Bestuursopdracht
Ambachtse schakels Initiatieven ter versterking van zelfredzaamheid en participatie november 2011
1. Inleiding Een van de belangrijke uitgangspunten van de coalitie is de inzet op het behouden en versterken van het goede niveau van voorzieningen en dienstverlening aan de inwoners, en zo mensen alle gelegenheid te geven mee te kunnen doen in de samenleving en naar mogelijkheid te participeren op de arbeidsmarkt. Dit betekent niet dat maar alles als vanzelfsprekend voor mensen geregeld wordt: er wordt wel nadrukkelijk een beroep gedaan op de zelfredzaamheid en medeverantwoordelijkheid van de inwoners. Niet alleen omdat het in het huidige financiële tijdsgewricht niet mogelijk is van overheidswege alles te bekostigen, maar ook en primair omdat het cement van onze samenleving en de sociale cohesie alleen met actieve bijdrage en zorg van mensen voor zichzelf en voor elkaar gewaarborgd kan worden. De kern is dat het belangrijk is dat mensen samenhang in zorg en welzijn, wonen en werken ervaren. Het college draagt daar in beleidsvorming en - uitvoering vanuit zijn verantwoordelijkheid en mogelijkheden graag aan bij en zoekt daar ook vooral de samenwerking met maatschappelijke organisaties en andere betrokken partijen in de gemeente. Een aantal initiatieven ter versterking van die samenhang en sociale cohesie is al in voorbereiding of uitvoering, dan wel er worden gesprekken gevoerd over de mogelijkheden binnen onze gemeente- en regiogrenzen. Het college vindt het essentieel dat deze initiatieven, vanzelfsprekend met behoud van de eigen specifieke doelstellingen en toegevoegde waarde voor de gemeente en haar inwoners, aanvullend op elkaar zijn en elkaar niet overlappen. Om dat te waarborgen heeft het college, vanuit het coalitieprogramma, een visie op de samenhang in zorg en welzijn, wonen en werken in de gemeente geformuleerd, en daaraan een aantal bestuurlijke opdrachten verbonden. Deze bestuursopdracht geeft een toelichting op deze visie en de bestuurlijke opdrachten.
2. Kernvragen De kernvragen die in deze bestuursopdracht centraal staan en waarop de uitvoering van deze bestuursopdracht antwoord/invulling moet geven zijn: 1. Hoe kan de eigen stuurkracht van mensen op niveau blijven en waar nodig worden verhoogd om hen zo in staat te stellen te participeren in de maatschappij? 2. Hoe kan een meer samenhangend aanbod aan diensten, zorg en voorzieningen worden gerealiseerd?
1
3. 4.
Welke eisen stelt dit aan de omgeving en aan de betrokken organisaties, en wat is er voor nodig zodat aan die eisen wordt voldaan? Hoe kunnen de beschikbare middelen optimaal efficiënt en effectief worden ingezet?
3. Visie Kernbegrippen zijn ontmoeten, activeren, ondersteunen, versterken en behouden van zelfredzaamheid. Vrijwillige inzet en bevorderen van het eigen vermogen tot mee (blijven) doen, zijn daarbij essentieel. De basis is dus dat iedereen in principe zelf verantwoordelijk is voor de planning en sturing in het eigen leven, voor de eigen, passende maatschappelijke participatie en de eigen zelfredzaamheid. Daarvoor is wel vereist dat mensen beschikken over voldoende stuurkracht en sturingsmogelijkheden, in balans zijn op een aantal levensdomeinen, en er sprake is van een geschikte omgeving. Ouderdom, een handicap, sociaaleconomische klasse of privéomstandigheden kunnen hindernissen opwerpen om in de maatschappij te participeren en kunnen leiden tot onbalans in het leven. Een samenhangend aanbod van diensten, zorg en ondersteuning moet een meerwaarde leveren voor die situaties, en moet zodanig worden ingericht dat de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie optimaal zullen zijn.
4. Trends en ontwikkelingen In de visie komt een aantal ontwikkelingen bijeen. Een belangrijke trend is de maatschappelijke ondersteuning: de Wmo en De Kanteling, en de aanstaande wijzigingen in de AWBZ. De centrale doelstelling van de Wmo is stimuleren van participatie en zelfredzaamheid van alle burgers. Het gaat hierbij onder meer om de ondersteuning van mensen met een beperking. . Gemeenten hebben een compensatieplicht naar hun burgers en bieden in dat kader voorzieningen om beperkingen, die mensen niet zelf of in hun eigen netwerk kunnen oplossen, op te heffen en mensen in staat te stellen zichzelf te redden. De Wmo is een kaderwet die veel ruimte laat aan gemeenten om hieraan binnen de lokale context invulling aan te geven. Met de aanstaande veranderingen in de AWBZ zal de toegang tot de regeling worden beperkt en zullen de gemeenten vanaf 2013 de verantwoordelijkheid krijgen mensen met een zorg- en ondersteuningsbehoefte passende ondersteuning te bieden, op basis van de Wmo. Het project De Kanteling van de VNG beoogt een omslag te bewerkstelligen van claim- en aanbodgericht werken (voorzieningen en hulpmiddelen) naar vraag- en resultaatgericht werken (participatie en zelfredzaamheid). Mensen worden via de Wmo gestimuleerd te participeren in de samenleving. Voor onze gemeente is deze omslag ook een belangrijk vehikel voor de relatie met burgers en partnerorganisaties, als in de organisatie van zorg en welzijn, om veranderingen te realiseren en bij te dragen aan de samenhang tussen zorg en welzijn, wonen en werken. Met de landelijke Impuls brede scholen, sport en cultuur wordt beoogd het sport- en cultuuraanbod in het onderwijs uit te breiden, sportverenigingen met oog op hun maatschappelijke functie te versterken, het sport- en beweegaanbod op en rond scholen te stimuleren, en te bevorderen dat jeugdigen vertrouwd raken met kunst- en cultuurvormen. Belangrijke instrument daarin is de regeling Dagarrangementen/Combinatiefuncties. Met de combinatiefunctie wordt een directe verbinding gelegd
2
tussen de verschillende sectoren en kan het activiteitenaanbod verrijkt en optimaal op elkaar afgestemd worden. Voor onze gemeente is de realisatie van de combinatiefunctie in voorbereiding. Ook worden binnen onze gemeente initiatieven ingebracht om studenten ROC’s in te zetten bij de buitenschoolse opvang in het kader van de brede scholen ontwikkeling. Het doel van dit initiatief is meerledig: aan de ene kant kunnen scholen daarmee extra activiteiten aanbieden en de zekerheid van een constant aanbod garanderen. Aan de andere kant kunnen studenten ervaring opdoen. Verder werken gemeente, instellingen en bewoners gezamenlijk aan het bevorderen van een optimaal leefklimaat in de wijken met actieve betrokkenheid van de inwoners in het gebied en de verschillende betrokken partijen. De kernwoorden voor het wijk- en buurtgericht werken (WBW) zijn signaleren, samenwerken, samenbrengen, verbinden en binden. De samenwerking heeft als doelen: het versterken van de leefbaarheid in de buurt, het verminderen van de jongerenoverlast in de buurt, het versterken van de sociale cohesie in de buurt, het vergroten van de betrokkenheid van de buurt bij de eigen leefomgeving, en daarnaast ook het bevorderen van de zelfredzaamheid van de inwoners. Het kabinet is van mening dat in de huidige maatschappij mensen met afstand tot de arbeidsmarkt te veel en ongewenst langs de kant staan en te weinig mogelijkheden hebben en grijpen zich te ontwikkelen. Het kabinet geeft prioriteit aan arbeidsparticipatie, zet in op een fundamentele herziening van de sociale zekerheid en publieke arbeidsbemiddeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt en bereidt in dit verband invoering voor van de Wet Werken naar Vermogen (WWnV). Met deze wet wil het kabinet ervoor zorgen dat zoveel mogelijk mensen via werk in hun eigen onderhoud kunnen voorzien. Met de WWnV komt er een regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt die de Wwb (Wet werk en bijstand), WIJ (Wet investeren in jongeren), de Wajong (regeling voor jonggehandicapten) en de Wsw (sociale werkvoorziening) hervormt. Uitgangspunt voor de nieuwe wet zal zijn het credo ‘werk gaat boven inkomen’. De WWnV zal zich richten op diegenen die niet zelfstandig het minimumloon kunnen verdienen, maar die, via een tijdelijke loondispensatie, wel aan het werk kunnen komen en zo een tegenprestatie voor hun (tijdelijke) inkomen leveren. Deze stelselwijziging zal verstrekkende gevolgen hebben voor de huidige organisatie van de onderkant van de arbeidsmarkt. Onze gemeente wil een structuur bieden waarin mensen met afstand tot de arbeidsmarkt maatschappelijk relevant werk verrichten als tegenprestatie voor inkomensondersteuning, in een passende leer-werkomgeving, en waaraan niet alleen de gemeente en de Drechtstedenorganisaties voor de onderkant van de arbeidsmarkt (Sociale Dienst Drechtsteden en Drechtwerk) participeren, maar ook maatschappelijke organisaties, onderwijsinstellingen en, zo mogelijk, ook het bedrijfsleven. Een directe relatie met onderwijs is een randvoorwaarde omdat in deze sector belangrijke expertise aanwezig is voor de vormgeving van een praktisch georiënteerde leeromgeving. Ten slotte, maar niet ten laatste: vrijwilligers en mantelzorgers zijn een essentiële partij voor de samenleving. Vrijwilligers kunnen door hun aanwezigheid, betrokkenheid en gerichte aandacht een belangrijke bijdrage leveren aan het welbevinden en welzijn van mensen met beperkingen. Het zorgdragen dat vrijwilligers en mantelzorgers die inzet ook kunnen leveren is een belangrijk element in de visie.
3
5. Doelstelling Een samenhangend aanbod van diensten, zorg en ondersteuning, dat burgers in staat stelt volop te participeren en zelfredzaam te zijn, wat een positieve bijdrage levert aan de versterking van de sociale cohesie in de gemeente. In de eerste aanleg van de uitwerking van deze bestuursopdracht zullen vier initiatieven in een pilotsetting worden ontwikkeld. Deze setting is bedoeld om een versnelling op gang te brengen in de realisatie van de initiatieven, die vervolgens als een continue activiteit geborgd moeten worden. Een eerste duiding van de pilots wordt in deze bestuursopdracht gegeven. In de vervolgfase van deze bestuursopdracht zullen de mogelijkheden van uitbreiding van deze initiatieven of de realisatie van andere initiatieven worden onderzocht. Subdoelen: - Analyse/‘gebiedsfoto’ van de doelgroepen - inzicht in de behoefte aan diensten, zorg en ondersteuning, via interactieve beleidsvorming door de gebruikers zelf te betrekken in de inventarisatie en te bevragen; - verbinding formele en informele dienstverlening en zorg; - zorgdragen voor samenhang tussen initiatieven, zorgdragen voor aanbodgerichte activiteiten Eindproduct: resultante van deze bestuursopdracht is de realisatie van vier initiatieven ter ondersteuning en versterking van de sociale cohesie, en de samenhang tussen zorg en welzijn, wonen en werken. De initiatieven zijn: 1. Hart van De Volgerlanden: een samenhangend aanbod aan wijk- en buurtgerichte activiteiten ter versterking van de sociale cohesie en leefbaarheid in de wijk (NB: de activiteiten die specifiek gericht zijn op overlastpreventie worden ingebed in het wijk- en buurtgericht werken, onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van de Stuurgroep Leefbaarheid) 2. Hart van De Volgerlanden: een eerste gedeconcentreerd leer- werkbedrijf in Hendrik-Ido-Ambacht voor de onderkant van de arbeidsmarkt onder regie van Sw-bedrijf Drechtwerk, in aansluiting op het initiatief maaltijdbijeenkomsten Sophiahal, coördinatie/begeleiding A3, met support van Rhiant 3. Louwersplein/Krommeweg: een samenhangend aanbod aan activiteiten voor wijkgerichte zorg en ondersteuning 4. Centrum/Wielzate: een samenhangend aanbod aan activiteiten voor wijkgerichte zorg en ondersteuning
6. Uitgangspunten Om de doelstellingen te bereiken wordt een aantal uitgangspunten gehanteerd. 1. De inwoners staan centraal. Dit betekent dus dat initiatieven meerwaarde moeten opleveren voor de inwoners. Meerwaarde moet in eerste instantie gevonden worden in de kwaliteit en functionaliteit van voorzieningen en ondersteuning, maar kan ook gevonden worden in vermindering van kosten. 2. De gemeente zorgt voor ondersteuning aan allen die het nodig hebben en zorgt dat de juiste voorwaarden worden geschapen zodat burgers mee kunnen (blijven) doen, en zorgt voor een geschikt ondersteunings- en participatieaanbod. Daarnaast voert de gemeente regie op de
4
3.
4.
5.
samenhang tussen voorzieningen, ook als de gemeente geen opdrachtgever is voor dergelijke voorzieningen. De gemeente hecht hierbij grote waarde aan de samenwerking met en inzet en betrokkenheid van maatschappelijke organisaties als medeverantwoordelijke, deskundige, potentiële initiatiefnemer; het bedrijfsleven als potentiële initiatiefnemer/supporter, werkgever en afzetmarkt; woningcorporaties als supporter, leverancier van locaties; en de betrokkenheid van vrijwilligers als waardevolle partner in de uitvoering van diensten en ondersteuning aan mensen die van die diensten gebruik maken. De bezuinigingen in het gemeentelijk budget hebben gevolgen voor de mogelijkheden voor de gemeente om financieel bij te dragen aan initiatieven ter versterking van de sociale cohesie. Creativiteit in het bijeenbrengen van middelen zal een belangrijke succesfactor zijn voor de initiatieven. De bestaande gemeentelijke kaders zoals het Wmo-beleidsplan, de structuurvisie en kaders over wonen, zorg en welzijn, vormen de richtlijn voor uit deze bestuursopdracht volgende pilots. In het bijzonder geldt dit voor het Wmo-beleidsplan Zwijndrechtse Waard 2012-2015, dat naar verwachting begin 2012 aan de gemeenteraden van Zwijndrecht en Hendrik-Ido-Ambacht ter vaststelling zal worden aangeboden.
7. Opdracht Opstellen/samenstellen van een analyse/foto van het gebied en de doelgroepen. Onderzocht zal worden of dit deel van de opdracht als onderzoeksvraag kan worden aangemeld bij bijvoorbeeld de Erasmus Universiteit. Formuleren van een plan van aanpak per pilot ter ondersteuning en versterking van de sociale cohesie, en de samenhang tussen zorg en welzijn, wonen en werken. In een plan van aanpak wordt inzichtelijk gemaakt wat de meerwaarde er van is, wordt duidelijk gemaakt wat het inhoudelijke programma is, en wat het financieel en organisatorisch perspectief is. Vervolgopdracht is de concrete realisatie van de pilots met concreet en samenhangend aanbod aan activiteiten en diensten in de wijken. Elk van de pilots verdient zijn eigen fasering, afhankelijk van de specifieke omstandigheden en mogelijkheden, zoals de vormgeving van het aanbod aan activiteiten en de beschikbaarheid van locaties. In de plannen van aanpak zal per pilot ook een fasering worden opgenomen. De fasering en timing in realisatie van de pilots zullen, binnen de kaders van de visie in deze bestuursopdracht en de inhoudelijke programma’s, waar nodig op elkaar worden afgestemd om te waarborgen dat de betrokken partijen in capaciteit en kwaliteit ook daadwerkelijk de pilots kunnen realiseren.
8. Organisatie De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor deze bestuursopdracht is belegd bij de wethouder Maatschappelijke ondersteuning, Onderwijs, Sport, Dienstverlening.
5
Om de slagvaardigheid te waarborgen wordt een functionaris ingezet die als initiator-aanjager-regisseur met doorpakmacht namens de portefeuillehouder en met mandaat tot taak heeft deze bestuursopdracht uit te voeren, en de initiatieven/pilots uit de bestuursopdracht te laten realiseren. Deze functionaris heeft korte lijnen naar de portefeuillehouder, heeft periodiek overleg met de portefeuillehouder over de pilots en de voortgang en heeft mandaat in de uitvoering van de initiatieven/pilots de inzet van deskundigen van de betrokken partijen te organiseren. De initiator heeft ook regelmatig afstemming met het afdelingshoofd Beleid en Ontwikkeling. De initiator voert ook regie over de communicatiestrategie en het communicatieplan en werkt daarin samen met Communicatie. De initiator zoekt sparring/klankbord met collega-experts op het gebied van De Kanteling en de uitvoering van het Wmobeleidsplan. Er wordt een periodiek bestuurlijk overleg georganiseerd (gedacht kan worden aan eenmaal per drie maanden), waarin op bestuurlijk en directieniveau gemeente en partijen de voortgang van de pilots bespreken en besluiten nemen over de realisatie. Dit bestuurlijk overleg zal een wisselende samenstelling kennen en zal alleen bestaan uit vertegenwoordigers van besturen/directies van partijen die op dat moment betrokken zijn bij pilots in de voorbereidings- of realisatiefase. Een- tot tweemaal per jaar zal een breed informatief en informeel podium worden georganiseerd met het management van partijen en organisaties die op enigerlei wijze betrokken zijn bij de realisatie van de visie in deze bestuursopdracht en de realisatie van de initiatieven/pilots. Belangrijke doelen van een dergelijk platform zijn kennisdeling, informatie-uitwisseling en ontmoeting. Meer periodiek kan waar relevant Vivera als platform ter afstemming en informatie-uitwisseling worden benut. Per pilot wordt onder voorzitterschap van de initiator een werkoverleg georganiseerd, waarin de daadwerkelijke realisatie van de pilot wordt voorbereid. Er wordt dus geen formele overlegstructuur ingericht, maar in plaats daarvan wordt een minder geïnstitutionaliseerde projectorganisatie opgezet, met een relatief zwaar mandaat bij de initiator. De initiator is afrekenbaar op tastbare resultaten in de wijken en de initiatieven/pilots. Er moeten vooraf kaders en randvoorwaarden geëxpliciteerd worden waarbinnen de initiator zijn taken moet uitvoeren, om zo voor portefeuillehouder, initiator en betrokken partijen, ieders positie en bevoegdheden helder te hebben. Deze structuur stelt eisen aan het wederzijds vertrouwen tussen portefeuillehouder en initiator en initiator en de bij de initiatieven/pilots betrokken partijen. De afdelingshoofden waarborgen de inzet van hun medewerkers met de vereiste kwaliteiten en is daarvoor verantwoordelijk, ook in zijn aansturing en verantwoordelijkheid als manager van zijn medewerkers.
9. Communicatie en participatie Na vaststelling van de bestuursopdracht zal deze via een raadsmemo gepresenteerd worden aan de commissie WOS van de gemeenteraad. Verder zal de bestuursopdracht actief worden gecommuniceerd met partijen en organisaties. Daarnaast zal in de externe media van de gemeente aandacht worden besteed aan de visie.
6
In de uitvoering van de bestuursopdracht en de initiatieven/pilots zullen via interactieve beleidsvorming de gebruikers betrokken bij inventarisatie van de behoeften. In de plannen van aanpak van de initiatieven/pilots zal een aparte paragraaf over communicatie en participatie worden opgenomen, en zal per initiatief/pilot een budget voor inhuur van communicatie via het SCD worden toegerekend. De communicatieparagraaf zal in nauwe samenwerking met Communicatie worden opgesteld. Tijdens de pilotfase zal Communicatie betrokken zijn.
10. Middelen Voor de uitvoering van de bestuursopdracht (initiatieven/pilots en bemensing) is in 2011 € 61.000,- uit de restantbudgetten Wmo en AWBZ beschikbaar. Kosten die in 2012 in het kader van de bestuursopdracht zullen worden gemaakt, zullen worden gedekt uit het budget 2012 Wmo-projecten en het budget 2012 in het kader van pakketmaatregelen AWBZ , waaruit in totaal € 75.000,- beschikbaar is. Nog onderzocht wordt of uit de regionale bijdrage zorgkantoor middelen beschikbaar kunnen worden gesteld. Tevens wordt tevens onderzocht welke subsidies en welke financiële support van maatschappelijke organisaties en van het bedrijfsleven kunnen worden verkregen. Als functionaris, die wordt ingezet als initiator-aanjager-regisseur, wordt een externe kracht, t.w. Henri Bruggeman voorgesteld. Henri Bruggeman wordt momenteel al ingehuurd voor een aantal werkzaamheden binnen de afdeling Beleid en Ontwikkeling (Centrum voor Jeugd en Gezin, Algemene Subsidieverordening en Cultuur). In die hoedanigheid werkt hij nauw samen met de wethouder Maatschappelijke ondersteuning, Onderwijs, Sport, Dienstverlening. Een eerste taak zal vervolgens zijn om kaders, randvoorwaarden en samenwerkingsafspraken tussen wethouder en initiator kort maar helder op papier te zetten. De inzet van de initiator wordt op twee dagen per week geschat, vooralsnog voor een periode van zes maanden. Na deze periode vindt een evaluatie plaats, waarbij ondermeer de resultaten van de initiatieven/pilots en de inzet van de initiator aan de orde komen. Het resultaat van de evaluatie wordt vervolgens met de relevante partijen besproken, waarna bestuurlijke behandeling plaatsvindt.
--Fokko Alkema Henri Bruggeman Jacqueline van den Ban
7