PraktijkWerkBoek beroepsopleiding MTV-2
Praktijktoets 2.1.2
Optreden op plaats delict INLEIDING Plaats van de leertaak in de context van het beroep De opleiding Medewerker Toezicht en Veiligheid niveau 2 is opgebouwd rond drie kerntaken, te weten: 1. Ziet toe op orde en veiligheid in het publieke domein. 2. Treedt op bij incidenten. 3. Voert dienstverlenende werkzaamheden uit. Elke kerntaak bevat een aantal kritische beroepssituaties. Kritische beroepssituaties zijn beroepssituaties, die kenmerkend zijn voor de beginnende beroepsbeoefenaar, in dit geval de medewerker toezicht en veiligheid. Deze kritische beroepssituaties zijn vertaald in leertaken: realistische, aan de beroepspraktijk ontleende situaties die altijd gekoppeld zijn aan een geïntegreerde verzameling leerdoelen. Leertaken worden in de vorm van opdrachten, cases, problemen, taken of projecten aan cursisten aangeboden. Alle essentiële aspecten van een complexe taak zijn in combinatie en coördinatie met elkaar in een leertaak vertegenwoordigd. De leertaak “Optreden op plaats delict” is onderdeel van kerntaak 2. DOEL VAN DE PRAKTIJKTOETS Aan het einde van deze praktijktoets heb je laten zien in staat te zijn overeenkomstig de werkinstructies van de organisatie op te treden op een plaats delict. Je bent in staat deze praktijktoets binnen ongeveer 10 minuten uit te voeren. De praktijktoets wordt beoordeeld met behulp van het activiteitenschema op pagina 3. COMPETENTIES Tijdens de leertaak “Optreden op plaats delict” komen de volgende competenties uit het kwalificatieprofiel Medewerker Toezicht en Veiligheid, niveau 2 aan bod: De medewerker toezicht en veiligheid is in staat op adequate wijze: 2
toezicht uit te oefenen ter realisatie van een vooraf bepaalde doelstelling.
3
op te treden bij een incident.
4
verdachte(n) aan te houden of te doen aanhouden ter bevordering van de orde en veiligheid in het publieke domein.
7
voorlichting te geven over veel voorkomende criminaliteit.
doc.code: ADSTmtv2.PWboek.pt2.1.2.doc
© RBBA
versie 1.1a
blad 1 van 8
PraktijkWerkBoek beroepsopleiding MTV-2
Praktijktoets 2.1.2
Optreden op plaats delict 8
het publiek te informeren en te verwijzen.
10
relevante wet- en regelgeving toe te passen.
12
zorg te dragen voor een goede werkuitvoering en een goede kwaliteit van het af te leveren werk.
14
zijn werkopdracht voor te bereiden, zodat deze efficiënt kan worden uitgevoerd.
16
mondeling en schriftelijk te rapporteren, zodat alle belanghebbenden doelmatig worden geïnformeerd.
17
te communiceren bij de uitvoering van controlerende en toezichthoudende taken.
18
samen te werken zodat het werk zo goed mogelijk kan worden uitgevoerd.
SITUATIEBESCHRIJVING Tijdens het toezicht houden op straat constateren jij en je collega dat zojuist een beroving heeft plaatsgevonden. Gezamenlijk besluiten jullie op te treden. Bij het toepassen van de daarvoor geldende werkinstructies vervul je de regierol en word je door je collega ondersteund. BEGINSITUATIE CURSIST Je kunt deze praktijktoets afleggen als je via praktijkopdrachten (portfolio) hebt laten zien dat je: ¨
je kunt voorbereiden op de activiteiten die je als toezichthouder moet uitvoeren;
¨
een stratenboekje en/of plattegrond van je werkgebied kunt gebruiken;
¨
weet hoe je een (mogelijke) overtreder tegemoet kunt treden en deëscalerend kunt optreden;
¨
kennis hebt van de huisregels en de werkinstructies van je werkgever, en kennis hebt van de toepasselijke wet- en regelgeving;
¨
de basisregels van samenwerking en overleg met collega’s kunt toepassen;
¨
weet hoe je een portofoon moet gebruiken om je aan- of af te melden, en op welke manier je via de portofoon om assistentie moet vragen;
¨
over een voorval schriftelijk kunt rapporteren.
doc.code: ADSTmtv2.PWboek.pt2.1.2.doc
© RBBA
versie 1.1a
blad 2 van 8
PraktijkWerkBoek beroepsopleiding MTV-2
Praktijktoets 2.1.2
Optreden op plaats delict
INHOUD PRAKTIJKTOETS - Activiteitenschema Wat doe je?
Waarom?
Aandachtspunten
1. Arriveer op de
Je gaat je voorbereiden op je
Je bent ruim op tijd en hebt nog
opkomstplek.
dagtaak en je collega’s rekenen
gelegenheid om je om te kleden.
VOORBEREIDING
op je aanwezigheid. 2. Kleed je om in je
Je uniform maakt je herkenbaar
Draag het uniform volgens de
uniform.
voor het publiek. Het is het
huisregels en de werkinstructies.
visitekaartje van jezelf en van de
Zorg dat het schoon, heel en
organisatie.
compleet is. Sieraden en
Een correct gedragen uniform
tatoeages zijn niet met een
draagt bij aan je gezag.
uniform te combineren, net als een al te uitbundige haardracht.
3. Neem deel aan
Het is belangrijk om te weten wat
Luister actief en stel vragen
de briefing/neem je
er van je verwacht wordt. Ook
indien nodig. Breng je eigen
opdracht in
moet je weten waar je collega’s
mening naar voren maar laat
ontvangst.
mee bezig zijn. Tenslotte is het
anderen wel uitpraten. Maak
van belang de bijzonderheden
aantekeningen.
van de voorgaande dienst door te nemen. 4. Verzamel het
Je eigen veiligheid kan in gevaar
Denk eraan dat de batterij van de
materiaal en de
komen als je niet over de juiste
porto voldoende is opgeladen.
hulpmiddelen dat je
hulpmiddelen beschikt. Ook kan
Vergeet je persoonlijke
nodig hebt voor het
de dienstverlening aan de burger
beschermingsmiddelen niet, net
uitvoeren van je
tekort schieten.
als plattegronden en folders.
5. Meld je aan via
De meldkamer of centrale post
Volg de instructie. Pas
de porto.
weten nu dat je op dienst bent en
etherdiscipline toe. Gebruik
waar jij je bevindt.
indien nodig het NAVO-alfabet en
taak.
spreek helder en verstaanbaar. 6. Verplaats je naar
De plaats van opkomst en de
Neem de kortste route. Neem de
de werkplek.
werkplek zullen niet altijd
verkeersregels in acht. Realiseer
samenvallen.
je dat je nu al als toezichthouder zichtbaar en aanspreekbaar bent.
doc.code: ADSTmtv2.PWboek.pt2.1.2.doc
© RBBA
versie 1.1a
blad 3 van 8
PraktijkWerkBoek beroepsopleiding MTV-2
Praktijktoets 2.1.2
Optreden op plaats delict Wat doe je?
Waarom?
Aandachtspunten
7. Verdeel de taken
Het komt zeer onprofessioneel
Geef je collega de ruimte maar
onderling.
over als beide toezichthouders
laat ook ruimte voor jezelf. Zorg
tegelijk het woord voeren. Voor
dat de taken rouleren.
de veiligheid is het belangrijk dat één van beiden de porto bedient. UITVOERING 8. Observeer en
Zo “zie” je het werk.
Loop je ronde. Scan het gebied
neem waar.
met je ogen. Gebruik je zintuigen. Signaleer verschillen met de vorige keer. Signaleer afwijkende situaties. Prent je de signalementen van voorbijgangers in. Maak aantekeningen indien nodig.
9. Stel vast dat er
Je moet een zorgvuldige afweging
een beroving heeft
maken. Soms is optreden niet
plaatsgevonden en
meer nodig omdat bijvoorbeeld
besluit of je gaat
de betrokkenen zich al
optreden.
verspreiden.
10. Kalmeer zo
Hulpverlening aan het slachtoffer
Geef het slachtoffer de
nodig het
is op dit moment belangrijkste.
gelegenheid zijn emoties te uiten
slachtoffer.
Overleg met je collega.
en luister actief. Pas algemeen geldende omgangsvormen en gesprekstechnieken toe. Spreek een moderne vreemde taal indien noodzakelijk.
11. Laat je collega
Jullie kunnen de eerste opvang
Geef je exacte locatie door.
de politie
doen, maar de politie is bevoegd
Formuleer kort en bondig in
alarmeren.
om op te treden.
helder en verstaanbaar Nederlands hoe de situatie is. Denk aan de etherdiscipline.
12. Laat het
Tijdens het vervolg van je ronde
Vraag door. Luister actief door de
slachtoffer de
kun je uitkijken naar iemand die
antwoorden van het slachtoffer te
beroving
aan het signalement voldoet. Ook
herhalen. Maak aantekeningen.
beschrijven en
help je zo de politie
Spreek een moderne vreemde
vraag om het
taal indien noodzakelijk.
signalement van de mogelijke dader.
doc.code: ADSTmtv2.PWboek.pt2.1.2.doc
© RBBA
versie 1.1a
blad 4 van 8
PraktijkWerkBoek beroepsopleiding MTV-2
Praktijktoets 2.1.2
Optreden op plaats delict Wat doe je?
Waarom?
Aandachtspunten
13. Als het
Tijdens het vervolg van je ronde
Vraag door. Luister actief door de
slachtoffer beroofd
kun je uitkijken naar de tas. Vaak
antwoorden van het slachtoffer te
is van een tas:
wordt die ergens weggegooid
herhalen. Maak aantekeningen.
vraag het
nadat geld en pasjes eruit
Spreek een moderne vreemde
slachtoffer de tas te
gehaald zijn.
taal indien noodzakelijk.
14. Vraag of er
Getuigen zijn belangrijk bij het
Pas algemeen geldende
getuigen zijn.
opsporen van de dader. Je moet
omgangsvormen en
voorkomen dat mogelijke
gesprekstechnieken toe. Spreek
getuigen doorlopen.
helder en verstaanbaar
beschrijven.
Nederlands. 15. Noteer van
Zo help je de politie.
Getuigen moeten gescheiden van
iedere getuige
elkaar hun verklaring afleggen
naam, adres,
om te voorkomen dat ze elkaar
telefoonnummer en
beïnvloeden. Pas algemeen
een korte
geldende omgangsvormen en
verklaring.
gesprekstechnieken toe. Spreek helder en verstaanbaar Nederlands en maak aantekeningen. Stel open vragen.
16. Stel eventuele
Om geen bewijsmateriaal
Ga creatief om met de
sporen veilig door
verloren te laten gaan.
beschikbare middelen.
17. Geef de politie
De politie kan jouw informatie
Formuleer kort en bondig in
alle informatie die
gebruiken als uitgangspunt voor
helder en verstaanbaar
je hebt verzameld.
het verdere onderzoek.
Nederlands.
14. Maak
Je aantekeningen vormen de
Let op dat je datum en locatie
aantekeningen in je
basis voor je rapportage. Wellicht
correct vermeldt.
notitieboekje.
heeft de politie later nog vragen.
bijvoorbeeld een afzetlint te gebruiken of je collega te vragen ernaast te gaan staan.
AFRONDING
doc.code: ADSTmtv2.PWboek.pt2.1.2.doc
© RBBA
versie 1.1a
blad 5 van 8
PraktijkWerkBoek beroepsopleiding MTV-2
Praktijktoets 2.1.2
Optreden op plaats delict Wat doe je?
Waarom?
Aandachtspunten
15. Verplaats je
De plaats van opkomst en de
Neem de kortste route.
naar de
werkplek zullen niet altijd
Neem de verkeersregels in acht.
opkomstplek.
samenvallen.
Realiseer je dat je nog steeds als toezichthouder zichtbaar en aanspreekbaar bent.
16. Meld je af via
De meldkamer of centrale post
Volg de instructie. Pas
de porto.
weten nu dat je binnen bent.
etherdiscipline toe. Gebruik indien nodig het NAVO-alfabet en spreek helder en verstaanbaar.
17. Lever je
De materialen en hulpmiddelen
Meld eventuele storingen volgens
materialen en
zijn het eigendom van de
voorschrift.
hulpmiddelen in.
organisatie. Een collega zal er weer gebruik van maken.
18. Verwerk je
Zo kan er actie worden
Maak gebruik van de computer.
bevindingen in een
ondernomen op datgene wat je
Formuleer kort en bondig in
rapportage.
hebt geconstateerd. Je collega’s
foutloos Nederlands. Onderscheid
kunnen jouw meldingen
hoofd- en bijzaken. Gebruik bij
gebruiken als
het rapporteren de 7 W’s.
achtergrondinformatie. Het
Als er geen computer beschikbaar
management verwerkt je
is, mag er een handgeschreven
rapportages in verantwoordingen
rapportage gemaakt worden of
aan de opdrachtgever en gebruikt
kunnen rapportageformulieren
ze voor het ontwikkelen van
worden gebruikt.
nieuw beleid. 19. Neem deel aan
Om het werk goed te kunnen
Informeer kort en bondig in
de debriefing/geef
doen moet je je bevindingen
helder en verstaanbaar
je bijzonderheden
delen met collega’s en
Nederlands. Gebruik je
door.
leidinggevenden. Zij gaan verder
notitieboekje en onderscheid
waar jij gebleven bent.
hoofd- en bijzaken. Luister actief naar collega’s en laat hen uitpraten.
20. Kleed je om in
Voor je eigen veiligheid is het
burger.
niet toegestaan buiten diensttijd in uniform over straat te gaan.
doc.code: ADSTmtv2.PWboek.pt2.1.2.doc
© RBBA
versie 1.1a
blad 6 van 8
PraktijkWerkBoek beroepsopleiding MTV-2
Praktijktoets 2.1.2
Optreden op plaats delict
SCORELIJST Voorbereiding
ja
nee
goed
fout
1. Arriveert op de opkomstplek*
O
O
O
O
2. Kleedt zich om*
O
O
O
O
3. Neemt deel aan de briefing
O
O
O
O
4. Verzamelt materiaal*
O
O
O
O
5. Meldt zich aan via de porto*
O
O
O
O
6. Verplaatst zich naar het inzetgebied*
O
O
O
O
7. Verdeelt de taken in het koppel*
O
O
O
O
8. Observeert en neemt waar*
O
O
O
O
9. Stelt vast dat er een beroving heeft plaatsgevonden
O
O
O
O
10. Kalmeert het slachtoffer*
O
O
O
O
11. Laat de collega de politie alarmeren*
O
O
O
O
12. Laat het slachtoffer de beroving beschrijven en
O
O
O
O
O
O
O
O
14. Vraagt of er getuigen zijn
O
O
O
O
15. Noteert van iedere getuige naam, adres,
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
19. Verplaatst zich naar de opkomstplek*
O
O
O
O
20. Meldt zich af via de porto*
O
O
O
O
21. Levert materialen in*
O
O
O
O
22. Werkt een rapportage uit*
O
O
O
O
23. Neemt deel aan de debriefing
O
O
O
O
24. Kleedt zich om in burger*
O
O
O
O
De deelnemer:
Uitvoering
en besluit op te treden*
vraagt om een signalement van de mogelijke dader* 13. Indien van toepassing: Vraagt het slachtoffer de tas te beschrijven
telefoonnummer en een korte verklaring 16. Stelt eventuele sporen veilig 17. Geeft de politie alle beschikbare informatie* 18. Maakt aantekeningen in het notitieboekje* Afronding
Score Voldoende indien de kandidaat: Alle met * gemerkte activiteiten goed heeft verricht (ja en goed).
doc.code: ADSTmtv2.PWboek.pt2.1.2.doc
© RBBA
versie 1.1a
blad 7 van 8
PraktijkWerkBoek beroepsopleiding MTV-2
Praktijktoets 2.1.2
Optreden op plaats delict Aan alle onderstaande aandachtspunten heeft voldaan. Aandachtspunten Voorbereiding
ja
nee
1. Voert de praktijktoets binnen de daarvoor gestelde tijdslimiet uit.
O
O
2. Overlegt met zijn/haar collega over de onderlinge taakverdeling bij het
O
O
O
O
De deelnemer:
afhandelen van deze beroepssituatie 3. Beargumenteert op verantwoorde wijze de eigen acties en activiteiten.
Resultaat Voldoende
/
Onvoldoende
Datum: Plaats van afname: Handtekeningen: Beoordelaar 1
Beoordelaar 2
Naam: Functie:
Paraaf:
doc.code: ADSTmtv2.PWboek.pt2.1.2.doc
© RBBA
versie 1.1a
blad 8 van 8