U i t g av e H i S t O R i S C H e v e R e n i g i n g H a e R l e m
•
SeptembeR 2008
•
JaaRgang 17
•
nUmmeR 3
•
Oplage 1900
jaar De Stichting Geveltekens Vereniging Haerlem (SGVH) heeft op 15 mei jl. met Wethouder Chris van Velsen de teruggeplaatste gevelstenen “de St. Jacobsschelp” en de dubbele jaarstenen uit 1599 en 1889 in de voorgevel van het “RosenstockHuessy Huis” en een gevel op de binnenplaats van Hagestraat 10 onthuld. Dit gebeurde in aanwezigheid van de regenten van het Sint Jacobs Godshuis, de eigenaren en sponsors van de gevelstenen.
Het was de SGVH die zich had ingespannen om de stenen terug te krijgen in de Hagestraat waar deze tot 1965 hebben gezeten. In 1965 verhuisden namelijk de bejaarden uit het St. Jacobs Godshuis in de Hagestraat naar St. Jacob in de Hout aan de Zuiderhoutlaan 1. Bij deze verhuizing zijn ook de vier aanwezige gevelstenen meegenomen. Drie zijn na een korte briefwisseling nu weer op hun oorspronkelijke plek teruggekomen. De vierde zit nog in de regentenkamer ingemetseld. In het jaarverslag 2008 zullen we hier uitgebreid op terug komen. Wethouder Hilda van der Molen onthult vrijdag 2 september om 16.30 uur namens Woningbouw vereniging Pré Wonen en de Stichting Geveltekens Vereniging Haerlem (SGVH) twee gevelstenen in het perceel Hagestraat 47. Deze stenen hebben daar oorspronkelijk ook gezeten. De gevelsteen “de Bakkerij “dateert uit 1611. Het betreft de oorspronkelijke steen. “De Deegtrapper” uit dezelfde
Gevelsten terug op hun oude vertrouwde plaats tijd is een replica omdat de oorspronkelijke steen halfweg de vorige eeuw is kwijtgeraakt. De SGVH heeft na een plezierige onderhandeling de gevelsteen de Bakkerij op 22 februari 2005 geschonken gekregen van het Museum van Joh. Enschedé. De andere steen is alleen van een foto bekend. Deze twee stenen zijn na de sloop van het vroegere perceel in de Hagestraat overgebracht en boven elkaar aan de binnenkant van de tuinmuur geplaatst van het vroegere Koloniaal Museum, dat zich bevond in het huidige Provinciehuis aan de Paviljoenslaan. In 1923 sloot het museum zijn deuren en werd de collectie overgebracht naar Amsterdam. De steen “de Bakkerij“ kwam in het bezit van het Enschedé-museum en in 2005 in het bezit van de SGVH.
De SGVH had de heer Johan de Zoete, Conservator van het Museum Joh. Enschedé beloofd dat de steen weer zichtbaar zou worden geplaatst voor de Haarlemse burger en bij voorkeur in het huidige perceel Hagestraat 47. De SGVH wilde dit het liefst doen als ook de steen “de Deegtrapper”er bij zou komen. Dit is gelukt omdat we een replica hebben kunnen laten hakken. Dit is o.a. gesponsord door de huidige eigenaar van het perceel Woningbouw vereniging Pré Wonen en aannemingsbedrijf Holleman Santpoort b.v. die de stenen gratis heeft geplaatst. De nieuwe steen “de Deegtrapper” is gemaakt door Tobias Snoep van Snoep & Vermeer uit Amsterdam. Martin Busker voorzitter SGVH
Uw Haarlem liefde wordt beloond: speciale ontvangsten voor leden van Haerlem Wij proberen de leden van Vereniging Haerlem altijd te laten profiteren van extraatjes op het gebied van erfgoed, kunst en cultuur. Deze nieuwsbrief brengt u een drietal van die kleine privileges.
- Het Frans Hals Museum biedt op 16 november een ledenontvangst voor de expositie ‘De Gouden eeuw begint in Haarlem’. Op pagina 6 leest u meer over deze expositie.
- Toneelliefhebbers kunnen vooruitkijken naar een bijzondere Gijsbrechtuitvoering vanaf 30 september waaraan een aantrekkelijk aanbod is verbonden. Verderop vindt u meer informatie.
- Ook de Kunstkerk Bakenes heeft een uitnodiging speciaal voor leden van de Historische Vereniging. Tijdens twee avonden geeft samensteller Alexander de Bruin, een toelichting op en rondleiding over de tentoonstelling. - Zie tenslotte ook de agenda over de expositie “Haarlemse Huiskamers”.
Het huis met de handtekening
van de Haarlemse architect Jac. London (1872-1953)
3
2
hem bij de Haarlemse gevelwedstrijd van 1906 de zilveren erepenning op. In 1907 kreeg hij opnieuw de tweede prijs, voor het Gebouw van de Christelijke Jongelings Vereeniging in de Lange Margarethastraat (de tegenwoordige strijd van de Nederlandse Bond van nummers 31-33-35).Zowel zijn ontArchitecten, afdeling Haarlem, en werpen als zijn voltooide gebouwen vestigde daarmee meteen zijn reputatie. werden besproken in vakbladen als Hij was toen 28 jaar oud. Zijn vader, ‘Bouwkundig Weekblad’, ‘De Opmerker’ de aannemer H. London, kreeg een en ‘Architectura’. Zijn landhuizen en zilveren erepenning voor de goede uitandere grote bouwwerken werden voering. In 1904 won hij opnieuw de opgenomen in architectuurgidsen uit eerste prijs, voor een dubbel landhuis binnen- en buitenland. aan de Heythuizenweg, bij de Hout. Prijswinnende architecten krijgen Tussen 1903 en 1905 bouwde hij het direct veel werk; zo ook Jacob (of Christelijk Tehuis voor Militairen aan populair Jack) London. Dit blijkt wel de Jansweg 34; een militaire zorginuit zijn staat van dienst. Hij begon stelling. Ontwerp en bouw leverden met het ontwerpen van Haarlemse winkelpanden en bedrijven (bijvoorbeeld Zijlstraat 25 en 29, Wijnhuis De Gulde Druif in de Gierstraat en het gebouw van de Haarlemsche Rijtuigfabriek aan het Houtplein). Maar hij werd steeds meer gevraagd voor monumentale bouw: landhuizen en villa’s, stedelijke herenhuizen, raadhuizen en schouwburgen. Maar hij trok zijn neus niet op voor kleinere opdrachten of industriële ontwerpen, bijvoorbeeld voor fabriekshallen (zoals Kousenfabriek Hin aan de Zijlweg) en in zijn latere woonplaats Hilversum 1. tehuis voor een complex van 60 arbeiderswoningen. militairen aan De schouwburg aan de Jansweg in de Jansweg 34 Haarlem werd in 1904 volgens zijn ontwerp verbouwd. Tussen 1904 en 2 2. Winkelpand 1906 kwam het raadhuis van Halfweg, Zijlstraat 29 gemeente Haarlemmerliede en
Jacob London (1872-1953) was een bekende Haarlemse architect, die in en rond de stad zijn sporen heeft nagelaten. In het voorjaar bracht de Historische Werkgroep een bezoek aan het pand Koningstraat 37, waar in de gevel van de voormalige bakkerij een zwierige handtekening in het hardsteen is gezet: ‘J. London, archit.’
In de kelder is ‘Wijnkelder De Bergplaats’ gevestigd. Het interieur van het hele pand is het bezien waard, want de huidige gebruikers hebben het oude interieur zorgvuldig, en duidelijk met liefde voor het verleden, in stand gehouden. Maar die gevel, met een signering door de bouwmeester, in fraai krullend schoonschrift, zette ons aan tot verdere nasporingen. Het ontwerp van deze winkelpui leverde London in 1900 een prijs op: hij werd winnaar van een gevelwed-
1
4
Spaarnwoude, tot stand, dat inmiddels de status van rijksmonument heeft. In 1908-1909 het raadhuis van de – nu tot Beverwijk behorende – gemeente Wijk aan Zee en Duin, tegenwoordig het Museum Kennemerland. In 1909 volgden het ontwerp en de bouw van de consistoriekamer van de Evangelisch-Lutherse kerk in de Witte Herenstraat; een schitterende vergaderruimte. Tot aan zijn verhuizing in 1912 bouwde hij landhuizen, villa’s en herenhuizen in Haarlem en Heemstede, in Aerdenhout, Lisse, Bentveld, Zandvoort en Noordwijk. In oktober 1912 verhuisde hij van Haarlem naar Hilversum, waar hij grond had aangekocht en waar hij niet alleen voor anderen maar ook voor zichzelf villa’s bouwde. Zoals aan de Soestdijkerstraatweg 110-112 villa Middlesex, waar London zelf heeft gewoond. Deze villa is nu genomineerd voor de status van rijksmonument. In Hilversum leidde London ook andere architecten op, bijvoorbeeld Egbert Reitsma (1892-1976) die vooral in noordoost Nederland veel heeft gebouwd. London’s bouwstijl varieert nogal. Aanvankelijk bouwde hij historiserend en in neostijlen. Van neogotiek en neorenaissance tot neobarok. Bij landhuizen mengde hij soms elementen van de Engelse landhuisstijl (erkers) met classicistische - (pilaren) en met barok-elementen (ornamentiek). Maar ook het modernisme en de nieuwe zakelijkheid zijn in sommige van zijn latere ontwerpen terug te vinden. Hij werkte veel samen met beeldhouwer
Tot de weinige ontwerpen van London die nooit zijn uitgevoerd, behoort de serie schetsen in het werk ‘Het Godshuis in de Lichtstad’ (1921) van Frederik van Eeden. In dit utopische werk, dat uitging van de bouw van een ideale ‘heilige’ vredesstad als wereldcentrum, zou ook een Tempel der Broederschap komen, waarin alle godsdiensten zouden kunnen samensmelten. Het was een uiting van een sterke, algemeen gevoelde wens naar duurzame vrede, zo kort na de verschrikkingen van de Grote (eerste) Wereldoorlog. Van Eeden had een vast geloof in de verwezenlijking van dit ideaal. Of zijn goede vriend London, die de bouwtekeningen voor dit heilsplan ontwierp, even vurig in de uitvoerbaarheid geloofde, is niet bekend. En het plan is nooit uitgevoerd. Maar op aardser niveau siert de fiere handtekening van Jac. London nog altijd een uniek huis - Haarlem heeft behalve een Huis met de Beelden dus ook een Huis met de Handtekening. Dat is het bekijken waard. Gids: Thon Fikkerman Foto’s: Daan Kerkvliet tekst: Leny Wijnands/red. Annemarie Broek
Bronnen: mondeling, mevr. Tegel, bewoonster van Koningstraat 37. De voornaamste websites: bonas.nl; luthersekerk.info; tgooi.info/architect; museumkennemerland.nl; stichtingegbertreitsma.nl; brandingrtv.nl; nai.nl. Literatuur: ‘De ’s-Gravelandseweg en zijn bewoners: ruim twee eeuwen dorpsgeschiedenis’- Uitgeverij Verloren, Hilversum, 2005.
5
6
L. Vreugd. Tussen de bedrijven door deed hij aan tekenen en schilderen en ontwierp hij meubels. Vrij recent zijn bij Christie’s in Amsterdam een door hem ontworpen hal- of muurbankje en twee olieverfschilderijen van zijn hand geveild: ‘Rivierlandschap’ en ‘Dame, zittend in een interieur’. Dit alles is maar een korte, onvolledige greep uit de waslijst van uitgevoerde werken.
7
3. De voormalige bakkerij aan de Koningstraat 27. 4. Detail van het interieur 5. Koningstraat 3 6. Fonteinlaan 11 7. interieur van de evangelisch lutherse kerk aan de Witte Heerenstraat.
3
Van de In de Nieuwsbrief zowel als in de jaarboeken van de historische vereniging wordt veel aandacht gegeven aan gevelstenen. Dit vooral dankzij de actieve Stichting Geveltekens van de historische vereniging. Daarbij doet zich wel een probleem voor: de stichting lijkt even enthousiast over nieuwe als oude geveltekens en ongeacht waar.
In de binnenstad en andere historische plekken kan dat afbreuk doen aan het unieke karakter van met name de Nederlandse gevelsteen die is ontstaan en fungeerde als huismerk, in een tijd waarin huisnummers nog ontbraken. Later ontwikkelde het verder zijn versierend en reclamekarakter. 4 Een Nederlands fenomeen
In het boek Gevelstenen in Haarlem (van Bottelier en Graafeiland) wordt geconstateerd dat gevelstenen een typisch Nederlands fenomeen zijn. In Engeland werden veel uithangborden gebruikt. Deze kwamen ook hier wel voor. Dat deze op café’s verdwenen zijn wordt wel toegeschreven aan de agressieve bierreclame van grote firma’s die zoveel mogelijk lichtbakken plaatsten. De aanwezigheid van een flink aantal gevelstenen in Haarlem is een groot goed dat terecht gekoesterd wordt. Het versterkt het historisch karakter van de binnenstad en men kan er vaak uit aflezen welke functies bepaalde gebouwen gehad hebben. Het gaat soms verder. Neem de lijnwaadpakkerij op een gevelsteen in de Frankestraat waarin het functioneren van het bedrijf wordt weergegeven. Met de ton die toen veel als pak- en transportmiddel gebruikt werd omdat deze gerold kon worden. De historische binnenstad
Wanneer over nieuwe gevelstenen en geveltekens gesproken wordt dan is het van belang, onderscheid te maken tussen de historische binnenstad en de overige stadsdelen. De algemene opvatting is dat binnen de historische bebouwing alleen oorspronkelijke gevelstenen en geveltekens aanwezig horen te zijn en zoveel mogelijk op de oorspronkelijke lokatie. Gelukkig wordt hier actief aan gewerkt en poogt men de nodige zorgvuldigheid na te streven. Daarnaast zie je dat in
Over oude en nieuwe gevelstenen dit gebied ook nieuwe gevelstenen geplaatst worden. Als dat toeneemt dreigt een aantasting van het karakter, waarbij niet de historische betekenis maar de toevallige eigenaar van het desbetreffend pand de uitstraling bepaalt. Enkele voorbeelden
Aan het begin van de zo karakteristieke Warmoesstraat is een nieuwe forse gevelsteen geplaatst die een pantalon afbeeldt, een broek dus. Deze zou de naam van de huidige eigenaar van het pand moeten verbeelden. Een extra aspect is dat diens naam broek waarschijnlijk niets met een pantalon te maken heeft maar met laagliggend, slecht afwaterend land. Zie namen als Grootebroek en Broek op Langedijk. Op een pand aan het Korte Spaarne zijn 2 verminkte wapens geplaatst, respectievelijk van de gemeenten Voorschoten en Haarlem; plaatsen waaruit de huidige bewoners afkomstig zijn. Aan het Spaarne-oostzijde heeft een bekend journalist zijn pand opgeleukt met wapen-schilden waarin onder meer een vliegtuig en een aantal sportattributen zijn opgenomen. Tussen de schilden in een bal en basketbalmand. Ik doe een beroep op de historische vereniging en de Stichting Geveltekens om ook ten aanzien van de gevelstenen en verdere geveltekens de binnenstad zoveel mogelijk te beschermen. De Commissie Welstand en Monumenten schrijft inzake gevelstenen: “Gevelstenen zijn incidenteel, individueel en specifiek. Per geval wordt daarom bekeken – met onderondersteuning van specialistische deskundigdeskundigheid – of het aanbrengen van gevelstegevelstenen cultuurhistorisch, welstandelijk en monumentaal verantwoord en verdeverdedigbaar is”. Andere stadsdelen
Bij de plaatsing van ornamenten en objecten als geveltekens op gebouwen zullen het betrokken pand en
de omgeving daarvan mede bepalend moeten zijn. Zie ook het hiervoor geciteerde advies van de Welstands- en Monumentencommissie.: Daaruit spreekt een bepaalde terughoudendheid die past bij een vaak wezensvreemd element dat aan een gebouw wordt toegevoegd. Anders ligt dat met betrekking tot bouwwerken waarbij een plastiek, beeld of (ander) gevelteken is opgenomen in de architectuur. In het jaarverslag 2007 verdedigt de Stichting Geveltekens het plaatsen van nieuwe gevelstenen. Nadat de primaire functie van de geveltekens als huismerk verloren ging zijn ook in latere tijd nieuwe geveltekens aangebracht. Enerzijds ter versiering en reclame. Vaak op basis van het Gesamtkunstwerk waarbij de architect van het gebouw een belangrijke rol speelde. Terecht wordt het belang van dergelijke objecten van kunstenaars als Van den Ende, Mulder en Vos benadrukt. Maar om bij het vastleggen van een persoonlijk feit van de eigenaar(met als voorbeeld de hiervoor genoemde vermaakte wapenschilden uit de gemeenten van zeg Piet en Truus) te spreken van “het vastleggen van een stuk geschiedenis” is niet juist. Een onderscheid is van belang tussen het vastleggen cq. eren van bepaalde feiten en personen en het streven een persoonlijk stempel te drukken op panden. Wat het eerste betreft zal met name de afweging van het belang een rol moeten spelen, naast de inpasbaarheid cq. de architectuur van het gebouw/de gebouwen. De in het jaarboek 2007 getoonde gevelstenen gebouwd aan de Slachthuisstraat die allerlei dieren uitbeelden, gekoppeld aan een spreuk of gezegde, leggen een verband met het vroegere slachthuis en de nieuwbouwwoningen onderling. De idee, de bijdrage daaraan van de bewoners, de gebleken inpasbaarheid en de kostelijke uitvoering rechtvaardigen een en ander ten volle. Dat de restauratie/renovatie van woningen aan de Scheepmakersdijk en Papentorenvest, in het verlengde van de molen de Adriaan, in samenwerking met Jeugdzorg geschiedde, is eveneens een vermeldenswaardig feit. Gelet op het historisch karakter van de woningen is
Penningmeester
Zoals op de algemene ledenvergadering in eind juni werd toegezegd, wordt hierbij de begroting voor 2008 gepubliceerd. Gegeven de vermoedelijke uitkomst voor 2008 zal het Dagelijks Bestuur zich toch moeten beraden over een geringe aanpassing van de contribuite. Uit de begroting blijkt ook dat € 1500 is begroot voor ledenwerving. U hoort nog van ons. W.D.Slik, penningmeester telefoon 023 531 74 17 email:
[email protected] Begroting Ontvangsten: Contributies Vrijwillige bijdragen Opbrengst effecten Koerswinst effecten Verkoop artikelen Verhuur Hoofdwacht Subsidies Overig Totaal
Budget Uitkomst 2008 2007 29500 4000 4000 0 1000 300 4000
Budget 2007
Uitkomst 2006
30500 3000 5000 0 800 200
30110 3252 5744 14229 1024 200
42800
30696 3008 7049 80634 8291 300 6000 90 136068
39500
2316 56875
Uitgaven: Huisvestingskosten Lidmaatschappen Kosten Jaarboek Lezingen/nieuwsbrief/excursies Website Bestuurs- en secr.kosten Kosten werkgroepen Verzekeringen Tentoonst. en openst. Hoofdw. Ledenwerving Afboeking voorraden Uitgaven boeken/folders Totaal
12500 100 12000 11000 1700 5000 2000 800 1000 1500 2000 2000 51600
16637 42 11944 14385 1658 5879 2818 785 3273 0 2500 21763 81684
12000 200 11000 11500 1400 4500 2500 800 1200 500 0 1000 46600
12812 291 10848 13956 1353 4905 3285 875 1315 0 3209 4628 57477
Saldo
-8800
54384
-7100
-602
Nagekomen lasten 2005
de stripachtige gevelsteen die dat feit vertolkt toch enigszins storend. Een tweede gevelsteen die het zelfde feit op anekdotische wijze gedenkt, lijkt overbodig. Wat het tweede aspect betreft gaat het om het aanbrengen van geveltekens van de kant van de eigenaar op particuliere objecten. Deze wil dan (elementen uit) zijn eigen (familie-)
-6243
geschiedenis vastleggen, en dat lijkt misplaatst. Ik verwijs naar de pantalon, de aangepaste stadswapens en de sportartikelen als hiervoor genoemd. Medewerking daaraan zou ik willen afraden. Het is jammer wanneer een mode wordt ondersteund die in korte tijd een kakafonie van geveltekens zou bevorderen. Juli 2008 Han Leroi
5
schilderkunst van de Gouden Eeuw. (Verkoopprijs soft cover € 24,95, 192 pagina’s, 137 kleurenafbeeldingen, nai Uitgevers, Rotterdam.) Een nieuw soort opdrachtgeverschap.
Hendrick Vroom – Gezicht op Haarlem vanaf het Noorder Buiten Spaarne, ca. 1625, doek, 61 x 122,5 cm, Frans Hals Museum, Haarlem
11 oktober 2008 t/m 1 februari 2009
De Gouden Eeuw begint in Haarlem Het Frans Hals Museum presenteert vanaf 11 oktober een grote tentoonstelling die het gehele museumgebouw zal beslaan, onder de titel ‘De Gouden Eeuw begint in Haarlem’.
6
Met deze tentoonstelling wil het museum inzichtelijk maken dat de schilderkunst juist in de stad Haarlem revolutionaire ontwikkelingen heeft doorgemaakt. Aan het eind van de 16e eeuw ontstond er een snelle economische groei die grote welvaart bracht, ook binnen de middenklasse. Veel vroeger dan in andere steden leidde dit tot een totaal ander soort koperspubliek en andere opdrachtgevers dan voorheen. Hierdoor is in ca. 20 jaar tijd een totale verandering van onderwerpen in de schilderkunst te zien. Artistiek gesproken is Haarlem dan ook de bakermat van de Gouden Eeuw. Door de voortdurende strijd op het grondgebied van de Zuidelijke Nederlanden en de dreiging van de inquisitie emigreerden veel ondernemende burgers met name vanuit Antwerpen naar steden in de Noordelijke Nederlanden. Haarlem was de belangrijkste bestemming. In 1622 bestond de helft van de Haarlemse bevolking uit Vlamingen, waaronder ook veel kunstenaars. Deze immigranten maakten met hun kennis, kapitaal en handelscontacten van de textielnijverheid een zeer bloeiende tak van industrie. De explosieve groei van de Haarlemse economie kwam aanvankelijk slechts de rijke ondernemers ten goede. Maar vanaf 1600 kwam een gegoede middenklasse op die in de rijkdom ging delen. Met name de Doopsgezinden onder hen waren geïnteresseerd in techniek, wetenschap en kunst. Zij vooral maakten Haarlem tot een dynamische, moderne stad. De nieuwe, snel groei-
ende groep rijke burgers en welvarende handelslieden diende zich aan als de nieuwe kunstkopers. Zij verleenden geen opdrachten voor grote bijbelse en mythologische voorstellingen; de eigen directe leefwereld van de burger werd het nieuwe onderwerp: de stad, de Grote of St. Bavokerk, het afwisselende landschap in de omgeving van Haarlem, het dagelijks leven, gebruiksvoorwerpen en etenswaren. Deze burgers lieten zichzelf in hun nieuw verworven status zelfbewust afbeelden in (groeps-) portretten. Frans Hals werd de geniale meester die een revolutionaire doorbraak teweeg bracht. Hij wist natuurlijke beweging in zijn portretten te brengen en individuele expressie van mensen in een sprekende gelijkenis te vangen. Schilders profileerden zich als specialist. Zo konden zij naamsbekendheid verwerven en een klantenkring opbouwen. De klandizie bleef niet beperkt tot Haarlem alleen. Al spoedig hadden de Haarlemse schilders zo’n grote reputatie verworven dat kunstkenners, kunsthandelaren en agenten van buitenlandse vorstelijke verzamelaars in Haarlem inkopen kwamen doen. Esaias van de Velde, Jan van Goyen, Salomon van Ruysdael en Pieter de Molijn verkenden de schilderachtige omgeving van Haarlem. Hun indrukken verwerkten zij in hun atelier tot realistische landschapsschilderijen. Esaias van de Velde, Willem Buytenwech en Dirck Hals – de jongere broer van Frans Hals – legden in hun ‘buitenpartijen’ en ‘vrolijke gezelschappen’ de basis voor de genreschilderkunst. Adriaen Brouwer introduceerde het boerengenrestuk
daarin gevolgd door Adriaen en Isaack van Ostade. Pieter Claesz maakte met het zogenaamde ‘monochrome banketje’ stillevens met etenswaren en vaatwerk in sobere tinten. De architectuurspecialist Pieter Saenredam koos voor bestaande bouwwerken, zoals de Grote of St. Bavokerk, die hij op basis van mathematische studie weergaf in een harmonieus lijnenspel. Tentoonstelling
De inrichting van de tentoonstellings heeft een ‘google earth’ -achtige opzet. Zij ‘zoomt’ als het ware in op Haarlem in de Gouden Eeuw: de bezoeker nadert Haarlem vanaf de zee, langs de duinen, bleekvelden en omliggende dorpen. De stad doemt op en men maakt kennis met de bewoners van Haarlem. Er wordt gekeken naar hun interieur en zelfs naar wat er bij hen op tafel staat, gevangen in stillevens. ‘De Gouden Eeuw begint in Haarlem’ bevat vele topstukken van onder anderen Frans Hals, Salomon van Ruysdael, Jacob van Ruisdael, Pieter Saenredam, Jan Steen en Pieter Claesz uit belangrijke museumcollecties en particuliere verzamelingen, aangevuld met sleutelstukken uit de eigen collectie. Het museum is er bijzonder trots op dat Frans Hals vertegenwoordigd wordt met 20 schilderijen, waaronder ‘De vrolijke drinker’ uit het Rijksmuseum en de vermaarde ‘Jongeman met schedel’ uit de National Gallery in Londen. Het is de afscheidstentoonstelling van conservator Oude Kunst Pieter Biesboer, die al 32 jaar aan het museum verbonden is. Bij de tentoonstelling verschijnt een catalogus waarin Pieter Biesboer, samensteller van de tentoonstelling, uitgebreid zal ingaan op de belangrijke rol die Haarlem heeft gespeeld in de
De rijke burgers en welvarende handelslieden dienden zich aan als de nieuwe kunstkopers. Dat ging gepaard met een grote verschuiving in onderwerpkeuze. De grote altaarstukken en ingewikkelde allegorische voorstellingen verdwenen naar de achtergrond. De eigen directe leefwereld van de burger werd het nieuwe onderwerp: de stad, de Grote of St. Bavokerk, het afwisselende landschap in de omgeving van Haarlem, het dagelijks leven, gebruiksvoorwerpen en etenswaren. Ook de burgers zelf kregen een levendige rol toebedeeld in portretten en genrestukken. De Haarlemse marineschilders Hendrick Vroom en zijn jongere tijdgenoten Cornelis Claesz van Wieringen en Cornelis Verbeeck hebben aan de wieg gestaan van het Hollandse zeestuk.
Speciale middag voor leden van de Vereniging Haerlem
Zondagmiddag 16 november ben u van harte welkom om de tentoonstelling De Gouden Eeuw begint in Haerlem te komen bezoeken. Speciaal voor leden zal Drs. Irene van Beek een lezing verzorgen over de Gouden Eeuw. Aanvang: 13.00 en 14.30 uur in de Lezingenzaal van het Frans Hals Museum Kosten: entree museum (Museumkaarthouders € 2,50, Vrienden Frans Hals Museum gratis) De lezing is gratis. Wel graag opgeven voor de lezing bij het Frans Hals Museum: Monique van Royen 023 511 5783 of
[email protected]. Leden van de Vereniging Haerlem ontvangen op zondag 16 november 10% korting op de catalogus. Het museum is geopend van 12.00 tot 17.00 uur.
De Gijsbrecht van Aemstel
Joost van den Vondel in de Janskerk in Haarlem De Gijsbrecht van Aemstel is de bekendste Nederlandse theaterklassieker. Hij kent een roemruchte opvoeringtraditie, die begint bij de opening van de Amsterdamse Schouwburg aan de Keizersgracht op 3 januari 1638, waarvoor Vondel het stuk heeft geschreven als een Amsterdamse versie van de klassieke ondergang van Troje. Vanaf 1641 werd het toneelstuk ieder jaar opgevoerd, vanaf 1841 iedere nieuwjaarsdag in de Amsterdamse Stadsschouwburg. De intrede van het moderne toneel in 1969 vernietigde deze traditie. Er volgden slechts sporadisch opvoeringen, Theater Nomade was in 2003 de laatste vertolker. En nu dan in 2008 vindt er in het kader van het Cultuurjaar Haarlem een vijftal buitengewone voorstellingen plaats in de Janskerk – Noord-Hollandsarchief. Theater Nomade speelt de originele Gijsbrecht in Vondels bloemrijke 17e eeuwse tekst, met een directe verwijzing en koppeling naar het huidige conflict in Afghanistan. De middeleeuwers met hun zwaarden en hellebaarden staan tegenover de actuele hightech militair met zijn camouflagepak. Een wereld waarin de westerse “Het hemelsche gerecht heeft zich ten lange lesten legers staan tegenover de Erbarremt over my, en mijn benauwde vesten, laatste bolwerken van een En arme burgery; en op mijn volx gebed, traditionele en religieuze En dagelix geschrey, de bange stad ontzet”. cultuur. Tenslotte wordt de ballingschap van Gijsbrecht van Aemstel tot een Islamitische tragedie in Afghanistan. Een beeldenstorm van videobeelden uit Uruzgan. Een dreigend schouwspel op middeleeuwse muziek. Een koor Soefidansers kondigt de ondergang van de stad Amsterdam aan.Deze Gijsbrecht symboliseert ook de ondergang van de klassieke theatertraditie. Het theaterstuk behandelt de moderne mediawereld die de overblijfselen van de geschiedenis herinterpreteert en haar interpretatiewijze vernietigt. Historische beelden versus oorlogsbeelden en live video. De Gijsbrecht getrouwen spreken in 17e eeuwse rijmteksten van Vondel en staan tegenover zijn westerse vijanden zoals de Haarlemmers en de Waterlanders. Vondels authentieke tekst zal ingekort worden opgevoerd, zodat de belang rijkste personages en verhaallijnen scherper op de voorgrond treden. Een buitengewone voorstelling voor de liefhebbers van historie en theater. En dat bovendien in een wel zeer bijzondere, historisch passende maar wel pikante locatie als de Janskerk in Haarlem. De voorstellingen vinden plaats vanaf dinsdag 30 september tot en met zaterdag 4 oktober, aanvang 20.30 uur. Speciaal aanbod: gratis boek bij 2 kaarten.
De toegangsprijs bedraagt € 17,50 per persoon. Leden van onze vereniging die 2 kaarten bestellen krijgen voor de aanvang van de voorstelling bij de receptiebalie één historisch volledig gedocumenteerd boek cadeau van het verzamelde theaterwerk van Theater Nomade 1984 – 2006. De fraaie bundel bevat op 496 pagina’s alle theaterteksten, programmabeschrijvingen, fotomateriaal, recensies en commentaren. Kaarten kunnen vooraf worden gereserveerd : 023-5121212, of op de theateravonden bij de receptie van de Janskerk worden aangeschaft, voor zo ver er nog plaats is. Leden die gebruik maken van het speciale aanbod wordt verzocht dit, liefst per e-mail, te melden aan
[email protected] of telefonisch : 023-5172700. (Let op, u kunt hier dus niet reserveren voor de voorstelling zelf.) 3 Het gratis boek ligt dan voor aanvang van de voorstelling voor u klaar.
7
Agenda
Punten
Wilhelmusavond in de Gravenzaal
Rondleiding en toelichting
Is ons volkslied oorspronkelijk van Haarlemse bodem?
Haarlem op de kaart gezet
Gravenzaal van het Stadhuis Maandag 13 oktober De toegang tot deze avond is gratis. De deuren gaan open om 19.30 uur.
8
KunstKerkBakenes Bakenesserstraat, Haarlem Donderdagavond 9 oktober 2008 Dinsdagavond 14 oktober 2008 Aanvang 20.00 uur (KunstKerkBakenes open 19.30 uur)
Enige tijd geleden heeft de Duitse In de KunstKerkBakenes in Haarlem historica mw. Gudrun Dekker in is tot en met 26 oktober de tentooneen artikel in Haarlems Dagblad stelling ‘Haarlem op de kaart gezet laten weten dat zij over aanwijzingen – historische kaarten en hun functies’ beschikt dat het Wilhelmus is geschre- te zien. Op deze tentoonstelling ven in Haarlem, door Marnix van hangen circa zestig stadsplattegronSt.-Aldegonde. Mw. Dekker bereidt in den, op één na alle afkomstig uit de Groningen een proefschrift voor over collecties van het Noord-Hollands Ubbo Emmius, de eerste rector magArchief. Die ene kaart maakt deel uit nificus van de universiteit aldaar. Van van de collectie van het Algemeen Marnix van St.-Aldegonde is bekend Rijksarchief te Brussel. Het betreft dat hij in de maand december 1572, de oudste kaart van Haarlem. Voor in dienst van Willem van Oranje, in het eerst is deze kaart in Haarlem Haarlem de belegerden ondersteunde te zien. Daarnaast hangen op de bij de verstrekking van voedsel en tentoonstelling onder andere stadswapens. Ook is bekend dat tijdens dit kaarten uit de tijd van het beleg beleg op de Haarlemse stadsmuur het door de Spaanse troepen (1572/1573), Wilhelmus is gezongen. Mw. Dekker maar ook uit de twintigste eeuw. De heeft drie nieuwe coupletten gevonstadsplattegronden (en enkele stadsden die betrekking hebben op het profielen) zijn gerangschikt naar hun Haarlemse beleg. functie: juridisch, militair-strategisch, Een en ander is voor het Noordeconomisch, demografisch of promoHollands Archief, de Vereniging tioneel. Alexander de Bruin, conservan Vrienden van de Grote Kerk en vator van de topografisch-historische de Historische Vereniging Haerlem collecties van het Noord-Hollands aanleiding om op maandag 13 oktoArchief, geeft een toelichting op en ber a.s. (tijdens de Week van de rondleiding over de tentoonstelling. Geschiedenis) een Wilhelmusavond te Aanmelden is noodzakelijk, organiseren in de Gravenzaal van het liefst per e-mail: Stadhuis. Tijdens deze avond zal mw. Dekker haar bevindingen toelichten. maarten.brock@noord-hollandsarchief. Stadsorganist Anton Pauw en de Bavo nl of per telefoon: 023 51 72 700. Cantorij zorgen voor een muzikale omlijsting van de avond. Rondleiding voor Haerlem-leden De toegang tot deze avond is gratis. Tentoonstelling De deuren gaan open om 19.30 uur. ‘Haarlemse Huiskamers’ In verband met de beperkte Historisch Museum capaciteit van de Gravenzaal dienen Zondagmiddag 16 november belangstellenden zich van tevoren aan te melden bij het Noord-Hollands Het Historisch Museum voor leden Archief, liefst per e-mail
[email protected], van de Vereniging Haerlem een gratis rondleiding door de tentoonof telefonisch op 023 51 72 700.
stelling ‘Haarlemse Huiskamers’. Na afloop van de rondleiding krijgen de leden extra informatie over de tentoonstelling uitgereikt. U kunt zich vooraf opgeven via email:
[email protected]. Het Historisch Museum is van 13 uur tot 17 uur geopend. Toegangsprijs is € 4 – Museumkaarthouders en donateurs hebben gratis toegang. Speciale middag voor Haerlem-leden
Lezing over de Gouden Eeuw Zondag 16 novenber Aanvang 13.00 en 14.30 uur in de Lezingenzaal van het Frans Hals Museum Het museum is geopend van 12.00 tot 17.00 uur.
U bent van harte welkom om de tentoonstelling “De Gouden Eeuw begint in Haerlem” te komen bezoeken. Speciaal voor leden zal Drs. Irene van Beek een lezing verzorgen over de Gouden Eeuw. Zie ook de informatie op pagina 7
Canon van Haarlem nu op internet De 'Historische Canon van Haarlem' waarvan elke week een aflevering verschijnt in het Haarlems Dagblad telt nu totaal twintig items. Sinds enige tijd is de website actief. Dit is een gezamenlijk initiatief van de Historische Vereniging Haerlem, Haarlems Dagblad, het NoordHollands Archief en de gemeente Haarlem. Elke week wordt de meest recente canonaflevering op de website bijgeplaatst, plus een interview met een min of meer bekende Haarlemmer, zoals dat ook in de krant wordt gepubliceerd. Het is mogelijk via de website op de canonafleveringen te reageren; al snel na lancering waren de eerste reacties te zien. Het adres van de website is: www.canonvanhaarlem.nl.
Meer informatie over de Vereniging Haerlem op onze website: www.haerlem.nl Colofon: Haerlem Nieuwsbrief is een uitgave van de Vereniging Haerlem Verenigingszetel: de Hoofdwacht, Grote Markt 17 Postadres: postbus 1105 2001 BC Haarlem www.haerlem.nl. Secretaris: (023) 529 39 00 Gironr: 377882. Het blad verschijnt vier keer per jaar. ISSN: 1570-4785
Redactie: Theo van der Vlugt. Vormgeving: Sinas, Haarlem Foto’s: Maarten van Wamel Druk: drukkerij Excelsior Haarlem (sponsor) Verzending: Paswerk