Physio16™ MR Polygrafische gegevensverwerving Korte handleiding 8404174-00 (DU vertaling voor EN 8404164-00)
De optionele Physio16 MR-ingangsdoos is een apparaat voor polygrafische gegevensverwerving dat binnen de systemen van de Geodetische EEG-systemen™ (GES) 400 MR series van EGI samen met Net Station™ 5.1.2 (of hoger) software wordt gebruikt voor het verwerven van gegevens van het perifere zenuwstelsel (PNS), tegelijkertijd met de EEG-fMRI-gegevens.
Als een onderdeel van een Geodetisch EEGsysteem 400 MR van EGI
Voor alle veiligheids- en gebruiksinstructies voor het gebruiken van uw EGI-systeem verwijzen wij naar de handleidingen en instructies die zijn meegeleverd met uw GES MR-systeemconfiguratie.
Overzicht Een Physio16 MR-ingangsdoos kan worden aangesloten aan een Field Isolation Containment System (FICS) (behuizingssyteem voor veldisolatie) met een Net Amps™-versterker om tot 16 bipolaire kanalen van PNS-activiteit samen met 256 kanalen van EEG te verzamelen. Kenmerken van de Physio16 MR-ingangsdoos:
16 analoge bipolaire ingangen 1 digitale SpO2-ingang te gebruiken met de meeste standaard PNS-sensoren (zie de geteste compatibele sensoren in tabel 1) 15 meter (50 ft) glasvezelkabel afstand tussen de Physio16 MRingangsdoos en de versterker de te behalen waarden die binnen Net Station software kunnen worden gekozen werkt op batterijvermogen binnen de MR-omgeving behoudt PSN-isolatie van EEG
Korte handleiding voor de Physio16 MR-ingangsdoos
2
8404174-00 (DU vertaling voor EN 8404164-00)
Batterijvermogen De Physio16 MR-ingangsdoos werkt op batterijvermogen binnen de MR-omgeving. Wanneer u werkt met de Physio16 MR-ingangsdoos via zijn lithium-ion polymeer (LiPo) batterij:
Deze kan met opgeladen batterij gedurende 16 uur werken.
U dient de batterij op te laden wanneer het ledlampje oranje flikkert (dit geeft aan dat de batterij bijna leeg is).
U dient de batterij opnieuw op te laden indien u hem twee maanden niet hebt gebruikt.
De batterij kan binnen 20 uur volledig worden opgeladen. LET OP: Let op het volgende wanneer u de interne LiPo-batterij van de Physio16 MR-ingangsdoos aan het opladen bent. Wanneer u verdere vragen hebt, neem contact op met de technische ondersteuning van EGI.
Gebruik alleen de meegeleverde wisselstroomadapter conform medische standaard met de Physio16 MR-ingangsdoos.
Stel de Physio16 MR-ingangsdoos (met zijn interne LiPo-batterij) niet bloot aan langdurig direct zonlicht of extreme hitte.
Berg de Physio16 MR-ingangsdoos (met zijn interne LiPo-batterij) op bij kamertemperatuur.
WAARSCHUWING: Gebruikers dienen de interne lithium-ion polymeer (LiPo) batterij van de Physio16 MR-ingangsdoos niet zelf te vervangen. Wanneer het nodig is de batterij te vervangen, neem contact op met de technische ondersteuning van EGI. WAARSCHUWING: Het komt zelden voor dat batterijen niet functioneren. Wanneer echter de led van de voeding rood flikkert, dient u gebruik te staken en contact op te nemen met de technische ondersteuning van EGI via
[email protected].
Korte handleiding voor de Physio16 MR-ingangsdoos 8404174-00 (DU vertaling voor EN 8404164-00)
Opladen De Physio16 MR-ingangsdoos wordt opgeladen door de stekker van de meegeleverde wisselstroomadapter conform medische standaard in de isolatietransformator te steken.
Physio16 MR-poorten en -leds
Afbeelding 1. Aansluitingen en leds van de Physio16 MR-ingangsdoos
3
4
Korte handleiding voor de Physio16 MR-ingangsdoos 8404174-00 (DU vertaling voor EN 8404164-00)
Aansluitingen van optische vezelkabels Wanneer het nodig is de patiënt van de voorbereidingskamer naar de imagingruimte te brengen, dient u de glasvezelkabel bovenop de Physio16 MR-ingangsdoos en de AUX-poorten van de FICS-behuizing eruit te trekken en ze er later weer in te doen.
Afbeelding 2. Aansluitingen van optische vezelkabels van de Physio16 MR-ingangsdoos
Korte handleiding voor de Physio16 MR-ingangsdoos
5
8404174-00 (DU vertaling voor EN 8404164-00)
Ledlampindicaties De ledlampen geven gedurende de werking van de Physio16 MRingangsdoos zijn bedrijfsstatus aan.
Aan/Uit-led
Activiteiten-led
Aanhoudend batterij vol groen :
Aanhoudend verbonden met groen :
versterker
Aanhoudend batterij in orde oranje :
Flikkert oranje : batterij laag Flikkert rood :
batterijfout
Flikkert groen :
communicatie met versterker
Stop met het gebruik en neem contact op met de technische dienst van EGI.
Knippert groen : om de verbinding met de (één keer per 20 sec)
versterker te controleren
Afbeelding 3. Ledlampindicaties van de Physio16 MR-ingangsdoos
Korte handleiding voor de Physio16 MR-ingangsdoos
6
8404174-00 (DU vertaling voor EN 8404164-00)
Compatibele sensoren Tabel 1 geeft een lijst met PSN-sensoren die zijn getest op comptabiliteit met de Physio16 MR-ingangsdoos. Neem contact op met de technische ondersteuning van EGI via
[email protected] voor een lijst met de laatste sensoren die zijn getest op comptabiliteit met de Physio16 MR-ingangsdoos. WAARSCHUWING: Voor het garanderen van veilig en doeltreffend gebruik, mogen alleen sensoren die zijn geleverd en goedgekeurd door EGI worden gebruikt met de Physio16 MR-ingangsdoos. Indien er andere sensoren worden gebruikt, draagt de gebruiker de volledige verantwoordelijkheid om te garanderen dat het hierdoor ontstane systeem veilig en doeltreffend is voor het bedoelde gebruik. In het bijzonder is het vereist een voeding te hebben die conform medische standaard patiënt-geïsoleerd is wanneer er sensoren worden gebruikt die worden gevoed door het lichtnet. Het kan ook problemen teweegbrengen betreffende signaalkwaliteit en de accumulatie van individuele veilige lekpercentages. Neem contact op met de technische ondersteuning van EGI via
[email protected].
Tabel 1. Sensoren die zijn getest op hun compatibiliteit met de Physio16 MR-ingangsdoos en verkrijgbaar bij EGI
Aantal
Mfr
Mfr P/N
EGI P/N
ECG klemdraad (1,8 m)— enkelvoudig draad
Onderdeel
1*
BIOPAC
LEAD108
6156175
ECG klemdraad (3,6 m)— enkelvoudig draad
1*
BIOPAC
LEAD108
6156171
ECG MR elektroden (41 mm dia.)
15
BIOPAC
EL508
6156170
Quadtrode CV MRI ECG elektrode afzonderlijke kussentjes (9371A)
1 (4 pk)
Invivo
989803179041
6156177
1
Invivo
989803154751
6156176
CV MRI ECG draadkabel (9218B)
*BIOPAC draden worden afzonderlijk verkocht. Koop deze draden dus in setjes van twee voor de bipolaire kanalen van de Physio16 MR-ingangsdoos.
Korte handleiding voor de Physio16 MR-ingangsdoos 8404174-00 (DU vertaling voor EN 8404164-00)
Systeemdiagram
Afbeelding 4. Kernonderdelen van een kenmerkend systeem van de EEG-PNS GES 400 series die de verbindingen van de Physio16 ingangsdoos tonen
7
8
Korte handleiding voor de Physio16 MR-ingangsdoos 8404174-00 (DU vertaling voor EN 8404164-00)
Gebruik van de Physio16 MRingangsdoos U kunt een Physio16 MR-ingangsdoos gebruiken voor de opname van 16 bipolaire kanalen van PSN-data. WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat de Physio16 MR-ingangsdoos niet nat wordt om het gevaar voor een elektrische schok of beschadiging van het apparaat te voorkomen.
Voor de stap voor stap instructies voor het gebruik van de verschillende onderdelen van uw EGI-systeem, zie de handleidingen en instructies die zijn meegeleverd met uw GES-systeemconfiguratie.
De PNS-draden voorbereiden. Wanneer u de Invivio draadkabels gebruikt, hoeft u uw draadkabels niet voor te bereiden. Ze zijn klaar voor gebruik U kunt verder naar “ Een PNS-setup kiezen.”
Invivo draadkabels en elektroden
BIOPAC draden en elektroden (gedraaide paren vereist)
Korte handleiding voor de Physio16 MR-ingangsdoos 8404174-00 (DU vertaling voor EN 8404164-00)
Wanneer u de BIOPAC draden gebruikt, dient u het volgende te doen: 1. Leg twee BIOPAC draden van dezelfde lengte naast elkaar zodat de klemmetjes en pinnen elk bij elkaar liggen.
2. Breng de zwarte elektrische tape aan het pineinde van de draden aan en wikkel de beide draden samen tot 5 cm (2 in) afstand van de pinnen met vijfmaal wikkelen met de tape.
3. Wanneer de pinnen naar beneden hangen en uw handen bij de getapete verbinding zijn, gebruik uw vingers om elke draad in de tegenovergestelde richting van elkaar te draaien om een draaiing van de draden te krijgen van ongeveer drie draaiingen per 2,54 cm (1 in). Terwijl u verder gaat in de richting van de klemmetjes, moet u uw handen verder op de draad verplaatsen.
9
10
Korte handleiding voor de Physio16 MR-ingangsdoos 8404174-00 (DU vertaling voor EN 8404164-00)
Door de draden zo te draaien krijgt u de meest uniforme gedraaide draden ter reductie van artefacten. 4. Laat de draden los (d.w.z. niet gedraaid) over een lengte van 10–15 cm (4–6 in) bij het klemeinde van de draden. Houd rekening met de benodigde afstand van de draden over het hoofd van uw patiënt, terwijl er ook geen lussen ontstaan. 5. Breng de zwarte elektrische tape aan het klemeinde van de draden aan en wikkel de beide draden samen door vijfmaal te wikkelen met de tape.
Indien u de BIOPAC draden zo draait als hier is aangegeven, verliest u slechts enkele centimeters/inches van de lengte. Niet gewikkelde lengte
Gewikkelde lengte
1,8 m (71 in.)
1,7 m (67 in.)
3,6 m (142 in.)
3,51 m (138 in.)
Een PNS-setup kiezen. LET OP: Denk eraan dat de Physio16 set editor alleen toegang heeft tot de bipolaire poorten van de Physio16 MRingangsdoos en niet tot de aansluitingen op de connector van het MR Net. In het geval uw gelijktijdig de PNS-gegevens van de aansluitingen van de connector van het MR Net wilt hebben, samen met de Physio16 MR-ingangsdoos, dient u een aangepast PNS XML-bestand te maken voor die aansluitingen. Neem contact op met de technische ondersteuning van EGI via
[email protected] voor verder informatie.
Korte handleiding voor de Physio16 MR-ingangsdoos
11
8404174-00 (DU vertaling voor EN 8404164-00)
1. Indien nodig maakt u een nieuwe of u wijzigt een bestaande PNS-setup met behulp van de Physio16 set editor; deze is beschikbaar in het bedieningspaneel Hardware instellingen vanaf de interface van Net Station 5 Verwerving. Er moet op zijn minst één kanaal de naam "ECG" krijgen. Opmerking: Indien u twee of meer ECG-kanalen in uw PNS-setup hebt, dienen de extra ECG-kanalen een andere naam te krijgen dan "ECG" (bijv. ECG 1, ECG 2, ECG 3, enz,). Dit heeft de software nodig om de waarneming van de QRS op de juiste manier te verwerken.
Korte handleiding voor de Physio16 MR-ingangsdoos
12
8404174-00 (DU vertaling voor EN 8404164-00)
2. Een PNS-setup kiezen
3. Indien u een verwijderbare, beschrijfbare, doorzichtige film gebruikt, gebruik dan een markeerpotlood voor het aangeven van de PNS-setup en welke PNS-sensoren in welke poorten van de Physio16 MRingangsdoos worden ingestoken. Dit is vooral erg handig wanneer de volgorde van de PNS-poortnummers in een PNS-setup niet gelijk zijn aan de kanaalnummers. Opmerking: Met elke Physio16 MR-ingangsdoos worden verwijderbare, beschrijfbare doorzichtige films meegeleverd. Voor meer films of vervangingen, neem contact op met
[email protected].
Korte handleiding voor de Physio16 MR-ingangsdoos
13
8404174-00 (DU vertaling voor EN 8404164-00)
Plaatsen van de PNS-sensoren. Meestal plaats u de PSN-sensoren alvorens het Geodetisch sensornet™ (GSN) te plaatsen. Volg echter wel de protocollen van uw instelling op voor de correcte volgorde. Plaats als volgt de PNS-sensoren één voor één: 1. Plaats elke PNS-sensor op de patiënt volgens de protocollen van uw instelling. 2. Verbind elke PNS-sensor aan de Physio16 MRingangsdoos. 3. Controleer of elke sensor in de correcte poort is ingestoken volgens de geselecteerde PNS-setup.
Het Net opdoen. Om het Net op te doen, dient u de instructies voor het model van uw Net op te volgen.
Korte handleiding voor de Physio16 MR-ingangsdoos
14
8404174-00 (DU vertaling voor EN 8404164-00)
Verwijder alle lussen in de draden of snoeren. LET OP: Zorg ervoor dat er zich geen lussen vormen in de draden en de snoeren (d.w.z. een draad/snoer die lust en met zichzelf kruist, of een draad/snoer die lust en met een andere draad/snoer kruist). Dit kan verhitting van de draden/snoeren veroorzaken, waardoor de huid van de patiënt kan verbranden en/of er kan een verminderde gegevenskwaliteit zijn.
Controleer nadat het Net is geplaatst en afgesteld alle PNS-draden en Net-snoeren en zorg ervoor dat er zich geen lussen vormen of draden zich kruisen met zichzelf of met andere draden /snoeren.
Haal alle lussen uit de PNS-draden. Zorg dat u de draden goed neerlegt.
Géén lusvorming of kruisingen van de draden/snoeren
Lusvorming of kruisingen van de draden/snoeren
Korte handleiding voor de Physio16 MR-ingangsdoos 8404174-00 (DU vertaling voor EN 8404164-00)
Haal alle lussen uit de Net-snoeren door ze zachtjes door de snoergeleiders te trekken, totdat ze gelijke afstand hebben tussen de inliggende geleiders. Gebruik voor het op orde brengen van de snoeren van het Net, de geleiders voor de snoeren van het Net aan de achterkant van het Net.
Het aansluiten van de Physio16 MR aan de FICS. 1. Verbind de glasvezelkabel tussen de Physio16 MRingangsdoos en de FICS-behuizing. Opmerking: Elke Physio16 MR-ingangsdoos moet binnen 15 meter (50 ft) van de FICS-behuizing staan. Dit is de lengte van de glasvezelkabel die voor de verbinding zorgt.
15
Korte handleiding voor de Physio16 MR-ingangsdoos
16
8404174-00 (DU vertaling voor EN 8404164-00)
2. Indien u dit voorheen nog niet hebt gedaan, controleer de voeding van de Physio16 MR-ingangsdoos via de Physio16 MR infodialoogbox. Opmerking: Nadat het apparaat is aangesloten op de versterker en Stream aan in Net Station Verwerving is aangeklikt, kunt u het volgende controleren: Batterijniveau Huidige temperatuur Firmwareversie
Plaats de sensoren en controleer de gegevenskwaliteit. 1. Zet elke Net-sensor afzonderlijk op zijn plaats door hem stevig vast te pakken en het basisstuk op en neer te bewegen zodat het haar uit elkaar gaat en elke sensor direct contact maakt met de schedel. Begin met de referentie- (REF/Cz) en gemeenschapssensoren (COM), en ga daarna door in numerieke volgorde. 2. Steek de hypertronische connector van het Net in de FICSbehuizing en vergrendel de connector door zijn hendel 180º met de klok mee te draaien. 3. Doe het volgende in Net Station:
Controleer de kwaliteit van de gegevens door in de polygrafische golven en de EEG-golven te scrollen.
Korte handleiding voor de Physio16 MR-ingangsdoos
17
8404174-00 (DU vertaling voor EN 8404164-00)
Controleer of de PNS-kanalen de verwachte gegevens weergeven van elke PNS-sensor die is verbonden met de Physio16 MR-ingangsdoos. Indien er kanalen zijn die gegevens van de verkeerde sensoren weergeven, verplaats dan de stekkers van die sensoren naar de correcte poorten op de Physio16 ingangsdoos, zodat ze bij de poortopdrachten van de geselecteerde PSN-setup passen.
Controleer de impedantiewaarden door op de Impedance-knop (Impedantie) te klikken en stel de impedantiedrempel in op 70 voorgeschreven. Acceptabele impedanties voor de HydroCel GSN MR Netten liggen tussen 100 weerstandswaarde van de hypertronische connector van het Net. Verlaag de impedantiedrempel, indien nodig. Opmerking: Hoewel de standaard geadviseerde impedantie van EGI voor de impedantie van de schedel 50 impedantiedrempel voor de MR Netten. Denk eraan dat impedantie kan worden beïnvloed door de haarlengte en -dikte, hoe schoon het haar is en ook de weefselstructuur van de huid en snorharen.
4. Alle PSN- of Net-sensoren die een slechte kwaliteit of onaanvaardbare impedantiewaarden aangeven, dienen te worden aangepast:
Pas alle PNS-sensoren op de juiste manier aan.
Zorg dat alle Net-sensoren goed komen te zitten door ze bij te stellen of één of twee druppels elektrolyt in de spons van het basisstuk van die sensoren te druppelen. Opmerking: Wanneer u te veel gel/pasta gebruikt, verhoogt dit de kans dat de sensoren contact met elkaar maken.
Korte handleiding voor de Physio16 MR-ingangsdoos
18
8404174-00 (DU vertaling voor EN 8404164-00)
LET OP: In de volgende stap is het noodzakelijk dat u het impedantievenster sluit nadat u de impedantiewaarden hebt opgeslagen, zodat het signaal om de impedantie te meten de EEG-gegevens niet overschrijft tijdens de opname.
5. Bewaar de impedantiewaarden in het bestand van de Net Station-sessie door op de Save-knop (Opslaan) te klikken. 6. Voor alle sensoren die niet kunnen worden verbeterd, dient u deze kanalen binnen Net Station aan te duiden als slecht ( ) en te noteren in uw logboek. 7. Verlaat Net Station
Doe elastisch netverband (Bandafix) over het Net. Breng het elastisch netverband (Bandafix) aan volgens de instructies van het Net.
Naar de MRI-scanruimte. Opmerking: Aangezien de versterker op batterijvoeding werkt wanneer het zich in de FICS-behuizing bevindt, hoeft u zijn software en hardware niet volledig af te sluiten voordat u naar de voorbereidingsruimtes en imagingruimtes gaat.
1. Koppel het volgende af (zie afbeelding 4):
Haal de stekker van de hypertronische connector van het Net uit de voorkant van de FICS-behuizing.
Haal de optische glasvezelkabel LCLC uit de gegevens I/O-poort (in/uit) van de FISC-behuizing. Laat de optische glasvezelkabel LCLC aangesloten aan de ethernetschakelaar, die is verbonden met de EGIsysteemcomputer.
Korte handleiding voor de Physio16 MR-ingangsdoos
19
8404174-00 (DU vertaling voor EN 8404164-00)
Haal de optische glasvezelkabel MTJR uit de kloksynchronisatiepoort van de FISC-behuizing. Laat de optische glasvezelkabel MTJR aangesloten aan het EGI kloksync-apparaat, dat is verbonden met de MRconsole en bedieningspaneel.
Haal de optische glasvezelkabel MTJR tussen de AUXpoorten van de FISC-behuizing en de Physio16 MRingangsdoos uit. LET OP: Wanneer u de MR-imagingruimte ingaat, laat u alle MR-onveilige onderdelen buiten de MR-imagingruimte.
2. Begeleid de patiënt in de MR-imagingruimte, terwijl iemand anders de Physio 16 ingangsdoos en de FISC-behuizing in de MR-imagingruimte brengt. 3. Plaats de FISC-behuizing veilig op een MR-veilige tafel in de buurt van de opening van de MRI-scanner. 4. Plaats de Physio16 MR-ingangsdoos veilig bovenop de FISCbehuizing. 5. Vraag de patiënt om op het scannerbed te gaan liggen. 6. Let op de draden en snoeren:
Verzekert u zich ervan dat er geen lussen in de PNSdraden en EEG-snoeren zitten.
Leg alle draden/snoeren naast de patiënt op het scannerbed.
Gebruik extra draden/snoeren indien nodig.
Beveilig de draden/snoeren met de MR-veilige nietmagnetisch silica zandzakken.
Korte handleiding voor de Physio16 MR-ingangsdoos
20
8404174-00 (DU vertaling voor EN 8404164-00)
7. Plaats schuimsteunen rond het hoofd van de patiënt om te voorkomen dat het Net onaangenaam zit en ook dat beweging van het hoofd wordt tegengegaan. 8. Sluit het volgende aan:
Steek de stekker van de hypertronische connector van het Net in de voorkant van de FICS-behuizing.
Steek de optische glasvezelkabel LCLC in de gegevens I/O-poort (in/uit) van de FISC-behuizing.
Steek de optische glasvezelkabel MTJR in de kloksynchronisatiepoort van de FISC-behuizing.
Steek nog een andere optische glasvezelkabel MTJR tussen de AUX-poorten van de FISC-behuizing en de Physio16 MR-ingangsdoos.
9. Wanneer u weer buiten de MR-imagingruimte bent, herstart u Net Station in de verwervingsmode. 10. Het EEG-PNS-systeem is nu volledig klaar. Rond het voorbereiden van de patiënt en het MR-systeem af volgens de protocollen van uw instelling. 11. Laat de EEG-PNS-fMRI-opnamesessie draaien.
Na de opnamesessie: 1. Nadat de patiënt uit de MR-opening komt:
Haal de stekker van de hypertronische connector van het Net uit de FICS-behuizing.
Haal de optische glasvezelkabels tussen de Physio16 MR, FICS-behuizing en MR-imagingruimte uit.
Korte handleiding voor de Physio16 MR-ingangsdoos
21
8404174-00 (DU vertaling voor EN 8404164-00)
2. Begeleid de patiënt uit de MR-imagingruimte naar de ruimte waar de sensoren worden verwijderd, terwijl iemand anders de Physio16 MR-ingangsdoos en de FISC-behuizing uit de MRimagingruimte meeneemt. 3. Verwijder (en draag zorg voor) de PSN-sensoren volgens de protocollen van uw eigen instelling. 4. Verwijder (en draag zorg voor) het Net volgens de instructies van het Net. 5. Volg het protocol van uw instelling om de patiënt te laten gaan. 6. Controleer het niveau van het batterijvermogen van zowel de Physio16 MR-ingangsdoos en de FICS-behuizing. Zorg dat ze voldoende zijn opgeladen voor de volgende opnamesessie. Indien dit niet het geval is, laad ze dan op volgens de bijgeleverde instructies.
Wij verwijzen naar de pagina's 2 en 5 van deze handleiding wat betreft de Physio16 MR-ingangsdoos,
Wat betreft de FICS-behuizing, verwijzen wij naar de handleiding van de GES 400 MR-series (8100401).
Voor verdere vragen of ondersteuning kunt u contact met ons opnemen via: Electrical Geodesics, Inc. (EGI) 500 E 4th Avenue, Suite 200 Eugene, OR 97401 USA
+1.541.687.7962
[email protected] www.egi.com