B OPDRACHT 1
Politieke ontwikkelingen in de 20e en 21e eeuw Vorig jaar heb je de Eerste Wereldoorlog (1914- 1918) en het daaropvolgende interbellum (1919-1939) bestudeerd. In die periode worden de kiemen van een nieuw wereldwijd conflict gelegd. In dit onderdeel komt niet alleen de Tweede Wereldoorlog (1939-1945) aan bod, maar bestudeer je ook recentere conflicten en nieuwe pogingen om de vrede in Europa en de wereld te handhaven. Hieronder vind je twee documenten over het Verdrag van Versailles (1919), een vredesverdrag dat meer problemen creëerde dan oploste.
a
Gebiedswijzigingen voor Duitsland
- Verklaar waarom de Duitsers geschokt zijn door het Verdrag van Versailles.
OPDRACHT 2
b
Art 42. Het is Duitsland verboden op de linkeroever van de Rijn en op de rechteroever binnen 50 km vestingen te behouden of aan te leggen. Art 160. De gezamenlijke sterkte van het leger van Duitsland mag niet meer dan 100 000 man bedragen. Het leger dient enkel voor het behoud van de orde binnen het Duitse gebied en als grenspolitie. Art 235. Om de geallieerde en geassocieerde regeringen de wederoprichting van hun economische uitrusting mogelijk te maken nog voor het definitieve bedrag van hun aanspraken is bepaald, betaalt Duitsland in afrekening op de hele schuld gedurende de jaren 1919, 1920 en de eerste vier maanden van 1921 in vergoedingen en waarden, die een bedrag van 20 miljard goudmark vertegenwoordigen. Uit: Het Verdrag van Versailles, 28 juni 1918
B
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN IN DE 20e EN 21e EEUW
13
3
Hitler en de aanloop naar Wereldoorlog II In 1933 komt Adolf Hitler in Duitsland aan de macht. Hij belooft om een einde te maken aan het Verdrag van Versailles. Veel Duitsers vinden dat verdrag immers onrechtvaardig. Hoe reageren de andere Europese leiders en landen daarop? Hoe leidt zijn politiek tot de Tweede Wereldoorlog?
39
38
1
se
p
t.
19
19
36 19
19
19
35
33
Kaartnr(s). atlas
EUROPA Hitler aan de macht
1
dienstplicht inlijving Saarland
militarisering Rijnland As Rome-Berlijn
Anschluss Oostenrijk Sudetenland
Aanval op Polen
Hitler wil meer gebied Hitler wil meer dan alleen de gevolgen van het Verdrag van Versailles ongedaan maken. Hij streeft naar een grote Duitse staat in Centraal- en Oost-Europa. Het ‘Duitse Arische ras’ moet volgens hem meer grondgebied (‘levensruimte’) krijgen ten koste van ‘minderwaardige rassen’ zoals Joden, zigeuners, Polen, Tsjechen, Slovaken enz. Hitler schendt openlijk het Verdrag van Versailles: in 1935 voert hij de dienstplicht weer in en maakt hij het Duitse leger weer groter. Hij start de herbewapening van dat leger: de Duitse industrie produceert steeds meer tanks, vliegtuigen, slagschepen enz. In 1936 trekken Duitse troepen het Rijnland binnen. Volgens het verdrag mogen er in dat deel van Duitsland geen Duitse troepen zijn. Frankrijk en Groot-Brittannië veroordelen de acties van Hitler, maar grijpen militair niet in. Ze vrezen een nieuwe wereldoorlog en zitten met andere problemen: in Frankrijk zijn er zware politieke spanningen tussen de linkse en de rechtse partijen. Groot-Brittannië heeft af te rekenen met onrust in Indië en andere kolonies. Ze volgen een ‘appeasementpolitiek’: via toegevingen en onderhandelingen een nieuwe wereldoorlog vermijden.
14
LES 3
HITLER EN DE AANLOOP NAAR WERELDOORLOG II
OPDRACHT 1
Nazipropaganda uit 1938 Vertaling titel: ‘Bevolkingsdichtheid bij ons en in het buitenland’ Laatste regel: ‘Daarom, hoe lang nog “een volk zonder ruimte”?’ De tabel vergelijkt de bevolkingsdichtheid van Duitsland met die van Polen, ZuidoostEuropa, Noordoost-Europa en de SovjetUnie.
- Hoe rechtvaardigen de nazi’s hun eis voor meer grondgebied in Oost-Europa?
OPDRACHT 2
Lees de lestekst intensief en vul het schema op blz. 20 aan met drie schendingen van het Verdrag van Versailles door Hitler.
OPDRACHT 3
Duitse gebiedsuitbreidingen
volgt nog: nieuwe kaart
- Geef twee gebieden die Duitsland tussen 1937 en 1939 inpalmt.
- Waaruit blijkt dat Hongarije een bondgenoot is van Duitsland?
B
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN IN DE 20e EN 21e EEUW
15
2
Hitler breidt zijn grondgebied verder uit Hitler wil Oostenrijk bij Duitsland voegen. Aanvankelijk doet hij niet veel omdat de Italiaanse leider Mussolini een onafhankelijk Oostenrijk wil. In 1936 sluiten Italië en Duitsland echter een bondgenootschap en ligt de weg voor Hitler open. Hitler zet de Oostenrijkse eerste minister onder zware druk om Oostenrijkse nazi’s op te nemen in zijn regering. Die nemen al vlug de controle over de regering over. Met de leugen dat het land bedreigd wordt, vragen ze in 1938 Duitsland om hulp. Het Duitse leger trekt Oostenrijk binnen. De ‘Anschluss’, de aanhechting van Oostenrijk bij Duitsland, is wat later een feit. Zowel Joden als tegenstanders van Hitler proberen het land nog te ontvluchten. Oostenrijk wordt een provincie van het ‘Derde Rijk’: de Oostmark.
OPDRACHT 4
De reactie van de Oostenrijkers
- Omcirkel de houding van de Oostenrijkers tegen het binnenvallende Duitse leger.
afwijzend –neutraal –enthousiast
- Hoe kan deze houding verklaren dat Frankrijk en Groot-Brittannië niet ingrijpen?
3
Hitler tegen Tsjechoslovakije Het volgende doelwit van Hitler is Tsjechoslovakije, een goed bewapend en democratisch industrieland dat in 1918 is ontstaan. In het land wonen verschillende volken: Duitsers (in het Sudetenland), Tsjechen, Slovaken en kleinere groepen Hongaren en Oekraïners. De Sudeten-Duitsers willen aansluiten bij Duitsland. Hitler steunt hen en dreigt zelfs met een oorlog. Tsjechoslovakije rekent op de steun van Groot-Brittannië en Frankrijk en mobiliseert zijn leger. Om een oorlog te voorkomen, organiseren Groot-Brittannië, Frankrijk, Italië en Duitsland een vredesconferentie in München. Mussolini, de bondgenoot van Hitler, leidt de conferentie. De Tsjechoslovaken zijn niet uitgenodigd. De Britten en de Fransen doen belangrijke toegevingen om een oorlog af te wenden. De vier landen sluiten de ‘akkoorden van München’: Hitler krijgt de toelating het Sudetenland te bezetten. In ruil daarvoor belooft hij geen verdere gebiedsuitbreiding na te streven. De oplossing van de Sudetenkwestie kadert in de ‘appeasementpolitiek’. De Britse eerste minister Chamberlain hoopt dat er voor lange tijd vrede zal zijn. Hitler breekt echter enkele maanden later zijn belofte. Ondanks luid protest van Frankrijk en Groot-Brittannië bezet hij begin 1939 de rest van Tsjechië. Slovakije wordt een Duitse vazalstaat.
16
LES 3
HITLER EN DE AANLOOP NAAR WERELDOORLOG II
OPDRACHT 5
De ‘appeasementpolitiek’ a
b
Een cartoon uit 1938
De Britse eerste minister Chamberlain
- Beschrijf de cartoon met je eigen woorden (mondeling). - Omcirkel het juiste antwoord: - De cartoon is voor / tegen de akkoorden van München. - De cartoon is voor / tegen de ‘appeasementpolitiek’. - Chamberlain wordt voorgesteld als een idioot / de redder van de wereldvrede. c
Cartoon van Dr. Seuss voor de New Yorkse krant PM, 13 augustus 1941
Vertaling: Denk eraan … nog één lolly en dan gaan jullie allemaal naar huis. - Beschrijf de cartoon met je eigen woorden (mondeling). - Omcirkel het juiste antwoord: • De cartoon is voor / tegen de akkoorden van München. • De cartoon is voor / tegen de ‘appeasementpolitiek’. - Waarom kan deze tekenaar spotten met de ‘appeasementpolitiek’?
B
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN IN DE 20e EN 21e EEUW
17
4
De aanval op Polen leidt tot Wereldoorlog II Hitler laat zijn oog op Polen vallen. Die nieuwe staat heeft dankzij het Verdrag van Versailles een deel van Duitsland gekregen. Het ging daarbij om gebieden waar ook veel Polen woonden. Het gebiedsverlies zorgt er echter voor dat het Duitse Oost-Pruisen gescheiden wordt van de rest van Duitsland. De geallieerden zorgen er ook voor dat Polen gebruik mag maken van de Duitse havenstad Danzig. Die wordt daarvoor los gemaakt van Duitsland en onder internationaal toezicht geplaatst. Aanvankelijk is Hitler vriendelijk voor Polen: in 1934 sluit hij een niet-aanvalsverdrag met de staat en begin 1939 gunt hij het land een klein stukje van Tsjechoslovakije. Na zijn succesvolle gebiedsuitbreidingen wil Hitler echter meer. Groot-Brittannië en Frankrijk beseffen dat de ‘appeasementpolitiek’ niet werkt en beloven Polen militaire hulp bij een eventuele Duitse aanval. Ze proberen ook de USSR uit te spelen tegen nazi-Duitsland. De Sovjetleider Stalin voelt daar weinig voor. Hij wantrouwt hun plotse vriendelijkheid. Ook Hitler zoekt toenadering tot de USSR. In augustus 1939 leidt dat tot een niet-aanvalsverdrag tussen Duitsland en de USSR. Op 1 september 1939 valt Hitler Polen binnen. Twee dagen later verklaren Groot-Brittannië en Frankrijk de oorlog aan Duitsland. De Tweede Wereldoorlog begint ...
OPDRACHT 6
Het Molotov-Ribbentrop-pact
a Het Molotov-Ribbentrop-pact of het verdrag tussen de USSR en nazi-Duitsland wordt ondertekend op 23-24 augustus 1939. Het verdrag is genoemd naar de ministers van buitenlandse zaken. Op de foto tekent Molotov het verdrag. Vlak achter hem staat von Ribbentrop. Ook Jozef Stalin was aanwezig. b > kaart wordt opnieuw gemaakt
Het verdrag bevat ook een geheim gedeelte, namelijk de geografische afspraken weergegeven op deze kaart.
18
LES 3
HITLER EN DE AANLOOP NAAR WERELDOORLOG II
- Beschrijf wat er met Polen gebeurt.
- Zoek op een hedendaagse kaart de huidige naam van Bessarabia. Moldavië - Omcirkel de gebieden die de USSR krijgt.
Bessarabia – Estland – Finland – Letland – Litouwen – West-Polen – Oost-Polen
- Waarom wordt dit verdrag het ‘Duivelspact’ genoemd, denk je?
Wat je na deze les moet kennen en kunnen:
KENNEN 1 de begrippen ‘appeasementpolitiek’, ‘Anschluss’, ‘duivelspact’ uitleggen en situeren in de tijd 2 het doel van de buitenlandse politiek van Hitler uitleggen 3 drie voorbeelden geven van schendingen van verdragen of het breken van beloftes door Hitler 4 de Sudetenkwestie in de tijd situeren en uitleggen 5 de aanspraken van Hitler op Polen verklaren 6 de reden geven waarom Duitsland een niet-aanvalsverdrag sluit met de USSR
KUNNEN 1 de territoriale uitbreidingen van Duitsland uit een kaart afleiden 2 cartoons analyseren 3 een eigen oordeel formuleren
• Al die onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je bij het onlinelesmateriaal verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor.
B
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN IN DE 20e EN 21e EEUW
19
LES 3 SCHEMA
Hitler en de aanloop naar Wereldoorlog II ADOLF HITLER + nazi’s
Verdrag van Versailles (1919)
grote Duitse staat in Centraal- en Oost-Europa
grondgebied voor Duitse Arische ras
Gevolg: schendingen van het Verdrag van Versailles: - - -
Frankrijk + Groot-Brittannië veroordelen de acties, maar treden militair niet op. volgen vanaf 1937 een ‘appeasementpolitiek’ Oorzaken: - vrezen een nieuwe oorlog - Frankrijk: politieke spanningen - Groot-Brittannië: onrust in kolonies HITLER
‘Anschluss’ van Oostenrijk (1938)
Oostenrijkers enthousiast
Steun aan Sudeten-Duitsers in Tsjechoslovakije willen bij Duitsland Gevolg: dreigende oorlog tussen Duitsland en Tsjechoslovakije
bondgenoot van F en GB
Oplossing: Vredesconferentie van München (1938) tussen D, F, GB en It. Hitler krijgt Sudetenland. Belooft geen verdere gebiedsuitbreiding.
Bezetting van Tsjechië, Slovakije satellietstaat (begin 1939) Hitler breekt belofte. Frankrijk + Groot-Brittannië veranderen van politiek.
Polen
bezit vroeger Duitse gebied + gebruik van havenstad Danzig Frankrijk en Groot-Brittannië beloven Polen militaire steun tegen Hitler.
Hitler niet-aanvalsverdrag met USSR geheim gedeelte: verdeling van Oost-Europa (o.a. Polen)
1 september 1939: Duitse aanval op Polen Frankrijk + Groot-Brittannië verklaren de oorlog aan D. TWEEDE WERELDOORLOG
20
LES 3
HITLER EN DE AANLOOP NAAR WERELDOORLOG II
4
De Tweede Wereldoorlog (1939-1945) Uit de vorige les weet je hoe de Tweede Wereldoorlog is ontstaan. Die oorlog schokt het leven van ontelbare mensen. Hoe verloopt dat conflict? Waarom kan je die oorlog beschouwen als een keerpunt in de wereldgeschiedenis?
39
38
1
se
p
t.
19
19
36 19
19
19
33
35
Kaartnr(s). atlas
EUROPA Hitler aan de macht
1
dienstplicht inlijving Saarland
militarisering Rijnland As Rome-Berlijn
Anschluss Oostenrijk Sudetenland
Aanval op Polen
Duitsland en zijn bondgenoten behalen overwinningen (1939 - 1942) Op 1 september 1939 valt Duitsland Polen binnen. Groot-Brittannië en Frankrijk verklaren Duitsland daarop de oorlog. De USSR valt Polen in de rug aan en verdeelt het grondgebied met Duitsland. In de lente verovert Duitsland de neutrale staten Denemarken en Noorwegen. Hitler wil zo de aanvoer van ijzererts uit Zweden verzekeren. In mei begint een Blitzkrieg tegen België, Nederland, Luxemburg en Frankrijk. Miljoenen Belgen slaan op de vlucht. Op 28 mei geeft koning Leopold III zich over. Verschillende Belgische ministers vluchten uiteindelijk naar Groot-Brittannië. Ook de Franse regering moet zich gewonnen geven, waardoor Hitler de Atlantische kust van Noorwegen tot de Spaanse grens controleert. De Britse premier Churchill weigert de strijd te staken. Italië doet zijn intrede in de oorlog aan de kant van Duitsland. Het gevechtsterrein breidt zich uit naar Noord-Afrika, Joegoslavië en Griekenland. Tot dan respecteren Hitler en Stalin hun niet-aanvalsverdrag. In juni ’41 begint de Duitse invasie in de USSR. Razendsnel rukken de Duitse legers op, maar Moskou en Leningrad houden stand. Churchill biedt Stalin hulp aan. De USA blijft voorlopig neutraal, maar president Roosevelt verklaart dat de USA het ‘arsenaal van de democratie’ moet worden. Japan is ondertussen verwikkeld in een oorlog tegen China. Roosevelt steunt China door een olieboycot tegen Japan af te kondigen. De Japanners proberen daarop de Amerikaanse vloot uit te schakelen door oorlogsschepen te bombarderen in Pearl Harbor, de marinebasis in Hawaï. Hitler verklaart daarna de USA de oorlog. In nauwelijks een half jaar verovert Japan grote delen van Zuidoost-Azië. B
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN IN DE 20e EN 21e EEUW
21
OPDRACHT 1
Lees de lestekst intensief en vul deel 1 van het schema op blz. XXX aan.
OPDRACHT 2
Vluchtelingen in België (mei 1940) Bij het uitbreken van de oorlog slaan miljoenen Belgen op de vlucht. Jongeren, vanaf 16 jaar, krijgen de opdracht van de overheid om eerst naar West-Vlaanderen en daarna naar Frankrijk te trekken. Zo zouden ze later in onbezet gebied een reserve voor het leger kunnen vormen.
- Welke eerdere ervaring heeft meegespeeld in die maatregel van de overheid, denk je?
- Geef een verklaring voor de massale vlucht van de bevolking.
- Leg uit wat jij zou doen in zo’n situatie.
22
LES 4
DE TWEEDE WERELDOORLOG (1939-1945)
OPDRACHT 3
Duitse troepen plunderen en voeren een terreurbewind in de USSR a
b
- Leg uit waarom deze gebeurtenissen een verklaring bieden voor het verbeten verzet van Sovjetburgers tegen de nazi’s.
- Waarom zie je geen jonge mannen tussen de dorpsbevolking?
2
De geallieerden drijven Duitsland en zijn bondgenoten terug Vanaf 1942 krijgen de geallieerden geleidelijk aan de overhand dankzij een aantal belangrijke overwinningen.
B
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN IN DE 20e EN 21e EEUW
23
OPDRACHT 4
Drie keerpunten Hieronder zie je drie omschrijvingen van die keerpunten en drie foto’s. Plaats de juiste omschrijving bij de juiste foto en geef daarvoor (aan je buurman/vrouw) telkens één argument. De zeeslag bij Midway (juni 1942) is een zeeslag die wordt uitgevochten door vliegdekschepen. De Amerikanen winnen de slag, die een einde maakt aan de Japanse expansie in de Stille Oceaan. = foto
Britten en Amerikanen verslaan de Duitsers en Italianen in Noord-Afrika. De Britten verslaan de Duitsers en Italianen in de Egyptische woestijn. Doordat andere Britse troepen en Amerikanen in dezelfde periode in Marokko en Algerije landen, luidt dat voor de Duitsers in NoordAfrika het einde in.
Duitse en Sovjettroepen vechten in 1942 verbeten om de controle over de stad Stalingrad. In november omsingelen de Sovjets de Duitse troepen in de stad. De koude maakt ontelbare slachtoffers. Een heel Duits leger gaat ten onder. Begin 1943 geven de overlevenden zich over. De Sovjets starten een onweerstaanbare opmars naar het westen.
= foto = foto
Foto 1
Foto 2
Foto 3
24
LES 4
DE TWEEDE WERELDOORLOG (1939-1945)
OPDRACHT 5
De Duitse nederlaag Ondanks de keerpunten duurt het nog ruim twee jaar voordat nazi-Duitsland verslagen is. Je vindt hieronder een reeks gebeurtenissen. Noteer de bijbehorende cijfers in het juiste vakje op de kaart. 1 Juli-augustus 1943
Britten en Amerikanen bevrijden Sicilië.
2 Juli 1943
Sovjettanks verslaan Duits tankleger bij Koersk.
3 6 juni 1944
Britten, Amerikanen en Canadezen landen in Normandië.
4 September 1944
Bevrijding van het grootste deel van België
5 Mei 1945
Sovjets veroveren Berlijn.
wordt nog gewijzigd
B
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN IN DE 20e EN 21e EEUW
25
OPDRACHT 6
De V-bommen zaaien dood en vernieling Op het einde van de oorlog zetten de nazi’s hun vergeldingswapens in: de zogenaamde V-bommen. De foto toont de gevolgen van de inslag van een V2-raket op de Teniersplaats in Antwerpen (27 november 1944). 128 mensen komen daarbij om.
- Zoek bij de ICT-les op www.knooppunt.net op wat een V2 is.
- Beschrijf de bovenstaande foto met je eigen woorden.
- Waarom zou Antwerpen een belangrijk doelwit zijn voor de nazi’s?
OPDRACHT 7
a ‘Alleen om je het beste te wensen. Och mijn vrouw, ik hou veel van jou. Maar nu moet ik je alleen laten. Het is omdat ik niet weet hoe we daarna nog moeten leven. Ze hebben pamfletten uitgeworpen. Hoe is het mogelijk dat dat allemaal kon gebeuren? Wat hebben wij gedaan?’ Brief van een 29-jarige Duitse onderofficier aan zijn vrouw, 28 maart 1945 De pamfletten tonen afbeeldingen van Auschwitz.
26
LES 4
DE TWEEDE WERELDOORLOG (1939-1945)
b
Geallieerde tanks rijden voorbij Duitse krijgsgevangenen.
c
Foto van de Sovjetfotograaf Khaldei: Nürnberg verwoest
- De Duitsers omschrijven het moment van de overgave in mei 1945 als ‘het uur 0’. Leg met je eigen woorden uit waarom ze dat doen.
B
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN IN DE 20e EN 21e EEUW
27
3
Atoombommen vernietigen Hiroshima en Nagasaki De nieuwe Amerikaanse president Truman wil ook de oorlog in Azië snel beëindigen. Hij denkt dat een invasie van Japan enorm veel slachtoffers zal kosten. Anderzijds vreest hij ook dat de USSR de Japanse troepen in China onder de voet zal lopen. Japanse leiders, waaronder keizer Hirohito, willen capituleren, maar het leger geeft zich nog niet gewonnen. Om de beslissing te forceren, maken de Amerikanen gebruik van een nieuw wapen: de atoombom. De steden Hiroshima en Nagasaki worden vernietigd. Japan geeft zich over.
OPDRACHT 8
Lees de lestekst intensief en beantwoord de vragen bij de volgende bronnen. a Op 24 juli zei ik terloops tegen Stalin dat we een nieuw wapen met een bijzondere vernietigingskracht hadden. De Russische leider toonde geen ongewone belangstelling. Alles wat hij zei, was dat hij blij was om dat te horen en hij hoopte dat wij er “goed gebruik van zouden maken tegen de Japanners”. (…) mijn eigen kennis over deze ontwikkelingen (de ontwikkeling van de atoombom). Op 6 augustus, de vierde dag van onze terugreis vanuit Potsdam, kwam het historisch nieuws dat de wereld schokte. Ik was aan het middageten met bemanningsleden van de Augusta toen kapitein Frank Graham (…) mij het volgende bericht overhandigde: “Van de minister van oorlog, zware bom gedropt op Hiroshima op 5 augustus om 19.15 u. Washington tijd. Eerste rapporten wijzen op een volledig succes dat zelfs groter was dan de eerder gehouden test.” Ik was diep getroffen. Ik (…) zei aan een groep matrozen rond mij: “Dit is de grootste gebeurtenis in de geschiedenis. Het is tijd voor ons om thuis te komen.” Uit de memoires van Harry S. Truman. Hij spreekt Stalin op de topconferentie in Potsdam in juli 1945.
b “Geleidelijk konden wij in de verte de verwoeste hoofdstraten onderscheiden. Onder een loodgrijze hemel strekte zich een lege grauwe vlakte uit. Alleen de straten en bruggen en de rivieren waren nog herkenbaar. Tussen al het puin lagen lijken, in stukken gescheurd of gruwelijk opgezwollen. De hel was tot werkelijkheid geworden.” Getuigenis van Tamiki Hara over de bom op Hiroshima (augustus 1945)
c Hiroshima na de ontploffing “Toen de eerste atoombommen op Hiroshima en Nagasaki vielen, ging er een schok door de gehele wereld. Ik denk zelfs dat die schok nog zwaarder aankwam voor hen die het vernamen dan voor ons die het aan den lijve moesten voelen. Plotseling (…) hoorden de mensen dat een grote stad in een paar tellen tot stof kan worden verpulverd …” Hoogleraar Takasji Nagai, getuige van de bom op Nagasaki (augustus 1945)
28
LES 4
DE TWEEDE WERELDOORLOG (1939-1945)
- Geef een argument waarom de atoombom op Hiroshima de grootste gebeurtenis uit de geschiedenis kan genoemd worden.
- Toon aan dat Truman enerzijds en Tamiki Hara en Takasji Nagai anderzijds de gebeurtenis vanuit een totaal ander gezichtspunt beschrijven.
De Tweede Wereldoorlog kost ca. 72 miljoen mensen het leven, als je de 20 miljoen slachtoffers ten gevolge van ziekte en hongersnood meetelt. Tientallen miljoenen mensen zijn op de vlucht. Vele steden zijn platgebombardeerd.
ONWAARSCHIJNLIJK! Evgeni Khaldei is een Sovjetfotograaf. Op het einde van de oorlog krijgt hij de opdracht om naar Berlijn te gaan. In zeven haasten zoekt hij lappen stof om drie Sovjetvlaggen te naaien. Op 2 mei 1945 zijn de gevechten nog aan de gang. Hij zoekt een geschikte locatie. Uiteindelijk gaat hij het Rijksdaggebouw binnen waar hij drie soldaten ontmoet. Zij stellen voor om hem rond te leiden. De koepel van het gebouw staat in brand. Boven op het dak laat hij hen zijn laatste vlag bevestigen en hij gebruikt een volledig filmrolletje, op zoek naar het perfecte beeld. Terug in Moskou vraagt hij toelating om de foto’s te publiceren. Tot zijn verbazing wordt dat verboden. Een van de soldaten heeft twee polshorloges aan, wat waarschijnlijk betekent dat hij een van die horloges gestolen heeft. Khaldei moet de foto retoucheren. De negatieven blijven intact zodat de originele foto na 1991 alsnog kon verschijnen. In ieder geval had hij dé foto van de overwinning gemaakt.
Foto van Evgeni Khaldei (1917-1997) op 2 mei 1945
B
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN IN DE 20e EN 21e EEUW
29
Wat je na deze les moet kennen en kunnen:
KENNEN 1 de begrippen ‘Blitzkrieg’ en ‘Uur 0’ verklaren 2 de drie verschillende fasen van de Tweede Wereldoorlog opsommen 3 het aanvankelijk succes van Duitsland en zijn bondgenoten met drie voorbeelden aantonen 4 het verloop van de oorlog in grote lijnen uitleggen 5 drie keerpunten van de oorlog geven 6 het gebruik van de atoombommen beoordelen
KUNNEN 1 gegevens uit kaarten halen 2 geschreven getuigenissen analyseren 3 bronnen met elkaar vergelijken 4 foto’s met eigen woorden beschrijven 5 je in een situatie inleven 6 aan anderen informatie verstrekken
• Al die onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je bij het onlinelesmateriaal verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor.
30
LES 4
DE TWEEDE WERELDOORLOG (1939-1945)
LES 4 SCHEMA
De Tweede Wereldoorlog (1939-1945) 1 Duitsland en zijn bondgenoten behalen overwinningen (1939-1942) Eerste Duitse veroveringen:
, Denemarken, Noorwegen
‘Blitzkrieg’ tegen België, Nederland, Luxemburg en Frankrijk 28 mei 1940: Koning Leopold III capituleert. Uitbreiding van de oorlog naar Noord-Afrika, Joegoslavië en Griekenland Juni ’41: Duitsland valt de
binnen.
December ’41: Japanse aanval op Amerikaanse vlootbasis in de Stille Oceaan: Duitsland, Italië, Japan en andere bondgenoten
USSR, USA, Groot-Brittannië en bondgenoten
2 De geallieerden drijven Duitsland en zijn bondgenoten terug Drie keerpunten in 1942 en 1943: - Amerikaanse vloot verslaat Japanse vloot bij Midway (Stille Oceaan). - Britten drijven de Duitse troepen terug in Noord-Afrika (El Alamein). - Sovjettroepen omsingelen een Duits leger in Stalingrad. Juni 1944: landing in Normandië September 1944: bevrijding van het grootste deel van België Mei 1945: Duitse capitulatie
3 Atoombommen vernietigen Hiroshima en Nagasaki Amerikaanse president Truman wil oorlog snel beëindigen.
augustus 1945: atoombommen op Hiroshima en Nagasaki
Balans van de oorlog: ca. 72 miljoen doden, tientallen miljoenen vluchtelingen, enorme verwoestingen
B
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN IN DE 20e EN 21e EEUW
31
LES 6 VERHAAL
Het vertrek 1
5
10
15
20
25
30
35
40
32
‘Ik had niet veel geslapen vannacht. En te oordelen naar het gewoel en gezucht aan de andere kant van de kamer, Frans ook niet. Ik was dus niet verbaasd dat iedereen al op was, toen ik ’s morgens beneden kwam. Moeder stond aan de stoof en streek Frans’ uniformbroek. Piekfijn moest zijn hele uniform zijn. Voor de parade. Voor het afscheid. Ik vroeg me af hoe lang een uniform piekfijn blijft aan het front. Niet lang, vermoedde ik, maar daarover wilde ik niet nadenken. Frans zat aan tafel. Hij deed opgewekt, maar er lag een zenuwachtige trek om zijn mond. Vader stond in de gang voor de spiegel zijn redevoering te oefenen. Hij was afdelingsleider van het Vlaams Nationaal Verbond, de belangrijkste bondgenoot van de Duitsers hier in Vlaanderen. Er werd van hem verwacht dat hij de vertrekkende soldaten zou toespreken. ‘Marieke, trek je uniform aan’, maande moeder me aan. Ik ging weer naar boven, trok mijn nachtkleed uit en mijn zwarte rok en witte blouse van de Dietsche Meisjesscharen aan. Dat was de jeugdbeweging waarvan ik deel uitmaakte. Het werd een grote ceremonie voor de jongens die vandaag naar het Oostfront vertrokken. Er zouden toespraken gehouden worden, er was een defilé en wij zouden bloemen geven aan de jongens die naar Rusland vertrokken. Rusland … ik probeerde niet te denken aan wat er kon gebeuren. Frans had zelf gekozen om in dienst te gaan bij het Duitse leger. Iedereen moest zijn steentje bijdragen. Als we wilden dat het beter werd, moest iedereen meewerken om die betere toekomst te bekomen. Ieder op zijn manier. En Frans had gekozen om dienst te nemen. Het hoogste offer, had de Führer gezegd, dat een man zijn volk kon geven. Ik was trots op mijn broer, maar ook bang. Ik wilde niet dat hem iets zou overkomen. Zelf lachte hij het weg. ‘We hebben een goede opleiding gehad, Marieke’,
HET VERTREK - ALINE SAX
ALINE SAX
zei hij dan. ‘Die Russen zijn geen maat voor de Germaanse soldaat!’ Maar ik voelde dat ook hij zenuwachtig was. 45
50
55
60
65
70
75
80
Na het ontbijt dirigeerde moeder ons allemaal naar buiten. We negeerden de blikken die zich ostentatief afwendden en de mensen die voor onze voeten op de grond spuwden, toen we met zijn vieren naar de Grote Markt liepen. ‘Laat hen,’ zei vader, ‘ze weten niet wat goed voor hen is, ze beseffen niet dat hun toekomst er door het nationaalsocialisme veel beter zal uitzien.’ Niet iedereen was het daarmee eens. Wij heulden met de vijand, vonden ze. Op school hadden zich duidelijk twee groepen gevormd. Ik trok enkel nog op met andere meisjes die tot de Dietsche Meisjesscharen behoorden. Sommige van mijn vroegere vriendinnen hadden me als een baksteen laten vallen. Maar het kon me niet schelen. Bij de Dietsche Meisjesscharen hoorde ik er wél bij. We vormden een hechte groep. Sommige mensen waren bang van ons. Omdat ze wisten dat we op de hulp van de Duitsers konden rekenen. En omdat de Duitsers geen tegenstand duldden. Het waren dwazen die de plannen van de Duitsers in de weg wilden staan, zei vader. Op de Grote Markt was het al een drukte van belang. Overal zag je uniformen. De zwarte uniformen met blinkende koppelriemen en zwart glimmende laarzen van de soldaten vielen het meest op. Wat zagen ze er knap uit. Ze stonden in strenge rijen tegenover het stadhuis. Aan de zijkant zag ik bekende uniformen en bekende gezichten. Ik liep naar hen toe en begroette mijn vriendinnen. De leidster had grote ruikers bloemen bij die ze verdeelde. Op het einde van de ceremonie mochten we elk een bloem aan een soldaat geven. De ceremonie begon stipt. Nog voor de laatste
85
90
95
100
105
110
115
120
125
slag van de kerktoren was uitgestorven, liep vader naar het kleine verhoogje voor de rijen soldaten. ‘Kameraden’, begon hij. Zijn stem klonk krachtig. Het was muisstil op het marktplein. Iedereen luisterde naar zijn vurige woorden. Hoe anders klonk zijn toespraak dan thuis voor de spiegel. Hij straalde zelfvertrouwen en kracht uit. Hij inspireerde de soldaten op het plein, dat zag ik aan hun blikken. Stram bleven ze in de houding staan, maar hun ogen blonken. Zelfs ik voelde me aangesproken toen vader het had over het grote Germaanse Rijk waarvan we allemaal deel zouden uitmaken. Als Duitsland de oorlog won, zou een duizendjarige vrede over Europa komen en zouden de Germaanse volkeren zich oprichten en in harmonie in één rijk leven. Want dat verdienden we! Een toekomst waarin ons volk groot en vrij zou zijn. Maar om die toekomst te bekomen, moest iedereen zijn steentje bijdragen. De vijanden moesten vernietigd worden. Iedereen die de plannen van de Führer wilde tegenwerken, moest het zwijgen opgelegd worden. We moesten ons volk, onze beschaving beschermen. Helpen om Duitsland de overwinning te bezorgen op het bolsjewistische gevaar was een van de meest eervolle taken die een man kon vervullen. De soldaten blonken nog meer. Sommige konden hun trotse glimlach niet onderdrukken, zag ik van opzij. Na vader kwamen er nog andere sprekers, ook een belangrijke Duitse officier. Hij zag eruit als het prototype van de Germaanse soldaat. Ik zou Frans vragen of hij geen vriend had van wie ik oorlogsmeter kon worden. Dan kon ik brieven schrijven met een soldaat en hem pakjes opsturen en sokken breien. Liefst een knappe vriend natuurlijk. Met blond haar, blauwe ogen en een stoere borstkas. Een jongen die me mee uit zou nemen als hij in verlof kwam. In zijn uniform. Zodat iedereen kon zien dat hij zijn plicht vervulde. Ik schrok op uit mijn dagdroom door het schelle geluid van de klaroenen en het doffe getrommel. De jongens van de Nationaalsocialistische Jeugd Vlaanderen, de tegenhanger van onze Dietsche Meisjesscharen, gingen de soldaten voor. Ze droegen de Vlaamse
130
135
140
145
150
155
160
165
170
175
Leeuw en een hakenkruisvlag. Ook de soldaten zetten zich in beweging. In stramme pas liepen ze de markt af. Toen ze voorbijkwamen, staken we onze armen op en brachten de Hitlergroet. ‘Houzee!’ riepen we in koor. Ik voelde hun trots ook in mijn binnenste. We waren één groep, één volk. Ik was maar een klein radertje, maar ik was blij dat ik hier deel van mocht uitmaken. We waren uitverkoren. De soldaten marcheerden voorbij, wij sloten achteraan aan en zo ging het naar het station, waar de treinen naar het Oosten onze jongens stonden op te wachten. Ze werden bewaakt en begeleid door Duitse soldaten. Voordat ze instapten, kreeg elke soldaat een bloem. Ik kon niemand uitkiezen, we moesten de bloem geven aan de soldaat die het dichtstbij stond. Het was niet Frans. Ik had Frans graag nog eens omhelsd, geknuffeld en hem veel succes toegewenst, maar daar was geen tijd voor. Onze soldaten moesten zich moedig tonen en wij, meisjes en vrouwen, moesten ons sterk houden. Er was geen plaats voor emotionaliteit en zwakte. We wuifden en juichten toen de trein zich in beweging zette. De kleinste meisjes zwaaiden met vlaggetjes. Ik probeerde achter de alsmaar sneller voorbijkomende raampjes een glimp van Frans op te vangen, maar ik zag enkel mijn vriendinnen in de weerspiegeling. We bleven met een leeg gevoel achter toen de trein uit het zicht verdwenen was en de menigte zich begon op te lossen. Vader stond wat verderop met enkele Duitse officieren te praten. Sommige van de meisjes gingen weer naar huis, maar ik bleef nog even staan. Alsof ik het beeld van Frans zou vergeten als ik me omdraaide van de verte waarin de trein verdwenen was. Plots was er weer beroering. Enkele jongemannen in het zwarte uniform van de Dietse Militie, de paramilitaire arm van het VNV, sleurden een jongeman in burger tussen hen in. Hij had een bloedneus en zag er gehavend uit. Hij probeerde zich te verzetten, maar een van de militanten plantte zijn laars in de rug van de jongen zodat hij door zijn knieën zakte. Ze sleepten hem tot bij de HET VERTREK - ALINE SAX
33
180
185
190
Duitse officieren. ‘Hij zat achter het spoor, Herr Hauptmann’, zei een van de militanten. ‘Vast een van ’t verzet’, voegde de tweede eraan toe. ‘Die de trein van onze jongens wilde saboteren!’ ‘Gelukkig konden we hem pakken’, zei de derde. Ze drumden zo dicht mogelijk om de Duitsers heen. ‘Dat is niet waar, ik was gewoon op weg naar huis. Langs het spoor is de kortste weg’, jammerde de jongeman. Hij kreeg een stomp in zijn ribben. Ik bekeek het tafereel en vroeg me af wie ik moest geloven. Als hij een echte verzetsman was … misschien had hij de trein wel willen opblazen. Zo’n dingen deden die kerels. ‘Bringt ihn zur Kommandantur’, zei de Duitser.
195
200
205
210
‘Daar zullen ze de waarheid er wel uit krijgen.’ En hij wuifde met zijn hand. Als een stel jonge bloedhonden grepen de drie militanten de jongeman steviger vast en sleepten hem verder. Het maakte niet uit wie ik moest geloven. We zouden hem wellicht niet meer terugzien. Toen ik naar huis liep, dacht ik aan Frans. Het was een mengeling van trots en angst. Hij droeg zijn steentje bij, herhaalde ik de hele tijd in mezelf in een poging om de trots de overhand te laten halen. Maar ik had de brieven zien toekomen. Beste mevrouw, met spijt delen wij mede dat uw zoon … gevallen op het veld van eer … De zwarte rouwbanden, de doodsprentjes met foto’s van jonge soldaten, het steeds langer wordende dodenappel. Ik kon de angst niet het zwijgen opleggen.
NABESPREKING
• De familie van Marieke collaboreert (werkt samen) met de Duitse bezetter. Vermeld twee redenen die de vader van Marieke aangeeft voor die collaboratie. • Toch begint Marieke uiteindelijk te twijfelen. Leg uit waarom. • Beantwoord, met de kennis die je van de Tweede Wereldoorlog hebt, de volgende vragen voor jezelf: • Begrijp je het standpunt van Marieke? Argumenteer. • Hoe zou jij haar kunnen overtuigen dat haar standpunten fout zijn?
34
HET VERTREK - ALINE SAX
5
De Holocaust of Shoah De nazi’s vervolgen op basis van hun rassenleer miljoenen mensen. Ze keren zich vooral tegen de Joden. Die komen in allerlei kampen terecht. De nazi’s verknechten en doden ook zigeuners, verzetslieden, andersdenkenden enz. Later noemt men die vervolging ‘de Holocaust’. De Joden zelf spreken van ‘de Shoah’, een niet te omschrijven verschrikking. Hoe gaan de nazi’s te werk? Wie speelt een belangrijke rol in die Shoah? Welke soorten van kampen richten de nazi’s op?
PRE- EUROPA HISTORISCHE SAMENLEVING
0 19 0 4 5
18
0 50
v. 0 8
35
0
0
0
v.
C
C
.
.
Kaartnr(s). atlas
OUDE EGYPTE + MESOPOTAMIË
KLASSIEKE SAMENLEVING
ANCIEN RÉGIME
POSTMODERNE SAMENLEVING MODERNE SAMENLEVING
1
De Jodenvervolging in nazi-Duitsland Al van bij hun machtsovername in 1933 beginnen nazi’s Joden te terroriseren en aan te sporen om het land te verlaten. Rijke Joden moeten meestal blijven. Zij hebben dikwijls relaties met belangrijke buitenlanders en vormen bij mogelijke conflicten interessante gijzelaars. Himmler, de leider van de SS, wil alle Duitse Joden naar Palestina of Madagaskar verhuizen. Groot-Brittannië, dat Palestina controleert, gaat niet akkoord. De Britten vrezen voor conflicten tussen Joden en Arabieren. Himmler bergt zijn idee daarom op.
B
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN IN DE 20e EN 21e EEUW
35
Simone, let op, al de illustraties van opdracht 4 zijn echt niet goed genoeg! Ze zijn niet ontrasterd dus echt gekorreld, en veel te laag van resolutie! OPDRACHT 4
Beschrijf bij elk document de manier waarop de nazi’s de Joden vervolgen. a Bloedschande in Cuxhaven (1933)
Rond de nek van de Duitse vrouw hangt een bord met als tekst: “Ik ben hier het grootste zwijn en amuseer me met Joden”. Het plakkaat van haar Joodse vriend heeft als tekst: “Ik neem als Jodenjongen uitsluitend Duitse meisjes mee naar mijn kamer.” Het koppel moet zo door de straten lopen. De nazi’s slaan hen af en toe met een soort zweep.
b “Koop niet bij Joden” (1933)
Een nazi en sympathisanten bij een Joodse winkel. Vertaling van het plakkaat: “Duitser, koop niet bij Joden.” Na verloop van tijd mogen Joden geen enkel beroep meer uitoefenen waarbij ze in contact komen met Duitsers.
c “Joden op school” Twee Joodse leerlingen worden vernederd voor hun klasgenoten. De leerkracht gebruikt hen als ‘voorbeeld’ bij een les over het ‘Joodse gevaar’. Na verloop van tijd mogen er geen Joden meer naar Duitse scholen gaan.
36
LES 5
DE HOLOCAUST OF SHOAH
d Een ‘kuisparty’ in Wenen (1938)
e Niet gewenst
Nazi’s verplichten, tot groot jolijt van de omstaanders, Joden om de straat te poetsen.
Op veel plaatsen in Duitsland verschijnen dergelijke borden. Probeer zelf het Duits te ontcijferen.
f ‘Reichskristallnacht’ (9-10 november 1938)
In de nacht van 9 op 10 november 1938 organiseert Herman Goering een nationale pogrom: ‘Reichskristallnacht’. Tientallen synagogen en Joodse bezittingen worden kort en klein geslagen en vaak ook in brand gestoken.
2
De nazi’s organiseren massale moordpartijen De Tweede Wereldoorlog verhevigt de naziterreur. De nazi’s vallen Oost-Europa binnen, waar miljoenen Joden leven. In het zog van het zegevierende Duitse leger opereren ‘Einzatsgruppen’ die bijna elke Jood vermoorden die ze tegenkomen. Die SS-eenheden roeien Joodse dorpen uit en organiseren massa-executies. In de Oekraïne en Polen helpt een deel van de plaatselijke bevolking enthousiast mee met het moorden. Ook het gewone Duitse leger maakt zich schuldig aan moordpartijen.
B
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN IN DE 20e EN 21e EEUW
37
OPDRACHT 2
Oekraïne, 1942: twee leden van een ‘Einsatzgruppe’ maken overlevenden van een massa-executie verder af.
- Wat valt je op aan de lijken?
- Waarom zou dat zijn?
3
Het Jodenvraagstuk wordt ‘opgelost’ In 1941 beveelt Adolf Hitler aan Himmler om alle Joden systematisch fysiek uit te schakelen. Himmler vertrouwt de opdracht toe aan de hoge SS-officieren Richard Heydrich en Adolph Eichmann. Zij organiseren op een nauwgezette bureaucratische manier de ‘Endlosüng’ (‘de eindoplossing’) waarbij alle Joden uiteindelijk een ‘Sonderbehandlung’ (bijzondere behandeling) moeten krijgen. Met de nodige improvisatie zetten zij een vernietigingssysteem op touw. Eerst moeten alle Joden zich laten registreren. In Oost-Europa worden zij vervolgens in getto’s geconcentreerd. Ze zitten er op elkaar gepakt en krijgen minder eten dan de niet-Joden. Er breken epidemieën uit die duizenden het leven kosten. In het Westen mogen de Joden tijdelijk in hun woningen blijven. Uiteindelijk komen de Joden van West en Oost in een doorgangskamp terecht. In België heeft vooral de Mechelse Dossinkazerne die functie. Vanuit die kampen rijden treinen naar de eigenlijke concentratie- en vernietigingskampen. Zwakkeren (kinderen, zieken, ouderen ...) komen onmiddellijk in een vernietigingskamp terecht. In de concentratiekampen moeten de ‘gezonden’ zich als slaven doodwerken.
OPDRACHT 3
Speech van Heinrich Himmler “Ik zal hier tot jullie zeer vrijmoedig spreken over een zeer ernstig onderwerp. Wij zullen het nu absoluut openlijk onder elkaar bespreken. We zullen er evenwel nooit over spreken in het openbaar. Ik bedoel de evacuatie van de Joden, de uitroeiing van het Joodse ras. (…) De meesten van jullie weten wat het betekent om honderd lijken, of duizend, naast elkaar te zien liggen. (…) We hebben de rijkdommen die ze hadden van hen afgenomen. Ik heb een
38
LES 5
DE HOLOCAUST OF SHOAH
strikt bevel uitgevaardigd (…) dat deze rijkdom, uit principe, zou overhandigd worden aan het Rijk zonder voorbehoud. Wij hadden het morele recht, wij hadden de plicht tegenover ons volk, om dit volk te vernietigen dat ons wilde vernietigen. Al bij al kunnen wij (…) zeggen dat wij deze zeer zware taak hebben uitgevoerd uit liefde voor ons volk. En onze geest, onze ziel, ons karakter heeft er geen schade door geleden.” Uit een redevoering van SS-leider Heinrich Himmler tot SS-officieren in Posen (Poznan) op 4 oktober 1943
- Onderstreep in het document met welk excuus Himmler de moord op de Joden goedpraat. - Waarom kan men ook over roofmoord spreken?
OPDRACHT 4
De belangrijkste kampen ZWEDEN
DENEMARKEN
Noordzee Stutthof Neuengamme Ravensbruck BergenBelsen Oranienburg-Sachsenhausen
NEDERLAND Breendonk
Treblinka Dora-Nordhausen
BELGIË
Chelmno
GROOT-DUITSLAND
Buchenwald
Sobibor Maïdanek
Gross-Rosen
Dachau
De nazi’s hadden duizenden kampen. Deze kaart geeft enkel de belangrijkste weer. In een concentratiekamp ‘concentreren’ de nazi’s al wie ze hinderlijk vinden. In een vernietigingskamp doden ze zo snel mogelijk zo veel mogelijk mensen.
Belzec
Flossenburg
Auschwitz-Birkenau SLOVAKIJE
Mauthausen
HONGARIJE
ZWITSERLAND
ROEMENIË Groot-Duitsland
neutrale landen
door Duitsland bezette gebieden
concentratiekamp
en Duitse bondgenoten
vernietigingskamp
0
500 km
- Wat valt je op aan de ligging van de vernietigingskampen? Wat zou daar een reden voor zijn?
4
Het leven in de concentratiekampen De gevangenen krijgen weinig te eten en moeten zeer hard werken. Binnen het kamp hanteren de SS’ers een complete willekeur. Je weet nooit wat er boven je hoofd hangt. Tussen de gevangenen wordt een concurrentie in stand gehouden. Sommigen krijgen een betere behandeling in ruil voor verklikking en andere opdrachten. Gewone criminelen krijgen voordelen
B
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN IN DE 20e EN 21e EEUW
39
en dienen eigenlijk als bewaker van een groep gevangenen (barakoverste, Kapo). In verschillende kampen gebeuren medische experimenten (met medeweten van de Duitse chemische industrie). Men test bijvoorbeeld de uithouding van de mens in uitzonderlijke omstandigheden (bv. hoe lang blijf je leven in ijskoud water?). Vele gevangenen worden besmet met ziekten of worden gebruikt als proefkonijn in gifgasexperimenten. De experimenten van dokter Mengele op kinderen en vooral op tweelingen zijn berucht. Op geregelde tijdstippen organiseert de kampbewaking selecties waarbij de zwaksten naar een vernietigingskamp worden gestuurd.
Lijken op een vrachtwagen in het concentratiekamp van Nordhausen bij de bevrijding op 10 april 1945.
5
De nazi’s willen systematisch uitroeien De nazi’s zoeken een efficiënte manier om grote groepen mensen te doden. Himmler schaft na een tijdje de massa-executies af omdat zij slecht zijn voor het moreel van de SSbeulen. Gaswagens waarvan de uitlaatgassen de gevangenen verstikken, voert men ook af. De doodsstrijd van de gevangenen duurt te lang en zorgt voor tijdverlies. Uiteindelijk gebruikt men in gaskamers een snel werkend vergif: Zyklon B. Om de groepen ‘veroordeelden’ kalm te houden, verzekert men hen dat zij een douche gaan nemen. ‘Gedresseerde gevangenen’ moeten de bewakers daarbij helpen. Er wordt zelfs zeep uitgedeeld. Na de vergassing onderzoeken getrainde gevangenen de ingewanden van de lijken op verstopte kostbaarheden. Zij trekken ook gouden kiezen. De doden worden vervolgens verbrand in industriële verbrandingsovens. Zelfs als het Sovjetleger de kampen nadert, blijven de nazi’s vergassen. Wanneer de bevrijding nakend is, sturen zij de gevangenen op geforceerde marsen. Die worden velen fataal. De SS vernietigt alle gaskamers. Na de oorlog veroordelen en executeren de geallieerden verschillende nazibeulen. Een deel van hen weet echter onder te duiken, een nieuwe identiteit aan te nemen en te vluchten naar andere continenten.
40
LES 5
DE HOLOCAUST OF SHOAH
OPDRACHT 5
Videofragment Auschwitz - Op welke andere wijze dan met gas proberen de nazi’s in een vernietigingskamp de gevangenen te doden?
OPDRACHT 6
Een getuigenis van bij ons De nazi’s arresteren Regine Beer op 3 september 1943 in Antwerpen. Ze wordt in de Mechelse Dossinkazerne opgesloten. Zij getuigt: “Begin mei 1944 arriveerde een commissie van Duitse studenten uit Berlijn. Zij studeerden ‘rassenkunde’ en moesten uitsluitsel geven over de twijfelgevallen. Zij moesten vaststellen of we wel of niet Jood waren. Afgaande op de schedelmeting, de inplanting en kleur van het haar, de ogen, de neus, de manier waarop we ons draaiden, keerden en vooroverbogen, beslisten zij over ons lot. Naar huis of naar het Oosten … Ik werd onderzocht en was blijkbaar volgens hun opmetingen voldoende Joods. (…) Mijn lot was bezegeld. Ik kreeg transportnummer 471. Op vrijdag 19 mei 1944 rond 4 uur vertrok ik met het 25ste transport –het voorlaatste – richting oosten … Bij het aanbreken van de vierde dag werden de deuren ontgrendeld en opengeschoven en werden wij uit de wagons gedreven. ‘Schnell, schnell, schnell, antreten!’ snauwde men ons toe. SS’ers stonden met het geweer in de aanslag, naast hen hun honden. Ik wist niet waar we waren. [Auschwitz-Birkenau] Voor mij zag ik dat immens uitgestrekte kamp. Alles schel verlicht. Omringd door prikkeldraad. De hele omgeving was gehuld in een grijze nevel die langzaam optrok, een lichte gloed klaarde de hemel op. De nevelslierten verspreidden een doordringende, misselijk makende stank. Vandaag nog ruik ik die geur, hij laat me gewoon niet meer los. Voor eeuwig blijft hij in mijn geheugen gegrift. SS’ers kwamen ons tegemoet, een zweep in de hand. De mannen, vrouwen en kinderen werden direct gescheiden. Hier bestonden geen gezinnen meer. Aan het einde van de weg stonden de kampcommandant en de kampdokter. Een handbeweging naar links of naar rechts besliste of je van de wereld af moest of nog even kon blijven. Oude mensen, zieken of gebrekkigen, mannen of vrouwen met een kind op de arm, zwangere vrouwen en groepen kleine kinderen werden meteen naar links verwezen. Zij werden afgevoerd om vergast en verbrand te worden, maar dat wisten wij toen nog niet. (…) Alle gegevens in verband met de ‘Zugänge’, de nieuwkomers, werden zorgvuldig genoteerd. Je kreeg opnieuw een nummer toegewezen en dat nummer werd dan op je arm getatoeëerd. De hele behandeling gebeurde erg vlug en toch heel doeltreffend. Het nummer werd er door gevangenen ingeprikt met inkt (…) Leven en dood lagen in het kamp zeer dicht bijeen. We zaten in een vernietigingskamp en al van bij onze aankomst waren we ons daarvan bewust. De SS’ers riepen ons dikwijls cynisch toe: ‘Jullie komen hier nooit meer uit, tenzij onder de vorm van een wolkje…’” Uittreksels uit: Regine Beer, KZ A5148, 1992
- Zoek nog een ander getuigenis van een overlevende en lees het voor in de klas.
B
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN IN DE 20e EN 21e EEUW
41
OPDRACHT 7
De moord in cijfers Vermoorde burgers en krijgsgevangenen • Sovjetgevangenen: 3 500 000 • Gevangenen in de concentratiekampen: 1 100 000 • Euthanasie op mentaal gehandicapten: 70 000 • Zigeuners: 240 000 • Joden: 5 100 000 à 5 860 000 Aantal* Joodse slachtoffers en oorzaak van overlijden • Ontberingen / getto’s: 800 000 • Gefusilleerd buiten de kampen (vooral door de ‘Einsatzgruppen’): 1 300 000 • Omgekomen in de uitroeiingskampen: 2 700 000 • Omgekomen in andere kampen: 300 000
De cijfers van het aantal Joodse slachtoffers lopen uiteen. Dat komt door de vernietiging van documenten, maar ook door de chaotische moordpartijen. De cijfers die hier vermeld worden, zijn de minimumcijfers.
* We nemen hier het minimumaantal. Het hoge aantal slachtoffers maakt van de Holocaust een genocide. - Zoek in de woordenlijst op wat een genocide is.
- Zoek nog een ander voorbeeld van een genocide uit de geschiedenis.
Wat je na deze les moet kennen en kunnen:
KENNEN 1 de begrippen begrippen ‘Shoah’, ‘Holocaust’, ‘concentratiekamp’, ‘vernietigingskamp’ en ‘genocide’ uitleggen 2 de verschillende stappen in de Jodenvervolging uitleggen 3 drie manieren geven waarop de nazi’s de Joden vervolgen 4 de Shoah of Holocaust in de tijd situeren 5 uitleggen hoe de systematische uitroeiing van de Joden verloopt
6 met drie concrete voorbeelden de verschrikking in de kampen omschrijven
KUNNEN 1 met behulp van documenten voorbeelden van Jodenvervolging geven 2 met behulp van een historische kaart de kampen lokaliseren 3 informatie over genocide opzoeken
• Al die onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je bij het onlinelesmateriaal verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor. • Bij het onlinelesmateriaal vind je een ICT-les die je vertelt hoe Joodse kinderen de vervolging ondergingen.
42
LES 5
DE HOLOCAUST OF SHOAH
LES 5 SCHEMA
De Holocaust of Shoah = massale moord op Joden, zigeuners, andersdenkenden enz. door de nazi’s = een genocide Machtsovername door nazi’s in Duitsland (vanaf 1933)
Joden worden vervolgd en uit het land verjaagd.
Tweede Wereldoorlog (1939-1945): nazi’s veroveren grote delen van Europa. - In Oost-Europa: massale moordpartijen op Joden door ‘Einzatsgruppen’, het Duitse leger en de plaatselijke bevolking. - Hitler geeft in 1941 het bevel tot systematische uitroeiing van de Joden. Himmler en de SS voeren dat bevel uit. Ze improviseren een vernietigingssysteem: de ‘Endlösung’ (‘de eindoplossing’). • Alle Joden moeten zich laten registreren. • In Oost-Europa: concentratie in getto’s (weinig voedsel, veel ziekten) • Joden uit heel Europa worden naar doorgangskampen gebracht (in België = Dossinkazerne). • Van doorgangskamp naar concentratiekamp of vernietigingskamp. De meeste kampen liggen in Oost-Europa. Concentratiekamp
Vernietigingskamp
- Weinig eten en zeer hard werken
- Voor ‘zwakkeren’ (kinderen, zieken, bejaarden enz.)
- Complete willekeur door bewakers
- Massa-executies, gaswagens, gaskamers
- Concurrentie tussen gevangenen
- Misleiding (getrainde gevangenen, douches)
- Medische experimenten
- Verbrandingsovens
- Selecties: zwakkeren naar vernietigingskamp Moorden gaan door tot bijna aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. Ongeveer zes miljoen Joden vermoord. Na de oorlog: nazibeulen
een deel wordt veroordeeld, een deel ontsnapt.
B
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN IN DE 20e EN 21e EEUW
43
6
Het ontstaan van de Koude Oorlog Voor heel wat mensen is de wereld vandaag erg complex. Vroeger was de wereld zeker niet eenvoudiger, maar voor de generaties geboren tussen het einde van de Tweede Wereldoorlog en ca. 1980 leek het soms wel zo. Je had wij en je had zij. Wij waren de goeden, zij de slechten. Zij wilden ons vernietigen, wij zouden ons verdedigen. Welkom in de wereld van de Koude Oorlog. Wat moet je verstaan onder dat begrip ‘Koude Oorlog’? Hoe is die Koude Oorlog ontstaan? Welke belangrijke gebeurtenissen zijn onlosmakelijk verbonden met de Koude Oorlog?
NIEUWSTE TIJD
Russische Revolutie
KOUDE OORLOG
1 9 19
1 6
55
19
9 4
19
19
7
8 4
19
5 4
4 19
19
17
19
5
17
0
Kaartnr(s). atlas
EIGEN TIJD
Bouw Berlijnse muur Pact van Warschau Noord-Atlantisch Verdrag Blokkade van Berlijn Trumandoctrine/Marshallplan
1
De Koude Oorlog De Koude Oorlog is een ingrijpend conflict dat de wereld tussen ca. 1947 en 1991 sterk verdeelt. Een conflict veronderstelt uiteraard tegenstanders. De grote vijanden tijdens de Koude Oorlog zijn de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie en bij uitbreiding twee tegengestelde ideologieën, namelijk het kapitalisme en het communisme. Elk van beide landen en systemen heeft zijn bondgenoten en sympathisanten.
44
LES 6
HET ONTSTAAN VAN DE KOUDE OORLOG
OPDRACHT 1
- Waarvoor staan die begrippen kapitalisme en communisme ook alweer? Schrijf de volgende begrippen op de juiste plaats in de tabel:
creëren van individuele rijkdom – de staat – de consument (de markt) – democratie egalitaire maatschappij – particulieren – dictatuur (1)
(1)
Eén begrip moet tweemaal gebruikt worden.
Kapitalisme
Communisme
Productiemiddelen zijn eigendom van:
Het aanbod aan goederen en diensten wordt bepaald door: Doel:
Vereist doorgaans een politiek systeem dat gebaseerd is op:
In tegenstelling tot een ‘gewone’ oorlog is de Koude Oorlog geen rechtstreekse militaire confrontatie tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. Al balanceren beide partijen soms wel op het randje van een echte oorlog.
OPDRACHT 2
Het MAD-principe (Mutual Assured Destruction) a
b
Amerikaanse atoomtest nabij het Bikini-atol in
de Stille Oceaan (juli 1946)
B
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN IN DE 20e EN 21e EEUW
45
- Beschrijf wat je op de cartoon a ziet. - Welke boodschap wil de maker overbrengen? - Welke wapens, waarover zowel de Amerikanen als de Sovjets beschikken, doen beide partijen twee keer nadenken alvorens een oorlog tegen elkaar te beginnen? (Zie afbeelding b.)
Ondanks het besef van een wederzijds verzekerde vernietiging zullen beide partijen gedurende de Koude Oorlog nooit geziene bedragen uitgeven aan hoogtechnologische wapens. Heel wat bondgenoten in beide kampen (o.a. België) worden trouwens meegesleurd in die wapenwedloop. Ondertussen zullen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie ook op andere manieren met elkaar in competitie treden.
OPDRACHT 3
a b
c A ‘miracle on ice’ Het Amerikaanse ijshockeyteam viert zijn overwinning tegen de SovjetUnie op de Olympische Winterspelen van 1980. De Amerikaanse ploeg bestond toen volledig uit studenten, de Sovjetploeg uit profspelers.
De Sovjets wonnen tijdens die Spelen in totaal 22 medailles (waarvan 10 gouden), de Amerikanen 12 (waarvan 6 gouden).
46
LES 6
HET ONTSTAAN VAN DE KOUDE OORLOG
- Wat moet je verstaan onder de Space Race? - Welk land boekt de eerste successen in die Space Race? (Zoek het eventueel op.) - Welk land slaagt er als eerste in een mens op de maan te laten lopen? - Zoek op waarover de film ‘Rocky IV’ (uit 1985) gaat. Welke rol spelen dit soort films tijdens de Koude Oorlog? - Waarom ontsnappen ook de Olympische Spelen niet aan de Koude Oorlog?
De Koude Oorlog mag dan geen rechtstreekse oorlog zijn tussen de Amerikanen en de Sovjets, doden vallen er wel en zelfs zeer veel. Enerzijds wordt achter de schermen een vaak vuil en dodelijk machtsspelletje gespeeld tussen verschillende geheime diensten. Het meest bekend zijn de Amerikaanse CIA en haar Sovjettegenhanger, de KGB. Anderzijds bestrijden de Amerikanen en de Sovjets elkaar ook via allerlei bondgenoten. Bijvoorbeeld wanneer de kolonies in Azië en Afrika het juk van de Europese overheersing van zich afwerpen, wordt dat toegejuicht door zowel de Verenigde Staten als de Sovjet-Unie. Beide partijen verwachten echter wel dat de jonge naties zich uitspreken voor het kapitalisme of het communisme. Om dat doel te bereiken, tonen Washington en Moskou zich zelfs bereid elk regime of elke beweging te steunen die hun belangen in die landen kunnen dienen. Dat leidt in heel wat staten van de Derde Wereld tot bloedige en langdurige conflicten. Vele daarvan hebben daarnaast wel andere oorzaken, maar kunnen niet los gezien worden van de Koude Oorlog. Het conflict biedt de Amerikanen en de Sovjets trouwens een dankbaar excuus om wereldwijd in te grijpen en op die manier hun belangen te verdedigen. De lijst van conflicten waarbij een van beide supermachten –al dan niet rechtstreeks –betrokken raakt, is dan ook lang.
B
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN IN DE 20e EN 21e EEUW
47
OPDRACHT 4
Enkele belangrijke conflicthaarden tijdens de Koude Oorlog
Geef voor elk continent telkens één land waar door de Koude Oorlog een gewapend conflict werd uitgevochten. - Afrika: - Azië: - Latijns-Amerika:
2
De Oost-Westrelaties voor de Tweede Wereldoorlog In 1917 grijpen communisten onder leiding van Lenin de macht in Rusland. Zij vestigen er een dictatuur en vormen het land om tot de eerste communistische staat ter wereld (sinds 1922 Sovjet-Unie). Die machtsgreep en zeker de aanvankelijke oproep van Lenin aan communisten om ook elders in de wereld de macht te grijpen, leidt in het Westen tot een grote afkeer van de Sovjet-Unie.
OPDRACHT 5
Amerikaanse cartoon uit 1919 Uit: The Philadelphia Inquirer Company
Onder de cartoon staat de tekst: ‘Put them out and keep them out’. Op het mes staat ‘bolshevism’ (= communisme) en op de pet van de man ‘reds’ (rood is de kleur van het communisme).
48
LES 6
HET ONTSTAAN VAN DE KOUDE OORLOG
- Beschrijf mondeling wat je op de cartoon afgebeeld ziet. - Wat is de boodschap van de cartoon? - Wat is de Nederlandse vertaling van het onderschrift van de cartoon?
Jarenlang staat de Sovjet-Unie geïsoleerd in de wereld. Westerse leiders doen er alles aan om dat ook zo te houden en eventueel zelfs het communistische regime ten val te brengen.
OPDRACHT 6
Amerikaanse propagandaposter, 1943
2 1
3
- Van welke landen herken je de vlaggen op deze poster? 1 2 3 - Wat leer je uit deze poster over de relatie tussen de communisten en de westerse grootmachten? - Geef een verklaring voor wat je hebt vastgesteld. Let op de datum en denk aan wat je geleerd hebt in Les 4.
B
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN IN DE 20e EN 21e EEUW
49
3
Bondgenoten worden (opnieuw) tegenstanders Na de oorlog lijkt het er nog op dat de Amerikanen en de Sovjets vriendschappelijk zullen samenwerken aan de heropbouw van de wereld. Zo beslist men bijvoorbeeld op de conferenties van Jalta en Potsdam om het verslagen Duitsland tijdelijk op te splitsen in een aantal bezettingszones. Op die manier wil men de restanten van het nazisme opruimen. Ook treden beide landen onmiddellijk toe tot de pas opgerichte Verenigde Naties. Die opvolger van de Volkenbond moet gaan waken over de vrede en veiligheid in de wereld (zie les 8). De verhoopte samenwerking wil echter steeds moeilijker vlotten.
OPDRACHT 7
a Europa anno 1937
b Europa anno 1949
BRD = Bondsrepubliek Duitsland DDR = Duitse Democratische Republiek Omdat de westerse geallieerden en de Sovjets het uiteindelijk niet eens zullen geraken over de toekomst van Duitsland, zal dat land in 1949 opgesplitst worden. Uit de westerse bezettingszones ontstaat de BRD of West-Duitsland. De Sovjetzone wordt omgevormd tot de DDR of Oost-Duitsland. Pas in 1990, na het einde van de Koude Oorlog, zullen beide landen terug herenigd worden.
50
LES 6
HET ONTSTAAN VAN DE KOUDE OORLOG
- Van welk land is het grondgebied in 1949 aanzienlijk groter dan in 1937? - Noem drie landen ten koste waarvan die uitbreiding is gebeurd. - Welke andere opmerkelijke wijziging heeft zich –naast alle territoriale veranderingen – tussen 1937 en 1949 voltrokken? - Wat is de verklaring voor al die veranderingen die je hebt vastgesteld? - Welke vrees zou er in 1949 in West-Europa kunnen bestaan? Argumenteer.
OPDRACHT 8
Van Stettin aan de Baltische Golf tot Triëste aan de Adriatische kust is dwars over het continent een ijzeren gordijn neergelaten. Achter die lijn liggen alle hoofdsteden van de oude staten van Centraal- en Oost-Europa: Warschau, Berlijn, Praag, Wenen, Boedapest, Belgrado, Boekarest en Sofia. Al die beroemde steden en volken eromheen liggen in wat ik moet noemen de Sovjetzone (…) Ik geloof niet dat de Sovjet-Unie een oorlog wenst. Wat ze wel verlangen, zijn de vruchten van een oorlog en de onbeperkte uitbreiding van hun macht en leer. (…) Oordelende naar wat ik gezien heb van onze Russische vrienden en bondgenoten gedurende de oorlog, ben ik ervan overtuigd dat er niets is dat ze zozeer bewonderen als kracht, en dat er niets is waarvoor ze minder respect hebben dan zwakheid, vooral militaire zwakheid. (…) Indien de westelijke democratieën zich aaneensluiten (…) zal waarschijnlijk niemand hen lastigvallen. Indien zij daarentegen verdeeld raken of tekort schieten in de vervulling van hun plichten en deze belangrijke jaren laten verstrijken, dan is het mogelijk dat een catastrofe ons allen zal overspoelen. De laatste keer dat ik het allemaal zag aankomen en het uitschreeuwde tegen mijn landgenoten en de wereld, besteedde er niemand enige aandacht aan. Tot en met het jaar 1933 of zelfs 1935 kon Duitsland nog gered worden van het verschrikkelijke lot dat haar overkwam en waren we allemaal bespaard gebleven van de miserie die Hitler zou loslaten op de mensheid. Nooit was er in de geschiedenis een oorlog die door tijdig optreden gemakkelijker te voorkomen was dan degene die zojuist grote delen van de wereld heeft verwoest. Het kon voorkomen worden zonder zelfs maar een enkel schot af te vuren. (…) We mogen dit zeker niet meer opnieuw laten gebeuren. (…)
B
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN IN DE 20e EN 21e EEUW
51
Als de bevolking van het Engelssprekende Gemenebest wordt gevoegd bij die van de Verenigde Staten, met alles wat een dergelijke samenwerking in de lucht, op zee, in wetenschap en industrie impliceert, dan zal er geen wankel, precair machtsevenwicht zijn, dat Rusland tot ambities of avonturen zou verleiden. Uit: Rede van Winston Churchill in Fulton, Missouri (VSA), 5 maart 1946 Winston Churchill (1874-1965) is Britse premier (1940-1945, 1951-1955) en een belangrijk leider van de westelijke geallieerden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij houdt deze speech naar aanleiding van een privébezoek aan de Verenigde Staten. De Amerikaanse president Truman is een van de toehoorders. Churchill had al eerder dezelfde bedenkingen gemaakt, net als sommige Amerikaanse diplomaten.
- Onderstreep in de tekst wat de Sovjet-Unie volgens Churchill wil. - Churchill vergelijkt de toestand in 1946 met een eerdere situatie waarvoor hij ook waarschuwde. Welke? - Waarom is het toen misgelopen? - Wat moet er volgens hem gebeuren om een herhaling van de gebeurtenissen te voorkomen? - Welk term gebruikt Churchill om de breuklijn tussen Oost en West in Europa aan te duiden? OPDRACHT 9
52
LES 6
a Het doel van de Verenigde Naties is de vrijheid en onafhankelijkheid van al haar leden te waarborgen. Wij zullen onze idealen echter niet alleen kunnen waarmaken als we bereid zijn vrije volken te helpen bij het handhaven van hun eigen instellingen en nationale onschendbaarheid tegen agressieve bewegingen die hun een totalitair systeem willen opleggen. De laatste tijd hebben sommige volken tegen hun wil een totalitair bewind gekregen. De regering van de Verenigde Staten heeft herhaaldelijk geprotesteerd tegen de dwang en intimidatie in Polen, Roemenië en Bulgarije. Zij ziet deze dwang en intimidatie als een inbreuk op de overeenkomsten van Jalta. Juist nu wordt elk land voor de keus geplaatst tussen twee levenswijzen. De keus is maar al te vaak niet vrij. De eerste levenswijze is gebaseerd op de wil van de meerderheid en wordt gekenmerkt door vrije instellingen, een regering die aan het volk verantwoording moet afleggen, vrije verkiezingen, garanties van individuele vrijheid, vrijheid van meningsuiting en van godsdienst en vrijwaring van politieke onderdrukking.
HET ONTSTAAN VAN DE KOUDE OORLOG
De tweede levenswijze is gebaseerd op de wil van de minderheid met geweld aan de meerderheid opgelegd. Zij berust op terreur en onderdrukking, een gecontroleerde radio en pers, doorgestoken-kaart-verkiezingen en de onderdrukking van persoonlijke vrijheden. Ik geloof dat de politiek van de Verenigde Staten erop gericht moet zijn om steun te verlenen aan vrije volken, die zich verzetten tegen pogingen om hen te onderwerpen door gewapende minderheden of door druk van buitenaf. Uit: Rede van Harry S. Truman voor het Amerikaanse Congres [parlement], 12 maart 1947 Harry S. Truman (1884-1972) is president van de VSA van 1945 tot 1953.
b Geen uitspraak kon radicaler geweest zijn. Overal waar een communistische opstand ontstond, zouden de Verenigde Staten die onderdrukken. Overal waar de Sovjet-Unie naar buiten zou proberen te dringen, op alle punten van zijn grote omtrek, zouden de Verenigde Staten verzet bieden. De Verenigde Staten zouden de anti-communistische, anti-Russische wereldpolitieagent worden. Dit was nog niet eens de volle omvang van de Doctrine, want zijn alles insluitende taal verbood elke soort van revolutie, democratisch of anderszins. Het zou moeilijk zijn, ergens een revolutie te vinden die niet het werk was geweest van een gewapende minderheid. Uit: D.F. Fleming, The Cold War and its origins, 1917-1960, 1961
- Truman stelt dat elk land voor de keuze geplaatst wordt tussen twee levenswijzen. Markeer in twee verschillende kleuren beide levenswijzen in de tekst. - Truman zegt het niet letterlijk, maar de twee levenswijzen symboliseren elk een land of machtsblok. Welke? - Wat zegt Truman over die keuze waarvoor veel landen worden geplaatst? - Wat moet volgens Truman de taak van de VSA zijn? - De verklaring van Truman zal bekend worden als de ‘Trumandoctrine’. Een eerdere verklaring of leer over het buitenlands beleid van de VSA is de zogenaamde ‘Monroedoctrine’. Zoek op wat de essentie was van die Monroedoctrine (zie eventueel les 16). Betekent de Trumandoctrine een keerpunt in het Amerikaans buitenlands beleid? Motiveer je antwoord. B
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN IN DE 20e EN 21e EEUW
53
- Er bestaat een verband tussen de Trumandoctrine en de redevoering van Churchill (opdracht 8). Welk verband? - Niet iedereen is (onmiddellijk) enthousiast over het beleid dat Truman voorstelt. Welke bedenking maakt de auteur van tekst b bij de Trumandoctrine?
4
De ‘containment’ in de praktijk Met de Trumandoctrine wordt dus ‘containment’ of het voorkomen van een verdere uitbreiding van het communisme voor vele jaren het voornaamste doel van het Amerikaanse buitenlandse beleid. Aanvankelijk focussen de Amerikanen zich vooral op de situatie in Europa, maar later zullen zij ook een steeds actievere rol gaan spelen in Azië, Latijns-Amerika en Afrika.
OPDRACHT 10
Het is logisch dat de Verenigde Staten moeten doen wat in hun vermogen ligt om de terugkeer van normale economische situaties te helpen bevorderen, om politieke stabiliteit en vrede in de wereld te waarborgen. Onze politiek is niet gericht tegen welk land of welke doctrine ook, maar tegen honger, armoede, wanhoop en chaos. Het doel ervan dient te zijn de herleving van een werkzame economie in de wereld, zodat zich politieke en maatschappelijke voorwaarden kunnen vormen, waaronder vrije instellingen kunnen bestaan. (…) Aan elke regering die bereid is deel te nemen aan het herstelwerk, zal de regering van de Verenigde Staten, naar mijn overtuiging, volledige medewerking verlenen. Iedere regering die tracht het herstel van andere landen te verhinderen, kan van ons geen hulp verwachten. Regeringen, politieke partijen of groepen die menselijk leed willen bestendigen, teneinde daar politiek of anderszins van te profiteren, zullen kunnen rekenen op tegenstand van de Verenigde Staten. Uit: Rede van George C. Marshall, 5 juni 1947 George C. Marshall (1880-1959), Amerikaanse generaal en minister van Buitenlandse Zaken (1947-1949). Hij is de geestelijke vader van het naar hem genoemde economische herstelplan voor Europa.
- Wat is het doel van het beleid dat Marshall hier verdedigt? Onderstreep in de tekst. - Marshall laat uitschijnen dat zijn plan openstaat voor alle landen, maar in werkelijkheid is het toch gericht tegen een bepaald land of een bepaald systeem. Welk land of systeem en waarom?
54
LES 6
HET ONTSTAAN VAN DE KOUDE OORLOG
- Waarom kun je stellen dat het Marshallplan een logisch gevolg is van de Trumandoctrine? OPDRACHT 11
(Paul-Henri) Spaak (1899 –1972) is een Belgische politicus. In 1948 is hij premier en minister van Buitenlandse Zaken.
- Hoe staat deze Belgische krant tegenover het Marshallplan? Omcirkel het juiste antwoord.
positief – negatief
- Geef een verklaring voor de houding van de krant.
De Amerikaanse containmentpolitiek zal niet enkel op economische maatregelen steunen, maar ook op militaire initiatieven. Zo wordt in 1949 de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) opgericht, een militair bondgenootschap tussen de Verenigde Staten en enkele West-Europese landen. Wanneer ook West-Duitsland in 1955 toetreedt tot de NAVO, richten de Sovjet-Unie en haar Oost-Europese satellietstaten als reactie een eigen militair bondgenootschap op: het Pact van Warschau.
OPDRACHT 12
Zoek de volgende informatie op: • Waar bevindt zich het politieke hoofdkwartier van de NAVO?
B
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN IN DE 20e EN 21e EEUW
55
• Hoeveel landen zijn momenteel lid van de organisatie? • Wat hebben de lidstaten die tussen 1999 en 2004 zijn toegetreden, met elkaar gemeen?
De Amerikanen stellen ook alles in het werk om West-Berlijn te behouden. Na de Tweede Wereldoorlog is de Duitse hoofdstad, net als de rest van het land, opgesplitst in vier bezettingszones: een Amerikaanse, een Franse, een Britse en een Sovjetzone. Berlijn ligt echter in het door de Sovjets gecontroleerde deel van het bezette Duitsland (de latere DDR). De westerse bezettingszones van de stad vormen op die manier een eilandje in communistisch gebied. In 1948 probeert Stalin, de leider van de Sovjet-Unie, door middel van een blokkade West-Berlijn in handen te krijgen. De Amerikanen leggen echter prompt een luchtbrug in om de stad te blijven bevoorraden. Een jaar later moet Stalin inbinden. Toch blijft de situatie rond West-Berlijn erg gespannen. Vooral het feit dat veel Oost-Duitsers via West-Berlijn vluchten naar het Westen, vormt voor de communistische leiders een constante bron van ergernis. Uiteindelijk bouwen de Sovjets in 1961 een muur rond West-Berlijn (zie ICT-les). Die Muur groeit vervolgens uit tot hét symbool van de Koude Oorlog.
ONWAARSCHIJNLIJK!
foto’s nog aan te leveren
1986 Heden
De Koude Oorlog werd dus ook op sportief vlak uitgevochten. Omdat men geloofde dat medailles het internationale prestige van het systeem (communisme of kapitalisme) konden verhogen, schrokken sommige beleidsmakers er niet voor terug om het spel niet volledig eerlijk te spelen. Vooral communistische landen ontwikkelden grootschalige dopingprogramma’s om hun sportmensen de beste prestaties te laten neerzetten. Een bekend voorbeeld van die politiek is het verhaal van de Oost-Duitse kogelstootster Heidi Krieger. Ze behaalde in de jaren 1980 een aantal titels in deze discipline. Net als zoveel andere atleten was zij ‘geprepareerd’ met anabole steroïden. Die behandeling eiste echter haar tol. Krieger werd steeds ‘mannelijker’ in haar voorkomen. In 1997 onderging ze daarom een geslachtsoperatie. Tegenwoordig gaat zij/hij door het leven als Andreas Krieger. Recent onderzoek heeft echter aangetoond dat ook westerse landen weleens vals durfden te spelen. Vooral in West-Duitsland schijnt tijdens de Koude Oorlog dopinggebruik erg ingeburgerd te zijn geweest (met medeweten van de autoriteiten).
56
LES 6
HET ONTSTAAN VAN DE KOUDE OORLOG
Wat je na deze les moet kennen en kunnen:
KENNEN 1 de begrippen begrippen ‘Koude Oorlog’, ‘IJzeren Gordijn’, ‘Trumandoctrine’, ‘containment’, ‘Marshallplan’, ‘NAVO’, ‘Pact van Warschau’ en ‘MAD’ uitleggen 2 de Koude Oorlog in de tijd situeren 3 telkens vier kenmerken van het kapitalistische en het communistische systeem geven 4 een reden geven waarom de Koude Oorlog uiteindelijk nooit op een rechtstreekse militaire confrontatie tussen de VSA en Sovjet-Unie is uitgedraaid 5 twee manieren opnoemen waarop de VSA en de Sovjet-Unie dan wel de confrontatie zijn aangegaan 6 twee redenen geven waarom de Koude Oorlog toch veel slachtoffers heeft gemaakt 7 uitleggen waarom het Westen voor de Tweede Wereldoorlog wantrouwig stond tegenover de Sovjet-Unie 8 de verslechterende relaties tussen Oost en West na de Tweede Wereldoorlog verklaren 9 drie voorbeelden opnoemen van hoe de Amerikanen vanaf 1947 een uitbreiding van het communisme in Europa proberen te voorkomen 10 een oorzaak voor de bouw van de Berlijnse Muur geven 11 de aanleiding voor de oprichting van het Pact van Warschau geven
KUNNEN 1 kaarten met elkaar vergelijken 2 op een blinde kaart het IJzeren Gordijn situeren 3 informatie uit bronnen halen 4 concrete informatie over bepaalde onderwerpen opzoeken
• Al die onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je bij het onlinelesmateriaal verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor.
B
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN IN DE 20e EN 21e EEUW
57
LES 6 SCHEMA
Het ontstaan van de Koude Oorlog 1 De Koude Oorlog Conflict (oorlog) tussen: - twee landen: VS SU - twee ideologieën kapitalisme communisme Geen rechtstreeks conflict (daarom ‘koude’ oorlog) Reden: beide partijen bezitten kernwapens wederzijdse verzekerde vernietiging (MAD) Toch! Wapenwedloop Ook competitie op andere vlakken: - ruimtevaart - film (propaganda) - sport Veel slachtoffers - Strijd tussen geheime diensten (CIA
KGB)
- Strijd via bondgenoten Bv. dekolonisatie en Koude Oorlog raken verstrengeld
2 De Oost-Westrelaties voor de Tweede Wereldoorlog 1917
Revolutie in Rusland - Rusland - Lenin
communisten (o.l.v. Lenin) grijpen de macht.
Sovjet-Unie (communistische dictatuur) wil wereldrevolutie.
Westen
MAAR! WO II
58
LES 6
Westen en Sovjet-Unie
HET ONTSTAAN VAN DE KOUDE OORLOG
Hitler
3 Bondgenoten worden (opnieuw) tegenstanders Na WO II: overwinnaars (VSA en USSR) proberen samen te werken. MAAR! - Tegengestelde ideologie - Willen beide een zo groot mogelijke invloedssfeer. Sovjet-Unie ‘onderwerpt’ Oost-Europa (wordt communistisch). Grens = ‘IJzeren Gordijn’ VSA: vrezen dat ook West-Europa ingepalmd zal worden. Trumandoctrine (1947): de VSA zullen wereldwijd de opmars van het communisme proberen tegen te houden (= containment).
4 De ‘containment’ in de praktijk Aanvankelijk enkel in Europa Later rest van de wereld Hoe? In Europa: - Marshallplan (1947) - Luchtbrug naar West-Berlijn (1948-1949) - NAVO (1949) Sovjet-Unie - Pact van Warschau (1955) - Berlijnse Muur (1961)
B
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN IN DE 20e EN 21e EEUW
59
7
Het einde van de Sovjet-Unie betekent ook het einde van de Koude Oorlog De grote overwinnaar van de Grote Vaderlandse Oorlog (de Tweede Wereldoorlog) is de Sovjet-Unie. Dat beweren de Russen. Zij zien in die overwinning een bewijs van de superioriteit van het communisme. Vele rechtgeaarde communisten geloven dat de wereld onder sovjetleiding op weg is naar het arbeidersparadijs. In 1991 stort de Sovjet-Unie echter in. Het communisme lijkt verdwenen. Meteen wordt het einde van de Koude Oorlog verkondigd. Hoe is die neergang te verklaren?
situeringskaart nog te leveren
TERREUR einde WO II
DOOI
STAGNATIE
dood Stalin
Breznjev
Praagse Lente
Joeri Gagarin - ruimtereis Chroesjtsjov Spoetnik
1 9 19
5
81
8 19
19
4 19
6
19 6 19 1 6 4
8
19
5
6 57
5
19
19
19
19
4
5
53
Kaartnr(s). atlas
EIGEN TIJD
PERESTROIKA Gorbatsjov
einde USSR
Solidariteit verboden
Hongaarse opstand
1
Stalin, wederopbouw en terreur De Koude Oorlog is een ingrijpend conflict dat de wereld tussen ca. 1947 en 1991 sterk verdeelt. Een conflict veronderstelt uiteraard tegenstanders. De grote vijanden tijdens de Koude Oorlog zijn de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie en bij uitbreiding twee tegengestelde ideologieën, namelijk het kapitalisme en het communisme. Elk van beide landen en systemen heeft zijn bondgenoten en sympathisanten.
60
LES 7 HET EINDE VAN DE SOVJET-UNIE BETEKENT OOK HET EINDE VAN DE KOUDE OORLOG
OPDRACHT 1
Bestudeer aandachtig deze cartoon, gemaakt door Russische bannelingen eind 1930.
- Vertaal de tekst. - Wie is de figuur op de cartoon? - Waarom heeft de cartoonist het over ‘piramides’? Welk land maakt terecht reclame voor zijn piramides? - Waartegen is de cartoon een reactie?
Na de Tweede Wereldoorlog is de USSR een rampgebied: 20 miljoen doden, de industrie verwoest en de productie gehalveerd. De zware industrie en de bewapening krijgen voorrang bij de wederopbouw. De bevoorrading van voeding en andere consumptiegoederen en de woningbouw schieten tekort. Verscherpte terreur voorkomt protest. Bij de dood van Stalin in 1953 zijn er al minstens 15 miljoen slachtoffers van de terreur.
2
Chroesjtsjov: ‘dooi’ in de Koude Oorlog? Chroesjtsjov, Stalins opvolger, opent de poorten van de concentratiekampen. Hij beschuldigt Stalin van alle misdaden. Hijzelf en de partij blijven zo buiten schot. Chroesjtsjov probeert vreedzaam te bewijzen dat het communisme beter is. Landbouw en consumptiegoederen krijgen meer aandacht. Met de lancering van de eerste satelliet (1957) en de eerste bemande ruimtevlucht van Joeri Gagarin (1961) steken de communisten de kapitalisten o.l.v. de VSA de loef af. De Sovjet-Unie blijft echter de mensenrechten schenden. Vooral godsdiensten en gelovigen die controle en inmenging van de staat weigeren, worden vervolgd.
B
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN IN DE 20e EN 21e EEUW
61
OPDRACHT 2
Nikita Chroesjtsjov onthulde in 1956 veel van Stalins misdaden. Door deze destalinisatie kwamen leiders in de satellietstaten, impopulaire zetbazen van Stalin, in een moeilijk parket. Al in 1953 kwam het Rode Leger eraan te pas om een opstand in Oost-Berlijn bloedig neer te slaan. In 1956 kwamen zowel de Polen als de Hongaren in verzet tegen het rigide systeem. In Hongarije liep het uit de hand. Onder druk van anticommunistische volksmassa’s deed de liberale communistische leider Imre Nagy concessies: Hongarije zou neutraal worden. Meteen daarop sloegen de Sovjets met bloedig geweld de opstand neer. Duizenden werden gedood. Honderdduizenden ontvluchtten hun land. Dat het Westen de opstandelingen niet durfde te helpen, was voor hen een ontgoocheling. Uit: J. van Oudheusden, De wereldgeschiedenis in een notendop, 2000
- Zoek op wat satellietstaten zijn. - Noem zes Oost-Europese staten die in 1952 ‘satellieten’ van Moskou zijn? - In welke landen komt men in opstand in 1953 en 1956?
1953:
1956:
- Wat is er op hetzelfde moment aan de hand in de Sovjet-Unie? - De periode Chroesjtsjov wordt weleens ‘de dooi’ genoemd. Onderstreep in de leertekst waarom dat terecht is. Onderstreep dubbel waarom dat onterecht is.
3
Breznjev: stagnatie in de Koude oorlog Het mislukken van de economische plannen –zoals landbouwproductie in de onvruchtbare steppen –draagt bij tot de afzetting van Chroesjtsjov in 1964. Breznjev wijzigt de plannen. De productie voor het Rode Leger krijgt opnieuw voorrang. Herhaaldelijk is er voedsel te weinig. Een tekort aan woningen en lege winkelrekken bewijzen het failliet van de planeconomie. Op de zwarte markt kunnen gewone mensen tegen waanzinnig hoge prijzen luxeproducten kopen. De leiders van het land, hun familie en de ‘nomenklatoera’ (de hoogste klasse van de ‘klasseloze maatschappij’) kunnen alles kopen in aparte winkels. Zij hebben ook speciale scholen en hospitalen en leven apart in bewaakte woonwijken. Daardoor verliest de bevolking alle geloof in het communisme. Wie protesteert, wordt opgesloten in psychiatrische instellingen of in de Goelag.
62
LES 7 HET EINDE VAN DE SOVJET-UNIE BETEKENT OOK HET EINDE VAN DE KOUDE OORLOG
OPDRACHT 3
a Straatcartoon uit 1968, Praag
b Het monument voor Jan Palach op het Wenceslasplein in Praag Praag heeft zich in 1968-69 grotendeels vreedzaam verzet tegen de tanks die de Praagse Lente platwalsten. Er vielen wel enkele tientallen slachtoffers bij een aantal gevechten. In navolging van boeddhistische monniken in Vietnam besloot een aantal jongeren tot het uiterste te gaan en te sterven door zelfverbranding. Het lot viel op Jan Palach, die zichzelf in brand stak op het Wenceslasplein. c Dat de Russen geen afwijking van hun systeem dulden, werd in Tsjechoslovakije bewezen. Hier was een experiment gestart voor ‘communisme met een menselijk gezicht’. Perscensuur werd afgeschaft en er kwam meer economische vrijheid. Deze Praagse Lente was een vrijheidsroes die slechts enkele maanden duurde. In augustus 1968 deden vijf Warschaupactlanden een inval bij hun bondgenoot. De Russische tankbemanningen toonden zich doof voor het massale protest van de inwoners van Praag. De leider Dubcek werd gedwongen zijn hervormingen terug te draaien en werd vervolgens afgezet. Zijn opvolger Husak liet het land weer in de pas lopen met de Russen. Uit: J. van Oudheusden, De wereldgeschiedenis in een notendop, 2000
- Over welk land gaat het in de drie documenten? Welk jaartal komt in elk van de documenten voor? Bestaat dit land nog? Zoek het eventueel op. - Over welk gebeuren ‘getuigen’ de drie documenten?
B
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN IN DE 20e EN 21e EEUW
63
- Kijk naar de cartoon in a. • Wat gebeurt er in 1945? Waarom biedt het meisje dan bloemen aan? Tot welk leger behoort de soldaat?
• Wat gebeurde er in 1968? Wat zie je op de tekening en wat stelt het voor?
• Wat wil de auteur van deze cartoon duidelijk maken?
- Lees de tekst bij b. • Wat denk je over de zelfmoord van Jan Palach en anderen? Hebben zulke ‘offers’ effect? Is hij een held of een dwaas? Heeft die zelfmoord zin?
- Lees de tekst bij b.Lees tekst c. • Waarom vallen enkele Warschaupactlanden o.l.v. de Sovjet-Unie Tsjechoslovakije binnen?
• Wat verstaat men onder communisme (of socialisme) met een menselijk gezicht?
• Zoek in een naslagwerk meer informatie over Dubcek. Speelt hij later nog een belangrijke rol?
64
LES 7 HET EINDE VAN DE SOVJET-UNIE BETEKENT OOK HET EINDE VAN DE KOUDE OORLOG
OPDRACHT 4
In Polen hoefden de socialistische broedervolken niet in actie te komen, omdat de Poolse regering zelf de zaken onder controle hield. De Poolse arbeiders waren al enkele keren zonder succes in opstand gekomen toen Lech Walesa (die later president van Polen zou worden) in 1980 de onafhankelijke en vrije vakbond Solidariteit oprichtte. Het leek er even op dat de Polen zich via Solidariteit en met steun van de daar machtige roomskatholieke kerk (paus Johannes Paulus II is een Pool) zouden kunnen bevrijden. Maar in 1981 werd Solidariteit verboden en onderdrukte het Poolse leger het verzet daartegen. Het was overigens net als elders in het Oostblok slechts een schijnoverwinning en uitstel van executie. Uit: H. Ulrich, De 20e eeuw in een notendop, 1999
- Verklaar de eerste zin. - Waarnaar verwijst de auteur in de laatste zin met ‘schijnoverwinning en uitstel van executie’?
4
Gorbatsjov: perestrojka en glasnost Omdat er niets verandert, noemt men het bewind van Breznjev en zijn opvolgers de periode van stagnatie. In 1985 komt Gorbatsjov aan de macht en hij wil verandering (‘perestrojka’). Hij wil duidelijkheid (glasnost) in plaats van gesjoemel en corruptie. Gorbatsjov vermindert de wapenuitgaven en wijkt af van de planeconomie. Kleine privéondernemingen worden toegelaten. De vrijheid van mening, van geloof en zelfs de persvrijheid worden gerespecteerd. Kerken gaan open, onafhankelijke kranten verschijnen en de dissidenten worden uit de Goelag (strafkamp) vrijgelaten. Maar de productie groeit niet, de inflatie neemt toe en de lage levensstandaard daalt verder. In 1989 organiseert Gorbatsjov de eerste vrije parlementsverkiezingen sinds 1917. Hij wil steun voor zijn hervormingsplannen en hij wil de conservatieven uitschakelen. De meer radicale hervormers zoals Jeltsin winnen het pleit. De overgang naar de vrije markteconomie wordt ingezet.
B
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN IN DE 20e EN 21e EEUW
65
OPDRACHT 5
Oost-Europa voor 1989 - Vul in onderstaande tekstjes de juiste cijfers in. Neem dus de juiste cijfers over van de kaart. - Dit is een hedendaagse kaart. Herstel met kleurpotloden de kaart van 1985. Duid dus aan: Oost-Duitsland of DDR; Joegoslavië; Tsjechoslovakije. (Neem telkens een andere kleur) Kleur ook de huidige landen die vroeger tot de USSR behoorden rood.
MEI 1989 Hongaarse grenswachters ontmantelen het IJzeren Gordijn aan de Hongaars-Oostenrijkse grens
.
JUNI 1989 Solidariteit wint de eerste vrije verkiezingen in Polen
.
SEPTEMBER 1989 Oost-Duitsers nemen vakantie in Hongarije en vluchten ongehinderd naar het Westen. OKTOBER 1989 . terwijl Gorbatsjov op bezoek is. Gorbatsjov Massademonstraties in Oost-Duitsland moedigt Oost-Duitse leiders aan om te hervormen. Zij weigeren en pakken demonstraties hardhandig aan. Gorbatsjov weigert te helpen om de orde te herstellen. In 1990 worden de Oost-Duitse gebieden deelstaten van de Bondsrepubliek. NOVEMBER 1989 De Berlijnse Muur wordt neergehaald. Massademonstraties in Tsjechoslovakije grens met het westen wordt geopend.
66
LES 7 HET EINDE VAN DE SOVJET-UNIE BETEKENT OOK HET EINDE VAN DE KOUDE OORLOG
. De
DECEMBER 1989 Massademonstraties in Hongarije en Bulgarije . Gewelddadige opstand in Roemenië , die eindigt met het neerschieten van de leider Ceaucescu en zijn vrouw. In Tsjechoslovakije wordt de laatste communistische president vervangen door Vaclav Havel, een pas uit de gevangenis vrijgelaten dissident. MAART 1990 Letland
roept de onafhankelijkheid uit; de andere Baltische staten,
Estland
en Litouwen
volgen. Later volgen andere vroegere Sovjetrepublieken.
JUNI 1991 Slovenië
en Kroatië
roepen hun onafhankelijkheid uit; Joegoslavië valt uit elkaar.
DECEMBER 1991 De Sovjet-Unie valt uit elkaar.
Met Gorbatsjov verdwijnt de voortdurende angst voor Sovjetinterventies in Oost-Europa. Hervormers voelen zich zelfs gesteund. In 1989 breken revoluties uit. De communistische leiders worden vervangen door aanhangers van de vrije markteconomie.
OPDRACHT 6
5 OPDRACHT 7
Lees het verhaal ‘Grensovergang’ op blz. xx-xx.
Het einde van de Sovjet-Unie en de Koude Oorlog
Zet de volgende gegevens en namen op de juiste plaats in de tabel. Chroesjtsjov – Stalin – Gorbatsjov – de Praagse Lente – Joeri Gagarin in de ruimte – Breznjev – de inval van sovjettroepen in Hongarije – het onderdrukken van Solidariteit – glasnost en perestrojka – Chroesjtsjov afgezet Tijd
Gebeurtenissen
1945
Einde Tweede Wereldoorlog
1953
Stalin sterft
1956
Stalin beschuldigd van terreur
Partijleider aan de macht
1956 1961 1964
Breznjev
1968 1981
Breznjev
1985 1991
Het einde van de USSR
B
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN IN DE 20e EN 21e EEUW
67
In de Sovjet-Unie, een unie van verschillende republieken, roept de ene deelstaat na de andere in 1990 de onafhankelijkheid uit. Zelfs de republiek Rusland doet dat! Het nationalisme boekt successen. In juni 1991 wordt Jeltsin president van Rusland. Een groepje conservatieve communistische kopstukken pleegt een staatsgreep. Die mislukt, onder meer dankzij het verzet van Jeltsin. In Rusland wordt daarop de communistische partij verboden. In de Sovjet-Unie wordt de leiding van de KP door Gorbatsjov ontslagen. De macht van de communistische partij is definitief gebroken. Op 25 december 1991 treedt Gorbatsjov af als president van de SovjetUnie, een staat die niet meer bestaat. Vele politici zien in het einde van de Sovjet-Unie en de communistische regeringen in Oost-Europa het einde van de Koude Oorlog. Niets wijst er echter op dat de wereldvrede dichterbij komt. Bij het onlinelesmateriaal vind je de ICT-les ‘Rusland vandaag’, met vooral aandacht voor de mensenrechten.
Wat je na deze les moet kennen en kunnen:
KENNEN 1 de begrippen ‘nomenklatoera’, ‘Praagse Lente’, ‘socialisme/ communisme met een menselijk gezicht’, ‘Solidariteit’, ‘glasnost’ en ‘perestrojka’ verklaren en in tijd en ruimte situeren 2 met twee concrete voorbeelden aantonen dat de USSR van 1953 tot 1985 geen vrijheid toestaat in Oost-Europa 3 de rol van Chroesjtsjov en Breznjev in de evolutie van de USSR na 1945 schetsen 4 drie oorzaken van het ineenstorten van de USSR geven en verklaren 5 het verband tussen het einde van de Koude Oorlog en het ineenstorten van de communistische regimes in Oost-Europa (en de Sovjet-Unie) aantonen
KUNNEN 1 cartoons ontleden en verklaren 2 aanvullende informatie opzoeken en verwerken 3 kaartlezen
• Al die onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je bij het onlinelesmateriaal verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor.
68
LES 7 HET EINDE VAN DE SOVJET-UNIE BETEKENT OOK HET EINDE VAN DE KOUDE OORLOG
LES 7 SCHEMA
Het einde van de Sovjet-Unie betekent ook het einde van de Koude Oorlog 1 Stalin, wederopbouw en terreur Meer zware industrie en bewapening minder landbouw en consumptie terreur (15 miljoen slachtoffers) 1953: Stalin overlijdt.
2 Chroesjtsjov: dooi in de Koude Oorlog? Stalin krijgt alle schuld. Partij en leiding buiten schot • Meer landbouw & consumptiegoederen • Communisme beter! Succes in de ruimte: Spoetnik (1957) / Joeri Gagarin (1961) • Schending mensenrechten blijvend (kerken en intellectuelen) Oost-Europa: inval in Hongarije en Oost-Europa.
de communistische partij heeft de leiding in de Sovjet-Unie
Falen: economische plannen mislukken.
3 Breznjev: stagnatie in de Koude Oorlog • Meer bewapening, schaarste voedsel en woningen • Planeconomie failliet, corruptie, inefficiëntie, zwarte markt • Nomenklatoera, geloof in communisme verdwijnt. • Dissidenten, vervolging, psychiatrie en strafkampen Oost-Europa: sovjettanks maken einde aan Praagse Lente; vakbond Solidariteit vervolgd.
4 Gorbatsjov: glasnost en perestrojka • Vermindering wapenuitgaven • Beperkte liberalisering economie • Einde repressie, kerken vrij productie daalt, inflatie
levenstandaard daalt.
1989: eerste vrije parlementsverkiezingen: radicalen ( Jeltsin) winnen, communisten verliezen. Oost-Europa: vazalstaten vrij, Berlijnse muur afgebroken
5 Het einde van de Sovjet-Unie en de Koude Oorlog 1990 deelstaten onafhankelijk, ook Rusland 1991 communistische staatsgreep einde KP, einde presidentschap Gorbatsjov, einde USSR einde USSR = einde Koude Oorlog B
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN IN DE 20e EN 21e EEUW
69
LES 7 VERHAAL
Grensovergang 1
5
10
15
20
25
30
35
40
70
Ik staarde in de duisternis. Mijn hand losjes aan de trekker van mijn machinepistool. Ik tuurde, maar hoopte geen beweging te zien. ‘Laat er alsjeblieft niemand zijn’, bad ik voor de zoveelste keer. Het schietbevel was duidelijk. Iedereen die probeerde de grens over te steken, om onze Duitse Democratische Republiek te verlaten, moest worden neergeschoten. Elke dag hoopte, bad, smeekte ik opnieuw dat niemand het in zijn hoofd zou halen om tijdens mijn dienst te vluchten. Ik wilde niet schieten, ik kon niet schieten. Het waren burgers, landgenoten. Maar ik zou geen keus hebben. Het land ontvluchten was een zwaar misdrijf in de DDR. Ik bewoog mijn koude vingers en keek weer naar beneden. De bewakingstoren waarin ik stond, stond in het midden van de verboden zone. De zone werd langs twee kanten begrensd door een muur, waartussen allerlei obstakels ervoor moesten zorgen dat niemand de zone van Oost naar West overstak. Na de eerste muur moest je over een hoge draadafsluiting klimmen waarop prikkeldraad lag. Als je daarover raakte, kon je niet naar beneden springen, want onder de afsluiting lag een tapijt van ijzeren pinnen, afgewisseld met zware metalen tankobstakels, die als enorme kraaienpoten verhinderden dat je door de muur en de draadafsluiting zou rijden. Aan de afsluiting was bovendien een alarm bevestigd dat afging zodra er beweging was. Achter het tapijt en de obstakels liepen honden die getraind waren in het opmerken en vangen van vluchtelingen. Daarna kwamen de torens waarin grenswachters zoals ik met geweren de zone bewaakten. Aan mijn andere kant liep een klein asfaltweggetje dat fel verlicht werd. Je kon het onmogelijk ongezien over en wij konden het gebruiken om snel van de ene plaats naar de andere te rijden. Daarna kwamen weer van die antitankobstakels, gevolg door een
GRENSOVERGANG - ALINE SAX
45
50
55
60
65
70
75
80
ALINE SAX
greppel waarin elke auto of vrachtwagen vast zou komen te zitten. En dan pas kwam de grote betonnen muur die de eigenlijke grens vormde tussen het Westen en het Oosten. Het was een afschrikwekkende opstelling. En toch waren er nog steeds mensen die het probeerden. Via tunnels, via de grensovergangen die open waren voor West-Duitsers, via de lucht, via de even zwaar bewaakte rivieren of via deze zone. Je moest wel erg graag weg willen als je bereid was zulke risico’s te nemen. Ik begreep de vluchters wel en niet. Ik vond ook dat het er in ons land niet altijd goed aan toeging. Ik haatte dit uniform en de taken die ze me oplegden. Maar als ik mijn legerdienst niet deed, mocht ik niet verder studeren. De Partij controleerde alle aspecten van het leven. Iedereen werd voortdurend in de gaten gehouden. Ik begreep het verstikkende gevoel dat dat gaf maar al te goed. Maar om daarom je leven op het spel te zetten? Ik had besloten om me niet actief te verzetten, maar me ook niet actief in te zetten. Ik zou gewoon de weg volgen die de Partij had uitgestippeld en op die manier onder hun radar blijven. Want als je in hun vizier kwam, konden ze je het leven moeilijk maken. Onleefbaar. Met regels en pesterijen en verboden. Zo erg dat je je leven op het spel wilde zetten om uit je eigen land weg te komen. Ik keek op mijn horloge. De tijd kroop voorbij. Mijn collega Henno keek uit het andere raampje. We zeiden niets. Ik schrok op toen de telefoon rinkelde. Henno nam de hoorn op. ‘Ja … nu? … alletwee? Maar dan is onze post onbezet … Oké … Begrepen … we komen eraan …’ Hij legde de hoorn weer op de haak en keek me aan. ‘Er zijn blijkbaar problemen aan de grensovergang aan de Bornholmer Straβe.’ Ik keek hem vragend aan, maar hij haalde de
85
90
95
100
105
110
115
120
schouders op. ‘Meer weet ik ook niet, maar de commandant daar klonk alsof het dringend was, we haasten ons beter.’ Ik aarzelde nog. Moesten we zomaar onze post verlaten? Dat mocht niet. Wat als ze zouden denken dat we ook wilden vluchten? Wat als dat helemaal niet was gezegd aan de andere kant van de telefoon? Ik kende Henno niet goed. Ze zorgden er wel voor dat grenssoldaten nooit lang samenwerkten. Zodat er nooit te veel vertrouwen zou groeien … Wat als iemand er ons probeerde in te luizen? ‘Kom je?’ riep Henno, hij was al bijna beneden. Er zat niets anders op dan hem te volgen. Als het inderdaad een bevel was, moesten we er meteen aan gehoorzamen. Het was een ware overrompeling aan de grensovergang. Voor de slagbomen, tot aan het hokje van de pascontrole stonden mensen. Ze riepen, scandeerden slogans. Achter hen stonden lange rijen auto’s. Allemaal dezelfde Oost-Duitse Trabantjes, luid toeterend. Mensen staken hun armen, hun vuisten door het raam. Ook zij riepen dingen. Wat was er aan de hand? Wat was er in hemelsnaam aan de hand? Zo snel we konden, meldden Henno en ik ons bij de commandant van de grenspost. Hij was aan de telefoon. Het geroep van buiten klonk tot binnen. De man moest in de hoorn brullen om zich verstaanbaar te maken. Toen hij de telefoon weer op de haak gooide, zag hij ons staan. ‘Goed dat jullie er zijn.’ ‘Wat is er aan de hand?’ hakkelde ik. ‘Blijkbaar is er vanavond op de persconferentie gezegd dat reizen naar het buitenland met directe ingang mogelijk zijn. Ik wist van niks.’ Hij sprak in korte, snelle zinnen. ‘Er was ons helemaal niets gezegd! De pers heeft het de wereld rondgestuurd als “de grenzen zijn geopend.” En nu willen al die mensen de grens over.’ Ik keek door het raampje naar buiten. De slagboom was dicht. Nu verstond ik wat de menigte riep. Grenzen open! Grenzen open! ‘Ik heb nog geen bevelen gekregen. Niemand
125
130
135
140
145
150
155
160
165
weet wat hij moet doen. Tot nader order blijft de grens dicht. Neem plaats achter de slagboom. Ik wil niet dat er iemand doorkomt’, zei de commandant zenuwachtig. Hij maakte een hoofdbeweging dat we onze plaats moesten innemen. Onze versterking werd op boegeroep onthaald door de mensen aan de slagboom. ‘Laat ons door! De grens is open!’ riep een man met een zware snor me toe. ‘Dat hebben ze op het nieuws gezegd!’ Ik antwoordde niet, staarde voor me uit en probeerde geen oogcontact te maken. Zo had ik het geleerd. Mijn mond was kurkdroog. Mijn hart bonkte. De menigte groeide aan. Ze waren met honderden. Wat als ze zouden beslissen om de grensovergang te bestormen? Ze waren met te veel. We zouden moeten schieten. Maar ik kon niet schieten op ongewapende burgers. Zouden ze ons omverlopen? Vertrappelen? Of zou de Partij tanks sturen? Zouden ze de grenzen nog beter beveiligen? Of zouden ze inderdaad opengaan? Vragen waarop niemand van ons een antwoord had. Niemand wist precies wat er op de persconferentie gezegd was. Niemand had ons verteld dat de grens open zou gaan. Ik hief de loop van mijn machinepistool wat hoger. Denk er niet aan om ons te bestormen, moest dat betekenen. Maar de loop trilde. De man met de snor bleef op me inpraten. Hij was boos. Boos op de Partij die tegenstrijdige berichten gaf. Boos omdat hem beloofd was dat hij eindelijk, na bijna dertig jaar, naar het andere stadsdeel mocht, waar een deel van zijn familie woonde. Sinds de bouw van de Muur had hij hen niet meer gezien. En dan beloofden ze dat er een vrije doorgang zou zijn en dan stonden wij hier met geheven geweren alsof er … Hij ging maar door, werd steeds kwader en kwader. Speekseldruppeltjes vlogen tot op mijn uniform. Ik probeerde hem te negeren. Deed gewoon wat me was opgedragen. Als ze maar niet zouden proberen door te breken … Als ze maar niet zouden proberen door te breken …
GRENSOVERGANG - ALINE SAX
71
170
175
180
185
Plots stond de commandant bij ons. ‘Ik heb bevel gekregen om de grootste heethoofden door te laten, maar hen een stempel in hun paspoort te geven zodat ze niet meer terug kunnen. Zij worden het land uitgezet.’ De man met de snor mocht door. Meteen was hij niet meer kwaad. Hij had niet door wat de stempel betekende. Achter ons hadden zich ondertussen ook heel wat West-Berlijners verzameld. Groot gejuich steeg op toen de eerste Oost-Berlijners de grens overstaken. Voor me begon de menigte te joelen. Ze dachten dat het eindelijk begonnen was. Maar de slagboom bleef dicht. Mijn hart klopte razendsnel. Ik bekeek de gezichten voor me; woede, frustratie, hoop, onzekerheid en veel vragen. Het toeteren van de auto’s werd nog luider. Er werd gedrumd. Gescandeerd.
200
205
210
215
220
190
195
72
Na een tijdje kwam de commandant weer naar buiten. ‘We houden het niet meer!’ riep hij. ‘Open de slagbomen! Open de slagbomen!’ Ik vroeg me af of ik hem goed verstaan had, maar zijn handgebaar was overduidelijk. We openden de slagbomen. Het kwade roepen werd nu gejuich. Oorverdovend. Ik ging aan de kant, de mensen drumden voorbij. Tranen liepen over hun wangen. Champagne stroomde over hun lippen. Waar hadden ze die plots vandaan? Ook achter me klonk gejuich.
GRENSOVERGANG - ALINE SAX
225
230
We hadden de grens geopend. Ik stond er wat bedremmeld bij. We hadden de grens geopend. Het drong nog niet helemaal tot me door. Na achtentwintig jaar was de grens open. Ik was nog nooit in mijn leven in West-Berlijn geweest. En plots … ‘Dank je, dank je!’ riep een jonge vrouw en ze stak me een fles champagne toe. Langzaam brak een glimlach door op mijn gezicht. We hadden de grens geopend. Ik zou niet moeten schieten. Ik zou nooit meer hoeven te schieten omdat mensen naar het Westen wilden. Ik dacht niet meer aan voorschriften, nam de fles aan en nam een grote slok. De jonge vrouw lachte en gaf me een kus op de mond. Ik was overdonderd. De woede was omgezet in feest. Er werd gezongen. Opeens doken Duitse vlaggen op. Ik hoorde het volkslied. Mensen omhelsden elkaar, juichten, huilden, kusten. Uit het Westen probeerden nu ook mensen zich een weg te banen naar het Oosten, maar de stroom in de tegenovergestelde richting was sterk. Iedereen wilde een glimp opvangen van elkaar. Een West-Berlijnse vrouw kwam naar me toe. Ze omhelsde me en stak een bloem in een knoopsgat van mijn uniform. Een lichtflits van een camera en een breed lachende journalist. Ik keek naar de commandant. Ook hij stond verbouwereerd naar het schouwspel te kijken. Een historische dag, drong het langzaam tot me door. Dit is een historische dag. Mijn glimlach werd nog groter. Ik liet me omhelzen en kussen. Een historische dag.
8
Macht en onmacht van de Verenigde Naties De Verenigde Naties (VN of UNO, United Nations Organisation) komen regelmatig in het nieuws met acties van de blauwhelmen of humanitaire hulpprogramma’s. De VN doet nog veel meer. Wat is de VN? Wat zijn haar taken? Met welke problemen wordt de VN geconfronteerd?
PREHISTORIE
5 4 19
0
0 5 17
5 14
0 50
v. 8
35
0
0
0
0
v.
C
C
.
.
Kaartnr(s). atlas
STROOMCULTUREN
KLASSIEKE OUDHEID
MIDDELEEUWEN
EIGEN TIJD NIEUWSTE TIJD NIEUWE TIJD
1
Streven naar vrede en veiligheid In juni 1945 komen de vertegenwoordigers van 51 landen in San Francisco bijeen om het ‘Handvest van de Verenigde Naties’ te ondertekenen. De nieuwe internationale organisatie heeft als voornaamste doel gewapende conflicten te voorkomen en vrede te bevorderen. Daarnaast wil de VN zorgen voor een menswaardig bestaan voor iedereen. Hongersnood, ziekte, analfabetisme, discriminatie, economische crisis enz. kunnen leiden tot internationale conflicten en moeten daarom voorkomen worden.
OPDRACHT 1
Het embleem van de Verenigde Naties
B
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN IN DE 20e EN 21e EEUW
73
- Verklaar de verschillende delen van het symbool van de VN. - Hoe is de wereldkaart georiënteerd? Waarom kiest men voor die weergave?
OPDRACHT 2
De doelstellingen van de VN Markeer in de tekst de belangrijkste woorden en vat nadien elke doelstelling van de VN met je eigen woorden samen. 1 De internationale vrede en veiligheid handhaven en met het oog daarop: doeltreffende gezamenlijke maatregelen nemen ter voorkoming en opheffing van bedreigingen van de vrede en ter onderdrukking van daden van agressie of andere vormen van verbreking van de vrede, alsook met vreedzame middelen en in overeenstemming met de beginselen van gerechtigheid en internationaal recht, een regeling of beslechting van internationale geschillen of van situaties die tot verbreking van de vrede zouden kunnen leiden, tot stand brengen. 2 Tussen de naties vriendschappelijke betrekkingen tot ontwikkeling brengen, die zijn gegrond op eerbied voor het beginsel, van gelijke rechten en van zelfbeschikking voor volken, en andere passende maatregelen nemen ter versterking van de vrede overal ter wereld. 3 Internationale samenwerking tot stand brengen bij het oplossen van internationale vraagstukken van economische, sociale, culturele of humanitaire aard, alsmede bij het bevorderen en stimuleren van eerbied voor de rechten van de mens en voor fundamentele vrijheden voor allen, zonder onderscheid naar ras, geslacht, taal of godsdienst. 4 Een centrum zijn voor de harmonisatie van het optreden van de naties ter verwezenlijking van deze gemeenschappelijke doelstellingen.
74
LES 8
MACHT EN ONMACHT VAN DE VERENIGDE NATIES
Alle landen van de wereld zijn lid van de VN (193 staten in 2013) met als uitzonderingen Taiwan, Kosovo, Palestina en Vaticaanstad. De lidstaten zijn onafhankelijke staten en bezitten allen één stem bij de besluitvorming. De VN is geen wereldregering die internationaal geldende wetten kan opleggen. De Veiligheidsraad, de Algemene Vergadering en het Secretariaat zijn belangrijke organen van de Verenigde Naties. De Veiligheidsraad (VR), het voornaamste orgaan, bezit de macht om bij conflicten in te grijpen en internationale geschillen tussen staten op te lossen. De raad kan politieke, economische en militaire maatregelen nemen. Ze mag bijvoorbeeld in conflictsituaties waarnemers of gewapende ‘blauwhelmen’ sturen. De manschappen voor die vredestroepen worden geleverd door de lidstaten. De VN-troepen zien bijvoorbeeld toe op de naleving van een staakt-het-vuren, stellen een bufferzone in of ontwapenen strijdende partijen. In de VR zetelen 15 leden waarvan 10 wisselend verkozen worden door de Algemene Vergadering, voor een termijn van twee jaar. De overige vijf leden (de overwinnaars van WO II: Frankrijk, Groot-Brittannië, de VS, de Russische Federatie en de Volksrepubliek China) zetelen permanent en beschikken over een vetorecht. Met dat recht kan een permanent lid elk VR-besluit blokkeren. Tijdens de Koude Oorlog (1947-1991) maken de VSA en de USSR vaak uit eigenbelang misbruik van dat vetorecht. De acties van de VN worden daardoor verlamd. De Algemene Vergadering (AV), waarin alle lidstaten zitting hebben, vergadert jaarlijks in het hoofdkwartier van de VN in New York. Dat orgaan waarin elke lidstaat één stem bezit, behandelt de meest uiteenlopende wereldproblemen. Uit de discussies komt er soms een gemeenschappelijk standpunt uit de bus. Dat heeft slechts het karakter van een advies. De AV kan dus nooit een land dwingen tot actie. Het Secretariaat voert het administratieve werk van de Verenigde Naties uit. Aan het hoofd staat de secretaris-generaal. Hij heeft veel invloed omdat hij elk feit dat volgens hem een bedreiging vormt voor de vrede, onder de aandacht van de Veiligheidsraad kan brengen. Hij treedt ook op als bemiddelaar bij internationale conflicten.
OPDRACHT 3
Organigram van de Verenigde Naties
- Wat is volgens jou de belangrijkste organisatie van de VN? Motiveer je antwoord. Secretariaat Algemene Vergadering Veiligheidsraad Ecosoc Internationaal Gerechtshof
B
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN IN DE 20e EN 21e EEUW
75
Omdat:
- Wie is de huidige secretaris-generaal? Wat is zijn nationaliteit? Zoek indien nodig op.
OPDRACHT 4
Het gebruik van het vetorecht door de permanente leden van de Veiligheidsraad, 1946-2012
China
9
12 2 4
Frankrijk
4
Groot-Brittannië
3
11
18
3
21
8
32
46
USA
34
3
83
106
Rusland
1946-1965*
1966-1985
13
3
127
6
1986-2005
2006-2012
* Tussen 1946 en 1971 werd de Chinese zetel in de Veiligheidsraad ingenomen door de Chinese Republiek (Taiwan).
- Waarom hebben die landen het permanente lidmaatschap verworven? Houd daarbij rekening met het feit dat de VN gesticht worden in 1945. - Welke werelddelen zijn niet vertegenwoordigd in de groep van de permanente leden? - Geef drie belangrijke staten (politiek / economisch / demografisch) uit de 21e eeuw die je mist in de lijst van de permanente leden. Leg uit waarom.
76
LES 8
MACHT EN ONMACHT VAN DE VERENIGDE NATIES
- Verklaar het gebruik van het vetorecht door de twee supermachten in de periode 1945-1986. - Is het vetorecht in de Veiligheidsraad democratisch?
De VN bevordert sinds haar oprichting de mensenrechten. In 1948 vaardigen zij zo de ‘Universele Verklaring van de Rechten van de Mens’ uit, fundamentele rechten en vrijheden waarop alle mannen, vrouwen en kinderen aanspraak kunnen maken. De naleving van die mensenrechten blijft echter problematisch. De VN mogen zich immers niet bemoeien met de binnenlandse politiek van de lidstaten. Bovendien vinden niet alle landen de mensenrechten belangrijk.
OPDRACHT 5
De millenniumdoelstellingen In 2000 ondertekenen de staats- en regeringsleiders van alle lidstaten de ‘Millenniumverklaring’, waarin onder meer acht ontwikkelingsdoelstellingen staan beschreven die tegen 2015 moeten gerealiseerd worden. Zo wil men bijvoorbeeld de armoede, honger en kindersterfte fors terugdringen enijveren voor basisonderwijs voor ieder kind en een duurzaam milieu. Tot hier toe zijn er nog maar weinig concrete resultaten gerealiseerd. - Verbind de 8 millenniumdoelstellingen met het juiste pictogram. Zet bij elke doelstelling het juiste nummer.
De grootste armoede en honger uitbannen
De gelijke behandeling van mannen en vrouwen bevorderen
De gezondheid van moeders verbeteren
Lager onderwijs wereldwijd toegankelijk maken voor iedereen
De kindersterfte sterk verminderen
Werken aan een mondiaal partnerschap voor ontwikkeling en eerlijke handel
De verspreiding van HIV/AIDS, malaria en andere ziekten stoppen
Actief werken aan een duurzaam leefmilieu B
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN IN DE 20e EN 21e EEUW
77
Meer informatie vind je op www.millenniumdoelstellingen.be.
- Wat vind jij van de haalbaarheid van die doelstellingen? - Waarom passen deze millenniumdoelstellingen binnen de algemene doelstellingen van de VN?
2
Een nieuwe wind binnen de VN? Na de Koude Oorlog lijken de VN een nieuwe kans te krijgen om de vrede in de wereld te handhaven. De organisatie krijgt echter af te rekenen met nieuwe problemen. Op administratief en financieel vlak schort er iets. De VN heeft een logge en inefficiënte bureaucratie die veel geld verslindt. De VN heeft ook veel schulden, grotendeels te wijten aan het niet of laattijdig betalen van bijdragen door verschillende lidstaten (waaronder vooral de VSA). Er gaan stemmen op om het aantal permanente leden in de Veiligheidsraad te wijzigen. Frankrijk en Groot-Brittannië zijn op wereldvlak (o.a. door de dekolonisatie) immers gekrompen tot middelgrote staten, terwijl Japan en Duitsland sterke economische vooruitgang boeken. In Azië en Amerika groeit de macht van India, Indonesië en Brazilië. De huidige permanente leden verzetten zich tegen elke wijziging. De VN heeft niet de bevoegdheid om zich te mengen in binnenlandse conflicten. Nochtans eisen burgeroorlogen steeds meer slachtoffers. De VR verkiest dan om wel in te grijpen, als de internationale vrede en veiligheid in het gedrang komen. Een dergelijke tussenkomst beperkt zich echter meestal tot een ‘peacekeeping’ (vredeshandhaving) i.p.v. een krachtdadige ‘peaceenforcement’ (vredesherstel).
OPDRACHT 6
Welke kritiek wordt in deze spotprent getoond? Gebruik de juiste woorden.
78
LES 8
MACHT EN ONMACHT VAN DE VERENIGDE NATIES
Wat je na deze les moet kennen en kunnen:
KENNEN 1 de begrippen ‘vetorecht’, ‘peacekeeping’, ‘peace-enforcement’, ‘millenniumdoelstellingen’ en ‘blauwhelmen’ uitleggen 2 de doelstellingen van de VN opnoemen 3 de stichtingsdatum van de VN geven en uitleggen 4 de werking van de VR, AV en het Secretariaat uitleggen en vergelijken 5 het onderscheid tussen ‘peacekeeping’ en ‘peaceenforcement’ uitleggen
KUNNEN 1 documenten kritisch ontleden en met elkaar vergelijken 2 op het internet bijkomende documenten en informatie opzoeken en selecteren 3 informatie afleiden uit tabellen en teksten 4 een eigen mening formuleren en verdedigen
6 drie hedendaagse uitdagingen voor de VN schetsen 7 de millenniumdoelstellingen beknopt met eigen woorden formuleren
• Al die onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je bij het onlinelesmateriaal verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor.
B
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN IN DE 20e EN 21e EEUW
79
LES 8 SCHEMA
Macht en onmacht van de Verenigde Naties 1 Streven naar vrede en veiligheid Juni 1945, San Francisco, oprichting Verenigde Naties - Doel: vrede bevorderen + collectieve veiligheid + socio-economische vooruitgang - Kenmerken: • Een intergouvernementele wereldorganisatie • Soevereine lidstaten hebben elk één stem bij de besluitvorming. - Vijf hoofdorganen: • Veiligheidsraad • Algemene Vergadering • Secretariaat • Ecosoc • Internationaal Gerechtshof De Veiligheidsraad: neemt bindende beslissingen. vrede en veiligheid afdwingen + internationale geschillen tussen staten afdwingen zenden van ‘blauwhelmen’ permanente leden (vetorecht) en wisselende leden De Algemene Vergadering: opinie van de wereld adviserende functie Ecosoc: coördinatie socio-economische werkzaamheden - 1948: Universele Verklaring van de Rechten van de Mens - 2000: Millenniumdoelstellingen
2 Een nieuwe wind binnen de VN? - Sanering van de bureaucratie / oplossen financiële problemen - Aanpassing van de permanente leden van de VR aan de actualiteit? - Optreden van de VN bij binnenlandse conflicten?
80
LES 83
HITLER MACHT EN DE ONMACHT AANLOOP VAN NAAR DE VERENIGDE WERELDOORLOG NATIES II
9
De dekolonisatie In het begin van de 20e eeuw controleren Europese landen de helft van de wereld. In de kolonies zijn de oorspronkelijke bewoners dikwijls gedegradeerd tot tweederangsburgers. Is het dan niet evident dat die kolonies zo graag onafhankelijk worden? Hoe verloopt die dekolonisatie? En zijn die landen vandaag wel echt onafhankelijk?
Onafhankelijkheid Conferentie India + Pakistan van Bandoeng
1
DEKOLONISATIE hoogtepunt Afrikaanse dekolonisatie bv. Congo
einde van de Koude Oorlog
0 0 20
19 8 19 9 9 0
0 6 19
55 19
7 4
4 19
19
5
Kaartnr(s). atlas
EIGEN TIJD
De Europese kolonies willen op eigen benen staan In de loop van de 20e eeuw groeit bij de plaatselijke bevolking van de Europese kolonies de wil tot onafhankelijkheid. Het onderwijs dat door de kolonisatoren wordt georganiseerd, stimuleert bij de plaatselijke bevolking de nationalistische gevoelens. Een deel van hen leert er wat democratie, zelfbeschikking en gelijke rechten betekenen en vraagt zich af waarom dat niet voor hen geldt. Dat gevoel wordt nog versterkt als Europa tijdens de Wereldoorlogen een beroep doet op soldaten uit de kolonies. Als zij voor vrijheid moeten vechten, waarom blijven zij dan onvrij? De onafhankelijkheidsbewegingen krijgen na de Tweede Wereldoorlog de steun van de VSA en de USSR. De twee supermachten beschouwen het koloniale imperium van Europa als een bedreiging voor hun eigen macht. Beide pleiten voor de onafhankelijkheid van de kolonies, in de hoop hen als nieuwe bondgenoten te kunnen begroeten. Later zullen ook de VN de kolonisatie veroordelen. Tussen circa 1945 en 1965 komt het dekolonisatieproces op gang.
B
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN IN DE 20e EN 21e EEUW
81
OPDRACHT 1
2
- Onderstreep in de lestekst vier oorzaken die de dekolonisatiegolf hebben aangewakkerd. - Wanneer werden de kolonies onafhankelijk? Raadpleeg een atlas en verbind. In Latijns-Amerika
•
•
vooral tussen 1945-1951
In Afrika
•
•
vooral tussen 1960-1965
In Azië
•
•
in de 19e eeuw
Dekolonisatie in Azië: focus op India Brits-Indië is een van de eerste kolonies die de onafhankelijkheid verwerft. De figuur van Mahatma Gandhi speelt daarin een belangrijke rol. Mohandas Karamchand Gandhi (1869-1948), de Mahatma (vrij vertaald ‘de grote ziel’) studeerde rechten in Groot-Brittannië. Via hongerstakingen, geweldloos verzet en het afwijzen van de opgedrongen westerse economie probeert hij de onafhankelijkheid van India te bereiken. Een half jaar na de Indische onafhankelijkheid (1947) wordt hij door een fanatieke hindoe doodgeschoten.
OPDRACHT 2
Velen denken dat geweldloosheid geen actieve kracht is. Mijn ervaring leert mij dat geweldloosheid een geweldige kracht kan zijn. Het is mijn doel die kracht in werking te stellen. De bekering van een volk dat onbewust of bewust een ander, veel talrijker, veel ouder en niet minder beschaafd volk dan het zelf is, tot zijn buit heeft gemaakt, is waard dat men er elk gevaar voor trotseert. Ik heb met opzet het woord bekering gebruikt. Want ik beoog niet minder dan het Britse volk door geweldloosheid te bekeren en het op die wijze het kwaad te doen inzien dat men India heeft aangedaan. Ik wens uw volk geen leed te doen. Ik wens het te dienen, zoals ik mijn eigen volk dienen wil. Fragment uit een brief van Gandhi aan de Britse onderkoning Lord Irwin, 2 maart 1930
- Waarom werkt de tactiek van ‘geweldloos verzet’, denk je?
82
LES 9
DE DEKOLONISATIE
Uiteindelijk verwerft Brits-Indië zijn onafhankelijkheid. Het land wordt opgesplitst in het overwegend hindoeïstische India en het islamitische Pakistan. In andere landen, zoals Indonesië en Vietnam, komt het tot een gewelddadige onafhankelijkheidsstrijd tegen de kolonisator. In Vietnam zullen de VSA de Franse kolonisator ‘aflossen’, wat leidt tot de bekende ‘Vietnamoorlog’.
3
Dekolonisatie in Afrika: focus op Congo Tot in 1955 lijkt in Belgisch-Congo alles rustig. Toch groeit de ontevredenheid van de Congolezen. Op politiek gebied hebben ze immers lange tijd quasi geen inspraak en stemrecht; ze worden behandeld als tweederangsburgers. Blanken en zwarten wonen in aparte wijken. Het beleid is er in handen van blanke ambtenaren, missionarissen en ondernemingen. Die Belgische privémaatschappijen ontginnen de uitzonderlijke rijkdom aan grondstoffen (koper, zink, diamant …) en strijken forse winsten op.
OPDRACHT 3
Delfstoffen en landbouwproducten in Belgisch-Congo
kaart volgt
- Hoeveel keer kan België in de oppervlakte van haar Congolese kolonie, denk je?
20 keer –40 keer –80 keer –200 keer
- Wat kun je uit de kaart afleiden?
B
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN IN DE 20e EN 21e EEUW
83
Na zware onlusten in Congo besluit men in 1960 over te gaan tot de onafhankelijkheid. Patrice Lumumba wordt premier, Kasavubu de president. De persoon van Lumumba is al snel omstreden in het Westen. Daarbij speelt de toespraak die hij houdt tijdens de onafhankelijkheidsplechtigheid een grote rol.
OPDRACHT 4
a Patrice Lumumba
b Fragmenten uit de toespraak van koning Boudewijn (1930-1993) tijdens de onafhankelijkheidsfeesten van Congo De onafhankelijkheid van Congo betekent de bekroning van het werk dat door het genie van koning Leopold II ontworpen is, aangevat door hem met volhardende moed en met overtuiging verder gezet door België. Zij markeert een beslissend moment in de bestemming van niet alleen Congo zelf, maar –ik aarzel niet om het te beklemtonen –van gans Afrika. […] Toen Leopold II het grote werk aanvatte dat vandaag zijn bekroning vindt, is hij niet naar hier gekomen als veroveraar, maar als brenger van de beschaving. Vanaf het begin heeft Congo zijn grenzen opengezet voor de internationale handel, zonder dat België ooit een alleenrecht heeft uitgeoefend dat uitsluitend op zijn eigenbelang gericht was. Congo heeft spoorwegen gekregen, allerlei zee- en luchtvaartlijnen, die door uw bevolkingen met mekaar in contact te brengen, hun eenheid hebben bevorderd en de landen verruimd hebben naar de wereld. Een medische dienst is geduldig georganiseerd en heeft u bevrijd van vele verwoestende ziekten. […] Industriële ondernemingen hebben de natuurlijke bodemrijkdommen tot hun recht laten komen. De uitbreiding van de economische activiteit is aanzienlijk geweest; deze heeft de welvaart van uw bevolking verhoogd en heeft het land de technici gegeven die onmisbaar zijn voor zijn ontwikkeling. […] De grote onafhankelijkheidsbeweging die gans Afrika meesleept, heeft bij de Belgische bewindsvoerders het grootste begrip gevonden. Ten overstaan van het eensgezinde verlangen van uw bevolkingen, hebben wij niet geaarzeld om U vanaf nu deze onafhankelijkheid toe te kennen. Uit: Discours du roi Baudouin de Belgique, prononcé le 30 juin 1960, Kinshasa
84
LES 9
DE DEKOLONISATIE
- Geeft Boudewijn een historisch juiste versie van de feiten? Welke fragmenten zijn volgens jou juist en welke zijn fout? Schrijf J of F achter het antwoord. Niet gekomen als veroveraar: • aanleg infrastructuur:
• niet gericht op het eigenbelang van België: • uitbouw medische dienst:
- Wat wil Boudewijn met deze toespraak aantonen? c Fragmenten uit de reactie van Patrice Lumumba op de toespraak van koning Boudewijn bij de onafhankelijkheidfeesten van Congo Mannen en vrouwen van Congo, Strijders van de onafhankelijkheid, die vandaag overwint, Ik groet U in naam van de Congolese regering. Aan u allen, vrienden, die zonder ophouden aan onze zijde gestreden hebt, vraag ik van deze 30ste juni 1960 een beroemde datum te maken, (een datum) die u onuitwisbaar gegrift in uw harten zult bewaren […] Deze strijd die tranen, vuur en bloed heeft gekost, wij zijn er in het diepste van ons hart erg fier op, want het was een edele en rechtvaardige strijd, een strijd die onmisbaar was om een einde te maken aan de vernederende slavernij die ons met geweld werd opgelegd. Wat ons lot is geweest gedurende 80 jaar koloniaal bewind, onze wonden zijn nog te vers en te pijnlijk opdat wij ze uit ons geheugen zouden kunnen wissen. […] Wie zal vergeten dat men bij een zwarte altijd ‘tu’ gebruikte, zeker niet zoals bij een vriend, maar wel omdat het eerbare ‘vous’ alleen maar voor blanken was voorbehouden? Wij hebben het meegemaakt dat de wet nooit dezelfde was als het over een blanke of over een zwarte ging, inschikkelijk voor de enen, wreed en onmenselijk voor de anderen. […] Wij hebben het meegemaakt dat in de steden schitterende huizen stonden voor de blanken en bouwvallige hutten voor de zwarten, dat een neger niet toegelaten was noch in bioscopen of restaurants, noch in de winkels van de Europeanen. Aan dit alles, mijn broeders, hebben wij heel diep geleden. […] Leve de onafhankelijkheid en de Afrikaanse eenheid! Leve het onafhankelijke en soevereine Congo! (langdurig applaus) Uit: Discours du premier ministre Patrice Lumumba, prononcé le 30 juin 1960 (Agence Congolaise de Presse) Patrice Lumumba (1925-1961) wordt bij de onafhankelijkheid in 1960 de eerste premier van Congo. In 1961 wordt hij in duistere omstandigheden vermoord. Over wie de opdrachtgevers voor de moord zijn wordt nu nog veel gespeculeerd. Mogelijke kandidaten zijn de Congolese politieke vijanden van Lumumba, de Amerikaanse spionagedienst CIA –die vreest voor een communistische opstand in Congo – en de toenmalige Belgische regering, die de Congolese rijkdommen wil blijven exploiteren.
- Welke gelijkenissen en verschillen vind je terug tussen bron b en c?
B
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN IN DE 20e EN 21e EEUW
85
Na de onafhankelijkheid in 1960 vervalt Congo al vlug in anarchie. Het land beschikt over te weinig opgeleide mensen om het land te besturen. Na een warrige periode wordt begin 1961 de te progresieve Lumumba vermoord. Vier chaotische jaren later grijpt de legerbevelhebber Mobutu Sese Seko in 1965 de macht en herstelt de orde. Tijdens zijn bewind verrijkt ‘le chef’ Mobutu zich, samen met een kleine groep getrouwen. Zaïre wordt daardoor een van de vijftien armste en meest onderontwikkelde landen ter wereld. Toch steunt het Westen dictator Mobutu omdat hij een bondgenoot is tegen het communisme tijdens de Koude Oorlog. Na afloop van de Koude Oorlog verspeelt de dictator de steun van de VSA. Ze hebben hem niet meer nodig. In 1997 wordt Mobutu van de macht verdreven door Laurent Kabila. Die wordt gesteund door Rwanda en Uganda, buurlanden van Congo. Via hem hopen zij ook een deel van de rijke Congolese ondergrond te controleren. Laurent Kabila wordt in 2001 vermoord, en opgevolgd door zijn zoon Joseph Kabila. Maar die slaagt er niet in heel het Congolese grondgebied onder zijn controle te brengen. In 2013 is het land het op één na armste land ter wereld.
OPDRACHT 5
Cartoon van Pil in De Linie, 24 juni 1964
De chauffeur naast de zwarte passagier is A. de Schryver (CVP), vanaf 3 september 1959 minister van Belgisch Kongo en RuandaUrundi. De bijbehorende tekst is: “Hier, neem het stuur maar over.” - Wat bekritiseert de cartoonist? OPDRACHT 6
Mobutu (Er is) de persoonlijke verrijking van Mobutu, via onder meer de plundering van de Nationale Bank, waar 70 % van de deviezen en andere gelden voorbehouden zijn voor de zogenaamde Presidentiële Dotatie. Daarnaast ontvangt Mobutu allerlei commissiegelden en omkoopgelden van buitenlandse investeerders. (...) Hij bezit gigantische paleizen in Zaïre, de reusachtige Villa Del Mar aan de Côte d’Azur, een appartement van 800 m2 in hartje Parijs, in België het kasteel van Fond Roy (zes hectaren groot) met kunstmeren en veertig kamers … Vrij naar: Walter Geerts, Mobutu, De man van Kamanyola
86
LES 9
DE DEKOLONISATIE
- Beschrijf enkele kenmerken van het regime onder Mobutu. - Hoe komt het dat Mobutu ondanks al zijn misbruiken toch aan de macht kan blijven?
4
De dekolonisatie: een succes? Vooral in Afrika heeft de dekolonisatie niet het verhoopte effect gehad: de gewone burger is er meestal niet beter van geworden. Mede door de slecht voorbereide onafhankelijkheid vallen veel landen ten prooi aan dictators, politieke chaos en corruptie. Op economisch gebied blijven ze zeer afhankelijk van het Westen, dat via invoertaksen dikwijls haar markten beschermt. Westerse bedrijven controleren nog lang de grondstoffen in de voormalige kolonies. Momenteel lijkt China die rol over te nemen met reusachtige investeringen in mijnen, fabrieken en infrastructuur. Een blijvend probleem is dan ook dat in de ontwikkelingslanden een kleine groep mensen –meestal (bevriend met) de politieke machthebbers –het grootste deel van de rijkdom naar zich toe trekken. De rijkste 10 % van de bevolking bezit dikwijls meer dan 90 % van de totale rijkdom van het land. Via ontwikkelingshulp proberen rijkere (westerse) landen en ngo’s de nood te ledigen, maar de resultaten zijn geen overdeeld succes. Toch lijkt er beterschap in zicht, ook voor Afrika: er is meer economische groei, meer stabiliteit en het gemiddelde welvaartspeil stijgt.
OPDRACHT 7
De nieuwe kolonisten? Sinds 1996 is China’s handel met Afrika spectaculair gestegen van 5,6 miljard dollar in 1996 tot tien miljard in 2000, met een verviervoudiging tot veertig miljard dollar in 2005. Het doel van vijftig miljard in 2006 werd overtroffen en tegen het eind van 2007 was de handel 65 miljard dollar waard. De doelstelling voor 2010 is honderd miljard. (Iets wat met 114 miljard werd gehaald; in 2012 ging het al over meer dan 165 miljard, nvdr.) Er wonen al een miljoen Chinezen in Afrika. (...) Van koper in Congo tot cassave in Kameroen: de Chinese bedrijven kochten alles op om de Chinese fabrieken te verzadigen. (....) De Chinezen kopen niet alleen. Ze verkopen ook goedkope horloges, mobiele telefoons, radio’s, computers, kleding, en – overal –teenslippers. Dankzij de goedkope Chinese producten kunnen miljoenen Afrikanen hun eerste hightech elektronische apparatuur aanschaffen. (...) Het is ook duidelijk dat de Afrikaanse heersers, op de huid gezeten door westerse kritiek over corruptie, mensenrechten en milieuverontreiniging, China’s onkritische politiek van ‘niet-inmenging’ in de relaties van overheid tot overheid met open armen zullen ontvangen. China accepteert eenvoudig dat de overheid de overheid is, en dat wat die overheid in eigen land doet ten opzichte van haar eigen volk een interne kwestie is die China niet aangaat. Vrij uit: Richard Dowden, De Staat van Afrika, 2010
B
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN IN DE 20e EN 21e EEUW
87
- Kruis de redenen aan waarom China interesse heeft in Afrika.
Goedkope grondstoffen
Goedkope Afrikaanse werkkrachten
Grote afzetmarkt
- Kun je nog een reden geven? - Waarom zien Afrikaanse leiders de Chinezen graag komen?
Wat je na deze les moet kennen en kunnen:
KENNEN 1 het begrip ‘dekolonisatie’ uitleggen en in de tijd situeren 2 de groeiende wil tot onafhankelijkheid in de kolonies verklaren 3 het succes van de onafhankelijkheidsbewegingen verklaren 4 de oorzaken voor de onafhankelijkheid van Congo geven 5 het bewind van Mobutu evalueren 6 de anarchie in het onafhankelijke Congo verklaren 7 de oorzaken van de huidige ellende in Congo geven 8 uitleggen of de dekolonisatie al dan niet een succes was
KUNNEN 1 bronnen ontleden en met elkaar vergelijken 2 tegenstrijdigheden tussen bronnen opmerken 3 kaarten bestuderen en analyseren 4 tabellen en grafieken ontleden
• Al die onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je bij het onlinelesmateriaal verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor.
88
LES 9
DE DEKOLONISATIE
LES 9 SCHEMA
De dekolonisatie 1 De Europese kolonies willen op eigen benen staan OORZAKEN het onderwijs in de kolonies de wereldoorlogen rol Verenigde Staten en Sovjet-Unie, later Verenigde Naties WANNEER? in Latijns-Amerika: 19e eeuw Afrika en Azië: 20e eeuw Azië vooral tussen 1945-1951
Afrika vooral tussen 1960-1965
2 Dekolonisatie in Azië: focus op India Gandhi: geweldloos verzet
3 Dekolonisatie in Afrika: focus op Congo Snelle onafhankelijkheid 1960: Lumumba is de eerste premier. 1965: Mobutu (Zaïre) 1997: Laurent Kabila 2001: Joseph Kabila
4 De dekolonisatie: een succes?
Vaak niet, door te bruuske overgang Macht meestal in handen van dictator en kleine groep rijken Economisch blijvende afhankelijkheid van het Westen en sinds kort van China Grote kloof tussen kleine groep zeer rijken en grote groep zeer armen
B
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN IN DE 20e EN 21e EEUW
89
10
DE EUROPESE EENMAKING West-Europa is eeuwenlang geteisterd door verschrikkelijke oorlogen. In de 20e eeuw voert België tweemaal oorlog met Duitsland. Vandaag lijkt zo’n oorlog ondenkbaar. Welke weg heeft West-Europa in die halve eeuw afgelegd? Welke mijlpalen zijn er in de recente West-Europese geschiedenis? Hoe hebben de WestEuropese landen zich georganiseerd om tot samenwerking te komen? Met welke problemen wordt de Europese Unie vandaag geconfronteerd?
EGKS
Verdragen van Rome
1
Verdrag van Nice
20
0
7
1 0 20
3
2
EU
9
9
Verdrag van Maastricht
19
19
19
19
57
51
Kaartnr(s). atlas
Verdrag van Lissabon
Alle Menschen werden Brüder West-Europa speelt eeuwenlang een overheersende rol in de wereldgeschiedenis. De Tweede Wereldoorlog maakt daar definitief een einde aan. Europa komt als verliezer uit de strijd. Een groot deel van de oorlog is hier uitgevochten. Het verlies aan mensenlevens is enorm en de economie is een grote puinhoop. De Koude Oorlog die erop volgt, verdeelt bovendien Europa in twee blokken. Na de Tweede Wereldoorlog blijft onder de Europese landen een grote verdeeldheid bestaan. Landen denken in termen van eigen nationaal belang en zien in de ander eerder een concurrent dan een medestander. Toch zijn er ook stemmen die pleiten voor een grotere samenwerking.
OPDRACHT 1
90
LES 10
Let Europe arise! Ik zou tot U willen spreken over het drama van Europa. Dit oude continent is de wieg van het christelijk geloof en van de christelijke moraal. Hier vonden de voornaamste scheppingen van kunst, filosofie en wetenschap hun oorsprong (...) En toen ontstonden in dat Europa de verschrikkelijke nationalistische oorlogen, die wij in de negentiende eeuw en zelf tijdens onze generatie hebben gezien en die de vrede en de hoop van heel de mensheid ruïneerden ...
DE EUROPESE EENMAKING
Onder de overwinnaars hoort men een Babelse spraakverwarring, onder de overwonnenen heerst een wanhopig stilzwijgen. Dat is er geworden van een Europa, verdeeld over zoveel staten. Indien de grote republiek aan de andere kant van de Oceaan er zich ten slotte geen rekenschap van had gegeven dat de ruïne of de terugweg naar de slavernij in Europa haar eigen ondergang zou betekenen, en indien wij de reddende handen niet hadden gegrepen, zouden de donkere eeuwen reeds teruggekeerd zijn. Er bestaat echter een geneesmiddel dat, als het algemeen werd aanvaard, als door een wonder de situatie totaal zou kunnen veranderen, waardoor geheel Europa, of minstens het grootste deel ervan, even vrij en gelukkig zou worden als de Zwitsers van onze dagen. Wat dat geneesmiddel is? Het bestaat uit het hervormen van de Europese familie, haar een nieuwe structuur te geven, die haar veroorlooft te leven en te geloven in vrede, veiligheid en vrijheid. Wij moeten een soort van Verenigde Staten van Europa scheppen. Uit een toespraak van Winston Churchill, in Zürich op 19 september 1946 Winston Churchill (1874-1965) was premier van Groot-Brittannië in de periodes 1940-1945 en 1951-1955.
- Wie is “de grote republiek aan de andere kant van de Oceaan”? - Wat stelt Churchill voor als geneesmiddel voor Euopa?
In mei 1950 stelt de Franse minister Robert Schuman voor om een gemeenschappelijke markt voor kolen en staal in het leven te roepen. Het jaar daarop ondertekenen zes landen in Parijs het ‘Verdrag tot oprichting van de EGKS’. OPDRACHT 2
(...) De bijdrage tot de beschaving welke door een georganiseerd en levend Europa kan worden geleverd, is onmisbaar voor de handhaving van vreedzame betrekkingen (...) Daar Europa niet tot stand gekomen is, hebben wij de oorlog gekend. De vereniging van Europa kan niet ineens worden verwezenlijkt (...) het verenigd Europa zal moeten worden opgebouwd door middel van concrete verwezenlijkingen, waarbij een feitelijke solidariteit als uitgangspunt zal moeten worden genomen. Voor de vereniging van de Europese volkeren is het noodzakelijk, dat de eeuwenoude tegenstelling tussen Frankrijk en Duitsland wordt overbrugd: de ondernomen actie dient in de eerste plaats Frankrijk en Duitsland nader tot elkaar te brengen.
B
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN IN DE 20e EN 21e EEUW
91
Met het oog hierop stelt de Franse regering voor onmiddellijk de actie te concentreren op een punt van beperkte strekking doch van beslissende betekenis: “De Franse regering stelt voor de gehele Frans-Duitse productie van kolen en staal te plaatsen onder een gemeenschappelijke Hoge Autoriteit, in een organisatie welke openstaat voor deelname van de andere landen van Europa.” Door de samenvoeging van de kolen- en staalproductie zullen onmiddellijk de gemeenschappelijke grondslagen voor de economische ontwikkeling, de eerste fase van de Europese volkerengemeenschap, worden gelegd en zal er een wending optreden in het lot van deze gewesten welke lange tijd oorlogswapens hebben moeten vervaardigen waarvan zij zelf regelmatig het slachtoffer zijn geweest. Uit de verklaring van Robert Schuman, 9 mei 1950
- Wat stelt Schuman voor in zijn verklaring? - Waarvoor staat het letterwoord EGKS? - Zoek op welke landen er bij de oprichting deel van uitmaken.
In 1957 worden in Rome de Verdragen tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (EEG) en Euratom ondertekend. De lidstaten willen streven naar een eengemaakte economische markt en het vreedzaam gebruik van atoomenergie bevorderen. De lange weg naar economische eenmaking begint nu met kleine stapjes. Met het Verdrag van Maastricht (1992) gaat de eengemaakte Europese markt van start. Het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal is dan een feit. Elke burger van de Europese Unie kan voortaan vlot van in het noorden van Finland tot het zuiden van Spanje reizen. Wonen, werken en studeren in een andere lidstaat is geen probleem meer. Het verdrag geeft de Europese staten een nieuwe uitdaging: het omvormen van de Unie tot een Economische en Monetaire Unie. De lidstaten moeten daarvoor hun economisch beleid op elkaar afstemmen. Een belangrijke stap is de invoering van een nieuwe eenheidsmunt: de euro. Vanaf 1999 is dat de officiële munt binnen de Unie (behalve voor het Verenigd Koninkrijk, Denemarken en Zweden). In 2002 worden de nationale munten ook daadwerkelijk vervangen door euro’s. In 1950 start de Europese samenwerking met zes lidstaten. Midden 2013 omvat de Europese Unie 28 landen. Met verschillende nieuwe landen zijn er toetredingsgesprekken. De uitbreiding die de Unie sinds haar ontstaan gekend heeft, stelt vandaag echter grote vragen naar de toekomst. De instellingen die in 1950 voor zes lidstaten zijn ontworpen, werken niet efficiënt met zo’n grote groep landen. Sinds 2001 worden verschillende pogingen ondernomen om daarin verandering te brengen. Het Verdrag van Lissabon –dat in werking treedt in 2009 –hervormt de organisatie van de Unie en de wijze waarop beslissingen worden genomen. Er komt ook een permanente voorzitter van de Europese Raad en een Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken. Andere vragen zijn: Waar liggen de grenzen van Europa? Op welke gronden kan men de toegang tot de Unie weigeren aan landen die aan de huidige of toekomstige lidstaten van de Unie grenzen? Enz.
92
LES 10
DE EUROPESE EENMAKING
OPDRACHT 3
- Onderstreep wat van toepassing is: de Verdragen van Rome willen • streven naar een eengemaakte Europese markt. • de invoering van een gemeenschappelijke munt, de euro. • het vreedzaam gebruik van atoomenergie bevorderen. • een gemeenschappelijk parlement voor alle aangesloten landen. - Met welk verdrag wordt het vrije verkeer van goederen, diensten en kapitaal een feit? - Waar is dat vrije verkeer van toepassing?
OPDRACHT 4
- Welke landen maken oorspronkelijk deel uit van de Europese Unie? - Hoeveel landen maken er vandaag deel van uit? - Wat is de gemeenschappelijke munt van de Unie? - Hoeveel landen gebruiken die munt op 1 juli 2013?
B
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN IN DE 20e EN 21e EEUW
93
OPDRACHT 5
Het verdrag van Maastricht
Artikel 6 1 De Unie is gegrondvest op de beginselen van vrijheid, democratie, eerbiediging van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, en van de rechtsstaat, welke beginselen de lidstaten gemeen hebben. Artikel 49 Elke Europese staat die de in artikel 6, lid 1 genoemde beginselen in acht neemt, kan verzoeken lid te worden van de Unie. Hij richt zijn verzoek tot de Raad, die besluit met eenparigheid van stemmen na de Commissie te hebben geraadpleegd en na instemming van het Europees Parlement, dat zich uitspreekt bij volstrekte meerderheid van zijn leden. De voorwaarden voor de toelating en de uit die toelating voortvloeiende aanpassingen van de Verdragen waarop de Unie is gebaseerd, vormen het onderwerp van een akkoord tussen de lidstaten en de staat die het verzoek indient. Dat akkoord moet door alle overeenkomstsluitende staten worden bekrachtigd overeenkomstig hun onderscheiden grondwettelijke bepalingen. Uit het verdrag i.v.m. de Europese Unie, ondertekend in Maastricht op 7 februari 1992
- Welke landen kunnen vragen om lid te worden van de Europese Unie? - Wie beslist uiteindelijk over de toelating?
2
De Europese instellingen De Europese Unie heeft zeven instellingen: de Europese Commissie, de Raad van de Europese Unie, de Europese Raad, het Europees Parlement, het Hof van Justitie, de Europese Centrale Bank en de Europese Rekenkamer. De verdeling van de macht over de politieke instellingen is ingewikkelder dan bij nationale staten. Dat komt omdat de lidstaten hun macht niet uit handen willen geven. De Unie moet dus voortdurend een evenwicht zoeken tussen een federaal en een confederaal Europa.
OPDRACHT 6
De Europese Commissie, die zetelt in Brussel, is een belangrijke instelling van de Europese Unie. Zij beschikt over het initiatiefrecht: dat betekent dat alleen zij wetgevende voorstellen kan indienen. Bovendien ziet zij toe op de uitvoering van de genomen beslissingen en beheert zij het geld van de Europese Unie. De Commissie wordt voor een periode van vijf jaar aangewezen. Voorlopig is er dus een commissaris voor elke lidstaat. De EU beschikt daardoor over 28 commissarissen. Dat zorgt voor een versnippering van bevoegdheden en bemoeilijkt de vergaderingen. De Raad van de Europese Unie (kortweg de Raad) is de instelling die over wetgevende voorstellen van de Commissie beslist. Hij bestaat uit ministers van de lidstaten. Zij beslissen of een voorstel voor een nieuwe rechtsregel wordt aangenomen of afgewezen. De samenstelling
94
LES 10
DE EUROPESE EENMAKING
van de Raad verschilt naargelang van het onderwerp. Als de Raad over landbouw praat, komen bijvoorbeeld de ministers van landbouw samen. Op belangrijke terreinen –zoals het buitenlands beleid of belastingen –geldt bij beslissingen de regel van de unanimiteit. De Raad beslist ook mee over de uitgaven van de Europese Unie (goedkeuren van de begroting). De Raad komt normaal bijeen in Brussel. De Europese Raad of de Europese Top is de halfjaarlijkse samenkomst van staats- en regeringsleiders en de voorzitter van de Europese Commissie. Die bijeenkomst maakt geen deel uit van de Europese instellingen, maar speelt toch een heel belangrijke rol. De Europese Raad beslist over de grote lijnen van de Europese toekomst en hakt vaak moeilijke knopen door waar de ministerraad niet uit raakt. Ieder land neemt om de beurt gedurende zes maanden het voorzitterschap van de Raad waar. Het Europees Parlement (EP) geeft adviezen over nieuwe wetten en kan sommige desnoods blokkeren. Daarnaast controleert het de Commissie en beslist mee over de uitgaven van de Europese Unie (goedkeuren van de begroting). Om de vijf jaar zijn er Europese verkiezingen. Het EP telt 785 leden. De gewone voltallige zittingen van het Parlement hebben maandelijks in Straatsburg plaats. De rest van de tijd werken de Europarlementsleden in Brussel. Het Hof van Justitie waakt over de toepassing van de Europese verdragen en kan beslissingen van de Commissie, de Raad of de lidstaten, die strijdig zijn met de verdragen, nietig verklaren. Als een nationale rechtbank niet goed weet wat de precieze betekenis is van een bepaalde Europese rechtsregel, moet het Hof de juiste uitleg geven. Het Hof zetelt in Luxemburg.
controle
BRUSSEL BRUSSEL LUXEMBURG
Regeringen van de lidstaten
BRUSSEL STRAATSBURG
LUXEMBURG
Burgers van de Europese unie
- Onderstreep de belangrijke woorden in de tekst. - Noteer in het schema boven elke instelling van de EU de juiste naam. - Leg aan de hand van het schema de werking van de Europese instellingen uit (mondeling).
B
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN IN DE 20e EN 21e EEUW
95
OPDRACHT 7
Het Europese Parlement - Wat is de boodschap van deze cartoon over het Europese Parlement?
- Zoek via internet op wie de huidige voorzitter van het Europees parlement is.
- Zoek ook voor drie verschillende Vlaamse partijen de naam van een Europees parlementslid op.
ONWAARSCHIJNLIJK! De Raad van Europa heeft niets met de Europese Unie te maken. De Raad van Europa is een organisatie die de vreedzame samenwerking tussen de Europese landen wil bevorderen (opgericht in 1949). De Raad is vooral een gespreksforum voor de verschillende lidstaten. Ze telt momenteel 43 leden en heeft verder niets te maken met de later tot stand gekomen Europese Unie. Een van haar belangrijkste verwezenlijkingen is het ‘Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden’ (Rome, 1950). De Raad heeft voor de uitvoering van dat verdrag een Europees gerechtshof (zetel: Straatsburg) opgericht. Elke burger (van een staat die het verdrag heeft ondertekend) kan daar klacht indienen als zijn rechten en vrijheden met de voeten worden getreden. In de meeste gevallen mag je pas een beroep doen op het Europese hof als je in je eigen land de volledige gerechtelijke procedure doorlopen hebt. Wat je na deze les moet kennen en kunnen:
KENNEN
KUNNEN
1 de begrippen ‘federaal’ en ‘confederaal Europa’ uitleggen 2 het ontstaan van de Europese Unie historisch situeren 3 in zeer algemene lijnen de evolutie van EGKS tot EU schetsen
1 de lidstaten van de EU op een kaart aanduiden 2 info over de Europese samenwerking opzoeken 3 een organigram van de EU ontleden
4 de instellingen van de EU opnoemen en bespreken 5 de invoering van de euro in de tijd situeren
4 de historische methode toepassen
• Al die onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je bij het onlinelesmateriaal verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor.
96
LES 10
DE EUROPESE EENMAKING
LES 10 SCHEMA
De Europese eenmaking 1 Alle Menschen werden Brüder Europa West-Europa overheerst eeuwenlang wereld. WO I = einde overheersing Europa Na WO II grote verdeeldheid Europa, toch ook stemmen voor samenwerking Schumanplan EGKS (1951) gemeenschappelijke markt kolen en staal zes landen (Benelux, Italië, Frankrijk, West-Duitsland) Verdragen Rome (1957): EEG en EURATOM begin van economische eenmaking Verdrag Maastricht (1992) eengemaakte markt vrij verkeer goederen, personen, diensten en kapitaal EURO 1999 invoering 2002 ook munten en biljetten Verdrag Lissabon (in voege vanaf 2009) hervormt organisatie + wijze van beslissen binnen Unie nieuw: permanente voorzitter Europese Raad + Hoge Vertegenwoordiger Buitenlandse Zaken Evolutie lidstaten: oorspronkelijk: 6 midden 2013: 28 Vragen en uitdagingen voor de unie Naar hoeveel lidstaten? Hoe Unie verder organiseren?
2 De Europese instellingen
De Europese Raad (kortweg de Top): bepaalt het algemene beleid. De Raad van de Europese Unie (Raad van ministers, kortweg de Ministerraad): wetgevende macht De Europese Commissie: uitvoerende macht, wetsvoorstellen indienen Het Europees Parlement (EP): wetgevende macht Het Hof van Justitie: rechterlijke macht De Rekenkamer De Europese Centrale bank B
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN IN DE 20e EN 21e EEUW
97