Pensioenakkoord Spelregels vanuit de actuaris bezien Drs A.G.M. den Hartogh AonHewitt
Agenda • Twee cijfermatige voorbeelden – Verhoging pensioenleeftijd – Overgang naar zachte verplichtingen
• Waarderingsvraagstuk • Verdelingsvraagstuk
Pensioenfonds 1 2013
Premiehoogte
Toeslag (PR)
Dekkingsgraad
Kans tekort
FTK1 / 65
21,9%
95%
95,5%
65%
FTK1 / 66
21,1%
95%
95,4%
65%
2014
Premiehoogte
Toeslag (PR)
Dekkingsgraad
Kans tekort
FTK1 / 65
22,4%
94%
97,2%
60%
FTK1 / 66
21,5%
94%
97,0%
61%
Effect verhoging pensioenleeftijd van 65 jaar naar 66 jaar
Pensioenfonds 1 •
Effect verhoging pensioenleeftijd op pensioenpremie is circa 1% van salarissom (circa 250.000 euro)
•
Als gedempte kostendekkende premie betaald wordt nauwelijks effect op financiële positie pensioenfonds (dekkingsgraad, kans op tekort)
•
Extra storting van 250.000 euro correspondeert met circa 0,25% dekkingsgraad
•
Twee afwegingen voor inzet onderhandelingen: – Verhoging pensioenleeftijd / verlaging opbouwpercentage / … – Aanwending extra premieruimte
Pensioenfonds 1 2013
Premiehoogte
Toeslag (PR)
Dekkingsgraad
Kans tekort
FTK1 / 66
21,1%
95%
95,4%
65%
FTK2 / 66
21,5%
100%
106,7%
40%
2014
Premiehoogte
Toeslag (PR)
Dekkingsgraad
Kans tekort
FTK1 / 66
21,5%
94%
97,0%
61%
FTK2 / 66
21,5%
100%
107,4%
40%
Effect overgang FTK1 (nominale garantie) naar FTK2 (voorwaardelijke reële pensioenen)
Pensioenfonds 1 •
Premie vastgesteld op 21,5%. Uitgangspunt is premiestabilisatie, maar op welk niveau?
•
Dekkingsgraad ultimo 2013 onder FTK2 voor reële verplichtingen is 106,7%.
•
Onder FTK1 bij dekkingsgraad 95,4% ultimo 2013 korting van (nominaal) pensioen. FTK2 leidt tot volledige toeslagen.
•
FTK2 geeft hoger pensioenresultaat, lagere kans op tekort en hogere dekkingsgraad
Pensioenfonds 1 •
Discussie omtrent hoogte verwacht rendement en inflatie
•
Te mooi om waar te zijn?
Pensioenfonds 2 2013
Premiehoogte
Toeslag (PR)
Dekkingsgraad
Kans tekort
FTK1 / 66
24%
97%
103%
40%
FTK2 / 66
24%
92%
87%
86%
Premiehoogte
Toeslag (PR)
Dekkingsgraad
FTK1 / 66
23%
97%
105%
36%
FTK2 / 66
23%
92%
90%
80%
2014
Kans tekort
Effect overgang FTK1 (nominale garantie) naar FTK2 (voorwaardelijke reële pensioenen)
Pensioenfonds 2 •
Reële dekkingsgraad ligt lager dan nominale dekkingsgraad.
•
Reële dekkingsgraad kent minder spreiding door hantering vaste rentevoet voor de verplichtingen. 150%
150%
130%
130%
110%
110%
90%
90%
70%
70%
2010
2011
2012
2013
2014
2010
2011
2012
2013
2014
Waarderingsvraagstuk • Minister Kamp: pensioen is afhankelijk van de levensverwachting en van de beleggingsresultaten. • Positionpaper Pensioenakkoord Actuarieel Genootschap: dekkingsgraad in de context van voorwaardelijke reële pensioenen niet of veel minder relevant. • Hoe waarderingsvraagstuk aan te pakken als bij pensioenfonds 1 de dekkingsgraad stijgt en bij pensioenfonds 2 de dekkingsgraad daalt bij overgang naar voorwaardelijke reële pensioenen?
Waarderingsvraagstuk • Aanpak waarderingsvraagstuk met een analogie: een pensioen, dat afhankelijk is van beleggingsresultaten en levensverwachting. • Analogie met waardering Defined Contribution
• Waardering van de voorziening pensioenverplichtingen: gelijk aan de aanwezige beleggingen • Dekkingsgraad is altijd 100% • Dat geeft aan dat alle beschikbare middelen bestemd zijn voor pensioen!
Waarderingsvraagstuk • In deze benaderingswijze geen buffers (volgende presentatie van de heer Pul van E&Y gaat daar op in) • In deze benaderingswijze geen discussie met accountants over waardering pensioenverplichtingen, grondslagen. • In deze benaderingswijze geen waarderingsvraagstuk in de jaarrekening voor de pensioenverplichtingen. • Nog aan te pakken: verdelingsvraagstuk
Verdelingsvraagstuk • Pensioenfonds terug naar de basis: collectieve spaarpot. • Collectief worden periodiek de uitgangspunten bepaald. – Bestuur doet een voorstel aan alle verzekerden. – Draagvlak onder alle verzekerden creëren. – Collectieve besluitvorming.
• Berekeningen worden gemaakt op basis van de uitgangpunten. • Uitkomst van de berekeningen: – pensioenen worden uitgekeerd met (eventueel inhaal-) toeslagen – pensioenen worden gekort (let wel, het betreft reële pensioenen)
• Toetsing: haalbaarheidstoets
Verdelingsvraagstuk • Pensioenfonds terug naar de basis: collectieve spaarpot. • Discussie over deze benaderingswijze: – Collectieve besluitvorming – Invulling haalbaarheidstoets
• Voordelen/Nadelen van deze benaderingswijze – …… – …...