Overtuigen zonder dwang Coaching & Counseling vanuit de principes van Ki-Aikido
Scriptie ter afsluiting van de opleiding Coaching en Counseling aan het Europees Instituut Ad Meulensteen Zandstraat 5 5563 AE Westerhoven
[email protected] www.heeradriaanbeweegt.nl
Scriptiebegeleiders: Ad en Toby Voogels van Ki-Aikido school Torii. Juni 2009
WAT GEBEURD IS KUN JE NIET VERANDEREN HOE JE ER MEE OMGAAT BEPAAL JE ZELF
SOMS VALT DAT NOG NIET ZO MEE!!!!
“END THE STRUGGLE AND DANCE WITH LIFE”
Inhoudsopgave Pagina nummer
Aanleiding
1
Indeling
3
Hoofdstuk 1:
Ki-Aikido, een levenswijze met invloeden uit
4
Zen, Boeddhisme en Oosterse Krijgskunsten. Hoofdstuk 2
De stromingen in coaching en counseling.
16
Hoe heb ik ze begrepen en wat gebruik ik? Hoofdstuk 3
Oosterse en Westerse denkwijzen naast elkaar gezet
34
Hoofdstuk 4
De combinatie van Ki-Aikido met de stromingen in
38
coaching en counseling. Hoofdstuk 5
De weg naar meesterschap. De praktijk.
48
Ki-Aikido als rode draad. De stromingen als tools. Hoofdstuk 6
Mijn antwoord op de vraag hoe Ki-Aikido en
59
coaching en counseling elkaar kunnen versterken Literatuur Dankjewel
Lijst van geraadpleegde werken
60 62
AANLEIDING September 1992. Ik ben leraar lichamelijke opvoeding en trots op mijn lichaam en wat ik daarmee kan. Toch wil dat lichaam niet altijd wat ik wil. Onderzoek wijst uit dat ik zowel links als rechts forse artrose heb in mijn heupgewrichten. Het kraakbeen is weggesleten en dat is onomkeerbaar. Ik werk nog zes jaren door. Een periode van afwisselend hopeloosheid en opstandigheid. De klachten nemen toe, de artrose blijkt ook in onderrug en nek te zitten. In oktober 1998 wordt ik voor mijn vak voor 100% afgekeurd. De impact blijkt enorm te zijn. Niet alleen het verlies aan lichamelijke capaciteiten komt hard aan, meer nog het verlies aan status. Ik kan tegen mijn kinderen niet meer zeggen; “papa is gymlaar”. Ik kan ook niet zeggen wat ik wel ben. Ik had nooit gedacht dat status zo belangrijk voor mij was, maar het blijkt wel zo te zijn. Van de onoverzichtelijke regelgeving en de stroperige procedures word ik ook niet vrolijker. Pijn en bewegingsbeperking nemen steeds verder toe. Kortom, ik duik in een groot gat en voel me af en toe hopeloos ellendig. Toch zit er diep in mij een vonk die ervoor zorgt dat ik nieuwe wegen wil inslaan. Langzaam verplaatst mijn aandacht zich van wat ik niet meer kan, naar wat ik nog wel kan. Tijdens een tweede kans reïntegratietraject wordt mijn aandacht gevestigd op
trainen
en
coachen.
Gezien
mijn
onderwijsachtergrond
en
mijn
verbale
begaafdheid zouden daar kansen moeten liggen. Ik word enthousiast. Na een vergelijking op internet kies ik voor de opleiding coaching en counseling van het Europees Instituut. De doorslag voor deze keuze is het gegeven dat het eerste studiejaar gericht is op jezelf. De argumentatie dat je eerst jezelf moet kennen voordat je anderen kunt begeleiden klinkt logisch en voelt ook goed. Ik begin aan de opleiding en ontdek al snel dat ik veel kan leren, zowel over mijzelf als over anderen en zeker ook over de interactie daartussen. Tegelijk ontdek ik dat ik beschik over een aantal kernkwaliteiten die maken dat ik uiteindelijk “meesterschap” moet kunnen bereiken als coach. Ik ervaar de opleiding als uitermate boeiend. Nu ik geestelijk weer aan de kansenkant zit, voel ik de behoefte om te gaan zoeken of dat lichamelijk ook kan. Ik kies voor Ki-Aikido, een levenswijze gericht op steeds actief in harmonie zijn met je omgeving. Daarbij wordt gestreefd naar coördinatie van lichaam en geest.
1
Hoe meer lichaam en geest een eenheid vormen, hoe gemakkelijker harmonie te realiseren is. Het oefenen van de eenwording van lichaam en geest gebeurt door een combinatie
van
mediteren
en
lichaamsoefeningen
gebaseerd
op
de
oosterse
krijgskunsten. Het blijkt een gouden greep. Lichamelijk gezien zorgt het voor rust en ontspanning. Ik leer om met pijn om te gaan door te ontspannen in plaats van door pijnstillers. Ik slaag erin om mijn bewegingsmogelijkheden aanzienlijk te vergroten. Ook geestelijk vind ik rust en ontspanning. Ki-Aikido is voor mij een levenswijze geworden en vormt een zeer vruchtbare voedingsbodem voor de inzichten vanuit de opleiding coaching en counseling. Ze versterken elkaar. Mijn eigen stijl als coach, waarin ik meesterlijk wil worden, heeft als basis de levenswijze Ki-Aikido, verrijkt met steeds nieuwe inzichten uit leven en opleiding. Ik kan de rest van mijn leven blijven ontwikkelen en groeien, ik zie weer volop kansen en dat is een prettig vooruitzicht. Voor mij volgt hieruit als vanzelf de vraagstelling voor mijn scriptie:
“Op welke manieren kunnen coaching en counseling en Ki-Aikido elkaar versterken”.
2
Indeling Ik heb mijn scriptie ingedeeld in zes hoofdstukken. Elk hoofdstuk begint met een korte benoeming van het onderwerp. Daarna werk ik het onderwerp uit. Tot slot geef ik een literatuurlijst die specifiek op het hoofdstuk van toepassing is. Aan het einde van de scriptie volgt nog een lijst met werken die ik gelezen heb en die daarmee invloed hebben op mijn eigen wijze van mens en coach zijn. Hoofdstuk 1:
Ki-Aikido, een levenswijze met invloeden uit Zen, Boeddhisme en Oosterse Krijgskunsten.
Hoofdstuk 2:
De stromingen in coaching en counseling. Hoe heb ik ze begrepen en wat gebruik ik?
Hoofdstuk 3:
Oosterse en westerse denkwijzen naast elkaar gezet.
Hoofdstuk 4:
De combinatie van Ki-Aikido met de stromingen in coaching en counseling. De weg naar meesterschap.
Hoofdstuk 5:
De praktijk. Ki-Aikido als rode draad. De stromingen als tools.
Hoofdstuk 6:
Mijn antwoord op de vraag hoe Ki-Aikido en coaching en counseling elkaar kunnen versterken.
Lijst van geraadpleegde werken. Dankjewel.
3
Hoofdstuk 1 Ki-Aikido In dit hoofdstuk laat ik u kennismaken met de levenswijze Ki-Aikido, die gericht is op leven in harmonie met jezelf, met de ander en met je omgeving. Met andere woorden; zorgen dat je steeds op je best bent. Ik geef de betekenis van de naam. Ik geef uitleg over de vier basisprincipes van Ki-Aikido en ik bespreek een aantal aandachtspunten waaraan wij in onze lessen Ki-Aikido werken.
-To unify mind and body is the ultimate purpose of my study-
Aikido Ki =
universele energie= een oneindig grote verzameling oneindig kleine deeltjes. Deze energie krijgt vorm en betekenis in de wereld zoals wij die ervaren.
Ai =
harmonie, eenwording.
Do = manier, weg.
-Aikido is de manier om in harmonie te komen met jezelf en de wereld om je heen-
4
Ki-Aikido In Ki-Aikido, Aikido met Ki, heeft Ki de betekenis van aandacht, interesse, in contact zijn met, informatie-uitwisseling. De aandacht is daarbij zowel naar buiten als naar binnen gericht. Naar buiten naar de omgeving en wat daar gebeurt en tegelijk naar binnen naar wat er in mijzelf gebeurt.Dit is een dynamisch proces. Zowel buiten mij als in mij vinden ononderbroken veranderingen plaats, waardoor de harmonie verstoord raakt. Dat vraagt ook om ononderbroken aandacht en aanpassing om steeds opnieuw in harmonie te komen met jezelf en de omgeving. Volgens de inzichten van Ki-Aikido gaat dat gemakkelijker als je jezelf beschouwt als het middelpunt van het universum. Door voortdurende aandacht voor mijzelf en mijn omgeving voel ik de veranderingen die steeds plaatsvinden. Door zelf te bewegen zorg ik ervoor dat ik in harmonie blijf met mijn omgeving of dat ik die harmonie zo snel mogelijk herstel. Ki-Aikido gaat er daarbij van uit dat de geest leidt en het lichaam volgt.
Lichaam en geest verenigen en daardoor een worden met het universum Oorspronkelijk, van nature, als pasgeborene, is die eenheid van lichaam en geest er nog. Tijdens het opgroeien raken wij, door opvoedings- en omgevingsinvloeden die eenheid kwijt. We leren af om in evenwicht te zijn. Het doel van de studie van KiAikido is het terugvinden van de eenheid van lichaam en geest en vanuit die eenheid een worden met het universum. Dat betekent dat je in harmonie bent met jezelf, met de ander en met je omgeving. Een combinatie van rust en dynamiek. Het oefenen in de dojo, onze lesruimte, moet leiden tot leren om ook in het leven van alledag, buiten de dojo, steeds vaker in harmonie te zijn. Deze studie duurt je hele leven lang.
-
Volledig aanwezig zijn in het hier en nu-
-
Verbinding maken-
-
Ervaren wat gebeurt zonder te oordelen-
-
Handelen om weer in harmonie te zijn-
5
Op je best In de praktijk van alledag betekent dat: steeds proberen “op je best” te zijn “Op je best” ben je als je zó open staat voor dat wat gebeurt in je omgeving, dat je een verandering al bij het begin voelt, daar op je best in mee kunt gaan, en de verandering zo kunt laten plaatsvinden dat je daarna nog steeds op je best bent. Hoe minder je uit je evenwicht raakt, hoe minder inspanning het kost om dat evenwicht weer terug te winnen.
Ki-Aikido gaat uit van vier principes: Keep one point
Behoud een punt
Relax completely
Ontspan volledig
Keep weight underside
Houd je gewicht aan de onderkant
Extend Ki
Zend Ki (aandacht) uit
“Behoud een punt” en ”Zend Ki uit” zijn principes van de geest. Dat wil zeggen dat bij deze twee principes de geest de weg is waarlangs wij de eenwording van lichaam en geest benaderen. “Ontspan volledig” en”Houd je gewicht aan de onderkant” zijn principes van het lichaam. Het lichaam als weg waarlangs wij de eenwording van lichaam en geest benaderen. Het zijn vier toegangen tot de eenwording van lichaam en geest die elkaar versterken en tegelijk niet zonder elkaar kunnen. Beheers je een van de vier, dan beheers je ze allemaal. Raak je er een kwijt dan ben je ze allemaal kwijt.
6
De vier principes nader bekeken Behoud een punt Blijf in evenwicht, laat je niet van de wijs brengen. “Een punt” is de denkbeeldige plaats op de onderbuik waarop het gewicht van het hele bovenlichaam rust, de plaats waarvan wij in het westen zeggen dat daar het lichaamszwaartepunt ligt. In de anatomische houding, zoals wij die in het westen als uitgangspunt nemen ligt het lichaamszwaartepunt in de onderbuik. In Ki-Aikido gaan wij uit van een lichaamshouding waarbij je op je best staat en dan ligt “een punt” op de onderbuik. Het is een denkbeeldige plaats waar in Ki-Aikido ook de
geest
geconcentreerd
zou
moeten
zijn.
Daardoor
vormt
het
ook
het
verbindingspunt tussen lichaam en geest. Als wij het universum zien als een oneindige cirkel met een oneindige straal en “een punt” als middelpunt daarvan, dan is dat ook precies het punt van waaruit wij in eenheid van lichaam en geest invloed uit kunnen oefenen op het universum. Als wij vanuit “een punt” bewegen, dan beweegt het hele universum. “Behoud een punt” is een principe van de geest. Je kiest zelf de denkbeeldige plaats op de onderbuik waar je je aandacht op richt. Als je erin slaagt om in dat punt lichaam en geest te verenigen ben je “op je best”, ben je in balans. Het beoefenen van Ki-Aikido, is erop gericht om er steeds beter in te slagen de hele dag “een punt” te behouden en zo steeds “op je best” te zijn . “Behoud een punt” betekent niet dat je star, onwrikbaar, onbeweeglijk bent. Integendeel zelfs, je bent flexibel en altijd bereid en in staat om te bewegen. In het steeds veranderende universum, in je steeds veranderende eigen omgeving, ben je ook steeds op zoek naar je beste positie daarin. Star zijn betekent dat, als er een trein op je af komt, je je hand uitsteekt en “Ho” roept. “Behoud een punt” betekent in deze situatie dat je ervoor kiest een stap opzij te zetten. Je kiest een nieuwe positie waardoor je “een punt” kunt behouden en tegelijk voorkomt dat je beschadigd raakt. Vanuit deze nieuwe positie kun je als dat nodig is weer flexibel, uit eigen keuze handelen, nog steeds als middelpunt van het universum.
7
Ontspan volledig Ontspan volledig is een principe van het lichaam. Een lichaam dat gespannen is, is instabiel, onbuigzaam en beperkt in zijn bewegingen. Een ontspannen lichaam is stabiel en beweeglijk, kan snel en goed gedoseerd reageren en is toch in staat om een verrassende energie op te wekken. “Ontspan volledig” houdt in dat je zoveel spierspanning in je lichaam hebt als nodig is om de juiste houding te handhaven of de beweging die je wilt maken uit te voeren. Niet meer en niet minder. Bereik met zo weinig mogelijk moeite dat wat je wilt bereiken. Doe niet meer dan nodig is. Daarom is “ontspan volledig” ook niet hetzelfde als slap. Bij een slap lichaam is je aandacht afwezig. In Ki-aikido heet dat ”dode ontspanning”. “Ontspan volledig” is levende, bezielde ontspanning, zoveel spanning als nodig is om steeds op je best te zijn. Je bent ontspannen en tegelijk op elk moment in staat om te reageren op en mee te bewegen met elke verandering in je omgeving, waardoor je steeds op je best blijft en “een punt” kunt behouden. Dit maakt ook duidelijk waarom de vier principes elkaar aanvullen en niet zonder elkaar kunnen.
Houd het gewicht aan de onderkant Houd het gewicht aan de onderkant is een principe van het lichaam. Dit principe betekent dat je rekening houdt met de zwaartekracht. Laat de zwaartekracht zijn werk doen. In de natuur is daardoor het gewicht van alle dingen aan de onderkant en kan alles met zo weinig mogelijk inspanning in dezelfde positie blijven. Je lichaamshouding is steeds zodanig dat elk deel van je lichaam de positie inneemt die het op basis van de zwaartekracht in wil nemen, terwijl je met een minimum aan spanning [“ontspan volledig”] zorgt dat de positie van de lichaamsdelen ten opzichte van elkaar resulteert in een goede houding. Ook bij het bewegen houd je rekening met de zwaartekracht. Bewegingen in Ki-Aikido verlopen recht omhoog en recht omlaag of recht naar voren en recht naar achteren. Met zo weinig mogelijk inspanning tegen de zwaartekracht in en met zo weinig mogelijk inspanning met de zwaartekracht mee.
8
Stuur Ki naar buiten “Stuur Ki naar buiten” is een principe van de geest. Het houdt in dat je alles met aandacht doet. Met aandacht ben je in contact met de omgeving en neem je deze omgeving waar, waardoor je veranderingen al in een vroeg stadium opmerkt en naar waarde kunt beoordelen. Met aandacht doe je alles vanuit jezelf naar je omgeving toe, zodat jouw toevoeging in evenwichtige verhouding is met de veranderingen in die omgeving. Een actie of een reactie betekent in Ki-Aikido dat je jezelf beweegt, vanuit “een punt”. Daardoor gaat ook de ander bewegen. Het betekent niet dat jij probeert om die ander te bewegen. Je beweegt jezelf, de ander is verantwoordelijk voor zijn reactie daarop en die reactie kan voor jou weer aanleiding zijn om jezelf opnieuw te bewegen. Daarbij kun je actie en reactie zie in de vorm van een dans waarin de grenzen tussen actie en reactie vervagen en uitvoerende en partner in harmonie bewegen. De aandacht maakt wat er gebeurt tot een persoonlijke vertaling voor jou en de aandacht maakt jouw reactie tot een persoonlijke reactie. Door alles met aandacht te doen kun je ook in elke situatie een persoonlijk antwoord geven, steeds opnieuw alsof het de eerste keer is. Je vervalt niet in gewoonten en stereotypen.
De kern van Ki-Aikido De kern van Ki-Aikido is voor mij: Als je iets wilt veranderen dan moet je zelf veranderen. Je zegt niet tegen de ander dat hij moet veranderen, je verandert iets bij jezelf. Daardoor wordt de ander uitgenodigd om in een veranderde situatie voor zichzelf de beslissing te nemen dat hij op zijn beurt iets wil veranderen. Dat wil zeggen dat er pas echt iets verandert als de ander instemt met jouw voorstel tot verandering en daarom zelf actief wordt. De beweging die je maakt zal zodanig van aard moeten zijn dat de ander zich uitgenodigd voelt om daarin mee te gaan in plaats van gedwongen. Dwang leidt tot weerstand en tegenwerking. Instemming leidt tot samengaan en meewerken.
9
Kenmerkend voor Ki-Aikido Kenmerkend voor Ki-Aikido en het streven naar eenheid van lichaam en geest, is de mogelijkheid om de theorie tot leven te laten komen en te ervaren door middel van het gebruik van lichamelijke oefensituaties. In harmonie met je oefenpartner kun je fysiek ervaren of je aandacht er is, of de richting van je aandacht klopt, of je jezelf beweegt of probeert je partner te bewegen, of je hard of zacht omgaat met je partner en of je de vier principes toepast of niet. Naast oefenvormen uit de oosterse krijgskunsten zijn hiervoor in Ki-Aikido speciale Ki-testen ontwikkeld, gericht op de afzonderlijke principes.
10
Tijdens
de
lessen,
de
oefensituaties,
werken
wij
aan
een
aantal
aandachtspunten
Een goede houding Het gewicht ligt op de voorvoet. De onderrug is recht. De borstkas is open. De schouders zijn ontspannen.
Juiste ademhaling Ademen met het hele lichaam. Dat wil zeggen dat je je hele lichaam vol laat lopen en weer leeg, waarbij het middenrif als enige spier gebruikt wordt. Ademen op deze manier kost de minste inspanning.
Natuurlijke beweging Bij het uitvoeren van bewegingen houdt je rekening met de zwaartekracht en de invloed daarvan zowel op jezelf als op de ander.
Levende ontspanning Je zorgt steeds dat je lichaam de minimale spanning heeft die nodig is voor een goede houding en voor natuurlijk bewegen. Niet slap en passief maar met de spanning die nodig is en niet meer.
Ma-ai: de juiste afstand De afstand naar iets of iemand waarbij je je nog prettig voelt. Op deze afstand kun je op je best contact maken met de ander. Verderaf is er wel waarneming, maar nog geen contact. Dichterbij voelt onveilig omdat iemand dan in de ruimte komt die je vanuit je gevoel nodig hebt om in balans, in je “een punt” te kunnen blijven. Als je in een ruimte komt, neem dan met je aanwezigheid die ruimte in. In een deel van die ingenomen ruimte kun je anderen toelaten zonder dat je dat onprettig vindt. Ergens, persoonlijk bepaald, ligt de grens waar je je onprettig begint te voelen, waar je uit balans dreigt te raken en je “een punt” dreigt te verliezen. De ruimte binnen die grens wil je voor jezelf hebben.
11
Niets doen Zorg dat er bij jezelf niets verandert. Richt je niet op het tegenhouden van de ander, maar richt je op het handhaven van jezelf. Niets doen betekent niet dat je alles loslaat want dan geef je alles weg. Niets doen wil zeggen dat je met zo weinig mogelijk inspanning zorgt dat de situatie blijft zoals ze is. Je geeft jezelf op deze manier de gelegenheid om terug te gaan naar je “een punt” en van daaruit een beweging te maken. Je beweegt daarbij jezelf, daardoor verander je de situatie en wordt de partner uitgenodigd om ook een beweging te maken. De partner bepaalt daarbij zelf welke beweging hij maakt. Als je erop gericht bent om de partner te bewegen, dwing je hem om een beweging te maken die jij voor hem kiest en waar hij het misschien helemaal niet mee eens is.
Ki in evenwicht Ki staat voor aandacht, energie en informatie. In een relatie vindt interactie plaats, uitwisseling van aandacht, energie en informatie. De ki van degene die uitvoert en de ki van degene die meewerkt moeten daarin als gelijkwaardig gerespecteerd worden. Heb je teveel respect voor de ki van degene die meewerkt, dan laat je je meesleuren in zijn beweging. Heb je teveel respect voor je eigen ki, dan ga je kracht gebruiken om de ander te bewegen. Daarom begint elke Ki-Aikido oefening met het maken van contact met de partner. Goed contact maken is voelen wat er gebeurt bij jezelf en bij de ander. Bij het oefenen van Ki- Aikido wordt er steeds de nadruk op gelegd dat de partner moet instemmen met de beweging die je doet. Beide partners voeren daarom met respectvolle aandacht de beweging uit. De uitvoerende partner blijft steeds alert op weerstand die hij van de ander ondervindt. Weerstand wil zeggen dat er geen instemming is, dat er niet gekozen is voor de beweging die het beste aansluit bij de bewegingsruimte die de partner biedt. Bij weerstand voer je niet de ingezette beweging met geweld door, maar ga je zoeken naar een vervolg van de beweging of naar een andere beweging die wel de instemming heeft van de partner.
12
De partner voelt voortdurend of de beweging die de uitvoerende doet inderdaad zijn instemming heeft, inderdaad door hem als meest natuurlijk en voor de hand liggend ervaren wordt. Als dat niet zo is dan laat hij zijn weerstand ook voelen zodat de uitvoerende zijn beweging kan aanpassen door op zoek te gaan naar een vervolg wat wel instemming krijgt. Op deze manier geven de twee elkaar steeds informatie en daarmee de gelegenheid om steeds beter te worden. Bij een goed uitgevoerde beweging heeft de uitvoerende het gevoel dat het geen enkele moeite kost, eigenlijk vanzelf gaat. De partner vraagt zich af waarom hij meeging in de beweging zonder weerstand te laten voelen, terwijl hij achteraf het gevoel overhoudt dat dat toch gemakkelijk gekund had. Steeds is er de afstemming tussen wat er gebeurt in jezelf en in je omgeving, het streven naar harmonie.Maak contact met de partner, voel de richting van zijn aandacht en energie en doe dan je beweging, met aandacht en respect. Door jouw beweging kun je aandacht en energie van de partner verder sturen in de richting waarin die al ging, of je kunt de aandacht van de partner verleggen in een andere richting. Als je dat doet is dat confronterend. De confrontatie gebeurt altijd met zachtheid, respect en aandacht en zonder de partner te blokkeren. Als je de energie van de partner blokkeert dan vergroot je de tegenstelling en ben je bezig met het willen bewegen van de ander in plaats van jezelf. Beweeg je de partner zo heftig dat hij uit balans raakt dan volgt een paniekreactie en creëer je een nieuwe tegenstelling in plaats van harmonie. Een gevolg van deze manier van denken is dat je in Ki-Aikido werkt met datgene wat je wel kunt bewegen. Het heeft geen enkele zin om te sjorren aan iets wat je niet kunt bewegen. Zoek naar wat wel kan en doe dat. Op die manier verander je de situatie en ontstaat er ruimte voor volgende bewegingen.
Ki meditatie Oefenen om je aandacht vast te houden zonder af te dwalen. Oefenen om steeds in contact te zijn met wat hier en nu gebeurd in mijzelf en in mijn omgeving.Daarbij is het uiteindelijke doel dat je er in slaagt om alles los te laten wat je eerder als succesvol ervaren hebt. Omdat elke situatie een unieke situatie is, vraagt ook elke situatie om een unieke oplossing. Oplossingen en successen uit het verleden kun je daarom niet op deze situatie toepassen. Door aandacht te hebben voor, in contact te zijn met wat in het hier en nu gebeurt, creëer je voor elke nieuwe unieke situatie een nieuwe unieke oplossing.
13
Balans Als je een punt kunt behouden, dan ben je in balans. In Ki Aikido betekent dat niet dat je star en onbeweeglijk staat met de voeten ver uit elkaar en met een gespannen lichaam. Dan ben je onbeweeglijk, statisch, gericht op het tegenhouden van de ander. Op het moment dat je de ander niet meer kunt tegenhouden, raak je zo ver uit balans dat er ook geen mogelijkheid meer is om snel weer in balans te komen en terug te komen in je een punt. Daarom is balans in Ki-Aikido dynamisch. Je staat ontspannen rechtop, met je voeten kort bij elkaar. Je bent gericht op het in stand houden van je eigen een punt, niet op het tegenhouden van de ander. Doordat je zo ontspannen staat met je voeten dicht bij elkaar, kun je op elk moment dat je daar zelf voor kiest een stap zetten waardoor de druk wegvalt en je zelf weer meteen, in die nieuwe positie, in je een punt bent. Balans betekent voeten dicht bij elkaar, ontspannen, want ik wil flexibel zijn en op elk moment alle kanten op kunnen bewegen.
Geest leidt, lichaam volgt In Ki-Aikido gaan we ervan uit dat de geest leidt en het lichaam volgt. De aandacht, de intentie, de richting van de geest, worden uitgevoerd door het lichaam. Dit gebeurt niet, in tijd gezien, na elkaar. Eenheid van lichaam en geest houdt in dat intentie en actie tegelijk plaatsvinden. Zonder intentie is er geen actie. Hoe sterker de intentie, hoe meer Ki, hoe overtuigender de actie verloopt. De actie vraagt minder energie en levert gemakkelijker de gewenste verandering op
Oefenen tijdens de lessen Ki-Aikido Oefenen tijdens de lessen Ki-Aikido geeft de mogelijkheid om de uitgangspunten en aandachtspunten te ervaren en te oefenen, waarbij je vanuit het fysieke bezig zijn heel directe feedback krijgt. De uitvoerder en de partner voorzien elkaar continu van informatie. Ze zijn samen verantwoordelijk voor de bewegingsafloop. De uitvoerder is verantwoordelijk
voor
het
welzijn
van
de
partner.
De
partner
heeft
de
verantwoordelijkheid om de uitvoerende steeds feedback te geven over hoe hij het handelen van de uitvoerende ervaart. Is er constant contact of verliest de uitvoerende dat ergens onderweg? Verloopt de beweging vanzelfsprekend of gebruikt de uitvoerende toch (teveel) kracht? Maakt de uitvoerende zijn eigen beweging of wil hij toch de partner gooien.
14
Voelt de partner zich uitgenodigd om mee te gaan in de beweging of wordt hij gedwongen? Heeft de beweging de instemming van de partner, of wekt de beweging weerstand? In gelijkwaardigheid ontstaat een win-win situatie, waarin de uitvoerende leert van de partner en de partner van de uitvoerende.
Conclusie In dit hoofdstuk heb ik beschreven hoe Ki-Aikido de verbinding maakt van lichamelijk stabiel zijn met geestelijk onverstoorbaar zijn. Stabiliteit krijg je door een goede lichaamshouding. Onverstoorbaar wordt je door acceptatie van wat er gebeurt of wat er is. Stabiliteit en onverstoorbaarheid geven rust. Als je kunt accepteren wat er is, hoef je er niet tegen te vechten, maar kun je er mee gaan werken vanuit je eigen kracht. Vanuit je eigen rust kan je eigen dynamiek een door jou gewenste verandering tot stand brengen. In de praktijk blijkt dat makkelijker gezegd dan gedaan. Ki-Aikido is een levenswijze, een studie die je hele leven duurt en die gericht is op voortdurende persoonlijke groei en ontwikkeling. Daarin past ook dat je geen fouten maakt, geen dingen verkeerd doet. Alles wat je doet levert ervaringen op en bevat leermomenten die je gebruikt om te groeien. Steeds beter je “een punt” kunnen bewaren, steeds meer dingen kunnen doen vanuit ontspanning, steeds minder kracht gebruiken en steeds beter en langer je aandacht vast kunnen houden. Steeds beter en vaker op je best zijn.
Geraadpleegde literatuur Curtis, Christopher.
Ki-Aikido on Maui.
Curtis, Christopher.
Letting go.
Maurer, Robert.
De kunst van Kaizen.
Ritskes, Rients.
Zen en keuzes maken.
Ruglioni, Giuseppe.
Eenwording van lichaam en geest op basis van KiAikido.
Sun Tzu
De kunst van het oorlog voeren.
Uytterhoeven, Frans.
De weg van de Samoerai.
Voogels, Ad en Toby.
Lesmap Ki-Aikido.
15
Hoofdstuk twee Coaching en counseling: de opleiding door het Europees Instituut In dit hoofdstuk bespreek ik een aantal stromingen die in de opleiding C&C aan het Europees Instituut aan de orde gekomen zijn. Ik beschrijf hoe ik de verschillende stromingen begrepen heb en wat voor mij de essenties zijn. Ik geef aan hoe ik denk dat die essenties voor mij in de praktijk bruikbaar zijn in trajecten die ik samen met een cliënt doorloop.
De relatie tussen coach en cliënt als bepalende factor In de allereerste plaats voel ik mij aangesproken door de opmerkingen van Jerôme Frank dat het succes van een begeleiding meer afhangt van de kwaliteit van de relatie, of het klikt tussen behandelaar en cliënt, dan van de gebruikte techniek[en]. Jerome Frank was een psychiater die vergelijkend onderzoek deed naar de werkzame factoren in psychotherapie. Hij concludeerde dat verbetering niet te danken was aan de gebruikte techniek maar aan de persoonlijke kwaliteiten van de therapeut. Hij benoemde als kwaliteiten; warm, begripvol, ondersteunend, vertrouwenwekkend en hoopvol. Daarnaast stemt een succesvol therapeut de behandeling af op de doelen en opvattingen van de cliënt. Frank gaat ervan uit dat elk probleem dezelfde oorsprong heeft, namelijk het onvermogen van de persoon om een problematiek op te lossen. Dat heeft niet te maken met omstandigheden buiten die persoon, maar met het eigen ervaren onvermogen om met probleemsituaties om te gaan. Dat heeft een negatief effect op iemands zelfvertrouwen en leidt ertoe dat het probleemoplossend vermogen steeds verder afneemt. Daarnaast vertonen deze personen tekenen van angst, schaamte, kwaadheid en vervreemding in de zin van zich steeds verder terugtrekken in een isolement. Frank noemt dit demoralisatie. Wat volgens Frank moet gebeuren is ervoor zorgen dat de desastreuze effecten van de demoralisatie opgeheven worden. Daardoor ontstaat ruimte voor nieuwe ervaringen. De eerste stap daarin is het doorbreken van het sociale isolement. Als dat lukt doordat de behandelaar een goede band kan scheppen met de cliënt, ontstaat er hoop op verbetering. Door in die goede relatie aan de slag te gaan met die interventies die op dat moment de meeste kansen bieden op verdere succeservaring kan de cliënt nieuwe ervaringen en inzichten krijgen. Uiteindelijk moet dat ertoe leiden dat de cliënt weer zelf vorm kan gaan geven aan zijn leven.
16
Ik hecht zeer aan de integratieve benadering van Frank. Ik wil mij ook niet beperken tot een theoretische stroming. Ik wil kunnen putten uit datgene wat werkt ongeacht uit welke theorie het komt. Een goede begeleider zal in een goede relatie ook steeds zodanig contact hebben met de cliënt dat hij de op dat moment meest vruchtbare interventie kan doen. Dat houdt in dat de gesprekken plaats vinden op basis van gelijkwaardigheid, met wederzijds respect. Als ik teveel druk zet op de cliënt dan heb ik te weinig respect voor die cliënt en als ik onvoldoende uitnodig tot veranderen dan heb ik te weinig respect voor mijn eigen vaardigheden. Als die twee in evenwicht zijn, ontstaat een relatie waarin het contact tussen mij en mijn cliënt zo vruchtbaar is dat daarbinnen de door hem gewenste verandering tot stand kan komen, niet omdat ik dat vraag maar omdat de cliënt tot de slotsom komt dat dat is wat hij wil. De hulpvraag van de cliënt is daarbij altijd uitgangspunt.
Systeemdenken De basis voor mijn manier van werken vind ik in de systeemtheorieën. De inzichten daaruit worden ondersteund zowel door de recente kwantumtheorieën als door filosofische inzichten uit de oosterse en de westerse oudheid. Ik denk dat alles met alles samenhangt, en dat daarom ook elke verandering invloed heeft op het geheel. Dat geldt voor het hele universum, maar ook voor onze dagelijkse werkelijkheid met alle steeds wisselende en tegelijk overlappende systemen. Die samenhang ontstaat op basis van de interacties tussen de deelnemers aan het systeem. Dat houdt ook in dat elke interactie er voor zorgt dat er binnen het systeem iets verandert. Daardoor verandert het hele systeem en daarmee ook het grotere geheel waar dit systeem deel van uitmaakt. Door deze dynamiek ontstaat er bij elke kleine verandering die je kunt realiseren, steeds weer ruimte om verdere veranderingen te bewerkstelligen, er komt steeds weer ruimte voor nieuwe beslismomenten. Doordat je als begeleider deel uitmaakt van het systeem, zorgt elke interventie die je pleegt voor een verandering die de cliënt ruimte biedt om zelf ook weer een verandering aan te brengen. Daarbij geef ik de voorkeur aan het werken met kleine stappen. Het voordeel van werken met kleine stappen is dat de cliënt steeds geneigd is om in te stemmen met de uitnodiging, die uitdaging durft hij nog wel aan. Als de sloot te breed is, zal de cliënt niet eens aanlopen, laat staan springen. Een vergelijkbare reactie treedt op als de voorgestelde veranderstap te groot is. De cliënt zal niet instemmen met de voorgestelde stap. Bij herhaaldelijk overvragen is de kans zelfs aanwezig dat de cliënt de relatie verbreekt.
17
Daarnaast is elke kleine stap die gezet kan worden voor de cliënt [en voor de begeleider] een succeservaring. Succeservaringen leiden tot meer zelfvertrouwen en tot een grotere bereidheid om verder te werken aan de gewenste verandering. Succeservaringen in het kleine systeem cliënt- behandelaar zullen ertoe leiden dat de cliënt in andere systemen ook stappen durft te zetten. Systeemtherapie gaat ervan uit dat het probleem zit in de interacties binnen het systeem en dat die interacties het individu bepalen. Als behandeling kiezen zij ervoor om dan ook het systeem met alle leden daarvan uit te nodigen en te gaan werken aan de interacties binnen dat systeem. Omdat het individu bepaald wordt door de interacties, zal dat individu veranderen als het systeem verandert. Ik geloof ook dat het probleem zit in de interacties. Ik vind echter dat het individu moet leren om de interactie te bepalen. Uiteindelijk ben je zelf verantwoordelijk voor je eigen handelen om in harmonie te zijn. Als er door de interacties problemen ontstaan en je daardoor uit balans raakt, zul je zelf iets moeten veranderen om de balans te herstellen. Iemand zou geen slachtoffer moeten zijn van interacties, maar deelnemer in interacties. Als iemand slachtoffer is, wil ik hem leren om deelnemer te worden. Als iemand deelnemer is wil ik hem leren om steeds beter in balans te kunnen blijven en om steeds sneller weer terug in balans te komen. In balans zijn betekent dan dat je in harmonie bent met jezelf en in harmonie bent met je systeem.
Client-centered therapie Deze therapie is gebaseerd op de humanistische mensvisie. Die gaat er van uit dat mens van nature goed is en ernaar streeft om zijn eigen belofte waar te maken, te worden wie hij zijn kan. Het humanisme heeft veel aandacht voor het individuele en unieke van de persoon. Daarbij kijkt het naar de mens als geheel en is gericht op zijn toekomst en mogelijkheden tot zelfverwerkelijking. Dit is geen doel, maar een proces dat je hele leven duurt. Het humanisme ziet een mens als een zich ontwikkelend wezen, dynamisch, dus met de mogelijkheid om te veranderen. Als mens kun je bewust beleven en heb je de mogelijkheid tot zelfreflectie. Een mens geeft zichzelf betekenis en kiest en beslist zelf welke activiteiten hij onderneemt. Elk individu ontwikkelt zich in de richting van een eigen identiteit en een optimale vorm. Volgens Rogers wordt het ontwikkelingsproces bepaald door het belevings- en ervaringsproces van de persoon. Onder gunstige omstandigheden zal dit proces als het ware vanzelf plaatsvinden.
18
Die gunstige omstandigheden bestaan uit onvoorwaardelijke positieve zorg en aandacht van voor de persoon belangrijke mensen uit zijn omgeving. Problemen ontstaan als de omgeving voorwaarden gaat verbinden aan het accepteren van de persoon. Als je dit voor mij doet, dan ben je lief. Er ontstaat een verschil in wie je bent en wie je verwacht wordt te zijn. Dit zorgt voor spanning en verwarring, een gevoel van ”zoals ik ben deug ik niet”. Dit kan leiden tot defensief gedrag naar de buitenwereld en vervreemding van zichzelf. Rogers vond op basis van deze uitgangspunten dat in de begeleiding de cliënt als uniek individu met zijn denken en voelen centraal moet staan. De cliënt geeft ook zelf aan wat het probleem is en waar hij denkt dat verbetering mogelijk is. Rogers ziet vier thema’s in de ontwikkeling van een individu: 1.
Zelfverwerkelijking; de mens streeft ernaar te worden wie hij zijn kan.
2.
Ontwikkelen gebeurt op basis van de subjectief ervaren werkelijkheid van de persoon.
3.
Het gedrag van een individu is zijn individuele doelgerichte poging om op basis van zijn eigen ervaren werkelijkheid stappen te maken in de richting van zijn ervaren behoefte aan zelfverwerkelijking.
4.
Op basis van 1 t/m 3 ontwikkelt elk individu een samenhangend zelfbeeld dat apart staat van de rest van de wereld, het ik of zelf. Ik ben meer of minder gelijk aan anderen in allerlei opzichten, maar als individu onderscheid ik mij van anderen.
Rogers wil met de cliënt een helpende relatie opbouwen. Vanuit een houding van mededogen samen met de cliënt werken aan een samenhangend zelfbeeld om zo te komen tot een gewenste verandering. Daartoe heeft Rogers zijn therapeutische voorwaarden geformuleerd. 1.
Onvoorwaardelijke acceptatie van de cliënt als persoon, met al zijn gedachten, gevoelens en gedragingen.
2.
Authenticiteit. Binnen de helpende relatie functioneert de hulpverlener als de persoonlijkheid die hij is, met zijn eigen gedachten en gevoelens. Op basis daarvan kiest hij voor gedrag dat hij helpend acht voor de cliënt.
3.
Empathie. Het vermogen om de wereld van de cliënt te beleven alsof het je eigen ervaringen zijn, met sterke nadruk op alsof. De hulpverlener leeft zich in in de wereld van de cliënt, zonder zich in die wereld te verliezen. Empathie biedt veiligheid, veiligheid geeft ruimte, ruimte biedt nieuwe mogelijkheden.
19
De uitgangspunten van Rogers om mensen de ruimte te geven en positief te waarderen zijn goed. Daar wil ik een paar kanttekeningen bij maken. Mensen leven samen en daarbij houdt de vrijheid van de een op waar de vrijheid van de ander begint. Leven is interactie en in die interactie ook leren om naast je eigen vrijheid, die van anderen te respecteren. Balans leren aanbrengen in de verhouding zelf- ander- omgeving. Daar hoort ook bij dat je leert om niet van de kook te raken als er grenzen gesteld worden, of voorwaarden opgelegd. Dat je leert dat leven een continu proces is van uit balans raken en weer in balans komen. En dat de nadruk niet ligt op het uit balans raken, maar dat de nadruk en de waardering liggen op het steeds groeiende vermogen om weer terug in balans te komen.
Transactionele Analyse TA is een persoonlijkheidstheorie en een systematische psychotherapie gericht op persoonlijke groei en persoonlijke verandering. Om de psychologische structuur van de menselijke persoonlijkheid te verbeelden, gebruikt TA het model van de drie ego-toestanden. Dit model helpt ons om te begrijpen hoe mensen hun persoonlijkheid uitdrukken in hun gedrag. Een ego-toestand is een samenhangend geheel van gedragingen, gedachten en gevoelens, waarmee wij op een bepaald moment een deel van onze persoonlijkheid tonen. -
Volwassen ego-toestand: als ik mij gedraag, denk en voel in antwoord op wat hier en nu om mij heen gebeurt, waarbij ik alle mogelijkheden gebruik, die mij als volwassene ten dienst staan.
-
Ouder ego-toestand: ik denk, voel en gedraag mij op een manier die een kopie is van die van een van mijn ouders of iemand die een ouderfiguur voor mij was.
-
Kind ego-toestand: ik vertoon het gedrag, de gevoelens en het denken zoals die zich bij mij als kind voordeden.
Een
transactie
is
een
uitwisseling
van
boodschappen
tussen
mensen.
Deze
boodschappen kunnen zowel verbaal als non verbaal zijn. Ik kan een mededeling doen vanuit elk van mijn drie ego-toestanden en de ander kan antwoord geven vanuit elk van zijn drie ego-toestanden. Als mensen een transactie doen met elkaar, dan erkennen zij daarmee elkaars bestaan.
20
Elke vorm van erkenning wordt in TA een “strook” genoemd. Mensen hebben “strooks”, erkenning nodig om zich goed te voelen. Het levensscript is de ontwikkelingstheorie van TA. Ervaringen in de vroege levensjaren zorgen ervoor dat een mens besluiten neemt over zichzelf en zijn omgeving en de interactie daartussen. Deze besluiten omvatten wat op dat moment de beste strategieën lijken om te kunnen overleven in de wereld. Deze besluiten vormen een levensscript, een levensverhaal dat aangeeft hoe dat je besloten hebt dat de rest van je leven eruit gaat zien. Je maakt a.h.w. een selffullfilling-prophecy. Het script is klaar rond het zevende levensjaar. Tijdens de adolescentie kan het nog herzien worden. Als je merkt dat de strategieën uit je script niet werken, kun je ook tijdens de rest van je leven nog de beslissing nemen om het script te herschrijven. Autonomie, dat wil zeggen de verwerkelijking van je volledige potentieel als volwassene, bereik je door je levensscript steeds te toetsen en bij te stellen naar strategieën die wel effectief zijn. Dat wil zeggen dat je de mogelijkheid hebt tot het oplossen van problemen met gebruikmaking van alle mogelijkheden die een mens als volwassene tot zijn beschikking heeft.
TA berust op de volgende filosofische vooronderstellingen -
Mensen zijn ok: in wezen heeft iedere mens waarde en waardigheid. Ik aanvaard mijzelf zoals ik ben en ik aanvaard de ander zoals die is. Ik vel geen oordeel over de ander als persoon. Wij zij gelijkwaardig. Dat wil niet zeggen dat ik het eens moet zijn met het vertoonde gedrag.
-
Iedereen heeft het vermogen om te denken. Daardoor kan elk mens afwegingen maken en op basis daarvan kiezen. Dat wil zeggen dat iedereen zelf de verantwoordelijkheid kan nemen om zijn leven vorm te geven en om te gaan met de gevolgen van de gemaakte keuzes. -
Mensen bepalen hun eigen lot door middel van besluiten en deze besluiten kunnen herzien worden. Je bepaalt zelf of en hoe je je besluiten herziet. Anderen kunnen daar wel invloed op uitoefenen doordat ze in jouw leven aanwezig zijn en met jou transacties aangaan. Ze kunnen je echter niet dwingen, de uiteindelijke beslissing of je iets wel of niet doet, neem je zelf. Dat geldt uiteraard ook andersom. Je kunt wel invloed uitoefenen op een ander, maar de beslissing over wel of niet doen neemt de ander zelf.
21
Als je iets wilt veranderen, zul je iets bij jezelf moeten veranderen. Als je iets wilt veranderen in een situatie of in een systeem zul je daarom altijd eerst zelf iets moeten veranderen en daarmee de ander uitnodigen tot een verandering van zijn kant. Als je blijft wachten tot de ander iets zal veranderen, loop je het risico dat het niet gebeurt, of dat de ander een verandering wil die jij liever niet wilt.
TA kent vier levensposities: De essentiële waarden die iemand in zichzelf en anderen ervaart 1.
Ik ben OK, jij bent OK. Je bent niet agressief omdat je beseft dat je jouw keuzes niet aan anderen mag opleggen. Je bent niet onderdanig omdat je beseft dat anderen niet hun keuze aan jou mogen opleggen. Bij een conflict ga je niet knokken maar richt je je op oplossingen, op het creëren van win-win situaties.
2.
Ik ben niet OK, jij bent OK. De appels bij de buren zijn altijd mooier. Je hebt ademloze bewondering voor anderen en vertoont geen eigen initiatief. Je volgt.
3.
Ik ben niet OK, jij bent niet OK. Het heeft allemaal geen zin. Ik kan het niet, jij wilt het toch niet, dus doe geen moeite.
4.
Ik ben OK, jij bent niet OK. Ik ben volmaakt, assertief en overrule iedereen. Anderen vinden mij agressief, maar ik vind dat dat niet waar is.
TA is heel goed bruikbaar om mensen uit te leggen hoe hun gedrag op basis van hun geschiedenis tot stand gekomen is. Omdat geschiedenis steeds doorgaat is er steeds de mogelijkheid om op basis daarvan gedrag tot stand te laten komen. Nieuw gedrag gaan vertonen in plaats van oud gedrag. Een ononderbroken streven naar autonomie. Autonomie kun je dan zien als harmonie met jezelf, met de ander, en met de omgeving. Ik ben OK, jij bent OK.
Oplossingsgericht werken In de oplossingsgerichte therapie is de centrale vraag: hoe bereiken we wat we willen bereiken, wat wil je in plaats van het probleem.
22
Daarbij heerst de overtuiging dat probleemanalyse en diagnose kunnen worden overgeslagen en dat de kortste weg naar het doel genomen moet worden. Zij hanteren als aanpak: 1.
Als het niet kapot is moet je het niet maken.
2.
Zoek naar wat werkt en doe daar meer van.
3.
Als iets niet werkt, stop ermee en doe iets ander.
Dus wat zij doen is het positieve versterken in plaats van het negatieve bestrijden. Zij analyseren situaties die al relatief goed gaan. Welke factoren in die situaties zijn de succesfactoren en hoe kun je die gebruiken om verdere successen te behalen. Uitgangspunt daarbij is dat de cliënt zelf in staat is om doelen te stellen en dat hij beschikt over de hulpbronnen en competenties om die doelen te bereiken. Dat leidt tot de volgende benadering: 1.
Het concretiseren van de gewenste situatie, van wat de cliënt wél wil, is het begin van de verandering.
2.
De oplossing is te vinden binnen het systeem. Daarin vindt de cliënt de succesfactoren.
3.
Het probleem is er niet altijd of niet altijd even erg.
4.
Kleine stapjes vooruit leiden tot een positief sneeuwbaleffect.
Deze benadering wordt concreet gemaakt door de “zeven stappen aanpak”: 1.
Verhelderen van de veranderbehoefte. Wat is het probleem en hoe is dat een probleem.
2.
Definiëren van de gewenste toestand. Wat wil je wel en welk niveau daarvan vindt je voldoende.
3.
Vaststellen van het platform, van de huidige toestand. Hoever ben je nu al, op weg naar de gewenste toestand.
4.
Analyseren van eerder succes. Wanneer ging het al eens beter? Wat maakte dat mogelijk? Is dat bruikbaar om meer vooruitgang te boeken?
5.
Één stapje vooruit zetten. Welke kleine concrete, haalbare stap kun je zetten in de richting van de gewenste toestand?
6.
Vooruitgang monitoren. Continu zichtbaar maken wat goed gaat en hoe dat bereikt is. Hier ligt ook veel ruimte om complimenten te geven.
7.
Vaststellen van de verdere veranderbehoefte. Als de gewenste verandering gerealiseerd is, is het dan klaar of komt er dan opnieuw een probleem met een gewenste verandering.
23
De oplossingsgerichte therapie kent een aantal hulpmiddelen ter ondersteuning van de cliënt, zoals bijvoorbeeld: -
De wondervraag: Stel, vannacht wanneer U slaapt gebeurt er een wonder. Het wonder is dat het probleem waarvoor U hier zit (voldoende) is opgelost. U weet niet dat het wonder gebeurd is, want U slaapt immers. Wat zou morgenvroeg, wanneer U wakker wordt, het eerste zijn waaraan U merkt dat het wonder gebeurd is?
-
De schaalvragen: Op een schaal van 1 tot 10, waarbij 10 staat voor de gewenste toestand en 1 voor het probleem op z’n ergst, waar sta je nu? Wat maakt dat je daar al staat en niet op 1? Wat daarin is bruikbaar voor verdere stappen?
-
De brief uit de toekomst. Een brief uit de toekomst, gedateerd op een moment dat de gewenste toestand bereikt is. Beschrijf daarin hoe het je gelukt is om dat te doen.
De eenvoud van de oplossingsgerichte methode en de eenvoudige vragen bieden een goede basis voor de gesprekken die ik voer met cliënten, zowel om mee te beginnen, als om op terug te vallen op momenten dat het gesprek stokt. Pragmatisch, doen wat werkt, in zo kort mogelijke tijd een aanvaardbare verandering bewerkstelligen in overzichtelijke stappen. Ik merk in de praktijk dat cliënten toch ook wel hun verhaal kwijt willen. Ze willen hun probleem met iemand delen en begrijpen hoe het zover gekomen is. Niet in détail, wel in grote lijnen. Als een soort aanloop naar de oplossing. Die ruimte wil ik graag bieden. Daarnaast wil ik de cliënt leren om ook in de toekomst om te kunnen gaan met problemen. Behalve de oplossing nu, wil ik hem vaardigheden aanreiken om met gebeurtenissen om te gaan voordat ze een probleem worden.
NLP Neuro: alle gedrag is een gevolg van neurologische processen rond horen, zien, ruiken proeven, aanraken en voelen. Je handelt op basis van je ervaren wereld. Geest en lichaam vormen een onverbrekelijke eenheid. Linguïstisch: we gebruiken taal om ons gedrag en onze gedachten te ordenen en om met anderen te communiceren.
24
Programmeren: wij hebben keuzemogelijkheden bij het organiseren van onze gedachten en handelingen om een gewenst resultaat, te bereiken. NLP is een oplossingsgerichte stroming, die mensen helpt zich in positieve zin te ontwikkelen door zowel interne als externe communicatie te verbeteren. Daarbij maakt NLP gebruik van de verbinding tussen lichaam en geest om bewust veranderingen in herinneringen, emotie en gedrag
te bewerkstelligen. Lichaam en
geest beïnvloeden elkaar; als je je trots voelt loop je rechtop en als je rechtop loopt voel je je trots. NLP is een dynamisch model dat steeds op zoek is naar wat wel werkt. Het is gericht op doeltreffend denken en handelen, wil vooral bruikbaar en toepasbaar zijn en mensen helpen om hun keuzemogelijkheden uit te breiden en hun kwaliteit van leven te verbeteren. Essentieel daarbij is dat mensen vooral handelen en experimenteren en daaruit inzichten verwerven hoe zij een volgende stap kunnen zetten en niet blijven hangen in alleen maar nadenken over de volgende stap. Als je doet wat je altijd gedaan hebt, zul je krijgen wat je altijd gekregen hebt. Als je iets anders wilt, probeer dan eens om iets anders te doen. Daaraan gekoppeld zit de vraag: HOE ZOU JE ANDERS WILLEN ZIJN? Je richt je daarbij op wat je wel wilt. Je formuleert je doelen in positieve termen. Daardoor kom je in een positieve stemming die je terug kunt zien in lichaamshouding en beweging. Rechtop en open. Zoek de ruimte, zoek de kansen. Ramses Shaffy zong het al: Hoog Sammy, kijk omhoog Sammy, want daar is de blauwe lucht. Een goed geformuleerd doel voldoet aan zeven voorwaarden: 1.
Het is positief geformuleerd. Het beschrijft wat je wel wilt en niet wat je niet wilt.
2.
Het is gebaseerd op beslissingen die zélf worden genomen en die ook worden nagekomen. Het doel wordt met eigen woorden geformuleerd en is uitvoerbaar onafhankelijk van iemand of iets anders.
3.
Het is gebaseerd op zintuiglijke waarneming. Het kan gezien, gehoord, gevoeld, geroken, geproefd worden. Maak het in gedachten zo kleurrijk, smaakvol, klankrijk mogelijk.
4.
Het is ecologisch, past organisch in jouw systeem. Het past bij jouw individuele persoonlijkheid, jouw familiesysteem, jouw directe omgeving en jouw algemene waardes en doelen.
5.
Het bevat positieve subdoelen die als tussenstap dienen en die na het bereiken van het hoofddoel een stimulans blijven om door te gaan ook als het doel bereikt is.
25
6.
Het is specifiek en het bestaat in de context. Waar, wanneer, hoe, met wie en waarom?
7.
Het bevat het interne proces, dat is de manier waarop het wordt beleefd. Het bevat de interne toestand, dat is de stemming die het oplevert. Het bevat het externe gedrag, dat is de zintuiglijk waarneembare reactie, dat wat je doet.
NLP gaat uit van een aantal vooronderstellingen. 1.
De kaart is niet het gebied. Je krijgt waarop je focust.
2.
Het effect van je communicatie is de reactie die je krijgt.
3.
Elke keuze is de juiste keuze op dat moment.
4.
Leven is leren. Ieder gedrag wordt gestuurd door positieve bedoelingen.
5.
Er is geen mislukking, alleen feedback.
Een mogelijkheid om te veranderen is om te kijken naar iemand die succesvol is in wat jij wilt. Kijk wat die doet en doe dat ook, aangepast aan je eigen individuele persoonlijkheid.
Als coach is het belangrijk dat je rapport maakt met je cliënt, dat je komt tot een goede afstemming, een goede relatie tussen jullie beiden. Dat kun je doen door lichaamshouding, stem en woordkeuze van de cliënt te imiteren (maar
laat
imitatie
geen
irritatie
worden)
en
door
in
te
spelen
op
de
ontvangstvoorkeur. Als iemand auditief is ingesteld, kun je zeggen: Hoe klinkt dat? Aan een visueel ingesteld persoon vraag je hoe hij dat ziet. Aan een kinesthetisch ingestelde persoon vraag je hoe dat voelt voor hem. NLP is oplossingsgericht, maar dan de intellectuele variant. Daarmee bruikbaar voor mensen die goed in staat zijn woord te geven aan wat niet goed gaat en wat ze wel willen. Als je als begeleider ook taalvaardig bent en ook aan de kleinste nuanceringen nog woord kunt geven, is NLP een feest om mee te werken.
26
Het Kernkwadrant van Daniel Ofman Het Kernkwadrant is een model om eigenschappen te beschrijven die bij een persoon horen. Het doel is om inzicht te krijgen in de kwaliteiten van een persoon of van een groep. Op basis van die inzichten kan dan gewerkt worden aan betere communicatie als individu met anderen. Een team kan leren om zowel binnen de groep met elkaar beter te communiceren, als naar buiten toe als eenheid. Ofman gebruikt vier termen: •
Kernkwaliteit.
•
Valkuil.
•
Uitdaging.
•
Allergie
Dit zijn persoonlijkheidseigenschappen en het model beschrijft hun onderlinge samenhang. Kernkwaliteit Ieder persoon heeft een aantal kwaliteiten die kenmerkend voor hem zijn, die tot zijn kern behoren. Deze eigenschappen zij aangeboren en niet aangeleerd. Wel kunnen deze eigenschappen al lerende effectiever gemaakt worden. Valkuil Als iemand zijn kernkwaliteit gebruikt op een overdreven, doorgeschoten manier, zodat die belemmerend gaat werken, in plaats van productief te zijn, is er sprake van een vervorming, een valkuil. Uitdaging Als een Kernkwaliteit doorschiet naar een valkuil, zou het goed zijn om te werken aan het positief tegenovergestelde van die valkuil. Dit noemt Ofman de uitdaging. De kwaliteit die dan ontstaat, vormt een goede aanvulling op de kernkwaliteit, maakt die effectiever. Allergie Een allergie is het gedrag van een ander dat wrevel opwekt bij jou. Daarbij is de allergie het negatief tegenovergestelde van jouw eigen kernkwaliteit en al helemaal van jouw eigen valkuil. Het is gedrag dat je helemaal niet ziet zitten. De allergie is ook de overdreven vorm van je eigen uitdaging.
27
Elk van de vier termen kan de ingang vormen om een compleet kwadrant te maken. Als iemand moeilijk zijn eigen kwaliteiten kan benoemen en de eventuele valkuilen, kan hij misschien wel benoemen welk gedrag hij bewondert in anderen of aan welk gedrag hij een hekel heeft. Een kernkwadrant is een hulpmiddel, een model waarmee je gedrag inzichtelijk kunt maken. Het is niet een algemeen geldende waarheid, maar een speelveld vol mogelijkheden. Elk kwadrant geldt slechts voor de persoon of groep waar het speciaal voor gemaakt wordt. Het is nooit een op een overdraagbaar op een andere persoon of groep. Het wordt steeds opnieuw gemaakt door de persoon of groep die het betreft. Een coach heeft daarbij een faciliterende rol. Voor de kernkwadranten geldt in nog sterkere mate als voor NLP dat er een goede taalvaardigheid nodig is om er mee te kunnen werken. En net als voor NLP geldt voor de kernkwadrant dat de cliënt heel duidelijk voelt wanneer je “raakt”. “Nog niet helemaal” wordt dan: “Ja, dit is ‘m”.
Gestalttherapie Een samenvatting van de gestalttherapie vormt de uitspraak van Perls: “Ik en gij, hier en nu”. De mens is een compleet organisme dat functioneert als een geheel. Hij is op zijn best als lichaam en geest als een geheel, in balans in een situatie aanwezig zijn. Dan heb je ook “awareness”: Je wordt gewaar met alles wat je hebt, zonder te oordelen. Alles gebeurt in het hier en nu. Wat je denkt over daar en toen, ervaar je opnieuw hier en nu. Maak je geen zorgen over de toekomst, die ken je niet. Je bent verantwoordelijk voor jezelf, dus moet je ook zelf iets doen met wat je hier en nu aantreft. Als iemand zegt; “ik kan niet”, betekent dat in gestalt; “ik wil niet”. Door te ervaren, “aware” te worden van wat is, dan te vragen naar het tegengestelde en die twee naast elkaar te zetten, ontstaat er beweging en komt er ruimte voor nieuwe inzichten en daarmee voor groei. Hoe de cliënt iets doet is in de gestalttherapie gelijk aan wat de cliënt doet. Hoe je je gedraagt zegt iets over wat je wilt en wat er misgaat. De therapeut heeft een sterke eigen inbreng. Hij verwoordt wat hij ziet en voelt. Daardoor ontstaat interactie en daarmee de mogelijkheid om te verhelderen en ook meteen te veranderen. Mocht de verandering niet het gewenste effect hebben dan is dat weer input in de interactie met opnieuw de mogelijkheid om te veranderen. De therapeut gaat er van uit dat ieder individu het centrum van zijn eigen bestaan vormt en zelf de belangrijkste persoon in zijn wereld is.
28
Wat hij doet is een omgeving scheppen waarin de cliënt zijn gewaarzijn kan ontwikkelen en kan groeien. Er is geen sprake van moeten of van dwang. Er zijn alleen uitnodigingen en suggesties en de ander beslist of hij het aanbod al dan niet aanneemt. De therapeut probeert steeds in contact te zijn met zijn eigen gewaarzijn en deelt zijn ervaringen in het hier en nu. Hij wil niet voldoen aan behoeftes en verwachtingen van de ander. Hij wil de ander bewuster maken door zijn ervaringen in te brengen. Hij interpreteert niet, probeert niet iemand in te passen in een theoretisch model en handelt niet op basis van eerdere ervaringen. Hij deelt wat hij voelt om de mogelijkheden tot grotere onafhankelijkheid aan te geven. Deze dialoog duurt zolang beide partijen dat willen. Als een van de twee niet meer wil dan stopt het.
RET- rationeel emotieve therapie Als je van een gebeurtenis denkt: ”dat had niet mogen gebeuren”, dan is dat een irrationele gedachte. Het is zinloos om dat te denken, want die macht heb je niet. Rationele gedachten hebben vier kenmerken 1.
Ze zijn gebaseerd op bekende feiten.
2.
Ze helpen om het gewenste doel te bereiken.
3.
Ze helpen persoonlijk ongewenste gevoelens te voorkomen.
4.
Ze helpen om ongewenste conflicten met de omgeving te voorkomen of te vermijden.
Gebeurtenis + gedachte = gevoel + gedrag. Hier zit een duidelijke overeenkomst met NLP. De vier kenmerken liggen ook dicht bij de vier vragen van Byron Katie. Hoe je interpreteert wat er gebeurt, bezorgt je het gevoel op basis waarvan je je gedraagt. Dus als je bij jezelf stereotype reacties bespeurt op gebeurtenissen, ga dan eens na welke gedachten bij je opkomen door die gebeurtenissen en toets die aan: “zijn ze rationeel”? Zo niet, verander die gedachten dan, en daarmee het opgeroepen gevoel en het daarbij horende gedrag.
29
Uit recent onderzoek blijkt dat ander gedrag ook leidt tot verandering van sporen in de hersenen, dus tot anders denken. Daardoor ontstaat de mogelijkheid tot het creëren van een spiraal van veranderingen: Door bewust ander gedrag te vertonen veranderen je hersenen en daarmee je denkpatronen, waardoor je weer bewust ander gedrag kunt bedenken wat weer leidt tot…. enz. Je kunt daarmee je hele leven blijven verbeteren. Bij stereotiepe reacties gaat het vaak om blinde vlekken. Je hebt anderen nodig die jou daarop wijzen. En dan moet de relatie zodanig zijn dat de aanwijzing geaccepteerd wordt. Vergeleken met NLP is RET meer de no-nonsense benadering. RET zit meer in de richting van oplossingsgericht werken. Ret gebruik ik ook sturender. Als begeleider hoor en zie ik welk gedrag je vertoont. Samen kijken we welke gedachte daaraan ten grondslag ligt. Is die gedachte rationeel? Zo niet vervang die door een andere. Welk gevoel hoort daarbij? Welke mogelijkheden tot ander gedrag zie je nu? Ga dat maar eens doen.
Psychoanalyse De psychoanalyse legt grote nadruk op de invloed van het onbewuste en drijfveren, driften, die in aanleg egocentrisch zijn en door een actief ingrijpende omgeving gecorrigeerd moeten worden. Het oplossen van problemen die een persoon nu heeft wordt gezocht in het achterhalen van de oorzaak. In de psychoanalyse ligt de oorzaak met name in de ontwikkelingen in de vroege kindertijd. De problemen moeten duidelijk worden doordat de behandelaar de cliënt vrij laat associëren en zo weinig mogelijk
interventies
pleegt.
Vaak
is
het
een
zeer
intensief,
langdurend
behandelingstraject. Voor mij is deze methode te passsief. Er is geen interactief proces en ik mis vooral ook de lichaamstaal van de cliënt als informatiebron. Ik geef de voorkeur aan een dynamisch proces waarin de cliënt en de begeleider in interactie met elkaar zoeken naar kansen in het nu. Als de cliënt daar behoefte aan heeft, dan moet het verhaal verteld worden. Herkennen, erkennen, begrijpen en dan veranderen. Daarbij denk ik dat het lang niet altijd zinvol is om heel diep door te graven in het verleden. Het risico is aanwezig dat je meer kapot maakt dan je verbetert. Teruggaan naar vroeger en oorzaken zoeken heeft alleen zin als op basis van herkennen en erkennen geen verandering bereikt wordt.
30
Lijnen en patronen en emoties kunnen in kaart gebracht worden. Het gevoel gehoord te worden werkt vaak al bevrijdend en schept ruimte voor verdere stappen. In die nieuwe ruimte wil ik samen met de cliënt op zoek gaan naar een gedragsverandering in het hier en nu. De cliënt kan daardoor zelf zijn verantwoordelijkheid nemen bij het vormgeven van de gewenste toestand.
Behavioristische theorie Deze benadering gaat uit van de manier waarop natuurwetenschappers werken. Op basis van een mechanistisch wereldbeeld waarneembare gedragingen bij mensen ordenen en verklaren via een algemeen systeem van begrippen en wetmatigheden. Lineaire verbanden tussen oorzaak en gevolg. De mens wordt net zo beschreven als de levenloze natuur, als een machine. Deze benadering is voor mij te beperkt. Ze ontkent de invloed van interactie, relatie en eerdere ervaringen op de uitkomst van het proces en gaat daarmee voorbij aan het feit dat ieder mens een uniek individu is en vanuit die uniciteit zal handelen. Het eigen handelen kunnen beschouwen, evalueren en op basis daarvan zelf de keuze maken om gedrag te veranderen. Elk mens is een uniek individu. Een aantal eigenschappen deelt hij met anderen van de soort mens. Een, misschien nog wel groter, aantal kenmerken maakt hem tot een persoon waarvan er maar een is. Mensen reduceren tot een model waarin het in groten getale waarneembare gemiddelde verheven wordt tot norm en absolute waarheid is niet waar ik in geloof. Mensen zijn vooral ook persoonlijke beleving. Daarbij zijn mensen constant onderhevig aan verandering, waardoor ook hun persoonlijke beleving steeds verandert. Mensen leven in systemen met veel variabelen die allemaal invloed hebben op hun reacties. Als je daar de inzichten uit de chaos-theoriën aan koppelt, dan ontstaat een paradoxale situatie: Processen gehoorzamen aan bekende wetten en desondanks weet je niet wat er zal gebeuren. Je kunt nog wel een veelheid van kansen voorspellen, maar niet welke kans werkelijkheid zal worden. Daarom kan het wel zo zijn dat ik in het verandertraject interventies uit de behavioristische theorie gebruik. Deze interventies bieden mogelijkheden en geen zekerheden. Ik zal steeds goed moeten kijken welke effecten de interventie heeft en op basis daarvan aanpassingen moeten doen totdat het beoogde effect bereikt is.
31
Conclusie Het is voor mij wel heel duidelijk dat de relatie die je als begeleider met de cliënt hebt, bepalend is voor het succes. De stromingen bieden de gereedschappen waaruit je datgene kunt kiezen wat het beste past bij de relatie tussen deze begeleider en deze cliënt. Ik zie heel veel raakvlakken en overlappingen tussen de diverse stromingen. Soms zelfs zodanig dat ik het idee krijg dat het alleen maar een andere naam is voor hetzelfde. Op zich niet verrassend omdat ze allemaal uit elkaar voortkomen en elkaar beïnvloeden. De nuance lijkt dan bepaald te worden door de persoonlijkheid van de bedenker van de stroming. Ik merk aan mijzelf dat ik niet de behoefte heb om uit te spreken wat ik goed of niet goed vind aan stromingen. De enige stroming die ik niet gebruik is de psychoanalyse. Daarin zit voor mij te weinig interactie. Zonder interactie bestaat er geen relatie en ook geen dynamiek die verandering oplevert. De relatie met de cliënt is voor mij uitgangspunt van mijn handelen. Uit de stromingen gebruik ik de gereedschappen die op dit moment, bij deze cliënt, in deze situatie nuttig zijn. Dat ligt niet vast. Zoals verschillende persoonlijkheden de verschillende stromingen gevormd hebben zo hebben unieke cliënten behoefte aan een interventie op hun maat. Ook ik ontwikkel mij en groei steeds verder. Dat heeft invloed op interactie en relatie. Dat betekent ook dat steeds andere gereedschappen nuttig zullen kunnen zijn en dat ik die dan ook zal gebruiken.
32
Geraadpleegde literatuur Berg, Insoo Kim. Dolan, Yvonne.
De praktijk van oplossingen.
Bouwkamp, Roel. Vries, de, Sjef.
Handboek psychosociale therapie.
Bryan, Bill. Goodman, Michael. Schaveling, Jaap.
Systeemdenken.
Cohn, Ruth.
Van psychoanalyse naar themagecentreerde interactie.
Gramsbergen, Y. Molen, van der, H.
Gesprekken in organisaties.
Hartzema, Robert.
De psychologie van Vrijheid.
Hatcher, Chris. Himelstein, Philip.
Handboek gestalttherapie.
Jong, de, Peter. Berg, Insoo Kim.
De kracht van oplossingen.
Kalmthout, van, Martin.
Psychotherapie: De bomen en het bos.
Kets de Vries, Manfred.
Leiders, narren, en bedriegers.
Lang, G. Molen, van der, H.
Psychologische gespreksvoering.
Leijssen, Mia.
Gids voor gesprekstherapie.
Molen, van der, Henk. Perreijn, Sandra. Hout, van den, Marcel.
Klinische psychologie.
O’Connor, Joseph. Seymour, John.
NLP-gids voor optimaal functioneren.
Ofman, Daniel.
Bezieling en kwaliteit in organisaties.
Remmerswaal, Jan.
Handboek groepsdynamica.
Rijkers, Ton.
Bouwen aan zelfsturende teams.
Rijkers, Ton.
De kunst van het coachen.
Stewart, Ian. Joines, Vann.
Transactionele Analyse, het handboek
Vansteenwegen, Alfons.
Helpen bij partnerrelatieproblemen.
Verhulst, Jan.
RET jezelf.
33
Hoofdstuk drie Een vergelijking van de Oosterse en Westerse denkwijzen In dit hoofdstuk beschrijf ik de ontwikkeling van Oosterse en Westerse denkwijzen die, vanuit een gezamenlijk begin, uit elkaar groeiden en ieder een eigen ontwikkeling kenden.
Onder
invloed
van
ontwikkelingen
in
de
wetenschap,
zoals
de
quantumtheorieën en hedendaagse filosofische stromingen zoals het chaosdenken, groeien beide denkwijzen weer naar elkaar toe.
Oost en west In de oudheid, zo’n 2500 jaar geleden, vormden zowel in het oosten als in het westen religie, filosofie en wetenschap een geïntegreerde denkwijze. De wereld is opgebouwd uit tegenstellingen. Elk paar tegenstellingen vormt een eenheid. Alle veranderingen in de wereld worden veroorzaakt door het dynamisch en cyclisch in elkaar weven van die tegenstellingen. De wereld is in staat van eeuwige wording. Terwijl in het oosten de geïntegreerde denkwijze steeds gebruikt werd, kende het westerse denken een periode van dualisme: de scheiding van geest en materie. Aristoteles begon met het systematiseren van de kennis van de oude wereld. Hij was er echter van overtuigd dat vraagstukken over de menselijke ziel en de volmaaktheid van god waardevoller waren dan het onderzoek van de materiële wereld. Doordat de christelijke kerken dit aristotelische model ondersteunden, bleef dat tot en met de middeleeuwen standhouden. Er was alleen aandacht voor God en Geest. Pas weer in de renaissance, met hernieuwde belangstelling voor de natuur en daarmee voor de materie, werd een verdere ontwikkeling van de westerse wetenschap mogelijk. Door een groeiende belangstelling voor de wiskunde en door experimenten te doen om na te gaan of hypothesen juist waren, kwam men tot op de juiste wijze geformuleerde wetenschappelijke theorieën, gebaseerd op experimenten en uitgedrukt in wiskundige taal. Belangrijk daarin is de invloed van Descartes. Hij baseerde zijn visie op de wereld op een fundamentele scheiding in twee totaal onafhankelijke gebieden: het gebied van de geest en het gebied van de materie. Wetenschappers behandelden materie alsof die dood was en volkomen gescheiden van henzelf. Dat leidde tot een mechanistisch wereldbeeld. De materiële wereld bestond uit een grote hoeveelheid verschillende deelmechanismen, verenigd in een groot mechanisme.
34
Onderzoek en verklaar de deelmechanismen en leidt daaruit volgens wiskundige formules de werking van het grotere mechanisme vanaf. Een lineair verband tussen oorzaak en gevolg. De kreet van Descartes: “ik denk, dus ik besta”, had tot gevolg dat de westerse mens zich ging identificeren met zijn denken in plaats van met zijn hele organisme. Newton bouwde op die basis zijn mechanica op. Daarbij ging hij uit van een almachtige god, die de wereld van bovenaf regeert door haar zijn wetten op te leggen. De fundamentele natuurwetten waarnaar de wetenschappers zochten, beschouwden ze dus als goddelijke wetten, onveranderlijk en eeuwig, waaraan de wereld is onderworpen. In deze redenering ligt de bezieling buiten het systeem. Het leven is gericht op pogingen om te voldoen aan een onbereikbaar ideaal. Elk mens is opgesplitst in een aantal afzonderlijke hokjes die ook nog steeds met elkaar in conflict zijn. Dit zorgt voor verwarring en frustratie en leidt tot een continu gevecht tussen de ratio en de drijfveren uit het onbewuste. Een gevecht dat je gedoemd bent te verliezen. Na een leven vol van tekortschieten en zonden begaan, zul je pas in het hiernamaals gelukkig worden, al dan niet na een vurige reiniging in hel of vagevuur. De scheiding van lichaam en geest en het mechanistische wereldbeeld hebben gezorgd voor grote ontwikkelingen op het gebied van de klassieke fysica en de technologie. In dat opzicht zijn ze vruchtbaar geweest. Maatschappelijk en emotioneel gezien leidde het tot een situatie waarin mensen om
moesten gaan met hun
omgeving terwijl ze tegelijkertijd in zichzelf de tegenstelling tussen lichaam en geest ook nog uit moesten vechten. De oosterse wereldbeschouwing is organisch. Het goddelijke is een principe dat van binnen uit alles beheerst en dat dynamisch is. Er is constant aandacht voor wat er verandert, zonder te oordelen. Geen zonden, geen fouten, geen tegenstelling tussen lichaam en geest, maar een aaneenschakeling van leer- en ontwikkelmomenten. Gedrag is erop gericht bij jezelf iets te veranderen waardoor je weer in harmonie komt met het goddelijke principe. Daardoor heb je zelf ook de mogelijkheid om mee vorm te geven aan dat goddelijke principe. Met name Boedhisme en taoïsme zijn gericht op hoe je omgaat met dat wat gebeurt. Al meegaande met dat wat gebeurt handel je en daardoor heb je invloed op wat er vervolgens gebeurt. Zij zijn niet zozeer gericht op rationele kennis, maar op intuïtieve wijsheid. De visie is holistisch. Het geheel en de interactie tussen alles wat daar deel van uitmaakt wordt gebruikt om te verklaren wat er gebeurt.
35
Je kunt de rivier niet duwen, je kunt er wel op manoeuvreren en zo de beste stroming zoeken en de hindernissen omzeilen. Dat is een continu proces waarin je steeds met aandacht aanwezig bent. Onder invloed van filosofische stromingen, onder invloed van de Quantum-theoriën en het chaos-denken groeit de Westerse wereld nu uit boven het scheidingsdenken en komt terug bij een organisch wereldbeeld. Ook worden wij in toenemende mate geconfronteerd met de gevolgen van de hectiek en de grote druk die onze westerse leefwijze kenmerken. Stress en de lichamelijke en geestelijke gevolgen daarvan worden steeds duidelijker. Dat maakt dat steeds meer mensen gaan zoeken naar elementen uit de Oosterse levenswijzen, die bij kunnen dragen aan een leven in balans, in harmonie met jezelf, de ander en de omgeving.
Conclusie De westerse weg heeft geleid tot veel kennis en tot inzicht in wetmatigheden. Lineair denken in oorzaak en gevolg. Dat kan leiden tot het denkbeeld dat de mens de wereld kan beheersen en de toekomst kan bepalen. De oosterse weg beschouwt onze wereld als een organisch systeem, waarin alles invloed heeft op alles. Deze weg is gericht op omgaan met dat wat gebeurt en kan er toe leiden dat mensen zich afhankelijk voelen, zich als slachtoffer opstellen en alleen maar ondergaan wat er gebeurt. Nu de twee weer bij elkaar komen kan een situatie
ontstaan waarin we ons
realiseren dat de wereld een organisch systeem is waarin alles met elkaar samenhangt en op elkaar invloed heeft. De kleinste verandering van een deel van het systeem kan de grootste gevolgen hebben voor het systeem als geheel. Het systeem is zo gecompliceerd dat we op basis van kennis en wetmatigheden invloed uit kunnen oefenen op de
richting van de ontwikkelingen, maar niet op de
precieze uitkomst. Als we er in slagen onze wetenschappelijke inzichten te gebruiken om bij te dragen aan een harmonische ontwikkeling van ons organische systeem, kunnen we op een verantwoorde manier werken aan het mede vormgeven van onze eigen toekomst. We zullen dan wel moeten leren om, met inachtneming van het individuele belang, het gezamenlijke belang tot leidraad te maken. Het korte termijn denken zal plaats moeten maken voor lange termijn denken. Als we dit kunnen vertalen in doelen voor de korte termijn blijft het overzichtelijk en voorkomen we dat onze voorkeur voor korte termijngewin toch weer de overhand krijgt.
36
Geraadpleegde literatuur Capra, Fridjof.
De Tao van Fysica.
Gaarder, Jostein.
De wereld van Sofie.
Gasenbeek, Bert. Winkelaar, Piet.
Humanisme.
Kessels, Jos. Boers, Erik. Mostert, Pieter.
Vrije ruimte.
Morris, Tom.
Filosofie voor Dummies.
Wilber, Ken.
Zonder grenzen.
37
Hoofdstuk vier Integratie: een en een is oneindig In dit hoofdstuk beschrijf ik de manier waarop ik Ki-Aikido verbind met de stromingen en hoe ik denk dat ze elkaar versterken. De principes van Ki-Aikido vormen voor mij een levens- en daarmee ook een werkwijze. Als ondersteunende gereedschappen voeg ik daar die elementen uit de verschillende stromingen aan toe die op dit moment, met deze cliënt de beste kans op een gewenste verandering bieden. Eerst benoem ik een aantal verschijningsvormen vanuit de principes van Ki-Aikido in het dagelijks leven. Daarna maak ik de koppeling naar de stromingen.
Op “mijn best” zijn Dat ben ik als ik de vier principes toepas. Ieder mens is het middelpunt van zijn universum. Dat middelpunt wordt verbeeld in “een punt”, de denkbeeldige plaats waar ons lichaamszwaartepunt ligt en waar we ook onze geestelijke aandacht concentreren. Op die plaats creëer ik eenheid van lichaam en geest. Het principe in Ki-Aikido om op een dynamisch manier met mijn balans om te gaan, waardoor ik steeds in of snel terug in mijn “een punt” bent is ook het uitgangspunt in de relatie tussen behandelaar en cliënt. Vanuit “ontspan volledig” kan ik dat met de minste moeite. Steeds houd ik het contact om op een ontspannen manier terug naar “een punt” te kunnen. Tegelijk zorg ik dat ik niet zodanig geraakt wordt door de problematiek van de cliënt dat ik daardoor zelf uit evenwicht raak. Ik houd mijn “gewicht aan de onderkant”, ik blijf geaard.
Als ik te sterk betrokken raakt bij de
problemen van de cliënt, dan kan ik niet meer optimaal mijn kwaliteiten als behandelaar inzetten. Hierin komt ook de term ma-ai, de juiste afstand terug. Vanuit de juiste afstand heb ik optimaal contact met de cliënt en kan ik steeds goed voelen wanneer het voor de interactie goed is om als behandelaar een figuurlijke stap te doen om in mijn “een punt”, in balans te blijven.
Eenheid van lichaam en geest Ki-Aikido leert mij om te werken vanuit mijn onbewuste weten. Ik ben aanwezig als complete mens, als eenheid van lichaam en geest. Ik gebruik al mijn zintuigen om informatie te verzamelen en gebruik alles wat ik in mij ervaar om de interactie gestalte te geven.
38
Mijn onbewuste heeft een veel grotere opslag en verwerkingscapaciteit dan mijn bewustzijn. De informatie die in mijn onbewuste binnenkomt wordt daar verwerkt, vrij van oordelen, vrij van gewenste uitkomsten, zonder dat mijn bewustzijn zich daarmee bemoeit. Als dan vanuit mijn onbewuste een beeld opduikt, gebruik ik mijn bewustzijn om daaraan door woord en gebaar betekenis te geven en zo in interactie te gaan met mijn cliënt. In de interactie wil ik bereiken dat de aandacht van de cliënt anders gericht wordt, waardoor ruimte ontstaat voor ander gedrag.
Ki in balans Respect voor de Ki van de coach en respect voor de Ki van de cliënt moeten in evenwicht zijn. Als ik teveel respect hebt voor de Ki van de cliënt dan laat ik mij meeslepen in zijn problemen. Dat vertroebelt mijn vakmanschap als behandelaar en dan zal ik niet de voor de cliënt meest vruchtbare interventie kunnen doen. Heb ik teveel respect voor mijn eigen ki, dan geef ik de cliënt niet de gelegenheid om zijn verhaal helemaal te vertellen. Ik denk al heel snel dat ik weet welk probleem er speelt want ik heb dit al zo dikwijls gehoord en de oplossing van die eerdere keren zal ook nu wel weer werken. De gekozen interventie zal wel leiden tot een reactie van de cliënt, de vraag is echter of het de best denkbare interventie is. Je loopt dan het risico dat je komt met een oplossing waar de cliënt helemaal geen probleem voor heeft.
Werk met wat je wel kunt bewegen In Ki-Aikido voeren wij samen een oefenvorm uit. Ik kan mijn beweging alleen uitvoeren als mijn partner mij daartoe de gelegenheid geeft. Ik ga niet sleuren in een richting die geblokkeerd is. Ik zoek eerst naar ruimte, naar instemming van de partner en dan maak ik mijn beweging. Zo ook in een interactie tussen begeleider en cliënt. De cliënt moet instemmen met de interventie die ik als coach doe. Dat vraagt om gelijkwaardigheid. De cliënt is de expert van zijn probleem. De coach is een expert in het aanvoelen van wat de cliënt beweegt en hoe daarop te reageren met een interventie waar de cliënt mee in kan stemmen. Eigenlijk moet er een dans met het probleem ontstaan. Rust en dynamiek Ki-Aikido beoefen ik met een combinatie van rust en dynamiek. De intensiteit van de rust versterkt de dynamiek en de intensiteit van de dynamiek verdiept de rust. Ook als begeleider werk ik met de combinatie van rust en dynamiek.
39
Verantwoordelijk zijn Bij Ki-Aikido maak je een afspraak met de partner om samen te oefenen. Je verklaart je bereid om dat zo goed mogelijk te doen. Je bent beiden verantwoordelijk voor een goede afloop. Degene die de beweging uitvoert neemt verantwoordelijkheid voor het welzijn van de partner. Hij voert de beweging uit op een zodanige manier dat de partner niet geblesseerd raakt. Dat wil zeggen: Contact maken, duidelijk richten van de aandacht en de beweging zacht maar beslist uitvoeren. De partner geeft feedback. De partner laat aan degene die uitvoert merken of er contact is, of er ruimte is daar waar degene die uitvoert de aandacht richt en of hij met zachtheid maar toch beslist bewogen wordt. Ook in een coachingsrelatie ben je samen verantwoordelijk voor de verandering die plaatsvindt. Als begeleider zorg ik er voor dat mijn cliënt geen schade ondervindt van wat ik doe. Mijn cliënt geeft mij feedback en helpt mij om schade te voorkomen en toch beweging mogelijk te maken.
De koppeling met de stromingen De relatie als bepalende factor De relatie tussen cliënt en begeleider in coaching en counseling is vergelijkbaar met de relatie tussen degene die een techniek uitvoert en zijn partner bij Ki-Aikido. In die zin sluit Ki-Aikido naadloos aan bij de inzichten van Jerôme Frank. Er is aandacht voor elkaar, respect voor elkaar en een gedeelde verantwoordelijkheid om de techniek goed uit te voeren. In allebei de situaties is het handelen gericht op het bereiken van harmonie. Harmonie met jezelf, harmonie met de ander en harmonie met de omgeving. Zodanig omgaan met een verstoring, dat er een nieuwe harmonie ontstaat. Een
beweging bij Ki-Aikido kan alleen uitgevoerd worden in de richting
waar ruimte ligt. Die ruimte ligt daar waar de partner zijn instemming laat blijken met de richting en de beweging die de uitvoerder wil maken. In die instemming ligt de gedeelde intentie en daarmee de gedeelde verantwoordelijkheid. Ki-Aikido als levenswijze houdt in dat ik mijzelf steeds blijf oefenen in het voelen of er ruimte ligt om samen met de ander tot harmonie met de omgeving te komen. De nadruk ligt daarbij op het proces van daarmee bezig zijn en steeds blijven leren. Niet op de illusie van een vastliggend einddoel dat ik ooit zal bereiken. Ook daarin ligt een parallel met coaching en counseling, er is geen einddoel, er is een richting. Het gaat erom te leren hoe je kunt omgaan met veranderingen in je leven.
40
In dit proces kun je wel steeds spreken van een volgende stap. Elke stap zou je een doel op kortere termijn kunnen noemen. De vier principes van Ki-Aikido zorgen ervoor dat ik steeds op mijn best ben. Ook in een relatie met een cliënt. Ik streef er steeds naar om mijn balans te houden, ontspannen te zijn, een natuurlijke lichaamshouding te hebben en met aandacht aanwezig te zijn in mijn omgeving. Door zowel lichamelijk als geestelijk op mijn best te zijn, ben ik als compleet mens aanwezig in de relatie en daarmee een stuk nadrukkelijker dan wanneer ik met mijn lichaam geen interesse uitstraal in de cliënt. Hoe langer ik mij bezighoud met Ki-Aikido, hoe meer ik ervaar dat in deze levenswijze, in die vier principes, ook alle specifieke kenmerken van de diverse stromingen opgesloten zitten. Hierna zal ik er een aantal behandelen.
Ki-Aikido en systeemdenken In Ki-Aikido gaan wij ervan uit dat het universum een oneindig grote cirkel is met een oneindig grote straal. Dat universum is een groot systeem dat bestaat uit een oneindige verzameling kleinere systemen en systeempjes. Als je die cirkel verkleint, steeds verder, kom je uit in “een punt”. Voor mij is mijn “een punt” het centrum van het universum. Voor iemand anders is zijn of haar “een punt” het centrum van het universum. Dat houdt in dat ik door mijn “een punt” te bewegen iets kan veranderen in het universum. Ik kan het hele universum bewegen. Daarom kan ik, als ik iets wil veranderen, dat doen door zelf te veranderen. Elke situatie waarin je je bevindt, kun je zien als een systeem. Soms is dit systeem groter, soms klein. Als je in een systeem komt, in een ruimte, dan vul je die hele ruimte met jouw aandacht. Met die aandacht neem je waar wat er in die ruimte gebeurt. Wat veraf gebeurt neem je waar, maar hoeft geen aanleiding te zijn om iets te doen. Pas als iets zo dichtbij gebeurt dat je het als onprettig ervaart ga je zelf iets veranderen. Pas als jouw harmonie verstoord raakt, ga je iets doen om die te herstellen. Ieder van ons heeft een veilige ruimte, een ruimte die hij voor zichzelf reserveert. In die ruimte voel je je veilig. Hoe groot die ruimte is, is afhankelijk van de andere persoon en van de situatie. Als iemand in jouw ruimte komt of in jouw ruimte gebeurt iets wat jou stoort, dan mag je op basis van respect voor jezelf iets veranderen waardoor je je weer goed voelt, waardoor voor jou de harmonie in het systeem hersteld wordt. Voor jezelf is jouw “een punt” het centrum van die ruimte. Als je iets doet en jouw “een punt” verplaatst, verander je iets in die ruimte, verander je iets in dat systeem. Ieder ander in die ruimte kan precies hetzelfde doen en ook het systeem beïnvloeden. Dat gebeurt ook.
41
Het universum is constant in beweging en alle systemen daarin ook. Dat kun je niet tegenhouden. Daar kun je wel mee omgaan. Dan kun je kiezen of je gaat vechten tegen de veranderingen die plaatsvinden, of je kunt kiezen voor jezelf en leren om steeds weer zo te handelen dat je in harmonie komt met het systeem, met het universum. Als je wilt dat er iets verandert, zul je moeten beginnen met zelf iets te veranderen. In het denken van Ki-Aikido is het hele leven een leerproces waarin je steeds kunt blijven groeien en steeds gemakkelijker terug kunt naar in harmonie zijn met een constant veranderend systeem.
Ki-Aikido en cliëntgericht werken In Ki-Aikido maak je eerst, met aandacht, verbinding met de partner om zijn energie, zijn bedoeling duidelijk te laten worden, je toont respect voor de Ki van de partner. Bij clientgericht werken zorg je er in de eerste plaats voor dat je een goede relatie opbouwt met de cliënt, en hem waardeert als de expert van zijn probleem. In Ki-Aikido streef je naar harmonie met jezelf, harmonie met de ander en harmonie met de omgeving.Als je in Ki-Aikido oefent met een partner ben je beiden verantwoordelijk voor het streven naar harmonie met de omgeving. Als je cliëntgericht werkt, zijn de cliënt als expert van zijn probleem en de coach als expert van zijn toegevoegde waarde samen verantwoordelijk voor het in harmonie gaan functioneren van de cliënt. De coach zorgt ervoor dat hij gedurende dat proces steeds in harmonie blijft met zichzelf en met de omgeving. De gerichtheid, met aandacht, op de partner zorgt er bij Ki –Aikido voor dat je alleen bewegingen maakt waar de partner mee instemt. Gaande de beweging voel je steeds of je de instemming van de partner hebt. Is dat niet zo, voel je een blokkade, dan ga je niet forceren, maar zoek je naar een beweging die wel de instemming van de partner heeft. Er is continu contact, aandacht, uitwisseling, op basis waarvan de bewegingsdans verloopt. Bij cliënten gaat dat op dezelfde manier. Constant is er het contact. Op basis daarvan doe ik een interventie die op dat moment bij mij opkomt. Als ik in verbinding ben met mijn cliënt merk ik meteen of de interventie aanvaardbaar is, of ik een aanpassing moet doen of dat ik met behoud van het contact, opnieuw moet beginnen omdat de cliënt met deze interventie niets wil. Ook hier ontstaat als het ware een dans in de richting van de gewenste situatie.
42
Ik heb wel het idee dat bij Ki-Aikido de zorg van de coach voor zichzelf op de eerste plaats komt. Dat is zijn eerste verantwoordelijkheid. Meteen daarna, met nauwelijks zichtbaar verschil volgt de verantwoordelijkheid voor de cliënt. In de cliëntgerichte stroming lijkt het wel alsof de coach soms zichzelf wel een beetje weg mag cijferen, in de veronderstelling dat hij er wel weer bovenop komt.
Wisselwerking tussen Ki-Aikido en TA Ki-Aikido is aandacht. Aandacht is erkenning. Erkenning is strook. Strook is transactie. Volgens de uitgangspunten van Ki-Aikido is elke transactie een nieuwe situatie waarbij de coach reageert op de mogelijkheden die in de situatie opgesloten zitten. Stapje voor stapje, strook voor strook, werk je in interactie met de cliënt aan zijn ontwikkeling en groei. Je zoekt niet in de interactie naar aanknopingspunten voor een interventie die je van tevoren al bedacht hebt, maar naar een interventie die als vanzelf voortkomt uit de situatie hier en nu. Je helpt de cliënt om steeds beter de positie in te kunnen nemen van de volwassene die hier en nu met alle hulpmiddelen die hem ten dienste staan beslist hoe hij acteert. Ouder- en kindpositie kun je daarbij beschouwen als verstoring van het evenwicht. Het leren innemen van de positie van volwassene kun je zien als herstel van de balans op een hoger niveau, met als uiteindelijke doel de groei naar autonomie. Balans in respect voor je eigen Ki en de
Ki van de partner in Ki-Aikido is
vergelijkbaar met de gelijkwaardige relatie tussen coach en cliënt in TA. De levenswijze Ki-Aikido komt overeen met de levenspositie “ik ben OK, jij bent OK”. Dat houdt ook weer in dat je zelf verantwoordelijk bent voor het innemen van de positie van volwassene en daarmee je verdere groei naar autonomie.
Coachen met Ki en Oplossingsgerichte c&c In Ki-Aikido maak je elke beweging alsof het de eerste keer is. Met volledige aandacht en met vermijding van routine. Je maakt de beweging daar waar de partner ruimte biedt en voert uit met niet meer inspanning dan nodig is. Je beweegt op basis van wat zich hier en nu aandient en hebt niet van te voren al een bepaalde techniek in je hoofd die je toe wilt gaan passen. In de oplossingsgerichte stroming is elke bijeenkomst met een cliënt een nieuwe situatie.
43
Je maakt opnieuw contact, gaat samen op zoek naar wat zich hier en nu aandient als de kleinste stap die gedaan kan worden in de richting van een veranderbehoefte. Je gaat dus als begeleider niet deze bijeenkomst in met een van tevoren bedachte nieuwe stap op basis van de stap die in de vorige bijeenkomst afgesproken is. De veranderbehoefte wordt steeds opnieuw samen ontdekt. In Ki-Aikido geldt het principe “mind leads, body follows”. Eerst richt je de aandacht en dan volgt de actie. Bij oplossingsgericht werken richt je ook eerst de aandacht op wat de cliënt wel wil en daarna volgt een actie. Daarbij moet de interventie zodanig zijn dat de cliënt ermee instemt. D.w.z. hij zet niet spontaan de hakken in het zand, maar voelt zich uitgenodigd om mee te gaan in de beweging die ik als coach inzet. Samen maken we de beweging/interventie af waardoor een verandering in het systeem veroorzaakt wordt en een nieuwe situatie ontstaat, die weer nieuwe mogelijkheden tot interactie biedt. Steeds weer opnieuw contact maken en op zoek gaan naar waar ruimte is. Waar kan ik als coach bewegen, zodanig dat de cliënt met instemming, dus zonder te blokkeren meebeweegt. Doe daarbij als coach niet meer als nodig is. Maak de kleinst mogelijke beweging die nodig is om de gewenste verandering te bereiken. Als dat lukt ontstaat een nieuwe situatie en in die situatie kan een nieuwe veranderbehoefte ontstaan. Als coach maak je opnieuw contact en zoek je naar waar ruimte is. Als er geen veranderbehoefte ontstaat dan ben je klaar. Afstand, toenadering, contact, actie en weer afstand. Rust en dynamiek die elkaar afwisselen.
Ki-Aikido en NLP Ki Aikido streeft naar eenheid van lichaam en geest. Doel is om in harmonie te leven met de omgeving. NLP maakt gebruik van de verbinding tussen lichaam en geest om mensen te helpen steeds beter te communiceren met hun leefwereld. NLP is een dynamisch model dat steeds op zoek is naar wat wel werkt. Ki-Aikido is een levenswijze waarin vanuit een combinatie van rust en dynamiek steeds gezocht wordt naar ruimte om te bewegen in de steeds veranderende omgeving. Ki-Aikido heeft het principe: “mind leads – body follows”. Dat gebeurt in een naadloze opeenvolging. NLP wil nadenken over verandering en meteen daarnaar handelen en ermee experimenteren. Beiden zoeken ook naar de onmiddellijke feedback die in dat handelen tevoorschijn komt.
44
In beide opvattingen kan zo ook een nooit eindigende leer en ontwikkelingsweg ontstaan. Deze ontwikkeling moet ook bij beiden recht doen aan de harmonie met jezelf, met de ander en met de omgeving. Zowel Ki-Aikido als NLP gaan uit van een positieve grondhouding. Richt je op wat je wel wilt en doe wat wel kan. Basisvoorwaarde voor beiden is dat je continu in contact bent, continu aandacht hebt voor wat er hier en nu gebeurt. Bij NLP heet dat “rapport”, bij Ki-Aikido heet dat “send out ki”. Ki-Aikido en het kernkwadrant Ki-Aikido is gericht op steeds op je best zijn, in balans. Dat is een levenslang leerproces. In je dagelijkse leven, thuis, op je werk, in het verkeer, op je sportclub, zijn er altijd momenten dat je jezelf uit evenwicht laat brengen. Bedoeling van de studie van Ki-Aikido is dat je leert om steeds minder vaak en steeds minder ver uit evenwicht te raken en steeds sneller weer terug te komen in dat evenwicht. In de kernkwadranten kun je de kernkwaliteit zien als “op je best” zijn. De valkuil en de allergie zorgen voor verstoring van het evenwicht. De uitdaging gebruik je om de harmonie te herstellen op een hoger niveau.
Ki-aikido en gestalttherapie Er is een groot aantal overeenkomsten tussen beiden. Elk mens is het middelpunt van het universum en daarmee van zijn eigen leefwereld. Omgaan met wat gebeurt, doe je niet op basis van eerdere ervaringen, theorieën of verwachtingen van anderen. Je doet iets op basis van wat je hier en nu zelf gewaar wordt, omdat je met aandacht contact maakt. Er gebeurt alleen iets als beide partners bereid zijn om samen te werken en de verantwoordelijkheid te nemen voor een verandering. In Ki-Aikido zijn daarom beide partners volledig actief aanwezig in de interactie, net zoals in de Gestalttherapie begeleider en cliënt volledig actief aanwezig
zijn.
Bij
beiden
is
ook
het
lichamelijk
gevoelde
een
belangrijke
informatiebron. Je dwingt niemand om iets te doen wat jij vindt dat moet. Je nodigt de ander uit om op basis van wat jij voorstelt te reageren met wat en hoe zijn gevoel hem ingeeft. Wij zijn ieder alleen maar verantwoordelijk voor wat wij zelf doen. Wat wij doen is bedoeld als uiting van wat wij voelen. Wij handelen voor ons zelf en niet tegen de ander.
45
Elke handeling gebeurt alsof het de eerste keer is, als reactie op wat hier en nu gebeurt. Het is geen herhaling van een eerdere handeling, omdat elke gebeurtenis uniek is. Zowel Ki-Aikido als Gestalt zijn gericht op levenslange groei. KI-aikido lessen en Gestaltbijeenkomsten vormen veilige omgevingen om in te oefenen met gedragsveranderingen. Ik ga met cliënten wandelen, de natuur is mijn kantoor. Ik gebruik houding en beweging van mijn cliënt als informatiebron en niet wat er binnenin gebeurt. Ondanks de overeenkomsten gebruik ik weinig van de beschreven interventies uit de Gestalttherapie.
Ki-Aikido en RET Bij Ki-Aikido zorg je dat de aandacht van de partner anders gericht wordt en kun je in die richting samen een techniek doen. Bij RET vestig je de aandacht op het irrationele van de gedachte. Daarmee creëer je ruimte om die gedachte te veranderen en daarmee het gedrag. Ik gebruik RET wel, maar alleen als ik wil provoceren of confronteren. Vaker gebruik ik NLP of oplossingsgerichte vragen.
Ki-Aikido en psychoanalyse Ki-Aikido is lichaam en geest, dynamiek, gelijkwaardigheid van twee partners in het proces. Interactie waarin steeds nieuwe mogelijkheden ontstaan om stappen te zetten in een ontwikkelingsproces. In de benadering van de psychoanalyse mis ik de actie. Als coach wil ik actief iets veranderen in de situatie. Doel is daarmee de cliënt uit te nodigen om op zijn beurt in beweging te komen en actief iets te veranderen in de situatie. Psychoanalyse is voor mij te statisch, te eenzijdig. Door niet actief aanwezig te zijn in het proces onthoud je de cliënt informatie die hem kan helpen om zichzelf te ontwikkelen.
46
Ki-Aikido en Behaviorisme De mens als een geheel van lineaire oorzaak en gevolg processen. Dat is het beeld dat de behavioristische theorie bij mij oproept. Voor mij is de mens meer. Menselijke ontwikkeling is een circulair proces. Als het goed gaat neemt die cirkel de vorm aan van een spiraal naar boven. Soms blijft het een cirkel waar mensen in vast zitten. Soms ontstaat er een spiraal naar beneden. In alle drie de situaties is verandering een proces van interactie “ik – ander – omgeving”. In dat proces zullen ook algemeen geldende lineaire oorzaak en gevolg elementen zitten. Toch is het hele proces steeds weer maatwerk, gericht op dat ene individu, dat in heel veel opzichten anders reageert dan elk ander individu.
Conclusie: De levenswijze Ki-Aikido is gericht op eenwording van lichaam en geest, aanwezig zijn als hele mens. Handelen gebeurt in het hier en nu gericht op harmonie vanuit ontspanning en niet weten. Weten vanuit niet weten. Loslaten, openstaan, benieuwd zijn en accepteren wat er is. In elke unieke situatie die ene unieke handeling kunnen verrichten die ruimte geeft tot verandering. Een ideaal dat je nooit bereikt, waarnaar je alleen maar onderweg kunt zijn. Mijn drijfveer daarbij is de zoektocht naar mijn talenten en de bijdrage die ik daarmee kan leveren aan de samenleving. Ki-Aikido is een levenswijze, een levenslange studie en daarmee een weg om te blijven groeien. Dit is mijn basis. Bestaande technieken kan ik steeds beter leren kennen en daaraan kan ik nieuwe toevoegen. Daaruit haal ik mijn gereedschappen. Het combineren en integreren van deze twee biedt oneindig veel mogelijkheden en vormt mijn weg naar meesterschap.
47
Hoofdstuk vijf De praktijk In dit hoofdstuk beschrijf ik een aantal trajecten, zoals ik die met mijn cliënten doorlopen heb. Elke cliënt benader ik op dezelfde manier en tegelijk krijgt elke cliënt zijn eigen individuele behandeling. Ik maak contact, zonder te oordelen. Ik ben benieuwd naar wat zich in het hier en nu voor zal doen, hoe ik daarmee verbinding kan maken en hoe ik in die verbinding ruimte kan vinden om te bewegen. Achteraf kan ik op die beweging een etiket plakken. Ik kan benoemen welke techniek uit welke stroming ik gebruikt heb. Samen met de cliënt werk ik aan een gewenste verandering. Die gewenste verandering staat als een stip aan de horizon. De route daar naar toe laat zich niet van te voren in een stappenplan
vastleggen.
Die
route
ontstaat
gaandeweg,
op
basis
van
de
mogelijkheden die zich onderweg als vanzelf sprekend aandienen. Elke mogelijkheid die wij kunnen gebruiken om te bewegen, vormt een stap in de richting van het doel. De interactie tussen mij, de cliënt en de situatie schept die mogelijkheden. Dat betekent
ook
dat
er
geen
tijdspad
opgesteld
kan
worden.
Tijdens
het
kennismakingsgesprek bepaal ik samen met de cliënt de duur van het eerste traject. Zes, acht, of tien bijeenkomsten. Daarna volgt een evaluatie. Daarin bepalen we samen of het doel bereikt is of dat er nog een traject nodig is en uit hoeveel bijeenkomsten dat weer zal bestaan. Als we samen constateren dat we niet dichter bij de stip op de horizon komen en ook niet verwachten dat dat nog zal gebeuren, dan beëindigen we de samenwerking.
48
Eerste casus De cliënte is een vrouw van zesenvijftig jaar. Zij is gescheiden en moeder van drie volwassen kinderen, die zelfstandig wonen. Na haar scheiding heeft ze gewerkt in de thuiszorg en bij een kinderdagverblijf. Na een conflict is ze ontslagen. Nu zit ze thuis en doet vrijwilligerswerk in een bejaardentehuis. Ze voelt zich eenzaam en ongelukkig. Ze heeft het idee dat ze nooit in haar leven goed genoeg was. Ze trekt zich steeds verder terug en dreigt te vereenzamen. Doel van het traject is de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen, zodat ze meer kans krijgt op werk. Door te luisteren en haar verhaal te waarderen zonder te oordelen, ontstaat een werkbare situatie. Als rode draad probeer ik om samen met haar te zoeken naar positieve en sterke elementen in haar levensverhaal. Door dat consequent te doen hoop ik dat ze er een gewoonte van maakt om te gaan kijken naar wat wel goed gaat in haar leven en wat zij daar zelf aan bijdraagt. Haar zelfbeeld kan dan veranderen naar: Ik ben goed genoeg. Welke mogelijkheden dienden zich in dit traject aan? Stap een Mijn cliënte vertelt dat zij steeds minder visite ontvangt. Ik vraag aan haar of ik naar haar huis mag komen om daar te beginnen en eindigen met de wandelingen. Dat mag. Zij heeft de neiging om zich te verontschuldigen voor alles wat ze doet en heeft; alsof niets goed genoeg is. De mogelijkheid dient zich aan om samen met haar te bekijken of ze het eigenlijk niet best goed voor elkaar heeft, gezien haar situatie. In de loop van de maanden slaagt ze erin om daar positiever naar te gaan kijken. Stap twee Ik vraag haar of zij vanuit haar huis, de volgende wandeling uit wil zetten. De wandeling zou ongeveer anderhalf uur moeten duren. Ze stemt toe. De wandeling duurt exact anderhalf uur. Ze heeft het traject een keer gefietst en daarna nog twee keer zelf gelopen om dat zeker te weten. Vanaf nu bepaalt zij de wandelingen. Dat gebeurt met steeds minder spanning. De derde keer heeft ze geen route meer bepaald. Ze heeft wel een gebied in gedachten waar we best anderhalf uur kunnen wandelen. Op deze manier gaan we verder.
49
Stap drie Ze heeft een piano. Ik vraag haar of ze zelf speelt. Ze vertelt dat ze vaak speelt en dat muziek een grote steun voor haar is. Behalve piano kan ze ook orgel spelen. Een kennis heeft haar gevraagd om te spelen op een kleine orgel in een kerkje, tijdens de dienst. Ze vindt het orgeltje wel leuk, maar wil niet optreden. Ik vraag of ze me tijdens de wandeling het kerkje en het orgel wil laten zien. Ik vraag of ze een stukje wil voorspelen. Het klinkt goed. Als ik vraag of er iets is wat ze wel zou willen, zegt ze dat ze wel op het orgeltje wil spelen om het op toon te houden, buiten de diensten. Aan het einde van ons traject speelde ze af en toe tijdens de dienst, ter vervanging van de vaste organist. Stap vier Ze schildert. Ze ontwerpt briefkaarten en ze maakt kleine schilderijen. In haar schilderijen komt heel duidelijk de emotie van haar situatie naar voren. Als we over haar schilderijen praten vertelt ze dat ze wel grotere schilderijen zou willen maken. Ik vraag of er geen schildersclub in de buurt is, waar mensen bij zitten die grotere schilderijen maken. Die is er, maar ze vraagt zich af of ze wel goed genoeg is. Ik vraag of ze zou kunnen ruilen. Ze geeft informatie over het maken van kleine schilderijen en ze krijgt informatie over het maken van grote schilderijen. Ze aarzelt een tijdlang en neemt dan toch contact op. Ze wordt lid van de club. Aan het einde van het lesseizoen doet ze mee aan de organisatie van een expositie en verkoopt drie schilderijen. Stap vijf Ze merkt dat ze het fijn vindt om te wandelen. Ze gaat op zoek naar een clubje mensen die dat een keer per week samen doen en sluit zich bij hen aan. Stap zes Ze voelt zich meer op haar gemak in haar vrijwilligerswerk. Ze besluit dat ze niet meer wil streven naar betaald werk. Over een half jaar heeft ze geen sollicitatieplicht meer en tot die tijd schrijft ze de verplichte sollicitaties en ontvangt ze de gebruikelijke afwijzingen. Ze wil haar vrijwilligerswerk uitbreiden tot twintig uur. Dat houdt in dat ze gaat wandelen met bejaarden in een rolstoel, assisteert bij lessen meer
bewegen
voor
ouderen
en
samen
met
een
professionele
kracht
een
dagbesteding voor ouderen op gaat zetten.
50
In al deze stappen zitten steeds weer mogelijkheden om haar te complimenteren en haar te laten ervaren dat ze wel sterke kanten heeft. Als ze die gebruikt krijgt ze grip op haar leven en kan ze dat leven ook steeds beter zelf vorm gaan geven. Op dit punt vindt zij dat ze sterk genoeg is om zelf verder te gaan. Daarmee eindigt het traject.
51
Tweede casus Deze cliënt is uitvoerder in de bouw en zit sinds zes weken met een burn out thuis. Reden voor de burn out is de hoge werkdruk in het bedrijf. De baas veroorzaakt veel problemen
met
personeel,
klanten
en
leveranciers.
Mijn
cliënt
voelt
zich
verantwoordelijk, neemt alle problemen over en probeert ze op te lossen. Hij is er dag en nacht mee bezig en slaapt nauwelijks meer. Hij voelt zich tegelijk machteloos en boos. Hij zou willen dat zijn baas verandert. De eerste stap De verantwoordelijkheden benoemen en bij de juiste persoon plaatsen. De baas is verantwoordelijk voor de onrust die hij veroorzaakt. De cliënt is er zelf verantwoordelijk voor dat hij de problemen die daardoor ontstaan steeds weer op wil lossen. De tweede stap De cliënt kan het gedrag van zijn baas niet veranderen, dat die baas alleen zelf. Wat mijn cliënt wel kan doen is zijn eigen gedrag veranderen en daarmee een situatie scheppen
waarin de baas zelf tot de conclusie komt dat hij zijn gedrag moet
veranderen. De derde stap Kun je deze burn out situatie zien als een kans om jouw eigen wensen te realiseren. Het is voor alle partijen duidelijk dat er iets moet gebeuren. Dat geeft je ook de gelegenheid om voor je eigen belangen op te komen en dat in een overeenkomst vast te leggen. De vierde stap Mijn cliënt maakt een overzicht van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zoals hij die in een nieuwe arbeidsovereenkomst vastgelegd wilt zien. Hij stelt aan zijn baas voor om deze arbeidsovereenkomst met hulp van een mediator tot stand te brengen. De baas accepteert het voorstel tot mediation. Er komt een arbeidsovereenkomst en mijn cliënt hervat zijn werkzaamheden voor het bedrijf. Eerst in deeltijd, daarna weer voltijd.
52
Derde casus Een paniektelefoontje van een mevrouw die door een eerdere cliënte naar mij toe gestuurd is. Ik spreek een kennismakingsgesprek af voor de volgende dag. Als ik zie hoe ze er aan toe is, stel ik voor om in plaats van het kennismakingsgesprek maar meteen een wandelgesprek te doen. Zij stemt daarmee in want het is crisis. Cliënte woont samen met haar vriend. Beiden werken full time. Daarnaast hebben ze samen een bedrijfje. Veel werken, druk, moe, weinig tijd voor elkaar, nauwelijks praten met elkaar. ’s Avonds duikt mijn cliënte vroeg met een boek in bed. Haar vriend gaat met een glas wijn (of meer) bij de open haard zitten. Beiden verwachten dat de ander iets verandert. Haar vriend verwacht dat zij een glas wijn meedrinkt bij de open haard. Zij verwacht dat haar vriend vroeg mee naar bed gaat. Nu we daar zo over praten ziet zij ook het mechanisme van volharden in het eigen gelijk en verwachten dat de ander iets verandert. De crisis is ontstaan omdat haar vriend een relatie is begonnen met een stagiaire in hun bedrijfje. Hij zegt dat hij met haar wel goed kan praten. Dan stel ik de vraag wat zij anders zou willen. Zij wil een leven samen met haar vriend, waarin meer tijd gemaakt wordt om samen te zijn en gedachten en gevoelens te delen. De volgende vraag is dan: Welke eerste stap zou jij zelf kunnen zetten in die gewenste richting. Zij kan bij hem gaan zitten, met een glas wijn bij de open haard. Zij kan haar gevoelens bij de situatie neerleggen. Zij kan vertellen wat zij graag zou willen. Dan kunnen ze praten over wat hen samen nog bindt en wat ze nog meer samen zouden willen. We maken een nieuwe afspraak. De volgende dag krijg ik een telefoontje. Ze wil onze afspraak afzeggen. Ze hebben samen besloten om naar een relatietherapeut te gaan.
53
Vierde casus Deze cliënt is werkzaam in het onderwijs. Hij is thuis met een burn out. Hij is 57 jaar en merkt dat hij steeds meer moeite krijgt met veranderingen. Hij merkt ook dat hij niet meer de energie heeft van een aantal jaren terug, terwijl het op school steeds drukker en hectischer wordt. Hij heeft veel taken, wil daarover snel afspraken maken en dan snel aan de gang. Als er dan bij terugkoppeling commentaar komt, kan hij daar niet goed mee overweg. Daarnaast is hij ook buiten school een drukbezet man. Hij vindt dat het niet hoort dat je thuis zit en toch geld krijgt. Hij schaamt zich dat hij het niet aankan. Eerste stap Luisteren. De cliënt heeft veel behoefte om zijn verhaal te vertellen aan iemand die de tijd neemt om hem uit te laten praten. Iemand die niet halfweg al denkt dat hij alles gehoord heeft, die niet meteen allerlei tegenwerpingen maakt en niet oordeelt. Tweede stap Je bent nu 57 jaar. Wil je accepteren dat je niet meer de energie hebt van iemand van 25 of wil je dat niet zien en net blijven doen alsof het wel zo is. Wat breng je mee waardoor je waardevol kunt zijn voor het team? Hoe kun je dat inzetten zodat jij zelf en de school daar profijt van hebben? Ervaring, gedrevenheid, liefde voor kinderen en ik kan goed projecten opzetten. Welke stap kun je zetten? In overleg met directeur en collega’s bepalen welke werkzaamheden ik wel kan en wil doen, en die goed doen. Derde stap Door de drukte en de manier van met elkaar omgaan, is de communicatie op school beneden de maat. Mensen spreken elkaar pas aan als de maat vol is. Ze spreken de ander dan niet aan op zijn gedrag maar als persoon. Dat maakt de sfeer onprettig. Mijn cliënt herkent dit ook bij zichzelf als mechanisme. Welke stappen kan hij zelf zetten. In de eerste plaats kan hij zorgen dat hij niet meer taken op zich neemt dan hij aankan. Hij kan overleggen met collega’s om van tevoren doelen vast te stellen en daarna pas aan de slag gaan. Hij kan zelf beginnen om duidelijk, op tijd en gericht op gedrag met zijn collega’s te communiceren.
54
Vierde stap Financiële situatie bekijken. Welke mogelijkheden biedt de financiële situatie? Wat zijn de gevolgen als je nu zou stoppen met werken of wanneer je zou stoppen als je zestig bent of twee en zestig half. Financieel zijn er geen problemen, zelfs niet als de cliënt nu zou stoppen met werken. Hij wil echter graag blijven werken. Het geeft wel de vrijheid om minder dagen te gaan werken als dat de beste keuze zou blijken. Vijfde stap De keuze. Mijn cliënt maakt de keuze om weer helemaal terug voor de klas te gaan. Hij wil daar bij wel een project trekken. Hij gaat een cursus volgen gericht op beter persoonlijk functioneren.
55
Vijfde casus Een jonge vrouw komt bij mij omdat ze wil leren beter voor zichzelf op te komen. Zij wil ruimte om zelf iets te “vinden” en daar dan naar te handelen. Met beide heeft ze moeite, zowel met het zelf vormen van een mening als met doen wat ze bedacht heeft. Verder wil ze zo weinig mogelijk stress op het werk. Evenals haar zus is zij een adoptiekind. In haar jeugd is zij zes jaar onder behandeling geweest van een psycholoog. Eerste stap Tijdens de eerste wandeling zorg ik dat wij een aantal obstakels tegenkomen. Daarbij laat ik mijn cliënte voorgaan zodat zij
zelf kan bepalen hoe ze met het obstakel
omgaat. Zo kan ik haar laten merken dat ze wel zelf een oplossing kan bedenken en uitvoeren. Dus, ze kan het wel, ze moet leren om het vaker te doen en bij grotere problemen. Ik geef haar een concrete opdracht mee: Vraag aan de collega die met je meerijdt om de reiskosten die je tegoed hebt aan jou te betalen. We oefenen samen hoe ze dat kan doen zonder dat ze voor haar gevoel ruzie moet maken. Tweede stap Tijdens de tweede wandeling bepaalt de cliënte de richting. Als ze niets zegt gaan we gewoon rechtdoor. Zij neemt steeds de beslissingen of we afslaan en welke kant op. Deze keer spreken we over haar werk. Ze heeft behoefte aan een rustige werkplek, waar ze niet steeds van haar werk gehouden wordt door collega’s die iets aan haar komen vragen. Als dat gebeurt raakt ze de draad kwijt en haalt ze haar aantallen niet. We bespreken wat ze wel zou willen. Ze wil taken uitvoeren die zij begrijpt, routinewerkzaamheden. Zij wil dat doen aan een eigen bureau, op een plaats waar ze weinig afgeleid wordt door collega’s. We bespreken de manier waarop ze deze vraag aan haar baas kan stellen. Ze wil haar overwegingen en belangen naar hem uitspreken en samen met haar baas kijken hoe de oplossing er uit kan zien. Ze gaat dat doen. Ik vraag haar om een dagboek bij te houden waarin ze haar successen op kan schrijven. Derde stap Ze heeft haar relatie beëindigd. Haar vriend bracht heel veel tijd door in zijn vriendenkring. Zij voelde zich steeds minder thuis in die groep. Ze kreeg steeds meer het idee dat ze dingen deed die ze niet wilde. We hebben gesproken over wat zij verwacht van een relatie. Ze zoekt steun, zekerheid en vertrouwdheid.
56
Ook hier, net als in haar werk, niet teveel druk, voorspelbaarheid en geen onverwachte gebeurtenissen. Tijdens het gesprek ontdekte ze dat ze in al haar relaties erg claimend is. Ze verwacht dat anderen steeds rekening met haar houden en er steeds voor haar zijn. Ik vraag aan haar om in de komende periode bewust te letten op haar eigen claimende gedrag. Als ze dat beter leert herkennen, en daarmee kan erkennen dat zij zich zo gedraagt, dan kunnen we gaan zoeken naar verandering. Vierde stap Mijn cliënte vertelt over de periode tussen de vorige bijeenkomst en deze. Ze heeft veel momenten ervaren waarin ze haar claimende gedrag herkende. Ze heeft gelezen over
hechtingsproblemen
die
ontstaan
naar
aanleiding
van
onzekere
eerste
levensjaren. Zij is een adoptiekind, geboren in een niet westerse cultuur. Haar eerste levensjaren hebben weinig zekerheden gekend. Zij wil met deze mogelijkheid aan de slag, om te kijken of daar mogelijkheden liggen om zelfstandiger te worden en daardoor ook meer in balans te zijn in relaties. Ik denk ook dat daar kansen kunnen liggen. Dat is echter een traject dat ik niet met haar wil en kan doen. Zij gaat zelf op zoek naar een persoon die haar daarin kan begeleiden.
Conclusie De cliënt vertelt. Ik luister. Ik stel vragen. De cliënt vertelt weer. Ik luister weer. Ik stel weer vragen. Ik spiegel wat ik zie en voel. Ik luister. Ik doe suggesties. Of ik confronteer. Of ik relativeer. En ik luister weer.
57
Dit spel van interactie tussen twee gelijkwaardige mensen leidt dan tot ruimte waarin de cliënt kan gaan bewegen. Tegelijk met die ruimte tot bewegen komt ook als vanzelf de techniek tevoorschijn die op dit moment, in deze situatie, in deze interactie de cliënt uitnodigt om zelf iets te veranderen. Ik merk dat ik met aandacht kan luisteren en daardoor steeds in contact ben met mijn cliënt. Ik oordeel niet, ben eerder benieuwd naar de aanleidingen achter het gedrag. Als vanzelf duikt dan de mogelijkheid tot veranderen op. In de praktijk merk ik dat er een aantal technieken zijn die ik vaker gebruik. Die passen blijkbaar beter bij mijn persoonlijkheid en wandelwerkwijze. Tegelijk blijf ik zoeken naar uitbreiding van mijn mogelijkheden. Ik werk vaak met positief herbenoemen van ervaringen. Welke positieve elementen zitten er in het verhaal. Als je positief en negatief naast elkaar zet, wat is dan het resultaat? Wat levert dat op in de richting van wat je wilt bereiken? Ik ga op zoek naar kwaliteiten van de cliënt aan de hand van het kernkwadrant. Gewoontegedrag bespreek ik met behulp van transactionele analyse. Volkswijsheden, spreuken, spreekwoorden en gezegden gebruik ik ter verheldering van gedrag. Sport, teamsport, hobby en werk vormen mogelijkheden om vergelijkingen te maken en zo te verhelderen. De natuur is een grote metafoor. Ik kan altijd verschijnselen vinden die te gebruiken zijn om inzicht te krijgen. Ervaren hoe zelden het eigenlijk regent. En als het dat wel doet, is dat dan erg? Als het koud is en bewolkt en het waait, gaan we in een bos lopen, uit de wind. Als het erg heet is en windstil, gaan we in een bos lopen, in de schaduw. Als het koud is, met weinig wind en de zon schijnt, dan lopen we in het open veld. Als we obstakels tegenkomen, hoe gaan we daar dan mee om? Steeds weer doen zich momenten voor waarop de cliënt kan ervaren dat hij zelf kan kiezen. Als je zelf kiest geef je ook zelf vorm aan je leven. Leren om steeds ”op je best” te zijn. Je bewust te zijn van je omgeving, aandacht te hebben voor wat er gebeurt en dan vanuit je eigen kracht te veranderen wat nodig is. Stap voor stap voor stap voor stap op weg naar autonomie.
58
Hoofdstuk zes Het antwoord op mijn vraag: Op welke manieren kunnen Ki-Aikido en coaching en counseling elkaar versterken? Ki-Aikido is geen verzameling technieken, maar een levenswijze. Door deze levenslange studie kan mijn persoonlijke groei eindeloos door blijven gaan. In Ki-Aikido worden fysieke oefenvormen gebruikt om de principes te verhelderen. Ik ben een lichamelijk ingesteld persoon. Niet voor niets werd ik leraar lichamelijke opvoeding. De combinatie van spiritualiteit en lichamelijkheid maakt mijn groeiproces uitermate boeiend. Ik vind steeds meer de rust om met aandacht om te gaan met wat er hier en nu gebeurt. Ik laat mij steeds minder van mijn stuk brengen. Als ik iets wil veranderen, verander ik zelf iets, vanuit mijn eigen kracht, vóór mijzelf en niet tégen iemand anders. Ki-Aikido is gericht op harmonie in het dagelijkse leven, de hele dag door. Uitgaande van de vier principes biedt Ki-Aikido ook de gelegenheid om de hele dag door te groeien als unieke persoonlijkheid. Die groei heeft ook effect in mijn werk als begeleider. De technieken uit de verschillende stromingen zijn toepasbaar in het dagelijkse leven, maar zijn toch vooral gericht op situaties waarin mensen begeleiding nodig hebben. Groei als persoon maakt dat ik de technieken die ik ken, steeds beter kan gebruiken. De technieken die ik bijleer zal ik meteen op een hoog niveau kunnen gebruiken. Technieken bijleren zonder als persoonlijkheid te groeien heeft geen toegevoegde waarde. Dan blijf je steken in “kunstjes doen. In hoofdstuk vier heb ik besproken hoe ik de verbinding zie tussen de stromingen en de levenswijze en de oneindige werkruimte die dat oplevert. In de relatie met de cliënt betekent dat: Bewegen zonder dwang. Werken met cliënten wordt zo een dans naar verandering. Soms dicht bij elkaar, soms op afstand. Dan weer is het tempo laag, dan weer is het tempo hoog. Het ene moment rustig, het volgende moment spat de emotie eraf. Tussen huilen van verdriet en tranen van het lachen. In de middeleeuwse gilden begon je als leerling. Als je technisch bekwaam was, werd je gezel. Pas als je als persoon rijp genoeg was om je ambacht met bezieling te doen, kreeg je de graad van meester. Ki-Aikido is samen met mijn kennis over menselijk gedrag vanuit de opleiding coaching
en
counseling
mijn
weg
naar meesterschap. Bezieling
en
techniek
versterken elkaar. Een en een wordt dan geen twee. Een en een wordt dan kunst.
59
Geraadpleegde literatuur, algemeen Bosman, Rob.
Sterk genoeg.
Brouwer, Jaap Jan. Moerman, Piet.
Angelsaksen versus Rijnlanders.
Burgers, Jos.
Klanten zijn eigenlijk net mensen.
Coelho, Paolo.
De Alchemist.
Cooper, Robert. Sawaf, Ayman.
Emotionele intelligentie in bedrijf en praktijk.
Covey, Stephen.
De zeven eigenschappen van effectief leiderschap.
Dijksterhuis, Ap.
Het slimme onbewuste.
Dinten, van, Wim. Schouten, Imelda.
Zijn zij gek of ben ik het.
Drucker, Peter.
De effectieve manager.
Geurtsen, Goos.
Als de leuning beweegt.
Heertje, Arnold.
Echte economie.
Ijzermans, Theo. Dirkx, Coen.
Beren op de weg, spinsels in je hoofd.
Johnson, Spencer. Blanchard, Kenneth.
Wie heeft mijn kaas gepikt.
Kets de Vries, Manfred.
Leiderschap ontraadseld.
Kets de Vries, Manfred.
Wat leiders drijft.
Koops, Rob. Graaf, de, Luc.
Op pad met de nar.
Katie, Byron.
Vier vragen die je leven veranderen.
Kotter, John. Rathgeber, Holger.
Onze ijsberg smelt.
Kübler – Ross, E.
Het leven voor de dood.
Lencioni, Patrick.
De vijf frustraties van teamwork.
Loo, van der, Hans. Geelhoed, Jeroen. Samhoud, Salem.
Kus de visie wakker.
Marinoff, Lou.
Geen pillen maar Plato.
Ofman, Daniel.
Hé, ik daar…?!
Peale, Norman Vincent.
De kracht van positief denken.
Pease, Allan & Barbara.
Waarom mannen liegen en vrouwen altijd schoenen
kopen.
60
Peters, Jaap. Pouw, Judith.
Intensieve Menshouderij.
Rosenberg, Marshall.
Geweldloze communicatie.
Roode, de, Peter.
Meegaan of dwarsliggen.
Schrijvers, Joep.
Hoe word ik een rat?
Sitskoorn, Margriet.
Het maakbare brein.
Verhoeven, Willem.
De manager als coach.
Verhulst, Jan.
Rationeel emotief management.
Vroon, Piet.
Tranen van de krokodil.
Vroon, Piet.
Wolfsklem.
Walsch, Neale Donald.
Een ongewoon gesprek met God.
Watson, Lyall.
De helse mens. Naar de bronnen van ons kwaad.
Weggeman, Mathieu.
Leidinggeven aan professionals? Niet doen.
Weisfelt, Piet.
Nestgeuren.
Weisfelt, Piet.
De wetten van de stam.
Winsemius, Pieter.
Je gaat het pas zien als je het doorhebt.
Zevenbergen, Leen.
En nu laat ik mijn baard staan.
61
Dankjewel. Sensei Ad Voogels en Sensei Toby Voogels van Ki-Aikido school “Torii”, voor de inspirerende lessen die jullie steeds weer met veel enthousiasme en humor verzorgen. Mijn medestudenten van Ki-Aikido school “Torii”. Ook jullie zijn een voortdurende bron van inspiratie, leermomenten en plezier.
62