Pharos Jaarplan
2015
Vastgesteld door de directie op 10 september 2014 Goedgekeurd door de Raad van Toezicht op 17 september 2014
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
-1-
Pharos Jaarp lan 2015
-2-
Inhoudsopgave 1
Inleiding
5
2
Over Pharos
9
3
Preventie en zorg chronische aandoeningen Meerjarenprogramma 2015 – 2018
3.1
13
Verantwoord medicijngebruik bij migranten en laaggeletterden Meerjarenprogramma 2015 – 2018
4
29
Jeugd en gezondheid Meerjarenprogramma 2015 – 2018
5
35
Ouderen en gezondheid Meerjarenprogramma 2015 – 2018
6
47
Participatie en eigen regie Meerjarenprogramma 2015 – 2018
7
55
Gezondheid asielzoekers en vluchtelingen Meerjarenprogramma 2015 – 2018
8
65
Vrouwelijke Genitale Verminking Meerjarenprogramma 2015 – 2018
9
79
Stimuleringsprogramma Lokale aanpak gezondheidsachterstanden Gezond in…
89
10
Samenwerking RIVM Centrum Gezond Leven (CGL)
97
11
Kennis- en informatieoverdracht
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
101
-3-
Pharos Jaarp lan 2015
-4-
1 Inleiding Voor u ligt het jaarplan 2015 van Pharos, het landelijk Expertisecentrum Gezondheidsverschillen. Pharos werkt aan het verminderen van met name sociaal economische en etnische gezondheidsverschillen en aan het bevorderen van de kwaliteit en effectiviteit van de gezondheidszorg voor laagopgeleiden, laaggeletterden, migranten en vluchtelingen. Gezond in… en Nationaal Preventie Programma (NPP) Bewoners van achterstandswijken leven gemiddeld 6 à 7 jaar korter en zo’n 19 jaar in minder goede gezondheid. In het Nationaal Programma Preventie (NPP) Alles is Gezondheid is de ambitie opgenomen de grote gezondheidsverschillen in Nederland te reduceren. Pharos ondersteunt deze ambitie van harte. Het is vanzelfsprekend dat we als landelijk expertisecentrum op dit terrein een stevige bijdrage leveren aan de realisatie van deze ambitie. Pledge Tijdens de startconferentie van het NPP heeft Pharos een pledge ondertekend, waarin we onze bijdrage hebben verwoord. Via het Stimuleringsprogramma Gezond in…, dat uitgevoerd wordt samen met Platform31, ondersteunen we gemeenten en professionals in een duurzame aanpak van gezondheidsachterstanden. Het programma richt zich in eerste instantie op 165 GIDS-gemeenten met wijken met de grootste gezondheidsachterstanden. Deze gemeenten ontvangen extra middelen voor het versterken van hun integrale aanpak van gezondheidsachterstanden. Zij bepalen hun eigen aanpak en maken bij de ontwikkeling en uitvoering ervan gebruik van het stimuleringsprogramma. Pharos en Platform31 bieden hierbinnen advies op maat en ondersteuning en delen goede voorbeelden en kennis uit binnen- en buitenland over wat wel en niet werkt bij de aanpak van gezondheidsachterstanden. Gezond in… is op 19 juni 2014 gelanceerd en loopt door tot 2018. In dit jaarplan is te lezen welke activiteiten we binnen Gezondin… in 2015 uitvoeren. De invulling van het programma komt in nauw overleg met gemeenten tot stand. Het programma verbindt en betrekt partijen uit diverse sectoren bij het vraagstuk van terugdringen van gezondheidsachterstanden. Het boeken van duurzame resultaten hierin vraagt om inzet en betrokkenheid van veel partijen. In de pledge hebben we aangegeven dat we ook op andere wijze bijdragen aan de doelen van het NPP: • Samen met het NHG, de LHV en het CGL verzamelen en verspreiden we in 2015 goede voorbeelden van samenwerking tussen preventie en zorg, tussen de publieke gezondheidszorg, huisartsenvoorzieningen en het sociale domein. Pharos besteedt
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
-5-
• •
daarbij extra aandacht aan voorbeelden die inzetbaar zijn bij laagopgeleiden en migranten. Samen met de KNMP voeren we een 4-jarig programma uit gericht op veiliger en beter geneesmiddelengebruik bij laaggeletterden en migranten De vele instrumenten voor het herkennen en goed hanteren van laaggeletterdheid en geringe gezondheidsvaardigheden zullen we zo goed mogelijk verspreiden en het gebruik ervan stimuleren.
Transities AWBZ, Jeugdzorg, Participatiewet en passend onderwijs Met de decentralisaties van de AWBZ, Jeugdzorg, Participatiewet en passend onderwijs komt de regie over het sociale domein grotendeels bij de gemeenten te liggen. Pharos speelt in haar programma’s Gezond in…, Participatie en eigen regie, Jeugd en Ouderen in op de uitdagingen die deze transities opleveren voor gemeenten. De rol van de wijkverpleegkundige in de verbinding van de domeinen krijgt in 2015 extra aandacht. Het programma Asielzoekers zoemt specifiek in op de gevolgen van de transities voor vluchtelingen. Kwaliteit en effectiviteit gezondheidszorg Naast Gezondin…en het programma Verantwoord medicijngebruik voert Pharos in 2015 nog zes andere programma’s uit. Het programma Preventie en zorg chronische aandoeningen richt zich op het verbeteren van de effectiviteit van zorg en preventie voor laagopgeleiden en migranten met chronische aandoeningen. Extra aandacht gaat daarbij naar het versterken van zelfmanagement bij deze groepen. In 2015 ontwikkelen we samen met het NHG een bijscholing over dit onderwerp en publiceren en verspreiden we een instrument voor verbeteren van zelfmanagement bij laagopgeleide diabetespatiënten. Het programma besteedt ook aandacht aan het verbeteren van zorg bij andere chronische aandoeningen, zoals SOLK, kanker, hart- en vaatziekten en COPD onder laagopgeleiden en migranten. In een structurele en goede samenwerking met NHG, LHV en de achterstandsfondsen werken we aan borging van kennis over gezondheidsverschillen binnen opleidingen, zorgstandaarden en richtlijnen. Het programma biedt ook bijscholing aan verpleegkundigen, praktijkondersteuners, fysiotherapeuten en doktersassistenten in achterstandswijken. Participatie en eigen regie Het programma Participatie en eigen regie richt zich op het versterken van de eigen rol van laagopgeleiden en migranten in gezondheid en de zorg. Het programma laat zien hoe bewoners in achterstandswijken zelf actief betrokken kunnen worden bij de aanpak van gezondheidsachterstanden. In 2015 ondersteunt het programma daarnaast 8 nieuwe patiëntenorganisaties en cliëntenraden omtrent de participatie van laagopgeleiden en migranten binnen hun organisatie. In 2018 willen we 50 patiëntenorganisaties hiermee bereikt hebben. Jeugd en Gezondheid De nieuwe inrichting van de zorg voor de jeugd op gemeentelijk niveau brengt nieuwe kansen met zich mee. De multidisciplinaire wijkteams zijn
Pharos Jaarp lan 2015
-6-
door hun outreachende en preventieve karakter beter in staat om in contact te komen met jeugdigen (en hun ouders) met de grootste gezondheidsachterstanden. Ten behoeve van deze teams verzamelt en verspreidt het Programma Jeugd en gezondheid in 2015 best practices voor het bereiken van deze groep, in nauwe samenwerking met betrokken professionals. Tevens sluit het programma in haar activiteiten aan bij de speerpunten van het NPP zoals overgewicht, bewegen en depressie. Samen met het Trimbos werken we aan depressiepreventie op school en samen met LOT-i-partners aan een leerlijn Sociaal Emotionele Ontwikkeling voor scholen, als basis voor een gezonde ontwikkeling van kinderen. Ouderen en gezondheid De belangrijkste thema’s binnen het programma Ouderen en gezondheid in 2015 zijn dementie en de ondersteuning van mantelzorgers. Het aantal migrantenouderen met dementie stijgt vijf keer sneller dan het aantal autochtone ouderen met dementie. De ziekte wordt door migranten nog weinig herkend en er rust een taboe op het bespreken ervan. Zorgverleners en mantelzorgers lopen hier in de praktijk dagelijks tegen aan en hebben behoefte aan adequate instrumenten om met de patiënten in gesprek te gaan. In 2015 besteedt het programma hier aandacht aan. Daarnaast focust het programma zich op het versterken van de draagkracht van hun mantelzorgers. Gezondheid asielzoekers en vluchtelingen De positie van asielzoekers met een kwetsbare gezondheid staat de laatste jaren regelmatig op de agenda. Het overlijden van een asielzoeker met psychische problemen en het uitzetten van een ernstig ziek meisje hebben geleid tot meer aandacht voor de menselijke maat in het asielbeleid en de noodzaak van tijdige signalering van gezondheidsproblematiek. In 2015 werken we aan verbetering van een vroegopsporings-instrument dat gebruikt wordt in de medische intake van het GC A (Gezondheidscentrum Asielzoekers). Ook brengen we op in kaart hoe de keten rondom de GGZ zorg voor asielzoekers is georganiseerd. In 2015 adviseert het programma het COA over het stimuleren van zinvolle dagbesteding en vrijwilligerswerk voor asielzoekers en ontwikkelen we een instrument voor het meten van de effecten daarvan op de gezondheid. Op verzoek van de VNG ondersteunen we gemeenten bij het vinden van oplossingen voor ongedocumenteerden met complexe medische problemen. Vrouwelijke Genitale Verminking (VGV) In 2013 publiceerde Pharos de resultaten van een onderzoek naar aard en omvang van VGV in Nederland. Belangrijke uitkomst van het onderzoek was dat het beleid in Nederland effect heeft gehad en het risico op VGV heeft verkleind. Voortzetting en borging van het beleid is nodig om in de toekomst niet opnieuw met toename van VGV geconfronteerd te worden. Pharos zal het ministerie van VWS en andere partners hierin de komende jaren blijven adviseren. In 2015 voeren we een verkenning uit rond VGV onder vrouwen van Indonesische en Maleisische afkomst en werken we aan voorlichting over VGV onder migranten uit risicolanden die tot nu toe onvoldoende bereikt zijn. We zetten volgende stappen in het helpen verbeteren van de
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
-7-
medische zorg voor vrouwen die reeds besneden zijn en ondersteunen sleutelpersonen en zelforganisaties in hun preventiewerk. Accent op implementatie en gebruik van kennis Over een ding zijn de meeste partijen het wel eens: de komende jaren moet het accent liggen op implementatie en het stimuleren van gebruik van al aanwezige kennis. Dat geldt ook voor Pharos. We nodigen partijen uit veel meer gebruik te maken van bestaande succesvolle voorbeelden, van reeds aanwezige kennis over werkzame elementen en aanpakken en al doende deze verder te ontwikkelen en op effectiviteit te onderbouwen. Doen doen doen, is het motto. Pharos en het RIVM Centrum voor Gezond leven (CGL) Pharos werkt samen met het CGL. Daarbinnen zetten we in op het geschikt en effectief maken van handleidingen en interventies voor mensen met een lage ses en migranten en het verhelderen van de werkzame elementen daarbij. Daarnaast dragen we bij aan het versterken van de samenwerking tussen kenniscentra en thema instituten onderling, onder andere in het kader van de Gezonde School. Zowel CGL als andere kenniscentra zullen we in 2015 actief betrekken bij het Stimuleringsprogramma Gezond in… VWS en andere financiering In de programma’s treft u projecten aan met verschillende soorten financiering: • Projecten die volledig uit de VWS-subsidie voor het programma worden gefinancierd. • Projecten die uit de VWS-subsidie voor het programma worden gefinancierd, gecombineerd met aanvullende financiering. • Projecten waarvoor volledig elders financiering wordt gezocht of al is gevonden.
Drs. M.T.M. van Berkum MSM Directeur Pharos
Pharos Jaarp lan 2015
-8-
2 Over Pharos Pharos, landelijk Expertisecentrum Gezondheidsverschillen, zet haar kennis en expertise in om: • gezondheidsverschillen te verminderen. • de kwaliteit, effectiviteit en toegankelijkheid van gezondheidszorg voor laagopgeleiden, migranten en vluchtelingen duurzaam te verbeteren. Pharos is ook landelijk expertisecentrum op het terrein van de preventie van vrouwelijke genitale verminking. Missie Pharos Vanuit het uitgangspunt ‘gezondheid en kwaliteit van zorg voor iedereen’, zet Pharos kennis in om de grote gezondheidsverschillen terug te dringen, de kwaliteit, effectiviteit en toegankelijkheid van de gezondheidszorg voor laagopgeleiden en migranten te verbeteren en preventie en het zelfmanagement bij deze groepen te versterken. Visie Pharos werkt vanuit de volgende visie: • Het verminderen van de grote gezondheidsachterstanden is een maatschappelijke opgave van formaat die om een gezamenlijke inzet en betrokkenheid van veel partijen vraagt, ook buiten de gezondheidszorg. Gezondheid van mensen is op de eerste plaats van belang voor de kwaliteit van leven van mensen zelf. Maar ook voor de samenleving, de economie, de arbeidsmarkt, participatie en de kosten van zorg. • In Nederland hanteren we het uitgangspunt dat iedereen recht heeft op kwalitatief goede en toegankelijke gezondheidszorg. Het is zaak ervoor te zorgen dat het reguliere stelsel voor de gezondheidszorg (de driehoek van zorgaanbieders, financiers en zorgvragers) voor alle burgers goed werkt. • Het vraagstuk van gezondheidszorg voor laagopgeleiden, migranten en vluchtelingen, is een gewoon vraagstuk van kwaliteit en effectiviteit van zorg voor alle burgers. De gebruikelijke sturingsinstrumenten voor kwaliteit kunnen hierbij ingezet worden. • De zorgsector en professionals hebben een verantwoordelijkheid om ook mensen met een lage opleiding, andere achtergrond en beperkte gezondheidsvaardigheden goede zorg en preventie te bieden. Omgekeerd geldt hetzelfde, zorgvragers zijn medeverantwoordelijk voor een effectief gebruik van het stelsel en verantwoordelijk voor hun eigen gezondheid en keuzes hierbinnen.
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
-9-
• •
•
Er is aanzienlijke gezondheidswinst en kostenreductie te boeken als de gezondheidszorg effectiever is voor deze groepen. Leidraad is dat er in binnen- en buitenland al veel kennis beschikbaar is die gebruikt kan worden. Er is al veel bekend over wat goed werkt en over wat de belangrijkste risicofactoren zijn. De opgave is het op grote schaal benutten en implementeren van deze kennis. Pharos stimuleert dat de al aanwezige kennis common knowledge wordt en geborgd wordt in programma’s, richtlijnen en standaarden. Pharos zet zich in om reeds bestaande kennis beter te benutten, te verbinden en praktisch inzetbaar te maken. Diverse gemeenten en private organisaties zijn al druk bezig met de aanpak van gezondheidsachterstanden vanuit verschillende domeinen. Gezondheidsbevordering gaat daarbij hand in hand met het stimuleren van arbeidsdeelname, terugdringen van schoolverzuim, creëren van een gezondere leefomgeving en beter aansluiten van preventie, zorg en welzijn. Deze aanpak laat al diverse positieve uitkomsten zien. Er is winst te behalen als we veelbelovende lokale aanpakken breder en grootschaliger inzetten. Pharos zet zich daar actief voor in.
Profiel Pharos is een onafhankelijk en landelijk expertisecentrum. Zij is zowel kennisproducent als kennismakelaar. Zij werkt op geleide van de vraag en gelooft in het in co-creatie met betrokkenen ontwikkelen en bruikbaar maken van kennis, in samenwerking en verbinding. Pharos beschikt over in ruim 30 jaar opgebouwde expertise en brede netwerken. Zij is daardoor bij uitstek de organisatie waar je terecht kunt als je wilt weten hoe je ervoor kunt zorgen dat de kwaliteit en effectiviteit van gezondheidszorg ook gegarandeerd zijn voor laagopgeleiden en migranten en hoe gezondheidsverschillen aan te pakken. De kennis van Pharos steunt op drie bronnen: • Wetenschappelijke kennis. • Praktijkkennis van zorg- en hulpverleners en andere actoren. • Ervaringskennis van cliënten. Diensten en producten van Pharos • Informatie, advies en ondersteuning op geleide van de vraag en op maat. • Onderzoeken en quick scans. • Beschikbaar stellen ‘state of the art’ kennis en informatie over: o gezondheidsverschillen en de aanpak ervan o de gezondheid van laagopgeleiden/laaggeletterden, migranten en vluchtelingen. o de toegankelijkheid, kwaliteit en effectiviteit van de gezondheidszorg voor deze groepen. • Interventies, good practices en werkzame elementen op het gebied van: o gezondheid van laagopgeleiden/laaggeletterden, migranten en vluchtelingen. o het bevorderen van de toegankelijkheid, de kwaliteit en effectiviteit van de gezondheidszorg en voorzieningen voor deze groepen.
Pharos Jaarp lan 2015
- 10 -
preventie van meisjesbesnijdenis. Het gaat hierbij doorgaans om het aanpassen en aanvullen van reguliere en reeds bestaande interventies, zodat deze ook bruikbaar zijn voor deze groepen. Verspreiding en ondersteuning bij implementatie van methodieken en interventies. Aanvulling van bestaande richtlijnen en kwaliteitscriteria zodat ze ook toepasbaar zijn voor zorg aan laagopgeleiden en migranten. Ondersteuning op het terrein van samenwerking met en actieve participatie van laagopgeleide en migranten-burgers Bijdragen aan curricula van opleidingen. Stimuleren en organiseren van kennisuitwisseling en kennisnetwerken. Deskundigheidsbevordering, trainingen en (bij)scholing op maat. Publicaties. Debatten, congressen, expertmeetings, werkconferenties en dergelijke. Beleidssignalering en -advisering. o
• • • • • • • • •
Samenwerkingspartners en klanten van Pharos Pharos werkt gezondheidszorgbreed en heeft een breed en gevarieerd netwerk bestaande uit klanten, veldpartijen, professionals, beroepsorganisaties, patiënten- en cliëntenorganisaties, migranten- en vluchtelingenorganisaties, zelforganisaties en andere partijen die bij de aanpak van gezondheidsverschillen betrokken zijn zoals gemeenten, landelijke en lokale partijen in de zorg, verzekeraars, de wereld van sport- en bewegen, het onderwijs, private partijen, andere kennis- en onderzoekscentra, het RIVM Centrum voor Gezond leven (CGL) en universiteiten en GGD-en.
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 11 -
Pharos Jaarp lan 2015
- 12 -
3 Preventie en zorg chronische aandoeningen Meerjarenprogramma 2015 – 2018 Inleiding Mensen met een lage opleiding en migranten lijden vaker aan chronische aandoeningen zoals diabetes, hart- en vaatziekten, angststoornissen en depressies. Bovendien verlopen deze ziekten bij deze groepen vaak ernstiger en met meer complicaties. In dit programma richten wij ons op de kwaliteit en effectiviteit van de preventie en (medische) zorg rondom chronische aandoeningen bij laagopgeleiden en migranten. Het doel is deze op hetzelfde niveau te brengen als voor andere Nederlanders (equity in zorg). Een van de prioriteiten in het beleid is het versterken van de zorg en preventie dichtbij huis. Het programma sluit daarbij aan door het accent te leggen op de eerstelijnszorg en de ondersteuning van de professionals die daar werken. Binnen het programma vindt regelmatig overleg plaats met huisartsen en andere zorgverleners om de activiteiten binnen het programma zo goed mogelijk op hun vragen en behoeften af te stemmen. Pharos participeert in de NHG-werkgroep Diversiteit en Global Health. Hierin bundelen NHG, LHV en achterstandsfondsen hun krachten om gezondheidsverschillen te overbruggen. Stimuleringsprogramma Lokale aanpak gezondheidsachterstanden Gezond in… en programma verantwoord medicijngebruik Vanaf 2014 ondersteunt en adviseert Pharos samen met Platform31 vier jaar lang 165 gemeenten over de Lokale aanpak van gezondheidsachterstanden, via het stimuleringsprogramma aanpak Lokale gezondheidsachterstanden Gezond in... Het programma Preventie en Zorg bij Chronische aandoeningen werkt de komende jaren nauw samen met dat programma en levert kennis die daarbinnen praktisch inzetbaar is. Datzelfde geldt voor het programma Verantwoord medicijngebruik bij migranten en laaggeletterden, dat Pharos vanaf 2014 samen met de KNMP uitvoert. Dat programma wordt apart beschreven in dit jaarplan (zie hoofdstuk 3.1) maar werkt nauw samen met dit meerjarenprogramma.
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 13 -
Preventie en vroegsignalering De toename en prevalentie van chronische aandoeningen is bij lage ses groepen en migranten verreweg het grootst. Juist deze groepen bereiken we met preventie tot nu toe het minst, omdat de interventies onvoldoende aansluiten op hun leefwereld en hun gezondheidsvaardigheden. In brede kring wordt gedeeld dat voor betere preventie en vroegsignalering een sterke eerstelijn nodig is met daarbinnen een centrale rol voor de huisartspraktijk, wijkverpleegkundige en/of het gezondheidscentrum. De LHV en het NHG geven in hun Toekomstvisie Huisartsenzorg aan dat huisartsen zich in een goede positie bevinden om de verbinding tussen preventieve en curatieve zorg te leggen. De huisarts kan aandoeningen voorkomen door mensen vroegtijdig de weg te wijzen naar activiteite2n in de buurt en met praktische adviezen op maat voor een gezonder leven. In het Nationaal Preventie Programma (NPP) is de ambitie opgenomen preventie en zorg veel meer hand in hand te laten gaan en om samenwerking tussen zorgverleners bij de vroegsignalering en aanpak van gezondheidsrisico’s te versterken. In dit meerjarenprogramma dragen we daaraan bij. Samen met NHG, LHV en CGL verzamelen en verspreiden we in 2015 goede voorbeelden van samenwerking tussen preventie en zorg, tussen de publieke gezondheidszorg, huisartsenvoorzieningen en het sociale domein. Werkzame aanpakken en elementen voor de preventie van chronische aandoeningen bij laagopgeleiden en migranten worden eruit gelicht en lokaal verspreid. De rol van de wijkverpleegkundige in de verbinding van de domeinen krijgt daarbij in 2015 extra aandacht. Zorg De (para)medische zorg blijkt in bepaalde opzichten minder effectief voor migranten en mensen met een lage opleiding. Richtlijnen en standaarden houden vaak onvoldoende rekening met (etnische en sociaal economische) verschillen in ziekte en behandeling. Artsen en andere hulpverleners hebben behoefte aan specifieke kennis en vaardigheden om adequaat in te spelen op verschillen in opleiding en gezondheidsvaardigheden. De afgelopen jaren hebben we, in samenwerking met het NHG, de LHV en huisartsen in achterstandswijken, op dit terrein al veel werk verricht. Er zijn diverse instrumenten en handreikingen ontwikkeld en een deel van de huisartsen is inmiddels bijgeschoold in het verlenen van cultuursensitieve zorg en zorg aan laagopgeleiden. Deze scholing zetten we voort in 2015, evenals de verbreding naar andere beroepsgroepen, te weten praktijkondersteuners, (wijk)verpleegkundigen, fysiotherapeuten en diëtisten. Extra aandacht gaat daarbij naar het versterken van zelfmanagement. Huisartsen en andere eerstelijns zorgverleners geven aan dat zij vooral moeite hebben met het stimuleren van zelfmanagement bij laagopgeleide patiënten en migranten. Met het NHG ontwikkelen we een cursus op dit onderwerp voor huisartsen. Het programma richtte zich tot nu toe met name op de zorg rondom diabetes, SOLK (somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten) en kanker. In 2015 verkennen we met patiëntenorganisaties en gezondheidsfondsen welk traject er nodig is voor de aanpak van andere aandoeningen, te weten COPD en/of hart- en vaatziekten bij laagopgeleiden en migranten. Tenslotte voeren we in 2015 ook een aantal activiteiten uit gericht op verbetering van ziekenhuiszorg, in het verlengde van de in 2014
Pharos Jaarp lan 2015
- 14 -
gepubliceerde businesscase van Pharos. Op verzoek van het RadboudUMC ondersteunen we hen op dit terrein. Implementatie en borging van kennis Kennis ontwikkelen is een, kennis gebruikt en geborgd krijgen in het dagelijks handelen van professionals is twee. Dat laatste heeft de komende jaren prioriteit in het werk van Pharos. Over de noodzaak hiervan bestaat veel overeenstemming bij kennisinstituten, het RIVM/CGL en het ministerie van VWS. In 2015 verspreiden en stimuleren we het gebruik van diverse instrumenten die de afgelopen jaren ontwikkeld zijn, zoals de handreiking voor huisartsen bij SOLK en het Cultureel Interview (CI) voor POH-GGZers. We verspreiden en borgen in 2015 kennis in een e-book voor huisartsen en huisartsenopleidingen, in websites voor huisartsen en opleidingen en nascholing via het NHG. Nascholing rondom de handreiking SOLK wordt opgenomen in de StiP-cursussen van het NHG. Andere NHG-cursussen vullen we samen met het NHG aan. Met de 8 huisartsenopleidingen hebben we een goede samenwerking. In 2015 ontwikkelen we met het NHG onderwijsmaterialen over de zorg aan laagopgeleiden en migranten. Daarnaast borgen we kennis in standaarden en richtlijnen, opdat deze bruikbaar worden voor alle patiënten. Ook op dit terrein hebben we al veel werk verricht en we zetten dat in 2015 voort. We werken daarin samen met beroepsorganisaties en het Kwaliteits(Zorg)instituut. Meerjarendoelen Het programma Preventie en Zorg bij chronische aandoeningen zet de komende jaren haar kennis in om te stimuleren dat: • preventie en vroegsignalering van chronische ziekten bij laagopgeleide - en migrantenpatiënten effectiever verloopt doordat goede voorbeelden en werkzame elementen hiervoor zijn gebundeld, praktisch toegankelijk gemaakt en verspreid. • de effectiviteit van de zorg rondom chronische aandoeningen bij laagopgeleide- en migrantenpatiënten verhoogd wordt en zelfmanagement en therapietrouw versterkt worden. • de kennis die er is over preventie en zorg aan deze groepen geïmplementeerd wordt en geborgd in zorgstandaarden, richtlijnen, andere kwaliteits- en veiligheidsinstrumenten en in opleidingen. Meerjarendoel 1 Kennis inzetten om te stimuleren dat preventie en vroegsignalering van chronische ziekten van laagopgeleide - en migrantenpatiënten effectiever verloopt doordat goede voorbeelden en werkzame elementen hiervoor zijn gebundeld, praktisch toegankelijk gemaakt en verspreid.
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 15 -
1.1 Preventie in de buurt. Inspireren en stimuleren van samenwerking tussen huisartsenvoorzieningen en publieke gezondheidszorg Resultaten 2015 1 • Vanuit het project Preventie in de buurt , zijn de 15 goede voorbeelden die in 2014 beschreven zijn over samenwerking tussen huisartsenvoorzieningen en publieke gezondheidszorg, gedeeld op een vijftal regionale bijeenkomsten. Deze bijeenkomsten zijn voor huisartsen geaccrediteerd. Daarmee is kennis over werkzame elementen van goede samenwerking tussen preventie en zorg breed gedeeld onder professionals. Concreet is kennis gedeeld ten aanzien van: o De bijdrage van de eerste lijn aan het opstellen van wijkprofielen en de analyse daarvan. o De samenwerking tussen de eerste lijn en sociale wijkteams. o De samenwerking tussen de eerste lijn en sportservices, bijvoorbeeld de buurtsportcoach. o De samenwerking tussen de eerste lijn en welzijn. • De goede voorbeelden van preventie en zorg zijn tevens gedeeld op het Nederlands Congres Volksgezondheid (NCVGZ) dat zich in 2015 richt op preventie en zorg, via digitale fora als www.gezondin.nu, ha-web, loket Gezond leven en via het stimuleringsprogramma Gezond in…, middels advisering van gemeenten die specifieke vragen hebben op het domein van preventie en zorg. • Door de goede voorbeelden inspirerend over te brengen is de betrokkenheid van huisartsen bij preventieve activiteiten in de buurt vergroot (in nauwe samenwerking met de organisaties betrokken bij het project preventie in de buurt). Meten van resultaten Na afloop van de regionale ontmoetingen wordt geëvalueerd wat de professionals aan kennis en inspiratie hebben opgedaan. Samenwerkingspartners Activiteiten worden afgestemd met het CGL en de andere projectpartners, NHG, LHV, Trimbos. Tevens is samengewerkt met Rossen, GGD’en, huisartsenvoorzieningen en Gezond in… gemeenten. Looptijd 2015. Financiering In overleg met CGL wordt bepaald of dit project wordt uitgevoerd via projectfinanciering.
1
Preventie in de buurt is een project van CGL (projectleider), NHG, LHV, Pharos en Trimbos. Dit project is gestart in 2014 en loopt tot maart 2015. Pharos heeft in 2014 met name een bijdrage geleverd aan het vinden en beschrijven van ca. 15 goede voorbeelden.
Pharos Jaarp lan 2015
- 16 -
1.2 Preventie in de zorg: goede voorbeelden voor laagopgeleiden en migranten Resultaten 2015 • Er is voor huisartsen een overzicht gemaakt van de werkzame elementen bij de preventie van chronische aandoeningen bij laagopgeleiden en migranten. Dat richt zich op twee sporen: o De samenwerking tussen de huisartsenvoorziening en professionals en burgers in de buurt. o Good practices ten aanzien van communicatie met mensen met beperktere gezondheidsvaardigheden in de huisartsenpraktijk. • De kennis is gedeeld via digitale fora als www.gezondin.nu, haweb, loket gezond leven en via het stimuleringsprogramma Lokale aanpak gezondheidsachterstanden Gezond in…. • Samen met onder andere NHG LHV en de achterstandsfondsen wordt deze kennis breed onder huisartspraktijken verspreid en worden 2 goede voorbeelden doorontwikkeld in huisartspraktijken. • Waar van toepassing wordt de kennis van werkzame elementen ingebracht bij de ontwikkeling of revisie van zorgstandaarden of richtlijnen. Meten van resultaten 75% van de huisartsen in achterstandswijken is bereikt met het overzicht. Samenwerkingspartners De partners uit het Preventie in de buurt project: CGL, NHG, LHV, Trimbos. Daarnaast: huisartsenpraktijken in achterstandswijken, patiënten en patiëntenorganisaties, VELO, Rossen, GGD’en, gemeenten, gezondheidsfondsen, adviseur landelijke achterstandsfondsen, Lokale achterstandsfondsen. Looptijd 2015 – 2018. Financiering Het maken van het overzicht en de kennisdeling (resultaat 1 en 2) wordt uitgevoerd met VWS financiering. Voor de pilot met huisartsenpraktijken wordt externe financiering gezocht. 1.3 Up to date kennis voor gebruik in stimuleringsprogramma Lokale aanpak gezondheidsachterstanden Gezond in… Resultaten 2015 • Feiten en cijfers rondom de belangrijkste gezondheidsproblemen en risicofactoren voor gezondheidsachterstanden zijn toegankelijk in kaart gebracht voor gebruik in het stimuleringsprogramma Lokale aanpak gezondheidsachterstanden Gezond in…(diabetes, depressie, overgewicht, bewegen, roken en alcohol). • Per gezondheidsprobleem/risicofactor zijn de recentste inzichten rondom het terugdringen ervan helder en beknopt voor gemeenten in beeld gebracht. Hetzelfde geldt voor inspirerende en goede voorbeelden.
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 17 -
•
De belangrijkste experts en kenniscentra op de thema’s zijn hierbij geraadpleegd en betrokken.
Meten van resultaten Beknopte en toegankelijke overzichten zijn digitaal eenvoudig te vinden. Samenwerkingspartners Experts op de diverse themagebieden, kenniscentra en thema-instituten, universiteiten. Looptijd 2014-2018. Er vindt jaarlijks een update plaats. Financiering Dit project wordt uitgevoerd met VWS financiering. 1.4 Ondersteunen rol wijkverpleegkundigen en POH-ers in Lokale aanpak gezondheidsachterstanden Resultaten 2015 • Opbrengsten en bevindingen uit het programma Zichtbare Schakels zijn op een adequate wijze ingezet in het stimuleringsprogramma Lokale aanpak gezondheidsachterstanden Gezond in…. • Met de verpleegkundige beroepsorganisatie is verkend of met hen een vergelijkbaar traject als met huisartsen uitgevoerd kan worden, namelijk een gezamenlijk meerjarenprogramma gericht op versterken van de kwaliteit van wijkverpleegkundigeen POG-zorg bij lage ses en migranten. • Met hen is tevens verkend hoe zij ondersteund kunnen worden in het herkennen van laaggeletterdheid en in het versterken van gezondheidsvaardigheden en zelfmanagement van deze groepen. • Afhankelijk van de uitkomsten is een gezamenlijk programma voor de komende jaren ontwikkeld. Meten van resultaten Via de publicatie van het gezamenlijk meerjarenprogramma. Samenwerkingspartners Zichtbare Schakels, verpleegkundige organisaties, verpleegkundigen in achterstandswijken. Looptijd 2015 voor de verkenning, vanaf 2016 uitvoering programma. Financiering Verkenning met VWS financiering, de uitvoering vindt plaats met VWS financiering en financiering via fondsen. 1.5 Verhoging deelname hepatitis B/C screening onder risicogroepen Resultaten 2015 • In 2014 is bij ZonMw een onderzoeksvoorstel ingediend voor het ontwikkelen van een betere benadering van en
Pharos Jaarp lan 2015
- 18 -
•
•
informatieverstrekking aan migranten met hoog risico op chronische hepatitis B/C. In Nijmegen is in een gezondheidscentrum een pilot uitgevoerd. Deze richt zich op de effectiviteit van een methode om migranten uit risicogroepen via de huisarts te benaderen voor screening op hepatitis B/C en daarmee hun deelname aan screening te verhogen. Afhankelijk van de uitkomsten van deze pilot is het project verder uitgerold onder de andere huisartspraktijken in Nijmegen. Duidelijk is geworden of de deelname aan screening is verhoogd.
Meten van resultaten Via publicatie van de onderzoeksresultaten in peer-reviews medische tijdschriften en via berichtgeving op relevante congressen en symposia. Samenwerkingspartners RIVM, LUMC afdeling infectieziekten en academische werkplaats publieke gezondheid Midden-Holland, VU EMGO instituut, Radboudumc afdeling infectieziekten en afdeling eerstelijnsgeneeskunde, academische werkplaats publieke gezondheid AMPHI. Looptijd In 2015 start onderzoek (indien financiering is verkregen), in 2016 en 2017 vindt de implementatie van de onderzoeksresultaten plaats. Financiering Via projectsubsidies (onder ander het ZonMw programma Praktijk infectieziekten bestrijding). Meting outcome meerjarendoel 1 In 2018 wordt in overleg met NHG, LHV en de achterstandsfondsen nagegaan of de preventieve activiteiten van huisartsvoorzieningen de doelgroep laagopgeleiden en migranten effectiever bereiken. Tevens wordt nagegaan of meer huisartspraktijken participeren in programma’s van geïntegreerde preventie, in samenwerking met de publieke gezondheidszorg, de welzijnssector en/of andere gemeentelijke instanties. Meerjarendoel 2 Kennis inzetten om te stimuleren dat de effectiviteit van de zorg rondom chronische aandoeningen bij laagopgeleide - en migrantenpatiënten verhoogd wordt en zelfmanagement en therapietrouw versterkt worden.
2.1 Suiker in eigen hand: instrument voor zelfmanagement bij diabetes Resultaten 2015 • In samenwerking met patiënten, zorgverleners en samenwerkingspartners is een praktijk- en visueel gericht instrument ontwikkeld en getest voor het versterken van zelfmanagement bij laagopgeleide patiënten met diabetes. 1500 handboeken zijn verspreid onder patiënten via huisartsen werkzaam in de ruim 200 achterstandswijken. Zorgverleners maken gebruik van het handboek dat hen helpt het instrument in te zetten bij hun patiënten. Samen met het NHG is een training
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 19 -
• •
ondersteuning van zelfmanagement voor zorgverleners ontwikkeld. Een jaar na invoering wordt het instrument geëvalueerd, zowel wat betreft gebruiksvriendelijkheid als wat betreft invloed op de indicatoren uit de beginmeting. Als uit het evaluatieonderzoek blijkt dat het instrument het zelfmanagement bij laagopgeleiden vergroot, dan volgt uitrol van deze aanpak naar andere chronische aandoeningen zoals COPD en hart- en vaatziekten. Pharos ontwikkelt hiermee een ‘serie’ zelfmanagement-handboeken op chronische aandoeningen.
Meten van resultaten Aan het eind van het project wordt d.m.v. monitoring en evaluatie in kaart gebracht of de methodieken worden gebruikt, begrepen en gewaardeerd door de doelgroep en zorgverleners. Samenwerkingspartners Stichting Voorlichters Gezondheid Rotterdam, Stichting Lezen en Schrijven, NHG, DVN, NDF, NvvPO (Nederlandse Vereniging voor Praktijkondersteuners), EADV (Beroepsvereniging voor diabeteszorgverleners en praktijkondersteuners met aandachtsgebied diabetes), diabetespolikliniek in het Slotervaartziekenhuis, LHV Achterstandsfondsen, fysiotherapeuten, diëtisten. Looptijd Het project start eind 2014 en heeft een looptijd van twee jaar. Financiering Deels VWS financiering (30 tot 50 %), deels aanvullende financiering (ingediend bij Skanfonds zomer 2014). 2.2 Dieetadvisering bij diabetes Resultaten 2015 • De eerste fase van het promotieonderzoek Cultuur sensitieve dieetadvisering is voltooid. De ervaringen en knelpunten van migrantenpatiënten en diëtisten zijn in kaart gebracht. Pharos heeft hierin een adviserende rol gehad samen met het AMC. • Er is een plan uitgewerkt voor het ontwikkelen van een onderwijsprogramma voor diëtisten in cultuursensitieve dieetadvisering en voor het vervolg onderzoek naar de effectiviteit hiervan. Meten van resultaten Publicaties in peer reviewed tijdschrift in het kader van het genoemde promotieonderzoek. Looptijd 36 maanden vanaf start medio 2014. Financiering Door NWO (onderzoekers), aanvullende financiering via HAN voor betrokkenheid Pharos bij focusgroepen, interviews en ontwikkeling onderwijsprogramma.
Pharos Jaarp lan 2015
- 20 -
Samenwerkingspartners De HAN (Hogeschool Arnhem en Nijmegen) afdeling lectoraat chronische zorg AMC afdeling sociale geneeskunde, Radboudumc afdeling eerstelijnsgeneeskunde. 2.3 Onzichtbare pijn: handreiking voor verbeteren huisartsenzorg bij SOLK Resultaten 2015 • In 2014 is een handreiking voor huisartsen gereed, gericht op zorg aan migrantenpatiënten met SOLK. In 2015 is deze bekend gemaakt bij het merendeel (50 %) van de huisartsen in achterstandswijken. De handreiking is digitaal beschikbaar en te vinden op de websites van NHG, Huisarts-migrant.nl en de site van Pharos. • In vakbladen van huisartsen en POH GGZ is gepubliceerd over de SOLK handreiking. Borging van de handreiking heeft plaatsgevonden via de kanalen van de beroepsverenigingen. • Nascholing voor huisartsen (in zorg aan migranten met SOLK) is aangeboden en uitgevoerd via het NHG als geaccrediteerde StiP 2 cursus. • Dezelfde nascholing is aangeboden en op verzoek uitgevoerd bij multidisciplinaire teams in gezondheidscentra. • Aanvullend visueel voorlichtingsmateriaal voor laagopgeleide migranten patiënten met SOLK is ontwikkeld en afgestemd op de behoefte van patiënten en huisartsen, fysiotherapeuten en POH GGZ. Zij kunnen dit materiaal gebruiken bij de uitleg en behandeling van SOLK bij migranten.* • In samenwerking met fysiotherapeuten en POH GGZ is de SOLK handreiking ook geschikt gemaakt voor deze beroepsgroepen.* Meten van resultaten De bekendheid met de handreiking wordt steekproefsgewijs onderzocht via een digitale enquête onder huisartsen. De nascholing wordt gemonitord en geëvalueerd onder alle deelnemers. Samenwerkingspartners VUmc afdeling Huisartsgeneeskunde, Nederlands Huisartsen Genootschap, Radboudumc Nijmegen, Nederlands Paramedisch Instituut (NPI), Universiteit Wageningen, gezondheidscentra in Utrecht en Haarlem, Stichting Eerstelijn Haarlem en omgeving (SEHO), migrantensleutelfiguren, en zorgverzekeraars. Looptijd Augustus 2012 tot en met december 2015. Financiering Gefinancierd door Achmea, met een kleine bijdrage vanuit de VWS financiering.
2
De StiP-cursussen (Standaard in de Praktijk) zijn nascholingen voor huisartsen, waarin de praktische toepasbaarheid van standaarden aan de orde komen. Het merendeel van alle huisartsen in Nederland wordt hiermee bereikt.
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 21 -
Voor de met een * aangegeven onderdelen wordt externe financiering gezocht. 2.4 Verbeteren zorg bij laagopgeleide, migrantenpatiënten met kanker Resultaten 2015 • Op verzoek van KWF Kankerbestrijding is, in vervolg op het project Migranten, Huisarts en Kanker (2013/2014), praktijkgericht en visueel voorlichtingsmateriaal ontwikkeld in de vorm van een losbladig systeem, ter ondersteuning van de communicatie bij chemotherapie tussen zorgverlener en laagopgeleide, oudere (migranten)patiënten met kanker. • Na afloop krijgt de patiënt het materiaal mee naar huis. • Inzicht in gebruik en bruikbaarheid van de materialen, ontwikkeld voor het project Migranten, huisarts en kanker. Meten van resultaten Het ontwikkelde materiaal wordt getest bij 5 patiënten op leesniveau en begrijpelijkheid. Samenwerkingspartners Oudere, laagopgeleide (migranten)patiënten in chemotherapie en hun familie, verpleegkundig specialisten oncologie, oncologieverpleegkundigen, V&VN Oncologie. Looptijd 1 januari 2015 tot 1 juli 2016. Financiering Dit project wordt alleen uitgevoerd als er elders, bij KWF Kankerbestrijding, financiering wordt gevonden. Er vindt beperkte cofinanciering door VWS plaats. 2.5 Andere chronische aandoeningen Resultaten 2015 • In overleg met gezondheidsfondsen en patiëntenorganisaties is verkend welke activiteiten en instrumenten nodig zijn voor de verbetering van zorg bij andere chronische aandoeningen die een grote rol spelen in de gezondheid van laagopgeleiden en migranten (COPD en hart- en vaatziekten). • Afhankelijk van de uitkomst van deze verkenning, is een meerjarig traject ontwikkeld voor verbetering van zorg op een van deze aandoeningen. Met patiëntenorganisaties wordt hierbij sterk ingezet op het verhogen van zelfmanagement en eigen regie bij laagopgeleide en migrantenpatiënten Meten van resultaten Een verkenning is afgerond en waar nodig is een meerjarig traject ontwikkeld voor de verbetering van zorg op deze chronische aandoeningen. Samenwerkingspartners Gezondheidsfondsen, patiëntenorganisaties, beroepsorganisaties.
Pharos Jaarp lan 2015
- 22 -
Looptijd 2015 Financiering Uitvoering met financiering van fondsen en aanvullend VWS financiering. 2.6 Kwaliteit en effectiviteit ziekenhuiszorg Resultaten 2015 • Twee ziekenhuizen zijn ondersteund bij het verbeteren van effectiviteit van de ziekenhuiszorg aan migranten. Dit in vervolg op de in 2014 gepubliceerde businesscase van Pharos over dit onderwerp. • Voor artsen en andere medewerkers in ziekenhuizen heeft Pharos tenminste drie nascholingen georganiseerd. • Het RadboudUmc Nijmegen is door Pharos ondersteund in haar project Verbetering migrantenzorg, waar ze in 2014 mee gestart is. o In het kader van dit project zijn op tenminste 3 afdelingen aan casuïstiek besprekingen gekoppelde nascholingen gehouden volgens het door Pharos ontwikkelde format. o Zijn tenminste twee grootschalige nascholingen/kennislunches gehouden over dit thema. o Zijn tenminste drie afdelingen gescreend op hiaten in de zorg voor migranten en is met deze afdelingen een verbeterplan opgesteld. Meten van resultaten De nascholingen worden met deelnemers geëvalueerd. Samenwerkingspartners Radboudumc taskforce migrantenzorg. Looptijd 2015 Financiering Deels met VWS financiering, deels door ziekenhuizen. Nascholingen worden helemaal extern gefinancierd. Meten outcome meerjarendoel 2 In overleg met NHG, betrokken ziekenhuizen en andere organisaties van zorgprofessionals, de patiëntenverenigingen en gezondheidsfondsen wordt in 2018 de balans opgemaakt: hebben de ontwikkelde instrumenten en bijscholing bijgedragen aan verbetering van de zorg voor en het zelfmanagement van laagopgeleide en migranten met diabetes, SOLK en kanker en aan de verbetering van de kwaliteit van de ziekenhuiszorg voor migranten? En wat zijn mogelijke volgende stappen daarin? Meerjarendoel 3 Stimuleren dat de kennis over preventie en zorg aan laagopgeleiden en migranten geïmplementeerd wordt en geborgd in zorgstandaarden, richtlijnen, andere kwaliteits- en veiligheidsinstrumenten en in opleidingen
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 23 -
3.1 Brede samenwerking NHG-werkgroep Diversiteit and global health (DIGHH) In deze werkgroep hebben NHG, LHV en de achterstandsfondsen met Pharos hun krachten gebundeld om sociaal economische en etnische gezondheidsverschillen te overbruggen. De werkgroep werkt met diverse themagroepen. Resultaten 2015 • De themagroep opleiding streeft ernaar om in alle onderwijsopleidingen gezondheidsverschillen een vaste plaats te geven. De resultaten in 2015 zijn: o Bundeling van de onderwijsmaterialen die thans op de verschillende opleidingen worden gebruikt. o Er is een gemeenschappelijke visie beschreven op de plek van gezondheidsverschillen binnen de opleiding. Deze is onder de aandacht gebracht van de hoofden van opleidingen. o Op de interstavendag is wederom een programmaonderdeel gewijd aan het terugdringen van gezondheidsverschillen. • De themagroep communicatie streeft in 2015 naar de volgende resultaten: o Er is onderbouwing verschaft voor een standpunt ten aanzien van optimaal huisartsgeneeskundige handelen in communicatie, middels een artikel in Huisarts en Wetenschap. o In het handboek communicatie van het NHG is een hoofdstuk gepubliceerd over de communicatie met laagopgeleide patiënten en anderstaligen. o Er is een voor de huisartsgeneeskundige praktijk bruikbare uitwerking van de Kwaliteitsnorm Tolkengebruik gepubliceerd. o Samen met RadboudUMC is een training ontwikkeld voor huisartsen in opleiding, gericht op communicatie met anderstaligen en mensen met een lage opleiding. o Er ligt een advies aan het NHG over praktijk ondersteunend voorlichtingsmateriaal voor mensen met een lage opleiding. Dit in samenwerking met het project waarin Pharos met CGL en NHG de NHG-praktijkfolders op thuisarts.nl aanpast voor mensen met lage opleiding. Meten van resultaten Publicaties zijn verschenen en de training is uitgevoerd. Samenwerkingspartners Het NHG, Pharos, de acht huisartsopleidingen, de LOVAH (Landelijke Organisatie van Artsen in opleiding tot Huisarts) de LHV, de achterstandsfondsen, de WIGH (werkgroep huisarts en internationale gezondheid), Sanitas (organisatie van Turkse artsen) en AMAN (organisatie van Marokkaanse huisartsen). Financiering Dit project wordt uitgevoerd met VWS financiering.
Pharos Jaarp lan 2015
- 24 -
3.2 Publicatie e-boek Diversiteit en praktijk in de huisartsgeneeskunde Resultaten 2015 • Pharos en het NHG hebben samen het initiatief genomen tot een e-boek. In het praktijkgerichte boek is de actuele relevante kennis over sociaal economische en etnische gezondheidsverschillen geborgd alsmede voorbeelden van effectieve zorg voor migranten en mensen met een lage opleiding en weinig gezondheidsvaardigheden. Het boek is bestemd voor huisartsen in achterstandswijken en huisartsenopleidingen. • In 2015 zijn alle hoofdstukken in een eerste versie geschreven, zodat het boek in 2016 kan worden uitgegeven. • Er is een verspreidingsplan uitgewerkt voor het boek en de elektronische versie daarvan. Meten van resultaten Het e-boek is verschenen en er is een verspreidingsplan. Samenwerkingspartner NHG. Looptijd 2015-2016. Financiering Door NHG. 3.3 Website huisarts-migrant www.huisarts-migrant.nl. Resultaten 2015 • Voor huisartsen is een website beschikbaar met up to date en gebruiksvriendelijke informatie over specifieke aspecten van ziekten en behandelingen bij migrantenpatiënten en patiënten met lage gezondheidsvaardigheden. Deze website wordt bezocht door minimaal 45.000 unieke bezoekers in 2015. 80% van de huisartsen in achterstandswijken kent deze site. • Abonnees zijn middels de Nieuwsflits 4 x per jaar op de hoogte gebracht van nieuwe of vernieuwde artikelen op de site. Meten van resultaten Via een elektronische enquête onder de huisartsen in achterstandswijken zal bereik en bruikbaarheid van de website beoordeeld worden. Dit vindt jaarlijks plaats. Samenwerkingspartners LHV, NHG, huisartsen werkzaam in achterstandswijken, redactieraad, ROC MN, V&VN. Looptijd 2015 - 2018. Financiering Dit project wordt uitgevoerd met VWS financiering.
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 25 -
3.4 Bij- en nascholingen voor huisartsen, praktijkondersteuners, fysiotherapeuten en doktersassistenten in achterstandswijken Resultaten 2015 • In 2015 zal de door Pharos in samenwerking met NHG en LHV ontwikkelde masterclass ‘Tobzorg of topzorg’ huisartsenzorg in achterstandswijken, voor de 6e maal worden uitgevoerd. • In 2015 zal een masterclass-special in de vorm van een nascholingsdag georganiseerd worden voor alle oud-deelnemers aan de masterclass en andere huisartsen met interesse in gezondheidsverschillen. • In 2015 zijn door Pharos tenminste 10 nascholingen op het gebied van SOLK, communicatie met laagopgeleiden/laaggeletterden, cultuursensitieve palliatieve zorg, kanker en gezondheidsverschillen, verzorgd voor huisartsen, POHers, praktijkassistenten, medisch specialisten en/of verpleegkundigen. • Samen met het NHG is een training in de ondersteuning van zelfmanagement ontwikkeld en zijn bestaande NHG-trainingen aangevuld met kennis over laaggeletterden en etnische gezondheidsverschillen. • De training Communiceren met laaggeletterden van Pharos is aangepast voor POH-GGZ-ers en actief bij hen onder de aandacht gebracht. • Circa 25 POH-GGZ-ers in den Haag, Utrecht en Almere zijn getraind in gebruik van het Cultureel Interview (CI) in de praktijk. Het CI is een instrument dat gebruikt wordt voor betere diagnostiek en behandeling bij patiënten met een migrantenachtergrond. In 2014 is het CI bruikbaar gemaakt voor de POH-GGZ-ers en is het effect van het gebruik ervan gemeten. • Een geaccrediteerde nascholing voor POH-GGZ in het gebruik van het CI is beschikbaar en op verzoek uitgevoerd. Meten van resultaten De Masterclass en de trainingen zijn uitgevoerd en beoordeeld door deelnemers. Samenwerkingspartners NHG, LHV, beroepsverenigingen voor professionals als verpleegkundigen, POH-ers, fysiotherapeuten, Nivel, GGZ inGeest, Zorggroep Almere, Stichting Haagse Gezondheidscentra, DORUS, GGZ Drenthe, Stichting de Waterval, Academische Werkplaats Migratie en gezondheid van Pharos. . Looptijd 2015 (CI tot 1 april 2015). Financiering De masterclass en trainingen worden betaald door de afnemers. Trainingen CI worden uitgevoerd met financiering uit het ZonMw programma Winst door Verschil en een kleine bijdrage uit de VWS financiering.
Pharos Jaarp lan 2015
- 26 -
3.5 Zorgstandaarden en richtlijnen aanvullen Resultaten 2015 • In 2015 is advies uitgebracht over de vraag hoe kennis rondom gezondheidsverschillen in tenminste 4 NHG richtlijnen/standpunten en in tenminste 3 andere richtlijnen, kwaliteits- of multidisciplinaire zorgstandaarden kan worden opgenomen. • Er is internationaal kennis uitgewisseld op dit terrein (onder andere middels de EUPHA, WONCA,EFPC). • Beroepsorganisaties van professionals (NHG, V&VN en KNMP) zijn geadviseerd over herziening van standaarden, richtlijnen of kwaliteitsindicatoren. Meten van resultaten De adviezen zijn uitgebracht. Samenwerkingspartners NZI/Kwaliteitsinstituut, CBO, IGZ, DiversityRX, COST netwerk, EUPHA, WONCA, EFPC, VWS, NHG, KNGF, V&VN, KNMP, werkgroep DIGHH, ROS-sen, Regionale huisartsenverenigingen, IVM, CVZ, Nederlandse Vereniging van doktersassistenten (NVDA), Nederlandse vereniging van Praktijkondersteuners (EADV), Huisartsenopleidingen. Looptijd 2015- 2018. Financiering VWS financiering. 3.6 Internationale kennisuitwisseling Resultaten 2015 • Pharos heeft leiding gegeven aan de Special Interest Group (SIG) on Migrant Care, international health and travel medicine van de WONCA (wereld associatie van huisartsenorganisaties). Op de WONCA Europe conferentie in Istanbul is tenminste een workshop verzorgd. • Er is deelgenomen aan de kennisuitwisseling via de WONCA SIG on Health Equity. Deze groep is gericht is op het bereiken van equity in de huisartsgeneeskundige zorg. • Er is actief geparticipeerd in EFPC (European Forum Primary Care). • Deelname aan de internationale conferentie Migrant care and Patientparticipation in Limerick (Ierland). Tenminste twee presentaties zijn door Pharos verzorgd. • Pharos heeft kennis gedeeld in de Advisory board van het Europese C2Me project, gericht op aandacht in het medisch onderwijs voor gezondheidsverschillen. Looptijd 2015. Financiering Uitvoering vindt plaats met VWS financiering.
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 27 -
Meten outcome meerjarendoel 3 Jaarlijks wordt, samen met NHG, LHV en de achterstandsfondsen, gecheckt wat het resultaat is en wat vervolgstappen zijn. 4. Actuele zaken en beleidsadvisering Resultaten 2015 • Door het jaar heen krijgt Pharos veel ‘ongeplande’ vragen, vaak naar aanleiding van actuele ontwikkelingen. Partijen die hiermee aankloppen zijn op adequate wijze voorzien van advies en kennis. • Deelgenomen is aan kennisuitwisselings-bijeenkomsten van andere expertisecentra. • Deelname aan de programmacommissie Borstkanker van het RIVM. • Kennisuitwisseling heeft plaatsgevonden binnen de stuurgroep van de Alliantie gezondheidsvaardigheden en via de voorzitter van het platform zelfmanagement. • Er zijn twee expertbijeenkomsten georganiseerd in het kader van de Academische Werkplaats op het gebied van onderzoek en praktijk. Looptijd 2015. Financiering Deze activiteiten worden uitgevoerd met VWS financiering.
Totaal aantal uren meerjarenprogramma Preventie en zorg chronische aandoeningen inclusief uren meerjarenprogramma Verantwoord medicijngebruik bij migranten en laaggeletterden Uren VWS 6.400 Uren derden 1.600 Totaal aantal uren 8.000
Pharos Jaarp lan 2015
- 28 -
3.1 Verantwoord medicijngebruik bij migranten en laaggeletterden Meerjarenprogramma 2015 – 2018 Inleiding Het percentage medicijngebruikers dat niet therapietrouw is, wordt in Nederland geschat op 30 - 40%. Dit speelt vooral bij chronische aandoeningen en die komen naar verhouding meer voor onder laagopgeleiden en migranten. In de meest recente HARM studie (Hospital Admissions Related to Medication) tonen onderzoekers aan dat 22% van alle potentieel vermijdbare geneesmiddel- gerelateerde ziekenhuisopnamen verband hield met therapie-ontrouw of incorrect gebruik van medicijnen. In de eerstelijn is het percentage medicatieincidenten tijdens de voorschrijf- en afleverfase naar schatting zo’n 15% maar tijdens de gebruiksfase door de patiënt meer dan 40%. Naast het gezondheidsverlies voor de patiënt levert therapie-ontrouw ook een grote kostenpost op voor de zorg. Booz & Company becijferen dat het verhogen van therapietrouw de samenleving een bedrag van circa € 2,4 miljard oplevert. Uit onderzoeken blijkt steeds weer dat de voorlichting en ondersteuning van patiënten bij een juist gebruik van geneesmiddelen beter kan. De praktijk wijst uit dat artsen en het apotheekteam het moeilijk vinden om laaggeletterdheid te herkennen en op maat voorlichting te geven aan mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden. De (wijkgerichte) samenwerking en communicatie tussen apotheken, huisartspraktijken en de thuiszorg verdient daarbij veel aandacht. Daarnaast is bekend dat de effectiviteit van medicijnen tussen etnische groepen kan verschillen. De kennis hierover is nog onvoldoende geborgd in medische en farmaceutische richtlijnen en in de opleiding van artsen en apotheekmedewerkers. Een behoefteverkenning waarbij Pharos en de KNMP elkaar uitvoerig hebben gesproken, heeft geleid tot ondertekening van een convenant tussen beide partijen. In februari 2014 is gestart met een meerjarenprogramma met als doel veiliger medicijngebruik en verbetering van therapietrouw onder migranten en laaggeletterden. Daarmee wordt ook gevolg gegeven aan de uitkomsten van de verkenning van de extramurale farmaceutische
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 29 -
zorg die in opdracht van het ministerie van VWS is uitgevoerd. Belangrijke punten daarin betreffen de informatie, begeleiding en ondersteuning van patiënten bij hun medicijngebruik en het nauwer samenwerken met huisartsen. Er is een projectcommissie ingesteld met vertegenwoordigers van KNMP en Pharos. Meerjarendoel Het programma zet de komende jaren haar kennis in om te stimuleren dat de kwaliteit, effectiviteit en toegankelijkheid van farmaceutische zorg voor migranten en laaggeletterden wordt bevorderd. 1. Toerusten van apothekers en assistenten om laaggeletterdheid te herkennen en om op maat te communiceren bij uitleg over medicatie. Resultaten 2015 • Nascholing in herkennen van laaggeletterdheid en communicatie op maat is landelijk beschikbaar en bekend bij apotheken werkzaam in achterstandswijken. Circa 30% van de apotheken in 3 GIDS gemeenten heeft deelgenomen aan de nascholing . • E-learning module (gebaseerd op bovengenoemde nascholing) is in samenwerking met SBA (stichting bedrijfsfonds apotheken) ontwikkeld en wordt, via SBA, aangeboden aan apothekersassistenten. • Bestaande instrumenten (onder andere balieklapper, pictogrammen, apps) zijn in kaart gebracht en een selectie hiervan is getest op bruikbaarheid en geschiktheid voor laaggeletterde patiënten en patiënten met een niet-westerse afkomst. Indien nodig zijn materialen aangepast en geschikt gemaakt voor gebruik bij uitleg aan laaggeletterde patiënten. • De toolkit van de KNMP is aangevuld met instrumenten die door apothekers gebruikt kunnen worden bij communicatie met laaggeletterde patiënten en migranten. Verspreiding en bekendmaking van de tool vindt doorlopend plaats, onder andere via de districtsadviseurs en de regionale bijeenkomsten van de KNMP. • In 2 regio’s is gestart met een verbetertraject rond continuïteit van zorg en effectieve medicatieoverdracht bij ontslag uit het ziekenhuis. Er wordt samengewerkt met 2 algemene ziekenhuizen en huisartspraktijken. * Meten van resultaten Met een digitale enquête is bekendheid met de tool in kaart gebracht. Met behulp van zelfevaluatie is onder apothekers gemeten in hoeverre zij zich beter toegerust voelen om op maat te communiceren met laaggeletterde patiënten. De afname van de nascholing is gemonitord.
3
Berekening: 400 gemeenten, waarvan 91 GIDS = 22,5%. In totaal 1980 apotheken in NL, waarvan 0.225 x 1980 = 445 in GIDS gemeenten (die willen we in ieder geval bereiken). 445 verspreid over 3.5 jaar = ca. 125 per jaar = ca. 30% van 445. (uitgaande van 30 trainingen met steeds deelname van 4 verschillende apotheken)
Pharos Jaarp lan 2015
- 30 -
2. Vergroten therapietrouw door inzet effectieve interventies en samenwerking in de eerstelijn Resultaten 2015 • Op pilotlocaties in Amsterdam is gestart met de ontwikkeling en uitvoering van een interventie gericht op: o het beter herkennen van laaggeletterden. o het op maat communiceren o een effectieve samenwerking tussen huisarts, apotheker en wijkverpleegkundige. • Bij ZonMw is een STIP aanvraag (stimulering in de praktijk) ingediend bij het programma Goed Gebruik Geneesmiddelen met als doel bovengenoemde interventie te kunnen doorontwikkelen en op grotere schaal implementeren en evalueren.* • Goede voorbeelden van veelbelovende (lokale) aanpakken worden landelijk verspreid, onder andere via websites van Pharos en KNMP en het stimuleringsprogramma Lokale aanpak gezondheidsachterstanden Gezond in … • Ontwikkeling en evaluatie van een interventie op maat die therapietrouw bevordert onder laaggeletterde patiënten. Voor dit toegepaste onderzoek is subsidie aangevraagd bij ZonMw (aanvrager is het NIVEL).* • Samenwerking met andere veelbelovende lopende initiatieven is verkend en waar nodig zijn deze aangevuld met interventies gericht op veilig medicijngebruik voor laaggeletterden en migranten. Meten van resultaten Verbetering van therapietrouw is in de pilotlocaties gemeten door in de betreffende apotheken een voor- en nameting te doen naar het afhalen van herhaalrecepten (voor twee chronische aandoeningen). 3. Borgen van de kennis en vaardigheden in onder andere richtlijnen en reguliere opleidingen in de farmacie Resultaten 2015 • Twee farmaceutische richtlijnen van de KNMP zijn aangevuld met relevante kennis voor gebruik bij migranten en laaggeletterden. Het betreft de richtlijn Diabetes Mellitus (DM) en de richtlijn Cardiovasculair Risicomanagement (CVRM). • Verkend is in welke mate relevante kennis over geneesmiddelengebruik en therapietrouw bij migranten en laaggeletterden onderdeel is van het curriculum van reguliere opleidingen en nascholingen en waarop deze aangevuld kan worden. • Op tenminste 2 locaties voor opleiding tot apothekersassistenten is een pilot uitgevoerd waarin praktische kennis en vaardigheden voor het herkennen van laaggeletterden en het communiceren op maat onderdeel zijn van het curriculum. • Informatie over zorgverlening aan laaggeletterden en migranten in relatie tot medicijngebruik is vindbaar op websites van beroepsverenigingen, koepelorganisaties, kennisinstituten en dergelijke. • Tijdens een landelijk symposium zijn apothekers geïnformeerd over de voortgang van het meerjarenprogramma en zijn veelbelovende lokale initiatieven gepresenteerd.
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 31 -
Meten van resultaten Doorlopend monitoren in hoeverre kennis met betrekking tot laaggeletterdheid en migranten is opgenomen in bestaande richtlijnen en opleidingen. 4. Actuele zaken, beleidsadvisering en advies op maat Resultaten 2015 • Jaarlijks staat een hoofdboodschap centraal die gecommuniceerd wordt aan het veld. In 2014 was dat bewustwording van de gevolgen van laaggeletterdheid voor medicatiegebruik. In 2015 ligt de nadruk op het leren herkennen van laaggeletterdheid en communiceren op maat met laaggeletterde patiënten. • Doorlopend vindt communicatie plaats over de tussentijdse resultaten via de netwerken en kanalen van KNMP en Pharos, zoals vastgesteld in het communicatieplan. • De landelijke stuurgroep therapietrouw en de partners in de eerstelijn (waaronder LHV, NHG en V&VN) worden regelmatig geïnformeerd over het programma. Samenwerkingspartners KNMP, FBA (Farmaceutisch Bureau Amsterdam), SBA (Stichting Bedrijfsfonds Apotheken), Stichting Lezen en Schrijven, LHV, NHG, Service Apotheken, Apothekersvereniging Midden Nederland. Looptijd 2014 – 2018. Financiering Beperkte VWS financiering en voor de rest externe financiering. Voor de met een * aangegeven activiteiten zoeken Pharos en KNMP nog financiering bij derden. Meten outcome meerjarendoel • In 2018 is de therapietrouw onder migranten en laaggeletterden substantieel verbeterd. Bij 80% van de patiënten heeft een toename plaatsgevonden in het volgens voorschrift innemen van medicatie. • In 2018 is voor apotheken een toolkit beschikbaar ter ondersteuning van het verbeteren van therapietrouw onder migranten en laaggeletterden. 80% van de apotheken is bekend met deze toolkit en toegerust om migranten en laaggeletterden goed te begeleiden bij - in elk geval - het eerste uitgiftegesprek. • In 2018 zijn in tenminste 7 KNMP richtlijnen aandachtspunten voor migranten en laaggeletterden opgenomen. • In 2018 zijn de curricula voor opleiding en nascholing van het apotheekteam waar relevant aangevuld met kennis over verantwoord medicijngebruik bij migranten en laaggeletterden.
Pharos Jaarp lan 2015
- 32 -
De uren van het meerjarenprogramma Verantwoord medicijngebruik bij migranten en laaggeletterden zijn opgenomen in de uren van het meerjarenprogramma Preventie en zorg chronische zorg
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 33 -
Pharos Jaarp lan 2015
- 34 -
4 Jeugd en gezondheid Meerjarenprogramma 2015 – 2018 Inleiding 4 Het rapport Gezond Opgroeien laat duidelijk zien dat kinderen en jongeren in Nederland over het algemeen gezond zijn. ‘De baby- en kindersterfte is laag, de meeste jeugdigen voelen zich gezond en de onderwijsparticipatie is hoog. Veel kinderen die wel een gezondheidsprobleem hebben, kunnen daar goed mee omgaan. De Nederlandse jeugd steekt qua (ervaren) gezondheid gunstig af bij andere westerse landen’. Die gemiddeld hoge gezondheid is echter niet evenredig verdeeld. Kinderen met een lage sociaaleconomische status en een migratieachtergrond hebben een hoger risico op een ongezonde leefstijl en psychische problemen. Bij hen komen vaak meerdere ongezonde gedragingen tegelijk voor, zoals te weinig bewegen, ongezond eten, roken, onveilig seksueel gedrag en overmatig mediagebruik. Steeds meer kinderen groeien op in een eenoudergezin en als gevolg van de recessie groeien meer kinderen op in armoede. Dit zou er toe kunnen leiden dat gezondheidsproblemen, gerelateerd aan een ongezonde leefstijl en psychosociaal functioneren, zullen stijgen. Het rapport roept op tot een focus op collectieve preventie bij sociaaleconomische risicogroepen. Het programma Jeugd en gezondheid geeft hier gehoor aan door haar kennis over het bereiken van laagopgeleiden en migrantenjongeren in te zetten. Bereik in de wijk Er is (inter)nationaal al veel bekend over het effectief bereiken van risicogroepen bij het terugdringen van gezondheidsverschillen. Het programma richt zich daarom op het toepassen en breed verspreiden van bestaande kennis en interventies. Er gaat veel aandacht uit naar het versterken van (lokale) preventieve maatregelen en interventies in de praktijk. We sluiten aan bij de speerpunten van het Nationaal Programma Preventie (NPP) zoals aandacht voor overgewicht, bewegen en depressie en bij de doelen van de decentralisatie van de Jeugdhulpverlening. De nieuwe inrichting van de zorg voor de jeugd op gemeentelijk niveau brengt nieuwe kansen met zich mee. De wijkteams vormen een belangrijk aangrijpingspunt. Deze multidisciplinaire teams zijn door hun outreachende en preventieve karakter beter in staat in contact te komen met gezinnen met de grootste gezondheidsachterstanden zoals migranten en laagopgeleiden. Op basis van vragen uit deze teams verzamelen en verspreiden we werkzame elementen uit de aanpakken die succesvol zijn gebleken. We zoeken de
4
Gezond Opgroeien, verkenning jeugdgezondheid (RIVM 2014)
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 35 -
aansluiting bij het landelijk ondersteuningsprogramma sociale domein van VWS en VNG. De goede voorbeelden worden verspreid en ook meegenomen in het stimuleringsprogramma Lokale aanpak gezondheidsachterstanden Gezond in… waarin gemeenten extra inzetten op het terugdringen van de grootste gezondheidsverschillen. We werken daarin samen met landelijke partners als het Trimbos instituut, andere thema-instituten, het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ) en het Nederlands Jeugdinstituut (NJi). We zorgen dat onze inzet aansluit op grote en succesvolle landelijke projecten als Jongeren op gezond gewicht (JOGG). Sociaal emotionele ontwikkeling De school kan een belangrijke rol spelen in het terugdringen van gezondheidsverschillen. Het is al gebruikelijk om op school met kinderen over gezondheidsthema’s als voeding, seksualiteit en genotmiddelengebruik te spreken. In sommige landen hebben scholen al op jonge leeftijd van kinderen aandacht voor het werken aan een goede sociaal emotionele ontwikkeling. Denk daarbij aan leren samenwerken, delen, omgaan met kritiek en je kunnen invoelen in een ander. Op basis van een onderzoek naar de kansen voor sociaal emotionele ontwikkeling in het primair onderwijs van Pharos in 2013 (Gezond op school) is in 2014 samen met het Trimbos instituut een adviesrapport uitgebracht over dit thema. De conclusie op basis van internationaal literatuuronderzoek en interviews met actoren in het onderwijsveld is dat investeren in sociaal emotionele ontwikkeling een positief effect heeft op zowel gezondheid als op leerprestaties. Gezien het enorme bereik dat scholen hebben kan een goede invulling hiervan een forse gezondheidswinst opleveren. Idealiter sluiten alle thema’s zoals middelengebruik en seksualiteit vervolgens aan op de in de vroege jaren gelegde basis. Onderwijs, gezondheidsbevorderende instanties en interventieontwikkelaars moeten hierin nauw samenwerken. Omdat deze potentiele positieve invloed van school extra meerwaarde heeft voor de groepen die thuis minder gestimuleerd worden zet het programma jeugd hier de komende jaren op in, in overleg met VWS en in samenwerking met Trimbos. We streven er naar om, met de thema-instituten in het LOT-i (landelijk overleg themainstituten), het thema sociaal emotionele ontwikkeling een meer prominente plek te geven in de Gezonde School aanpak. We werken hierin nauw met elkaar samen. De kans op een depressie is groter voor kinderen met een lage SES achtergrond en voor kinderen van ouders met psychiatrische problematiek. Binnen de aandacht voor de sociaal emotionele ontwikkeling op school moet ook het herkennen van de kinderen met een (dreigende) depressie een plek krijgen. In het NPP is dit als speerpunt aangemerkt op basis van het rapport Depressiepreventie; stand van zaken, nieuwe richtingen (2013). Hierin staat dat het bereiken van deze groep moeilijk is, dat de rol van de school nog niet optimaal wordt benut en dat hier meer onderzoek naar gedaan moet worden. Pharos en Trimbos zullen de komende jaren de depressiepreventie bij lage ses- en migrantenkinderen helpen versterken. Overgewicht migrantenkinderen De landelijke cijfers van mensen met obesitas laten gemiddeld een stabilisatie zien na jaren van stijgende cijfers. Dat is goed nieuws. De enorme inzet van allerlei partijen op het thema werpt dus zijn vruchten af. Dat effect geldt echter niet voor de kinderen met een migrantenachtergrond. Hier blijft het percentage kinderen met
Pharos Jaarp lan 2015
- 36 -
overgewicht en (morbide) obesitas groeien. Vooral Antilliaanse, Turkse en Marokkaanse kinderen vormen een risicogroep. Morbide obesitas komt 2 tot 4 keer vaker voor onder Turkse en Marokkaanse kinderen en 5 bij kinderen van laagopgeleide ouders . Er zijn geen interventies beschikbaar die effectief zijn in het terugdringen van obesitas bij migrantenkinderen. Het programma Jeugd draagt bij aan de reductie van overgewicht bij migrantenkinderen door het aanvullen van kennis over cultuursensitief werken, ouderbetrokkenheid en het bereiken van laagopgeleiden in de ketenaanpak van overgewicht. Pharos werkt in de Utrechtse wijk Leidsche Rijn mee aan de opzet en uitvoering van deze ketenaanpak. Het team Jeugd geeft met name invulling aan het thema ouderbetrokkenheid en communicatie met de laaggeletterde - en migrantengezinnen. Meest kwetsbare kinderen Voor een aantal groepen in Nederland is generieke preventie onvoldoende. We richten ons daarom ook op specifieke groepen kinderen die extra kwetsbaar zijn. Er is al veel aandacht voor de Marokkaanse, Turkse, Antilliaanse en Surinaamse Nederlanders. Dat geldt niet voor de getalsmatig kleinere groepen. Denk daarbij aan kinderen in gezinnen van nieuwkomers, ROMA, Somaliërs en slachtoffers van seksueel misbruik binnen migrantengezinnen. Aan deze extra kwetsbare kinderen besteden we jaarlijks aandacht. In 2015 werken we samen met de JGZ in Noord Limburg aan een uitgebreide intake voor alle nieuwkomerskinderen. In de praktijk zijn veel nieuwkomerskinderen niet op tijd in beeld van de JGZ. De JGZ kan álle kinderen zien als ze uit gaan van schoollijsten in plaats van GBA gegevens. Dat maakt het mogelijk om extra gezondheidsrisico’s ook bij deze groep kinderen vroegtijdig te signaleren. Pharos voert daarom met de JGZ Noord Limburg een pilot uit. Meerjarendoelen Samengevat zet het programma jeugd haar kennis in om te stimuleren dat: • wijkteams in gemeenten ook de gezinnen met een lage SES en/of een migrantenachtergrond bereiken en hen effectief ondersteunen. • de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen op de basisschool structureel en op onderbouwde wijze aandacht krijgt, aansluitend op en in het verlengde van de Gezonde School aanpak. Depressiepreventie krijgt hierin een prominente rol. • de bestaande kennis over het terugdringen van overgewicht bij kinderen uit migrantengezinnen in de huidige interventies wordt toegepast en bruikbaar is binnen de ketengerichte aanpak van overgewicht. • er gericht aandacht is voor de meest kwetsbare kinderen die een grote gezondheidsachterstand hebben of die dreigen op te lopen. Vanaf 2015 werkt het programma met een programmacommissie met daarin vertegenwoordigers uit het jeugdveld om zo de aansluiting van het programma op de praktijk te garanderen.
5
Al deze cijfers komen uit het in april 2014 gepubliceerde onderzoek van TNO in samenwerking met VUMC en LUMC
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 37 -
Meerjarendoel 1 Het programma zet haar kennis in om te stimuleren dat wijkteams in gemeenten ook de gezinnen met een lage SES en/of een migrantenachtergrond bereiken.
1.1 Beschrijven en verspreiden best practices wijkteams De werkzame elementen van de integrale wijkteams in het bereiken van migrantengezinnen en gezinnen met een lage ses. Resultaten 2015 • Er is een overzicht en beschrijving van de best practices/goede voorbeelden in het bereiken van migranten en lage SES gezinnen. • Er is een overzicht van de werkzame elementen binnen de best practices. In samenwerking met de sociale/integrale wijkteams (in onder andere Zaanstad) worden de werkzame elementen in het bereiken van deze groepen via het wijkteam beschreven. Wijkprofessionals zijn betrokken in het bepalen van de wijze • waarop deze werkzame elementen het best verspreid en gebruikt kunnen worden in de (nieuwe) werkwijze van de wijkteams. Op verzoek van de professionals kan dit leiden tot bijvoorbeeld debatten, intervisie of het beschikbaar stellen van (online) applicaties als filmpjes of animaties. • De kennis is digitaal beschikbaar gesteld en gepubliceerd. Bij het delen van de verzamelde kennis wordt aangehaakt op bestaande kennisnetwerken. Meten van resultaten Overzichten zijn beschikbaar en gedeeld via netwerken. Samenwerkingspartners CGL, NISB, NCJ, NJI, Movisie, JGZ Den Haag, Sociale wijkteams Zaanstad. Looptijd 2015. Financiering VWS, gemeenten. 1.2 Aanpassen landelijke informatie en richtlijnen Pharos ondersteunt meerdere partners in het bereiken van laagopgeleiden en migranten door de aangeboden informatie (zoals folders en websites) en richtlijnen aan te passen aan de behoefte van deze groepen. Resultaten 2015 • De website Opvoeden.nl is op een aantal thema’s aangevuld en aangepast zodat deze ook bruikbaar is voor migranten- en lage SES gezinnen. • Nieuwe richtlijnen voor de JGZ en de Jeugdzorg zijn (op verzoek) aangepast zodat deze de professionals helpen om beter aan te sluiten op de behoefte van migranten en mensen met een lage SES. • De landelijke folders van het RIVM (op onder andere preconceptionele gezondheid) zijn aangepast zodat deze
Pharos Jaarp lan 2015
- 38 -
•
begrijpelijk zijn voor laaggeletterden en mensen die de Nederlandse taal beperkt beheersen. De e-health applicatie Slimmer Zwanger (gericht op een gezonde leefstijl in de periconceptionele periode) is getest en waar nodig aangepast voor lager opgeleiden en migranten (onder voorbehoud van financiering door ZonMw).
Meten van resultaten • Aan het eind van het jaar wordt een overzicht opgemaakt van de aangepaste informatie/ richtlijnen. • Er wordt een overzicht gegeven van de oplages, downloads en views. Samenwerkingspartners NCJ, RIVM, Erasmus MC, opvoeden.nl. Looptijd 2015. Financiering VWS en aanvullende financiering door opdrachtgevers. Meten outcome meerjaren doel 1 Na drie jaar wordt, via een steekproef, nagegaan of de meerderheid van de wijkteams op de hoogte is van de werkzame elementen en goede voorbeelden om ook lage ses- en migrantenkinderen te bereiken. Meerjarendoel 2 Het programma zet haar kennis in om te stimuleren dat de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen op de basisschool structureel en op onderbouwde wijze aandacht krijgt, aansluitend op en in het verlengde van de Gezonde School aanpak.
2.1 Sociaal emotionele ontwikkeling in het primair onderwijs Pharos werkt samen met het Trimbos instituut en de LOT-i partners aan een manier om op onze basisscholen de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen meer onderbouwd en onderling afgestemd te stimuleren. Resultaten 2015 • Pharos heeft een traject gecoördineerd in samenwerking met een gemeente of regio waar als eerste integraal en doorlopend zal worden gewerkt met een leerlijn SEO. • Pharos en het Trimbos instituut hebben ervoor gezorgd dat de inspanningen op het thema SEO aansluiten op de Gezonde School aanpak. Concreet betekent dit dat we afspreken hoe thema’s van de gezonde school kunnen aansluiten op de brede basis die in een SEO programma gelegd wordt. • Op basis van de aanbevelingen uit het rapport Verkenning sociaal emotionele ontwikkeling in het PO is in overleg met partners (VWS, Trimbos, LOT-i) een plan van aanpak opgesteld. Dit plan van aanpak wordt deels uitgevoerd vanuit het werkplan 2015 van het LOT-i. Dit plan is eind 2014 gereed. Onderdelen hiervan kunnen zijn: o een werkconferentie waar het onderwijs, de interventieontwikkelaars en de
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 39 -
o
gezondheidsbevorderende instituten de implementatie van SEO in het primair onderwijs bespreken. een traject met de PABO’s en de nascholingsinstituten om sociaal emotionele ontwikkeling een prominentere plaats te geven in de opleidingen tot leerkracht in het primair onderwijs.
Meten van resultaten Eind 2015 is beschreven op welke wijze de partners hebben samengewerkt aan de borging van aandacht voor SEO in het primair onderwijs en tot welke concrete resultaten dat (lokaal) heeft geleid. Al deze activiteiten vinden plaats in afstemming met de werkgroep Jeugd van LOT-i en de Onderwijsagenda en sluiten aan op de werkzaamheden die in dat werkplan beschreven staan. Samenwerkingspartners Trimbos, PO raad, LOT-i, interventieontwikkelaars, Regio Nijmegen (onder voorbehoud), Gezonde School. Looptijd 2015 – 2017. Financiering VWS. 2.2 Depressiepreventie op school Resultaten 2015 • Het bereik van depressiepreventie bij de doelgroep lage SES en migranten jeugd is onderzocht middels een steekproef bij deelnemende scholen. Op basis hiervan zijn aanbevelingen geformuleerd om het bereik te versterken. • Er is een overzicht beschikbaar van werkzame elementen om deze groep beter te bereiken. • Aanbevelingen voor het koppelen van depressiepreventie aan sociaal emotionele weerbaarheid in het primair onderwijs zijn teruggekoppeld aan betreffende scholen en in een expertmeeting over de geïnventariseerde werkzame elementen besproken. • Publicatie van deze aanbevelingen in een vakblad en in overleg met de experts in een korte film die op social media gemakkelijk te delen is. Meten van resultaten Via kwalitatief onderzoek onder scholen over het bereik van depressiepreventie. Samenwerkingspartners Trimbos instituut, NPP, VWS. Looptijd 2015. Financiering VWS.
Pharos Jaarp lan 2015
- 40 -
2.3 Samenhang en samenwerking Gezonde School Partijen uit onderwijs en publieke gezondheid vinden elkaar steeds beter als het gaat om het bevorderen van een gezonde school. Voor 2015 is het doel de krachten nog meer te bundelen voor een intensivering van de Gezonde School aanpak. Pharos werkt hierin samen met de themainstituten, het CGL, het onderwijs en GGD Nederland. Resultaat 2015 • Een eenduidige regie, actieve promotie, een efficiënt en (financieel) toekomstbestendig proces en één ingang voor alle activiteiten rondom Gezonde School (inclusief vignet) en ownership bij scholen, waardoor de Gezonde School echt gaat doorbreken. • Pharos heeft haar kennis over het bereiken van mensen met een lage SES en migranten ingebracht in de Gezonde School context. Extra aandacht gaat daarbij naar kennis over ouderbetrokkenheid en sociaal emotionele ontwikkeling. De concrete werkzaamheden worden bepaald na een aanscherping van het LOT-i werkplan in het najaar van 2014 in overleg en samenwerking met het CGL en het onderwijsveld. Meten van resultaten Vastgesteld wordt dat specifieke kennis is ingebracht in Gezonde School context. Samenwerkingspartners Lot-i, CGL, GGD Nederland. Looptijd 2015. Financiering VWS. Meting outcome meerjarendoel 2: Eind 2015 beschrijven we of en in welke mate de aandacht voor het thema sociaal emotionele ontwikkeling is toegenomen. De opdrachtgever binnen VWS wordt bevraagd naar bevindingen op dit thema. Meerjarendoel 3 Het programma zet haar kennis in om te stimuleren dat de bestaande kennis over het terugdringen van overgewicht bij kinderen uit migrantengezinnen in de huidige interventies wordt toegepast en bruikbaar is binnen de ketengerichte aanpak van overgewicht.
3.1 Terugdringen overgewicht Resultaten 2015 • Er ligt een analyse van de reden waarom migrantenkinderen in de huidige aanpak niet (voldoende) bereikt worden op basis van literatuuronderzoek en het interviewen van een representatieve groep migrantenkinderen met overgewicht én hun ouders. • Er is een (inter)nationaal overzicht van de interventies die ook de migrantenkinderen met overgewicht bereiken beschikbaar voor gemeenten. Dit wordt ook meegenomen in het
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 41 -
•
• • •
•
stimuleringsprogramma Lokale aanpak gezondheidsachterstanden Gezond in…. Op verzoek van en in samenwerking met de ketenaanpak gezond gewicht in Leidsche Rijn (Gemeente Utrecht) is de aanpak door Pharos aangevuld met de meest recente kennis over het bereiken van migranten. De implementatie en het effect zijn gemonitord. Een landelijk debat is georganiseerd over een stevige aanpak in het terugdringen van overgewicht bij migrantenkinderen. De ontwikkelde kennis is op een moderne en aantrekkelijke manier gedeeld met de professionals. Pharos heeft de opgedane kennis gebruikt om in 2017 te beschikken over een interventie die als bewezen effectief in het bereiken van migrantenkinderen kan worden opgenomen in de CGL database. Deze kennis is gekoppeld aan de activiteiten binnen het LOT-i werkplan gericht op het ondersteunen van de JGZ.
Meten van resultaten In 2015 zijn de barrières in het bereiken van migrantenkinderen met overgewicht bekend. Samenwerkingspartners Gemeente Utrecht, ABCeasar (Kanaleneiland), Netwerk ketenaanpak gezond gewicht Leidsche Rijn, JOGG, Convenant gezond gewicht, LOT-i. Looptijd 2015-2017. Financiering VWS. Meting outcome meerjarendoel 3 Bovenstaande kennis leidt tot een bewezen effectieve interventie in het bereiken van migrantenkinderen met overgewicht in 2017. In 2018 wordt nagegaan of de overgewichtcijfers minimaal stabiliseren voor deze kinderen. Meerjarendoel 4 Het programma zet haar kennis in om te stimuleren dat er gericht aandacht is voor de meest kwetsbare kinderen die een grote gezondheidsachterstand hebben of die dreigen op te lopen.
4.1 Nieuwkomerskinderen beter in beeld bij de JGZ Resultaten 2015 • De JGZ in Noord Limburg is onder coördinatie van Pharos voorloper door lokaal een nieuwe manier van werken vorm te geven voor nieuwkomers. • Er is een pilot uitgevoerd met JGZ en ISK en AZC scholen in Limburg, waarin nieuwkomers-leerlingen binnen drie maanden na aanmelding op de school een intake gehad hebben bij JGZ. Deze nieuwe manier van werken houdt in dat nieuwkomerskinderen direct en uitgebreid door de JGZ gezien worden. Ook als ze te oud of te jong zijn voor een regulier
Pharos Jaarp lan 2015
- 42 -
•
•
contactmoment of als ze nog niet voorkomen in de officiële lijsten (doordat ze bijvoorbeeld niet zijn aangemeld bij de gemeente). Er is een analyse beschikbaar van de gezondheid van deze kinderen. Er is een artikel geschreven over de vraag of dit aanleiding geeft voor het landelijk invoeren van een nieuwkomerscontactmoment. De nieuwe werkwijze is beschreven zodat deze kan worden overgedragen aan andere gemeenten en regio’s.
Meten van resultaten • Aan het einde van 2015 wordt de nieuwe werkwijze geëvalueerd en wordt gekeken hoeveel kinderen binnen drie maanden een intake hebben gehad en of de producten zijn opgeleverd. • Aan het einde van het jaar vindt een evaluatie plaats met de betrokken professionals om door te nemen hoe het project bijgedragen heeft aan verbeterde samenwerking, verbeterde leefstijllessen en meer ouderbetrokkenheid. Samenwerkingspartners JGZ GGD Limburg Noord, AZC-school De Brink (Roermond), Valuascollege (ISK Venlo), NT2 Mundium College (ISK Roermond). Looptijd 2015. Financiering VWS. Meten outcome meerjaren doelstelling 4 Pharos zorgt er via dit meerjarendoel voor dat er specifiek aandacht is voor de kleine groepen mensen met extreme gezondheidsachterstanden. 5. Samenwerking LOT-i Pharos is een van de partners in het Landelijk Overleg Thema-instituten (LOT-i). Doelen zijn: 1. Het bevorderen van een integraal gezondheids/leefstijlbeleid bij onderwijs, overheden en gezondheidszorg. 2. Het gezamenlijk bedienen van díe professionele doelgroepen die een gebundeld aanbod van gezondheidsinterventies prefereren boven een themaspecifieke benadering. 3. Het versterken van de capaciteit van de individuele instituten door te leren van elkaar en gebruik te maken van elkaars inzichten en kennis. Ook in 2015 zal Pharos bijdragen aan de realisatie van deze doelstellingen. Werkplan De onderwerpen waar de LOT-i partners zich voor wat betreft jeugd en gezondheid in 2015 op richten zijn de volgende: • Werkgroep Jeugd: o Linking and learning o Ondersteuning JGZ o Versterking leefstijlthema’s (SEO) • Werkplan voor de inzet van de generieke uren CGL:
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 43 -
o o o
Samenhang en samenwerking in Gezonde school Ontwikkelen programma sociaal-emotionele ontwikkeling primair onderwijs Werkzame factoren in interventies
5.1 Werkgroep Jeugd Het doel van de werkgroep is om meer samenhang aan te brengen in de bevordering van een gezonde en veilige leefstijl van de jeugd en in de ondersteuning van de JGZ en het onderwijs. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek ‘Sociaal emotionele ontwikkeling in het primair onderwijs’ van Pharos en Trimbos wordt in 2014 en 2015 een programma voor het primair onderwijs ontwikkeld. Dit programma dient in samenwerking met het onderwijs te worden opgebouwd en aan te sluiten bij het SLO leerplankader. Pharos zal hierin een actieve rol vervullen. Zie ook project 2.1 van het programma jeugd. 5.2 Generieke uren CGL LOT en CGL hebben de volgende onderwerpen gedefinieerd voor invulling van de voormalige generieke uren CGL: • Samenhang en samenwerking in Gezonde School, onder meer via de website www.gezondeschool.nl. • Ontwikkelen interventie sociaal-emotionele ontwikkeling. • Werkzame factoren interventies. De concrete invulling van deze projecten vindt plaats op basis van een behoefte-inventarisatie onder vertegenwoordigers van de werkvelden. Het programma Jeugd zal in ieder geval sterk betrokken zijn bij het ontwikkelen van het programma sociaal-emotionele ontwikkeling (zie ook project 2.1). Dit sluit uiteraard ook aan op de doelstelling samenhang en samenwerking in de gezonde school (zie project 2.3 van het programma jeugd). Inzet op werkzame factoren sluit aan op de projecten 1.1 Bereik in de Wijk en 3.1 Overgewicht migrantenkinderen. 6. Actuele zaken, beleidsadvisering en advies op maat Resultaten 2015 • Vragen van landelijke en lokale organisaties, beleidsmakers en professionals zijn beantwoord over gezondheid, ontwikkeling en opvoeding van migranten- en lage SES jeugd ter bevordering van de toegang, kwaliteit en effectiviteit van de zorg- en hulpverlening aan deze groepen. • Er heeft kennisoverdracht plaatsgevonden aan professionals in de zorg via artikelen en presentaties. Kennisoverdracht heeft ook plaatsgevonden via de Pharos website, websites van andere organisaties, via factsheets en digitale netwerken, maar ook door het verzorgen van presentaties op congressen en studiedagen die georganiseerd worden door collega-instellingen en andere partners in de zorg voor jeugd. • Vanaf 2015 is gewerkt met een programmacommissie die het programma voorzien heeft van signalen en die mee gedacht heeft over de (meerjaren)plannen. De commissie bestaat uit een vertegenwoordiging uit het brede jeugdveld, zoals professionals en bestuurders uit het onderwijs, de JGZ, de jeugdzorg en de gemeente.
Pharos Jaarp lan 2015
- 44 -
6 Extern gefinancierde projecten 6.1 Seksueel misbruik binnen migrantengezinnen In veel migrantenkringen is het onderwerp seksueel misbruik binnen het gezin echter nog vrijwel onbespreekbaar. Pharos werkt samen met zelforganisaties aan het bespreekbaar maken van seksueel misbruik binnen de Marokkaanse, Turkse en Hindoestaanse gemeenschap. Dit project wordt gefinancierd door stichting Kinderpostzegels. 6.2 Schizofrenie bij jonge Marokkaanse mannen Bij Marokkaanse Nederlandse jongvolwassenen komen schizofrenie en verwante psychotische stoornissen vijf tot zeven keer zo vaak voor als bij autochtone Nederlanders. Het vaker voorkomen betekent echter niet dat de aandoening eerder gediagnosticeerd wordt. Omdat de prognose verslechtert naarmate de psychose langer onbehandeld blijft, beweegt dit project Marokkanen met een psychose, via intermediairs, thuiscoaches en hun familie, tot het zoeken van hulp. Dit project wordt gefinancierd door Fonds Psychische Gezondheid en NUTS OHRA. 6.3 Kanker en rookpreventie via Social media Met KWF wordt gewerkt aan een manier om rookpreventie onder migrantenjongeren via social media op te zetten en uit te voeren. Deze groep is moeilijk te bereiken via de reguliere folders, advertenties en voorlichting. De ervaring in het project 1000 Moeders (gericht op voorlichting over borstkankerscreening) is hierbij het uitgangspunt. Dit project wordt uitgevoerd onder voorbehoud van financiering door KWF Kankerbestrijding. 6.4 Maatschappelijk betrokkenheid Astra Zeneca Astra Zeneca is een groot Europees farmaceutisch bedrijf. De Nederlandse vestiging heeft Pharos benaderd om gezamenlijk invulling te geven aan hun programma gefinancierd vanuit hun budget maatschappelijke betrokkenheid. Zij willen hun kennis koppelen aan die van Pharos om zo gezamenlijk een bijdrage te leveren aan de verbetering van zorg aan kwetsbare jongeren. Dit project zou zich in 2015 bijvoorbeeld kunnen richten op verantwoord medicijngebruik tijdens de Ramadan door jongeren met aandoeningen als diabetes. Pharos brengt haar cultuurspecifieke kennis in en Astra Zeneca zorgt voor de kennis op het niveau van de werkzame stoffen van medicijnen. Dit project wordt uitgevoerd onder voorbehoud van financiering door Astra Zeneca. 6.5 Gebruikersonderzoek Slimmer Zwanger De e-health applicatie Slimmer Zwanger is gericht op een gezonde leefstijl in de periconceptionele periode. Pharos onderzoekt of deze toeppassing goed aansluit bij de doelgroep waar men het liefst gezondheidswinst zou willen behalen: migranten en mensen met een lage ses. Dit doen we door de module te testen bij deze groepen en waar nodig aanpassingen te doen.
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 45 -
Dit project wordt uitgevoerd onder voorbehoud van financiering door ZonMw.
Totaal aantal uren meerjarenprogramma Jeugd en gezondheid Uren VWS 4.300 Uren derden 1.000 Totaal aantal uren 5.300
Pharos Jaarp lan 2015
- 46 -
5 Ouderen en gezondheid Meerjarenprogramma 2015 – 2018 Inleiding Nederland vergrijst en tegelijk wordt de populatie ouderen in de komende decennia steeds kleurrijker. Veel ouderen willen zo lang mogelijk zelfstandig wonen, met zorg die dichtbij huis wordt georganiseerd en die aanvullend is op wat zij en hun omgeving zelf kunnen doen. Het overheidsbeleid en de decentralisatie van zorg- en ondersteuningstaken naar de gemeenten zijn hier mede op gericht. Belangrijke voorwaarde voor succes is een goed samenspel tussen formele en informele zorg. Bij hulpvragen die niet door de informele zorg opvangen kunnen worden dient de formele zorg paraat te zijn (Mezzo & Tympaan Instituut, samenspel formele en informele zorg 24-07-2013). Goede afstemming en communicatie tussen mantelzorgers en professionals ten aanzien van zorg aan migranten en laagopgeleide ouderen is een belangrijk aandachtspunt. In het Deltaplan Dementie investeert de overheid de komende jaren ruim € 32 miljoen aan wetenschappelijk onderzoek. Daarbinnen is aandacht voor passende en doelmatige praktijktoepassingen op het gebied van vroegsignalering van dementie en ondersteuning van mantelzorgers, onder andere met respijtzorg. Het programma levert een bijdrage aan deze twee onderdelen van het beleid. Dementie Volgens de Toekomstverkenning voor de Volksgezondheid ( juni 2014) is dementie in 2030 de belangrijkste doodsoorzaak in Nederland. Het aantal migrantenouderen met dementie stijgt vijf keer sneller dan het aantal autochtone ouderen met dementie. De ziekte wordt door migranten nog weinig herkend en er rust een taboe op het bespreken ervan. Zorgverleners en mantelzorgers lopen hier in de praktijk dagelijks tegen aan en hebben behoefte aan adequate instrumenten om met de patiënten in gesprek te gaan. In 2015 besteedt het programma hier aandacht aan. Daarnaast focust het programma zich op het versterken van de draagkracht van hun mantelzorgers en op het versterken van vaardigheden van verzorgenden in het omgaan met dementerende migranten ouderen. In samenspraak met partners als Alzheimer Nederland (AN) en Mezzo werken we hieraan in een tweetal projecten. In het eerste project richten we ons op het tijdig onderkennen van dementie bij migranten ouderen en het vervolgens bieden van passende zorg aan desbetreffende groep. Een van de instrumenten die daarvoor ingezet wordt is het Cultureel Interview (CI), dat in 2014 is aangepast
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 47 -
voor gebruik in de ouderenzorg. Doel ervan is de dialoog tussen verzorgenden en mantelzorgers van dementerende migrantenouderen te verbeteren. Dit instrument is in 2014 in samenwerking met vijf zorginstellingen aangescherpt en geïmplementeerd. In 2015 implementeren we het instrument binnen vijf nieuwe organisaties. Daarnaast verspreiden we een digitale toolkit die Alzheimer Nederland met ondersteuning van Pharos ontwikkeld heeft. De toolkit bevat audiovisueel materiaal en een digitale tool om dementie bij Turkse en Marokkaanse ouderen meer bekend en beter bespreekbaar te maken. In de digitale toolkit zit ook een vroegsignaleringsinstrument waarmee (klein)kinderen dementie bij hun ouders kunnen herkennen. De toolkit wordt begin 2015 door Alzheimer Nederland gelanceerd en bekend gemaakt bij migranten van Turkse en Marokkaanse afkomst. Pharos is door Alzheimer Nederland gevraagd om deze digitaal te verspreiden en te introduceren tijdens bijeenkomsten met wijkteams, thuiszorgteams en casemanagers die belast zijn met de zorg voor ouderen met dementie. Verder onderzoeken we, samen met Alzheimer Nederland, de voorwaarden waaronder de 7 Alzheimer theehuizen (specifiek voor migranten) meer samenwerken met de 230 Alzheimercafés en bieden we training aan verzorgenden aan. Mantelzorgers In het tweede project richt het programma zich op mantelzorgers van migranten ouderen en van laagopgeleide ouderen. Uit een onderzoek van het NIVEL en Alzheimer Nederland in juni 2014 geeft 70 procent van de 3300 gevraagde mantelzorgers aan erg onder druk te staan door de ziekte van hun naaste. Volgens het expertisecentrum mantelzorg (maart 2014) is 1 op de 7 mantelzorgers in Nederland overbelast. Er zijn aanwijzingen dat migrantenmantelzorgers het zwaarder hebben dan autochtone mantelzorgers (Kroese et al. 2011). Het bieden van mantelzorg is bij veel migrantengroepen een vanzelfsprekendheid. Migranten beginnen meestal veel jonger met mantelzorg en zorgen over een langere periode. Bovendien wonen nagenoeg alle migrantenpatiënten (99%) met dementie thuis en worden verzorgd door hun naasten. Met de actuele decentralisaties in de zorg wordt een nog groter beroep gedaan op mantelzorgers. Volgens de Dementiemonitor Mantelzorg 2013 weet de mantelzorger het Wmo-loket nog niet goed te vinden (NIVEL 24 juni 2014). Het is een uitdaging voor gemeentes om de ondersteuning van de migrantenmantelzorgers goed vorm te geven. Het programma ondersteunt partijen hierbij. We verzamelen en verspreiden daartoe onder andere succesvolle initiatieven voor ondersteuning van laagopgeleide en migranten mantelzorgers. Wonen en zorg in de gezonde wijk Het huidige streven om ouderen zo lang mogelijk zelfstandig te laten functioneren, vraagt om goede aansluiting van woonvormen. Er ligt een opgave voor nieuwe woonzorgconcepten die ook aansluiten bij laagopgeleide en migranten ouderen. Samen met bewonersinitiatieven, woningcorporaties, zorginstellingen en lokale overheden brengen we vraag en aanbod op dit terrein in kaart. Beleidsadvisering Op het gebied van zorg voor laagopgeleide en migranten ouderen rondom dementie en mantelzorg weten partijen Pharos steeds beter te vinden. Pharos adviseert hen op maat en op geleide van de actualiteit.
Pharos Jaarp lan 2015
- 48 -
Ook in 2015 dragen we bij aan studiebijeenkomsten, conferenties en publicaties en aan de internationale jaarlijkse bijeenkomsten van ENIEC en Alzheimer Internationaal. In het kader van het stimuleringsprogramma Lokale aanpak gezondheidsachterstanden Gezond in…..kan Pharos gemeenten desgewenst adviseren op het terrein van mantelzorg bij migranten en adequate zorg aan dementerende migranten cliënten. Meerjarendoelen Het programma zet de komende jaren haar kennis in om te stimuleren dat: • formele en informele zorgverleners in staat zijn om dementie bij laagopgeleide en migranten ouderen vroegtijdig te onderkennen en hen vervolgens passende informatie, zorg en begeleiding te bieden. • laagopgeleide en migrantenmantelzorgers zodanig ondersteund zijn dat hun draagkracht in balans blijft met hun draaglast. Meerjarendoel 1 Het programma zet de komende jaren haar kennis in om te stimuleren dat formele en informele zorgverleners in staat zijn om dementie bij laagopgeleide en migranten ouderen vroegtijdig te onderkennen en hen vervolgens passende informatie, zorg en begeleiding te bieden.
1. Adequate signalering, ondersteuning en zorg voor dementerende laagopgeleide en migranten ouderen Resultaten 2015 • Het Cultureel Interview (CI), dat is aangepast voor de ouderenzorg en als doel heeft de dialoog tussen verzorgende en mantelzorger te verbeteren, is voorjaar 2015 als instrument geïmplementeerd in de vijf deelnemende zorgorganisaties. De resultaten van het gehele traject zijn voor de zomer 2015 gepresenteerd op een slotconferentie met circa 70 deelnemers van betrokken zorgorganisaties, welzijn, expertisecentra, themainstituten en patiëntenverenigingen. In de tweede helft van 2015 wordt het Cultureel Interview ouderenzorg onder circa 50 zorginstellingen in de grote steden verspreid. • Het voor de ouderenzorg aangepaste instrument Cultureel Interview wordt in 2015 getoetst en geëvalueerd en desgewenst ter erkenning ingediend bij het CGL. • De digitale toolkit Vaardig in Zelfzorg is op verzoek van Alzheimer Nederland geïmplementeerd in 5 regio’s (Noord - en Zuid Holland, Gelderland, Utrecht en Noord Brabant) bij gemeentelijke wijkteams, thuiszorgteams en casemanagers die belast zijn met zorg voor migrantenouderen met dementie. De toolkit bevat instrumenten voor vroegsignalering en bespreekbaar maken van dementie bij migranten. • De succesfactoren voor samenwerking tussen de 7 Alzheimer Theehuizen voor migranten en de 230 reguliere Alzheimer Cafés zijn onderzocht middels een pilot. Daarin zijn een theehuis en café begeleid in intensieve samenwerking. Leidend hierin is de gedachte dat in reguliere Alzheimer Cafés ook dementerende migrantenouderen en hun mantelzorgers zich thuis moeten
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 49 -
•
•
kunnen voelen en de benodigde informatie en ondersteuning kunnen vinden. In 2014 is het project Zorgen doe je samen afgerond. Hierin zijn medewerkers van 5 zorginstellingen gecoacht en getraind om de zorg voor de dementerende migranten te verbeteren. Deze training bieden we in 2015 aan andere zorginstellingen aan. In 2015 hebben we bij tenminste bij 5 nieuwe zorginstellingen deze training uitgevoerd voor verzorgenden. Voor dementiecasemanagers en POH-GGZers is een training en e-learning-module ontwikkeld en geïmplementeerd. Daarin raken zij bekend met specifieke problematiek van oudere migranten met dementie. Hiertoe wordt externe financiering gezocht.
Meten van resultaten In 2015 wordt het gebruik van het CI bij de vijf instellingen op effect geëvalueerd. Dit gebeurt via • een effectmeting (kwantitatief) onder de deelnemende mantelzorgers en verzorgenden. • kwalitatief onderzoek: interviews met de verzorgenden. • focusgroepsgesprekken met mantelzorgers. • focusgroepsgesprek met de zorgmanagers. Daarnaast worden de verslagen van de trainings- en intervisiebijeenkomsten meegenomen in de analyse. Alle data worden in een rapport gepresenteerd met inbegrip van een handreiking/draaiboek voor uitrol van de methodiek. Samenwerkingspartners CSO, NOOM, Alzheimer-Nederland, Vilans, Mezzo, Migrantenzelforganisaties, Cordaan, Osira Amstelring, Hart voor Nederland, Careyn, Izah- Thuiszorg, Thuiszorg Hart voor Nederland. Looptijd 2014 - 2018. Financiering Dit project wordt uitgevoerd met VWS-financiering en financiering van Nuts Ohra. Meten outcome meerjarendoel 1 Bij de 5 deelnemende zorgorganisaties wordt in 2018 nogmaals getoetst in hoeverre mantelzorgers en verzorgenden verbeteringen constateren. In 2018 wordt vastgesteld of en hoe vaak de Alzheimer theehuizen (specifiek voor migranten) hebben samengewerkt met de reguliere Alzheimer cafés. Meerjarendoel 2 Het programma zet de komende jaren haar kennis in om te stimuleren dat laagopgeleide - en migrantenmantelzorgers zodanig ondersteund zijn dat hun draagkracht in balans blijft met hun draaglast.
Pharos Jaarp lan 2015
- 50 -
2. Ondersteuning mantelzorgers van laagopgeleide en migrantenouderen Resultaten 2015 • Het overzicht van succesvolle instrumenten om dreigende overbelasting van migrantenmantelzorgers tijdig te signaleren is aangevuld, geactualiseerd en bekend gemaakt bij Mezzo, Steunpunten Mantelzorg, migrantenorganisaties, zorgorganisaties en gemeenten. Hetzelfde geldt voor good practices op het gebied van ondersteuning van mantelzorgers. • Het overzicht van goede voorbeelden van e-health instrumenten voor migrantenmantelzorgers is geactualiseerd en aangevuld met nieuwe toepassingen ten behoeve van steunpunten mantelzorg van gemeenten. Deze kennis kan meegenomen worden in het stimuleringsprogramma Lokale aanpak gezondheidsachterstanden Gezond in…. • Een meetinstrument om zicht te krijgen op de draagkracht van laagopgeleide en migranten- mantelzorgers van dementerende ouderen is ontwikkeld met Alzheimer Nederland en NIVEL en geëvalueerd.* • Respijtwijzer.nl (landelijke database met respijtzorgvoorzieningen, arrangementen voor mantelzorgers, nieuws en ervaringsverhalen) is op verzoek van Mezzo actueel en toegankelijk gemaakt voor laagopgeleide en migranten ouderen en bij deze doelgroep getest op bruikbaarheid en begrijpelijkheid. • Het Nationale Mantelzorgpanel is in samenwerking met Mezzo verbreed met migranten en laagopgeleide mantelzorgers. De voor het panel gehanteerde vragenlijsten zijn aangepast voor gebruik door leden met een migrantenachtergrond en/of lage opleiding en vervolgens uitgetest. Het project richt zich met name op het werven van deze groepen. • Vanuit de klankbordgroep van migrantenmantelzorgers uit diverse gemeenten is het verzoek gekomen om een specifieke cursus EHBO voor mantelzorgers van laagopgeleide en migranten ouderen op te zetten en uit te voeren. De cursus wordt in samenwerking met het Rode Kruis opgezet, uitgevoerd op een pilotlocatie en geëvalueerd bij de deelnemers. Bij succes zal deze cursus landelijk worden uitgerold. Meten van resultaten Pharos ontwikkelt in samenwerking met Alzheimer Nederland een meetinstrument om zicht te krijgen op de draagkracht van laagopgeleide en migrantenmantelzorgers. De uitkomsten van de eerste meting worden gehanteerd als nulmeting voor het meten van de gewenste outcome. In 2018 wordt de meting uitgevoerd om te kijken of de draagkracht van deze mantelzorgers vergroot is. Samenwerkingspartners Mezzo, Alzheimer Nederland, Spectra zorg, Rode kruis, Migrantenzelforganisaties, steunpunten Mantelzorg, Vilanszorgorganisaties. Looptijd 2014 - 2018.
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 51 -
Financiering Dit project wordt uitgevoerd met VWS financiering. Voor het onderdeel met een * wordt externe financiering gezocht. Meten outcome meerjarendoel 2 De uitkomsten van de eerste meting van Alzheimer Nederland worden gehanteerd als nulmeting voor het meten van de gewenste outcome. In 2018 wordt de meting uitgevoerd om te kijken of de draagkracht van deze mantelzorgers vergroot is. 3. Wonen en zorg in de gezonde wijk Resultaten 2015 • Vraag, aanbod en verbeteringen op het gebied van wonen en zorg voor laagopgeleiden en migranten ouderen in Utrecht zijn inzichtelijk gemaakt. • Er is geïnventariseerd welke financieel-economische, bouwkundige, organisatorische en beleidsmatige knelpunten er zijn die belemmerend werken in wonen en zorg op maat voor deze groepen. • Er zijn, samen met de betreffende groepen, vier initiatieven ontwikkeld, gericht op de realisatie van de woonwensen van deze groepen ouderen. Het streven is te komen tot vier breed gedragen en concrete initiatieven die in 2015 worden uitgewerkt voor de gemeente Utrecht en de genoemde wooncorporaties en zorginstellingen. • Resultaten zijn vastgelegd in een handreiking voor alle partijen. De woonwensen zijn in kaart gebracht, onder andere, door middel van bijeenkomsten met belangenorganisaties van ouderen, sleutelfiguren, maatschappelijke organisaties en instituties in de wijk. • Conferentie met alle stakeholders op het gebied van wonen en zorg voor laagopgeleide - en migranten ouderen in Utrecht. Resultaten en verkregen inzichten worden vastgelegd in een rapport. Dit rapport vormt de input voor de vormgeving van de initiatieven die in 2015 worden uitgewerkt. Meten van resultaten Er is inzicht in vraag, aanbod, knelpunten en verbeteringen op het gebied van wonen en zorg voor laagopgeleide - en migrantenouderen en er worden, met betrokkenheid van alle stakeholders, vier initiatieven uitgewerkt. Samenwerkingspartners Migranten zelforganisaties, Gemeente Utrecht, Woningbouwvereniging BO-EX te Utrecht, Woningbouwvereniging Mitros, Zorginstelling Careyn, Zorginstelling Axion Continu, Actiz-Aedes, NOOM, CSO en Architectenbureau Remake. Looptijd 2015 - 2016. Financiering Voor dit project is extra financiering aangevraagd, uitvoering vindt plaats met een kleine cofinanciering van VWS.
Pharos Jaarp lan 2015
- 52 -
4. Actuele zaken, beleidsadvisering en advies op maat Resultaten 2015 • Partners in de ouderenzorg zijn waar nodig geïnformeerd en geadviseerd. • Participatie in klankbord-, werk- en adviesgroepen waar het laagopgeleide en ouderen migranten en gezondheid betreft. • Nationale en internationale uitwisseling van kennis over migranten en laagopgeleiden gezondheidszorg. Meten van resultaten Alle activiteiten worden geregistreerd. Bij informatieverstrekking en advisering wordt altijd gevraagd of dit naar tevredenheid is uitgevoerd. Financiering Dit project wordt met VWS financiering uitgevoerd.
Totaal aantal uren meerjarenprogramma Ouderen en gezondheid Uren VWS 1.500 Uren derden 450 Totaal aantal uren 1.950
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 53 -
Pharos Jaarp lan 2015
- 54 -
6 Participatie en eigen regie Meerjarenprogramma 2015 – 2018 Inleiding Het programma Participatie en eigen regie wil de participatie en eigen rol van laagopgeleiden en migranten in het zorgstelsel en in het terugdringen van gezondheidsachterstanden versterken. De ambitie van het programma Alles is gezondheid is om de gezondheidsverschillen in Nederland aanzienlijk te reduceren. We weten inmiddels dat dat alleen lukt als betrokken burgers in dit proces een actieve rol vervullen, de hoofdrol zelfs. Stimuleringsprogramma Lokale aanpak gezondheidsachterstanden ‘Gezond in… Vanaf 2014 ondersteunt en adviseert Pharos samen met Platform31 vier jaar lang gemeenten bij de lokale aanpak van gezondheidsachterstanden, via het stimuleringsprogramma Gezond in… Het programma Participatie en eigen regie werkt de komende jaren nauw samen met dat programma en levert kennis die daarbinnen praktisch inzetbaar is. Het gaat daarbij vooral om kennis over de wijze waarop laagopgeleiden en migranten bij de bestrijding van gezondheidsachterstanden betrokken kunnen worden. Het programma maakt goede en succesvolle voorbeelden uit binnen- en buitenland inzichtelijk, zodat gemeenten en lokale partijen er hun voordeel mee kunnen doen. Vertegenwoordiging in patiëntenorganisaties en cliëntenraden Patiëntenorganisaties en cliëntenraden spelen een belangrijke rol in het versterken van de positie van cliënten in het zorgstelsel en het kenbaar maken van hun visie op kwaliteit en inrichting van het zorgstelsel. Ook dragen zij bij aan de ontwikkeling van richtlijnen en standaarden voor het professioneel handelen en aan het meten van klantenervaringen. Laagopgeleiden en migranten zijn nog weinig vertegenwoordigd in patiëntenorganisaties en cliëntenraden. De meeste patiëntenorganisaties en cliëntenraden ervaren dit als een gemis, omdat zij alle categorieën patiënten willen vertegenwoordigen en bereiken. Zij willen hen betrekken als vrijwilligers, medewerkers, bestuursleden, donateurs of hen ad hoc raadplegen door middel van panels en focusgroepen. Samen met PGO-Support, IederIn, NPCF, LSR en LOC ondersteunen we patiëntenorganisaties en cliëntenraden om de brug te slaan naar deze groepen cliënten/patiënten. Deze organisaties worden in de praktijk begeleid en gecoacht door experts van Pharos en geadviseerd in het daadwerkelijk werven en betrekken van laagopgeleiden en migranten.
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 55 -
In 2015 gaan we daarmee door. Het streven is dat in 2018 50 patiëntenorganisaties en 30 cliëntenraden zijn getraind en gecoacht. Daarnaast hebben in 2018 alle patiëntenorganisaties en cliëntenraden toegang tot hulpmiddelen voor het vergroten van participatie van laagopgeleiden en migranten. Informatie in de zorg is toegankelijk en beschikbaar voor iedereen Burgers dienen over voldoende informatie te beschikken om zoveel mogelijk regie te houden over de eigen gezondheid en de juiste keuzes te kunnen maken binnen het zorgsysteem. Toegankelijk voorlichtingsmateriaal en heldere basisinformatie zijn hierbij belangrijk. Dit blijkt onder andere uit advies van de RVZ De participerende patiënt waarin gepleit wordt voor een verbeterde informatievoorziening aan patiënten. Voorlichtingsmaterialen, sites en informatie over de gezondheidszorg sluiten vaak onvoldoende aan bij laagopgeleiden en migranten. De afgelopen jaren hebben we diverse organisaties geholpen om hier iets aan te doen. We richtten ons daarbij vooral op de toegankelijkheid van digitale informatie. Zo zijn Kiesbeter.nl en Independer.nl geadviseerd over hoe zij hun websites toegankelijker kunnen maken. Ook dat zetten we in 2015 voort. In 2015 adviseren we andere websites die voor klanten van belang zijn, zoals zorgkiezer.nl, zorgwebmonitor.nl, consumentenbond.nl en zorgkaartnederland.nl. We gaan ook na hoe we het gebruik van deze sites kunnen vergroten onder laagopgeleiden en migranten door de inzet van social media. Op verzoek van de bloedbank Sanquin voeren we vanaf 2014 een wervingscampagne uit gericht op het vergroten van het aantal bloeddonoren onder migranten. Hier zijn verschillende (migranten)organisaties bij betrokken. Die campagne loopt begin 2015 door. Pharos traint daarnaast medewerkers van de bloedbank in het optimaliseren van hun communicatie met migranten en laagopgeleiden. In 2015 breidt het programma, in samenwerking met KWF Kankerbestrijding, de voorlichtingen over kanker door en voor (laagopgeleide) migranten uit. De behoefte aan informatie en uitwisseling over kanker onder migrantengroepen is onverminderd groot. Laaggeletterdheid en gezondheidsvaardigheden: health literacy In ons eigen land is al veel onderzoek gedaan naar health literacy. De VS en Canada lopen voorop met dit thema. In de VS bestaat er zelfs sinds 2010 een National Action Plan Health Literacy. In Nederland is 1 op de 9 Nederlanders laaggeletterd. 29% van de bevolking beschikt over geringe gezondheidsvaardigheden en heeft dus onvoldoende vaardigheden om mondelinge en schriftelijke informatie over gezondheid te verkrijgen, te begrijpen en te gebruiken. Gezondheidsvaardigheden blijken de belangrijkste voorspeller van gezondheid, nog belangrijker dan inkomen, werk en opleiding (hoewel de laatste daar natuurlijk vaak mee samenhangt). Laagopgeleiden, ouderen en migranten zijn sterk vertegenwoordigd binnen deze groepen. De incidentie van ziekten zoals astma, diabetes, kanker, hartinfarcten en van psychische problemen, is bij hen beduidend hoger dan bij andere bevolkingsgroepen. Er zijn al veel instrumenten beschikbaar in binnen- en buitenland om laaggeletterdheid en beperkte gezondheidsvaardigheden te herkennen en de communicatie daarop af te stemmen. Het gebruik van de instrumenten staat ook in Nederland nog in de kinderschoenen. Het programma Participatie en eigen regie zet zich de komende jaren in om
Pharos Jaarp lan 2015
- 56 -
het gebruik van deze instrumenten te bevorderen. In 2015 richten we ons daarbij op implementatie- en verspreiding onder huisartsen en wijkverpleegkundigen en uiteraard apothekers binnen het programma Verantwoord Medicijngebruik. We verkennen de mogelijkheden bij fysiotherapeuten en sociale wijkteams. Vijfde conferentie Pharos en RvZ over de rol en positie van de migrant als klant in de zorg. In het voorjaar van 2015 organiseren Pharos en de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) voor de vijfde en de laatste keer samen een conferentie over de rol en positie van de migrant als klant in de zorg. Rode draad in de conferenties is de stand van zaken op het gebied van participatie en eigen regie bij migranten en laagopgeleiden. Meerjarendoelen Het programma zet de komende jaren haar kennis in om te stimuleren dat: • (inter)nationale goede voorbeelden van het actief betrekken van laagopgeleiden en migranten bij het terugdringen van gezondheidsachterstanden in kaart gebracht zijn, toegankelijk gemaakt, actief verspreid en up-to-date beschikbaar. • laagopgeleiden en migranten evenredig vertegenwoordigd zijn in de reguliere landelijke patiëntenorganisaties en cliëntenraden van zorginstellingen. In 2018 zijn 50 patiëntenorganisaties intensief begeleid en gecoacht in dit proces en voor alle organisaties is informatie aantrekkelijk toegankelijk gemaakt. • algemene informatie over gezondheid en zorg ook voor laaggeletterden/laagopgeleiden en migranten toegankelijk en beschikbaar is. • instrumenten voor het versterken van health literacy en communicatie met laaggeletterden op grote schaal gebruikt worden. Meerjarendoel 1 Het programma zet de komende jaren haar kennis in om te stimuleren dat (inter)nationale goede voorbeelden van het actief betrekken van laagopgeleiden en migranten bij het terugdringen van gezondheidsachterstanden in kaart gebracht zijn, toegankelijk gemaakt, actief verspreid en up-to-date beschikbaar.
1.1 De bewoner in de hoofdrol bij gezondheidsachterstanden Resultaten 2015 • Goede voorbeelden en succesvolle initiatieven uit binnen- en buitenland, om laagopgeleide en migrantenbewoners lokaal een actieve(re) rol te geven in het terugdringen van gezondheidsachterstanden, zijn toegankelijker in beeld gebracht en gedeeld met gemeenten via het stimuleringsprogramma Lokale aanpak gezondheidsachterstanden Gezond in… • Laagopgeleiden en migranten zijn betrokken bij de selectie van de goede voorbeelden. • Met experts op dit terrein zijn tijdens een bijeenkomst de belangrijkste succesfactoren besproken en gedeeld. • Er is bijscholing beschikbaar voor partijen die zich hierin willen bekwamen.
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 57 -
• •
De best practices zijn daar waar van toegevoegde waarde, gekoppeld aan de database van CGL. Er is nagegaan welke van deze voorbeelden nader onderbouwd dienen te worden.
Meten van resultaten Beknopte en toegankelijke informatie over goede voorbeelden is beschikbaar voor gemeenten en lokale partners. Datzelfde geldt voor bijscholing. Samenwerkingspartners Experts op de diverse themagebieden, kenniscentra en thema instituten, universiteiten. Looptijd 2014 – 2018 met een jaarlijkse update. Financiering VWS. 1.2 5e Conferentie Pharos en RvZ In het voorjaar van 2015 organiseren Pharos en de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) voor de vijfde en de laatste keer, samen een conferentie over de rol en positie van de migrant als klant in de zorg. Resultaten 2015 • De 5e en laatste conferentie is georganiseerd met als rode draad de stand van zaken op het gebied van participatie en eigen regie bij migranten en laagopgeleiden • Bestuurders, managers en zorgprofessionals werkzaam in of bij gemeenten, zorginstellingen, zorgverzekeraars en kenniscentra en vertegenwoordigers van patiëntenorganisaties en migrantenzelforganisaties hebben overzicht en inzicht gekregen in de goede voorbeelden, werkzame elementen en de belemmerende en bevorderende factoren als het gaat om participatie en eigen regie voor deze groepen en wat wel en niet werkt. Looptijd 2015. Financiering De conferentie wordt gefinancierd uit VWS en RvZ middelen. Meting outcome meerjarendoel 1 Goede voorbeelden zijn, jaarlijks, up to date beschikbaar. Meerjarendoel 2 Het programma zet de komende jaren haar kennis in om te stimuleren dat laagopgeleiden en migranten evenredig vertegenwoordigd zijn in de reguliere landelijke patiëntenorganisaties en cliëntenraden van zorginstellingen. In 2018 zijn 50 patiëntenorganisaties intensief begeleid en gecoacht in dit proces en voor alle organisaties is informatie aantrekkelijk toegankelijk gemaakt.
Pharos Jaarp lan 2015
- 58 -
2. Versterken patiënten- en cliëntenparticipatie Resultaten 2015 • Acht nieuwe patiëntenorganisaties en acht nieuwe cliëntenraden zijn geadviseerd en gecoacht omtrent de participatie van laagopgeleiden en migranten binnen hun organisaties. De coaching en begeleiding zijn vraaggericht en op maat gemaakt. • Zes trainingen zijn gegeven aan patiëntenorganisaties in samenwerking met CBO* aan cliëntenraden in samenwerking met LSR* en aan cliëntenraden en bestuurders van zorginstellingen met LOC. • De acht patiëntenorganisaties die in 2014 al zijn geadviseerd en gecoacht, zijn in 2015 begeleid in het inzetten van verdergaande vormen van participatie van laagopgeleiden en migranten (niet alleen informatie en advies, maar ook partnerschap en gedeelde besluitvorming). • De toolkit die ontwikkeld is voor het betrekken van migranten wordt geschikt gemaakt voor het betrekken van (ook) laagopgeleiden. Patiëntenorganisaties en cliëntenraden hebben digitaal toegang tot de toolkit. • Ervaringen van koplopers zijn gepubliceerd in relevante tijdschriften voor patiëntenorganisaties en cliëntenraden en gedeeld op relevante congressen en symposia. Meten van resultaten Met patiëntenorganisaties en cliëntenraden wordt geëvalueerd wat het effect is geweest van onze advisering, coaching en aangereikte handvatten. Samenwerkingspartners Zorgbelang Nederland, regionale zorgbelangen, IederIn, lokale patiëntenplatforms, LSR, LOC, CBO, NPCF, patiëntenorganisaties, cliëntenorganisaties, zorginstellingen, migrantenorganisaties, kankercentra. Looptijd 2012 - 2018. Financiering Dit project wordt met financiering van VWS uitgevoerd, onderdelen met een * worden door derden gefinancierd. Meten outcome meerjarendoel 2 In 2018 toetsen we bij de 50 begeleide reguliere landelijke patiëntenorganisaties en cliëntenraden of de vertegenwoordiging van laagopgeleiden en migranten is toegenomen. Meerjarendoel 3 Het programma zet de komende jaren haar kennis in om te stimuleren dat algemene informatie over gezondheid en zorg ook voor laaggeletterden/laagopgeleiden en migranten toegankelijk en beschikbaar is.
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 59 -
3.1 Toegankelijke informatie Resultaten 2015 • Door ontwikkelaars van websites van minimaal vijf grote patiëntenorganisaties en zorgverzekeraars te adviseren is/wordt hun informatie over gezondheidszorg toegankelijk voor iedereen. Hetzelfde geldt voor een aantal e-healthproducten. • Een onderzoek is uitgevoerd om het gebruik en de bekendheid van e-health toepassingen onder migranten en laagopgeleiden in kaart te brengen, waarmee de criteria voor gebruik en bereik helder in kaart gebracht zijn.* • De digitale toolbox met adviezen over de wijze waarop e-health toepassingen toegankelijk en begrijpelijk gemaakt kunnen worden voor laagopgeleiden en migranten is ontwikkeld en landelijk verspreid. Over het onderwerp is een expertmeeting gehouden. • Een panel van patiënten en cliënten die informatie van sites mee helpt beoordelen op toegankelijkheid voor laagopgeleide/anderstalige patiënten en cliënten. • Binnen het telemonitoring project op hartfalen, EMPOWER van Careyn en UMC, heeft Pharos twee focusgroepgesprekken georganiseerd die de kennis, verwachtingen en ervaringen van laagopgeleide en migrantenpatiënten in kaart hebben gebracht. De website, introductiefolder en vragenlijst zijn getest en aangepast, dat het gebruik van de voorzieningen door laagopgeleiden en migranten vergroot.* • Het gezondheidsboekje Wie helpt mij als ik ziek ben is geactualiseerd en geïntegreerd in het (digitale) lesmateriaal van taallessen voor laagopgeleiden en migranten in tenminste vier steden, waarmee de gezondheidszorg voor hen toegankelijker wordt.* Meten van resultaten In 2016 evalueert het panel de websites en e-health toepassingen op toegankelijkheid. Ook zal bij de beheerders en ontwikkelaars nagegaan worden in hoeverre zij geschikte handvatten hebben gekregen om hun informatie en voorlichting helder, toegankelijk en laagdrempelig te maken en of zij deze toepassen. Samenwerkingspartners Independer.nl, NPCF, NOOM, Zorgverzekeraars Nederland, www.zorgkiezer.nl, www.zorgwebmonitor.nl, www.consumentenbond.nl, www.zorgkaartnederland.nl, UMC, Universiteit Twente, Vilans en Careyn. Looptijd 2012 - 2018. Financiering Dit project wordt met financiering van VWS uitgevoerd, onderdelen met een * worden door derden gefinancierd. 3.2 Campagne werving migranten voor bloeddonatie Resultaten 2015 • Op verzoek van Sanquin is via een online media campagne, bekendheid met bloeddonatie en de manier waarop dit in
Pharos Jaarp lan 2015
- 60 -
• •
Nederland is geregeld, vergroot onder de vier grootste migrantengroepen. Een plan om op structurele basis migrantenbloeddonoren te informeren en te werven is ontwikkeld. De bloedbank van Sanquin heeft beschikking over 4000 bloeddonoren met een migrantenachtergrond.
Meten van resultaten Eind 2015 wordt het bestand van (bloed)donoren van Sanquin geëvalueerd en vastgesteld of het aantal migranten (uit de vier grootste migrantengroepen) van 1600 naar 4000 is uitgebreid. Samenwerkingspartners Sanquin, LOM-partners, (lokale) migrantenzelforganisaties, platforms en migranten (medische) studentenverenigingen. Looptijd 2013 - 2015. Financiering Dit project wordt uitgevoerd met financiering van Sanquin en een kleine aanvullende financiering van VWS. 3.3 Voorlichting over kanker in samenwerking met patiëntenorganisaties Resultaten 2015 • In navolging op de voorlichtingen in 2014, hebben migrantenorganisaties in samenwerking met kankerpatiëntenorganisaties en kankercentra 100 voorlichtingen aan (laagopgeleide) migranten over kanker verzorgd, om de kennis te vergroten en het taboe te doorbreken.* • Pilots zijn uitgerold waarbinnen samen met gezondheidscentra voorlichtingen uitgevoerd worden om migrantenpatiënten en hun families beter te bereiken met kennis over de ziekte en zorg.* • Een behoefteonderzoek naar psychosociale zorg van migranten en laagopgeleiden met kanker is uitgevoerd in samenwerking met IPSO, inloophuizen en psycho-oncologische centra. * • Ervaringsverhalen over ziekte en zorggebruik van migranten en laagopgeleiden met kanker zijn gebundeld en verspreid onder organisaties in de zorg, zodat deze thema’s op hun agenda’s geplaatst worden.* Meten van resultaten In 2016 toetsen wij of de 10 migrantenorganisaties de voorlichtingen over kanker structureel hebben ingebed. Tevens gaan we na of 5 kankerpatiëntenorganisaties en 5 kankercentra de toegankelijkheid en het aanbod voor migranten hebben verbeterd en de samenwerking met de migrantenorganisaties hebben gecontinueerd. Samenwerkingspartners NFK, kankerpatiëntenorganisaties, KWF Kankerbestrijding, intermediaire organisaties van migranten, Inloophuizen voor kankerpatiënten, Integrale Kankercentra, IPSO. Looptijd 2015 – 2016.
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 61 -
Financiering Dit projecten worden uitgevoerd met financiering door derden en cofinanciering VWS (KWF Kankerbestrijding). Meten outcome meerjarendoel 3 Na drie jaar bevragen we groepen laagopgeleiden en migranten in hoeverre de informatie op betreffende sites informatiever en toegankelijker is geworden. Meerjarendoel 4 Het programma zet de komende jaren haar kennis in om te stimuleren dat instrumenten voor het versterken van health literacy en communicatie met laaggeletterden op grote schaal gebruikt worden.
4. Implementatie en gebruik instrumenten Resultaten 2015 • Er is een up to date overzicht digitaal beschikbaar van effectieve instrumenten voor professionals in de communicatie met • laaggeletterden en mensen met weinig gezondheidsvaardigheden. • Op basis van een verkenning onder huisartsen en wijkverpleegkundigen (2014) is een implementatieplan ontwikkeld en uitgevoerd voor de verspreiding van instrumenten op het terrein van gezondheidsvaardigheden en laaggeletterdheid onder deze twee beroepsgroepen. 50% van deze professionals zijn hiermee in 2015 bereikt. Apothekers worden bereikt via het programma Verantwoord medicijngebruik. • Een verkenning heeft een plaatsgevonden onder fysiotherapeuten en sociale wijkteams, gericht op de voorwaarden voor een veel breder gebruik van bestaande instrumenten. Hiervoor zijn drie uitwisselingsbijeenkomsten georganiseerd met de professionals. • Met landelijke organisaties van eerstelijns zorgprofessionals zijn afspraken gemaakt om het trainingsaanbod op dit terrein samen met hen aan te bieden, zodat afname vergroot wordt. Dit in navolging op de afspraken die we in 2014 al maakten met LHV. • Een (generieke) e-learning is opgezet ter ondersteuning van de trainingen Heb ik het goed uitgelegd, met beeldmateriaal en filmpjes • Een conferentie is georganiseerd voor sociale wijkteams dat de aandacht landelijk voor het onderwerp verder versterkt heeft en het thema gezondheidsvaardigheden bij deze teams op de agenda heeft doen zetten. Nationale en internationale voorlopers zijn hierbij betrokken. Samenwerkingspartners Nederlandse Huisartsen Genootschap (NHG), Landelijke Huisartsen Vereniging (NHV), regionale huisartsenverenigingen, huisartsen(posten), Nederlandse Vereniging van Doktersassistenten (NVDA), Nederlandse vereniging van Praktijkondersteuners(EADV), lokale en landelijke achterstandsfondsen, gemeenten, Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN), Koninklijke Nederlandse Fysiotherapie Genootschap (KNFG), Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der
Pharos Jaarp lan 2015
- 62 -
Pharmacie (KNMP), gezondheidscentra, zorgcentra, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), GGD-en, Gezondheidsfondsen, CBO, TNO, Vilans, patiëntenorganisaties, overige partners in de Alliantie Gezondheidsvaardigheden. Looptijd 2014 – 2018. Financiering VWS en externe financiering. Samenwerkingspartners Migranten- en vluchtelingenorganisaties, zorginstellingen, relevante universiteiten, hogescholen en MBO’s, landelijke kenniscentra en patiënten- cliëntenorganisaties. Meten outcome meerjarendoel 4 Door middel van een nulmeting in 2015 en een meting in 2018 bij huisartsen, wijkverpleegkundigen, fysiotherapeuten, apothekers, sociale wijkteams, cliënten en patiënten naar mate van bekendheid en gebruik van tools. 5. Onderhouden van het consultteam met migrantenexperts Resultaten 2015 • Pharos beschikt over minimaal 5 experts/consulenten op specifieke gebieden in de gezondheidszorg en 40 breed inzetbare laagopgeleide - en migrantendeskundigen. Het programma onderhoudt de inzet en kwaliteit van het team door middel van intervisie, begeleiding en evaluatie. • Externe organisaties zijn geïnformeerd over de mogelijkheid van consultatie en inschakelen van deze deskundigen en dat zij een beroep kunnen doen op de expertise van het consultteam. Meten van resultaten Eind 2015 wordt vastgesteld op welke wijze in en in welke samenstelling het team gefunctioneerd heeft en hoe frequent externe organisaties gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid tot consultatie. 6. Actuele zaken en beleidsadvisering Participatie en Eigen Regie Resultaten 2015 • Patiëntenorganisaties en cliëntenraden, zorginstellingen, zorgverzekeraars en overheidsinstellingen zijn op geleide van actuele ontwikkelingen voorzien van informatie en advies met betrekking tot participatie en eigen regie van laagopgeleiden en migranten in de gezondheidszorg. • Deelname en bijdragen leveren aan studiebijeenkomsten, debatten, conferenties en klankbordgroepen.
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 63 -
Totaal aantal uren meerjarenprogramma Participatie en eigen regie Uren VWS 3.900 Uren derden 900 Totaal aantal uren 4.800
Pharos Jaarp lan 2015
- 64 -
7 Gezondheid asielzoekers en vluchtelingen
Meerjarenprogramma 2015 – 2018
Inleiding Dit programma is gericht op de kwaliteit en toegankelijkheid van preventie en zorg voor asielzoekers, vluchtelingen en ongedocumenteerden. Investeren in adequate preventie en zorg levert gezondheidswinst op alsmede maatschappelijke baten. Of asielzoekers nu in Nederland mogen blijven of moeten terugkeren naar hun land van herkomst; in beide situaties is het behoud van een goede gezondheid en psychische veerkracht van belang. Voor asielzoekers wier verzoek ingewilligd wordt, is behoud van gezondheid een voorwaarde voor succesvolle participatie en integratie in de Nederlandse samenleving. Voor degenen die afgewezen worden, is behoud van gezondheid een voorwaarde voor duurzame terugkeer. Wat doen we en van wie komt de vraag? Pharos adviseert in dit programma professionals en organisaties die betrokken zijn bij asielzoekers en vluchtelingen en ontwikkelt kennis en producten die bruikbaar zijn in de praktijk van preventie en zorg. Het programma zet haar kennis ook in voor het versterken van gezondheidsvaardigheden, eigen regie en weerbaarheid van asielzoekers en vluchtelingen zelf. Professionals en organisaties waar Pharos mee samen werkt, geven vaak terug dat ze de samenwerking met Pharos op prijs stellen door onze kennis van zaken en de verbindende rol die we spelen. Een groot deel van de projecten voert Pharos uit op verzoek van derden, zoals Ministeries, gemeenten, VNG, COA, GC A, en lokale zorg- en welzijnsinstellingen. Actuele ontwikkelingen Het meerjarenprogramma 2015-2018 sluit aan bij de volgende ontwikkelingen op het terrein van gezondheid en zorg en preventie voor (ex)asielzoekers en vluchtelingen. Belang van signaleren, preventie en tijdige zorg Er bestaat consensus, in de politiek en bij de partijen in de vreemdelingenketen, over het belang van goede signalering en preventie van medische en met name psychische en psychiatrische problematiek. Juist deze problematiek heeft de afgelopen jaren, bijvoorbeeld bij de Russische asielzoeker Dolmatov, geleid tot commotie en zorgen over de
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 65 -
kwaliteit van zorg in de asielopvang en in vreemdelingendetentie. We werken samen met andere partijen aan de kwaliteit van het Medisch Advies Horen en Beslissen (dat aan het begin van de asielprocedure wordt uitgebracht) en aan de kwaliteit van de medische intake van het GC A (Gezondheids Centrum Asielzoekers). In 2014 is het door Pharos ontwikkelde vroegsignaleringsinstrument (Protect questionnaire) geëvalueerd. Op basis daarvan zullen in 2015 met GC A verbeteringen worden doorgevoerd, gericht op de vroegsignalering binnen de medische intake. In juli 2015 moet Nederland de nieuwe EU asielprocedure richtlijn implementeren. In artikel 18 van deze richtlijn krijgen asielzoekers de mogelijkheid om medisch onderzoek te laten verrichten naar de gevolgen van ondergaan geweld. Pharos zal waar gewenst haar expertise inzetten voor het borgen van de kwaliteit van dit medisch onderzoek. Het COA wil asielzoekers op de centra de gelegenheid geven actief bezig te zijn. Dit in opdracht van de staatssecretaris en in navolging van het ACVZ advies Verloren Tijd. Op een aantal gezinslocaties vindt een pilot activering plaats. Pharos werkt samen met het COA en vrijwilligerscentrales aan een aanpak waarmee in Nederland meer asielzoekers vrijwilligerswerk kunnen doen. Daarnaast adviseert Pharos COA in 2015 desgevraagd rondom zinvolle en actieve dagbesteding van asielzoekers en het ondersteunen van hun eigen regie. Beiden dragen bij aan gezondheid en preventie van met name psychosociale problematiek. De partijen betrokken bij de ggz zorg voor asielzoekers geven aan dat er onvoldoende samenhang is in de ggz ketenzorg. De Menzis COA de ste administratie (MCA) heeft aangegeven de samenhang tussen de 0 , 1 , de de 2 en 3 lijn te willen versterken. Pharos zal vanuit haar onafhankelijke rol in 2015 een adviesfunctie vervullen in dit traject. Een effectief en humaan asielbeleid In Nederland streven we naar een asielbeleid dat zowel effectief als humaan is. Juist medische problematiek zorgt vaak voor frictie tussen deze twee doelstellingen. In 2013 en 2014 hebben meerdere adviesorganen (zoals de Ombudsman en de Raad voor de Veiligheid) aangegeven dat het systeemdenken maakt dat er te weinig oog is voor humaan maatwerk. Dit geldt onder andere voor de overdrachtsmomenten in de keten, zoals van het ene AZC naar het andere, van AZC naar detentie, en van AZC of detentie naar de straat. Goede samenwerking tussen ketenpartners is hierbij van belang, net als heldere afspraken over het omgaan met het medische beroepsgeheim. Pharos levert hierover op verzoek van de overheid en ketenpartners adviezen en kennis. We hebben daarbij een verbindende rol en stimuleren het gezamenlijk leren van good- en bad practices uit de praktijk. Goede (psychosociale) begeleiding bij terugkeer blijft nodig. Onder druk van terugkeer blijkt dat gezondheidsproblematiek vaak verslechtert. Diverse organisaties op het gebied van terugkeer adviseren we met kennis over gezondheidszaken en over de vraag hoe gezondheid, psychische veerkracht en eigen regie van de mensen zo goed mogelijk te ondersteunen. Gemeenten, decentralisaties en effecten voor vluchtelingen Door de veranderingen in het sociale domein verandert er ook voor vluchtelingen binnen gemeenten het een en ander. Gemeenten staan voor de uitdaging ervoor te zorgen dat ook zij de nieuwe vormen van zorg en ondersteuning dichtbij huis goed kunnen benutten. Vluchtelingen die
Pharos Jaarp lan 2015
- 66 -
vanuit de asielopvang in de gemeenten komen hebben sinds de verkorting van de asielprocedure minder tijd doorgebracht in een AZC. Ook vindt doorgaans relatief snel gezinshereniging plaat. Gevolg hiervan is dat de vluchtelingen minder goed zijn voorbereid op het deelnemen aan de Nederlandse samenleving. Dit heeft ook gevolgen voor het kennen van het zorgsysteem en het vinden van de weg daarbinnen. Een groot deel van de vluchtelingen lopen verhoogd risico op psychische 6 en chronische aandoeningen, zoals diabetes . Een voorbeeld daarvan is de groep Somaliërs, waarbij ook tuberculose vaker voorkomt. Juist bij deze groep(en) is een proactieve en preventieve rol van de gemeente van belang om verdere problematiek te voorkomen. Pharos zal in 2015 in kaart brengen wat eventuele knelpunten en oplossingsrichtingen zijn op gemeentelijk niveau. Hierbij zal een koppeling worden gelegd naar het stimuleringsprogramma Lokale aanpak gezondheidsachterstanden Gezond in…. Gemeenten en zorgplicht voor ongedocumenteerden Een groeiend aantal mensen verblijft onrechtmatig in Nederland. Een deel daarvan kan niet in Nederland blijven, maar ook niet terug naar het land van herkomst. Onder deze groep mensen zijn relatief veel (chronisch) zieke mensen. Het Europees Comité voor Sociale Rechten van de Raad van Europa heeft aangegeven dat Nederland een zorgplicht heeft voor ongedocumenteerden. In de zomer van 2014 zal duidelijk worden op welke wijze de Rijksoverheid en de lokale overheden invulling gaan geven aan deze regelgeving. De VNG heeft Pharos gevraagd om op het terrein van gezondheid een adviserende en verbindende rol te vervullen in het traject om te komen tot afspraken en good practices voor gemeenten. Meerjarendoelen Het programma zet de komende jaren haar kennis in om te stimuleren dat: • professionals werkzaam in de asielopvang, gezondheidszorg en in (wijkteams van) gemeentes in staat zijn om (psychosociale) gezondheidsproblematiek bij kwetsbare asielzoekers en nieuwkomers tijdig te signaleren en adequate preventie en zorg te bieden. • asielzoekers en terugkeerders op AZC’s en Gezinslocaties de mogelijkheid hebben actief en zinvol bezig te zijn in het kader van de handhaving van gezondheid en de effecten hiervan inzichtelijk krijgen. • gemeenten en professionals beschikken over heldere richtlijnen voor zorg en opvang van zieke ongedocumenteerden en weten hoe zij dit in hun gemeenten vorm kunnen geven. • de kwaliteit van de psychosociale begeleiding bij terugkeer is verbeterd en een integraal onderdeel is van het terugkeertraject van (ex) asielzoekers en ongewenste vreemdelingen. Meerjarendoel 1 Het programma zet de komende jaren haar kennis in om te stimuleren dat professionals werkzaam in de asielopvang, gezondheidszorg en in (wijkteams van) gemeenten in staat zijn om (psychosociale) 6
Goosen, S. A safe and healthy future. Epidemiological studies on the health of asylum seekers and refugees in the Netherlands, Proefschrift. 2014
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 67 -
gezondheidsproblematiek bij kwetsbare asielzoekers en nieuwkomers tijdig te signaleren en adequate preventie en zorg te bieden.
1.1 Vroegsignalering van kwetsbare asielzoekers in de asielprocedure: Kwaliteit medisch advies horen en beslissen Resultaten 2015 • Professionals en organisaties (onder andere advocaten, MediFirst, IND) zijn op verzoek geadviseerd en geschoold bij de uitvoering en het gebruik van het Medisch Advies Horen en 7 Beslissen. • De gebruikers van het medisch advies (IND, advocaten, en eventueel huisartsen en verpleegkundigen van het GC A) zijn op de hoogte van de functie en inhoud van dit medisch advies en kunnen de uitkomsten hiervan duiden voor hun eigen werkpraktijk. • Professionals en organisaties (onder andere MediFirst, IND, advocaten) zijn op verzoek geadviseerd en geschoold bij de implementatie van artikel 18 van de EU-Procedurerichtlijn gericht op het medisch steunbewijs rondom de gevolgen van ondergaan geweld. • Kennis over vroegsignalering voor de doelgroep is verder gedeeld met diverse nationale en internationale partijen via training, advies en presentaties. We streven naar het trainen van minstens 150 professionals. • Er is een artikel in een vakblad verschenen over de Europese en Nationale ontwikkeling ten aanzien van het Medisch advies horen en beslissen. Meten van resultaten • Alle scholing en training wordt geëvalueerd op opzet, inhoud en effect. • Het aantal professionals dat is bereikt met scholing en advies wordt inzichtelijk gemaakt. Samenwerkingspartners Huisartsen en verpleegkundigen, IND, Medifirst, Ministerie van Veiligheid en Justitie, VluchtelingenWerk Nederland (VWN), Instituut voor Mensenrechten en Medisch Onderzoek (iMMO), Gezondheidscentrum Asielzoekers (GC A). Financiering Dit project wordt grotendeels uitgevoerd met VWS subsidie. De trainingen en sommige adviestrajecten zijn extern gefinancierd.
7
De kans bestaat dat het Medisch Advies gedurende 2015 onderhavig zal zijn aan aanpassingen. Ten eerste zal dan bekend zijn wat de uitkomsten zijn van de gunningsprocedure voor de uitvoering van het medisch advies vanaf 2015. Daarnaast zijn dan ook de uitkomsten bekend van de evaluatie van de PIVA (Programma Invoering Verbeterde Asielprocedure). Beiden kunnen aanleiding zijn voor het doorvoeren van aanpassingen.
Pharos Jaarp lan 2015
- 68 -
1.2 Vroegopsporing in de medische intake voor asielzoekers Resultaten 2015 • Het vroegsignaleringsinstrument Protect dat gebruikt wordt door GC A verpleegkundigen in de medische intake is verbeterd op basis van de evaluatie in 2014. • Onder gebruikers van de Protectlijst in binnen- en buitenland (het instrument wordt inmiddels in 11 EU lidstaten gebruikt) is een verkenning uitgevoerd om het draagvlak voor een 8 valideringstraject te peilen. Indien het gebruik positief is: een plan van aanpak voor het valideren van de Protect-vragenlijst in Europeesverband. Meten van resultaten • Het aangepaste vroegsignaleringsinstrument zal opnieuw worden getest op gebruiksvriendelijkheid en doelmatigheid onder circa 25 verpleegkundigen van het GC A. • Weergave van gesprekken met professionals die Protect gebruiken in een aantal landen. Samenwerkingspartners GC A, een aantal Europese partners die werken met de Protectlijst. Looptijd 2015. Indien een valideringstraject wordt ingezet, zal het project verlengd worden. Financiering VWS financiering. Voor een eventueel valideringstraject zal extra financiering gezocht worden. 1.3 Inzet op een goede en samenhangende geestelijke gezondheidszorg voor asielzoekers Resultaten 2015 • Op verzoek van MCA en GC A is in kaart gebracht hoe op een aantal COA locaties de samenwerking rondom de GGZ zorg is georganiseerd en hoe de tevredenheid is hierover. Dit gebeurt ook in vervolg op de inventarisatie op de Gezinslocaties in 2014. • Op basis hiervan en in samenwerking met partijen in het veld (GGZ, GC A, COA, MCA) is advies uitgebracht over een model van GGZ ketenzorg, zo dicht mogelijk bij deze cliëntengroep e e (eerstelijns GGZ als het kan en 2 of 3 lijn GGZ als het moet) en met aandacht voor gezondheidsvaardigheden en eigen regie. • Er is bijgedragen aan een handreiking voor GGZ professionals die met asielzoekers werken over hoe te handelen bij ethische dilemma’s. Dit komt voort uit het ZonMw project Asielzoekers, GGZ en ethiek, waar Pharos als adviseur aan heeft bijgedragen. • De expertise op het terrein van asielzoekers en GGZ is gedeeld in de Commissie Ethische Dilemma’s van Centrum 45, en de GGZ klankbordgroep voor asielzoekers van GGZ Nederland.
8
Dit traject zou eerst in 2014 plaatsvinden, maar is doorgeschoven omdat de evaluatie pas eind 2014 afgerond is.
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 69 -
Meten van resultaten Er vinden gedurende het jaar evaluatieve gesprekken plaats met de betrokken partijen, zoals MCA, GC A, GGZ instellingen, en ggz professionals. Samenwerkingspartners GGZ Nederland, GC A, MCA, COA, advocaten, JWS, Centrum ’45. Looptijd 2015-2017. Financiering Basis onderzoek en advies wordt uitgevoerd met VWS financiering. Activiteiten op projectbasis zijn extern gefinancierd. 1.4 Gemeenten, kwetsbare vluchtelingen en de transities Resultaten 2015 • Binnen twee gemeenten is onderzocht hoe de veranderingen in het sociale domein van invloed zijn op het bereiken van kwetsbare vluchtelingen. • Betrokken gemeenten zijn geadviseerd over het vormgeven van zorg en ondersteuning aan deze groep. • Op basis van de gegevens worden aanbevelingen opgesteld voor andere gemeenten. Deze zullen gepubliceerd en meegenomen worden door de adviseurs die werkzaam zijn voor het stimuleringsprogramma Lokale aanpak gezondheidsachterstanden Gezond in….. Meten van resultaten Het project betreft de uitvoering van een monitor over de stand van zaken in de zorg aan en opvang van kwetsbare vluchtelingen. Samenwerkingspartners: Drie gemeenten, wijkteams, GGD, vluchtelingenwerk. Looptijd 2015- 2016. Financiering VWS. 1.5 Gezondheid vluchtelingengezinnen die nieuw zijn in gemeenten Resultaten 2015 • In navolging van een veelbelovende aanpak in Midden Nederland, is in twee gemeenten een project uitgevoerd, gericht op het verbeteren van de vroegopsporing van gezondheidsproblemen bij vluchtelingengezinnen. De betreffende twee gemeenten worden met de Vluchtelingenwerk regio’s Limburg en Oost Nederland geselecteerd. In de gemeenten is in eerste instantie, aansluitend bij de actuele veranderingen in het sociale domein, in kaart gebracht wie (welke organisaties), op welk moment contact heeft/hebben met deze gezinnen. Tevens is geïnventariseerd welke behoeften er bestaan aan handvatten en deskundigheidsbevordering en hoe
Pharos Jaarp lan 2015
- 70 -
•
• •
de samenwerking en afstemming met sociale wijkteams het beste vorm krijgt. Er is, samen met betrokken organisaties, een digitale werkmap ontwikkeld met instrumenten, die overdraagbaar is naar andere gemeenten. In deze map zit onder andere een introductie- en samenwerkingsprotocol, waarin beschreven staat wat er voor nodig is om deze nieuwe inwoners zo toe te rusten dat zij hun weg kunnen vinden binnen de gezondheidszorg en de voorzieningen voor hun kinderen. Omgekeerd zijn instanties voorbereid op deze groep met specifieke gezondheidsklachten en beperkte gezondheidsvaardigheden. Daarbinnen is vanaf binnenkomst expliciet aandacht voor de gezondheid en ontwikkeling van de vluchtelingenjeugd. In deze regio’s zijn trainers getraind om deze werkwijze introductie- en samenwerking vluchtelingengezinnen over te dragen en professionals te trainen. In samenwerking met Vluchtelingenwerk Nederland is de verspreiding en implementatie over heel Nederland voorbereid (deze zal waarschijnlijk in 2016-2017 uitgevoerd worden).
Meten van resultaten • De ontwikkelde producten worden geëvalueerd op gebruiksvriendelijkheid bij circa 10 professionals en vrijwilligers in de twee gemeenten. • Aan het einde van het jaar worden de resultaten geëvalueerd met de coördinatoren/vertegenwoordigers van de betrokken organisaties. Samenwerkingspartners Onder andere: twee gemeenten, Vluchtelingenwerk Limburg, Vluchtelingenwerk Oost Nederland, Vluchtelingenwerk Nederland, plaatselijke welzijnsorganisaties, sociale wijkteams, vluchtelingenorganisaties. Looptijd 2014-2016. Financiering Voor dit project wordt financiering aangevraagd bij het SKANfonds en uitgevoerd met een kleine cofinanciering van VWS. 1.6 Gezondheid en welzijn van vluchtelingen in Amsterdam Resultaten 2015 • Pharos heeft, op verzoek van de Dienst Werk en Inkomen van de Gemeente Amsterdam, advies en ondersteuning verleend op het terrein van gezondheid en welzijn binnen de bredere Amsterdamse aanpak van Aankomst tot Zelfstandigheid. • Kennis van beleidsmakers en lokale zorg- en welzijnsinstellingen over gezondheidsproblemen bij vluchtelingen is vergroot en we hebben de samenwerking tussen instanties op dit terrein helpen verstevigen. Daarnaast zijn onder andere klantmanagers van DWI door Pharos getraind in het tijdig herkennen van (psychosociale) problematiek en adequaat doorverwijzen en handelen. Hiermee draagt Pharos bij aan de doelstelling van Amsterdam om (arbeids)participatie van vluchtelingen binnen 3,5 jaar na aankomst in de gemeente op 45% te brengen.
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 71 -
•
De ervaring en kernelementen van bovenstaande (Amsterdamse) aanpak zijn beschreven en toegankelijk gemaakt voor andere gemeenten in Nederland. Onder andere middels het stimuleringsprogramma Lokale aanpak gezondheidsachterstanden Gezond in … en overige contacten met gemeenten zijn de good practices gedeeld op (regionale) bijeenkomsten, in adviesgesprekken en via relevante websites.
Meten van resultaten • Eind 2015 vindt een evaluatie plaats van de resultaten in overleg met het Gemeentelijk Overleg Vluchtelingen Amsterdam. • Na 3 jaar vaststellen of arbeidsparticipatie is toegenomen tot 45%. Samenwerkingspartners Gemeente Amsterdam (partners in het gemeentelijk overleg vluchtelingenbeleid, zoals de Bestuursdienst, DWI, WMO-raad). Looptijd 2015-2016. Financiering Adviesfunctie vanuit VWS middelen, overige diensten met financiering van derden. Meten outcome meerjarendoel 1 Jaarlijks zullen we nagaan of professionals, die werken met asielzoekers en vluchtelingen(gezinnen), zich voldoende ondersteund voelen in het tijdig signaleren van problemen bij deze groepen en het bieden van adequate preventie en zorg. Hiertoe spreken we met een steekproef van professionals van Medifirst (Medisch Advies Horen en Beslissen), GC A verpleegkundigen, COA woonbegeleiders en/of casemanagers, ggz consulenten en ggz artsen, consulenten en vrijwilligers van vluchtelingenwerk, klantmanagers van gemeente loketten. Meerjarendoel 2 Het programma zet de komende jaren haar kennis in om te stimuleren dat asielzoekers en terugkeerders op AZC’s en Gezinslocaties de mogelijkheid hebben actief en zinvol bezig te zijn in het kader van de handhaving van gezondheid en de effecten hiervan inzichtelijk krijgen.
2.1 Activering als randvoorwaarde voor gezondheid van asielzoekers Resultaten 2015 • COA is geadviseerd over hoe zij asielzoekers en uitgeprocedeerden kunnen faciliteren en stimuleren om actief en zinvol hun tijd op het AZC of in de Gezinslocatie te besteden en hoe zij daarbij de eigen regie kunnen blijven stimuleren. Dit in het kader van het handhaven van hun gezondheid. • Het WODC is geadviseerd over haar onderzoek naar de effecten van de pilot activering op gezinslocaties, door deelname aan de begeleidingscommissie van dit onderzoek. • Er is voor het COA en vrijwilligerscentrales een overdraagbare werkwijze ontwikkeld voor het faciliteren van vrijwilligerswerk
Pharos Jaarp lan 2015
- 72 -
door asielzoekers, op basis van een pilotproject dat is uitgevoerd in Utrecht en Nijmegen. Deze werkwijze is verspreid onder alle AZC’s en via de koepel van vrijwilligersorganisaties. Meten van resultaten • Er zal een reeks van interviews met betrokkenen bij de pilots worden gehouden om de opbrengsten van de pilot in kaart te brengen: asielzoekers, COA medewerkers, de vrijwilligerscentrales en deelnemende maatschappelijke organisaties. • Met COA en vrijwilligerscentrales worden de opbrengsten van het project geëvalueerd. Samenwerkingspartners COA (landelijk en onder andere AZC’s Utrecht en Nijmegen), WODC, Vrijwilligerscentrales, asielzoekers, maatschappelijke organisaties. Looptijd 2014-2016. Financiering VWS middelen met cofinanciering van SKANfonds en het Oranjefonds. 2.2 Effecten van activeringsprojecten op gezondheid Resultaten 2015 • Er is een meetinstrument ontwikkeld om de effecten te meten van participatie/activering op (ervaren) gezondheid van kwetsbare asielzoekers en vluchtelingen. Dit vindt plaats in het kader van het project Van Moestuin tot moes, tot wereldkeuken 9 in Haarlem en Beverwijk. • De ervaringen uit het project in Haarlem en Beverwijk zijn gedeeld met Vluchtelingenwerk Nederland, om de ontwikkeling van gelijksoortige trajecten in het land te faciliteren. Tevens zijn de ervaringen en het meetinstrument gedeeld met het COA en het WODC. Meten van resultaten • Het meetinstrument is getest alvorens het breed wordt uitgezet. • Evaluatie via plaats met Vluchtelingenwerk. Samenwerkingspartners Vluchtelingenwerk Haarlem, GGD Kennemerland, GGZ inGeest, Vluchtelingenwerk Nederland, COA, WODC. Looptijd 2015.
9
Dit project is erop gericht om sociaal kwetsbare vluchtelingen en migranten in Haarlem en Beverwijk zowel geestelijk als lichamelijk versterken (empoweren) en participatie in de Nederlandse samenleving te bevorderen. Hiertoe zijn in Haarlem en Beverwijk moestuinen ingericht en restaurants, waarbij op jaarbasis 165 vluchtelingen actief zullen zijn als vrijwilliger (495 deelnemers in totaal over drie jaar).
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 73 -
Financiering Deels extern gefinancierd en deels financiering van VWS. Meten outcome meerjarendoel 2 Pharos, zal via professionals van COA, GC A en Vluchtelingenwerk, nagaan of de uitgevoerde activiteiten hebben bijgedragen aan activering van asielzoekers en wat het effect ervan is op het welbevinden en de (ervaren) gezondheid van asielzoekers. We zetten daarbij het ontwikkelde meetinstrument (project 2.2) in. Bij asielzoekers in de AZC’s in Nijmegen en Utrecht gaan we na wat het effect van vrijwilligerswerk is op hun welbevinden. Meerjarendoel 3 Het programma zet de komende jaren haar kennis in om te stimuleren dat gemeenten en professionals heldere richtlijnen hebben voor zorg en opvang van zieke ongedocumenteerden en weten hoe zij deze zorg en opvang in hun gemeente vorm kunnen geven.
3.1 Gemeenten en zieke ongedocumenteerden Resultaten 2015 • Op verzoek van de VNG zijn gemeenten ondersteund in het komen tot gezamenlijke richtlijnen voor taken en verantwoordelijkheden voor opvang en zorg voor ongedocumenteerden. Pharos heeft hierin samengewerkt met VNG, gemeenten en andere relevante partijen en drie werkbijeenkomsten gefaciliteerd. • Er is op basis van casuïstiek een handreiking gemaakt voor gemeenten voor het vinden van duurzame oplossingen voor ongedocumenteerden met complexe medische problematiek. • Gemeenten zijn op verzoek geadviseerd over specifieke casuïstiek op het terrein van medische en psychische problematiek bij ongedocumenteerden. Meten van resultaten • De handreiking wordt getest op gebruiksvriendelijkheid. • In navolging van adviezen vragen we gemeenten om feedback te geven op het effect van het advies in de praktijk. Samenwerkingspartners VNG, gemeenten, Lokale Terugkeer Overleggen (LTO), opvanginstellingen, DT&V, Lampion, Dokter van de Wereld, Rode Kruis. Financiering Twee bijeenkomsten en de handreiking worden gedaan vanuit VWS middelen. Overige activiteiten zullen alleen plaatsvinden indien externe financiering wordt gevonden. 3.2. Facilitering Landelijk informatie- en adviespunt Lampion. Lampion is een netwerkorganisatie waarin een aantal landelijke organisaties samenwerkt om informatie en advies over zorg aan illegalen (ook ongedocumenteerden en niet toegelaten asielzoekers) te bundelen.
Pharos Jaarp lan 2015
- 74 -
Resultaten 2015 • Lampion is adequaat ondersteund door het voeren van het secretariaat en beheer van de website van Lampion. Samenwerkingspartners in Lampion Defence for Children, Dokters van de Wereld, GGD Nederland, GGZ Nederland, Johannes Wier Stichting, KNCV Tuberculosefonds, Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV), Landelijke Huisartsenvereniging (LHV), Pharos, SOA AIDS, Vluchtelingenwerk Nederland. Deze organisaties zijn vertegenwoordigd in de stuurgroep van Lampion. Het CVZ, uitvoerder van de financieringsregeling, zit als waarnemer in de stuurgroep. Financiering VWS. Meten outcome meerjarendoel 3 Er zijn, in overleg met VNG en ambtenaren die voor hun gemeente verantwoordelijk zijn voor ongedocumenteerden, heldere richtlijnen vastgesteld voor zorg en opvang van zieke ongedocumenteerden. Deze zijn vastgelegd in een handreiking. In 2016 vindt een evaluatie plaats of de handreiking helpt het gemeentelijke beleid ten aanzien van zorg en opvang van zieke ongedocumenteerden beter vorm te geven. Meerjarendoel 4. Het programma zet de komende jaren haar kennis in om te stimuleren dat de kwaliteit van de psychosociale begeleiding bij terugkeer is verbeterd en een integraal onderdeel is van het terugkeertraject van (ex) asielzoekers en ongewenste vreemdelingen.
4.1 Begeleiding terugkeerders met chronische aandoeningen Resultaat 2015: • In opdracht van IOM Nederland zijn 8 intervisiebijeenkomsten verzorgd waarbij 10 ‘return counselors’ van IOM aan (tenminste) vier bijeenkomsten hebben deelgenomen. De counselors hebben meer inzicht gekregen in het eigen handelen tijdens de terugkeergesprekken en zijn daarmee ondersteund in de psychosociale begeleiding van terugkeerders met chronische aandoeningen. Meten van resultaten Na de laatste intervisiebijeenkomst, tijdens de evaluatie, zal aan de return counselors gevraagd worden hoe zij intervisie als methode hebben ervaren en wat de sessies hen hebben opgeleverd. Dit wordt teruggekoppeld aan de opdrachtgever (IOM Nederland). Samenwerkingspartners Internationale Organisatie voor Migratie (IOM Nederland). Looptijd 2015.
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 75 -
Financiering Dit project vindt alleen plaats met financiering van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM Nederland). 4.2 Psychosociale begeleiding slachtoffers mensenhandel bij terugkeer (Safe Return 2) Resultaten 2015: • Op verzoek van onder andere Federatie Opvang is bijgedragen aan een verdieping van de methodiek Safe Future (2014) waarbij speciale aandacht is gegeven aan psychosociale begeleiding bij terugkeer van kinderen van slachtoffers van mensenhandel, slachtoffers van mensenhandel met een licht verstandelijke beperking (LVB) en slachtoffers van mensenhandel met specifieke psychiatrische problemen. • Er is een train-de-trainer verzorgd aan circa 15 medewerkers van de zes opvangorganisaties die terugkeergesprekken voeren met de doelgroep. • Er is een bijdrage geleverd aan de slotconferentie van het project (waarschijnlijk 2016). Meten van resultaten Gedurende het project wordt gemonitord en geëvalueerd wat het effect van de training en de aangepaste methodiek is. Samenwerkingspartners Federatie Opvang, Stichting Religieuzen tegen vrouwenhandel, zes opvanginstellingen: CoMensha, Moviera, Blijf Groep, Het Kopland, Stichting Humanitas Rotterdam, HVO Querido, Jade Zorggroep Looptijd 2015-2016. Financiering Dit project wordt alleen uitgevoerd met financiering van derden. Een financiering wordt aangevraagd door de Federatie Opvang bij het Ministerie van Veiligheid & Justitie / Europees Terugkeer Fonds, met cofinanciering van VWS. Meten outcome meerjarendoel 4 Pharos zal door middel van een korte vragenlijst onder terugkeerbegeleiders nagaan in hoeverre en op welke manier er aandacht is voor psychosociale begeleiding in het terugkeertraject. Dit betreft allereerst terugkeerbegeleiders van IOM en Federatie Opvang. De vragenlijst kan ook uitgezet worden onder een groter aantal terugkeerbegeleiders. Daarnaast voeren we jaarlijks gesprekken met terugkeerorganisaties over hoe zij tegen de kwaliteit van hun begeleiding aankijken en wat daarin beter zou kunnen. Tevens volgen we signalen van maatschappelijke organisaties en professionals die indirect bij terugkeer zijn betrokken.
Pharos Jaarp lan 2015
- 76 -
5. Actuele zaken en beleidsadvisering Resultaten 2015 • Er is beleidsadvies en -ondersteuning geboden aan overheids(gelieerde)instanties en professionals over actuele ontwikkelingen door schriftelijke en mondelinge overdracht van kennis en signalen. • Er is bijgedragen aan effectieve verspreiding van informatie en kennis door deelname aan verschillende overleggen en platforms. • Er is gevraagd en ongevraagd advies gegeven aan diverse partijen, zoals het Ministerie van Veiligheid en Justitie en VWS, partijen in keten, zorgaanbieders. Meten van resultaten Bijhouden van: • aantal adviezen aan professionals/organisaties. • aantal keer deelgenomen aan adviescommissies. • aantal keer kennis verspreid middels artikelen, presentaties, workshops.
Totaal aantal uren meerjarenprogramma asielzoekers en vluchtelingen Uren VWS 3.900 Uren derden 250 Totaal aantal uren 4.150
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 77 -
Pharos Jaarp lan 2015
- 78 -
8 Vrouwelijke Genitale Verminking Meerjarenprogramma 2015 – 2018 Inleiding In Nederland zijn we vanaf de jaren negentig geconfronteerd met besneden meisjes en vrouwen door migratie van vrouwen uit landen waar vrouwelijke genitale verminking (VGV) een gangbaar gebruik is. Pharos zet zich in voor de preventie van VGV, naast andere organisaties zoals de Federatie Somalische associaties Nederland (FSAN), Vluchtelingenorganisaties Nederland (VON), GGD Nederland, Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen Beroepsorganisatie van en voor verloskundigen (KNOV), Jeugdzorg Nederland en uiteraard het ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en van Justitie. De regie van het beleid ter bestrijding van VGV is in handen van het ministerie van VWS. Doel van het landelijk beleid is het voorkómen van alle vormen van VGV bij in Nederland woonachtige meisjes en daarnaast het leveren van goede zorg aan vrouwen die reeds besneden zijn. Alle vormen van VGV zijn in Nederland verboden en strafbaar: zero tolerance. Pharos zet haar expertise al jaren in voor de bestrijding van alle vormen van VGV. Pharos bundelt en verspreidt relevante kennis, onder andere door training van de belangrijkste professionals in de keten en van leden van de risicogroepen. Het Focal Point VGV geeft advies aan ministeries, beleidsmakers, professionals en risicogroepen, niet alleen in Nederland maar ook internationaal, bijvoorbeeld in EU-verband. Verder draagt Pharos bij aan het ontwikkelen en implementeren van richtlijnen, protocollen, interventies en beleid met betrekking tot de bestrijding van VGV. Om het programma VGV optimaal door te ontwikkelen zal Pharos in 2015 een programmacommissie instellen bestaande uit uiteenlopende vertegenwoordigers van het veld. Dit zal vooralsnog voor de duur van twee jaar zijn, waarna de samenstelling opnieuw wordt bezien. In 2013 publiceerde Pharos de resultaten van het onderzoek Vrouwelijke genitale verminking in Nederland. Omvang, risico en determinanten over aard en omvang van VGV in Nederland. Belangrijke uitkomst van het onderzoek was dat het beleid in Nederland effect heeft gehad en het risico op VGV heeft verkleind. Strafbaarstelling en de integrale preventieve aanpak bleken succesfactoren. Aannemelijk is dat zonder het landelijke beleid het risico op VGV hoger zou zijn geweest. Voortzetting en borging van het beleid is daarom nodig om in de
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 79 -
toekomst niet opnieuw met toename van VGV geconfronteerd te worden. Pharos zal het ministerie van VWS en andere partners hierin de komende jaren blijven adviseren en ondersteunen. Pharos ondersteunt ook in 2015 weer sleutelpersonen en zelforganisaties in hun preventiewerk. Zij biedt ondersteuning aan huidige en toekomstige professionals in onder andere de JGZ, het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (dat in 2015 gaat fuseren met de steunpunten huiselijk geweld), Justitie, GGD, eerste en tweedelijn. Al deze partijen hebben een rol in de preventie van VGV. Uit het genoemde onderzoek bleek tevens dat sommige risicogroepen minder goed met voorlichting zijn bereikt dan andere. In 2014 is Pharos, in samenwerking met de zelforganisaties, gestart met het gericht aandacht besteden aan de nog weinig met voorlichting benaderde groepen. Dit betreft met name vrouwen van Egyptische, Sierra Leonese en Irakees/Koerdische afkomst. Dit wordt voortgezet in 2015. In najaar 2014 voert Pharos een verkenning rond VGV uit onder vrouwen van Indonesische en Maleisische afkomst in Nederland. Deze verkenning zal uitwijzen in hoeverre ook zij meer in de voorlichting betrokken moeten worden. In 2015 zal Pharos verder literatuuronderzoek verrichten naar het voorkomen van VGV in een aantal landen in het Midden-Oosten en Zuid Oost Azië. Van landen als Oman, Saoedi-Arabië, Filippijnen, Thailand, India en Pakistan zal Pharos de meest recente gegevens over prevalentie en incidentie via de website beschikbaar stellen. De afgelopen jaren is in Nederland actief gewerkt aan het optimaliseren van medische en psychosociale zorg voor vrouwen die reeds besneden zijn. Dit traject behoeft vervolg. In 2015 zet Pharos hierin verdere stappen. De uitkomsten van de pilots zorgtoeleiding (spreekuren voor vrouwen die besneden zijn) die GGD Nederland in 2014 samen met FSAN in 6 regio’s uitvoert en waarvan Pharos de monitoring verzorgt, worden hierin meegenomen. Begin 2015 worden plannen voor vervolgacties (onder andere over het bereik van de zorg) gepresenteerd worden. Nieuwe training, opleiding en informatie voor huidige en toekomstige beroepsgroepen zullen daar een onderdeel van vormen, evenals het uitbrengen en verspreiden van nieuw voorlichtingsmateriaal voor vrouwen die besneden zijn en voor sleutelpersonen. Hierin zullen ook de mogelijkheden van hersteloperaties aan de orde komen. In 2014 ontwikkelt een medische expert-groep een landelijk protocol met betrekking tot hersteloperaties en Pharos zal samen met deze groep een landelijke bijeenkomst verzorgen. De minister van VWS wil hersteloperaties kosteloos ter beschikking stellen aan besneden vrouwen. Nieuw in 2015 is de mogelijkheid van extra advies en ondersteuning aan gemeenten waar meisjesbesnijdenis een relatief grote rol speelt en die niet aan eerdere landelijke pilots hebben meegedaan. Dit aanbod geldt voor 5 tot 10 gemeenten die participeren in het Stimuleringsprogramma voor de Lokale aanpak van gezondheidsachterstanden: Gezond in…. In de contacten met deze gemeenten kan daar waar veel mensen uit de risicogroepen voor VGV wonen, extra ondersteuning ook op de aanpak hiervan aangeboden worden.
Pharos Jaarp lan 2015
- 80 -
Meerjarendoelen Het programma VGV van Pharos kent drie meerjarendoelen. Het programma zal de komende jaren haar kennis en expertise inzetten om te stimuleren dat:
1. Preventie VGV: meisjes die opgroeien in Nederland geen risico meer
lopen besneden te worden, doordat: • de preventieve aanpak die in Nederland succesvol is gebleken, geborgd is en dat alle relevante partijen daarin hun rol vervullen. • de preventieve aanpak voortdurend aangescherpt en geactualiseerd wordt. • het bereik van de preventieve aanpak in Nederland is vergroot waardoor ook nieuwe groepen worden bereikt.
2. Zorg na VGV: vrouwen die besneden zijn in Nederland de zorg ontvangen die zij nodig hebben doordat: • de zorg zowel inhoudelijk als organisatorisch verder is ontwikkeld. • huidige en toekomstige professionals en organisaties toegerust zijn en blijven om deze vrouwen de zorg te kunnen bieden die zij nodig hebben. • vrouwen die besneden zijn over voldoende informatie beschikken over toegang tot adequate zorg. 3. Focal Point VGV: • kennis, informatie en advies over VGV landelijk, via het Focal Point, toegankelijk is voor iedereen die deze behoeft, in Nederland en internationaal. Meerjarendoel 1. Preventie VGV: kennis en expertise inzetten om te stimuleren dat meisjes in Nederland geen risico meer lopen om besneden te worden.
1.1. Borging preventie van VGV Resultaten 2015 • Aandachtsfunctionarissen van Advies- en Meldpunten Kindermishandeling (AMK’s) zijn op een landelijke bijeenkomst en via digitale uitwisseling van actuele informatie over VGV voorzien, waardoor zij toegerust blijven voor hun rol in de preventie VGV. • Zij hebben samen met samen met vertegenwoordigers uit de juridische keten in een jaarlijkse bijeenkomst het Handelingsprotocol VGV geëvalueerd. Desgewenst zijn afspraken gemaakt over de eerstvolgende actualisatie. • Advies- en Meldpunten Kindermishandeling (AMK’s) en Steunpunten huiselijk geweld zijn geadviseerd over voortzetting van hun preventieve VGV-taak na hun fusering regionaal per 1 januari 2015. Hiermee blijft de AMK taak in preventie VGV geborgd en blijven de werkers toegerust voor hun rol, indien nodig door middel van nieuwe training. • Aandachtsfunctionarissen JGZ zijn op een landelijke bijeenkomst en via digitale uitwisseling van actuele informatie over VGV voorzien, waardoor zij toegerust blijven voor hun rol in de preventie VGV.
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 81 -
• • • • • • •
•
• •
Het landelijke beleid JGZ preventie VGV is op deze bijeenkomst geëvalueerd en zo nodig geüpdatet. Indien nodig is een training uitgevoerd waarmee aandachtsfunctionarissen JGZ toegerust blijven voor hun rol. Op aanvraag is training uitgevoerd waarmee overige medewerkers JGZ en andere professionals toegerust blijven voor hun rol. Op aanvraag zijn regionale netwerken VGV ondersteund. Wanneer opnieuw externe financiering gevonden is, is de jongerenvoorlichting over VGV No Game voortgezet, met inzet van social media en de No Game website. Een bijscholing van minimaal 15 ISK-docenten heeft plaatsgevonden. Op basis van de Pharos monitoring medisch model protocol (MMP) in 2014 en het uitbrengen van het protocol hersteloperaties door de landelijke commissie is het MMP geactualiseerd. Het is opnieuw onder de aandacht gebracht van artsen (dit protocol betreft zowel zorg als preventie VGV), onder andere via de Pharos website, de websites van de betrokken beroepsverenigingen en de website huisarts en migrant. Twee landelijke bijeenkomsten zijn georganiseerd waar voortrekkers en coördinatoren regionaal preventiebeleid VGV (vanuit gemeenten/GGD-en/ steunpunten) zijn ondersteund en onderling geïnformeerd. Een training voor de landelijke kerngroep sleutelpersonen VGV is uitgevoerd door Pharos samen met FSAN zodat de kerngroep toegerust blijft voor haar rol in de preventie van VGV. Informatiemateriaal over VGV is verspreid onder alle ruim 100 sleutelpersonen VGV in Nederland ten behoeve van hun rol in de preventie, onder andere via de Pharos website, de FSANwebsite en een digitaal netwerk van sleutelpersonen.
Meten van resultaten Per bijeenkomst vindt een evaluatie plaats om te peilen of het doel van de bijeenkomst gehaald is. Onder de sleutelpersonen VGV zal aan het eind van het jaar een peiling plaatsvinden over het ontvangen informatiemateriaal. Samenwerkingspartners AMK’s, JGZ, GGD-en, Steunpunten huiselijk geweld, gemeenten, GGD NL, Jeugdzorg Nederland, Openbaar Ministerie, FSAN, zelforganisaties, sleutelpersonen. Looptijd 2015-2018. Financiering Dit project wordt uitgevoerd met VWS financiering met uitzondering van de jongerenvoorlichting No Game. 1.2 Aanscherping preventie van VGV Resultaten 2015 • Werkwijze JGZ is in een training aangescherpt met betrekking tot nieuwe groepen ouders (expats).
Pharos Jaarp lan 2015
- 82 -
•
•
• •
Op basis van actuele onderzoeksgegevens over risicolanden VGV is de JGZ landenlijst VGV bijgesteld (met vermoedelijk in 2015 uitbreiding van het aantal landen). Training van JGZ of een andere vorm van ondersteuning (onder andere via de Pharos website en de website van GGD/GHOR Nederland) heeft plaatsgevonden ten behoeve van de meer omvattende werkwijze die dit van de medewerkers vraagt. Specifiek ten behoeve van de sleutelpersonen VGV heeft Pharos op verzoek van FSAN richtlijnen voor het werken met de meldcode kindermishandeling opgesteld Deze zijn onder andere via de websites van Pharos en FSAN verspreid. Met Vluchtelingenwerk Nederland en de COA is overlegd (agendering) en desgewenst een plan van aanpak ontwikkeld om hun rol in de preventie van VGV in Nederland te intensiveren. Een traject gericht op mannen met onder andere training en debat-bijeenkomsten heeft op verzoek van FSAN plaatsgevonden waarmee hun rol in de preventie van VGV is geïntensiveerd (als hiervoor externe financiering beschikbaar is)*.
Meten van resultaten Bij alle samenwerkingspartners en deelnemers zal een tevredenheidspeiling plaatsvinden. Samenwerkingspartners JGZ, GGD-en, GGD NL, Jeugdzorg Nederland, FSAN, zelforganisaties, sleutelpersonen, stichting vluchtelingenwerk, COA. Looptijd 2015-2018. Financiering Dit project wordt uitgevoerd met VWS financiering, met uitzondering van het resultaat aangegeven met een *. Hiervoor wordt externe financiering aangevraagd. 1.3. Groter bereik preventie van VGV Resultaten 2015 • Groepen migranten uit de risicolanden VGV, die tot nu toe onvoldoende bereikt zijn, hebben vaker voorlichting over VGV ontvangen dan voorheen, zoals aanbevolen in het Pharos onderzoek van 2013. Minimaal twee voorlichtingen onder vrouwen van Egyptische, Sierra Leonese of Koerdisch-Irakese vrouwen hebben met ondersteuning van Pharos plaatsgevonden. • Wanneer de resultaten van de verkenning van Pharos in 2014 daarom vragen, is in 2015 een meerjarentraject Preventie van VGV onder meisjes van Indonesische afkomst, ontwikkeld. Onderdelen van dit traject zijn in 2015 uitgevoerd*. Meten van resultaten Bij alle samenwerkingspartners en deelnemers zal een tevredenheidspeiling plaatsvinden.
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 83 -
Samenwerkingspartners Zelforganisaties, migrantenorganisaties, sleutelpersonen, FSAN, stichting vluchtelingenwerk, ministerie van VWS, GGD NL. Looptijd 2015-2018. Financiering Dit project wordt uitgevoerd met VWS financiering, met uitzondering van het resultaat aangegeven met een *. Hiervoor wordt externe financiering aangevraagd. Meting outcome meerjarendoel 1 In 2018 vindt een situatieanalyse VGV in Nederland plaats, zoals Pharos eerder in 2013 heeft uitgebracht. Hiervoor zullen extra middelen aangevraagd worden. Via deze situatieanalyse wordt in kaart gebracht of meisjes in Nederland nog risico lopen op VGV en de mate waarin de preventieve aanpak van VGV geborgd is. Meerjarendoel 2 Zorg na VGV: kennis en expertise inzetten om te stimuleren dat vrouwen in Nederland die besneden zijn de zorg ontvangen die zij nodig hebben.
2.1 Verdere ontwikkeling zorg voor vrouwen die besneden zijn Resultaten 2015 • Rapport met de resultaten van de monitoring van de spreekuren Zorg voor besneden vrouwen (pilot 2013-2014) is gepresenteerd begin 2015 en onder andere via de Pharos website verspreid. • Adviezen over verdere ontwikkeling van de zorg voor vrouwen die besneden zijn, zijn opgesteld op basis van dit rapport en aangeboden aan de relevante netwerkpartners. • Op basis van de Pharos monitoring medisch model protocol (MMP) in 2014 en het uitbrengen van het protocol hersteloperaties door de landelijke commissie is het MMP geactualiseerd. Het is opnieuw onder de aandacht gebracht van artsen van alle betrokken beroepsverenigingen, onder andere via de Pharos website, de websites van de betrokken beroepsverenigingen en de website huisarts en migrant (dit protocol betreft zowel zorg als preventie VGV). • Plan van aanpak vervolgbeleid ontwikkeling zorg voor vrouwen die besneden zijn is opgesteld op basis van de resultaten van de monitoring en er is een start gemaakt met uitvoering van onderdelen van het plan. Meten van resultaten Onder netwerkpartners en professionals heeft een tevredenheidspeiling plaatsgevonden. Samenwerkingspartners GGD-en, GGD NL, ziekenhuizen, (huis)artsen en andere professionals, FSAN. Looptijd 2015-2018.
Pharos Jaarp lan 2015
- 84 -
Financiering Dit project wordt uitgevoerd met VWS financiering. 2.2 Toerusting professionals rond zorg voor vrouwen die besneden zijn Resultaten 2015 • Bijscholing over zorg voor vrouwen die besneden zijn heeft plaatsgevonden voor een brede groep verwijzers/intermediairs: professionals van wijkteams en vrijwilligers zoals sleutelpersonen en medewerkers vluchtelingenwerk*. • Pharos heeft een bijscholing voor artsen (onder andere huisartsen) over zorg aan vrouwen die besneden zijn, mogelijk samen met anderen, uitgevoerd. • Op de website huisarts en migrant is een onderdeel over zorg voor vrouwen die besneden zijn, toegevoegd. • Binnen de landelijke opleiding voor Sense verpleegkundigen bij de GGD is aandacht voor VGV een studieonderdeel geworden. • In 2015 heeft meer aandacht voor VGV in beroepsopleidingen (zoals verpleegkunde, maatschappelijk werk, kraamzorg en geneeskunde) een structurele plek gevonden. • Een artikel over vraagverheldering bij vrouwen die besneden zijn, is gepubliceerd in een vakblad ten behoeve van verpleegkundigen of artsen en via de Pharos website te downloaden. Meten van resultaten Onder professionals, die bijscholing hebben ontvangen heeft een tevredenheidspeiling plaatsgevonden. Voor wat betreft aandacht voor VGV in beroepsopleidingen wordt eind 2015 de stand van zaken opgemaakt. Samenwerkingspartners Beroepsopleidingen, bijscholingsinstituten, professionals, vrijwilligers, FSAN, stichting vluchtelingenwerk. Looptijd 2015-2018. Financiering Dit project wordt uitgevoerd met VWS financiering, met uitzondering van het resultaat aangegeven met een *. Hiervoor wordt externe financiering aangevraagd. 2.3 Informatie over gezondheidszorg voor vrouwen die besneden zijn Resultaten 2015 • Er is een brochure opgesteld en verspreid via diverse kanalen (onder andere de websites van Pharos en FSAN) voor laaggeletterde vrouwen over lichamelijke en psychosociale klachten die te maken (kunnen) hebben met VGV en waar hulp voor deze klachten is te vinden.
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 85 -
• • • • •
Brochure is opgesteld en verspreid via diverse kanalen voor laaggeletterde vrouwen die besneden zijn over de (on)mogelijkheden van de hersteloperatie*. De ruim 100 sleutelpersonen VGV zijn bevraagd over behoeften aan ondersteuning en materiaal ten behoeve van voorlichtingen over zorg voor vrouwen die besneden zijn. Er is een start gemaakt met bieden van deze ondersteuning (onder andere via de websites van Pharos en FSAN) aan sleutelpersonen en het ontwikkelen van benodigde materiaal. Op verzoek van en samen met FSAN zijn huiskamerbijeenkomsten uitgevoerd in diverse gemeenten over VGV en (opvoeding rond) seksualiteit*. Samen met FSAN wordt een social media campagne VGV en gezondheid onder vrouwen die besneden zijn, opgestart*.
Meten van resultaten Een tevredenheidspeiling onder de gebruikers heeft per afzonderlijk resultaat plaatsgevonden. Samenwerkingspartners FSAN, zelforganisaties, sleutelpersonen, GGD NL, GGD-en, professionals. Looptijd 2015-2018. Financiering Dit project wordt uitgevoerd met VWS financiering met uitzondering van de resultaten aangegeven met een *. Hiervoor wordt externe financiering aangevraagd. Daarnaast wordt ook externe financiering gezocht voor een deel van de productiekosten van brochures. Meting outcome meerjarendoel 2 In 2015 vindt een nulmeting plaats onder vrouwen in Nederland die besneden zijn over de mate waarin zij de zorg kunnen ontvangen die zij nodig hebben. Dit onderzoek wordt in 2018 herhaald om de vorderingen te meten. Dit onderzoek kan binnen de VWS financiering voor het programma plaatsvinden en uitgevoerd worden door Pharos. Meerjarendoel 3 Focal Point VGV: kennis, informatie en advies over VGV is landelijk via het Focal Point toegankelijk voor iedereen die deze behoeft, in Nederland en internationaal.
3.1 Kennis verzamelen, produceren en verspreiden Resultaten 2015 • Kennis over VGV uit binnen- en buitenland is up tot date door de relevante literatuur bij te houden. • Er is literatuuronderzoek verricht naar incidentie en prevalentie van VGV in een aantal landen waarover nu nog onvoldoende informatie voorhanden is. Het gaat om landen zoals Oman, Saoedi-Arabië, Pakistan, India, Maleisië, Thailand en de Filippijnen.
Pharos Jaarp lan 2015
- 86 -
• • • • •
• • • •
Kennis met betrekking tot de sociale kaart VGV is minimaal eenmaal per jaar verzameld en geactualiseerd. Actuele cijfers over bevolkingsaantallen risicogroepen VGV zijn per gemeente bij het CBS opgevraagd. Alle geactualiseerde kennis over VGV uit binnen- en buitenland is beschikbaar gesteld door het up to date houden van het onderdeel meisjesbesnijdenis op de Pharos website. Ten behoeve hiervan is ook vier maal de digitale nieuwsbrief VGV verschenen en verspreid onder de ongeveer 500 abonnees. Desgewenst heeft Pharos samen met anderen een bijdrage geleverd aan het produceren van kennis over VGV internationaal (wanneer hiervoor externe financiering beschikbaar is). Een vervolg op het EIGE-onderzoek waar Pharos in 2014 aan werkt in Europees verband zou hier een voorbeeld van kunnen zijn. Tevens is het Focal Point informatiemateriaal up to date gehouden. Individuen zijn desgevraagd van informatie over VGV voorzien via het Adviespunt van Pharos. Een nieuwe factsheet VGV (onderwerp nader te bepalen) is geproduceerd en verspreid (onder andere via de Pharos website). Zero Tolerance Day (ZTD) FGM 2015 heeft 6 februari 2015 landelijk plaatsgevonden met medewerking van Pharos naast de andere organisaties van Platform 6/2. Met de voorbereiding van ZTD 2016 is gestart.
Meten van resultaten Eind 2015 is een resultatenoverzicht gereed. Wat betreft het verspreiden van kennis heeft bij gebruikers een tevredenheidspeiling plaatsgevonden. Samenwerkingspartners Onderzoeksinstellingen, zorginstellingen, GGD-en en andere regionale aanjagers aanpak VGV Onderzoeksinstellingen in binnen- en buitenland, ministeries, overheden lokaal, regionaal, landelijk en internationaal, zelforganisaties, Platform 6/2: ECPAT Nederland, FSAN, VON, AWEPA en PLAN Nederland. Looptijd 2015-2018. Financiering Dit project wordt uitgevoerd met VWS financiering met uitzondering van (delen van) internationaal onderzoek. 3.2 Adviseren Resultaten 2015 • Ministeries en andere beleidsmakers in Nederland zijn op verzoek geadviseerd. • Op verzoek heeft Pharos ook geadviseerd in Europees verband of in een ander kader internationaal. • Op verzoek heeft Pharos deelgenomen aan expertgroepen, van ministeries, onderzoeksinstellingen en zelforganisaties. • Op verzoek zijn adviseurs van het Stimuleringsprogramma Aanpak Gezondheidsachterstanden van advies voorzien over de aanpak VGV in diverse Nederlandse gemeenten.
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 87 -
•
Onderzoeksinstellingen landelijk en internationaal zijn desgevraagd op basis van de expertise van Pharos op dit terrein voorzien van advies bij het opstellen van onderzoeksplannen.
Meten van resultaten Bij gebruikers heeft een tevredenheidspeiling plaatsgevonden. Samenwerkingspartners Onderzoeksinstellingen in binnen- en buitenland, ministeries, overheden lokaal, regionaal, landelijk en internationaal, zelforganisaties. Looptijd 2015-2018. Financiering Dit project wordt uitgevoerd met VWS financiering. Meting outcome meerjarendoel 3 Jaarlijks wordt een tevredenheidspeiling onder gebruikers uitgevoerd. Deze peiling kan binnen de structurele VWS financiering voor het programma plaatsvinden.
Totaal aantal uren meerjarenprogramma VGV Uren VWS 2.500 Uren derden 350 Totaal aantal uren 2.850
Pharos Jaarp lan 2015
- 88 -
9 Stimuleringsprogramma Lokale aanpak gezondheidsachterstanden Gezond in… Inleiding Een flink aantal Nederlanders kampt met forse gezondheidsachterstanden. De gezondheidsverschillen tussen lager en hoger opgeleiden zijn groot en dreigen groter te worden als we daar niets aan doen. De Nederlandse overheid zet dan ook niet alleen in op behoud en verbetering van onze gezondheid in het algemeen, maar ook op het verbeteren van de gezondheid van burgers met de grootste gezondheidsachterstanden. Met dit doel is in 2014 is Gezond in…, het Stimuleringsprogramma lokale aanpak gezondheidsachterstanden van start gegaan. In totaal 165 gemeenten (met 680 wijken) krijgen 4 jaar extra middelen voor de integrale aanpak van gezondheidsachterstanden, de zogenaamde Gidsmiddelen. Pharos en Platform31 adviseren en ondersteunen hen hierbij. Een vereiste om in aanmerking te komen voor de middelen is dat gemeenten zich aanmelden voor het landelijke stimuleringsprogramma. Via dit programma krijgen gemeenten advies op maat over de aanpak van gezondheidsverschillen. Hierbij wordt aangesloten bij wat gemeenten zelf al ondernemen op dit terrein. De gemeente kan de GIDS middelen vervolgens gericht inzetten bij de gekozen aanpak. Op veel plaatsen, zowel in Nederland als in het buitenland, zijn al veelbelovende initiatieven ontwikkeld. Ervaringen en studies laten zien dat een samenhangende integrale aanpak, gericht op verschillende levensdomeinen én de omgeving (in combinatie met landelijk beleid) het meest oplevert. Burgers zelf hebben hierin een actieve rol. Die aanpak versterken, op grotere schaal verspreiden en verder onderbouwen is nu de uitdaging. Het programma wil dat stimuleren. Daarbij kunnen we de resultaten benutten van landelijke programma’s zoals de Gezonde Wijk, Zichtbare schakels, JOGG, Gezonde Slagkracht, Healthy Pregnancy, het programma Sport en Bewegen in de Buurt en andere. Zij leveren elk een bijdrage aan de oplossing. Het programma is onderdeel van Alles is gezondheid, het Nationaal Programma Preventie (NPP). Het reduceren van sociaal economische
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 89 -
gezondheidsverschillen is een van de hoofdprioriteiten van het NPP. Veel gemeenten zijn al actief op dit terrein, maar verkeren in verschillende stadia wat betreft beleid en uitvoering van hun aanpak. Het programma heeft een dynamisch karakter en wordt samen met gemeenten verder ingevuld en uitgevoerd. Meerjarendoel van het programma Een bijdrage leveren aan een duurzame lokale aanpak van gezondheidsachterstanden door gemeenten op maat te ondersteunen, goede voorbeelden en kennis te verspreiden en door bestaande integrale aanpakken te versterken. Specifieke doelen van het programma: 1. Stimuleren dat in veel meer gemeenten een doelgerichte aanpak van gezondheidsachterstanden gerealiseerd wordt. Beoogd resultaat is dat na afloop van het programma de Gidsgemeenten de duurzame en integrale aanpak van gezondheidsachterstanden versterkt hebben ten opzichte van het begin van het programma. 2. Advies op maat en ondersteunen van gemeenten en lokale partijen Beoogd resultaat is dat de Gidsgemeenten een vorm van advies en ondersteuning hebben ontvangen over de aanpak van gezondheidsverschillen. Deze is afgestemd op de fase van beleidsontwikkeling, de lokale situatie en op wat gemeenten zelf al doen. Op geleide hiervan kan ook (in beperkte mate) ondersteuning worden geboden aan lokale professionals en/of relevante samenwerkingsverbanden. De gemeente kan de GIDS middelen vervolgens gericht inzetten bij de gekozen aanpak en financiering van de overige benodigde ondersteuning. 3. Verspreiden, delen en integreren van kennis. Beoogd resultaat is dat alle gemeenten, niet alleen de Gidsgemeenten, kunnen beschikken over relevante kennis en hierop zijn geattendeerd via voor hen bekende websites. De Gidsgemeenten kunnen daarnaast deelnemen aan digitale leernetwerken, studie- en inspiratiedagen, intervisie en trainingen. Het gaat om kennis over: • Goede aanpakken (uit binnen-en buitenland): Wat zijn inspirerende en bruikbare voorbeelden, wat waren de effecten, wat werkt wel en niet? • Het proces dat lokaal nodig is voor een duurzame aanpak van gezondheidsachterstanden. Hierbij gaat het onder andere om het doorlopen van een aantal stappen met lokale partijen zoals een wijkanalyse, het gezamenlijk bepalen van doelen, het betrekken van burgers enzovoort. • Lessen uit eerdere programma’s Er zijn waardevolle lessen beschikbaar uit programma’s zoals de Gezonde Wijkaanpak, JOGG, Zichtbare schakels, Gezonde Slagkracht, Healthy Pregnancy en andere. Ook buitenlandse aanpakken hebben leerpunten opgeleverd die bruikbaar zijn. • Versterken van de rol en betrokkenheid van burgers
Pharos Jaarp lan 2015
- 90 -
•
Hoewel dit een van de belangrijkste succesfactoren is voor het terugdringen van gezondheidsachterstanden, wordt hieraan op het terrein van gezondheid en preventie nog onvoldoende aandacht besteed (* VTV 2014). Daarom zal binnen het programma kennis worden verspreid over effectieve manieren om met name burgers met een lage opleiding of een migrantenachtergrond te betrekken. Bereik van interventies vergroten en stimuleren van gebruik Manco bij veel interventies is dat het uiteindelijk bereik gering is. Terugdringen van gezondheidsachterstanden lukt uiteraard alleen als grote groepen mensen worden bereikt. Interventies moeten dan wel aansluiten bij laagopgeleiden en migranten.
4. Stimuleren dat integrale aanpakken beter worden onderbouwd. Beoogd resultaat is dat de Gidsgemeenten gestimuleerd en geadviseerd zijn over actie-begeleidend onderzoek voor onderbouwing van de effecten van hun aanpak. 5. Stimuleren van monitoring van de ontwikkeling van gezondheidsachterstanden Beoogd resultaat is dat de GIDS-gemeenten de effecten van hun beleidsinspanningen kunnen volgen via monitoring door hun GGD-en. Het is immers van belang dat zij kunnen beschikken over betrouwbare informatie over de (ontwikkeling van) gezondheid van burgers in de gemeente en de ontwikkeling van gezondheidsverschillen. Het programma wordt uitgevoerd door Pharos en Platform31, in samenwerking met diverse landelijke en lokale partners. Pharos en Platform31 willen hun expertise graag inzetten voor het duurzaam terugdringen van de gezondheidsachterstanden. Zij hebben ieder hun eigen deskundigheid en vullen elkaar daarin aan. Pharos is als expertisecentrum al jaren actief op het terrein van de gezondheidsverschillen en de kwaliteit en toegankelijkheid van de gezondheidszorg voor lage ses-groepen en migranten. Platform31 is kennis-en netwerkorganisatie voor stedelijke en regionale ontwikkeling en ondersteunt gemeenten bij sociale, economische en ruimtelijke vraagstukken. De combinatie van de ervaring, expertise en netwerken van beide organisaties zal winst opleveren bij de uitvoering van dit programma. Wat is er al gedaan in 2014? In juni 2014 is het programma geopend door middel van een startconferentie voor deelnemende gemeenten, waar het programma is toegelicht en ondersteuningsvragen zijn geïnventariseerd. In oktober 2014 vindt een tweede startconferentie plaats, vanwege de uitbreiding van 91 naar 165 gemeenten die voor GIDS-gelden in aanmerking komen. Tijdens de eerste startconferentie is de website Gezond in…gelanceerd. In het najaar van 2014 krijgt de communicatiestrategie voor het programma verder vorm en wordt de digitale interactieve uitwisseling tussen gemeenten opgestart. De voorbereiding daarvan vindt plaats samen met een klankbordgroep van contactpersonen uit gemeenten. Vanaf september vinden gesprekken plaats met een eerste groep van minimaal 40 gemeenten. Vlak na de startconferentie namen veel
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 91 -
gemeenten uit zichzelf al contact op met Gezond in… De gesprekken kwamen dus vanzelf op gang. Besproken is wat gemeenten al gedaan hebben in de aanpak van gezondheidsachterstanden, wat de ambities zijn voor de komende jaren en wat het ondersteuningsprogramma daarin voor hen kan betekenen. Daarnaast zijn deze gemeenten op maat geadviseerd, vanuit de kennis over wat wel en niet werkt bij een duurzame aanpak. De gesprekken worden in 2015 voortgezet, totdat met alle gemeenten contact is gelegd, individueel en in regionaal verband. Streven is hierbij om gemeenten die voor het eerst GIDS-gelden ontvangen voorrang te geven. In het najaar van 2014 vinden twee landelijke bijeenkomsten/studiedagen plaats voor deelnemende gemeenten en wordt gestart met uitwisseling tussen gemeenten onderling. Aan dat laatste is grote behoefte. In 2014 wordt ook een aantal praktische instrumenten voor gemeenten ontwikkeld zoals: een checklist hoever ben ik in de integrale aanpak?, een overzicht van succesvolle aanpakken voor de belangrijkste gezondheidsaandoeningen en praktische tips voor uitvoering van een succesvolle meersporen-aanpak. Verder is nagegaan of - en zo ja in welke vorm - een werkbare versie voor MKBA voor gemeenten op dit terrein haalbaar is. De ervaringen uit programma’s als experiment Gezonde Wijk, Gezonde Slagkracht, Healthy Pregnancy, Zichtbare Schakels en andere zijn vertaald in lessons learned en meegenomen in de advisering van gemeenten. Deze instrumenten scherpen we in 2015 samen met gemeenten aan en we ontwikkelen nieuwe, op geleide van de ervaringen en de vraag van gemeenten. Duurzame resultaten in het reduceren van gezondheidsachterstanden worden alleen bereikt door een gezamenlijke inspanning en betrokkenheid van veel partijen. In 2014 informeren en betrekken we daarom diverse landelijke en lokale organisaties en kenniscentra bij het programma. Er wordt een adviesraad ingesteld en een begeleidende wethoudersgroep gaat van start. VWS heeft een ambassadeur aangesteld, mevrouw Rinda den Besten. Het versterken van de samenwerking met en draagvlak onder benodigde partijen zetten we in 2015 voort. Eind 2014 is inzichtelijk welke vragen gemeenten hebben en wat daarbinnen de belangrijkste thema’s zijn. Op basis daarvan worden verschillende modules voor deskundigheidsbevordering ontwikkeld en regionale en landelijke studiedagen gepland voor 2015. Aan alle betrokken gemeenten worden accounthouders verbonden, die met gemeenten mee blijven denken en hen de komende jaren op maat blijven adviseren. Hieraan zit een grens binnen de middelen van het programma. Ondersteuning die daarbinnen niet gefinancierd kan worden kunnen gemeenten via de GIDS-gelden inkopen bij Pharos, Platform31 en andere partnerorganisaties of experts.
Activiteiten en resultaten 2015 1. Doorontwikkelen programma • De bevindingen uit gesprekken met gemeenten en hun vragen zijn vertaald naar het vervolgprogramma.
Pharos Jaarp lan 2015
- 92 -
• Met VWS, de ambassadeur, de wethoudersgroep en andere partijen is regelmatig overlegd over de grote lijnen en accenten binnen het programma. • Relevante ontwikkelingen en publicaties zijn bijgehouden en vertaald naar het programma en de advisering naar gemeenten. • De expertise van andere partijen is ingezet binnen het programma en er is een reeks aan expertbijeenkomsten georganiseerd rondom de 5 sporen, de 8 pijlers en de belangrijkste gezondheidsrisico’s. • Met buitenlandse experts zijn ervaringen en goede voorbeelden gedeeld • De adviseurs van Pharos en Platform31 hebben de meest recente kennis en ervaringen binnen gemeenten met elkaar gedeeld. • Programma activiteiten 2016 zijn beschreven. 2. Gesprekken, advisering en gemeenten • Met 125 gemeenten hebben de eerste gesprekken plaatsgevonden, individueel en/of in regionaal verband. • De vragen en ondersteuningsbehoeften van gemeenten zijn geïnventariseerd en zij zijn op maat geadviseerd. • De accounthouder heeft zich voorafgaand aan de gesprekken op de hoogte gesteld van de bevolkingssamenstelling, de gezondheidsachterstanden onder andere via gegevens van GGD en ROS, het beleid van de gemeente en (voor zover bekend) de resultaten daarvan, lopende initiatieven binnen de gemeente en deelname aan landelijke programma’s en proeftuinen. Er is contact gelegd met de regionale GGD en lokale projectleiders. • Aan alle gemeenten is een eigen accounthouder gekoppeld. • De gesprekken zijn gedocumenteerd, de bevindingen zijn geanalyseerd en besproken met gemeenten, de klankbordgroep van wethouders, VWS, de ambassadeur en de adviesraad. • Uitkomsten zijn meegenomen in de vervolg programmaactiviteiten en ondersteuningsmodules.
3. Deskundigheidsbevordering en ondersteuning lokaal en regionaal • Deskundigheidsbevordering op lokaal niveau heeft op verzoek plaatsgevonden. De inhoud is na de gespreksronde met gemeenten bepaald. Hieraan zit binnen de middelen van het programma een grens: gemiddeld maximaal zo’n 2 dagen per gemeente. • Accounthouders hebben met gemeenten op maat meegedacht en hen geadviseerd bij de integrale aanpak. Ook dit is beperkt, binnen de mogelijkheden die de middelen van het programma biedt. • Gemeenten hebben ervaringen en kennis kunnen delen via in totaal 20 gezamenlijke regionale bijeenkomsten (dit is: 1 bijeenkomst per GGD-regio). Gebleken is dat gemeenten veel voordelen zien in dergelijke regionale uitwisselingen. • Tijdens deze regionale bijeenkomsten is ook besproken hoever de betrokken gemeenten zijn in de integrale aanpak. De uitkomsten zijn onderling vergeleken.
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 93 -
•
Kennis- en ondersteuningsvragen van gemeenten zijn ‘gemakeld’ naar andere partijen.
4. Instrumenten en materiaalontwikkeling • In 2014 wordt nagegaan of een werkbare versie voor MKBA voor gemeenten op dit terrein haalbaar is. Afhankelijk van de uitkomst is het MKBA-instrument doorontwikkeld en van digitale ondersteuning voorzien. Contactpersonen van gemeenten zijn getraind in het hanteren van de MKBA. • In 2014 is nagegaan of een benchmark ontwikkeld kan worden tussen gemeenten voor vergelijking op de stand van zaken van de integrale aanpak. Indien de uitkomst positief is, wordt de benchmark ontwikkeld. In 2015 wordt de benchmark uitgeprobeerd in een aantal regio’s. • Overige instrumenten zijn ontwikkeld, op verzoek van gemeenten op basis van gespreksronde. • Overzicht/toolkits per gezondheidsprobleem/risico zijn actueel gehouden: beknopte informatie over oorzaken, geschikte aanpak/interventies, goede voorbeelden, relevante experts/kenniscentra. • Ontwikkelen (e-learning)modules voor ondersteuning en deskundigheidsbevordering en webinars.
5. Landelijke studiedagen en uitwisseling • Twee landelijke uitwisselingsbijeenkomsten met contactpersonen GIDS-gemeenten hebben plaatsgevonden. • Twee landelijke studiedagen hebben plaatsgevonden. Thema’s die voor de meeste gemeenten spelen zijn daar aan de orde geweest, kennis en ervaringen zijn gedeeld. • Nationale en internationale experts hebben tijdens deze dagen hun inzichten gedeeld. • Op bijeenkomsten en studiedagen van andere partijen, gemeentelijke netwerken en kenniscentra is aandacht gevraagd voor gezondheidsachterstanden en zijn inzichten over en weer gedeeld. • Met academische werkplaatsen zijn uitwisselingsbijeenkomsten georganiseerd. • Tijdens 2 bijeenkomsten is expliciete aandacht besteed aan de rol van de eerste lijn in de integrale aanpak. • Kennisuitwisseling heeft ook plaatsgevonden via e-learning, webinars en het interactieve digitale platform van het programma. 6. Samenwerkingspartners en agendering • Contacten zijn onderhouden met AIG, VNG, diverse VNGcommissies, stedennetwerken, private partijen, GGD Nederland, het CGL, JOGG, Zorgbelang, zelf- en migrantenorganisaties, verzekeraars, organisaties van huisartsen/eerstelijn en andere professionals, gezondheidsfondsen, woningcorporaties, ZonMW, andere kenniscentra en thema-instituten, Stichting Lezen en Schrijven, landelijke media, en anderen. • Samenwerking met projectleiders van aanverwante programma’s is gerealiseerd (Healthy Pregnancy, ZonMw-programma’s,
Pharos Jaarp lan 2015
- 94 -
•
JOGG, ondersteuningsprogramma sociale wijkteams en anderen). De ambassadeur is in haar agenderingsactiviteiten ondersteund.
7. PR en communicatie • Onderhoud interactief platform/website. • Interactieve uitwisseling en kennisdeling tussen gemeenten is gefaciliteerd via social media, digitale leerkringen en eigen online platform van het programma. • Op sites en platforms die gemeenten veel bezoeken is content over het programma continue gedeeld en beschikbaar gesteld. • Aansprekend pr-materiaal is ontwikkeld. • Goede voorbeelden over integrale aanpakken zijn digitaal beschikbaar (via filmpjes, e-book) • Met landelijke media is nagegaan of zij op een positieve manier de aanpak van gezondheidsachterstanden voor het voetlicht kunnen brengen. • Nagegaan is of via een theatervoorstelling of op andere wijze de eigen kijk en rol van bewoners in achterstandswijken op een prikkelende manier in beeld gebracht kan worden. Bij positieve uitkomst wordt de voorstelling ontwikkeld. Deze kan een tour maken langs gemeenten. 8. Organisatie programma • De Adviesraad is 2 maal bij elkaar gekomen en heeft kritisch meegedacht over de grote lijnen en accenten van het programma. • De wethoudersgroep is regelmatig geraadpleegd over de koers van het programma en de vraagstukken die zich daarbinnen aandienen. • Een expertpool met mensen van andere organisaties is beschikbaar voor inzet in gemeenten en het programma. • Met de ambassadeur is periodiek van gedachten gewisseld over het programma en haar rol daarbinnen.
Tenslotte: Het programma gaat uit van interactie met gemeenten. Dat betekent dat het een dynamisch karakter heeft en samen met gemeenten verder wordt ingevuld en uitgevoerd. Uiteraard in overleg met het Ministerie van VWS, de adviesraad, de wethoudersgroep en samenwerkingspartners.
Totaal aantal uren stimuleringsprogramma Lokale aanpak gezondheidsachterstanden Gezond in…. VWS uren 11.100
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 95 -
Pharos Jaarp lan 2015
- 96 -
10 Samenwerking RIVM Centrum Gezond Leven (CGL) Pharos werkt gezondheidszorgbreed en participeert in het RIVM Centrum voor Gezond leven (CGL). Pharos zet ook hier in op het geschikt en effectief maken van handleidingen en interventies voor laagopgeleiden, laaggeletterden en migranten en het verhelderen van de werkzame elementen daarbij. Zij draagt bij aan het versterken van de samenwerking tussen kenniscentra en thema instituten onderling, onder andere in het kader van de Gezonde School. Zowel CGL als andere kenniscentra zullen we in 2015 actief betrekken bij het stimuleringsprogramma Gezond in... De activiteiten van Pharos in het CGL worden, vanwege de inzichtelijkheid, hier in een apart hoofdstuk beschreven, maar zijn tevens integraal in de programma’s opgenomen. Visie Pharos werkt vanuit de (breed gedeelde) visie dat gezondheidszorg en gezondheidsbevordering effectief en bereikbaar dienen te zijn voor alle burgers. Professionals in de reguliere zorg moeten ook aan cliënten met een andere herkomst en cliënten met beperkte gezondheidsvaardigheden en/of een lage opleiding, zorg en preventie op maat kunnen bieden. Hiervoor kunnen reguliere programma’s en kwaliteitsinstrumenten ingezet worden, die waar nodig aangepast en bruikbaar gemaakt worden voor deze cliënten. Er zijn al veel initiatieven en good practices om deze groepen beter te bereiken. Over werkzame elementen is eveneens al veel bekend. Het op veel bredere schaal implementeren en al doende verder onderbouwen ervan is de opgave voor de komende jaren. Over de noodzaak hiervan bestaat veel overeenstemming bij het ministerie van VWS, het RIVM/CGL en kennisinstituten. Nationaal Programma Preventie (NPP) en Gezond in… In 2014 is in het Nationaal Programma Preventie geconstateerd dat er forse gezondheidsverschillen zijn tussen groepen mensen, die niet kleiner worden. Het kabinet heeft de ambitie die gezondheidsverschillen te reduceren. Een ambitie die Pharos en de thema instituten onderschrijven. Pharos voert samen met Platform31 en andere partijen het stimuleringsprogramma Gezond in.. uit. Pharos en Platform31 ondersteunen gemeenten in hun lokale aanpak van de gezondheidsachterstanden.
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 97 -
In 2015 betrekt Pharos het CGL en de thema-intituten actief bij het stimuleringsprogramma Gezond in… Overleg hierover is gaande. Voor het CGL gaat het daarbij ook om samenhang met en verwijzing naar de handreiking Gezonde Gemeente waar de handreiking Gezonde wijk in is opgenomen. Vertegenwoordiger(s) van CGL zullen zitting gaan nemen in de Adviesraad van het programma. Inzet generieke taken CGL Het CGL vraagt jaarlijks een generieke inzet op een aantal taken en projecten. Nieuw in 2015 is dat het LOT-i en het CGL samen en in overleg de inzet van deze uren vormgeven. De volgende thema’s zijn gedefinieerd voor de invulling van deze generieke uren: • Samenhang en samenwerking Gezonde School Samen met de Onderwijsagenda, GGD NL en CGL worden de krachten gebundeld ten behoeve van een intensivering van de Gezonde School aanpak. Pharos zet hier 150 uren op in. Resultaat: eenduidige regie, actieve promotie, een efficiënt en toekomstbestendig proces, één ingang voor alle activiteiten rondom Gezonde School (incl. vignet) en ownership bij scholen. • Programma sociaal-emotionele ontwikkeling ten behoeve van het primair onderwijs Pharos speelt een actieve rol bij het ontwikkelen hiervan, samen met het Trimbos (project 2.1 van het programma jeugd). Hiervoor stelt Pharos 200 uur ter beschikking. Resultaat: er is een start gemaakt met de ontwikkeling van een programma sociaal-emotionele ontwikkeling. • Werkzame factoren interventies Doel: betere presentaties van erkende interventies en opmaat voor light erkenning daarvan. Hiermee wordt de database beter toegankelijk. Hiervoor is 150 uur gereserveerd. Resultaat: elk deelnemend instituut heeft eind 2015 minimaal één themadossier met werkzame factoren Zie verder Gezamenlijke werkplan 2015 Thema-instituten, dat als bij lage bij dit jaarplan is toegevoegd. Inzet thema specifieke taken Kwaliteit: Pharos zet in 2015 in op: • het actueel houden en aanmelden van eigen interventies en goed beschreven en bewezen methodieken in de vernieuwde databank van het CGL. • het op geleide van de vraag adviseren en ondersteunen van lokale partijen bij het aanpassen van bestaande interventies opdat deze ook bruikbaar worden voor laagopgeleiden en migranten. Dit doen we binnen alle programma’s. • Het programma Preventie en zorg chronische aandoeningen verzamelt in 2014 samen met het CGL en NHG/LHV 15 goede voorbeelden van samenwerking tussen huisartsenvoorzieningen en de publieke gezondheidzorg. Deze voorbeelden zullen in 2015 gedeeld worden op het loket Gezond leven van het CGL. Voor huisartsen wordt in 2015 een overzicht gemaakt van werkzame elementen in de preventie van chronische aandoeningen bij laagopgeleiden en migranten. Ook deze zullen gedeeld worden via het loket Gezond leven.
Pharos Jaarp lan 2015
- 98 -
•
•
• •
•
In 2015 wordt een instrument ontwikkeld voor het versterken van zelfmanagement bij laagopgeleide patiënten met diabetes. Als het instrument na evaluatie na een jaar effectief blijkt te zijn, kan het opgenomen worden in het Loket Gezond leven. Binnen het programma jeugd wordt een overzicht gemaakt van best practices en werkzame elementen in het bereiken van laagopgeleide en migrantengezinnen vanuit de wijkteams. Hetzelfde geldt voor werkzame elementen voor depressiepreventie op scholen. Binnen het programma Ouderen wordt in 2015 het voor de ouderenzorg aangepaste instrument Cultureel Interview getoetst en geëvalueerd en voor erkenning ingediend bij het CGL. het programma Participatie en eigen regie worden goede voorbeelden en succesvolle initiatieven uit binnen- en buitenland, om laagopgeleide en migrantenbewoners lokaal een actieve(re) rol te geven in het terugdringen van gezondheidsachterstanden, voor gemeenten toegankelijk in beeld gebracht via het stimuleringsprogramma Lokale aanpak gezondheidsachterstanden Gezond in... Laagopgeleiden en migranten zijn betrokken bij de selectie van de goede voorbeelden. In alle programma’s wordt aandacht besteed aan het vergroten van de eigen regie en zelfmanagement bij de doelgroepen. Het gebruik van e-health en social media hierbij wordt gestimuleerd.
Online communicatie Pharos draagt ook in 2015 bij aan het actueel houden van het CGL-loket: • Updates per kwartaal van eigen teksten en links op Loketgezondleven.nl, Gezondeschool.nl en Opvoeden.nl, waar het thema’s, interventies, toolkits, handleidingen en scholingen op het werkterrein van Pharos betreft. De kennis die via onze eigen websites verspreid wordt is in overeenstemming met de kennisnop deze sites. • Het up-to-date houden van de interventiedatabase. • Het aanleveren van teksten voor de nieuwsbrief van het CGL en het bijtijds melden van bijeenkomsten zodat deze opgenomen worden in de nieuwsbrief en twitter. • Het faciliteren en ondersteunen van CGL campagnes en projecten, waaronder het meerjarenproject Online communicatiestrategie CGL. • De Pharos-website bevat links naar het Loketgezondleven.nl en Gezonde School.nl. Kennis die via de eigen website verspreid wordt en via opvoeden.nl en het Kompas, is in overeenstemming met kennis die is aangeleverd aan Loketgezondleven.nl en Gezonde school.nl. Samenwerking met thema-instituten Pharos is een van de partners in het Landelijk Overleg thema-instituten. Voor een aantal programmalijnen is een gezamenlijk werkplan 2015 opgesteld (zie Gezamenlijke werkplan 2015 Thema-instituten dat als bijlage is toegevoegd aan dit jaarplan.) Als doelen zijn benoemd: • Het bevorderen van een integraal gezondheids- en leefstijlbeleid bij onderwijs, overheden en gezondheidszorg.
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 99 -
• •
Het gezamenlijk bedienen van díe professionele doelgroepen die een gebundeld aanbod van gezondheidsinterventies prefereren boven een thema specifieke benadering. Het versterken van de capaciteit van de individuele instituten door te leren van elkaar en gebruik te maken van elkaars inzichten en kennis.
In 2015 zal Pharos bijdragen door deel te nemen aan de werkgroep Jeugd en de werkgroep Publiekscommunicatie. Werkgroep Jeugd Het doel van de werkgroep is om meer samenhang aan te brengen in de bevordering van een gezonde en veilige leefstijl van de jeugd en de ondersteuning van de JGZ en het onderwijs. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek Sociaal emotionele ontwikkeling in het primair onderwijs van Pharos en Trimbos wordt in 2014 en 2015 een programma voor het primair onderwijs ontwikkeld. Dit programma dient in samenwerking met het onderwijs te worden opgebouwd en aan te sluiten bij het SLO leerplankader. (Zie ook project 1.2 van het programma jeugd). Pharos speelt hierin met het Trimbos een actieve rol en investeert 200 uur in de samenwerking met themainstituten hierop via werkgroep. Resultaat: er is een start gemaakt met de ontwikkeling van een programma sociaal-emotionele ontwikkeling. Werkgroep Publiekscommunicatie Het doel van de werkgroep is om kennis op het gebied van publieksvoorlichting en digitale en social media te delen en vergroten en, waar dat voor de doelgroep zinvol is, gezamenlijk te communiceren. De werkgroep heeft in 2015 drie hoofdactiviteiten: • Publieksvoorlichting in de huisartspraktijk. • Onderhouden van de interventie Hoe pak jij dat aan? • Linking & Learning. Pharos zal vanuit haar betrokkenheid bij het onderwerp preventie in de buurt in 2015 in ieder geval bijdragen aan de publieksvoorlichting in de huisartsenpraktijk. Resultaat: kennis vanuit de thema-instituten wordt gebruikt binnen de informatie kanalen van de huisartsen Voor het onderhouden van Hoe pak jij dat aan? zetten we, waar nodig, onze kennis over het bereik van laagopgeleiden en migranten in. Pharos investeert 135 uur in de activiteiten van deze werkgroep. Financiering De activiteiten binnen het RIVM Centrum Gezond Leven en de samenwerking met de thema-instituten vinden plaats met VWS financiering.
Totaal aantal uren Samenwerking RIVM Centrum Gezond Leven: VWS uren 900
Pharos Jaarp lan 2015
- 100 -
11 Kennis- en informatieoverdracht Belangrijkste uitdaging voor kennisorganisaties is om bestaande kennis beter in te zetten en in co-creatie met gebruikers, te laten landen en te implementeren. De komende jaren blijft hier het accent op liggen. Dit vraagt om voortdurend zoeken naar de beste en eigentijdse wegen hiertoe, digitaal en op andere wijze. Overdracht en uitwisseling van kennis en informatie vinden op verschillende manieren en met een mix van middelen plaats, die aansluiten bij partijen waarmee we werken: online via digitale platforms en leerkringen, social media, websites, filmpjes en dergelijke door middel van publicaties (artikelen in vakbladen en nieuwsbrieven, boeken en rapporten), expertmeetings, congressen, debatten, spiegelbijeenkomsten en het geven van trainingen en scholing. 1. Digitale kennisuitwisseling en kennisoverdracht De belangrijkste vorm van kennisdeling is via internet. Pharos beheert zes websites: de corporate website: www.pharos.nl en vijf themasites: www.gezondin.nu, www.huisarts-migrant.nl, www.duizendmoeders.nl, www.nogame.nl en www.lampion.info. Daarnaast geeft Pharos drie digitale nieuwsbrieven uit en maken we gebruik van LinkedIn, Facebook, Youtube en Twitter om partners en klanten op de hoogte te houden en kennis en informatie uit te wisselen. Websites • Pharos.nl De corporate website van Pharos biedt kennis en informatie aan iedereen die werkzaam is op het gebied van gezondheid van en gezondheidszorg voor laagopgeleiden en migranten. Via deze corporate site houden we ook in 2015 bezoekers op de hoogte van onderzoek, interventies, de laatste feiten en cijfers en actualiteit op het kennisterrein van Pharos en uiteraard ook over bijeenkomsten en activiteiten van Pharos. De corporate website biedt ook een up-to-date overzicht van de kennis binnen de inhoudelijke programma’s. De activiteiten die we samen met anderen uitvoeren en met het RIVM Centrum Gezond Leven zijn eveneens te vinden op de website. •
Gezondin.nu Gezondin.nu is het online platform van het stimuleringsprogramma Lokale aanpak gezondheidsachterstanden Gezond in…, dat gemeenten
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 101 -
adviseert en ondersteunt bij het versterken van hun eigen lokale, integrale aanpak van de achterstanden. Via dit platform komen gemeenten met elkaar in contact en delen zij kennis en goede praktijkvoorbeelden. Ook andere partijen ontmoeten elkaar op dit platform. •
Huisarts-migrant.nl Huisarts-migrant.nl is een online naslagwerk voor huisartsen met vragen over de zorg voor patiënten met een migrantenachtergrond.
•
Duizendmoeders.nl Het project Duizend Moeders heeft zich afgelopen twee jaren gericht op de dochters van 50+ vrouwen van Turkse en Marokkaanse afkomst die minder gebruik maken van het landelijke bevolkingsonderzoek naar borstkanker. Dit project is afgerond. Via deze website en via social media gaven we informatie over het bevolkingsonderzoek naar borstkanker. Het merk Duizendmoeders blijft voortbestaan. Via Duizendmoeders brengen we andere gezondheids-gerelateerde onderwerpen bij dit opgebouwde netwerk van dochters onder de aandacht. Ook blijven we via social media de dialoog opzoeken met deze groep.
•
Nogame.nl No Game is een jongerenboard vóór en dóór jongeren. Via de website brengen jongeren ook in 2015 meisjesbesnijdenis onder de aandacht bij andere jongeren en maken het bespreekbaar.
•
Lampion.info Lampion.info verstrekt informatie over de zorg aan ongedocumenteerden in Nederland. Lampion is een samenwerkingsverband van diverse partijen omtrent de (gezondheids)zorg aan ongedocumenteerden. Pharos faciliteert de website van Lampion.
Resultaten 2015 • Digitale nieuwsbrieven In 2015 verschijnen 3 digitale nieuwsbrieven: o De digitale Pharos-nieuwsbrief: zes keer per jaar. o Focal Point Meisjesbesnijdenis-nieuwsbrief: vier keer per jaar; informeert over actuele ontwikkelingen, kennis, evenementen en discussies rondom vrouwelijke genitale verminking. o Training en Scholing nieuwsbrief: twee keer per jaar. • Social media en andere middelen. o Inzetten van apps, interactieve games, instructie- en voorlichtingsfilmpjes, e- learningsmodulen discussieplatforms e.d. voor kennisdeling/uitwisseling. 2. Public Relations en Marketing Pr en Marketing informeert samenwerkingspartners en klanten over de expertise die bij Pharos beschikbaar is, producten en diensten van Pharos en ontwikkelingen op ons kennisgebied. Zij organiseert ook leerkringen, expertmeetings, debatten en congressen en voert een actief persbeleid.
Pharos Jaarp lan 2015
- 102 -
Resultaten 2015 • Klanten, opdrachtgevers en andere stakeholders zijn pro actief geïnformeerd over de producten en diensten van Pharos. • Collega’s zijn adequaat ondersteund bij de inzet van interactieve digitale middelen voor kennisuitwisseling/implementatie en bij het organiseren van expertmeetings, debatten, congressen en leerkringen en bij het uitbrengen van publicaties, onderzoeksrapporten, factsheets en ander materiaal. (zowel in drukvorm als digitaal). • De landelijke pers en de vakpers zijn op actieve wijze van informatie voorzien over onderwerpen op het kennisgebied van Pharos. • Er is bijgedragen aan het werk van het Centrum voor Gezond Leven door: o het up-to-date houden van de interventiedatabase. o het aanleveren van artikelen en berichten voor de digitale nieuwsbrief. o het faciliteren en ondersteunen van CGL campagnes en projecten, waaronder het meerjarenproject Online communicatiestrategie CGL. 3. Publicaties Pharos geeft in 2015 een aantal eigen publicaties uit die zowel online als offline beschikbaar worden gesteld en verspreid. De Phaxx, het kwartaalblad van Pharos is in 2014 opgeheven. In 2015 zullen we twee maal per jaar een relatieblad uitbrengen. Resultaten 2015 • Voor specifiek overzicht van de publicaties die verschijnen binnen de meerjaren- programma’s verwijzen wij u naar de hoofdstukken 3 tot en met 11 van dit jaarplan. • Publieksversie van het jaarverslag. • Relatieblad Pharos is tweemaal verschenen en breed (digitaal) verspreid. • In samenwerking met de Academische Werkplaats uitgeven van Proefschrift van het jaar om bestaande academische kennis op het werkterrein van Pharos toegankelijk te maken. 4. Training en Advies De ontwikkelingen in de (gezondheids)zorg en het sociale domein gaan snel en de populatie is divers. In basisopleidingen en reguliere nascholing is vaak (nog) onvoldoende aandacht voor de specifieke problematiek van laagopgeleiden en migranten. Pharos probeert samen met landelijke aanbieders van opleidingen en bij- en nascholingen om aandacht voor deze groepen te integreren in het curriculum. Daarnaast bieden we cursussen en trainingen op maat aan een brede groep professionals en managers werkzaam in de gezondheidszorg, dienstverlening en het onderwijs of bij gemeenten, patiënten- en cliëntenorganisaties en andere opdrachtgevers. Bij de beschrijving van de programma’s in het jaarplan worden al veel trainingen en adviestrajecten benoemd. In veel projecten vinden namelijk ook pilots plaats met nieuwe trainingen. Deze komen bij een goede evaluatie en gebleken effectiviteit in een later stadium breed beschikbaar voor landelijke uitrol.
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 103 -
Er is veel vraag naar trainingen op het gebied van het herkennen van laaggeletterdheid, communicatie op maat met laagopgeleiden en migranten en het bereiken en betrekken van lage SES groepen. De samenwerking met landelijke aanbieders van opleidingen van bij- en nascholingen zetten we in 2015 voort en breiden we verder uit. Pharos is al langer betrokken bij diverse bijscholingen van de NSPOH, de TNOKNMG opleiding voor jeugdartsen, de opleiding voor justitieel verpleegkundigen van de Julius Academy en voor revalidatieartsen van PAO Heyendael. Deskundigheidsbevordering wordt in samenspraak met opdrachtgevers op maat en op locatie aangeboden. Het aanbod sluit aan bij professionele richtlijnen en standaarden van beroepsgroepen. Een deel van het scholingsaanbod is door beroepsverenigingen geaccrediteerd. Met opdrachtgevers en samenwerkingspartners wordt steeds bezien wanneer training en scholing ook via een vorm van e-learning kan. In 2015 wordt tevens ingezet op een aanbod dat aansluit op de veranderende zorgstructuur waarin steeds meer taken bij de gemeenten komen te liggen en op deskundigheidsbevordering in het kader van Gezond in…, het stimuleringsprogramma Lokale aanpak gezondheidsachterstanden. Meerjarendoelen Pharos biedt training en advies om te stimuleren dat: • professionals over de kennis en vaardigheden beschikken om laagopgeleiden en migranten kwalitatief goede en effectieve zorg te bieden. • gemeenten, zorgorganisaties en professionals op maat worden ondersteund bij de lokale aanpak van gezondheidsachterstanden. Meerjarendoel 1 Pharos zet de komende jaren training en advies in om te stimuleren dat professionals over de kennis en vaardigheden beschikken om laagopgeleiden en migranten kwalitatief goede en effectieve zorg te bieden. In 2015 ligt daarbij de focus op het samen met de relevante beroeps- en brancheorganisaties landelijk uitzetten van de volgende modulen en het stimuleren dat er in de basisopleidingen en reguliere bij- en nascholingsactiviteiten voldoende aandacht is voor specifieke kennis over laagopgeleiden en migranten. 1.1 Effectief communiceren met laaggeletterden: herkennen en communicatie op maat, training en advies Resultaten 2015 • Deelnemers kunnen na deze training laaggeletterde cliënten/patiënten eerder herkennen en zijn in staat de informatie beter af te stemmen op het niveau van deze cliënt/patiënt. • Het aanbod is voor de diverse beroepsgroepen, die werkzaam zijn in de huisartsenpraktijk en in de apotheek, geaccrediteerd door de beroepsverenigingen (ABAN, KNMP, kwaliteitsregister V&V, KABIZ-NVDA, NVvPO, SANA).
Pharos Jaarp lan 2015
- 104 -
•
•
Voor gezondheidscentra kan, al dan niet aanvullend aan de training, worden geadviseerd over de toegankelijkheid van hun praktijken voor laaggeletterden en mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden. Daarbij kan men denken aan alle voorlichting en schriftelijke/digitale communicatieve uitingen en bewegwijzering. We streven naar het uitvoeren van minimaal 20 trainingen op jaarbasis.
1.2 Ondersteunen van zelfmanagement en therapietrouw bij chronische aandoeningen, voor laaggeletterden en migranten, training en advies Resultaten 2015 • Deelnemers kunnen na deze training informatie en adviezen beter afstemmen op de behoefte van de doelgroep. Zij beschikken daarvoor over voldoende achtergrondinformatie en hebben vaardigheden geoefend. Enkele voorbeelden: ABC Diabetes, effectieve zorgverlening en leefstijlbegeleiding bij migranten en laaggeletterden (voor eerstelijns zorgverleners), Ondersteunen van zelfmanagement bij chronische aandoeningen (voor huisartsen, POH-ers en andere eerstelijns zorgverleners, wijkteams). • Het aanbod is voor de diverse beroepsgroepen geaccrediteerd door de beroepsverenigingen (ABAN, KNMP, kwaliteitsregister V&V, NVvPO) als een erkenning van relevantie en kwaliteit. • We streven naar het uitvoeren van minimaal 15 trainingen. 1.3 Begeleiding ziekteverzuim en bevorderen reïntegratie bij kwetsbare groepen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, training en advies Resultaten 2015 • Deelnemers (bedrijfsartsen) zijn bekend met de specifieke factoren die laagopgeleiden en migranten extra kwetsbaar (kunnen) maken voor ziekteverzuim: migratiegeschiedenis, minder toegankelijke en effectieve zorg, verschillen in leefstijl en visie op gezondheid en zorg. • Deelnemers (bedrijfsartsen) beschikken over de kennis en vaardigheden om laagopgeleiden en migranten effectief te ondersteunen bij reïntegratie. • Modulen richten zich op effectieve communicatie rond zorg en ziektebeleving en advisering bij ziekteverzuim en reïntegratie. • We streven naar het uitvoeren van minimaal 5 – 10 trainingen. 1.4 Ondersteunen van professionals in het jeugdveld voor opvoedings- en leefstijlvragen, training en advies Resultaten 2015 • Deelnemers zijn na deze training beter in staat het gesprek aan te gaan met laagopgeleide en migrantenouders over onder andere voeding, bewegen, maar ook over vermoedens van kindermishandeling en seksueel misbruik. Zij hebben daarvoor voldoende kennis van de waarden en normen van de
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 105 -
•
•
interculturele pedagogiek en vaardigheden voor cultuursensitieve en effectieve communicatie. Modulen richten zich op Cultuursensitief en motiverend leefstijladviezen geven? (voor medewerkers in de jeugdsector en preventie en zorg), Motiverende gespreksvoering en benutten van eigen kracht van cliënten (voor werkers in de jeugdsector), Opvoeden in andere culturen: het perspectief van migrantenouders en Werken met migrantenouders (voor professionals in de opvoedingsondersteuning en medewerkers van het CJG). We streven naar het uitvoeren van minimaal 15 trainingen.
1.5 Voor specifieke doelgroepen en thema’s is er een aanbod op maat, vanuit de expertise van de programma’s Gezondheid Asielzoekers/VGV, training en advies Resultaten 2015 • Deelnemers zijn na de training beter toegerust om met deze doelgroep of vraagstukken te werken. De scholingsvragen zijn zeer divers. Enkele voorbeelden: Na de gezinshereniging – hoe kan de gemeente hen ondersteunen (voor beleidsmedewerkers en professionals van CJG’s of wijkteams), Psychisch problematiek op het AZC (voor casemanagers en woonbegeleiders van het COA), Werken met ongedocumenteerde gezinnen: achtergrondinformatie en cultuursensitieve vaardigheden (voor professionals van CJG’s en wijkteams, of COA medewerkers op AZC gezinslocaties), VGV nazorg (voor professionals van de nazorgspreekuren). • Het aantal trainingen is afhankelijk van de vraag van opdrachtgevers. 1.6 In basisopleidingen en reguliere bij- en nascholingskalender is voldoende aandacht voor specifieke kennis en vaardigheden met betrekking tot zorg en preventie bij laagopgeleiden en migranten Resultaten 2015 • Voor de huisartsenopleiding is samen met het NHG een e-boek over sociaaleconomische en etnische gezondheidsverschillen ontwikkeld. Er zijn afspraken over afname gemaakt met huisartsopleidingen. • Pharos verzorgt een aantal modulen over cultuursensitieve zorg binnen de opleiding voor jeugdartsen (TNO-KNMG), justitieel verpleegkundigen (Julius Academy) en revalidatieartsen (PAO Heyendael). • Er zijn samenwerkingsafspraken met de NSPOH over het aanvullen van hun aanbod met specifieke kennis over preventie en zorg bij laagopgeleiden en migranten. Meerjarendoel 2 Pharos zet de komende jaren advies en training in om te stimuleren dat gemeenten, zorgorganisaties en professionals op maat worden ondersteund bij de lokale aanpak van gezondheidsachterstanden.
Pharos Jaarp lan 2015
- 106 -
2. Modules in het kader van het stimuleringsprogramma Lokale aanpak gezondheidsachterstanden Gezond in … Resultaten 2015 In het kader van het Stimuleringsprogramma voor de lokale aanpak van gezondheidsachterstanden Gezond in…biedt Pharos, samen met Platform31, advies op maat en ondersteuning aan gemeenten. Op verzoek van gemeenten wordt een reeks van modules aangeboden voor ambtenaren en professionals van publieke en eerstelijns (gezondheids)zorg. Mogelijke modules zijn: • Hoe kom je tot een goede aanpak, met breed gedragen en haalbare doelen? • Hoe versterk je eigen rol van burgers en met name laagopgeleiden en migranten? • Hoe verleid je hen tot gezond gedrag, hoe gebruik je daarbij sociale marketing? • Wat zijn succesvolle aanpakken in het tegengaan van bijvoorbeeld depressie, diabetes en overgewicht? • Hoe verbind je curatieve zorg/eerstelijnszorg en sociale wijkteams aan elkaar? • Hoe betrek je het bedrijfsleven en andere private partners? Meten van resultaten Bij alle trainingen en adviestrajecten vindt met de deelnemers een mondelinge (tijdens de activiteit) en een schriftelijke evaluatie (vragenlijst) plaats. Daarnaast wordt met de opdrachtgever een evaluatiegesprek gehouden. De scores en opmerkingen van de deelnemers worden met de trainers gedeeld. Samenwerkingspartners Naast samenwerking met afzonderlijke opdrachtgevers en individuele gemeenten in het kader van het stimuleringsprogramma Lokale aanpak gezondheidsachterstanden Gezond in … vindt afstemming plaats met relevante beroeps- en brancheorganisaties (zoals NHG, V&VN en KNMP) over het modulaire aanbod van trainingen en adviestrajecten. Looptijd 2014 – 2018 Financiering Training en advies vindt plaats met financiering van derden en opdrachtgevers. Het aanbod voor gemeenten in het kader van het stimuleringsprogramma lokale aanpak gezondheidsachterstanden Gezond in…. wordt (deels) gefinancierd met gelden van VWS. 5. Digitale bibliotheek De digitale bibliotheek van Pharos biedt een overzicht van de meest recente artikelen, onderzoeksrapporten en andere publicaties op het kennisgebied van Pharos. Via de website is expertise en informatie voor een brede groep van zorgprofessionals, onderzoekers en stakeholders (gemeenten, beleidsmakers, kenniscentra) snel en gemakkelijk te raadplegen. Resultaten 2015 • De digitale collectie is up to date gehouden.
Ph aro s J aarp lan 2 01 5
- 107 -
• •
De digitale infrastructuur van Pharos voor het borgen van kennis en informatie is adequaat onderhouden. Klanten zijn geattendeerd op nieuwe relevante publicaties.
6. Kennisvragen online en telefonisch Bij Pharos komen dagelijks kennisvragen binnen van professionals en andere partijen, via de mail, de website en telefonisch. Deze kennisvragen kunnen aanleiding zijn voor het ontwikkelen van nieuwe producten en diensten. Antwoorden op ‘veel gestelde vragen’ (FAQ’s) zijn op de site te vinden. Resultaten 2015 • Kennisvragen van partijen zijn adequaat beantwoord, waar mogelijk online. • Frequently Asked Questions zijn op de website up to date gehouden. • Updaten van sociale kaart voor doorverwijzen van vragen die elders worden beantwoord.
Totaal aantal uren Kennis- en informatieoverdracht Uren VWS 3.100 Uren derden 400 Totaal aantal uren 3.500
Pharos Jaarp lan 2015
- 108 -