OVERIJSSEL IS EEN CONTRAST TUSSEN STAD EN LAND IN OVERIJSSEL; SAMEN VORMGEVEN AAN STADSRANDZONES KERN VAN DIT ADVIES: De stadsrand stolt, de grens stopt met schuiven. Tussen stad en land ligt een eigen wereld. Er ligt daar ook een bijzondere klus voor het oprapen. Zie hier de ontwerpopgave: hoe ronden we de stad af, versterken we de relatie tussen stad en land en geven we impulsen aan het buitengebied in stadsrandzones? In het contrast ligt de kwaliteit. Zoek een gezamenlijk beeld, zet in op samenwerking tussen stad en land. > > >
Voer een coherent stadsranden beleid: breng de nog beschikbare hoeveelheden “rood”, “groen”, “blauw” en andere kleuren als de verf op het palet waarmee stadsranden verbeterd kunnen worden, en vertrek vanuit de gemeente- overstijgende opgaven. Stimuleer intergemeentelijke en gebiedsgerichte visievorming waarin bescherming van kwetsbare landschappen, de accentuering van ‘trage’ netwerken en goed ontworpen kleinschalige rode ontwikkelingen een plek krijgen, op basis van aanwijsbare potenties en initiatieven van burgers en ondernemers. Betrek vertegenwoordigers op basis van drijfveren van individuen (lange termijn betrokkenheid en ondernemerschap) in plaats van traditionele belangenbehartiging. In de stadsrandzones is betrokkenheid en ondernemerschap van individuele partijen, grondeigenaren organisaties doorslaggevend voor innovaties en kwaliteit in de stadsrandzones.
1
OP BASIS VAN DRIJFVEREN BETREK VERTEGENWOORDIG MIJN BETROKKENHEID) I.P.V VAN INDIVIDUEN (LANGE TER ARTIGING TRADITIONELE BELANGENBEH
NGEBIED
E VISIEVORMING BUITE INTERGEMEENTELIJK H I.P.V. IEDER VOOR ZIC
AtelierOverijssel werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
DE KANSEN VAN DE STADSRAND Het landschap van de stadsrand, ontstaan door een samenspel tussen vele mensenhanden en de natuur, is prachtig en afwisselend. De steden ontwikkelen zich verder en oefenen aantrekkingskracht uit in de wijde omgeving, maar vragen ook ruimte en groeimogelijkheden. Op het platteland doen zich veranderingen in de opbouw van de agrarische sector, nieuwe natuurontwikkeling, een grote wateropgave en recreatieve ontwikkelingen. Hoe verhouden deze zich tot elkaar? Hoe kan de landbouw floreren en bijdragen aan een aantrekkelijk en robuust landschap? Hoe kan de stedelijke vraag naar recreatie, uitloop en wonen in landelijk gebied eraan bijdragen dat het agrarisch familiebedrijf kan blijven bestaan en de omgevingskwaliteit kan versterken? Hoe kunnen de urgente ecologische opgave en de wateropgave ervoor zorgen dat het landelijk uitloopgebied voor iedereen aantrekkelijker wordt? En welke rol speelt de recreant bij dit alles? Dit advies gaat over het herkennen en formuleren van de problematiek en over de realisatie van kansen. STADSRANDZONES ZIJN BELANGRIJK Nederland is in verandering, en zowel in de steden als het buitengebied treden grote veranderingen op waarvoor de ruimtelijke ordening het integratiekader is. Ondanks de toekomstige afvlakking en stabilisatie van de bevolkingsgroei op regionaal niveau, zal er met name in de stadsregio’s een grote dynamiek blijven bestaan. Dit is goed te zien als men de Nieuwe Kaart van Nederland bekijkt. Er tekenen zich duidelijk een aantal stadsrandzones af (De Randstad, Brabantstad, Twentestad) waarin de plandynamiek hoog is. De ontwikkelingen in deze stadsrandzones, nu nog landelijk of semi-landelijk gebied maar dicht bij de stedelijke dynamiek, kennen andere wetmatigheden dan die van stedelijke of landelijke ontwikkelingen. Vaak is er sprake van een hoge gronddynamiek met grote verschillen in grondprijzen. De ruimtedruk vanuit de steden is hoog en de oorspronkelijke functies (meestal landbouw) hebben - wanneer deze niet meebewegen met de omgeving - vaak meer moeite om zichzelf duurzaam in stand te houden: niet alleen door de ruimtedruk maar ook door milieu-eisen, recreatieve druk etc.
2
Tegelijk hebben stad en land elkaar –juist in deze zones- hard nodig: de leefkwaliteit van de stedeling is gebaat bij de aanwezigheid van een goed bereikbaar, fijnmazig dooraderd en landschappelijk aantrekkelijk buitengebied. Dit komt ook duidelijk terug in de waardering die inwoners hebben van de stad: zowel in de Twentse steden als in Deventer wordt de nabijheid van het landelijk uitloopgebied als een grote kwaliteit geroemd. Andersom biedt de nabijheid van de stad voor de bewoners van het buitengebied (boeren en burgers) vele mogelijkheden. Een hoog voorzieningenniveau, aansluiting op grotere infrastructuurnetwerken, een afzetmarkt voor agrarische en toeristische producten etc. Maar in de dagelijkse (politieke en maatschappelijke) realiteit houden stad en ommeland elkaar ook in de greep, en is er een haast paradoxale situatie: steden oefenen grote druk en ook ruimtevraag uit, stedelijke functies vestigen zich in het buitengebied waarmee vaak kwaliteiten verdwijnen en die door iedereen hoog worden gehouden. Anderzijds blijken diezelfde kwaliteiten ook niet vanzelfsprekend in veilige handen bij de bewoners van het buitengebied. Veel agrarische gronden zijn immers in eigendom bij grote beleggingsmaatschappijen en projectontwikkelaars. Toch is investeringsgeld nodig om het buitengebied echt een impuls te geven. Verzet tegen stedelijke ontwikkeling is op het platteland echter vaak heel groot. En dat terwijl het mogelijk is om juist de kwaliteit van het ‘tussenland’ te versterken, zodat de keuze vóór het één niet direct een keuze tégen het ander is. DE STADSRANDZONE ALS OPGAVE Een belangrijke kwaliteit van stadsranden ligt ook in allerlei kleinschalig ruimtegebruik voor tijdelijke en / of economisch min of meer marginale functies. Soms gaat het om spontane occupatie van min of meer “vergeten” plekken, soms om niet geheel regulier gebruik van erven (bijvoorbeeld voormalige boerenerven) door of met toestemming van de eigenaar, en soms om volledig regulier gebruik voor typische standrandfuncties (volkstuinen, crossen). Bestaand beleid houdt nog onvoldoende rekening met de bijzonderheid van stadsrandzones, en de randvoorwaarden en toetsingscriteria voor ontwikkelingen en ontwerp zijn nog te sterk gericht op doelen die voor het landelijk gebied gelden. AtelierOverijssel is van mening dat de stadsrand - juist in Overijssel - door de bijzondere historische en landschappelijke situatie een kwalitatief hoogwaardig tussenland is en een eigen beleid verdient. Niet alle stadsranden zijn kwalitatief hoogwaardig. Op veel plekken liggen stad en land met de rug naar elkaar toe, zowel visueel als wat betreft wederzijdse toegankelijkheid. Ook zijn er veel randen die lelijk of onaangenaam zijn, zonder dat dat gecompenseerd wordt door (of noodzakelijk is vanwege) andere hoog te waarderen maatschappelijke kwaliteiten. Het vóórkomen en de transformatiepotenties van deze plekken (“van rotte kies naar gouden kroon”) zijn onvoldoende in kaart gebracht.
AtelierOverijssel werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
3
De Nieuwe Kaart van Nederland (Bron: Nirov, ‘De stadsrand als bouwplaats, de komende jaren gaat er 1600 kilometer stadsrand op de schop’)
AtelierOverijssel werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
4
De meeste steden hebben een beleid voor hun fysieke stadsrand of de directe landelijke omgeving binnen de eigen gemeentegrenzen. (Bronnen: websites gemeenten, bewerking BVR)
AtelierOverijssel werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
5
Voorbeeld: Kijken en denken vanuít het buitengebied. (Beeld afkomstig uit routevisie A1/A35 Twente, VISTA landschapsarchitectuur en stedenbouw)
AtelierOverijssel werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
Steden zijn geneigd plannen te maken binnen hun eigen gemeentegrenzen en zoeken voor eventuele uitbreiding hun eigen grens op. Wanneer er vanuit een regionale blik gekeken wordt kunnen er vaak andere locaties gevonden worden die veel geschikter zijn voor nieuwe ontwikkelingen. Vaak ziet men dat bij een gemeentelijke herindeling de ruimtevraag anders wordt opgelost. Dat zegt iets over de noodzaak om gemeenteoverstijgend te kijken naar stadsrandzones. NAAR EEN INTEGRAAL STADSRANDZONEBELEID Stadsrand/zones zijn onderbelicht in beleid, planning en ontwerp. Nu reeds is sprake van een forse en diverse ruimtedruk in de stadsrandzones. Er zullen met de transitie van de landbouw, wateropgaven en veranderende recreatiebehoeften grote veranderingen plaatsvinden in de stadsrandzones. Veel stadsrandzones hebben een grote kwaliteit, maar de kwaliteit van veel andere stadsrandzones schiet ernstig tekort. Beschikbaar programma op het gebied van wonen, werken, waterbeheer, natuur etc. moet primair worden ingezet om deze plekken te verbeteren. Het ontwikkelen van een integraal stadsrandzonebeleid is daarom wenselijk en mogelijk AtelierOverijssel meent dat stadsrandzones in Overijssel zeer onderling verschillend zijn, en ook een andere inhoudelijke aanpak verdienen dan elders in Nederland. De stad-landopgave in bijvoorbeeld de Randstad zal vooral in het teken staan van grote ruimtedruk en het zoeken naar ruimte voor stedelijke functies. Overijssel is gezien haar ligging ten opzichte van de (inter-)nationale dynamiek veel meer in de gelegenheid om keuzes te maken voor kwaliteit, en te bepalen in welke mate men meebeweegt met deze dynamiek of de met de luwte. De uitwerking daarvan kan heel verschillend zijn voor bijvoorbeeld de drie grote stedelijke gebieden van Overijssel: Twentestad, Deventer en het Sallandse ommeland (Stedendriehoek) en Netwerkstad Zwolle Kampen. Bij Twentestad gaat het om de inrichting van parkachtige interstedelijke ruimtes, bijvoorbeeld Vliegveld Twente, of de Groene Poort. Beekherstel is een sterke motor voor ontwikkeling. Bij Deventer kunnen de landgoederen van Salland en de IJsselhoeven zorgen voor een prachtige geleidelijke overgang van stad naar buitengebied. Bij Zwolle-Kampen speelt water een grote rol in de inrichting van de stadsrandzone. Voor elk gebied geldt: kijk naar de gebiedskenmerken en de cultuurhistorische ontwikkeling van het gebied.
6
ADVIES AAN TWENTE Netwerkstad Twente: een pilot voor Nederland De Twentse steden met hun gezamenlijke stadsrandzone in een karakteristiek kamer- en landgoederenlandschap is een unieke . Er is veel samenwerking en kwalitatieve en kwantitatieve opgaven worden in samenhang aangepakt. Maar er kan nog meer. Twente kan, als het werkelijk tot integraal beleid voor zijn stadsrandzones komt, een voorbeeldfunctie vervullen voor vergelijkbare opgaven elders in Nederland. Stad en land hebben altijd een hechte relatie gekend: het land zorgde voor de voedselproductie van de steden. In de loop der tijd is deze relatie verwaterd. Voedselproductie gebeurt elders en ‘het land’ wordt steeds vaker gezien als recreatief uitloopgebied voor de stedeling. Agrariërs maken plaats voor natuurontwikkeling, wateropvang, woonmilieus en stedelijke functies. Tijd om vanuit de kracht van het buitengebied integraal naar deze actuele opgave te kijken. “Twente kan een pilot zijn voor het hele land. Alle voorwaarden zijn aanwezig” (Atelierleider Hilde Blank ). > > > >
Zoek via de wateropgave en de EHS opgave naar regionale samenwerking met waterveiligheid, waterkwaliteit en ruimtelijke kwaliteit als doelen. Grijp die opgave aan om de ruimtelijke kwaliteit gericht te versterken. Gebruik stedelijke behoeften aan recreatie, natuur, energie, woonmogelijkheden etc. om boeren een economische basis te geven voor een ontspannen en landschappelijk aantrekkelijke voortzetting van het familiebedrijf. Onderzoek de kansen voor innovaties in de landbouw nabij de stad. Onderzoek de kansen voor een groter en gevarieerder aanbod in kwalitatieve verblijfsrecreatie.
ZOEK VIA DE WATEROPGAVE EN DE EHS OPGAVE NAAR REG IONALE SAMENWERKING MET WATER VEILIGHEID, WATERKWALITEI T EN RUIMTELIJKE KWALITEIT ALS DOELEN
AtelierOverijssel werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
DE STADSRAND EN DE STADSRANDZONE Vaak doet de vraag zich voor: wat is nu precies de stadsrand, waar begint de stad en eindigt het land? Vaak is dit een diffuse grens, soms ook een heel harde. In ieder geval is het een grens die in de tijd ook steeds op lijkt te schuiven, ten koste van het open land. AtelierOverijssel is van mening dat het tijd is voor visie op de stadsrandzone die rekening houdt met haar bijzondere positie als intermediair tussen het landelijke en stedelijke gebied. Temeer omdat in de komende tijd de kans bestaat dat de stadsrand stolt, vanwege krimp maar ook vanwege de maatschappelijke weerstand om maar uit te blijven breiden en de noodzaak voor binnenstedelijke herstructurering. De meeste steden hebben een beleid voor hun fysieke stadsrand of de directe landelijke omgeving binnen de eigen gemeentegrenzen. Een inspirerend voorbeeld hiervan is de gids ‘Buitenkansen’ van de Gemeente Enschede. De stadsrandzone is het gebied waarin de nabijheid van de stad of meerdere steden en de stedelijke dynamiek zo sterk is dat deze een grote invloed heeft of nieuwe kansen genereert. Dit gebied is niet met één lijn af te bakenen maar strekt zich wel tot 5 à 10 kilometer rondom de steden uit en is zeker gemeente-overstijgend.
7
AtelierOverijssel werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
8
AtelierOverijssel werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
9
AtelierOverijssel werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
Deze adviezen zijn opgesteld naar aanleiding van een ambtelijke ronde langs alle gemeentes in de Twentse stadsrandzone en een bestuurlijk vakdebat over de stadsrandzones. Ze zijn gericht aan de volgende partijen: Dienst Landelijk gebied, Gemeente Almelo, Gemeente Borne, Gemeente Dinkelland, Gemeente Enschede, Gemeente Hengelo, Gemeente Hof van Twente, Gemeente Oldenzaal, Kenniscentrum Groene Poort, Landschap Overijssel, Netwerkstad Twente, Provincie Overijssel, Regio Twente, Waterschap Regge en Dinkel. ADVIES Stadsrandzone Deventer: gedragen door landschap en bewoners Het landelijke buitengebied van Deventer, tussen de dynamiek van de stad en de luwte van de Sallandse Heuvelrug, is aantrekkelijk. Het landschap is kleinschalig en zeer afwisselend (open/gesloten). Het is een gebied dat van oudsher hoogtes (droger) en laagtes (natter) kent, met waterlopen die in de vorige eeuw grotendeels zijn gekanaliseerd. Het ontgonnen landschap is ook relatief jong, soms nog maar enkele generaties geleden ontgonnen. De landbouw (vooral melkvee) speelt in dit gebied van oudsher een belangrijke rol. Er bevinden zich veel landgoederen, zowel productielandgoederen als buitenverblijven. In de gebieden die grenzen aan de landgoederenzone spelen ook grote opgaven: inrichting van LOG’s, wonen in het landschap, ontwikkeling van de A1zone en de stedendriehoek Apeldoorn-Deventer- Zutphen; een grote opgave voor nieuwe natuur. De ligging van het gebied in deze grotere context speelt zeker mee bij de mogelijkheden en de kansen die er zijn om middels bovengenoemde opgaven ruimtelijke kwaliteit te maken. In het buitengebied van de gemeente Deventer en Olst-Wijhe speelt een aantal ruimtelijke opgaven:
10
> > > > > > > > >
de toekomst van de landbouw: de LOG’s en overstijgende opgaven: boeren staan –zeker in crisistijd- steeds weer voor de keuze: schaalvergroting om mee te kunnen concurreren op de wereldmarkt, of nevenactiviteiten/neveninkomsten ontwikkelen realisatie EHS; nieuwe natuur herstel van de weteringen (kwalitatieve en kwantitatieve wateropgave; WB 21 en KRW) Ruimte voor de Rivier: De IJssel (kwalitatieve en kwantitatieve wateropgave) landinrichting (commissie Olst-Wesepe) wonen in het landschap en uitbreiding van stedelijk gebied recreatieve versterking: uitbreiding van voorzieningen, versterking van fiets- en wandelroutestructuren; stedelijk uitloopgebied cultuurhistorische waarde van landschap en bebouwing, met belang voor de lokale identiteit en de beleving van ruimtelijke kwaliteit
(inter-)nationale dynamiek van Overijssel
AtelierOverijssel werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
HOUD REKENING MET DE TOEKOMST!
11
AtelierOverijssel werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
ADVIES > Stel het gebied centraal, benoem de kansen en gedeelde urgenties. > Processen beginnen niet met de begrenzing, maar de inhoudelijke wensen voor een gebied. > Creeër samenwerking en draagvlak, in een tijd dat diversiteit effectieve vertegenwoordiging in de weg staat. > Betrek vertegenwoordigers op basis van drijfveren van individuen (lange termijn betrokkenheid en ondernemerschap) in plaats van traditionele belangenbehartiging. In de stadsrandzones is betrokkenheid en ondernemerschap van individuele partijen, grondeigenaren organisaties doorslaggevend voor innovaties en kwaliteit in de stadsrandzones. > Salland kent een bijzondere eigenschap dat betrokkenheid van burgers goed is georganiseerd en dat er bijzondere organisaties zijn die tussen de gebruikelijke publieke en private belangen in staan. Bijvoorbeeld de Stichting IJsselhoeven en de Stichting IJssellandschap. > Ontwerp zachte stadsranden en houd rekening met de toekomst > Benut de leefkwaliteit van landgoederengebied bij stadsuitbreiding (denk goed na over passende functies en slacht kip met de gouden eieren niet! > Appelleer aan het ondernemerschap, ook de overheid moet ondernemender worden (door ruimte voor experimenten toestaan). Dit adviesdeel is opgesteld naar aanleiding van de gebiedsdag Sterk Sallands landschap en de gebiedsdag KIJK ism de Stichting IJsselhoeven. Het accent ligt op de betrokkenheid van partijen, kansen voor landbouw en landschap, grondbezit en realisatie. Ze zijn gericht aan de volgende partijen: Gemeenten, Provincie, WGS, Stichting IJssellandschap, Stichting IJsselhoeven, Recreatieschap, LTO Noord afdeling Salland.
12
SLOTWOORD Dit advies is opgesteld door AtelierOverijssel en is een overkoepelend advies naar aanleiding van een aantal activiteiten die in 2009 plaatsvonden in Overijssel: het vakdebat Tussen stad en land in Twente, de gebiedsdag IJsselhoeven en de gebiedsdag Sterk Sallands landschap. Hierin zijn de Deventer stadsrandzone en de netwerkstad door AtelierOverijssel onder de loep genomen. Voor Zwolle zijn de hoofdpunten van dit advies eveneens geldig. De stadsrandzone problematiek is vergelijkbaar op generiek niveau maar heeft zijn eigen specificiteit vooral op het gebied van stadsuitbreiding in relatie tot uitloopgebied en waterveiligheid. In het project van de Provincie Overijssel zal de komende jaren veel aandacht uitgaan naar de ruimtelijke kwaliteit van de stadsranden. Belangrijk daarbij is om de rollen en verantwoordelijkheden van de diverse partijen goed in beeld te houden. Onderstaand een matrix om daarbij te helpen. Verder is het atelieradvies Ruimtelijke kwaliteit en Proces van groot belang voor de stadsranden opgave. Tabel: rollen van actoren die zich bezighouden met stadsranden
Rollen
Initiatiefnemer
Projecteigenaar
Belanghebbende
Belangstellende
Rijk
Nooit
Nooit
Zelden
Altijd
Provincie
Soms
Nooit
Vaak
Altijd
Regio
Soms
Soms
Vaak
Altijd
Gemeente
Vaak
Vaak
Altijd
Altijd
Adviseur / adviesdienst
Soms
Nooit
Soms
Vaak
Bewoner
Zelden
Nooit
Altijd
Altijd
Bedrijfsleven
Zelden
Soms
Vaak
Vaak
Terreinbeheerder
Zelden
Nooit
Soms
Soms
Waterschap
Soms
Nooit
Vaak
Vaak
Grondeigenaar
Zelden
Zelden
Altijd
Soms
Cultuurinstelling
Zelden
Nooit
Vaak
Altijd
Woningbouwcorporatie
Soms
Zelden
Vaak
Vaak
Onderzoekers
Nooit
Nooit
Nooit
Altijd
Actoren
AtelierOverijssel werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
13
AtelierOverijssel werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
14
AtelierOverijssel werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
15
AtelierOverijssel werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
16
AtelierOverijssel werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
COLOFON Dit is een uitgave van AtelierOverijssel Zwolle, juni 2010 De basis voor dit advies zijn gebiedsdagen in Twente en Salland in 2009. (Bronnen: o.a. PBL rapport Stadsrandzones, Frisse blik op Overijssel, zie ook de atelieradviezen Rafels Randen en Routes, Ruimtelijke kwaliteit en Proces)
Adviezen van AtelierOverijssel AtelierOverijssel adviseert vanuit een onafhankelijke positie en heeft tot doel de ruimtelijke kwaliteit van Overijssel te versterken en te verbeteren. Het atelier hanteert daarbij een brede betekenis van het begrip ruimtelijke kwaliteit, waarbij de combinatie wordt gezocht tussen het versterken en benutten van de ruimtelijke structuur en de ontwikkelpotentie van een gebied. Hierbij worden sociale-, mentale-, economische- en duurzaamheidaspecten meegenomen. Het Atelier adviseert aan de voorkant van planvorming en helpt om de opgave goed te definiëren en stimuleert goed opdrachtgeverschap. Met het advies van AtelierOverijssel kunnen partijen zich gesterkt voelen in hun onderhandelingspositie met anderen. Het Atelier neemt niet de plaats in van een extern adviesbureau en maakt dus ook geen concrete plannen. De adviezen zijn publiek en staan op de website van AtelierOverijssel. Ook worden ze onder de aandacht gebracht bij de relevante opdrachtgevende partijen. AtelierOverijssel is een onafhankelijke werkplaats waar op diverse manieren wordt gewerkt aan ruimtelijke kwaliteit in Overijssel: onderzoekend, agenderend en adviserend. Door de interactieve werkwijze heeft het atelier de functie van leerwerkplaats waar verschillende vakdisciplines elkaar ontmoeten en samenwerken. AtelierOverijssel is van Het Oversticht, Kunst & Cultuur Overijssel, Dienst Landelijk Gebied, Landschap Overijssel, Architectuurcentrum Twente, de waterschappen in Overijssel en Provincie Overijssel. Reacties of vragen naar aanleiding van dit advies? Secretariaat AtelierOverijssel T.a.v. Margien Katerberg Harm Smeengekade 9 8011 AK Zwolle T 0384.222.900 E
[email protected]
AtelierOverijssel werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
17
AtelierOverijssel werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit