Programma Arbeid en Gezondheidszorg
Eindproduct
Maart 2015
Geïntegreerde arbeidsgerelateerde zorg Het verbeteren van de relatie tussen arbeid en zorg
Inleiding Macropotentieel van 26 miljard euro door huidige non-participatie De gezondheidszorg voor weknemers in Nederland is gefragmenteerd vorm gegeven. Enerzijds kennen we de reguliere zorg, gericht op het behandelen van lichamelijke of psychische aandoeningen van alle burgers, inclusief werknemers. Anderzijds is er bedrijfsgezondheidszorg, georganiseerd vanuit de werkgever en gericht op het beschermen en bevorderen van de gezondheid van werknemers in relatie tot hun werk en werkomstandigheden (arbeidsparticipatie/duurzame inzetbaarheid). Deze twee vormen van zorg worden weliswaar los en onafhankelijk van elkaar georganiseerd maar zijn niet los van elkaar te zien. De inspanningen binnen de reguliere zorg hebben immers een invloed op de duurzame inzetbaarheid (arbeidsparticipatie) van de werknemer en daarmee op de bedrijfsgezondheidszorg. Andersom heeft de situatie op de werkvloer invloed op de gezondheid van de werknemer en daarmee op de zorgvraag binnen de reguliere zorg. Deze relatie tussen de reguliere zorg en de bedrijfsgezondheidszorg, omschrijft wat we bedoelen met ‘arbeid en zorg’. Er is een toenemende behoefte om mensen langer gezond, fit en productief aan het werk te houden. Participatie is een basisvoorwaarden voor een sterke economie. Uit tal van onderzoeken blijkt dat de samenwerking tussen de reguliere zorg en bedrijfsgezondheidszorg beter kan. De kosten van nonparticipatie zijn ten tijde van dit onderzoek geschat op meer dan 26 miljard euro per jaar. 1 Deze kosten komen ten laste van meerdere partijen: de gezondheidszorg/de zorgverzekeraars, de werkgevers, de verzuimverzekeraars en natuurlijk van de werknemer zelf. Deze kosten zijn het hoogst voor kosten van de gezondheidszorg, gevolgd door presenteïsme, verzuim en uitval uit het arbeidsproces (alleen WIA meegerekend). Uit ander onderzoek blijkt dat 21,5% volgens werknemers van het verzuimpercentage gezien kan worden als vermijdbaar. 2 Efficiencyverbeteringen kunnen enorme besparingen opleveren. 3 Bij bijvoorbeeld verzuim, waar 21,5% vermijdbaar is, kan het ruim 1 miljard euro per jaar opleveren. Het voorkomen van 20% onnodige en onjuiste zorg, kan in potentie 2 miljard euro per jaar opleveren.
Tal van oplossingsrichtingen zijn de afgelopen jaren langsgekomen De geïntegreerde arbeidsgerelateerde zorg (zorg gericht op het snijvlak van arbeid en zorg) is in beweging. In 2012 bijvoorbeeld heeft de SER in het advies ‘Stelsel voor gezond en veilig werken’ als belangrijk knelpunt het ontbreken van een goede relatie tussen bedrijfsgezondheidszorg en reguliere zorg genoemd. In 2012 heeft het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) om die reden aan KPMG Plexus gevraagd een scenariostudie uit te voeren naar de arbeidsgerelateerde zorg. 4 Deze scenariostudie was erop gericht om de rol en positie van de bedrijfsgezondheidszorg zodanig aan te passen dat dit een verbetering met zich mee brengt voor de arbeidsgerelateerde zorg. Op basis van deze
1 Romy Steenbeek, Wendela Hooftman, Goedele Geuskens, Cees Wevers (2010): ‘Objectiveren van gezondheidsgerelateerde non-participatie en de vermijdbare bijdrage van de gezondheidszorg hieraan’ 2 Kremer A.M., Steenbeek R. (2010): ‘Avoidable sickness absence in a Dutch working population’. J Occup Rehabil, pp 81-89 3 Samenvatting literatuur gebruik in rapport ‘Objectiveren van gezondheidsgerelateerde non-participatie en de vermijdbare bijdrage van de gezondheidszorg hieraan’ 4 KPMG Plexus (2013): ‘Scenariostudie arbeidsgerelateerde zorg’
Programma Arbeid en Gezondheidszorg
Eindproduct
Maart 2015
scenariostudie heeft de Minister van SZW de SER om een advies gevraagd. 5 De SER schrijft in haar persbericht van 5 september 2014: “Grotere effectiviteit en efficiency van zorg kunnen minder verzuim, minder uitval en minder zorgkosten met zich brengen en daarmee ook minder kosten voor werkgevers, werknemers en de samenleving.” 6 In september 2014 heeft de SER een ontwerpadvies gepresenteerd. 7 In dit ontwerpadvies staat een integrale aanpak binnen de arbeidsgerelateerde zorg centraal in de oplossingsrichtingen die worden aangedragen. De SER stipt aan dat de arbeidsgerelateerde zorg kwalitatief beter moet, met aandacht voor het toegenomen belang van duurzame inzetbaarheid van werkenden. De SER merkt op dat grotere effectiviteit en efficiency van zorg bijdraagt aan minder verzuim, minder uitval en minder kosten voor zowel de werkgever, de werknemer als de samenleving. Naast de ontwikkelingen op beleidsniveau, is er ook steeds meer beweging gaande vanuit het zorgaanbod. In februari 2014 tekenden de voorzitters van de LHV, NHG, NVAB en KNMG een verklaring voor werk en gezondheid. In deze verklaring is afgesproken dat “huisartsen en bedrijfsartsen in het belang van de patiënt - in goede samenwerking - zullen bijdragen aan het behoud van of terugkeer naar geschikt werk.” Verder zien we steeds meer initiatieven of proeftuinen waarin zorgaanbieders zich meer richten op behoud van of terugkeer naar werk. Ondanks alle geformuleerde oplossingsrichtingen en inspanningen gericht op het verbeteren van de relatie tussen arbeid en zorg is er nog steeds winst te behalen. Daar gaat het programma Arbeid & Gezondheidszorg van Instituut Gak over. Wij richten ons hier verder op de potentie aan de te behalen (gezondheids)winst.
Het programma Arbeid & Gezondheidszorg heeft als doel de potentiele winst te behalen TNO, Universiteit Maastricht en KPMG Plexus zijn eind 2008 het zesjarige programma Arbeid & Gezondheidszorg gestart, gefinancierd door Instituut Gak. De focus van dit programma is het analyseren en het doorbreken van het systeemfalen op het gebied van gezondheidszorg en arbeid. Er zijn aanwijzingen dat het systeem „gezondheidszorg en arbeid‟ faalt: het collectief van actoren (overheid, verzekeraars, werkgevers, werknemers, professionals) blijkt onvoldoende in staat om de beoogde gezonde en duurzame productieve arbeidsdeelname van werkenden te bevorderen. De centrale vragen (verwerkt in twee thema’s) in dit onderzoeksprogramma zijn daarmee: 1. Wat zijn kenmerken en oorzaken van het systeemfalen op het gebied van arbeid en zorg? (thema 1) 2. Wat zijn mogelijke oplossingen om deze knelpunten te doorbreken? (thema 2) Binnen thema 1 zijn de volgende knelpunten naar voren gekomen 8: •
De complexiteit van de marktstructuur, van de informatie over kwaliteit, van transactiekosten en de onzekerheid bij de actoren zijn oorzaken van systeemfalen.
‘Toekomst van de arbeidsgerelateerde zorg’, referentie: 2013-0000090790 (bijlage is de scenariostudie van KPMG Plexus) Persbericht SER (september 2014): ‘SER wil kwalitatief betere arbeidsgerelateerde zorg’ 7 SER (september 2014): ‘Toekomst Arbeidsgerelateerde zorg’ 5 6
8
C.W.J. Wevers, J. van Genabeek (2010): ‘Meer oog voor arbeid in de gezondheidszorg. Een theoretische verkenning naar belemmeringen en
mogelijke oorzaken van de ‘blinde vlek’ voor arbeid in de zorg’
Programma Arbeid en Gezondheidszorg • • • • • •
Eindproduct
Maart 2015
De kosten en baten van investeringen en activiteiten op het gebied van gezondheidszorg en arbeid zitten op verschillende niveaus en bij verschillende actoren. De complexiteit van het systeem zorgt voor een ‘bounded rationality’ bij alle actoren. De institutionele en organisatorische omgeving waarin de professionele dienstverlening plaatsvindt, geeft eveneens aanleiding tot systeemfalen. Er is te veel monodisciplinaire gerichtheid en te weinig aandacht voor arbeidsrelevante factoren. Vraagsturing komt onvoldoende tot zijn recht. Externe partijen (overheid, politiek en publiek) stellen steeds hogere eisen aan het systeem en er zijn minder middelen beschikbaar.
De uitkomsten vanuit thema 1 vormen de basis voor de invulling van thema 2. In thema 2 gaat het om het opzetten en evalueren van een aantal experimenten en evalueren van best practices, met als doel de in thema 1 beschreven knelpunten structureel te doorbreken. Een onderdeel van het oplossen van de knelpunten binnen thema 2, is ook het ontwikkelen en implementeren van geïntegreerde arbeidsgerelateerde zorgproducten (titels op basis waarvan zorgverzekeraars en zorgaanbieders afspraken kunnen maken over de te leveren zorg, met aandacht voor arbeid) met als doel oplossingen voor het systeemfalen in de reguliere zorg structureel in te bedden. We hebben ons gericht op geïntegreerde arbeidsgerelateerde zorgproducten vanuit de veronderstelling dat zonder een vehikel voor integrale en (potentieel) structurele financiering van innovatieve zorg- en ondersteuningsarrangementen het systeemfalen niet kan worden doorbroken. Bovendien verbinden de producten de verschillende actoren betrokken bij het systeemfalen met elkaar. Dit document gaat verder in op deze geïntegreerde arbeidsgerelateerde zorgproducten en hoe dit in de praktijk werkt. In het volgende hoofdstuk lichten we toe hoe we tot implementatie van geïntegreerde arbeidsgerelateerde zorgproducten kunnen komen. Het laatste hoofdstuk geeft tenslotte concrete handvatten voor de implementatie: de handleiding voor collectiviteiten met daarin geïntegreerd de zorginkoopspecificatie.
Programma Arbeid en Gezondheidszorg
Eindproduct
Maart 2015
Implementatie van geïntegreerde arbeidsgerelateerde zorg Het Nederlandse zorgstelsel kent drie hoofdrolspelers, afgebeeld in onderstaande ‘zorgdriehoek’: zorggebruikers, zorginkopers (de betalers) en zorgaanbieders.
Zorggebruikers (patiënten) (burgers)
Zorginkopers (Betalers)
Zorgaanbieders
Als we deze zorgdriehoek vertalen naar de arbeidsgerelateerde zorg bezien vanuit de reguliere zorg, kennen we de volgende drie hoofdrolspelers: • • •
De zorggebruikers: de werkgevers en werknemers, zij vragen om arbeidsgerelateerde zorg; De zorginkopers: de zorgverzekeraars, zij kopen de reguliere zorg in en organiseren hiermee het aanbod; De zorgaanbieders: de reguliere zorgaanbieders waarmee de zorgverzekeraars afspraken maakt over het aanbod.
Werkgevers kunnen via de collectiviteiten bij zorgverzekeraars een stevige positie innemen. Collectiviteiten zijn groepen die voor hun achterban een collectieve zorgverzekering hebben afgesloten bij de zorgverzekeraar. Collectiviteiten zijn voor een zorgverzekeraar van groot belang omdat ze hieraan een belangrijk deel (71% 9) van hun verzekerde populatie ontlenen. Werkgevers c.q. collectiviteiten kunnen hierdoor een duidelijke vraag voor geïntegreerde arbeidsgerelateerde zorgproducten bij de zorgverzekeraar neerleggen. Zorgverzekeraars zijn vervolgens gebaat bij een passend zorgaanbod voor deze groep collectief verzekerden. De manier om vervolgens afspraken over de geïntegreerde arbeidsgerelateerde zorgproducten te maken, is via de zorginkoop. Door het kiezen van een passende prestatie, bekostigingsstructuur en passende kwaliteitsmaten, heeft de verzekeraar de mogelijkheid om breder te sturen dan alleen op zorgkosten: ook de bredere maatschappelijke doelstelling van participatie kan zo worden ingevuld. Een belangrijk element in de sturing door de zorgverzekeraar is de 9
KPMG Plexus (2014): ‘Evaluatie Zorgverzekeringswet’
Programma Arbeid en Gezondheidszorg
Eindproduct
Maart 2015
zorginkoopspecificatie. Een zorginkoopspecificatie is een document dat door zorgverzekeraars als leidraad gebruikt wordt bij het inkopen van zorg. In de specificaties zijn minimale voorwaarden en na te streven doelen geformuleerd op het gebied van veiligheid, kwaliteit, patiëntgerichtheid en doelmatigheid. Hiermee is de zorginkoopspecificatie een middel om tot implementatie van geïntegreerde arbeidsgerelateerde zorgproducten te komen. Bovenstaande laat zien hoe de verschillende actoren van de zorgdriehoek met elkaar verbonden worden door geïntegreerde arbeidsgerelateerde zorgproducten om het systeemfalen te doorbreken. De werkgever of collectiviteit is de partij die vanuit de zorggebruiker de vraag kan articuleren. De zorgverzekeraar is vervolgens de partij die de vraag moet vertalen tot inkoopspecificaties om met de zorgaanbieder afspraken te maken die aansluiten bij de behoefte van een grote groep verzekerden. De zorgaanbieder verbindt zich via de afspraken met de zorgverzekeraar aan het leveren van passende zorg gericht op de behoefte van de desbetreffende groep. Om tot implementatie van geïntegreerde arbeidsgerelateerde zorgproducten te kunnen komen, is op twee punten ondersteuning nodig. Ten eerste ondersteuning van werkgevers/collectiviteiten. Deze groep dient geholpen te worden om tot een duidelijke vraagarticulatie richting de verzekeraar te komen. Vervolgens dient de zorgverzekeraar ondersteund te worden om tot betekenisvolle afspraken met zorgaanbieders te komen. In dit project hebben we een handleiding ontwikkeld die op beide punten ondersteuning biedt. De handleiding is een instrument dat de werkgever/collectiviteit helpt om de juiste vraag bij de zorgverzekeraar neer te leggen. Tevens helpt de handleiding in de gesprekken tussen zorgverzekeraar en werkgever/collectiviteit doordat het opstellen van een zorginkoopspecificatie onderdeel van de handleiding is.
Programma Arbeid en Gezondheidszorg
Eindproduct
Maart 2015
De handleiding om tot afspraken over geïntegreerde arbeidsgerelateerde zorgproducten te komen Een handleiding is een hulpmiddel voor werkgevers c.q. collectiviteiten om de vraag naar geïntegreerde arbeidsgerelateerde zorg scherp te krijgen, deze vraag richting de zorgverzekeraar te formuleren, samen met de zorgverzekeraar te sturen hoe deze actie eruit ziet en tenslotte de effecten van de vernieuwde zorg in kaart te (laten) brengen. Aangezien de zorginkoopspecificaties als leidraad voor de zorginkoop gelden, richten we ons binnen de handleiding ook op het formuleren van deze specificatie. De handleiding geven we vorm middels twaalf stappen. In stap negen geven we daarbij aan hoe de inkoopspecificatie vorm gegeven kan worden. De zorgverzekeraar heeft hier dubbel baat bij omdat hij op deze manier niet alleen stuurt op de duurzame inzetbaarheid van de werknemers (en daarmee een aantrekkelijke zorgverzekeraar is), andersom heeft duurzame inzetbaarheid ook effect op de (verlaagde)zorgkosten. Onderstaand allereerst de twaalf stappen. Daarna geven we stap voor stap aan hoe tot invulling te komen. We sluiten dit hoofdstuk af met een praktijkvoorbeeld waarbij de stappen uit de handleiding reeds zijn doorgelopen. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Maak scherp uit welke doelgroep je achterban bestaat Laat zien hoe het huidige zorgpad eruit ziet Maak inzichtelijk tegen welke grootste zorgproblemen deze doelgroep aanloopt Als mogelijk, kwantificeer de problemen in termen van geld Maak inzichtelijk welke evidence of behoefte er is om het zorgpad te verbeteren Geef de huidige strategie van de zorgverzekeraar bij het inkopen van de relevante zorg weer Laat zien wat de GAP is tussen de huidige zorginkoop en de wenselijke zorginkoop Ga op basis van bovenstaande in gesprek met de zorgverzekeraar Zorg dat de resultaten van vernieuwd zorgaanbod zo veel mogelijk meetbaar zijn Maak samen met de verzekeraar een plan hoe het relevante zorgaanbod te beïnvloeden is Communiceer over de resultaten met de achterban (en zorgverzekeraar) Blijf in gesprek met de zorgverzekeraar om ook voor de volgende jaren de stijgende lijn vast te houden!
Stap 1: maak scherp uit welke doelgroep je achterban bestaat Elke achterban is anders. Om optimale impact te hebben, is het belangrijk om goed voor ogen te hebben welke doelgroepen binnen je branche of organisatie het meeste pre- en absenteïsme veroorzaken. Uit eerder onderzoek van TNO | Kwaliteit van leven, zijn de doelgroepen die het meeste pre- en absenteïsme veroorzaken geïdentificeerd (bezien over alle werkenden) 10: • • • •
10
Psychische klachten Astma- en bronchitis Klachten aan het bewegingsapparaat Hart en vaatziekten
Migraine en zware hoofdpijnen is ook grote veroorzaker van pre- en absenteïsme genoemd.
Programma Arbeid en Gezondheidszorg •
Eindproduct
Maart 2015
Aandoeningen van maag- en darmkanaal
Dit zijn echter grote groepen aandoeningen, met elk een veelheid aan diagnosen. Om met een zorgverzekeraar uiteindelijk tot een goed geïntegreerd arbeidsgerelateerd zorgproduct te komen, is het nodig om verder te specificeren naar diagnoses per groep van aandoeningen. Een manier om dit te doen, is door te kijken naar een combinatie van hoge prevalentie en langdurige of ernstige klachten die leiden tot hoog verzuim. Ook kan het helpen om vervolgens te kiezen voor een diagnose waarbij de diagnostiek en behandeling helder omschreven is. Dit vergroot de slagingskans op de korte termijn. Binnen het programma Arbeid en Gezondheidszorg hebben we ter illustratie bovenstaande gedaan. Onderstaande tabel is de keuze voor de diagnoses toegelicht. Groep aandoeningen
Gekozen diagnose
Representatie
Psychische klachten vormen een belangrijke oorzaak voor absenteïsme en presenteïsme onder werknemers. 11 Depressie is met een lifetime prevalentie van 18,7% de meest voorkomende specifiek omschreven aandoening binnen psychische klachten. Daarnaast is 15,2% van de patiënten in Nederland met depressie werkeloos of arbeidsongeschikt. 12
Psychische klachten
Depressie
Astma- en bronchitis
Chronic COPD is de vijfde oorzaak van verzuim onder de Nederlandse beroepsbevolking. 13 Obstructive De arbeidsparticipatiegraad onder COPD-patiënten is veel lager dan onder de Pulmonal Disease algemene Nederlandse beroepsbevolking. 14 (COPD)
Klachten aan het bewegingsapparaat
Aspecifieke lage rugpijn
Uit onderzoek uit 2005 van de RIVM bleek dat circa 2,4 miljoen Nederlanders lage rugklachten hadden die langer dan 3 maanden duurden. Er is tevens geschat dat in 2000 circa 7,3 miljoen verzuimde werkdagen waren toe te schrijven aan lage rugklachten 15
Hart en vaatziekten
Acuut Myocard Infarct (AMI)
AMI zorgt voor een jaarlijks verlies aan arbeidsproductiviteit van 48,4 miljoen euro. 16
Aandoeningen van maag- en darmkanaal
PDS leidt tot beperkingen in het werk die aanleiding geven tot Irritatable Bowel participatieproblemen. Mensen met IBS verzuimen 18-24 dagen per jaar meer dan Syndrome (IBS) mensen zonder IBS. 17
11 de Graaf, R., Tuithof, M., van Dorsselaer, S. & ten Have, M. (2011). Verzuim door psychische en somatische aandoeningen bij werkenden. Resultaten van NEMESIS-2. Utrecht, Trimbos-instituut. 12 De Graaf R, Ten Have M, Van Dorsselaer S. De psychische gezondheid van de Nederlandse bevolking. NEMESIS-2: Opzet en eerste resultaten. Trimbos Instituut. Netherlands Institute of Mental Health and Addiction. Utrecht, 2010. 13 Zorgstandaard COPD. Long Alliantie Nederland. 2010 14 Van Houtum L, Heijmans M. Factsheet. Astma-/COPD-monitor. Nivel. Oktober 2010. 15 Aspecifieke lage rugklachten: omvang en gevolgen. Centrum voor Preventie- en Zorgonderzoek PZO 2005/07. RIVM 16 Impact in cijfers. Maatschappelijke impact van de Nederlandse hartstichting: acute hartinfarcten 1980-2005. November 2010 17 NHG-Standaard Prikkelbaredarmsyndroom (PDS) (Eerste herziening) Van der Horst HE, De Wit NJ, Quartero AO, Muris JWM, Berger MY, Bijkerk CJ, Geijer RMM, Woutersen-Koch H.
Programma Arbeid en Gezondheidszorg
Eindproduct
Maart 2015
Stap 2: laat zien hoe het huidige zorgpad eruit ziet Vanuit de gekozen doelgroepen in stap 1, is het mogelijk om de huidige zorgpaden te beschrijven. Dit kan bijvoorbeeld door te kijken naar de vigerende richtlijn . Binnen het programma Arbeid en Gezondheidszorg is dit gedaan voor alle vijf de gekozen diagnoses. We lichten er hier één diagnose uit: depressie. Er is gekeken naar de Multidisciplinaire Richtlijn Depressie zoals door het Trimbos Instituut is opgesteld. 18 Het reguliere zorgtraject voor een depressie (> 3 maanden) zoals het is beschreven in de algoritmes van het Trimbos instituut, heeft een vast verloop. In het reguliere zorgtraject wordt er volgens de algoritmes van het Trimbos Instituut in de diagnostische fase reeds aandacht besteed aan de werksituatie en consequenties van de klachten op de werkvloer. Bij het afsluiten van het traject is weer aandacht voor de individuele re-integratie waarbij het maatschappelijk functioneren ondersteund kan worden. Ook wordt aandacht besteedt aan terugvalpreventie waardoor indirect aandacht is voor verzuimpreventie. Volgens het algoritme van Trimbos is het tevens aan te bevelen om leidinggevenden (middenkader) bij te scholen op het onderwerp arbeid en depressie, zodat zij vroege verschijnselen van een depressie kunnen vaststellen bij hun werknemers. Zij kunnen dan tijdig ingrijpen met een advies ten aanzien van werktaken en verwijzing naar de bedrijfsarts voor advies. Het huidige zorgtraject is onderstaand visueel weergegeven op basis van de algoritmes die zijn opgesteld door het Trimbos instituut.
18 ALGORITME DEPRESSIEVE EPISODE LANGER DAN 3 MAANDEN – VERVOLG (VERSIE 2010). Datum Goedkeuring: 2013-08-01, Verantwoording: Trimbos-instituut, Versie: 1.0
Programma Arbeid en Gezondheidszorg
Eindproduct
Maart 2015
Stap 3: maak inzichtelijk tegen welke grootste zorgproblemen deze doelgroep aanloopt Deze stap hebben we binnen het programma gedaan op basis van de richtlijn zelf. Een groot aantal werknemers dat werkeloos is door depressie, wil wel werken maar wordt daarin gehinderd door hun klachten. In de Multidisciplinaire Richtlijn Depressie wordt hierover het volgende geschreven: “In het onderzoek van Lerner e.a. (2004) 19 naar de uitkomsten van werkresultaten onder werknemers die niet van plan waren te stoppen met werk bleek dat zij die een depressie hadden het slechter deden dan werknemers zonder depressie en werknemers met reumatoïde artritis. De scores voor presenteïsme waren bij de depressie/groep slechter en dat betrof bijv. moeite met tijdmanagement, moeite met mentale en interpersoonlijke werkeisen en moeite met output tasks. De uitkomst van dit onderzoek geeft aan dat er een behoefte is aan interventies, als aanvulling op de huidige behandelprogramma’s, om zo werknemers met een depressie te leren omgaan met de problemen die ze ervaren bij specifieke werktaken.”
19 Lerner D, Adler DA, Chang H, Lapitsky L, Hood MY, Perissinotto C, et al. Unemployment, Job Retention, and Productivity Loss Among Employees With Depression. Psychiatr Serv 2004; 55(12);1371-1378
Programma Arbeid en Gezondheidszorg
Eindproduct
Maart 2015
Hieruit constateren we dat er in de richtlijn wel aandacht is voor arbeid (zie stap 2), maar dat er evengoed behoefte is aan interventies die helpen om werknemers met een depressie beter te laten presteren. Kortom, het benoemen van de factor arbeid in de richtlijn an sich is voor aanbieders niet genoeg om passende interventies aan te bieden. In de richtlijn zijn ook geen indicatoren opgenomen die zijn gericht op verzuimreductie en/of –preventie.
Stap 4: als mogelijk, kwantificeer de problemen in termen van geld Hiermee wordt bedoeld: wat kost het je organisatie/je achterban dat de zorg voor de gekozen doelgroep (nog) niet optimaal verloopt? Idealiter wordt hiervoor een rekensom gemaakt met zowel de kosten voor de werkgever (absenteïsme en als het kan ook presenteïsme) als de kosten voor de zorgverzekeraar (onnodige zorg). Deze stap is lastig maar helpt wel om uiteindelijk alle partijen te overtuigen om de factor arbeid mee te nemen binnen de reguliere zorg.
Stap 5: maak inzichtelijk welke evidence of behoefte er is om het zorgpad te verbeteren Om vanuit het huidige zorgtraject in staat te zijn om te sturen op verzuimreductie en –preventie, is een aanvulling op de huidige behandeling vereist. Er is een behoefte aan interventies die mensen met een depressie leert omgaan met de problemen die ze ervaren bij specifieke werktaken. In de huidige richtlijn is arbeid wel opgenomen maar zijn geen specifieke vereiste ten aanzien van de organisatie van zorg opgenomen of specifieke interventies/behandelingen voorgesteld direct gericht op inzetbaarheid. Er kan op twee manieren aan bovenstaande behoefte voldaan worden. De eerste manier is om expliciete voorwaarden of behandelingen gericht op inzetbaarheid op te nemen in de richtlijn. Een tweede manier is dat de zorgverzekeraar strakker stuurt op het naleven van de richtlijn (richtlijn compliance). Deze manier is een mogelijkheid omdat arbeid onderdeel is van de richtlijn. Een zorgverzekeraar kan middels de zorginkoop sturen op een concrete invulling van de factor arbeid, bijvoorbeeld door het toevoegen van uitkomstindicatoren gericht op verzuimreductie en/of –preventie. Onderstaand is de DBC depressie aangevuld met enkele arbeidsgerelateerde interventies. Dit is slechts een voorbeeld van hoe het zorgpad eruit zou kunnen zien. Middels de uitkomstindicatoren kan een zorgverzekeraar hierop sturen. Belangrijk uitgangspunt is dat de basis reeds gelegd is in de richtlijn. Een actievere sturing van de zorgverzekeraar kan resulteren in een aangepast zorgpad.
Programma Arbeid en Gezondheidszorg
Eindproduct
Maart 2015
Stap 6: geef de huidige strategie van de zorgverzekeraar bij het inkopen van de relevante zorg weer Deze stap is erop gericht om te laten zien op basis waarvan de zorgverzekeraar op dit moment zorg inkoopt. In de huidige specificaties 20 zijn in grote lijnen vormgegeven door minimale voorwaarden en na te streven doelen te formuleren op het gebied van veiligheid, kwaliteit, patiëntgerichtheid en doelmatigheid. De huidige inkoopspecificaties zijn voor een deel ziekte specifiek: voor die aandoeningen waar de zorgverzekeraar tot concrete(re) zorginkoopafspraken wil komen, zijn inkoopspecificaties gedefinieerd. Daarnaast geven de zorginkoopspecificaties ook informatie over de algemene inkoopstrategie van de zorgverzekeraar, zoals inkoopmodellen, contracten, beleid en beleidsprioriteiten. De huidige diagnose specifieke zorginkoopspecificaties geven de voorwaarden voor de zorgverzekeraar aan, om het contract af te sluiten. Daarnaast zijn er doelstellingen opgenomen die de zorgverzekeraar wenst af te spreken. Als er indicatoren zijn opgenomen, ligt de aandacht voornamelijk op proces- en structuurindicatoren, we zien nog weinig echte uitkomsten (concrete resultaten van de zorg) terug in de doelstellingen. Daarnaast richt de inkoopspecificatie zich puur op de zorgkant en is er (nog) geen concrete aandacht voor de omstandigheden van de patiënt, zoals arbeid. Onderstaand een voorbeeld van een zorginkoopspecificatie zoals in 2014 door een grote zorgverzekeraar opgesteld. Duidelijk in dit voorbeeld (net zoals andere zorginkoopspecificaties van andere zorgverzekeraars) is dat aandacht voor arbeid nog ontbreekt.
20
Zie bijvoorbeeld ‘Inkoopbeleid medisch specialistische zorg 2014’ van Achmea
Programma Arbeid en Gezondheidszorg
Eindproduct
Maart 2015
Diabetes mellitus – huidige inkoopspecificaties (medisch specialistische zorg) Voorwaardenorwaarden: •
Maakt uw instelling in 2014 concrete schriftelijke afspraken met 100% van de zorggroepen en GEZ-en in het adherentiegebied over consultatie, verwijzing en terugverwijzing bij diabetes, op basis van de kaders beschreven in de LTA van 2012? - Als het niet lukt met één of enkele zorggroepen of GEZ-en tot afspraken te komen, dan informeert u Achmea.
•
Registreert uw instelling per 1 oktober 2014 minimaal de volledige kernset van het NAD in een specifiek daartoe uitgerust systeem?
•
Is het aantal volwassen patiënten met diabetes type 1 minimaal 150?
•
Is het aantal volwassen patiënten met diabetes type 1 met een insulinepomp minimaal 60?
•
Is het aantal kinderen met diabetes type 1 minimaal 150?
•
Is het aantal kinderen met diabetes type 1 met een insulinepomp minimaal 50?
•
Volgt uw instelling in principe de strakke indicatiestelling conform CVZ?
•
Registreert uw instelling alle RT-CGM patiënten in Basisstructuur Innovatief Diabetes Onderzoek Nederland (Bidon)?
•
Garandeert u dat wordt voldaan aan de gestelde criteria voor een gekwalificeerd diabetescentrum conform het protocol Indicatiecriteria voor vergoeding van Real Time – Continue Glucose Monitoring van de Nederlandse Diabetes Federatie?
•
Levert u per jaar het aantal verstrekte CGM per verzekerde aan aan Achmea?
Plus certificaat •
Is er per 1 januari 2014 minimaal 1 fte diëtist specifiek voor diabetes beschikbaar per 800 diabetespatiënten?
Doelstellingen rondom arbeid en zorg • Ontbreken nog voor deze aandoening.
Stap 7: laat zien wat de GAP is tussen de huidige zorginkoop en de wenselijke zorginkoop Stap 7 is een conclusie van stap 5 en stap 6. Uitgaande van de zorginkoopspecificatie zoals bij stap 6 getoond, voegen we onderstaand een voorbeeld in hoe deze inkoopspecificatie aangevuld kan worden zodat de factor arbeid wel is opgenomen. Noot hierbij is dat niet iedereen die zorg ontvangt extra aandacht voor arbeid nodig heeft. De aanbieder moet bij iedere patiënt afwegen in hoeverre aandacht voor arbeid noodzakelijk is. Doel is dat de zorginkoopspecificatie de zorgaanbieders stimuleert om – waar nodig- activiteiten uit te voeren die bijdragen aan arbeid en arbeidsparticipatie. De collectiviteit/werkgever kan op deze manier invloed uitoefenen op inkoopspecificaties die relevant zijn voor de betreffende populatie.
Programma Arbeid en Gezondheidszorg
Eindproduct
Maart 2015
Diabetes mellitus – huidige inkoopspecificaties (medisch specialistische zorg) Voorwaardenorwaarden: •
•
Maakt uw instelling in 2014 concrete schriftelijke afspraken met 100% van de zorggroepen Hieren arbeid toevoegen GEZ-en in het adherentiegebied over consultatie, verwijzing en terugverwijzing bij diabetes, door op afspraken met basis van de kaders beschreven in de LTA van 2012? - Als het niet lukt met één of enkelewerkgever/bedrijfsarts zorggroepen of GEZ-en tot afspraken te komen, dan informeert u Achmea. of arbeidsdeskundigen te voegen Registreert uw instelling per 1 oktober 2014 minimaal de volledige kernset van het NADtoe in een specifiek daartoe uitgerust systeem?
•
Is het aantal volwassen patiënten met diabetes type 1 minimaal 150?
•
Is het aantal volwassen patiënten met diabetes type 1 met een insulinepomp minimaal 60? Hier arbeid toevoegen Is het aantal kinderen met diabetes type 1 minimaal 150? door ervaringsmaten Is het aantal kinderen met diabetes type 1 met een insulinepomp minimaal 50? voor Volgt uw instelling in principe de strakke indicatiestelling conform CVZ? arbeidsgerelateerde Registreert uw instelling alle RT-CGM patiënten in Basisstructuur Innovatief Diabetes Onderzoek zorg op te nemen Nederland (Bidon)?
• • • •
Garandeert u dat wordt voldaan aan de gestelde criteria voor een gekwalificeerd diabetescentrum conform het protocol Indicatiecriteria voor vergoeding van Real Time – Continue GlucoseHier arbeid toevoegen door te Monitoring van de Nederlandse Diabetes Federatie? verwijzen naar een • Levert u per jaar het aantal verstrekte CGM per verzekerde aan aan Achmea? bewezen interventie (richtlijn) Plus certificaat
•
•
Is er per 1 januari 2014 minimaal 1 fte diëtist specifiek voor diabetes beschikbaar per 800 diabetespatiënten? Hier arbeid toevoegen door de keten
Doelstellingen Doelstellingen: • Ontbreken nog voor deze aandoening.
te verruimen naar arbeid (bijvoorbeeld bedrijfsarts/werkgever)
Hier arbeid toevoegen door specifieke KPI’s die bewezen relevant zijn (naast somatische uitkomstmaten)
Stap 8: Ga op basis van bovenstaande in gesprek met de zorgverzekeraar Deze stap is essentieel om vanuit samenwerking de zorg te verbeteren. Allereerst moet de zorgverzekeraar bereid zijn de inkoopspecificaties aan te passen, op een manier die past bij de strategie van de zorgverzekeraar. De inkoopspecificaties zijn een leidraad voor de zorginkoop, de verzekeraar dient dus ook bij zorginkoop consistent te zijn in zijn verhaal.
Stap 9: zorg dat de resultaten van vernieuwd zorgaanbod zo veel mogelijk meetbaar zijn
Programma Arbeid en Gezondheidszorg
Eindproduct
Maart 2015
Iedereen die je spreekt, is het erover eens. Patiënten, cliënten, verzekeraars, gemeenten, professionals zelf: er moet betaald worden voor kwaliteit in plaats van voor volume. Dit gebeurt nu nog maar sporadisch. Steeds vaker worden instellingen juist weer (vrijwillig) gebudgetteerd, en goed presterende instellingen worden niet beloond voor excellente uitkomsten. Vaak zijn er wel al afspraken over minimumkwaliteitseisen, maar echt betalen voor het resultaat van geleverde zorg is nog uitzondering. 21 De werkgevers hebben wel duidelijk zicht op uitkomstmaten zoals absenteïsme, presenteïsme, productiviteit, duur- en deelherstel, etc. Een echte stimulans om te investeren, voor zowel de zorgverzekeraar als eventueel de werkgever, is het zien van resultaat. Het doel van het vernieuwde zorgaanbod is dat de zorg invloed heeft op de duurzame inzetbaarheid van de werknemers. Maar ook dat deze duurzame inzetbaarheid effect heeft op de zorgkosten. De enige manier om er achter te komen of de verwachte resultaten ook werkelijkheid worden, is door transparantie over de resultaten. Door bij de zorginkoop al afspraken te maken over de te leveren transparantie en kwaliteit, is het mogelijk om de resultaten achteraf te meten. Gegevens over zorggebruik (welke zorg en welke (totale) kosten) dienen gecombineerd te worden met gegevens die iets zeggen over de duurzame inzetbaarheid. Uiteraard kan dit op persoonsniveau, maar op de kortere termijn (in verband met privacy issues) is het waarschijnlijk beter haalbaar om te koppelen op sector- of organisatieniveau, al dan niet door gebruik te maken van een Trusted Third Party (TTP). Onderstaande indicatoren zijn voorbeelden van indicatoren voor inzetbaarheid die kunnen worden beïnvloed door de zorg. Deze gecombineerd met gegevens over zorggebruik geven een schat aan informatie over de resultaten van zorg en kunnen hiermee onderscheidend werken tussen verschillende zorgaanbieders. • • • • • •
Percentage van de werknemers dat na een [vooraf vastgestelde] periode na het stellen van de diagnose terugkeert naar werk op het productiviteitsniveau van voor het verzuim; Gemiddelde duur van eerste dag van verzuim tot eerste dag van herintrede (ongeacht % productiviteit bij herintrede); Mate van productiviteit bij eerste dag van herintrede; Recidieven na herintrede; Percentage werknemers / patiënten waarbij zich in de afgelopen 12 maanden 2 of meer exacerbaties hebben voorgedaan; Percentage van de werknemers dat een [vooraf vastgestelde] periode na het stellen van de diagnose terugkeert naar werk op het productiviteitsniveau van voor het verzuim.
De gemiddelde arbodienst heeft bovenstaande indicatoren beschikbaar of kan deze op eenvoudige wijze beschikbaar maken.
Stap 10: maak samen met de verzekeraar een plan hoe het relevante zorgaanbod te beïnvloeden is Zoals gezegd kan de zorgverzekeraar via zorginkoopafspraken sturen op de kwaliteit, betaalbaarheid en toegankelijkheid van zorg. Door het kiezen van een passende prestatie, bekostigingsstructuur en passende kwaliteitsmaten, heeft de verzekeraar de mogelijkheid om breder te sturen dan alleen op zorgkosten. Via de zorginkoopspecificaties kan de zorgverzekeraar richtlijn compliance afdwingen daar 21
KPMG Plexus (2014): ‘Betalen voor kwaliteit’
Programma Arbeid en Gezondheidszorg
Eindproduct
Maart 2015
waar arbeid reeds als onderdeel van zorg is opgenomen. Daarnaast is het een belangrijke stap om te komen tot het meten van uitkomsten en hier binnen de zorginkoop ook gevolg aan te geven. Dit kan ofwel door het zorgaanbod te selecteren aan de hand van de geleverde resultaten, ofwel door het aanbod te helpen beter te worden. Hiermee is de zorgverzekeraar dus een belangrijke partij om tot vernieuwd zorgaanbod te komen. In gesprek met de zorgverzekeraar is het mogelijk om voor beide partijen tot een passend plan te komen zodat er een win-win situatie kan ontstaan. Het plan dient rekening te houden met de doelstellingen van beide betrokken partijen. Per zorgverzekeraar maar zeker ook per aandoening/beroepsgroep, zal gezocht moeten worden naar de juiste manier om tot resultaten te komen.
Stap 11: communiceer over de resultaten met de achterban (en zorgverzekeraar) Aangezien de resultaten een goede stimulans zijn om de ingezette koers door te zetten, is het van groot belang de resultaten niet alleen te meten maar ook transparant te maken naar alle betrokken partijen. Dit lijkt voor zich te spreken maar is een minstens zo belangrijke stap om de knelpunten structureel te blijven aanpakken!
Stap 12: blijf in gesprek met de zorgverzekeraar om ook voor de volgende jaren de stijgende lijn vast te houden! Bovenstaande stappen zijn geen eenmalige exercitie. Het is belangrijk om, samen met alle betrokken partijen, de koers te monitoren en samen te bepalen of de focus nog steeds op de juiste elementen ligt en of de oplossingen nog steeds het beoogde resultaat brengen.
Praktijkvoorbeeld Stichting IZZ en coöperatie VGZ Bovenstaande twaalf stappen hebben we grotendeels in de praktijk doorgelopen met Stichting IZZ. Stichting IZZ is een collectief van werkgevers en werknemers in de zorg. Hierbij treedt Stichting IZZ op als belangenbehartiger namens haar leden: zorgmedewerkers met een collectieve IZZ Zorgverzekering. Stichting IZZ maakt namens het collectief afspraken over de inhoud, premie en service van de IZZ Zorgverzekering met de uitvoerend zorgverzekeraar (Coöperatie VGZ). Stichting IZZ geeft vorm aan de inhoud van de IZZ Zorgverzekering op basis van de behoefte van zorgmedewerkers en het werken in de zorg. Hiernaast doet Stichting IZZ onderzoek naar mogelijkheden om de gezondheid en inzetbaarheid van zorgmedewerkers te verbeteren. Daarvoor werkt zij samen met sociale partners en zorgorganisaties. De verkregen inzichten en kennis worden vervolgens gedeeld met de zorgsector. Het bestuur van Stichting IZZ bestaat uit vertegenwoordigers van aangesloten werkgevers- en werknemersorganisaties in de zorg. De werkgevers worden vertegenwoordigd door: Jeugdzorg Nederland, NVZ Vereniging van Ziekenhuizen, GGZ Nederland, Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland en ActiZ. De werknemers door: Abvakabo FNV, CNV Publieke Zaak, NU'91 en de Federatie van Beroepsorganisaties in de Zorg. Bijna een half miljoen Nederlanders hebben een collectieve zorgverzekering bij IZZ, waarvan 220.000 werkend direct in de zorg. Stichting IZZ heeft met 220.000 leden inzicht in het zorggebruik van deze groep. Stichting IZZ doet jaarlijks onderzoek naar de zorgbehoefte van de zorgmedewerkers. Stichting
Programma Arbeid en Gezondheidszorg
Eindproduct
Maart 2015
IZZ verwacht dat coöperatie VGZ vervolgens gaat voor een onderscheidend en positief zorginkoopbeleid voor de IZZ Zorgverzekering. Daarbij is coöperatie VGZ, net als Stichting IZZ, gebaat bij een passend zorgaanbod voor de groep collectief verzekerde zorgmedewerkers.
Stap 1: maak scherp uit welke doelgroep je achterban bestaat De meest geconsumeerde arbeidsrelevante zorgsoort voor zorgmedewerkers is fysiotherapie. Maar liefst 85% van de zorgmedewerkers ervaart klachten aan het bewegingsapparaat. Voor problemen aan het bewegingsapparaat heeft 54% in het afgelopen jaar minimaal één zorgverlener geconsulteerd (fysiotherapeut 38%, huisarts 26%). Het gebruik van fysiotherapie onder zorgmedewerkers is 1,5 maal hoger dan het gebruik van fysiotherapie voor gemiddeld werkend Nederland. Tussen de branches zijn er grote verschillen in fysiotherapiegebruik. Omgerekend naar gemiddelde kosten per 1.000 medewerkers is het verschil tussen het hoogste (gehandicaptenzorg € 161.700) en laagste (ziekenhuiszorg €118.100) gebruik per branche € 43.600. Tussen zorgorganisaties onderling lopen de (onverklaarbare) verschillen zelfs op tot een factor zeven. Daarnaast volgt uit de onderzoeken dat er een relatie bestaat tussen zorggebruik, ziekteverzuim en medewerker- en patiënttevredenheid in de ziekenhuisbranche. Er is een hoog ziekteverzuim zichtbaar bij organisaties met een hoog percentage fysiotherapiegebruikers. Bij dezelfde groep is tevens een lagere medewerker- en patiënttevredenheid gemeten. Naast klachten aan het bewegingsapparaat heeft 14% van de zorgmedewerkers vaak of altijd last van conflicten tussen werk en privé. Van de zorgmedewerkers is 5,5% emotioneel uitgeput. Dit mondt uit in een bovengemiddeld gebruik van psychologische zorg in de zorgsector (17% heeft minimaal 1 zorgverlener geconsulteerd voor psychische klachten). Bij zorgmedewerkers waarbij emotionele belasting, emotionele uitputting of het werk-privé conflict toeneemt, neemt ook de kans op zorggebruik voor psychische gezondheidsklachten toe. Door Stichting IZZ is gekeken met welke diagnose te starten om samen met VGZ de arbeidsgerelateerde zorg te verbeteren. Stichting IZZ heeft als eerste gekeken naar de mate waarin de diagnose voorkomt en de impact van de gezondheidsklachten. Daarnaast of de factor arbeid al een plaats heeft in de reguliere richtlijnen van de verschillende beroepsgroepen. Stichting IZZ is daarbij uitgekomen op klachten aan de arm, nek en/of schouder omdat hier binnen de huidige richtlijnen aandacht voor arbeid is.
Stap 2: laat zien hoe het huidige zorgpad eruit ziet Stichting IZZ heeft gekeken naar de richtlijnen van het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) en het Nederlands Huisarts Genootschap (NHG). • ‘KNGF-richtlijn: Klachten aan de arm, nek en/of schouder (KANS)’ http://www.fysionetevidencebased.nl/images/pdfs/richtlijnen/kans_2010/kans_praktijkrichtlijn.pdf • ‘NHG-standaard: Schouderklachten’ https://www.nhg.org/standaarden/samenvatting/schouderklachten#idm31130560 Binnen de richtlijnen is arbeid opgenomen en op alle relevante onderdelen is aandacht voor arbeid omschreven.
Programma Arbeid en Gezondheidszorg
Eindproduct
Maart 2015
Stap 3: maak inzichtelijk tegen welke grootste zorgproblemen deze doelgroep aanloopt Het probleem en de uitdaging zit dus niet in het omschreven zorgpad maar, gezien de bestaande gezondheidsklachten, in de uitvoering van de zorg in praktijk. Het grootste zorgprobleem c.q. uitdaging is het (laten) naleven van de richtlijn door de zorgverlener. Welke bijdrage kunnen Stichting IZZ en coöperatie VGZ leveren zodat de zorgverlener de factor arbeid meeneemt in het reguliere zorgtraject?
Stap 4: als mogelijk, kwantificeer de problemen in termen van geld Stichting IZZ heeft in haar onderzoeken naar zorggebruik inzichtelijk gemaakt wat de verschillen in zorgkosten voor bijvoorbeeld fysiotherapie zijn per branche en ook wat de verschillen tussen instellingen in een branche zijn. Ook heeft Stichting IZZ inzichtelijk wat de verzuimpercentages zijn als gevolg van de klachten en hoe de werknemerstevredenheid is opgebouwd. Deze informatie tezamen geeft meer body aan het onderbouwen van de bestaande problematiek.
Stap 5: maak inzichtelijk welke evidence of behoefte er is om het zorgpad te verbeteren Er is behoefte aan zorg voor de werkende met KANS klachten welke bijdraagt aan verzuimreductie en preventie. In de richtlijn is opgenomen dat zowel de diagnostiek als behandeling gericht dienen te zijn op de belastbaarheid en inzetbaarheid van de werkenden. Ook is benoemd dat er afstemming met de bedrijfsarts nodig is als er sprake is van (gedeeltelijke) re-integratie. Er is niet direct behoefte om het theoretische zorgpad te verbeteren, wel is er behoefte aan het beter naleven van de richtlijn. Er is daarom behoefte aan het concreet maken van hetgeen de richtlijn voorschrijft. (Meer) aandacht voor arbeid binnen de zorg en meer aandacht voor zorg binnen de arbeid, kan de kwaliteit van zorg verbeteren, de zorgkosten verminderen, de inzetbaarheid vergroten en het verzuim laten afnemen. Om de tekst in de richtlijn concreter te maken, kunnen er bijvoorbeeld proceseisen aan de zorgaanbieder gesteld worden. Een voorbeeld is om te eisen dat er, in het geval van (gedeeltelijke) re-integratie, een behandelplan is opgesteld met de bedrijfsarts. Of dat er in het behandelplan met de patiënt aandacht is voor afstemming met de werkgever/bedrijfsarts ten behoeve van de inzetbaarheid. Verder is er behoefte aan sturing op de factor arbeid als uitkomstmaat. Deze sturing is nodig binnen de eerste lijn, met de nadruk op de (reguliere) fysiotherapie en zijdelings huisartsen –en GGZ zorg. Zoals aangegeven is er een relatie tussen zorggebruik, verzuim en tevredenheid bij werknemers. Werknemers in zorg hebben een grotere kans te verzuimen en een lagere tevredenheid. Het doel van de zorg is om de inzetbaarheid en tevredenheid juist te verhogen. Door hier op te sturen kan de zorg verbeteren. Voorbeelden van uitkomsten waar op gestuurd kan worden om dit te bereiken zijn: het percentage van de werknemers dat na een [vooraf vastgestelde] periode na het stellen van de diagnose terugkeert naar werk op het productiviteitsniveau van voor het verzuim en werknemerstevredenheid van de populatie bij de betreffende aanbieder.
Stap 7: laat zien wat de GAP is tussen de huidige zorginkoop en de wenselijke zorginkoop Stichting IZZ heeft hierover het volgende geschreven: De zorgverzekeraar (VGZ) heeft verschillende mogelijkheden om te sturen op aandacht voor arbeid binnen de zorg en daarmee op het verminderen van non-participatie en het beantwoorden van de behoefte van werknemers en werkgevers. Bijvoorbeeld door te kiezen voor, of het stimuleren van een passend zorgaanbod, door een passende bekostigingsstructuur en door passende kwaliteitsmaten. Via zorginkoop afspraken over de manier van bekostigen en de te behalen kwaliteitsdoelstellingen (uitkomsten incl. factor arbeid), kan Coöperatie VGZ direct sturen op de kwaliteit, betaalbaarheid en toegankelijkheid van zorg. De afspraken kunnen
Programma Arbeid en Gezondheidszorg
Eindproduct
Maart 2015
betrekking hebben op het proces (proces compliance) maar ook op de uitkomsten (gewenste uitkomsten van het zorgproces ook gericht op participatie). Stichting IZZ heeft geconcludeerd dat fysiotherapie de afgelopen jaren geen warme aandacht heeft ontvangen van de zorgverzekeraar en dat er meer behoefte is aan een specifiek zorginkoopbeleid gericht op de IZZ verzekerden. Er is bij Stichting IZZ dus behoefte aan meer sturing door Coöperatie VGZ waardoor de duurzame inzetbaarheid gestimuleerd wordt. Deze sturing kan plaatsvinden door in de zorginkoopspecificatie voor de fysiotherapeuten meer aandacht te schenken aan de factor arbeid. Zie verder stap 6 voor voorbeelden.
Stap 8: Ga op basis van bovenstaande in gesprek met de zorgverzekeraar Stichting IZZ is op verschillende niveaus, directie, propositiemanagement en zorginkoop, het gesprek met Coöperatie VGZ aangegaan over hoe de bestaande knelpunten kunnen worden opgelost en arbeid meer binnen de reguliere zorg geïntegreerd kan worden. Daar is uit gekomen dat de partijen zich samen willen richten op het bereiken en borgen van gedragsverandering bij zorgaanbieders zodat er meer aandacht voor arbeid binnen de zorg is. De ambitie is om de verbeterde aandacht voor de factor arbeid per 1-1-2016 geïmplementeerd te hebben binnen de zorg gericht op klachten aan arm, nek en/of schouder, oftewel KANS. In voorgaande is inzichtelijk gemaakt dat veel medewerkers in de zorg lichamelijke klachten hebben, KANS is hierbij veel voorkomend in de doelgroep. Met de focus op KANS raakt het primair de beroepsgroepen fysiotherapie, huisartsen en zijdelings de GGZ. Stap 9 tot en met 12 moeten nog gezet worden. Stichting IZZ wil met Coöperatie VGZ op korte termijn concrete stappen zetten zodat per 2016 en verder de zorginkoop voor fysiotherapeuten (en dan in ieder gericht op KANS) meer gericht is op arbeid en meer passend bij de IZZ verzekerden. Op verschillende niveaus is inmiddels afstemming gaande hierover. Allereerst is de aandacht gericht op het aanpassen van de zorginkoopspecificaties, van daaruit kunnen afspraken gemaakt worden over het meten en communiceren van uitkomsten. Lange termijn doel is om de aandacht voor arbeid niet alleen te beperken tot KANS maar verder uit te breiden naar die gebieden waar de IZZ achterban behoefte aan heeft.