Werken in de Tuinbouw - programma Arbeid Belang De Nederlandse tuinbouw- en groensector dankt zijn unieke positie als internationaal tuinbouwcentrum aan ondernemers en medewerkers, die in staat zijn nieuwe kennis snel te vertalen naar economisch en maatschappelijk profijtelijke innovaties. Terwijl echter de tuinbouw- en groensector jaarlijks 10.000 nieuwe arbeidskrachten nodig heeft (uitzendkrachten niet meegerekend), vergrijst Nederland en is er in 2025 een tekort van een miljoen arbeidskrachten. De tuinbouw- en groensector verkeert dus in een felle competitie met andere sectoren in ons land om voldoende en goed geschoolde werknemers. Daarom is het cruciaal dat de tuinbouw- en groensector aantrekkelijk blijft als werkgever voor alle leeftijden en dat mogelijkheden voor opleiding en scholing goed op peil blijven. Visie en doelstelling De tuinbouw- en groensector staat in 2015 bekend om zijn aanbod van uitdagend en gevarieerd werk voor mensen met opleidingen van laag tot hoog. De sector staat aangeschreven als een goede en betrouwbare werkgever en heeft zich verzekerd van voldoende instroom van up-to-date opgeleide jonge mensen. En wie eenmaal in de tuinbouw- en groensector werkt, blijft dat met plezier zo lang mogelijk doen vanwege de goede arbeidsomstandigheden en de ruime mogelijkheden om zichzelf een leven lang verder te ontwikkelen. ‘Werken in de tuinbouw’ heeft als doel bij te dragen aan het zo aantrekkelijk mogelijk maken en presenteren van de tuinbouw- en groensector voor wie er in werkt en voor wie dat een optie is. Activiteiten Het programma werkt langs drie actielijnen: Boeien, Binden en Inzicht in de arbeidsmarkt. Door te boeien wekken we belangstelling voor de sector bij iedereen die op zoek is of gaat naar werk, van scholieren tot zij-instromers. Activiteiten zijn campagnes als It’s Alive!, GroenWerkt en Green ID. Werkenden binden maakt dat expertise behouden blijft en vereist de zorg voor plezierig en veilig werk met zicht op persoonlijke ontwikkeling. Activiteiten op het vlak van arbeidsomstandigheden zijn Werken met gewasbeschermingsmiddelen en Borging Stof? Pak 't aan!, op het vlak van leven lang leren AgroOpleidingshuis en scholingsconsulenten en op het vlak van MVO Fair Produce en MOEwerknemers. Inzicht in de arbeidsmarkt voorziet de sector in de mogelijkheid, zijn beleidskeuzes te onderbouwen bij o.m. CAO-onderhandelingen, ARBO-convenanten en scholingsprogramma’s. Activiteiten zijn de Arbeidsmarktmonitor en Mobiliteit in de regio.
Programma Energie en CO2 Belang Duurzamer produceren is een onmisbare component bij het verder versterken van de concurrentiekracht van de sector. Dat geldt zeker op het gebied van Energie en CO2. Dat vraagt ontwikkeling van kennis en innovaties zodat in 2020 in nieuw te bouwen glastuinbouw-, bollen- en paddestoelenbedrijven klimaatneutraal kan worden geproduceerd. Dit betekent dat er ingrijpende veranderingen nodig zijn in teeltmethodiek- en productiesystemen. Visie en doelstelling De tuinbouw wil de in 2008 gemaakte ambitieuze afspraken op energiegebied voortzetten. De ambitie is dat in 2020 in nieuwe bedrijven klimaatneutraal wordt geproduceerd op een manier die ook economisch rendabel is. Daarbij worden de volgende doelen nagestreefd: reductie van de CO2-emissie (30% in bollen en paddestoelen en 48% in glastuinbouw). aandeel duurzame energie (20%) verbetering van de energie-efficiëntie (+2% per jaar; de groente- en fruitverwerkende industrie +30% in 2005 – 2020) Nederlandse tuinbouwproducten worden in 2020 maximaal efficiënt en duurzaam vervoerd worden; gestreefd wordt de CO2 footprint voor importproducten met 30% terug te brengen. Actielijnen Ontwikkelen van kennis en innovatieve technieken en concepten waarmee met minder fossiele energie rendabel geproduceerd kan worden, gericht op: Energiebesparing, o.a. Het Nieuwe Telen, LED’s, isolerende (kas)materialen, meerlagenteelt, bewaringstechnieken, droogtechnieken en verwerkingstechnieken (groenten- en fruitverwerkende industrie) en CO2 reductie in logistiek (o.a. via multimodaal transport). Efficiëntere inzet van fossiele energie (WKK) inclusief elektriciteitlevering Hernieuwbare energie, o.a. zonne-energie, bio-energie, geothermie en windenergie Het ondersteunen van ondernemersgedreven pilotprojecten op bovengenoemde terreinen, risicoafdekking, innovatieve financieringsinstrumenten, kennisoverdracht, ontwikkelen van oplossingen voor knellende wet- en regelgeving en jaarlijkse monitoring. Voor de groenten- en fruitverwerkende industrie wordt de energieparagraaf van de routekaart 2030 uitgevoerd.
Programma ‘De Tuinbouw in de Biobased Economy’ en MVO Belang In de Biobased Economy wordt biomassa afkomstig van o.a. planten en algen gebruikt als groene grondstof voor geneesmiddelen, voedingssupplementen, cosmetica, gewasbeschermingsmiddelen, bouw- en verpakkingsmaterialen, veevoer en energie. De tuinbouw in de biobased economy draagt bij aan het versterken van de concurrentiekracht van de sector en het oplossen van maatschappelijke uitdagingen: de overgang van een op fossiele energie gebaseerde economie naar een biobased economie. Visie en doelstelling Ambitie van het programma is om rond 2020 het grootste deel van het plantaardig restmateriaal tot waarde te brengen en tenminste 10 nieuwe product-martkcombinaties tot stand te brengen op basis van waardevolle plantenstoffen. Dit programma wordt opgesteld en uitgevoerd in samenwerking met het Kenniscentrum Plantenstoffen en in nauwe afstemming met een Ondernemersplatform, samengesteld uit ondernemers of hun medewerkers uit alle tuinbouwbranches. Activiteiten Het programma ‘De Tuinbouw in de Biobased Economy’ gaat kennis, innovaties en producten ontwikkelen: Waarmee de tuinbouw producent en leverancier kan worden van inhoudstoffen uit specifiek geteelde planten, algen, kroos en plantaardig restmateriaal, Waarmee de tuinbouw op basis van gebruik van biobased plantenpotten, verpakkingen, substraten, gewasbeschermingsmiddelen, energie enz. partner is in biobased ketens Die bijdragen aan duurzame ontwikkeling, maatschappelijke positionering en de concurrentiekracht van tuinbouwondernemers en hun (nieuwe) businesspartners. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) Meer met minder. De tuinbouw kiest voor integrale duurzaamheid met een toegevoegde waarde voor milieu, maatschappij en consument met als doel hiermee economisch rendement te behalen. Ambitie is dat rond 2020 een goede score wordt behaald in bewustzijn en handelen op het gebied van MVO bij tuinbouwondernemers en hun handelspartners. Daarnaast een hoge mate van bewustzijn en waardering bij de consumenten over de mate van duurzaamheid van tuinbouwproducten. Het deelprogramma MVO gaat werken aan de volgende actielijnen: Objectiveren duurzaamheidscriteria Verduurzamen internationale handel Verantwoording afleggen over MVO Voorlichting over MVO
Programma Groen en Welbevinden Belang Gezond en succesvol leven kan niet zonder groen. Groen IN, OP, AAN en ROND gebouwen laat scholieren beter leren, werknemers creatiever en productiever werken, patiënten sneller gezond worden en jong en oud prettig recreëren. Groen heeft nieuwe waarden gekregen in de maatschappij: oplossing voor het hitte-eiland effect, waterberging bij hoosbuien, afvangen van CO2 en fijnstof. Groen in de bebouwde omgeving zorgt voor sociale cohesie en laat onroerend goed in waarde stijgen. Groen zorgt voor gezondheid en een gevoel van welbevinden, of we nu wonen, leren, werken, zorgen of ontspannen. Visie en doelstelling De tuinbouw- en groensector biedt groene oplossingen voor het verbeteren van de woon-, werk- en leefomgeving. De sector draagt bij aan beheersing van ziektekosten, ondersteunen van de integratie en veiligheid, creëren van leefbare, klimaatbestendige steden en vitale krimpgebieden, scheppen van lokale werkgelegenheid, overgang naar duurzame energie en een grotere biodiversiteit. Er ontstaat nieuwe verdiencapaciteit voor de tuinbouw en haar businesspartners door een grotere markt voor bomen en (vaste) planten, potplanten, perkgoed en bloembollen. Bovendien zijn er marktkansen door het ontstaan van groene innovaties zoals groene daken en gevels, groen in gebouwen, stadstuinbouw en ‘pocket parken’ en meer werk voor hoveniers, groenvoorzieners en interieurbeplanters. Activiteiten In de komende jaren is het zaak duidelijk te maken wat groen concreet oplevert voor stad en mens. Het programma maakt een vertaalslag hoe de groene bewijslast wordt omgezet naar economisch voordeel. Groene rekenmodellen worden ontwikkeld om inzicht te geven in kostenbesparingen en verdienmodellen. Het netwerk dat het thema uitdraagt naar de maatschappij wordt verbreed om het onderwerp blijvend op de agenda te zetten.
Programma Voeding & Gezondheid Belang Het eten van groenten, fruit, noten en zuidvruchten is belangrijk voor een gezond voedingspatroon. Het verhogen van de consumptie van groenten en fruit is voor samenleving en overheid pure winst: kosten in de gezondheidszorg worden verlaagd o.a. door positief effect op overgewicht, vitaler ouder worden en een preventieve werking op chronische ziekten zoals diabetes en hart- en vaatziekten. Een belangrijke randvoorwaarde voor gezonde en smakelijke voeding is een optimaal gewaarborgde voedselveiligheid. Consumenten en afnemers moeten er op kunnen vertrouwen dat de producten van de voedingstuinbouw veilig geconsumeerd kunnen worden. Dit vertrouwen verdwijnt snel bij een voedselschandaal met een gezondheidsrisico. Dit zorgt voor grote sociale onrust en heeft voor de sector een grote economische impact. Herstel van het vertrouwen duurt vaak lang. In dergelijke gevallen is crisismanagement is belangrijk, want alle risico’s volledig afdekken is onmogelijk. Visie en doelstelling Consumenten houden zich aan de voedingsrichtlijn van 2x2 en hebben vertrouwen in gezond en veilig voedsel. De ondernemers zijn en blijven alert op voedselveiligheidsrisico’s in de keten en deze worden beheerst. Actviteiten De groenten- en fruitsector inspireert en verleidt mensen om meer op duurzame wijze geproduceerde gezonde producten te eten. De sector zorgt voor voortdurende verbetering van verse en verwerkte groenten en fruitproducten. Dit kan op het gebied van smaak, productkwaliteit, houdbaarheid, verhogen van gezonde inhoudsstoffen en consumenten gemak. Inzicht verkrijgen in kwaliteitsverloop in de keten van vers product kan bijdragen aan een kwalitatief beter en veiliger product en minder verspilling. De sector is in staat om voedselveiligheidsrisico’s vrijwel volledig te beheersen en streeft naar een nultolerantie van overschrijdingen van de voedselveiligheidsnormen. De sector blijft alert op nieuwe risico’s (microbiologie, duurzamere teelttechnieken, tracering, handelsstromen) en neemt actief beheersmaatregelen. Door te investeren in kennis over risico’s en deze te vertalen naar de praktijk wordt het beheersen van deze risico’s op een hoger niveau gebracht. Kennis van de ondernemers m.b.t. voedselveiligheid, levensmiddelwetgeving en productkwaliteit is versterkt door deze centraal te ontsluiten in het groenten en fruit portaal.
Programma Plantgezondheid Belang Plantgezondheid raakt de consument, natuur, water- en luchtkwaliteit, groene ruimte, biodiversiteit, voedselveiligheid en voedselzekerheid. Tweemaal meer productie met tweemaal minder middelen. Het leidt tot gezonde producten en welbevinden van de hele maatschappij. Het draagt daarnaast bij aan de wereldvoedselzekerheid. Visie en doelstelling Een gezonde plant op een gezond bedrijf in een gezonde omgeving is mogelijk als de sector haar bedrijfsvoering voortdurend aanpast aan de veranderende behoeften, wensen en eisen van de klanten, maatschappij en wet en regelgeving. Het Programma Plantgezondheid is opgebouwd uit 3 peilers: Gewasbescherming, Fytosanitaire zaken en Water, bodem en bemesting. Doelstelling op het gebied van gewasbescherming is: met gezonde planten naar tweemaal meer productie met tweemaal minder middelen. Het leidt tot gezonde producten en welbevinden van de hele maatschappij. Het draagt daarnaast bij aan de wereldvoedselzekerheid. Insleep van quarantaineorganismen of niet-gereguleerde organismen kan producenten en handelaren, maar ook de samenleving confronteren met een enorme schadepost. De tuinbouw heeft invloed op de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater. Bij een te hoge emissie dragen productiemiddelen als mest en gewasbeschermingsmiddelen bij aan verontreiniging van het oppervlaktewater. In de KaderRichtlijn Water en de Nitraatrichtlijn en in de Nota Duurzame Gewasbescherming worden onder andere limieten gesteld om deze mogelijke belasting van het oppervlaktewater te verminderen. Activiteiten Het Programma Plantgezondheid investeert in onderzoeken en projecten die het mogelijk maken om knelpunten op het gebied van gewasbescherming, fytosanitaire zaken en water, bodem en bemesting daadkrachtig op te lossen.