Pedagogisch werkplan
Cultuur BSO & ZO 4 – 13 jaar augustus 2015
Cultuur BSO & ZO Cultuur BSO & ZO is gevestigd in: MFA Pelkpark Hortensialaan 18D 7101 XA Winterswijk Contactgegevens: Telefoon: 06-22554322 E-mail:
[email protected]
Onderdeel van: SWW Kinderopvang BV Haitsma Mulierweg 20 7101 CA Winterswijk Contactgegevens: Telefoon: 0543-546060 E-mail:
[email protected]
Leidinggevende Cultuur BSO & ZO: Petra te Selle Telefoon: 0543-546087 E-mail:
[email protected]
2 | Pedagogisch werkplan Cultuur BSO
SWW Kinderopvang BV
Inhoud Inleiding
5
1.Cultuur BSO & ZO
6
Doel Bso en Cultuur Bso en opvang als aanvulling op de ontwikkeling van kinderen
2.Algemene informatie
Groepsruimte Openingstijden Voorschoolse opvang Beroepskrachten en stagiaires Basisgroep en groepsgrootte Open deurenbeleid Activiteiten buiten de basisgroep Samenvoegen van basisgroepen Opvang in een andere basisgroep Afnemen van extra dag(delen) en ruildagen Flexibele opvang Pedagogisch proces Ontwikkeling stimuleren Observeren en signaleren Ouders informeren en doorverwijzen Interne informatieoverdracht Oudercontacten Ouders en medezeggenschap Achterwacht Klachten
3.Veiligheid en Gezondheid
14
Risico inventarisatie Huisregels Voeding Ziekte en medicijnen Veiligheid en hygiëne Huisvesting VOG Meldcode
4.Praktische informatie
7
17
Wennen Vervoer Vervoer naar clubs en verenigingen Zelfstandig naar huis Zelfstandig buiten spelen Opvang tijdens schoolvakanties Externe contacten
3 | Pedagogisch werkplan Cultuur BSO
SWW Kinderopvang BV
5.Kindbeeld
19
Pedagogische visie Missie
6.Pedagogische doelen
20
6.1 Bieden van emotionele veiligheid 6.1.1 Vertrouwde gezichten De basisgroep Verlaten van de basisgroep 6.1.2 Accepteren en waarderen 6.1.3 Inspelen op behoeften van kinderen Kinderparticipatie 6.1.4 Ritme en structuur Dagritme 6.1.5 Regels en afspraken 6.1.6 Veilige en overzichtelijke ruimte 6.1.7 Contact met ouders
6.2 Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van de persoonlijke competentie 6.2.1 Eigen mogelijkheden leren kennen en ontplooien Rol van de pedagogisch medewerkers Kunst en cultuur Materialen en activiteiten Aanbod tijdens vakantieweken Inrichting 6.2.2 Keuzes maken 6.2.3 Fysieke veiligheid
6.3 Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van de sociale competentie 6.3.1 Samenwerken 6.3.2 Onderdeel van een groep Meehelpen Wennen 6.3.3 Samenspel bevorderen 6.3.4 Vriendschappen 6.3.5 Conflicten oplossen Pesten
6.4 Bieden van kansen om normen en waarden eigen te maken
7.Verwijzing naar overige informatie
4 | Pedagogisch werkplan Cultuur BSO
35
SWW Kinderopvang BV
Inleiding Voor u ligt het pedagogisch werkplan van de Cultuur BSO, onderdeel van SWW Kinderopvang BV. De inhoud is in overeenstemming met het kindbeeld en de pedagogische uitgangspunten van SWW Kinderopvang BV, zoals die beschreven staan in het pedagogisch beleidsplan. Het vastleggen van een pedagogisch werkplan vinden we belangrijk om de volgende redenen: we willen een eenduidige pedagogische kwaliteit ontwikkelen en vasthouden we willen deze pedagogische kwaliteit kunnen bewaken we kunnen nagaan of we bereiken wat we willen bereiken en elkaar aanspreken op onze pedagogische afspraken het pedagogisch werkplan biedt ons steun bij ons werk met de kinderen we kunnen op deze manier aan ouders en andere buitenstaanders duidelijk maken hoe we werken. We kunnen ons profileren op ons pedagogisch beleid het pedagogisch werkplan biedt een handvat aan pedagogisch medewerkers Het pedagogisch werkplan is ontwikkeld in april 2015, bij de start van de Cultuur BSO. Onder andere zijn heel duidelijk de pedagogische opvoedingsdoelen van Mw. Riksen-Walraven terug te vinden in het werkplan. Ook is de werkwijze beschreven en u vindt in het werkplan algemene praktische informatie bijvoorbeeld over het afnemen van extra opvangdagen. In augustus 2015 is het werkplan aangepast vanwege de verruimde openingsdagen. Een pedagogisch werkplan is geen vaststaand gegeven, maar blijft zich in de loop der tijd steeds verder ontwikkelen. Bijvoorbeeld naar aanleiding van nieuwe pedagogische inzichten of ontwikkelingen in de praktijk. Het werkplan wordt ten minste een keer per jaar geëvalueerd in de werkgroep Kwaliteit en indien nodig wordt het op onderdelen aangevuld of gewijzigd. Veranderingen worden ter advies met de oudercommissie besproken en ouders worden hierover geïnformeerd. De leidinggevende kinderopvang bewaakt deze procedure. In dit werkplan wordt gesproken over wij. Daarmee wordt de organisatie in zijn algemeenheid en de pedagogisch medewerkers in het bijzonder bedoeld. In het pedagogisch werkplan wordt over kinderen gesproken. Hierbij is de mannelijke vorm aangehouden maar hier kan natuurlijk ook de vrouwelijke vorm worden gelezen. Het pedagogisch werkplan is te vinden op de website van de SWW en in te zien op de groep.
5 | Pedagogisch werkplan Cultuur BSO
SWW Kinderopvang BV
1. Cultuur BSO & ZO Doel De Cultuur BSO (buitenschoolse opvang) stelt zich ten doel opvang voor kinderen voor en na schooltijd en op schoolvrije dagen te verzorgen van alle basisscholen in Winterswijk en specifiek voor de kinderen van MFA het Pelkpark. Het accent zal bij de Cultuur BSO liggen op het aanbieden van creatieve activiteiten maar er is ook ruimte voor vrij spel en het zelf kiezen van activiteiten. De Cultuur BSO biedt opvang aan kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 12 jaar, na schooltijd. Buitenschoolse opvang betekent geen verlenging van de schooltijd; buitenschoolse opvang vindt plaats in de vrije tijd van de kinderen en biedt derhalve gelegenheid aan kinderen voor, vinden wij, een fijne invulling van die vrije tijd in een omgeving waar ze zich veilig en prettig voelen, waarbij de pedagogisch medewerkers sturend en voorwaardenscheppend aanwezig zijn.
Bso en cultuur Op een speelse, ongedwongen manier worden er verschillende vormen van cultuur en expressie aangeboden waardoor kinderen geprikkeld worden in hun creativiteit. Muziek, dans, schilderen, knutselen, verhalen/rap, alles komt aan bod. Er wordt samengewerkt met verschillende partners, zoals CBS de Bataaf, OBS De Kolibrie, muziekschool Boogie Woogie en Muziekvereniging Excelsior, om tot een mooi aanbod van culturele activiteiten te komen. Daarnaast worden ook andere culturele verenigingen en clubs betrokken bij de BSO. Kinderen krijgen bij de Cultuur BSO de mogelijkheid om hun eigen talenten te ontdekken en verder te ontwikkelen. Zij hoeven geen ervaring te hebben met cultuur maar gaan dit onder leiding van het enthousiaste team opdoen. We sluiten met de activiteiten aan bij de ontwikkeling en het kunnen van de kinderen waardoor de activiteiten voor alle kinderen interessant en uitdagend zijn. Ook kunnen kinderen zelf een keuze maken aan welke onderdelen ze meedoen en mogen ze meedenken over de invulling van het programma. Naast creatieve activiteiten is er voor de kinderen ook de mogelijkheid om vrij te spelen, te relaxen en lekker buiten te spelen op de prachtige buitenspeelplaats van het Pelkpark.
Bso en opvang als aanvulling op de ontwikkeling van kinderen Op de bso bieden we kinderen opvang: onderdak, zorg, bescherming, gezelligheid en persoonlijke aandacht voor ieder kind. Opvang die aansluit bij de ontwikkeling van de kinderen, maar waarbij de pedagogisch medewerkers ook sturend zijn: wat kan wel en wat kan niet. We hebben het dan over normen en waarden, over het vaststellen van regels.
6 | Pedagogisch werkplan Cultuur BSO
SWW Kinderopvang BV
2. Algemene informatie De Cultuur BSO vangt kinderen op van ouders die werken en/of studeren. SWW Kinderopvang BV beschikt over 6 locaties buitenschoolse opvang. Te weten: bso de Vuurtoren, bso de Boemerang, bso de Schakel, bso Kicken (sport en spel bso), bso de Bargerbengels en Cultuur BSO & ZO.
Groepsruimte De Cultuur BSO is gevestigd in MF Pelkpark. In deze locatie zijn ook twee scholen gevestigd, te weten obs de Kolibrie en cbs de Bataaf. Daarnaast maakt muziekvereniging Excelsior gebruik van het gebouw en heeft de beschikking over een eigen huiskamer. De Cultuur BSO maakt gebruik van verschillende ruimtes in MFA Pelkpark. De ‘huiskamer’ van Excelsior is de basisgroep. Verder maakt de Cultuur BSO gebruik van de groepsruimte van peuteropvang Pippeloentje, de grote gymzaal en het leerplein van basisschool de Bataaf. Ook maakt de Cultuur BSO gebruik van het schoolplein van MFA Pelkpark aan de zijde van de Bataaf.
Openingstijden De Cultuur BSO is op maandag-, dinsdag-, en donderdagmiddag geopend op werkdagen na schooltijd in de regel van 14.00 uur tot 18.00 uur. Verlengde opvang tot 19.00 uur is alleen structureel mogelijk op aanvraag. Op woensdag- en vrijdagmiddag bieden we opvang aan bij bso de Boemerang. Tijdens de vakanties is de bso bij voldoende aanmeldingen geopend van 8.00 tot 18.00 uur en op aanvraag van 7.00 tot 19.00 uur. Bij weinig aanmeldingen worden de kinderen van de Cultuur BSO tijdens de vakantie opgevangen bij bso de Boemerang. Bso de Boemerang is in de vakantie geopend van 8.00 tot 18.00 uur. En op aanvraag vanaf 07.00 en tot 19.00 uur. Kinderen die bijvoorbeeld normaal gesproken op dinsdag- en donderdagmiddag de bso bezoeken, kunnen tijdens de schoolvakanties op deze dagen de gehele dag terecht. Informatie over tarieven vindt u op de website www.swwkinderopvang.nl.
Voorschoolse opvang Tijdens schoolweken bieden we voorschoolse opvang aan bij de bso de Boemerang tussen 7.00 uur en 8.30 uur. Bij de voorschoolse opvang komen maximaal 20 kinderen tegelijkertijd. Voor de vso hanteren we dezelfde kwaliteitseisen als voor de bso. Er werken bij de vso 1 of 2 pedagogisch medewerkers afhankelijk van de groepsgrootte. Ouders brengen hun kind(eren) naar de voorschoolse opvang. Tijdens de voorschoolse opvang spelen we een spelletje of we lezen een boek voor. Kinderen kunnen hun meegebrachte boterham opeten en we drinken wat. Rond 8.15 uur worden de kinderen naar de basisschool gebracht.
Beroepskrachten en stagiaires Er werken momenteel bij de Cultuur BSO drie vaste pedagogisch medewerkers. Zij zijn allemaal gekwalificeerd. Het aantal pedagogisch medewerkers dat tegelijkertijd aanwezig is hangt af van de aantallen kinderen die komen. We baseren ons hierbij op de beleidsregel uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Gemiddeld is er één pedagogisch medewerker per 10 kinderen. Het is mogelijk dat er aan het eind van de dag, gedurende een half uur, minder pedagogisch medewerkers zijn (half-uursregeling). In de vakantieperiodes werken er het eerste half uur, het laatste uur en tussen de middag minder pedagogisch medewerkers (drieuursregeling). Soms is er een extra volwassene op de groep, dit kan een stagiaire of vrijwilliger zijn. Stagiaires en vrijwilligers zijn in principe boventallig. Bij activiteiten van stagiaires is altijd een pedagogisch medewerker aanwezig die de eindverantwoordelijkheid draagt. Ook werken we bij de Cultuur BSO met vakdocenten. Zij verzorgen een gastles bij de bso over een specifiek
7 | Pedagogisch werkplan Cultuur BSO
SWW Kinderopvang BV
onderdeel zoals bijvoorbeeld schilderen. Deze vakdocenten zijn voor een korte periode op de bso en worden boventallig ingezet.
Basisgroep en groepsgrootte Bij de groepsgrootte en de leeftijdsopbouw van de groepen baseren we ons op de beleidsregels uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Er is bij de Cultuur BSO plaats voor maximaal 20 kinderen per dag(deel) in de leeftijd van 4 t/m 12 jaar. De kinderen komen op vaste dagen en worden opgevangen door vaste pedagogisch medewerkers. De kinderen worden opgehaald van de diverse scholen lopend of met de eigen auto’s/personenbusjes afhankelijk van de locatie. Oudere kinderen vanaf 10 jaar komen, met toestemming van de ouders, zelfstandig naar de Cultuur BSO. Oudere kinderen van obs de Kolibrie en cbs de Bataaf komen na schooltijd zelfstandig naar de basisgroep van de Cultuur BSO. De jongere kinderen worden door de pedagogisch medewerker opgehaald uit de klas. De kinderen worden opgevangen in een basisgroep met een vaste groepssamenstelling. Deze basisgroep bestaat uit maximaal 20 kinderen en wordt begeleid door twee beroepskrachten. We starten op het leerplein van cbs de Bataaf. Na schooltijd komen de kinderen van de Cultuur BSO daar allemaal samen om wat te drinken en fruit te eten. Totdat alle kinderen zijn gearriveerd is er op het leerplein of in de groepsruimte van peuteropvang Pippeloentje gelegenheid om rustig vrij te spelen of om even lekker buiten te spelen. Na het drinkmoment start de cultuuractiviteit. We maken daarbij gebruik van verschillende ruimtes afhankelijk van de activiteit. De ruimtes die we gebruiken zijn de gymzaal, de huiskamer van Excelsior, het leerplein van de Bataaf zowel boven als beneden en de groepsruimte van Pippeloentje. Door de pedagogisch medewerkers worden activiteiten aangeboden aan de kinderen gericht op leeftijd en ontwikkelingsniveau van het kind, regelmatig ondersteund door een vakdocent. De kinderen die niet mee willen doen met de culturele activiteit kunnen spelen en ontspannen in de groepsruimte van Pippeloentje, de gymzaal of buiten spelen. Aan het eind van de middag, na het afsluiten van de cultuuractiviteit, gaan alle kinderen weer naar het leerplein van cbs de Bataaf om daar nog wat te drinken, een koekje te eten en na te praten over de middag. Tussen 17.00 uur en 18.00 uur worden de kinderen opgehaald door de ouders op het leerplein van cbs de Bataaf of mogen de kinderen zelfstandig naar huis. Bij een lange dag, bijvoorbeeld in vakanties, wordt er tussen de middag brood gegeten op het leerplein. Als de kinderen uit school komen en de rest van de dag op de bso doorbrengen, is er gelegenheid voor activiteiten, maar ook voor het opzoeken van de rust en de stilte. Kinderen kunnen binnen en buiten bezig zijn, vrij spelen of aan de gerichte cultuuractiviteit meedoen. We proberen kinderen wel te stimuleren om mee te doen aan de activiteit. Gedurende de (mid)dag op de bso worden heel bewust rustige momenten ingebouwd, zoals bijvoorbeeld het samen ranja drinken. Op deze momenten kunnen kinderen tot rust komen en kunnen er afspraken gemaakt worden betreffende de verdere invulling van de vrije tijd: “welke activiteiten ga je doen en met wie?’ De oudere kinderen hebben duidelijk behoefte aan een aparte plek en mogelijkheden om hun eigen gang te kunnen gaan. Er kan een hoek worden gecreëerd in de groepsruimte van Pippeloentje of in de gymzaal. De jongere kinderen hebben meer behoefte aan veiligheid, geborgenheid en vertrouwdheid. Zij vragen ook meer ruimte, ze hebben behoefte om zich op allerlei manieren uit te leven. Er is ruimte nodig om te bewegen. In dit opzicht is de buitenruimte een verlengstuk van de groepsruimte binnen en gebruiken we de gymzaal. Om een optimale opvang te creëren voor kinderen is het noodzakelijk om te kunnen inspelen op de veranderende behoeften en interesses, dit is een voortdurend proces binnen een bso. Om in te
8 | Pedagogisch werkplan Cultuur BSO
SWW Kinderopvang BV
kunnen spelen op de veranderende behoeften binnen een groep door wisselende trends, door wijzigingen in de groepssamenstelling (andere leeftijden, andere verhoudingen jongens/meisjes) is het voor de Cultuur BSO belangrijk om de activiteiten aan te passen. Dit doen we door met het programma voortdurend rekening te houden met de groepssamenstelling en ook de kinderen actief mee te laten denken over de invulling van het programma. Tijdens de drinkmomenten bespreken we, naast praktische zaken zoals de huisregels, het culturele programma. We vragen kinderen of ze ideeën hebben voor een activiteit of een thema, waar hun interesses liggen, wat ze leuk vinden om te doen, wat ze nog zouden willen ontdekken etc. In het programma wordt gestreefd naar een evenwicht tussen accenten ten aanzien van het individuele kind, kleine groepjes kinderen en de gehele groep.
Open deuren beleid Naarmate kinderen ouder worden hebben zij behoefte aan een grotere leefomgeving. Naast de opvang in de basisgroep is er voor kinderen de mogelijkheid om op onderzoek te gaan in de hierboven beschreven ruimtes. Er worden afspraken gemaakt met de kinderen waar ze wel en niet mogen spelen. Deze afspraken zijn vastgelegd in de huisregels. De ruimtes zijn naast elkaar gelegen en transparant.
Activiteiten buiten de basisgroep We verlaten soms de basisgroep voor een uitstapje buiten de locatie. Dit gebeurt met name tijdens de vakanties. We starten en eindigen de dag altijd in de basisgroep. We bespreken met de kinderen voor we vertrekken wat we gaan doen en maken afspraken over bijvoorbeeld de veiligheid tijdens het uitstapje.
Samenvoegen van basisgroepen Bij een lagere bezetting van groepen, bijvoorbeeld in vakantieperiodes, door afname van het aantal kinderen, of om pedagogische redenen kunnen basisgroepen op dezelfde locatie worden samengevoegd. Omdat de Cultuur BSO maar uit één basisgroep bestaat is het samenvoegen van groepen bij de Cultuur BSO niet aan de orde.
Opvang in een andere basisgroep De Cultuur BSO is een thema bso. Op dit moment is de Cultuur BSO geopend op maandag-, dinsdag- en donderdagmiddag. Kinderen die op andere dagen gebruik willen maken van de bso worden op de andere dagen van de week structureel opgevangen bij een andere bso, bij voorkeur bso de Boemerang, de hoofdlocatie van SWW Kinderopvang. Op rustige dagen, zoals de maandag-, woensdag- en vrijdagmiddag en tijdens vakantieweken waarin het relatief rustig is, worden de kinderen van de Vuurtoren, de Schakel, Kicken, de Bargerbengels en de Cultuur BSO, of een aantal daarvan, samengevoegd en opgevangen bij bso de Boemerang. Dit wordt ruim op tijd met ouders gecommuniceerd. Ouders ondertekenen hiervoor een tweede plaatsingscontract. Met vooraf gegeven schriftelijke toestemming van de ouder kan een kind gedurende een overeengekomen periode worden opgevangen in een andere basisgroep dan de eigen basisgroep op een andere locatie. Bijvoorbeeld omdat er een verzoek is van ouders om een kind in twee basisgroepen te plaatsen, omdat er geen plek is op verschillende dagen in dezelfde groep. Omdat een kind daarvoor op twee locaties wordt opgevangen worden er met ouders twee plaatsingscontracten afgesloten. Ouders schrijven hun kind via het formulier vakantieopvang apart in voor de opvang tijdens de schoolvakanties. Op basis van het aantal aangemelde kinderen wordt bekeken welke locaties
9 | Pedagogisch werkplan Cultuur BSO
SWW Kinderopvang BV
daadwerkelijk open gaan. Ouders krijgen een bevestiging van inschrijving voor de afgesproken dagen. Voordat de vakantie begint informeren wij de kinderen en ouders via een brief op welke locatie hun kind(eren) geplaatst is in de vakantie.
Afnemen van extra dagdelen en ruildagen Ouders kunnen, in overleg, incidenteel een extra dag(deel) afnemen welke buiten de vaste contracturen valt of een verzoek doen om te ruilen van de dag waarop het kind normaal komt met een andere dag waarop het niet is geplaatst. De pedagogisch medewerker-kind-ratio en groepssamenstelling is hierin leidend. Incidenteel ruilen van dagen kan plaatsvinden binnen een kalenderjaar. Afname van incidenteel extra dagdelen geldt tegen vergoeding van het geldende tarief. Het verzoek kan worden gedaan bij de pedagogisch medewerker. Er wordt door haar gekeken of er ruimte is voor het kind op een andere dag. Dit hangt af van de groepsbezetting en eventuele bijzonderheden op de groep. Als er geen plek is op de vaste basisgroep kan de opvang van extra dagdelen en ruildagen ook plaatsvinden op een andere groep dan de basisgroep. Hiervoor geeft de ouder schriftelijk toestemming door het invullen en ondertekenen van het formulier aanvraag extra opvang of formulier aanvraag ruildag. Dit betreft een van te voren vastgestelde periode. Wanneer er structureel wordt geruild van dag of extra opvang wordt afgenomen op de eigen basisgroep wordt dit in de plaatsingsovereenkomst aangepast en door ouders ondertekend. De maandfactuur zal dan ook veranderen. Indien in de eigen basisgroep geen ruimte is, kan het kind tijdelijk in een andere basisgroep geplaatst kan worden totdat er ruimte is op de eigen basisgroep. Dit wordt met de ouders van het betreffende kind besproken en de ouder geeft hiervoor schriftelijk toestemming.
Flexibele opvang Bij de Cultuur BSO kunnen we een beperkt aantal kinderen met een overeenkomst voor flexibele opvang plaatsen. Met een flexibele overeenkomst neemt u op wisselende dagdelen in de maand opvang af. Deze opvang is bedoeld voor ouders die maandelijks van rooster veranderen. U sluit een overeenkomst af met een minimum van gemiddeld één dagdeel per week. Twee weken voor het begin van elke maand geeft u aan de bso door de dagen van de gewenste opvang aan de hand van uw rooster en vervolgens plannen wij op de bso uw kind in. De opvang zal zoveel mogelijk in dezelfde basisgroep plaatsvinden, maar we kunnen dit niet garanderen. Bij te laat doorgeven van de dagen vervalt het automatisch recht. Beoordeling vindt dan plaats op basis van beschikbare ruimte/personeel.
Pedagogisch proces We vinden het belangrijk om structureel aandacht te besteden, met onze pedagogisch medewerkers, aan onze doelen, werkwijze, nieuwe ontwikkelingen en uitvoering daarvan in de praktijk. Dit noemen wij het pedagogisch proces. Dit doen wij onder andere door het pedagogisch proces vast onderdeel te maken van het clusteroverleg en tijdens de tweejaarlijkse themabijeenkomsten voor medewerkers het pedagogisch proces structureel op de agenda te zetten.
Ontwikkeling stimuleren Het zijn onze pedagogische medewerkers die elke dag weer het verschil maken. Daarom besteden we veel aandacht aan het trainen en begeleiden van onze medewerkers. Zo hebben we een speciale training video interactiebegeleiding, VIB, ontwikkeld. Hoe werkt dit? Het pedagogisch handelen van de medewerker in contact met de kinderen wordt op film vastgelegd. Met een gecertificeerde interactiebegeleider, in dit geval de leidinggevende, worden de filmopnames geanalyseerd en besproken. Pedagogisch medewerkers leren zo goed te kijken naar kinderen, initiatieven van het kind herkennen, waardoor elk kind wordt gestimuleerd in zijn of haar ontwikkeling. Bovendien
10 | Pedagogisch werkplan Cultuur BSO
SWW Kinderopvang BV
leren zij handelingen in simpele bewoordingen uit te leggen, waardoor kinderen zich veiliger voelen en hun omgeving als prettig ervaren. Elk kind, groot of klein, wil zich immers gehoord en gezien voelen.
Observeren en signaleren De pedagogisch medewerkers observeren dagelijks de kinderen en de groep. Dit is een bron van plezier, inzicht en verwondering. Ze houden iedere dag zorgvuldig in de gaten hoe het met de kinderen gaat. Als het nodig is, passen ze daar hun manier van omgang met een kind of een groep kinderen op aan. Bij vermoeden van mishandeling of misbruik geldt een ander plan van aanpak. Dan maken we gebruik van de Meldcode en het stappenplan in de Meldcode. Tijdens het clusteroverleg is ‘kindbespreking’ een vast onderdeel op de agenda. Als pedagogisch medewerkers zich zorgen maken over een kind bespreken zij dit in eerste instantie met de collega’s in het team. Er wordt afgestemd of de zorg gedeeld wordt. Vervolgens worden de te nemen stappen besproken en vastgelegd: - De zorg wordt direct besproken met ouders - De zorg wordt besproken tijdens het clusteroverleg waarbij het gehele team aanwezig is. Bespreken van kinderen is daarin een vast onderdeel op de agenda. De leidinggevende zit dit overleg voor en bepaalt samen met het team wat de vervolgstappen zullen worden. Er worden afspraken gemaakt hoe te handelen en deze worden vastgelegd. - Het stappenplan van de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling wordt geraadpleegd en treedt in werking. - De pedagogisch medewerker neemt direct contact op met de leidinggevende of de coördinator voorschoolse projecten omdat er snel gehandeld moet worden of omdat de pedagogisch medewerker twijfelt over wat te doen. Mogelijk worden meerdere van de vier bovengenoemde stappen tegelijk genomen. In alle gevallen wordt de leidinggevende ingeschakeld. Zij begeleidt de pedagogisch medewerkers bij de te nemen stappen en speelt hier zo nodig een rol in. De leidinggevende ondersteunt de medewerkers in die gevallen waar specifieke begeleiding nodig is, zoals bij de pedagogische aanpak van kinderen met ontwikkelingsproblemen. De leidinggevende adviseert en/of ondersteunt medewerkers bij gesprekken met ouders.
Ouders informeren en doorverwijzen De pedagogisch medewerker bespreekt met de ouders de opvallende punten in de ontwikkeling van het kind. We vinden het belangrijk dat we een zo compleet mogelijk beeld krijgen van de ontwikkeling (taal, spel, motoriek en sociaal-emotioneel) van een kind. De inbreng van ouders/verzorgers is voor ons essentieel en deze wordt gewaarborgd. Er vindt geen informatieoverdracht over het kind plaats zonder medeweten en toestemming van ouders (tenzij de ernst van de situatie dusdanig is dat de veiligheid van het kind in gevaar komt). Als er zorgen zijn over de ontwikkeling van het kind wordt dit besproken met de ouders en adviseren de pedagogisch medewerkers over de te nemen stappen. De leidinggevende kan hierbij ondersteuning bieden. Als er zorgen zijn over de ontwikkeling of andere problemen die vragen om een doorverwijzing naar een passende instantie wordt de leidinggevende ingeschakeld en de coördinator VVE. Zij kunnen adviseren naar welke instantie het beste kan worden doorverwezen en zij kunnen het eerste contact leggen met deze instanties. Ook begeleiden zij de pedagogisch medewerkers bij het traject.
11 | Pedagogisch werkplan Cultuur BSO
SWW Kinderopvang BV
Ook bij een vermoeden van mishandeling of huiselijk geweld wordt het gesprek met ouders aangegaan door de pedagogisch medewerker meestal samen met de leidinggevende, zie stappenplan Meldcode.
Interne informatieoverdracht Voor een aantal kinderen is er altijd een interne ‘warme overdracht’: 1. Kinderen die in het VVE-traject begeleid zijn; 2. Kinderen die in de kindbespreking/clusteroverleg besproken zijn en waarover de pedagogisch medewerkers en/of ouders zich zorgen maken of waar bijzonderheden in de ontwikkeling zijn gesignaleerd. De informatie over de ontwikkeling van deze kinderen wordt middels een ‘warme overdracht` door de VVE-begeleidsters en/of mentor aan de mentor van de andere kinderopvangvoorziening van de SWW doorgegeven. Dit gebeurt bij voorkeur in aanwezigheid van ouders/verzorgers. Onder mentor verstaan wij de pedagogisch medewerker die de kinderen die onder haar mentorschap vallen extra goed in de gaten houdt. Sommige kinderen hebben twee mentoren. Er is rekening mee gehouden dat de mentoren op een andere dag met elkaar kunnen overleggen en overdragen hoe het met het kind gaat mocht dit nodig zijn.
Oudercontacten Ouders en bso delen de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van het kind. Om een kind goed op te kunnen vangen moeten wij op de hoogte zijn van de thuissituatie van het kind. Uiteraard voor zover dit van betekenis is voor de opvang. Andersom moet de ouder ook weten hoe de dag op de bso is verlopen, hoe het kind zich daar gedraagt, voelt etc. Regelmatige uitwisseling tussen ouders en groepsleiding vinden wij belangrijk. We nemen de tijd voor een kennismakingsgesprek: dit gesprek is een kennismaking waarin de basis wordt gelegd voor verdere samenwerking. Na een paar maanden hebben we met ouders het zogenaamde eerste evaluatie gesprek. Tijdens dit gesprek kijken we met ouders terug op de wenperiode van het kind en bespreken we hoe het tot dan toe gaat. Contacten met ouders zijn er natuurlijk ook tijdens het brengen en halen van de kinderen. Als ouders of pedagogisch medewerkers behoefte hebben aan een uitgebreider gesprek over hun kind, kan daartoe een afspraak worden gemaakt. Gegevens over de kinderen worden op papier vastgelegd en dienen als uitgangspunt voor de gesprekken met de ouders. Op verzoek van het team kan een kind ingebracht worden tijdens de kindbespreking, die voorgezeten wordt door de leidinggevende bso. Het kan daarvoor wenselijk zijn dat de leidinggevende bij zorgen rondom gedrag en ontwikkeling het kind in de groep observeert.
Ouders en medezeggenschap De kinderopvang en buitenschoolse opvang van SWW kinderopvang heeft een centrale oudercommissie die de belangen van de ouders en de kinderen behartigt. Van elke locatie heeft minimaal 1 ouder zitting in deze centrale oudercommissie. De oudercommissie vergadert 1 keer in de twee maanden. De onderwerpen die besproken worden zijn o.a. voeding, openingstijden, prijs, pedagogisch beleid, veiligheid en kwaliteit. Bij wijzigingen of nieuw beleid wordt de oudercommissie om advies gevraagd. Ook kan de oudercommissie een ongevraagd advies uitbrengen aan SWW Kinderopvang. De notulen van de vergaderingen zijn te vinden op de website van SWW. We hebben er in overleg met de oudercommissie voor gekozen om geen aparte oudercommissie per locatie in te stellen omdat de locaties daarvoor te klein zijn. Informatie over de oudercommissie en de samenstelling van de oudercommissie is te vinden op de website van SWW Kinderopvang. Heeft u interesse om lid te worden van de oudercommissie neem dan gerust contact op met de leidinggevende van de locatie of met een van de leden van de oudercommissie.
12 | Pedagogisch werkplan Cultuur BSO
SWW Kinderopvang BV
Achterwacht In situaties dat er heel weinig kinderen aanwezig zijn en één pedagogisch medewerker voldoet, is er altijd een tweede volwassene in het gebouw aanwezig/beschikbaar of een direct oproepbare achterwacht bereikbaar. Omdat de Cultuur BSO is gevestigd in het MFA Pelkpark is er in principe altijd tot het eind van de middag een leerkracht of de directeur aanwezig. In geval er slechts 1 pedagogisch medewerker aanwezig is en er ontstaat een calamiteit (plotseling ziek/onwel worden) kan de pedagogisch medewerker een beroep doen op de directeur van cbs de Bataaf. De directeur is op de hoogte van deze afspraak. Als er een calamiteit ontstaat en er is geen tweede volwassene in het gebouw aanwezig dan kan de pedagogisch medewerker contact opnemen met de leidinggevende bso en/of roostermaker. Zij kunnen binnen 15 minuten op de locatie zijn en zorgen er voor dat er snel ondersteuning op de groep geregeld wordt. De telefoonnummers zijn schriftelijk vastgelegd en te vinden in de agenda van de groep en op het intranet van de website van SWW. Op de bso hangt een instructie voor kinderen hoe te handelen in geval van een calamiteit mocht de pedagogisch medewerker daartoe niet in staat zijn. Deze instructie wordt regelmatig besproken met de kinderen.
Klachten Bij klachten kunnen ouders zich melden bij een van de pedagogisch medewerkers van de groep. Wanneer de pedagogisch medewerker geen oplossing weet, wordt contact opgenomen met de leidinggevende van het team. Mochten ouders desondanks niet tevreden zijn over hoe er met de klacht is omgegaan of geen bevredigend antwoord hebben gekregen, dan kan de klacht worden neergelegd bij de directie van SWW Kinderopvang, de oudercommissie of bij de externe klachtencommissie. Meer informatie hierover kunt u krijgen bij de leidinggevende kinderopvang en is te vinden op de website, www.swwkinderopvang.nl. Daar vindt u ook het klachtenprotocol van SWW Kinderopvang. Indien de situatie naar uw mening daartoe aanleiding geeft, kunnen ouders ook direct hun klacht indienen bij de klachtencommissie. Het verdient echter de voorkeur de klacht eerst intern kenbaar te maken en de organisatie de gelegenheid te geven deze op te lossen.
13 | Pedagogisch werkplan Cultuur BSO
SWW Kinderopvang BV
3. Veiligheid en Gezondheid SWW Kinderopvang BV beschikt over een groot aantal werkinstructies op het gebied van gezondheid, veiligheid en verzorging van kinderen. Deze zijn vastgelegd in de verschillende protocollen. De werkinstructies hebben onder andere betrekking op voeding, voedselhygiëne, hygiëne en gezondheid, omgaan met zieke kinderen, het toedienen van medicijnen, veiligheid van de accommodatie en materialen, calamiteiten, opzet en oefening van het brandactieplan en ontruimingsplan. Deze werkinstructies en protocollen zijn verzameld in de map ‘ Veiligheid en Gezondheid’ die op alle groepen aanwezig is. Tijdens themabijeenkomsten en clusteroverleg wordt aandacht besteed aan deze werkinstructies.
Risico-inventarisatie Jaarlijks voert elke locatie een risico-inventarisatie op gebied van veiligheid en gezondheid uit. Per groep worden er vervolgens actieplannen gemaakt en huisregels opgesteld. Waar nodig leidt dit tot actie. Per locatie wordt hiervan een verslag gemaakt. De ouders worden via de digitale nieuwsbrief geïnformeerd over de acties die naar voren komen uit de risico-inventarisaties. Ook wordt de risico-inventarisatie en evaluatie besproken met de oudercommissie. Gemiddeld een keer per jaar voert de GGD namens de Gemeente Winterswijk een inspectie uit om te controleren of we voldoen aan de eisen die de Wet Kinderopvang stelt aan kinderopvangorganisaties. Zij bezoeken daarvoor alle locaties van SWW Kinderopvang BV.
Huisregels Er zijn huisregels opgesteld voor de Cultuur BSO. Deze regels zijn bekend bij de pedagogisch medewerkers en worden nageleefd. Ook worden de kinderen geïnformeerd over de huisregels door de pedagogisch medewerkers. Er is iedere maand een ‘regel van de maand’ die extra onder de aandacht wordt gebracht bij de kinderen.
Voeding Gevarieerde voeding en bewegen zijn belangrijk voor de ontwikkeling en het welzijn van kinderen. Kinderen zijn in de groei. Gezonde voeding en voldoende beweging draagt bij aan het voorkomen van (chronische) ziekten en overgewicht. Sporten en bewegen, liefst buiten, neemt dan ook een belangrijke plaats in bij ons. Wij hebben een voedingsbeleid opgesteld waarbij we de richtlijnen volgen van het Voedingscentrum en de Hygiënecode voor kindercentra om te zorgen dat de kinderen gezonde en gevarieerde voeding krijgen. We vinden het belangrijk dat kinderen gezonde voeding krijgen aangeboden. We stimuleren de kinderen om minimaal 1 boterham te eten. Bij de boterham (lange middag of vakantie(dag)) die ze van de bso krijgen wordt melk of water gedronken. Als de kinderen uit school komen hebben zij vaak ook trek. Zodra alle kinderen op de bso zijn wordt er ranja gedronken en krijgen de kinderen fruit. Later op de middag wordt er een biscuitje, ontbijtkoek of een rijstwafel aangeboden. In vakanties en op lange middagen krijgen de kinderen wel eens ‘iets lekkers’ bij de broodmaaltijd, bij voorkeur gezond. Kinderen mogen geen meegebracht snoep van thuis of school op de bso opeten. Als een kind jarig is dan mag het trakteren met iets lekkers van de bso. Als een kind vanwege zijn gezondheid (of allergieën) andere voeding moet krijgen dan op de bso beschikbaar is, wordt er in overleg met de ouders naar een oplossing gezocht. We hanteren richtlijnen voor het bewaren en bereiden van voeding en letten erop dat de kinderen en pedagogisch medewerkers voor het eten hun handen wassen.
14 | Pedagogisch werkplan Cultuur BSO
SWW Kinderopvang BV
Ziekte en medicijnen Wij zijn van mening dat een ziek kind in principe thuis moet zijn. We zullen dan ook in alle gevallen waarin kinderen ziek worden op de bso contact opnemen met de ouders. We hebben echter wel begrip voor situaties waarin het misschien niet altijd mogelijk is om een ziek kind meteen op te komen halen. Moet een ziek kind onverhoopt toch op de bso blijven dan is er de gelegenheid voor het kind om bijvoorbeeld rustig op een bank te gaan liggen. Mocht er een ongeval gebeuren met een van de kinderen dan wordt, in overleg met de ouders (als zij te bereiken zijn), de huisarts van het kind geraadpleegd. Indien nodig gaan we samen met het kind naar de EHBO van het SKB-ziekenhuis. In het ziekteprotocol staat uitvoerig beschreven hoe te handelen in geval van ziekte. Soms is er een verzoek van ouders om een kind medicijnen toe te dienen tijdens de opvang. in het protocol geneesmiddelenverstrekking en medisch handelen staat beschreven wat hierover de afspraken zijn. Ouders moeten in alle gevallen eerst een akkoordverklaring gebruik geneesmiddelen zelfzorgmiddelen invullen en ondertekenen alvorens wij medicijnen kunnen toedienen.
Veiligheid en hygiëne Met de kinderen zijn duidelijke afspraken gemaakt welke ruimten van de school gebruikt mogen worden. In de overige ruimten mogen de kinderen niet komen. Er wordt met de kinderen besproken in welke ruimte zijn gaan spelen. Als de kinderen naar 1 van de andere ruimten willen waar ze mogen komen, zoals de gymzaal, moet dit worden overlegd met de pedagogisch medewerkers. De toiletten zijn niet bedoeld om in te spelen, in deze ruimte mag dan ook niet gespeeld worden. Ten aanzien van het schoonhouden van ruimten, kleding en speelgoed zijn afspraken gemaakt. De groepsruimten worden tweemaal per week schoongemaakt, de vloeren worden iedere dag geveegd en na een maaltijd, het keukenblok en het sanitair elke dag. Het speelgoed en de verkleedkleren worden periodiek schoongemaakt. Er worden twee schoonmaakroosters gehanteerd, een voor de dag en een voor de week/maand. De kinderen worden zoveel mogelijk gestimuleerd om zorg te dragen voor hun omgeving. We leren ze om zorgvuldig met de spulletjes om te gaan. Dit betekent dat we er gezamenlijk voor zorgen dat de ruimten en de spullen schoon en heel blijven. De kinderen worden, afhankelijk van hun leeftijd, zoveel mogelijk zelfstandig gelaten in het zorgdragen voor hun persoonlijke hygiëne. We vinden het belangrijk dat de kinderen schoon en verzorgd naar de bso komen en zorg (leren) dragen voor hun persoonlijke hygiëne. Zo letten we erop dat kinderen hun handen wassen na het toiletbezoek en voor het eten.
Huisvesting We maken bij de Cultuur BSO gebruik van passend ingerichte ruimtes voor spelen, rusten en het doen van culturele activiteiten die in overeenstemming zijn met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. We zorgen daarbij dat de ruimtes veilig en schoon zijn. Er is een ruime, aangrenzende, toegankelijke en veilige op de leeftijd afgestemde buitenspeelruimte beschikbaar.
VOG Alle beroepskrachten, vrijwilligers en medewerkers in opleiding/stagiaires die bij SWW werkzaam zijn, beschikken over een geldige verklaring omtrent gedrag. Vanaf 1 maart 2013 is er sprake van continue screening, hetgeen betekent dat er door de overheid doorlopend gescreend wordt op mogelijke strafbare feiten.
15 | Pedagogisch werkplan Cultuur BSO
SWW Kinderopvang BV
Meldcode
Bij SWW is de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling van kracht. Als er een vermoeden is van kindermishandeling of huiselijk geweld treedt de Meldcode in werking. De Meldcode geeft via een stappenplan aan hoe te handelen wanneer er signalen zijn die kunnen duiden op huiselijk geweld of kindermishandeling. Daarnaast bevat deze meldcode een stappenplan hoe te handelen bij signalen van een mogelijk geweld- of zedendelict door een collega en een stappenplan hoe te handelen wanneer er sprake is van seksueel grensoverschrijdend gedrag tussen kinderen onderling. De procedure en het stappenplan zijn bekend bij de medewerkers van de buitenschoolse opvang. Alle handelingen met betrekking tot de bovengenoemde stappenplannen moeten door de betrokken pedagogisch medewerker schriftelijk worden vastgelegd zodat te allen tijde inzichtelijk is welke stappen er zijn ondernomen in het traject. Wanneer een gespreksverslag is gemaakt, dienen ouders dit te tekenen voor gezien. Ouders hebben recht op inzage in het dossier van hun kind. De pedagogisch medewerkers hebben trainingen gevolgd op het gebied van observeren en communiceren zodat zij op een verantwoorde manier de zorgbehoefte van kinderen in kaart kunnen brengen en hierover in gesprek gaan met ouders. Bij SWW Kinderopvang is een aandachtsfunctionaris voor de Meldcode aangesteld die de procedure bewaakt en altijd geraadpleegd kan worden door de pedagogisch medewerkers. Daarnaast wordt de leidinggevende ingeschakeld. Zij ondersteunt en begeleidt de pedagogisch medewerkers bij de te nemen stappen. De Meldcode is vast onderdeel van het clusteroverleg. De Meldcode is te vinden op de website en in te zien op de groep.
16 | Pedagogisch werkplan Cultuur BSO
SWW Kinderopvang BV
4. Praktische informatie Wennen We besteden extra aandacht aan nieuwe kinderen en hun ouders. We vinden het belangrijk dat ze zich snel thuis voelen. Voordat een kind start op de bso vindt er een kennismakingsgesprek met de ouders en eventueel het kind plaats op de groep. Pedagogisch medewerkers bereiden dit gesprek voor. Ouders (en kind) worden tijdens dit gesprek geïnformeerd over de gebruiken en gewoontes van de groep. Ook wordt er verteld wat de ouders en het kind van ons kunnen verwachten en wat wij van de ouders en het kind verwachten. Na dit gesprek begint een kind met wennen op de groep. Een kind komt in ieder geval twee keer ‘wennen’ op de bso voordat het officieel start. Het is belangrijk dat het kind eerst een keer, samen met de ouder(s), komt kijken. Vervolgens is het goed om, zeker bij jonge kinderen, het kind de eerste keer wat eerder op te halen. Het kind krijgt de ruimte om te wennen. De wenprocedure staat beschreven in het document Wenbeleid. Als de wenperiode goed is verlopen start het kind vervolgens op zijn vaste dagen. Als een kind binnen een locatie overgaat naar een andere basisgroep houden we dezelfde procedure omdat we het belangrijk vinden om ouders en kinderen goed te begeleiden bij de overgang naar de nieuwe basisgroep. Wanneer de opvang op een ander locatie plaatsvindt door het samenvoegen van groepen is er voor ouders en kinderen altijd de mogelijkheid om van te voren een kijkje te komen nemen op de groep. Wij letten er extra op dat het kind zich op zo’n dag prettig voelt. Als het nodig is krijgt het kind extra aandacht. We doen een spelletje met het kind en betrekken andere kinderen erbij. Als kinderen komen wennen op de Cultuur BSO houden we de pkr (pedagogisch medewerker kind ratio) in acht. Er kunnen maximaal vier kinderen tegelijk wennen op een groep.
Vervoer De kinderen worden lopend of met de auto/personenbusje opgehaald vanuit school of komen zelfstandig naar de opvang. Hier zijn met de kinderen en scholen duidelijke afspraken over (wachtplekken en ophaalroosters) en dit gaat onder begeleiding van pedagogisch medewerkers en/of vrijwilligers. Vrijwilligers hebben een vrijwilligerscontract bij SWW afgesloten en zijn in het bezit van een VOG. De oudere kinderen van de Kolibrie en de Bataaf komen zelf naar de bso. Deze scholen zijn gevestigd in MFA Pelkpark. Voor kinderen van andere scholen die zelfstandig naar de bso mogen komen is door de ouders een akkoordverklaring zelfstandig lopen of fietsen ingevuld en ondertekend. In de vakantie worden kinderen zelf door de ouders naar de opvang gebracht of komen zelfstandig. Ouders moeten hun kind tijdig afmelden als het niet naar de opvang komt. Bij ongemelde afwezigheid nemen de pedagogisch medewerkers contact op met de ouders.
Vervoer naar clubs en verenigingen Bij de buitenschoolse opvang bieden we de mogelijkheid om kinderen naar een sportclub of vereniging te brengen tijdens of aan het einde van de bso-dag. Dit kan alleen als het structureel is. Ouders vullen hiervoor een aanmeldformulier in en ondertekenen dit. Het vervoer wordt verzorgd door pedagogisch medewerkers en of vrijwilligers. Met de club of vereniging zijn duidelijke afspraken gemaakt over waar en bij wie de kinderen worden gebracht. Er blijven altijd voldoende pedagogisch medewerkers achter op de basisgroep (pkr).
Zelfstandig naar huis Als kinderen ouder worden hebben ze meer behoefte aan zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid. Oudere kinderen mogen met toestemming van ouders zelfstandig naar huis aan het einde van de dag. We maken hier met ouders en de kinderen goede afspraken over en
17 | Pedagogisch werkplan Cultuur BSO
SWW Kinderopvang BV
ouders geven hier schriftelijk toestemming voor door het ondertekenen van een akkoordverklaring zelfstandig fietsen of lopen.
Zelfstandig buiten spelen Ouder kinderen vinden het fijn om ‘zonder toezicht’ buiten te spelen. Zij hebben duidelijk behoefte aan een aparte plek en mogelijkheden om hun eigen gang te kunnen gaan. Wij bespreken dit met ouders en bieden kinderen daarvoor deze mogelijkheid. Ouders geven middels een akkoordverklaring zelfstandig buitenspelen toestemming dat hun kind onder voorwaarden en goede afspraken buiten mag spelen zonder toezicht. Deze afspraken staan beschreven in de huisregels.
Opvang tijdens schoolvakanties Tijdens de vakanties is de bso bij voldoende aanmeldingen geopend van 8.00 tot 18.00 uur. En op aanvraag vanaf 07.00 en tot 19.00 uur. Over het algemeen is de Cultuur BSO in de schoolvakanties niet geopend maar worden de kinderen opgevangen bij bso de Boemerang. Bso de Boemerang is geopend van 8.00 tot 18.00 uur. En op aanvraag vanaf 07.00 en tot 19.00 uur. Op een vakantiedag worden kinderen tussen 8.00 uur en 9.00 uur gebracht en tussen 17.00 uur en 18.00 uur weer opgehaald. Er wordt een activiteitenprogramma bedacht, ook eventueel in samenwerking met de andere bso’s. Tijdens de vakantieweek kunnen ouders het programma lezen dat bij de entree wordt aangegeven. We streven naar voldoende afwisseling tussen activiteit en rust. Ook maken we in de vakanties geregeld uitstapjes, bijvoorbeeld naar een museum, de kinderboerderij of naar het bos. In de vakantieweken waarin het relatief rustig is op de bso wordt er samengegaan met bso de Vuurtoren, bso de Schakel, bso de Bargerbengels, de Cultuur BSO en bso Kicken. Weliswaar afhankelijk van de groepssamenstelling en de leeftijden. Dit wordt altijd duidelijk naar ouders toe gecommuniceerd. De opvang vindt dan plaats bij bso de Boemerang, de hoofdlocatie van SWW Kinderopvang.
Externe contacten De Cultuur BSO werkt samen met culturele instellingen en verenigingen. Zij dragen bij aan het programma voor de Cultuur BSO, altijd onder begeleiding en toezicht van een vaste pedagogisch medewerker.
18 | Pedagogisch werkplan Cultuur BSO
SWW Kinderopvang BV
5. Kindbeeld; algemeen pedagogische visie Pedagogische visie Ieder kind is uniek, heeft eigen wensen en mogelijkheden. Elk kind heeft recht op respect voor dit eigene. De manier waarop een kind zich ontplooit en het tempo waarop dit gebeurt, zijn mede afhankelijk van de mensen en de wereld om hem heen. Om zich te kunnen ontwikkelen, heeft een kind zowel veiligheid als uitdaging nodig. Een kind heeft behoefte aan veiligheid, geborgenheid, het weten waar het aan toe is. Deze veiligheid zoekt het bij mensen om hem heen: opvoeders, broertjes en zusjes, vriendjes. Het kind wil zich door deze personen geaccepteerd voelen. Ook de directe omgeving (zijn bed, slaapkamer, huis, groepsruimte, kindercentrum) is van belang voor het gevoel van veiligheid. Een kind kan zich pas ontplooien als het zich veilig en geborgen voelt. Een kind heeft ook een enorme drang om zijn omgeving te onderzoeken, te ervaren en te ontdekken. Soms doet hij dit alleen, maar veel vaker samen met anderen: opvoeders, broertjes en zusjes, vriendjes. Kinderen zijn van nature competente wezens, ontdekkingsreizigers, die ook zelf hun leerproces vormgeven. Hiertoe hebben ze ruimte nodig. Kinderen willen invloed uitoefenen op hun omgeving, dingen voor elkaar krijgen. Als dit lukt, ontwikkelen ze zelfvertrouwen en een positief zelfbeeld.
Missie Onder missie verstaan wij de opdracht die wij onszelf geven, wat willen we zijn en waar staan we voor. De missie die SWW Kinderopvang BV wil uitdragen is: wij zorgen voor kwalitatief goede opvang, bieden continuïteit en zijn flexibel in ons aanbod. Wij zien onszelf als partners in de opvoeding! Toelichting: bij SWW Kinderopvang werken gediplomeerde pedagogisch medewerkers die de kwaliteit van hun pedagogisch handelen blijvend onder de aandacht houden. In kindvriendelijke accommodaties werken vaste teams aan de vier pedagogische opvoedingsdoelen: emotionele veiligheid, het ontwikkelen van persoonlijke competenties, het eigen maken van waarden en normen en het ontwikkelen van sociale competenties. Met ons veelzijdige aanbod komen wij tegemoet aan de wensen van ouders/verzorgers.
19 | Pedagogisch werkplan Cultuur BSO
SWW Kinderopvang BV
6. Pedagogische doelen Uitgangspunt in ons pedagogisch werkplan zijn de pedagogische doelen uit de ‘Wet Kinderopvang en Kwaliteit peuterspeelzalen’. Ter onderbouwing van de Wet is gekozen voor de vier opvoedingsdoelen van professor J. M. A. Riksen-Walraven. Zij omschrijft die opvoedingsdoelen als volgt: “Als de vier pedagogische basisdoelen van de opvoeding van kinderen in gezin en kinderopvang beschouw ik het aanbieden aan kinderen van: A. B. C. D.
Een gevoel van –emotionele- veiligheid; Gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke competentie; Gelegenheid tot het ontwikkelen van sociale competentie; De kans om zich waarden en normen, de ‘cultuur’ van een samenleving eigen te maken; socialisatie.”
Hieronder worden deze doelen nader uitgewerkt en wordt duidelijk hoe wij ze in de praktijk vorm geven.
6.1 Bieden van emotionele veiligheid Wij onderscheiden in dit hoofdstuk twee soorten veiligheid. Fysieke veiligheid en emotionele veiligheid. Uiteraard moet onze bso veilig zijn. Om hiervoor te zorgen volgen we de richtlijnen uit de Risicoinventarisatie en Evaluatie Veiligheid en Gezondheid. Ook zijn er duidelijke huisregels met betrekking tot de fysieke veiligheid van kinderen. Zo mogen kinderen binnen bijvoorbeeld niet rennen en gooien met spullen. We vinden het belangrijk dat kinderen zich op de bso prettig en op hun gemak voelen, dat ze zich veilig en geborgen voelen. Vanuit dit gevoel van veiligheid maken ze contact en ontwikkelen ze zich. Om zich geborgen te voelen, moet een kind merken dat hij geaccepteerd wordt, dat we hem en zijn behoeften kennen, dat we hierop inspelen en dat hij op ons kan terugvallen. Daarnaast moet een kind structuur en duidelijkheid ervaren, weten waar hij aan toe is.
6.1.1 Vertrouwde gezichten Wil een kind zich geborgen voelen, dan moet het zich gekend weten. Dit kan alleen als het kind opgevangen wordt door pedagogisch medewerkers die het kind kennen. Andersom is het ook belangrijk dat het kind de pedagogisch medewerkers kent, dat het bekende gezichten zijn waarvan hij weet dat hij ze kan vertrouwen. Het is belangrijk dat kinderen het gevoel hebben onderdeel uit te maken van een groep, ergens bij te horen. Dit kan door andere kinderen te leren kennen, door met elkaar vertrouwd te raken, door relaties aan te gaan. We realiseren dit op de Cultuur BSO op de volgende wijze:
De basisgroep Op de Cultuur BSO worden kinderen opgevangen in een vaste basisgroep. Een kind ‘hoort’ tot een basisgroep. Bij deze groep horen ook vaste pedagogisch medewerkers om zo de continuïteit voor de kinderen te waarborgen. Bij afwezigheid van een van de vaste pedagogisch medewerkers door
20 | Pedagogisch werkplan Cultuur BSO
SWW Kinderopvang BV
bijvoorbeeld ziekte of verlof proberen we zoveel mogelijk dezelfde invalkrachten in te zetten. Uitgebreide informatie over de basisgroep is te vinden in hoofdstuk 2.
Verlaten van de basisgroep We verlaten onder andere soms de basisgroep voor een uitstapje buiten de locatie. Dit gebeurt met name tijdens de vakanties. We starten en eindigen de dag altijd in de basisroep. We bespreken met de kinderen voor we vertrekken wat we gaan doen en maken afspraken over bijvoorbeeld de veiligheid tijdens het uitstapje.
6.1.2 Accepteren en waarderen Hoewel de kinderen in een groep worden opgevangen, vinden we aandacht voor het individuele kind heel belangrijk. Elk kind is anders. We respecteren en accepteren de eigenheid van kinderen. We nemen kinderen serieus en stimuleren de eigen inbreng van kinderen. We benaderen kinderen op een positieve wijze. Daar waar “de eigenheid” van een kind anderen schade berokkent of belemmert, wordt deze begrensd. Een kind moet zich niet alleen door ons gerespecteerd weten, maar ook door de kinderen om hem heen. We vinden het dan ook erg belangrijk dat kinderen leren met respect met elkaar om te gaan. We realiseren dit op de volgende wijze:
Elk kind is van harte welkom op de bso. We vinden het fijn als het kind er is en we laten dit duidelijk merken. We begroeten elk kind bij het ophalen op school of bij binnenkomst op de bso en informeren naar nieuwtjes en bijzonderheden. Als een kind naar huis gaat, nemen we de tijd om afscheid te nemen en wensen het kind en ouder(s) een fijne avond. We nemen de tijd voor individuele gesprekjes met kinderen, of met een klein groepje. We vragen kinderen naar hun ervaringen en vragen door. We zijn werkelijk geïnteresseerd in wat het kind meemaakt en bezighoudt. Deze gesprekjes vinden plaats tijdens het lopen van de basisschool naar de bso, in de bus/auto, tijdens het drinken in de kring of tijdens activiteiten. We praten door over zaken die kinderen aangeven. Soms doen we dit meteen, soms komen we er op een rustig moment op terug. We zijn er attent op dat we alle kinderen zien en horen. Op de bso vinden regelmatig kindbesprekingen plaats tijdens het clusteroverleg. De overdracht naar ouders toe vinden wij hierin heel belangrijk. Als het tijdens het ophaalmoment te druk is om met een ouder uitgebreid te spreken dan proberen we een ander gespreksmoment te plannen. We houden rekening met verschillen in karakter en temperament. De kinderen krijgen de gelegenheid om hun energie kwijt te kunnen. Een teruggetrokken kind wordt gestimuleerd om zich te uiten maar dit wordt niet geforceerd. Een druk kind wordt afgeremd, maar niet volledig ingeperkt. Emoties van kinderen mogen er zijn. Dit geldt niet alleen voor gevoelens zoals blijdschap, vriendschap en trots, maar ook voor verwarring, verlegenheid, boosheid, verdriet of teleurstelling. Er is ruimte voor het uiten van gevoelens, zolang een ander hier geen last van heeft. Is dit wel het geval, dan wordt samen gezocht naar een meer acceptabele manier van uiten. We leren de kinderen zaken waarmee het kind zit onder woorden te brengen. We geven de kinderen veel positieve aandacht en waardering. We benoemen dat het kind iets goed doet of bepaalde dingen goed kan. We proberen ons vooral bij de kinderen die extra (negatieve) aandacht vragen te richten op de dingen die goed gaan, door ze bijvoorbeeld extra taakjes te geven of mee te laten helpen met de pedagogisch medewerkers. We leggen de aandacht op het positieve in plaats van alleen de negatieve dingen te benadrukken.
21 | Pedagogisch werkplan Cultuur BSO
SWW Kinderopvang BV
We knuffelen kinderen die daar behoefte aan hebben en stoeien met ze. We besteden veel aandacht aan de ontwikkeling van sociale vaardigheden. We letten erop dat kinderen naar elkaar luisteren, dat ze elkaar helpen en speelgoed samen delen. We zijn erop attent dat kinderen niet worden buitengesloten van gesprek of spel. Pesten wordt meteen aangepakt. We stimuleren een “groepsgevoel” door o.a. na schooltijd, aan het begin van de bso-dag, tijdens een broodmaaltijd, samen iets te drinken, te eten. We bieden kinderen een ontspannen sfeer met ruimte voor eigenheid van het kind. We proberen kinderen te stimuleren om deel te nemen aan de cultuuractiviteiten maar er is ook ruimte voor eigen inbreng. We besteden aandacht aan verjaardagen of speciale dagen zoals sinterklaas. We zorgen dat er ook rustige activiteiten gedaan kunnen worden, er wordt bijvoorbeeld (voor)gelezen.
6.1.3 Inspelen op behoeften van kinderen Wil een kind zich bij ons prettig voelen, dan moeten we zijn behoeften kennen en hierop inspelen. Om dit maatwerk te kunnen realiseren, moeten we het kind goed begrijpen. De behoeften van kinderen zijn van invloed op de manier waarop we met de kinderen omgaan, op ons aanbod en op de manier waarop we de groep ‘aansturen’.
Kinderparticipatie Kinderen hebben invloed op de activiteiten / mogelijkheden die worden geboden en op de gang van zaken op de bso. Kinderen moeten het gevoel krijgen dat het hun bso is. Kinderen mogen bijvoorbeeld eigen muziek of spelletjes meenemen. Waar nodig bieden we hulp, troost en steun, aangepast aan de behoefte van het kind. Op de bso is deze steun vaak gericht op het leren samenspelen en het leren van oplossen van conflicten met anderen. We realiseren dit op de volgende wijze:
Bij een conflict tussen kinderen laten we de kinderen in eerste instantie het probleem oplossen als dit niet lukt grijpen we in en bieden wij een helpende hand. We laten de kinderen elkaar helpen bij bijvoorbeeld het aantrekken van schoenen en jas. We kijken en luisteren goed naar wat een kind ons te vertellen heeft, zowel verbaal als non-verbaal. Dit kijken en luisteren doen we eigenlijk de hele dag door, het is de basis van ons pedagogisch handelen. Op moeilijke momenten zijn we vlak bij de kinderen. We nemen hier de tijd voor. Dit kan bijvoorbeeld bij het afscheid nemen in de vakantie zijn, of tijdens de middag als een kind verdrietig is. Als we zien dat een wat ouder kind iets dwarszit, kunnen we die even apart nemen. We vragen waar een kind op dat moment behoefte aan heeft. Wil het alleen gelaten worden, of wil het ergens over praten. We proberen op de behoeften en interesses van kinderen in te gaan. Als kinderen aangeven iets graag te willen doen, dan wordt er gekeken of dat op de bso mogelijk is. We stimuleren kinderen om hun eigen mening te geven. “Wat vind jij?” Kinderen hebben inspraak. Er wordt bijvoorbeeld gevraagd wat kinderen graag zouden willen doen. Als er nieuw materiaal aangeschaft wordt, gaan we samen met de kinderen in de catalogus kijken wat ze graag zouden willen hebben. Regels en afspraken worden vaak opgesteld in overleg met de kinderen. Afhankelijk van de veranderende behoefte van kinderen worden afspraken bijgesteld. Er is bij de Cultuur BSO ruimte voor de kinderen om zich terug te kunnen trekken, alleen of met een groepje kinderen. We bieden cultuur activiteiten aan, maar er is ook de mogelijkheid voor kinderen om zelf te kiezen wat ze gaan doen en met welke kinderen. Er zijn een aantal kasten. Hierin liggen
22 | Pedagogisch werkplan Cultuur BSO
SWW Kinderopvang BV
spelletjes en hieruit kunnen de kinderen zelf de knutselmaterialen pakken die ze nodig hebben. In de af te sluiten bergruimte (magazijn) liggen de potentieel “gevaarlijke” spullen en de voorraden, deze worden alleen onder begeleiding gebruikt en de kinderen moeten er om vragen.
6.1.4 Ritme en structuur Naast een gevoel van geborgenheid, hebben kinderen behoefte aan structuur en duidelijkheid. Dit biedt houvast, voorspelbaarheid en het weten waar ze aan toe zijn. In deze zin is duidelijkheid heel belangrijk voor het gevoel van veiligheid van kinderen. We passen de structuur die we bieden aan, aan de behoefte van het kind , aan de behoefte van de groep en aan de situatie De jongste (vooral nieuwe) kinderen worden elke dag opgehaald door zoveel mogelijk dezelfde groepsleiding. Een kind dat de bso bezoekt heeft te maken met drie verschillende situaties: thuis, op school en op de bso. De overgang van de ene naar de andere situatie moet helder zijn en soepel verlopen. We vinden het daarom belangrijk dat een kind weet door wie en hoe het bij school wordt opgehaald. We maken gebruik van rituelen. We vieren bepaalde gebeurtenissen, zoals verjaardagen, of het afscheid van een kind, op een speciale manier. Deze speciale manier hoort uitsluitend bij een bepaalde gebeurtenis en komt hierbij telkens terug. Bij een verjaardag besteden we kort aandacht aan het jarig-zijn, in overleg met het kind. Het kind mag een traktatie van de bso uitdelen en hoeft zelf geen traktatie mee te nemen.
Dagritme Een kind dat de bso bezoekt heeft te maken met drie verschillende situaties: thuis, op school en op de bso. De overgang van de ene naar de andere situatie moet helder zijn en soepel verlopen. We beschrijven per situatie hoe het dagritme er globaal uitziet: Dagindeling de Cultuur BSO korte middag 14.00-15.15 De kinderen worden opgehaald bij school of komen zelf naar de bso. We starten op het leerplein van cbs de Bataaf. De kinderen mogen een activiteit aan tafel doen, in de ruimte van Pippeloentje of buiten spelen tot alle kinderen er zijn. 15.30-15.50 Speelgoed wordt opgeruimd en de kinderen gaan allemaal plassen en handen wassen. Daarna gaan we met z’n allen aan tafel. De kinderen krijgen fruit met een beker ranja of water. We nemen het programma van de middag door met de kinderen. We bespreken de regel van de maand. 15.50-16.00 Kinderen kunnen kiezen uit een activiteit of vrij spelen. Met de kinderen die vrij willen spelen wordt afgesproken waar zij gaan spelen, in welke ruimte of buiten. Er is een pedagogisch medewerker die bij de kinderen blijft die vrij spelen. De andere pedagogisch medewerker begeleidt de cultuuractiviteit samen met een vakdocent. We stimuleren kinderen wel om zoveel mogelijk mee te doen aan de cultuur activiteit. 16.00-17.00 Uitvoering van de cultuur activiteit, of vrij spel. 17.00-18.00 De kinderen krijgen iets lekkers in de vorm van een plaatje ontbijtkoek, een koekje of iets dergelijks. Bij warm weer wordt er nog een keer gedronken. De kinderen worden opgehaald. Dagindeling de Cultuur BSO lange middag:
23 | Pedagogisch werkplan Cultuur BSO
SWW Kinderopvang BV
12.00-12.15
12.30-13.00
13.00-13.20
13.30-14.30
14.30-14.50
15.00-16.00 16.00
17.00-18.00
de kinderen worden opgehaald bij school of komen zelf naar de bso. We starten op het leerplein van cbs de Bataaf. De kinderen mogen een activiteit aan tafel doen of buiten spelen tot alle kinderen er zijn. Alle kinderen gaan plassen en handen wassen. We gaan gezamenlijk aan tafel brood eten met melk of water. Af en toe bieden we ook thee aan. De eerste boterham is gezond. De kinderen helpen met afruimen van de tafel. Daarna wordt besproken welke activiteit wordt gedaan en wie er mee doet. Ook wordt besproken welke kinderen vrij willen spelen en in welke ruimte dit gebeurt, of buiten. Start van de Cultuur activiteit of vrij spel. Bij droog weer gaan we naar buiten anders blijven we binnen. Ook doen we op de lange middagen wel eens een uitstapje, bijvoorbeeld naar het museum. De kinderen gaan plassen en handen wassen. De kinderen krijgen drinken met een stuk fruit. We nemen het programma van de rest van de middag door met de kinderen. We bespreken de regel van de maand. De kinderen kunnen kiezen voor vrij spel of meedoen met een georganiseerde activiteit. De kinderen krijgen wat te drinken. Bij warm weer staat de kan met water op tafel en mogen de kinderen zelf water pakken wanneer ze dorst hebben. Daarna mogen ze weer spelen. De kinderen krijgen wat lekkers in de vorm van een koekje of iets dergelijks. De kinderen worden opgehaald.
Dagindeling de Cultuur BSO hele dag: 8.00-9.30 Kinderen worden gebracht op de bso. We starten op het leerplein van cbs de Bataaf. De kinderen starten met een activiteit aan tafel of gaan met de pedagogisch medewerker naar een andere ruimte om te spelen tot alle kinderen er zijn. 9.30-9.50 Als alle kinderen er zijn gaan we plassen, handen wassen en aan tafel zitten. Alle kinderen krijgen ranja/water en fruit. We nemen het programma van de dag door met de kinderen. We bespreken de regel van de maand. 10.00-11.30 start culturele activiteit of vrij spel. De kinderen mogen vrij spelen of een activiteit doen. Soms maken we een uitstapje buiten de bso. 11.30-12.00 Alle kinderen gaan plassen en handen wassen en aan tafel. De eerste boterham is gezond. 12.00-12.20 De kinderen helpen met afruimen van de tafel. Daarna wordt besproken welke middagactiviteit er wordt gedaan en wie er mee doet. Ook wordt besproken welke kinderen vrij willen spelen en in welke ruimte dit gebeurt, of buiten. 12.30-13.30 vrij spel voor iedereen 13.00-14.30 start middagactiviteit. We maken ook regelmatig een uitstapje. 14.30-14.50 Alle kinderen krijgen wat te drinken. Bij warm weer staat er een kan met ranja op tafel zodat de kinderen zelf drinken kunnen pakken. 15.00-17.00 Vervolg middagactiviteit. 17.00-18.00 De kinderen krijgen iets lekkers in de vorm van een koekje of iets dergelijks. De kinderen worden opgehaald.
24 | Pedagogisch werkplan Cultuur BSO
SWW Kinderopvang BV
Dit is een algemene indeling van een vakantiedag. Er worden tijdens de vakantie ook regelmatig activiteiten buiten de bso georganiseerd voor de kinderen. Dan ziet het programma van de dag er iets anders uit. We nemen de dagindeling altijd uitgebreid door met de kinderen.
6.1.5 Regels en afspraken Dit is belangrijk voor een gevoel van houvast, het weten waar de grenzen liggen. We doen dit op de volgende manier: We proberen de regels die gelden binnen de bso onderling zo goed mogelijk af te stemmen. Voor de jongere kinderen gelden andere regels dan voor de oudere. We geven zelf uiteraard het goede voorbeeld. Als we een fout maken, geven we dit toe en verontschuldigen ons. We bespreken geregeld met de kinderen de regels, in de groep of tijdens/na een situatie en dan vooral het waarom van de regel. We proberen de regels consequent te hanteren. Een kind dat we aanspreken op grensoverschrijdend gedrag, kijken we aan en spreken we rustig aan. Het ongewenste gedrag wordt benoemd en uitgelegd waarom dit gedrag ongewenst is. Bij een kind dat moeite heeft zich aan een afspraak te houden, helpen we bij het zoeken naar een oplossing. Een kind dat geregeld zich bewust niet aan een belangrijke afspraak houdt, halen we kort uit de situatie. Daarna zoeken we samen met het kind naar een manier om het gewenste gedrag mogelijk te maken. We zorgen ervoor dat kinderen het onderling weer goed maken voordat ze naar huis gaan en de pedagogisch medewerker zorgt ervoor dat een conflictje met een kind altijd uitgesproken wordt voordat de (mid)dag voorbij is. Ouders worden hierover geïnformeerd. Daarbij wordt aangegeven dat het voor wat de pedagogisch medewerkers betreft zo goed is. We vinden het belangrijk dat ouders op de hoogte zijn van de belangrijkste regels die voor de kinderen gelden. De (huis)regels hangen bij de entree. De regels en afspraken zijn opgesteld in de vorm van huisregels en hebben vrijwel allemaal te maken met: - Fysieke veiligheid en hygiëne - Respect voor jezelf, voor elkaar en voor de omgeving - Het aanleren van gebruikelijke omgangsvormen - Het handhaven van een plezierige sfeer Nieuwe inzichten of een verandering in de ruimte of groepssamenstelling kunnen aanpassing van regels nodig maken. In sommige gevallen is aanpassing van de situatie de beste oplossing. Soms is een vraag van een ouder of kind aanleiding om bepaalde regels tegen het licht te houden. Daarnaast worden de huisregels 1 keer per jaar geëvalueerd door het team en zo nodig aangepast. Dit gebeurt jaarlijks na het invullen van de risico inventarisatielijsten veiligheid en gezondheid.
6.1.6 Veilige en overzichtelijke ruimte Een overzichtelijke en veilige ruimte draagt bij aan het gevoel van veiligheid voor de kinderen. Bovendien is het een voorwaarde om in de ruimte je eigen weg te kunnen vinden. We doen dit door: Ons aan de eisen op het gebied van veiligheid, gezondheid en hygiëne te houden Er zijn vaste plekken voor activiteiten, er zijn ook plaatsen waar een kind zich kan terugtrekken
25 | Pedagogisch werkplan Cultuur BSO
SWW Kinderopvang BV
We maken afspraken met de kinderen in welke ruimte zijn gaan spelen. Als kinderen na verloop van tijd in een andere ruimte willen spelen moeten zij dit eerst overleggen met de pedagogisch medewerker Kinderen die tijdens de vakantieopvang op een ander locatie dan de Cultuur BSO worden opgevangen en er niet bekend zijn, krijgen aan het begin van de (mid)dag een rondleiding en worden zoveel mogelijk opgevangen door voor hen bekende gezichten.
6.1.7 Contact met ouders We vinden het belangrijk dat de ouders op de hoogte zijn van hoe het er aan toe gaat op de bso en hoe het kind zich hier gedraagt. We houden ouders op de hoogte van leuke en minder leuke gebeurtenissen op de bso waarbij het kind betrokken is. Het kind speelt zelf zo mogelijk een rol bij de communicatie met ouders. Als een kind ons iets nadrukkelijk in vertrouwen vertelt, laten we het aan het kind over om dit aan de ouders te vertellen. We stimuleren wel dat het kind dit vertelt. Als het nodig is bieden we hierbij ondersteuning. Van ouders horen we graag eventuele bijzonderheden over het kind waar we op de bso rekening mee kunnen houden (bijvoorbeeld bij een scheiding, verhuizing of sterfgeval) Ouders worden geregeld via een digitale nieuwsbrief geïnformeerd over het reilen en zeilen op de bso. Er wordt eenmaal per jaar een algemene ouderavond georganiseerd.
6.2 Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van de persoonlijke competentie Ieder kind heeft een eigen karakter, eigen mogelijkheden. We willen een kind de kans geven deze mogelijkheden te ontplooien. We zijn ervan overtuigd dat wanneer een kind ergens door “gepakt” wordt, aandacht voor heeft, het ervaringen opdoet en zich spelenderwijs ontwikkelt. We baseren ons aanbod op de behoeften van de kinderen, op hun leefwereld en de betekenis die dit voor kinderen heeft. Het initiatief van kinderen, de keuzes die zij maken staan voorop. Kinderen die naar de bso komen zijn erg verschillend qua leeftijd, aard en achtergrond. Een kind van vier verschilt van een kind van tien. Bovendien zijn er grote verschillen tussen leeftijdsgenoten. De meeste jongere kinderen hebben behoefte aan structuur, een plek waar ze rustig bij kunnen komen van de inspanning op school, of juist uitgedaagd worden om creatief en fysiek bezig te zijn.. Oudere kinderen hebben hele andere vaardigheden, behoeften en belangstelling dan jongere. Waar de een met tien jaar al bijna een puber is, is de ander nog echt een kind. Het aanbod op de bso is daarom gedifferentieerd. Naarmate de kinderen ouder worden, lopen de individuele behoeftes van de kinderen meer uiteen. Ook hun leefmilieu breidt steeds verder uit. Kinderen gaan niet alleen naar de basisschool en buitenschoolse opvang, maar ook naar de sportclub, toneel, ballet, muziek etc. In de vakanties zijn er andere activiteiten mogelijk die kinderen kunnen uitdagen/stimuleren. Zo gaan we wel eens naar een bos, het zwembad of een museum. Naast de behoeften en interesses van kinderen, kunnen ook wensen van ouders een rol spelen bij de uitdaging die wordt geboden. Uitdaging wordt bij de Cultuur BSO geboden doormiddel van het aanbieden van Culturele activiteiten, met behulp van de omgeving (materialen, ruimtes, inrichting). We streven hierbij naar een goede balans tussen georganiseerde activiteiten en vrij spelen (= ongeorganiseerde
26 | Pedagogisch werkplan Cultuur BSO
SWW Kinderopvang BV
activiteiten). Binnen deze culturele activiteiten hebben de kinderen veel ruimte om mee te denken en beslissen over de uitvoering van de activiteit. Zo leert een kind om zelf keuzes te maken.
6.2.1 Eigen mogelijkheden leren kennen en ontplooien Rol van de pedagogisch medewerkers De pedagogisch medewerker heeft een belangrijke rol als het gaat om het stimuleren en uitdagen van kinderen. De pedagogisch medewerker stuurt onder andere doormiddel van het activiteitenaanbod, het aanbieden van materialen en de inrichting van de ruimte. Bij de activiteiten gaan we uit van de interesse en behoeftes van de kinderen, soms van ouders. We werken regelmatig met vakdocenten die cultuur activiteiten aanbieden. Altijd spelen we daarbij in op de belangstelling van de kinderen. Het belangrijkste doel is dat de kinderen plezier beleven aan de activiteit. Kinderen krijgen veel ruimte binnen de culturele activiteit voor hun eigenheid. Elk kind heeft zijn eigen persoonlijkheid en interesses. Het ene kind is bijvoorbeeld meer cognitief gericht, het andere kind meer praktisch. We zorgen ervoor dat de voorwaarden in orde zijn, dat bijvoorbeeld het juiste materiaal aanwezig is en dat de kinderen weten hoe ze dit kunnen gebruiken. Bemoeienis van de pedagogisch medewerkers is vaak niet nodig, kan zelfs verstorend werken. De pedagogisch medewerker kijkt hoe het loopt en geeft indien nodig of gewenst een impuls, een eerste aanzet. Kinderen geven vaak zelf aan of ze het wel alleen kunnen of het fijn vinden als je erbij komt zitten en meedoet. Door interesse te tonen voor de ervaringen van een kind en het aan te moedigen stimuleren we het kind om zijn ervaringen uit breiden en nieuwe dingen te blijven proberen. We proberen de activiteiten van kinderen niet abrupt te onderbreken. Als de activiteit van een kind onderbroken moet worden dan bereiden we het kind daarop voor. Dit doen we bijvoorbeeld door aan te geven hoeveel tijd het kind nog heeft voordat het moet gaan opruimen, als de grote wijzer op de 5 staat is het tijd om op te gaan ruimen. Wanneer dit praktisch haalbaar is, mogen de kinderen werkstukken laten staan. Kinderen zijn niet altijd even actief. Soms is een kind moe, of heeft het behoefte om te hangen en alleen te kijken. Dit vinden wij prima. Wij zijn van mening dat een kind de ruimte moet hebben om zich te vervelen. Alleen als wij ons zorgen maken over de ontwikkeling van een kind zullen we het doelbewust stimuleren. Dit gebeurt zoveel mogelijk in overleg met ouders. Zo zijn er af en toe kinderen die structureel niet tot spelen komen. De pedagogisch medewerker probeert zo’n kind uit te dagen met een activiteit. Hoe dit gebeurt, is uitgebreid beschreven in het hoofdstuk over sociale competentie.
Kunst en cultuur De Cultuur BSO houdt zich bij uitstek bezig met culturele activiteiten. Dit kan van alles zijn: schilderen, kleien, dansen, muziek maken, dichten etc. We werken bij de Cultuur BSO met vakdocenten waarbij hun vakgebied ligt in een van bovengenoemde onderdelen. De vakdocenten verzorgen een activiteit waarbij de pedagogisch medewerker ondersteunt en begeleidt. De culturele activiteiten zijn gelinkt aan een thema, bijvoorbeeld lente, en vinden plaats tijdens 10 bijeenkomsten. De activiteiten zijn gericht op beeldende, muzikale, literaire en lichamelijk expressie vormen. Kinderen krijgen bij de Cultuur BSO de mogelijkheid om hun eigen talenten te ontdekken en verder te ontwikkelen. Om deel te kunnen nemen aan een activiteit is geen ervaring vereist op het
27 | Pedagogisch werkplan Cultuur BSO
SWW Kinderopvang BV
gebied van de aangeboden expressievorm. De activiteiten zijn voor alle leeftijden. Er wordt binnen de activiteiten gekeken naar het kunnen van het kind. De opdrachten en spelvormen tijdens de culturele activiteiten verschillen van niveau en zijn voor elk kind interessant en uitdagend. De activiteiten hebben een heldere structuur met een duidelijk begin en einde. Het is niet noodzakelijk om alle bijeenkomsten bij te wonen om te kunnen deelnemen. Kinderen zijn vrij om te kiezen in de deelname van de aangeboden culturele activiteit en ze mogen meedenken over de invulling van het programma. Tijdens elke activiteit wordt er gewerkt aan een product. Dit kan aan een gemaakt werkje zijn of aangeleerd liedje of dansje. De 10 producten worden gebundeld in een eindwerkstuk genaamd “Cultuur boom”. Deze Cultuur boom wordt aan het eind van de tien activiteiten gepresenteerd aan ouders en andere naasten.
Materialen en activiteiten We letten erop dat de materialen en activiteiten die we aanbieden, aangepast zijn aan de leefwereld, belangstelling en het niveau van de kinderen. Omdat kinderen zich blijven ontwikkelen en hun belangstelling regelmatig wisselt, kijken we telkens opnieuw kritisch naar welke materialen we in huis hebben. De materialen hebben betrekking op de verschillende ontwikkelingsgebieden: de lichamelijke-, verstandelijke-, taal-, creatieve-, sociale- en emotionele ontwikkeling. Deze ontwikkelingsgebieden zijn in de praktijk nauw met elkaar verbonden. Voorbeelden van materialen en activiteiten die de lichamelijke ontwikkeling stimuleren zijn: kinderen kunnen buiten rennen, dansen, muziek maken, voetballen, springen, klimmen, bouwen etc. De materialen die hierbij horen zijn: muziek, muziekinstrumenten, bewegingsmateriaal zoals springtouw, ballen, ringen, pionnen, touwen, maar ook constructiemateriaal, kussens etc. Behalve activiteiten die een beroep doen op de grove motoriek, kunnen kinderen ook kiezen voor activiteiten waarbij de fijne motoriek aan bod komt bijvoorbeeld kleien, tekenen, schilderen, borduren en kralen rijgen. Bij veel activiteiten zullen de kinderen de mogelijkheden van hun eigen lijf ontdekken en maken ze lichamelijk contact met andere kinderen (bijvoorbeeld bij het stoeien). Belangrijk hierbij is dat kinderen hun eigen grenzen ontdekken en grenzen van anderen leren respecteren. Voor jonge kinderen is fantasie- en rollenspel belangrijk. Materialen die hiervoor kunnen worden gebruikt zijn: verkleedkleren, toneelattributen, speelkleden, poppen, auto’s etc. Op allerlei momenten zijn de kinderen op de bso bezig met de ontwikkeling van taal: tijdens het voorlezen, tijdens toneelspel, tijdens het zingen, tijdens het tafelmoment. Al doende leren kinderen om te gaan met regels die van belang zijn voor de communicatie en voor de omgang met elkaar, zoals het naar elkaar luisteren en open staan voor andere meningen. Naast de gesproken taal worden kinderen ook vertrouwd met lichaamstaal en de regels hierbij. Materialen die specifiek de taalontwikkeling van kinderen stimuleren zijn onder andere boeken en gezelschapsspelletjes. We vinden het van belang dat kinderen kennis kunnen maken met zoveel mogelijk verschillende (knutsel)materialen, omdat dit hun fantasie en creatieve mogelijkheden stimuleert. We werken met verf, klei, tekenmateriaal en allerlei andere materialen. Als de kinderen niet bekend zijn met de (mogelijkheden van) materialen, wijzen we ze op de verschillende mogelijkheden van gebruik die ze naar eigen idee kunnen toepassen. Er wordt een beroep gedaan op de eigen fantasie, op een eigen manier van omgaan met de materialen.
Aanbod tijdens vakantieweken Het aanbod tijdens de vakantieperiodes heeft een ander karakter dan tijdens de schoolweken. De kinderen komen dan immers hele dagen naar de bso. Dit zijn intensieve dagen. Voordat de vakantieopvang plaatsvindt, bedenken we een aantal mogelijke grotere activiteiten die we met de kinderen kunnen doen. Plezier is de meest voor de hand liggende doelstelling. In overleg met de
28 | Pedagogisch werkplan Cultuur BSO
SWW Kinderopvang BV
kinderen bepalen we wat er gebeurt. Ook hierbij proberen we zo goed mogelijk aan te sluiten bij behoeftes, leeftijd, aard en belangstelling van de kinderen. Tijdens de vakantie worden soms uitstapjes gemaakt. Deze kunnen gericht zijn op een bepaalde leeftijdsgroep, op kinderen die zin hebben om mee te gaan, op alle kinderen van de bso of zelfs op kinderen van meerdere bso-locaties. Door samenwerking en uitwisseling met de Boemerang, Kicken, de Schakel, de Bargerbengels en de Vuurtoren breiden we het vakantieaanbod verder uit.
Inrichting De Cultuur BSO gebruikt meerdere ruimtes. We starten en sluiten de dag altijd op het leerplein van cbs de Bataaf. Voor de cultuuractiviteit en het vrije spel maken we gebruik van meerdere ruimtes. De gymzaal, de groepsruimte Pippeloentje, de ‘huiskamer’ van Excelsior en het leerplein van de Bataaf. In de gymzaal is plek om te bewegen, op het leerplein kan worden geknutseld en in de ruimte Pippeloentje kan vrij worden gespeeld en ‘gechilld’. Ook is er een grote buitenruimte met veel mogelijkheden voor de kinderen. Een theater, een beweegplein, een zandbak en klimtoestellen.
6.2.2 Keuzes maken We leren kinderen keuzes te maken. Op de bso mogen kinderen kiezen wat ze willen doen en met wie ze willen spelen. Of ze mee willen doen met de cultuur activiteit, naar buiten willen of dat ze liever binnen blijven spelen. Of ze alleen willen spelen of met meerdere kinderen. Voor kinderen die het lastig vinden om te kiezen, maken we de keuze gemakkelijker. We laten hen kiezen uit een beperkt aantal mogelijkheden. We verwachten van de kinderen dat ze helpen bij “klussen” zoals opruimen. Wij zien erop toe dat ze het materiaal waarmee ze spelen zelf opruimen alvorens ze met iets nieuws willen gaan spelen. We bieden een uitnodigende omgeving: bijna alle materialen worden door de kinderen zelf gepakt. Uitzonderingen worden gemaakt voor gevaarlijke “materialen” voor activiteiten. Hoe ouder de kinderen worden, hoe meer verantwoordelijkheid ze krijgen. Dit gebeurt in overleg met ouders/verzorgers. Er worden afspraken gemaakt over bijvoorbeeld zelfstandig naar huis of naar een andere activiteit fietsen. Deze afspraken worden schriftelijk vastgelegd.
6.2.3 Fysieke veiligheid Het bieden van uitdaging lijkt soms in conflict te zijn met fysieke veiligheid. Met dit dilemma gaan we op de volgende manier om: Fysieke veiligheid vinden we zeer belangrijk. Maar er zijn verschillende soorten fysieke veiligheid. Je hebt ‘grote veiligheid’ die beschermd tegen brand en dood, ‘middelveiligheid’ die beschermd tegen ongelukken als benen breken en ten slotte ‘kleine veiligheid’ die beschermd tegen builen en schrammen. ‘Grote en gemiddelde veiligheid’ vinden we noodzakelijk. In het aanbieden van activiteiten en de activiteiten die de kinderen zelf kunnen ondernemen bewaken we deze twee vormen van veiligheid, waarbij we zo nodig ingrijpen bij risicovolle situaties.
6.3 gelegenheid competentie
bieden
tot het
ontwikkelen
van
de sociale
6.3.1 Samenwerken
29 | Pedagogisch werkplan Cultuur BSO
SWW Kinderopvang BV
Contacten tussen kinderen zijn vanzelfsprekend op een bso. Kinderen hebben er speelgenootjes en kunnen er sociale vaardigheden opdoen. Kinderen leren zich in een ander te verplaatsen, met elkaar communiceren, samenwerken, anderen helpen, voor zichzelf opkomen, conflicten voorkomen en oplossen, het ontwikkelen van sociale verantwoordelijkheid. Kinderen zijn van nature sociale wezens, zoeken contact met elkaar, kijken naar elkaar, zoeken elkaar op. Maar het is niet zo dat samenspelen altijd vanzelf loopt. Interacties brengen ook risico’s met zich mee. Veel negatieve ervaringen in de omgang met andere kinderen kan de kans op ontwikkeling van agressiviteit of teruggetrokkenheid vergroten. De pedagogisch medewerker speelt hierbij een belangrijke rol: zij/hij heeft onder andere tot taak om interacties tussen kinderen in goede banen te leiden en mogelijkheden tot het ontwikkelen van sociale vaardigheden zo goed mogelijk te benutten. Jongere bso-kinderen vragen wat dit betreft op een meer directe manier aandacht van pedagogisch medewerkers. Bijvoorbeeld hulp bij het mogen meedoen met een groepje kinderen of bij het helpen oplossen van een conflict. Voor de oudere kinderen is een pedagogisch medewerker meer iemand bij wie ze hun verhaal kwijt kunnen, een klankbord en vertrouwenspersoon. Deze behoefte is vaak minder direct zichtbaar. Een pedagogisch medewerker is er daarom attent op dat ze ook ondersteuning biedt aan de oudere kinderen. Dit gaat vaak op een indirecte manier. Hiernaast is de voorbeeldfunctie van pedagogisch medewerkers op het gebied van sociale vaardigheden van belang. Denk aan de manier waarop pedagogisch medewerkers met elkaar omgaan en de manier waarop pedagogisch medewerkers omgaan met problemen of knelpunten met de kinderen. Als iets niet mag, dan geeft de pedagogisch medewerker altijd uitleg waarom iets niet mag. Uitleg wordt ook altijd gegeven op het niveau van de kinderen, zowel op fysiek niveau (op dezelfde hoogte gaan zitten) als op mentaal niveau (aanspreken op het niveau van de leeftijd van het kind).
6.3.2 Onderdeel van een groep Kinderen die naar de buitenschoolse opvang komen, maken onderdeel uit van een groep. In een groep zijn de verhoudingen tussen volwassenen en kinderen anders dan in een gezin. Alleen al door het feit dat er meer kinderen zijn, liggen de verhoudingen anders. Volwassenen zijn op een afstand aanwezig en de onderlinge relaties tussen kinderen nemen een belangrijke plaats in. Er wordt op de bso veel aandacht besteed aan het scheppen van een gezellige sfeer en een gevoel van gezamenlijkheid. Zo wordt er op de bso na schooltijd altijd gezamenlijk wat gegeten en gedronken en even bijgepraat. Aan verjaardagen wordt op gepaste en persoonlijke wijze aandacht besteed. Een groep stelt beperkingen aan een kind. Kinderen lopen tegen grenzen aan. Ze moeten leren om te gaan met behoeften en belangen van anderen. Het kind merkt dat de wereld niet om zijn individu draait. In een groep moet evenwicht zijn tussen ‘op jezelf zijn’ en ‘samenzijn’ , tussen ‘er zijn’ en ‘meedoen’ , tussen alleen en samen bezig zijn. Kinderen hebben soms behoefte om alleen te spelen, zich op een rustig plekje terug te trekken uit de groep, naar anderen te kijken of een beetje te dromen. Dit is prima. Kinderen kunnen hun eigen gang gaan, terwijl ze tegelijkertijd deel uit blijven maken van de groep. Ieder kind heeft de behoefte om als volwaardig lid van de groep geaccepteerd te worden. Op zijn/haar niveau voelt het kind zich betrokken bij dingen die in de groep gebeuren. Kinderen kunnen steun ervaren van andere kinderen. Ze kunnen elkaar aandacht geven, elkaar bevestigen, genegenheid tonen voor elkaar, voor elkaar zorgen. We stimuleren dit gedrag door niet meteen zelf in te springen in het contact tussen kinderen, maar ze hiertoe de ruimte te geven.
30 | Pedagogisch werkplan Cultuur BSO
SWW Kinderopvang BV
Door samen te werken kunnen kinderen zaken voor elkaar krijgen. We kunnen dit stimuleren door, waar mogelijk tegemoet te komen aan een gezamenlijk verzoek (als kinderen bijvoorbeeld aangeven iets te willen bakken).
Meehelpen We vinden het belangrijk dat kinderen zorg hebben voor het reilen en zeilen in de groep. Door kinderen binnen hun mogelijkheden verantwoordelijk te maken voor de sfeer in de groep, het welzijn van elkaar, en voor de klusjes (fruit uitdelen) die binnen een groep moeten gebeuren, geven we hen het gevoel dat ze belangrijk zijn en dat ze bij de groep horen. Betrokkenheid bij de groep houdt ook in het samen met de kinderen bespreken hoe het loopt op de groep, wat de knelpunten zijn, hoe deze opgelost kunnen worden, etc. Bij jongere kinderen betreft dit de bespreking van meer concrete onderwerpen. Oudere kinderen krijgen meer ruimte om over de oorzaak van een probleem te brainstormen en hier een oplossing voor te vinden. Op een bso komen kinderen in aanraking met leeftijdsgenootjes, maar ook met jongere en oudere kinderen. De kinderen ontwikkelen zich, hun positie in de groep verandert. De meeste kinderen groeien op van een van de jongste naar uiteindelijk de oudste van de groep.
Wennen Als een kind nieuw in de groep komt, proberen we het wenproces zorgvuldig te bewaken. De kinderen kennen elkaar al goed, de bestaande groep kinderen is hecht. Het kan voor een nieuw kind moeilijk zijn om een plaatsje te veroveren in de groep, zeker omdat het vaak ook al doodmoe is na een dag op de nieuwe school. De pedagogisch medewerker zorgt ervoor dat het nieuwe kind voldoende rust krijgt en dat er vertrouwen komt tussen de ‘zittende’ kinderen, het nieuwe kind en de pedagogisch medewerkers. Als het nodig is ondersteunen we bij het maken van contact met andere kinderen.
6.3.3 Samenspel bevorderen Op een bso komt een kind in aanraking met veel andere kinderen. Het kan kiezen uit verschillende speelkameraadjes. Samen spelen betekent samen praten, naar elkaar luisteren, overleggen, taken verdelen, samen plezier hebben, op elkaar wachten, delen etc. Als kinderen langere tijd bij elkaar op de buitenschoolse opvang zitten en een band kunnen opbouwen, vindt er meer en beter samenspel plaats. Ook een stimulerende houding en stimulerend gedrag van de pedagogisch medewerkers is belangrijk om de duur en kwaliteit van het samenspel te bevorderen. Sommige kinderen kiezen er bewust voor om soms alleen te zijn. Dit kan en wordt door ons geaccepteerd. Als we het idee hebben dat een kind zich verveelt of geen aansluiting vindt bij de andere kinderen, moedigen we aan of dagen we uit om met een ander kind te spelen. Of we bieden op een andere manier ondersteuning bij het contact maken. Vindt het kind het moeilijk om contact te maken en heeft het wel behoefte aan samen spelen, dan beginnen we zelf met het kind met een activiteit. Eventueel proberen we na verloop van tijd andere kinderen bij deze activiteit te betrekken. Rollenspel en fantasiespel zijn favoriete bezigheden, ook van bso-kinderen. Op de bso geven we hiervoor veel ruimte middels ons culturele aanbod. Meestal ontstaat samenspel vanzelf. Loopt dit goed, dan houden de pedagogisch medewerkers zich voornamelijk op de achtergrond. Zij beperken zich in eerste instantie tot het in de gaten houden wat er gebeurt en eventueel benoemen wat ze zien. Door zelf een activiteit te beginnen, een
31 | Pedagogisch werkplan Cultuur BSO
SWW Kinderopvang BV
suggestie te geven of mee te spelen, kan een pedagogisch medewerker een spel op gang brengen, uitlokken, een extra impuls geven of uitbreiden. Als het samenspel uit de hand loopt of andere kinderen er last van hebben worden kinderen uit elkaar gehaald. Dit gebeurt pas nadat hierover een afspraak is gemaakt: “je mag samenspelen, maar als jullie weer zo´n lawaai maken haal ik jullie uit elkaar.” Samenspel kan ook worden beïnvloed door een of meerdere kinderen uit de situatie te halen, bijvoorbeeld ze te vragen te helpen bij een klusje of de voorbereiding van de activiteit. We houden goed in de gaten of kinderen geen dingen tegen hun zin doen, bijvoorbeeld omdat ze hiertoe gepusht/gedwongen worden door andere kinderen. Oudere kinderen kunnen worden gemotiveerd om beter samen te werken, door voorwaarden te stellen aan het uitvoeren van een activiteit die ze graag willen doen. We stimuleren kinderen om mee te doen met de cultuur activiteiten die we organiseren. Deze activiteiten worden gedaan met een wisselende groepssamenstelling, met een grote groep of met kleine groepjes.
6.3.4 Vriendschappen Kinderen kunnen echte vriendschappen ontwikkelen. Sommige kinderen vinden ze aardig, andere niet. Vriendschappen zijn waardevol, ook voor de kinderen. Goed verlopende contacten tussen kinderen versterken het vertrouwen in zichzelf en in elkaar. Vriendjes en vriendinnetjes hebben samen veel plezier, leren elkaar aanvoelen, kunnen op elkaar bouwen, vinden steun bij elkaar. Bij jongere kinderen is vriendschap voornamelijk gebaseerd op samen doen, samen plezier hebben in activiteiten doen. Deze vriendschappen zijn meer inwisselbaar en veranderen dan ook nog regelmatig. Bij oudere kinderen is de vriendschap over het algemeen meer gebaseerd op vertrouwen, persoonlijkheid, identificatie. Er is bij oudere kinderen meer sprake van vaste vriendschappen die langer standhouden. Vaak is er ook praktische reden tot vriendschap, kinderen die samen van dezelfde basisschool komen, gaan ook bij de bso bij elkaar zitten. Soms hebben deze kinderen op school niets met elkaar, maar zijn op de bso wel dikke vrienden. Kinderen die plezier in een bepaalde activiteit delen, zoeken elkaar om samen de activiteit te doen (bijvoorbeeld dansen, voetballen). Uit samenspel ontstaan vriendschappen. We stimuleren dit. We laten kinderen ontdekken wie ze leuk vinden en geven hen de kans om samen iets te gaan doen. Bijvoorbeeld om twee kinderen waarvan je weet dat ze elkaar erg aardig vinden mee te nemen om boodschappen te gaan doen. We vertellen ouders over de vriendschap, zodat de kinderen misschien thuis eens met elkaar kunnen spelen. De buitenruimte kan ook gebruikt worden door kinderen uit de buurt. Dit is voor de kinderen van de bso een gelegenheid met vriendjes/buurtkinderen te spelen. In principe mogen de buurtkinderen niet met het buitenspeelgoed van de bso spelen. De pedagogisch medewerkers spreken de buurtkinderen aan op fietsen op het speelplein en storend gedrag. Kinderen in de basisschoolleeftijd spelen veel in groepjes, bestaande uit jongens, uit meisjes of gemengd. Of jongens en meisjes gescheiden van elkaar spelen lijkt vooral afhankelijk van de toevallige groepssamenstelling op dat moment. De ene periode spelen jongens en meisjes sterk van elkaar gescheiden, een andere periode loopt dit meer door elkaar. Het vormen van groepjes betekent soms dat anderen, die niet bij het groepje horen, worden buiten gesloten. De pedagogisch medewerker kan dit proberen op te lossen door het op een positieve manier te brengen: “jullie zijn zo leuk aan het spelen, Tom wil graag mee spelen, mag dat?” Als de ‘klik’ er niet is met andere kinderen, zit er niets anders op dan het kind te stimuleren om aansluiting te
32 | Pedagogisch werkplan Cultuur BSO
SWW Kinderopvang BV
zoeken bij een ander groepje en het kind hierin te ondersteunen. In dit geval geeft de pedagogisch medewerker het kind extra aandacht, begint een activiteit met het kind, betrekt andere kinderen hierbij etc. Soms zijn vriendjes zo sterk op elkaar georiënteerd, dat het hinderlijk wordt voor andere kinderen. Ook komt het voor dat een vriendschap ongelijkwaardig is. In deze gevallen kan het nodig zijn het kind te stimuleren eens met anderen te spelen. Net zoals voorkeur voor andere kinderen, kan een kind een voorkeur hebben voor bepaalde pedagogisch medewerkers. Dit mag en kan, maar wel binnen bepaalde grenzen. Er moet met respect met elkaar worden omgegaan en alle kinderen moeten zich houden aan fatsoensregels. Indien nodig wordt het kind hierop aangesproken.
6.3.5 Conflicten oplossen Soms botst het tussen kinderen (temperament), dat hoort bij contact maken. Conflicten zijn leermomenten en meestal komen kinderen er zelf wel uit. We vinden het belangrijk dat kinderen proberen zelf een oplossing te vinden voor hun conflict. Op deze manier leren kinderen het meest en bevorderen we het zelfvertrouwen en de zelfstandigheid (ik kan voor mezelf opkomen, ik kan het zelf oplossen) Als zich een conflict voordoet, kijken we eerst hoe het conflict verloopt. We proberen niet te snel in te grijpen. Als de kinderen er zelf niet uitkomen, ondersteunen we bij het oplossen van ruzies. Hoe deze ondersteuning eruit ziet, hangt af van de situatie en de leeftijd van de kinderen. Bij jonge kinderen denken we mee over een oplossing en zijn we in de buurt als steun wanneer ze voor zichzelf op moeten komen. Hoe ouder de kinderen, hoe meer er met hen gepraat wordt over oorzaak en gevolg. We stimuleren het kind na te denken over zijn eigen rol in het probleem of conflict. Eerlijk zijn hierover vinden we belangrijker dan de vraag wie de “schuldige” is, of wie wat “fout” deed. We grijpen in bij conflicten waarbij kinderen elkaar pijn doen, als de situatie erg ongelijkwaardig is. Bijvoorbeeld een groot kind dat voortdurend ruzie maakt met een jong kind of een kind dat telkens een ander kind pest of als de ervaring leert dat conflicten tussen deze twee kinderen gewoonlijk escaleren. We houden goed in de gaten dat een kind confrontaties niet keer op keer uit de weg gaat of opzoekt. Een kind wat minder weerbaar is, stimuleren we om voor zichzelf op te komen.
Pesten We zijn erop attent dat kinderen niet worden buitengesloten van gesprek of spel. Pesten wordt zonder meer niet getolereerd. Als pesten zich toch voordoet dan bespreken we dit met collega’s. Indien nodig betrekken we ook de ouders van de pester en van het gepeste kind erbij om te overleggen waar het pesten vandaan komt en wat we aan de situatie kunnen doen. In principe zoeken we met de pester en het slachtoffer samen naar een oplossing. Het slachtoffer proberen we weerbaarder te maken door uit te leggen waar het pestgedrag vandaan kan komen en wat het kind kan doen als het gepest wordt.
6.4 Bieden van kansen om normen en waarden eigen te maken We willen kinderen een aantal normen en waarden meegeven en gaan daarom op een bepaalde manier met kinderen om. De volgende pedagogische uitgangspunten vormen daarbij de basis: we bieden de kinderen, binnen de groep, vrijheid in keuze van spel en sociale omgang; we luisteren naar de wensen van ouders en kinderen;
33 | Pedagogisch werkplan Cultuur BSO
SWW Kinderopvang BV
we bieden de kinderen een veilige en vertrouwde omgeving aan; we begeleiden de kinderen in hun ontwikkeling naar zelfstandigheid en stimuleren deze waar nodig; de kinderen hebben recht op eigen risico; wij, als pedagogisch medewerkers, en de kinderen respecteren elkaars verschillen; we zijn alert op de sociale, emotionele en lichamelijke ontwikkeling van kinderen en geven eventuele zorgen daarover door aan de ouders of verzorgers.
Er zijn binnen de bso regels die voor alle kinderen gelden en waarvan verwacht wordt dat ze nageleefd worden. Regels zijn nodig: je hebt nu eenmaal met meerdere kinderen te maken en om zo goed mogelijk rekening met elkaar te houden moeten er afspraken worden gemaakt. De kinderen hebben daarnaast ook vrijheden; ze kunnen zelf hun activiteiten kiezen en ze kunnen ervoor kiezen deze samen of alleen te doen. Kinderen hebben kortom rechten en plichten. Ze hebben recht op respect en aandacht voor de eigen persoon; recht op mogelijkheden tot ontplooiing; recht op het uiten van emoties; recht op een eigen mening etc. Daarnaast hebben kinderen ook plichten, zoals het respectvol benaderen van de medemens en het mede zorg dragen voor een fijne speelomgeving. Dit betekent bijvoorbeeld zowel het accepteren van veiligheidsmaatregelen als het accepteren van afspraken omtrent het samenspelen met anderen. Afspraken met betrekking tot rechten en plichten kun je samen met de kinderen maken. Kinderen zullen zich beter aan gemaakte afspraken houden als ze er zelf een stem in hebben gehad. Belangrijk is dat we consequent zijn in het hanteren van de gemaakte regels. Dit schept duidelijkheid voor de kinderen. Regels van de bso omtrent waarden en normen zijn o.a.: o boos worden mag, maar bij onenigheid wordt er geen lichamelijk of verbaal geweld gebruikt; o er dient zorgvuldig te worden omgegaan met spelmateriaal en spullen; o kinderen mogen zonder toestemming van de leiding niet in het kantoor of magazijn komen; o kinderen mogen zich niet zonder toestemming van de pedagogisch medewerkers buiten het speelterrein van de bso begeven. Binnen de bso zijn er opvattingen met betrekking tot het omgaan met kinderen die anders zijn. Als basisopvatting geldt: respect hebben voor elkaar. Dit komt naar voren in het voorbeeldgedrag van de pedagogisch medewerkers; in hun houding, hun handelswijze wordt duidelijk dat ‘kinderen die anders zijn’ er bij horen. Anders zijn kan juist een verrijking zijn van de omgeving, niet iedereen is hetzelfde, we kunnen wat van elkaar leren. We vinden het belangrijk dat kinderen leren waarden en normen van elkaar te accepteren (denk aan andere culturen, kinderen met een handicap).
34 | Pedagogisch werkplan Cultuur BSO
SWW Kinderopvang BV
7. Verwijzing naar overige informatie Het pedagogisch werkplan heeft een aantal supplementen, te weten:
Wenbeleid bso SWW Kinderopvang Opvang in stamgroepen en basisgroepen SWW Kinderopvang
Daarnaast wordt er naar een aantal documenten en protocollen verwezen. Document Hygiëne Ziekteprotocol Protocol geneesmiddelenverstrekking en medisch handelen Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Klachtenprotocol Protocol Social Media Formulier afname extra dag(del)en Formulier ruildagen Diverse akkoordverklaringen U kunt deze supplementen en documenten vinden op de website van SWW te weten, www.swwkinderopvang.nl. U kunt de supplementen en documenten ook opvragen op de groep waar uw kind wordt opgevangen of bij de leidinggevende van de bso.
35 | Pedagogisch werkplan Cultuur BSO
SWW Kinderopvang BV