Target@Work Praktijktest implementatie richtlijn Reuma(toïde Artritis) en participatie in arbeid
Amersfoort 3 maart 2014 Centrum Werk Gezondheid Eveline Stadermann Paul Baart
Inhoudsopgave 1. Introductie
3
2. Het project
5
2.1. Doel
5
2.2. Opzet project
5
3. Mogelijke niet-‐medicamenteuze interventies
7
3.1. Logistiek
8
3.2. Schematisch overzicht activiteiten in deelnemende centra
8
3.3. Uitkomsten
9
3.4. Tijdslijn
9
4. Programmamanagement:
10
5. Screeningsinsturmentarium
12
6. Mogelijke interventies
14
2 | 15
1. Introductie Reumatische aandoeningen worden gekenmerkt door pijn en functieverlies ten gevolge van ontstekingen en gewrichtsschade. Patiënten met inflammatoire reumatische aandoeningen ervaren ook opvallend meer moeheid. Al deze klachten dragen bij tot een verhoogd risico op ziekteverzuim en uitval uit het arbeidsproces. Uit onderzoek van TNO blijkt dat de maatschappelijke kosten van alle reumatische aandoeningen samen in 2012 ongeveer 16 miljard euro zijn door productieverlies, 1
ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid . In Nederland zijn er het afgelopen decennium veel initiatieven geweest om ziekteverzuim en instroom in de WAO te reduceren. Klassiek ligt hierbij de verantwoordelijkheid voor de begeleiding rondom arbeidsvraagstukken bij de bedrijfsarts en de werkgever. Echter, patiënten komen veelal pas met hun bedrijfsarts in contact als er sprake is van verzuim, terwijl patiënten al in een veel eerder stadium problemen met functioneren op het werk kunnen ervaren Begin 2012 is de projectgroep Target@Work opgericht binnen de werkgroep Economie en Reumatologie van de Nederlandse Vereniging voor Reumatologie met als doel arbeidsparticipatie van reumapatiënten te optimaliseren door aandacht te schenken aan werkvermogen en productiviteit op regelmatige tijdstippen tijdens het klinisch behandeltraject. Leden van de werkgroep zijn: Mieke Hazes, Annelies Boonen, Han Hullen, Yvonne van Eijk-Hustings, Jan Hoving, Carin LogtenbergRutten, Marieke Scholte-Voshaar, Marieke van Onna, Marieke ter Wee, Mart van de Laar, Paul Baart en Eveline Stadermann. Het project is onderdeel van het Programma Fit for Work van het Centrum 2
Werk Gezondheid.
Uit een enquête die in 2012 door de projectgroep T@W werd verricht onder reumatologen en reumaverpleegkundigen, bleek dat deze professionals het belangrijk vinden om in hun spreekkamer aandacht te besteden aan de arbeidssituatie van de patiënt om zodoende verzuim of arbeidsongeschiktheid te voorkomen of te minimaliseren. Men vindt dit belangrijk, maar weet eigenlijk 3
niet “hoe” en wil tegelijkertijd ook graag zien of hetgeen ze doen, daadwerkelijk effect heeft. 4
In 2012 is de concept versie van de richtlijn Reumatoïde artritis en participatie in arbeid verschenen als addendum op de CBO-richtlijn “Diagnostiek en behandeling Reumatoïde Artritis”. Deze richtlijn is geschreven door en voor betrokken professionals en patiënten. De richtlijn beschrijft het belang van arbeid, hoe in de reumatologische praktijk patiënten gescreend kunnen worden op (dreigend) verzuim en welke interventiemogelijkheden er zijn om verzuim te voorkomen en arbeidsparticipatie te verbeteren. Op grond van het bovengenoemd onderzoek is de projectgroep T@W van mening dat er
1
www.reumafonds.nl feiten en cijfers
[email protected] Logtenberg- Rutten C, van Eijk- Hustings Y, Stadermann E, Scholte- Voshaar M, Hazes J, Boonen A. Supporting patients in optimal participation at work in the rheumatology clinic: rheumatologists' and rheumatology nurses' opinion [abstract]. Ann Rheum Dis 2013;72(Suppl3):356 4 De richtlijn is te vinden via www.nvvg.nl bibliotheek. Na autorisatie zal de richtlijn ook op de website van de NVR worden weergegeven. 2 3
3 | 15
bij de reumatologen en Healthcare professionals voldoende draagvlak bestaat om de richtlijn te implementeren in de praktijk. Gesteund door de literatuur, is de projectgroep eveneens van mening dat, hoewel de richtlijn zich beperkt tot reumatoïde artritis, de richtlijn breder toepasbaar is op alle (ook niet-inflammatoire) aandoeningen van het spier- en gewrichtsapparaat. De kernproblemen bij deze aandoeningen zijn immers geheel vergelijkbaar, namelijk pijn en functiebeperking. Daarnaast zijn arbeid gerelateerde problemen bij chronisch zieken voor 80% generiek ongeacht de specificiteit van de aandoening.
4 | 15
2. Het project 2.1.
Doel
Dit project is gericht op de implementatie van de richtlijn Reumatoïde artritis en participatie in arbeid in de klinische praktijk, waarbij gekeken wordt of (1) het implementatieprotocol werkbaar is, (2) of het ook daadwerkelijk leidt tot het stellen van arbeid als behandeldoel en (3) of het toepassen van de richtlijn positief ervaren wordt door de patiënten.
2.2.
Opzet project
Fase 1: Ontwikkeling van het protocol, de software en het opzetten van een database. Verkrijgen verklaring wel/niet-WMO-plichtig onderzoek en benaderen van de centra. Fase 2: Nulmeting: Gedurende vier weken wordt in de deelnemende centra bij alle patiënten tussen de 18 en 65 jaar die de polikliniek bezoeken direct na het polibezoek persoonlijk of elektronisch (indien het een ROMA centrum betreft) gevraagd of en hoe participatie in arbeid aan bod is gekomen, of doelen, acties, adviezen of niet-medicamenteuze interventies zijn besproken en hoe de patiënt dat ervaart. Fase 3: Na afronding van de nulmeting wordt elk deelnemend centrum getraind hoe zij het screeningsinstrument en de interventiewijzer, gebaseerd op de richtlijn Reumatoïde artritis en participatie in arbeid, kunnen toepassen (zie eerder). De projectgroep stelt daartoe in deze fase een implementatieprotocol samen. Bij elke nieuwe patiënt met chronisch inflammatoire gewrichtsklachten tussen de 18 en 65 jaar wordt gevraagd naar werk, of het goed gaat op het werk en zo niet, dan wordt er doorgevraagd en mogelijk met behulp van het interventietool een interventie aangeboden. Als een deelnemend centrum gebruik maakt van de ROMA database, zal voor reeds bekende patiënten de flow deels elektronisch verlopen. Bij elke visite van werkende reeds bekende patiënten met chronisch inflammatoire gewrichtsklachten (vervolg screeningstool) wordt elektronisch vooraf of persoonlijk gevraagd hoe het gaat op het werk. Bij (dreigende uitval) wordt doorgevraagd en mogelijk een interventie aangeboden met behulp van het interventietool.
5 | 15
Fase 4: Gedurende vier weken wordt aan alle patiënten tussen 18 en 65 jaar elektronisch voorafgaand aan het consult of persoonlijk tijdens het consult gescreend op (dreigend) arbeidsverzuim en eventueel een interventie aangeboden. Na afloop van het consult worden zij electronisch of persoonlijk gevraagd of er niet-medicamenteuze interventies zijn voorgesteld en hoe de patiënt dat ervaart Fase 5: De reumatoloog en reumaverpleegkundige wordt na afronding van fase 4 gevraagd naar de werkbaarheid hiervan en naar suggesties voor verbetering. De vraag hierbij is (1) welke barrières er zijn om de aanpak te implementeren (2) of het implementeren inderdaad leidt tot meer aandacht en betere adviezen omtrent werkvermogen en (3) of patiënten het als meerwaarde ervaren dat gestructureerd aandacht gegeven wordt aan functioneren ten aanzien van werk. Fase 6: Analyse van de verzamelde gegevens en publicatie van de resultaten Fase 7: In geval van positieve resultaten zal het curriculum ontwikkeld worden en nationale implementatie bewerkstelligt. Een te ontwikkelen screeningsinstrument is onderdeel van fase. In centra waar niet met ROMA gewerkt wordt, wordt persoonlijk tijdens het consult gevraagd hoe het gaat op het werk. Bij problemen wordt er door gevraagd naar de aard van de problemen en mogelijk een interventie aangeboden. In centra die meedoen aan de ROMA database vult de patiënt aan het consult elektronisch het screeningsinstrument in. Tijdens het consult kan de reumatoloog of reumaverpleegkundige dan zien of er sprake is van (dreigend) verzuim en wat de onderliggende oorzaak is en een passende interventie aanbieden. De interventiewijzer Bij (dreigend) verzuim krijgt de patiënt mogelijk naar gelang de aard van de problematiek een medicamenteuze en of niet medicamenteuze interventie aangeboden of wordt doorverwezen naar de reumaverpleegkundige die een niet-medicamenteuze interventie kan aanbieden.
6 | 15
3. Mogelijke niet-medicamenteuze interventies 1. Verwijzing naar beschikbare zelfmanagement tools. 2. Verwijzing naar een fysio- of oefentherapeut. Doel: Lichamelijke training en oefentherapie. De oefenprogramma is gericht op behoud of verbetering van de beweeglijkheid van de gewrichten, spierkracht, conditie en op de eventuele functionele beperkingen van de patiënt. 3. Leefstijladviezen (bijvoorbeeld de cursus “Reuma uitgedaagd” van de Reumapatiëntenvereniging). Patiënten wordt geleerd: -
de regie over hun leven in eigen hand te houden
-
beter te communiceren met de omgeving en zorgverleners
-
beter om te gaan met pijn en vermoeidheid
-
beter te ontspannen en bewegen
4. Verwijzing naar een psychotherapeut om de patiënt te leren zijn eigen weg te vinden in het subtiele evenwicht tussen het accepteren van de chronische ziekte en kiezen voor actieve coping. 5. Verwijzing naar een arbeidsdeskundige om aanpassen met betrekking tot de werkinhoud, taken en uitvoering te bespreken. Mogelijkheden voor aanpassingen zijn: -
Werkplek aanpassen
-
Lichter werk
-
Werktijden aanpassen (rekening houden met opstartklachten), eventueel minder uren
-
Rustpauzes inlassen
-
Zoeken naar ander werk
-
Woon-werkverkeer verbeteren (bv. invalidenparkeerplaats)
6. Verwijzing naar een ergo- of fysiotherapeut voor gewricht beschermende maatregelen. Deze aanpassingen zijn gericht op -
Het voorkomen van statische belasting
-
Het in kleinere porties verdelen van de belasting
-
Het verdelen van de belasting over meerdere gewrichten
6. Verwijzing naar de bedrijfs- of Bedrijfsarts voor sociale en praktische steun: Steun en begrip van leidinggevende(n) en collega’s bevorderen. Dit is de wettelijke plicht van de werkgever die daarbij door arbodienst of bedrijfsarts wordt ondersteunt.
7 | 15
3.1.
Logistiek
Zowel grote perifere als academische centra worden benaderd: Dordrecht/ Maasstad ziekenhuis, Rotterdam, AMC Amsterdam, VU Amsterdam, UMC Maastricht, Maartenskliniek Nijmegen, Medisch Spectrum Twente, Enschede, Eindhoven (Catharina ziekenhuis of Maxima Medisch Centrum), HAGA, Den Haag, Antonius ziekenhuis, Nieuwegein, Groningen (UMCG of Martini). In de centra die al toegang tot de ROMA database hebben kunnen patiënten met hun persoonlijke inlogcode op de T@W-page de vragen elektronisch beantwoorden en aangeven welke niet-medicamenteuze interventies aangeboden zijn. In de andere centra worden de vragen mondeling gesteld.
3.2.
Schematisch overzicht activiteiten in deelnemende centra Niet-ROMA-centra
Nulmeting
Training
ROMA-centra
Patiënt wordt na consult persoonlijk gevraagd:
Patiënt wordt na consult elektronisch gevraagd:
1. 2. 3.
1. 2. 3.
Is werk besproken is in spreekkamer? Is er een interventie aangeboden? Hoe ervaart de patiënt het feit dat er aandacht aan werk is geschonken? Gesprekstraining “Hoe stel je werk aan de orde”
Is werk besproken is in spreekkamer? Is er een interventie aangeboden? Hoe ervaart de patiënt het feit dat er aandacht aan werk is geschonken? Gesprekstraining “Hoe te handelen als er problemen met werk blijken”
“Hoe te handelen in een penibele situatie” “Hoe te handelen in een penibele situatie” “Welke mogelijke interventies zijn er” “Welke mogelijke interventies zijn er” Implementatie
Voorafgaand aan consult Tijdens consult Vragen naar werk en onderzoeken of er sprake is van ( dreigend) verzuim Eventueel interventie aanbieden
• •
Na consult wordt patiënt persoonlijk gevraagd: • •
• Evaluatie
Of werk besproken is Of er een interventie aangeboden is Hoe de patiënt dit ervaren heeft
Behandelaren vragen naar hun ervaringen. Welke barrières? Suggesties ter verbetering?
Patiënt vult screeningstool elektronisch in Tijdens consult
•
• •
ROMA checken of er sprake is van (dreigend) verzuim Eventueel interventie aanbieden Na consult wordt patiënt persoonlijk gevraagd:
• Of werk besproken is • Of er een interventie aangeboden is • Hoe de patiënt dit ervaren heeft Behandelaren vragen naar hun ervaringen. Welke barrières? Suggesties ter verbetering?
8 | 15
3.3.
Uitkomsten
Dit project onderzoekt of:
1. Er na de implementatie van de richtlijn meer gestructureerde aandacht aan arbeid wordt besteed door de Healthcare professionals en mogelijk meer interventies worden aangeboden dan voor de implementatie van de richtlijn. 2. Patiënten dit als meerwaarde ervaren. 3. Het implementatieprotocol werkbaar is in de dagelijkse klinische praktijk. Uitkomstmaten: -
Hoe vaak komt functioneren ten aanzien van werk aan de orde tijdens het consult. Is er een verschil voor en na de training van reumatologen en reumaverpleegkundigen?
-
Zijn er doelen, acties, adviezen of interventies voorgesteld (en welke)? Is er een verschil voor en na de training?
-
Hoe ervaart de patiënt de aandacht voor arbeid en de adviezen die gegeven worden tijdens het spreekuur?
-
Hoe ervaart de reumatoloog/health care professionals het werken met het screeningsinstrument en de interventiewijzer? Zijn er barrières en mogelijke voorstellen deze weg te nemen?
3.4.
Tijdslijn
Finaliseren projectplan en protocol Fase 1 (ontwikkelen vragenlijsten, software, training en rekruteren centra) Fase 2 (nulmeting) Fase 3 (training centra) Fase 4 (implementatie) Fase 5 (evaluatie) Fase 6 (analyse rapportage)
14 februari 2014 1 juni 2014 1 oktober 2014 15 december 2014 1 maart 2015 1 april 2015 1 augustus 2015
Indien het implementatieproject succesvol is verlopen is het de intentie van de werkgroep om een volledig curriculum te ontwikkelen voor Target@Work en het nationaal te implementeren.
9 | 15
4. Programmamanagement: Initiatiefnemers:
Nederlandse Vereniging voor Reumatologie NVR, werkgroep Reuma en Economie Werkgroep Target@Work Centrum Werk Gezondheid, programma Fit for Work
Sponsor
Organisatie die geld of andere middelen ter beschikking stellen voor de ontwikkeling van het programma.
Project organisatie
Stichting Centrum Werk Gezondheid, Amersfoort
Programmamanagement
De door het Centrum aangewezen persoon of personen die de
uitvoerende verantwoordelijkheid voor het programma op zich neemt of nemen. Het programmamanagement informeert de adviesraad over de voortgang van het programma conform het projectplan Target@Work, implementatie richtlijn Reuma(toïde Artritis) en participatie in arbeid d.d. 14 februari 2014. het programma management informeert: • • • management groep
sponsoren de NVR, na consultatie van de Advies Stake holders, binnen en buiten het programma
P. Baart MA, T. Raaijmakers Msc, Drs. E. Stadermann,
Adviesraad
De werkgroep Target@work treedt op als adviesraad van het programma Target@Work. De Adviesraad geeft gevraagd en ongevraagd advies aan de het project management, bewaakt de voortgang en de professionele-, strategische- en ethische aspecten van het programma.
Samenstelling
Dr. J.M.W. Hazes, Hoogleraar reumatologie Erasmus Medisch Centrum Rotterdam, Dr. A.E.R.C.H. Boonen, Hoogleraar reumatologie Universitair Medisch Centrum Maastricht, Drs. H.J. Hullen, Bedrijfs- en Verzekeringsarts, Hullen Advies, Drs. Y.J. L. van Eijk-Hustings, Gezondheidswetenschapper en reumaverpleegkundige Universitair Medisch Centrum Maastricht, C.W.J. Logtenberg, reumaverpleegkundige Academisch Medisch Centrum Amsterdam, 10 | 15
Dr. J.L. Hoving, Coronel Instituut Universiteit Amsterdam, Drs. M.J. Scholte-Voshaar, Patiënten vertegenwoordigster, Dr. M. van Onna, Reumatoloog, Academisch Medisch Centrum Amsterdam, Drs. M.M. ter Wee, PhD afdeling reumatologie, VU medisch centrum Amsterdam, Dr. M.A.F.J. van de Laar, Hoogleraar Medisch Spectrum Twente Actieve participanten
Het programmamanagement en de leden van de adviesraad vormen de actieve participanten
Dataopslag/verwerking Universiteit Twente, Gedragswetenschappen. ROMA database. Prof Dr M.A.F.J. van de Laar, Twente University Actieve participanten hebben het recht gebruik te maken van de verzamelde data binnen het programma Target@Work op voorwaarde dat in alle uitingen van het werk dat mede is gebaseerd op deze data de database en het programma worden genoemd. Publicatie
Het Centrum Werk Gezondheid publiceert de resultaten van het programma In de uitingen van het programma worden steeds genoemd: • Het programma management • de leden van de adviesraad • de sponsoren Het staat ieder van de actieve participanten vrij daarvan gebruik te maken in eigen werk zoals onderzoek of publicaties.
11 | 15
5. Screeningsinsturmentarium Screening tijdens consult
Vraag 1:
Heeft u (betaald werk)?
“Ja”
Vraag 2:
Hoe gaat het op het werk?
“Nee”
Hoezo geen werk?
STOP
“niet goed”
“goed”
STOP
Vraag 3:
Wat is er nodig?
12 | 15
Elektronisch screeningsinstrument (ROMA)
1. Werkt u? -
1.1 Reden geen betaald werk? Geen betaald werk Betaald werk: beroep en functie ………………….. - Vrijwillig Kantoorfunctie - Werkloos Lichamelijk werk - VUT/Pensioen Licht - Andere reden Matig Zwaar 1.2 In het verleden betaald werk? Thuiswerk -
Nee Ja
STOP
1.2.1 Tot wanneer gewerkt … (jaartal)
2. Veroorzaakt of verergert werk de klachten? -
Nee Ja
STOP
1.2.2 Omschrijving beroep en functie STOP
3. Heeft u meer moeite met bepaalde werkzaamheden? -
Nee Ja
STOP
4. Waar heeft u meer moeite mee? -
Bewegen, namelijk ……. Omgaan met de beperkingen in bewegen Omgaan met vermoeidheid Omgaan met collega’s De regie over het eigen leven te houden …..
13 | 15
6. Mogelijke interventies Niet medicamenteuze interventies gericht op het verhogen van de (werk-)belastbaarheid Interventiemogelijkheden
wie
1
Lichamelijke training en oefentherapie
Fysio- of oefentherapeut
2
Leefstijladviezen (bijvoorbeeld de cursus “Reuma
Reumaverpleegkundige
uitgedaagd” van de Reumapatiëntenvereniging) 3
Actieve coping strategieën
Psychotherapeut
4
Aanpassen werkinhoud, taken en uitvoering
Arbeidsdeskundige
5
Gewrichtbeschermende maatregelen
Ergo- of fysiotherapeut
6
Sociale/praktische steun
Werkgever, arbodienst, bedrijfsarts
Ad 1: Oefenprogramma gericht op behoud of verbetering van de beweeglijkheid van de gewrichten, spierkracht, conditie en op de eventuele functionele beperkingen van de patiënt. Ad 2: Er zijn diverse voorbeelden van cursussen op dit gebied zoals de cursus “Reuma uitgedaagd” die in 6 bijeenkomsten mensen leert: de regie over hun leven in eigen hand te houden beter te communiceren met de omgeving en zorgverleners beter om te gaan met pijn en vermoeidheid beter te ontspannen en bewegen Ad 3: De patient moet zijn eigen weg vinden in het subtiele evenwicht tussen het -‐ -‐ -‐ -‐
accepteren van de chronische ziekte en kiezen voor actieve coping. Ad 4: Mogelijkheden voor aanpassingen zijn: -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐
Werkplek aanpassen Lichter werk Werktijden aanpassen (rekening houden met opstartklachten), eventueel minder uren Rustpauzes inlassen Zoeken naar ander werk Woon-werkverkeer verbeteren (bv. invalidenparkeerplaats)
14 | 15
Ad 5: Deze aanpassingen zijn gericht op -‐ -‐ -‐ -‐
Het voorkomen van statische belasting Het in kleinere porties verdelen van de belasting Het verdelen van de belasting over meerdere gewrichten Het belasten van de grotere gewrichten in plaats van de kleinere
Ad 6: Steun en begrip van leidinggevende(n) en collega’s bevorderen. Dit is de wettelijke plicht van de werkgever die daarbij door arbodienst of bedrijfsarts wordt ondersteunt.
Stichting Centrum Werk Gezondheid | Zonnehof 25 | 3811ND | Amersfoort | fitforwork.centrumwerkgezondheid.nl
15 | 15