Proces-gaschromatografie MicroSAM en SITRANS CV Beknopte bedrijfshandleiding voor explosiebeveiligde apparatuur Beknopte bedrijfshandleiding
Inleiding Doel van deze documentatie Deze handleiding is een samenvatting van de wezenlijke kenmerken, functies en veiligheidsinstructies en bevat alle informatie die nodig is voor veilig gebruik van het apparaat. Het is uw verantwoordelijkheid voor montage en inbedrijfstelling de handleiding zorgvuldig door te lezen. Om voor een juiste werking te zorgen, moet u bekend zijn met het functioneren van dit apparaat. De handleiding richt zich op personen, die het apparaat mechanisch monteren, elektrisch aansluiten en in werking stellen. Voor optimaal gebruik van het apparaat moet u de uitvoerige versie van de handleiding lezen, die zich op de elektronische informatiedrager bevindt.
Doelmatig gebruik ● Deze gaschromatograaf is bestemd voor de scheiding en kwantitatieve identificatie van componenten in een gasvormige test. ● Het apparaat mag alleen toegepast worden voor de in deze handleiding aangegeven doeleinden. ● Wijzigingen aan het apparaat, die in deze handleiding niet uitdrukkelijk genoemd worden, leiden dus tot gebruik wat niet conform de richtlijnen is. Deze wijzigingen aan het apparaat vallen buiten de verantwoording van de gebruiker.
Aanwijzingen voor garantie Wij wijzen u erop, dat de inhoud van de handleiding geen onderdeel vormt van een eerdere of bestaande overeenkomst, een toezegging of een wettelijke overeenkomst is of deze wijzigt. De verplichtingen van Siemens AG bestaan uit de betreffende koopovereenkomst, die ook de volledige en geldige garantieregeling bevat. Deze overeengekomen garantiebepalingen worden in de handleiding niet uitgebreid of ingeperkt. De inhoud brengt de technische status in beeld voor publicatie. Technische wijzigingen zijn in geval van verdere ontwikkelingen voorbehouden.
© Siemens Ⓟ2010 A5E03089771-01, 06/2010
25
Veiligheidsaanwijzingen De gaschromatograaf is overeenkomstig de van toepassing zijnde veiligheidsnormen. Wanneer de instructies in de handleiding en de veiligheidsvoorschriften worden nagevolgd, brengt de apparatuur normaalgesproken geen gevaar met zich mee, wat de gezondheid van personen in gevaar brengt of tot schade aan zaken leidt. De veiligheidsinstructies vindt u: ● In deze bedrijfsinstructies en in de handleiding. ● Op de gaschromatograaf. ● Op de onderdelen van de chromatograaf. WAARSCHUWING Alleen vakkundig personeel mag deze apparatuur bedienen. Dit personeel moet principieel bekend zijn met alle bronnen van gevaar en de onderhoudsmaatregelen, beschreven in deze bedrijfsinstructies. Storingsvrije en veilige bediening van dit apparaat gaat uit van: ● Juiste transportwijze ● Correcte opslag ● Correcte opstelling en montage ● Zorgvuldige bediening en onderhoud Volg de instructies in de handleiding op om schade aan personen en apparaten te voorkomen. WAARSCHUWING Gevaarlijke gassen ● De gaschromatograaf vereist voor de werking verscheidene gassen met verschillende mogelijkheden op gevaar. ● De gaschromatograaf kan voor de werking gassen vereisen, die met lucht een explosief mengsel vormen. ● Leid alle afgassen, ook die van de ventilatie-eenheid, via de afgassenverzamelleiding weg uit de gaschromatograaf en van de opstellingsplaats. ● Zorg altijd voor toereikende ventilatie, zodra u de meetgasleiding laat leeglopen en het meetgas agressieve of giftige componenten bevat. VOORZICHTIG Corrosiegevaar De behuizing en de pijpleidingen zijn bestand tegen oplosmiddelen en lichte loogmiddelen en zuren. Controleer de bestendigheid van de behuizing en de pijpleidingen bij toepassing in een omgeving met sterke logen, zuren en/of bij verhoogde temperatuur. Vermijd corrosie en beschadiging van de aansluitleidingen door langdurig contact met de volgende stoffen: ● Salpeterzuren ● Zoutzuren ● Zwavelkoolstoffen ● Ethyl alcohol ● Methaanzuren ● Benzine ● Hydraulische oliën ● Isopropyl alcohol
26
Beknopte bedrijfshandleiding voor explosiebeveiligde apparatuur A5E03089771-01, 06/2010
VOORZICHTIG Elektrostatische ontlading Het apparaat bevat componenten die gevoelig zijn voor elektrostatische ontlading. Dergelijke componenten kunnen door voltages verstoord worden, die ver onder de menselijke waarnemingsgrenzen liggen. Deze spanningen treden al op, wanneer u een onderdeel of elektrische aansluiting van een unit aanraakt, zonder elektrostatisch geladen te zijn. De schade die aan een unit door een overbelasting optreedt, kan meestal direct herkend worden, maar is pas na langere werkingstijd van de apparatuur waarneembaar. Beveiligingsmaatregelen tegen statische elektriciteitsladingen: ● Voordat u met componenten werkt, moet u zich statisch ontladen, bv. door een geaard object aan te raken. ● Gebruikte apparatuur en gereedschap moet vrij zijn van statische lading. ● Ontkoppel het netcontact, voordat u componenten insteekt of uittrekt. ● Pak de componenten alleen aan de rand vast en raak geen aansluitpinnen of geleidingspaden aan.
Vakkundig personeel VOORZICHTIG Vakkundig personeel ● Alleen vakkundig personeel mag de proces-gaschromatograaf installeren en bedienen. ● Ontoereikende kennis van de handleiding leidt tot verlies van alle aansprakelijkheid bij Siemens AG. ● Wij bevelen het bedrijf daarom aan, zich bij het toewijzen van personen schriftelijk te laten bevestigen. Gekwalificeerd zijn personen die vertrouwd zijn met de opstelling, montage, ingebruikname en het werken met het product. Die personen bezitten de volgende kwalificaties: ● Zijn gerechtigd en opgeleid resp. getraind om apparaten en systemen overeenkomstig de normen van de veiligheidstechniek voor elektrische circuits, hoge druk en agressieve en gevaarlijke stoffen te bedienen en te onderhouden. ● Bij apparaten met explosiebescherming: Zijn gerechtigd en opgeleid resp. getraind om werkzaamheden aan elektrische circuits voor installaties waarbij explosiegevaar bestaat, uit te voeren. ● Zijn opgeleid resp. getraind in de zorg voor en het gebruik van aangemeten veiligheidsuitrusting volgens de norm van de veiligheidstechniek.
Beknopte bedrijfshandleiding voor explosiebeveiligde apparatuur A5E03089771-01, 06/2010
27
Algemene bepalingen voor de explosiebeveiliging De oprichting en de werking van elektrische installaties in explosiegevaarlijk gebied wordt door de richtlijn RL 99/92/EG (ATEX 137) gereguleerd. In deze richtlijn wordt gewezen op de algemeen geldende procedureregels. WAARSCHUWING Verwijderen van de explosiebeveiliging Het testcertificaat voor uw explosiebeveiligde gaschromatograaf geldt alleen voor de originele uitrusting en aansluiting en inbouw conform de schakel- en leidingschema's's van Siemens AG. Bij wijziging van één of meerdere onderdelen vervalt de explosiebeveiliging voor uw apparaat.
Overheidsmaatregelen In de testcertificering met de eventueel aanwezige aanvullingen, vind u alle overheidsmaatregelen en bepalingen, die voor de oprichting en werking van het apparaat voorgeschreven zijn.
MicroSAM (7KQ3101) WAARSCHUWING Explosiegevaar ● Het apparaat dient voor de analyse van gasvormige, brandbare en niet brandbare media. Als hulpgassen wordt waterstof of inert gas gebruikt. ● Bij analyse van brandbare gassen of bij toepassing van waterstof als draaggas mag zuurstof alleen in een concentratie van ≤ 2 % in de test optreden. ● Zuurstof in een concentratie tot 21 % en onder druk tot 1,1 bar (110 kPa) is voor werking alleen toegestaan, wanneer een aanvullende maatregel voor explosiebeveiliging is getroffen, bv. inbouw van een brandscherm tussen de procesaansluiting en de chromatograaf. ● Zuurstof in een concentratie tot 21 % en onder druk > 1,1 bar (110 kPa) is niet toegestaan voor explosiegevaarlijke mengsels. ● De pneumatische voorwaarden voor het meetgas en het hulpgas, moeten nadrukkelijk nageleefd worden: – meetgas ≤ 1,6 bar (160 kPa) absolute druk – Hulpgas≤ 8 bar (800 kPa) absolute druk ● Wanneer brandbare gassen onder een druk van > 1,1 bar (110 kPa) toegeleverd worden, moeten de chromatograaf en de gasleiding voor de analyse met procesgas gespoeld worden. ● Brandbare gassen, die onder de voor de analyse toepasselijke bepalingen ook bij uitsluiting van zuurstof explosiegevaarlijk zijn (acetyleen gassen en ethyleenoxide) Acetyleen gassen en ethyloxide mogen alleen in een concentratie tot 100 % inbegrepen zijn. ● De toegestane omgevingstemperatuur bedraagt -30 °C tot +55 °C. ● Voor een werkend apparaat geldt een temperatuur van -20 °C tot +55 °C.
28
Beknopte bedrijfshandleiding voor explosiebeveiligde apparatuur A5E03089771-01, 06/2010
SITRANS CV (7KQ3105) WAARSCHUWING Explosiegevaar ● Wanneer u een gaschromatograaf in werking stelt in een gebied met een explosiegevaarlijke atmosfeer, moet u de voorschriften voor explosiebeveiliging opvolgen. ● Als brandbare gassen met een druk van 1,1 bar worden toegevoerd, spoelt u de gaschromatograaf en de gastoevoerleidingen voor het inschakelen met inertgas. ● Schakel de gaschromatograaf uit in geval van reparatie- of onderhoudswerkzaamheden, zodra atmosferische lucht het apparaat binnendringt, dus: – wanneer het apparaat geopend wordt. – werkzaamheden aan de draaggasleidingen en meetgasleidingen uitgevoerd worden. ● Voordat u het apparaat weer inschakelt, spoelt u na afsluiting van de onderhoudswerkzaamheden de gastoevoerleidingen weer met inertgas. ● U hebt een vergunning van de brandweer nodig, wanneer u een PC of laptop door de Ex-zone transporteert en/of wanneer u een chromatograaf in zone 1 wilt openen. ● Volg nadrukkelijk de aanwijzingen in het uitvoerige handboek.
Gevalstudies Tabel 1 Gevalsstudies voor de explosiebeveiliging Stoffen die bij uitsluiting van zuurstof explosiegevaarlijk zijn
Procesmedium zone x
MicroSAM (7KQ3101)
SITRANS CV (7KQ3105)
1,0 ... 1,6 bar Niet noodzakelijk
Niet toegestaan
Niet explosiegevaarlijk
x
x
H2, He, N2, Ar
1,0 ... 1,6 bar Niet noodzakelijk
0 ... 21 %
H2, He, N2, Ar
1,0 ... 1,1 bar Noodzakelijk
Niet Zone 1 toegestaan; met uitsluiting van acetyleen en Zone 0 ethyleenoxid e tot 100 %
0 ... 4 %
He, N2, Ar
1,0 ... 7 bar
Gevalnr.
Concentratie zuurstof bij apparaat in werking
Concentratie zuurstof kortstondig (geen normaal bedrijf)
Testdruk Toegestane (absoluut) draaggassen
1
0 ... 2 %
0 ... 2 %
H2, He, N2, Ar
2
0 ... 2 %
0 ... 21 %
3
0 ... 21 %
4
0 ... 4 %
Brandblokkering extern
Niet noodzakelijk
Niet toegestaan
Zone 1
x
x x
x = geldt voor het product Kenmerken van de explosiebeveiliging De gaschromatograaf bezit een drukbestendige behuizing. Bij de drukbestendige behuizing houdt de behuizing bij een interne explosiedruk stand. De behuizing van uw gaschromatograaf heeft een typeplaat, waarop het kenmerk voor de explosiebeveiliging staat weergeven. Dit apparaat is toegestaan voor een absolute testingangdruk van 1,6 bar (160 kPa) volgens ATEX II 2 G Ex d IIC T4.
Beknopte bedrijfshandleiding voor explosiebeveiligde apparatuur A5E03089771-01, 06/2010
29
Artikelsoort basisapparaat en bijbehorende explosiebeveiliging Artikelsoort basisapparaat en bijbehorende explosiebeveiliging Artikelsoo Nieuwe eigenschappen van het rt basisapparaat basisappa raat
Explosiebeveiliging
Certificaten voor explosiebeveiliging aanvullingen
AS 08
ATEX II 2 G EEx d IIC T4
ATEX DMT 03 ATEX E 069 X aanvulling1 to 3
FM Cat., div 1, groepen A, B, C, D T4 cat., zone 1, groep IIC T4
FM Certificaat 3017424 Uitgavedatum 2005/12/14
CSA cat., div 1, groepen B, C, D T4
CSA Certificaat 1915614 uitgavedatum 2007/06/07
Live-dosering, gebied van toevoerspanning uitgebreid: DC 24 V (18,5 V ... 30,2 V)
Behuizingtype 4X AS 09
eLive-dosering: Invoer van een 5. magneetventiel, wijziging van de micromembraanventielen
ATEX II 2 G EEx d IIC T4
ATEX DMT 03 ATEX E 069 X aanvulling1 to 3
FM Cat., div 1, groepen A, B, C, D T4 cat., zone 1, groep IIC T4
FM Certificaat 3017424 Uitgavedatum 2005/12/14
CSA cat., div 1, groepen B, C, D T4
CSA Certificaat 1915614 uitgavedatum 2007/06/07
Behuizingtype 4X AS 10
Gewijzigde 3. temperatuurregeling (uitvoering met temperatuurbeveiliging) Aanvullende 4. temperatuurregeling (uitvoering met temperatuurbeveiliging)
ATEX II 2G Ex d IIC T4 Gb DMT 03 ATEX E 069 X
ATEX DMT 03 ATEX E 069 X aanvulling1 to 4
CSA CAT, DIVISIE 1 GROEPEN B, C, D T4 CAT., ZONE 1 GROEPEN IIC T4
CSA Certificaat 1915614 Uitgavedatum 2009/11/13
FM-certificaat geannuleerd
BEHUIZINGTYPE 4X / IP65
30
Beknopte bedrijfshandleiding voor explosiebeveiligde apparatuur A5E03089771-01, 06/2010
Montage/inbouwen/uitbouwen Bij aansluiting, montage en gebruik moeten de testcertificaten, bepalingen en wetten die in uw land van kracht zijn, in acht genomen worden. Dit zijn bijvoorbeeld: ● National Electrical Code (nationale elektriciteitscode (NEC - NFPA 70) (USA) ● Canadian Electrical Code (Canadese elektriciteitscode) (CEC) (Canada) ● De Betriebssicherheitsverordnung (operationele beveiligingsbepaling) (Duitsland) Verdergaande bepalingen voor explosiegevaarlijke gebieden zijn bijvoorbeeld: ● IEC 60079-14 (internationaal) ● EN 60079-14 (EU)
Vereisten aan opstellocatie
WAARSCHUWING Explosiegevaar Klem en sluit het apparaat alleen in spanningsvrije toestand aan. Neem het apparaat pas in bedrijf, wanneer het apparaat correct aangesloten is en de behuizing afgesloten. WAARSCHUWING Toepassing in een niet explosiegevaarlijk gebied. Maak de ex-markering duurzaam onherkenbaar, wanneer het apparaat in een niet explosiegevaarlijk gebied toegepast wordt. Volg de volgende randvoorwaarden op: ● Toegestane omgevingstemperatuur van -20 bis 55 °C ● Toegestane relatieve vochtigheid van maximaal 90% ● Toevoerspanning DC 24 V ● Gebruik van een geschikte bliksembeveiligingseenheid ● Aarding moet mogelijk zijn ● Gebruik van gasaansluitingen en vereisten aan de gaszuiverheid als in het betreffende handboek beschreven. ● Bescherming tegen directe zoninstraling, ook bij lage zonnestand
Vereisten voor montage Voor montage gelden de volgende vereisten: ● Gasleidingen, testleidingen, afgasleidingen ● Netschakelaar, netbeveiliging, netkabel ● Potentiaalvereffeningsleiding ● Zonodig draaggasdroogfilter ● Communicatiekabel VOORZICHTIG Pluggen niet voor inbedrijfsname verwijderen ● Laat de pluggen op de gasingangen, tot u de chromatograaf in bedrijf neemt. ● Controleer de gasleidingen op hun functionele betrouwbaarheid voor u ze aansluit aan de chromatograaf! ● De gasaansluiting met het nummer 8 mag niet aangesloten zijn op een afgasleiding en moet met een plug afgesloten zijn.
Beknopte bedrijfshandleiding voor explosiebeveiligde apparatuur A5E03089771-01, 06/2010
31
VOORZICHTIG Vernietiging van de hittegeleidingsdetectoren ● Gebruik geen andere draaggas dan wordt aangegeven in de documentatie voor het apparaat! De hittegeleidingsdetectoren kunnen zonodig vernietigd worden. ● Bedien hittegeleidingsdetectoren niet met hogere brugspanningen dan staat aangegeven in de toepassingsgegevens. Om een lange levensduur van de warmtegeleidingsdetectoren te waarborgen, moet u de brugspanningen op minimale waarde optimaliseren. De maximale brugspanning bedraagt 70 mW voor helium.
Bevestiging De gaschromatograaf wordt voorgemonteerd op een metalen montagesteun geleverd. Het apparaat wordt: ● met vier schroeven door vier gaten in de metalen montagesteun bevestigd. ● voor eenvoudige demontage met twee schroeven door de twee diepe gaten van de metalen montagesteun bevestigd. LET OP Let op de juiste montagepositie De chromatograaf moet altijd horizontaal gemonteerd worden, met de analysemodule naar boven. Bij de correcte montagepositie zijn de technische specificaties gewaarborgd en de tekst leesbaar in het peilglas. Wanneer u de chromatograaf in een andere montagepositie wenst te monteren, moet u eerst overleggen met servicemedewerkers van Siemens AG.
1
5
2
6
3
7
4
8
/ PP
[
Beeld
32
Bevestiging gaschromatograaf
Beknopte bedrijfshandleiding voor explosiebeveiligde apparatuur A5E03089771-01, 06/2010
Incorrecte demontage WAARSCHUWING Incorrecte demontage Door incorrecte demontage kunnen de volgende gevaren ontstaan: - Verwonding door elektrische schok - Bij aansluiting aan het proces, gevaar door uittredende meetstoffen - Explosiegevaar in het explosiegevaarlijke gebied Voor correcte demontage moet aan het volgende voldaan worden: ● Verifieer voor aanvang van de werkzaamheden, dat alle fysische hoeveelheden van o.a. druk, temperatuur ,elektriciteit etc. uitgeschakeld zijn of een ongevaarlijke omvang hebben. ● Wanneer het apparaat gevaarlijke meetstoffen bevat, moet u het apparaat voor aanvang demontage legen. Let erop, dat er geen milieugevaarlijke meetstoffen vrijkomen. ● Zeker de installatieaansluitingen dusdanig, dat er bij opstart van het proces geen gevaar ontstaat als gevolg van demontage.
Beknopte bedrijfshandleiding voor explosiebeveiligde apparatuur A5E03089771-01, 06/2010
33
Aansluiten Gasaansluitingen Gasleidingen Het materiaal van de gasleidingen bestaat uit edelmetaal met ∅ 3 mm (1/8''). ● Gebruik voor chromatografie geschikte, zeer zuivere gasleidingen. ● Leg de gasleidingen conform plan aan tot aan de gaschromatografen. ● Schakel voor iedere gasingang van de gaschromatograaf een afsluitventiel in. Gasaansluitingen aan de gaschromatografen ● Alle gasingangen en -uitgangen: Swagelok 1/8''. ● De gasingangen en -uitgangen zijn genummerd.
1
5
2
6
3
7
4
8
Beeld
Gasaansluitingen
Nummer
Betekenis
Opmerking
1
Uitgang analyse
verhit
2
Uitgang analyse
verhit
3
Sonde
verhit
4
Sonde
verhit
5
Ingang dragergas
onverhit
6
Reiniging pneumatische stekeraansluiting
onverhit
7
Reiniging besturingsmedium van de magneetventielen en de EPClaadstroom
onverhit
8
Reserve
onverhit, afgesloten
Opmerking Alle apparatuurspecifieke leiding- en bedradingsschema's worden vanzelfsprekend met de bestelling meegeleverd. LET OP Wanneer u de voorgemonteerde gasleidingen inkort tussen de behuizing en de ondersteuning, vervalt de explosiebescherming voor de gaschromatograaf.
34
Beknopte bedrijfshandleiding voor explosiebeveiligde apparatuur A5E03089771-01, 06/2010
Nummer
Betekenis
Opmerking
VOORZICHTIG Aansluitleidingen niet verwijderen ● In de aansluitingen voor de meetgasstroom en het dragergas bevinden zich geïntegreerde filters. ● De overgangsdelen aan de gasaansluitingen 3, 4 en 5 hebben een in de schroefverbinding ingeperst R60-filter (Bestelnr. C70211-A1677-C56) en mogen niet verwijderd worden.
Testleidingen ● Monteer de testapparatuur zo dicht mogelijk op aan de chromatograaf, zodat de verbindingsleidingen kort zijn. ● De testleiding moet vanaf de chromatograaf in een dalende hoek lopen. LET OP Filter voor micromembraanventielen De micromembraanventielen gaan minder lang mee, wanneer de test vaste bestanddelen bevat. In dergelijke gevallen vereist de testapparatuur een filterdeel. Hiervoor bevelen wij een filter aan voor een afscheidingshoeveelheid bij een gasvormige test van 99.99 % voor 1,0 μm/deel De testapparatuur van de Siemens AG bevat dergelijke filters.
Afgasleidingen Alle afgassen van de chromatograaf moeten naar een afgasverzamelleiding geleid worden. De afzonderlijke afgasleidingen moeten aftakkingen naar de verzamelbuis voor afgas hebben. Ze mogen niet versmallen. Materiaal van de afgasverzamelleiding Edelstalen leiding: ● een binnendiameter van tenminste 12 mm (1/2") ● met aangelaste ondersteuning en schroefverbindingen ● met een hoek van minstens 10 %.
Beknopte bedrijfshandleiding voor explosiebeveiligde apparatuur A5E03089771-01, 06/2010
35
Ventilatie-eenheid De ventilatie-uitrusting zorgt voor de drukvereffening tijdens werking. Deze drukvereffening is noodzakelijk vanwege de temperatuurschommelingen tijdens werking.
①
Ventilatieopening
Beeld
Ventilatie-eenheid
WAARSCHUWING Ventilatie-eenheid niet afsluiten Let erop, dat de ventilatie-eenheid tijdens werking niet afgesloten is, want: ● als er geen drukvereffening meer plaatsvindt, ● kan de explosiebeveiliging niet meer gewaarborgd worden. ● de behuizingsbeveiliging IP65 is alleen gewaarborgd, wanneer de van ① afgaande leiding in een ruimte eindigt die geen water of stof bevat. GEVAAR Explosiegevaar door uitstromende gassen In geval van storing kunnen alle aan de chromatograaf toegevoerde gassen (ook concentraties en waterstof als draaggas) via de ventilatieopening of een aangesloten leiding naar buiten stromen. In een dergelijk geval bestaat gevaar voor personeel, installatie en milieu! Tref daarom geschikte maatregelen ter voorkoming! Sluit nooit de ventilatieopening op het afvoergassysteem aan!
36
Beknopte bedrijfshandleiding voor explosiebeveiligde apparatuur A5E03089771-01, 06/2010
Elektrische aansluitingen Communicatiekabel monteren Kabeltypen Siemens AG beveelt een tweevoudig ineengedraaide kabel van 0,14 mm2 aan (AWG 26). VOORZICHTIG Explosiebeveiliging In de aansluitkast bevinden zich alle draden. Draadkleur
Betekenis
Opmerking Montage met
stekerbus1)
Montage zonder stekerbus2)
paars
RS232 RxD / RS485 B+
zwart
RS232 TxD / RS485 A-
grijs/roze
RS232 / RS485 kabelafscherming
rood/blauw
RS232 / RS485 GND (aarde)
bruin/groen
Ethernet 10BaseT TX+
Ethernet-kabel: oranje/wit
Ethernet-kabel: groen/wit
wit/groen
Ethernet 10BaseT TX+
Ethernet-kabel: oranje
Ethernet-kabel: groen
wit/geel
Ethernet 10BaseT RX+
Ethernet-kabel: groen/wit
Ethernet-kabel: oranje/wit
geel/bruin
Ethernet 10BaseT RX-
Ethernet-kabel: groen
Ethernet-kabel: oranje
1) 2)
Standaard EIA/TIA-T568A-toepassing Standaard EIA/TIA-T568B-toepassing
Potentiaalvereffeningsleiding/aarde Bij de explosiebeveiligde chromatograaf is, afhankelijk van de plaatselijke installatievoorschriften, een potentiaalvereffeningsleiding vereist. Onafhankelijk daarvan, moet de behuizing van de chromatograaf wegens de elektromagnetische compatibiliteit geaard zijn. Procedure 1. Verbind de aardeschroef (symbool ) achter rechts aan de chromatograaf met een centraal aardepunt. De toegestane kabeldoorsnede bedraagt 2,5 mm2 tot 6 mm2. 2. Plaats tussen de kabelschoen en de behuizing een contactschijf. De verbinding moet in de volgende volgorde opgebouwd worden: – Behuizing – Contactschijf – Kabelschoen – Steunschijf – Schroef M6
Bliksembeveiliging Wij bevelen aan om de juiste onderdelen voor bliksembeveiliging van personen en apparaten in te bouwen!
Beknopte bedrijfshandleiding voor explosiebeveiligde apparatuur A5E03089771-01, 06/2010
37
Netschakelaar en zekering De gaschromatograaf heeft geen netschakelaar. Bouw daarom een externe netschakelaar in met een schakelvermogen van minstens 2,5 A en een trage zekering met een belastbaarheid van 2,5 A. Opmerking Monteer de netschakelaar dusdanig, dat deze tijdens werking van de apparatuur eenvoudig toegankelijk is.
Netkabel monteren De chromatograaf wordt met een 4 m lange aansluitkabel geleverd. De kabel heeft een diameter van 18 mm. Sluit alle draden van de spanningstoevoer aan conform de volgende tabel De kabel moet stevig aangesloten zijn en in een aansluitkast met goedgekeurde ontstekingsbeveiligingstechniek eindigen. Geschikte kabel-schroefverbinding: M32 met een aansluitbereik van 13 tot 21 mm. Draadkleur
Betekenis
Wit
+ DC 24 V
Bruin
+ DC 24 V
Groen
+ DC 24 V
Geel
+ DC 24 V
Grijs
GND DC 24 V
Roze
GND DC 24 V
Blauw
GND DC 24 V
Rood
GND DC 24 V
Zwart Toegestane leidinglengte De hulpvoeding moet aan de chromatograaf ● tot AS07 DC 24 V (- 15 ... + 10 %) ● van AS08 DC 24 V (- 18,5 ... + 30,2 V) bedragen. Levert de spanningstoevoer precies DC 24 V en is alleen een chromatograaf aangesloten, dan zijn afhankelijk van de kabeldoorsnede de volgende kabellengtes tussen de spanningstoevoer en de chromatograaf toegestaan (Afstand = halve kabellengte): Draaddoorsnede
Afstand
1,5
mm2
40 m
2,5
mm2
70 m
4,0 mm2
110 m
mm2
170 m
6,0
10,0 mm2
280 m
mm2
450 m
16,0
38
Beknopte bedrijfshandleiding voor explosiebeveiligde apparatuur A5E03089771-01, 06/2010
Digitale uitvoer en digitale invoer MicroSAM (7KQ3101) De volgende tabel is van toepassing op apparatuur ab artikel 4. Draadkleur
Betekenis
Toepassing
wit/grijs
Digitale input 1+
Teststroom, DC 24 V = O. K. 0 V = te laag
grijs/bruin
Digitale input 2+
Toepassing programmeerbaar
wit/rood
Digitale input 3+ of Toepassing programmeerbaar SSSI* SCL-Rx
bruin/rood
Digitale input 4+ of Toepassing programmeerbaar SSSI* SCL-Rx
bruin/blauw
Digitale output 1+
Toepassing programmeerbaar
wit/blauw
Digitale output 2+
Toepassing programmeerbaar
wit/roze
Digitale output 3+ of SSSI* SCL-Tx
Toepassing programmeerbaar
roze/bruin
Digitale output 4+ of SSSI* SDA-Tx
Toepassing programmeerbaar
Opmerking
Schakelschema
DC 24 V aan optocoupler Tweede aansluiting aan DC + 24 V
9
Relaiscontact 0,5 A / 100 V / 10 W Tweede aansluiting aan DC + 24 V
9
* De SSSI-signalen zijn vanaf apparatuur met artikelsoort 10 beschikbaar. De signalen dienen bv. als aansluiting voor een IO-uitbreider (bestelnr. A5E01494354). Meer hierover vind u in de documentatie voor de IO-uitbreider. Wanneer SSSI niet gebruikt wordt, staan de leidingen in hun oorspronkelijke functie als digitale in- en output te beschikking. Beveiligingsdiode bij inductieve lading Wanneer u bij digitale output inductieve lading (bv. ventielen) aansluit, moet u de beveiligingsdiode parallel schakelen. Kabeltypen Siemens AG beveelt een tweevoudig ineengedraaide kabel van 0,14 mm2 aan (AWG 26).
SITRANS CV (7KQ3105) Draadkleur
Betekenis
Toepassing
wit/grijs
Digitale invoer 1+
Concentratiestroom, DC 24 V = O. K. 0 V = te laag
Opmerking Tweede aansluiting aan + 24 V
grijs/bruin
Digitale invoer 2+
Uursynchronisatie
wit/rood
Digitale invoer 3+
Revisie
bruin/rood
Digitale invoer 4+
Calibreereisen
bruin/blauw
Digitale uitvoer 1+
Calibratietest
wit/blauw
Digitale uitvoer 2+
Monster 1
0,5 A / 100 V / 10 W Tweede aansluiting aan + 24 V
wit/rose
Digitale uitvoer 3+
Monster 2
rose/bruin
Digitale uitvoer 4+
Monster 3
Schakelbeeld
24 V aan optocoupler 9
Relaiscontact
9
Wisdiode bij inductieve belastingen Als u bij Digitale uitvoer inductieve belastingen (bijv. ventielen) aansluit, moet u de wisdioden parallel schakelen. Kabelsoort De firma Siemens AG adviseert paarsgewijs getwijnde kabels, 0,14 mm2, afgeschermd, AWG 26. Beknopte bedrijfshandleiding voor explosiebeveiligde apparatuur A5E03089771-01, 06/2010
39
Bedieningsapparatuur aansluiten De gaschromatograaf wordt via een PC of laptop bestuurd. WAARSCHUWING Explosiebeveiliging ● U heeft een vergunningsbewijs van de brandweer nodig, wanneer u een PC of laptop door een Ex-zone transporteert. ● Het openen van de gaschromatograaf bij een ingeschakelde spanning is alleen met een vergunningsbewijs van de brandweer toegestaan in het gebied, waarop explosiegevaar van toepassing is. Verbind de ethernetaansluiting van de PC met de corresponderende bedrading van de gaschromatograaf (zie tabel Communicatiekabel monteren (Pagina 37)).
In werking stellen Inbedrijfsname De volgende beschrijving bevat de procedure voor de inbedrijfsname en buiten bedrijfstelling van de apparatuur en de beveiligingsaanwijzingen, die daarbij in aanmerking genomen moeten worden. VOORZICHTIG Volg de procedure voor inbedrijfsname! Voer alle werkzaamheden uit in de volgorde die in deze handleiding wordt aangegeven om eventuele schade aan de gaschromatograaf te vermijden.
Procedure 1. Gasleidingen aansluiten (Pagina 41) 2. Draaggas activeren (Pagina 41) 3. Chromatograaf inschakelen (Pagina 41) 4. PC en bedieningssoftware starten (Pagina 41) 5. Monstergas activeren (Pagina 41) WAARSCHUWING Explosiegevaar ● Wanneer u een gaschromatograaf in werking stelt in een gebied met een explosiegevaarlijke atmosfeer, moet u de voorschriften voor explosiebeveiliging opvolgen. ● Schakel de gaschromatograaf uit in geval van reparatie- of onderhoudswerkzaamheden, wanneer atmosferische lucht het apparaat binnendringt, alsook: – wanneer het apparaat geopend wordt. – werkzaamheden aan de draaggasleidingen en meetgasleidingen uitgevoerd worden. ● Ontkoppel ook andere energiebronnen los, bv ethernet en modbus, wanneer deze niet op de juiste wijze tegen explosiegevaar beveiligd zijn. ● U heeft een vergunning van de brandweer nodig, wanneer u een PC of laptop door de Ex-zone transporteert en/of wanneer u een chromatograaf in zone 1 wilt openen. ● Volg nadrukkelijk de aanwijzingen in hoofdstuk Veiligheidsaanwijzingen (Pagina 26).
40
Beknopte bedrijfshandleiding voor explosiebeveiligde apparatuur A5E03089771-01, 06/2010
Gasleidingen aansluiten Procedure 1. Verwijder de pluggen uit de gasingangen en -uitgangen "1" tot "7" van de chromatograaf. 2. Sluit de afgas- en gasleidingen volgens leidingplan aan.
Draaggas activeren Vereiste Alle gasleidingen zijn aangesloten en dicht. Procedure ● Draai de draaggas met een druk van 600 tot 700 kPa open.
Chromatograaf inschakelen Vereiste De externe netschakelaar is ingebouwd en aangesloten, zoals beschreven in hoofdstuk "Netschakelaar en zekering (Pagina 38)". Procedure Schakel de externe netschakelaar in! Reactie bij display tot artikel 4: Reactie
LED
1.
24 V DC gaat branden.
2.
Health Status rechts en Health Status links gaan branden.
3.
Sample flow enMaint.Reg. knipperen gelijkmatig tot de MicroSAM gereed is voor bedrijf.
4.
Heart beat begint te knipperen, wanneer de MicroSAM bedrijfsklaar is.
5.
Failure brandt tot de temperatuur en druk de bedrijfswaarde bereikt hebben en het alarm stopt.
6.
Ready brandt aan het einde van de inschakelprocedure, zodra de chromatograaf bedrijfsklaar is.
Reactie bij display vanaf artikel 5: De gaschromatograaf is gestart. In het tekstveld van de display verschijnt het bericht "Starting...". Na de opstart verdwijnt het bericht weer.
PC en bedieningssoftware starten Voor elk apparaat is er specifieke bedienings- en bedrijfssoftware. Voor het activeren van het apparaat en het starten van de software volgt u de instructies in de betreffende bedieningshandleiding en in het betreffende bedieningshandboek.
Monstergas activeren Vereiste Alle gasleidingen zijn aangesloten en dicht. Procedure 1. Draai het meetgas open met een absolute druk van ≤ 160 kP. 2. Draai zonodig het kallibratiegas open met een absolute druk van ≤ 160 kP.
Beknopte bedrijfshandleiding voor explosiebeveiligde apparatuur A5E03089771-01, 06/2010
41
Aanwijzingen voor gebruik Chromatograaf inschakelen Schakel de stroom- en spanningstoevoer naar het apparaat alleen in, wanneer het apparaat naar behoren is afgesloten. Behuizing openen met uitgeschakelde spanningstoevoer WAARSCHUWING Explosies Wanneer u de behuizing voortijdig opent, kan dit, door hete onderdelen en elektrische restladingen in de gaschromatograaf, leiden tot explosies. Een corresponderende aanwijzingenplaat bevindt zich op het apparaat. Voordat u de behuizing opent binnen explosiegevaarlijk gebied, moet u de stroom- en spanningstoevoer naar het apparaat loskoppelen. Hou na het uitschakelen van de stroom- en spanningstoevoer nadrukkelijk een wachttijd van 65 minuten aan. WAARSCHUWING Brandvergunning Vervanging van de backup-batterij is in principe alleen met brandvergunning toegestaan. Deze richtlijn geldt onafhankelijk of de gaschromatograaf in- of uitgeschakeld is.
Behuizing openen met ingeschakelde spanningstoevoer Achter het veld voor statusweergave, bevindt zich een diagnosestekker. Om die te bereiken, moet u de behuizing openen. WAARSCHUWING Brandvergunning Het openen van de behuizing bij een ingeschakelde spanning is alleen met vergunning van de brandweer toegestaan in het gebied, waarop explosiegevaar van toepassing is.
Onderhoud en instandhouding van onderdelen WAARSCHUWING Richtlijnen in acht nemen Volg de voorschriften op van richtlijn RL 99/92/EG (ATEX 137) bij onderhoud en instandhouding van de onderdelen waarvan de explosiebeveiliging afhankelijk is.
42
Beknopte bedrijfshandleiding voor explosiebeveiligde apparatuur A5E03089771-01, 06/2010
Uitschakeling WAARSCHUWING Explosiegevaar ● Schakel de gaschromatograaf uit in geval van reparatie- of onderhoudswerkzaamheden, wanneer atmosferische lucht het apparaat binnendringt, alsook: – wanneer het apparaat geopend wordt. – werkzaamheden aan de draaggasleidingen en testgasleidingen uitgevoerd worden. ● Voordat u het apparaat weer inschakelt, spoelt u na reparatie- of onderhoudswerkzaamheden de gastoevoerleidingen weer met inert gas. Opmerking Wanneer de gaschromatograaf in werking is, vervuilt u het afscheidingssysteem en de detector het minst. Schakel het apparaat niet uit, wanneer de installatie slechts korte tijd, bv. 3 weken stilstaat. Schakel in dergelijke gevallen alleen de outputapparatuur uit. Wanneer u de gaschromatograaf uitschakelt, beveelt Siemens AG de volgende procedure aan: 1. Schakel alle testspanningen uit. 2. Schakel de toevoerspanning uit. 3. Laat het apparaat 65 minuten afkoelen. 4. Stel het draaggas af. 5. Wanneer de chromatograaf voor een langere tijd afgesloten wordt, sluit u alle uit- en ingangen af met de meegeleverde pluggen. Het afsluiten verhindert het binnendringen van zuurstof of water in de scheidingskolommen.
Instandhouding en onderhoud WAARSCHUWING Explosiegevaarlijk gebied ● Voor servicewerkzaamheden aan de gaschromatograaf binnen het explosiegevaarlijke gebied heeft u de juiste vergunningen nodig. ● Wanneer u de behuizing voortijdig opent, kan dit, door hete onderdelen en elektrische restladingen in de gaschromatograaf, leiden tot explosies. Er bevindt zich een corresponderende markering op het apparaat. Houd daarom iedere keer voor het openen van de chromatograaf nadrukkelijk een wachttijd aan van minstens 65 minuten! ● Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door Siemens-servicetechnici of door geautoriseerd personeel worden uitgevoerd. Verdere aanwijzingen vindt u in de betreffende handleiding.
Beknopte bedrijfshandleiding voor explosiebeveiligde apparatuur A5E03089771-01, 06/2010
43
Technische gegevens Klimatische richtlijnen Toegestane omgevingstemperatuur
- 20 ... 55 °C (afhankelijk van de oventemperatuur)
Toegestane opslag/transporttemperatuur
- 30 °C ... 70 °C
Toegestane relatieve vochtigheid
max. 90 %
Beveiliging tegen stof en vocht: ● volgens EN 60529 / IEC 60529
IP 65
● volgens NEMA 250
NEMA 4X
Spanningstoevoer Hulpvoeding
tot AS08: DC 24 V (+ 10 % ... - 15 %) vanaf AS08: DC 24 V (18,5 V ... 30,2 V)
Externe zekering
T2,5 A
Stroominput, gewoonlijk
18 W
Stroominput, maximaal
60 W
Maten en gewichten Afmetingen
360 x 300 x 220 (breedte x diepte x hoogte in mm)
Gewicht
ca. 20 kg
Montage Installatie aan
Post, buis of muur
Afstand naar de muur of naar de eerstvolgende chromatograaf
300 mm
Afstand naar bovenkant of onderkant
200 mm
Elektromagnetische compatibiliteit EMV-storingsbestendigheid
volgens IEC 613261-1:2005, NAMUR NE 21
Leidingsgeleide storingvariabel op toevoerleidingen voor wisselspanning: ● IEC 61000-4-4
2 kV
● IEC 61000-4-5
asymmetrisch/symmetrisch 2 kV/1 kV
● IEC 61000-4-6
10 V
● IEC 61000-4-11
Data
Leidingsgeleide storingsvariabel op signaalleidingen: ● IEC 61000-4-4
1 kV
● IEC 61000-4-5
asymmetrisch/symmetrisch 1 kV/0,5 kV
● IEC 61000-4-6
10 V
Storingsbestendigheid tegen ontlading van statische elektriciteit: ● IEC 61000-4-2
Lucht/contact 8 kV
Storingsbestendigheid tegen velden: ● IEC 61000-4-3
10 V/m
Storingsafgifte: ● CISPR 11 / EN 55011
44
Klasse B (woongebied)
Beknopte bedrijfshandleiding voor explosiebeveiligde apparatuur A5E03089771-01, 06/2010
Veiligheid Elektrische veiligheid
IEC 61010 / DIN VDE 0411
Explosiebeveiliging
ATEX II 2 G Ex d IIC T4 FM cat., div 1, groepen A, B, C, D T4 FM cat., zone 1, groep IIC T4 CSA cat., div 1, groepen B, C, D T4; behuizing type 4X
Oven Aantal/type
1/isotherm
Bespoelen met N2
mogelijk
Afmetingen
160 x 10 (diameter x hoogte in mm)
Warmteleiding
20 W
Activatie van de temperatuurbeveiliging
≥ 159 °C
Temperatuurbereik
60 … 155 °C
Temperatuurconstante
± 0,1 K (60 ... 155 °C)
Temperatuurnauwkeurigheid
± 3 K (60 ... 155 °C)
Retentietijdschommelingen per 10 °C omgevingstemperatuurverandering
ca. 0,3 %
Opwarmtijd van 30 ... 100 °C
10 minuten
Activatie van de temperatuurbeveiliging ETC3
≥ 159 °C
ETC4
≥ 80 °C
Scheidingskolommen en gassen Scheidingskolomtype
Capillaire scheidingskolommen 0,15 ... 0,25 mm ∅binnendiameter
Scheidingskolommenschakeling
Multidimensionale chromatografie met terugspoeling en bewerking in Live-Techniek
Multifunctioneel membraanventiel
voor dosering en terugspoelen
Gasaansluitingen
Swagelok 1/8''.
Drukregelaar
Max. 4 enkelkanalige, elektronische drukregelaar
Magneetventielen voor bediening van de multifunctionele membraanventielen
2 openers, 2/3 sluiters
Draaggas
H2, N2, He, Ar (afhankelijk van de toepassing)
● Gaszuiverheid (minimale vereiste)
≥ 99,999 % (5.0)
● Vaste bestanddelen
< 1 μm
● Vereiste filtratie
Afscheidingshoeveelheid 99,99 % voor 1 μm-deeltje
● Verbruik
10 ... 60 ml/min (afhankelijk van de toepassing)
● Ingangsdruk
500 …700 kPa (absoluut)
Instrumentenlucht
is niet nodig
Beknopte bedrijfshandleiding voor explosiebeveiligde apparatuur A5E03089771-01, 06/2010
45
Test en dosering Teststromen
3 voor apparaten vanaf versie 4 1 voor apparaten tot versie 3 Aanwijzing: De versie staat op het typeplaatje bij "AS".
Kalibreer-teststromen
1
Fase
gasvorming
toegestane testdruk
10 … 60 kPa boven atmosferische druk
Teststroom
20 … 100 ml/min
Max. testtemperatuur
80 °C
Vaste bestanddelen
< 1 μm
Vereiste filtratie
Afscheidingshoeveelheid 99,99 % voor 1 μm-deeltje
Materiaal waarmee de sonde in contact komt
Roestvrij staal, fused silica, polyamide
Dosering
"Ventielloze" live-dosering, d.w.z. er zijn geen schakelventielen nodig in de ovenruimte.
● Bediening
met multifunctioneel membraanventiel
● Doseervolumes instelbaar met schakeltijden
van 2 ... 50 μl
Detectoren, kalibratie en spanningsgegevens Detectortype
Warmtegeleidbaarheidsdetectoren (TCD), maximaal 8 sensoren
Celvolumes
0,02 μl
Kalibratie
Handmatig of automatisch, Singlelevel of Multilevel (alleen MicroSAM)
Toegestane spanning van draaggas Reproduceerbaarheid voor meetgebied 2 … 100 %
± 0,5 % van de eindwaarde voor het meetgebied (afhankelijk van toepassing)
Reproduceerbaarheid voor meetgebied 0,2 … 1 %
± 1 % van de eindwaarde voor het meetgebied (afhankelijk van toepassing)
Reproduceerbaarheid voor meetgebied < 0,1 %
± 2 % van de eindwaarde voor het meetgebied (afhankelijk van toepassing)
Detectieniveau voor meetgebied > 1000 ppm
1 % van de eindwaarde voor het meetgebied (afhankelijk van toepassing)
Kleinste meetgebied
1000 ppm (afhankelijk van toepassing)
Lineair gebied
Gewoonlijk ≥ 104
Cyclustijd
Gewoonlijk 30 ... 240 s
Omgevingstemperatuur-invloed
niet significant
Invloed van trillingen
niet significant
Gemiddelde tijd voor hernieuwde productie (MTTR)/ Gemiddelde uitvaltijd (MTBF)
< 1 uur/3 jaar (zonder verbruiksmateriaal)
Toegestane brugspanning Draaggas
Toegestane brugspanning
Toegestane brugspanning
Argon (Ar)
700 mV
25 mW
Stikstof (N2)
700 mV
30 mW
Helium (He) /waterstof(H2)
1.100 mV
70 mW
46
Beknopte bedrijfshandleiding voor explosiebeveiligde apparatuur A5E03089771-01, 06/2010
Elektronica: Communicatie en analytische bediening (CAC) Microprocessor
Intel 586-architectuur
Flash-EEPROM
128 MB
Dynamische RAM
64 MB
Besturingssysteem
Windows CE 3.0/5.0
Software
Voorgeïnstalleerd. Veranderingen of upgrades van de plaatselijke bedienings-PC of via het netwerk laadbaar.
Elektronica: Realtime-signaalprocessor (RSP) Microprocessor
Motorola 68376, 20 MHz
Flash-EEPROM
1 MB
Statische RAM
1 MB
Besturingssysteem
Verder
Software
Voorgeïnstalleerd. Wijzigingen of upgrades zijn laadbaar via het interne service-interface
Interfaces Communicatie
1 x ethernet 10BaseT / TCP/IP
Leidingssysteemkoppeling
1 x RS485 oder RS232 / MODBUS RTU, OPC (ODPC) via ethernet (alleen MicroSAM)
In-/output: Basisuitrusting Digitale output (relaiscontact 0,4 A/DC 24 V)
Voor apparaten vanaf versie 4: 4, onbeperkte toepassing*) voor apparaten vanaf versie 3: 2, onbeperkte toepassing*) Aanwijzing: De versie staat op het typeplaatje bij "AS".
Digitale output (24 V aan optocoupler
Voor apparaten vanaf versie 4: 4, waarvan 3 onbeperkte toepassing*) voor apparaten vanaf versie 3: 2, waarvan 1 onbeperkte toepassing*)
*) uit te breiden met NAU of I/O-Extender (alleen MicroSAM, SITRANS CV vooraf bezet) Statusweergave Display tot en met versie 4 LED-weergave voor
● ● ● ● ● ● ● ●
toevoerspanning Software-levensteken Bedrijfsgereedheid Onderhoud nodig Storing Teststroom Ethernetverbindingsstatus Communicatiestatus
● ● ● ● ● ●
toevoerspanning Software-levensteken Bedrijfsgereedheid Onderhoud nodig Storing Teststroom
Display vanaf versie 5 LED-weergave voor
Beknopte bedrijfshandleiding voor explosiebeveiligde apparatuur A5E03089771-01, 06/2010
47
Aanbevolen bedieningscomputer Zie documentatie van de meegeleverde software
EG-richtlijnen VOORZICHTIG Elektrostatisch gevaarlijke units kunnen door voltages verstoord worden, die ver onder de menselijke waarnemingsgrenzen liggen. Deze spanningen treden al op, wanneer u een onderdeel of elektrische aansluiting van een unit aanraakt, zonder elektrostatisch geladen te zijn. De schade die aan een unit door overbelasting optreedt, kan meestal direct herkend worden, maar is pas na langere werkingstijd van de apparatuur waarneembaar.
Algemene beveiligingsmaatregelen tegen statische elektriciteitsontladingen: ● Let op goede aarding: Let bij het hanteren van elektrostatisch gevaarlijke units op een goede aarde van mens, arbeidslocatie en verpakking. Op deze wijze vermijd u statische oplading. ● Directe aanraking vermijden: Raak de elektrostatisch gevaarlijke units in het algemeen alleen aan, wanneer het onvermijdelijk is (bv. bij onderhoudswerkzaamheden). Pak de units zo beet, dat u de pinnen of geleidingspaden niet aanraakt. Op deze wijze kan de geladen energie de gevoelige onderdelen niet bereiken en beschadigen. Wanneer u metingen aan units gaat uitvoeren, moet u uw lichaam voor aanvang van de werkzaamheden ontladen. Raak hiervoor geen geaarde metalen objecten aan. Gebruik alleen geaarde meetapparatuur.
Siemens AG Industry Sector Postfach 48 48 90026 NÜRNBERG Beknopte bedrijfshandleiding voor explosiebeveiligde apparatuur A5E03089771, 06/2010 48
Beknopte bedrijfshandleiding voor explosiebeveiligde apparatuur A5E03089771-01, 06/2010