©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
Presenteren met Plezier! het gratis e-‐book met de 14 gouden tips!
Rob Janssen @spraakmaker
0
©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
INHOUDSOPGAVE pagina Inhoudsopgave........................................................................1 Inleiding………………………………………………………2 Hoofdstuk 1 voorbereiding wat is in één zin mijn boodschap?…….........................4 waarom ben ik de ideale spreker?…………........…….6 waarom stuur ik geen email?.........................................8 Hoofdstuk 2 mentale voorbereiding affirmaties……………………………………………..12 probleemoplossende vragen…………………………15 Hoofdstuk 3 fysieke voorbereiding ademhaling…………………………………………….18 aarden……………………………………………….…20 glimlachen………………………………………….…..22 Hoofdstuk 4 opbouw van de presentatie krantenkopmethode…………………………………..24 baantjer-‐techniek……………………………………...27 Hoofdstuk 5 voorbeelden story-‐telling…………………………………………….30 eigen betrokkenheid…………………………………...32 Hoofdstuk 6 kennis van je gehoor weet wie er zijn………………………………………...36 hou ze geboeid…………………………………………39 Over Rob Janssen……………………………………………..42
1
©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
Inleiding Ken je dat? Je bereidt een presentatie voor met een PowerPoint. Je hebt alles op een rijtje, stroomschema’s en grafieken zien er goed uit en je zit redelijk goed in je onderwerp. De kriebels in je maag negeer je en je houdt je voor dat het wel goed komt. Maar dan, op het moment dat je voor de groep staat komen de woorden er toch heel anders uit. Je voelt je een stuk minder zelfverzekerd en bij de eerste de beste vraag weet je nauwelijks het antwoord. Ken je dat? Of andersom, je bent al weken van tevoren onrustig en je blijft je presentatie steeds maar weer herhalen in je hoofd. De laatste paar nachten voor je optreden vergeet je liefst zo snel mogelijk. En dan, je bent een minuut of zo bezig, lijkt het alsof alle spanning van je afglijdt. Het loopt en je vraagt je af waarom je zo zenuwachtig was van tevoren. In beide gevallen laten we ons leiden door een bijzonder krachtige emotie: angst Ik ben Rob Janssen. Goed dat je dit boek leest. Dat betekent dat je interesse hebt om te weten hoe je je eigen presentaties kunt verbeteren. Dat is mooi. Je kunt er van uit gaan dat ik in dit boek mijn uiterste best zal doen om je daarbij te helpen. Ook al kennen we elkaar niet, toch heb ik het gevoel dat er een band is. Omdat jij net als ik het belangrijk vindt om ontspannen voor een groep wilt staan. En net als ik weet jij dat dat maar op één manier kan: door gewoon jezelf te zijn. Door overbodige spanning achter je te laten en te spreken over datgene wat je bezig houdt. Dat betekent dat je in elke presentatie iets van jezelf laat zien, ook al gaat het over cijfers, politieke argumenten, een saai project of een feestelijke gelegenheid. En dat maakt dat jij en ik op dezelfde reis zijn: bezig om buitenkant, imago een beetje los te laten en de binnenkant, onze eigenheid wat meer laten zien. Presenteren met Plezier kan alleen wanneer je bereid bent om je publiek te ontmoeten. Ontmoeten. Heb je wel eens stilgestaan wat dat woord letterlijk betekent: ont-‐moeten? Dat er niets moet, dat er geen regels zijn. Zoals vrienden elkaar ont-‐moeten. En je hebt ongetwijfeld net als ik de ervaring dat dat kan. Je hebt vast een presentatie meegemaakt van iemand die je door de presentatie een beetje beter hebt leren kennen. Iemand die je geraakt heeft in positieve of negatieve zin. Niet door technieken, gelikte powerpoint of fraaie lichteffecten. Nee, gewoon omdat iemand recht uit het hart weet te praten. Iemand die niet probeert om geen fouten te maken maar oprecht voor zijn standpunt uitkomt. Je hoeft het niet met iemand eens te zijn om toch geraakt te worden. Mogelijk denk 2
©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
je van jezelf dat je dat ook kunt, mogelijk denk je dat zoiets niet voor jou is weggelegd. In beide gevallen heb je gelijk. De overtuiging die jij hebt over je eigen kwaliteiten en mogelijkheden als spreker, bepalen in hoge mate het resultaat dat je neerzet. Ik hoop van harte dat jij je eigen resultaten verbetert door gebruik te maken van de inzichten die je in dit boek krijgt aangereikt. Daar wil ik het je graag makkelijk in maken. Daarom is dit programma ingedeeld in een aantal korte en vooral praktische hoofdstukken. Die zijn op hun beurt weer onderverdeeld in twee of drie stukjes. Op die manier hoef je niet het hele boek in één keer te lezen als je dat niet wilt. Je kunt er voor kiezen om steeds één item van enkele minuten te lezen. Aan het eind van elk onderdeel krijg je tips om dit in de praktijk te brengen, huiswerk, zo je wilt. Soms zijn dat dingen die je tijdens een presentatie kunt doen, meestal is er geen publiek voor nodig. Genoeg inleiding, je wilt graag aan de slag. Laten we beginnen met de belangrijkste vraag die je vooraf kunt stellen:
3
©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
Hoofdstuk 1 De voorbereiding A. Wat is in één zin mijn boodschap? Elke lezing heeft een specifiek doel. Of het nu intern of extern is. Of de groep nu bekend of nieuw is. Laat me een voorbeeld geven. Stel je voor, je gaat de resultaten van een project presenteren. Je hebt een PowerPoint gemaakt met bullet points, grafieken en overzichten. Je zou kunnen zeggen: De boodschap is duidelijk. Het gaat om het presenteren van de resultaten van het project. Klinkt logisch. De volgende vraag is echter: waarom zou je dan geen mailtje of een memo sturen. Of anders een link naar een site met alle informatie? Een stuk efficiënter, toch? Geen gedoe met voorbereiding, geen bij elkaar brengen van mensen, geen files en, last but not least: geen zenuwen bij jou als spreker! Goeie genade, wat een hoop gesodemieter om een presentatie te geven. Terwijl het zoveel makkelijker, goedkoper en efficiënter is om de boodschap via een andere weg te brengen. Het feit dat we toch al die toestanden accepteren betekent maar een ding: het is blijkbaar niet alleen belangrijk om de boodschap via een presentatie te brengen. Nee, het is ook nodig om het op die manier te doen. Er is dus iets in een live-‐ presentatie, waardoor dit de aangewezen manier is om een boodschap te brengen. Heb je er zo wel eens tegenaan gekeken? Merk je dat het helemaal niet zo vanzelfsprekend is om ‘gewoon’ een presentatie te doen? Mocht dit nog niet overtuigend zijn, dan is het misschien wel aantrekkelijk voor je om te weten dat de mensen die werk maken van hun presentatie, die personen zijn die sneller carrière maken, meer en betere klanten krijgen en vooral: aanzienlijk rustiger op een podium staan. Het loont enorm de moeite om van tevoren stil te staan bij deze ene, simpele vraag: “wat is in een zin mijn boodschap?” Ik zeg er niet voor niets bij “in een zin”. Wanneer ik sprekers vraag wat hun boodschap is komt er meestal een verhaal, meerder invalshoeken, uitgebreide opsommingen en een brede context. Na 3 minuten ben ik het spoor bijster. 4
©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
Het doet me denken aan de man die ooit een brief begon met de mededeling: excuses voor de lange brief, ik heb geen tijd om een korte te schrijven”. De meeste lezingen zijn lang, te lang, omdat de spreker niet de tijd heeft genomen om zijn verhaal in een notendop samen te vatten voor zichzelf. Door in een zin samen te vatten wat de boodschap is, zorg je ervoor dat je presentatie gefundeerd is. Je schept een ijzersterke basis. Hoe kom je nu tot het antwoord? Natuurlijk hangt het sterk af van de situatie, het onderwerp, de doelgroep etc. Een ding is echter altijd bepalend: de kern van je boodschap is emotioneel en niet rationeel. Hoe ik dat weet? Simpel. Als de boodschap puur rationeel is, dan kun je die ook, misschien zelfs beter, op een andere manier brengen. Inderdaad, bijvoorbeeld een mailtje. Praktijkvoorbeeld. Een financieel directeur van een bedrijf hield een presentatie over de jaarcijfers voor de hele organisatie. Zijn mede-‐directieleden zaten op de eerste rij, de overige vijfhonderd man waren grotendeels productiearbeiders. Vooraf had hij mij laten weten dat het goed ging en dat hij erg veel zin had om dat te delen met iedereen. Ik kreeg meteen een beeld van zijn presentatie, dit ging leuk worden! Tot mijn verbazing begon hij met monotone stem te vertellen en verscheen sheet na sheet met cijfers, grafieken en prognoses. Na ongeveer tien minuten begon de zaal wat onrustig te worden. Nog eens tien minuten later vertrokken de eerste mensen, zogenaamd om naar het toilet te gaan. Inmiddels zaten alle andere directieleden verveeld met hun stropdas te spelen. Zij hadden deze presentatie eerder al gezien en wisten dat hij nog niet halverwege was. Uiteindelijk, na drie kwartier sprak hij de verlossende woorden: “en daarmee wil ik graag deze presentatie besluiten. Dank voor uw aandacht”. De stilte die toen volgde was oorverdovend. Niettemin had de man achteraf oprecht het idee dat het prima gegaan was. Niemand wist waarom. Dit lijkt misschien een overtrokken voorbeeld, maar niets is minder waar. Het is waar gebeurd, en, erger nog, het is een van de ontelbare voorbeelden die op die manier verlopen. Waarschijnlijk heb je het zelf al vaker meegemaakt. Het bijzondere aan dit voorbeeld is dat de man in kwestie duidelijk had welke boodschap hij wilde overbrengen: “goed nieuws mensen, we draaien zwarte cijfers en de toekomst lacht ons toe”, of woorden van gelijke strekking. In plaats van deze zin uit te spreken en weer lachend te gaan zitten, bleef hij drie kwartier lang oeverloos saaie sheets uitleggen. Wat kunnen we hier van leren? Lijkt me duidelijk: weten hoe het moet is niets waard wanneer je het niet toepast. Om die reden wil ik je meteen in dit eerste hoofdstuk al vragen om alsjeblieft geen woord te geloven van wat ik zeg. Dat zeg ik niet omdat ik grappig wil zijn of 5
©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
een slecht zelfbeeld heb. Nee, ik bedoel er alleen maar mee te zeggen dat het geboden materiaal in dit boek bedoeld is om je eigen te maken en zelf toe te passen. Dan pas werkt het. Zonder dat heeft het geen enkele zin om dit boek te lezen . Pas de tips toe en je zult zien dat er veel verandert in de kwaliteit van je presentaties. De eerste tip is dus: vat de boodschap van je presentatie samen in een zin. B. Waarom ben ik de ideale spreker? OK, je hebt de eerste stap gezet. De boodschap is helder en in één zin samengevat. Deze vraag is bedoeld om de lezing tot jouw lezing te maken. Zojuist hebben we al gezien dat de boodschap nooit alleen rationeel is. Er zit altijd een emotionele reden bij, anders hoeft een presentatie niet ‘live’ te zijn. Dat kan van alles zijn: je wilt je gehoor overtuigen, ontroeren, in beweging krijgen, enthousiasmeren etc. Wat je onderliggende doel ook is, jij bent degene die dat door een presentatie moet zien te bereiken. Dat betekent dus, dat datgene wat jij vertelt ook daadwerkelijk jouw verhaal moet zijn. Ja maar, cijfers zijn toch gewoon cijfers? hoor ik je zeggen. Of ik dat nou presenteer of een collega, dat maakt toch geen verschil in de feiten? Nee, dat klopt, de feiten blijven hetzelfde. Maar datgene wat je overbrengt maakt alle verschil. Zoals de financieel directeur in het voorbeeld op veel verschillende manieren het verhaal had kunnen brengen. Dus wat moet je nou met de vraag waarom jij de ideale spreker bent? Zoek het antwoord in de verbinding die jij met het onderwerp hebt. Wat maakt het onderwerp voor jou interessant? Welk aspect spreekt jou het meeste aan? Door daar op te focussen en daar de voorbeelden bij te zoeken, maak je het tot jouw verhaal. En dat is altijd boeiend om naar te luisteren. Een aantal jaren geleden werd ik gevraagd door een groep studenten om hen te helpen bij de presentatie van een project. Ze waren naar China geweest en hadden daar een onderzoek gedaan naar outsourcing. Hoe gingen westerse bedrijven om met productie in China, wat hield hen tegen etc. Tijdens de proef-‐ presentatie hielden ze zich keurig aan de PowerPoint, de onderdelen waren verdeeld en de inhoud klopte. Alleen, er bleef een soort scherm, een muur tussen de studenten en het publiek. Ze waren zo gericht op de inhoud, dat het een soort oplezen van de tekst werd. Misschien herken je dat wel, er worden in Nederland duizenden van dat soort lezingen gegeven. Na afloop keken ze me hoopvol aan
6
©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
en eentje vroeg: was het goed? De enige vraag die ik vervolgens stelde was: ”wat vonden jullie het leukste in China?” Het effect was opmerkelijk. Na een korte stilte buitelden de verhalen over elkaar heen. De ervaringen in gastgezinnen, de cultuur, hoe met name de meisjes als reuzinnen werden gezien etc etc. Die verhalen hebben ze verweven in hun eindpresentatie en als beloning kregen ze allemaal een hoge waardering. Zij waren de enig juiste sprekers, om de eenvoudige reden dat ze hun eigen ervaring meegenomen hadden in de presentatie. Niemand anders had dat kunnen doen. Deze werkwijze levert een paar voordelen op: Op de eerste plaats maak je het jezelf gemakkelijker. Het vertellen van je eigen ervaring is eenvoudig, want je hoeft niet na te denken over de volgorde van de gebeurtenissen. De film zit in je hoofd. Het gevolg is dat je natuurlijker gaat spreken, wat ook voor het publiek bijzonder prettig is. En tot slot, door het toevoegen van een persoonlijke ervaring til je de presentatie boven het gemiddelde uit en zullen mensen jouw verhaal eerder onthouden. Laat me je een ander voorbeeld geven van een manager private banking. Zij ging een presentatie aan klanten en prospects geven over de mogelijkheden om een sabbatical te nemen of eerder te stoppen met werken. Ik was gevraagd om te kijken of deze presentatie nog verbeterd kon worden. Tijdens de repetitie sprak zij in eerste instantie feitelijk en zakelijk. Na afloop vroeg ik haar of het de bedoeling was dat er na haar presentaties afspraken gemaakt zouden worden. Haar reactie verbaasde me: “liever niet teveel”, zei ze,”want ik ga drie weken later zelf met sabbatical”. Ik vroeg door en ze vertelde dat ze met haar man een wereldreis ging maken op een schip. Feitelijk precies wat ze in haar presentatie bedoelde. Ze heeft ter plekke besloten om een groot deel van de PowerPoint aan de kant te schuiven en te beginnen met haar eigen verhaal. Hoezeer ze er naar uitkeek en dat ze dat ook aan haar klanten gunde. Later hoorde ik dat er geweldig veel afspraken zijn gemaakt, die grotendeels door haar collega’s afgehandeld moesten worden, want ja....zij was na drie weken weg! Neem de tijd om je persoonlijke band met het onderwerp te smeden. Dat kan een eigen ervaring zijn, iets dat je hebt meegemaakt. Het kan ook een item in het nieuws zijn of een ervaring van iemand anders. In ieder geval iets dat jou geraakt heeft, om welke reden dan ook. De tweede tip is: gebruik persoonlijke ervaringen
7
©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
C. Waarom stuur ik geen email? Met grote regelmaat mag ik mensen begeleiden die niet verantwoordelijk zijn voor hun presentatie. Daarmee bedoel ik dat een meerdere simpelweg de opdracht geeft om een bepaalde presentatie te verzorgen. Vaak heeft de afdeling communicatie de templates van de PowerPoint al klaar liggen. En alsof dat niet genoeg is, komt het vaker voor dat het gaat om een bestaande presentatie die door de verschillende lagen van de organisatie doorgepresenteerd moet worden. Met andere woorden, er is al een verhaal ergens op directieniveau gemaakt en het is aan de managers, afdelingshoofden en teamleiders om het verhaal door te vertellen. Dit alles onder het motto: ”dan komt het verhaal goed op alle plekken terecht. De praktijk is natuurlijk heel anders: slechts een enkeling brengt de motivatie op om het verhaal door te geven op de gewenste manier. Voor de rest is het een verplicht nummertje en het wordt dan ook op die manier gedaan. Slechts weinig organisaties realiseren zich dat dit averechts werkt. Er zal geen bedrijf aan failliet gaan of zelfs maar in financiële moeilijkheden komen. Maar het is wel een manier van werken die geld en vooral betrokkenheid kost. Zonde. Het is niet de inhoud die telt, maar de manier waarop die gebracht wordt. Van vele managers en teamleiders heb ik dit voorbeeld gekregen. En ze voelen daar allemaal dezelfde frustratie bij. De vraag waarom ze dan geen emailtje sturen in plaats van een presentatie beantwoorden ze voor het grootste gedeelte ook hetzelfde, namelijk met: ”als het aan mij lag zou ik dat ook doen, maar ja, het is corporate policy, daar ga ik niet over. Storytelling, het verhaal overbrengen, is de kracht achter elke presentatie. Want de boodschap wordt vooral overgebracht door de houding van de spreker, door de lichaamstaal. Houding, gebaren enzovoort. Deze drie punten spelen continu een rol in elke lezing. Als je er van uitgaat dat die drie bij elkaar 100% van de uiting zijn, dan in het interessant om te weten hoe belangrijk elk onderdeel is. Met andere woorden, hoeveel procent van het overbrengen van de boodschap wordt bepaald door de woorden, hoeveel door de intonatie en hoeveel door de lichaamstaal? Indien je dit onderzoek niet kent, denk dan eens voor jezelf. Hoe belangrijk denk jij dat elk onderdeel is? Zijn woorden belangrijker dan intonatie of juist andersom? Is lichaamstaal het belangrijkste of niet? Je merkt wellicht aan mij dat ik graag en veel praat. Ik gaf woorden dan ook een behoorlijk percentage toen mij deze vraag gesteld werd. Het antwoord vond ik echter ronduit shockerend: slechts 7% van de boodschap wordt overgebracht door de woorden die de spreker gebruikt. 7%! Wow. Dat betekent dat ik hier wel veel woorden gebruik, maar dat het maar een minimale invloed heeft op het 8
©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
overbrengen van de boodschap. Je kunt je misschien wel voorstellen dat dat even slikken was voor mij. De volgende, intonatie, bleek maar liefst 28% van het totaal te bepalen, vier keer zo veel. Dat vond ik overigens vreemd, want woorden lijken mij toch belangrijker dan de intonatie. Misschien heb jij dat ook wel. Maar neem dan eens de volgende zin: “ik heb het niet gedaan”. Vijf woorden, die ik redelijk neutraal uitspreek. De zin krijgt echter steeds een andere betekenis, als ik de klemtoon verplaats. Bijv. “Ik heb het niet gedaan” klinkt heel anders dan: “Ik heb het niet gedaan” of als: “Ik heb het niet gedaan” En tot slot, de nonverbale communicatie, de lichaamstaal bepaalt maar liefst voor 65%. Sta daar eens bij stil. Je staat voor een groep, je hebt je verhaal en je PowerPoint goed voorbereid en alles wat je zegt draagt voor ongeveer een/derde bij aan de overdracht. De manier waarop je gekleed bent, staat, beweegt, ademhaalt en kijkt weegt voor twee-‐derde mee! Dat is nogal wat. Dus als de spreker ongemotiveerd is, zal de boodschap zeer waarschijnlijk totaal niet overkomen. Vraag je in je voorbereiding af, wat je wilt bereiken bij je publiek. Wil je hen overtuigen, inspireren, aan het denken zetten of iets anders? Stel je voor dat je de projectresultaten gaat presenteren aan de directie. Je doel kan mogelijk zijn om hen te laten zien dat jij een uitstekende projectleider bent. Zorg er dan voor dat de visie en missie van de organisatie in je presentatie verwerkt zitten. Want elke leider is geïnteresseerd in de loyaliteit en betrokkenheid van de medewerkers. Als je dat hebt gedaan, vraag je dan af of jij die missie en visie herkent in je eigen leven. Zorg er voor dat je hier in alle oprechtheid in gelooft. Als je het als een truckje ziet, vergeet het dan maar. Mensen prikken daar heel snel door heen. Laat zien, dat het voor jou belangrijk is en wat het heeft betekend in het verloop van het project. Het resultaat zal een presentatie zijn die absoluut niet in een mailtje te vatten zal zijn. En dat is de bedoeling! De derde tip: gebruik iets waar je met hart en ziel in gelooft
9
©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
Hoofdstuk 2 mentale voorbereiding A. Affirmaties Heb je even stilgestaan bij het eerste hoofdstuk? Misschien zelfs wel de tips in de praktijk gebracht? Ik hoop het. Je kunt dit boek voor je laten werken door per hoofdstuk minstens één tip toe te passen. Het zal je geweldig helpen. In het begin van dit boek gaf ik aan dat je, ondanks goeie voorbereiding, toch last kunt hebben van angst. Op het moment dat je voor een groep staat lijkt je keel wel dichtgeschroefd, je zweetklieren draaien op volle toeren en je knieën lijken een nieuwe kant op te willen buigen. Nou, ja, misschien denk je, dat is wat overdreven. Maar misschien is het wél zo voor je. Voor veel mensen betekent het spreken voor een groep een ongemakkelijke situatie. Er zijn onderzoeken, waaruit blijkt dat bijna 95% van de mensen liever niet voor een groep staat, in meerdere of mindere mate last heeft van spreekangst. Die angst staat in een aantal onderzoeken zelfs boven de angst voor de dood! Ongelofelijk, toch? Ik hoorde een keer Jerry Seinfeld, een Amerikaanse stand-‐up comedian, die de situatie schetste dat een man tijdens de begrafenis van zijn beste vriend een speech hield. Hij keek naar de kist en je zag hem denken: “Liever zou ik nu zelf in die kist liggen”. Ja, we kunnen er om lachen, maar het is natuurlijk ernstig. Reden te meer om snel aan de slag te gaan met een paar tips die je definitief van dit probleem af kunnen helpen. Daarvoor is het nodig dat we eerst kijken naar angst. Wat is het eigenlijk? Er zijn twee soorten angst: directe en indirecte angst. Directe angst is snel herkenbaar. Bijvoorbeeld, je remt op een spekgladde snelweg en je slipt recht op een vrachtwagen af. Dat is directe angst. Of je gaat op safari en ineens sta je oog in oog met een hongerige tijger. Erg direct ook. Het lichaam reageert in beide gevallen met een aantal reacties: adrenaline wordt in grote aantallen geproduceerd, je pupillen verwijden zich, je spierspanning neemt toe etc. Allemaal natuurlijke processen die je nodig hebt om een van beide opties te kunnen kiezen: aanvallen of vluchten. Indirecte angst wil zeggen dat je bang bent voor iets wat zou kunnen gebeuren, maar niet hoeft te gebeuren. Bijvoorbeeld je staat in een lift en je bent bang dat hij neerstort. Of je gaat op vakantie en op het vliegveld bedenk je dat je het gas misschien wel aan hebt laten staan. In deze voorbeelden kan het zijn dat je gelijk 10
©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
hebt, maar voor hetzelfde geld ook niet. Interessant is echter, dat de lichamelijke reacties op indirecte angst identiek zijn aan die van directe angst. Met andere woorden, ons lichaam maakt geen onderscheid. Angst is angst en daarmee is het realiteit voor de persoon die het heeft. En dan kun je honderd keer van iemand horen dat je helemaal geen reden hebt om bang te zijn, die angst is er en flink ook! Bij spreekangst gebeurt hetzelfde, zij het dat er ook nog een ander proces een rol speelt. Wan de spreker die van tevoren bang is om een speech te houden, heeft last van indirecte angst. Maar eenmaal op het podium lijkt hij zichzelf te bevestigen. Het verhaal komt er moeizaam uit en na afloop denkt hij: “dit nooit meer”. Er is dus niet alleen sprake van een indirecte angst, maar ook nog van een bevestigende ervaring. En dat draai je niet zomaar om! Gelukkig zijn er allerlei manieren om daar vanaf te komen. Een daarvan zal ik je nu laten horen. Waarom deze methode? Heel eenvoudig, omdat ik hem zelf ook toepas. Niet voor spreekangst, maar wel op andere gebieden in mijn leven. Het heet gewoon ‘self-‐talk’ en is gebaseerd op de onderzoeken en resultaten van diverse psychologen. Een van hen is Dr. Shad Helmstetter. In zijn boek: “wat zeg je wanneer je tegen jezelf praat” legt hij op overzichtelijke wijze uit hoe het proces van self-‐talk werkt. Hoe het je tegenhoudt om optimale resultaten te bereiken en -‐niet onbelangrijk -‐ hoe je hetzelfde proces voor je kunt laten werken. We noemen dat het gebruiken van affirmaties. Een ding is wel cruciaal in dit verband: het vereist dagelijkse toepassing. Affirmaties zijn niet een soort aspirientje dat je kunt nemen als je hoofdpijn hebt. Geen trucje dat je even voor een presentatie toepast. Je wil een patroon,dat waarschijnlijk al jarenlang door jou is opgebouwd, veranderen. Er zijn veel mensen die roepen dat je dat wel even om kunt draaien, ik geloof daar niet in. Wel dat je door regelmatig de juiste dingen doen een nieuwe situatie kunt scheppen, waarbinnen je geen last meer hebt van angst op beperkende gedachtes. OK, ik neem aan dat je nu langzamerhand wel wilt weten hoe dit proces werkt. Heel simpel, affirmaties kun je zien als hersenspoeling. Maar dan door jezelf met een doel dat je zelf bepaald hebt. Je werkwijze is als volgt. Op de eerste plaats kies je een gebied in je leven waar je verandering in wilt. Dat kan van alles zijn, in dit geval beperk ik me tot spreken in het openbaar. Dan schrijf je zinnen op die het gewenste resultaat verwoorden. Voorbeeld: ik ben een goede spreker. Die zinnen moeten aan een paar voorwaarden voldoen: Op de eerste plaats moeten ze geschreven zijn in de tegenwoordige tijd. 11
©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
In het voorbeeld schrijf je niet op: ik zal een goede spreker worden, of: ik word ooit een goede spreker. De tweede voorwaarde is een positieve vorm. Dus niet: ik ben geen slechte spreker, of: ik spreek niet onverdienstelijk. Die twee zinnen zijn negatief geformuleerd door de woorden ‘geen’ en ‘niet’. Dat doen we overigens erg veel, let er maar eens op. Als je aan iemand vraagt “hoe gaat het?” krijg je vaak als antwoord: ‘niet slecht’ of: ‘ik mag niet klagen’. Negatieve bewoordingen. Gebeurt zo vaak, dat we het meestal niet in de gaten hebben. De reden dat positieve formulering belangrijk is, hangt samen met de werking van onze hersenen. Het woordje ‘niet’ wordt door onze hersenen niet herkend. Misschien klinkt dat een beetje onduidelijk. Laat me je een voorbeeld geven: doe even mee. De vraag die ik voor je heb is:” denk nu even niet, dus niet doen, he, denk nu even niet aan een kabouter met een paarse puntmuts. Hm, geen idee waar die vandaan komt, maar hop, hij zit zo in je hoofd, he? En zie ‘m dan maar eens er uit te krijgen! Met andere woorden, als je van jezelf zegt: “ik ben geen slechte spreker”, horen je hersenen dus: “ik ben een slechte spreker” . Ik heb er geen onderzoek naar gedaan, maar misschien is dat wel een reden waarom mensen positieve zaken verwoorden als ontkenning van het negatieve. In het laatste geval verandert er voor de hersenen niets, omdat ze de ontkenning niet horen. En zegt de spreker op dat moment dus iets negatiefs voor de hersenen, terwijl het rationeel iets positiefs is. Volg je me nog? Zo niet, dan moet je dit gedeelte nog maar eens beluisteren. We waren bij de voorwaarden voor affirmaties. Een was: schrijf ze in de tegenwoordige tijd. Twee: schrijf ze in positieve bewoordingen Op de derde plaats: hou het onvoorwaardelijk en enkelvoudig. “ik ben een goede spreker” is een enkelvoudige zin. Als ik die zou veranderen in: “ik ben een goede spreker, vooral voor groepen onder de 100 waarbij er voldoende licht is om de mensen te kunnen zien” dan is er sprake van een samengestelde zin. Onze hersenen kunnen veel, maar bij dit soort boodschappen raken ze de weg kwijt. Bovendien bevat de zin een paar voorwaarden: als er minder dan 100 man zitten en als er voldoende zaallicht is. De voor de hand liggende vraag is: wat als er 300 man in het donker zitten? Bak je er dan niks van? Vragen die de effectiviteit van affirmaties ondermijnen. Tot slot, een affirmatie is een positieve bekrachtiging van jezelf, vermijd het gebruik van verkapte to-‐do lijstjes. Vaak hebben mensen een hele lijst van items die ze willen verbeteren op het gebied van presenteren. Rustig en diep ademhalen, vermijden van ‘uh’ of 12
©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
stopwoordjes, functioneel gebruik van de handen, minder bewegen of juist meer, oogcontact met het publiek houden etc. In affirmaties komt dat vaak terug: “ik gebruik mijn handen functioneel” of: “mijn ademhaling is correct” Op zich niks mis mee, maar het straalt geen plezier, geen passie uit. Het is eerder een lijst van zaken die de spreker vooral goed wil doen. Alsof hij het niet al druk genoeg heeft in zijn hoofd! De kern van affirmaties is het verwoorden van de gewenste realiteit. De meest eenvoudige manier om dat te doen is de volgende: sluit voor een moment je ogen. Als je nu in de auto zit kan ik je aanraden om deze oefening even voor later te bewaren....Doe het op een rustig moment, waar je niet gestoord wordt. Sluit je ogen en zie jezelf terwijl je presenteert op een voor jou ideale manier. Zie jezelf voor een groep staan en wees je bewust van de reactie van je gehoor. Zijn ze enthousiast, of juist geboeid? Misschien geraakt of anders gewoon aandachtig. Dat kan ik voor jou niet beoordelen, jij bepaald hoe de ideale situatie voor jou is. Bekijk dit beeld nauwkeurig en sta jezelf toe om er van te genieten. Daar sta je dan, als een geboren spreker vol zelfvertrouwen. Het enige dat je hoeft te doen om de juiste affirmaties voor jezelf te vinden, is dit beeld van ondertitels te voorzien. Alsof je de commentator van jezelf bent. Let er daarbij op dat je het plezier, de passie die je in deze oefening ervaart ook meeneemt. Bijvoorbeeld:”Ik geniet van presenteren” kan een heel krachtige affirmatie zijn. Misschien zou jij andere woorden kiezen, doe dat ook vooral. Elke affirmatie moet jou aanspreken, dus je eigen woorden werken het beste. Vervolgens schrijf je een aantal affirmaties op en print ze. Je kunt ze ophangen of neerleggen op plaatsen die je dagelijks ziet. Spreek ze dan hardop uit gedurende drie weken, verschillende keren per dag. Vlak voor je gaat slapen is zeker handig, dan blijven ze in je hoofd terwijl je slaapt. Hoef je niets voor te doen! Wat je op deze manier doet is het verwoorden van je interne overtuiging op een constructieve manier. Het helpt je om je negatieve overtuigingen te vervangen. De meest gestelde vraag die ik hierover hoor is: “en word ik dan na drie weken ineens een goede spreker”? Dat kan, maar het is niet mijn ervaring. Ik zal ter afronding van dit gedeelte met je delen wat het voor mij heeft betekend. Heel lang was ik slecht in het onthouden van namen. Misschien heb jij dat ook wel. En dat zei ik ook vaker tegen anderen. Een vriend van me zei op een dag: ”dat doe je verkeerd, je moet zeggen dat je goed bent daarin”. Dat leek me onzin, want ik was er toch slecht in? Zijn antwoord toen vergeet ik nooit meer. Hij zei:” dat klopt en zolang je dat bevestigt zul je er ook nooit goed in worden”. Hij vertelde over affirmaties en leerde me de regels. Die heb ik toegepast en na drie weken werd ik niet plotseling goed in het onthouden van namen. Wel kreeg ik kortsluiting, figuurlijk gesproken 13
©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
dan. Ik zei elke dag tegen mezelf dat ik namen kon onthouden en in de realiteit bleef ik ze vergeten. Dat botst met elkaar. En daar borrelde de vraag uit: hoe dan? Vervolgens ging ik om me heen kijken naar trainingen en ander materiaal dat me zou helpen om beter te worden in het onthouden van namen. Ik leerde diverse technieken en trucs. En nu? Ben ik nu goed in het onthouden van namen? Mijn eerlijke antwoord is” nee, maar ik ben er wel vele malen beter in dan ik ooit was” En dat is absoluut de moeite waard. Misschien denk je nu wel:”ja hallo, daar heb je die affirmaties toch niet voor nodig? Je had die technieken toch sowieso kunnen aanleren?” Dat klopt. Toch heb ik dat niet eerder gedaan, mijn overtuiging was immers dat ik slecht was in het onthouden van namen. Onbewust ging ik er van uit dat trainen geen zin had. Zie affirmaties als een soort ploeg. Als het land hard is ploegt de boer ook eerst de aarde, om de zaadjes daarna in de grond te strooien. Hij kan het ploegen ook weglaten, maar hoeveel van die zaadjes zouden dan tot bloei komen? Onze beperkende overtuigingen maken onze hersenen moeilijk toegankelijk voor nieuwe mogelijkheden. Affirmaties helpen je die overtuigingen te veranderen. Daardoor gaat het veranderen in de realiteit een stuk makkelijker! De vierde tip: Schrijf tien affirmaties over jou als spreker, print ze en lees ze minstens 3x per dag gedurende drie weken
14
©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
B. Probleemoplossende Vragen Hi, welkom bij het tweede gedeelte van je mentale voorbereiding. Heb je al affirmaties geschreven? En ze al opgehangen en uitgesproken? Ik hoop het. Anders, stop gewoon met lezenen ga het nu doen. Je hebt besloten om in jezelf te investeren, doe het dan ook. Zoals mijn moeder altijd zei: “weten en niet doen is niet weten” . Dus breng het in de praktijk, gebruik de inzichten. Dit gedeelte van de mentale voorbereiding biedt je een manier aan om dat ook op een bijzonder plezierige manier te doen. De methode die ik je hier aanreik heet: de probleemoplossende vragen De naam zegt het al: het gaat over een probleem vragenderwijs te benaderen. Ik moet je op voorhand aangeven dat de titel enigszins misleidend is. Alleen met het stellen van vragen los je natuurlijk geen problemen op. Maar het helpt je wel om zo anders tegen een probleem aan te kijken, dat het vanzelf een uitdaging lijkt te worden. Iets wat leuk is om te doen. Laten we eerst een probleem nemen. Bijvoorbeeld: je vindt het moeilijk om ontspannen voor een groep te staan. Dan kun je jezelf de vijf vragen stellen. De eerste vraag luidt: wat is er goed aan dit probleem? Wat is er goed aan dit probleem? Dat is bijzonder krachtig, want het suggereert dat er iets goed is aan een probleem. Wat zou je hier op kunnen antwoorden? Nou, bijvoorbeeld dat je in ieder geval gevraagd wordt om te presenteren door je leidinggevende. Hij ziet blijkbaar die potentie in jou. Of, als jij zelf de beslissing neemt, dat je iemand bent die bereid is om risico te nemen. Iemand die openstaat voor groei. Voel je de andere manier van kijken? De kwaliteit van je antwoorden word bepaald door de kwaliteit van je vragen. Op deze vraag heb ik een paar suggesties gedaan. Ik weet zeker dat jij met nog een aantal andere mogelijkheden kunt komen. Doe dat vooral. Wanneer je het gevoel hebt voldoende antwoorden op deze vraag geleverd te hebben ga je door naar de tweede vraag. Die luidt: Wat is er nog niet perfect? Deze vraag impliceert dat het mogelijk is om de situatie te perfectioneren. Zoals je bij de affirmaties je ideale presentatie hebt voorgesteld. Het antwoord kan eenvoudig zijn: “het feit dat ik gespannen voor een groep sta” Maar misschien ligt het iets subtieler. Deze vraag nodigt je uit om het probleem niet als een berg te zien, maar als een project waar je veel zaken voor elkaar hebt en een paar dingen nog kunt verbeteren. In dit geval kun je je afvragen of je de hele presentatie je zenuwen voelt of slechts de eerste paar minuten. In dat geval 15
©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
zou je antwoord kunnen zijn: “het feit dat ik de eerste paar minuten spanning voel” Alle vragen hebben één ding gemeen: ze nodigen je uit om door te denken en met een gericht antwoord te komen. De derde vraag is: Wat ben ik bereid om te doen? Daarmee is duidelijk dat je het in eigen hand hebt. Het is niet iets dat je overkomt, een probleem waarmee je wordt opgezadeld. Nee, je krijgt nu de kans om te kijken welke stappen je zelf kunt zetten. Je zou aan diverse mogelijkheden kunnen denken. Bijvoorbeeld: “ik ben bereid om een training presenteren te volgen” of, “ik ben bereid om elke kans om te presenteren aan te grijpen zodat ik kan oefenen”. Dit is de vraag die je helpt om in actie te komen. Toch gebeurt het vaker dat we ons zaken voornemen, zelfs met onszelf afspreken, en dan toch niet doen. Goede voornemens met nieuwjaar bijvoorbeeld. Daarom is de volgende vraag van belang. Dat is de vierde vraag en die luidt: “wat ben ik bereid om te laten” Dat kan klagen, mopperen of zeuren zijn. Maar ook: uitstellen, blijven piekeren, proberen om er onderuit te komen etc, etc. We hebben erg veel opties om iets wat we liever niet doen ook daadwerkelijk te vermijden. Ook al hebben we voldoende redenen en motivatie om aan de slag te gaan. De meest voorkomende ziekte is uitstelleritis. Een aandoening die erg hardnekkig kan zijn. Om daar van af te komen is er maar één manier: wees je er van bewust, spreek voor jezelf hardop uit wat het is en beloof jezelf dat je bereid bent om het te laten. Niet overal en voor altijd, gewoon voor dit ene probleem. Klinkt dat overtuigend voor je? Denk je dat dit je gaat helpen? Mooi. Is dat niet zo, ook prima. Geloof niet zomaar wat ik zeg, probeer het uit, doe het in de praktijk. Want je het nog slechts één vraag te gaan. De vijfde en laatste vraag bestaat uit twee delen. Het eerste deel luidt: “Hoe kan ik nu aan de slag gaan?” Niet morgen, niet over een uurtje, niet als het uitkomt, maar nu. Daarmee help je jezelf enorm door de kracht van flow. Zorg dat je meteen de eerste stap zet, dat maakt elke volgende stap makkelijker. Wat je nu kunt doen? Ik heb geen idee. In dit voorbeeld kun je op het internet goeie trainingen gaan zoeken, of je omgeving laten weten dat je meer wilt presenteren, of een goed boek over het onderwerp gaan lezen etc etc. Wat het is maakt niet zoveel uit, maar zet die eerste stap. Omdat dat een beetje onwennig of zelfs ongemakkelijk kan voelen, want je hebt het niet voor niets uitgesteld, krijg je ook het tweede gedeelte van de vraag. De hele vraag luidt:” Hoe kan ik nu aan de slag gaan en genieten van het proces?” Ahh, dat schept mogelijkheden. Het is ineens niet meer alleen een to-‐do lijstje dat je afwerkt, maar een leuke uitdaging waar iets te genieten valt. Als je bijvoorbeeld hebt besloten om meteen op internet een goeie training te gaan zoeken, kun je dat nu doen met een glaasje wijn erbij, thuis op de bank. Of 16
©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
als je een goed boek over presenteren gaat lezen kun je jezelf trakteren op iets leuks. Gewoon omdat je jezelf wil feliciteren met de beslissing en de actie die je genomen hebt. Maak het ontspannend, maak het leuk. Er zijn talloze mogelijkheden en jij weet precies op welke manier het voor jou aantrekkelijk wordt. Werk doen omdat het moet houden sommige mensen kort vol, anderen wat langer. Maar werk waar je plezier aan beleeft is voor iedereen makkelijk. Doe het en je zult merken dat het oorspronkelijke probleem een uitdaging is geworden waar je met plezier je tanden inzet! Geniet er van! De vijfde tip: gebruik de probleemoplossende vragen in de voorbereiding voor een presentatie waar je tegen op kijkt
17
©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
Hoofdstuk 3 fysieke voorbereiding A. Ademhaling Welkom, hoe is het gegaan met de mentale voorbereiding? Heb je affirmaties geschreven en de probleemoplossende vragen gebruikt? Of ben je gewoon het hele boek aan het lezen? In het laatste geval, blijf dat vooral doen. Je krijgt dan een overzicht van het hele programma. Als je dan denkt:”klinkt interessant, maar niet voor mij”, stuur dit ebook dan op als cadeau voor je jarige zwager.... OK, laten we verder gaan met de andere voorbereiding die je helpt: de fysieke voorbereiding. Als je een presentatie als een prestatie beschouwt, dan is het logisch om je optimaal voor te bereiden. Elke sporter begint met een warming up voor een wedstrijd. Als spreker kun je dat ook doen. In dit gedeelte krijg je een aantal praktische oefeningen die je het beste kunt doen op een rustig moment. Ze zijn niet alleen erg eenvoudig, ik beloof je ook dat je ze al snel op elk willekeurig moment kunt doen als je er eenmaal meer vertrouwd mee bent. Dan wordt het een tweede natuur. Er zijn drie onderwerpen die aan de orde komen: Ademhaling, aarden en glimlachen. We beginnen met een paar effectieve ademhalingsoefeningen. Ze zijn er op gericht om je ademhaling te verdiepen. We noemen dat diafragma-‐ of buikademhaling. Neem een ontspannen houding aan. Dat kan zittend of liggend. Sluit je ogen en concentreer je op jezelf. Leg een hand op je buik en adem rustig in door je neus. Voel hoe de lucht je longen vult en adem rustig uit door je mond. OK, prima. Doe dit nog een keer. Rustig inademen door je neus en langzaam uitademen door je mond. Uitstekend. Herhaal dit een paar keer en voel welk ritme vanzelfsprekend en ontspannend voor je voelt. Ga je gang. Je blijft in dit rustige tempo op dezelfde wijze ademhalen, terwijl je nog steeds je hand op je buik hebt. Voel nu, hoe de lucht bij de inademing je buik doet uitzetten. Je hand wordt daardoor iets naar voren gedrukt. Het kost geen moeite, het gaat vanzelf. Als je hand niet weggedrukt wordt, maak je geen zorgen. Blijf rustig en geconcentreerd ademhalen en laat de lucht gewoon zo diep mogelijk in je longen zakken. Je zult merken dat er op een gegeven moment beweging in je buik komt. Doe het maar. Terwijl je steeds diep inademt door je neus en rustig uitademt door je mond merk je misschien dat je steeds meer ontspant. Het kan zijn dat je de neiging hebt om 18
©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
te gapen, dat is prima. Alleen maar een teken dat je meer en meer ontspant. Goed. OK, adem nog eens diep in en hou je adem vast. Hou vast. Hou vast..en adem heel snel uit. Prima. Nog een keer. Adem diep in, hou vast, hou vast en adem heel snel uit. Laatste keer: adem in, hou vast, hou vast, hou nog even vast...en adem heel snel uit. Mooi. Je hebt je ogen nog gesloten. Adem rustig door, ik tel tot drie en op drie open je je ogen en ben je je weer bewust van je omgeving. Een, twee drie. Open je ogen en wees je bewust van je omgeving. Blijf lekker zitten of liggen, rek je uit en beweeg eerst even armen en benen voor je weer opstaat. Hoe voelt dat? Heb je het gevoel dat je even weg geweest bent? Je hebt zojuist een eenvoudige en tegelijkertijd erg krachtige oefening gedaan. Niet alleen heb je je ademhaling gebruikt om je hele lichaam te ontspannen. Een goeie ademhaling zorgt er ook voor dat afvalstoffen je lichaam verlaten. Het voert te ver in dit kader om hier op in te gaan, maar het levert heel gemakkelijk het gevoel van een mini-‐vakantie op, even je hoofd leeg. Dat is precies wat je helpt om uitgerust en met goede energie aan een presentatie te beginnen. Als je de oefening liggend hebt gedaan, kan ik me voorstellen dat je het in de praktijk niet zo toepasbaar vindt. Je gaat waarschijnlijk niet voor een groep liggen om deze oefening te doen. Ik zal het je in ieder geval niet aanraden. Dat hoeft ook niet. In een stoel is dit ook prima te doen. Ook met je ogen open. Je hebt vast wel een bijeenkomst waar het onderwerp niet zo boeiend is en je met een gerust hart even op je ademhaling kunt concentreren. Als je dan het woord krijgt kun je uitgerust aan je verhaal beginnen. Maak van de diafragma-‐ademhaling een dagelijkse gewoonte. Ademhalen moet je toch, dus als je het doet, doe het dan goed. Je zult merken dat je al heel snel ook in andere situaties de oefening kunt doen. Als je in de auto zit, terwijl je aan het bellen bent, noem maar op. Bij voldoende oefening wordt het een tweede natuur. Net als fietsen of zwemmen. Ik ga er even voor het gemak van uit dat je dat allebei beheerst. Kun je je nog herinneren dat je dat nog moest leren? Hoeveel aandacht je nodig had om niet om te vallen of te verdrinken? Gelukkig is dat allemaal goed gegaan, anders had je nu niet kunnen luisteren. En nu? Kost het je nu moeite om te fietsen of te zwemmen? Met ademhaling is dit precies hetzelfde. De zesde tip: neem meerdere malen per dag kort de tijd om de diafragma-‐ ademhaling te oefenen 19
©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
B. Aarden De volgende oefening in je fysieke voorbereiding noemen we aarden of gronden. Het is niets anders dan het contact met de grond te verstevigen. Op het eerste gezicht lijkt het een weinigzeggende oefening, maar het effect op je overtuigingskracht is enorm. Doel van de oefening is om je lichaamstaal, je uitstraling voor een groep sterk te verbeteren. Net als bij oosterse vechtsporten is het belangrijk dat je stevig bent. Dat je niet snel uit balans te brengen bent. Een goede ademhaling zoals zojuist besproken is daar een belangrijk middel in. Aarden is een eenvoudige techniek die je daar enorm in ondersteunt. Laten we de oefening gaan doen. Je krijgt nu twee manieren, de eerste is staand, de tweede zittend. Ga staan in een lichte spreidstand, met je voeten zo’n 30 cm uit elkaar. Je knieën zijn niet overstrekt, dus hou ze heel licht gebogen. Houdt je rug recht en laat je schouders ontspannen hangen. Je armen hangen losjes naast je lichaam. Kijk recht naar voren en concentreer je eerst even op je ademhaling. Adem rustig in door je neus en langzaam uit door je mond. Blijf deze manier van ademen doen voor de rest van de oefening. Ga in gedachten met je aandacht naar je voetzolen. Voel hoe je voeten contact maken met de grond. Voel of je gewicht op je hele voet rust, of meer op je voorvoet of juist op je hak. Verdeel bewust je gewicht over je hele voet, zodat je een zo breed mogelijk vlak hebt dat contact heeft met de vloer. Voel dat je stevig staat. Stel je nu voor, dat de energie van de aarde door je voetzolen naar boven stroomt door je lijf tot in je hoofd. De kracht van de aarde neem je volledig in je op. Je bent als het ware een boom die diepgeworteld staat en de energie uit de aarde haalt. Ondertussen adem je diep in door je neus, en rustig uit door je mond. Voel hoe stevig je nu staat op deze plek. Stel je voor dat er nu iemand zou komen die je probeert om te duwen. Hoeveel kans zou die maken? Waarschijnlijk heel weinig. Als je toch het gevoel hebt dat je makkelijk om te duwen bent, doe de oefening dan nogmaals. Als dit de eerste keer is dat je deze oefening doet, kan het zijn dat je nog even moet wennen aan het idee. Doe het gewoon vaker en wees je er van bewust dat je elke keer weer iets steviger staat. Hou deze positie vast en ga nu in gedachten naar een presentatie waarbij je je gehoor ergens van wilt overtuigen. Neem de boodschap die je hebt in gedachten en voel hoe overtuigd, hoe zeker je nu bent. Je staat nu als een rots, onwankelbaar. 20
©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
Op het moment dat je nu je boodschap brengt, zul je steviger en overtuigender overkomen dan wanneer je heen en weer loopt of met een voet aan het wippen bent. Ok, tot hier deze oefening. Schudt je lichaam even los en vergeet daarbij je voeten niet. Het voordeel van deze oefening is dat je hem gemakkelijk tijdens een presentatie kunt doen zonder dat iemand het merkt. Je gehoor zal wel ervaren dat je overtuigend bent, maar zal niks aparts aan je zien. Dit is erg effectief. Je kunt deze oefening ook zittend doen. Voor veel mensen betekent presenteren ook het woord voeren tijdens een vergadering. Lastig om dan op te staan. We gaan de oefening nu zittend doen. Ga zodanig zitten dat je op jezelf zit. Daarmee bedoel ik dat je niet de steun van een rugleuning hebt. Zit op jezelf, je voeten naast elkaar en strek je rug. Ontspan je schouders, hou ze laag en voor deze oefening kun je je handen in je schoot laten rusten. In een vergadersituatie kun je ze op de tafel laten rusten, zolang je er maar niet op steunt. Je kijkt recht vooruit. Doe de ademhaling hetzelfde als hiervoor: diep in door je neus, lang uit door je mond. Na een paar keer zo ademhalen merk je dat je iets meer ontspant. Voel hoe je billen en de achterkant van je bovenbenen contact maken met de zitting van de stoel. Adem rustig door en ontspan je billen en de achterkant van je bovenbenen, zodat je het contact met de stoel vergroot. Voel hoe stevig je zit. Ga nu met je aandacht naar je voetzolen en voel hoe die contact met de grond maken. Hier doe je hetzelfde als in de vorige oefening. Je zit stevig, onwankelbaar. Ervaar de energie die je dit oplevert. Voelt dit goed, solide? OK, geniet daar even van en ontspan je weer. Kijk maar hoe makkelijk of moeilijk je je voeten weer kunt optillen. Welkom terug! Deze oefening en de vorige kun je uitbreiden, door in je voorbereiding je boodschap voor ogen te hebben op het moment dat je je sterk en stevig voelt. Daarmee verbind je de boodschap met je energie. Dat zal je helpen om tijdens de presentatie met diezelfde energie en kracht de boodschap over te brengen. De zevende tip: oefen elke dag zowel zittend als staand het gronden
21
©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
C. Glimlachen De derde fysieke oefening is mogelijk nog eenvoudiger dan ademhalen en gronden en minstens zo effectief: glimlachen. Laat duidelijk zijn dat ik het hier niet over een gemaakte plastic glimlach heb. Zo eentje waarbij het lijkt alsof je mondhoeken aan elastiekjes achter je oren worden opgetrokken. Sommige verkopers lijken daar elke ochtend op te oefenen. Het resultaat van die glimlach is over het algemeen dat klanten zich niet serieus genomen voelen. Nee, ik bedoel een oprechte glimlach. Iedereen die dat doet, met de nadruk op oprecht, wint een publiek voor zich. Het werkt ontwapenend. De vraag is natuurlijk: “Hoe zorg ik er voor dat het oprecht is”? Meestal gaan sprekers met een zekere spanning het podium op en op dat moment glimlachen is al snel een grimas waar ze zelf ook niet vrolijk van worden. Dat komt, omdat ze met hun gedachten op het verkeerde punt gericht zijn. Namelijk: “wat zullen ze van me denken?” Die angst, die spanning straal je uit en elk publiek herkent dat. Dus de oplossing om oprecht te glimlachen zit ‘m in je gedachtes. Laten we dat eens uitproberen. Doe even mee. Als je rustig zit, sluit je ogen en neem een situatie voor de geest die je vertederend vond. Misschien, als je kinderen hebt, het eerste lachje van je baby. Of een grote-‐mensen-‐ uitspraak van een kleuter. Of misschien zag je een stel van achter in de tachtig hand in hand over het strand lopen. Denk eens na. Welke situatie komt er bij je boven? Denk maar even... OK, ik ga er van uit dat je nu een beeld hebt. Bekijk dat beeld nauwkeurig, inclusief de kleuren, geluiden en geuren die er toen waren. Laat het beeld tot leven komen alsof het nu gebeurt. Ervaar het beeld dat zich voor je afspeelt en sta het gevoel toe dat je toen had. He, zit je nu te glimlachen? Je zult wellicht merken dat dat vanzelfsprekend gaat, automatisch. Door jezelf even helemaal te verplaatsen in een moment waarom je ooit moest glimlachen, ontstaat er bijna altijd vanzelf een glimlach in het heden. Niet gemaakt, niet van plastic, maar echt. Dat is een techniek, een trucje zo je wilt, om met een glimlach je presentatie te beginnen. Ik zal je zo een tweede manier vertellen. Maar eerst: waarom is het zo belangrijk om te glimlachen? Twee redenen. Op de eerste plaats zal je gehoor zich meer ontspannen, omdat ze jou ervaren als iemand die zeker is van zijn zaak. 22
©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
En ten tweede, omdat het voor jou niet mogelijk is om te glimlachen en tegelijkertijd je zorgen te maken. Probeer dat maar eens. Als je deze oefening nog eens doet. Op het moment dat je geniet van het beeld en glimlachend in je stoel zit. Probeer dan maar eens je zorgen te maken. Lukt niet. Of als het wel lukt is het vertederende beeld ook meteen weg. Maar tegelijkertijd oprecht glimlachen en zorgen maken? Lukt niet. Een tweede manier die ik zelf vaker gebruik is de volgende. Wanneer ik voor een grote zaal sta en spanning bij mezelf bespeur die mij beperkt, dan kijk ik de zaal rond en zie ik alle gezichten. Vervolgens visualiseer ik dat iedereen in zijn ondergoed zit. En dan niet mooi en modern ondergoed, maar ouderwets en wat rafelig. Ik beloof je, dat is voor elke zaal een apart gezicht! Het kost mij dan altijd moeite om niet te hard te gaan lachen, maar een glimlach kan ik dan niet onderdrukken. Het gehoor heeft dan het idee dat ik er gewoon zin in heb. En dat is prima. Voor mij betekent het een ontspannen start. Laat me je wel een ding vragen, hou dit onder ons. Ga dit nou niet rondbazuinen want het brengt mensen in een gehoor maar in verwarring! Nee, serieus. Dit zijn slechts twee voorbeelden hoe je er voor kunt zorgen dat je met een glimlach voor een groep kunt staan. Misschien brengt het je wel op andere ideeën. Doe dat vooral. Laat me gerust weten wat voor jou werkt. Geniet er van. De achtste tip: maak een lijst van zaken die je onmiddellijk doen glimlachen
23
©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
Hoofdstuk 4 Opbouw van de presentatie Welkom bij het tweede gedeelte van deze training. Heb je de oefeningen in het eerste gedeelte gedaan? Ik hoop het. Zo niet, stop dan met lezen en doe ze alsnog! Dit boek en alle tips die er in staan werken niet. Net zo min als de lampen in jouw huis. Pas als je de schakelaar aanklikt zullen de lampen werken. Hetzelfde geldt voor deze tips: pas als je ze in de praktijk brengt gebeurt er wat. Maak er een gewoonte van en je zult jezelf dankbaar zijn. Stel je voor: elke presentatie in de toekomst die je volledig ontspannen kunt voorbereiden en uitvoeren. Heerlijk toch? Je bent nu de weg ingeslagen om dat te realiseren. Hiervoor hebben we het gehad over je voorbereiding, zowel mentaal als fysiek. Daar zijn we mee begonnen omdat het de meeste invloed heeft op het resultaat van je presentatie. Daarnaast heb je natuurlijk ook de inhoudelijke voorbereiding. Die begint met het samenvatten van je boodschap in één zin. Dan heb je dus de kern van je betoog te pakken, maar dan? Hoe geef je je verhaal op een goede manier vorm. Laat me je bij deze van een illusie afhelpen: De beroemde kop-‐romp-‐staart methode gaat je niet echt verder helpen. Die stamt nog uit de tijd dat je publiek stil en aandachtig luisterde, ook al las je gewoon een tekst op. Die tijd is voorbij. Het huidige publiek heeft een veel kortere spanningsboog en bovendien blackberries en smartphones in de aanslag om te gaan surfen, twitteren of mailen. Je zult pakkend en to the point moeten zijn. In dit gedeelte krijg je twee formules die zichzelf bewezen hebben en die je succesvol kunt toepassen. Ik noem ze de Krantekopmethode en de Baantjertechniek. We beginnen met de krantekopmethode. A. Krantekopmethode Hoe lees jij de krant? Grote kans dat je de voorpagina bekijkt, een paar koppen leest en even stil blijft staan bij een artikel dat je aandacht vangt. Is het werkelijk 24
©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
interessant en eindigt het artikel met:”lees verder op pagina 6” dan blader je waarschijnlijk door naar pagina 6 om de achtergrondinformatie te lezen. Klopt? Laten we dit eens analyseren. De kop geeft meteen de kern van het artikel aan. Bijvoorbeeld: “Economisch herstel sneller dan verwacht”, of: “Nederland grijpt net naast het goud”, of: “Aardbeving India eist duizenden slachtoffers”. Als je nu niet verder leest heb je toch de boodschap meegekregen. En dat is reuze handig als je ‘s ochtends met een boterham in je hand snel een kop koffie pakt en de deur uit rent. Dan weet je toch ongeveer wat er speelt in de wereld. Neem je iets meer tijd en interesseert het onderwerp je, dan lees je het artikel. Daarin staat de huidige stand van zaken, actuele info en waarschijnlijk een foto. En tenslotte, je bent werkelijk geboeid, lees je verder op pagina 6, waar ook achtergrondinformatie wordt gegeven. Stel je nou voor dat je op dezelfde manier je presentatie zou geven. Je begint met de kop, de titel van je verhaal. Vervolgens geef je de actuele stand van zaken, een foto of ander beeld en mogelijk een voorbeeld. En je eindigt met achtergrondinformatie. Hoe klinkt dat in je oren? Vanzelfsprekend? Anders dan je gewend bent? Laten we het voor de aardigheid eens omdraaien. De vorm van een standaardpresentatie is de volgende: De spreker stelt zich voor en geeft een overzicht van wat de luisteraar mag verwachten. Meestal begint dat met een terugblik, een stukje geschiedenis. Dan krijgen we de huidige stand van zaken, als we geluk hebben met een voorbeeld en tot slot komt de spreker met conclusies, aanbevelingen etc. De slotsheet met daarop het woord:”vragen” laat ik dan maar buiten beschouwing. Stel je voor dat een hoofdredacteur van een krant besluit om op deze manier de opmaak te doen. Elk onderwerp begint met een overzicht, een soort inhoudsopgave. Vervolgens komt er een stukje geschiedenis, achtergrondinformatie. Daarna gaan we naar de huidige situatie en tenslotte komt de conclusie, het feitelijke nieuws. Dan leest toch niemand meer een krant? Dus hoe kun je deze methode nou toepassen in je eigen presentaties? De eerste stap is de kop. Wat is je conclusie, je stelling? Je boodschap in een zin kun je hier prima toepassen. Daarmee geef je meteen de bottom-‐line van je verhaal. Laat me een voorbeeld geven. Ik mocht een keer prof. Roger de Bruyn aankondigen. Een Vlaamse hoogleraar. Hij ging spreken over creatief denken. 25
©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
Zijn eerste zin luidde: ”alle opvoeding is dril”. Bam! In een klap duidelijk waar we het over gaan hebben. De aandacht in de zaal was onmiddellijk gewekt en iedereen was benieuwd hoe hij tot zo’n uitspraak kwam. Hoe hij de rest van zijn presentatie ook boeiend hield zal ik je in het volgende gedeelte vertellen. Maar laten we even stilstaan bij deze manier van beginnen. Kun je je voorstellen dat dit voor jou werkt? Is dit ook toe te passen voor, laten we zeggen een politiek verhaal, de presentatie van projectresultaten, een productpresentatie voor klanten of de nieuwjaarsspeech? Zonder uitzondering: Ja. Geen enkel probleem. Waarom doet niet iedereen het dan, als het zo eenvoudig en effectief is? Omdat de meeste sprekers niet de moeite nemen om zich af te vragen wat de bottom-‐line boodschap is. Vaak vanuit angst. Want laten we wel wezen, als je begint met een duidelijke stelling, kun je daar knap lastige vragen over krijgen...En daar zit niet iedereen op te wachten. Dus houden we het veilig, gebruiken we een PowerPoint met veel bullets en tekst en hopen we dat het zonder fouten snel weer voorbij is. Brrr, ik krijg er de rillingen van over mijn rug. En jij ook, hoop ik. Laat me je kort de reden geven waarom de krantekopmethode zo effectief is. Hij is namelijk gebaseerd op de manier waarop mensen luisteren. Precies, je hoort het goed. Deze methode is gebaseerd op de ontvanger, niet op de zender. Daar zit al een belangrijk punt in. Het gaat er niet om of de spreker zijn verhaal kwijt is, het gaat er om of het door het publiek ontvangen is. Je kunt grofweg drie stijlen van luisteren onderscheiden. Op de eerste plaats de mensen die van kort en bondig houden. Grote lijn. Bottom-‐ line. Geen fratsen. Dit is een groep die snel is afgeleid als ze het gevoel hebben dat het nergens over gaat. Een krantenkop houdt voor deze groep onmiddellijk de aandacht vast. De tweede groep neemt informatie vooral op via beelden. Plaatjes, films, cartoons, anekdotes etc. De bottom-‐line is leuk, maar deze mensen snappen het pas als je er een voorbeeld bij geeft. En dan liefst een anekdote of een leuk filmpje. Zit dat op geen enkele manier in je presentatie, dan kun je er donder op zeggen dat deze mensen onderling gaan kletsen, met elastiekjes gaan schieten of zich op een andere manier gaan vermaken. Om je een beeld te geven: de kinderen die tijdens het schoolreisje achter in de bus gingen zitten, die types. Altijd klaar voor een geintje. En tot slot is er de groep die graag achtergronden en planning wil. Geen grote verhalen, maar onderbouwde informatie. De ‘lees verder op pagina 6”-‐types zal ik maar zeggen. 26
©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
Deze drie stijlen van luisteren worden op hun wenken bediend in de Krantekopmethode. De kop is bottomline, voor de eerste groep De verhalen, actuele info, anekdotes voor de tweede en Achtergrondinformatie voor de derde groep. De spanningsboog van de diverse groepen loopt ook in die volgorde. Bij de eerste groep is die het kortste, bij de derde groep het langste. Met andere woorden, die laatste groep is best bereid om even te wachten tot je klaar bent met botttomline en voorbeelden. Ze zullen gewoon luisteren als je met relevante achtergrondinformatie komt. Andersom echter, als je begint met terugblikken en achtergrond, dan heb je het knap lastig om de aandacht van de eerste twee groepen nog terug te winnen. Dus als je dit weet, is het dan niet logisch om je opbouw af te stemmen op je publiek? Als je een lezing in Engeland gaat houden, dan doe je dat toch ook in het Engels? Dit is niet anders. Let wel: deze methode is erg doeltreffend, maar niet zaligmakend. Varieer, probeer ook andere manieren uit. De negende tip: begin met je conclusie B. Baantjer-‐techniek Je kent hem wel, De Cock met C-‐O-‐C-‐K. Als je de afleveringen vaker hebt gezien zul je gemerkt hebben dat de opbouw steeds hetzelfde was: de tune is geweest, het verhaal begint en binnen no-‐time hebben we.....een lijk. Geen idee wie het is of waar het over gaat. Maar de kop is er af, zullen we maar zeggen. We gaan er eens goed voor zitten en zijn benieuwd hoe de Cock dit nou weer gaat oplossen. Herkenbaar? Heb je je wel eens afgevraagd waarom het bij Baantjer absoluut niet nodig is om een kader te hebben of de achtergrond te weten? Je zit gewoon knal, midden in een verhaal en je volgt stap voor stap de ontknoping. Je zult ongetwijfeld dezelfde ervaring hebben met films of boeken. Op de eerste pagina of in de eerste scène gebeurt er iets, je hebt geen idee wie de hoofdpersonen zijn en in welke situatie ze zich bevinden, maar je bent geboeid. Dit is precies de techniek die je kunt toepassen in je presentatie. Zoals Tom Bade, een begenadigd spreker over de economische waarde van het groen, een keer 27
©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
zei: “Ik begin graag met een bom in de zaal te gooien” . In een klap iedereen wakker, aandacht er bij. Ik kan me herinneren dat een leraar op de middelbare school moeite had om orde in de klas te houden. Op een dag kwam hij binnen met een grote tros bananen. Natuurlijk was iedereen nieuwsgierig wat hij daar mee van plan was. Hij zei alleen dat die bedoeld was voor het einde van de les. Vervolgens had hij aanzienlijk meer concentratie in de klas dan gebruikelijk. Overigens deed hij verder helemaal niets met die tros. Natuurlijk is het effectief om een knallende start te maken met iets dat je gedurende de lezing ook gaat uitwerken. Dan hou je de aandacht vast en ontrol je het verhaal als het ware voor je gehoor. Een uitspraak die je kan helpen in dit proces is de volgende: “als je met de deur in huis valt ben je meteen binnen”. Laten we eens een voorbeeld bekijken. Stel je voor, je houdt een presentatie intern in de bank waar je werkt. Het gaat over de wetgeving op het gebied van privacy en de gevolgen daarvan voor de manier van werken. Je staat voor twintig medewerkers en jij als leidinggevende mag de presentatie geven. Natuurlijk heb je de wet goed doorgespit en weet je wat het betekent voor je mensen. Je staat zelfverzekerd op, vraagt de aandacht en begint uit te leggen hoe de wet in elkaar zit en waarom die ontstaan is. Hoe lang denk je dat de aandacht bij jouw verhaal blijft? Ik vermoed niet lang. Natuurlijk, iedereen zal met een geïnteresseerde blik jouw kant opkijken, maar het grootste gedeelte is binnen vijf minuten mentaal op vakantie. Probeer het maar eens uit. Gooi er eens een rare zin doorheen zonder van intonatie of lichaamshouding te veranderen. Bijvoorbeeld: “het artikel waar hier aan gerefereerd wordt heeft als doel de persoonsbescherming in ons land te waarborgen. Dat kan natuurlijk door de identificatieplicht maar ook door mensen te verplichten hun auto in de tuin van de buren te parkeren. Belangrijkste punt is dat we de balans moeten vinden tussen....” etc. De kans dat er iemand je vraagt wat je daarmee bedoelt is groot. Er zitten namelijk altijd luisteraars in je gehoor die puur op de inhoud gericht zijn. Maar neem op dat moment eens de proef op de som: vraag aan de groep wie je laatste twee zinnen kan herhalen of op zijn minst de inhoud daarvan. Laat die mensen hun hand opsteken. Ik durf te wedden dat het er nog geen zes van de twintig zijn! Maar goed, je wilt natuurlijk niet weten hoe je het niet moet doen, maar wat wel werkt. Paar voorbeelden. Voor dat je op de inhoud ingaat vraag je aan de groep: wie van jullie heeft bij het afsluiten van een mobiel abonnement zijn paspoort laten kopiëren? Als het goed is steekt iedereen zijn hand op. Je vervolgt met de vraag:” en wie van jullie weet wat er met dat kopie gebeurt, wie er inzage in heeft?” Waarschijnlijk blijven alle handen nu laag. Even los van het feit of dit voorbeeld 28
©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
goed is in de lijn van jouw verhaal, je hebt in ieder geval een belangrijk doel bereikt: je hebt je publiek aan het denken gezet. Je hebt ze even gekieteld en in dit voorbeeld een ongemakkelijk gevoel bezorgd. Iedereen wil daar van af, dus als jij in jouw verhaal het antwoord hebt, zal de aandacht bovengemiddeld zijn. Klinkt dat simpel? Mooi, want dat is het ook. Nog een voorbeeld: Je werkt bij een producent van software en je mag op een klantendag een nieuw product presenteren. Alle unique selling points heb je keurig op een rijtje en de specificaties kun je wel dromen. Hoe kun je dan de Baantjer-‐methode toepassen? Op de eerste plaats heb je van tevoren nagedacht wat de bottom-‐line van je verhaal is. Laten we zeggen in dit geval: deze applicatie verbindt de functionaliteit van twee programma’s. In gewoon Nederlands: u bespaart zeeën van tijd. Je zou kunnen beginnen met: “dames en heren, mijn naam is Rob Janssen en ik zal u vandaag versie van 5.7 van ons ABC-‐ programma presenteren. Eerst zal ik de specifieke punten van 5.6 nog eens de revue laten passeren en daarna zal ik de verbeteringen doornemen die 5.7 in zich heeft. Zoals u weet is 5.6 een versie die.....” Dit kan maar is niet de beste manier om je gehoor op het puntje van de stoel te laten zitten. Wat denk je van de volgende opening: “Dames en heren, stelt u zich voor dat u nu nog steeds met een typemachine en een rekenapparaat zou werken? Hoeveel tijd bespaart u nu door een computer te gebruiken? Mijn naam is Rob Janssen en ik zal u in de komende vijftien minuten laten zien hoeveel tijd u met de 5.7 versie van ons ABC-‐programma bespaart” Ook hier geldt, misschien is dit niet het juiste voorbeeld voor jouw presentatie. Maar je gehoor zal ongetwijfeld meer aandacht hebben voor de inhoud van je verhaal. Zowel bij de krantenkop-‐methode als de Baantjer-‐techniek geldt: zorg dat je gehoor vanaf de eerste zin aan het denken wordt gezet. Want mensen die vragen in hun hoofd hebben willen de antwoorden en verwachten die van de spreker. Voor je voorbereiding vereist dit dat je goed nadenkt welke binnenkomer in lijn is met je verhaal. Neem die tijd en je zult merken dat je presentatie beter gevolgd en hoger gewaardeerd wordt. De tiende tip: geef je gehoor in de eerste zin iets om over na te denken
29
©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
Hoofdstuk 5 Voorbeelden A. Story-‐Telling OK, we zijn al bij het vijfde van de zes onderdelen aanbeland. Hoe gaat het tot nog toe? kun je het materiaal voor jezelf toepassen? Merk je al resultaten? Ik hoop het voor je. Dit onderdeel gaat over de kracht van voorbeelden. De kracht van story telling. Ik zal je hier niet gaan vermoeien met een uitgebreide geschiedkundige verklaring. Maar je kunt je voorstellen dat in het verleden het vertellen van verhalen een van de weinig manieren was om informatie over te brengen. Nu is de druk en de snelheid vele malen hoger en willen we meteen weten waar het over gaat. Is er een aardbeving aan de andere kant van de wereld, via Twitter zijn we sneller dan de pers op de hoogte. Maar we vergeten het ook met dezelfde snelheid. We onthouden iets voor langere tijd, wanneer het ons daadwerkelijk geraakt heeft. En dat is door het verhaal er achter. Door een menselijke ervaring, een emotie. Dat geldt ook voor presentaties. De krantenkopmethode is gebaseerd op de manier van luisteren van het gehoor. Voor veel mensen geldt dat ze de boodschap pas ontvangen wanneer het verpakt zit in een verhaal, een voorbeeld, een anekdote. Maak daar gebruik van, bereik je gehoor door het verwerken van voorbeelden in je verhaal. De mooiste zin die je in elke presentatie kunt uitspreken is: “laat me een voorbeeld geven”. Op het moment dat je dat zegt zal een groot gedeelte van je gehoor de oren spitsen. Als je oplet kun je zelfs zien dat een aantal mensen even gaan verzitten. Er letterlijk eens goed voor gaan zitten. Want abstracte presentaties zijn prachtig, maar de concrete werkelijkheid, het verhaal, blijft hangen. Dat spreekt tot de verbeelding. Laat me je een voorbeeld geven. Tijdens de opening van multifunctioneel centrum “De Eendracht” spraken diverse mensen voor een groep ondernemers. Na een aantal sprekers verslapte de aandacht. Achterin werd het wat rumoerig en enkele toehoorders begonnen op iets te luide toon over bier en bitterballen te praten. Op dat moment kwam Han Weijers als spreker naar voren. Hij had persoonlijk erg veel tijd in het project gestoken. Hij liep naar voren en vertelde dat hij die ochtend op de ontbijttafel een kaart had aangetroffen. Zichtbaar aangedaan haalde hij een kaart uit zijn binnenzak en de zaal werd muisstil. Hardop las hij de kaart voor: “Opa, fijn dat je nou weer meer thuis bent”. Ik heb geen idee of hij nog meer gezegd heeft, ik was er zelf niet bij. Van diverse mensen heb ik dit verhaal gehoord. Het had blijkbaar 30
©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
zoveel indruk gemaakt, dat niemand het nog over de andere sprekers had, alleen over deze man. Het is niet eens echt een verhaal, maar de boodschap was glashelder. Als hij had gezegd: “dit project heeft me veel tijd gekost” had hij weliswaar hetzelfde gezegd, maar lang niet zoveel impact gehad. Valt het je op dat ik dit verhaal vertel, terwijl ik er zelf niet eens bij geweest ben? Van diverse ondernemers heb ik het in geuren en kleuren gehoord. Dar zegt toch iets over de impact die deze ervaring heeft gehad. Het is het verhaal er achter, de emotie, die de presentatie bijzonder maakt. Voor jou een geruststellende gedachte: 9 van de 10 lezingen bestaan uit het oplezen van powerpoints, dus als je de moeite neemt om een verhaal te vertellen val je al heel snel op. Nog een voorbeeld: Een manager van een technisch bedrijf zou spreken op twee congressen om een product op logistiek gebied onder de aandacht te brengen. In beide gevallen was hij een van de veertien sprekers. Veertien! Toen ik dat hoorde had ik al meteen te doen met het publiek. Maar goed. Ik mocht hem in twee sessies ondersteunen in de voorbereiding. Achteraf vertelde hij mij dat het een enorm succes was geweest. Er waren twee verschillende dagvoorzitters geweest, die allebei zijn verhaal op het eind nog eens extra benoemden. Opmerkelijk tussen dertien anderen! Toen ik hem vroeg hoe hij dat gedaan had zei hij:”Heel simpel, ik heb alleen kort iets verteld over een vakantie in Frankrijk. Ik was daar met mijn gezin en er ging toen van alles fout in de logistiek. Toen heb ik gezegd: eigenlijk had ik toen het product moeten hebben dat ik nu wil presenteren”. Hij voegde daar nog aan toe dat hij het maar een klein voorbeeldje vond, maar dat geen enkele andere spreker dat had gedaan. Het is dus reuze eenvoudig om op te vallen tussen anderen. Je hoeft geen geboren verhalenverteller te zijn. Prettige gedachte, toch? Jij en ik maken elke dag iets mee dat bruikbaar is. Een gesprek met een collega, een voorval op weg naar je werk, een bericht in het nieuws. Allemaal zaken die je kunt gebruiken in een presentatie. Als dagvoorzitter zie ik soms sprekers die als volgt beginnen: ”toen ik hier naar toe reed hoorde ik op de radio het volgende...” Krachtige opening. Het maakt het optreden ‘live’ , want het was vanochtend op de radio. Wat we niet weten is waarom de spreker dit bericht gebruikt. Wil hij zijn mening geven, of sluit het precies aan bij zijn onderwerp? Om daar achter te komen moeten we wel luisteren! Het is niet voorspelbaar, het kan nog alle kanten op. Dat maakt het boeiend. Dat is meteen de grootste fout die sprekers maken: de presentatie voorspelbaar maken. Door in het begin al meteen te gaan vertellen waar ze het over gaan hebben en in welke volgorde krijgen ze de aandacht van een paar mensen die dat op prijs 31
©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
stellen. De meerderheid zal echter achteroverleunen, want ze weten dat het interessante gedeelte pas na zo’n twintig minuten komt. Zonde. Victor Deconinck, televisiepresentator en uitstekend dagvoorzitter heeft daar eens over gezegd: “In een presentatie moet je het publiek verleiden. Je moet de aandacht vasthouden. Het is gewoon stom om meteen je hele opzet weg te geven. Stel je voor dat je als jongen een leuk meisje in een cafe ziet. Je stapt op haar af en zegt: OK, wat ik ga doen is het volgende. Ik bied je eerst een drankje aan en dan praten we wat. Als het klikt krijg je nog een drankje van me en dan is het de bedoeling dat ik bij jou in bed eindig.” Voorspelbaarheid is killing bij presentaties. Het levert alleen maar passiviteit bij je publiek op terwijl het zo eenvoudig is om mensen te boeien. Een verhaal, een anekdote doet wonderen. En nogmaals, het hoeft geen onthutsend verhaal of alles meeslepende gebeurtenis te zijn. Juist de dagelijkse situaties, die iedereen zich kan voorstellen werken het beste. Als je een verhaal vertelt, wees je dan wel bewust van je doel. Wil je het gebruiken als metafoor voor je boodschap, dan moet die wel kloppen natuurlijk. Zodra je verhaal de lading niet dekt of erger nog, het tegendeel bewijst, dan ben je snel klaar. Dat is de tijd die in de voorbereiding zit. Denk na over je verhaal. Het kan ook zijn dat je alleen maar een ijsbreker wilt gebruiken. Een anekdote die niets met je onderwerp te maken heeft, maar die wel aansluit bij je publiek. Ook prima. Vraag je dan wel af of je voorbeeld overeenkomt met je publiek. Ik praat bijvoorbeeld regelmatig over mijn kinderen. Tijdens een gastcollege voor studenten sprak ik in een voorbeeld over mijn oudste dochter. Een jongen van een jaar of 21 vroeg ineens erg geïnteresseerd: “Hoe oud is ze?”. Ik antwoordde:”13”. Hij kreeg meteen een rood hoofd en iedereen begon te lachen. Ik realiseerde me dat dit voorbeeld niet aansloot bij de doelgroep. Nog steeds geef ik met enige regelmaat gastcolleges, maar dan gebruik ik voorbeelden van vrienden of ouders. De elfde tip: maak een lijst van verhalen die je kunt gebruiken in een presentatie B. Eigen Betrokkenheid Een stap verder dan, laten we zeggen, algemene verhalen, is je persoonlijke verhaal. Voor we daar dieper op ingaan nog even kort een helikopterview: Een aantal mensen die allerlei andere dingen hadden kunnen doen zijn op een bepaald moment bij elkaar gekomen om jouw presentatie te volgen. Op de eerste 32
©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
plaats is het van belang dat je je dat realiseert. Ze zijn voor jou en je presentatie gekomen. Ik probeer nu niet om je extra zenuwachtig te maken. Waar het om gaat is dat je publiek jou een compliment geeft door aanwezig te zijn. Wees je daar van bewust. De vraag “waarom ben ik de ideale spreker?” die we in het begin hebben gezien is hier op zijn plaats. Hier krijg je de kans om je verhaal dicht bij jezelf te houden. De manier waarop je dat doet is door je voorbeelden uit je eigen ervaring te nemen. Het is prachtig om verhalen over staatshoofden of gevierde acteurs te gebruiken. Maar je eigen ervaring zal altijd meer indruk maken. Op een voorwaarde: dat je verhaal een emotionele waarde heeft voor jezelf. Zoals de man die het kaartje van zijn kleinzoon voorlas. Want de allerbelangrijkste reden dat je een presentatie houdt is om je boodschap ‘live’ te kunnen overbrengen. We hebben al eerder gezien dat je lichaamstaal de meeste invloed heeft op het overkomen van de boodschap. Datgene wat je zegt is vele malen minder belangrijk dan de uitstraling die je er bij hebt. Misschien heb je wel eens een presentatie van Steve Ballmer gezien, topman bij Microsoft. Op youtube staan veel filmpjes over hem. Hij heeft de gewoonte om indianendansjes op het podium te doen, wat op zich al knap is voor iemand met zijn overgewicht! Vervolgens bestaat zijn speech uit vier woorden: “I Love This Company”. Steve buiten adem, zaal uit zijn dak. OK, het is Amerikaans en de zaal zit vol met Microsoft medewerkers. Twee details die absoluut verschil maken. Maar hij brengt wel een boodschap over. Natuurlijk is dit het andere uiterste. Maar het loont de moeite om te kijken wat we er van kunnen leren. In ieder geval houdt hij zijn boodschap compact in één zin en toont hij zijn enthousiasme over Microsoft. Je kunt je voorstellen dat als je een MAC voor zijn neus zet dat hij dan volledig door het lint gaat. Kortom, je weet waar hij voor staat, waar zijn persoonlijke betrokkenheid ligt. Nog een voorbeeld. In een training vroeg ik de deelnemers om voor de volgende sessie een presentatie voor te bereiden waarin ze moesten overbrengen waarom hun werk geweldig inspirerend was. Een man reageerde meteen en zei: ”dat gaat niet lukken”. “Hoezo?”, vroeg ik. “Omdat het vreselijk werk is. Om eerlijk te zijn ben ik nu aan het solliciteren naar een andere baan”. OK, dacht ik, daar heb je een punt. Dus ik zeg tegen hem: ”Prima, kijk dan naar een aspect van je werk dat je wel leuk vindt. Bijvoorbeeld de korte reistijd, je werktijden, je collega’s, je salaris. Bedenk het maar. De volgende sessie stond hij voor de groep en begon hij te vertellen hoe hij ‘s ochtends de klok in de gaten hield. Zodra het twaalf uur was liep hij zo snel mogelijk naar buiten. Met een groepje collega’s gingen ze elke lunchpauze een uurtje voetballen. Voor hem het hoogtepunt van de dag. Ik kan me voorstellen dat zijn baas hier niet razend enthousiast over was, maar hij had 33
©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
blosjes op zijn wangen toen hij uitgesproken was. Dat maakte het boeiend om naar te luisteren. Hij meende wat hij zei en liet ons zien wat hij belangrijk vond. Hoe vaak gebeurt dat? Ik kom het veel te weinig tegen. De meeste sprekers zijn er op gericht om geen fouten te maken. PowerPoint is dan een geschenk uit de hemel. Je eigen spiekbriefje levensgroot in de buurt en stap voor stap de feiten doorlopen. Zeg maar een gesproken memo. Zonde van de tijd. Precies dit soort presentaties zijn de reden geweest waarom ik ooit begonnen ben met trainingen op dit gebied. Ik ergerde me er kapot aan en tegelijkertijd had ik compassie met de sprekers. Waarom zo’n slecht optreden terwijl het met weinig middelen mogelijk is om het tot een bijzonder moment te maken? Bij deze nodig ik je, nee, daag ik je uit. Doe het eens anders. Gebruik voorbeelden en ervaringen van jezelf. Laat zien waarom je een onderwerp boeiend vindt, wat je raakt. En laat je niet tegenhouden door de vraag: “is mijn leven wel interessant genoeg om over te vertellen”. Veel mensen beantwoorden die vraag met “nee, niet echt”. Als ik in een training vraag om iets te vertellen over hun leven, moeten de meeste deelnemers eerst diep nadenken. Niet, omdat ze niks meemaken, maar omdat ze zich afvragen wat de moeite waard is om te vertellen. Het hoeft geen indrukwekkende gebeurtenis te zijn. Een ervaring waarmee je iedereen stil krijgt. Gewone, alledaagse zaken werken prima. Die hebben een groot voordeel: je publiek kan zichzelf er gemakkelijk in herkennen, want ze maken zelf ook elke dag dit soort dingen mee. Een grappige opmerking van een kind, een fout die je maakt in het verkeer, de puppytraining voor de hond, noem maar op. Allemaal zaken die je waarschijnlijk ook regelmatig deelt met anderen. Bij de koffie of tijdens het eten. Ze zijn zo gewoon dat je ze bijna over het hoofd ziet om in een presentatie te gebruiken! Je opdracht naar aanleiding van dit gedeelte is de volgende: Pak een notitieblokje of schrift en noteer aan het eind van de dag eens allerlei zaken die je die dag hebt meegemaakt. Begin met de ochtend en schrijf in steekwoorden op wat je te binnen schiet. Je loopt in je hoofd de dag door en noteert elke situatie die je nog bij staat. Dat is makkelijk toch? Als je dat gedaan hebt lees je terug wat je geschreven hebt. Dan zoek je drie dingen uit die je opvallend vindt om welke reden dan ook. Een gesprek met iemand, een moment dat je kwaad werd of juist moest lachen, een beeld of een ontmoeting. Die drie zaken zet je op een nieuw papier onder elkaar met ruimte om aantekeningen te maken. Schrijf nu bij elke situatie wat daarvan de les is, de boodschap. Wat was het dat je er van hebt geleerd. Waarom vond je het bijzonder. Bijvoorbeeld, als je iemand hebt zien vallen op straat en je reed door omdat je haast had, kan het zijn dat je je realiseert hoe dun de lijn tussen helpen en niet 34
©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
helpen is. Of als de buurvrouw een kop koffie is komen drinken en vertelt over de problemen met haar man, kun je stilstaan bij het feit dat we tegenwoordig behoorlijk individualistisch leven. Die lessen of inzichten zijn bruikbaar in presentaties. Als je een presentatie geeft over een project, waarbij draagvlak van het grootste belang is, zou je en voorbeeld kunnen geven waaruit blijkt dat de beslissing om wel of niet betrokken te zijn soms in een fractie van een seconde wordt genomen. En, he, dat is toevallig, je hebt dat zelf meegemaakt toen je van de week iemand op straat zag vallen en toch doorreed. Je gehoor zal nu sneller nadenken over de eigen beslissing om wel of niet betrokken te zijn bij dit project. Dit is een erg eenvoudige manier om je eigen leven te gebruiken om je presentaties te verlevendigen. Ga er mee beginnen en je zult merken dat het steeds gemakkelijker wordt. En bovendien: het helpt je om meer ontspannen te zijn, want je hoeft niet na te denken over je voorbeeld. Misschien kom je hierdoor zelf op andere ideeën om je presentatie te verbeteren. Als dat zo is, doe het en laat het mij voor de aardigheid weten. De twaalfde tip: maak een lijst van zaken die je meemaakt en bewaar die in een mapje “voorbeelden” op je bureaublad
35
©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
Hoofdstuk 6 Kennis van je gehoor A. Weet wie er zijn OK, we zijn aan het laatste en misschien wel belangrijkste onderdeel gekomen. Ooit zei iemand: “kennis van je gehoor is belangrijker dan kennis van je onderwerp”. Als je er over nadenkt, een wijze uitspraak. Misschien herinner je nog dat deze training is begonnen met de belangrijkste vraag die je in de voorbereiding aan jezelf kunt stellen: Wat is in één zin mijn boodschap? Daarmee concentreer je jezelf op je boodschap, de kern van wat je wil zeggen. Maar als je het daar bij laat sla je een schakel over die nodig is voor een succesvolle presentatie. En dat is kennis van je publiek. Zoals het voorbeeld dat ik gaf, waarin ik voor studenten over mijn dochter sprak. Kende ik die jongen die vroeg hoe oud mijn dochter was? Welnee, ik zag hem die dag voor de eerste keer. Maar ik had me beter kunnen voorbereiden. Ik had kunnen bedenken dat studenten een andere belevingswereld hebben dan mensen met kinderen. Door daar bij stil te staan had ik mijn presentatie kunnen verbeteren. Misschien ben je zelf student, of heb je kinderen die op school zitten. Dan weet je dat de docenten die met aansprekende voorbeelden komen, die zich kunnen verplaatsen in de wereld van de leerlingen, vrijwel altijd als goede leraren worden beoordeeld. En niet alleen dat, leerlingen letten veel beter op en leren meer. Maak daar gebruik van. De basis van elke presentatie is het feit dat het ‘live’ is. Je staat op dat moment voor een groep en alles wat je doet draagt bij aan het resultaat. Dat je in je voorbereiding iets hebt bedacht dat waarschijnlijk erg sterk overkomt is prachtig, maar absoluut geen garantie dat dat tijdens je lezing ook zo is. Denk maar eens aan mensen die zenuwachtig zijn en met een grap beginnen. Thuis vonden ze die waarschijnlijk erg leuk, maar eenmaal voor de groep blijkt dat het gehoor daar anders over denkt. Die grap is niet minder leuk geworden, de timing van de spreker is gewoon slecht, of door de zenuwen komt het niet over of of of. Daarom is het zo belangrijk om ontspannen te zijn voor een groep. Dan kun je zeggen wat je normaal ook zegt en komt het natuurlijk over. Zoals je praat met vrienden. En daar zit het geheim: zolang je je publiek niet kent zijn het onbekenden. En bij onbekenden ben je van nature op je hoede. Zodra je merkt dat het publiek 36
©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
bestaat uit best aardige mensen wordt een lezing over het algemeen een stuk makkelijker. Door aandacht te schenken aan de mensen die voor je zitten zul je merken dat het onbekende er snel af gaat. De beste manier om te weten wie er in je publiek zitten is door te kijken en te luisteren. Sta open voor wie er zijn en stem je verhaal op hen af. Hoe je dat doet? Op de eerste plaats door het voorgaande toe te passen. Zorg voor een goede mentale en fysieke voorbereiding. Glimlach, geniet van het moment. Als het nodig is, stel je gehoor voor in hun ondergoed. Of met Mickey Mouse oren. Of Pinnochio-‐neuzen. Het maakt niet uit. Zolang je maar merkt dat het jou ontspant. Kortgeleden was ik aanwezig bij een jaarvergadering van een bank. Diverse sprekers passeerden de revue. Zonder uitzondering stonden ze achter een spreekgestoelte en hadden een uitgeschreven tekst bij zich die ze zo interessant mogelijk oplazen. Toen was het de beurt aan de directeur van de bank. Zij wandelde op haar gemak naar het midden van het podium, keek de zaal rond en begon van daaruit te praten. Onmiddellijk had ik het gevoel dat ze tegen mij sprak. Ik hoorde later van een aantal anderen dat ze dezelfde ervaring hadden. Je kon merken dat ze aandacht had voor het publiek. Ze deed verder niets anders dan de jaarcijfers doornemen, een aantal economische ontwikkelingen schetsen en de strategie voor het nieuwe jaar behandelen. Maar de tijd vloog ineens voorbij. Precies die houding, die aandacht voor het publiek maakt het verschil tussen een saaie lezing en een boeiende. Uitgeschreven teksten oplezen kan iedereen, het leverde absoluut geen contact met de zaal op. Een paar praktische tips om van dit concept optimaal gebruik te maken: Zorg dat je informatie verzamelt van een aantal mensen die je verwacht in de zaal. Op internet, door met ze te praten, door hun collega’s te spreken etc. Zoek naar positieve dingen die je over je publiek kunt zeggen. En bovenal: wees je bewust dat ze ook elders hadden kunnen zijn. “bedankt voor uw komst” kan heel afgezaagd klinken als het slechts een zin is. Maar als je het werkelijk meent, dan zal het publiek dat ook horen. Want je kent dat zelf wel als je in de zaal zit: de spreker die zich met zijn verhaal bezig houdt en niet met de zaal verliest in no-‐time jouw aandacht. Wat dat betreft ben je zelf al expert. Je hebt als luisteraar al diverse sprekers gehoord bij wie je dacht:” kan die man niet weg”. En ongetwijfeld ook lezingen gezien die je wel raakten, waarbij je dacht:”He, is het nou al voorbij?” Denk daar eens aan. Neem eens van elk soort presentatie een voorbeeld in gedachten. Analyseer dan eens wat het verschil tussen beide sprekers was. Ik denk dat de kans groot is dat aandacht voor het publiek een belangrijk verschil was. Een simpele techniek die je hierbij kan helpen is de volgende: 37
©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
Wanneer je voor een groep staat en je kijkt rond naar alle gezichten, stel je dan eens voor dat iedereen een hele grote button opheeft. Iedereen. En op die button staat met grote dikke letters geschreven: “make me feel important”. Iedereen wil dat, het gevoel belangrijk te zijn, er toe doen. Jij als spreker kunt je gehoor het mooiste geschenk geven dat je hebt: jouw oprechte aandacht. Onderschat het gevoel om belangrijk te zijn niet. Dat gaat heel ver. Misschien ken je het verhaal wel van een bedrijf dat op zoek was naar een nieuwe medewerker. Zijn taak bestond in het bedienen van een productiemachine. De HR manager plaatste een advertentie met de tekst: gezocht, productiemedewerker. Hij kreeg geen reacties. Hij besloot om het salaris erbij te vermelden in de volgende advertentie. Ook daar kwam geen reactie op. Na overleg met zijn directeur plaatste hij een derde advertentie met een hoger salaris. Alweer zonder succes. Na een tip van een vriend plaatste deze man een vierde advertentie met de tekst: gezocht: logistic operations manager. Binnen een week had hij tientallen brieven en telefoontjes. Het salaris was niet verhoogd, de erkenning, het gevoel van er toe doen, wel. Iedereen herkent dat en voor mensen die in een zaal zitten is dat niet anders. Realiseer je, dat het voorlezen van een tekst in feite een belediging voor je publiek is. De luisteraars zullen dat niet laten merken, ze gaan gewoon massaal mentaal op vakantie. Aan de buitenkant zie je geïnteresseerde gezichten, dus als spreker heb je niets door. Maar al had je de rest van het verhaal in het Chinees gedaan, voor de zaal maakt het geen verschil meer! Laat me je iets vragen: Weet je wat de grootste uitdaging is voor boorfabrikanten? Juist het feit dat ze alles van boren afweten. Steenboren, metaalboren, klopboren, links-‐ of rechtsdraaiend noem het maar op. Over elke boor hebben ze een verhaal en weten er tot in detail over te vertellen. Je kunt je afvragen, waarom dat een uitdaging is? Je kunt het antwoord misschien wel raden: een klant wil helemaal geen boor, die zit daar niet op te wachten. Een klant wil een gaatje. Want stel je voor, dat er een innovatief concept op de markt komt. Iemand heeft een materiaal uitgevonden waarmee je muren kunt maken die net zo stevig zijn maar toch zo zacht als peperkoek. Waar je met je vinger een gaatje in kunt maken. Dan gaan we toch geen boren kopen? Dan gaan boorfabrikanten toch snel failliet? Hetzelfde geldt voor mijn vak. Ik heb nog nooit een klant ontmoet die graag een training wilde. Hm, knap lastig als je trainingen verkoopt. En er is niemand die zegt:”Ja graag”. 38
©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
Het enige dat klanten in mijn geval willen is het resultaat: ontspannen en overtuigend voor een groep staan. En de training is dan niets anders dan het middel. Wie er ook in je gehoor zitten, ze willen helemaal geen presentatie. Ze zitten allemaal te luisteren met maar een gedachte: What’s in it for me”? Misschien is dat kennis, misschien een prettige boodschap of gewoon een goed gevoel. In alle gevallen is de focus van je luisteraar op hemzelf gericht. Lever jij in je lezing niet het gewenste resultaat, dan haakt hij af. Wees dan ook bereid om daar aandacht voor te hebben. Jaren geleden mocht ik een fraai voorbeeld meemaken. Een klant belde mij op met de vraag of ik zijn relatiedag wilde presenteren. In de voorbespreking hadden we alles doorgenomen, behalve zijn welkomstwoordje. Tot mijn verbazing zei hij:”Nee, dat doe ik niet, daar heb ik jou voor ingehuurd.” Natuurlijk was dat geen optie, het waren ten slotte zijn relaties. Maar de man stond stijf van de zenuwen bij de gedachte alleen al. En de tijd was te kort om daar mee aan de slag te gaan. Daarom heb ik gekozen voor een pragmatische oplossing: Op de dag zelf heette ik iedereen welkom en gaf aan dat niet ik maar deze directeur de echte gastheer was. Onder applaus kwam hij het podium op en ik vroeg hem:”Hier zitten jouw 250 beste klanten. Wat zou je tegen hen willen zeggen?” Hij boog naar de microfoon en zei:”van harte welkom”. Vervolgens liep hij gewoon terug naar zijn stoel. De zaal was even stil, begon toen te lachen en ging vervolgens applaudisseren. Het enige dat ik er aan toevoegde was:”Waar vind je ze nog: directeuren die hun klanten niet vermoeien met ellenlange speeches en uit de grond van hun hart zeggen waar het op staat? Achteraf heb ik nog diverse mensen gesproken die erg positief over de rol van de directeur waren. De dertiende tip: verzamel zoveel mogelijk informatie over je publiek B. hou ze geboeid In een eerder gedeelte sprak ik over Prof. Roger de Bruyn, die zijn lezing begon met de zin: “alle opvoeding is dril”. Ik heb je beloofd om nog terug te komen op de manier waarop hij de aandacht gedurende zijn hele presentatie vasthield. Het antwoord is verbijsterend simpel: hij verstrekte geen informatie, hij liet het publiek stap voor stap de kennis opdoen. Dat klinkt misschien wat ingewikkeld, maar de techniek is eenvoudig. Roger de Bruyn is absoluut een autoriteit op zijn gebied. Hij bezit de grootste bibliotheek op het gebied van creatief denken in Europa. Toch is dat niet wat hij uitstraalt als hij voor een groep staat. Hij beheerst de materie zo goed, dat hij in 39
©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
staat is om complexe zaken te versimpelen. De kern van wat hij doet is het volgende: hij laat het publiek nadenken en antwoorden verzinnen tijdens zijn presentatie. Hij zou bijvoorbeeld kunnen vertellen dat we allemaal door onze eigen bril waarnemen. In plaats daarvan laat hij beelden zien, waarbij het publiek moet zeggen wat ze zien. Guess what: mensen zien verschillende zaken. In plaats van de informatie te geven biedt hij zijn gehoor een ervaring, waardoor men niet alleen leert, maar het ook nog eens onthoudt. Als een lezing eenrichtingsverkeer is wordt het publiek passief en zal de aandacht verslappen. De spreker die vragen stelt, het publiek er bij betrekt en voorbeelden geeft, zal veel meer aandacht krijgen. Een ultiem voorbeeld ben ik tegengekomen op een hard-‐ en softwarecongres waar ik dagvoorzitter mocht zijn. Dit voorbeeld heb ik ook gegeven in mijn vorige boek: “Spraakmakers”. Het heeft echter zoveel impact, dat ik het hier graag herhaal. Een van de sprekers was een man die bij IBM werkte. Ik had hem aangekondigd en toen hij het podium had betreden begon het publiek al snel te lachen. De man had zijn presentatie gestart en er stond met grote letters “Vragen?” op het scherm. Hij keerde zich naar zijn publiek en zei: “Tja, nu denkt u natuurlijk dat ik mijn presentatie verkeerd heb opgestart?” De zaal knikte instemmend. Hij voegde er aan toe:”En dat voor iemand van IBM!”. De zaal ging nog veel harder knikken. “Nou, dames en heren, dat is niet zo” zei hij rustig. De zaal was in een klap stil en vol aandacht. Hij vervolgde:”Ik kan u verzekeren dat ik erg enthousiast ben over IBM. De producten, de collega’s, de organisatie, allemaal top. Ik kan daar rustig de hele middag over praten. Ik ben er echter achter dat het veel interessanter is om te praten over wat u bezighoudt. U werkt dag en dagelijks met computers, dat moet vragen of irritaties opleveren. Laten we het daar nu over hebben. Ik beloof u, als er tijd over is vertel ik u alles over IBM wat u wilt weten”. Op dat moment hield hij zijn mond en keek vriendelijk de zaal in. Daar ontstond in eerste instantie een ongemakkelijke stilte. Tot een man zijn hand opstak en een vraag stelde. De spreker gaf een goed onderbouwd antwoord en ging door naar de volgende vragensteller. Ook die kreeg een keurig antwoord. Er ontwikkelde zich een boeiend vraag-‐ en antwoordspel. Op een gegeven moment kreeg de man een vraag waarop hij duidelijk niet het antwoord wist. Dat zei hij ook, en hij voegde daar aan toe: “Mag ik u het volgende voorstellen. Als u mij uw visitekaartje geeft, dan speel ik deze vraag door aan een collega die expert op dit gebied is. Ik beloof u dat hij u morgen voor 12 uur heeft gebeld met het antwoord”. De betreffende vragensteller wist niet hoe snel hij zijn kaartje moest overhandigen! Mocht je een accountmanager zijn, stel jezelf dan de volgende vraag: hoe vaak maak je mee dat een prospect een visitekaartje geeft met het uitdrukkelijke verzoek om gebeld te worden? Dit voorbeeld heeft niet alleen op mij veel indruk gemaakt, maar ook op de aanwezige ondernemers. Velen hebben dit voorbeeld doorverteld. Sommigen 40
©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
kwamen na afloop naar me toe om te melden dat ze deze man een geweldige spreker vonden. Ik deelde die mening absoluut, maar realiseer je dat hij slechts een sheet had, met daarop het woord: ‘vragen’. Geweldige sprekers zijn niet die mensen die zoveel mogelijk informatie over hun publiek uitstorten. Het zijn die mensen die er voor zorgen dat het publiek met de juiste informatie naar huis gaat. En dat is in vrijwel alle gevallen een antwoord op hun vragen. Deze man van IBM deed werkelijk alles goed waar we het op deze CD over gehad hebben. Hij sprak rustig en ontspannen, maakte contact met de zaal, wist wie hij voor zich had, gebruikte voorbeelden, sprak in het belang van zijn publiek, vermeed bullet points en bovenal: toonde oprechte interesse in zijn gehoor. Allemaal zaken die jij ook kunt toepassen. Het vereist maar een ding, zoals Nike al jaren zo treffend zegt:”just do it!” De veertiende tip: spreek in het belang van je gehoor Goed, we zijn aan het eind van deze training gekomen. Ik hoop dat je de veertien tips in de praktijk bent en voor je laat werken. Zowel voor jou persoonlijk als zakelijk biedt het geweldige voordelen. Laat me weten hoe het gaat via email. Geniet van je vooruitgang, van je toekomstige presentaties en vooral: Geniet van het Leven!
Wil je op de hoogte blijven van alle mogelijkheden? Schrijf je hier in voor de nieuwsbrief met gratis tips. Een training volgen? Klik hier voor de data. En natuurlijk kun je me altijd volgen op twitter: @spraakmaker Rob Janssen Instituut Janssen – de Lorijn Guldenstraat 20 6532 RL Nijmegen
[email protected] 06-‐51437974
41
©Rob Janssen Presenteren met Plezier www.spraakmaker.nl ~ Nijmegen/Andalusië juni 2011
Over Rob Janssen
“We zijn allemaal geboren sprekers, niet iedereen laat dat zien” Training en coaching van Rob biedt mensen de ruimte om te ervaren hoe goed ze kunnen presenteren. Met eenvoudige formules als de Krantenkopmethode en de Baantjertechniek wordt presenteren iets vanzelfsprekends. Ook voor mensen die zich nu nog angstig voelen voor een groep. Als preferred supllier van diverse organisaties, zoals Fortisbank Nederland, IJsseltechnologie BV, Aegide Group en GIBO Groep heeft Rob al vele ervaren en beginnende sprekers geholpen om te Presenteren met Plezier. Voor professionals betekent beter presenteren een belangrijke ondersteuning in hun carriere. Voor organisaties zijn goede sprekers een onmisbaar onderdeel in de marketing. Zowel open inschrijvingen als in-‐company, groepen en individueel. Meer info? Klik hier
42