Programma 11 Arbeid, Participatie en Zelfredzaamheid 11.1 Inleiding De gemeente Spijkenisse streeft naar een complete stad waarin de inwoners zelfredzaam zijn en zo lang mogelijk, naar vermogen, meedoen in de samenleving. Ter ondersteuning hiervan wordt geprobeerd om de lokale samenleving en daarbij horende voorzieningen zo in te richten dat problemen zo veel mogelijk worden voorkomen en dat inwoners zelf problemen kunnen opvangen en oplossen. Hierbij wordt er van uitgegaan dat alle inwoners mogelijkheden hebben en zich inzetten om zo zelfredzaam mogelijk te zijn op de volgende leefgebieden: leefbaarheid, persoonlijk welbevinden, onderwijs, werk en inkomen en tot slot daginvulling.
11.2 Probleemanalyse Het college stimuleert en verwacht dat inwoners problemen zoveel mogelijk op eigen kracht oplossen en daarnaast als eerste een beroep doen op hun eigen sociale netwerk. De meeste mensen kunnen hun problemen ook zelf, of met hulp van hun sociale netwerk, oplossen. Een beperkt deel van onze inwoners beschikt echter niet over een voldoende adequaat netwerk. Ook kunnen er problemen of beperkingen zijn, die niet binnen het sociale netwerk kunnen worden opgelost. Deze inwoners zijn dan (tijdelijk) verminderd zelfredzaam. Verminderde zelfredzaamheid kan o.a. tot gevolg hebben dat huishoudens: -
onvoldoende inkomen uit arbeid hebben of geen werk meer hebben,
-
hun maatschappelijke verantwoordelijkheid onvoldoende nemen (binnen dit programma betekent dit onder andere dat sociale relaties problematisch worden of wegvallen, er minder vrijwilligers zijn en er minder mantelzorg mogelijk is),
-
hun problemen niet meer zelfstandig kunnen oplossen, waardoor een beroep op professionele (door de gemeente bekostigde) ondersteuning noodzakelijk wordt,
-
overlast veroorzaken (verloedering van het gezin en de woonomgeving, onhygiënische situaties, gevoelens van onveiligheid)
-
afglijden naar een niveau waarbij de regie over het leven ontbreekt (multiproblemen met bijvoorbeeld verslaving, zware schulden en dakloosheid en/of toevlucht nemen tot huiselijk geweld) met grote maatschappelijke kosten tot gevolg.
Ondersteuningsvoorzieningen die onder dit programma vallen zijn bedoeld voor deze (tijdelijk) verminderd zelfredzame inwoners. Verminderde zelfredzaamheid kan zich voordoen op een van de genoemde leefgebieden, maar ook op meerdere tegelijk. In dat geval is er sprake van multiproblematiek en is er behoefte aan een integraal traject naar zelfredzaamheid. De wettelijke kaders hiervoor zijn onder meer de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet publieke gezondheid (Wpg), de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw), de Wet tijdelijk huisverbod (Wth), de Wet Participatiebudget en de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB). Hierbij is het doel de zelfredzaamheid van de inwoner te vergroten, zodat deze (weer) naar vermogen kan en gaat participeren in de samenleving. Van de inwoner die ondersteuning ontvangt, wordt op zijn minst verwacht dat hij/zij zich hiervoor naar vermogen inzet. Ten behoeve van de uitvoering van de meeste van de genoemde wetten worden (al dan niet geoormerkte) rijksbudgetten beschikbaar gesteld. Sinds enkele jaren wordt op nagenoeg alle budgetten binnen dit programma flink bezuinigd. Deze rijksbezuinigingen kunnen niet worden gecompenseerd. Hierdoor zijn er onvoldoende middelen beschikbaar om in de totale ondersteuningsbehoefte van inwoners te voorzien. Dit zal tot gevolg hebben dat hierboven geschetste consequenties zich zullen voordoen en dat er ook geen middelen beschikbaar zijn om deze gevolgen op te vangen. De keuze wie wel en niet kan 90 | Programmabegroting 2013 Gemeente Spijkenisse
worden ondersteund, zal steeds meer (mede) afhankelijk worden van de inspanning van betrokkene zelf (wederkerigheid). Dit betekent dat extra overlast en schrijnende situaties niet zijn te voorkomen.
11.3 Probleemstelling Door veranderingen in onze maatschappij en de economische crisis, zullen er steeds meer mensen zijn met grote problemen. Door terugloop in middelen, zal daarentegen minder ondersteuning beschikbaar zijn. Er zullen vaker situaties zijn waarin geen oplossing of ondersteuning mogelijk is. Wanneer geen of onvoldoende voorzieningen worden ingezet ter voorkoming of terugdringing van de problemen als omschreven in de probleemanalyse, leidt dit tot de volgende probleemstellingen: - Belemmeringen voor participatie op de arbeidsmarkt en/of in de (lokale) samenleving vanwege schuldenproblematiek, onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal, beperkingen van lichamelijke, psychische, verstandelijke of psychosociale aard, of een onvoldoende gezondheidsbeleving. Een deel van deze groep heeft aangepaste arbeidsomstandigheden nodig binnen de Wsw; - Discrepantie tussen de eisen/wensen van de werkgever en de mogelijkheden van de werkzoekende, waardoor mensen een (groter) beroep doen op de bijstand (Wwb); - Stijging van het beroep op de eerste- en tweedelijns zorg doordat mensen van 65 jaar en ouder vaker dan gemiddeld te maken krijgen met ziekte of gebrek, waardoor hun zelfredzaamheid kan afnemen en daarnaast doordat er vaker sprake is van overbelasting van mantelzorgers; - Het aantal dak- en thuislozen neemt toe wanneer niet vroegtijdig voorzieningen worden ingezet om huisuitzettingen en zware (psychische) problematiek te beperken of om daklozen weer een thuissituatie te bieden, hetgeen leidt tot vermindering van leefbaarheid in buurten (meer overlast) en grote maatschappelijke kosten voor resocialisatie; - Een te beperkt inkomen in een huishouden om te kunnen voorzien in de noodzakelijke kosten van het bestaan en/of op een minimaal niveau activiteiten te kunnen ondernemen op maatschappelijk en cultureel vlak; - Het aantal situaties van huiselijk geweld neemt toe wanneer personen geen mogelijkheden meer zien om hun toegenomen problematiek het hoofd te bieden en/of wanneer huishoudens waarin geweld een rol speelt geen methodieken krijgen aangereikt om zonder geweld met moeilijke situaties om te gaan. - Meer mensen kunnen minder lang dan gewenst in hun eigen woonomgeving blijven wonen, vanwege verminderde zelfredzaamheid.
11.4 Wat willen we bereiken? 11.4.1 Werk en Inkomen Effectdoelstelling: Iedere inwoner van Spijkenisse gaat op verantwoorde wijze om met zijn inkomsten en uitgaven en is voor zijn inkomen niet afhankelijk van een overheidsvoorziening. effectindicator
Percentage huishoudens met een WWB, IOAW/Z en BBZ Percentage huishoudens dat in een gemeentelijk schuldbemiddelingstraject zit Percentage van de minimahuishoudens tot 110% dat een minimaregeling verstrekt krijgt
bron
realisatie (2011)
streefwaarde 2013
GWS en buurtmonitor
5,5%
<6%
FinScan Allegro en buurtmonitor
2,3 %
< 2,3 %
GWS en Minimascan Stimulansz
nvt
>80%
Programmabegroting 2013 Gemeente Spijkenisse | 91
GWS en Minimascan Stimulansz
Percentage van de kinderen van 4 t/m 17 jaar behorend tot minimahuishoudens tot 110% dat
nvt
>80%
een minimaregeling verstrekt krijgt
11.4.2 Maatschappelijke zelfredzaamheid Effectdoelstelling: Iedere inwoner van Spijkenisse vervult naar vermogen een actief, participerende rol en neemt deel aan de lokale samenleving. effectindicator
bron
Percentage inwoners dat vrijwilligerswerk verricht Percentage inwoners dat mantelzorger is Percentage cursisten met een betere beheersing Nederlandse taal; niveauverhoging van één of meer niveaus
realisatie (2011)
streefwaarde 2013
Inwonersenquête
23%
>23%
Inwonersenquête Capabel Taal/ Albeda
13% nvt
>13% >70%
11.4.3 Gezond in en om de woning Effectdoelstelling: Iedere inwoner van Spijkenisse voelt zich gezond en beschikt over passende woonruimte, waardoor hij/zij (met het gezin) zo lang mogelijk zelfstandig kan leven. effectindicator
Percentage inwoners dat zich gezond voelt Cijfer inwoners van 65 jaar en
bron
realisatie (2011)
streefwaarde 2013
Nog te ontwikkelen vraag in Inwonersenquête Inwonersenquête
nvt
>70%
8,1
>8
Inwonersenquête
8%
<8%
ouder voor mate van zelfredzaamheid Percentage inwoners die de weg NIET kennen naar instellingen en organisaties op gebied van hulp en zorg
11.4.4 Opvang en crisis Effectdoelstelling: Iedere inwoner van Spijkenisse die zich in een kritieke noodsituatie bevindt, opvang en ondersteuning naar zelfredzaamheid bieden. effectindicator
Aantal bij gemeente Spijkenisse aangemelde „unieke‟ dakloze personen met als herkomstgemeente Spijkenisse 92 | Programmabegroting 2013 Gemeente Spijkenisse
bron
WMI
realisatie (2011)
310
streefwaarde 2013
<310
Aantal meldingen huiselijk geweld Aantal meldingen bemoeizorg (OGGZ) Aantal crisissen door Delta crisisdienst zijn uitgevoerd
Zorgpunt GGD Zorgpunt GGD Delta crisisdienst
1081
1081
369 (in 2010) 45 (in 2010)
369 45
11.5 Wat gaan we daarvoor doen? 11.5.1 Werk en Inkomen
prestatie-indicator
Mutatie klantbestand (saldo klantenbestand) uitkeringen Percentage uitstroom naar werk t.o.v. totale uitstroom Percentage klanten schuldbemiddeling met succesvolle interventie Percentage klanten dat bij beëindiging van het WSNP- traject geen schulden meer heeft Aantal unieke huishoudens waaraan een minimaregeling (PMB en CZ) is verstrekt Aantal kinderen van 4 t/m 17 jaar waarvan een kindbijdrage Persoonlijk MinimaBudget is verstrekt Percentage van het aantal Wswwerknemers, woonachtig in Spijkenisse en werkzaam bij De Welplaat, dat gedetacheerd, op locatie of begeleid werkt.
bron
realisatie (2011)
streefwaarde 2013
GWS
1,1%
<3%
GWS
45%
>45%
FinScan Allegro
66%
>70%
Opus
87%
>85%
GWS
nvt
>2234
GWS
nvt
>986
De Welplaat
32,2%
>32,2%
11.5.2 Maatschappelijke zelfredzaamheid prestatie-indicator
Aantal vrijwilligersorganisaties dat gebruik maakt van de collectieve WA-verzekering Aantal bezoekers voor de digitale vrijwilligersvacaturebank Percentage van de mantelzorgers dat (dreigend) overbelast is als mantelzorger Slagingspercentage asielzoekers examen NT2 Aantal maatschappelijke begeleidingstrajecten vluchtelingenwerk Aantal gestarte trajecten volwasseneneducatie
bron
realisatie (2011)
streefwaarde 2013
CFA
67
>15%
Nog niet bepaald
nvt
Inwonersenquête
6%
Opzetten van de digitale vacaturebank <6%
ROC
nvt
90%
St. Vluchtelingenwerk
14
>14
Albeda
264
>264
Programmabegroting 2013 Gemeente Spijkenisse | 93
11.5.3 Gezond in en om de woning prestatie-indicator
bron
Aantal hulpverleningstrajecten psychosociaal Percentage inwoners van 65 jaar en ouder dat zegt tevreden te zijn met de invulling van de vrije tijd Percentage 75+ inwoners dat gebruikt maakt van een individuele Wmo voorziening Wmo- tevredenheidcijfers Percentage van de inwoners dat minimaal 1 hulpmiddel ontvangt Het aantal deelnemers voor de AED cursus
realisatie (2011)
streefwaarde 2013
Careyn
428
428
Inwonersenquête
81%
>80%
GWS en buurtmonitor
68%
<68%
KCC en externe bedrijven GWS en buurtmonitor AED solutions BV
7,7
>7
14%
<14%
430
430
11.5.4 Opvang en crisis prestatie-indicator
bron
Percentage personen in de maatschappelijke opvang dat binnen 6 maanden de opvangvoorziening verlaat Aantal aangeboden hulpverleningstrajecten „bestrijding huiselijk geweld‟ Aantal opgelegde huisverboden Aantal verleende urgentie uit maatschappelijke opvang
realisatie (2010/2011)
streefwaarde 2013
Leger des Heils en Flexus
48% (in 2010)
> 48%
Careyn
38
38
GGD RR Afdeling MO
37 nvt
37 <10
11.6 Effectiviteitmeting Twee keer per jaar wordt de gemeenteraad geïnformeerd over de resultaten van de doelstellingen aan de hand van de WIZ monitor.
11.7 Wat mag het kosten? Realisatie
Begr.
Begr.
Mrj. Begr.
Mrj. Begr.
Mrj. Begr.
2011
2012
2013
2014
2015
2016
Lasten
76.791
77.179
71.479
70.603
69.875
68.191
Baten
46.920
45.631
41.376
40.798
39.086
37.894
29.871
31.548
30.103
29.805
30.789
30.297
Bedragen x € 1.000
Saldo Programma Mutaties in Reserves Saldo na Bestemming
-349
-1.227
-359
-491
-734
-233
29.522
30.321
29.744
29.314
30.055
30.064
Naast de toegestane loon- en prijscorrectie en de vastgestelde begrotingswijzigingen zijn binnen dit programma een aantal mutaties verwerkt. De geraamde vergoeding van het rijk voor het Participatiebudget is ten opzichte van de begroting 2012 met € 1,2 miljoen afgenomen ( € 5,2 miljoen in 2012 tegenover € 4 miljoen in 2013). Voor 2014 en verder wordt eveneens rekening gehouden met een jaarlijkse afname van het budget tot een geraamde 94 | Programmabegroting 2013 Gemeente Spijkenisse
rijksbijdrage in 2016 van € 2,3 miljoen. De lasten zijn vanaf 2014 hoger dan de geraamde rijksbijdrage. Tot en met 2014 kan een beroep gedaan worden op de vooruit ontvangen middelen van het participatiebudget (meeneem regeling onderuitputting voorgaande jaren). Naar verwachting zijn deze middelen na 2014 volledig besteed. Voor het jaar 2015 en 2016 is vooralsnog een negatieve stelpost opgenomen in afwachting van verdere ontwikkeling. Per saldo is het participatiebudget neutraal in de begroting opgenomen. Binnen dit programma zijn de ramingen bijgesteld van de baten en de lasten van het WWB Inkomensdeel. De raming van de uitgaven is gebaseerd op een stijging van 3% van het aantal uitkeringsgerechtigden in 2013 (eind 2013: 1.859 WWB) waarna naar verwachting voor 2014 een stijging volgt van 2%, een stabilisatie in 2015 en een verwachte daling in 2016. De geraamde inkomsten voor 2013 (rijksvergoeding WWB Inkomensdeel ) zijn gebaseerd op de voorlopige beschikking 2013, waarbij het budget voor 2013 bijna 1% hoger is dan het budget 2012. De inkomsten volgen daarna meerjarig de trend van de uitgaven. Als gevolg van de bijgestelde ramingen ontstaat een voordelige stelpost (sluitpost WWB I-deel) van € 0,9 miljoen in 2013 aflopend tot € 0,1 miljoen in 2016. Hiervan is voorgesteld om in 2013 en 2014 een bedrag ad € 760.000 (bijdrage algemene middelen op het WWB Inkomensdeel) vrij te laten vallen als dekkingsvoorstel voor de begroting. Hiermee resteert een stelpost WWB I-deel van circa € 140.000 in 2013 en € 75.000 in 2014. Verder is het budget Wmo huishoudelijke hulp door een toename van het aantal uren zowel aan de lasten als aan de baten kant (ontvangsten eigen bijdrage) met € 330.000 verhoogd. De aanbesteding op collectief vervoer is aanleiding geweest om de lasten en baten (inkomsten eigen bijdrage) zuiver te begroten. In 2012 zijn de baten verrekend in het saldo op de lasten terwijl vanaf 2013 de baten ad € 280.000 in de begroting zijn verantwoord. Hiertegenover staat voor hetzelfde bedrag hogere lasten. Binnen het product Wmo hulpmiddelen heeft een verschuiving plaatsgevonden van € 60.000 van “aanpassingen aan huis/individuele vervoersvoorziening” naar “collectief vervoer”. In de decentralisatie uitkering MO/OGGZ is rekening gehouden met een structurele verlaging van het budget van € 150.000 als gevolg van een verschuiving van de verdeelsystematiek (junicirculaire 2012). De decentralisatie uitkering Vrouwenopvang is structureel verhoogd met € 240.000 voor de brede aanpak van geweld huiselijke kring en aanpak van ouderenmishandeling (junicirculaire 2012). Tot slot is voorgesteld om als vrijval: een bedrag ad € 50.000 voor lokaal gezondheidsbeleid (2013 & 2014) en een bedrag ad € 200.000 vanuit de stelpost Wmo (2013) in te zetten als dekkingsvoorstel voor de begroting.
11.8 Belangrijke ontwikkelingen voor 2013 Door (het noodzakelijk worden van) de verkiezingen in september 2012, is er veel onduidelijkheid ontstaan over eerder in gang gezette ontwikkelingen. In ieder geval betekent dit dat een nieuw kabinet een besluit zal moeten nemen omtrent voortzetting van de decentralisaties AWBZ en Wet werken naar vermogen, de grootste (opgeschorte) ontwikkelingen binnen dit programma. Verder zal de gemeente Spijkenisse per 2013 gaan werken volgens „De Kantelingsgedachte‟. Ook wel omschreven als „de andere manier van werken‟ waarbij het perspectief verschuift van een recht op naar een compensatieplicht waarbij de eigen kracht van de burger en diens sociale netwerk beter worden benut. Bij „De Kanteling‟ gaat het om sturen op resultaat en sturen aan de voorkant van het proces waarvoor een integrale vraagverheldering plaatsvindt (ook wel keukentafelgesprek genoemd). Vanuit het compensatiebeginsel wordt aangesloten bij de behoeften en doelen van de inwoners, waarbij maatwerk wordt geboden vanuit het perspectief tot participatiebehoefte/mogelijkheid en niet vanuit het perspectief op het ziektebeeld. Programmabegroting 2013 Gemeente Spijkenisse | 95
De onderstaande zaken betreffen ontwikkelingen die naar verwachting in 2013 zullen gaan spelen: -
Aanscherping handhaving- en sanctiebeleid SZW per 1-1-2013. Als gevolg van deze wet zullen uitkeringsontvangers die frauderen altijd de ten onrechte verkregen uitkering terug moeten betalen en krijgt men daarnaast datzelfde bedrag aan boete. Ook leidt recidive bij fraude met bijstand leidt tot 3 maanden uitsluiting van het recht op bijstand;
-
Wijziging van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) per 1-1-2013, waardoor de aansturing van het Vavo onder aansturing van het Rijk komt. Ook mogen educatiemiddelen enkel nog kan inzetten voor Nederlandse taal en rekenen en NT2;
-
Wijziging Wet Inburgering (Wi) per 1-1-2013, waardoor inburgering niet langer de verantwoordelijkheid van gemeenten zal zijn. Inburgering wordt de eigen verantwoordelijkheid van mensen die naar Nederland komen;
-
Bezuiniging op het participatiebudget, waardoor ten opzichte van 2012 circa 23% minder budget beschikbaar zal zijn voor participatie.
-
De Boeg betreft een tijdelijke daklozenopvang met 20 plaatsen en kan tot uiterlijk mei 2014 dienst doen. Dit betekent dat de vormgeving van de definitieve opvang in 2013 verder moet worden voorbereid en worden geïmplementeerd.
-
Het ministerie van VWS voert vanaf 2010 een herverdeling van de rijksuitkeringen MO/OGGZ/VB door. Hierdoor is Spijkenisse de afgelopen jaren fors gekort op haar centrummiddelen (over 2010 t/m 2012 is de rijksuitkering MO/OGGZ/VB van 3,2 naar 2,3 teruggegaan). De herverdeling duurt tot en met 2013 (conform huidige informatie), het kortingsbedrag voor 2013 is nog niet bekend. De forse kortingen op de centrummiddelen hebben gevolgen voor de hulp aan kwetsbare burgers en de inzet op verslavingszorg. In dit kader vindt tevens een heroriëntatie op de vormgeving van de toeleiding van bemoeizorgclienten/zorgmijders plaats.
-
In het kader van de „Stelselwijziging Vrouwenopvang‟ heeft het ministerie van VWS besloten om een aantal maatregelen/wijzigingen door te voeren. In dit kader is VWS ook voornemens om de decentralisatie-uitkeringen Vrouwenopvang te gaan herverdelen. VWS is in 2012 gestart met de ontwikkeling van het nieuwe verdeelmodel voor de Vrouwenopvang. In het kader van genoemde stelselwijziging wil VWS ook dat de (centrum)gemeenten elke vier jaar een „regiovisie geweld in huiselijke kring‟ gaan ontwikkelen. Hierbij gaat het om een brede visie waarin tevens de aanpak van kindermishandeling en samenhang tussen de justitiële en de gemeentelijke zorgketen meegenomen dient te worden. Dit betekent dat (centrum)gemeenten, in overleg met de regiogemeenten, naar verwachting per 2013 regiovisies moeten gaan opstellen.
96 | Programmabegroting 2013 Gemeente Spijkenisse