Opleidingsplan JEUGD Stef Van Overstraeten
Niets in deze uitgave mag gereproduceerd worden zonder voorafgaandelijke toestemming van de auteur. © Stef Van Overstraeten 2013
[email protected] svofoot.weebly.com foto’s: Dany Van Belle
2
Voorwoord Een jeugdplan. Waarom? Er was er nog geen. Of toch geen samenhangende versie. De bedoeling is om een soort van leidraad doorheen de werking te voorzien, waar iedere jeugdopleider kan op terugvallen. Het is dus in eerste instantie een hulpmiddel. Een resultaat ook van een lange denkoefening. En dit is wat uit de bus is gekomen. Een plan dat beschrijft hoe onze jeugdspelers het beste worden opgeleid. Want per leeftijd zijn er thema’s die als training dienen uitgewerkt te worden. Als er twee keer per week wordt getraind, dan is het de bedoeling dat er 1 keer op thema en 1 keer vrij wordt getraind. Bij U6 en U7 wordt elke week volgens het opgegeven thema gewerkt. Aan dit plan is gezwoegd, maar dat wil niet zeggen dat het af is! Met inbreng van trainers en leden van de sportieve cel wordt zeker 1 keer per jaar geëvalueerd. Toch hoop ik dat wanneer iedere opleider dit plan volgt, we de opleiding van Rapide Club Lebbeke op 1 lijn krijgen, zodanig dat het plezanter werken wordt en dat we de spelers nog beter kunnen maken, want dat is tenslotte hetbelangrijkste! Stef Van Overstraeten
3
Inhoud Voetbalvisie RC Lebbeke – p.5 Missie Jeugdopleiding – p.5 en 6 Voetbalvisie Jeugd – p.7 tot 9 Speelgelegenheid – p.10 Taakbeschrijving Jeugdcoördinatoren – p.11 tot 14 Wat wordt verwacht van een trainer? – p.15 tot 17 Profiel keeperstrainer – p.18 Zonevoetbal – p.19 tot 28 Stretchen is niet nodig – p.29 Onderbouw – p.32 tot37 Opleiding U6-U9 – p.38 tot43 Opleiding U10-U11 – p.44 tot 53 Opleiding U12 – p.54 tot 58 Bovenbouw Opleiding U13-U15-U17 – p.60 tot 77 Keepers – p.78 tot 82 Coachingswoorden – p.83 en 84 Evaluatie spelers + testings – p.85 Indeling teams Provinciaal – gewestelijk – p.86 Doorstroming – p.87 Evaluatie opleidingsplan – p.88
4
Voetbalvisie RC Lebbeke De voetbalvisie van Rapide Club Lebbeke bestaat uit volgende componenten: Attractief voetbal Zo ver mogelijk van eigen doel spelen Vooral op de helft van de tegenstander 1-4-3-3 systeem (met punt naar voor of naar achter) of 1-4-4-2 Eigen wil opleggen aan de tegenstander Midden pressing Zoveel mogelijk eigen spelers laten doorstromen naar het eerste elftal
Missie Jeugdopleiding De bedoeling van Rapide Lebbeke is om aan de inwoners van Lebbeke een attractieve voetbalopleiding aan te bieden. Dit zowel competitief als recreatief. Provinciaal en regionaal. Sociaal en familiaal! De speler staat centraal! De nadruk ligt op plezier, maar we willen er ook voor zorgen dat er elk seizoen 1 tot 2 spelers doorstromen naar het eerste elftal. Om op termijn uit te komen bij 30 procent spelers van eigen kweek in het fanionteam. Spelers die niet doorstromen kunnen bij de club blijven als jeugdtrainer, afgevaardigde of medewerker.
5
We willen dat doen door: het leerplan van de KBVB te volgen iedere speler minstens 50 procent van een wedstrijd te laten spelen de spelers individueel beter te maken (1 tg 1 als basis van het voetbalspel) de spelers op verschillende posities te zetten de spelers niet alleen sportief, maar ook mentaal sterker te maken spelers waarden en normen bij te leren ervoor te zorgen dat ieder lid zich gerespecteerd voelt bij onze club, ongeacht de huidskleur, het talent of de mogelijkheden vooral gediplomeerde trainers aan te trekken en zij die nog niet gediplomeerd zijn te motiveren om aan scholing te doen de trainers zelf bij te scholen trainingen op maat van de kinderen aan te bieden enkel positief te coachen stages te organiseren technische bijscholing te organiseren talentbegeleiding te organiseren beleving en teamspirit te kweken door spel- en wedstrijdvormen de spelers clubliefde bij te brengen zodat ze langdurig aangesloten blijven de rol van derde opvoedingsmilieu optimaal te vervullen door het voeren van open communicatie met de ouders regelmatig met scholen en met de gemeente samen te werken
6
Voetbalvisie Jeugd Bij Rapide Lebbeke staat de jeugdspeler centraal. Wij willen iedere jeugdspeler gelijke kansen aanbieden. Zowel recreatief als competitief. Het wedstrijdresultaat is in eerste instantie van ondergeschikt belang, zeker ten opzichte van de individuele ontwikkeling van de speler. We staan garant dat onze jeugdspelers zo degelijk mogelijk worden opgeleid en opgevoed en dit door, zoveel als mogelijk, gediplomeerde trainers aan te trekken. Bij de start van de opleiding (debutantjes) ligt de nadruk op het meester worden van de bal. Allereerst willen we dat onze jeugdspelers op een leuke en aangename manier kennismaken met alle facetten van het voetbal. Op latere leeftijd streven we ernaar om op een zo hoog mogelijk niveau te voetballen, waar FUN en PRESTATIE samengaan. Ons einddoel is zoveel mogelijk spelers laten doorstromen naar het AElftal. De bedoeling is dat de provinciale teams combinatievoetbal spelen, maar toch zo snel mogelijk diepte aan hun spel geven. Wel door een verzorgde opbouw, om de spits(en) te bereiken. We willen zo ver mogelijk van eigen doel spelen. Daarbij is een meevoetballende keeper van heel groot belang. We volgen bij de opleiding van de jeugd zoveel mogelijk de visie van de Belgische Voetbalbond.
7
Het kind staat centraal. Een goede jeugdwerking is gestoeld op twee pijlers. Ten eerste hebben we het ludieke aspect “FUN” en als tweede de voetbalopleiding dat we als “FORMATION” beschrijven. (KBVB)
Het “FUN” aspect. In de opleiding worden veel ‘leuke’ leermomenten aangeboden. Van spelplezier over trainingsplezier naar competitieplezier. Veel wedstrijdvormen aanbieden! Plezier hebben in het voetbal is belangrijk voor het zelfvertrouwen en het prestatievermogen. Dus moet iedere speler: Zoveel mogelijk aan de bal komen Bijna de hele tijd met de bal spelen Veel scoringskansen krijgen Vrij spelen Aangemoedigd worden door de coach Aangemoedigd worden door de ouders Het “FORMATION” aspect. Iedere jeugdspeler heeft het recht op een doelgerichte opleiding. Dit betekent dat de leerdoelstellingen aangepast zijn aan de ontwikkelingsfasen van de jeugdspeler. Hierin wordt een onderscheid gemaakt tussen het aanleren van de basistechnieken en –tactieken (= BASICS) en het functioneren in teamverband (=TEAMTACTICS). Zie daarvoor “De opleidingsvisie van de KBVB” (cfr trainerssite). Het doelgerichte leerproces start vanaf 7 à 8 jaar. Vanaf deze leeftijd moet men veel aandacht besteden aan het aanleren, verbeteren en het automatiseren van basistechnieken en –tactieken in wedstrijdechte omstandigheden, los van spelsystemen en collectieve opdrachten.
8
Vanaf 12 jaar denkt de jeugdspeler abstracter en kan hij/zij collectieve opdrachten tot een goed einde brengen. Vanaf deze leeftijd moet men aandacht besteden aan hoe een speler zich individueel maximaal kan ontwikkelen binnen een bepaald spelconcept. ZONEVOETBAL als opleidingsfilosofie. Zonevoetbal staat tegenover individuele mandekking, het is een spelconcept en geen spelsysteem. Het omvat bepaalde principes in balbezit en in balverlies. Zoneprincipes zijn spelprincipes die tijdens een 11 tegen 11 worden toegepast. Hieruit worden TEAMTACTICS afgeleid, waarvan een paar in 55 en 8-8 aangeleerd worden. Zonevoetbal is collectief positiespel bij balverlies en balbezit met als doel de tegenstrever te beheersen in de ZONE, namelijk in de zone tussen de bal en het doel en in de volledige waarheidszone. 1-4-3-3 in zone bij de jeugd Dit spelsysteem is de rode draad doorheen de jeugdopleiding en wordt verder in dit plan uitgelegd. Vanaf U17 kan daar ook 4-4-2 bijkomen. 1 tegen 1 als basis voor techniek Vooral attractief voetba l spelen moet het bovenliggende doel zijn, met een verzorgde opbouw, liefst van achteruit. De nadruk doorheen de opleiding van Rapide Lebbeke ligt vooral op het duel 1 tegen 1, als basis van alles. Vooral bij de allerkleinsten dient er elke training zeker een wedstrijdvorm 1 tegen 1 in de training te zitten. Je hebt een frontale 1/1, een 1/1 met zijwaartse druk, een 1/1 situatie met druk vanuit de rug, … Naast het beheersen van de 1/1 focussen we ook op balvaardigheid, passing, moves, afwerken en balcontrole.
9
Speelgelegenheid Bij RC Lebbeke speelt iedere speler minstens 50 procent van de wedstrijd. Tenminste als de speler in kwestie alle trainingen voorafgaand aan de wedstrijd heeft bijgewoond. Er dient rekening gehouden te worden met de biologische leeftijd van de spelers. Groot en sterk zijn niet de enige selectiecriteria. Als club willen we ook onze sociale en maatschappelijke rol vervullen door iedereen voldoende speelgelegenheid te geven. Aan de trainers wordt ook gevraagd om snel te anticiperen bij mogelijk PEST-gedrag. Spelers kunnen enkel verbeteren als ze ook effectief mogen deelnemen aan de wedstrijden.Zij die vandaag niet goed zijn, kunnen morgen beter zijn dan de beste spelers van vandaag! Concreet betekent dit: U6: minstens 20 speelminuten per wedstrijd U7-U8-U9-U10-U11: minstens 25 speelminuten per wedstrijd U12-U13: minstens 30 speelminuten per wedstrijd U14-U15: minstens 35 speelminuten per wedstrijd U16-U17: minstens 40 speelminuten per wedstrijd U19: hier is dit niet meer van belang, omdat er effectief op resultaat wordt gespeeld Best is ook om elke wisselspeler in zowel de eerste als de tweede helft speelgelegenheid te bieden!
10
Taakbeschrijving Jeugdcoordinatoren Opstelling en evaluatie opleidingsplan De sportief coördinator stelt een sportief opleidingsplan op en legt het ter goedkeuring voor aan de sportieve cel. De bedoeling van dit plan is dat we onze spelers zo kwalitatief mogelijk opleiden. Niet om zo veel mogelijk te winnen of om zo goed mogelijke teams te maken. Maar wel om elke speler individueel zo sterk mogelijk te maken. Individuele klasse gaat niet alleen om techniek en dribbelvaardigheid, maar ook om zuivere passing, vista, juiste keuzes maken, enz.. Er moet ook een logische trapsgewijze vorming gerealiseerd worden. Hij volgt de algemene sportieve tendensen en doet aanbevelingen voor het sportief opleidingsplan. Hij volgt de uitvoering van het plan en zit mee aan tafel bij de evaluatie ervan. Opvolging en coördinatie opleidingsplan De sportief coördinator begeleidt en controleert de trainers bij ’t uitvoeren van ’t plan. Hij houdt minstens twee vergaderingen met de trainers om informatie door te spelen. En elke maand spreekt hij minstens met alle trainers onder 4 ogen. Hij organiseert een opleidingsdag voor de trainers en houdt hen op de hoogte van externe opleidingen. Hij woont wedstrijden bij van alle teams en evalueert de coaching en de afspraken uit het plan. Hij evalueert de trainers op basis van hun goede wil en kunde om het plan uit te voeren. Hij vervangt de trainers bij hun afwezigheid of zorgt voor vervanging.
11
Individuele spelersfiches De sportief coördinator stelt een fiche op per speler waarop zoveel mogelijk gegevens vermeld worden die nuttig zijn voor het volgen van zijn of haar vooruitgang en het opmerken van de tekorten. Hij stelt een testbatterij op voor de opvolging van de spelers en organiseert die tests 2x per seizoen. Aanwezigheden De sportief coördinator kijkt de aanwezigheden van spelers en trainers online na en volgt die op om eventuele problemen op te sporen en op te lossen. Individuele trainersfiches De jeugdcoördinator houdt een lijst bij met de aanwezigheden van de trainers en stelt deze oa ter beschikking van de financiële verantwoordelijke. Hij maakt een kort verslag over de werking van de trainers, na een functioneringsgesprek. Sollicitatie spelers en trainers De sportief coördinator ontvangt de sollicitaties van kandidaat-nieuwe spelers en trainers, houdt ze bij en legt ze voor op de bijeenkomst met de sportieve cel. Hij communiceert de beslissingen met deze spelers en trainers en overlegt over een eventuele scouting.
12
Organisatie jeugdstages De coördinator organiseert jeugdstages ten voordele van de club. Mogelijkheden zijn: met Pasen, in de zomer, net voor de competitiestart, … Hij zorgt voor de volledige uitwerking van A tot Z in samenspraak met het jeugdbestuur. Jeugdtornooien en oefenwedstrijden De jeugdcoördinator helpt mee bij de organisatie van het jeugdtornooi en zorgt ook voor deelnemers aan de overgangstornooien 8tg8 en 11tg11. Daarnaast spreekt hij zijn contacten aan om regelmatig oefenwedstrijden te organiseren. Trainingsmateriaal De sportief coördinator stelt een bibliotheek samen met trainingsmethoden en trainingen (vooral online). Hij stelt boeken of DVD’s ter beschikking die de trainers kunnen bijstaan en houdt een uitleenlijst bij. Extra trainingen en talentbegeleiding De sportief coördinator selecteert spelers die in aanmerking komen voor extra trainingen of talentbegeleiding., in samenspraak met de trainers. Clinics – workshops - bijscholingen De sportief coördinator zorgt ervoor dat de trainers regelmatig worden bijgeschoold. Dat kan aan de hand van een demotraining, een thematraining, een clinic, een workshop,… Door interne medewerkers of externe organisaties. Ook zorgt hij ervoor dat de trainersgroep zoveel mogelijk als team reageert. Zij moeten de visie van de club uitdragen.
13
Doorstroming e De sportief coördinator overlegt met de trainers van de kern van het 1 en e 2 elftal over de mogelijke of onmogelijke doorstroming van jeugdspelers die door hun leeftijd niet meer in aanmerking komen voor een jeugdploeg en adviseert de spelers bij hun sportieve keuze. Scouting binnen de club De jeugdcoördinator kent de spelers uit de club. Hij helpt mee om talent of opvallende vaardigheden of tekorten te ontdekken en speelt dit door naar de verantwoordelijke van de extra trainingen of talentbegeleiding. Hij merkt spelers op die het talent hebben om later trainer of scheidsrechter of medewerker te worden en motiveert hen in die richting. Scouting buiten de club De jeugdcoördinator stelt een formulier op dat de trainers kunnen invullen bij ’t opmerken van een speler. Hij scout de desbetreffende speler. Bij een de negatieve scouting nog een 2 keer. Hij stelt een lijst op met de voorziene tekorten in het spelersbestand om aan het gewenst aantal spelers te komen. Hij scout jeugdtrainers uit de omgeving en legt goede contacten met hen. Werving Ter promotie van onze club organiseert de jeugdcoördinator een aantal wervingsacties zoals een duiveltjesdag, een vriendinnendag (meer meisjes aantrekken). Ook een samenwerking met de scholen behoort tot de mogelijkheden.
14
Wat wordt van een trainer verwacht 1. Ontwikkelen van sociale en opvoedkundige vaardigheden als fundament voor het verbeteren van de algemenen en specifieke voetbalvaardigheden. – Voetbal als middel, opvoeding als doel….. – Respect hebben voor scheidsrechter, medespelers, ouders, tegenstrevers, supporters, tegenspelers – Betrek de ouders in het totaalgebeuren(participatie). – Maak duidelijke afspraken (coaching, ploegopstelling) en bespreek de opvoedkundige waarden in het voetbal. Een goede communicatie vermijdt veel problemen. Voorbeeld: ouders mogen en moeten supporteren,maar de trainer is “COACH”. De eerste training is er één voor de ouders. – Wees EERLIJK en CONSEQUENT. Kinderen zijn hier extra gevoelig voor. 2. Als volwassenen het goede voorbeeld niet geven, wat mogen we dan verwachten van onze kinderen? – Vermijd het ROEPEN en TIEREN naar de scheidsrechter, tegenstander, collega-trainer. Kinderen nemen deze houding SNEL over. – Geef het voorbeeld: een verzorgd taalgebruik, aandacht voor hygiëne, een sportman ROOKT niet, geen ALCOHOL, drugs…. – Beleefdheid, hand geven, met twee woorden spreken,….. – Orde, tucht, discipline… fundamenten als attitudevorming 3. Er zijn GEEN belangrijke wedstrijden of trainingen, er zijn ALLEEN belangrijke kinderen. (Dr. Garritt KBVB). – Gekwetste en/of zieke speler horen NIET te spelen. – “NIET TRAINEN” kan soms de BESTE training zijn. – Studies primeren. Een training omwille van studies overslaan kan GEEN SANCTIE tot gevolg hebben.
15
4. Laat kinderen voetbal “SPELEN.” Vaardigheden aanleren op een speelse en doelgerichte manier in overeenstemming met het niveau en de belevingswereld v/h kind. – Een oefening, organisatievorm die niet lukt of vlot, is NIET de schuld van de spelers, maar veelal een FOUTE keuze van de opleider (trainer). – Kinderen zijn geen Minivolwassenen. 5. Elk lid van het team is even belangrijk, krijgt evenveel aandacht en mag evenveel spelen. – Laat kinderen nooit een volle wedstrijd op de bank zitten. – Ook de minder goede speler(s) starten graag eens de wedstrijd. – Houd rekening met de biologische leeftijd van de kinderen. Groot en sterk mag niet het enige criterium zijn om spelers te evalueren. – Sociale rol van de clubs is niet ONBELANGRIJK. – Anticipeer op mogelijk PEST-gedrag bij kinderen. 6. Creëer en positieve sfeer. Straal als trainer of begeleider positivisme en enthousiasme uit. De wederzijdse voldoening en het leerrendement zal groter zijn. – Geen enkele speler wordt beter met NEGATIEVE kritiek alleen. – Een schouderklopje kan wonderen doen. – Kinderen mogen en moeten fouten maken. Het zijn de beste leermomenten. 7. "FUN" in het voetbal, is de basis van een gerichte "FORMATION". – Zonder FUN geen FORMATION. – Kinderen komen naar het voetbal omdat ze het LEUK vinden. – Na de training moet het kind al verlangen naar de volgende training. – Zonder FUN: een vlugge en grotere DROP-OUT. (zap-cultuur : kinderen opteren zeer vlug voor andere hobby of sport).
16
8. Winnen is "belangrijk" maar NOOIT ten koste van één van de vorige 7 pedagogische principes. – Leren winnen, maar kunnen verliezen. – CHAMPIONITIS is een erge ziekte in het vormingsproces. – Waarom de tegenpartij bij de pluimpjes en duivels niet toelaten met één speler meer te spelen indien het doelpuntenverschil meer dan drie is? Uitslagen van 10-0 of meer, daarvan heeft niemand iets geleerd en de FUN is enkel voor de winnende ploeg! Een trainer bij Rapide Lebbeke moet verder ook voldoen aan volgende zaken: Bereid zijn kinderen te leren voetballen volgens het opleidingsplan Vriendelijk, motiverend, enthousiast, eerlijk en duidelijk Kan zich verplaatsen in de leefwereld van de kinderen Kan technische oefeningen voordoen Bereid zich constant bij te scholen Bereid naar trainersvergaderingen te komen Bereid de spelers te evalueren Heeft organisatietalent Kan een training voorbereiden Houdt de aanwezigheden bij Signaleert problemen van welke aard ook aan de coördinatoren Confronteert de spelers met zoveel mogelijk wedstrijdsituaties Let op de groepsdiscipline Heeft voldoende geduld Stimuleert individuele acties van spelers en de daarbijhorende creativiteit Heeft af en toe een persoonlijk gesprek met een speler Beschikt over voldoende tactische kennis Communiceert met de ouders via mail of sms
17
Profiel keeperstrainer De keeperstrainer bij Rapide Lebbeke moet voldoen aan volgend profiel: De jongste keepers de basis aanleren Zich kunnen verplaatsen in de leefwereld van kinderen Voldoende kennis van het keepersvak De oefeningen kunnen tonen De keeperstrainingen voorbereiden De keepers constant evalueren Werken aan de mindere punten van de keepers Werken volgens het opleidingsplan van de club Ervoor zorgen dat de keepers ook kunnen meevoetballen Af en toe een wedstrijd bijwonen en zowel de positieve als de negatieve punten noteren Regelmatig een individueel gesprek hebben met de keepers Vriendelijk, motiverend, enthousiast, eerlijk en duidelijk zijn Communiceert met de ouders via mail of sms Weet dat keepers fouten mogen maken Heeft voldoende geduld Signaleert problemen van welke aard dan ook aan de coördinatoren Bereid zich constant bij te scholen Heeft organisatietalent
18
Zonevoetbal -
Zonevoetbal staat haaks tegenover mandekking Zonevoetbal is een spelconcept en geen spelsysteem Zonevoetbal omvat principes, niet alleen bij balverlies, maar ook bij balbezit Zonepricipes zijn spelprincips die in zijn totaliteit tijdens 11 tg 11 worden toegepast Uit de zoneprincipes worden nadien teamtactics afgeleid waarvan er een aantal ook in 5 tg 5 en 8 tg 8 aangeleerd worden
Definitie Collectief positiespel bij balverlies en balbezit met als doel de tegenstander te beheersen in de ZONE. Namelijk in de zone tussen de bal en het doel en in de volledige waarheidszone. -
Ploeg van 11 spelers: som van 11 individualiteiten Evenwichtige verdeling en beperking van de fysieke inspanningen Gedeelde collectieve verantwoordelijkheid Zeer snelle omschakeling van balbezit naar balverlies en omgekeerd: bv na balrecuperatie kan er ‘blind’ gespeeld worden (omdat balbezitter min of meer weet waar medespeler staat)
19
Zoneprincipes bij balverlies Een defensief compact blok oprichten
-
Individuele pressing door de speler die zich het dichtst bij de bal bevindt Dekking door de dichtstbijzijnde medespeler(s) De andere spelers vormen een compact blok binnen de zone baldoel 10-15m afstand tussen de spelers Spelers kruisen niet Geen systematische en bewuste offside Dekking door de doelman
20
Het blok glijdt en kantelt zo snel mogelijk
Kenmerken van een efficiënt blok 1. Het aanpassen aan de bepaalde weerstand
2. -
Het beheersen van de waarheidszone Voldoende spelers bevinden zich in het centrum Hoe dichter bij doel, hoe strikter de dekking op zijn rechtstreekse tegenstander
3. -
Het afsluiten van directe speelhoeken Verticale passing beletten Diagonale passing beletten Voorzet beletten
21
Collectieve pressing
Wanneer? Bal tussen blok en zijlijn Bij meerderheidssituaties Bij moeilijke bal en zwakke tegenspeler
22
Waar? Ter hoogte van de middenlijn
23
Hoe? -
Verdedigende middenvelder geeft startsignaal Collectieve pressing: sluiten speelhoeken, geen speelruimte voor tegenpartij, zich niet laten uitschakelen
24
Zoneprincipes bij balbezit 1. De eigen speelruimte vergroten 2. Aanspeelbaar zijn binnen rationeel bezette zones 3. Aanspeelbaar worden door bewegingen zonder bal: vrijlopen, plaatswissels (kruisbewegingen), inschuiven (om meerderheidssituaties te creëren) 4. Zo snel mogelijk een nauwkeurige en dieptepass of diagonale pass te geven 5. De zwakke zone (in, naast of achter het blok) van de tegenpartij opzoeken door middel van een snelle balcirculatie 6. Steeds doelpoging proberen ondernemen bij werkelijke doelkans (shot, kop, enz) 7. Steeds het moment van balverlies voorzien: een defensieve T van 3, 4 of 5 spelers vormen en behouden (zie voorbeeldfiguur)
25
Bij de jeugd: 1-4-3-3 in zone Vaste nummers: identificatie met bepaalde functie 1. 2. 3.
Keeper Rechterflankverdediger Rechter centrale verdediger 4. Linker centrale verdediger 5. Linkerflankverdediger 6. Rechter verdedigende middenvelder 7. Rechter flankaanvaller 8. Linker verdedigende middenvelder 9. Centrumspits 10. Aanvallende middenvelder 11. Linker flankaanvaller
26
12. Waarom 1-4-3-3 bij de jeugd?
-
Een maximaal aantal mogelijkheden voor het driehoeksspel Efficiënte bezetting van de te bespelen (B+) en te verdedigen (B-) ruimte Omschakeling B+/B- en B-/B+ betekent snelle aanpassing van posities (flexibiliteit)
27
-
Verdediging met 4 ipv met 3: Gemakkelijker verdedigen van de breedte van het terrein Tegen 3 aanvallers nog 1 speler over: gevaar voor individuele mandekking in de zone is kleiner -> verbeteren van ‘zone’ positiespel ifv mogelijk doelgevaar Uitverdedigen en inschuiven mogelijk door alle 4 de verdedigers -> verbeteren van opbouwende kwaliteiten Verbeteren van onderlinge coaching wanneer ze geconfronteerd worden met wisselende tegenstanders: dit in tegenstelling met 3 verdedigers tegenover 3 aanvallers waar individuele mandekking wordt toegepast
-
Middenveld met 3 centrale middenvelders in driehoek opgesteld: Terug spelverdeler nummer 10 opleiden Stimuleren van inschuiven en taakovername (nr 6 en 8)
-
3 aanvallers: Creëren van meer aanspeelpunten vooraan in de voet (daling fysieke arbeid) Stimuleren van buitenspelers (nr 7 en 11) om te durven dribbelen Opleiden van diepe spits als targetman (aanbieden en terugleggen) als diep vrijlopende aanvaller (in de rug van de verdediging) en als afwerker voor doel Aanmoedigen om voetbaloplossingen te vinden (= creativiteit) doordat er voor iedere aanvaller minder ruimte is
28
Stretchen is niet nodig Stretching is een fenomeen dat de laatste jaren heel wat belangstelling heeft gekend. Iedere voetballer, trainer, kinesist, dokter of andere medische begeleider heeft er zijn of haar eigen mening over. Bij Rapide Lebbeke zijn we van mening dat het een fabeltje is dat de kans op een blessure verkleint wanneer er gestretcht wordt. Het is nooit en nergens bewezen dat stretching zorgt voor minder blessures. Het nut van het rekken bij jeugdvoetballers is zelfs heel miniem. Vooral ook omdat ze meer slecht rekken dan goed. Er zijn voorbeelden genoeg bekend van trainers die nooit stretchen met hun spelers en die ook geen blessures hebben vastgesteld, naast de kwaaltjes die door een contact tijdens een wedstrijd zijn ontstaan. Stretching is een rage, het is absoluut zinloos op een niveau waar amper twee keer per week wordt getraind. We moeten onze tijd aan andere dingen besteden. Het rekken kan alleen als er lenigheidsproblemen zijn, en dan liefst in samenspraak met de kine. Bij de oudere categorieën (U15-U17) moet er vooral in de voorbereiding voldoende aandacht zijn voor blessurepreventie. Daar kunnen ‘the FIFA 11’ van pas komen (cfr google). Enkele minuten rompkracht of core stability trainen zijn niet overbodig. Ook wendbaarheid en pliometrie horen daarbij.
29
30
Onderbouw
31
1.Algemeen Het voetballen van Duiveltjes Bij de jongste spelers is bijna iedereen op en om de bal. Een uitzondering vormen de keepers en één of twee spelers die bij voortdurende herhaling worden gemaand achteraan te blijven. Van voetbal is er nauwelijks sprake. De bal wordt soms half of helemaal niet geraakt. De bal wordt door een meute enthousiaste, rennende en schoppende spelertjes voortbewogen. Iedereen rent achter de bal aan. Als de jongens en meisjes al langer op de club zijn, worden de eerste vormen van samenspel zichtbaar. De balbehandeling is gerichter. Niettemin beperkt het zich veelal tot aannemen, dribbelen, drijven, een trap naar voren en een schot op het doel. Consequenties voor de training Bij deze leeftijdscategorie gaat het vooral om het ontwikkelen van de techniek, het balgevoel., “oog-hand”- en “oog-voet”-coördinatie. Kinderen moeten ‘de baas worden over de bal’, zodat de bal middel kan worden om de spelbedoelingen te realiseren. Spelbedoelingen: • balbezit • aanvallen en scoren • mikken/ schieten • individueel balbezit houden • samen balbezit houden • balbezit tegenpartij • storen • bal veroveren/ bal afpakken • doelpunten voorkomen/ eigen doel verdedigen
32
Methodische aanpak: • van balgewenning naar doelgerichtheid • van bal als doel naar bal als middel De trainer/ coach dient te beschikken over kennis van en inzicht in alle voetbaltechnische handelingen, want: ‘jong(goed) geleerd is oud gedaan’. Overige voorwaarden zijn: • voor iedereen een bal beschikbaar • veel afwisseling in de training • veel herhalingen • per training komen alle spelbedoelingen aan bod • inspelen op de fantasiewereld van de kinderen • rekening houden met gering concentratievermogen • geen verwachtingen hebben van samenwerking tussen de spelers onderling • zeer korte uitleg • eenvoudige opdrachten geven - taal van het kind spreken • tijd optimaal benutten • geen lange rijen en geen lange wachttijden! • zelf voordoen is beter dan uitleggen; en plaats jezelf op dezelfde hoogte als je spelers (hurkzit komt minder dreigend over) • “Fun”-element moet steeds aanwezig zijn. Geschikte oefenvormen • basisvormen: 1 : 1, • partijvormen: 3 : 2 diversen, 4 : 4 en variaties • lijnvoetbal • mik- en scoorvormen • dribbelen/ drijven Voetbalweerstanden De bal vormt bij deze leeftijdsgroep de grootste weerstand. Daarnaast zijn voetbalweerstanden o.a. het speelveld (te groot / te klein), de tegenstanders maar ook de medespelers; het is te druk op het veld.
33
2.Spelsysteem
34
3.Taken per positie KEEPER Balbezit indien mogelijk, de bal op de grond leggen voor de opbouw te starten ver uit het eigen doel durven spelen aanbieden en zorgen voor flankverandering lange bal indien risicosituatie (onmiddellijk kans op doelgevaar) Balverlies alert zijn op dieptepassen van de tegenstander laten gelden op stilstaande fasen dicht bij doel coaching van de verdediging FLANKSPELERS Balbezit het veld breder maken indien de bal langs die kant kan worden gespeeld actie maken in een 1/1-situatie voorzet zoeken tussen de verdediging en de keeper opduiken aan de 2de paal bij voorzet van de andere kant Balverlies naar binnen komen maar de onderlinge afstanden verdelen over de ruimte snelheid uit de actie halen door remmend te wijken
35
CENTRUMSPITS Balbezit zo hoog en zo diep mogelijk spelen opduiken aan de 1ste paal bij voorzet van op de flank actie durven maken (dicht bij doel van de tegenpartij) bal vasthouden (lichaam gebruiken) om aansluiting mogelijk te maken Balverlies aanvallend denken voor een vlugge omschakeling druk op de keeper en de centrale verdediger
4.Trainingsopbouw U6-U7 Blok 1: Blok 2: a) b) c) d) Blok 3:
10 min Opwarming Voetbalgeoriënteerde spelletjes 40 min Kern volgens opgelegd thema Oefening volgens thema 1 tg 1 Oefening volgens thema 1 tg 1 10min Cooling down Afsluitspelletje
U8-U9 Blok 1: Blok 2: Blok 3: a) b) c) d) Blok 3:
10 min Opwarming 10 min pas- en trapvorm 60 min Kern volgens opgelegd thema Oefening volgens thema wedstrijdvorm Oefening volgens thema wedstrijdvorm 10min Cooling down Afsluitspelletje
36
5.Wedstrijdopwarming U6 tem U9 • Leiden en dribbelen met technische oefening • Afwerking op doel na passing en trap vorm • Partijspel met 2 kleine doeltjes en 1 groot doel
37
Opleiding U6 tot U9 1.Leeftijdskenmerken Kinderen in de leeftijdscategorie U6-U9 zijn snel afgeleid. Zij kunnen zich niet lang concentreren. Ze zijn te speels om zo te voetballen als ouderen dat wél van hem/ haar verlangen. Hij/ zij is individueel gericht: geen gevoel om dingen samen te doen. Samengevat: speels, veel bewegingsdrang snel afgeleid, geen concentratie weinig sociaal voetbal wordt nog als avontuur gezien het balgevoel is nog zwak ontwikkeld weinig kracht en uithoudingsvermogen.
2.Leerplan U6-U7 Steeds aandacht voor: jongleren, oog-hand en oog-voetcoördinatie, basisbewegingen en 1 tg 1. Inwerpen en vrijlopen worden in de oefeningen geïntegreerd. Basics Leiden/dribbelen (ball mastery) Kappen/draaien (ball mastery) Duel 1 tg 1 Balcontrole Doelpoging kortbij Vrijlopen Inwerpen
38
Per maand Het is de bedoeling dat aan de U6 en U7 elke week training geven wordt volgens het aangegeven thema. maand Augustus
september
Oktober
November
December Januari
Februari
Maart
April
Mei
week 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2
thema balcontrole ball mastery balcontrole ball mastery balcontrole ball mastery balcontrole basistechnieken balverlies balcontrole ball mastery balcontrole ball mastery balcontrole ball mastery balcontrole basistechnieken balverlies balcontrole ball mastery balcontrole Doelpoging kortbij balcontrole ball mastery balcontrole ball mastery Doelpoging kortbij ball mastery balcontrole basistechnieken balverlies balcontrole Doelpoging kortbij balcontrole ball mastery Doelpoging kortbij basistechnieken balverlies balcontrole ball mastery
39
U8-U9 Steeds aandacht voor: jongleren, oog-hand en oog-voetcoördinatie, basisbewegingen en 1 tg 1. Inwerpen en vrijlopen worden in de oefeningen geïntegreerd. Basics Leiden/dribbelen (ball mastery) Kappen/draaien (ball mastery) Duel 1 tg 1 Balcontrole Doelpoging kortbij Vrijlopen Inwerpen Korte passing
Teamtactics Openen breed Openen diep Opbouw samenspel
40
Per maand Het is de bedoeling dat de U8 en U9 1 training per week krijgen volgens het aangegeven thema. maand Augustus
september
Oktober
November
December Januari
Februari
Maart
April
Mei
week 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2
thema Balcontrole Ball mastery Korte passing Openen breed Ball mastery Balcontrole Doelpoging kortbij Korte passing Ball mastery Korte passing Balcontrole Openen diep Korte passing Doelpoging kortbij Ball mastery Korte passing Balcontrole Opbouw samenspel Korte passing Doelpoging kortbij Korte passing Ball mastery Korte passing Ball mastery Balcontrole Openen breed Doelpoging kortbij Korte passing Ball mastery Korte passing Doelpoging kortbij Ball mastery Korte passing Openen diep balcontrole Opbouw samenspel
3.Eindtermen
41
Technisch • met een bal kunnen dribbelen en drijven • een bal kunnen aannemen met de buitenste (verste) voet; liefst links en rechts • zowel links als rechts een korte pass binnenkant voet kunnen inspelen • op de juiste manier kunnen ingooien extra aandachtspunt: met de voorkeurvoet een dieptepass of doelschot met de wreef leren geven extra aandachtspunt voor de keepers: terugspeelballen met de voet aannemen wanneer daar tijd en ruimte voor is Tactisch • de beginselen kennen van het positiespel (kop - vleugel - staart) • bij balbezit; weten dat met elkaar samenspelen vaak beter is dan het alleen te doen • bij balbezit kunnen samenspelen met teamgenoten Aanvallers • de ruimte zo groot mogelijk maken/ houden • speler met de bal moet door zijn 2 vrije medespelers gesteund worden zodat hij 2 afspeel mogelijk heden heeft • de bal niet zomaar wegspelen wanneer er geen tegenstander is die hem af wil pakken • de 2 medespelers zonder bal moeten op het goede moment met de balbezitter een driehoek vormen • de trainer/ coach dient de aanvallende 1 – 1 actie op de helft van de tegenstander te stimuleren Verdedigers • de ruimte zo klein mogelijk maken/ houden • niet voor elke bal gaan, de bal een bepaalde kant op dwingen en dan het juiste moment voor balverovering kiezen
42
Mentaal • beseffen dat voetballen een teamsport is; winnen en verliezen doe je samen • leren accepteren dat ieder individu anders is en daar respect voor hebben • leren dat er hard gewerkt (getraind) moet worden om een goede prestatie te kunnen leveren • beslissingen van trainers, leiders en scheidsrechters leren accepteren • wisselbeurten horen er ook bij; iedereen wil graag voetballen
43
Opleiding U10 en U11 1.Algemeen Het voetballen van de Preminiemen Er is samenspel in de vorm van de eerste echte combinaties. Het dekken en vrijlopen gaan ze beter begrijpen. Ook het spelen in een formatie, 8 - 8, en de bijbehorende taken en functies gaan ze beter begrijpen. Consequenties voor de training Het gaat in deze categorie vooral om het ontwikkelen van de individuele technische vaardigheid binnen vereenvoudigde voetbalsituaties:de basisvormen 4 : 4 en 8 : 8. Het accent ligt hierbij op de techniek. De coaching dient vooral gericht te zijn op het verbeteren van de technische vaardigheid en de hele lichaamscoördinatie. Om hieraan optimaal inhoud te kunnen geven zal voortdurend moeten worden bewaakt of het spel of de oefenvorm nog wordt gespeeld, of er nog FUN is en of er nog wat wordt geleerd. De coach moet dan ook kunnen omgaan met het aanpassen van de weerstanden. Concreet betekent dit aandacht voor: • keuze van de juiste oefenvorm • het duidelijk maken van de spelbedoeling • veldbezetting / teamorganisatie • het manipuleren van de weerstanden; makkelijker of moeilijker maken • het manipuleren van de speelveldgrootte; groter of kleiner maken • het manipuleren met het aantal spelers/ tegenstanders; meer of minder • het gebruiken en/ of aanpassen van de spelregels • het coachen op een juiste technische uitvoering, algemeen en individueel
44
Geschikte oefenvormen • basisvormen: 1 : 1, • partijvormen: 3 : 2 diversen, 4 : 4 en variaties • lijnvoetbal • mik- en scoorvormen • dribbelen/ drijven
2.Leeftijdskenmerken De preminiem is al veel meer bereid deel uit te maken van het team. Ziet het verschil tussen wie goed en wie minder goed kan voetballen. Kan het opbrengen om wat langer één en dezelfde oefening uit te voeren. De balbehandeling begint erop te lijken. Dit is de ideale leeftijd om de basisvaardigheden onder de knie te krijgen. Het oefenen van vaardigheden gebeurt veel bewuster en doelgerichter dan op jongere leeftijd. Samengevat: goed gebouwd; harmonie waardoor goede coördinatie aanwezig is; ook toenemende kracht grote, snelle leergierigheid willen zich laten gelden toenemende kritiek op zowel eigen als andermans kunnen bewegingsdrang is groot; middelmatige duurbelasting tot ongeveer 20 minuten is mogelijk er wordt meer groepsbewust gedacht navolging van hedendaagse idolen: Ronaldo, Bergkamp, van der Sar er wordt al prestatievergelijkend gedacht.
45
3.Spelsysteem
46
4.Taken per positie KEEPER Balbezit indien mogelijk, de bal op de grond leggen voor de opbouw te starten ver uit het eigen doel durven spelen aanbieden en zorgen voor flankverandering lange bal indien risicosituatie (onmiddellijk kans op doelgevaar) Balverlies alert zijn op dieptepassen van de tegenstander laten gelden op stilstaande fasen dicht bij doel coaching van de verdediging POSITIE 2 en 5 = FLANKVERDEDIGERS (FV) Balbezit het veld breder maken indien de bal langs die kant kan worden gespeeld één van beide mag inschuiven met of zonder bal één van beide moet verdedigend denken en zorgen voor de restverdediging diagonaal inspelen naar 6, 7, 10 of 9 of rechtdoor in de ruimte Balverlies naar binnen komen maar de onderlinge afstanden verdelen over de ruimte kantelen tot aan de 2de paal snelheid uit de actie halen door remmend te wijken rugdekking verlenen aan de centrale verdediger
47
POSITIE 3 = CENTRALE VERDEDIGER (CV) Balbezit aansluiten diagonaal inspelen (naar buiten) coaching van de FV en CM flankverandering Balverlies duel aangaan met de rechtstreekse tegenstander rugdekking verlenen aan de flankverdediger (zolang mogelijk centraal blijven) elkaar onderlinge dekking geven (vooral op lange ballen) hoe dichter bij het eigen doel, hoe korter de dekking op de dichtstbijzijnde tegenstander POSITIE 10 = CENTRALE MIDDENVELDER (CM) Balbezit zo lang mogelijk achter de bal blijven spel verdelen flankverandering en variatie in het spel Steeds aanspeelbaar zijn aanwezig zijn in de waarheidszone bij een voorzet van op de flank Balverlies duel aangaan maar zonder veel risico op balverlies goed centraal blijven
48
POSITIE 7 EN 11 = FLANKAANVALLERS (FA) Balbezit het veld breder maken indien de bal langs die kant kan worden gespeeld actie maken in een 1/1-situatie afwisseling in afhaken en diep lopen voorzet zoeken tussen de verdediging en de keeper opduiken aan de 2de paal bij voorzet van de andere kant ruimte maken (naar buiten of naar binnen) voor de opkomende FV met ruimte taakovername van de FV Balverlies naar binnen komen en terugzakken aanvallend denken voor een vlugge omschakeling negatieve pressing op de balbezitter 100% doorgaan indien twijfel in de verdediging van de tegenpartij POSITIE 9 = DIEPE SPITS (DS) Balbezit zo hoog en zo diep mogelijk spelen lateraal bewegen voor doorsteekpas (flirten met de buitenspelval) afhaken om te kaatsen (plaatsovername met AM) opduiken aan de 1ste paal bij voorzet van op de flank actie durven maken (dicht bij doel van de tegenpartij) bal vasthouden (lichaam gebruiken) om aansluiting mogelijk te maken Balverlies aanvallend denken voor een vlugge omschakeling negatieve pressing op inschuivende CV 100% doorgaan indien twijfel in de verdediging van de tegenpartij
49
5.Trainingsopbouw Blok 1: 10 min Opwarming Blok 2: 10 min pas- en trapvorm Blok 3: 60 min Kern volgens opgelegd thema a) Oefening volgens thema b) wedstrijdvorm c) Oefening volgens thema d) wedstrijdvorm Blok 3: 10min Cooling down Afsluitspelletje
6.Leerplan U10-U11 Steeds aandacht voor: jongleren, oog-hand en oog-voetcoördinatie, basisbewegingen, 1 tg 1, reactiesnelheid, wendbaarheid, basis loop ABC Basics Leiden/dribbelen (ball mastery) Kappen/draaien (ball mastery) Duel 1 tg 1 Balcontrole – halfhoge passing Doelpoging kortbij + halfver Vrijlopen Inwerpen Passing: kort en half lang Voorzet: laag + halfhoog Druk zetten Speelhoeken afsluiten Steunen Stilstaande fasen: hoekschop, vrije trap
50
Teamtactics Openen breed Openen diep Opbouw samenspel Negatieve pressing Infiltratie met en zonder bal 1-2 beweging Dom balverlies vermijden Positiespel K+7
Per maand Het is de bedoeling dat de U10 en U11 elke week 1 training gegeven wordt volgens het aangegeven thema. maand Augustus
september
Oktober
November
December Januari
Februari
Maart
April
Mei
week 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2
thema Ball mastery Balcontrole Passing Druk zetten Openen breed Opbouw samenspel Infiltratie met en zonder bal Passing Ball mastery Openen diep Doelpoging Balcontrole Stilstaande fasen Ball mastery Vrijlopen Infiltratie met en zonder bal Opbouw samenspel Voorzet Ball mastery Doelpoging Negatieve pressing Stilstaande fasen Ball mastery voorzet Balcontrole Ball mastery Vrijlopen Opbouw samenspel Infiltratie met en zonder bal Doelpoging Stilstaande fasen Vrijlopen Doelpoging Doelpoging Balcontrole Ball mastery
51
7.Eindtermen Technisch • op snelheid en onder weerstand kunnen dribbelen en drijven • kunnen kappen en draaien • een bal op alle manieren kunnen aannemen; met beide voeten, (boven)benen, borst • met de voorkeurvoet een dieptepass of doelschot met de wreef kunnen geven • een combinatie kunnen aangaan; 1 – 2, kaats • een goede voorzet kunnen geven • een bal kunnen koppen vanuit stand - lichte ballen gebruiken! • een 1 – 1 duel aan kunnen gaan • tenminste 1 schijnbeweging beheersen extra aandachtspunt voor de keepers: terugspeelballen met de voet aannemen wanneer daar tijd en ruimte voor is Tactisch • het positiespel 3 : 1 kunnen spelen. • de beginselen kennen van het zone voetbal, principes voor aanvallers en verdedigers blijven in grote lijnen gelijk Aanvallend • de ruimte zo groot mogelijk maken/ houden • de balbezitter moet nu ook de dieptepass door het midden kunnen spelen; deze speler heeft nu dus steeds 3 afspeelmogelijkheden
52
Verdedigend • de ruimte zo klein mogelijk maken/ houden • de 2 verdedigers elkaar steeds goed rugdekking moeten geven door schuin achter elkaar te verdedigen. • de achterste speler coacht de voorste in de juiste richting en probeert de dieptepass te voorkomen waardoor de bal kort gespeeld moet worden. • op het juiste moment een aanval op de bal doen • ook nu is het weer van belang dat steeds één kant van de balbezittende speler moet worden afgeschermd, zodat de verdedigers kunnen sturen waar de bal heen zal worden gespeeld. Mentaal • leren coachen van medespelers • weten dat je een verplichting hebt naar je team voor wat betreft trainen, spelen en voor wat betreft het nakomen van regels • weten dat wisselbeurten ook kunnen afhangen van de trainingsopkomst, -inzet en van de wedstrijdinstelling en – beleving • overigens kan ook met het betreffende team de afspraak worden gemaakt dat bij toerbeurt iedereen een wisselbeurt krijgt • spelregelkennis op willen doen • zie ook bij duiveltjes
8.Wedstrijdopwarming • 4 tegen 1 spelen in kleine ruimte • Pass en trapvorm met 1-2 combinatie • Technische oefening met sprinten • 5 tegen 5 op balbezit • Afwerken op doel na pass- en trapvorm
53
Opleiding U12 1.Leeftijdskenmerken De miniemen zijn meer geneigd zich te meten met anderen. Zij kunnen het aan om in teamverband een doel na te streven. Ze beheersen de eigen beweging en zijn bewust bezig hun prestatie op te vijzelen. Samengevat: de puberteit gaat beginnen; hierdoor ontstaan spanningen en is de speler met zichzelf bezig (er ontstaat ook interesse voor andere zaken) soms snelle lichaamsgroei, disharmonie (stuntelig/slungelachtig); hierdoor is de speler maar beperkt belastbaar en tevens blessuregevoelig, speciaal ten aanzien van de aanhechtingen van de spieren de leergierigheid kan ontbreken; ook de stemming is aan schommelingen onderhevig kan zich al afzetten tegen het gezag, vormt groepjes prestatief gezien kan er sprake zijn van een tijdelijke achteruitgang, doordat de coördinatie ontbreekt interesse mogelijk voor andere hobby's en sporten.
54
2.Spelsysteem 1-4-3-3, uitleg zie bovenbouw
3.Taken per positie Zie bovenbouw
4.Trainingsopbouw Zie bovenbouw
5.Leerplan Steeds aandacht voor: basistechnieken, reactiesnelheid, wendbaarheid, loop ABC Basics Teamtactics Balcontrole – halfhoge passing + hoge Negatieve pressing passing Doelpoging kortbij, halfver en ver Blokvorming Vrijlopen Driehoeksspel Onderlinge dekking Snel inspelen Passing: kort, halflang en lang Positiespel K+10 Voorzet: halfhoog en hoog Beginselen 4-3-3 Druk zetten Basisprincipes zoneverdediging Buitenspel beheersen Steunen Stilstaande fasen: hoekschop, vrije trap
55
Per maand Het is de bedoeling dat de U13 elke week training gegeven wordt volgens het aangegeven thema. maand Augustus
september
Oktober
November
December Januari
Februari
Maart
April
Mei
week 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2
Thema Balcontrole Passing Doelpoging Basisprincipes zoneverdediging Basisprincipes zoneverdediging Voorzet Vrijlopen Doelpoging Passing Voorzet Stilstaande fasen Passing Basisprincipes zoneverdediging Basisprincipes zoneverdediging Doelpoging Voorzet Vrijlopen Balcontrole Doelpoging Passing Balcontrole Voorzet Basisprincipes zoneverdediging Basisprincipes zoneverdediging Stilstaande fasen Doelpoging Passing Vrijlopen Doelpoging Voorzet Basisprincipes zoneverdediging Passing Stilstaande fasen Basisprincipes zoneverdediging Balcontrole Doelpoging
56
6.Eindtermen Technisch • de algemene basistechnieken goed beheersen; ook in beweging en onder druk van een tegenstander • deze basistechnieken zijn: twee- voetigheid, passen/ trappen, balaanname op alle manieren, dribbelen/drijven, schijnbeweging, koppen, ook vanuit beweging en sprong • het 1of 2x- raken beheersen • een wisselpass kunnen geven Tactisch • spelbedoelingen en basistaken per linie van het 1 : 4 : 3 : 3- systeem, aanleren Zone voetbal • weten wat buitenspel is • het moment van 1 of 2x- raken herkennen • het moment van het geven van de wisselpass herkennen • het positiespel 3 : 1, 4 : 2 en 5 : 2 beheersen • de ‘basisvorm’ 4 : 4 beheersen Opmerking: bij het positiespel 5 : 2 heeft de balbezitter nu ook een 4e afspeelmogelijkheid • ook in de partijspelen het vrijlopen, aanbieden, ‘vrije man zien’ beheersen • een medespeler kunnen coachen
57
Mentaal • leren dat er strenger wordt toegezien op wat bij de preminiemen al is beschreven: discipline wordt aangehaald • weten dat wisselbeurten ook tactische redenen kunnen hebben, naast het bijvoorbeeld bij toerbeurt of om disciplinaire redenen wissel staan of gewisseld worden • ‘willen winnen’ (stimuleren!) – maar niet het belangrijkste maken Nb: de genoemde einddoelstellingen dienen te worden beschouwd als richtlijnen. Wanneer de jeugdtrainers weten wat de doelstellingen/ richtlijnen zijn, is er al sprake van een rode draad. Dit biedt houvast aan alle trainers bij coaching en begeleiding tijdens trainingen en wedstrijden.
7.Wedstrijdopwarming Zie bovenbouw
58
Bovenbouw
59
Opleiding U13 tot U17 1.Algemeen Leeftijdskenmerken het begin van een harmonische lichaamsgroei; de omvang van kracht-, interval- en duurarbeid kan verhoogd worden en ook de techniektraining zal weer meer resultaten opleveren ook hier kunnen nog puberteitsproblemen aanwezig zijn, zie Cgroep er is sprake van een toenemende zelfkritiek; let op het stimuleren van zelfvertrouwen geschikt voor prestatief denken er is sprake van een betere verhouding met het gezag; ook de emoties passen zich aan willen ook verantwoording hebben er kan sprake zijn van een opofferingsgezindheid voor het team. Het voetballen van de knapen Er kan een onstabiele motoriek optreden, vooral in de dagelijkse beweging. De reeds geleerde vaardigheden blijven behouden, ook al vermindert de uitvoering tijdelijk. De knapen zijn voornamelijk bezig met zaken als vrijlopen en samenspelen. De kopduels lijken serieuzer, er wordt minder gekopt met de ogen dicht. Ook is er verbetering in verdedigend opzicht. De taken die aan een bepaalde positie kleven, worden zichtbaar en worden geleidelijk opgepikt.
60
Consequenties voor de training Meer dan ooit kan hier de wedstrijd dienen als uitgangspunt voor de training. Het is verstandig als trainer oog te hebben voor individuele tekortkomingen en de problemen die ze op deze leeftijd kunnen hebben. Groei in de lengte kan er toe leiden dat sommige spelers slungelachtig overkomen. Ze kunnen hierdoor minder gaan voetballen. Als trainer rekening houden met dit probleem dat veelal van tijdelijke aard is. Knapen zijn wisselvallig in hun prestaties. Stel daarom de verwachting niet te hoog. De doelstelling kan zijn een fijne sfeer te creëren. Gebruik oefeningen die erop gericht zijn vanuit momenten in de wedstrijd technische en tactische zaken nog meer te verbeteren. Het gebruik van bijvoorbeeld kracht- en looptrainingen is uit den boze. Met name bij knapen is geduld een schone zaak. Voetbalweerstanden Naast de probleemgebieden "bal", "medespelers", "tegenstanders" en "coaching" ontstaat hier een probleemgebied van tijdelijke aard, nl. "het eigen lichaam". Vaardigheden die reeds beheerst werden, kunnen hierdoor tijdelijk in gedrang komen. Het voetballen van de scholieren en juniors De speler is in staat echte wedstrijdsport te beoefenen. Hij waagt zich aan acties die voor het team weinig rendement hebben. Zijn soms te laat ingezette sliding en de wijze waarop hij buitenkant voet speelt, hebben meer te maken met het feit dat hij zichzelf wil bewijzen. Het tempo is hoger, er wordt korter gedekt. De speler moet leren onder druk te spelen en dat gaat hem soms minder goed af. Zijn individuele mogelijkheden moeten meer rendement voor het team gaan opleveren. Hier moet hij in leren.
61
Consequenties voor de training Ook bij de scholieren en junioren kan de trainer nog worden geconfronteerd met problemen als gevolg van de groeispurt. Toch leent deze leeftijdsgroep er zich juist voor het voetballen zelf te verbeteren. D.w.z. voetballen dat tijdens de wedstrijd de volwassenheid begint te benaderen en in fysiek opzicht een heel stuk forser lijkt dan dat van de knapen. Ook hier geldt: trainen vanuit de wedstrijdsituatie. Daarbij is het mogelijk een beroep te doen op elftaltactiek (plaatsen in een elftal en de daarbij behorende taken). Op deze leeftijd kunnen spelers verantwoordelijkheid dragen. Buiten het veld blijkt dit op het gebied van de leefwijze, lichaamsverzorging en het taalgebruik. Binnen de witte lijnen kunnen ze dit ook aan. Voetbalweerstanden Naast de probleemgebieden die uit de vorige leeftijdsgroepen zijn meegenomen heeft de scholier de moeilijke taak een evenwicht te zoeken tussen de eigen geldingsdrang en het leveren van rendement voor het team in het nastreven van het gezamenlijke prestatiedoel.
62
2.Spelsysteem 1-4-3-3
63
3.Taken per positie Nr1: Doelman BALBEZIT vanachter uit opbouwen door aanspelen van 2 of 5 die tegen de lijn staan opgesteld. Dit kan via een worp of een trap. De uittrap (voornamelijk bij jeugd) is uit den boze, bij een eerste elftal kan dit wel, bal kan worden ingespeeld in het gesloten blok of naar de flanken. Tracht ook aanspeelbaar te zijn en durft voor zijn 16 meter gebied te spelen. BALVERLIES Coacht zijn achterlijn via duidelijke richtlijnen; Is heer en meester in zijn kleine baklijn.
64
Flankverdedigers 2 EN 5: BALBEZIT Aanspeelbaar zijn als keeper in Balbezit is door tegen de zijlijn te gaan staan en de afstanden meteen groter te maken. Eerste optie is ALTIJD diep spelen op 7 of 11. Tweede keuze is een diagonale pass naar 6, 8, 9 of 10. Derde is een kruisbal naar de niet werkende flank. BALBEZIT sluit mee het blok. ifv waar de Balbezit is gaat hij positieve pressing spelen. Des te korter tegenstander naar eigen doel komt des te strikter ga je verdedigen. Niet laten uitschakelen en trachten een voorzet van op de flanken af te blokken. Bij het kantelen naar de andere kant is de eerste doelpaal een goed referentiepunt en splitvision (ingedraaid staan).
65
Centrale verdedigers 3 EN 4: BALBEZIT zij zakken in achter denkbeeldige lijn van 2 en 5 en vergroten ook hun onderlinge afstanden en zijn aanspeelbaar door K als deze in BB is en evenzo voor 2 en 5 indien deze geen optie hebben om diep te spelen als zij in BB zijn. Ook kan men opteren om één te laten doorschuiven op het middenveld voor de opbouw (dan speel je tijdelijk 3/4/3). Ook zij hebben de taak eens in BB om diep te spelen te laten primeren, dan diagonaal op de flank naar een afhakende spits. BALVERLIES Als tegenpartij bvb met één spits speelt en de doelman hanteert lange bal kan één van hen tijdelijke rugdekking geven aan de andere. Als hij in steun gaat van 2 of 5 naar de flank bepaalt deze de lijn waarop anderen zich moeten opstellen in de verdediging. Er worden geen kruisbewegingen gemaakt in de verdediging. Ook hier de regel hoe korter naar doel hoe strikter de verdediging en zeker niet laten uitschakelen
66
Verdedigende middenvelders 6 en 8: BALBEZIT Zij zorgen mee voor de opbouw en streven driehoeken en ruitvormen na. Diagonale passings zodat spitsen meteen goed staan ingedraaid en geen laterale of axiale passing. Het diep spelen naar de flanken naar 7 en 11 of een afhakende 9. Eveneens bijsluiten naar de waarheidszone om af te werken als er een voorzet zal komen van op de flanken of doellijn. Je kan ook iets meer zekerheid inbouwen en één van hen altijd centraal achter de bal houden in de restverdediging. BALVERLIES Deze spelers moeten bij mij de momenten aangeven wanneer er pressing wordt gespeeld en waar, verbaal duidelijk aanwezig zijn. Centrale as zo lang mogelijk beheersen. Positieve pressing en niet laten uitschakelen, speelhoeken afsluiten en diepe bal trachten te voorkomen.
67
Aanvallende middenvelder 10 BALBEZIT Hij is de spelverdeler. Zorgt voor voldoende aanvoer naar de spitsen toe, durft al eens een individuele actie te ondernemen, sluit bij in de waarheidszone, zorgt ook voor het verleggen van de flank. Deze moet ook over voldoende inzicht beschikken, ruimte en tijdsperceptie zijn van belang. BALVERLIES Ook in B- sluit hij mee het blok en zal pressing spelen (medium) en trachten speelhoeken af te sluiten. Bemand voornamelijk de centrale as
68
Flankaanvallers 7 en 11 BALBEZIT Van hen moet het gevaar komen via de flanken en houden zij op momenten in B+ de speelruimte open en breed. Zij schuwen een individuele actie niet, of haken af en komen naar binnen om met 9 te kruisen, dus ruimte maken voor zichzelf en een ander. Eens de doellijn gehaald heeft hij 3 opties, ofwel de bal achteruit leggen, ofwel een strakke voorzet, en als laatste een voorzet tussen de doelman en de achterlijn. Ook diagonale looplijnen zijn hem niet vreemd om op te komen in de waarheidszone (als 11 bvb een voorzet zal gaan geven zorgt hij voor bijsluiting in de box). Eens in de box typeert deze speler zijn gretigheid en de wil om te scoren (5" regel). BALBEZIT Je kan hen laten opteren om zuiver in die 4/3/3 mee in blok te gaan verdedigen of hen op de flank iets dieper te laten terugzakken om al zo een tijdelijke 4/5/1 te bekomen. Ikzelf durf daarin te variëren naargelang de sterkte van de tegenstander. ook zij trachten in B- hun steentje bij te dragen (B- wil zeggen dat iedereen binnen het team zijn taken moet vervullen). Zij kunnen pressing spelen op de flank of terugzakken als er centraal B- is geleden. Ze moeten proberen de speelhoeken af te sluiten, diepe ballen voorkomen, tegenstander verplichten om lateraal te laten inspelen....
69
Centrumspits 9 BALBEZIT De kwelgeest van de centrale spelers. Moet beweeglijk zijn, bal kunnen bij houden indien nodig ter bijsluiting, goede trap, passeerbeweging, snelheid, wendbaar.... Maakt kruisbewegingen met de vleugelspitsen, leunt op een verdediging, haakt af indien nodig, is duidelijk overal aanwezig en in betrokken. Heeft naargelang zijn eigen inzicht en creativiteit een vrije rol. BALVERLIES Is eerste stoorzender zodat anderen hun posities kunnen innemen en het blok kunnen sluiten. Schuift mee op richting B+ en kan zorgen voor negatieve pressing
4.Trainingsopbouw U13-U15-U17 Blok 1: 10 min Opwarming Blok 3: 70 min Kern volgens opgelegd thema a) wedstrijdvorm b) Oefening volgens thema c) wedstrijdvorm d) Oefening volgens thema e) wedstrijdvorm Blok 3: 10min Cooling down Afsluitspelletje + stretching
5.Wedstrijdopwarming U13-U15-U17 • Ritmische opwarming met dynamische stretching • 4 tegen 1 spelen in kleine ruimte • Pass en trapvorm met 1-2 combinatie • Technische oefening met sprinten • 6 tegen 4 op balbezit • Afwerken op doel na pass en trap vorm
71
6. Basics en teamtactics
BASICS – BALBEZIT (B+) LEIDEN EN DRIBBELEN 1) behendigheid (slalom) li/re 2) coördinatieoefeningen li/re 3) snelheid bal aan de voet li/re met de tegenstander achter / vóór / naast u 4) richtingswissels li/re met de tegenstander vóór u / in de rug 5) passeerbewegingen li/re met de tegenstander vóór / naast u 6) passeerbewegingen li/re vanuit stilstand / in beweging PASSING 7) lage pas in de voet li/re 8) 1-2 beweging li/re 9) lage pas in de loop li/re 10) deviatie li/re naar medespeler 11) lage halflange pas li/re 12) halfhoge halflange pas li/re 13) lob li/re 14) lange pas op het lichaam li/re 15) lange pas in de loop li/re 16) kopbal 17) inworp CONTROLE 18) geöriënteerde balcontrole li/re op lage passing 19) afschermen van de bal li/re 20) in de controle li/re wegdraaien van de tegenstander 21) halfhoge geöriënteerde balcontrole : borst en dij 22) amorti met de voet li/re : doodleggen van een hoge bal of klaarleggen voor een medespeler 23) amorti met het hoofd : idem
72
VRIJLOPEN 24) steunen : naar de bal toekomen (schuin aanbieden) 25) uit de dekking komen 26) afhaken na vooractie 27) diep gaan na vooractie 28) timing : vlak voor het inspelen AFWERKEN 29) van dichtbij na controle : plaatsbal li/re 30) van dichtbij in één tijd : deviatie li/re 31) na lage voorzet : plaatsbal li/re 32) van dichtbij met de rug naar doel : in de draai li/re 33) na halfhoge voorzet : volley li/re 34) na hoge voorzet : kopbal 35) alleen op de keeper li/re vanuit het centrum / vanaf de flank TAAKOVERNAME 36) wanneer een kans op direct doelgevaar zich voordoet
73
BASICS – BALVERLIES (B-) DRUK ZETTEN 1) op balbezitter face to face centraal / op de flank 2) op balbezitter met de rug naar u gekeerd centraal / op de flank 3) na direct balverlies of op speler die u passeert = negatieve pressing INTERCEPTIE VÓÓR DE BALCONTROLE 4) bij lage passing lateraal / diagonaal 5) bij halfhoge passing lateraal / diagonaal 6) bij hoge passing lateraal / diagonaal INTERCEPTIE NA DE BALCONTROLE 7) bij lage passing lateraal / diagonaal 8) bij halfhoge passing lateraal / diagonaal 9) bij hoge passing lateraal / diagonaal SPEELHOEKEN AFSLUITEN 10) bij mogelijkheid tot korte passing 11) bij mogelijkheid tot lange passing AFWEREN 12) bij dieptepas 13) bij doelpoging 14) bij voorzet RUGDEKKING 15) aan de dichtstbijzijnde medespeler die druk zet op balbezitter
74
TEAMTACTICS – BALBEZIT (T+) OPBOUWZONE BEHEERSEN 1) het veld breed en diep houden 2) aanspeelbaar opstellen 3) geen dom balverlies (zonder risico) 4) snelle balcirculatie over de grond 5) diagonale in & out passing naar de zwakke zone van de tegenpartij (flankverandering) 6) eerst diep, dan breed en dan pas achteruit / een linie of speler overslaan 7) ontzetten in de waarheidszone 8) ruimte maken voor zichzelf of voor een medespeler
INFILTRATIE NAAR DE WAARHEIDSZONE 9) zonder bal indien de ruimte dit toelaat 10) via de give & go (1-2 beweging) 11) met een individuele actie
WAARHEIDSZONE BEHEERSEN 12) individuele actie 13) niet aarzelen om naar doel te trappen 14) bruikbare voorzet - terugleggen naar penaltypunt (45) - laag en hard tussen de keeper en de verdediging - wegdraaiend van het doel (dicht bij de doellijn) - draaiend naar het doel richting 2de paal (ver van de doellijn) 15) efficiënte bezetting voor doel - 1ste paal - 2de paal - penaltypunt - 16 m 16) subtiele doorsteekpas 17) buitenspelval omzeilen (eerst in de breedte bewegen) 18) op het juiste moment (timing) en snel bewegen
OMSCHAKELING VAN BALVERLIES NAAR BALBEZIT 19) aanvallend ingestelde spelers blijven aanvallend denken (9, 7, 11 en 10) 20) onmiddellijk diep spelen na balrecuperatie, maar met weinig risico op balverlies 21) zeer vlugge aansluiting van één VM en/of FV 22) snelheid in de actie houden, dus diep blijven spelen
75
TEAMTACTICS – BALVERLIES (T-) ZONE BAL-DOEL BEHEERSEN 1) het veld smal en kort houden rond de bal = blokvorming 2) evenredige onderlinge afstanden 3) dichtstbijzijnde tegenstander in de gaten houden 4) positieve en negatieve pressing op de balbezitter 5) dekking geven door dichtstbijzijnde medespeler 6) schuiven en kantelen van het blok 7) meeschuivende doelman RECUPERATIE VAN DE BAL 8) duel aangaan en proberen te winnen, maar nooit verliezen (een speler op de grond is een verloren speler) 9) intercepteren van de bal = anticiperen 10) collectieve pressing : agressiever en korter druk zetten door meerdere spelers WAARHEIDSZONE BEHEERSEN 11) meerderheidssituatie creëren / behouden 12) kortere dekking = mandekking 13) split-vision : zowel de bal als de tegenspeler volgen 14) afblokken van doelpoging, passing, voorzet of dribbel 15) efficiënte bezetting door vrije speler(s) 16) buitenspelval controleren en gebruiken OMSCHAKELING VAN BALBEZIT NAAR BALVERLIES 17) verdedigend ingestelde spelers blijven verdedigend denken = restverdediging (Tvorm) 18) tegenaanval afremmen door te wijken 19) zeer vlug terugkeren van de FA en AM voor de blokvorming 20) drukzetten en afblokken van dieptepas door dichtstbijzijnde speler(s)
76
7.Leerplan Per maand Het is de bedoeling dat de spelers in bovenbouw elke week training gegeven wordt volgens het aangegeven thema.
77
Keepers Wat wordt er van een ( goede ) keeper verwacht ? Dat de keeper de tegen doelpunten zo klein mogelijk houdt. Dit op de doellijn of liefst zo snel mogelijk in bal bezit komt zowel in als buiten zijn strafschopgebied, dus ook kunnen voetballen en goede spelhervatting moet hebben. Dat houdt in een goed speloverzicht (tactisch) en natuurlijk ook nog zijn team (vooral de verdediging) moet kunnen coachen. De keeper (U6-U9) trapt niet uit, maar werpt of rolt uit, of legt de bal op de grond en brengt hem zo in het spel. Ook in andere categorieën wordt gestimuleerd om op te bouwen van achter uit. De keeper is daarbij vaak de eerste schakel. Met welke factoren heeft de keeper te maken ? Mentale factoren * Tactiek * Instelling * Motivatie * Moed, durf, lef * Faalangst * Coachen * Concentratie * Invloed van tegenstanders, ouders, vrienden enz. * Zelfvertrouwen * Relatie keeper / trainer * Anticipatie * Reserve keeper Lichamelijke factoren * Uithoudingsvermogen * Techniek * Kracht * Snelheid ( reactie, reflex ) * Lenigheid (beweeglijkheid) Externe factoren * Shirt en broek * De Bal * Handschoenen * Weersomstandigheden * Schoeisel
78
1.Leerplan volgens leeftijd Keepers worden pas vanaf U8 uitgenodigd om keeperstraining te volgen. Dan leren ze vooral de basistechnieken. Voor de categorieën onder U13 geldt een training van 45 minuten, waar vooral op grondgewenning wordt gewerkt. Vanaf U13 gelden volgende basics en tactics:
BASICS Verdedigen zonder bal: (B1) Uitgangshouding (B2)Verplaatsen in en voor het doel (B14) Springen: een en tweebenige afzet, omhoog, voor-, achterwaarts, links en rechts zijwaarts, met of zonder aanloop Verdedigen met bal: (B3) Oprapen (B4) Onderhands vangen (B4) Blokkeren met buik / borst (B6) Bovenhands vangen Li / Re met weerstand van een tegenstander (B7) Vallen (B8) Duiken (B9)In de voeten werpen (B10)Buiten het keepers gebied alle noodzakelijke spelersvaardigheden. (B15) Oprapen, onderhands vangen en blokkeren met buik / borst met ontwijken tegenstander Li / Re (B16) Bovenhands vangen Li / Re met weerstand van een tegenstander (B17) Zweven (B18)Tippen: over en naast het doel
79
(B19) Stompen met een of twee vuisten en een of meer tegenstanders (B20) In de voeten werpen / schuiven (B21) Noodafweer Opbouwend aanvallend: (B11) Trap uit de handen (B12) Werpen: rollen, slingerworp (zijwaarts en bovenhands), strekworp (zijwaarts en bovenhands) inworp en duwworp ( vanaf de borst) (B13) Doeltrap
TACTICS Verdedigend: (T1) Spelsituaties Oog-hand coördinatie (T2) Opstellen en positiespel in het doel Oog-voet coördinatie (T3) Opstellen en positiespel voor het (T4) Duel een tegen een Opbouwend / aanvallend: (T5) samenspel K+Opbouw 10 (T6) Openen breed (T7) Openen diep (T8) Positiespel bij spelhervattingen: hoekschop, vrije trap, penalty (T9) opbouw juist inschatten (T10) Snelheid en tijdbepaling opbouw (T11) Uitvoering en precisie opbouw
80
Per maand
81
2.Trainingsopbouw Blok 1: 15min Opwarming Voetbalgeoriënteerde spelletjes en dynamische stetching Blok 2: 20min Kern 1 Technische vaardigheden Blok 3: 20min Kern 2 Tactische vaardigheden Blok 4: 5min Cooling down Afsluitspelletje
82
Coachingswoorden DOELMANNEN DUIVELTJES LOS
BAL VOOR DE DOELMAN
WEG
SPELER MOET DE BAL ONTZETTEN
SPEEL
ZO SNEL MOGELIJK DOELMAN AANSPELEN
PREMINIEMEN JIJ
BAL VOOR DE SPELER
ALLEEN
GEEN TEGENSTANDER IN DE BUURT
OPEN
SPELERS GAAN SNEL OPEN
VANAF MINIEMEN DRAAI DOOR DRAAI OPEN
SPELER HEEFT VRIJE KEUZE OM ZICH TE DRAAIEN SPELER DRAAIT LANGS DE BUITENKANT
NIET VLIEGEN
SPELER BLIJFT VOOR DE TEGENSTANDER
83
VELDSPELERS GEEF
WANNEER JE EEN PAS KAN ONTVANGEN
ALLEEN
GEEN TEGENSTANDER IN DE BUURT
HOU BIJ
DE BAL BIJHOUDEN TOT ER MEER SPELERS KOMEN STEUNEN
DURF
DURF EEN ACTIE TE MAKEN
TERUG KAATS
WANNEER JE DE BAL TERUGWIL ALS EEN TEGENSTANDER IN DE RUG KOMT WANNEER JE DE BAL TERUGWIL NA EEN PAS
1/2
WANNEER JE EEN 1-2 WIL
RUG POSITIE SLUITEN
WANNEER ER EEN TEGENSTANDER IN DE RUG IS SPELER WEET DAT HIJ ZIJN POSITIE MOET NEMEN BUITENSPELER KOMT NAAR BINNEN OM PASLIJN TE BLOKKEREN HET GEHELE TEAM SCHUIFT OM DE AFSTANDEN TE BEWAREN HET BLOK KANTELT IN DE RICHTING VAN DE BAL TERUGZAKKEN, LAGER OPSTELLEN OM ZO DEKKING TE GEVEN DRUK ZETTEN OP DE TEGENSTANDER SPELER DIE ZEKER IS DAT HIJ DE BAL HEEFT ONDERLING DEKKING VERZORGEN OF GEVEN KORTER BIJ DE TEGENSTANDER SPELEN ZO SNEL MOGELIJK DIEP SPELEN GEEF DE BAL OPEN GA BREED LINIES SCHUIVEN NAAR VOOR VERANDEREN VAN KANT NIET OPVLIEGEN, REMMEND WIJKEN, DE BAL VOOR JE HOUDEN
SCHUIVEN KANTEL ZAKKEN ZET DRUK LAAT DEKKING KORTER DIEP OPEN BREED VOORUIT VERANDER NIET VLIEGEN
84
Evaluatie spelers en Testing -
-
iedere speler wordt twee keer per jaar gemeten en gewogen daarnaast wordt hij of zij ook door de trainer twee keer beoordeeld via het formulier op de trainerswebsite (punten geven op verschillende aspecten van het voetbalspel) vanaf u7 zijn er technische testen vanaf u11 komen daar ook fysieke inspanningen bij
Skills Test (techniek) In deze tests komen aan bod: Controle Schieten Dribbelen Korte Passing Gerichte Passing
Fysieke tests In deze tests komen aan bod: Vertesprongtest Long Sprint Test Short Sprint Test Interval Shuttle Run (uithoudingsvermogen) Staande vertesprong (explosieve kracht) Staande hoogtesprong (explosieve kracht)
85
Indeling teams provinciaal en gewestelijk Het is de bedoeling om de betere spelers bij elkaar in een team te laten spelen. De betere spelers spelen provinciaal. Dit gebeurt vanaf U8. Maar er moet ook sprake zijn van constante doorstroming. Een doorstroming van spelers kan zowel van gewestelijk naar provinciaal als omgekeerd zijn. Spelers die uitblinken binnen hun categorie en gewestelijk spelen moeten de kans kunnen krijgen om hoger te spelen. Hetzelfde geldt natuurlijk ook omgekeerd. Wanneer een speler te zwak blijkt te zijn voor de provinciale reeks dan zal die speler een stapje moeten terugzetten. Een speler die binnen zijn groep (provinciaal) te gemakkelijk loopt te voetballen, zal geleidelijk aan worden doorgeschoven naar een hogere categorie (provinciaal), beginnende met het volgen van één van de wekelijkse trainingen. De bepaling van wie provinciaal en wie gewestelijk speelt gebeurt op basis van de evaluaties en de testings. Waarbij ook rekening gehouden wordt met aanwezigheden, mentaliteit van de ouders enzovoort. Maandelijks wordt de teamverdeling opgevolgd met de coördinatoren en de trainers per leeftijdscategorie. Een speler die van provinciaal moet terugzakken naar gewestelijk heeft geen keuze en moet dit doen. Bij de indeling van de ploegen is het niet verplicht om provinciaal te spelen. Spelers en ouders die dit niet wensen, spelen dan gewoon gewestelijk.
86
Doorstroming De integratie bij de senioren De overgang van jeugdvoetballers naar senioren blijkt in de praktijk voor veel jeugdspelers een grote stap te zijn. Daarom dient deze overgang van jeugdspelers met zorg en in goed overleg te geschieden om te voorkomen dat ze fysiek en / of mentaal overbelast worden dan wel gedemotiveerd raken. Alvorens bij de A-kern aan de slag te gaan wordt na de U17 eerst doorgeschoven naar de U19 of de beloften. Indien een speler tijdens de U19 of erna capabel genoeg bevonden wordt, heeft dat een onmiddellijke doorstroming naar de A-kern tot gevolg. Onze visie Het zal altijd een punt van discussie zijn maar we houden steeds in het achterhoofd dat het kind het belangrijkst is en niet het behaalde ploegresultaat. In samenspraak met de hoofdtrainer zullen verschillende spelers van de U17 aan het eind van het seizoen hun kans krijgen in het Beloftentornooi van Topsport. Wanneer vervroegd laten overgaan? - Er moet een goede basis zijn voor wat betreft techniek en tactisch inzicht - Fysiek moet hij/zij het hogere niveau aankunnen - Mentaal moet hij/zij het niveau aankunnen
87
Evaluatie opleidingsplan - Op de maandelijkse vergaderingen kan een probleem steeds aangegeven worden - De coördinatoren streven ernaar dat het opleidingsplan uitgevoerd wordt. Daar zij regelmatig trainingen bijwoont kan hij steeds kort op de bal spelen indien er zich problemen stellen - Jaarlijks zal het plan door de sportieve cel geëvalueerd worden - jaarlijks worden dan ook aanpassingen doorgevoerd waar nodig
88
89
90