Behoort bij agendapunt 5c i Verg. Cie. Sierteelt & Groen dd. 25-10-2012
Programma Arbeid Werken in de tuinbouw 2013 -2016 Jaarplan 2013
Ondernemingsplatform Arbeid Productschap Tuinbouw - oktober 2012 Programmamanager: Jaap de Vries
Auteur: Functie Telefoon e-mail
Jaap de Vries Programmamanager Arbeid 076-3470615
[email protected]
Productschap Tuinbouw, Postbus 280, 2700 AG Zoetermeer Telefoon 079 – 347 07 07 email
[email protected] internet www.tuinbouw.nl
Foto omslag: het Ondernemingsplatform Arbeid stelt prioriteiten op 4 september 2012
2
Inhoudsopgave Samenvatting
4
1
Werken in de tuinbouw
5
1.1
Belang en urgentie
5
1.2
Visie en hoofddoel
7
1.3
Actielijnen en doelstellingen
7
1.4
Aanpak en tijdpad
9
1.5
Organisatie
9
2
Jaarplan 2013
11
2.1
Doelstellingen 2013
11
2.2
Projecten 2013
13
2.3
Communicatie 2013
14
3
Financiering 2013
15
3
Samenvatting Doel Werken in de sector tuinbouw en groen is zo aantrekkelijk, dat er vanaf 2016 voldoende juist gekwalificeerde mensen in willen komen èn willen blijven werken. ‘Werken in de tuinbouw’, het Programma Arbeid van het Productschap Tuinbouw, heeft als hoofddoel hieraan bij te dragen
Motto en actielijnen Het motto van het programma is ‘Be good and tell it’. Het programma ‘Werken in de tuinbouw’ werkt langs vier actielijnen die via dit motto onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden: 1. Goed werkgeverschap bevorderen •
Loopbanen aantrekkelijker maken, beter bereiken en benutten van het maatschappelijk potentieel, aantoonbaarheid van goed werkgeverschap bevorderen, een leven lang leren stimuleren en verbetering van de arbeidsomstandigheden
2. Arbeidsmarkt relevant beroepsonderwijs •
Groen en ‘grijs’ beroepsonderwijs sluiten in 2016 op alle niveau’s aan op de opleidingsbehoeften voor functies binnen het tuinbouwbedrijfsleven
3. Een sterk en aansprekend sectorimago •
Vestigen van een overkoepelende imagostrategie voor de tuinbouw- en groensector met veel authentieke ontmoetingen tussen bedrijven en doelgroepen
4. Meten is weten •
Voorzien in de behoefte aan actueel kwantitatief en kwalitatief inzicht over de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt van de tuinbouw- en groensector
4
1 Werken in de tuinbouw 1.1
Belang en urgentie
Maatschappelijke ontwikkelingen Alle economische sectoren inclusief de tuinbouw- en groensector staan onder invloed van grote sociaal-maatschappelijke, demografische, geografische en bedrijfseconomische ontwikkelingen. Ons land is ruim 8 miljoen werknemers rijk, maar Nederland vergrijst en ontgroent. Bedrijven op zoek naar arbeidskrachten zullen stevig op werving moeten inzetten om de gepensioneerde uitstroom te vervangen. Sectoren met een aantrekkelijk imago staan op de arbeidsmarkt het sterkst. Het aantal - nu nog vooral jongere - werknemers met korte arbeidscontracten neemt snel toe, versoepeling van het ontslagrechtstaat ter discussie, demotie wordt steeds minder een taboe en de pensioenleeftijd stijgt. Binnen een paar decennia hebben velen ervaren dat de duur van het verblijf op de arbeidsmarkt met 10 jaar is verlengd. Het werk bij de bedrijven wordt in de toekomst met minder mensen gedaan, en anders. Sociale innovatie is de gemeenschappelijke noemer waaronder werkgevers en werknemers de komende jaren zoeken naar vergroting van de duurzame inzetbaarheid van medewerkers: langer, gezonder en anders werken. Bij een afnemende sociale- en baanzekerheid worden voor werknemers uit alle leeftijdsklassen blijvende vitaliteit en sterke zelfredzaamheid op de arbeidsmarkt van toenemend belang. Werknemers hebben meer verantwoordelijkheid voor hun eigen loopbaan. De mate waarin zij hierin worden ondersteund, bijvoorbeeld door een actief mobiliteitsbeleid, is sterk van invloed op de aantrekkingskracht en het bindingsvermogen van de ondernemingen. In de felle competitie om schaarse en goed gekwalificeerde werknemers moet ook de tuinbouw- en groensector de komende jaren alle zeilen bijzetten. Succesvol werven en vasthouden van medewerkers vereist van de bedrijven in de tuinbouw- en groensector dat zij hun zaken op alle onderdelen van goed werkgeverschap op orde hebben. Alleen onder die voorwaarde kan een aantrekkelijk imago als communicatiewapen effectief worden ingezet.
De tuinbouw en arbeid De tuinbouw- en groensector dankt zijn unieke positie als topsector aan ondernemers en medewerkers, die in staat zijn nieuwe kennis snel te vertalen naar economisch en maatschappelijk profijtelijke innovaties. De topsector tuinbouw- en groen heeft een sterk imago als het gaat om wereldoplossingen voor wereldvraagstukken rondom voedsel(veiligheid), gezondheid en welbevinden en duurzaam gebruik van energie en water. De tuinbouw biedt werk aan 395.000 mensen, waarvan bijna 295.000 personen (225.000 fte) 1 op reguliere basis en 100.000 uitzendkrachten (40.000 fte). De sector is dus goed voor zo’n 5 % van onze werkgelegenheid. Het totale aantal bedrijven in de sector nam in de afgelopen 1
Gezinsarbeid en medewerkers vast of tijdelijk op de loonlijst
5
10 jaar met 20% af tot 28.000. Deze afname zet door en gaat onder invloed van nieuwe technologie en marktontwikkelingen gepaard met schaalvergroting, in enkele primaire sectoren in extra hoog tempo. De sector biedt relatief veel werk voor middelbaar, lager- en ongeschoolden. Van de werknemers in de tuinbouw werkt 9 % op HBO- en hoger niveau. Het aandeel van deze ‘kenniswerkers’ is in de primaire productie 6,5%, in de handel 10,3%. Uitgaande van reguliere arbeid heeft de tuinbouw- en groensector nu nog jaarlijks behoefte aan 19.000 nieuwe krachten waarvan 8.000 laaggeschoolden, 9.000 middelbaar geschoolden en 2.000 hooggeschoolden. Bijna 20% van deze instroom is schoolverlater. Maar de komende jaren neemt de werkgelegenheid in de tuinbouw snel toe nu de uitstroom van gepensioneerden op stoom komt. Voor de on- en laaggeschoolde arbeid in de tuinbouw zal binnen enkele jaren het aanbod van tijdelijke werknemers uit Oost-Europa opdrogen doordat daar de welvaart snel toeneemt. Arbeidsmigranten uit Afrikaanse en Aziatische landen nemen hun plek deels over voor zolang dat soelaas biedt. Overall daalt het totale aantal arbeidsplaatsen de komende jaren licht, voornamelijk bij de laag- en ongeschoolde functies. Steeds meer eenvoudig en routinematig werk wordt vervangen door inzet van geavanceerde technologie waardoor veel vies en zwaar werk in de tuinbouw tot het verleden behoort. Telkens geavanceerder productie- en communicatietechnieken, maar ook schaalvergroting en internationalisering vragen voortdurend om medewerkers met nieuwe kennis en vaardigheden: meer teeltspecialisten en afgestudeerde professionals rondom bedrijfskunde, marketing, handel, finance, logistiek, informatica, zakelijke dienstverlening, design, etc..
Knelpunten en uitdagingen Hoe komt de tuinbouw- en groensector aan voldoende en gekwalificeerd personeel? De sector biedt steeds meer nieuwe en interessante functies voor middelbaar en hoger opgeleiden. Daarnaast blijft er veel productiewerk waarvoor weinig opleiding nodig is. Voor iedereen is er dus een toekomst in de tuinbouw. Maar dit dringt nog te weinig naar buiten toe door. Werken in de tuinbouw- en groensector staat bij nog te veel potentiële werknemers niet bekend als aantrekkelijk, gewaardeerd of uitdagend, maar als vies en zwaar zonder loopbaanperspectief met veel - vaak buitenlandse - uitzendkrachten voor tijdelijk werk dat weinig erkenning krijgt. Incidentele excessen met slechte huisvesting en onderbetaling berokkenen het sectorimago ernstige schade. De uitdaging is, werken in de tuinbouw voor alle functieniveaus (nog) aantrekkelijker te maken én daarover effectief met alle potentiële werknemers te communiceren: jongeren in opleiding maar ook mensen buiten de tuinbouw die op zoek zijn naar (ander) werk. Ondernemers vinden de verschillen tussen wat pas gediplomeerden uit het beroepsonderwijs weten en kunnen en de werkelijke behoeften van de bedrijven vaak te groot. Zij geven aan dat werven van gekwalificeerd nieuw personeel een toenemend knelpunt is. Ook aan de huidige medewerkers, vooral op middelbaar niveau, worden snel veel nieuwe eisen gesteld. Voor werkgevers en werknemers blijft investeren in scholing dus belangrijk. Uitdaging voor de tuinbouw is, de opleidings- en scholingsvraag scherp en toekomstgericht te stellen en in concreet aanbod uit te werken in samenwerking met beroepsonderwijs en scholingaanbieders.
6
1.2
Visie en hoofddoel
De tuinbouw- en groensector staat als topsector vanaf 2016 bekend om zijn gevarieerde aanbod van aantrekkelijk en uitdagend werk. De bedrijven in de tuinbouw- en groensector staan er in 2016 om bekend dat ze werknemers ondersteuning bieden bij loopbaanontwikkeling en mobiliteit, gericht op werkzekerheid. Unique selling point van de tuinbouw is dat ook het werk van laag- en ongeschoolden er goed wordt gewaardeerd. Bedrijven hebben geen zorgen over voldoende instroom van up-to-date opgeleide jonge mensen. En wie eenmaal in de tuinbouw- en groensector werkt, blijft dat zo lang mogelijk doen, gezond en met plezier. Goede arbeidsomstandigheden, werkzekerheid en ruime mogelijkheden om zichzelf een leven lang verder te ontwikkelen zorgen er voor duurzame inzetbaarheid. ‘Werken in de tuinbouw’, het Programma Arbeid van het Productschap Tuinbouw, heeft als hoofddoel bij te dragen aan de aantrekkelijkheid van werken in de tuinbouw en aan bewustmaking dat er in de tuinbouw voor iedereen passend werk is te vinden, zodat er vanaf 2016 voldoende juist gekwalificeerde mensen in willen komen èn willen blijven werken.
1.3
Actielijnen en doelstellingen
Het motto van het programma is ‘Be good and tell it’. Het programma ‘Werken in de tuinbouw’ werkt langs vier actielijnen: 1. Goed werkgeverschap bevorderen 2. Arbeidsmarkt relevant beroepsonderwijs 3. Een sterk en aansprekend sectorimago 4. Meten is weten Het programma wil een herkenbare partner zijn waarmee binnen het brede werkterrein van arbeid goed is samen te werken. De actielijnen zijn via het motto ‘Be good and tell it’ onlosmakelijk met elkaar verbonden, al verschillen de doelen en doelgroepen en dus ook de aanpak. Het programma wil een zo hoog mogelijk rendement halen door de activiteiten binnen de vier actielijnen consequent in hun onderlinge samenhang te ontplooien.
Doelstellingen van Actielijn 1: Goed werkgeverschap bevorderen zijn: •
Werken plezieriger, loopbanen aantrekkelijker maken. Het werk op de bedrijven is verschillend qua mate van belasting, buiten- versus binnenwerk, verdeling over seizoenen etc.. Welke kansen kan de tuinbouw benutten door (hernieuwd) werk te maken van flexibiliteit, mobiliteit en taakroulatie, bijvoorbeeld binnen clusters van bedrijven? Van welke effectieve voorbeelden, ook uit andere sectoren kan de tuinbouw gebruik maken? Wat is de potentie van serious gaming?
•
Beter bereiken en benutten van het maatschappelijk potentieel. Hoe kan de tuinbouw het arbeidspotentieel onder bijvoorbeeld werkzoekenden en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt 1. effectiever aanboren, en 2. duurzaam inzetten?
7
•
Aantoonbaarheid van goed werkgeverschap bevorderen. Hoe laat je als werkgever zien dat je oog hebt voor de behoeften van al je medewerkers? Ondernemers in de tuinbouw werken veel met inleenarbeid. Hoe stimuleren we dat goed wordt omgegaan met inleenarbeid en hoe kunnen we excessen ermee in de tuinbouwsector effectief tegengaan?
•
Verbetering van de arbeidsomstandigheden. Kennisontwikkeling over betere maatregelen voor veilig werken met gevaarlijke stoffen (endotoxinen, bestrijdingsmiddelen), door bevordering van een goede werkhouding en beweging, etc. legt de basis voor gezonde werknemers die langer fit blijven. Hoe zorgen we voor een zo effectief mogelijk gebruik van deze kennis?
•
Een leven lang leren stimuleren. Bedrijven beschikken over ruime mogelijkheden om hun medewerkers te scholen. Meer instrumenten voor loopbaangesprekken en scholingsadvies komen binnen bereik. Hoe kunnen we het gebruik ervan zoveel mogelijk stimuleren?
De doelgroep voor Actielijn 1 omvat alle werkenden in de sector tuinbouw en groen als ook werkzoekenden en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
Doelstelling van Actielijn 2: Arbeidsmarktrelevant beroepsonderwijs is: •
Groen en ‘grijs’ beroepsonderwijs sluiten in 2016 op alle niveau’s aan op de opleidingsbehoeften voor functies binnen het tuinbouwbedrijfsleven. Uitwisseling van kennis en ervaring tussen bedrijven/ondernemers en scholen/leerkrachten ligt aan de basis van arbeidsmarktrelevant state-of-the-art beroepsonderwijs. Het programma ‘Werken in de tuinbouw’ wil hieraan bijdragen door middel van activiteiten in het kader van de Actielijnen 1 en 3 waaraan bedrijven en scholen samen deelnemen.
De doelgroep van Actielijn 2 omvat de ondernemers in de sector tuinbouw en groen en het beroepsonderwijs.
Doelstelling van Actielijn 3: Een sterk en aansprekend sectorimago is: •
Bij alle doelgroepen met arbeidspotentieel voor de tuinbouw staat in 2016 de sector zo aangeschreven, dat er voldoende juist gekwalificeerde mensen in willen komen werken. Binnen de tuinbouw- en groensector is er veel om met trots over te vertellen. Vanuit het programma ‘Werken in de tuinbouw’ worden activiteiten gestimuleerd waarmee de sector, met zijn talrijke mogelijkheden van werk voor iedereen op elk niveau, meetbaar meer bekendheid krijgt. De activiteiten worden op de maat van de relevante doelgroepen gesneden. Authentieke ontmoetingen waarin ondernemingen een actief aandeel hebben, staan centraal. Als doelgroepen worden onderscheiden:
8
Leeftijd
De tuinbouw- en groensector heeft werk voor
10-24
a. Jongeren in opleiding, ‘doorgroeiers’
b. Jongeren op zoek naar eenvoudig werk
24+
c.
d. Werkzoekenden en zijinstromers op zoek naar eenvoudig werk
Gekwalificeerde werkzoekenden en zijinstromers
In Actielijn 3 (‘Tell it!’) ligt de primaire focus op doelgroepen a. en b.. Bekendheid met de tuinbouw bij doelgroepen c. en d. wordt vooral gestimuleerd door communicatie over activiteiten uit Actielijn 1 (‘Be good!’).
Doelstelling van Actielijn 4: Meten is weten is: •
Voorzien in de behoefte aan actueel kwantitatief en kwalitatief inzicht over de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt van de tuinbouw- en groensector. Solide en actuele arbeidsmarktgegevens zijn onmisbaar. Bij brancheorganisaties, Greenports, overheden en onderwijs is de behoefte aan betrouwbare en actuele arbeidsmarktcijfers over de tuinbouw groot. Met de Arbeidsmarktmonitor worden de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt van de tuinbouw- en groensector door het PT vanaf 2000 stelselmatig bijgehouden. De monitor zal daarnaast worden ingezet om te bepalen of de activiteiten in het kader van het programma ‘Werken in de tuinbouw’ bijdragen aan de gestelde doelen. Ook kunnen verdiepende onderzoeksvragen worden meegenomen, zoals naar het type instroom waaraan de sector de komende jaren behoefte heeft.
De doelgroep van Actielijn 4 omvat alle partijen die belang hechten aan betrouwbare en actuele gegevens over de arbeidsmarkt van de tuinbouw- en groensector.
1.4
Aanpak en tijdpad
Het programma ‘Werken in de tuinbouw’ biedt bij uitstek ruimte voor initiatieven die door hun omvang, hun experimentele karakter of beide de draagkracht van afzonderlijke bedrijven te boven gaan. Het programma heeft een looptijd van vier jaar, van 2013 t.m. 2016. De actielijnen en de doelstellingen worden bij aanvang vastgelegd. Jaarlijks toetst het Ondernemingsplatform Arbeid de actualiteit van actielijnen en doelstellingen van het programma aan de behaalde resultaten en effecten, en aan autonome veranderingen in de omgeving. Wanneer dit noodzaakt tot bijstellingen van actielijnen en doelstellingen, kunnen die op dat moment worden aangebracht. Op deze manier beschikt de tuinbouw- en groensector over een transparant programma dat dicht bij de ondernemingen voortdurend kan inspelen op de belangrijkste kansen en knelpunten op het gebied van arbeid.
1.5
Organisatie
Op het werkterrein van Arbeid worden in en rond de tuinbouw tal van activiteiten ontplooid door vele actoren, elk met hun eigen uitgangspunten, verantwoordelijkheden en budgetten: O&O-fondsen (Colland, AGF Groothandel), Stigas/Arbodiensten, overheid (Ministeries van
9
EL&I en SZW), Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (Aequor, CKI), onderwijs (Groene Kenniscoöperatie, AOC-raad), productschappen, brancheorganisaties van werkgevers en werknemers en diverse programma’s en andere verbanden waarbinnen deze organisaties samenwerken (Verankering Arbeid, Programma Arbeidsmarkt en Opleiding, Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen, Human Capital Agenda). Veel leden van het Ondernemingsplatform Arbeid zijn verbonden met één of meer van deze netwerken en/of organisaties. Het Ondernemingsplatform Arbeid vormt zo binnen deze netwerken een belangrijk knooppunt. De kennis van dit knooppunt wordt gebruikt om met het programma zoveel mogelijk synergiewinst te halen, en zowel doublures als hiaten te voorkomen. Elk jaar wordt de (geactualiseerde) programmabeschrijving, samen met het jaarplan, als advies van het Ondernemingsplatform Arbeid aangeboden aan de Commissies Sierteelt en Groen en Voedingstuinbouw van het Productschap Tuinbouw. Het jaarplan geeft een onderbouwde indicatie van het benodigde budget voor het eerstvolgende jaar. De commissies bepalen de hoogte van het beschikbare jaarbudget. Waar mogelijk wordt gebruikt gemaakt van medefinanciering door derden. Met het beschikbare jaarbudget worden projecten uitgevoerd die binnen de actielijnen bijdragen aan de doelstellingen. Het Ondernemingsplatform definieert daarbij de inhoudelijke vraag en adviseert over de voorstellen die hierop binnenkomen. De projecten kunnen in looptijd verschillen. De projecten worden door het PT of door derden uitgevoerd. De leden van het Ondernemingsplatform en hun netwerken worden waar nuttig en mogelijk ingeschakeld bij de uitwerking en uitvoering van de projecten. Hierbij kunnen zij ook suggesties doen voor mogelijk geschikte uitvoerders, wenselijke samenwerkingen etc. De commissies Sierteelt en Groen en Voedingstuinbouw geven per project vooraf hun goedkeuring aan de besteding vanuit het beschikbare budget. Na afronding van de projecten wordt verantwoording afgelegd over de resultaten en de effecten. De programmamanager Arbeid heeft een initiërende, coördinerende en faciliterende rol. Hij brengt zijn eigen kennis en netwerken in, en steunt op de gezamenlijke kennis en netwerken van het platform.
10
2 Jaarplan 2013 2.1
Doelstellingen 2013
Goed werkgeverschap bevorderen Het Ondernemingsplatform Arbeid heeft in het meerjarenprogramma vijf meerjarendoelstellingen geformuleerd voor het werkterrein Goed werkgeverschap bevorderen. Onder die noemer gonst het in en rond de tuinbouwsector van de activiteiten. In 2013 zullen in het verlengde hiervan binnen het programma ‘Werken in de tuinbouw’ projecten worden uitgevoerd met als focus, werkgevers sneller en beter in staat te stellen (nieuwe) werknemers duurzaam aan zich te binden. Ook voor werkgevers en werknemers in andere sectoren dan de tuinbouw is het onderwerp van groot belang. Daarom wordt in 2013 de samenwerking tussen productschappen en vakbonden in het project ‘Verankering Arbeid’ voortgezet. Doelstellingen voor 2013 zijn: •
•
Meer kennis en ervaring opdoen over het bevorderen van mobiliteit van werknemers tussen bedrijven (ook intersectoraal) en verspreiding van ‘best practices’. Uitvoering van een pilot in de regio Haaglanden staat voor de tuinbouw centraal. Bevorderen van de bekendheid bij de tuinbouwbedrijven met mogelijkheden voor scholing bij werkgevers en werknemers, en versnelling en uitbreiding van de benutting van instrumenten voor loopbaangesprekken en scholingsadvies. Samenwerking met Agro Opleidingshuis.
De komende tijd zullen de doelen voor het Jaarplan 2013 verder worden ingevuld na: •
•
•
Aanscherping van het gewenste eindbeeld over het beter bereiken en benutten van het maatschappelijk potentieel door bedrijven in de sector tuinbouw en groen. In kaart brengen van hiaten en uitwerken van projectvoorstellen in samenwerking met andere actoren. Aanscherping van het gewenste eindbeeld over de aantoonbaarheid van goed werkgeverschap. In kaart brengen van hiaten en uitwerken van projectvoorstellen in samenwerking met andere actoren. Opties zijn o.a. deelname aan Fair Produce door meer sectoren, MVO-monitoring, etc.. Vaststelling van de gewenste toekomstige inzet op arbeidsomstandigheden vanuit het programma in relatie tot inspanningen van andere actoren zoals Stigas en sociale fondsen. Het project ‘Stof? Pak ’t aan!’ wordt vanuit lopende verplichtingen t.m. 2014 voortgezet.
Arbeidsmarktrelevant beroepsonderwijs Door de Actielijn Arbeidsmarktrelevant beroepsonderwijs wil het programma ‘Werken in de tuinbouw’ bijdragen aan de uitwisseling van kennis en ervaring tussen bedrijven/ondernemers en scholen/leerkrachten. Dit valt samen met de doelstelling van het Centrum voor Innovatief Vakmanschap dat in het kader van de Human Capital Agenda van
11
de Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen wordt ontwikkeld. Tegen deze achtergrond zullen de komende tijd de doelstellingen voor het Jaarplan 2013 verder worden ingevuld.
Een sterk en aansprekend sectorimago Door een intelligente sectoroverschrijdende imagostrategie, boekte de sector in de afgelopen jaren concrete meetbare resultaten: meer kinderen maken op school kennis met de tuinbouw, jongeren herkennen de Nederlandse tuinbouw veel vaker als aantrekkelijke werkgever en als moderne internationale sector. De tuinbouw is met succes op de kaart gezet bij deze doelgroepen door ze consequent vanuit eigen interesse en belevingswereld (sociale media, TV) te benaderen. De deelnemende bedrijven zijn enthousiast en geven aan ook in de toekomst te willen participeren. Verzilvering van de strategie vergt dat die de komende jaren wordt volgehouden en verder ontwikkeld. Doelstellingen voor 2013 zijn: •
•
•
Een overkoepelende imagostrategie voor de tuinbouw- en groensector vestigen door de imagocampagne It’s Alive vol te houden en er nieuwe initiatieven in op te nemen die substantieel bijdragen aan de doelen van het programma. Toename van het aantal directe authentieke kennismakingen tussen jongeren en bedrijven uit de volle breedte van de tuinbouw- en groensector, verbetering van de ondersteuning in concrete projecten en uitbreiding van de communicatie (doelgroep 1624 jaar) met meer aandacht voor jongeren op zoek naar eenvoudig werk. Toename van het gestimuleerd gebruik van (digitaal) lesmateriaal over de tuinbouw op basis- en vmbo scholen (groen en niet-groen), met structureel gebruik in 2016 als einddoel (doelgroep 10-14 jaar).
Meten is weten Eind 2012 ziet de Arbeidsmarktmonitor Tuinbouw het licht. Daarmee beschikt de tuinbouw over actueel en getailleerd inzicht in de stand van zaken en de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Doelstellingen voor 2013 zijn: • Ontsluiting van de Arbeidsmarktmonitor door uitbrengen van sectorspecifieke arbeidsmarktbeelden, actualisering van het arbeidsmarkt-dashboard en doorverwijzing naar PT op relevante websites met arbeidsmarktgegevens. • Jaarlijkse actualisering werkgelegenheidscijfers
12
2.2
Projecten 2013
De doelstellingen uit paragraaf 2.1 worden gerealiseerd met de onderstaande projecten. Actielijnen Projecten Goed werkgeverschap bevorderen 42% Verankering Arbeid 42% Pilot Arbeidsmobiliteit Stof? Pak't aan Basisvaardigheden Agrofood PM
Budget 2013 83.000 20.000 55.000 5.421 620.679
Arbeidsmarktrelevant beroepsonderwijs 5% PM 5% Sterk en aansprekend sectorimago 42% It's Alive 42% Groen Werkt
612.000 181.500
Meten is weten
192.900
Consultancy
94.500
10% Arbeidsmarktmonitor 10% 1% PM 1%
Totaal
25.000
1.890.000
Goed werkgeverschap: De projecten ‘Verankering Arbeid’ en ‘Stof? Pak ’t aan’ lopen in 2013 door. Het project ‘Pilot Arbeidsmobiliteit’ wordt in de Regio Haaglanden uitgevoerd, parallel aan een soortgelijke pilot in de Regio Midden Gelderland (voedingsmiddelen). Basisvaardigheden Agrofood is een sectoroverstijgend project gericht op de aanpak van o.m. laaggeletterdheid. Voor de verdere invulling van de actielijn is een budget van € 620.679 bestemd voor nog te benoemen projecten op het vlak van scholing, benutting van maatschappelijk potentieel, aantoonbaarheid van goed werkgeverschap en arbeidsomstandigheden. Het Ondernemingsplatform scherpt zijn streefbeelden en doelen op deze onderdelen eerst aan. Ook bruikbare ideeën uit de inputronde van september 2012 onder de bedrijven in de sector worden hierin meegenomen. Arbeidsmarktrelevant beroepsonderwijs: Voor de invulling van deze actielijn is een budget van € 94.500 bestemd voor nog te benoemen projecten op het vlak van samenwerking tussen bedrijven en beroepsonderwijs. Deze initiatieven worden ontwikkeld na aanscherping van streefbeelden en doelen door het Ondernemingsplatform. Sterk en aansprekend sectorimago: Voor de projecten ‘It’s Alive’ en ‘Groen Werkt’ zijn nieuwe plannen opgesteld. Concrete doelstellingen die door het Ondernemingsplatform zijn aangedragen zijn daarin zoveel mogelijk verwerkt. De projecten bouwen voort op de infrastructuur, ervaringen en resultaten van de afgelopen jaren. Meten is weten: Van het budget is € 92.900 bestemd voor de uitvoering van het veldwerk en de aankoop van gegevens voor de Arbeidsmarktmonitor en de werkgelegenheidscijfers. Ook de uitvoeringskosten (€ 100.000) zijn in het budget opgenomen. Voornemen is om in 2013
13
het arbeidsmarktonderzoek onder te brengen in het project ‘Sectorstatistiek Nederlandse Tuinbouw’ dat tot doel heeft, kwantitatieve informatie op gebied van productie, arbeidsmarkt, export, import, consumptie en imago te verzamelen, bewerken, analyseren en ontsluiten ter ondersteuning van beleidsmatige vraagstukken in de tuinbouwsector. De nadruk ligt op macro-economische informatie die strategisch wordt gebruikt. Consultancy: Voor kortlopende opdrachten, verkenningen, workshops e.d. voor de ontwikkeling van het programma is een budget van € 25.000 beschikbaar. Hierover wordt achteraf verantwoording afgelegd. Met het Ondernemingsplatform worden nieuwe afspraken gemaakt over de begeleiding van en informatievoorziening over de projecten.
2.3
Communicatie 2013
Over het programma ‘Werken in de tuinbouw’ en alle activiteiten daarbinnen en rechtstreeks daaraan gerelateerd, wordt gecommuniceerd via de website van het Productschap Tuinbouw. Het deel gewijd aan Arbeid wordt daartoe volledig geactualiseerd en in lijn gebracht met het nieuwe programma. Ook nieuwe vormen van on-line en off-line communicatie zullen worden benut. .
14
3 Financiering 2013 Jaarplan Arbeid 2013 - budgetten gevraagd aan de Commissies Voedingstuinbouw en Sierteelt & Groen, co-financiering en totale projectkosten (bedragen in €) PT-nr
Bijdrage PT 2013 totaal
Omschrijving
14793 Basisvaardigheden agrofood
Bijdrage Bijdrage CoVoedings- Sierteelt finantuinbouw en Groen ciering
5.421
1.549
14102 Arbeidsmobiliteit: regionale pilots
20.000
5.714
14.286 300.000 320.000
12751 Verankering factor arbeid
83.000
23.714
59.286 332.000 415.000
13093 Stof? Pak 't aan!
55.000
15.714
39.286 110.000 165.000
13485 It's Alive
612.000
174.857
437.143
0 612.000
11575 Groen Werkt
181.500
51.857
129.643
0 181.500
10546 Arbeidsmarktmonitoring
192.900
55.114
137.786
0 192.900
25.000
7.143
17.857
620.679
177.337
443.342
94.500
27.000
67.500
13794 Consultancy
3.872
Totale projectkosten
Nog te benoemen binnen actielijnen: •
Goed werkgeverschap bevorderen
•
Arbeidsmarktrelevant beroepsonderwijs TOTAAL
1.890.000
15
540.000 1.350.000
21.683
0
27.104
25.000