Gespreks- en overlegvaardigheden
Handout
Plaats op de kwalificatiekaart • • • • • • • •
Instructie Motivatie Correctie Informatie (ouders) Feedback Slecht nieuws Vergaderingtechniek Spelregels overleg (stemrecht/- procedure tc.)
Moduleweekend
Instructie Definitie: Tweerichtingsgesprek om een spel uit te leggen of om taken aan een ander over te dragen
Doel: Uitleggen van een activiteit en taken
Opbouw 1. Houd aandacht vast: Praat met korte zinnen en ga op een plaats staan waar iedereen je kan zien en horen. 2. Plaatje: Praat niet teveel, maar laat het zien. Een enkel voorbeeld is veel duidelijker van een heel verhaal. 3. Praatje: Leg na het voorbeeld de regels en afspraken uit, die je niet kan laten zien. Stem het ad op de doelgroep 4. Daadje: Terwijl men aan de slag is, geef je nog extra informatie aan degenen die het nog niet goed hebben begrepen of niet goed hebben opgelet. Bij complexe opdrachten kun je nu de rest uitleggen. 5. Afronding: Rond de activiteit goed af: Vraag wat ze ervan vonden. Dit is ook het moment om aan te geven waarom je een bepaalde activiteit hebt gedaan.
Motivatie gesprek Definitie: Tweerichtingsgesprek waarin wordt verteld hoe iemands motivatie wordt besproken.
Doel: Inzicht krijgen in motivatie jeugdlid en waar nodig positieve invloed uitoefenen.
Opbouw 1. Start het gesprek en geef aan dat je merkt dat het jeugdlid minder gemotiveerd is. 2. Vraag door: wat precies vindt het jeugdlid niet (meer) leuk? Wat zou hij willen veranderen? Wat kan hij er zelf aan doen? 3. Praat vervolgens over oplossingen: bijvoorbeeld veranderingen aan het programma aanbrengen, het jeugdlid in een andere subgroep plaatsen, het jeugdlid een nieuwe uitdaging geven door hem (assistent) ploegleider te maken, andere taken geven, etc. 4. Maak concrete afspraken en spreek af over een tijdje een evaluatiegesprek te houden. 5. Houd het jeugdlid in de periode daarna in de gaten. Helpt de oplossing die je hebt voorgesteld? Stuur het jeugdlid waar nodig bij. Ga na een tijdje het gesprek weer aan en bespreek of het jeugdlid zich nu beter gemotiveerd voelt.
2
Feedbackgesprek Definitie: Tweerichtingsgesprek waarin wordt verteld hoe iemands gedrag wordt ervaren.
Doel: Goed gedrag vasthouden, minder goed gedrag veranderen, motivatie en betrokkenheid verhogen..
Opbouw Complimenterende feedback 1. Beschrijf de situatie 2. Check of de ander deze situatie herkent 3. Beschrijf je eigen gevoel bij deze situatie
Opbouwende feedback, corrigerende feedback 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Beschrijf de feitelijke situatie Check of de ander deze situatie herkent Beschrijf je eigen gevoel bij deze situatie Vraag of de ander zicht dit kan voorstellen Geef de ander ruimte om te reageren Maak eventueel afspraken
Let op: -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐
Vertel feedback altijd vanuit jezelf, nooit namens anderen. Maak feedback zo concreet mogelijk. Vat feedback op als ‘cadeau’, de ander geeft het met goede bedoelingen maar het is aan jou ermee te doen wat je wil. Behalve feedback geven kun je ook om feedback vragen. Je vraagt de ander hoe hij denkt over jou of jouw gedrag/functioneren.
Correctiegesprek Definitie: Eenrichtingsgesprek om duidelijk te maken dat de jeugdlid/ leiding over een grens is gegaan.
Doel: Voorkomen ongewenst gedrag in de toekomst.
Opbouw: Gele kaart methode 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Geef kort en duidelijk het doel van het gesprek aan. Beschrijf de overtreding en de ernst ervan. Zet de standpunten naast elkaar en zoek samen naar een oplossing, maar houd wel het initiatief. Geef de consequenties van de overtreding aan. Laat het jeugdlid reageren. Maak concrete afspraken.
3
Rode kaart methode 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Geef kort en duidelijk het doel van het gesprek aan. Beschrijf de overtreding en de ernst ervan. Laat het jeugdlid reageren. Geef aan wat de medewerker moet veranderen. Geef de consequenties van de overtreding aan. Laat het jeugdlid opnieuw reageren. Ga niet in op argumenten. Maak eventueel een vervolgafspraak.
Let op: -‐ -‐ -‐ -‐
Zijn de gewenste regels bekend bij de ander? Zorg dat je voldoende feitelijke argumenten hebt om de correctie te onderbouwen. Het is een formeel, hiërarchisch gesprek en dus komt de relatie tijdelijk onder druk te staan.
Slecht-‐‑nieuwsgesprek Definitie: Eenrichtingsgesprek waarin aan de ander, voor hem, slecht nieuws moet worden verteld.
Doel: Vertellen slecht nieuws op zodanige wijze dat de ander duidelijk het slechte nieuws begrijpt en aanvaardt.
Opbouw: 1. 2. 3. 4. 5.
Vertel duidelijk dat je slecht nieuws hebt voor de ander. Vertel het slechte nieuws to the point, geef indien nodig redenen en oorzaken. Toon empathie en geef de ander de ruimte om zijn emoties te tonen. Herhaal indien nodig het slechte nieuws een aantal keer totdat het de ander duidelijk is. Eindig positief, met mogelijke alternatieven desnoods met het tonen van medeleven.
Let op: Valkuilen: -‐ Uitstellen van het vertellen van het slechte nieuws. -‐ De ander het slechte nieuws zelf laten vertellen. -‐ Een derde het slechte nieuws laten vertellen. -‐ De kern van het slechte nieuws niet of onduidelijk vertellen. -‐ Bij voorbaat verontschuldigen. -‐ Het gesprek onder tijdsdruk plaats laten vinden. -‐ Beloftes maken die je niet na kunt komen.
4
Opdracht: -
Kies twee gespreksvormen en voer deze uit in je groep/speltak. Schrijf kort op wat er goed en minder goed en hoe dat zo gekomen is. Bespreek je verslagje met de praktijkbegeleider
5