Methodiek/Ouderprogramma bij VVE Factsheet Het ei van Columbus Naam Methodiek Ontwikkelaar Gegevens Contactpersoon:
Integraalprogramma (methodiek voor psz en po) mét aanvullend ouderprogramma
Rezulto Onderwijsadvies, ITTA Universiteit van Amsterdam Naam: Dr. M. Verhallen, Rezulto OA Adres: Sarphatipark 25 Tel./e-mail:0654665393/
[email protected] Naam: Drs. J.J. de Maa, ITTA Adres: Spuistraat 210 1012VT Amsterdam Tel./e-mail:020-5253757
[email protected] Integraalprogramma dat ingezet kan worden bij alle VVE-programma’s: het materiaal is bedoeld voor zowel peuters als kleuters; voor de taal- en denkontwikkeling van de kinderen en voor de taalontwikkeling van de anderstalige en laaggeletterde ouders. Tevens zijn de materialen ontwikkeld om thuis te gebruiken bij interactieve taalactiviteiten, spelletjes en voorlezen. Directe lijn
van de leerkracht op school naar de ouders thuis
Doel Methodiek/Ouderprogramma
De Kinderen zo snel mogelijk aansluitend bij de natuurlijke taalverwerving op een speelse, betekenisvolle wijze de (basis)woorden van de taal leren. Het gaat om woorden die ze nodig hebben om optimaal mee te kunnen komen op school. Een goede woordkennisopbouw is noodzakelijk voor de communicatieve ontwikkeling (meepraten/-lezen en schrijven), de cognitieve ontwikkeling (mee denken/leren) en de sociaal emotionele ontwikkeling van een kind.(meedoen)
op school meepraten/lezen, meedenken, meedoen
De Ouders actief betrekken bij het onderwijs van hun kinderen, het educatieve thuismilieu versterken en de Nederlandse taalvaardigheid van de ouders zelf stimuleren. Taal-/woordleerdoelen Het is exact bekend welke de belangrijkste
Methodiek/Ouderprogramma bij VVE woorden zijn om te leren. De BAK (de Basiswoordenlijst Amsterdamse Kleuters) is een lijst van 3000 woorden, die kinderen moeten kennen om succesvol in groep 3 aan hun leesen schrijfonderwijs te kunnen beginnen en die de basis vormt voor hun verdere woordenschat uitbreiding. Een deel van de woorden komt aan bod in VVE-methodes, maar de BAK bevat substantieel meer woorden. Bovendien behoort een gedegen betekenisopbouw achter de woorden en een goed gestructureerd woordkennisnetwerk, waarin nieuwe woorden en betekenissen goed kunnen worden ingepast, tot de basisdoelen.
Beschrijving methodiek/Ouderprogramma
Doel ouderprogramma Het doel van de oudercursus is het vergroten van de betrokkenheid van de ouders bij de schoolloopbaan van hun kind ten einde het schoolsucces van het kind te bevorderen. Het ouderprogramma richt daarbij zich op: 1. Het versterken van het educatief thuismilieu; 2. het vergroten van de taalvaardigheid van de ouders; 3. Het werken aan partnerschap tussen ouders en school. Amerikaans onderzoek laat zien dat ouderbetrokkenheid en family literacy veel opbrengt, wanneer thuis met taal- en oefenmaterialen wordt gewerkt dat geheel aansluit op de materialen die op school gebruikt worden. Het materiaal van LOGO3000 vormt de kern van de woordenschat-activiteiten op school, thuis en in de oudercursus. In het materiaal zijn alle BAK-woorden kant-en-klaar uitgewerkt volgens een effectieve didactiek (Kwaliteitskaarten Woordenschat, van der Nulft/Verhallen, 2012). Op school: Voor de kinderen worden in de groep geïntegreerd in de activiteiten van de dag, ingeschoven in de geplande thema’s extra woordleermomenten gecreëerd (hooguit 2 minuten), waarin woorden in logische samenhang, kort en krachtig worden uitgelegd en ingeoefend. De woorden komen in de klas te hangen en worden continue herhaald: in de interactie in de groep en in speelse activiteiten, ook digitaal. De digitale component omvat spelletjes en een toets, die leerkrachten op elk moment kunnen afnemen. Thuis: Ouders krijgen dezelfde plaatjes, woorden en zinnetjes die het kind hoort aangereikt voor thuis: in magazines (die veel lijken op het kindertijdschrift BOBO), met spelletjes, versjes, verhaaltjes en liedjes die in dezelfde periode op school aan de orde komen en in digitale spelletjes waarin de woorden vaak en gevarieerd herhaald worden en die de kinderen thuis samen met de ouders kunnen spelen.
Methodiek/Ouderprogramma bij VVE
In de magazines komen de woorden terug met kant-en-klaar uitgewerkte voorbeelden van interactieve activiteiten, compleet met gespecificeerde vragen en tips om op een speelse manier taalstimulerende ouder-kind gesprekjes te voeren, de natuurlijke dagelijkse interactie te verrijken en de geletterdheid te stimuleren. Voor het ouderprogramma zijn drie mogelijke invullingen, afhankelijk van de behoeften van ouders en school, het (taal)niveau van de ouders en de financiële en beleidsmatige mogelijkheden van de school. 1. Ouderavonden Vier ouderavonden met informatie over woordenschatverwerving en educatieve mogelijkheden thuis. 2. Ouder-kindworkshops 24 ouder-kindworkshops die kunnen worden ingezet voor gezamenlijke activiteiten van ouder en kind: twee per seizoen voor peuters, groep 1 en groep 2. 3. De oudercursus Intensieve (1-2 dagdelen per week) cursus voor laagtaalvaardige en/of laaggeletterde ouders, met vier vaste onderdelen: woorden, met je kind, gesprekken en eigen werk. a.Woorden De woorden die de kinderen leren komen in de oudercursus met de materialen van LOGO 3000 aan bod. De woorden worden behandeld een week vóórdat de peuters en kleuters ze in de groep aangeboden krijgen. b Met je kind Nauw aansluitend bij het programma van de voorschool en de kleutergroepen, leren de ouders hoe zij thuis actief met hun kind samen de woorden kunnen laten terugkomen in educatieve activiteiten en in de dagelijkse interactie: ze leren hoe ze de woordkennis van de kinderen in de alledaagse situaties kunnen uitbreiden en eventueel samen thuis met de digitale spelletjes aan de gang kunnen gaan. c.Gesprekken De ouders worden voorbereid op rapportgesprekken, ouderavonden, themabijeenkomsten voor ouders, feesten en projecten in de klas: ze leren de benodigde woorden en oefenen de gesprekken die horen bij deze activiteiten. d. Eigen werk Tijdens dit laatste onderdeel maken de ouders verwerkingsoefeningen. Ze werken met werkbladen waarin de woordclusters en
Methodiek/Ouderprogramma bij VVE de woorden van de praatplaten van het LOGOmateriaal onderwerp zijn. Deze woorden zijn in het eerste lesonderdeel behandeld. Er zijn werkbladen voor drie subgroepen: Alfa (A1), Beginners (A2) en Plus (B1). Profiel van de docent De oudercursus kan worden verzorgd door een leerkracht van de school of door een taalaanbieder uit de betreffende gemeente. In beide gevallen is een combinatie van specifieke kennis en vaardigheden noodzakelijk op het gebied van klassenmanagement, pedagogiek, didactiek, volwasseneneducatie, (laag)geletterdheid en NT2. Bij het materiaal van de oudercursus is een uitgebreid profiel opgenomen.
Doelgroep
Naast andere methodiek te gebruiken?
Materiaal
Monitor Om het woorden leren bij de kinderen te monitoren is een digitaal toetsinstrument ontwikkeld. Om de vorderingen van de ouders goed te volgen is een aantal instrumenten ontwikkeld: 1. Woordenschattoets Er is een flexibel instrument ontwikkeld, waarmee scholen op drie niveaus, in alle groepen en bij elk seizoen kunnen controleren in welke mate de ouders de aangeleerde woorden beheersen. 2. Logboek educatieve activiteiten Met het logboek Educatieve activiteiten wordt het educatief thuismilieu gestimuleerd en houdt de docent zicht op de ontwikkeling. 3. Strippenkaart participatie Als de school goed contact heeft met de ouders en de ouders betrokken zijn bij de school, komt dit ouders, kind en school ten goede. Met een strippenkaart wordt de participatie gevolgd. De oudercursus is bedoeld voor ouders (maar ook grootouders of andere opvoeders) van kinderen op de voorschool en kleuter groepen waar LOGO3000 wordt ingezet. De intensiteit van deelname aan de cursus is afhankelijk van de beheersing van het Nederlands. De oudercursus richt zich primair op laagtaalvaardige en/of laaggeletterde ouders. Er is materiaal beschikbaar voor drie taalniveaus laag-taalvaardig (KSE1, A1 (in termen van ERK) of op weg naar 1F (in termen van Meijerink); basisvaardig (KSE2, A2 (in termen van ERK) of 1F (in termen van Meijerink); hoog-taalvaardig (B1 (in termen van ERK) of 2F (in termen van Meijerink). Ja. De materialen zijn speciaal ontwikkeld om geïntegreerd te worden ingezet.De woorden worden in betekenisvolle, natuurlijke contexten aangeboden om de interactie in de groep en thuis te verrijken, zodat het natuurlijke verwervingsproces ruim baan krijgt. LOGO 3000 http://www.logo3000.nl/ Materiaal oudercursus:
Methodiek/Ouderprogramma bij VVE http://www.expertisecentrumtop.nl/goodpractice/het-ei-van-columbus-16 • Handleiding, handreiking en kwaliteitskaart • Digitale component • Magazines voor ouders en kinderen met de 3000 woorden • Speelleerbladen/Werkbladen • Logboek educatieve activiteiten • Strippenkaart participatie • Opzet woordenschattoets • Ouder-kindworkshops Kosten aanschaf integraal programma incl ouderprogramma
Kosten aanschaf ouderprogramma
Kosten deelname oudercursus
Intensiteit ouderprogramma (tijdsduur)
Hoe vorm te geven op bestuurlijk (gemeente/schoolbestuur) en financieel vlak?
Kosten aanschaf LOGO3000 € 6500,= (incl. 2jarige licentie digitaal materiaal). Optioneel: -Complete set magazines + CD’s voor ouders: € 15, = per gezin; -Digitale inlog-licentie voor de ouders € 10, = per jaar per gezin. De scholen die werken met LOGO 3000 kunnen gratis gebruik maken van het materiaal voor de oudercursus (exclusief de speelleerboekjes voor ouder-kind). De docent van de oudercursus kan bij het ITTA een train de trainer Ei van Columbus volgen. Dit kan een training op betreffende de school zijn zijn of een training met open inschrijving. Dit verschilt per gemeente en soms per school en is mede afhankelijk van subsidie Taal en Ouderbetrokkenheid vanuit de gemeente. Meestal zijn de cursussen (bijna) gratis om de toegankelijkheid van de deelname te vergroten. Afhankelijk van de mogelijkheden en behoeften variërend van twee jaar twee dagdelen per week tot een aantal maanden 1 ½ uur per week. Ook worden er 1 keer per maand ouderkindworkshop georganiseerd. Gemeente en schoolbesturen kunnen in het kader van VVE-beleid het programma een plek geven passend bij de doelen die gesteld zijn. De gemeente kan de oudercursus financieren en mogelijk ook een deel van het Logomateriaal.
De besturen financieren het materiaal en maken op school- en bovenschools niveau resultaat afspraken met de directeuren van de scholen en samenwerkingsafspraken met de PSZ’s/kinderdagverblijven. Indien de gemeente het niet opneemt binnen het beleid rond VVE, ouderbetrokkenheid etc. dan kan het bestuur in het kader van educatief partnerschap gelden meerjarig inzetten voor het uitvoeren van oudercursussen.
Methodiek/Ouderprogramma bij VVE Goede praktijkvoorbeelden/behaalde resultaten
Onderzoek
Borging
In de evaluaties van de pilotgemeenten komt naar voren dat goede resultaten geboekt zijn met betrekking tot: - Taalontwikkeling van peuters en kleuters: vergroting van de woordenschat, een doorgaande lijn in de taalstimulering van voor- naar vroegschools en ondersteuning door ouders, kinderen zijn beter aanspreekbaar, hun mondelinge taalvaardigheid neemt toe; - De ouders: het leren van dezelfde woordenschat als hun kinderen, het beter en vaker communiceren met pedagogisch medewerkers en leerkrachten, het begeleiden van hun kind in taalontwikkeling en actief participeren (komen uit hun isolement). - De pedagogisch medewerkers en leerkrachten: verdieping van hun kennis en vaardigheden in het woordenschatonderwijs, het inpassen van 3000 woorden binnen hun eigen programma/werkwijze, het bewerkstelligen van een ononderbroken taalontwikkeling van voor- naar vroegschools (doorgaande lijn) en het werken aan het verbeteren van de oudercontacten. De methodiek is gebaseerd op bewezen effectieve werkwijze. Evidence based kenmerken van het doelmatig verbreden en verdiepen van woordenschat en het opbouwen van een goed gestructureerd achterliggend kennis netwerk zijn vertaald naar een praktische didactiek. Andere succesfactoren zoals afstemming van ouderprogramma op het programma van de kinderen, aandacht voor modeling en coaching, communicatiestijl (sensitiviteit) en leescultuur, evenals het versterken van partnerschap tussen school en ouders, zijn verwerkt in het programma. De kwaliteit van implementatie en uitvoering wordt geborgd door de aard van het programma, de uitwerking van het materiaal in kant-en-klaar uitgeschreven scripts, een introductie en trainingsfilm en door training van leerkrachten, schoolleiding en docent van de oudercursus.