1 januari 2011 worden regietaken op het gebied van de sociale werkvoorziening aan de Gemeenschappelijke Regeling overgedragen; voor de uitvoering is de Sociale Dienst Drechtsteden aangewezen. Aan de uitvoering liggen drie verordeningen ten grondslag. Vanwege de overdracht naar de GRD dient in deze verordeningen het bevoegd gezag aangepast te worden. Daarnaast worden enkele overbodige artikelen geschrapt en de maximale zittingsduur van leden toegevoegd. In de verordeningen wordt het volgende aangepast: - de termen algemeen bestuur en dagelijks bestuur worden vervangen door Drechtraad en Drechtstedenbestuur;
pagina 2, agendapunt
- zinsneden die betrekking hebben op het bevoegd gezag worden eveneens aangepast op de nieuwe juridische status; - in de verordening cliëntparticipatie wordt een maximale zittingsduur van leden opgenomen; - in de verordening cliëntparticipatie wordt het artikel waarin bepaald wordt dat de samenstelling van de adviesraad nader wordt uitgewerkt, geschrapt omdat de samenstelling in een ander artikel reeds geborgd is; - in de verordening cliëntparticipatie wordt het artikel waarin staat dat nadere uitwerking van deze verordening via een door het dagelijks bestuur vast te stellen regeling gebeurt, geschrapt; - in de verordening cliëntparticipatie wordt het evaluatieartikel geschrapt; - in de wachtlijstverordening wordt het evaluatieartikel geschrapt; - in de verordening persoonsgebonden budget wordt in artikel 3, lid 2 onder c “aaneengesloten” ingevoegd vóór “maanden”; - in de verordening persoonsgebonden budget wordt in artikel 6, lid 1 “hierin” vervangen door “in de hoogte van de vergoeding en in de omvang van het aantal uren begeleiding”; - in de verordening persoonsgebonden budget wordt in artikel 7, lid 1 onder a “aaneengesloten” ingevoegd vóór “maanden”; - de toelichting op de verordening persoonsgebonden budget wordt geschrapt; deze is sterk verouderd en gaat vooral in op de werkwijze en taken van het (oude) regiebureau wsw.
Wachtlijstverordening sociale werkvoorziening De Drechtraad, gezien het voorstel van het Drechtstedenbestuur van 25 november 2010; overwegende, dat: • de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) de bevoegdheid toekent om bij verordening regels te stellen over de volgorde waarin de ingezetenen die op de wachtlijst zijn geplaatst een dienstverband op grond van deze wet krijgen aangeboden; • de uitvoering van de Wsw is overdragen aan het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden. gelet op artikel 12 lid 2 Wsw, artikel 149 Gemeentewet jo. artikel 33 Wet gemeenschappelijke regelingen; besluit: vast te stellen de navolgende Wachtlijstverordening Sociale Werkvoorziening
Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: 1. Wsw: Wet sociale werkvoorziening; 2. Wsw-geïndiceerde: Een persoon, die blijkens een indicatiebeschikking of een herindicatiebeschikking als bedoeld in artikel 11 van de Wsw tot de doelgroep als gedefinieerd in artikel 1 lid 1 Wsw behoort; 3. Wachtlijst: Het overzicht van Wsw-geïndiceerden die geen dienstbetrekking op grond van de Wsw hebben en beschikbaar zijn om een dergelijke dienstbetrekking te aanvaarden; 4. Wajong: Wet arbeidsongeschiktheid jonggehandicapten 5. WWB: Wet werk en bijstand 6. UWV: Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen 7. De Drechtraad: Het Algemeen Bestuur van de Drechtsteden; 8. Drechtstedenbestuur: het Dagelijks Bestuur van het Openbaar Lichaam Drechtsteden Artikel 2 Uitvoering Het Drechtstedenbestuur is belast met de uitvoering van deze verordening. Artikel 3 Plaatsingsvolgorde 1. De wachtlijst kent de volgende plaatsingsvolgorde: 1e : Wsw-geïndiceerde jongeren tot 27 jaar die een Wajong- of WWB-uitkering hebben; 2e : Wsw-geïndiceerden die een WWB-uitkering of een uitkering van het UWV hebben en hebben deelgenomen aan een leer-werktraject ter voorbereiding op plaatsing in de sociale werkvooorziening; 3e : Overige Wsw-geïndiceerde jongeren tot 27 jaar; 4e : Wsw-geïndiceerden die in aanmerking komen voor begeleid werken en voor wie een begeleid werken-werkplek is gevonden; 5e : Overige Wsw-geïndiceerden. 2. Binnen elke van de vijf categorieën zoals genoemd in het eerste lid geldt de volgorde op basis van de datum waarop de indicatiebeschikking is genomen, waarbij degene die zich het eerst heeft aangemeld het eerst recht op plaatsing heeft. 3. De in het eerste lid bedoelde plaatsingsvolgorde geldt voor een periode van twee jaar.
Artikel 4 Hardheidsclausule 1. Het Drechtstedenbestuur kan ten gunste van de geïndiceerde afwijken van de bepalingen van de verordening, indien strikte toepassing ervan tot onbillijkheden van zwaarwegende aard zou leiden. 2. In gevallen waarin de bepalingen van deze verordening niet voorzien, beslist het Drechtstedenbestuur, met inachtneming van de individuele omstandigheden van de geïndiceerde. Artikel 5 Inwerkintreding Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2011. Artikel 6 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als Wachtlijstverordening Sociale Werkvoorziening Drechtsteden. Aldus besloten in de vergadering van de Drechtraad van 7 december 2010. De coördinerend griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
A.A.M. Brok
Verordening Cliëntenparticipatie Wsw De Drechtraad, gezien het voorstel van het Drechtstedenbestuur van 25 november 2010 overwegende, dat: • het doel van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) het bieden van aangepaste arbeid is, die aansluit bij de capaciteiten én de mogelijkheden van de Wsw-geïndiceerde; • in de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) is opgenomen dat Wsw-geïndiceerden en/of hun direct betrokkenen centraal worden gesteld in het beleid/betrokken worden bij de uitvoering van de wet en dus ook gehoord moeten worden; • de wet hiervoor een cliëntenparticipatie introduceert; • gemeenten wettelijk verplicht zijn om hiervoor een verordening vast te stellen; • de uitvoering van de Wsw is overgedragen aan het Drechtstedenbestuur. gelet op de artikel 2, lid 3 van de Wsw en artikel 149 van de Gemeentewet jo. artikel 33 Wet gemeenschappelijke regelingen: besluit: vast te stellen de navolgende Verordening Cliëntenparticipatie Wsw.
Artikel 1 Definities 1. Wsw: Wet sociale werkvoorziening; 2. Het Drechtstedenbestuur: het Dagelijks Bestuur van het openbaar lichaam Drechtsteden 3. De Drechtraad: Het Algemeen Bestuur van het openbaar lichaam Drechtsteden; 4. Direct betrokkenen: personen die in hun directe leefomgeving te maken hebben met een cliënt of een groep cliënten van de Wsw; 5. Cliëntenparticipatie: het betrekken van direct betrokkenen bij het voorbereiden, opstellen en voorbereiden van beleid in het kader van de Wsw. Artikel 2 Uitvoering Het Drechtstedenbestuur is belast met de uitvoering van deze verordening. Artikel 3 Doelstelling 1. Deze verordening beoogt met het instellen van cliëntenparticipatie de doelgroep van de Wsw te betrekken bij het voorbereiden, opstellen en uitvoeren van het beleid met betrekking tot de Wsw. 2. Het doel van de cliëntenparticipatie is om vanuit verschillende cliëntinvalshoeken tot breed gedragen adviezen te komen waarmee bevorderd wordt dat er een integraal en evenwichtig beleid op dit beleidsterrein tot stand komt. Artikel 4 Taak en samenstelling cliëntenraad 1. De cliëntenraad Wsw brengt gevraagd en ongevraagd advies uit aan het Drechtstedenbestuur over het beleid op het gebied van de sociale werkvoorziening. 2. Het Drechtstedenbestuur of de Drechtraad vragen aan de cliëntenraad Wsw advies met inachtneming van de bepalingen van artikel 2 van de Wsw. 3. De cliëntenraad is breed samengesteld uit vertegenwoordigers van kringen van Wswgeïndiceerden en/of direct betrokkenen bij de Wsw. Artikel 5 Vergaderen 1. De cliëntenraad Wsw vergadert ten minste twee keer per jaar ter uitvoering van de in artikel 4 genoemde taak.
2. De leden van de cliëntenraad kunnen onderwerpen voor de agenda van een overleg van de cliëntenraad bij de secretaris van de cliëntenraad aandragen. 3. De vergaderingen van de cliëntenraad Wsw zijn openbaar. De deuren kunnen op verzoek van de voorzitter of een van de leden van de cliëntenraad worden gesloten om gewichtige redenen, zulks ter beoordeling van de cliëntenraad, met meerderheid van stemmen. 4. De adviezen van de cliëntenraad Wsw worden schriftelijk gegeven en zijn openbaar. Artikel 6 Instellen cliëntenraad 1. Het Drechtstedenbestuur zorgt voor werving en selectie en het benoemen van de voorzitter, secretaris en de leden van de cliëntenraad Wsw. Het aantal leden dient oneven te zijn en bedraagt minimaal zeven en maximaal 15 personen. Het Drechtstedenbestuur dient zich in te spannen om uit elke aangesloten gemeente minimaal één lid te werven. 2. De leden van de cliëntenraad worden benoemd voor een periode van maximaal vier jaren. Artikel 7 Informatieverstrekking Het Drechtstedenbestuur draagt zorg voor het tijdig verstrekken van informatie aan de cliëntenraad Wsw. Artikel 8 Facilitering Het Drechtstedenbestuur ondersteunt de cliëntenraad Wsw door het beschikbaar stellen van vergaderruimten en van benodigdheden die voor het vergaderen redelijkerwijs noodzakelijk zijn. Artikel 9 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2011. Artikel 10 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als Verordening Cliëntenparticipatie Wsw. Aldus besloten in de vergadering van de Drechtraad van 7 december 2010. De coördinerend griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
A.A.M. Brok
Verordening Persoonsgebonden Budget Begeleid Werken Wsw De Drechtraad; gezien het voorstel van het Drechtstedenbestuur van 25 november 2010 overwegende, dat: • het doel van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) het bieden van aangepaste arbeid is, die aansluit bij de capaciteiten en de mogelijkheden van de Wsw-geïndiceerde; • dit soort arbeid aan zoveel mogelijk arbeidsgehandicapten die geïndiceerd zijn voor de Wsw dient te worden geboden; • het wenselijk is om bij verordening regels te stellen over de wijze waarop de ingezetenen die Wsw-geïndiceerd zijn of hun vertegenwoordigers worden betrokkenen bij de uitvoering van deze wet als bedoeld in artikel 2, eerste lid Wsw; • de uitvoering van de Wsw is overgedragen aan het Drechtstedenbestuur; gelet op de artikelen 7, lid 10 van de Wsw en 149 Gemeentewet jo. artikel 33 Wet gemeenschappelijke regelingen; besluit: vast te stellen de navolgende Verordening Persoonsgebonden Budget Begeleid Werken Wsw
Artikel 1 Definities De verordening verstaat onder: 1. Ministerie: het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; 2. Drechtstedenbestuur: het Dagelijks Bestuur van het Openbaar Lichaam Drechtsteden 3. Wsw: de Wet sociale werkvoorziening; 4. Periodieke subsidie: de loonkostensubsidie en overige aan de werkgever te verstrekken vergoedingen voor structurele kosten; 5. Wsw-geïndiceerde: een persoon, die blijkens een indicatiebeschikking of een herindicatiebeschikking als bedoeld in artikel 11 van de Wsw tot de doelgroep behoort; 6. PGB: Persoonsgebonden Budget; 7. Uitvoeringskosten: de kosten van het beoordelen van aanvragen en alle daarmee samenhangende administratieve handelingen zoals het monitoren van het PGB, het voeren van gesprekken met de begeleidingsorganisatie en de werkgever en het (tussentijds) bepalen van de loonwaarde. Artikel 2 Uitvoering Het Drechtstedenbestuur is belast met de uitvoering van deze verordening. Artikel 3 Eisen aan werkgevers inzake persoonsgebonden budget 1. Het Drechtstedenbestuur verstrekt op aanvraag aan iedere Wsw-geïndiceerde een persoonsgebonden budget begeleid werken Wsw, indien de werkgever en begeleidingsorganisatie er zorg voor dragen dat de arbeidsplaats voor de Wsw-geïndiceerde adequaat wordt ingevuld. 2. De werkgever moet voldoen aan de volgende eisen: a. De werkgever staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, met uitzondering van overheidsinstellingen of daaraan gelieerde instellingen; b. De aangeboden arbeidsplaats en de omvang daarvan zijn, gelet op de indicatiestelling en mogelijkheden van de Wsw-geïndiceerde als passend aan te merken; c. De duur van het dienstverband bedraagt tenminste zes aaneengesloten maanden met een mogelijkheid tot verlenging;
d. De werkgever garandeert dat vanuit het bedrijf voldoende begeleiding wordt geleverd aan de Wsw-geïndiceerde bij de uitoefening van diens taken. Daarnaast is er een vaste contactpersoon binnen het bedrijf aanwezig voor gesprekken met de begeleidingsorganisatie. 3. De begeleidingsorganisatie moet voldoen aan de volgende eisen: a. De begeleidingsorganisatie staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel; b. De begeleidingsorganisatie voldoet aan een landelijk erkend keurmerk voor begeleidingsorganisaties en/of re-integratiebedrijven of kan op andere wijze aantonen over voldoende ervaring en expertise te beschikken. Artikel 4 De wijze van verlening en vaststelling van de loonkostensubsidie aan de werkgever 1. Het Drechtstedenbestuur verleent op aanvraag van de Wsw-geïndiceerde een loonkostensubsidie en stelt de hoogte van de loonkostensubsidie aan de werkgever vast. 2. Ingeval een voorgestelde loonkostensubsidie niet hoger is dan 60% van het beschikbare subsidiebedrag als bedoeld in artikel 7, lid 2 van de Wsw, wordt de loonkostensubsidie door het Drechtstedenbestuur op dat bedrag vastgesteld. 3. Indien bij toepassing van het vorige lid het Drechtstedenbestuur gerede twijfel heeft aan de juiste hoogte van de loonkostensubsidie vindt, in afwijking van het vorige lid, een loonwaardeonderzoek plaats, op basis waarvan de hoogte van de loonkostensubsidie wordt vastgesteld. Daarbij kan een externe deskundige worden ingeschakeld. Artikel 5 Herziening van de loonkostensubsidie 1. Onverminderd het gestelde in artikel 4 kan een loonkostensubsidie op verzoek van de werkgever worden herzien als hier, gelet op de ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit van de werknemer, aanleiding voor is. Een verzoek als hiervoor bedoeld wordt alleen in behandeling genomen met instemming van de werknemer. 2. Onverminderd het gestelde in artikel 4 kan een loonkostensubsidie ambtshalve worden herzien als hier gerede aanleiding toe bestaat. Artikel 6 De hoogte van de vergoeding aan de begeleidingsorganisatie 1. De hoogte van de vergoeding aan de begeleidingsorganisatie en de omvang van het aantal uren begeleiding wordt door partijen, te weten de begeleidingsorganisatie en de werkgever, in onderling overleg vastgesteld, met een maximum van 15% van de hoogte van het PGB. Tussentijdse aanpassingen in de hoogte van de vergoeding en in de omvang van het aantal uren begeleiding zijn mogelijk indien partijen dit overeenkomen. 2. De kosten van een begeleidingsorganisatie in verband met het zoeken van een begeleid werkenplaats komen alleen voor vergoeding in aanmerking als dit leidt tot het tot stand komen van een arbeidsovereenkomst. Artikel 7 Vergoeding voor eenmalige noodzakelijke kosten van aanpassing van de omstandigheden waaronder arbeid wordt verricht 1. Het Drechtstedenbestuur kan een vergoeding verstrekken voor de eenmalige kosten van aanpassing van de omstandigheden waaronder de arbeid wordt verricht als uit een deskundigenrapport blijkt dat: a. er sprake is van een dienstverband van minimaal zes aaneengesloten maanden en b. de aanpassingen op de werkplek noodzakelijk zijn, en c. deze persoonsgerelateerd zijn en d. het niet redelijk is dat deze kosten door de werkgever worden gedragen. Hieronder worden niet begrepen de kosten van vervoer van en naar de werkplek. 2. Kosten voor de aanschaf van apparatuur, kosten voor de werkplek en kosten voortvloeiend uit Arbowetgeving die de werkgever uit hoofde van normaal en goed werkgeverschap voor iedere werknemer zou moeten maken, komen niet in aanmerking voor vergoeding door het Drechtstedenbestuur. 3. Afhankelijk van de aard van de voorzieningen die moeten worden getroffen en de mate van handicap wordt in overleg tussen werkgever en de begeleidingsorganisatie de maximale vergoeding voor het aanpassen van een werkplek vastgesteld.
Aanpassingen waarvan de kosten hoger zijn dan € 2.500,-- voor een dienstverband van maximaal zes maanden, komen niet voor een vergoeding in aanmerking. In dat geval wordt de arbeidsplaats niet als passend beschouwd. 5. Het Drechtstedenbestuur regelt de wijze van uitbetaling van de vergoeding. Artikel 8 Indienen van de aanvraag voor een PGB 1. De aanvraag voor een PGB wordt ingediend door middel van een volledig ingevuld en gemotiveerd aanvraagformulier, dat door de Wsw-geïndiceerde of zijn of haar vertegenwoordiger, de werkgever en de begeleidingsorganisatie is ondertekend. 2. Het Drechtstedenbestuur stelt een aanvraagformulier hiervoor beschikbaar. Artikel 9 Beslistermijn 1. Het Drechtstedenbestuur besluit over de aanvraag voor een PGB binnen zes weken na ontvangst van alle benodigde gegevens. 2. Het Drechtstedenbestuur kan dit besluit met ten hoogste drie weken verdagen en stelt de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis. Artikel 10 Verlening van een loonkostensubsidie Het besluit tot verlening van een loonkostensubsidie bevat in ieder geval: a. de hoogte van de loonkostensubsidie en de wijze waarop deze kan worden aangepast; b. de wijze van bevoorschotting van de loonkostensubsidie; c. de verplichtingen van de werkgever; d. de gegevens van de begeleidingsorganisatie. Artikel 11 Vaststelling van een loonkostensubsidie 1. De werkgever verstrekt binnen zes weken na afloop van het kalenderjaar een schriftelijke opgave van het door hem in het voorgaande jaar betaalde bruto loon van de Wswgeïndiceerde, vermeerderd met alle werkgeverlasten, 2. Het Drechtstedenbestuur stelt de subsidie binnen zes weken na ontvangst van deze opgave vast. Artikel 12 Betaalbaarstelling De loonkostensubsidie wordt overeenkomstig de vaststelling binnen zes weken betaald, onder verrekening van de betaalde voorschotten. Artikel 13 Informatieplicht werkgever 1. De werkgever doet onmiddellijk schriftelijke mededeling aan het Drechtstedenbestuur van alle feiten en omstandigheden die van belang kunnen zijn voor de verstrekking van de subsidie. 2. De werkgever bewaart alle bewijsstukken die aan de subsidieverstrekking ten grondslag liggen tenminste drie jaren na vaststelling van de subsidie en stelt deze op verzoek ter beschikking aan het Drechtstedenbestuur voor controledoeleinden. Artikel 14 Hardheidsclausule Van de bepalingen in deze verordening kan door het Drechtstedenbestuur worden afgeweken indien rechtstreekse toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leiden. Artikel 15 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2011. Artikel 17 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als Verordening Persoonsgebonden Budget Begeleid Werken Wsw. Aldus besloten in de vergadering van de Drechtraad van 7 december 2011. De coördinerend griffier, A. Overbeek
De voorzitter, A.A.M. Brok
bijlage 16 agendapunt 14
Vergadernotitie
datum
voor de Drechtraad op 7 december
2 november 2010 steller I. van Montfoort
Onderwerp
Intrekkings- en wijzigingsbesluiten Sociale Dienst Drechtsteden
Doorkiesnummer 6791 e-mail
[email protected]
Bijlagen 1. Besluit tot intrekking van verordeningen en besluiten Sociale Dienst Drechtsteden 2. Besluit tot wijziging van het bevoegd gezag in verordeningen werk, zorg en inkomen. Gevraagde beslissing 1. Het intrekkingsbesluit verordeningen en besluiten Sociale Dienst Drechtsteden vaststellen. 2. Het wijzigingsbesluit bevoegd gezag verordeningen werk, zorg en inkomen vaststellen. Verdere procedure Na vaststelling door de Drechtraad worden de besluiten gepubliceerd op de bij de Drechtsteden gebruikelijke wijze op 22 december. De (geconsolideerde) verordeningen worden digitaal gearchiveerd. Communicatie Alle voorstellen zijn afgestemd met de juridisch controller van de GRD. Financiële consequenties Geen. Toelichting Zoals bekend worden de Bestuurscommissie Sociale Dienst Drechtsteden per 1 januari 2011 en de Adviescommissie werk, zorg en inkomen opgeheven. Instellings- en delegatiebesluiten betrekking hebbend op de Bestuurscommissie en Adviescommissie kunnen vervallen. Daarnaast dient in inhoudelijke verordeningen op het gebied van werk, zorg en inkomen de overgang naar het Drechtstedenbestuur als bevoegd gezag dient juridisch geborgd te worden. Het gaat niet om nieuwe verordeningen of inhoudelijke wijzigingen. Bijgevoegde voorstellen betreffen dan ook de technisch-juridische borging (bijlagen 1 en 2). Het Drechtstedenbestuur heeft op 28 oktober ingestemd met de voorstellen.
pagina 2, agendapunt
Bijlage 1 DE DRECHTRAAD
Gezien het voorstel van het Drechtstedenbestuur van 28 oktober 2010; Overwegende dat: − op 8 maart 2006 de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden in werking is getreden; − de gemeenten Alblasserdam, Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht hebben besloten tot het oprichten van een Sociale Dienst Drechtsteden (SDD); − de SDD organisatorisch is ondergebracht bij het openbaar lichaam Drechtsteden; − voor de bestuurlijke aansturing van de SDD is besloten tot het instellen van een bestuurscommissie als bedoeld in artikel 25 van de Wet gemeenschappelijke regelingen; − inmiddels is besloten dat met ingang van 1 januari 2011 de integrale aansturing van de SDD zal plaatsvinden vanuit het Drechtstedenbestuur; − dat de bestuurscommissie daarom met ingang van die datum kan worden opgeheven; − dat voor de advisering over beleidsvraagstukken ten aanzien van de SDD de adviescommissie Werk, zorg en inkomen Drechtsteden was ingesteld; − dat ook deze commissie als gevolg van de herschikking van taken kan worden opgeheven; Gelet op hoofdstuk 10 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 25 van de Wet gemeenschappelijke regelingen; besluit: vast te stellen het navolgende Besluit tot intrekking van verordeningen en besluiten op het gebied van de Sociale Dienst Drechtsteden
Artikel I 1. de verordening Bestuurscommissie Sociale Dienst Drechtsteden, zoals vastgesteld door de Drechtraad op 24 mei 2006 wordt ingetrokken; 2. de Verordening Bestuurscommissie Sociale Dienst Drechtsteden (1e wijziging) zoals vastgesteld door de Drechtraad op 19 maart 2008, wordt ingetrokken; 3. het Delegatiebesluit Sociale Dienst Drechtsteden, zoals vastgesteld door de Drechtraad op 19 maart 2009, wordt ingetrokken; 4. het Delegatiebesluit Bestuurscommissie SDD (eerste wijziging), zoals vastgesteld door de Drechtraad op 17 juni 2009, wordt ingetrokken; 5. de verordening Adviescommissie Werk, zorg en inkomen, zoals vastgesteld door de Drechtraad op 6 december 2006, wordt ingetrokken; Artikel II Citeertitel Dit besluit kan worden aangehaald als ‘intrekkingsbesluit verordeningen en besluiten SDD’. Artikel III Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2011. Aldus besloten in de vergadering van de Drechtraad van 7 december 2010. De coördinerend griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
A.A.M. Brok
pagina 3, agendapunt
Bijlage 2 DE DRECHTRAAD
Gezien het voorstel van het Drechtstedenbestuur van 28 oktober 2010; Overwegende dat: − op 8 maart 2006 de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden in werking is getreden; − de gemeenten Alblasserdam, Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht hebben besloten tot het oprichten van een Sociale Dienst Drechtsteden (SDD); − de SDD organisatorisch is ondergebracht bij het openbaar lichaam Drechtsteden; − voor de bestuurlijke aansturing van de SDD is besloten tot het instellen van een bestuurscommissie als bedoeld in artikel 25 van de Wet gemeenschappelijke regelingen; − inmiddels is besloten dat met ingang van 1 januari 2011 de integrale aansturing van de SDD zal plaatsvinden vanuit het Drechtstedenbestuur; − dat de bestuurscommissie daarom met ingang van die datum kan worden opgeheven; − dat in de verordeningen op het gebied van werk, inkomen en zorg het bevoegd gezag gewijzigd dient te worden in het Drechtstedenbestuur; Gelet op artikel 25 van de Wet gemeenschappelijke regelingen; besluit: vast te stellen het navolgende Besluit tot wijziging van het bevoegd gezag in verordeningen werk, zorg en inkomen
Artikel I In de volgende verordeningen wordt Bestuurscommissie telkens gewijzigd in het Drechtstedenbestuur: a. verordening tegemoetkoming kosten kinderopvang, vastgesteld door de Drechtraad op 16 juni 2010; b. verordening werk en inkomen, vastgesteld door de Drechtraad op 16 juni 2010; c. verordening cliëntenparticipatie werk en bijstand Drechtsteden, vastgesteld door de Drechtraad op 16 juni 2010; d. verordening langdurigheidstoeslag, vastgesteld door de Drechtraad op 16 juni 2010; e. verordening wet maatschappelijke ondersteuning, vastgesteld door de Drechtraad op 17 juni 2009. Artikel II Citeertitel Dit besluit kan worden aangehaald als wijzigingsbesluit bevoegd gezag verordeningen werk, zorg en inkomen. Artikel III Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2011. Aldus besloten in de vergadering van de Drechtraad van 7 december 2010. De coördinerend griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
A.A.M. Brok
bijlage 17 agendapunt 15
Vergadernotitie
datum
voor de Drechtraad op 7 december
2 november 2010 steller I. van Montfoort
Onderwerp
Wijziging verordening bezwaren
Doorkiesnummer 6791 e-mail
[email protected]
Bijlagen 1. Wijzigingsbesluit verordening bezwaren Gevraagde beslissing Het wijzigingsbesluit verordening bezwaren vaststellen. Verdere procedure Na vaststelling door de Drechtraad wordt het besluit gepubliceerd op de bij de Drechtsteden gebruikelijke wijze op 22 december 2010. De geconsolideerde verordening wordt digitaal gearchiveerd. Communicatie De voorzitter van de bezwarencommissie gaat akkoord met de voorgestelde wijzigingen; de commissie wordt over de wijzigingen nog schriftelijk geïnformeerd. Het voorstel is afgestemd met de juridisch controller van de GRD. Financiële consequenties Geen. Toelichting Met de bezwarencommissie wordt door de Sociale Dienst Drechtsteden inmiddels enkele jaren gewerkt. Naast aanpassing van de verordening op het bevoegd gezag per 1 januari, worden ook enkele wijzigingen op de werkwijze rond bezwaren voorgesteld. In het wijzigingsbesluit zijn de aanpassingen opgenomen; hieronder worden zij toegelicht. Wijziging incompabiliteiten (artikel 6) Het verbod van vooringenomenheid dat is verwoord in artikel 7:13 Awb wordt thans vertaald naar de situatie voor de SDD. Het gaat erom dat commissieleden op geen enkele wijze een persoonlijk belang bij de besluitvorming hebben. Het geldt zowel voor medewerkers van de SDD, andere organisatieonderdelen van de GR Drechtsteden of medewerkers van de deelnemende gemeenten als voor bestuurlijke functionarissen. In de huidige tekst worden slechts medewerkers van de SDD, medewerkers van de deelnemende gemeenten en bestuurlijke functionarissen genoemd. Voorgesteld wordt daarom SDD te vervangen door GRD.
Wijziging zittingsduur (artikel 8)
pagina 2, agendapunt
Momenteel kan de zittingstermijn van vier jaar (gelijk aan die van leden van de Drechtraad) maximaal twee maal worden verlengd door middel van een herbenoeming. In het belang van een goede balans is het wenselijk om binnen een redelijke termijn de mogelijkheid van benoeming van nieuwe leden te realiseren. Door de totale zittingsduur tot 8 jaar te maximeren wordt een goed evenwicht bereikt in de samenstelling voor wat betreft ervaren en nieuwe leden. Wijziging inschakeling bezwaarschriftencommissie Niet alle bezwaarschriften hoeven door middel van een uitgebreide procedure behandeld te worden waarbij een ambtelijk pré-advies wordt opgesteld gevolgd door een behandeling in de bezwaarschriftencommissie. Het past bij een transparante, klantvriendelijke, flexibele en efficiënte werkwijze om in de zaken die zich daartoe lenen de commissie de mogelijkheid te geven de advisering op te dragen aan de juridische medewerkers van de SDD. Gedacht kan worden aan besluiten met een voor de burger beperkt geldelijk belang en die geen bestuurlijke of beleidsmatige repercussies hebben.
pagina 3, agendapunt
Bijlage 1 De Drechtraad, gezien het voorstel van het Drechtstedenbestuur van 25 november 2010; overwegende, dat: − besloten is dat met ingang van 1 januari 2011 de integrale aansturing van de SDD zal plaatsvinden vanuit het Drechtstedenbestuur; − de bestuurscommissie daarom met ingang van die datum kan worden opgeheven; − in verordeningen op het gebied van werk, inkomen en zorg het bevoegd gezag gewijzigd dient te worden in het Drechtstedenbestuur; − de werkwijze rond de bezwarencommissie en de behandeling van bezwaren inmiddels op enkele punten aangepast kan worden; gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Wet gemeenschappelijke regelingen, de gemeentewet en de verordening bezwaarschriften Openbaar Lichaam Drechtsteden, de gemeentewet artikel 12 lid 2 Wsw, artikel 149 Gemeentewet jo. artikel 33 Wet gemeenschappelijke regelingen; besluit: vast te stellen het navolgende Besluit tot aanpassing van de verordening bezwaarschriften Openbaar Lichaam Drechtsteden (tweede wijziging)
Artikel I A. Overal waar in de verordening de Bestuurscommissie staat wordt dit gewijzigd in het Drechtstedenbestuur. B. In artikel 1 vervalt de “Bestuurscommissie en”. C. In artikel 2 vervalt onderdeel d en wordt onderdeel e vernummerd tot onderdeel d. D. In artikel 4 wordt een derde lid toegevoegd, luidende: “De Sociale Dienst Drechtsteden bepaalt voor welke type bezwaren ambtelijk horen van toepassing is”. E. In artikel 6, eerste lid, wordt SDD gewijzigd in gemeenschappelijke regeling Drechtsteden; F. In artikel 8, tweede lid, wordt twaalf gewijzigd in acht. Artikel II Citeertitel Dit besluit wordt aangehaald als Verordening bezwaarschriften Openbaar Lichaam Drechtsteden, tweede wijziging. Artikel III Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2011. Aldus besloten in de vergadering van de Drechtraad van 7 december 2010. De coördinerend griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
A.A.M. Brok